“Eigenwijs onderwijs, de school als ontdekkingsreis!”
Groningen, Zernike College
Programma van Eisen Groningen, november 2011
2+3
Inhoud 1 1.1 1.2 1.3
1.4 1.5 1.6
inleiding Aanleiding nieuwbouw Doel van dit Programma van Eisen Partijen Gemeente Haren Zernike College O2G2 Verantwoording Gereedkomen definitiefase Leeswijzer
9 9 9 10 10 10 10 10 11 12
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.6.1 2.6.2
Visie en Ambitie Zernike College Daadkracht en ondernemerschap Brede openbare scholengemeenschap Verzorgingsgebied Missie Toekomstige ontwikkelingen in het onderwijs Ambities bovenbouw Westerse Drift Onderwijskaders bovenbouw Ambities prestaties nieuwbouw
15 15 16 16 18 19 19 20 21
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.10.1 3.10.2 3.10.3 3.10.4 3.10.5 3.11 3.12 3.13
organisatie van de bovenbouw Domeinen Atheneum plus Derdejaars Rummerinkhof Clusters Verbindende functies Relatie domeinen, clusters en verbindende functies Norm Aantal leerlingen en personeel Aantal leerlingen per onderwijsgroep Openingstijden en (les)activiteiten Voorschoolse activiteiten Onderwijsactiviteiten Naschoolse activiteiten Specifieke (buitenschoolse) activiteiten Activiteiten derden Rooster en groepsgrootte Groepswerkvormen Leerlingverdeling door de school
25 26 26 26 26 27 27 27 28 28 29 29 29 29 30 30 30 30 31
4 4.1 4.1.1 4.1.2
Functionele uitgangspunten Domeinen Domein bovenbouw montessori havo/vwo Domein Studiehuis havo en domein Studiehuis vwo
35 36 36 36
4.2 4.3 4.4 4.4.2 4.4.3 4.5 4.6 4.7 4.7.1 4.7.2 4.7.3 4.8 4.9 4.10
Atheneum plus Informatiecentrum Cluster specifieke vakken Cluster Kunst Cluster LO Ontmoetingsfunctie leerlingen en personeel Ontmoetingsfunctie medewerkers Onderwijsondersteunende functies OOP ICT Kantoorfuncties Management, staf en administratie Externe relaties en samenwerking andere gebruikers Begane grond relaties
38 38 39 41 41 42 42 42 42 42 43 43 43 43
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
Locatieprofiel Beeldverwachting, beeldkwaliteit en uitstraling Stedenbouwkundige randvoorwaarden Omvang locatie Routing en logistiek Parkeren en stalling Terreinvoorzieningen Duurzaamheid op gebiedsniveau
47 47 48 48 48 48 49 49
6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8
Gebouwprofiel Beeldverwachting interieur Beeldverwachting exterieur Toegankelijkheid en ontsluiting Flexibiliteit Duurzaamheid Binnenmilieu Beheersaspecten Communicatievoorzieningen
53 54 56 57 57 57 58 58 58
7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9 7.10 7.11
Ruimtelijke uitgangspunten Ruimtelijke uitgangspunten voor de locatie Gebouwniveau Ontmoeting Ontmoeting medewerkers Ondersteunende diensten Management, staf en administratie Cluster Kunst Cluster Bètaonderwijs/technasium Cluster Lichamelijke Opvoeding Domeinen Informatiecentrum (open leercentrum)
61 61 62 62 65 65 67 67 69 71 71 73
4+5 Bijlage ruimtestaat Bijlage uitgangspunten Programma van Eisen incl. verslag gebouwdirectie, d.d. 22 juli 2011 Bijlage oplegnotitie afronding Programma van Eisen 8 november 2011
Digitaal:
Technisch Programma van Eisen
Eisen en Wensen LO Bijlagen Eisen en Wensen LO
Stedenbouwkundig Plan Gemeente Haren - volgt nog.
Bijlagen input gebruikers •
opmerkingen schoolleiders, 20 oktober 2010
•
opmerkingen leerlingenraad, 18 november 2010
•
brainstorm gebouwdirectie Westerse Drift, 1 februari 2011
•
uitkomsten leerlingenenquête over huisvesting, februari 2011
•
notitie uitkomsten startbijeenkomst, 3 maart 2011
•
verslag oudercie nieuwbouw, 31 maart 2011
•
programma van eisen afkomstig van sectie muziek, 19 maart 2011
•
relatieschema afkomstig van sectie muziek, 19 maart 2011
•
aangepaste do’s en don’ts, maart 2011
•
antwoorden werkgroepen opdracht reiskoffer, april 2011
•
memo huisvestingskader, 11 april 2011
•
ANW opdracht leerlingen, 17 april 2011
•
notulen presentatie plenaire bijeenkomst, 22 april 2011
•
moodboards gemaakt door medewerkers, 22 april 2011
•
programma van eisen afkomstig van sectie beeldend, april 2011
•
de toekomst van de mediatheek input van werkgroep talen, april 2011
•
draadloos werken in school, presentatie Switch, april 2011
•
bezoek 3 scholen, werkgroep ICT, 20 mei 2011
Hoofdstuk 1 Inleiding
8+9
1 Inleiding Dit hoofdstuk is een algehele inleiding op het
1.2 Doel van dit Programma van Eisen
Programma van Eisen voor de nieuwbouw van
Het Programma van Eisen is een document dat
het Zernike College. De aanleiding, het doel,
door en voor de school is gemaakt. Het legt de
de verantwoording, het gereed komen van deze fase en een algehele leeswijzer zijn in dit hoofdstuk beschreven.
contouren vast voor het nieuwe gebouw en vormt het toetsingskader voor het ontwerp en de uitvoeringfase. De architect en het bouwconsortium baseren hun werkzaamheden op dit document. Het
programma
is
een
onderdeel
van
het
1.1 Aanleiding nieuwbouw
Projectdossier en vormt het basisdocument voor
Voor u ligt het Programma van Eisen voor de
de (toekomstige) gebruikers en ontwerpteamleden.
nieuwbouw van de bovenbouw van het Zernike
Het
College. Aanleiding voor deze nieuwbouw is de
documenten die gedurende de initiatieffase en de
veroudering van een groot deel van de huidige
definitiefase zijn opgesteld, bijvoorbeeld Plan van
huisvesting aan de Westerse Drift. Het voldoet niet
Aanpak, planning, contracten en dergelijke. De
meer aan de huidige onderwijseisen en bestaat
uitgangspunten ten aanzien van kwaliteit, geld,
voor een groot deel uit noodlokalen. De gestage
organisatie, tijd en informatie zijn in dit dossier
groei van het leerlingaantal legt veel druk op de
vastgelegd. Hiervoor zijn alternatieven tegen elkaar
omgeving en de infrastructuur. Bovendien is de
afgewogen en is zorgvuldig met verschillende
huidige huisvesting onvoldoende toereikend om de
(externe) partijen, adviseurs en de gebruikers van
onderwijskundige ambities van de bovenbouw te
de school overlegd. De gebouwdirectie van de
realiseren. Daar komt bij dat verplaatsing van de
locatie Westerse Drift van het Zernike College stelt in
bovenbouw van het Zernike College de mogelijkheid
overleg met de rector, de medezeggenschapsraad
biedt voor de gemeente Haren om de St. Nicolaas
en de kerndirectie dit programma vast.
Projectdossier
bevat
de
belangrijkste
basisschool te verplaatsen naar de Westerse Drift. De huidige locatie van de basisschool creëert
De uitgangspunten van dit rapport:
op zijn beurt ruimte voor het verzorgingscentrum
•
Westerholm. Er is brede politieke en bestuurlijke ondersteuning
voor
de
verplaatsing
van
de
Het geeft de eisen en wensen weer van de opdrachtgever, het is een toetsdocument.
•
Het vormt het basisdocument om te sturen op
bovenbouwlocatie van het Zernike College. De
kwaliteit, geld, tijd, organisatie en informatie
nieuwbouw biedt kansen voor het Zernike College
voor de projectmanager en de ontwerpende
om te voldoen aan de eisen van modern en
partijen.
eigentijds onderwijs. En het biedt mogelijkheden
•
Het
onderbouwt
de
verantwoording
over
voor het basisonderwijs en de zorg voor ouderen in
keuzes die zijn gemaakt gedurende het proces,
Haren om zich verder te ontwikkelen.
aan zowel interne als externe partijen.
Het Programma van Eisen is geen doel op zich,
O2G2
maar een eerste en heel belangrijke stap naar de
De stichting Openbaar Onderwijs Groep Groningen
nieuwbouw. Het is een document dat steeds verder
(hierna te noemen: O2G2) is een zelfstandige
op detailniveau wordt uitgewerkt.
organisatie
die
verantwoordelijk
is
voor
het
openbaar onderwijs in de stad Groningen, een 1.3 Partijen
deel van Haren en een deel in Zuidlaren. De
Gemeente Haren
stichting wordt door de voorzitter van het College
De gemeente Haren is verantwoordelijk voor
van Bestuur vertegenwoordigd in de stuurgroep
passende huisvesting voor scholen binnen haar
van het project. Met de gemeente Haren en de
gemeente. Dit betekent tevens dat de gemeente
school worden in de stuurgroep de belangrijkste
verantwoordelijk
strategische
en
ontwikkeling
is
voor van
de de
beschikbaarheid locatie
beslissingen
genomen
over
het
inclusief
project. O2G2 wordt na afronding van het project
stedenbouwkundige uitwerking, financiering en
juridisch eigenaar van het schoolgebouw met
de procedures op het gebied van ruimtelijke
bijbehorende verantwoordelijkheid voor het beheer,
ordening, milieuwetgeving en toetsing aan lokale
het onderhoud en de exploitatie.
afspraken zoals op gebied van duurzaamheid . De gemeente Haren is opdrachtgever en bouwheer
1.4 Verantwoording
van dit project. De gemeente heeft adviesbureau
De inhoud van dit rapport is in samenwerking
draaijer+partners
dit
met het Zernike College en de gemeente Haren
programma te ontwikkelen, in nauwe samenspraak
opgesteld. Daarvoor zijn diverse bijeenkomsten
met de school, het schoolbestuur, de gemeente en
met verschillende groepen gehouden. Er zijn
lokale maatschappelijke organisaties.
in
de
opdracht
gegeven
totaal
twee
plenaire
gebruikersbijeenkomsten,
bijeenkomsten, diverse
vijf
werkgroep-,
Zernike College
gebouwdirectie-
Het Zernike College wordt na afronding van het
geweest.
project de gebruiker van het schoolgebouw. Zij is
medewerkers van de school en zijn op basis
verantwoordelijk voor het onderwijs en de dagelijkse
van leergebieden, vakkenclusters en projecten
exploitatie, het onderhoud en het beheer van het
samengesteld. De trekkers van deze werkgroepen
gebouw. De gebruikers die hun toekomstige functie
vormen
gaan vervullen in het Zernike College zijn:
gebruikersgroep heeft de belangrijkste bijdrage
De
en
kerndirectiebijeenkomsten
werkgroepen
samen
de
bestaan
uit
gebruikersgroep.
de
De
•
leerlingen
geleverd voor de inhoud van het functionele en
•
docenten
ruimtelijke deel van het Programma van Eisen. In
•
onderwijsondersteunend personeel
de school heeft de gebouwdirectie van de locatie Westerse Drift – na overleg met de kerndirectie van
Zij zijn bij de ontwikkeling van dit Programma van
het Zernike – het Programma van Eisen vastgesteld.
Eisen zeer nauw betrokken. De organisatie van het
Naast de bijeenkomsten hebben verschillende
Zernike College is in hoofdstuk 2 van dit rapport te
activiteiten plaatsgevonden. Aan het begin van het
vinden.
proces heeft een inspiratietoer plaatsgevonden
De ouders zijn via de medezeggenschapsraad en
Sevenwolden te Heerenveen en het Amadeus
de oudercommissie van de locatie geïnformeerd
Lyceum te Vleuten. De uitkomsten van deze dag
over het project. Het Zernike College heeft
zijn terug te vinden in de bijlage Do’s en don’ts
intern
van de inspiratietour. Vooral het bouwconcept
school vertegenwoordigt in de projectgroep en
van
verantwoordelijk is voor de relatie tussen de school
OSG
Sevenwolden
(open
leercentra
en
domeinen) en de focus op kunstonderwijs van
een
projectleider
aangesteld,
die
de
en de overige partijen.
het Amadeus Lyceum hebben veel losgemaakt bij de deelnemers van de inspiratietoer. Naast deze
Per hoofdstuk wordt aan het begin aangegeven
twee scholen is in juni 2011 het Corlaer College
welke input is gebruikt en welke afwegingen hierbij
te Nijkerk bezocht. Deze school is in 2007 door
zijn gemaakt.
BNA gekozen tot gebouw van het jaar vanwege het grensverleggende programma en de manier
1.5 Gereedkomen definitiefase
waarop de school is vormgegeven. De open
Het gereed komen van dit document en de
leercentra, materiaalgebruik, het onderwijsconcept
afronding van het Projectdossier is het einde van de
en de technasiumwerplaats spraken de gebruikers
definitiefase. De volgende stap van het proces naar
erg aan.
de nieuwbouw is de ontwerpfase. Een eerste stap is het selecteren van een architect die het ontwerp
Specifiek ter inspiratie voor het Technasium zijn het
verder uitwerkt in een VO-min ontwerp, geschreven
H.N. Werkman College locatie Sint Jansstraat en
als VO-. Na het gereed komen van dit VO- ontwerp
het Praedinius Gymnasium aan de Turfsingel beide
wordt het consortium geselecteerd. Dit consortium
gevestigd te Groningen bezocht.
zal op basis van het VO- en het Programma van Eisen de nieuwbouw realiseren.
Foto’s van de bezochte scholen zijn door het gehele Programma van Eisen terug te vinden. De
leerlingen
van
de
bovenbouw
zijn
ook
betrokken bij het nieuwbouwproject. Met de leerlingenraad en belangstellende leerlingen van de bovenbouw is een bijeenkomst georganiseerd over het Programma van Eisen. In het kader van het onderwijsprogramma ‘onderzoeken en ontwerpen’ hebben drie projectgroepen zich bezig gehouden met de huisvesting. Het heeft geleid tot concrete input voor de inrichting van de kantine en het buitengebied, de inrichting van de administratie en algemene informatie over wensen en behoeften van leerlingen in de nieuwbouw, op basis van een leerlingenenquête.
10+11
waarbij twee scholen bezocht zijn, te weten: OSG
1.6 Leeswijzer
De ruimtelijke uitgangspunten zijn vertaald in een
Na deze inleiding, waarin het doel en de functie van
concrete beschrijving van ruimten in hoofdstuk 7
dit rapport zijn beschreven, zijn in hoofdstuk 2 de
en de bijbehorende afmetingen zijn opgenomen in
visie en ambitie van het Zernike College te vinden.
de ruimtestaat. Deze ruimtestaat is terug te vinden
Hierin is zowel onderscheid gemaakt in de visie en
achter het tabblad ruimtestaat.
ambitie voor het Zernike College als geheel als de De technische uitgangspunten zijn verwoord in
visie en ambitie voor de nieuwbouwlocatie.
prestaties. Doordat gestuurd wordt op de aspecten Hoofdstuk 3 beschrijft de organisatie van de
licht, lucht, ruimte en akoestiek (naar het idee van
bovenbouw van het Zernike College. Gegevens
frisse scholen), het thema duurzaamheid en het
over aantallen, tijden en dergelijke worden hier
beheersen van de exploitatielasten is hier veel
beschreven.
aandacht aan besteed. Dit document inclusief de bijbehorende bijlagen is terug te vinden achter
In hoofdstuk 4 zijn de functionele uitgangspunten
tabblad Technisch Programma van Eisen.
weergegeven. Hierin is eerst onderscheid gemaakt in de relatie tussen de verschillende domeinen en
Bij dit Programma van Eisen horen diverse bijlagen.
clusters, gevolgd door een uitwerking per domein
De input van de gebruikers is terug te vinden op
en cluster. Het locatieprofiel en het gebouwprofiel
chronologische volgorde achter het tabblad input
geven in woorden en beeld de ambitie weer in
gebruikers. Denk hierbij aan de resultaten van de
hoofdstuk 5. Onderdeel van dit hoofdstuk zijn de
plenaire bijeenkomsten, de werkgroepbijeenkomsten
stedenbouwkundige
de
en de gebruikersbijeenkomsten. Ook input van
gemeente Haren. Dit document is terug te vinden
enthousiaste medewerkers en leerlingen die willen
als bijlage achter het tabblad input derden.
meedenken over de nieuwbouw is hier terug te
randvoorwaarden
van
vinden. Het gebouwprofiel in hoofdstuk 6 beschrijft en visualiseert zowel de binnen- als de buitenkant
Er is een cd-rom gemaakt met aantal belangrijke
van
de
nieuwbouw.
bijlagen zoals het Technisch Programma van Eisen
ook
de
ontsluiting,
beheersaspecten.
Onderdeel
hiervan
toegankelijkheid
en
is de
en overige documenten uit het traject.
Hoofdstuk 2 Visie en Ambitie Zernike College
De input van dit hoofdstuk is gebaseerd op het Schoolplan Zernike College 2011-2014. De missie van het Zernike College - eigenwijs onderwijs, de school als ontdekkingsreis - is leidend voor de school. Op basis van het schoolplan zijn de onderwijskaders opgesteld door de gebouwdirectie, deze vormen de basis voor de nieuwbouw. Tijdens de plenaire startbijeenkomst mochten de medewerkers in groepen reageren op deze onderwijskaders. De uitkomsten hiervan zijn gebundeld en een voorstel is besproken tijdens een gebruikersgroepbijeenkomst. De gebouwdirectie heeft uiteindelijk een advies gegeven aan de kerndirectie. Het resultaat is
Het
terug te vinden in dit hoofdstuk.
voerde na de oorlog het Dalton systeem in. Bij
bezoek
aan
OSG
Sevenwolden
heeft
er toe geleid dat het Zernike College in de nieuwbouw de organisatie herkenbaar wil maken in het gebouwconcept. De leerlingen moeten bij binnenkomst in het gebouw weten waar ze onderwijs krijgen. De indelingen in drie domeinen (montessori havo/vwo, studiehuis havo en studiehuis vwo) met drie open leercentra en clusters (kunst, bètavakken, sport), is daarom heel belangrijk. 2.1 Daadkracht en ondernemerschap Het Zernike College is in 1918 opgericht als gemeentelijke
openbare
hbs.
De
school
is
vernoemd naar Nobelprijswinnaar Frits Zernike en de invoering van de Mammoetwet op 1 augustus
Met name de onderwijskaders met betrekking tot
1968 kreeg de school de huidige naam. De school
de ICT, sfeer in de school, het aantal lokalen en
heeft vijf juniorlocaties en een bovenbouwlocatie.
het gebouwconcept, hebben de nodige discussie
Met het Noorderpoort wordt samengewerkt op
opgeleverd.
het
twee bovenbouwlocaties voor het vmbo. In totaal
uitgangspunt in ICT om in de toekomst te gaan
wordt er onderwijs gegeven aan meer dan 3.000
voor ‘draadloos waar het kan en bedraad waar
leerlingen. Er werken circa 350 medewerkers.
nodig’. Dit besluit is mede tot stand gekomen
Het Zernike College is de grootste school in
door het advies dat de werkgroep ICT heeft
de
gegeven. Dit besluit is genomen na verschillende
Groep Groningen (hierna te noemen: O2G2).
bezoeken en gesprekken met andere scholen en
Kenmerkend voor de school is het bieden van
een adviesbureau op het gebied van draadloos
ruimte
ICT-gebruik. Er is uitgebreid gesproken over het
De medewerkers van de school krijgen maximaal
aantal lokalen en het soort lokalen. De organisatie
de ruimte om onderwijs vorm te geven en samen
van drie domeinen voor montessori, en studiehuis
sterk te staan voor goed en innovatief onderwijs.
havo en studiehuis vwo blijft overeind. Daarnaast
Het Zernike College gaat uit van haar kracht en is
vinden medewerkers het van belang dat de
trots op de goede resultaten en opbrengsten van
verschillende profielen van de school zichtbaar zijn
een brede groep leerlingen. De inspectie beoordeelt
in het gebouw cultuurprofiel, sporttalentschool,
de opbrengsten van de school als voldoende.
technasium,
excellentie
De verwachting is dat het Zernike College als
en projectonderwijs zijn kenmerkend voor het
geheel de komende jaren blijft groeien, afhankelijk
onderwijsprofiel van het Zernike College. Niet voor
van de huisvestingsituatie op andere locaties.
niets heet het bouwproject ‘ruimte om te leren’.Net
Voor de bovenbouwloctie gaan we uit van 1.440
zo belangrijk is dat alle leerlingen en medewerkers
leerlingen (studiehuis havo/vwo, montessori havo/
zich prettig en veilig voelen in het gebouw. Daarom
vwo, atheneum plus en derdejaars havo/vwo
staat ontmoeting centraal in het bouwconcept.
Rummerinkhof).
Uiteindelijk
maar
ook
is
gekozen
cognitieve
voor
onderwijsgroep
voor
van
leerlingen
Openbaar
(‘kiezen
en
Onderwijs
kansen’).
14+15
2 Visie en Ambitie Zernike College
2.2 Brede openbare scholengemeenschap Het Zernike College is een brede openbare scholengemeenschap
voor
atheneum,
havo
en vmbo. Het onderwijs wordt gegeven op vijf juniorlocaties
voor
onderbouw
in
Groningen,
Haren en Zuidlaren, één locatie bovenbouw havo en atheneum in Haren en twee locaties voor de bovenbouw vmbo in samenwerking met het Noorderpoort in Groningen. De verwachting is dat de bovenbouw van het vmbo van het Noorderpoort per augustus 2012 overgaat naar het Zernike College.
2.3 Verzorgingsgebied
leerlingen vandaan komen:
Het Zernike College bedient een belangrijk deel van
1. 33% Groningen
de voortgezet onderwijsmarkt van het zuiden van
2. 29% Tynaarlo
de stad Groningen, Haren en Noord-Drenthe. In
3. 18% Haren
‘vensters voor verantwoording’ is te lezen waar de
4. 20% overig
16+17 5
7 6
8
3
6
5 2
1 1
1
4
HUIDIGE LOCATIE 4
1
Zernike College Haren, Westerse Drift 98
OVERIGE LOCATIES ZERNIKE 1
Zernik Juniorcollege Haren, Rummerinkhof 8
2
Harm Jan Zondag Juniorcollege Groningen, Vondellaan 83
3
Montessori Junior College Groningen, Helperbrink 30
4
Zernike Juniorcollege Zuidlaren, Julianalaan 78
5
Zernike College Groningen, Van Iddekingeweg 140
6
Zernike College Groningen, Van Schendelstraat 1
DIRECTE CONCURRENTEN WESTERSE DRIFT 1
Maartens College: Haren gn, Hemmenlaan 2
2
dr. Nassau College Assen, Mr Groen v Prinstererln 98
3
dr. Nassau College Gieten, Stokleggingslaan 17
4
Het Groene Lyceum Eelde, Burgemeester Legroweg 29
5
Werkman Dalton i.o. Groningen, Melisseweg 2
6
H.N. Werkman College Groningen, Nieuwe Sint Jansstraat 11
7
Praedinius gymnasium Groningen, Turfsingel 82
8
Willem Lodewijk gymnasium Groningen, Verzetsstrijderslaan 220
3 2
Op de Westerse Drift wordt onderwijs gegeven aan studiehuis havo en atheneum, montessori bovenbouw havo en atheneum en jaar één tot en met drie Atheneum plus.
2.4 Missie De missie van de school luidt: “eigenwijs onderwijs, de school als ontdekkingsreis.” ¹ Deze missie is gerelateerd aan het strategisch beleidsplan
van
de
stichting
Openbaar
Onderwijsgroep Groningen (O2G2) ‘Samen sterk voor goed en innovatief onderwijs’ en kan vertaald worden in vier begrippenparen: 1. Openbaar én uitdagend: voor zowel leerling als medewerker. 2. Kansen én kiezen: maximale uit jezelf halen waarin keuzes maken een rol speelt.
“eigenwijs onderwijs de school als ontdekkingsreis!”
3. Groot én kleinschalig: groot aanbod met elke locatie een eigen gezicht en sfeer. 4. Grenzeloos én vertrouwd: overschrijding van schoolse grenzen met een veilig leer- en leefklimaat.
Het Zernike College staat voor: •
uitdagende, activerende en didactisch afwisselende onderwijsprogramma’s
•
diverse leerroutes die rekening houden met verschillen in tempo, niveau, leerstijl en leerbehoefte van de leerlingen
•
een integrale vorm van leerlingbegeleiding, waarbij de mentor centraal staat
•
een adequate voorbereiding van de leerlingen op het vervolgonderwijs
¹
De missie is vastgesteld in het Schoolplan Zernike College, Strategische doelen 2011 – 2014. Dit is een belangrijk strategisch document van de school. Voor verdere onderbouwing van de missie wordt verwezen naar dit document.
18+19
2.5 Toekomstige ontwikkelingen in het onderwijs Er is een aantal ontwikkelingen in het onderwijs dat invloed heeft op het toekomstig onderwijs. Dit vraagt om voldoende mate van flexibiliteit en deskundigheid, om in te kunnen spelen op de volgende ontwikkelingen, zoals: •
ICT/social media: dit is een ontwikkeling die erg snel gaat en moeilijk te voorspellen is. Het heeft betrekking op administratie en databeheer, telecommunicatie en onderwijsinnovatie. Het Zernike College heeft de ambitie om op ICTgebied de school van de toekomst te zijn.
•
Onderwijs op maat en flexibilisering van onderwijs, dat meer op maat is voor de leerling,
•
•
•
Het gehele vmbo in het zuiden van de stad
zal steeds meer van toepassing zijn. Zowel
zal vanaf het schooljaar 2012-2013 naar alle
ICT-voorzieningen als voorzieningen in het
waarschijnlijkheid onder de verantwoordelijkheid
gebouw moeten hier op berekend zijn.
van het Zernike College vallen.
Vergrijzing en krimp in de regio kunnen de
zal binnenkort zich moeten beraden over de
terugloop van het aantal leerlingen tot gevolg
toekomst van het vmbo, de ontwikkelingen op
hebben.
de arbeidsmarkt, het soort opleidingen en het
Passend
onderwijs:
de
school
De school
onderwijskundigmodel.
komt
voor de opdracht te staan leerlingen met
•
zorgproblematiek op te vangen in het reguliere
2.6 Ambities bovenbouw Westerse Drift
onderwijs. Dat zal afhankelijk zijn van het
De
onderwijsondersteuningsprofiel van de school,
bovenbouw van de Westerse Drift zijn door de
dat gereed is per september 2012.
gebouwdirectie van de locatie Westerse Drift
Internationale rol: naast uitwisselingen met
vertaald in huisvestingskaders. Dit Programma
buitenlandse leerlingen hebben de leerlingen
van Eisen is aan die kaders getoetst. De kwaliteit
steeds
van het gebouw en de directe omgeving is een
meer
oog
voor
internationale
•
voor
de
nieuwbouw
voor
de
belangrijke voorwaarde voor het realiseren van
ontwikkelingen en invloeden. •
ambities
en
modern en eigentijds onderwijs. Het project heeft
samenwerking met het basisonderwijs, het
de titel ‘ruimte om te leren’ gekregen. Het begrip
mbo, hbo en de universiteit.
‘ruimte’ slaat op de letterlijke ruimte die het nieuwe
Doorlopende
leerlijnen:
aandacht
school
gebouw gaat bieden. Het slaat ook op de mentale
onderscheidt zich al in ruimte voor uitblinkende
ruimte die het leerlingen en medewerkers biedt
leerlingen, maar zal in de toekomst daar nog
om goed te kunnen leren en onderwijs te kunnen
meer aandacht voor moeten hebben.
geven.
Aandacht
voor
excellentie:
de
5. Het gebouw is - ondanks het grote totaalvolume -
2.6.1 Onderwijskaders bovenbouw² De
gebouwdirectie
heeft
de
volgende
kleinschalig van opzet, zodat het veilige gevoel
onderwijskaders vastgesteld:
voor
leerlingen
1. Bij binnenkomst van het gebouw moet het
onderwijseenheden voor leerlingen logisch en zijn
is
geborgd,
ingedeeld
en
de
duidelijk zijn dat de school voor leerlingen
herkenbaar
is en invulling geeft aan ‘ruimte voor leren’. De
stimulerend en uitdagend leer- en werkklimaat
het
een
school stimuleert om te ontmoeten en biedt
creëert. 6. ‘Draadloos waar het kan en bedraad waar
een inspirerende plek om te leren. 2. Uitgangspunt is dat het onderwijs in een gedifferentieerd aanbod aan (multifunctionele)
nodig’. 7. Ten behoeve van een efficiënt ruimtegebruik is
ruimten wordt gegeven, waarbij het lokaal de
multifunctionele
basis vormt.
(lessen, cultuur, kantine, vergaderen) de norm.
3. Het merendeel van de medewerkers heeft geen vaste werkplek en kan gebruik maken
8. Een
goed
inzetbaarheid
binnenklimaat
gaat
van
ruimten
boven
de
uitstraling van het gebouw.
van verschillende type werkplekken in het
9. Naast de bepaling van de sfeer van het
gebouw, daar inloggen en aan het werk gaan.
cultuurprofiel in en om de school, leveren
Hierbij
plek/ruimte
ook de andere karakteristieken een bijdrage
om spullen op te bergen en is er een duidelijke
aan de sfeer (sport, technasium, montessori,
ontmoetingsplek voor medewerkers.
Atheneum plus, talen, exact, gamma en bèta).
is
voor
iedereen
een
4. De organisatie van de school is zichtbaar in het gebouwconcept. Zowel voor de leerlingen
De volgorde van deze kaders is willekeurig bepaald
als de medewerkers wordt een basisplek
zonder hiërarchie.
gecreëerd. Uitgangspunt blijft dat het één school is waarbij ‘het (spontane) ontmoeten’ gestimuleerd wordt.
²
Memo kaders voor toetsing plan van Eisen, d.d. 11 april 2011 en uitgangspunten Programma van Eisen inclusief verslag gebouwdirectie.
van
Naast deze onderwijskaders kijkt de schooldirectie
onderhouden maakt dat de verantwoordelijkheid
nauwgezet naar de prestaties van de nieuwbouw.
niet ophoudt bij het installeren, maar ook
Hiervoor zijn vier uitgangspunten opgesteld die
daarna.
mede tot stand zijn gekomen op advies van het Servicecentrum Scholenbouw:
aanbesteding
Dat
van
installeren
betekent
en
geïntegreerd
aanbesteden: design, build en maintain. 4. Samenwerking
met
derden:
welke
1. Nu bouwen is bouwen voor de toekomst:
maatschappelijke functies gaat het gebouw
duurzaamheid en flexibiliteit zijn belangrijke
vervullen naast het onderwijs en hoe is de
sleutelbegrippen. Strategie is de toekomst
stedenbouwkundige inpassing.
dichterbij halen. Hoe ziet ons onderwijs er over tien jaar uit, hoe dominant is het klassikale
Het voorliggende Programma van Eisen is op al
onderwijs dan nog, wat zal de impact zijn van
deze aspecten beoordeeld door de gebouwdirectie
het ‘passend onderwijs’, wat betekent de
van het Zernike College.
aandacht voor excellentie, onderwijs in profielen (natuur,
maatschappij,
cultuurprofiel,
technasium, LOOT) voor de inrichting, et cetera. 2. Klimaatbeheersing centraal: onderzoek wijst uit dat leerprestaties worden beïnvloed door lucht, licht en ruimte. Het zijn de centrale aspecten waarop de kwaliteit van het gebruik van het gebouw wordt beleefd en beoordeeld, vooral bij intensief gebruik zoals in een school. Het frisse scholen concept (SenterNovem) stelt normen
aan
CO2,
zonlicht,
geluid
en
temperatuur. Er worden verschillende normen gesteld, maar de normen van het bouwbesluit liggen
onder
het
minimumniveau.
In
de
technische uitgangspunten wordt ingegaan op de mate waarin het frisse scholen concept en BREEAM-aspecten gebruikt dienen te worden. 3. Installaties
bepalend
voor
klimaat:
het
tijdig betrekken bij de bouw van het bedrijf dat verantwoordelijk wordt voor de installaties in de school is cruciaal. Het gaat dan niet alleen om het installeren zelf, maar ook het inregelen en ingeregeld houden ervan. Een combinatie
20+21
2.6.2 Ambities prestaties nieuwbouw
Hoofdstuk 3 Organisatie van de bovenbouw
De organisatie van de school is belangrijk voor
Tijdens
de inhoud van het Programma van Eisen. Het
gebruikersbijeenkomsten kwam naar voren dat ‘het
bezoek aan OSG Sevenwolden en hun indeling
ontmoeten’ een belangrijke kernwaarde is. Dit geldt
in deelscholen, open leercentra en een grote ontmoetingsplek midden in de school, heeft
de
plenaire
sessie
en
de
voor zowel leerlingen en medewerkers onderling als met elkaar. De gebouw- en kerndirectie ondersteunden dit. Ontmoeten is daarom ook de
inspirerend gewerkt. Het Zernike College heeft
verbindende functie geworden tussen de domeinen
gekozen voor de indeling in drie domeinen:
en de clusters.
domein bovenbouw montessori havo/vwo, domein studiehuis havo en domein studiehuis vwo. Deze indeling is herkenbaar voor leerlingen en biedt voldoende flexibiliteit in de toekomst. Deze indeling is duidelijker dan
Voornaamste
input
voor
de
verschillende
lesactiviteiten is afkomstig van de workshop ‘De futureshock’ die de medewerkers tijdens de eerste plenaire bijeenkomst hebben gedaan. De opdracht was om de verschillende activiteiten voor, tijdens
de indeling in profielen. Daarnaast kiest het
en na de lesuren in te vullen voor medewerkers en
Zernike College een indeling in clusters.
leerlingen in 2020. Belangrijk uitgangspunt is dat
De drie vakkenclusters bestaan uit bètavakken/
flexibiliteit in het bouw gegarandeerd moet zijn om
technasium, kunst (muziek, drama, beeldend)
te kunnen inspelen op nieuwe onderwijskundige
en lichamelijke opvoeding.
ontwikkelingen. Deze activiteiten zijn in dit hoofdstuk weergegeven.
24+25
3 Organisatie van de bovenbouw
3.1 Domeinen Er zijn drie domeinen: •
domein bovenbouw montessori havo/vwo
•
domein Studiehuis havo
•
domein Studiehuis vwo
Het verschil tussen het Studiehuis havo/vwo en
bovenbouw
montessori
havo/vwo
zit
in
de pedagogisch didactische aanpak van het montessori-onderwijs (zie ook karakteristieken van montessori-onderwijs in hoofdstuk 4). Er is geen verschil in het diploma dat de leerlingen op het eind van hun studietraject krijgen. 3.2 Atheneum plus
terecht kunnen op de juniorlocatie. Bovendien
Naast de bovenbouwleerlingen volgen circa 150
verwacht het Zernike College dat door het derde
leerlingen van de onderbouw de Atheneum-
jaar op de bovenbouwlocatie te situeren, de
plusopleiding op deze locatie. De keuze om deze
problematiek van onvoldoende rendement in de
leerlingen op deze locatie te laten instromen komt
bovenbouw (d.w.z. zonder vertraging van het derde
omdat een belangrijk deel van het personeel hier
leerjaar naar het eindexamen) van het havo en vwo
universitair geschoold is en in staat is de verbreding
beter aangepakt kan worden.
en verdieping in lesstof aan te bieden aan deze leerlingen.
De leerlingen van het derdejaars havo en atheneum worden verdeeld
De architect wordt gevraagd een
over de domeinen.
herkenbare plek voor Atheneum plus in het gebouw te creëren.
3.4 Clusters Naast de drie domeinen met universele lokalen zijn
3.3 Derdejaars Rummerinkhof
er de volgende clusters:
THet Zernike College wil de derdejaars leerlingen
•
cluster kunstvakken; muziek, drama, CKV
van het havo en het vwo van de locatie
•
cluster bètaonderwijs; bètavakken en het technasium (onderzoeken en ontwerpen)
Rummerinkhof onderwijs laten volgen op de nieuwe bovenbouwlocatie. De locatie Rummerinkhof kent
•
cluster sport
op dit moment in het eerste jaar een wachtlijst. Daardoor moet de school een groot aantal
De
clustervakken
hebben
onderwijsruimten
leerlingen en ouders uit Haren teleurstellen. Het
die buiten de domeinen liggen. De functionele
verplaatsen van de derdejaars biedt extra ruimte op
uitwerking van deze domeinen en clusters is te
de juniorlocatie waardoor meer Harense kinderen
vinden in het volgende hoofdstuk.
26+27 3.5 Verbindende functies
wil zeggen er zijn geen strikte ‘domeingrenzen’ in
Onder de verbindende functies wordt verstaan:
het onderwijsrooster.
•
•
multifunctionele ontmoetingsruimte voor leerlingen
3.7 Norm
ontmoetingsruimte voor docenten en
De normvergoeding voor een nieuwe school is
ondersteunend personeel
afhankelijk van de norm vierkante meters per leerling. Op basis van aantal en type leerlingen is
3.6 Relatie domeinen, clusters en verbindende
berekend wat de ruimtebehoefte is. Deze norm
functies
is afkomstig van de Vereniging Nederlandse
Dominant in de organisatie en indeling van
Gemeenten (hierna te noemen: VNG). Het Zernike
de nieuwbouw zijn de drie domeinen en de
College heeft besloten een school van hoge
indeling in vakkenclusters met de ontmoeting
kwaliteit te bouwen. Zij hebben daarom concessies
als verbindende functie. Er is gekozen voor de
gedaan op ruimte in ruil voor kwaliteit. Het aantal
indeling in drie domeinen, omdat de pedagogisch
meters uit onderstaande tabel wordt daarom niet
didactische aanpak tussen het studiehuis en de
gerealiseerd. Het exact aantal meters is terug te
montessori-afdeling verschilt. Elk domein kan
vinden in de ruimtestaat die bij dit Programma van
zo zijn specifieke accent en kleur aanbrengen.
Eisen hoort. Een toelichting hierop is te vinden in
Ook voor leerlingen is deze indeling herkenbaar.
de bijlage van 22 juli 2011.
Uitgangspunt is wel dat maximaal gebruik wordt gemaakt van de beschikbaarheid van lokalen, dat
Normvergoeding volgens de norm VNG Optioneel LO Leerlingen
m² bvo per leerling
Lesruimten
m² bvo per leerling
Gymzaal m² bvo
Brug AVO
100
6,18
618
1,66
166
HAVO
590
5,85
3.452
0,78
460
750
5,85
4.388
0,78
585
1.440
-
8.457
-
1.211
Atheneum totaal
Tabel: normvergoeding volgens de norm VNG
3.8 Aantal leerlingen en personeel Voor de nieuwbouw zijn prognoses uitgevoerd door de gemeente Haren. Daarnaast heeft de school eigen berekeningen gemaakt. In samenspraak is gekozen voor een totaal aantal leerlingen van 1.440 voor de nieuwbouw. In totaal werken 155 medewerkers (docenten, onderwijsondersteunend
personeel,
staf
en
management) op de locatie.
3.9 Aantal leerlingen per onderwijsgroep Door de gekozen organisatie van de school hebben de volgende aantallen leerlingen hun thuisbasis in het domein: Onderwijsgroep
Aantal leerlingen
Bovenbouw Montessori havo en vwo
370
Studiehuis havo en vwo
770
Atheneum plus
150
Derde jaar havo en vwo van locatie R’hof
150
Totaal Verdeling aantal leerlingen per onderwijsgroep
1.440
28+29
3.10 Openingstijden en (les)activiteiten De school is zowel voor leerlingen als docenten open van 07.00 tot 18.00 uur op schooldagen en is ’s avonds geopend bij speciale gelegenheden, zoals ouderavonden, voorlichtingsbijeenkomsten, muziekavonden,
culturele
schoolactiviteiten
et
cetera. De schooldag kan grofweg verdeeld worden in vijf 3.10.2 Onderwijsactiviteiten
activiteiten voor leerlingen en medewerkers: •
voorschoolse activiteiten
De onderwijsactiviteiten die bij de verschillende
•
onderwijsactiviteiten
domeinen en clusters horen worden in het
•
naschoolse activiteiten
volgende hoofdstuk benoemd bij de functionele
•
specifieke (buitenschoolse) activiteiten
uitgangspunten. Globaal zijn dit:
•
activiteiten derden
•
Domeinen:
instructie
onderwijs,
projectonderwijs, coaching en begeleiding, zelfstudie, toetsing en examinering.
Daarnaast zijn er gedurende de dag administratieve, management, beheer en onderhoudsactiviteiten. In
•
Clustervakken: specifieke onderwijsactiviteiten:
de bijlage is het script van de schooldag te vinden,
practicum (bèta-vakken, technasiumwerkplaats
hier zijn de verschillende activiteiten benoemd door
& kunstvakken), onderzoeken en ontwerpen, 2FM, ANW en sportactiviteiten.
de medewerkers van het Zernike College tijdens de startbijeenkomst van dit project.
•
Oop:
technische
onderwijsondersteunende
diensten. 3.10.1 Voorschoolse activiteiten: Onder
voorschoolse
activiteiten
bedoeld
activiteiten die
door
worden
de
3.10.3 Naschoolse activiteiten
leerlingen
en
De
naschoolse
activiteiten
zijn
vrije
tijd
en
medewerkers voor de les aan worden ingevuld,
studieactiviteiten en kunnen zowel in de school als
denk hierbij aan:
buiten de school plaatsvinden. Voorbeelden zijn:
Binnenkomen: fiets/auto stallen, plein oplopen,
•
studeren, huiswerkbegeleiding
jas ophangen, roken.
•
werken
Loungen: eten en drinken, met device of pc
•
sport
chatten, surfen, e-mail.
•
examenfeest
•
Chillen: speciale plek voor leerlingen.
•
ontmoeten
•
Actief zijn: sporten.
•
ouderavonden,
•
Voorbereiden: werken, studeren, lezen.
•
•
Deze activiteiten vinden zowel binnen als buiten het
activiteiten
’s
avonds,
medezeggenschapsraad, oudercommissie •
projectpresentaties: 2FM, O&O, kunst
•
muziekoptredens,
afternoon
muzieksessies,
culturele avonden (leerlingen en ouders)
gebouw plaats. •
diploma-uitreiking
3.10.4 Specifieke (buitenschoolse) activiteiten
totaal drie pauzes: twee kleine pauzes in de
•
Naast de reguliere lessen vinden er diverse andere
ochtend en twee grote pauzes tussen de
activiteiten plaats:
middag en één middagpauze:
•
binnen de school: werkweken, cultuurmarathon,
º
examinering •
09.30 uur – 09.50 uur en 10.30 uur – 10.50 uur
buiten de school: meerdaagse excursies, uitwisselingen,
kampen,
º
cultuurmarathon,
11.50 uur – 12.20 uur en 12.50 uur – 13.20 uur
scholierenfestival
º
14.20 uur – 14.40 uur
in het rooster wordt uitgegaan van een maximale
•
groepsgrootte van 32 leerlingen de drie open leercentra op de drie domeinen
•
worden niet ingeroosterd 3.12 Groepswerkvormen Er
zijn
verschillende
groepswerkvormen
van
toepassing voor het Zernike College. Het meeste onderwijs wordt in de klas gegeven. Maar in de klas vindt er variatie aan didactische werkvormen plaats. In het nieuwe gebouw is het van belang dat de docent niet wordt beperkt door de ruimte om te
3.10.5 Activiteiten derden Het
Zernike
College
kan
ook
door
derden
kunnen variëren in werkvormen van verschillende
gebruikt worden, met name na de openingstijden
groepsgrootte.
van de school. Het gaat hier om bijvoorbeeld
verschillende formaten lokalen beschikbaar moeten
avondcursussen
culturele
zijn. In de nieuwbouw komen drie open leercentra,
activiteiten. Ook de sporthal staat open voor
waarvan één in de vorm van een informatiecentrum.
sportverenigingen.
Deze open ruimten, die grenzen aan de lokalen,
en
kleinschalige
Er
zullen
daarom
voldoende
worden niet ingeroosterd, maar zijn vanzelfsprekend beschikbaar voor het onderwijs.
3.11 Rooster en groepsgrootte onderstaande
Het Zernike College biedt veel keuze-uren aan en
uitgangspunten met betrekking tot het rooster en
niet alle vakken zijn altijd met het maximum van 32
de groepsgrootte:
leerlingen gevuld. Hierin maken wij het volgende
Het
Zernike
College
hanteert
onderscheid:
•
lesduur 60 minuten
•
maximaal zeven lessen op één dag
•
gedurende de week zijn er per lesruimte dertig
Instructie 32 of meer
10%
roosterposities
Instructie 22-32
50%
•
eerste uur begint om 08.30 uur en het laatste
Instructie 16-22
20%
Groepswerk 6-8
10%
Individueel werken
10%
uur eindigt om 16.40 uur
Verdeling in groepswerkvormen
30+31
3.13 Leerlingverdeling door de school Kijkend naar de domeinen, clusters, groepsgrootte en het lesrooster zijn tijdens elk lesuur de leerlingen gemiddeld als volgt verdeeld in de school:
Groepen
Aantal leerlingen
Lichamelijk Opvoeding
3
90
Talencentrum
1
30
Muziek
1
20
Drama
1
20
CKV
2
60
Technasium (inclusief beeldend)
3
90
Practicum/ instructie BINASK
3
90
In de clusters
Subtotaal
400
In de domeinen Montessori
322
Studiehuis HAVO/VWO
718
Subtotaal
1.040
Totaal
1.440
Hoofdstuk 4 Functionele uitgangspunten
Tijdens
de
tweede
plenaire
bijeenkomst
moet er voor deze vakken ook een plek komen
is gezamenlijk met de medewerkers de
waar zij de materialen veilig kunnen opbergen.
workshop ‘functionele relaties’ gehouden. De
Een definitieve invulling hiervan moet in een later
uitkomsten van deze workshop zijn te vinden in dit hoofdstuk. Werkgroepen hebben elkaar voor de invulling van de functionele relaties
stadium worden bepaald, bijvoorbeeld in het ruimteboek. Elk lokaal heeft een aansluiting voor een digibord (niet elk lokaal heeft een digibord), en een tv-scherm met computer.
tijdens deze bijeenkomst en na deze tijd opgezocht. Gezamenlijke belangen werden
Uitkomsten van de functionele verbindingen zijn
gebundeld. De medewerkers realiseren zich dat
te vinden in het vlekkenplan in dit hoofdstuk.
in de nieuwbouw hier voordeel uitgehaald kan
Dit
worden. De ruimten van technasium kunnen
verschillende vlekkenplannen. Deze zijn tijdens
bijvoorbeeld ook gebruikt worden voor sommige
de gebruikerbijeenkomsten besproken met de
onderdelen van kunst en practicumlessen van de bètavakken. Het informatiecentrum heeft een belangrijke functie; niet alleen voor de
vlekkenplan
is
een
samenvoeging
van
medewerkers. Onderstaand schema geeft een totaal beeld weer van de organisatie in domeinen, clusters
talen, maar ook voor diverse andere onderdelen
en functies. In dit hoofdstuk worden eerst de
zoals 2FM, onderzoeken en ontwerpen en ANW.
ontmoetingsfuncties behandeld, vervolgens de functionele uitgangspunten van de clusters, de
Gebleken is dat de herkenbaarheid van de vakken
onderwijsondersteunende
moet terugkomen binnen de domeinen, bijvoorbeeld
gevolgd door de functionele uitgangspunten van
landkaarten
de domeinen. Er is per domein en cluster een
beeldmateriaal
voor
het
voor
vak
aardrijkskunde,
maatschappijleer
en
geschiedenis en dergelijke. Naast herkenbaarheid
functies
en
daarna
schematisch weergave van de ondergeschikte functies.
34+35
4 Functionele Uitgangspunten
•
4.1 Domeinen
zelfstandig kunnen werken (bijvoorbeeld via
De nieuwe locatie is een bovenbouwlocatie.
een digitale leeromgeving)
De indeling in domeinen van de bovenbouw is •
maatgevend. In totaal zijn er drie domeinen: •
domein bovenbouw montessori havo/vwo
•
domein Studiehuis havo
•
domein Studiehuis vwo
lesmateriaal te gebruiken waarmee leerlingen
een motiverende en stimulerende begeleiding door docenten en mentor
•
een leefklimaat te creëren waarin leerlingen zich thuis kunnen voelen en op een gelijkwaardige manier respectvol met elkaar en met hun docenten omgaan
De leerlingen van Atheneum plus en de leerlingen van het derde jaar van de Rummerinkhof krijgen verspreid les over de lokalen in de domeinen en de clusterruimten.
Het onderwijs in havo en vwo wordt gegeven in de vier profielen: •
cultuur en maatschappij (CM)
In de montessori is het onderwijs gebaseerd op
•
economie en maatschappij (EM)
de karakteristieken van het voortgezet montessori
•
natuur en gezondheid (NG)
onderwijs.
•
natuur en techniek (NT)
4.1.1 Domein bovenbouw montessori havo/vwo
Uitgangspunt
is
dat
de
leerling
een natuurlijke, noodzakelijke drang heeft tot zelfontplooiing: ”leer mij het zelf te doen”. Het
“Uitgangspunt Montessori Onderwijs: leerlingen hebben een natuurlijke, noodzakelijke drang tot zelfontplooiing”
onderwijs is vormgegeven in een drietal verschillende lesvormen: klassenlessen, begeleidingslessen en keuzewerktijd. In de keuzewerktijd wordt specifieke vakondersteuning of –verrijking aangeboden, maar ook zaken als extra begeleiding, schoolkrant, leerlingenraad en podiumpresentaties. Tijdens het Studium Generale werken leerlingen gezamenlijk aan een aantal (vak-)integratieve modules. Naast deze lessen heeft iedere leerling elke week een mentorles.
gefaseerd
verantwoordelijkheid
te
dragen voor hun studie, voor hun gedrag en voor het functioneren van de groep. Dit wordt bereikt door: •
Studiehuis vwo Nadat een leerling met goed gevolg de basisvorming heeft doorlopen en havo 3 of atheneum 3 met succes heeft afgerond, volgt het onderwijs in de
Binnen het voortgezet montessorionderwijs leren leerlingen
4.1.2 Domein Studiehuis havo en domein
de leerlingen zelf te laten ontdekken welk
bovenbouw, de tweede fase. In de tweede fase wordt onderwijs gegeven volgens het pedagogisch didactische model ‘het studiehuis’. In het studiehuis worden de vaardigheden die de leerling heeft opgebouwd in de basisvorming verder uitgebouwd en uitgediept. Er is vooral veel aandacht voor: •
actief leergedrag het beste bij hen past en de samenwerking tussen leerlingen te stimuleren
het ontwikkelen van het zelfstandig werken en zelfstandig leren
•
samenwerkend leren
verantwoordelijkheid dragen voor het leerproces
de docent geeft geen lange instructielessen, maar
•
beheersing van deze vaardigheden is een
begeleidt de groep op een meer individuele basis.
noodzakelijke voorwaarde voor succes in de
Daarbij moet de leerling leren het eigen leerproces
vervolgopleiding
te sturen en in te vullen.
Profielen hebben in de tweede fase de vrije
In de keuzelessen kiest de leerling welk vak hij of
pakketkeuze vervangen. Er zijn vier profielen:
zij gaat volgen. Alle vakken bieden verschillende
•
cultuur en maatschappij (CM)
keuzelessen
•
economie en maatschappij (EM)
activiteiten, vakbegeleiding of remediërende lessen.
•
natuur en gezondheid (NG)
Iedere leerling maakt zelf een keuze in overleg met
•
natuur en techniek (NT)
de mentor. Per dag heeft de leerling een wisselend
aan,
bijvoorbeeld
aantal kernlessen en keuzelessen. Een profiel kent vakken die voor iedereen gelijk zijn (Nederlands, Engels, maatschappijleer, culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding, voor het atheneum ook nog een tweede moderne vreemde taal en algemene natuurwetenschappen). Vakken die specifiek zijn voor het gekozen profiel en een vrij in te vullen deel. De leerling kan in het vrije deel kiezen uit de traditionele vakken, maar ook uit nieuwe vakken, bijvoorbeeld management en organisatie, Spaans of filosofie (atheneum). In het vrije deel vinden ook andere activiteiten plaats, zoals studiebegeleiding in het mentoraat, internationalisering,
loopbaanoriëntatie
en
het
remediëren van die vakken waar een leerling moeite mee heeft. Binnen de N-profielen van het havo kan een leerling in het kader van het Zernike Technasium ook kiezen voor het vak ‘onderzoeken en ontwerpen’. De lessen bestaan uit kernlessen en keuzelessen. Tijdens de kernlessen krijgt de leerling alle relevante leerstof van een vak aangeboden en maakt hij of zij zich vaardigheden eigen. Leerlingen zijn in deze lessen actief bezig met het lesprogramma;
vakverrijkende
36+37
•
4.2 Atheneum plus De
Atheneum-plusopleiding
is
bedoeld
voor
leerlingen die de uitdaging willen aangaan om een zwaarder en uitgebreider vakkenaanbod te volgen dan door de reguliere atheneum opleiding wordt
aangeboden.
Getalenteerde
leerlingen
die open staan voor diepgang in de lesstof en creatief en wetenschappelijk denken, zullen in deze Atheneum-plusopleiding extra gemotiveerd worden. De leerlingen volgen daarom vier moderne vreemde talen, wetenschap, onderzoek en ontwerp (wo+), filosofie en cultuur. We bieden een plusprogramma bijvoorbeeld met een PUC-module (Pre University College) van de Open Universiteit en het halen van een Cambridge certificaat voor het vak Engels, het volgen van colleges aan de Rijksuniversiteit van Groningen en het volgen van lezingen bij het Studium Generale. De leerlingen van deze opleiding moeten een herkenbare plek in het gebouw krijgen. 4.3 Informatiecentrum Het
Zernike
aan
de
College
voorzieningen
hecht op
het
veel
waarde
gebied
van
informatieverwerving en informatieverwerking. Niet alleen de talen, maar ook vakken als 2FM, ANW en onderzoek&ontwerpen hebben een ruimte nodig waar leerlingen informatie kunnen verwerven en verwerken. Het informatiecentrum is zo’n ruimte en biedt gelegenheid voor research en studie. Het wordt gebruikt voor het raadplegen en uitlenen van boeken, raadplegen van (digitale) naslagwerken, literaire
romans,
poëziebundels,
tijdschriften,
kranten, het tentoonstellen van collecties en rustig kunnen lezen/bestuderen. Het informatiecentrum wordt ingericht in een open leercentrum van één van de drie domeinen en wordt door alle leerlingen benut.
Naast
de
domeinen
zijn
er
2FM ook
specifieke
Er is een apart programma voor havo-leerlingen.
vakkenclusters. Het onderwijs in deze clusters
Dit is het competentiegerichte onderwijsproject
vraagt om specifieke onderwijsvoorzieningen. De
‘2FM’ (volgens de Prince 2-projectsystematiek).
volgende clusters worden onderscheiden:
Prince 2 is een veel gebruikte open standaard uit
•
Bètaonderwijs: bètavakken en technasium
de beroepspraktijk. Prince 2 is met name geschikt
•
Kunst
voor grote projecten. 2FM maakt gebruik van de
•
LO
onderwijsfuncties door de school en is daardoor niet benoemd als apart cluster.
38+39
4.4 Cluster specifieke vakken
4.4.1 Cluster Bètaonderwijs Het cluster bètaonderwijs is verdeeld in twee delen: •
de bètavakken biologie, natuurkunde en
didactiek met een grote variatie aan werkvormen. De leerling staat
scheikunde •
“Technasium staat voor activerende
technasium
zelf aan het stuur en krijgt de juiste begeleiding en coaching”
De bètavakken Een belangrijk kenmerk van de bètavakken is dat naast het theoretische deel, veel onderwijstijd
Het technasium leent zich er bij uitstek voor om
wordt besteed aan het demonstreren van proeven
verbinding en synergie te vinden met de bètavakken
en het uitvoeren van praktische opdrachten zelf
en kunst. De inrichting zal zo moeten zijn dat ook
(onder begeleiding van docenten en TOA’s). Dat
in het technasium practica bètavakken kunnen
heeft gevolgen voor de inrichting van de lokalen. Er
worden gegeven. Het vak kunst beeldend kan
moet rekening gehouden worden met voldoende
gebruik maken van de ruimte en voorzieningen van
werkruimte,
de technasiumwerkplaats.
de
voorzieningen
(gas,
elektra,
water) en de veiligheidsvoorschriften. Er vindt nog overleg plaats met de sectie over het aantal practicumlokalen. Technasium Het Zernike College is een technasium school. Dit valt onder het vakkencluster beta-onderwijs. Leerlingen in het technasium volgen zes uur per week het vak Onderzoek & Ontwerpen. In dit vak werken leerlingen in groepjes gedurende zeven weken aan projecten waarin ze de kans krijgen om behalve leerling, ook architect, milieudeskundige, jeugdarts of ruimtekundige/astronaut te zijn. Onder begeleiding van docenten ervaren zij hoe het is om te werken voor een externe opdrachtgever. De opdrachtgever biedt een actuele case aan als project, geeft feedback op het werkproces en beoordeelt, samen met docenten, het eindproduct. Het technasium bereidt leerlingen voor op een technische studie in het hbo of wo. Eén van de eisen van de stichting Technasium is dat de school de beschikking heeft over een technasiumwerkplaats. Ter inspiratie is het Programma van Eisen van de stichting Technasium gebruikt voor de invulling van dit Programma van Eisen. Dit kan ook in het verdere proces ter inspiratie benut worden.
gestimuleerd. Voor de school is het van belang dat ook de karakteristieken van sport in en om de school een bijdrage leveren aan de sfeer. Leerlingen kunnen in het examenvak BSM (bewegen, sport en maatschappij) kiezen. De sectie LO 2011-2012 wordt gevormd door vier LO-docenten en twee lio’s. 4.4.2 Cluster Kunst Als cultuurprofielschool zijn culturele activiteiten en
Het Zernike College is een topsport talentschool
vakken een belangrijk onderdeel van het (onderwijs)
en is een erkende LOOT-school. LOOT staat
programma. Naast vakken als drama, muziek en
voor Landelijk Overleg Onderwijs en Topsport.
beeldend zijn er tal van activiteiten zoals optredens,
De stichting LOOT is een samenwerkingsverband
exposities en andere culturele bijeenkomsten. De
tussen dertig scholen in het voortgezet onderwijs,
cultuurmarathon van het Zernike College is een
die toptalenten in sport ondersteunen om hun
jaarlijkse culturele happening voor alle leerlingen,
schoolcarrière
die vier dagen duurt.
combineren. De LOOT-status geeft de school
met
hun
topsport
te
kunnen
mogelijkheden roosters aan te passen, lessen te Het Zernike College werkt sinds twee jaar nauw samen
verplaatsen, proefwerken te verplaatsen, een extra
met het Prins Claus Conservatorium in Groningen.
herkansing te doen en zelfs af te wijken van de
Talentvolle leerlingen krijgen de mogelijkheid om op
verplichte lessentabel.
school deel te nemen aan specifieke activiteiten, bijvoorbeeld popkoren, bigband of muziekavonden. Het conservatorium onderhoudt nauwe contacten met de muziekdocenten van het Zernike College. 4.4.3 Cluster LO LO is erop gericht alle leerlingen te brengen tot blijvende en verantwoorde deelname aan bewegen en sport, tot een bewuste keuze voor bewegen in het algemeen en voor specifieke bewegingsactiviteiten in de vrije tijd. Onder LO worden alle facetten van het onderwijs in bewegen en aan onderwijs gerelateerde sportvormen bedoeld. Alle leerlingen van het Zernike College volgen Lichamelijke
Opvoeding.
Sport,
bewegen
en
40+41
een gezonde leefstijl worden door de school
4.5 Ontmoetingsfunctie leerlingen en personeel Zowel de leerling als de medewerker stellen hoge eisen aan het ontmoeten. In de school willen zij elkaar zien, snel kunnen vinden en een praatje kunnen maken. Deze ontmoetingen vinden doorlopend plaats: •
bij aankomst op school
•
in de pauzes
•
tijdens de lessen
•
tussen de lessen door en tijdens vrije uren
•
na schooltijd
De ontmoetingsfunctie vormt daarom het hart van de school en zorgt voor de binding en verbinding binnen de school. 4.6 Ontmoetingsfunctie medewerkers Specifiek voor de medewerkers dient er ook een ontmoetingsplek gecreëerd te worden. Op deze plek kunnen docenten en ondersteunend personeel zich terugtrekken voor een kop koffie, hapje eten, informeel praatje en kort overleg of vergadering. Daarnaast kan in deze ruimte (digitaal) gewerkt worden. 4.7.1 OOP 4.7 Onderwijsondersteunende functies
Het onderwijsondersteunend personeel bestaat uit:
De onderwijsondersteuning is de drijvende kracht
•
schoonmaak, et cetera)
achter de primaire functie van een school, het onderwijs. Zij zorgen ervoor dat de school naar
•
Decanaat
(begeleiding
van
studie-
en
beroepskeuze)
behoren functioneert. De ondersteunende functies bestaan uit:
De facilitaire organisatie (conciërges, catering,
•
Zorgcoördinatie (begeleiding van leerlingen met problemen)
•
Onderwijsondersteuning (OOP)
•
ICT-voorzieningen
•
Ondersteunende functies bovenbouw Zernike
4.7.2 ICT
College
Het Zernike College heeft de ambitie om de school
Management, staf en administratie
van de toekomst te worden De ICT-ondersteuning
•
vormt een belangrijke pijler voor de nieuwe Onderstaande subparagrafen geven kort weer
school. ‘Draadloos waar het kan en bedraad waar
welke functies hieronder worden verstaan.
nodig’ is een belangrijk uitgangspunt. Overal in de school moet in principe met internet gewerkt
42+43
kunnen worden. Voor de ICT onderscheiden we de
4.8 Management, staf en administratie
volgende functies.
De nieuwe locatie is tevens de hoofdvestiging
•
Het beheer (ICT-coördinatie, systeembeheer)
voor het Zernike College. In het gebouw komen
•
De
(gebouwbeheersysteem,
daarom de administratieve diensten die hierbij
telefonie, server, draadloos netwerk, voldoende
van toepassing zijn. Hieronder vallen de volgende
aansluitpunten, hardware zoals digiboards,
functies:
computers, laptops en andere devices)
•
Rector
•
Administratie
In de bijlage is de presentatie van Switch
•
Personeel & organisatie
opgenomen. Op basis van deze presentatie en
•
Financiële administratie
het bezoek aan verschillende scholen heeft de
•
Vergaderfuncties
voorzieningen
werkgroep ICT zijn visie opgesteld. Deze is terug te vinden in de bijlage. Deze uitgangspunten zijn
4.9 Externe relaties en samenwerking andere
meegenomen in dit Programma van Eisen. Verdere
gebruikers
uitgangspunten zijn te vinden in hoofdstuk 5
Het Zernike College hecht veel waarde aan zowel
paragraaf communicatievoorziening.
een zorgvuldige instroom van nieuwe leerlingen als een zorgvuldige uitstroom van leerlingen naar een vervolgopleiding. Een goede overgang met de
4.7.3 Kantoorfuncties In
de
nieuwe
school
komen
de
volgende
kantoorfuncties specifiek voor de bovenbouw:
juiste voorbereiding is van groot belang. Het Zernike College heeft om deze reden nauwe contacten
•
Vestigingsleider
met verschillende basisscholen, het Noorderpoort
•
Teamleider
(mbo),
•
Directiesecretaris
Rijksuniversiteit Groningen (wo). Voor de specifieke
•
Roostermaker
onderwijsfuncties zijn er ook contacten met het
•
Secretariaat
De
invulling
de
Hanzehogeschool
(hbo)
en
de
Conservatorium, NOC*NSF en sportbonden. van
de
kantoorfuncties
wordt
activiteitgerelateerd bepaald (concentratie, privacy,
4.10 Begane grond relaties
vergaderen, telefoneren, et cetera).
In de nieuwbouw dienen een aantal functies op de begane grond gerealiseerd te worden. Dit heeft te maken met onder andere toegankelijkheid, beschikbaarheid en bereikbaarheid in de avonduren, relatie met de buitenruimte en de bevoorrading: •
ontmoetingsfuncties leerlingen en medewerkers
•
specifieke vakkencluster
•
onderwijsondersteunende functies
Hoofdstuk 5 Locatieprofiel
46+47
5 Locatieprofiel Tijdens de eerste plenaire sessie is de workshop ‘De Reiskoffer’ gevolgd door de medewerkers. De opdracht was om na te denken over wat je als medewerker juist wel wilt meenemen en wat juist niet. Zowel sfeer als fysieke aspecten zijn hierin meegenomen. Daarnaast is een bijdrage voor dit hoofdstuk afkomstig uit de tweede plenaire bijeenkomst tijdens de ‘Beeldende’ workshop. De opdracht voor de werkgroepen was om een ‘moodboard’ te maken voor zowel interieur, exterieur als de omgeving. Deze moodboards zijn door iedere werkgroep gepresenteerd aan de rest van de groepen. De elementen waaraan een locatie moet voldoen volgens de gebruikers, geven in tekst en beeld het gewenste ambitieniveau weer. Dit is ter inspiratie voor de ontwerpende partijen. Dit ambitieniveau
5.1
Beeldverwachting,
beeldkwaliteit
en
uitstraling De missie van de school is ‘eigenwijs onderwijs, de school als ontdekkingreis’. Deze missie is uitgewerkt in een visie met de vier volgende begrippenparen: •
Openbaar én uitdagend
•
Kansen én kiezen
•
Groot én kleinschalig
•
Grenzeloos én vertrouwd
ligt op sommige punten boven de vastgestelde kwaliteit dat is gekoppeld aan het normbedrag en het uitgangspunt: sober en doelmatig. Het is de
Het is de opdracht om de missie en visie herkenbaar in de locatie te verwerken.
uitdaging voor de ontwerpers om deze ambitie zoveel mogelijk te vertalen naar een betaalbare uitstraling op basis van de geschetste inspiratie. De moodboards en de toelichting hierop zijn terug
Daarnaast worden de volgende eisen aan de locatie gesteld: •
te vinden in de bijlage.
eigentijds onderwijs •
De locatie is door de gemeente Haren bepaald. Belangrijkste voorwaarde voor de locatie is dat deze voldoet aan de randvoorwaarden die de gebruikersgroepbijeenkomsten
en
de
Een uitdagende, prettige en inspirerende leeren werkomgeving
•
Harmonie tussen gebouw en omgeving
•
Goed
gebruikers hebben gesteld. Deze zijn besproken tijdens
Locatie die ruimte biedt aan modern en
bereikbare
locatie
voor
leerlingen,
personeel en bezoekers •
tweede plenaire sessie. Het uitgewerkte plan van
Goede sociale veiligheid op en rondom de locatie
de gemeente is terug te vinden in de bijlage. Tijdens een workshop met alle personeelsleden is
gebrainstormd
beeldkwaliteit
en
over
de
uitstraling
beeldverwachting, van
de
nieuwe
locatie. Het nieuwe gebouw van de openbare
5.4 Routing en logistiek
schoolgemeenschap
Het gebouw dient voor verschillende gebruikers
Sevenwolden
heeft
veel
medewerkers geïnspireerd. Het ging vooral om de
toegankelijk te zijn.
compacte bouw, het slimme gebruik van ruimte,
•
leerlingen
de multifunctionele ruimtes en de openheid in het
•
medewerkers
gebouw.
•
bezoekers
•
leveranciers
In de bijlage zijn moodboards te vinden die zijn gemaakt door de docenten tijdens de tweede
Van belang is dat deze partijen zoveel mogelijk
plenaire bijeenkomst. Deze hebben naast het
gescheiden de locatie kunnen bereiken en op
gebruik en gebouw ook betrekking op het gebied.
het terrein aparte verkeersstromen gerealiseerd worden naar de verschillende ingangen, te weten:
5.2 Stedenbouwkundige randvoorwaarden
•
langzaam verkeer (fietsers/voetgangers)
De locatie is bepaald. De gemeente heeft de
•
gemotoriseerd verkeer (auto/motor/scooter)
stedenbouwkundige randvoorwaarden die voor
•
zwaar verkeer (vrachtwagen/bus)
deze locatie van toepassing zijn vastgelegd in een apart document. Dit document is ingetoetst
Daarnaast
en afgestemd met een klankbordgroep waarin
bereikbaarheid voor mindervaliden.
gebruikers
van
het
Zernike
College
dient
voorzien
te
worden
in
de
zaten.
Dit document is te vinden onder het tabblad
5.5 Parkeren en stalling
stedenbouwkundige randvoorwaarden.
Zowel voor medewerkers als voor leerlingen dient voldoende ruimte te zijn voor het parkeren
5.3 Omvang locatie
van
Op basis van het aantal leerlingen (1.440 in totaal)
Uitgangspunt is.
is voor de nieuwbouw een totale oppervlakte van
•
parkeerplaatsen auto’s: 60 stuks
circa 7.400 m² bvo, met een bebouwingsoppervlak
•
stalling bromfietsen / scooters: 60 stuks
van circa 4.000 m² bvo bij drie bouwlagen, nodig.
•
stalling fietsen: 1.100 stuks
Hierbij is al rekening gehouden met extra investering in duurzaamheid. Naast deze footprint heeft de school een terreinoppervlakte nodig van circa 7.500 m² voor pleinfuncties, stallingen et cetera. Uitgangspunt is dat gebruik wordt gemaakt van sportvelden in de buurt. Dit maakt geen deel uit van de hierboven genoemde terreinomvang.
auto’s,
scooters/bromfietsen
en
fietsen.
48+49
De stalling voor de fietsen van de medewerkers
5.7 Duurzaamheid op gebiedsniveau
moet gescheiden worden van de leerlingen. Het
Het Zernike College en de gemeente Haren
streven is een zo mooi mogelijke inpassing van
streven naar een duurzaam gebouw. Dit uit zich in
het parkeren en het stallen (bij voorkeur overdekt),
zichtbare en onzichtbare duurzaamheid. Streven
zonder afbreuk te doen aan de omgeving, het
is een dynamische school die voorbereid is op de
beheer en het toezicht erop.
toekomst door een duurzame en flexibele opzet van het gebouw. Zij achten het wenselijk om te komen tot een optimalisering ten aanzien van:
5.6 Terreinvoorzieningen Het buitenplein is onderdeel van het cluster ontmoeten. dienen
Om
ontmoeting
verschillende
te
•
ondersteunen
terreinvoorzieningen
voor
het
toepassen
van
duurzame,
en
onderhoudsarme materialen •
leerlingen en medewerkers gerealiseerd te worden:
het beperken van de energievraag (onder andere energiezuinige installaties)
•
Gelegenheden om te zitten of te loungen
•
multifunctioneel gebruik van ruimte, flexibiliteit
•
Prullenbakken
•
toekomstwaarde van het gebouw
•
Sport- en spelvoorzieningen op het plein en
•
waar mogelijk gebruik maken van de omgeving
in het buitengebied (ook voor leerlingen uit de
•
onderbouw van Atheneum plus en het derde
In het Technisch Programma van Eisen zijn de eisen
jaar havo/vwo)
met betrekking tot duurzaamheid terug te vinden.
Voorzieningen voor (jaarlijkse) evenementen (stroom, bevestigingsmiddelen, et cetera)
•
Goede verlichting op de toevoerweg en rond het gebouw
•
Vanuit de meldkamer moet er goed toezicht zijn op de fietsenstalling vanwege de veiligheid en zichtbaarheid
•
Een standaardvoorziening voor vlaggenmasten voor of naast het schoolgebouw
Hoofdstuk 6 Gebouwprofiel
52+53
6 Gebouwprofiel De
verwachtingen
van
de
flexibiliteit onderdeel
van
uitstraling, en van
de
nieuwbouw
toegankelijkheid,
duurzaamheid het
gebouwprofiel
zijn en
worden in dit hoofdstuk behandeld. Tevens worden er prestatie-eisen gesteld aan het binnenmilieu, de beheersaspecten en de communicatievoorzieningen. Net als de input voor hoofdstuk 5, is voor dit hoofdstuk met name gebruik gemaakt van de informatie die is verworven tijdens de tweede plenaire bijeenkomst. Delen van moodboards zijn te vinden in dit hoofdstuk. Met name de toelichting die is gegeven, is hier terug te vinden. Daarnaast
Ook voor dit hoofdstuk geldt dat dit inspiratieplaatjes
hebben schoolbezoeken een belangrijk beeld
zijn voor de ontwerpende partijen. Dit ambitieniveau
gegeven van de eisen en wensen voor het gebouw.
ligt op sommige punten boven de vastgestelde
Dit zijn de eisen die de gebruikers aan het gebouw
kwaliteit, dat is gekoppeld aan het normbedrag
stellen.
en het uitgangspunt: sober en doelmatig. Het is de uitdaging voor de ontwerpende partijen om
Naast deze eisen zijn ook de ambities van zowel de
deze ambitie zoveel mogelijk te vertalen naar een
gemeente Haren als het Zernike College van groot
betaalbare uitstraling op basis van de geschetste
belang voor het gebouwprofiel.
inspiratie.
6.1 Beeldverwachting interieur
Op gebouwniveau betekent dit:
Eén van de onderwijskaders is dat de school “een
•
De sfeer in de school is toegankelijk en
uitdagende, prettige en inspirerende leeromgeving
vriendelijk, ontmoeting wordt gestimuleerd.
is”. Voor de gebruikers is dat een school die voldoet
Ruime entree en/of open hal waar mogelijk
aan de kenmerken licht, lucht, akoestiek en ruimte.
meer functies aanwezig zijn.
Dit komt tot uiting in: •
Een open en transparant gebouw en inrichting, het gebouw moet uitnodigen om te gaan leren, hierbij staat de leerling centraal staat (licht).
•
Een gezond klimaat met voldoende verse lucht (lucht).
•
Een juiste combinatie tussen concentratie en communicatie (akoestiek).
•
De juiste beleving van ruimte voor het gewenste gebruik, zowel letterlijk als figuurlijk. Leerlingen moeten
zich
op
hun
gemak
voelen
bij
binnenkomst, zij moeten zich thuis voelen (ruimte).
Het kleurgebruik in de school is in de basis
•
rustig. We willen echter geen steriele uitstraling en we willen graag kleur in het gebouw. Kleur
•
komt wat ons betreft terug in de inrichting van de
gamma en bètavakken dragen bij aan de sfeer. •
We zien ook graag duurzaamheid terug in het gebouw, onze droom is bijvoorbeeld de wijze
Karakteristieken van cultuur, sport, technasium, maar ook montessori, Atheneum plus, talen,
domeinen en vakken en clusters, maar ook in het meubilair, de kunst en bepaalde stijlelementen.
De uitstraling van het meubilair en de inrichting is modern en huiselijk.
Van/naar elke ruimte is ‘natuurlijk’ toezicht mogelijk.
•
Het onderhoud en de schoonmaak van het
waarop een groene wand is gemaakt in het
nieuwe gebouw moet praktisch en efficiënt
nieuwe gemeentehuis van Haren.
gedaan kunnen worden. Bij de inrichting en het gebruik van materiaal dient hier rekening mee gehouden te worden •
In elk domein/cluster dient ruimte geboden te worden voor nadere en persoonlijke invulling. Dit hoeft niet direct, maar kan ook in de loop van het gebruik bepaald te worden.
•
De school heeft een duidelijke Zernike-identiteit met een duidelijke bewegwijzering.
54+55
•
6.2 Beeldverwachting exterieur
De beeldverwachting van de buitenkant van de
Voor de school staat het gebruik centraal, rekening
school komt tot uiting in:
houdend met de eerder genoemde thema’s lucht,
•
Een uitnodigend en toegankelijk gebouw met veel zicht van buiten naar binnen en van binnen
licht, ruimte en akoestiek. De vorm en daarmee
naar buiten.
de architectuur zijn hieraan ondergeschikt, maar dienen tenminste ook aan deze elementen te
•
Duurzame uitstraling van het gebouw.
voldoen. Functionaliteit en ervaren kleinschaligheid
•
De kleinschaligheid van het Zernike College, dit wil de school uitstralen. De leerling moet niet in
staan bovenaan en het gebouw mag geen “speeltje
de “massa” verdwijnen.
van de architect” worden. •
Relatie met buiten en binnen.
Dit vertaalt zich in het volgende: •
De opzet van het gebouw is een ruime entree, open delen en zicht in de gevel (bijvoorbeeld glas).
•
Bij de situering van het gebouw op de locatie dient rekening gehouden te worden met zoninval,
lichttoetreding.
Uitgangspunt
is
om zoveel mogelijk gebruik te maken van aanwezige natuurlijke energiebronnen. •
Gebruik maken van de groene omgeving, het buiten verbinden met binnen.
•
Buitenruimte school oriënteren op een veilige plek op de locatie met mogelijkheden om te ontspannen.
•
De kleinschaligheid van het Zernike College komt terug in de compactheid van het gebouw, de hoogte speelt hierbij een rol.
•
Een modern gebouw (modern staat boven klassiek) dat past bij de groene omgeving.
•
Ambitie en voorkeur gaat uit naar een groen dak, groene elementen in de school (bijvoorbeeld een wandtuin), duurzame elementen, gebruik maken van natuurlijke materialen.
Het laatste punt past niet direct bij het uitgangspunt sober en doelmatig en bij het normbedrag. Wel is het de wens van de gebruiker, en indien de mogelijkheid er is dan zien zij het graag terug in het gebouw.
Naast multifunctionaliteit van elke functie, kunnen
De school heeft één hoofdingang. Daarnaast is er
functies daardoor relatief eenvoudig gekoppeld en
nog een zijingang. Beide ingangen zijn voor zowel
gescheiden worden ten behoeve van de flexibiliteit.
leerlingen als medewerkers toegankelijk. Het ligt voor de hand deze ingangen te laten aansluiten
6.5 Duurzaamheid
op de verkeersstroom (fietsen en overig). Het
Net als bij het locatieprofiel geldt ook voor het
onderwijsondersteunend personeel dient goed
gebouw dat het Zernike College en de gemeente
zicht te hebben op beide ingangen. De zijingang
Haren streven naar een duurzaam gebouw. Het
is gesloten van 08.30 tot 08.45 uur in verband met
streven is een dynamische school die voorbereid
absentiecontrole.
is op de toekomst door een duurzame en flexibele opzet van het gebouw.
Naast de personeningang dient er ook een separate goedereningang te komen. Deze dient bereikbaar te zijn voor zwaar transport. De gemeente hecht, vanuit de nota Klimaatbeleid, Voor de school is de relatie binnen–buiten
waarde aan aandacht voor duurzaamheid in de
belangrijk. Zowel vanuit de ontmoetingsfuncties
breedste zin van het woord. We denken hierbij
als diverse specifieke onderwijsfuncties. Vanuit
aan het gebruik van duurzame, onderhoudsarme
het oogpunt van de beheerder is het niet wenselijk
materialen,
dat elke functie zijn eigen ingang/uitgang krijgt. De
toepassingen, multifunctioneel gebruik van ruimte,
binnen/buitenrelatie dient daarom op andere wijze
flexibiliteit en toekomstwaarde gebouw.
ingevuld te worden; bijvoorbeeld een combinatie
Multifunctioneel
met genoemde ingangen en gebruik van glas et
van duurzaamheid. Voorwaarde voor duurzame
cetera.
toepassingen is wel dat het beproefde toepassingen
energiezuinige
gebruik
is
installaties
tevens
een
en
vorm
moeten zijn. 6.4 Flexibiliteit veranderingen
Het Technisch Programma van Eisen vertaalt de
dienen in het gebouw opgevangen te worden. Dit
ambitie in prestaties voor het gebouw. Het ‘frisse
vereist een scheiding tussen casco/installaties en
scholen concept’ van SenterNovem is hierbij als
het inbouwpakket.
basis gebruikt en aangepast op de behoeften van
Toekomstige
onderwijskundige
de gebruikers van het Zernike College.
56+57
6.3 Toegankelijkheid en ontsluiting
6.6 Binnenmilieu
6.8 Communicatievoorzieningen
Diverse onderzoeken hebben uitgewezen dat
Omroepinstallatie en bel
er een causaal verband is tussen klimaat en de
Bij het Technisch Programma van Eisen wordt een
prestaties van leerlingen, dit is dus bepalend voor
omroepinstallatie en bel als optie opgenomen.
de school. De hoofdelementen met betrekking tot het binnenmilieu zijn: “licht, lucht, ruimte en
ICT
akoestiek!”. In het ontwerp is het dus van belang
Het Zernike College heeft de ambitie de school
dat dit op een hoog niveau wordt meegenomen.
van de toekomst te worden. Zeker op ICT-gebied
De uitwerkingen van deze onderdelen uiten zich in:
zal dan een slag gemaakt moeten worden. Het
•
Beleving door zonlicht, geluid en temperatuur
houdt in ieder geval in dat digitalisering van het
•
Beheersing van zonlicht, geluid en temperatuur
onderwijs, administratie en beheer mogelijk moet
•
Het ervaren van een schone school: het “frisse
zijn in het gebouw. Daarom is de norm ‘draadloos
scholen concept” (SenterNovem)
waar het kan en bedraad waar nodig’. Dit is één
De verlichting is erg belangrijk, kunstmatig en
van de onderwijskaders en van essentieel belang.
natuurlijk
Dit geldt voor alle devices die verbinding kunnen
•
maken met het internet. Zowel medewerkers als Ten aanzien van geluid is een aandachtspunt
leerlingen moeten zonder problemen overal in het
de relatie tussen de ruimten voor specifieke
gebouw verbinding kunnen maken met het internet.
onderwijsfuncties en de ruimten voor overige
In alle onderwijsruimten komt de mogelijkheid een
onderwijsfuncties (luistervaardigheid).
digiboard aan te sluiten en is er een pc-voorziening met internetaansluiting en digitaal scherm.
6.7 Beheersaspecten
Daarnaast moeten er in de nieuwbouw drie lokalen
Compartimentering en deelgebruik
voorzien worden van bedrading voor specifieke
Om deelgebruik van gebouwdelen mogelijk te maken
onderwijsfuncties met PC-gebruik (bijvoorbeeld
dienen deze apart van elkaar gecompartimenteerd
voor
te
medewerkerskamer moeten vijf werkplekken een
zijn,
zowel
wat
betreft
toegankelijkheid,
afsluitbaarheid en beveiliging als het beheersen van het binnenmilieu via gecompartimenteerde schakeling
van
de
installaties
(verlichting,
verwarming/ koeling, beveiliging). Gebouwbeheer Via een centraal gebouwbeheersysteem kan het beheer van het gebouw gemonitord, aangestuurd en bediend worden.
examinering
en
ICT-onderwijs).
vaste ICT-aansluiting krijgen.
In
de
Hoofdstuk 7 Ruimtelijke uitgangspunten
Na het in kaart brengen van de organisatie
Dat heeft geleid tot twee oplegnotities van 22 juli en
van de school, is de ruimtebehoefte specifiek
8 november 2011. Deze notities maken integraal
in kaart gebracht. De medewerkers hebben
deel uit van dit Programma van Eisen en zijn als bijlagen toegevoegd.
ruimschoots nagedacht over de ruimtelijke aspecten. Uit ervaring en de dagelijkse praktijk weten zij wat ze nodig hebben om de leerlingen
7.1 Ruimtelijke uitgangspunten voor de locatie Gebouw Het gebouw voorziet in een oppervlakte van circa
goed onderwijs te kunnen geven. Vanuit
7.400 m² bvo. Gelet op de normvergoeding in het
verschillende
onderwijs is een lage bruto-nuttigfactor vereist. Om
werkgroepen
is
informatie
aangeleverd en deze is gebruikt voor de invulling
binnen het budget aan de ruimtevraag te voldoen van circa 5.300 m² nvo wordt uitgegaan van een
van dit hoofdstuk. Voorbeelden hiervan zijn
factor van 1,39. Dit vereist een zeer compacte
zelfgemaakte Programma’s van Eisen, foto’s
gebouwvorm en het toepassen van de slimme
van bezochte scholen met toelichting en
bouwenprincipes.
ingezonden teksten met voorwaarden voor de
Bebouwingsvlak
nieuwbouw. Ook leerlingen hebben hieraan een
Het gebouw zal binnen een bebouwingsvlak van
bijdrage geleverd. Er is een leerlingenenquête gehouden
en
projectgroepjes
hebben
Programma’s van Eisen opgesteld en deze gepresenteerd aan de gebruikersgroep.
4.000 m2 bvo komen. In de ruimtestaat staan de ruimten aangegeven die op de begane grond gerealiseerd moeten worden. Bouwlagen en verdiepingshoogte Het gewenste aantal bouwlagen bedraagt drie. Het is de opgave van de architect om de installaties
Naast
het
op een mooie wijze in het gebouw weg te werken.
kwaliteitsniveau een belangrijke rol. De kerndirectie
Daarnaast is het gewenst om buitenruimte op
heeft gekozen om in de nieuwbouw kwaliteitsklasse
de verdieping te creëren door toepassing van
3
is
bijvoorbeeld balkons, dakterrassen en/of daktuinen.
bepalend geweest voor de ruimtevaststelling en
Dit is een suggestie vanuit de gebruikers. De
hangt samen met de ambitie van het Zernike College:
ontwerpers worden hiermee uitgedaagd om de
lucht, licht, ruimte en akoestiek. De prijsklasse
haalbaarheid ervan te onderzoeken.
die
toe
de
te
gepaard
ruimtelijke
passen.
gaat
aspecten
Dit
met
speelt
kwaliteitsniveau
deze
kwaliteitsklasse
heeft invloed op het aantal m² dat uiteindelijk
Op de begane grond is extra hoge vrije hoogte
gerealiseerd kan worden in de nieuwbouw. Dit
noodzakelijk vanwege de multifunctionele ruimte
heeft als resultaat dat niet alle gevraagde m²
en specifieke vakken. Uitgangspunt is een laag van
worden gerealiseerd. gerealiseerd. Er zijn keuzes
maximaal 4 meter op de begane grond en maximaal
gemaakt door de gebouwdirectie in afstemming
3,5 meter op de verdieping (Programma van Eisen
met de kerndirectie en de rector van de school.
frisse scholen).
60+61
7 Ruimtelijke Uitgangspunten
7.2 Gebouwniveau
Compartimentering
Gebouwdelen
In
De
school
wordt
verdeeld
in
verschillende
ruimtegroepen, te weten:
verband
met
avondopenstellingen,
grote
evenementen en andere gelegenheden is het noodzakelijk dat de volgende compartimenten
•
verbindende functies
(bouwkundig,
•
specifieke clusters
beveiliging) gecreëerd worden en los van de andere
•
domeinen
ruimten gebruikt kunnen worden:
Deze zijn als volgt over het gebouw verdeeld: Ruimtegroep
installatietechnisch,
verlichting,
•
ontmoetingsruimte
•
ontmoetingruimte personeel
•
ruimten voor ondersteunende diensten.
m² nvo 7.3 Ontmoeting
Begane grond:
Entreepartij
Ontmoetingsruimten
758
Ontmoetingsruimten medewerkers
130
Ruimten ondersteunende diensten
180
Management, staf en administratie
123
Ruimten voor kunst
298
vanuit de entree direct naar hun eigen domein of
Ruimten voor Science/Technasium
640
cluster. De bezoekers worden opgevangen bij een
2.129
receptiebalie, die herkenbaar en goed benaderbaar
Subtotaal begane grond
In het entreegebied worden zowel leerlingen, personeel als bezoekers ontvangen. De ingang wordt voorbereid op elektronische registratie. De
leerlingen
en
docenten
verspreiden
zich
dient te zijn. Voor wachtende bezoekers dient een 1e laag: Domein
zithoek te worden gecreëerd. 1.009
Informatiecentrum
270
Garderobe
Domein
858
Voor bezoekers van bijvoorbeeld evenementen
Subtotaal 1e laag
2.137
dient
een
afsluitbare
garderobevoorziening
opgenomen te worden. Eventueel kunnen hiervoor verrijdbare kapstokken gebruikt worden.
2e laag: Domein
1.058
Subtotaal 2e laag
1.058
Totaal
5.324
Meldkamer De meldkamer biedt een werkplek voor het ondersteunend
personeel.
Deze
medewerkers
hebben vanaf de werkplek goed zicht op de ingang(en),
verkeersruimten,
fietsenstalling
mogelijk de multifunctionele ruimte.
en
gehouden. De ruimte biedt voldoende zitplaatsen, waarbij gevarieerd kan worden in type zitplekken en
installaties (per compartiment) worden aangestuurd.
sfeer binnen de ruimte.
deze
ruimte
vindt
het
Indien gewenst voorziet de meldkamer ook in de monitoren voor de camerabewaking.
Gedurende de gehele dag staat de ruimte ter beschikking als verblijfsgebied voor leerlingen. Het
Toiletgroepen
wordt dan gebruikt voor studiewerkzaamheden
Ten behoeve van pauzes en grote evenementen
(draadloos), recreatieve activiteiten en spontane
zal het entreegebied worden voorzien van een
ontmoeting.
toiletgroep voor zowel dames als heren. Hierbij zal worden uitgegaan van vier herentoiletten en zes
Door een flexibele indeling van de ruimte moet
damestoiletten. Tevens zal er één invalidentoilet
het tevens mogelijk zijn om het eenvoudig te
worden gerealiseerd.
segmenteren in kleinere delen voor bijvoorbeeld exposities en andere tijdelijke activiteiten.
In het gebouw moeten voor zowel de jongens als voor de meisjes in of in de nabijheid van de deelscholen
Daarnaast moet de MF-ruimte grote bijeenkomsten,
voldoende toiletten worden gerealiseerd. Het aantal
diplomering,
toiletten moet volgens bouwbesluit gerealiseerd
faciliteren. Voor deze laatste functie is de koppeling
worden met een minimumaantal als genoemd in de
met het entreegebied, toiletgroepen en de integratie
ruimtestaat.
van de catering een belangrijke eis. In de MF-ruimte
voorstellingen
en/of
presentaties
komt een vast podium. Multifunctionele ontmoetingsruimte De multifunctionele ontmoetingsruimte is het hart
Wat vinden leerlingen belangrijk?
van de school. Het verbindt de domeinen, clusters
“Een grote ingang en meerdere kleinere
en andere functies zowel horizontaal (plein) en verticaal (atrium, vide).
ingangen” “Eén kantine die groot genoeg is, centraal in de
In dit ‘hart’ ontmoeten leerlingen, docenten,
school ligt en waar je elkaar snel kan vinden en
onderwijsondersteunend personeel en eventuele
samen kan lunchen”
bezoekers van de school elkaar. Deze ontmoeting
“Meer zitplekken dan nu en grenzend aan
vindt voor een belangrijk deel plaats tijdens de pauzes. Een groep van maximaal 800 leerlingen
buiten. Buiten wel meer plekken om te zitten”
en docenten gebruikt de ruimte om te lunchen,
“De sfeer van nu is belangrijk”
zitten, kletsen en andere pauzeactiviteiten. Een
“Voorkeur voor springpauzes”
goede doorstroming van de leerlingen van en naar de catering in een kort tijdsbestek is belangrijk. Uitgangspunt in het gebruik is dat de ochtendpauze en de lunchpauze in twee keer (springpauzes) wordt
62+63
gebouwbeheer
(gebouwbeheersysteem) plaats en kunnen alle
Vanuit
De ontmoetingsruimte heeft een sterke relatie
de kleedruimte van de sportvoorzieningen of
met buiten. Dit in de eerste plaats door uitzicht
het cluster kunst worden gebruikt. Hier zal bij de
op
indeling van het gebouw rekening mee gehouden
het
buitenterrein.
Daarnaast
moet
het
eenvoudig zijn om buiten te komen, dit kan op
moeten worden.
verschillende wijzen (terrein, eventueel balkon/ dakterras). In het buitengebied moeten ook spel-
Opslag MF-ruimte
en sportvoorzieningen zijn.
Door het multifunctionele karakter van de kantine zal deze ruimte worden gebruikt voor de opslag
Het
zou
mooi
zijn
ontmoetingsruimte
en
als de
een
deel
van
de
van meubilair en inrichtingselementen. Deze ruimte
denktank
van
het
moet goed toegankelijk en obstakelvrij te bereiken
technasium dicht bij elkaar zitten. Hierdoor kan een
zijn vanuit de multifunctionele kantine.
inspirerende hoek in de school worden gecreëerd. Catering Podium in Multifunctionele ontmoetingsruimte
De cateringvoorziening voorziet in de volgende
In de MF-ruimte komt een vast (verhoogd) podium.
functies die een logische routing moeten hebben:
Dit kan gebruikt worden voor grote bijeenkomsten.
•
Keuken voor bereiding
Voor de podiumfunctie dienen theatervoorzieningen
•
Uitgifte
(audiovisuele middelen) aanwezig te zijn. Op het
•
Inname van vuil servies en afval
moment dat dit podium niet wordt gebruikt, kunnen
•
Spoelen/ afwas
hier tafels en stoelen staan waar de leerlingen kunnen zitten eten/drinken en werken. Omkleden
De verkoop van de kantineproducten bestaan
tijdens uitvoeringen kan in het naastgelegen
voornamelijk uit soepen, belegde broodjes, tosti’s,
dramalokaal of eventueel in de kleedruimte van de
pizzabroodjes, ijs, koeken, koffie en thee. De
gymzaal (als deze er komt).
nadere invulling van deze ruimte zal in overleg met OOP gedurende het ontwerpproces nader worden
“Het is onze wens dat het vaste podium in de MF-ruimte ook gebruikt kan worden als zitgelegenheid voor leerlingen.”
bepaald. Werkplek OOP Voor de OOP-ers is een aparte werkplek in/nabij de keuken noodzakelijk. Opslag en koeling cateraar
Deze integratie vanuit het oogpunt van efficiënt
In de nabijheid van de logistieke ingang en de
ruimtegebruik zal in het verdere ontwerptraject
keuken dient voldoende opslag beschikbaar te zijn.
nader worden onderzocht.
Daarnaast dient een aparte koeling aanwezig te zijn voor kort houdbare producten.
Kleedruimte podium Er wordt geen aparte kleedruimte voor het podium gerealiseerd. Indien mogelijk kan hierbij
Werkruimte OOP
Deze pantry bevat minimaal een spoelbak, een
een werkruimte voor de OOP-ers gesitueerd te
koelkast, koude en warme drankenvoorziening, een
worden. Dit wordt gebruikt voor de opslag van
magnetron en een afwasmachine.
elektronica en klein (mechanisch) onderhoud. Daarnaast biedt deze ruimte plaats aan een Centrale ruimte schoonmaak
stamtafel
In deze ruimte dienen schoonmaakmaterieel en
vergaderd kan worden en twintig tot vijfentwintig
materialen opgeslagen te worden. Tevens dient
aanlandplekken. In de medewerkerskamer moet
deze ruimte omkleedmogelijkheden te bieden
bedrading komen voor ICT.
waar
met
groepen
aan
gewerkt/
voor het schoonmaakpersoneel. Deze ruimte dient grotendeels betegeld te worden en te zijn voorzien
In de medewerkerskamer vindt de postverspreiding
van warm en koud tapwater.
plaats en hangt een (digitaal) mededelingenbord.
Natte opslagruimte Direct aan de goedereningang grenst de natte
De medewerkerskamer is tevens de plek waar de
opslagruimte. In deze ruimte kunnen containers en
locatieleiding en de medewerkers elkaar treffen
buitenmaterieel worden gestald. Deze ruimte dient
voor overleg, vragen en mededelingen.
eenvoudig schoongemaakt te kunnen worden. Toiletten, garderobe en doucheruimte personeel Goedereningang/palletopslag
Voor het personeel wordt een heren- en een
Apart van de gebruikers van de school loopt de
damestoiletgroep ingericht. Beide toiletgroepen
goederendistributie.
voorzien in twee toiletten, wasbakken en een ruimte
Hiervoor
zal
een
aparte
ingang worden gecreëerd. Het streven is om deze
waar medewerkers hun jassen kunnen ophangen.
goederenstroom zoveel mogelijk gescheiden van de leerlingen te laten lopen. De goedereningang
7.5 Ondersteunende diensten
bestaat uit een brede drempelloze deur en een
In totaal is voor de ondersteunende diensten en
gladde vloer waar minimaal vijf pallets neergezet
het management, de staf en administratie 300 m²
kunnen worden.
nuttig vloeroppervlak beschikbaar. In paragraaf 7.5 en 7.6 is het aantal ruimten aangegeven dat
7.4 Ontmoeting medewerkers
is goedgekeurd door de gebouwdirectie, dit is
Medewerkerskamer
het startpunt voor het ontwerpproces. De exacte
Docenten en ondersteunend personeel ontmoeten
indeling van kamers en de situering van de
elkaar in een eigen medewerkerskamer. Dit is
ruimten worden met de werkgroep OOP in het
een ruimte waar samen wordt geluncht, gezeten,
ontwerpproces later uitgewerkt.
overlegd of gewerkt. In de ruimte zijn de postvakjes Kantoor facilitair manager
voor de medewerkers.
Het kantoor van de facilitair manager voorziet in De
medewerkerskamer
voorziet
in
60
zit-/
eetplaatsen voor het personeel en een pantry.
een volledige bureauwerkplek met voldoende
64+65
In de nabijheid van de logistieke ingang dient ook
kastruimte.
Kantoor roostermaker Voor de roostermaker dient een volledig ingerichte
Kamer absentiecoördinator
kantoorwerkplek te worden ingericht. Het moet hier
De absentiecoördinator heeft een aparte werkkamer.
mogelijk zijn om geconcentreerd te kunnen werken.
Spreekkamer zorgfunctionaris
Kantoor vestigingsdirectie
Voor het voeren van één op één vertrouwelijke
Het kantoor van de vestigingsdirecteur voorziet
gesprekken of met kleine groepen dient een
in een volledige bureauwerkplek met voldoende
spreekkamer voor vier personen ingericht te
kastruimte. Daarnaast moet in deze ruimte met
worden. Deze ruimte dient voor leerlingen discreet
de volledige vestigingsdirectie (acht personen)
benaderd te kunnen worden en naar wens
vergaderd kunnen worden. Deze ruimte ligt in de
afsluitbaar en geblindeerd te kunnen worden. Op
directe nabijheid van de medewerkersruimte en de
het moment dat hier geen gesprekken plaatsvinden,
ontmoetingsruimte van leerlingen.
kan hier worden gewerkt. Repro Kantoor decaan
De reproruimte moet plaats bieden aan twee grote
Het decanaat krijgt de beschikking over twee-drie
MFA’s en twee kleine printerapparaten. Daarnaast
volledig ingerichte bureauwerkplekken.
moet er een werktafel kunnen staan. De ruimte moet apart afsluitbaar (geluid) en geconditioneerd
Spreekkamer decanaat
(warmtelast) worden.
Voor het voeren van één-op-één vertrouwelijke gesprekken of met kleine groepen, dient een
Opslag
spreekkamer voor vier personen ingericht te
Er dient een aparte ruimte voor de opslag van
worden. Deze ruimte dient voor leerlingen discreet
kantoorartikelen te komen.
benaderd te kunnen worden en naar wens afsluitbaar en geblindeerd te kunnen worden.
ICT-coördinator
Deze ruimte kan tevens gebruikt worden door elke
Ten behoeve van de werkzaamheden van de
functionaris die vertrouwelijke gesprekken moet
ICT-coördinator
voeren. Op het moment dat hier geen gesprekken
computerwerkplek ingericht dienen te worden.
plaatsvinden, kan hier worden gewerkt.
Deze werkplek dient te allen tijde beschikbaar te
zal
een
volledig
ingerichte
zijn voor het beheren en onderhouden van het ICTArchief
netwerk in de school.
In de nabijheid van het kantoor voor de administratie en P&O is een archiefruimte nodig voor het
Systeembeheer
opbergen van documenten en documenthouders.
Voor de systeembeheerder worden drie volledig
Deze ruimte dient qua vloerbelasting te voldoen
ingerichte computerwerkplekken ingericht.
aan de norm voor archiefruimten.
66+67 Server Voor de server dient een afsluitbare ruimte gereserveerd te worden. Deze ruimte dient te zijn voorzien van een computervloer en de vereiste klimaatbeheersing voor een serverruimte. Gelet op de waarde van de computers/ICTapparatuur is een veilige situering in het gebouw noodzakelijk. 7.6 Management, staf en administratie Kantoor rector Het kantoor van de rector voorziet in een volledige bureauwerkplek
met
voldoende
kastruimte.
Daarnaast dient voldoende ruimte aanwezig te zijn voor overleg met acht personen. Vergaderruimte tien
extra veel kastruimte. In deze ruimte geldt ook
personen die geschikt is voor moderne presentatie-
dat medewerkers geen vaste werkplek hebben,
en communicatiemiddelen.
werkplekken worden gedeeld. Binnen dit kantoor
Volledig
ingerichte
vergaderruimte
voor
is een afgescheiden ruimte voor het hoofd van de Kantoor directiesecretaris
administratie. In de ruimte dient de juiste balans
Het kantoor van de directiesecretaris voorziet in
gevonden te worden tussen communicatie (overleg)
een volledige bureauwerkplek met voldoende
en concentratie (rustig werken).
kastruimte. Spreekkamer P&O-medewerker Kantoor hoofd financiën
Voor het voeren van gesprekken met medewerkers
Het kantoor van het hoofd financiën voorziet in
moet de medewerker P&O kunnen beschikken
een volledige bureauwerkplek met voldoende
over een aparte spreekruimte voor maximaal drie
kastruimte.
personen. Op het moment dat hier geen gesprekken plaatsvinden, kan hier worden gewerkt.
Kantoor administratie + P&O De locatieadministratie krijgt de beschikking over
7.7 Cluster Kunst
zes volledig ingerichte bureauwerkplekken met
Vaklokaal en ruimte beeldende vakken
De ruimten voor het vak beeldend zijn voorzien bij
van instrumenten. De exacte aantallen en posities
het technasium. Zie verder.
kunnen in het ontwerpproces in overleg nader bepaald worden.
Vaklokaal drama Gezien de vakspecifieke werkvormen en de
Een goede akoestiek in deze ruimte is essentieel.
(gewenste) outillage van het vak drama, is een
Daarnaast
vaklokaal met speciale voorzieningen wenselijk. Er is
geluidsoverdracht (bouwkundig/installaties apart)
voor gekozen om niet alle wensen voor dit vaklokaal
voorkomen te worden.
dient
geluidsoverlast
(isolatie)
en
te honoreren. Een oplossing wordt gezocht door het dramalokaal in de directe nabijheid van het Repetitieruimten
vaste podium te situeren.
Er is één (1) grote ruimte voor een bandopstelling Opbergruimte muziek/drama
gewenst en daarnaast twee kleinere ruimten
Dit zijn twee verschillende afsluitbare en ruime
voor kleine ensembles. Deze dienen in directe
opbergruimten met een directe verbinding naar
verbinding met het muzieklokaal te staan met
de vaklokalen. Voor het opbergen van kleding,
voldoende toezicht.
attributen, belichtingsmateriaal, audio-apparatuur, muziekinstrumenten, audio- en videotechniek et
Een goede akoestiek in deze ruimte is essentieel.
cetera.
Daarnaast
dient
geluidsoverlast
(isolatie)
en
geluidsoverdracht (bouwkundig/installaties apart) voorkomen te worden.
Vaklokaal muziek In het vaklokaal dient muziekles (in combinatie met theorie) aan 32 leerlingen gegeven te kunnen
Instructie CKV
worden en een kooropstelling van 80 personen
Het instructielokaal moet de mogelijkheid bieden
mogelijk te zijn.
om een groep leerlingen van circa 32 leerlingen een
plaats
te
bieden.
Belangrijkste
activiteit
De ruimte dient geschikt te zijn voor het gebruiken
in deze ruimte is het frontaal lesgeven en het
van
grote
geven van presentaties. Hiervoor dient de ruimte
presentaties en een goede audio-installatie. Er dient
de mogelijkheid te bieden om diverse (ICT-)
voldoende kast/wandruimte beschikbaar te zijn
presentatiemiddelen te gebruiken, bijvoorbeeld een
voor de opslag van documentatie, muziekdossiers,
digiboard. De leerlingen moeten de mogelijkheid
lesmateriaal.
hebben om aantekeningen te maken gedurende
moderne
ICT-voorzieningen
voor
hun aanwezigheid in deze ruimte. Er dienen voldoende (stroom)aansluitpunten te zijn voor ICT-gebruik en daarnaast voldoende
De clusters Bètonderwijs, technasium en kunst
12V-aansluitingen in de vloer voor het aansluiten
bieden een ideale mogelijkheid voor Science, techniek en design met optimaal overzicht van docenten en TOA’s.
•
proeven en gezichten van de leerlingen.
Voor het gehele cluster geldt dat deze dient te voldoen aan de richtlijnen voor praktijkonderwijs
Zoveel mogelijk zicht van de TOA’s op de
•
Als uitgangspunt is genomen dat per leerling
en arbo-wetgeving. Algemeen gelden de volgende
voldaan moet worden aan de norm van 7 m³
ruimtelijke eisen:
vrije lucht.
•
Looppad twee richtingen: minimaal 1,50 m breed.
Technasiumwerkplaats inclusief beeldend
•
Looppad één richting: minimaal 80 cm breed.
Het technasium is een verzameling van ruimten/
•
Tussenruimte indien met de ruggen naar elkaar
vloervelden met een grote diversiteit aan werkvormen
toe wordt gewerkt: minimaal 1,50 m breed.
voor drie groepen, in totaal 90 leerlingen. Het
Toegangsdeuren als dubbele deur uitvoeren in
Programma van Eisen van de stichting technasium
verband met aantal leerlingen.
is leidend voor de inrichting.
•
•
Er dienen voldoende vluchtdeuren aanwezig te zijn (liefst dubbele deuren) die naar buiten
Door de omvang en het aantal leerlingen is
toe opendraaien.
een goede akoestiek essentieel. Hoewel het de bedoeling is dat docenten en TOA’s door het technasium bewegen, zijn goede zichtlijnen gewenst, zeker vanaf de pitstop en TOA-werkplek zonder daarbij een gevoel van ‘controle’ en ‘neerkijken’ op de vloer te geven. De volgende ruimten worden in het Programma van Eisen van het technasium genoemd: •
Kapstokken en voldoende tassenopbergruimte
•
Denktank
(relatie
met
multifunctionele
ontmoetingsruimte) º
Bij uitstek geen schoolse inrichting met een onder andere statafels, zitjes, krukken, luie stoelen voor het stimuleren van creativiteit in een ontspannen setting (snoepen, muziek, koffie/thee).
•
Pitstop º
Plek voor snelle service en ontvangst van gasten. Hoewel de ruimte voorziet in werkplekken uitnodigende
is
een en
klantvriendelijke, actieve
invulling
gewenst (dus niet achter een bureau/ balie, korte aanwezigheid, makkelijk naar toe/weg te lopen).
68+69
7.8 Cluster Bètaonderwijs/technasium
•
Machinekamer (relatie met cluster kunst) º
º
lichtproeven, geluidsinstrumenten, werken
(let op goede afzuiging). Creatieve setting
met video, presentaties, foto’s ontwikkelen.
voor maken van modellen, (figuur)zagen, timmeren,
werken
met
•
piepschuim,
Opslag materiaal º
solderen, et cetera. •
•
º
planken
ontwerpproces wordt gekeken om dit
voor
werkstukken.
In
het
tevens als presentatieruimte in te passen
Ruimte voor proeven met gas, water en
in het gebouw. Deze ruimte moet zichtbaar
elektra in laboratoriumsfeer. Doen van
zijn vanuit de TOA ruimte. •
Atelier (relatie met cluster kunst)
Ovenwerkplaats º
Dit is een aparte ruimte in verband met
Multifunctionele ruimte met grote tafels
veiligheid en klimaatbeheersing met daarin
voor
een
creatieve
sfeer.
Voor
tekenen,
1000-gradenoven.
De
ruimte
is voorzien van een werktafel en voldoende
assemblage, et cetera.
stellingkasten.
Atelier Beeldend:
•
TOA-ruimten (zowel één combi voor werkplaats/
º
maximaal 32 leerlingen
º
persoonstafel per leerling: tekentafels
º
daarnaast zijn er vijf grote werkbanken
Hoewel de ruimte voorziet in werkplekken
/
en
tafels
voor
driedimensionaal
ateliers als één combi lab/practicum) º
werk,
leerlingen werken hier staand º
•
Een ruimte met voldoende kasten en
nieuwe dingen maken, uitproberen en
schilderen, naaien, ontwerpen (grafisch), •
(verf,
Opslag werkstukken
Lab (relatie met practicumlessen bètavakken)
º
materiaal
fouten maken.
proeven en metingen. •
zowel
et cetera).
kan en mag. Experimenteren, demonteren,
º
voor
kwasten, oliepastel, kleimaterialen, karton,
Afgesloten ruimte met oude spullen en apparaten. Rommelige sfeer waar alles
•
Een ruimte met voldoende kasten en planken
Scrap Heap º
Een plek die je kunt verduisteren. Voor
Ruimte voor doe-activiteiten met machines
groot
projectiescherm/digibord
Plek voor voorbereiding van proeven. (gevaarlijke)
stoffen,
is
een
klantvriendelijke, uitnodigende en actieve met
invulling gewenst. Dus niet achter een
geluidsinstallatie: geen LCD scherm!
bureau/balie,
º
verduisterbaar
toegankelijke uitstraling.
º
krijtbord om op te tekenen en uit te leggen
º
tekenlades
In
º
droogrek
bovengenoemde ruimtes worden gerealiseerd in
º
plek voor de machines
de technasiumwerkplaats.
º
grote wastafel
º
grote bakken voor oud papier + de rest
Studio (doka)
het
ruimteboek
maar
is
een
open
en
duidelijk
welke
van
ruimte dient de mogelijkheid aanwezig te zijn om
Het practicumlokaal biedt plaats aan een groep
diverse (ICT-)presentatiemiddelen te gebruiken,
van circa 32 leerlingen. Belangrijkste activiteit in
bijvoorbeeld een digiboard.
deze ruimte is het frontaal lesgeven in combinatie met het (voor)doen van proefjes. De ruimte moet
De leerlingen moeten de mogelijkheid hebben om
voorzien zijn van een demonstratietafel en in de
(in groepjes) voornamelijk droge experimenten
ruimte dient de mogelijkheid aanwezig te zijn om
uit te voeren op daarvoor ingerichte specifieke
diverse (ICT-)presentatiemiddelen te gebruiken,
werktafels. In het ontwerptraject zal de exacte
bijvoorbeeld een digiboard.
indeling met de sectie en een leverancier nader uitgewerkt worden.
De leerlingen moeten de mogelijkheid hebben om (in groepjes) voornamelijk natte experimenten uit te
In totaal worden vier practicumlokalen gecreëerd
voeren op daarvoor ingerichte specifieke werktafels.
in het gebouw. Ook bestaat de mogelijkheid
In het ontwerptraject zal de exacte indeling met de
de
sectie en een leverancier nader uitgewerkt worden.
practicumlokaal.
technasiumwerkplaats
te
Daarnaast
gebruiken zullen
er
als twee
instructielokalen in de domeinen gereed gemaakt Practicumlokaal BINASK (nadruk Natuurkunde)
worden voor deskproeven. Overleg met de sectie
Het practicumlokaal biedt plaats aan een groep
bètaonderwijs moet uitwijzen of dit voldoende is
van circa 32 leerlingen. Belangrijkste activiteit in
voor de onderwijsvraag.
deze ruimte is het frontaal lesgeven in combinatie met het (voor)doen van proefjes. De ruimte moet voorzien zijn van een demonstratietafel en in de
7.9 Cluster Lichamelijke Opvoeding
ruimte dient de mogelijkheid aanwezig te zijn om
Uitgangspunt is dat de sectie LO gebruik gaat
diverse (ICT-)presentatiemiddelen te gebruiken,
maken van een bestaande sporthal. Dit wordt
bijvoorbeeld een digiboard.
separaat van dit programma van eisen uitgewerkt.
De leerlingen moeten de mogelijkheid hebben om
7.10 Domeinen
(in groepjes) voornamelijk droge experimenten
De domeinen vormen de thuisbasis voor een
uit te voeren op daarvoor ingerichte specifieke
vaste groep leerlingen. Elk domein heeft standaard
werktafels. In het ontwerptraject zal de exacte
de
indeling met de sectie en een leverancier nader
Deze voorzieningen zijn per domein grotendeels
uitgewerkt worden.
hetzelfde. Per domein kan het aantal en de variëteit
benodigde
voorzieningen
voor
leerlingen.
van onderwijsruimten aangepast worden op het Practicumlokaal BINASK (nadruk Biologie)
type onderwijs en type leerlingen van de havo, vwo
Het practicumlokaal biedt plaats aan een groep
en montessori. Deze uitwerking kan in een later
van circa 32 leerlingen. Belangrijkste activiteit in
stadium nog plaatsvinden.
deze ruimte is het frontaal lesgeven in combinatie met het (voor)doen van proefjes. De ruimte moet voorzien zijn van een demonstratietafel en in de
70+71
Practicumlokaal BINASK (nadruk Scheikunde)
“Binnen de domeinen is er ruimte voor de secties om hun eigen plek te creëren. Dit betekent dat er voldoende opbergruimte moet zijn voor lesmateriaal en mogelijkheden voor
Groot instructielokaal Het instructielokaal moet de mogelijkheid bieden om een groep van circa 42 leerlingen een plaats te bieden. Zie verder instructielokaal.
presentatie en inrichting die de sfeer van de vakken weergeven.”
Instructielokaal Het instructielokaal moet de mogelijkheid bieden
Lockers/garderobe
om een groep van circa 32 leerlingen een plaats te
Dit gebied vormt het entreegebied van het
bieden. Deze ruimte is geschikt om alle didactische
betreffende domein. Leerlingen komen vanuit de
werkvormen uit te voeren. De ruimte is geschikt
entree hier terecht om hun jassen en tassen op te
voor het ophangen en aansluiten van diverse
bergen in de locker en de benodigde schoolspullen
(ICT-)presentatiemiddelen, zoals bijvoorbeeld een
te pakken. Hier worden tevens de (digitale)
digiboard, en beschikt over een pc en digitaal
mededelingen met betrekking tot het rooster en
scherm.
de onderwijsdag gedaan. Deze ruimte dient een vertrouwde en veilige uitstraling te hebben voor de
Het
leerlingen en docenten om zodoende het gevoel
leerlingengesprekken en oudergesprekken. Voor
instructielokaal
is
tevens
geschikt
voor
van een thuisbasis te creëren.
privacygesprekken kan de spreekkamer van de zorgfunctionaris worden gebruikt.
Toiletgroepen Elk domein heeft aparte toiletgroepen voor jongens
Twee lokalen zullen tevens worden voorzien van een
en meisjes.
demonstratietafel ten behoeve van theorieonderwijs van de BINASK-vakken. Daarnaast zijn vaklokalen
Ruimte voor multifunctioneel apparaat/repro
voor talen, gamma, wiskunde en bèta herkenbaar
Ten behoeve van printen, kopiëren, faxen et
door kleuren.
cetera zal een aparte ruimte worden ingericht voor een multifunctioneel apparaat en eenvoudige reprovoorzieningen. Werkkast schoonmaak Voor het schoonmaken is een werkkast noodzakelijk. Deze werkkast moet ruimte bieden aan het stallen en opladen van het dweilapparaat. Tevens moeten de benodigde schoonmaakattributen en middelen opgeslagen kunnen worden en dient de ruimte te zijn voorzien van een stortbak en afvoerput. De ruimte dient grotendeels betegeld te worden en te zijn voorzien van warm en koud tapwater.
“Per domein zijn vakspecifieke lokalen in kleur aangewezen: talen, gamma, wiskunde en bèta. Het uitgangspunt is zo te roosteren dat docenten niet te vaak moeten wisselen van lokaal”
leerlingen geconcentreerd worden gewerkt en/of
Het kleine instructielokaal moet de mogelijkheid
gestudeerd. De werkplekken dienen geschikt te zijn
bieden om een groep van circa 22 leerlingen een
voor het gebruik van de benodigde ICT-middelen
plaats te bieden. Zie verder instructielokaal.
met
bijbehorende
aansluitpunten.
Het
open
leercentrum is een aaneengesloten ruimte zonder Teamleiderskamer
deuren, maar kan door de specifieke inrichting wel
De teamleiderskamer is voorzien van twee volledig
verdeeld worden in segmenten.
ingerichte
kantoorwerkplekken
met
voldoende
kastruimte. In totaal zijn er acht teamleiders. Deze
7.11 Informatiecentrum (open leercentrum)
zijn verdeeld over de drie domeinen.
Het informatiecentrum komt op één van de open leercentra van de drie domeinen. Het
Werkruimte docenten en secties
informatiecentrum is een studie- en researchruimte
Elk domein heeft een aparte kamer voor docenten en
voor leerlingen. Alle leerlingen kunnen hier in
secties. Deze kamer biedt vier kantoorwerkplekken
principe voor alle vakken terecht. Het centrum
met ICT-aansluitpunten en voldoende kastruimte.
heeft ook een leesstimulerende functie.
Hier kan gewerkt worden en er is voldoende opbergruimte voor teams/secties. Er wordt in
Instructie (luister- en spreekvaardigheid)
deze ruimten gewerkt volgens het principe van Het
Voor het praktijkgerichte talenonderwijs is een
Nieuwe Werken. Dit betekent dat er geen vaste
specifieke ruimte vereist om met een groep
werkplekken op naam zijn.
van 32 leerlingen (in groepjes) aan spreek- en luistervaardigheid te werken. Hiervoor dienen per
Groepsruimte/spreekkamer
(groeps)werkplek de noodzakelijke AV-middelen
Ten behoeve van het projectgericht onderwijs
aanwezig te zijn. De ruimte is tevens een werkruimte
wordt een groepsruimte ingericht waar in groepjes
voor andere vaardigheden.
afgezonderd
en
geconcentreerd
kan
worden
gewerkt. In deze ruimte kan met een groep worden
In het ontwerptraject zal de exacte indeling met de
vergaderd en samengewerkt. Daarnaast kan deze
sectie en een leverancier nader uitgewerkt worden.
ruimte worden gebruikt als extra spreekkamer. Deze ruimte dient geschikt te zijn voor het gebruik
Leeshoek
van de benodigde ICT-middelen. Afhankelijk van de
In een soort nieuwscafé-achtige setting kunnen
groepsgrootte dient het aantal zitplaatsen bepaald
leerlingen en docenten in deze ruimte boeken,
te worden.
naslagwerken en (digitale) bronnen inzien of een krant/tijdschrift lezen. Er is plaats voor 32 leerlingen
Open
leercentrum:
individuele
(computer)
werkplekken Het open leercentrum voorziet in (computer) werkplekken c.q. een mediatheekfunctie. Op de individuele werkplekken kan door een of twee
in verschillende zitjes zoals een stamtafel, treinzitjes en concentratieplekken.
72+73
Klein instructielokaal
Bibliotheek De
bibliotheek
is
het
onderzoekscentrum.
Voor de talen en diverse andere vakken blijven boeken, verslagen, readers en andere papieren documentatie
enorm
belangrijk
voor
diverse
projecten (discussies, presentaties, presentaties literatuurgeschiedenis, leesbevorderingsprojecten A+,
onderzoeksprojecten,
leesbevordering
bovenbouw et cetera). Er dient daarom een ruimte
ingericht
te
worden
met
voldoende
kastruimte, stellages, planken, displays en andere bibliotheekinrichting. In deze ruimte kunnen ook collecties getoond worden als poëzie, leesboekjes uit
de
enzovoort.
literatuurgeschiedenis,
themaboeken
Bijlage: Ruimtestaat
Ruimtelijk Programma van Eisen - Gebruiksniveau Haren, Nieuwbouw bovenbouw Zernike College Opdrachtgever: Gebruiker: Datum: Versie:
Gemeente Haren Zernike College 8 december 2011 0.8
Fuctioneel
Ruimtenr. Functie 1
Situering
aantal (werk) plekken
Oppervlakte positie rooster
subtotaalm² m² n.v.o. n.v.o.
VERBINDENDE FUNCTIES
1.1
Ontmoeting
1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.1.5 1.1.6 1.1.7 1.1.8 1.1.9 1.1.10 1.1.11 1.1.12 1.1.13 1.1.14 1.1.15 1.1.16 1.1.17 1.1.18
entreepartij garderobe meldkamer toiletten heren invalidentoilet toiletten dames multifunctionele kantine vast podium (in MF) opslag MF-ruimte uitgifte cateraar+inname keuken cateraar werkplek cateraar droge opslag cateraar koelcel cateraar werkruimte centrale schoonmaakruimte natte (container)opslag goedereningang palletopslag
1.2.
Ontmoeting medewerkers
1.2.1 1.2.2 1.2.3
ontmoetingsruimte + pantry personeeltoilet heren personeeltoilet dames
1.3.
Ondersteunende diensten
1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4 1.3.5 1.3.6 1.3.7 1.3.8 1.3.9 1.3.10 1.3.11 1.3.12 1.3.13
kantoor facilitair manager kamer absentiecooördinator spreekkamer zorgfunctionaris kantoor decaan spreekkamer dekanaat archief kantoor roostermaker kantoor vestigingsdirectie repro opslag ICT-coordinator Systeembeheer Server
1.4.
Management, staf en administratie
1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.4.5 1.4.6
kantoor rector Vergaderruimte kantoor directiesecretaris kantoor hoofd financiën kantoor administratie + P&O kantoor P&O-medewerker
2
SPECIFIEKE ONDERWIJSCLUSTERS
2.1
Cluster Kunst
2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5 2.1.6 2.1.7 2.1.9
Ruimten beeldende vakken Vaklokaal drama opbergruimte muziek opbergruimte drama Vaklokaal muziek grote repetitie-ruimte kleine repititie-ruimte Instructie CKV
totaal m² n.v.o.
Ruimelijk minimale eis frisse scholen
Gewenste vrije hoogte inhoud (m³)
opmerkingen
1.191 758 BG BG BG BG BG BG BG BG BG BG BG BG BG BG BG BG BG BG
10 5 10 10 5 18 580 40 5 20 10 10 5 10 10 5 5
1 5 1 6
3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20
3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 5,00 5,00 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50
35,0 17,5 35,0 35,0 17,5 63,0 2.900,0 0,0 140,0 17,5 70,0 35,0 35,0 17,5 35,0 35,0 17,5 17,5
3,20 3,20 3,20
3,50 3,50 3,50
420,0 14,0 21,0
3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20
3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50
31,5 31,5 31,5 94,5 31,5 66,5 31,5 63,0 70,0 35,0 31,5 94,5 17,5
3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20
3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50
63,0 84,0 31,5 31,5 189,0 31,5
inclusief vergaderfunctie 10 personen
3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20
3,50 5,00 3,50 3,50 5,00 5,00 3,50 3,50
0,0 350,0 42,0 28,0 375,0 75,0 35,0 171,5
zie cluster technasium voorkomen geluidsoverdracht (installaties, bouwkundig)
verdelen in (open) segmenten t.b.v. meubilair
dichtbij leveranciersingang dichtbij leveranciersingang dichtbij leveranciersingang dichtbij leveranciersingang dichtbij leveranciersingang
130 BG BG BG
60 2 2
120 4 6
BG BG BG BG BG BG BG BG BG BG BG BG BG
1 1 1 3
9 9 9 27 9 19 9 18 20 10 9 27 5
BG BG BG BG BG BG
1
incl pantry, 24 werkplekken, groepswerkplek 8 personen, garderobe, stamtafel + postvakken
180
1 1 1 3 1 3
discrete toegang voor leerlingen
inclusief vergaderfunctie gebouwdirectie inclusief vergaderfunctie gebouwdirectie mag ook op verdieping mag ook op verdieping aparte koeling, mag ook op verdieping
123 18 24 9 9 54 9
1 1 6 1
938 298 BG BG BG BG BG BG BG BG
32
1
32
1
1
0 70 12 8 75 15 10 49
voorkomen geluidsoverdracht (installaties, bouwkundig) voorkomen geluidsoverdracht (installaties, bouwkundig) voorkomen geluidsoverdracht (installaties, bouwkundig) opbergen CKV bij Technasium
Fuctioneel
Ruimtenr. Functie 2.1.10 2.1.10 2.1.11 2.1.12
Instructie CKV Instructie CKV (3e ruimte delen met Binas demolokaal) toiletten heren toiletten dames
2.2
Cluster Science/Technasium
2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6
Technasium werkplaats inclusief beeldend practicumlokaal practicumlokaal practicumlokaal demonstratielokaal Binas +3e ruimte instructie CKV TOA-ruimte
2.3
Cluster Lichamelijke Opvoeding (in verband met gebruik bestaand separaat opgepakt)
3
DOMEINEN
3.1
Bovenbouw Montessori
3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5 3.1.6
Algemeen Lockers toiletten dames toiletten heren MFA Bergruimte schoonmaak
3.1.7 3.1.8 3.1.9 3.1.10 3.1.11 3.1.12 3.1.13 3.1.14 3.1.15 3.1.16 3.1.17 3.1.18 3.1.19
lokalen instructielokaal groot instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal klein
3.1.20 3.1.21 3.1.22 3.1.23 3.1.24 3.1.25 3.1.26
werkplekken kantoor teamleiders werkruimte docenten/ secties Groepswerkplek Groepswerkplek Groepswerkplek Groepswerkplek Open leercentrum
3.2
Studiehuis VWO
3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.2.6
Algemeen Lockers toiletten dames toiletten heren MFA Bergruimte schoonmaak
3.2.7 3.2.8 3.2.9 3.2.10 3.2.11 3.2.12 3.2.13 3.2.14 3.2.15 3.2.16
lokalen instructielokaal groot instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal
Situering
aantal (werk) plekken
BG BG BG BG
Oppervlakte positie rooster
subtotaalm² m² n.v.o. n.v.o.
1 1
49 0 4 6
3 1 1 1 1 1
300 80 80 80 80 20
2 2
totaal m² n.v.o.
Ruimelijk minimale eis frisse scholen
Gewenste vrije hoogte inhoud (m³)
3,20 3,20 3,20 3,20
3,50 3,50 3,50 3,50
171,5 0,0 14,0 21,0
3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20
3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50
1.050,0 280,0 280,0 280,0 280,0 70,0
80 15 10 5 5 10
3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20
3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50
280,0 52,5 35,0 17,5 17,5 35,0
72 49 49 49 49 49 49 49 36 36 36 36 36
3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20
3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50
252,0 171,5 171,5 171,5 171,5 171,5 171,5 171,5 126,0 126,0 126,0 126,0 126,0
18 36 15 10 10 0 200
3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20
3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50
63,0 126,0 52,5 35,0 35,0 0,0 700,0
80 15 10 5 5 10
3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20
3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50
280,0 52,5 35,0 17,5 17,5 35,0
72 49 49 49 49 49 49 49 49 36
3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20
3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50
252,0 171,5 171,5 171,5 171,5 171,5 171,5 171,5 171,5 126,0
opmerkingen opbergen CKV bij Technasium opbergen CKV bij Technasium
640 BG BG BG BG BG BG
90
eventueel CKV en Binas combineren
-
3.195 1.009
450 5 5
2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
2 4 6 4 4 -
op te delen in 2x36
voor 25 leerlingen voor 25 leerlingen voor 25 leerlingen voor 25 leerlingen voor 25 leerlingen
geen vast werkplekken op naam, voldoende kastruimte realiseren
mag ook in meerdere vloervelden uitgevoerd worden
858
550 5 5 1
2 1 1 1 1 1 1 1 1 1
op te delen in 2x36
voor 25 leerlingen
Fuctioneel
Ruimtenr. Functie 3.2.17 3.2.18 3.2.19 3.2.20
instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal klein
3.2.24 3.2.25 3.2.26 3.2.27 3.2.28 3.2.29 3.2.30
werkplekken kantoor teamleiders werkruimte docenten/ secties Groepswerkplek Groepswerkplek Groepswerkplek Groepswerkplek Open leercentrum = informatiecentrum
3.3
Studiehuis HAVO
3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.3.5 3.3.6
Algemeen Lockers toiletten dames toiletten heren MFA Bergruimte schoonmaak
3.3.7 3.3.8 3.3.9 3.3.10 3.3.11 3.3.12 3.3.13 3.3.14 3.3.15 3.3.16 3.3.17 3.3.18 3.3.19 3.3.20
lokalen instructielokaal groot instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal instructielokaal klein
3.3.21 3.3.22 3.3.23 3.3.24 3.3.25 3.3.26 3.3.27
werkplekken kantoor teamleiders werkruimte docenten/ secties Groepswerkplek Groepswerkplek Groepswerkplek Groepswerkplek Open leercentrum
4 4.1 4.2 4.3
INFORMATIECENTRUM Specifieke instructie Leeshoek Bibliotheek
Totaal nieuwbouw functioneel nuttig vloeroppervlak indelingsverlies horizontaal verkeer glaslijncorrectie niet-statische bouwdelen verhuurbaar vloeroppervlak installaties verticaal verkeer statische bouwdelen lage ruimten brutovloeroppervlak
Situering
aantal (werk) plekken
Oppervlakte positie rooster 1 1 1 1
2 4 6 4 4 -
subtotaalm² m² n.v.o. n.v.o.
totaal m² n.v.o.
Ruimelijk minimale eis frisse scholen
Gewenste vrije hoogte inhoud (m³)
36 36 36 36
3,20 3,20 3,20 3,20
3,50 3,50 3,50 3,50
126,0 126,0 126,0 126,0
18 36 15 10 10 0 0
3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20
3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50
63,0 126,0 52,5 35,0 35,0 0,0 0,0
80 15 10 5 5 10
3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20
3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50
280,0 52,5 35,0 17,5 17,5 35,0
72 49 49 49 49 49 49 49 49 36 36 36 36 36
3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20
3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50
252,0 171,5 171,5 171,5 171,5 171,5 171,5 171,5 171,5 126,0 126,0 126,0 126,0 126,0
18 36 15 10 10 0 200
3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20 3,20
3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50
63,0 126,0 52,5 35,0 35,0 0,0 700,0
3,20 3,20 3,20
3,50 3,50 3,50
350,0 245,0 350,0
opmerkingen voor 25 leerlingen voor 25 leerlingen voor 25 leerlingen voor 25 leerlingen
geen vast werkplekken op naam, voldoende kastruimte realiseren
mag ook in meerdere vloervelden uitgevoerd worden
1.058
450 5 5
2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
2 4 6 4 4 -
op te delen in 2x36
voor 25 leerlingen voor 25 leerlingen voor 25 leerlingen voor 25 leerlingen voor 25 leerlingen
geen vast werkplekken op naam, voldoende kastruimte realiseren
mag ook in meerdere vloervelden uitgevoerd worden
270 bij studiehuis VWO bij studiehuis VWO bij studiehuis VWO
1
100 70 100
58
5.324 100% 4% 10% 1% 3% 118% 7% 6% 7% 1% 139%
5.324 213 532 53 160 6.282 373 319 373 53 7.400
exclusief LO
r, , l i e w ijs u r eg e r r ond o vo rij p rkv a ch w e ns uis e e th O o e m en M B g vw / n ori , V e o ol ss VO av te HA h n o O, w ou VW
Bijlage:
lke y H
H
in ell
ga
ma m ra
g k& e ro e p b B n w ter roep unte eu i n sta N e urg gsp e o t B e ti m : tu an em ec rui S itg i r i : M U jul uwd ente : n rp : 22 ebo t rec s Va oor rwe G ee s in : s e V nd ni r :m de t P O m e tu n a a an h n d Da . e m v e n cc ijlag g lope ming isen B n e di e o lei afg dk an
Uitgangspunten programma van eisen incl. verslag gebouwdirectie, d.d. 22 juli 2011
Scholengemeenschap voor regulier, Montessori en thuiswerkvrij onderwijs, VWO, HAVO, VMBO
Nieuwbouw havo/vwo
Memo Van : Ben ter Beek & Hylke Hellinga Voor : Stuurgroep Onderwerp : Uitgangspunten programma van eisen incl. verslag gebouwdirectie Datum cc. Bijlage
: 22 juli : Gebouwdirectie : meest recente ruimtestaat
Inleiding In de afgelopen maanden is in samenwerking met de gebruikers van het Zernike College gewerkt aan de totstandkoming van het Programma van Eisen. Deze notitie beschrijft de uitgangspunten van het programma van eisen en de onderliggende afwegingen van het Zernike College. Uitgangspunten Het programma van eisen voorziet in de volgende uitgangspunten voor de nieuwbouw. 1. De vertaling van de onderwijsvisie van het Zernike College in het gebouwconcept 2. Het borgen van de belangrijkste cultuuraspecten van het Zernike College, waarvan ‘het elkaar ontmoeten’ de belangrijkste is. 3. Huisvesting van 1.440 leerlingen. Dit aantal voorziet in het principe dat de derdejaars van de locatie Rummerinkhof mee gaan naar de nieuwe locatie. 4. De nieuwbouw wordt de feitelijke hoofdvestiging voor het Zernike, d.w.z. rector, staf en servicebureau zitten - naast de vestigingsdirectie, teamleiders en OOP- op de vestiging. Dit wordt de plek waar de kerndirectie vergadert en onder andere de MR en het stichtingsfonds Zernike bijeenkomen. 5. Er komt een robuust ICT-systeem onder het motto ‘draadloos waar kan en bedraad waar nodig’ 6. De kwaliteitsaspecten lucht, licht, ruimte en akoestiek. Deze zijn vertaald in kwaliteitsklasse 3 op basis van het Frisse Scholen Concept. Dit gaat uit van het volgende: a. Visueel en akoestisch comfort op niveau: zeer goed b. Thermisch comfort en luchtkwaliteit op niveau: goed c. Energie op niveau: acceptabel 7. Eisen aan de uitstraling van de locatie, het gebouw en het interieur volgens het principe ‘functie gaat boven vorm’. 8. Een ruimtelijk programma van ca. 7.200 m2 bvo excl. de sportvoorzieningen. Dit is ca. 1.200 m2 bvo minder ten opzichte van de norm van 8.410 m2 bvo. 9. Een gevarieerd aanbod aan onderwijsruimten met het lokaal als basis, bestaande uit a. 59 roosterposities (lokalen, praktijklokalen, technasium, LO, et cetera) b. 3 open leercentra (niet ingeroosterd) c. Groepswerkplekken 10. Technische ambities behorende bij kwaliteitsklasse 3, aangevuld met enkele ‘droommaatregelen’ op het gebied van duurzaamheid (gebaseerd op BREEAM) Opgemerkt dient te worden dat de ruimtevraag van de gebruikers hoger ligt dan de hierboven genoemde vierkante meters. Door de principekeuze voor kwaliteitsklasse 3 is ten opzichte van de
ruimtevraag gesneden in het aantal vierkante meters. Voor de volledigheid is het verslag van de recente discussie hierover in de gebouwdirectie bijgevoegd aan deze notitie. Voor de sportvoorzieningen is een aparte notitie van eisen en wensen voor de sporthal Scharlakenhof geformuleerd. Afronding Programma van Eisen Voor de afronding van het programma van eisen dienen de volgende zaken nog uitgevoerd te worden. 1. Invoegen van de stedenbouwkundige randvoorwaarden na afronding van de stedenbouwkundige studie 2. Het uitwerken van de technische ambities in technische prestatie-eisen die noodzakelijk zijn voor de bouworganisatievorm DBM Daarnaast wordt het document nog compleet gemaakt met beeldmateriaal en de noodzakelijke (textuele) opmaak.
Verslag discussie gebouwdirectie 5-12-19 juli 2011 Na inventarisatie van de gebruikers sloot de ruimtestaat op 5 juli 2011 op een ruimtevraag van 8.370 m2 bvo. In deze ruimtestaat bleek voor het gewenste rooster nog onvoldoende roosterposities gereserveerd te zijn. Inmiddels is door de school echter ook een principekeuze uitgesproken voor kwaliteitsklasse 3 op basis van het Frisse Scholen Concept. Op basis van het op dat moment (voorgenomen) beschikbare budget en de bouwkosten lag er voor de gebouwdirectie een forse taakstelling om ca. 1.200 m2 bvo (ca. 860 m2 nuttig vloeroppervlak) te besparen ten opzichte van de norm vierkante meters van ca. 8.410 m2 bvo. Dit als volgt binnen de gebouwdirectie opgelost. Vraagstelling Om als gebouwdirectie tot een goede keuze te komen dient de volgende vraagstelling onderzocht en beantwoord te worden. Hoe kan binnen de projectkaders tot een definitief programma van eisen gekomen worden, waarbij het optimum wordt bepaald in de samenhang tussen: 1. Het gewenste kwaliteitsniveau waarbij a. Rekening wordt gehouden met de kernbegrippen lucht, licht, ruimte en akoestiek b. Wordt voorzien in het feit dat de school economisch eigenaar wordt van het gebouw en daardoor verantwoordelijk is voor de exploitatie 2. Het gewenste onderwijsconcept dat: a. Voorziet in een variëteit in onderwijsactiviteiten (en onderwijsruimten) met het lokaal als basis 3. De gewenste ruimte die: a. Kan voorzien in een aantrekkelijk en doorlopend rooster voor leerlingen b. Kan inspelen op een diversiteit aan groepsgroottes Dat leidde tot de onderstaande kernvraag: Op welke wijze kunnen we kwalitatief bouwen op niveau 3 én toch voldoen aan het gewenste onderwijsconcept en voldoende lokalen/ roosterposities binnen een ruimtevraag van ca 7200 m2bvo (derhalve een besparing van ca. 860 m2 nuttig vloeroppervlak in de voorliggende ruimtestaat) uitgaande van het normbudget huisvesting en 5% toeslag van de gemeente Haren? Op basis van de discussie op 5 juli in de gebouwdirectie is draaijer+partners op 12 juli uitgenodigd om een toelichting te geven op de situatie en variabelen. Op basis hiervan zijn verschillende scenario’s uitgewerkt en aan de gebouwdirectie toegestuurd met een begeleidende memo (zie achter dit verslag). Deze scenario’s voorzagen in: 1. Algemene besparingsmogelijkheden 2. Aanvullende besparingen en het toevoegen van 5 roosterposities op basis van scenario 1 3. Extra besparingen ten gunste van het toevoegen van 8 roosterposities op basis van scenario 1 en 2 4. Het loslaten van het onderwijsconcept. In de gebouwdirectie van 19 juli jl. is een memo met aantal scenario’s besproken van de nieuwbouw van de bovenbouw. In deze scenario’s is getracht de relatie uit te werken tussen lokaalbehoefte, kwaliteit van roostering en kwaliteit van het gebouw in termen van lucht, licht ruimte en akoestiek. De volgende vraagstelling is het uitgangspunt. Discussie De gebouwdirectie vindt dat in scenario 1 en 2 te weinig ruimte was ingedeeld voor lokalen uitgaande van 1440 leerlingen. Concreet betekent dit dat er uitgaande van piekbelasting in het rooster en de piek in leerlingaantallen gebouwd gaat worden. Er zijn toen drie scenario’s gemaakt om meer lokalen te
creëren en minder uit te geven voor algemene ruimte en ruimte voor de clustervakken. De gebouwdirectie onderschrijft het principe van lokalen en openleercentra (het optimaal gebruik maken van verkeersruimte als onderwijsruimte voor activerende didactiek), aparte ruimte voor clustervakken en ontmoetingsruimte voor leerlingen en medewerkers. Ook onderschrijft zij het streven naar klasse 3 van het frisse scholen concept, d.w.z. een niveau waarop duurzaamheid en een goed binnenklimaat geborgd is. Dat betekent dat er inverdiend moet worden met het aantal beschikbare meters. In het memo is eerst een algemene bezuiniging van 860 m2 nuttig vloeroppervlakte toegepast, waarbij de onderwijsruimte in de domeinen zoveel mogelijk ontzien is. Daarna is gekeken op welke wijze extra onderwijsruimte gecreëerd kan worden, zonder dat de open leercentra permanent ingeroosterd worden. De open leercentra worden benut voor opdrachten na instructie in lokalen. Deze ruimte kan ook benut worden voor opdrachten als zelfstandig werken in keuzelessen en pws in de havo. Extra lokalen kunnen creëren door uitgaande van een gemiddelde groepsgrootte van 25 leerlingen in de domeinen minder standaardlokalen van 49 m2 nuttig vo op te nemen, maar meer lokalen van 36 m2 nuttig vo. Een groot lokaal van 72 m2 nuttig vo kan gesplitst worden in twee lokalen (met schuifwand). Resultaat Bijgaande ruimtestaat laat zien op welke wijze de vierkante meters aan algemene ruimtes, de drie domeinen (per domein 15 lokalen, 3 groepswerkplekken, 2 teamleidersplekken en 4 werkplekken docenten) en de clusters zijn toebedeeld. Ook de rector en het servicecentrum, de staf van de vestiging de teamleiders en heeft ruimte gekregen in deze ruimtestaat. Het aantal roosterposities incl. gym komt dan op 59 (45 lokalen in de domeinen, 4 lokalen CKV, muziek, drama, 3 technasium, 3 practicum bèta,1 lokaal talencentrum, 3 lokalen LO). Het totaal aantal vierkante meters komt uit op 7.165 m2 bvo. Daarmee kan ook het niveau drie van het frisse scholen concept bereikt worden. Het vereist van de roostermaker dat bij het inrooster goed gekeken wordt naar de vakken en de klassenomvang. Vervolg Het plan van eisen is bijna afgerond. Begin van het schooljaar zullen we met de medewerkers de laatste versie van het plan bespreken. Het is de basis voor de volgende fase in het project: het ontwerp van het gebouw. In deze fase is de school ook nauw betrokken. Het gaat om de keuze van de architect en de ontwerpen die hij bedenkt op basis van het plan van eisen. We hebben dan nog steeds de mogelijkheid creatief te schuiven met de ruimte. De fase van ontwerp eindigt in een ontwerp dat de basis is voor aanbesteding van de aannemer en installateur. En dan spreken we over volgend kalenderjaar.
Scenario’s gebouwdirectie Uitgangspunten Eerst noemen we een aantal uitgangspunten waaraan elk scenario aan getoetst kan worden. Er zijn drie domeinen (Montessori, studiehuis havo en vwo); Kwaliteitsklasse 3 is het uitgangspunt, d.w.z. 1200 m2 bvo en 860 m2 nuttig vo besparen op totaal; Lokaal is het uitgangspunt, open leercentrum maakt activerende didactiek mogelijk en is niet ingeroosterd; Onderwijs wordt gegeven van 8.30 tot 16.00 uur: er zijn 29 roosterposities; Besparingen in elk scenario Bij een aantal ruimten kan relatief zonder grote gevolgen bespaart worden . Functie en huidige ruimtestaat Huidig Nieuw Kantine 1000 m2 700 m2 Ontmoetingsruimte personeel 150 m2 120 m2 2 Vaklokaal drama 100 m 50 m2 Vaklokaal muziek 100 m2 75 m2 2 2x instructie ckv 2*60 m 2*49 m2 2 Technasium/beeldend 360 m 300 m2 Open leercentra 2*300 m2 2*200 m2 2 1x Open leercentra bij talencentrum 200 m 150 m2 2 12 naar 9 groepswerkplekken 3*50 m 3*35 m2
Winst 300 m2 30 m2 50 m2 25 m2 22 m2 60 m2 200 m2 50 m2 45 m2 782 m2
Met daarbij nog een aantal kleine besparingen op (algemene ruimte) wordt een besparing gerealiseerd van exact 860 m2 nuttig vloeroppervlakte. Echter wordt hiermee nog niet voldaan aan het aantal roosterposities/lokalen. Zie bijlage ‘algemene besparingen’ Scenario 5 extra lokalen Extra roosterpositie verligt druk op aantal lokalen, daardoor geen 6 maar 5 extra lokalen. Uitvoeren algemene besparingen drie grote instructielokalen per domein te delen in zes kleine lokalen, winst drie lokalen. Dus we gaan uit van 2 extra instructielokalen op de domeinen In dit scenario gaan we ook in de middag keuze-uren met zelfstandig werken plannen op de open leercentra. Functie en huidige ruimtestaat Algemene besparing Van 3 grote naar 6 kleine lokalen 2 extra lokalen Kantine verder verkleinen
Huidig
Nieuw
3*64 m2
6*36 m2 49 m2 580 m2
700 m2
Winst 860 m2 -24 m2 -98 m2 120 m2 858 m2
Zie bijlage ‘5 lokalen’( deze variant legt druk op vormfactoren door meer verkeersruimte) Scenario 8 extra lokalen Extra roosterpositie verligt druk op aantal lokalen, daardoor geen 9 maar 8 extra lokalen. Uitvoeren scenario 5 extra lokalen
-
3 extra instructielokalen op de domeinen van in totaal.
Functie en huidige ruimtestaat Algemene besparing 3 extra lokalen Kantine verder verkleinen Schrappen groepsruimte Open leercentra 1x Open leercentra bij talencentrum Schrappen kleine repetitieruimte
Huidig
Nieuw
580 m2 3*10 m2 2*200 m2 150 m2 10 m2
49 m2 550 m2 3*0 m2 2*175 m2 125 m2 0 m2
Winst 858 m2 -147 m2 30 m2 30 m2 50 m2 25 m2 10 m2 856 m2
Zie bijlage ‘8 lokalen’ (deze variant legt meer druk op vormfactoren door meer verkeersruimte) Scenario andere visie Uitvoeren algemene besparingen 10 extra instructielokalen Open leercentra verdwijnen Functie en huidige ruimtestaat Algemene besparing 9 extra lokalen Vervallen open leercentra 1x Open leercentra bij talencentrum
Huidig
Nieuw
2*200 m2 150 m2
10*49 m2 m2 m2
Extra verkeersruimte/ gangzones
Winst 860 m2 -490 m2 400 m2 150 m2 920 m2 -/- m2
Geen bijlage van dit scenario aangezien vormfactoren lastig/niet haalbaar zijn. Conclusie Deel van de noodzakelijke besparingen kan relatief eenvoudig en gaat (bijna) niet ten koste van onderwijskundige voorzieningen en onderwijsconcept. Verdere besparingen voor meer lokalen hebben een (sterk) drukkend effect op de open zones (vooral kantine en ook open leer centra en groepswerkplekken, et cetera) Kiezen voor zoveel mogelijk lokalen kan niet ongestraft. Schrappen voor open zones zorgt voor extra meters verkeersruimte (minder nuttige meters en geen ruimtebesparing)