Effectief reflecteren met kinderen
Wat is nodig om het reflecteren met kinderen effectiever te maken?
© Reflectiemeester
Naam: Studentnummer: Stageschool: Onderzoeksbegeleider: Inleverdatum:
Joyce van Oers 2001881 OBS de Samenloop Hans van der Heijden 24 – 3 – 2011
A V A N S H O G E S C H O O L B R E D A
2011
Effectief reflecteren met kinderen
B: Samenvatting Dit onderzoek richt zich op het reflecteren met kinderen. Ik heb het reflecteren onderzocht zoals dat tot nu toe gebeurt op basisschool de samenloop, omdat ik wilde weten waar dit verbeterd of ondersteund moest worden, zodat ik een passende ondersteuning van het effectief reflecteren met kinderen kon ontwikkelen. De onderzoeksvraag is als volgt geformuleerd: Wat is er nodig op basisschool de Samenloop om het reflecteren met kinderen in de groepen 3 t/m 8 effectiever te maken voor leerkrachten en leerlingen? Als eerst heb ik gekeken naar de literatuur. Dit is erg belangrijk om het onderzoek uit te kunnen voeren. Het begrip reflecteren moest duidelijk zijn. Ook moest ik weten hoe het reflecteren met kinderen hoort te gebeuren bij Kaleidoscoop. Om zomaar over reflecteren te beginnen binnen dit onderwijs moest ik weten hoe Kaleidoscoop werkt. Omdat de school met de methode Kaleidoscoop werkt, is dit een erg belangrijk onderdeel in dit onderzoek. Dit heb ik dan ook onderzocht. Ik heb verschillende methoden gebruikt om dit onderzoek vorm te geven. Ik heb onderzoek gedaan door middel van vragenlijsten onder de leerkrachten over het reflecteren met kinderen. Ik wilde hiermee te weten komen wat de beginsituatie van de groepen was. Uiteindelijk was de conclusie dat groepen 1 en 2 reflecteren zoals dat bij Kaleidoscoop hoort. Zij maken het reflecteren actief, gebruiken spelletjes en materialen van de leerlingen om te reflecteren met kinderen. Bij groep 3 t/m 5 wordt er gereflecteerd met kinderen, maar iedere keer op dezelfde manier. Er zit weinig variatie in. In groep 6 en 7 wordt weinig gereflecteerd met kinderen. Hierna heb ik nog een aantal klassenbezoeken gehouden. Hieruit wilde ik nog helderder krijgen hoe het reflecteren tot stand kwam in de groepen. Hierbij gaven sommige leerkrachten aan niet of weinig te reflecteren met kinderen. Bij deze groepen ben ik dan ook niet op klassenbezoek geweest. Bij groep 1-2 heb ik gekeken, omdat zij echt op de manier van Kaleidoscoop bezig zijn. Dit werd mij goed duidelijk tijdens mijn klassenbezoek. Bij de andere groepen waar ik langs ben geweest was dit een stuk minder. De meest voorkomende reden is dat de leerkrachten simpelweg te weinig tijd hebben om goed te kunnen reflecteren met kinderen. Uiteindelijk heb ik een format en materialen ontworpen waarmee de leerkrachten het reflecteren in de groepen effectiever en uitdagender kunnen maken. Het zijn actieve werkvormen. Een aantal zijn zelfstandig uit te voeren en een aantal in een klein groepje of met de hele klas. Mijn advies aan basisschool de Samenloop is om eerst te zorgen voor een goede leeromgeving zoals Kaleidoscoop die omschrijft. Ook het plannen en het werken moet duidelijk zijn voor de kinderen. Daarna het reflecteren met kinderen, eerst op papier en later met actievere werkvormen. Het moet echt in het dagschema komen voor de leerkrachten die dat nog niet hebben. Het dagschema vooruitkijken – werken – terugkijken moet helder zijn bij de leerlingen. Daarna kunnen ze gebruik maken van de actieve werkvormen voor het terugkijken.
Pagina 2
2011
Effectief reflecteren met kinderen
C: Inhoudsopgave A: Titelpagina
blz. 1
B: Samenvatting
blz. 2
C: Inhoudsopgave
blz. 3
D: Inleiding Voorwoord Introductie van de titel van het onderzoek Verantwoording van de onderzoekskeuze Professionele context Verwachte opbrengst voor de stageschool Verwachte opbrengst in relatie met de te verwerven competenties
blz. 5 blz. 5 blz. 6 blz. 6 blz. 7 blz. 7
E: Professionele situatie Het schoolprofiel van de stageschool Beschrijving van de probleemcasus vanuit de basisschool Stellingname student
blz. 8 blz. 8 blz. 9
F: Onderzoekscyclus Welke stappen worden gezet? Wat is het plan? Actieplan, werkwijze, plan van aanpak, beslispunten en tijdsplanning
Blz. 10 blz. 10
G: Probleemstelling en onderzoeksvraag Afbakening van het onderzoek Formulering van de probleemstelling Formulering van de onderzoeksvraag Formulering van de hypothese
blz. 11 blz. 11 blz. 11 blz. 11
H: Theoretische fundering Samenstellen literatuurlijst in overleg met begeleidend docent Motivering van de literatuurkeuze/ relatie met het onderzoek Op welke vragen wil ik een antwoord zoeken in de literatuur? Literatuuronderzoek Bevindingen en conclusies
blz. 12 blz. 12 Blz. 13 blz. 13 blz. 17
I: Voorbereiding onderzoek Verantwoording van de onderzoeksmiddelen Ontwerp van de onderzoeksmiddelen
blz. 19 blz. 21
J: Uitvoering van het onderzoek Verslag van het onderzoek.
Blz. 22
Pagina 3
2011
Effectief reflecteren met kinderen
K: Conclusies Wat zijn de conclusies van het onderzoek vanuit de verkregen resultaten? Blz. 23 Klopt de hypothese? Blz. 23 Zijn verwachtingen uitgekomen? Relatie tot eigen stellingname blz. 23 Antwoorden op de onderzoeksvraag en deelvragen blz. 24 Opbrengst voor de school blz. 25 Opbrengst voor mijzelf blz. 25 L: Aanbevelingen en slotwoord Welke adviezen geef je? Toekomstperspectief Slotwoord
Blz. 27 blz. 27 blz. 28
M: Bijlagen Interview Ingeborg Veen van basisschool de Klaverweide Vragenlijsten Basisschool de Samenloop Uitkomsten vragenlijsten Klassenbezoeken Format reflecteren Reflectiematerialen Artikelen Peerassessments N: Literatuurlijst
blz. 29 blz. 30 blz. 31 blz. 37 blz. 40 blz. 42 blz. 53 blz. 54 blz. 64
Pagina 4
2011
Effectief reflecteren met kinderen
D: Inleiding Voorwoord Het was een uitdaging om een goede ontwikkelingsopdracht te vinden voor de school. De opdracht moest namelijk een ontwikkelingsopdracht zijn die in alle klassen uitvoerbaar is en waar de hele school na het onderzoek profijt van zou kunnen hebben. Toen ik in januari op basisschool locatie Samenloop in Breda kwam, was er een vraag opgesteld die ik uit zou kunnen voeren. Toen ik hier met mijn begeleider in overleg ging, kwam hierbij naar voren dat dit geen goede vraag was voor de hele school. De vraag was namelijk nogal gericht op alleen groep 5 en niet op de gehele organisatie. Samen met de locatieleidster (José van der Hoeven), ben ik in overleg gegaan over de schoolontwikkelingsopdracht. Wij besloten samen om ook Jetty Vegter hierbij te betrekken, omdat zij de coach van Kaleidoscoop is op deze school. Kaleidoscoop is een educatieve methode voor jonge kinderen. De methode richt zich op de brede ontwikkeling van kinderen, met speciale aandacht voor de taalontwikkeling. Actief leren is de kern van Kaleidoscoop. De methode gaat er vanuit dat kinderen kennis verwerven en vaardigheden ontwikkelen door actief betrokken te zijn bij mensen, materialen, gebeurtenissen en ideeën. Leerkrachten en leidsters ondersteunen het actief leren. Basisschool de samenloop werkt in groep 1-2 al een hele tijd met Kaleidoscoop, maar in de groepen 3 t/m 8 is dit nog in ontwikkeling. Er zijn daarom ook nog verschillende punten waar de school zich nog in moet ontwikkelen. Jetty Vegter heeft een mail gestuurd met onderwerpen waar de school zich op zou kunnen richten. Eerst besloot ik verder te gaan op het onderwerp: Effectieve instructie in de kleine groep. Dit had Alex Huijbregts namelijk uitgewerkt voor zijn schoolontwikkelingsopdracht. Toen ik dit besprak met Theo Hoedjes, de onderzoeksbegeleider van Alex Huijbregts, vond hij dit niet zo’n goed idee. Ik zou hier te weinig nog in verder kunnen. Naar aanleiding van de mail van Jetty Vegter, waarbij een verbinding werd gemaakt met ‘opbrengst gericht werken’ kwamen we bij op het onderwerp reflecteren. Introductie van de titel van het onderzoek De titel van dit onderzoek is: “Effectief reflecteren met kinderen”. Het is de bedoeling dat er ondersteuning komt voor het reflecteren. Ik wil hiervoor materialen gaan ontwerpen en een format opstellen over reflecteren met kinderen, waar het reflecteren met kinderen effectiever door zal worden. Dit moet bruikbaar zijn voor groep 1 t/m groep 8. Vooruitkijken – werken – terugkijken1 De cyclus vooruitkijken – werken – terugkijken is een vast onderdeel van het dagschema van Kaleidoscoop. Vanaf groep 3 betekent dit een grote omslag, omdat kinderen een inhoudelijke keuze hebben. Ze kunnen met verschillende werkzaamheden bezig zijn. De cyclus bestaat uit plannen maken en deze bespreken, uitvoeren van de plannen in de interessecentra en reflecteren op de inhoud en uitvoering. 1
Bron: boek: “op het puntje van je stoel, Actief leren met Kaleidoscoop in groep 3 tot en met 8.
Pagina 5
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Terugkijken is een wezenlijk onderdeel van de cyclus. Aan terugkijken zitten twee kanten: prestatie en reflectie. Reflectie is de evaluatie van het proces en van het product. Bij presentatie laten de kinderen zien en horen wat ze hebben gedaan. Organisatorisch wordt het reflecteren gauw overgeslagen, omdat kinderen het moeilijk vinden om naar elkaar te luisteren. Ik wil door middel van mijn onderzoek de leerkrachten toch handvatten bieden om het reflecteren als vast onderdeel in het dagschema te zetten. Verantwoording van de onderzoekskeuze Naar aanleiding van een mail en een gesprek met Jetty Vegter, waarbij een verbinding werd gemaakt met ‘opbrengst gericht werken’ kwamen we bij Kaleidoscoop op reflecteren. Hierna ben ik samen met Theo Hoedjes in gesprek gegaan over de onderwerpen. Samen hebben we besloten dat het onderwerp reflecteren goed zou zijn om dat verder te ontwikkelen. Volgens Jetty Vegter werd het reflecteren eerst wel veel gedaan op deze school en was het een deel van het dagprogramma, maar het reflecteren als vast onderdeel zwakt steeds meer af. Ik moet er dus voor zorgen dat de leerkrachten ondersteuning hebben bij het reflecteren met kinderen. Het moet effectiever worden dan het nu is en het moet aansluiten bij Kaleidoscoop. Waarom is reflecteren belangrijk?2 Tijdens terugkijken denken kinderen na over wat ze hebben gedaan tijdens speelwerken. Ze praten erover en laten zien wat ze hebben gedaan. Terugkijken houdt een aantal belangrijke processen in: - Zich dingen herinneren; - Nadenken over wat je hebt meegemaakt; - Wat je van plan was in verband brengen met wat je uiteindelijk hebt gedaan; - Met anderen praten over wat je hebt gedaan en ontdekt. -
Kinderen worden steeds beter in het vertellen wat ze hebben meegemaakt. Ze vertellen niet alles, maar selecteren gebeurtenissen. Ze interpreteren wat ze hebben gedaan. Ze kijken terug op uiteenlopende manieren.
Professionele context Basisschool de Samenloop werkt met Kaleidoscoop. Dit wordt vooral gedaan in groep 1 en 2, maar zij zijn al een tijd met de hele school gecertificeerd voor Kaleidoscoop. Hierdoor zijn zij Kaleidoscoop verder aan het ontwikkelen in de groepen 3 t/m 8. De school streeft er naar alle kinderen een omgeving te bieden waarin ze zich veilig kunnen voelen, zodat ze zich, ieder op eigen niveau, kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en evenwichtig mens. Hierbij hoort ook het terugkijken/reflecteren op wat de leerlingen gedaan hebben, maar dit kan nog effectiever in de groepen 3 t/m 8. Het is nu mijn taak om het terugkijken/reflecteren in alle klassen mogelijk te maken door te onderzoeken hoe het reflecteren nu gebeurt, hoe vaak en op welke manier. Uiteindelijk zal ik dan een format en materialen ontwerpen waardoor de leerkrachten ondersteuning krijgen bij het reflecteren en zij effectiever kunnen reflecteren met kinderen. 2
Bron: boek: “actief leren”
Pagina 6
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Wat is de verwachte opbrengst voor de school? De uiteindelijke opbrengst voor de school moet een format met materialen zijn om het terugkijken/reflecteren met kinderen effectiever te maken. De school verwacht dat ik uitzoek hoe het reflecteren nu gebeurt, hoe vaak en op welke manier. Dit doe ik aan de hand van vragenlijsten die door de leerkrachten worden ingevuld. Aan de hand van de uitwerking van alle vragenlijsten ontstaat er een overzicht van de huidige praktijk. Aan de hand van deze gegevens ga ik kijken welke tips er zijn om het reflecteren effectiever te maken en zal ik ook materiaal kunnen ontwerpen voor de ondersteuning bij het reflecteren. De beginsituatie is niet alleen bruikbaar voor mijn onderzoek, maar ook voor Jetty Vegter. Het terugkijken/reflecteren moet voldoen aan de eisen van Kaleidoscoop. Het moet dus heel nauw aansluiten op Kaleidoscoop en de leerkrachten moeten hier mee aan de slag kunnen. Het onderzoek zal een bijdrage leveren bij nieuwe interventies bij de implementatie van een doorgaande lijn ‘actief leren’ en de cyclus ‘vooruitkijken, werken en terugkijken’ in de school. Wat is de te verwachten opbrengst voor mij in relatie met de te verwerven competenties? Vakinhoudelijk en didactisch competent Met dit onderzoek verwacht ik dat ik goed kan werken aan het gebruik maken van theorie en literatuur. Ik vind dat ik dit nu nog te weinig doe en hier nog verder in mag groeien. Ik wil in het bijzonder voor dit onderzoek meer leren over Kaleidoscoop, opbrengstgericht werken en over reflecteren met kinderen. Organisatorisch competent Met dit onderzoek leer ik om een onderzoek te doen binnen de hele school en niet alleen binnen mijn eigen groep. Hierdoor zal ik veel moeten voorbereiden en overleggen. Bijvoorbeeld wanneer ik iets heb ontworpen dan kan ik dit aan de leerkrachten laten zien en hun mening vragen over wat zij ervan vinden. Mijn onderzoek zal ik vooral richten op groep 3 t/m 8, omdat in groep 1/2 al met Kaleidoscoop gewerkt wordt en daar ook gereflecteerd wordt met kinderen, zoals dit hoort bij Kaleidoscoop. Samenwerken met collega’s Tijdens het onderzoek wil ik de leerkrachten, maar vooral Jetty Vegter op de hoogte houden van mijn vorderingen. Ik zal dit doen door steeds kort te vertellen waar ik mee bezig ben in de mail naar Jetty Vegter en tijdens studiedagen zal er in het team over gesproken worden. Ook wanneer een leerkracht mij vraagt over mijn onderzoek zal ik dit uitleggen. Ook zal ik steeds spullen laten zien waar ik mee bezig ben, zodat Jetty Vegter ook daadwerkelijk weten wat ik doe. Hierop wil ik ook feedback ontvangen. Competent in reflectie en ontwikkeling Tijdens het werken aan dit onderzoek wil ik ook steeds delen opsturen naar Jetty Vegter, zodat zij mijn vorderingen kan zien en zij mij hierop feedback kan geven. Jetty Vegter is toch de coach voor Kaleidoscoop op deze school en zij weet precies waar de school zich nog in moet ontwikkelen en zij kan mij ook aangeven of ik op de goede weg ben. Zelf moet ik ook steeds evalueren op het onderzoek om te kijken of het nog goed loopt en of het misschien anders zal moeten.
Pagina 7
2011
Effectief reflecteren met kinderen
E: Professionele situatie, aanleiding voor het onderzoek Het schoolprofiel3 Het algemene uitgangspunt van de school is als volgt samen te vatten: De school streeft er naar alle kinderen een omgeving te bieden waarin ze zich veilig kunnen voelen, zodat ze zich, ieder op eigen niveau, kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en evenwichtig mens. Wanneer een kind zich veilig voelt op school en in de klas zal het pas in staat zijn om nieuwe dingen te leren. De sfeer op school en in de klas speelt hierbij een belangrijke rol. De school leert de kinderen om te gaan met andere kinderen en volwassenen en daarbij wordt veel aandacht besteed aan het verwerven van de sociale vaardigheden. Er wordt de kinderen ook geleerd dat er allerlei manieren zijn om een verschil van mening op te lossen. Om de kinderen te helpen in hun ontwikkeling, werkt ieder kind op zijn/ haar eigen niveau. De school biedt leerstof aan de kinderen die is aangepast op hun eigen niveau. Er wordt niet gestreefd naar individueel onderwijs, maar voor een kind dat het nodig heeft kan er een individueel programma gemaakt worden. Er wordt daarom ook gewerkt met kleine groepen of met meerdere mensen in een groep. In groep 1/2 zijn er vaak twee mensen in de klas: de leerkracht en de leraarondersteuner of onderwijsassistente. Vanaf groep 1 leren de kinderen al zo zelfstandig mogelijk te werken en hierbij probeert de school de kinderen zelf de verantwoordelijkheid te geven voor hun eigen werk. In alle klassen wordt daarom iedere dag gewerkt met vaste uren zelfstandig werken en actief leren. In die uren gaan de kinderen aan de slag met het maken van opdrachten op allerlei gebieden. Er gelden dan vaste afspraken over de manier en het tijdstip waarop hulp kan worden gevraagd aan de leerkracht of aan een of meer medeleerlingen. Hiermee wordt bereikt dat de leerkracht tijd heeft om met een klein groepje of een individuele leerling aan de slag te gaan. De school vindt de relatie met ouders erg belangrijk en wil graag steeds bereikbaar en aanspreekbaar zijn voor ouders. Vragen, opmerkingen, prettige en minder prettige mededelingen, klachten, verhalen: allemaal altijd van harte welkom. Beschrijving van de probleemcasus vanuit de basisschool De school heeft mij gevraagd een ondersteuning te maken voor het reflecteren. Zij zijn namelijk Kaleidoscoop aan het doortrekken naar de groepen 3 t/m 8 en hierbij is het reflecteren ook een belangrijk onderdeel in het dagschema. Cyclus ‘vooruitkijken – werken – terugkijken’ bij Kaleidoscoop.4 De cyclus ‘vooruitkijken – werken – terugkijken’ is een vast onderdeel van het dagschema van Kaleidoscoop. Vanaf groep 3 betekent dit een grote omslag, omdat kinderen een inhoudelijke keuze hebben. Ze kunnen met verschillende werkzaamheden bezig zijn. De cyclus bestaat uit plannen maken en deze bespreken (vooruitkijken), uitvoeren van de plannen in de interessecentra (werken) en reflecteren op de inhoud en uitvoering (terugkijken). De 3
Bron: Schoolgids OBS de Vlier, locatie de Samenloop 2009/2010
4
Bron: ‘Op het puntje van je stoel – actief leren met Kaleidoscoop in groep 3 en verder’ door Jetty Vegter.
Pagina 8
2011
Effectief reflecteren met kinderen
cyclus vindt bij voorkeur één keer per dag plaats en duurt minimaal één uur. Alle kinderen doen eraan mee en het initiatief en de keuze van kinderen staan centraal. Terugkijken bij Kaleidoscoop. Het terugkijken is een wezenlijk onderdeel van de cyclus. Aan terugkijken zitten twee kanten: presentatie en reflectie. Reflectie is de evaluatie van het proces en van het product. Bij presentatie laten de kinderen zien en horen wat ze hebben gedaan. Evaluatie: de kinderen reflecteren op hun activiteit, waarbij ze zowel hun successen inventariseren als de problemen die ze tegenkwamen. De kinderen denken na over wat ze tijdens het werken gedaan, ontdekt, geleerd, ervaren hebben. De plannen worden vergeleken met de uitkomsten/producten en hoe de kinderen hiertoe gekomen zijn. Ze denken na over hoe ze iets de volgende keer anders zouden doen. Ze trekken conclusies, doen nieuwe inzichten op, proberen oplossingen uit. Presentatie: de kinderen presenteren wat ze gedaan hebben door erover te praten, te schrijven, te tekenen, te dansen enz. Vaak leidt presentatie tot evaluatie. Het proces van terugkijken roept ideeën op voor de plannen van de daarop volgende dagen. Het is nu mijn taak om te onderzoeken hoe het reflecteren nu gaat op basisschool de Samenloop. Hoe vaak de leerkrachten reflecteren met kinderen. Of het reflecteren is opgenomen in hun dagschema en op welke manier de leerkrachten nu reflecteren met kinderen. Daarna kan ik vaststellen hoe het reflecteren met kinderen effectiever kan op de manier zoals dat bij Kaleidoscoop past. Hiervoor zal ik ook materiaal ontwikkelen voor het reflecteren en een format als ondersteuning bij het reflecteren. Op mijn stageschool vinden veel leerkrachten het moeilijk om het reflecteren in te plannen als vast onderdeel van het dagschema. Het vergt veel tijd voor de leerkracht en kinderen kunnen niet altijd even goed naar elkaar luisteren en worden dan onrustig. Hierdoor wordt het reflecteren vaak maar tussendoor gedaan en wordt hier geen tijd voor ingepland. Door mijzelf hier nu op te focussen hoop ik leerkrachten handvatten te geven om het reflecteren toch als vast onderdeel in het dagschema te krijgen. Stellingname student Het probleem dat de school heeft aangereikt lijkt mij een uitdaging. Ik had nog nooit eerder op een school stage gelopen die Kaleidoscoop gebruikt en dan ook nog in alle groepen. De meeste scholen gebruiken dit namelijk alleen in de groepen 1 en 2. Ik vind Kaleidoscoop een goede methode. Dit omdat kinderen veel zelfstandigheid krijgen en eigenlijk ook veel verantwoordelijkheid voor hun eigen werk. Je merkt op deze stageschool al dat kinderen in groep 1/2 erg zelfstandig worden en hier heb je een hoop aan in de hogere groepen. Zij kunnen zelf hun werk maken en problemen oplossen die zij tijdens het werken tegenkomen en spullen pakken en terugzetten waar het hoort. Het lijkt mij een interessant onderzoek, omdat ik vooral naar de behoeften van de leerkrachten en leerlingen moet kijken. Zelf vind ik het ook vaak nog moeilijk om goed te reflecteren met kinderen. Hoe reflecteer je eigenlijk effectief? Het is vaak maar even tussendoor. Maar om er echt even tijd voor te maken vind ik moeilijk. Het zal voor mij dan ook heel goed zijn om dingen uit te proberen in mijn eigen groep.
Pagina 9
2011
Effectief reflecteren met kinderen
F: Hoe wordt de onderzoekscyclus doorlopen? Welke stappen worden gezet? Wat is het plan? Ik wil eerst weten wat de school precies wil van mij en aan de hand hiervan formuleer ik de probleemstelling. Naar aanleiding van de probleemstelling ga ik bedenken wat ik ervan verwacht. Wat zullen voor mij de verwachtingen zijn en wat voor de school? Ik stel een hypothese op. Hieruit komt een hoofdvraag en dit wordt mijn onderzoeksvraag. Aan de hand van de onderzoeksvraag ga ik deelvragen opstellen die mij antwoorden zullen moeten geven op de hoofdvraag. Wanneer ik alles heb geformuleerd, ga ik literatuur bestuderen en hieruit de belangrijkste dingen halen die ik nodig heb voor mijn onderzoek. Om de beginsituatie van de verschillende klassen te beoordelen, zal ik een enquête moeten houden onder leerkrachten over het terugkijken/reflecteren met kinderen. Nadat ik de enquête heb uitgewerkt, zal ik ook bij de leerkrachten in de groep observeren naar het reflecteren met kinderen. Vanuit daar kan ik dan verder met mijn onderzoek en zal ik tips en materiaal kunnen ontwikkelen voor de ondersteuning van de leerkrachten. Actieplan, werkwijze, plan van aanpak, beslispunt, tijdsplanning Week 12 t/m week 14 Week 15 Week 16 Week 17 Week 18 Week 19 Week 20 en week 21 Week 22 Week 23 Week 24 Week 25 Week 26 Week 27 Week 28 Week 36 t/m week 41 Week 42 en week 43 Week 44 t/m week 48 Week 49 t/m week 4 Week 5 t/m week 9 Week 10 Week 11 Week 12
zoeken van literatuur bij het onderwerp reflecteren en Kaleidoscoop. Formuleren van de probleemstelling en hypothese opstellen. Opstellen van de onderzoeksvraag en deelvragen. Opstellen van het onderzoeksplan. Afronden onderzoeksplan t/m G. Peerassessment 1. Onderzoeksplan Deel A. D t/m G. Literatuuronderzoek. Antwoorden op deelvragen. Vragenlijst onder de leerkrachten van basisschool de Samenloop om de beginsituatie te beoordelen in de verschillende groepen. Schoolbezoek basisschool Klaverweide. Actief reflecteren. Verslag maken schoolbezoek. vragenlijsten uitwerken Peerassessment 2. Onderzoeksplan Deel A. D t/m H. Go/No go. Klassenbezoek groep 6 Afspraken maken voor volgend schooljaar. Klassenbezoeken bij verschillende groepen. Aan de hand van de klassenbezoeken en vragenlijsten tips opstellen om effectiever te reflecteren. Ontwikkelen van reflectiemateriaal. Zelf uitproberen van reflectiemateriaal in mijn eigen groep. Onderzoeksrapportage schrijven. Peerassessment 3. Presentatie onderzoek op stageschool. Inleveren onderzoek ter beoordeling
Pagina 10
2011
Effectief reflecteren met kinderen
G: Probleemstelling en onderzoeksvraag Afbakening van het onderzoek De schoolontwikkelingsopdracht gaat over het reflecteren met kinderen. Wat ik ga uitvoeren is vooral voor groep 3 t/m 8, omdat dit hier nog verbeterd kan worden. Ik ga onderzoeken of het reflecteren met kinderen effectiever kan en zal hiervoor een ondersteuning voor leerkrachten maken d.m.v. een format en materialen. Bij het reflecteren met kinderen, ga ik mij vooral richten op het reflecteren bij Kaleidoscoop. Formulering van de probleemstelling Ik onderzoek het reflecteren met kinderen zoals dat nu op basisschool de Samenloop gedaan wordt, omdat ik wil weten waar dit verbeterd/ondersteunt moet worden, teneinde passende ondersteuning van het effectief reflecteren met kinderen te ontwikkelen. Formulering van de onderzoeksvraag Wat is er nodig op basisschool de Samenloop om het reflecteren met kinderen in de groepen 3 t/m 8 effectiever te maken voor leerkrachten en leerlingen? Deelvragen • • • • • • • • • • •
Wat is opbrengstgericht werken? Wat is Kaleidoscoop? Wat is reflecteren? Op welke manier reflecteer je met kinderen? Wanneer is het reflecteren met kinderen effectief? Welke leerkrachtvaardigheden zijn er nodig om effectief te reflecteren met kinderen? Op welke manier sluit het reflecteren aan bij Kaleidoscoop? Wat zijn de voordelen van reflecteren met kinderen? Hoe wordt het reflecteren op basisschool de Samenloop nu gedaan? Hoe vaak wordt er op basisschool de Samenloop gereflecteerd, is dit ingepland in het dagprogramma? Op welke manier reflecteren de leerkrachten van basisschool de Samenloop met de kinderen?
Formulering van de hypothese Ik verwacht dat ik aan het eind van dit onderzoek een format inclusief materiaal heb kunnen ontwerpen waarmee leerkrachten effectief kunnen reflecteren met kinderen.
Pagina 11
2011
Effectief reflecteren met kinderen
H: De theoretische fundering van het onderzoek Samenstellen van de literatuurlijst in overleg met de begeleidend docent Boeken: Hohmann, M. (2007). Actief leren. Utrecht/Zutphen: ThiemeMeulenhoff. Vegter, J. (2008). Op het puntje van je stoel; actief leren met Kaleidoscoop in groep 3 tot en met 8. Utrecht: NJi. Groen, M. (2006). Reflecteren: de basis; op weg naar bewust en bekwaam handelen. Groningen/Houten: Wolters Noordhoff. Internet: Jeugdinstituut, N. (sd). Kaleidoscoop. Geraadpleegd op 15 april 2010, http://www.Kaleidoscoop.org School aan zet, opbrengstgericht werken. Geraadpleegd op 28 oktober 2010, http://schoolaanzet.nl/opbrengstgerichtwerken Opbrengstgericht werken - SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling, opbrengst gericht werken. Geraadpleegd op 28 oktober 2010, http://www.slo.nl/primair/themas/opbrengstgericht/ Motivering van de literatuurkeuze/ relatie met het onderzoek Boeken: Het boek ‘actief leren’ beschrijft de methode Kaleidoscoop voor peuters en kleuters. De methode gaat ervan uit dat kinderen kennis verwerven en vaardigheden ontwikkelen door actief betrokken te zijn bij de wereld om hen heen. Basis voor het handelen van leerkrachten en leidsters zijn een rijke speelleeromgeving, een vaste dagindeling en observaties. De sleutelervaringen bieden een kader voor de cognitieve, creatieve, sociaal-emotionele en lichamelijke ontwikkeling van de kinderen. Ook is er aandacht voor de contacten met ouders en de omgang met collega’s. Ik vond het belangrijk om Kaleidoscoop in groep 1 en 2 ook te bekijken, omdat hier Kaleidoscoop toch begint. In het boek ‘op het puntje van je stoel’ wordt ingegaan op een aantal belangrijke onderdelen van Kaleidoscoop vanaf groep 3. Dit zijn de volgende onderdelen: actief leren, leeromgeving, dagschema, en inhoud en instructie van het leerproces. Elk hoofdstuk begint met een beschrijving van de theorie gevolgd door praktijkvoorbeelden met tips en aanbevelingen. Dit boek is erg belangrijk, omdat mijn onderzoek vooral loopt van groep 3 t/m 8. Het is belangrijk dat ik mijn onderzoek doe op de manier die bij Kaleidoscoop past en daarom moet ik goed weten hoe het reflecteren in Kaleidoscoop past en hoe ik mijn onderzoek over reflecteren hierin kan verwerken.
Pagina 12
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Het boek ‘reflecteren: de basis’ is specifiek bedoeld voor beginnende studenten aan een beroepsopleiding en voor beroepsbeoefenaren in relatiegerichte beroepen die niet getraind zijn in reflectie op hun handelen. Het boek is door de combinatie van de theoretische context en vooral het trainingsgericht karakter een instrument voor docenten en studenten met als doel: op weg naar bewust en bekwaam handelen! Ik vond het goed om nog een naar dit boek te kijken, omdat ik ook steeds na moet gaan wat moet ik doen etc. ook moet ik kijken naar de andere leerkrachten en hierop reflecteren hoe iets beter zou kunnen. Dit boek kan mij hier goed bij helpen. Ook wordt er goed uitgelegd wat reflecteren is en hier heb ik voor mijn onderzoek ook weer aan. Internet: Op de internetsite van Kaleidoscoop wordt goed uitgelegd wat Kaleidoscoop nu eigenlijk is en wat de kern is van Kaleidoscoop. Dit is erg belangrijk voor mijn onderzoek. Ook het opbrengstgericht werken was van belang voor mijn onderzoek. Er wordt steeds meer aandacht besteed aan het opbrengst gericht werken op basisscholen. Ik wilde onderzoeken wat dit precies is. Op welke vragen wordt een antwoord gezocht in de literatuur? • • • • • • •
Wat is opbrengstgericht werken? Wat is Kaleidoscoop? Wat is reflecteren? Op welke manier reflecteer je met kinderen? Op welke manier sluit het reflecteren aan bij Kaleidoscoop? Welke leerkrachtvaardigheden zijn er nodig om effectief te reflecteren met kinderen? Wat zijn de voordelen van reflecteren met kinderen?
Literatuuronderzoek Wat is opbrengstgericht werken?5 Een school die opbrengstgericht werkt, zet zich planmatig in voor het verbeteren van de vorderingen van leerlingen. Scholen streven altijd naar goede resultaten van hun onderwijs, maar bij een school die opbrengst gericht werkt gebeurt dit door hoge doelen te stellen, gericht hieraan te werken en leerlingen systematisch te volgen in hun vorderingen. Een van de manieren om aan dit doel bij te dragen is een intensiever gebruik van toetsresultaten. Scholen die systematisch hun toetsgegevens analyseren en gebruiken hebben betere resultaten, zo blijkt uit onderzoek van de Inspectie. Gericht werken aan hoge opbrengsten betekent in de eerste plaats goed onderwijs. Dat wil zeggen onderwijs door competente leraren die effectief instructie geven, hun onderwijsdoelen, inhouden en didactiek kunnen afstemmen op verschillen tussen leerlingen en voortdurend, dus niet alleen bij de toets, reflecteren op het effect van hun lessen. Wat is Kaleidoscoop?6 5
Bron: www.schoolaanzet.nl/opbrengstgerichtwerken en http://www.slo.nl/primair/themas/opbrengstgericht/
6
Bron: www.kaleidoscoop.org
Pagina 13
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Kaleidoscoop is een educatieve methode voor jonge kinderen. De methode richt zich op de brede ontwikkeling van kinderen, met speciale aandacht voor de taalontwikkeling. Kaleidoscoop is in eerste instantie bedoeld voor kinderen op peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en in groep 1 en 2 van de basisschool. In de afgelopen jaren is Kaleidoscoop ook ontwikkeld voor groep 3 en verder van de basisschool. Op mijn stageschool zijn ze ook gecertificeerd voor Kaleidoscoop met heel de school. En voeren zij Kaleidoscoop ook in van groep 1 t/m 8. Kaleidoscoop kent een aantal basiselementen die in het Rad van Avontuur7 staan weergegeven. Observatie
Interactie
- Samenwerking - Dagelijks noteren van opvallende gebeurtenissen - Beoordelen van Rad van Avontuur individuele kinderen.
- Strategieën voor interactie - aanmoediging - Probleemoplossende benadering van conflicten
Actief leren Initiatief Sleutelervaringen
- Vooruitkijken – Speelwerken – Terugkijken - Speelleren in de grote groep - Speelleren in de kleine groep
Dagschema
- Hoeken - Materialen - Opslag
Leeromgeving
Actief leren is de kern van Kaleidoscoop. De methode gaat er vanuit dat kinderen kennis verkrijgen en vaardigheden ontwikkelen door actief betrokken te zijn bij mensen, materialen, gebeurtenissen en ideeën. Leerkrachten ondersteunen het actief leren. Zij bieden de kinderen een uitdagende leeromgeving, helpen hen hun spel uit te breiden, praten met de kinderen over wat ze aan het doen zijn en helpen hen om problemen zelf op te lossen. Kinderen leren het beste in een stimulerende en geordende leeromgeving, waarin zij keuzes kunnen maken en naar die keuzes kunnen handelen. Kaleidoscoop besteedt daarom veel aandacht aan de inrichting en aankleding van het lokaal. De ruimte is ingedeeld in hoeken. In de hoeken kunnen de kinderen spelen en veel nieuwe ervaringen opdoen. De leeromgeving en het materiaal zijn voorzien van labels. Zo kunnen kinderen zonder hulp van volwassenen de materialen vinden, pakken en weer opruimen, waardoor ze al op jonge leeftijd zeggenschap hebben over hun omgeving. Kaleidoscoop werkt met een vast dagschema. Het idee achter deze ordening van tijd is dat het de kinderen houvast geeft. Door de vaste volgorde van activiteiten krijgen de kinderen een 7
Boek: Actief leren
Pagina 14
2011
Effectief reflecteren met kinderen
gevoel van controle over de gebeurtenissen en voelen zij zich vrij om keuzes te maken en zelf aan de slag te gaan. Observatie is een belangrijk onderdeel van Kaleidoscoop. Door te observeren krijgen de leerkrachten veel informatie over de ontwikkeling van de kinderen. Ze maken dagelijks aantekeningen van wat kinderen concreet doen en zeggen. Deze informatie gebruiken ze om hun activiteiten te plannen en aan te passen bij de ontwikkeling en belangstelling van de kinderen. Bij Kaleidoscoop staat de actieve betrokkenheid van kinderen centraal. Kinderen nemen het initiatief. Daarbij is de interactie met volwassenen heel belangrijk. Leerkrachten bieden de kinderen een stimulerende omgeving en een vast dagschema. Ze praten met de kinderen, reiken spelenderwijs nieuwe woorden aan en reageren op de taaluitingen van de kinderen. Ze helpen kinderen met plannen maken, die uitvoeren en erop reflecteren. Ze observeren kinderen en houden hun ontwikkeling in de gaten. Ze zorgen ervoor dat de activiteiten die ze aanbieden, aansluiten bij de behoeftes en interesses van de kinderen. Wat is reflecteren?8 Volgens Van Dale’s Handwoordenboek is reflecteren: • Nadenken (over) • (licht) terugkaatsen Reflecteren is niet alleen terugkijken of nadenken over iets dat is geweest, maar vooral een middel om te leren handelen in toekomstige situaties. Het doel van reflecteren is bewustwording van en inzicht krijgen in eigen handelen en gedrag met het oogmerk het persoonlijk handelen te verbeteren in toekomstige situaties. Je wordt dus bewust van je gedrag. Een absolute voorwaarde voor reflecteren is een lerende houding. Reflecteren is dus een vorm van leren, een vorm om jezelf te verbeteren, om vaardiger te worden. Bij Kaleidoscoop heet het reflecteren met kinderen; terugkijken. Hiermee bedoelen zij het volgende:9 • Je herinneren wat je hebt gedaan en meegemaakt en daarover nadenken; • Plannen, handelingen en resultaten met elkaar in verband brengen; • Met anderen praten over ervaringen van persoonlijke betekenis; • Zich een beeld vormen en daarover praten; • Je bewust worden van het verleden. Wanneer er regelmatig teruggekeken wordt met kinderen, dan worden kinderen steeds beter in het vertellen wat ze hebben meegemaakt. Zij vertellen dan niet alles, maar gaan zij gebeurtenissen selecteren. Zij leggen uit wat zij hebben gedaan en kijken terug op verschillende manieren. Op welke manier reflecteer je met kinderen? 10 8
Boek: Reflecteren: de basis, op weg naar bewust en bekwaam handelen
9
Boek: actief leren
10
Boek: Op het puntje van je stoel
Pagina 15
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Laat terugkijken direct na het opruimen plaatsvinden en zorg ervoor dat het interessant is door afwisseling erin te brengen. Terugkijken wordt na verloop van tijd een natuurlijk proces. Kinderen kijken vaak tijdens informele momenten terug. Er zijn vele manieren om terug te kijken. Kinderen kunnen het terugkijken leiden of bedenken verschillende manieren om terug te kijken. Als kinderen betrokken zijn bij een onderwerp, gaat dit vrijwel spontaan. Je moet er alleen voor zorgen dat ze niet door elkaar heen praten. Een portfolio, een soort verzamelmap, is een goed instrument om kinderen zeggenschap te geven over hun producten en resultaten. Aan de hand daarvan houdt de leerkracht af en toe met de kinderen een portfoliogesprek. Meestal is het niet mogelijk om iedere leerling elke dag terug te laten kijken op wat ze gedaan hebben. Zorg er wel voor dat alle kinderen regelmatig gelegenheid krijgen om terug te kijken met de hele groep, bijvoorbeeld door in tweetallen portfoliogesprekken te organiseren. Kinderen doen vaak ideeën op wanneer ze naar andere kinderen luisteren en kijken. Tijdens het terugkijken spelen ‘voortrekkers’ in de klas vaak een belangrijke rol. Leerkrachten geven deze kinderen de om hun leiderschapvaardigheden op speelse wijze te ontwikkelen.
• • •
•
•
•
Op welke manier sluit het reflecteren aan bij Kaleidoscoop? Vast onderdeel van het dagschema is de cyclus van vooruitkijken, speelwerken en terugkijken. Bij het vooruitkijken maken de kinderen plannetjes wat ze willen gaan doen, tijdens het speelwerken voeren zij hun plan uit, en bij het terugkijken blikken ze terug op wat ze hebben gedaan. Leerkrachten en leidsters ondersteunen en begeleiden de zelfgekozen activiteiten van de kinderen. Wat zijn de voordelen van reflecteren met kinderen? De intrinsieke motivatie van de kinderen wordt groter en de kinderen werken gerichter en doelmatiger. De leertijd wordt daardoor efficiënter gebruikt. De kinderen ervaren daardoor dat ze bekwaam zijn, dat ze zelf van alles kunnen en dat het ‘product’ het resultaat is van een proces dat ze zelf hebben bedacht en doorlopen. Door de cyclus steeds te doorlopen leren kinderen van voorgaande ervaringen en weten hoe ze bij een volgende activiteit iets kunnen aanpakken of juist moeten laten. De kinderen veel ervaringen op sociaal-emotioneel gebied op door samen te werken, te overleggen, elkaar te helpen, enz. hierdoor praten de kinderen veel meer en gebruiken taal in voor hen betekenisvolle en relevante situaties. Welke leerkrachtvaardigheden zijn er nodig om te reflecteren met kinderen?11 Het lokaal is onderverdeeld in interessecentra, die door de leerkracht en de leerlingen zijn ingericht. De interessecentra zijn functioneel en logisch t.o.v. elkaar geplaatst. Dit kan een leerkracht laten zien doordat er minstens vijf duidelijke interessecentra, die functioneel zijn. De ruimte wordt goed gebruikt. En doordat er regelmatig wisselende themahoeken zijn. In het rooster zijn de volgende onderdelen verwerkt: vooruitkijken – werken – terugkijken. Bij het werken is er een afwisseling in werkvormen. Het dagschema functioneert als een planschema. Dit kan de leerkracht laten zien doordat er in de klas een Kaleidoscopisch dagschema hangt dat consequent gevolgd wordt. Er wordt met kinderen overlegd. 11
Bron: Programma implementatie profiel. Kaleidoscoop in groep 3 en verder.
Pagina 16
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Volwassenen verwijzen naar het Kaleidoscopisch dagschema en benoemen de onderdelen ervan. Volwassenen helpen de kinderen om de overgang tussen de onderdelen te maken. De kinderen weten wat er gaat gebeuren. Het schema bevat voldoende tijd voor vooruitkijken, werken en terugkijken. Dit kan de leerkracht laten zien door de kinderen een planning te laten maken. Er is genoeg tijd om vooruit te kijken, te werken en terug te kijken. Bij het vooruit- en terugkijken gaat de klas in een kring zitten. Er wordt vooral terug gekeken op de inhoud van het werk. Volwassenen gebruiken verschillende manieren van terugkijken met individuele kinderen, in kleine groepen of met de hele klas. De kinderen verwoorden hun ervaringen en laten zien wat ze tijdens de werktijd gedaan hebben. Er is een reactie van anderen mogelijk. De leerkracht kan dit laten zien door terug te kijken op de inhoud van het werk. Voorbeeld vragen: Wat ben jij te weten gekomen? Wat heb je ontdekt? Waar wil je mee verder gaan? Hoe heb je dat opgelost? Wat wil je graag onthouden? Wat was leuk? De kinderen krijgen de tijd om de activiteiten die ze tijdens het werken gedaan hebben te representeren. Volwassenen gebruiken verschillende manieren om terug te kijken. Bevindingen / conclusies. De bevindingen vanuit de literatuur is dat het reflecteren bij Kaleidoscoop een heel belangrijk onderdeel in het dagschema is en het niet vergeten mag worden. Kaleidoscoop werkt met de cyclus vooruitkijken – werken – terugkijken. Door de literatuur te bestuderen weer ik nu meer over wat opbrengstgericht werken inhoudt en wat dit met Kaleidoscoop te maken heeft. Er wordt bij Kaleidoscoop ook gericht op de kinderen gewerkt. Ieder kind op zijn niveau en dat is ook wat opbrengstgericht werken wil. Kaleidoscoop maakt veel gebruik van observaties en interactie met kinderen. Ook het reflecteren speelt hierbij een belangrijke rol, omdat door het reflecteren met kinderen de leerkracht een goed beeld krijgt wat het kind wel en niet goed kan. De leerkracht moet over verschillende vaardigheden beschikken om effectief te kunnen reflecteren met kinderen in het Kaleidoscoop onderwijs. Dit heb ik hieronder nog even kort samengevat. - De leerkracht moet minstens vijf duidelijke interessecentra hebben ingericht, die functioneel zijn. De ruimte moet goed worden gebruikt en er moeten regelmatig wisselende themahoeken zijn. - De leerkracht moet in zijn onderwijs gebruik maken van het dagschema en deze consequent volgen. Er moet met de kinderen overlegd worden. Daarbij wordt verwezen naar het dagschema. - De leerkracht moet voldoende tijd geven voor het vooruitkijken, werken en terugkijken. Hiervoor kan de leerkracht de leerlingen een planning laten maken. - De leerkracht kijkt vooral terug op de inhoud van het werk. De leerkracht gebruikt verschillende manieren van terugkijken met de kinderen. De leerkracht geeft de kinderen de tijd om de activiteiten die ze tijdens het werken hebben gedaan te representeren. Het is dus duidelijk dat er pas effectief gereflecteerd kan worden wanneer de cyclus vooruitkijken – werken – terugkijken goed in het dagschema zit en er voldoende tijd voor alle onderdelen is. Er zijn enkele voorwaarden voor deze cyclus. Zo moet er een uitdagende
Pagina 17
2011
Effectief reflecteren met kinderen
leeromgeving zijn waarmee de kinderen bekend zijn. Daarbij moet er voldoende materiaal zijn en de kinderen moeten een eenvoudig planformulier hebben. Wanneer de cyclus consequent gevolgd wordt, dan brengt deze vele voordelen met zich mee. De motivatie van de kinderen wordt groter en zij werken daardoor gerichter en doelmatiger. De kinderen ervaren dat ze zelf van alles kunnen en leren van voorgaande ervaringen. De kinderen doen veel ervaringen op sociaal-emotioneel gebied op. De kinderen praten namelijk veel meer. Ik moet nu nagaan hoe de situatie van het reflecteren op dit moment in de groepen is en hoe het reflecteren effectiever gemaakt kan worden. Het effect dat ik wil zien is: het moet frequenter worden, inhoudelijker; het kind kan het doel of plan en het geleerde verwoorden, sociale vaardigheden van de kinderen worden beter, er moeten nieuwe plannen gemaakt worden.
Pagina 18
2011
Effectief reflecteren met kinderen
I: Voorbereiden van het onderzoek Verantwoording van de onderzoeksmiddelen In het theorieonderzoek heb ik vooral de cyclus vooruitkijken – werken – terugkijken van Kaleidoscoop onderzocht. Hieruit bleek dat het grootste voordeel is dat de kinderen leren van voorgaande ervaringen, veel ervaring opdoen op sociaal-emotioneel gebied en veel meer praten. Om het reflecteren op de Samenloop effectiever te maken, moet eerst vastgesteld worden wat de beginsituatie is. Deze beginsituatie zal vastgesteld worden door middel van een vragenlijst onder de leerkrachten met vragen over het reflecteren, klassenbezoeken in de verschillende groepen. Onderzocht zal worden waar het reflecteren op deze school nu nog tekortschiet en hoe het effectiever gemaakt kan worden. Aan de hand hiervan wordt het format opgesteld en materialen ontwikkeld om het reflecteren daadwerkelijk effectiever te maken. Mindmap Samen met Jetty Vegter heb ik een mindmap gemaakt. Doordat het woord effectiever vaak voorkomt in mijn onderzoek en ook een belangrijk onderdeel vormt voor mijn uiteindelijke doel was het belangrijk om zelf even stil te staan bij wat is nou effectiever? Hoe zie ik dat? Effectiever à
Kind à
Inhoudelijk à Plan/doel kunnen benoemen. Bewust worden van handelen. Een nieuw plan/doel bedenken/benoemen. Diepere woordbetekenis, woordenschat Betere mondelinge taalvaardigheid Sociaal emotioneel à kunnen en durven uiten Leerkracht à Regelmatiger/ routine Open vragen stellen Gebruik van materialen Uitdagend/verschillende manieren gebruiken
Bezoek Klaverweide Roosendaal Ik heb een bezoek gebracht aan basisschool de Klaverweide in Roosendaal. De school zou actief reflecteren en ik was benieuwd hoe de school hier vorm aan geeft. De school heeft een reflectiekastje staan waar allerlei manieren in zitten om te reflecteren met kinderen. Het reflecteren wordt daar alleen gedaan wanneer ze werken met kernconcepten. Ik had hoge verwachtingen voor mijn bezoek, maar deze verwachtingen zijn niet uitgekomen. Ik had verwacht veel van het reflecteren te zien, maar dit kwam niet zo uit de verf als ik had gehoopt. Ik kwam om 1 uur, zodat ik ook het werken kon zien. Eerst gingen de kinderen plannen. De kinderen moesten hun naam op een bord hangen waar allerlei hoeken opstonden. De kinderen kozen een hoek uit en hier gingen zij die middag naar toe. Tijdens het werken zag ik dat de leerkrachten weinig deden. Ze letten op hoe het ging en wanneer kinderen vragen hadden, dan konden zij hiermee bij de leerkrachten terecht. Nadat de kinderen hadden gewerkt, kwamen zij in de klas om te reflecteren. Dit deed de leerkracht door middel van de reflectiequiz. Er werden stellingen gegeven en daar kon ja of nee op geantwoord worden. De leerkracht vroeg kort waarom dit zo was en leerlingen konden hier dan op antwoorden.
Pagina 19
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Ik heb na schooltijd de leerkracht van groep 7 geïnterviewd. Reflecteren vind zij het terugkijken op wat de kinderen hebben gedaan. Er wordt daarbij geëvalueerd op proces, maar ook op product. Het is effectief volgens haar wanneer de kinderen zelf in de gaten hebben wat ze erg goed hebben gedaan en dus moeten vasthouden. Ook dat ze zelf onder woorden kunnen brengen wat minder goed ging en zelf actief kunnen bedenken om dit een volgende keer te verbeteren. Het reflecteren wordt meestal tussendoor met de kinderen gedaan en soms na het werken met hoeken met de hele klas. Er is geen vast moment in het rooster ingepland voor het reflecteren. Ze vindt het moeilijk om dit in te plannen. Wanneer er met de hele klas gereflecteerd wordt, dan wordt er van te voren een opdracht op het reflectiekastje gehaald. Vorig jaar reflecteerde ze veel met de reflectiedobbelsteen, maar dit jaar maakt ze meer gebruik van de reflectiequiz. De vaardigheden die kinderen moeten hebben om te kunnen reflecteren zijn volgens haar dat ze eerlijk naar zichzelf moeten kunnen kijken en dat ze verbanden moeten kunnen leggen tussen gevoelens, acties en reacties. Met de groep die zij nu heeft, heeft ze niet veel klassikaal gereflecteerd. Ze heeft alleen besproken wat reflecteren is, maar heeft er verder nog geen concrete afspraken over gemaakt. Met het reflecteren wil ze bereiken dat de kinderen zelfstandig kleine problemen kunnen oplossen tijdens het actief leren. Kinderen moeten steeds effectiever en zelfstandiger aan het werk kunnen op hun eigen niveau. De voordelen die zij bij het reflecteren ziet is dat kinderen inzien het actief leren niet “vrijblijvend spelen” is. Een nadeel is dat als je het goed wilt doen, het erg veel tijd kost. Individueel reflecteren levert meestal veel op, maar kun je niet regelmatig doen. Een ander nadeel is dat het met een groep van 26 leerlingen het erg lastig is qua organisatie. Ze zegt ook dat niet ieder kind het prettig vind om “op de vingers gekeken te worden” en dat daarom ook niet alle gesprekken zinvol zijn. Aan de hand van het interview ben ik erachter gekomen dat het reflecteren niet vast in het dagschema staat en dat er ook bijna niet gereflecteerd word met kinderen. Ik heb haar ook gevraagd hoe het in de andere groepen gebeurt, maar ook in de andere groepen wordt er niet op vaste tijden gereflecteerd en het reflectiekastje wordt ook niet gebruikt. Vragenlijsten Om erachter te komen waar het probleem ligt van het reflecteren, heb ik een vragenlijst opgesteld. De vragenlijsten zijn verspreid onder de leerkrachten. Uit deze vragenlijsten is gekomen dat de leerkrachten van groep 1/2 reflecteren zoals dat bij Kaleidoscoop hoort. Effectief is het volgens deze leerkrachten wanneer kinderen zich kunnen, durven en mogen uiten. Er wordt meer gereflecteerd met kinderen dan alleen tijdens het terugkijken zelf. Voordelen vinden zij dat de kinderen nadenken over wat zij hebben gedaan en hier betekenis aan kunnen geven. Een nadeel vinden zij dat je met twee volwassenen moet zijn. Bij groep 3 t/m 5 is het wel vast in het dagschema, maar het is bij de meeste leerkrachten steeds op dezelfde manier en niet op verschillende manieren. Effectief is het volgens deze leerkrachten wanneer je het consequent terug laat komen. Ook wanneer de kinderen zelf actief met de reflectie betrokken zijn. Voordelen vinden zij dat zij bewust leren plannen, het verantwoordelijkheidsgevoel van de kinderen groeit. Je merkt een verschil in werkhouding. Een nadeel is dat veel tijd en voorbereiding kost als je het goed en effectief wilt doen.
Pagina 20
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Bij groep 6 en 7 wordt het weinig gedaan. Voor dit jaar heb ik bij groep 7 weinig indruk hoe het nu is, dus hier zal ik een klassenbezoek moeten gaan maken om meer te weten over het reflecteren dit jaar. Uit de vragenlijst komt naar voren dat ook zij het effectief vinden als er routine van gemaakt is. Voordelen vinden zij het nadenken over het werk en houding waardoor ze bewuster met de opdrachten bezig zijn. Een nadeel vinden zij de organisatie in grote groepen en de houding van sommige leerlingen waardoor er niet goed te reflecteren is met kinderen. Wat mij opvalt aan de vragenlijsten is dat de leerkrachten vrijwel allemaal hetzelfde denken over het reflecteren. Klassenbezoeken Bij groep 1/2 is het terugkijken zoals verwacht werd. Het is een dagelijks terugkerend onderdeel in het programma. Het terugkijken werd actief gedaan. Alle kinderen kregen een kaartje en die behoorde bij een kaartje op het stapeltje. Er werd een kaartje omgedraaid en het kind dat hetzelfde kaartje had mocht dan vertellen wat hij of zij had gedaan. De leerkracht van groep 1/2 vertelde mij dat het elke dag op een andere manier gebeurd. Nu deden ze het met kaartje en een andere keer weer op een andere manier. Bij groep 3 kijken ze twee keer per week terug door middel van de Elmer. Hier zit niet veel variatie in. Elke keer stelt de leerkracht de vragen aan het kind en het kind vertelt wat hij of zij gedaan heeft. In groep 6 heb ik een klassenvergadering bijgewoond. Dit is niet helemaal op de manier van Kaleidoscoop, omdat bij Kaleidoscoop iedere dag gereflecteerd word en niet alleen door een klassenvergadering. Ik heb gevraagd om een klassenbezoek bij groep 7, maar zij legde mij uit nog niet met reflecteren bezig te zijn. Ze heeft zich nu vooral gericht op het plannen en wanneer dat er helemaal in zit, dan zal zij zich ook gaan richten op het terugkijken/reflecteren met kinderen. Ontwerpen van de onderzoeksmiddelen Ik heb gebruik gemaakt van verschillende onderzoeksmiddelen. Een interview, vragenlijst en klassenbezoeken. Om het effectief reflecteren te zien bracht ik een bezoek aan basisschool de Klaverweide. Op deze school heb ik een interview gehouden met de leerkracht van groep 7. Hierna heb ik een Vragenlijst rond gestuurd onder de leerkrachten om de beginsituatie vast te stellen van het reflecteren op basisschool de Samenloop. Nadat ik deze vragenlijsten terug had gekregen heb ik een aantal klassenbezoeken gedaan om nog meer verheldering te krijgen. Uit deze onderzoeksmiddelen is naar voren gekomen dat er bij verschillende groepen wel aandacht wordt besteed aan het reflecteren met kinderen, maar dat dit alleen door groep 1-2 dagelijks en op verschillende manieren wordt gedaan. Hier is het een routine. Bij de andere groepen moet hier nog aandacht aan besteed worden.
Pagina 21
2011
Effectief reflecteren met kinderen
J: Uitvoering van het onderzoek Verslag van het onderzoek. Het onderzoek is begonnen met de vraag van de stageschool om een format te ontwerpen voor de leerkrachten om het reflecteren op school effectiever te maken. Het reflecteren gebeurde wel, maar nog niet op een effectieve manier. Ik ben eerst begonnen met een literatuuronderzoek. Hierbij heb ik theorie bestudeerd over het opbrengstgericht werken, Kaleidoscoop en het reflecteren. Dit waren de belangrijkste punten als voorbereiding op mijn onderzoek. Ik heb dan ook veel gehad aan de boeken ‘actief leren’ en ‘op het puntje van je stoel’. Hier werd duidelijk uitgelegd waarom het goed is om regelmatig te reflecteren met kinderen. De voordelen van het reflecteren werden duidelijk uitgelegd, maar ook de voorwaarden om te kunnen reflecteren. Zonder het vooruitkijken en werken valt er weinig te reflecteren. Om de theorie die ik bestudeerd had nog meer uit te diepen besloot ik een bezoek te brengen aan basisschool de Klaverweide om te zien hoe het zich in de praktijk tot uiting komt. Ook heb ik hier een interview gehouden over het reflecteren op die school. Nadat het voor mij duidelijk was heb ik een vragenlijst opgesteld voor de leerkrachten van basisschool de Samenloop om te weten te komen wat de beginsituatie van de school was. Met deze vragenlijst heb ik mij uitsluitend gericht op het reflecteren met kinderen. Uit deze vragenlijst kwam naar voren dat iedereen een heel duidelijk beeld heeft van het reflecteren met kinderen, maar dat dit nog geen routine is in de groep. Vaak gebeurt het ook nog op dezelfde manier en zit er geen afwisseling in voor de kinderen. Toen ik de vragenlijsten allemaal terug had heb ik gekeken of ik kon zien waar het probleem lag en of ik hier al tips voor kon geven. Ook wilde ik nog verheldering voor bepaalde groepen en heb daarom klassenbezoeken gedaan. Ook heb ik dit bij de kleuters gedaan, omdat daar de cyclus van Kaleidoscoop het vooruitkijken – werken – terugkijken een routine is. Nadat ik de praktijk had gezien en hun ervaringen had aangehoord ben ik bij de andere groepen gaan kijken om te zien hoe het bij deze groepen gedaan werd. Aan de hand van al deze informatie heb ik een conclusie kunnen trekken. Hierna moest ik kijken wat er nog gedaan moest worden om effectief te kunnen reflecteren met kinderen. De leerkrachten moeten zorgen dat het schema vooruitkijken – werken – terugkijken een routine wordt in de groep. Dit moet iedere dag terugkomen. Tijdens het vooruitkijken maken de kinderen een plan voor het werken. Hierbij kan de leerkracht gebruik maken van een eenvoudig planformulier. Om het werken goed te laten verlopen, moet de leerkracht zorgen voor een goede leeromgeving. Na het werken moet er een moment zijn voor het terugkijken. Het reflecteren met kinderen. De leerkracht moet hierbij zorgen dat de kinderen betrokken zijn bij het terugkijken. Dit kunnen zij doen door steeds op een andere manier terug te kijken met kinderen. De leerkracht kan de leerling laten terugkijken door middel van de eigen spullen. Ook kan er gebruik worden gemaakt van spellen. In de grote groep, maar ook in kleine groepjes. Er moet dus iedere dag tijd ingepland worden voor de cyclus vooruitkijken – werken – terugkijken. Hierbij mag het terugkijken niet vergeten worden en moet daar ook door de leerkracht vooraf tijd voor gemaakt worden in het dagschema.
Pagina 22
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Uiteindelijk toen het voor mij duidelijk was wat er moest gebeuren bij verschillende leerkrachten om het reflecteren effectiever te maken heb ik een format ontworpen voor de leerkrachten. Aan de hand van dit format kunnen de leerkrachten zien hoe ver zij zijn met het effectief reflecteren. Zij gaan de stappen op het format stap voor stap af en stoppen wanneer zij op een vraag nee moeten beantwoorden. Zij moeten dan eerst ervoor zorgen dat dit in orde is in de klas en kunnen daarna verder naar de volgende vraag. Wanneer de leerkracht alle vragen heeft doorlopen, dan zal deze ook daadwerkelijk effectiever reflecteren met kinderen. Aan het format zitten materialen vast. Dit kan ook los van elkaar gebruik worden. Leerkrachten die vastlopen in het gebruik van verschillende werkvormen voor het reflecteren, kunnen deze materialen gebruiken. Het is dus voor iedereen bruikbaar. Ik heb materialen ontworpen waarbij op papier zelfstandig gereflecteerd kan worden door de leerlingen, maar ook waarbij met een kleine groep of de hele groep gereflecteerd kan worden. Het is belangrijk dat de leerkracht gebruik maakt van verschillende actieve vormen van reflecteren, omdat hierdoor de kinderen betrokken blijven bij het reflecteren.
Pagina 23
2011
Effectief reflecteren met kinderen
K: Conclusies Wat zijn de conclusies van het onderzoek uit de verkregen informatie? De conclusie van dit onderzoek is dat de Samenloop eerst moet zorgen voor de voorwaarden die aanwezig dienen te zijn om terug te kijken met kinderen. Het gaat er vooral om dat de cyclus van Kaleidoscoop in het dagschema verwerkt is. Het vooruitkijken – werken – terugkijken. Hiervoor moeten er ook gestructureerde en overzichtelijke hoeken in de klassen zijn. Klopt de hypothese? Ik verwacht dat ik aan het eind van dit onderzoek een format inclusief materiaal heb kunnen ontwerpen waarmee leerkrachten effectief kunnen reflecteren met kinderen. Mijn hypothese is zeker uitgekomen. Ik heb allereerst een format ontworpen voor de leerkrachten waar zij door vragen te beantwoorden kunnen zien in welke fase zij zitten en wat zij moeten doen om het reflecteren effectiever te maken. Om het reflecteren effectiever te maken heb ik ook materialen ontworpen die de leerkrachten kunnen gebruiken tijdens het reflecteren met kinderen. Sommige materialen zijn door de leerlingen zelfstandig te gebruiken en daarbij kan de leerkracht controleren wat het kind heeft gedaan. Andere materialen zijn individueel, in een kleine groep of in de grote groep te gebruiken. Er zitten actieve reflectieopdrachten bij, zodat de leerlingen betrokken blijven bij het reflecteren. Zijn de verwachtingen uitgekomen? Relatie met eigen stellingname? Het probleem dat de school heeft aangereikt lijkt mij een uitdaging. Ik had nog nooit eerder op een school stage gelopen die Kaleidoscoop gebruikt en dan ook nog in alle groepen. De meeste scholen gebruiken dit namelijk alleen in de groepen 1 en 2. Ik vind Kaleidoscoop een goede methode. Dit omdat kinderen veel zelfstandigheid krijgen en eigenlijk ook veel verantwoordelijkheid voor hun eigen werk. Je merkt op deze stageschool al dat kinderen in groep 1/2 erg zelfstandig worden en hier heb je een hoop aan in de hogere groepen. Zij kunnen zelf hun werk maken en problemen oplossen die zij tijdens het werken tegenkomen en spullen pakken en terugzetten waar het hoort. Het lijkt mij een interessant onderzoek, omdat ik vooral naar de behoeften van de leerkrachten en leerlingen moet kijken. Zelf vind ik het ook vaak nog moeilijk om goed te reflecteren met kinderen. Hoe reflecteer je eigenlijk effectief? Het is vaak maar even tussendoor. Maar om er echt even tijd voor te maken vind ik moeilijk. Het zal voor mij dan ook heel goed zijn om dingen uit te proberen in mijn eigen groep. Ik heb een brochure ontworpen en uiteindelijk ook materialen voor de leerkrachten en leerlingen. Ik heb verschillende materialen die ik heb ontworpen ook uitgeprobeerd in de groep. Ik merk dat wanneer je in spelvorm reflecteert dat de kinderen veel meer betrokken zijn bij het reflecteren. Soms is er weinig tijd, maar er moet wel gereflecteerd worden. Hiervoor zijn de reflectieschema’s voor de kinderen erg handig. De kinderen plannen hierop en kijken daarna terug op hun planning en problemen die zij ondervonden hebben tijdens het werken.
Pagina 24
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Antwoorden op de onderzoeksvraag en deelvragen Wat is er nodig op basisschool de Samenloop om het reflecteren met kinderen in de groepen 3 t/m 8 effectiever te maken voor leerkrachten en leerlingen? De onderzoeksvraag is duidelijk beantwoordt. Er moet routine ontstaan waardoor kinderen het reflecteren eigen maken. Ook moet er verschillende aanpakken van reflecteren gehanteerd worden, zodat het voor de kinderen interessant blijft om te reflecteren. Niet elke dag alleen maar vragen hoe ging het? Maar dit doen door middel van een spel. Wanneer er weinig tijd is kan het natuurlijk altijd schriftelijk gedaan worden. Ik heb daarom ook een format ontworpen en materialen die de leerkracht op weg kunnen helpen. De antwoorden op de deelvragen die theoretisch zijn, zijn te vinden in het literatuuronderzoek eerder in het onderzoek aan de orde kwam. Hier ga ik nu dus ook niet verder op in. Wel ga ik in op de deelvragen die te maken hebben met het reflecteren op basisschool de Samenloop. •
Hoe wordt het reflecteren op basisschool de Samenloop nu gedaan?
Het reflecteren in de kleutergroepen wordt gedaan door middel van spel, rijm etc. De leerkrachten zorgen ervoor dat de leerlingen betrokken zijn bij het reflecteren. Het reflecteren in groep 3 t/m 5 gebeurt door open vragen te stellen aan de leerlingen over het werk dat zij hebben uitgevoerd. Er is nog weinig variatie in deze groepen. Het reflecteren in groep 6 en 7 is nog minimaal. Er wordt weinig gereflecteerd en het staat ook niet in het dagschema. •
Hoe vaak wordt er op basisschool de Samenloop gereflecteerd, is dit ingepland in het dagprogramma?
Bij de kleutergroepen is dit een vast onderdeel van het dagschema. Er wordt ook regelmatig gereflecteerd na andere gebeurtenissen. Zoals na het buitenspelen, fruit eten of conflicten. Bij de groepen 3 t/m 5 is het ook een vast onderdeel, maar bij groep 6 en 7 is dat nog niet het geval. •
Op welke manier reflecteren de leerkrachten van basisschool de Samenloop met de kinderen?
Bij de kleuters zitten de leerlingen in een vast groepje, in een rustige en gezellige sfeer. Zodat ieder kind zich veilig voelt. Soms krijgt een kind de leiding. De leerlingen nemen hun werkje mee of ze lopen langs de bouwhoek of ze gaan kijken en praten als ze het werkje al zelfstandig hebben opgehangen. In groep 3 doen ze dit door middel van de Elmer. Wanneer de kinderen met de Elmer gewerkt hebben, gaan de leerlingen in een kring zitten en bespreekt de leerkracht met de leerlingen hoe het is gegaan. In groep 4 gebeurt het veel met het buitenspelen. Van te voren licht de leerkracht de kinderen in en na de pauze wordt er ongeveer 5 minuten voor uitgetrokken om te reflecteren.
Pagina 25
2011
Effectief reflecteren met kinderen
In groep 5 gebeurt dit nu door middel van open vragen te stellen aan de kinderen aan het eind van de dag. In groep 6 houden ze klassenvergaderingen. Dit wordt steeds na een aantal weken gedaan en dit gebeurt klassikaal. Als er dingen niet goed lopen in de klas, dan plant de leerkracht een klassenvergadering in. In groep 7 wordt het weinig gedaan. Zij is volop bezig met het plannen aan te leren aan de leerlingen. Opbrengst voor de school De uiteindelijke opbrengst voor de school moet een format met materialen zijn om het terugkijken/reflecteren met kinderen effectiever te maken. De school verwacht dat ik uitzoek hoe het reflecteren nu gebeurt, hoe vaak en op welke manier. Dit doe ik aan de hand van vragenlijsten die door de leerkrachten worden ingevuld. Aan de hand van de uitwerking van alle vragenlijsten ontstaat er een overzicht van de huidige praktijk. Aan de hand van deze gegevens ga ik kijken welke tips er zijn om het reflecteren effectiever te maken en zal ik ook materiaal kunnen ontwerpen voor de ondersteuning bij het reflecteren. De beginsituatie is niet alleen bruikbaar voor mijn onderzoek, maar ook voor Jetty Vegter. Het terugkijken/reflecteren moet voldoen aan de eisen van Kaleidoscoop. Het moet dus heel nauw aansluiten op Kaleidoscoop en de leerkrachten moeten hier mee aan de slag kunnen. Het onderzoek zal een bijdrage leveren bij nieuwe interventies bij de implementatie van een doorgaande lijn ‘actief leren’ en de cyclus ‘vooruitkijken, werken en terugkijken’ in de school. Dit onderzoek heeft zeker een opbrengst voor de school. De school weet dat er een goede leeromgeving moet zijn voor de leerlingen. Ze weten ook hoe er effectief gereflecteerd kan worden en dat er dus regelmatig gereflecteerd moet worden op verschillende manieren om de kinderen betrokken te houden bij het reflecteren. Er is voor de leerkrachten een format om te kijken hoe ver de leerkracht is met de invoering van het reflecteren met kinderen. Wanneer de cyclus vooruitkijken – werken – terugkijken duidelijk is in de groepen, dan is de doorgaande lijn Kaleidoscoop in groep 1 t/m 8 nog duidelijker zichtbaar. Opbrengst voor mijzelf Vakinhoudelijk en didactisch competent Met dit onderzoek verwacht ik dat ik goed kan werken aan het gebruik maken van theorie en literatuur. Ik vind dat ik dit nu nog te weinig doe en hier nog verder in mag groeien. Ik wil in het bijzonder voor dit onderzoek meer leren over Kaleidoscoop, opbrengstgericht werken en over reflecteren met kinderen. Ik vind dat ik hier goed in ben gegroeid. Ik heb relevante theorie gebruikt voor mijn onderzoek en heb mij er goed in verdiept. Ik weet nu meer over Kaleidoscoop en vooral de cyclus vooruitkijken – werken – terugkijken bij Kaleidoscoop. Ook heb ik mij verdiept in het reflecteren. Hieruit heb ik voor mijzelf een beeld gekregen over het reflecteren en wanneer je effectief reflecteert met kinderen.
Pagina 26
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Organisatorisch competent Met dit onderzoek leer ik om een onderzoek te doen binnen de hele school en niet alleen binnen mijn eigen groep. Hierdoor zal ik veel moeten voorbereiden en overleggen. Bijvoorbeeld wanneer ik iets heb ontworpen dan kan ik dit aan de leerkrachten laten zien en hun mening vragen over wat zij ervan vinden. Mijn onderzoek zal ik vooral richten op groep 3 t/m 8, omdat in groep 1/2 al met Kaleidoscoop gewerkt wordt en daar ook gereflecteerd wordt met kinderen, zoals dit hoort bij Kaleidoscoop. Ik heb veel contact gehad met de Kaleidoscoop coach Jetty Vegter. Zij heeft mij steeds feedback gegeven op de producten die ik had gemaakt. Uiteindelijk wilde ik de leerkrachten niet te veel van de materialen laten zien, omdat ik het eerst zelf wilde uitproberen in mijn eigen groep. Mijn mentor heeft daardoor wel verschillende materialen van mij gezien en heeft mijn ideeën met mij besproken. Samenwerken met collega’s Tijdens het onderzoek wil ik de leerkrachten, maar vooral Jetty Vegter op de hoogte houden van mijn vorderingen. Ik zal dit doen door steeds kort te vertellen waar ik mee bezig ben in de mail naar Jetty Vegter en tijdens studiedagen zal er in het team over gesproken worden. Ook wanneer een leerkracht mij vraagt over mijn onderzoek zal ik dit uitleggen. Ook zal ik steeds spullen laten zien waar ik mee bezig ben, zodat Jetty Vegter ook daadwerkelijk weten wat ik doe. Hierop wil ik ook feedback ontvangen. Ik heb af en toe vertelt wat ik aan het doen was. Ik heb een vragenlijst onder de leerkrachten laten gaan en vertelt waar deze voor bedoeld was. Ook wist het team dat ik naar basisschool de Klaverweide zou gaan om daar te gaan kijken naar het actief reflecteren op die school. Ik heb vooral veel contact gehad met Jetty Vegter, omdat zij mij heeft begeleid tijdens het onderzoek. Competent in reflectie en ontwikkeling Tijdens het werken aan dit onderzoek wil ik ook steeds delen opsturen naar Jetty Vegter, zodat zij mijn vorderingen kan zien en zij mij hierop feedback kan geven. Jetty Vegter is toch de coach voor Kaleidoscoop op deze school en zij weet precies waar de school zich nog in moet ontwikkelen en zij kan mij ook aangeven of ik op de goede weg ben. Zelf moet ik ook steeds evalueren op het onderzoek om te kijken of het nog goed loopt en of het misschien anders zal moeten. Ik heb veel contact gehad met Jetty Vegter. Zij heeft mij ook regelmatig feedback gegeven en ik heb haar tips goed opgevolgd. Met mijn begeleider vanuit de pabo heb ik ook regelmatig contact gehad. Ook zijn tips heb ik gebruikt om mijn onderzoek beter te maken. Medestudenten hebben het peerassessmentformulier ingevuld voor mij. Ik heb hier veel aan gehad. Iemand anders kan toch weer anders kijken naar het onderzoek en dat kan mij weer op andere ideeën brengen.
Pagina 27
2011
Effectief reflecteren met kinderen
L: Aanbevelingen en slotoverwegingen Welke adviezen geef ik? Iedere groep moet er voor zorgen dat de voorwaarden in orde zijn om volgens de richtlijnen van Kaleidoscoop te werken. Voor het reflecteren betekent dat de leeromgeving en het dagschema in orde moeten zijn. Het is allereerst belangrijk om het vooruitkijken, het plannen goed bij de kinderen erin te hebben. Ook moet de leeromgeving uitdagend zijn, omdat de kinderen dan ook de hoeken kunnen gaan inplannen. Wanneer de kinderen het plannen onder de knie hebben, dan kan er worden teruggekeken. Het reflecteren met kinderen zou ik eerst gewoon klassikaal houden, zodat zij er aan wennen. Hierna kan je het schriftelijk laten doen door de leerlingen, bijvoorbeeld op het blad waar zij ook op plannen. Zo kunnen ze gemakkelijk terugkijken wat hadden zij gepland en wat hebben zij gedaan. Hoe is hun plan uitgekomen? Dit formulier kan uitgebreid worden naar plannen, tussentijds reflecteren en aan het eind van het werken reflecteren. Zo kunnen de kinderen tussendoor goed bedenken welke problemen zij hebben en hoe zij deze problemen gaan oplossen. Om de kinderen betrokken te houden bij het reflecteren kan er voor gekozen worden om er wisselende werkvormen bij te gebruiken. Het is raadzaam om dat te doen, want daardoor wordt de reflectie ook daadwerkelijk effectief. Anders wordt het een sleur voor de kinderen en vinden zij het niet leuk. Hierdoor zal het reflecteren minder kwaliteit leveren. Door middel van verschillende werkvormen te gebruiken haal je wel de effectiviteit uit het reflecteren. Dit kan gedaan worden door gebruik te maken van het reflectiemaatje. Per groepje wordt er dan vooruitgekeken op wat zij gaan doen. De kinderen krijgen allemaal een soort van placemat met vragen erop. Op die placemat staan 6 vragen. Ieder kind gooit een dobbelsteen en het aantal ogen van de dobbelsteen geeft aan welke vraag beantwoord moet worden. Dit kan ook gedaan worden voor het tussentijds terugkijken en het uiteindelijke terugkijken op het werk en de planning. Ook kan er gebruik worden gemaakt van de reflectiedobbelsteen. Ik zou ervoor zorgen dat er meerdere dobbelstenen in de groep zijn, met ieder weer andere vragen. Zo komen niet steeds dezelfde vragen aan bod. Bij deze werkvorm wordt de dobbelsteen gegooid en de vraag die naar boven komt te liggen, daar wordt antwoord op gegeven. De bovenstaande werkvormen kunnen in kleine groepjes gedaan worden. De volgende werkvormen worden gedaan onder leiding van de leerkracht in een klein groepje of met de hele groep. Ten eerste het reflectiespel. Hierbij legt de leerkracht stellingen voor naar aanleiding van het werken. De kinderen kunnen hier antwoord opgeven doormiddel van een touw die de antwoorden ja en nee afscheid. De kinderen gaan bij hun antwoord staan. Het kinderkwaliteitenspel kan gebruikt worden in verschillende vormen. Bijvoorbeeld een kind een kwaliteit van zichzelf uit te laten zoeken en deze laten vertellen hoe hij deze kwaliteit heeft gebruikt tijdens het werken of hoe hij deze kwaliteit had kunnen gebruiken. Dit alles heb ik ook voor het team in het format opgesteld. Als zij het format volgen en de vragen beantwoorden die op dit format staan, dan zouden zij op een gegeven moment nog effectiever kunnen gaan reflecteren met kinderen.
Pagina 28
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Toekomstperspectief De Samenloop gaat vanaf het volgende schooljaar beginnen in een nieuw gebouw. De leerkracht moet er voor zorgen dat de leeromgeving vanaf het begin af aan goed in orde is. Ze hebben een nieuw gebouw, dus dit moet gerealiseerd kunnen worden. Wanneer zij gelijk hun hoeken goed inrichten zal dit later een hoop moeite afnemen. De leerkrachten zullen moeten proberen om eigenlijk direct te starten met de cyclus van Kaleidoscoop het vooruitkijken – werken – terugkijken. Wanneer iedere leerkracht dit zal doen, dan is de lijn van Kaleidoscoop gelijk meer zichtbaar in alle groepen. Wanneer er routine in deze cyclus zit, dan zal het reflecteren ook effectiever gaan worden dan deze nu is. Doordat de school naar een nieuw gebouw gaat en met een andere school samen in het gebouw terechtkomt, moeten zij zich laten zien. Wanneer de lijn van Kaleidoscoop in de groepen duidelijk is, dan zouden zij hiermee de leerlingen als het ware naar zich toe kunnen trekken. Slotwoord Het uitvoeren van dit onderzoek was voor mij een uitdaging. Zelf had ik ook nog nooit op een school stage gelopen die met Kaleidoscoop werkt, dus dat was ook weer nieuw voor mij. Kaleidoscoop is een manier van onderwijs die zorgt voor zelfstandigheid bij kinderen. Het laat kinderen zelf kiezen, zelf beleven en zelf ontdekken. Ik moest daarmee ook rekening houden. Bij Kaleidoscoop hoort het dagschema vooruitkijken – werken – terugkijken. Dit dagschema zorgt ervoor dat kinderen zelf gaan plannen en zelf de zorg ervoor dragen dat ze hun eigen plan tot uitvoering brengen. Ook de leeromgeving is een belangrijk aandachtspunt voor Kaleidoscoop. De leeromgeving dient ingericht te zijn in hoeken. Hoeken die ervoor zorgen dat kinderen hier zelfstandig in spelen. Hoeken die dus de zelfstandigheid stimuleren. Dus moet een hoek goed ingericht zijn zodat een kind zorg kan dragen voor de hoek. Dit wordt gedaan door materialen te labelen. Zo houd je het overzichtelijk voor de kinderen maar ook voor jezelf als leerkracht. Bij de Samenloop merkte ik dat de voorwaarden zoals het dagschema en leeromgeving nog voor verbetering vatbaar zijn in de groep 3 t/m 8. Bij groep 1-2 is dit wel helemaal in orde. De hoeken zijn overzichtelijk en wisselen het met thema mee. Ook het dagschema is duidelijk ingevoerd in groep 1-2. Bij de groepen 3 t/m 8 gebeurt dit nog niet genoeg om het een routine te kunnen noemen. Hier moet dus aan gewerkt worden. Na de zomervakantie gaat de Samenloop naar een nieuw gebouw en het zou voor de leerkrachten en de school ideaal zijn om het nieuwe gebouw gelijk goed in te richten naar de denkwijze van Kaleidoscoop. Het is een denkwijze die zij uitstralen en waar zij zich mee kunnen profileren. Ik vond het ook erg interessant dat ik dit onderzoek niet alleen voor mijzelf heb uitgevoerd, maar dat ik de school er ook mee kan helpen. Ik kan materialen aandragen aan de school waar de school mee aan het werk kan. Aan het eind van dit slotwoord wil ik nog een paar mensen bedanken. Ten eerste Jetty Vegter. Zij heeft mij begeleid tijdens dit onderzoek. Ze gaf mij een zetje in de goede richting en gaf mij goede tips en feedback op mijn verslag en onderzoek. Daarnaast wil ik ook nog Hans van der Heijden bedanken, omdat hij ook steeds weer de tijd nam om met mij delen van mijn onderzoek te bespreken en mij hierop feedback te geven.
Pagina 29
2011
Effectief reflecteren met kinderen
M: Bijlagen Vragenlijst reflecteren met kinderen ingevuld door de leerkracht van groep 7 van basisschool de Klaverweide. Wat versta je onder het reflecteren met kinderen? - Samen met de kinderen terugkijken op wat de kinderen hebben gedaan. Er wordt daarbij geëvalueerd op proces, maar ook op product. Wanneer reflecteer je effectief met kinderen volgens jou? - Wanneer kinderen zelf in de gaten hebben wat ze erg goed hebben gedaan en dus moeten vasthouden. En dat ze zelf onder woorden kunnen brengen wat minder goed ging en zelf al acties kunnen bedenken om dit een volgende keer te verbeteren. Zowel wat betreft proces als product. Tijdens het reflecteren met kernconcepten reflecteren jullie het meest. Hoe organiseer je dit? - Meestal tussendoor met kinderen individueel. Soms na het werken met hoeken met de hele klas. Dan met reflectiekastje waar dan van te voren een opdracht uitgehaald is. Maak je gebruik van materialen tijdens het reflecteren? - Reflectieopdrachten uit het reflectiekastje. Vorig jaar vaak met de reflectiedobbelsteen. Nu reflectiequiz. Is er een vast moment van reflecteren in het rooster ingepland? - Nee, meestal gaat het reflecteren tussendoor. Het is moeilijk om dit echt in te plannen. Over welke vaardigheden moeten kinderen volgens jou beschikken om te kunnen reflecteren? - Ze moeten eerlijk naar zichzelf kunnen kijken. Ze moeten goed verbanden kunnen leggen tussen gevoelens, acties en reacties. Zijn er bepaalde afspraken in je groep gemaakt voor het reflecteren? - Met deze groep is er nog niet veel klassikaal gereflecteerd. Er is besproken wat reflecteren is, maar er zijn geen concrete afspraken gemaakt. Wat wil je bereiken met het reflecteren? - Dat ze zelfstandig kleine problemen kunnen oplossen tijdens het actief leren. Dat het duidelijk is voor de kinderen wat we van ze verwachten. En dat dit na en tijdje reflecteren bekend is. En dat ze dus steeds effectiever en zelfstandiger aan het werk kunnen op hun eigen niveau. Welke voordelen zijn er volgens jou bij het reflecteren? - Kinderen zien dan dat het actief leren/ hoeken draaien niet “vrijblijvend spelen” is. Er wordt wel degelijk gekeken naar de manier van werken en naar het product wat er vervolgens uit komt. Zijn er ook nadelen aan het reflecteren? - Als je het goed wilt doen, kost het erg veel tijd. Individueel reflecteren levert meestal veel op, maar kun je niet regelmatig doen en met 26 kinderen in een groep is het erg lastig qua organisatie. Daarbij vindt niet ieder kind het prettig om “op de vingers gekeken te worden”. En zijn dus ook niet alle gesprekken zinvol.
Pagina 30
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Vragenlijst voor de leerkrachten van basisschool de Samenloop over het reflecteren met kinderen Beste leerkrachten, Deze vragenlijst gaat over het reflecteren met kinderen. Ik wil graag weten hoe dat nu gedaan wordt in de verschillende groepen. Zo kan ik de beginsituatie beter inschatten over het reflecteren en kan ik dit verwerken in mijn onderzoek. Alvast heel erg bedankt voor het invullen van deze vragenlijst. Groet, Joyce
Vraag 1 Wat versta je onder het reflecteren met kinderen? Vraag 2 Wanneer reflecteer je effectief met kinderen volgens jou? Vraag 3 Is het reflecteren een vast onderdeel in het dagschema, zoals dat bij Kaleidoscoop hoort met vooruitkijken – werken – terugkijken? (Als dit niet als vast onderdeel bij jou in het dagschema staat, hoe vaak reflecteer je dan met kinderen?) Vraag 4 Hoe organiseer je het reflecteren? Vraag 5 Maak je gebruik van materialen tijdens het reflecteren? Welke? Vraag 6 Wat wil je bereiken met het reflecteren? Vraag 7 Hoe houd je de aandacht vast van de kinderen tijdens het reflecteren? Vraag 8 Over welke vaardigheden moeten kinderen volgens jou beschikken om te kunnen reflecteren? Vraag 9 Zijn er bepaalde afspraken in je groep gemaakt voor het reflecteren? Welke? Vraag 10 Welke voordelen zijn er volgens jou bij het reflecteren met kinderen? Zijn er ook nadelen? -‐ Voordelen: -‐
Nadelen:
Pagina 31
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Uitkomsten Vragenlijst Vraag 1: Wat versta je onder het reflecteren met kinderen? -
-
-
-
Dat kinderen zelf onder woorden kunnen brengen of laten zien wat ze hebben gedaan tijdens het speelwerken, of als er een probleem is, ook dan zelf eerst zelf laten vertellen. Eigenlijk doe ik niet anders dan reflecteren, gewoon bij alles het zit in mijn manier van werken en kinderen benaderen. Samen met de kinderen nadenken over wat ze gedaan hebben. De kinderen laten vertellen en/of laten zien wat ze gemaakt hebben of waarmee ze bezig geweest zijn. Ook bespreken hoe ze eventuele problemen opgelost hebben. Kinderen laten nadenken over zichzelf, hun gedrag of een activiteit. Praten met kinderen over hoe ze hebben gewerkt, wat ze hebben gedaan, welke keuzes ze hebben gemaakt en waarom ze deze hebben gemaakt. Ook belangrijk is het bespreken van hun gevoel tijdens het speelwerken, tijdens conflicten of problemen met de activiteit/materiaal. Het terugkijken met kinderen naar wat dan ook. Of het nu gaat om het terugkijken naar een les of naar een activiteit. Je wilt de mening van de kinderen horen. Letterlijk: weerspiegelen. Hoe heb ben zij de dag, dagdeel en/of les ervaren! Dat kan individueel of per groep of de gehele klas zijn. Dat zijn de terugkijkmomenten met de leerlingen. Samen met de kinderen nadenken over wat er die dag is gebeurd. Wat hebben ze geleerd, hoe hebben ze dat geleerd (bijvoorbeeld via werkboeken, computer, mondeling, thematafel, etc.) Reflecteren kan mondeling, schriftelijk of bijvoorbeeld met een tekening Dat je met de kinderen bespreekt hoe iets is gegaan. Terugkijken met de kinderen op de gang van zaken in de klas. Na een activiteit bijvoorbeeld. Als er bepaalde dingen niet goed gingen of je doelen niet behaald werden. Een kwartier voor tijd stoppen om de kinderen zelf de goede en foute dingen laten benoemen. Met kinderen terugkijken op een activiteit of opdracht die ze recent uitgevoerd hebben. Goede punten en minder goede punten bespreken en kijken/bedenken hoe het de volgende keer beter kan. Mogelijkheid geven om het resultaat te delen met anderen maar niet verplichten.
Vraag 2: Wanneer reflecteer je effectief met kinderen volgens jou? -
Dat kinderen zelf de mogelijkheid hebben om dit te doen. Dus veel geduld en veel open vragen kunnen stellen naar kinderen toe. En ondersteuning indien nodig. Wanneer alle kinderen, op hun eigen manier, zich kunnen, durven en mogen uiten. Als je merkt dat kinderen zich bewust worden van hun handelen. En dat in een volgende activiteit of conflict laten zien. Effectief doe je het als je het consequent terug laat komen. Ik denk dat je dan een effectieve manier van reflecteren hebt. En het is natuurlijk belangrijk dat je meerdere meningen hoort van verschillende kinderen. Je kunt geen conclusies trekken uit 1 reactie. Wanneer een dag, dagdeel of les niet goed is verlopen. Waar kan dat nou aan liggen? Op gedrag van de gehele groep of groepje of individueel. Maar ook wanneer alles prima is gegaan, wil je weten waar hun motivatie ligt! Als je dit regelmatig op de dag doet. Wanneer ze actief met de reflectie betrokken zijn. Het moet hun eigen reflectie zijn. Als je ze veel zelf laat denken, open vragen stellen.
Pagina 32
2011
Effectief reflecteren met kinderen
-
-
Als je er een routine van maakt. Dat er vaste momenten zijn hiervoor. Ook als alles goed gaat in de klas moet je reflecteren. Zo kun je ze allen tegelijk een compliment geven. Als het niet goed gaat is het meest effectieve als je de kinderen die niet goed meededen allen hun fouten te laten benoemen. Als er regelmaat in zit en het liefst iedere dag maar om te starten zou het ook minder kunnen als het maar op afgesproken tijden/momenten gebeurd.
Vraag 3: Is het reflecteren een vast onderdeel in het dagschema, zoals dat bij Kaleidoscoop hoort met vooruitkijken – werken – terugkijken? (Als dit niet als vast onderdeel bij jou in het dagschema staat, hoe vaak reflecteer je dan met kinderen?) -
-
Wij hebben dit als vast onderdeel. Dus dagelijks! Bij ons is reflecteren bij het terugkijken een vast onderdeel. Maar we reflecteren ook regelmatig na andere gebeurtenissen: Zoals na het buitenspelen / fruit eten / conflicten. Ja, het is een vast onderdeel in ons dagschema, 4 dagen per week. Ik heb het wel als vast onderdeel in het dagschema. Het komt bij mij terug wanneer ze met hun Elmer(planning na het zelfstandig werken, dus buiten rekenen, taal en schrijven om) hebben gewerkt. Voordat ze met deze Elmer aan de slag gaan maken ze een plan wat ze eigenlijk willen gaan doen. Na het werken met deze Elmer kijken wat er van hun plan terecht is gekomen… En mochten ze minder gedaan hebben dan ze vooraf gedacht hadden dan vraag ik een reden hoe dat zou kunnen komen. Maar reflecteren op bepaalde activiteiten is niet iets wat echt vaststaat in mijn dagschema maar zulke evaluaties doe je meestal tussendoor. Ja, het is een vast onderdeel in het dagschema. Ik betrap me erop dat ik hier in tekort zie, het schiet er vaak bij in door de tijdsdruk of de te grote groep als je alleen staat. Het is een vast onderdeel van het dagschema. Het is volgens mij iets waar zowel de leerling als de leerkracht even aan moet wennen, voordat de reflectie echt effectief wordt. Als het maar sporadisch gebeurt, is het niet effectief. Sinds dit schooljaar is het een vast onderdeel in het dagschema, door een collega die bekend is met Kaleidoscoop ingevoerd. En het werkt prettig. Het is geen vast onderdeel, hier is gewoon geen tijd voor. Ik doe het in de vorm van een klassenvergadering. Om de zoveel weken. In een grote kring met alle tafels. Dit vinden ze heel leuk. Aan het begin van afgelopen jaar was dat wel de bedoeling maar door de groepssamenstelling is er uiteindelijk niets meer van gekomen. Het is wel de bedoeling dat we er vanaf het nieuwe schooljaar weer fris mee starten.
Vraag 4: Hoe organiseer je het reflecteren? -
We zitten in een vast groepje van kinderen, soms laat ik een kind de “leiding”nemen, de kinderen nemen hun werkje mee of we lopen langs de bouwhoek, of we gaan kijken en praten als ze hun werkje al zelfstandig hebben opgehangen. In een rustige gezellige sfeer, zodat het kind zich veilig voelt. In de grote groep, kleine groep, met een paar kinderen of individueel. De klas is in twee vaste groepen verdeeld. Elk groepje maakt tijdens het vooruitkijken een plan en tijdens het terugkijken gaan we het speelwerken bespreken. Het is voor kinderen heel duidelijk als je elke dag ‘reflecteert’. Het wordt een vorm van automatisme en kinderen leren steeds beter en bewuster naar zichzelf en hun handelingen te kijken.
Pagina 33
2011
Effectief reflecteren met kinderen
-
-
Eerst laat ik de kinderen alles opruimen en dan komen ze in de klas zitten met hun Elmer op tafel. Dan maak ik een rondje langs een willekeurig aantal kinderen en ik vraag ze wat ze gedaan hebben en of het goed ging of ze hier al mee klaar waren. Dan kruisen ze aan op hun Elmer wat ze gedaan hebben. Ik trek hier ongeveer een kwartiertje voor uit. O.a. met buitenspelen. Van te voren licht ik de kinderen in en na de pauze trek ik er ongeveer 5 minuten voor uit. Zo ook de dag en/of ‘n les. Meestal in kleine kring. Ik heb drie vaste kleine kringen. Maar ook wel eens klassikaal met een paar leerlingen. Het staat op het dagschema ingeroosterd. Afhankelijk van het aantal volwassenen in de klas vaak in een kleine kring. Ik probeer er meestal een actieve, ontspannen en gezellige tijd van te maken. Open vragen stellen. Ki kunnen reageren door hun hand op te steken Klassikaal. Na een aantal weken. Als ik zie dat er een aantal zaken niet goed lopen in de klas, plan ik gewoon een vergadering in. Op een vast moment in het dagschema en met regelmaat zodat de kinderen het ook gewend zijn. Als het incidenteel gedaan wordt heeft het geen meerwaarde. In eerste instantie ieder voor zich op papier en dan tot slot diegene die het wil delen vertelt het aan de groep.
Vraag 5: Maak je gebruik van materialen tijdens het reflecteren? Welke? -
-
Ik gebruik veel dingen, zoals de het gebruiken van de eerste letter van je naam, met rijmwoorden, natuurlijk hun eigen werk, ik schrijf ook alles op. Werkstukken die de kinderen gemaakt hebben. Materiaal waar ze mee gewerkt hebben. Voorwerpen die bij het thema passen. Kinderen hebben tijdens het speelwerken iets gemaakt of een werkje gedaan, dit mogen ze laten staan zodat we tijdens het terugkijken allemaal kunnen zien wat er is gemaakt. Hebben ze iets gemaakt wat meegenomen kan worden in de kring dan mag dat ook, aan de hand daarvan kunnen kinderen vaak beter vertellen wat ze hebben gedaan en hoe ze het hebben gedaan. De Elmer. Ik laat de kinderen vertellen wat ze met zelfstandig werken gedaan hebben ( de hoeken bijv.) Ook via werkboeken, methodisch gebonden opdrachten enz. Dit is afwisselend. Vaak wel. Bijvoorbeeld een grabbelzak met dingen over het geleerde thema, tekenmateriaal, je kunt eigenlijk van alles gebruiken en bedenken… Nee Pen, papier en een vergadermap met alle data en opmerkingen die vanuit de kinderen komen. Ik had vorig jaar een planschriftje waarin dan ook terug gekeken kon worden. Spullen die ze gemaakt hebben of materiaal waarmee ze gewerkt hebben. Afhankelijk van de situatie.
Vraag 6: Wat wil je bereiken met het reflecteren? -
Dat wat ze hebben gekozen met het vooruitkijken ook even terugkomt, het hoeft niet altijd het plan te zijn wat ze hebben uitgekozen, waarom ging je iets anders doen, in ieder geval dat kinderen bewust worden van wat ze hebben gedaan. Dat kinderen gaan nadenken over wat ze hebben gedaan, hoe ze het hebben gedaan, wat er goed ging en wat er eventueel anders had gekund. Kinderen worden dan bewust van wat
Pagina 34
2011
Effectief reflecteren met kinderen
-
-
ze hebben gedaan. Ook horen de andere kinderen wat je hebt gedaan en hoe je dat hebt aangepakt, misschien ben jij tegen iets aangelopen waar een ander kind dan weer een oplossing voor heeft of waar hij/zij rekening mee kan houden wanneer hij/zij zoiets gaat doen of maken. Dat de kinderen voor zichzelf leren terugkijken op hoe iets is gegaan. En dat ze ook het besef krijgen hoe dat nu iets goed of juist slecht is gegaan. En dat ze hier dan natuurlijk ook de volgende keer naar handelen. Mochten ze teveel voor zichzelf plannen dan merken ze dit ook dus plannen leren ze ook. Om optimaal je lessen zinvol en effectief te kunnen geven. Weten wat er beweegt in de groep. En daar op de juiste manier op inspringen. Ervaringen leren verwoorden en naar een doel toe te werken. Ook leren ze met kritische vragen om te gaan bovendien kan hun zelfvertrouwen groeien bij een positieve feedback. Dat kinderen nadenken over wat ze nou eigenlijk geleerd hebben, trots zijn op zichzelf, en vooral dat ze inzicht krijgen in hun eigen kunnen. Hoe leer ik het beste op welke manier? Maar ook, waar zou ik graag meer van willen leren? Dat ki zich er bewust van worden wat ze doen en hoe ze het doen. En ook wat ging er goed/fout en wat kun je daar weer van leren Het bewust maken van handelen van de kinderen zelf. Zelfsturing bevorderen. Dat kinderen na gaan denken over hun eigen leerproces. Wat heb ik geleerd. Wat vond ik moeilijk. Wat zou ik de volgende keer anders doen. Was het op die manier misschien beter gegaan? Dat ze van elkaar zien dat sommige dingen ook op een andere manier kunnen en dat daar niets mis mee is.
Vraag 7: Hoe houd je de aandacht vast van de kinderen tijdens het reflecteren? -
Door van alles, laat een kind de leiding nemen, verwijzen naar elkaar, in ieder geval meestal met een spelvorm. Zelf actief zijn, maar ook de kinderen veel de kans geven. Door verschillende materialen en activiteiten te gebruiken. Door ervoor te zorgen dat degene die aan het woord is zijn woord richt naar de kinderen, zodat er gereageerd kan worden door kinderen en er dus vragen worden gesteld of misschien zelfs wel discussies ontstaan. Ik kies willekeurig een aantal kinderen uit. Dus niet allemaal maar ongeveer de helft kijkt terug op wat hij/zij gedaan heeft. Zo duurt het niet te lang en blijft de aandacht erbij. Door goed naar elkaar te luisteren. De juiste vragen stellen. Belangstelling tonen. Niet te lang! Zoveel mogelijk kinderen te bereiken. Kleine groepen en het kort houden. En materialen indien nodig. Door bijvoorkeur in de kleine kring te reflecteren. Ook is het zeer belangrijk veel te variëren met werkvormen. Ik begin vaak met de vraag: wie denkt te weten..... of wie snapt waarom we .... hebben gedaan om de aandacht te vangen. Door ze serieus te nemen. En de regels consequent toe te passen. Luisteren naar elkaar. vinger opsteken als je iets wilt vragen. vuist maken als je wilt reageren op iets wat een leerling zegt Zorgen dat het geen langdradige verhalen worden. Proberen punten aan te halen die op de meeste kinderen betrekking hebben.
Vraag 8: Over welke vaardigheden moeten kinderen volgens jou beschikken om te kunnen reflecteren?
Pagina 35
2011
Effectief reflecteren met kinderen
-
Het maakt niet zo veel uit. Ze kunnen ook non verbaal reflecteren, of je laat een ander kind haar/hem helpen die met hem/haar heeft gespeeld, gewerkt. Jong geleerd, dan kan het doorvloeien naar de andere groepen. Luisteren en op hun beurt wachten. Vertellen. Reageren. Luisteren. Ik denk dat ieder kind dit moet kunnen leren. Eigen mening. Bewustwording. Zelfstandig denken. Taakbewust en een goede werkhouding. Wederzijds vertrouwen en respect omgaan met hun meningen. Er is eigenlijk een randvoorwaarde die er moet zijn om dit te kunnen doen en dat is dat er een open en positieve sfeer moet zijn zodat de leerlingen zich veilig voelen. Kinderen met een taalachterstand komen vaak wat langzamer op gang, omdat het voor hen lastiger is om zich goed uit te drukken. Maar wanneer er regelmatig gereflecteerd wordt, gaat dat steeds beter. Kunnen nadenken over wat hij of zij heeft gedaan, luisteren naar elkaar, onthouden wat er die dag gebeurd is Ze moeten duidelijk hun mening kunnen geven. Hierbij moeten ze ook hun meningen kunnen beargumenteren. Stil zijn om naar hun klasgenootjes te luisteren. Luisteren naar elkaar. Toe kunnen geven dat soms dingen fout gaan. Kunnen verplaatsen in een ander. Kritisch zijn op eigen werk en resultaat.
Vraag 9: Zijn er bepaalde afspraken in je groep gemaakt voor het reflecteren? Welke? -
Alleen dat kinderen in een vaste groep terugkijken. De kinderen zitten wel op een vaste plaats in het groepje! We wisselen wel 2 x per jaar van groep, zodat je ook de ervaring hebt met de andere kinderen. En verder is het elke keer op een andere manier. Naar elkaar luisteren. Geen echte afspraken. Wel elke dag hetzelfde groepje om vooruit te kijken en terug te kijken, kinderen luisteren naar elkaar en mogen reageren op elkaar. Nee niet echt bepaalde afspraken.. Behalve dat alles eerst opgeruimd dient te zijn. In ieder geval 2 x van de 3 dagen. Luisteren naar elkaar. Je luistert naar elkaar, laat iemand uitpraten, ook positieve kritiek geven, eventueel elkaar helpen. Iedereen is anders en dat is prima! Je lacht niemand uit! Je doet het om er zelf van te leren We luisteren naar elkaar en je steekt je vinger op als je iets wil zeggen. Nee, niet bepaald afspraken. De kinderen kunnen wel zelf aangeven dat ze een klassenvergadering willen. Respect hebben voor elkaar. Luisteren naar elkaar. Iedereen de kans geven om zijn/haar verhaal te doen.
Vraag 10: Welke voordelen zijn er volgens jou bij het reflecteren met kinderen? Zijn er ook nadelen? Voordelen: - Kinderen willen ook wel eens doen wat andere kinderen vertellen. Zelfvertrouwen, aandacht voor wat ze hebben gedaan, je kunt de kinderen nog meer ondersteunen. Kinderen leren naar elkaar te luisteren en ze leren feedback geven! Er zijn zoveel voordelen, teveel om op te noemen. - Het is een proces, waarbij de kinderen steeds beter kunnen weergeven wat ze hebben meegemaakt.( door te wijzen, te tekenen, te vertellen) Door na te denken over wat ze hebben gedaan geven ze betekenis aan hun ervaringen. Het is een sociaal gebeuren,
Pagina 36
2011
Effectief reflecteren met kinderen
-
waarbij de kinderen ook ideeën en ervaringen van anderen opdoen. Kinderen gaan verband leggen tussen wat ze gedaan hebben en wat ze van plan waren. Kinderen leren bewust na te denken over zichzelf, hun gedrag of het werk wat ze hebben gedaan. Kinderen leren naar elkaar te luisteren. Kinderen leren elkaar vragen te stellen. Kinderen leren van elkaars ervaringen. Ze leren een bepaalde vorm van besef aan. Waarom ging het goed? Of waarom juist fout? Ze leren bewust plannen. Niet teveel van zichzelf vragen, maar ook zeker niet te weinig! Later zullen ze ook nog vaak moeten terugkijken op wat en hoe ze iets gedaan hebben. Vertrouwen. Openheid. Zelfbewust. Afspraken voor een andere aanpak bijv. Ook conflictsituaties zijn effectieve leermomenten. Ze leren kritisch met vragen omgaan. Zelfvertrouwen groeit. Ze leren ervaringen te verwoorden. Naar een doel toe te werken. Nadenken over samenwerken. Wanneer het reflecteren langere tijd in een groep is gedaan, merk je een verschil in werkhouding. Het verantwoordelijkheidsgevoel groeit. Ik leer ervan hoe kinderen werken, ze leren van elkaar. Je hoopt dat ze een 'fout' de volgende keer niet meer maken omdat je er samen bij stil hebt gestaan. Het is een rustpunt aan het einde van de dag. Bewustwording/Zelfsturing door eigen handelen, omgaan met kritiek, luisteren naar elkaar, meningen geven. Kinderen leren om kritisch te zijn op eigen werk. Je leert na te denken over je werk/ houding en resultaat waardoor je bewuster met opdrachten bezig bent. Je leert van elkaar.
Nadelen: - voor mij absoluut geen, wel de tijd goed in de gaten houden!!!! Het hoeft niet zo lang te duren, maar door het dagelijks te doen krijg je er ervaring door! - Bij het terugkijken na het speelwerken moet je met 2 volwassenen op een groep zijn. - Ik zou zo snel geen nadeel weten. Behalve dat het voor kinderen die niet terugkijken wellicht wat saai is. - Vaak in tijdnood, het mag gewoontevorming of vanzelfsprekendheid worden, want dan wordt het ineffectief. - Als er niet aan de randvoorwaarde is voldaan, dan durven de leerlingen zich niet te uiten en te experimenteren met materialen (hun gedachten + gevoelens etc.) dan is het zelfs averechts. Je moet als leerkracht ook echt geïnteresseerd zijn en praten met de leerlingen op basis van gelijkwaardigheid anders klappen ze juist dicht. Je moet ze kunnen stimuleren tot reflecteren. - Het kost veel tijd en voorbereiding als je het echt goed en effectief wilt doen. - Organisatie in grote groepen. Groepssamenstelling/houding kinderen.
Pagina 37
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Hieronder staan de klassenbezoeken omschreven. Ik heb in alle klassen rondgekeken, maar waarbij interactie staat bij die groepen heb ik ook daadwerkelijk de kinderen en leerkracht aan het werk gezien. Bij de andere groepen heb ik in een lege groep rondgekeken. Klassenbezoek Groep 1-2 Leeromgeving De leeromgeving is zoals die in de theorie van Kaleidoscoop beschreven wordt. Er zijn veel hoeken in het lokaal die steeds gewisseld worden. Dit wordt meestal gedaan aan de hand van een bepaald thema. De materialen en voorwerpen die in de hoeken gebruikt worden zijn gelabeld. Dit zorgt ervoor dat er overzicht is voor de kinderen en dat de kinderen heel zelfstandig kunnen opruimen. Producten die door de kinderen gemaakt zijn, zijn te vinden in de klas. Dagschema Het dagschema is aan de hand van dagritmekaarten in de klas zichtbaar voor kinderen. Er wordt duidelijk volgens de cyclus vooruitkijken – werken – terugkijken gewerkt. Er wordt vooruitgekeken en plannetjes gemaakt door de kinderen. Hierna gaan de kinderen hun plan uitvoeren en tenslotte wordt er teruggekeken naar wat er van hun plan uiteindelijk terecht is gekomen. Interactie Er wordt op verschillende manieren gecommuniceerd. De leerkracht stelt open vragen en geeft de kinderen de tijd om na te denken. Kinderen krijgen ook de mogelijkheid om op elkaar te reageren. Klassenbezoek groep 3 Leeromgeving De leeromgeving is zoals die in de theorie van Kaleidoscoop beschreven wordt. In de groep zelf is een hoek voor de kring. Buiten de groep is het muizenhol waar meerdere hoeken aanwezig zijn voor de groep. Dagschema Het dagschema is aan de hand van dagritmekaarten in de klas zichtbaar voor kinderen. Ieder kind werkt met de Elmer. Hierdoor kunnen de kinderen zelfstandig de taken maken. Zij plannen van te voren wat zij gaan doen. Na het werken kijken zij ongeveer een kwartier terug met de leerkracht. Interactie De leerkracht communiceert op verschillende manieren met de kinderen. Hij stelt open vragen. Bij het terugkijken is er vooral interactie tussen leerkracht en leerling. Wel mogen leerlingen reageren op wat gezegd wordt door een kind.
Pagina 38
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Klassenbezoek groep 4 Leeromgeving Er zijn verschillende hoeken in het lokaal en buiten het lokaal. Verschillende hoeken worden aangepast aan het thema dat behandeld word. Dagschema Er is een dagschema door middel van dagritmekaarten. In dit dagschema zie je het plannen, werken en terugkijken. Klassenbezoek groep 5 Leeromgeving De leeromgeving is zoals die in de theorie van Kaleidoscoop beschreven wordt. Er zijn verschillende hoeken. De hoeken worden aangepast aan het thema waar de kinderen mee bezig zijn. Dagschema Op het dagschema komt het werken duidelijk naar voren. Ook het terugkijken wordt iedere dag gedaan. Klassenbezoek groep 6 Leeromgeving De leeromgeving is nog niet helemaal zoals die in de theorie van Kaleidoscoop beschreven wordt. Er zijn hoeken in het lokaal, maar deze kunnen verbeterd worden en ook vaker verwisseld worden bijvoorbeeld aan de hand van een bepaald thema. De meeste materialen zijn wel gelabeld. Er zijn producten die door de kinderen gemaakt zijn, te vinden in de klas. De leeromgeving is een verbeterpunt voor groep 6. Dagschema Het dagschema is aan de hand van dagritmekaarten in de klas zichtbaar voor de kinderen. Het schema van vooruitkijken, werken en terugkijken is in de groep niet zichtbaar. Er is geen duidelijk moment van vooruitkijken en terugkijken. Het werken wordt wel weergegeven in het dagschema. Interactie Er was meer interactie van leerkracht naar leerling dan bij de leerling onderling. De leerlingen mochten wel reageren, daarbij moesten zij een vuist maken zodat de leerkracht kon zien dat een leerling wilde reageren op een leerling. Klassenbezoek groep 7
Pagina 39
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Leeromgeving Er zijn verschillende hoeken in en buiten de groep waaraan de kinderen mogen werken. De hoeken worden aangepast aan het thema waar mee gewerkt word. Dagschema In het dagschema is het plannen en het werken verwerkt. Het terugkijken is nog niet duidelijk zichtbaar. De kinderen werken wel met een weektaak en daarbij een planformulier. Op dit planformulier zetten zij wat zij gaan doen tijdens het zelfstandig werken. Hierna gaan zij aan de slag.
Pagina 40
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Format Reflecteren 1. Zijn er interessecentra in het lokaal? Ja, ga naar vraag 2
Nee, raadpleeg de informatiegids over hoeken en ga hiermee aan de slag.
2. Zijn de interessecentra gelabeld en is er voldoende materiaal aanwezig? Ja, ga naar vraag 3
Nee, ga eens in een groep kijken waar dit wel het geval is en vraag om advies.
3. Is er een dagschema aanwezig in de groep? Ja, ga naar vraag 4
Nee, kijk bij andere collega’s hoe zij dit hebben gedaan.
4. Is er tijd in het dagschema voor het plannen/vooruitkijken? Ja, elke dag werken de kinderen Met een planformulier en weektaak Of planbord. Ga door naar vraag 5.
Nee, introduceer het bijgevoegde planformulier in je groep. Vraag zo nodig Advies bij groep 7, zij werken al wel met Een planformulier.
5. Zijn alle afspraken voor het zelfstandig werken bekend bij de kinderen? (Blokje, stoplicht) Ja, ga naar vraag 6.
Nee, maak de afspraken voor jezelf weer helder en bespreek opnieuw de afspraken met de leerlingen.
6. Is er tijd in het dagschema voor het reflecteren/terugkijken? Ja, elke dag wordt er gereflecteerd/teruggekeken. Ga door naar vraag 7.
Nee, vraag advies aan een collega om dit in het dagschema in te plannen. Maak eerst gebruik van het bijgevoegde planformulier, waar de kinderen ook op terugkijken.
Pagina 41
2011
Effectief reflecteren met kinderen
7. Is de cyclus vooruitkijken – werken – terugkijken duidelijk voor de leerlingen? Ja, het komt iedere dag terug. Probeer dan meerdere werkvormen uit bij het reflecteren/terugkijken met kinderen. Ga door naar vraag 8.
Nee, probeer het schema zelf goed aan te houden en vraag advies bij andere leerkrachten. Zorg dat de cyclus elke dag terugkomt.
8. Is het reflecteren/ terugkijken afwisselend en actief? Ja, dan is het reflecteren effectief.
Nee, probeer reflectieactiviteiten uit die bijgevoegd zijn aan dit document.
Pagina 42
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Reflectiematerialen Planformulier Maandag Wat ga ik doen?
Hoeveel tijd? Problemen?
Nakijken ja/nee
Werk af?
Dinsdag Wat ga ik doen?
Hoeveel tijd? Problemen?
Nakijken ja/nee
Werk af?
Woensdag Wat ga ik doen?
Hoeveel tijd? Problemen?
Nakijken ja/nee
Werk af?
Pagina 43
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Donderdag Wat ga ik doen?
Hoeveel tijd? Problemen?
Nakijken ja/nee
Werk af?
Vrijdag Wat ga ik doen?
Hoeveel tijd? Problemen?
Nakijken ja/nee
Werk af?
Pagina 44
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Plannen Wat ga ik doen?
Hoe ga ik dat doen?
Hoeveel tijd heb ik daarvoor nodig?
Wat gaat tot nu toe goed?
Zijn er problemen?
Wat ga ik daar aan doen?
Wat ging goed?
Wat ging niet zo goed?
Is het werk af?
Tussentijds terugkijken
Terugkijken
Pagina 45
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Doel: Kinderen leren hun werk kritisch te bekijken, over hun werk te praten met elkaar en met de leerkracht. De kinderen gaan hierdoor anders kijken naar hun werk. Kinderen gaan zich verantwoordelijk voelen voor hun werk. Klein groepje van ongeveer vier kinderen: -‐ Leg het werk op tafel, placemat in het midden. -‐ Gooi met de dobbelsteen, lees de vraag. -‐ Geef elkaar denktijd. -‐ Ieder antwoordt om de beurt op de gestelde vraag. -‐ De anderen mogen vragen stellen. Klassikaal: -‐ Placemat op het schoolbord -‐ Met de dobbelsteen wordt de vraag bepaald. -‐ Geef de kinderen denktijd. -‐ In tweetallen bespreken de kinderen hun antwoord met elkaar, het werk ligt op tafel. -‐ De leerkracht vraagt aan enkele kinderen hun antwoord te geven en vraag door op de inhoud. Tweetallen: -‐ Er wordt nu niet met de dobbelsteen gegooid, maar de kinderen zoeken zelf de vraag uit die ze willen beantwoorden en bespreken die samen.
Pagina 46
2011
Effectief reflecteren met kinderen
2.
1.
Wat lijkt je niet leuk?
Wat lijkt je makkelijk?
3.
Wat kan je goed?
Hoe kun je dat toch leuk maken?
Vooruit kijken 6.
Hoe kan jij het best werken?
Hoe kan dat jou helpen bij de opdrachten?
4.
Wat doe je als je iets moeilijk vind?
5.
Vertel hoe jij van plan ben om het werk te maken.
Pagina 47
2011
Effectief reflecteren met kinderen
2.
1.
Waar ga je vanaf nu het meest je best op doen?
Welke klasgenoot werkt volgens jou heel goed?
Lukt het je om het werk af te krijgen? Hoe kun je dat voor elkaar krijgen?
Waarvan krijg jij zin om je opdrachten te maken?
Wat kan je van hem/haar leren?
Tussentijds terugkijken
6.
3.
5.
Wanneer werk je volgens jou goed?
4.
Kun je dat nu gebruiken?
Als de juf of meester jou ziet werken. Wat zou zij of hij ervan zeggen?
Pagina 48
2011
Effectief reflecteren met kinderen
2.
Welke opdracht vond je het moeilijkst?
1.
Wat heb je gedaan?
3.
Wat heb je af? Ben je hier tevreden over?
Terugkijken 4.
6.
Als je een opdracht mocht veranderen, welke zou je dan veranderen?
Op welke opdracht ben je trots? 5.
Wat wil je nog meer oefenen?
Pagina 49
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Doel:
De leerlingen kijken terug op een speelse manier. Ze worden zich bewust van de manier waarop zij hebben gewerkt.
Dit is een klassikale opdracht. -‐ -‐ -‐
-‐ -‐
Zorg voor een lang touw en leg dit in het midden van de klas. Links van de lijn staat voor het antwoord ‘ja’ en rechts voor het antwoord ‘nee’. Zorg voor stellingen die alleen met ‘ja’ en ‘nee’ te beantwoorden zijn. Voorbeelden van stellingen zijn: o Ik vond het vandaag goed gaan. o Ik ben tevreden. o Ik ben trots op mijn werk. o Ik ga een volgende keer iets anders doen. o Ik heb veel geleerd. o Ik heb mijn plan goed uitgevoerd. o Ik heb samengewerkt. Dit zijn maar een aantal stellingen. De leerkracht kan zelf nog andere stellingen bedenken. Leerlingen moeten fysiek kiezen door links of rechts van de lijn te gaan staan. Vraag leerlingen naar ‘het waarom’ voor hun gekozen kant. ‘Daarom’ is geen reden!
Pagina 50
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Doel:
De leerlingen kijken terug op een speelse manier. Ze worden zich bewust van de manier waarop zij hebben gewerkt.
Klein groepje van ongeveer vier kinderen: -‐ Leg het werk op tafel, placemat in het midden. -‐ Gooi met de dobbelsteen, lees de vraag. -‐ Geef elkaar denktijd. -‐ Ieder antwoordt om de beurt op de gestelde vraag. -‐ De anderen mogen vragen stellen. Klassikaal: -‐ Placemat op het schoolbord -‐ Met de dobbelsteen wordt de vraag bepaald. -‐ Geef de kinderen denktijd. -‐ In tweetallen bespreken de kinderen hun antwoord met elkaar, het werk ligt op tafel. -‐ De leerkracht vraagt aan enkele kinderen hun antwoord te geven en vraag door op de inhoud.
Je kunt de dobbelsteen door de kinderen laten gebruiken voor het terugkijken. Ook kun je een klein groepje bij je nemen en ieder kind de dobbelsteen laten gooien. De vraag waarop de dobbelsteen uitkomt, is de vraag die de leerling gaat beantwoorden. Wanneer de leerkracht samen met de kinderen werkt, dan kan deze doorvragen op de antwoorden van de kinderen. Voorbeeld van vragen op de dobbelsteen kunnen zijn: • Heb ik mijn plan uitgevoerd? • Wat ga ik een volgende keer anders doen? • Wat heb ik geleerd? • Hoe heb ik gewerkt? • Waar wil ik nog mee oefenen? • Waar ben ik trots op?
Pagina 51
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Doel:
De kinderen leren nadenken over hun kwaliteiten en krijgen hier inzicht in. Dit kan ze weer helpen om hun kwaliteiten te gaan benutten. Het werken met de kaartjes draagt bij aan de sociaal-‐emotionele ontwikkeling van de kinderen.
Individueel gesprek: -‐ Leg de kaartjes open op tafel en laat het kind een kaartje kiezen dat het beste bij hem of haar past. -‐ Geef het kind de gelegenheid om het kaartje te lezen en eventueel voor te lezen wat er staat. -‐ Stel vragen aan het kind: • Wat zou deze kwaliteit betekenen? • Waarom past deze kwaliteit goed bij je? -‐ Vraag door op de antwoorden die het kind geeft. • Wat vind je van deze kwaliteit? • Wanneer gebruik je deze kwaliteit? • Ken je anderen die deze kwaliteit ook hebben? • Hoe kunnen we deze kwaliteit in de klas bij jou zien? • Wat heb je nodig om deze kwaliteit te kunnen laten zien? -‐ Geef een kind altijd de mogelijkheid om een ander kaartje te kiezen. Gesprek in een groepje Als de mogelijkheid bestaat om met een klein groepje te werken, kan een groepsgesprek plaatsvinden met de kinderen over hun kwaliteiten. Kinderen kunnen dan aan de hand van de kaartjes vertellen over hun eigen kwaliteiten. Ook is het mogelijk om de kinderen een kaartje te laten kiezen voor elkaar. Op deze manier kunnen ze elkaar feedback geven. Als u wilt dat de kinderen ook met elkaar in gesprek gaan, kunt u er het beste voor zorgen dat u als leerkracht niet het middelpunt van het gesprek bent. U bent aanwezig als begeleider, niet als leider. Vooraf nodigt u de kinderen uit vragen aan elkaar te stellen. U kunt om de juiste momenten vragen stellen en vervolgens de kinderen weer aan het woord laten. Zo houdt u het gesprek gaande zonder zelf teveel aan het woord te zijn. Met de hele groep: -‐ Geef ieder kind een willekeurig kaartje -‐ Laat de kinderen het kaartje bekijken en geef ze de tijd om schriftelijk antwoord te geven op een aantal vragen. • Waaraan denk je als je deze kwaliteit leest? • Vind je dat deze kwaliteit ook bij jou past? • Wanneer komt deze kwaliteit naar voren? • Hoe kan de kwaliteit in de klas ingezet worden? -‐ Mocht een kind zich niet aangesproken voelen door het kaartje, dan moet het de gelegenheid krijgen een ander kaartje te pakken. -‐ Laat de kinderen die dit willen kort iets vertellen over wat ze hebben opgeschreven. Daarbij krijgen ze de mogelijkheid vragen te stellen aan elkaar.
Pagina 52
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Artikel Kinderen zelf leren reflecteren Artikel Reflecteren met kinderen Artikel Coachen van kinderen
Pagina 53
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Peerassessments Peerassessmentformulier - Deel 1 – “KO Schoolontwikkeling” – Pabo 4 – 09/10 Onderzoek van : Joyce van Oers…………………………………..klas: ……………. Peerassessor / critical friend: ……Drs. J.M.Vegter-‐Rozendal, www.vegtersplaza.nl
D: Inleiding:
In dit hoofdstuk wordt een verantwoording van het onderwerp gegeven. De volgende elementen moeten aan bod komen:
1. Voorwoord
Tip: Bij het voorwoord mag je wat mij betreft al een verwijzing maken naar “actief leren” – het basisconcept van Kaleidoscoop . In je onderzoek moet dit voor de lezer ergens uitgebreid worden uitgelegd.
2. Introductie van de titel van het onderzoek
Hier mag je wel even alvast de cyclus vooruitkijken – werken – terugkijken noemen, waarbij de reflectie een vast onderdeel vormt. Organisatorisch wordt dit gauw overgeslagen, omdat kinderen het moeilijk vinden om naar elkaar te luisteren.
3. Verantwoording van de onderzoekskeuze
In het gesprek hebben we een verbinding gemaakt met ‘opbrengst gericht werken’ en zodoende kwamen we bij Kaleidoscoop op reflecteren. Hier mag je wat mij betreft al even ingaan op het belang van reflectie.
4. Professionele context. (Waarom past dit onderzoek in de onderwijsomgeving en wat is de waarde hiervan voor de actoren?) 5. Wat is de verwachte opbrengst voor de stageschool? 6. Wat is de te verwachten opbrengst voor jou in relatie met de te verwerven competenties. (De beschrijving van het
Bij deze vraag kan José jou het beste helpen. De visie van de school mag hier doorschemeren. Kort en krachtig, ik vind dit helder. Deze vraag is iets voor de expert van de academie.
onderzoek moet en duidelijke relatie hebben met de onderwijspraktijk en het eigen functioneren in deze praktijksituatie)
E: Professionele situatie, aanleiding tot het onderzoek:
Hier de beschrijving van het schoolprofiel, de aanleiding voor het onderzoek, de beschrijving van het probleem / innovatieve vraag / stellingname.
1. Het schoolprofiel van de stageschool.
Bij deze vraag kan José jou het beste helpen. Een studie visie van de school mag hier doorschemeren.
2. Beschrijving van de probleemcasus vanuit de basisschool./ innovatieve vraag
Hier zou ik het probleem voor het team wel beschreven willen zien. Waarom is reflecteren nu zo moeilijk? Welke innovatie ligt onder dit probleem?
Pagina 54
2011
Effectief reflecteren met kinderen
3. Stellingname student.
Hier mag je jouw mening over Kaleidoscoop helder neer zetten. Vind je het ook een goede visie of zou je later nooit zo willen werken?
F: Hoe wordt de onderzoekscyclus doorlopen?
Welke stappen worden gezet?
1. Welke stappen worden gezet? Wat is het plan? 2. Actieplan, werkwijze, plan van aanpak, beslispunten, tijdsplanning.
Dit ziet er helder uit, leuk dat je naar de Klaverweide gaat. Ik ben benieuwd. Verder is dit een vraag voor de expert van de opleiding
G: Probleemstelling en onderzoeksvraag:
Formuleringen !!
1. Afbakening van het onderzoek(D2) 2. Formulering van de probleemstelling(D3) 3. Formulering van de onderzoeksvraag (D4) 4. Formulering van de hypothese (D6)
1. Bij de afbakening vind ik, dat je het reflecteren tot Kaleidoscoop mag beperken, anders wordt het zo ontzettend uitgebreid. Je kunt wel kijken hoe er bij andere concepten wordt terug gekeken, zoasl bij E.G.O. of basisontwikkeling, maar het reflecteren op de Samenloop blijft horen in de cyclus ‘ Plan-‐do-‐review’ . 2. Geen aanvulling 3. Geen aanvulling 4. Geen aanvulling
Aanbevelingen door Critial Friend:
Beste Joyce, Je schrijft heel plezierig en leesbaar. We hebben elkaar al even gesproken over het mooie ontwerp op de voorkant. Mijn tip was om de bron van dit schema aan te geven door op de voorkant ergens “© Reflectiemeester” te zetten.
(peerassessor)
Je schrijft: Zelf vind ik het ook vaak nog moeilijk om goed te reflecteren met kinderen. Hoe reflecteer je nou eigenlijk effectief? Maar eerst komt de vraag “Welk effect wil je bereiken met de reflectie?” Dat staat ook bij de deelvragen van jouw onderzoeksvraag. Mijn tip hierbij is om na te gaan, welk gedrag en welke opbrengst je bij de kinderen wilt bereiken. En dan na te denken, hoe je dat als leerkracht kunt bereiken. Welke (Kaleidoscoop)-‐competenties heb je daarbij nodig? Ik hoop, dat je hier iets aan hebt gehad. Tot de eerste week van juli kan ik feedback geven. Dan begint mijn vakantie. In augustus ben ik weer bereikbaar.
Datum:
Amersfoort, 31 mei 2010.
Ondertekening:
J.M.Vegter-‐ Rozendal
Pagina 55
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Peerassessmentformulier - Deel 2 – “KO Schoolontwikkeling” – Pabo 4 – 09-10 Onderzoek van : Joyce van Oers ………………………………….. klas: ……………. Peerassessor / critical friend: ……… Drs. J.M.Vegter-‐Rozendal, www.vegtersplaza.nl Aanvullingen op het Peerassessment deel 1. (in te vullen door dezelfde peerassessor) -
Wat is veranderd / verbeterd in het onderzoeksplan t.o.v. deel 1? Kwaliteit van de theoretische verantwoording (deel H)
D: Inleiding:
In dit hoofdstuk wordt een verantwoording van het onderwerp gegeven. De volgende elementen moeten aan bod komen:
7. Voorwoord
Joyce heeft vanaf mei de aanwijzingen verwerkt
8. Introductie van de titel van het onderzoek 9. Verantwoording van de onderzoekskeuze 10. Professionele context. (Waarom past dit onderzoek in de onderwijsomgeving en wat is de waarde voor de actoren?) 11. Wat is de verwachte opbrengst voor de stageschool?
Joyce heeft vanaf mei de aanwijzingen verwerkt Joyce heeft vanaf mei de aanwijzingen verwerkt Joyce heeft vanaf mei de aanwijzingen verwerkt Joyce heeft vanaf mei de aanwijzingen verwerkt. Na het lezen van de uitwerking van alle interviews is er een mooi overzicht ontstaan van de huidige praktijk, wat betreft het reflecteren. Deze beginsituatie is niet alleen bruikbaar voor dit onderzoek, maar ook voor mij als schoolbegeleider van basisschool “De Samenloop”. Het onderzoek zal een bijdrage leveren bij nieuwe interventies bij de implementatie van een doorgaande lijn ‘actief leren’ en de cyclus ‘vooruitkijken, werken en terugkijken in de school.
12. Wat is de te verwachten opbrengst voor jou in relatie met de te verwerven competenties. (De beschrijving van het onderzoek moet en duidelijke relatie hebben met de onderwijspraktijk en het eigen functioneren in deze praktijksituatie)
Mijn verwachting is, dat Joyce meer te weten komt over Kaleidoscoop, opbrengst gericht werken, over reflecteren en hoe een concrete doelstelling kan helpen om effectiever onderwijs te geven. Bovendien hoort zij tijdens de trainingen over het referentiekader en andere nieuwe concepten in het basisonderwijs.
E: Professionele situatie, aanleiding tot het onderzoek:
Hier de beschrijving van het schoolprofiel, de aanleiding voor het onderzoek, de beschrijving van het probleem / innovatieve vraag / stellingname.
4. Het schoolprofiel van de stageschool.
De visie van de school is verwerkt.
5. Beschrijving van de probleemcasus vanuit de basisschool./ innovatieve vraag
De vorige keer schreef ik: “Hier zou ik het probleem voor het team wel beschreven willen zien. Waarom is reflecteren nu zo moeilijk? In deze fase blijkt het woord ‘effectief’ van belang te zijn in haar probleemstelling. Wanneer is het reflecteren effectiever? Dit gaat Joyce nu verder uitwerken.
6. Stellingname student.
Ik heb Joyce een mondelinge tip gegeven om dit nog
Pagina 56
2011
Effectief reflecteren met kinderen
iets concreter te formuleren, vooral na alle interviews of klassenbezoeken.
F: Hoe wordt de onderzoekscyclus doorlopen?
Welke stappen worden gezet?
3. Welke stappen worden gezet? Wat is het plan? 4. Actieplan, werkwijze, plan van aanpak, beslispunten, tijdsplanning.
* Joyce gaat zich meer verdiepen in het zgn opbrengstgericht werken. * Joyce gaat nadenken over het begrip “effectief”. * Niet alle interviews zijn nog binnen en zij gaat alle interviews analyseren voor haar beginsituatie. *Joyce gaat beschrijven hoe haar bezoek aan de Uilenspiegel was en wat ze ervan vond. * Joyce gaat korte beschrijvingen maken van haar klassenbezoeken * Joyce gaat m.b.v. een of meerdere planformulieren nadenken over een format voor het team en tips die kunnen helpen om het terugkijken te verbeteren.
G: Probleemstelling en onderzoeksvraag:
Formuleringen !!
5. Afbakening van het onderzoek(D2) 6. Formulering van de probleemstelling(D3) 7. Formulering van de onderzoeksvraag (D4) 8. Formulering van de hypothese (D6)
1. Deze fase is Joyce al voorbij.
H: De theoretische fundering van het onderzoek
In het onderzoek moet blijk gegeven worden van een integratie theorie en praktijk. Duidelijk dienen de beslispunten, na reflectie op de praktijk, geformuleerd te worden. De literatuurlijst dient representatief en “up-to-date” te zijn voor het betrokken vakgebied..
1. Samenstellen van de literatuurlijst in overleg met de begeleidend docent. 2. Motivering van de literatuurkeuze / relatie met het onderzoek. 3. Op welke vragen wordt een antwoord gezocht in de literatuur? 4. Literatuuronderzoek 5. Bevindingen / conclusies.
1. Tijdens de studiemiddag heeft Joyce enkele titels verzameld voor haar onderzoek.
Conclusies en aanbevelingen door Critial Friend:(peerassessor) Joyce, Prima gewerkt tot nu toe. Je bent al toe aan conclusies trekken en nieuwe dingen uit proberen. Hou de vaart er in, lees zoveel je kunt, ook op internet. Wat betreft het format voor het team, wil ik graag met je meedenken. Het is lastig uit te vinden, waar de praktijk behoefte aan heeft. Het zou zelfs kunnen zitten in een strakker dagschema. Maar ook de leerkrachtvaardigheden tijdens het reflecteren zijn belangrijk. Misschien kun je met deze twee aanwijzingen verder. Ik hoop, dat je ook een beetje herfstvakantie kunt houden. Tot binnenkort, Jetty Vegter
Datum:
15 oktober 2010
Ondertekening: J.M. Vegter - Rozendal
Pagina 57
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Peerassessmentformulier - Deel 2 – “KO Schoolontwikkeling” – Pabo 4 – 09-10 Onderzoek van : Joyce van Oers……………………………….klas: 4 Peerassessor / critical friend: Rachel Meeuwis D: Inleiding:
13. Voorwoord
Je hebt goed beschreven hoe de ontwikkelingsvraag ontstaan is en wie er bij het onderzoek betrokken zijn. Taalkundig zou ik het eerste stukje veranderen, omdat het niet helemaal lekker doorleest. In de introductie is, denk ik, de uitgebreide uitleg over Kaleidoscoop en Actief leren nog niet van belang. Duidelijke bronbeschrijving.
14. Introductie van de titel van het onderzoek
Duidelijk koppeling tussen je titel en je het onderwerp van je onderzoek.
15. Verantwoording van de onderzoekskeuze
Wat voor soort onderzoek ga je doen? Wordt het een actie-onderzoek of kies je voor de andere soorten die beschreven worden in het boek van Kallenberg.
16. Professionele context. (Waarom past dit onderzoek in de onderwijsomgeving en wat is de waarde hiervan voor de actoren?) 17. Wat is de verwachte opbrengst voor de stageschool?
Helder.
18. Wat is de te verwachten opbrengst voor jou in relatie met de te verwerven competenties. (De beschrijving van het onderzoek moet en duidelijke relatie hebben met de onderwijspraktijk en het eigen functioneren in deze praktijksituatie) E: Professionele situatie, aanleiding tot het onderzoek:
Je beschrijft duidelijk hoe je aan je competenties gaat werken, maar wat wil je uiteindelijk leren van de competenties.
Goed beschreven, misschien kun je het nóg concreter maken door een doel te stellen, bijvoorbeeld: ‘Uiteindelijk krijgt de school een handboek met tips om effectief te reflecteren of een studiemiddag met uitleg over het werken met kaleidoscoop. Dus iets waarmee zij daarna zelfstandig verder kunnen.
Hier de beschrijving van het schoolprofiel, de aanleiding voor het onderzoek, de beschrijving van het probleem / innovatieve vraag / stellingname.
7. Het schoolprofiel van de stageschool.
Probeer dit voornamelijk in je eigen woorden te beschrijven. Eigenlijk mag je maar, ik dacht, vijf zinnen direct overnemen uit je bronnen.
8. Beschrijving van de probleemcasus vanuit de basisschool./ innovatieve
Goed beschreven wat er vanuit Kaleidoscoop verwacht
In dit hoofdstuk wordt een verantwoording van het onderwerp gegeven. De volgende elementen moeten aan bod komen:
Pagina 58
2011
Effectief reflecteren met kinderen
vraag
wordt en hoe leerkrachten dit gebruiken. Die koppeling brengt het probleem helder in kaart.
9. Stellingname student.
Heel goed. Je beschrijft in dit deel heel goed wat je ervan gaat leren. Je kunt dit gebruiken in jouw verwachte opbrengst van het onderzoek. Je gaat leren reflecteren met kinderen, maar ook op jezelf.
F: Hoe wordt de onderzoekscyclus doorlopen?
Welke stappen worden gezet?
5. Welke stappen worden gezet? Wat is het plan? 6. Actieplan, werkwijze, plan van aanpak, beslispunten, tijdsplanning.
Duidelijk beschreven. Misschien als je een doel hebt beschreven, zoals het handboek, kun je dit in je actieplan duidelijker beschrijven.
G: Probleemstelling en onderzoeksvraag:
Formuleringen !!
9. Afbakening van het onderzoek(D2) 10. Formulering van de probleemstelling(D3) 11. Formulering van de onderzoeksvraag (D4) 12. Formulering van de hypothese (D6)
1. Helder
H: De theoretische fundering van het onderzoek
6. Samenstellen van de literatuurlijst in overleg met de begeleidend docent. 7. Motivering van de literatuurkeuze / relatie met het onderzoek. 8. Op welke vragen wordt een antwoord gezocht in de literatuur? 9. Literatuuronderzoek 10. Bevindingen / conclusies.
2. Duidelijk 7. Voor wie wil je het effectiever maken? Leerkrachten, kinderen of beiden? 8. Hier spreek je een heel duidelijk einddoel uit. Een format om effectief te kunnen reflecteren. In het onderzoek moet blijk gegeven worden van een integratie theorie en praktijk. Duidelijk dienen de beslispunten, na reflectie op de praktijk, geformuleerd te worden. De literatuurlijst dient representatief en “upto-date” te zijn voor het betrokken vakgebied.. 1. Goede literatuur. Duidelijke beschrijving van de literatuur die gekoppeld wordt aan je onderzoek. Heel goed. 2. Zie boven. 3. Heel duidelijk. 4. Je informatie heeft een duidelijk doel. De informatie kan gebruikt worden om het reflecteren uiteindelijk effectief te laten verlopen.
5. Je bevindingen/conclusies moeten gebaseerd zijn op je litaratuur. Wat zijn do’s en dont’s binnen het reflecteren met kinderen. Waar moet je op letten binnen je onderzoek? Conclusies en aanbevelingen door Critial Friend:(peerassessor) Ik vind het heel goed dat je een onderzoeksvraag hebt gekozen die heel dicht bij jou ligt. Je gaat je richten op het reflecteren, terwijl dat eigenlijk heel moeilijk voor je is. Ik vind dat heel knap van je.
Datum:
27-08-2010
Ondertekening: Rachel Meeuwis
Pagina 59
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Peerassessmentformulier - Deel 2 – “KO Schoolontwikkeling” – Pabo 4 – 09-10 Onderzoek van : Joyce van Oers
Klas: 4A
Peerassessor / critical friend: Amy Schellenbach
D: Inleiding: 19. Voorwoord
Uitgebreid en duidelijk
20. Introductie van de titel van het onderzoek 21. Verantwoording van de onderzoekskeuze
Goede toelichting op de titel
22. Professionele context. (Waarom past dit onderzoek in de onderwijsomgeving en wat is de waarde hiervan voor de actoren?)
Duidelijk
23. Wat is de verwachte opbrengst voor de stageschool?
Goed weergegeven wat de school verwacht aan materialen
24. Wat is de te verwachten opbrengst voor jou in relatie met de te verwerven competenties. (De beschrijving van het
Duidelijk weergegeven waarin je verwacht te groeien, hier en daar kan het specifieker met een voorbeeld o.i.d. Je verwacht meer te moeten voorbereiden en te overleggen, waarom?
onderzoek moet en duidelijke relatie hebben met de onderwijspraktijk en het eigen functioneren in deze praktijksituatie)
De weg naar de uiteindelijke keuze van onderzoek is duidelijk weergegeven
E: Professionele situatie, aanleiding tot het onderzoek:
Hier de beschrijving van het schoolprofiel, de aanleiding voor het onderzoek, de beschrijving van het probleem / innovatieve vraag / stellingname.
10. Het schoolprofiel van de stageschool.
Uitgebreid en duidelijk
11. Beschrijving van de probleemcasus vanuit de basisschool./ innovatieve vraag
Goed weergegeven waarom jouw onderzoek nodig is en wat ze er uiteindelijk mee willen winnen.
12. Stellingname student.
Duidelijk
F: Hoe wordt de onderzoekscyclus doorlopen?
Welke stappen worden gezet?
9. Welke stappen worden gezet? Wat is het plan? 10. Actieplan, werkwijze, plan van aanpak, beslispunten, tijdsplanning.
Je planning en de weg naar het uiteindelijke onderzoek is duidelijk weergegeven
G: Probleemstelling en onderzoeksvraag:
Formuleringen !!
13. Afbakening van het onderzoek(D2) 14. Formulering van de probleemstelling(D3) 15. Formulering van de onderzoeksvraag (D4)
1.Oké
In dit hoofdstuk wordt een verantwoording van het onderwerp gegeven. De volgende elementen moeten aan bod komen:
2.Kan vloeiender, heb ik je persoonlijk tips voor
Pagina 60
2011
Effectief reflecteren met kinderen
16. Formulering van de hypothese (D6)
gegeven 3. Oké 4. Je benoemt de materialen en het format apart, dat vond ik onduidelijk. Je zou hier meer samenhang in kunnen brengen.
H: De theoretische fundering van het onderzoek
In het onderzoek moet blijk gegeven worden van een integratie theorie en praktijk. Duidelijk dienen de beslispunten, na reflectie op de praktijk, geformuleerd te worden. De literatuurlijst dient representatief en “up-to-date” te zijn voor het betrokken vakgebied..
11. Samenstellen van de literatuurlijst in overleg met de begeleidend docent. 12. Motivering van de literatuurkeuze / relatie met het onderzoek. 13. Op welke vragen wordt een antwoord gezocht in de literatuur? 14. Literatuuronderzoek 15. Bevindingen / conclusies.
1.Oké 2.Oké 3.Duidelijk 4.Oké 5.Oké
Conclusies en aanbevelingen door Critial Friend:(peerassessor) Een interessant onderwerp voor onderzoek, ook omdat je aangeeft zelf nog veel over reflecteren met kinderen te willen leren.
Datum: 31-08-2010
Ondertekening: Amy Schellenbach
Pagina 61
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Peerassessmentformulier - Deel 2 – “KO Schoolontwikkeling” – Pabo 4 – 09-10 Onderzoek van : Joyce van Oers …………………………………..
klas: …………….
Peerassessor / critical friend: ……… Drs. J.M.Vegter-‐Rozendal, www.vegtersplaza.nl Aanvullingen op het Peerassessment deel 1. (in te vullen door dezelfde peerassessor) -
Wat is veranderd / verbeterd in het onderzoeksplan t.o.v. deel 1? Kwaliteit van de theoretische verantwoording (deel H)
D: Inleiding:
In dit hoofdstuk wordt een verantwoording van het onderwerp gegeven. De volgende elementen moeten aan bod komen:
25. Voorwoord
Joyce heeft vanaf mei de aanwijzingen verwerkt
26. Introductie van de titel van het onderzoek 27. Verantwoording van de onderzoekskeuze 28. Professionele context. (Waarom past dit onderzoek in de onderwijsomgeving en wat is de waarde voor de actoren?) 29. Wat is de verwachte opbrengst voor de stageschool?
Joyce heeft vanaf mei de aanwijzingen verwerkt Joyce heeft vanaf mei de aanwijzingen verwerkt Joyce heeft vanaf mei de aanwijzingen verwerkt Joyce heeft vanaf mei de aanwijzingen verwerkt. Na het lezen van de uitwerking van alle interviews is er een mooi overzicht ontstaan van de huidige praktijk, wat betreft het reflecteren. Deze beginsituatie is niet alleen bruikbaar voor dit onderzoek, maar ook voor mij als schoolbegeleider van basisschool “De Samenloop”. Het onderzoek zal een bijdrage leveren bij nieuwe interventies bij de implementatie van een doorgaande lijn ‘actief leren’ en de cyclus ‘vooruitkijken, werken en terugkijken in de school.
30. Wat is de te verwachten opbrengst voor jou in relatie met de te verwerven competenties. (De beschrijving van het onderzoek moet en duidelijke relatie hebben met de onderwijspraktijk en het eigen functioneren in deze praktijksituatie)
Mijn verwachting is, dat Joyce meer te weten komt over Kaleidoscoop, opbrengst gericht werken, over reflecteren en hoe een concrete doelstelling kan helpen om effectiever onderwijs te geven. Bovendien hoort zij tijdens de trainingen over het referentiekader en andere nieuwe concepten in het basisonderwijs.
E: Professionele situatie, aanleiding tot het onderzoek:
Hier de beschrijving van het schoolprofiel, de aanleiding voor het onderzoek, de beschrijving van het probleem / innovatieve vraag / stellingname.
13. Het schoolprofiel van de stageschool.
De visie van de school is verwerkt.
14. Beschrijving van de probleemcasus vanuit de basisschool./ innovatieve vraag
De vorige keer schreef ik: “Hier zou ik het probleem voor het team wel beschreven willen zien. Waarom is reflecteren nu zo moeilijk? In deze fase blijkt het woord ‘effectief’ van belang te zijn in haar probleemstelling. Wanneer is het reflecteren effectiever? Dit gaat Joyce nu verder uitwerken.
Pagina 62
2011
Effectief reflecteren met kinderen
15. Stellingname student.
Ik heb Joyce een mondelinge tip gegeven om dit nog iets concreter te formuleren, vooral na alle interviews of klassenbezoeken.
F: Hoe wordt de onderzoekscyclus doorlopen?
Welke stappen worden gezet?
11. Welke stappen worden gezet? Wat is het plan? 12. Actieplan, werkwijze, plan van aanpak, beslispunten, tijdsplanning.
* Joyce gaat zich meer verdiepen in het zgn opbrengstgericht werken. * Joyce gaat nadenken over het begrip “effectief”. * Niet alle interviews zijn nog binnen en zij gaat alle interviews analyseren voor haar beginsituatie. *Joyce gaat beschrijven hoe haar bezoek aan de Uilenspiegel was en wat ze ervan vond. * Joyce gaat korte beschrijvingen maken van haar klassenbezoeken * Joyce gaat m.b.v. een of meerdere planformulieren nadenken over een format voor het team en tips die kunnen helpen om het terugkijken te verbeteren.
G: Probleemstelling en onderzoeksvraag:
Formuleringen !!
17. Afbakening van het onderzoek(D2) 18. Formulering van de probleemstelling(D3) 19. Formulering van de onderzoeksvraag (D4) 20. Formulering van de hypothese (D6)
Deze fase is Joyce al voorbij.
H: De theoretische fundering van het onderzoek
In het onderzoek moet blijk gegeven worden van een integratie theorie en praktijk. Duidelijk dienen de beslispunten, na reflectie op de praktijk, geformuleerd te worden. De literatuurlijst dient representatief en “up-to-date” te zijn voor het betrokken vakgebied..
16. Samenstellen van de literatuurlijst in overleg met de begeleidend docent. 17. Motivering van de literatuurkeuze / relatie met het onderzoek. 18. Op welke vragen wordt een antwoord gezocht in de literatuur? 19. Literatuuronderzoek 20. Bevindingen / conclusies.
Tijdens de studiemiddag heeft Joyce enkele titels verzameld voor haar onderzoek.
Conclusies en aanbevelingen door Critial Friend:(peerassessor) Joyce, Prima gewerkt tot nu toe. Je bent al toe aan conclusies trekken en nieuwe dingen uit proberen. Hou de vaart er in, lees zoveel je kunt, ook op internet. Wat betreft het format voor het team, wil ik graag met je meedenken. Het is lastig uit te vinden, waar de praktijk behoefte aan heeft. Het zou zelfs kunnen zitten in een strakker dagschema. Maar ook de leerkrachtvaardigheden tijdens het reflecteren zijn belangrijk. Misschien kun je met deze twee aanwijzingen verder. Ik hoop, dat je ook een beetje herfstvakantie kunt houden. Tot binnenkort, Jetty Vegter
Datum:
15 oktober 2010
Ondertekening: J.M. Vegter – Rozendal
Pagina 63
2011
Effectief reflecteren met kinderen
Peerassessment / self-assessmentformulier - Deel 3 – “KO Schoolontwikkeling” – Pabo 4 – 09-10 Aanvullingen op het Peerassessment deel 1 en 2. (Deze beoordeling mag ingevuld worden door jezelf of een critical friend / peer-assessor)
Ingevuld door: Mijzelf / Peer-assessor Onderzoek van : Joyce van Oers
klas: 4A
Peer- assessor: Amy Schellenbach
Titel van het Onderzoek: Effectief reflecteren met kinderen
A: Titelpagina
Opm.
Beoordeling voor jezelf of critical friend:
B: Samenvatting / abstract C: Inhoudsopgave X Goed Volgens format uitgevoerd?
0 Voldoende 0 Onvoldoende
I: Voorbereiden van het onderzoek.
Formuleringen !!
Beoordeling voor jezelf of critical friend:
Opm. 1. Verantwoording van de onderzoeksmiddelen. (enquête, vragenlijsten, interviews, etc.) 2. Ontwerp van de onderzoeksmiddelen.
Heel gericht te werk gegaan om de beginsituatie helder te krijgen.
X Goed 0 Voldoende 0 Onvoldoende
J: Uitvoering van het onderzoek.
1. Verslag van het onderzoek. Hoe verliep e.e.a.? 2. E.v. problemen beschrijven 3. Beschrijving van de resultaten. 4. Theorie / praktijk koppeling.
K: Conclusies.
Beoordeling voor jezelf of critical friend:
Helder weergegeven wat je hebt gedaan en hoe.
X Goed 0 Voldoende 0 Onvoldoende
In het onderzoek dient een persoonlijke stellingname naar aanleiding van de onderzoeksopdracht naar voren te komen. Deze stellingname kan gebaseerd zijn op een theoretisch of een praktisch uitgangspunt.
Beoordeling voor jezelf of critical friend:
Pagina 64
2011
Effectief reflecteren met kinderen
1. Wat zijn de conclusies van het onderzoek vanuit de verkregen resultaten? 2. Klopt de hypothese? 3. Zijn verwachtingen uitgekomen? Relatie met eigen stellingname? (uit Hfdst. E) 4. Zijn de onderzoeksvragen beantwoord? 5. Opbrengst voor de school? 6. Opbrengst voor jezelf? / relaties met de opleidingscompetenties startbekwaam.
Volgens mij is je onderzoek heel geslaagd. Je hebt de verwachte opbrengsten waar kunnen maken en dit helder beschreven in je onderzoek.
L: Aanbevelingen en slotoverweging.
zelfreflectie
1. Welke adviezen geef je?. 2. Toekomstperspectief? Acties voor de toekomst? 3. Slotwoord.
Het is duidelijk wat de school te doen staat. Ik denk dat je adviezen handig zijn voor elke leerkracht die extra aandacht aan reflecteren wil schenken.
M: Bijlagen. N: Literatuurlijst.
Literatuurlijst volgens model
Volgens model. Opm.
Overzichtelijke lay-outs in het gehele onderzoek.
Totaal vormgeving:
X Goed 0 Voldoende 0 Onvoldoende
Beoordeling voor jezelf of critical friend:
X Goed 0 Voldoende 0 Onvoldoende Beoordeling voor jezelf of critical friend:
X Goed 0 Voldoende 0 Onvoldoende
Eind beoordeling : Beoordeling voor jezelf of critical friend: X Goed Het is een zeer nuttig onderzoek, niet alleen voor de school waar jij het voor gedaan hebt, maar zoals ik eerder al aangeef voor iedere leerkracht die extra 0 Voldoende aandacht wil besteden aan reflecteren met kinderen (of de gehele 0 Onvoldoende verzelfstandiging van de kinderen). Je materialen zijn ook goed in te zetten en bieden genoeg variatie. Zelf ben ik er ook van overtuigd dat het betrekken van de kinderen bij hun gehele leerproces (plannen-‐werken-‐terugkijken) effectief is en bijdraagt aan de verzelfstandiging van de kinderen. Dat is als leerkracht niet altijd even gemakkelijk te realiseren en jouw onderzoek helpt daar naar mijn mening enorm bij! Datum: 15-03-2011
Ondertekening: Amy Schellenbach
Pagina 65
2011
Effectief reflecteren met kinderen
N: Literatuurlijst Literatuur: -
Kallenberg T., (2007), Ontwikkeling door onderzoek, een handleiding voor leraren, Utrecht/Zutphen, Thiememeulenhof. Groen M., (2006), Reflecteren de basis, op weg naar bewust en bekwaam handelen, Groningen-Houten, Uitgeverij Wolters-Noordhoff. Hohmann, M. (2007). Actief leren. Utrecht/Zutphen: ThiemeMeulenhoff. Vegter, J. (2008). Op het puntje van je stoel; actief leren met Kaleidoscoop in groep 3 tot en met 8. Utrecht: NJi.
Artikelen: -
Goes, M. (2007), coachen van kinderen, Praat niet over maar met de kinderen, JSW nr. 3, 28-30 Bosma, J. (2005), Reflecteren met kinderen, JSW jaargang 89 nr 6, 25-28 Tijssen K. – Bod E. – Mooy S. (2007), Kinderen zelf leren reflecteren, Trots op je werk, JSW jaargang 92 nr 2, 4, 18-21
Internet: -
Jeugdinstituut, N. (sd). Kaleidoscoop. Geraadpleegd op 15 april 2010, http://www.Kaleidoscoop.org School aan zet, opbrengstgericht werken. Geraadpleegd op 28 oktober 2010, http://schoolaanzet.nl/opbrengstgerichtwerken Opbrengstgericht werken - SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling, opbrengst gericht werken. Geraadpleegd op 28 oktober 2010, http://www.slo.nl/primair/themas/opbrengstgericht/
Basisschool de Samenloop -
Schoolgids 2009 – 2010
Pagina 66