Interventie
Gordon-cursus "Effectief omgaan met kinderen"
Samenvatting Doel Het doel van de Gordon-cursus is dat ouders beschikken over de benodigde, specifieke communicatievaardigheden voor de opvoeding van hun kind. De communicatievaardigheden vergroten het welbevinden van opvoeder en kind en verbeteren het pedagogisch klimaat in de opvoeding. Kern van deze vaardigheden is wederzijds respect. Nevendoelen zijn: l l l l l l
Het verkrijgen en in stand houden van een plezierige en evenwichtige relatie tussen ouder en kind Het bevorderen van verantwoordelijkheid, zelfwaardering en zelfvertrouwen bij kinderen Het leren duidelijk zijn over de eigen wensen, behoeften op een niet-aanvallende manier Het leren begrijpen van de behoeftes van het kind Het constructief leren oplossen van conflicten Het constructief leren omgaan met waardenbotsingen
Doelgroep Ouders en opvoeders van kinderen tussen 1 en 18 jaar die hun opvoeding willen optimaliseren en/of die met alledaagse opvoedingsvragen of -problemen zitten. Aanpak De Gordon-cursus is de Nederlandse bewerking van de Amerikaanse Parent Effectiveness Training. Het Gordon-model is gebaseerd op de veronderstelling dat wederzijds respect tussen ouder en kind niet altijd vanzelfsprekend is. Het aanleren van specifieke communicatieve vaardigheden kan dit respect vergroten. Daarbij vormen de vaardigheden een basis, waarop de verdere opvoeding en waardenoverdracht kan plaatshebben. In deze vaardigheidscursus wordt gewerkt met de principes van:
l
het gedragsraam: een model om naar gedrag te kijken gedrag-oordeel: onderscheid maken tussen welk gedrag een kind vertoont en welk oordeel de ouder
l
daarbij heeft actief luisteren: het op een invoelende wijze 'vertalen' van boodschappen
l
l
l
ik-boodschappen: het kenbaar maken van de eigen behoeften, wensen, meningen zonder de ander te veroordelen, beoordelen of beschuldigen omgaan met verzet: confronterende ik-boodschappen geven een verzetsreactie
l
overlegmethode: een methode van overleg voor niet gemakkelijk oplosbare conflicten waardenbotsingen: een zevental manieren van omgaan met waardenbotsingen
l
problemen voorkomen: aandacht voor hoe problemen voorkomen kunnen worden.
l
Materiaal Bij de Stichting NET is een traininghandleiding en een volledig programmapakket te verkrijgen. Boeken voor deelnemers: l l l
Luisteren naar kinderen Opvoeden tot zelfdiscipline Luisteren naar elkaar
l
Bewust omgaan met kinderen
Links www.gordontraining.nl www.gordontraining.com Onderzoek effectiviteit Er is een Nederlandse reviewstudie gedaan van Nederlands en buitenlands onderzoek - waarvan 2 randomized controlled trials en 8 studies met experimentele en controle groepen zonder randomisatie -(Klein Poelhuis, Van IJzendoorn & Juffer, 2000), die positieve invloeden laat zien op de opvoedingshouding en beperkte effecten op het opvoedingsgedrag van de ouder en het gedrag van het kind. Erkenning Erkend door Panel Jeugdgezondheidszorg en Preventie d.d 06-06-2006 Oordeel: Goed onderbouwd* * Deze interventie is door een panel van onafhankelijke deskundigen beoordeeld als 'deels effectief'. Aangescherpte criteria voor bewezen effectiviteit maken een herbeoordeling door de Erkenningscommissie (Jeugd)Interventies noodzakelijk. In afwachting daarvan is het paneloordeel 'deels effectief' hier vervangen door 'goed onderbouwd'. De referentie naar dit document is: Neel de Bruyn (augustus 2005). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving 'Gordon-cursus "Effectief omgaan met kinderen"'.Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies
1. Toelichting naam van de interventie De Gordon-cursus 'Effectief omgaan met kinderen' is de officiële bewerking van de Parent Effectiveness Training van dr. Thomas Gordon. De psycholoog dr. Thomas Gordon is wereldwijd bekend van het door hem ontwikkelde communicatiemodel. Thomas Gordon is de grondlegger van Gordon Training Internationaal. De officiele introductie van de Gordon-training 'Effectief omgaan met kinderen' in Nederland was in 1979 (Brochure NET, 2005). Gordon ontdekte in zijn praktijk dat diverse opvoedproblemen die ouders met hun kinderen ervoeren, grotendeels terug te voeren waren tot problemen in de communicatie. Hij heeft daarom in 1962 een cursus ontwikkeld, waarin ouders vaardigheden werden aangereikt om effectief met hun kinderen om te kunnen gaan. Deze cursus is uitgegroeid tot een preventieve cursus voor ouders. Kern in deze cursus is dat met een open, respectvolle communicatie (onder andere) conflicten in de opvoeding effectiever kunnen worden opgelost.Naast Gordon-cursussen voor ouders bestaan ook vergelijkbare cursussen voor diverse beroepskrachten.
2. Doel van de interventie Het doel van de Gordon-cursus is dat ouders beschikken over de benodigde, specifieke communicatievaardigheden voor de opvoeding van hun kind. De communicatievaardigheden vergroten het welbevinden van opvoeder en kind en verbeteren het pedagogisch klimaat in de opvoeding. Kern van deze vaardigheden is wederzijds respect. Vanuit deze respectvolle communicatie kunnen conflicten effectiever opgelost worden. Het gaat hierbij zowel om de behoeftenconflicten die tussen ouder en kind kunnen ontstaan (het kind heeft een behoefte die botst met de behoefte van de ouder of andersom) als om waardenbotsingen (kind vindt iets niet belangrijk waar ouder veel waarde aan hecht en andersom) Als nevendoelen kunnen worden genoemd: l
Het verkrijgen en in stand houden van een plezierige en evenwichtige relatie tussen ouder en kind
l
Het bevorderen van verantwoordelijkheid, zelfwaardering en zelfvertrouwen bij kinderen
l
Het leren duidelijk zijn over de eigen wensen, behoeften op een niet-aanvallende manier
l
Het leren begrijpen van de behoeftes van het kind Het constructief leren oplossen van conflicten
l
Het constructief leren omgaan met waardenbotsingen
l
(NET, 2005).
3. Doelgroep van de interventie
De doelgroep van de Gordon-cursus 'Efectief omgaan met kinderen' is ouders en opvoeders van kinderen tussen 1 en 18 jaar. Het is een preventieve cursus, bedoeld om ouders een steuntje in de rug te geven bij hun opvoedingstaak. De cursus is gericht op het voorkomen van problemen. Ook (kleine) bestaande problemen kunnen door deze cursus verminderen. De cursus is geschikt voor (Brochure NET, 2005):
l
Ouders die open staan voor andere zienswijzen over opvoeden Ouders die hun opvoeding willen optimaliseren
l
Ouders met alledaagse opvoedvragen of -problemen, b.v. over `niet luisteren', claimend gedrag,
l
koppigheid, pesten. Er bestaan naast deze oudercursus ook Gordon-cursussen voor ouders met pubers. Deze cursus is specifiek gericht op de omgang met, opvoeding en begeleiding van pubers. Daarnaast bestaan Gordon-cursussen voor leid(st)ers in de kinderopvang, voor leerkrachten, voor managers en voor volwassenen onderling. Deze cursussen worden in deze databank nu niet beschreven; deze beschrijving beperkt zich tot de oudercursus (De Jong, 1991). In de documentatie over de interventie zijn geen specifieke indicatie- of contra-indicatiecriteria aangegeven.
4. Omschrijving van de interventie Methodiek De Gordon-methode is gebaseerd op de humanistische psychologie; belangrijke onderliggende waarde hierin is het streven naar gelijkwaardigheid in relaties, zodat iedereen zichzelf kan zijn en verantwoordelijkheid neemt, rekeninghoudend met de ander. Door uitwisseling van ervaringen en door discussies, oefeningen, praktische demonstraties en werkopdrachten leren de cursisten de communicatieve vaardigheden. Het Gordon-model is gebaseerd op de veronderstelling dat wederzijds respect tussen ouder en kind niet altijd vanzelfsprekend is. Het aanleren van specifieke communicatieve vaardigheden kan dit respect vergroten. Daarbij vormen de vaardigheden een basis, waarop de verdere opvoeding en waardenoverdracht kan plaatshebben. Deze opvoeding heeft meer effect, omdat wederzijds begrip kan ontstaan en van daaruit zowel ouder als kind eerder bereid zijn naar elkaars standpunten te luisteren en van elkaar te leren. In de cursus staat de overtuiging centraal, dat ouders en kind het recht hebben op een harmonische verhouding. Binnen deze verhouding is ruimte voor wederzijds respect en voelen kinderen zich gelukkig. De Gordon-methode is een democratische opvoedmethode. Het gebruik van (veel) macht, straffen en belonen (autoritaire methode) wordt door Gordon afgewezen, omdat het de relatie tussen ouder en kind kan schaden. De tegenhanger hiervan, de laissez-faire methode, gaat weer voorbij aan de invloed die de ouder kan hebben bij bijvoorbeeld waardenoverdracht (NET, 2005). Kernthema's uit de Gordon-cursus zijn: l
het gedragsraam: het gedragsraam is een model om naar gedrag te kijken en in te leren schatten welk gedrag voor wie een probleem is, zodat een effectievere reactie mogelijk is
l
l
gedrag-oordeel: het leren onderscheid maken tussen welk gedrag een kind vertoont en welk oordeel de ouder daarbij heeft, heeft effect op de wijze van reageren actief luisteren: dit wil zeggen het op een invoelende wijze 'vertalen' van de boodschap van de ander. Door deze vaardigheid laat men merken dat men de ander probeert te begrijpen en diens gevoelens accepteert. Actief luisteren wordt ook gebruikt als middel om kinderen te helpen hun eigen problemen op te lossen, en zo hun zelfstandigheid en zelfvertrouwen te vergroten
l
ik-boodschappen: hiermee wordt bedoeld het kenbaar maken van de eigen behoeften, wensen, meningen zonder de ander te veroordelen, beoordelen of beschuldigen. Er worden verschillende soorten ikboodschappen onderscheiden. Eén hiervan, de confronterende ik-boodschap, wordt gebruikt als de ouder een probleem ervaart met het gedrag van het kind. Deze confronterende ik-boodschap bevat drie componenten; het gedrag van het kind, het gevolg van dat gedrag op de ouder en het gevoel dat de ouder heeft als het kind dat gedrag vertoont.
l
omgaan met verzet: een confronterende ik-boodschap kan een verzetsreactie oproepen bij het kind: Door
l
middel van 'overschakelen' kan de emotionele temperatuur van het kind weer dalen. overlegmethode: de overlegmethode is een methode van overleg die gebruikt wordt als een conflict niet
gemakkelijk opgelost kan worden. Het kan gebruikt worden tussen ouder en kind, maar ook bij meer mensen. Ook bij ruzies tussen kinderen is het een in te zetten methode . l
waardenbotsingen: Deze conflicten kennen geen eenduidige oplossing. De oplossing hangt af van hoe belangrijk zo'n waarde voor de persoon is. Gesprekken met ouders over hun waarden geeft over dit thema veel duidelijkheid. In de Gordon cursus worden een zevental manieren van omgaan met waardenbotsingen gegeven. Welke de ouder kiest is afhankelijk van hoe belangrijk de ouder deze waarde vindt, afgezet tegen de waarde die de relatie met het kind voor de ouder heeft.
l
problemen voorkomen: In de cursus wordt veel aandacht besteed aan hoe problemen voorkomen kunnen worden. Bijvoorbeeld door het inzetten van de communicatieve vaardigheden ook als er geen probleem is, door het goed gebruik van de omgeving, door tijd te besteden aan elkaar, door als ouder goed voor jezelf te zorgen e.a.
Contactmomenten en duur De cursus behandelt in tien bijeenkomsten van tweeënhalf tot drie uur de kernthema's. Naast presentaties en demonstraties van de cursusleider gaat de ouder actief aan de slag met: l
opdrachten uit een werkboek
l
discussies en uitwisselen van ervaringen (www.gordontraining.nl) rollenspel
l
thuisopdrachten (leesopdrachten, oefenen in de praktijk)
l
4.2 Onderbouwing: probleem- of risico-analyse Kenmerken probleem De cursus is bedoeld voor ouders die graag willen dat hun kind zich optimaal ontwikkelt. Daarbij kunnen zich problemen aandienen in de ouder-kind relatie. Die problemen tussen ouders en het kind hebben onder andere betrekking tot conflicten binnen de gezinssituatie, de sfeer in huis en de communicatie tussen ouder en kind. Problemen die de ouder ervaart doordat het kind slecht luistert of opstandig , 'lastig' gedrag vertoont, hebben vaak hun oorsprong in, of worden versterkt door de miscommunicatie tussen ouder en kind. Omdat de ouder een voorbeeldfunctie heeft, is de ouder die zelf niet in staat is niet-aanvallend maar respectvol te communiceren, ook niet in staat het kind deze communicatie aan te leren. Veel voorkomende vormen van slechte communicatie zijn onder meer `beschuldigen', `kleineren', 'niet luisteren', 'vergelijken' ("kijk eens naar je broertje ."), `ja maar-uitspraken doen', etc, etc. Met probleem samenhangende factoren Vaak hangt het gedrag van het kind samen met de situatie in huis. Wanneer een kind zich niet begrepen of gewaardeerd voelt, kan het zich met opstandig of agressief gedrag gaan uiten. Er zijn nog twee mogelijke problemen te noemen die als samenhangende problematiek gezien kunnen worden: l
onbekendheid bij ouders met betrekking tot informatie over de ontwikkeling van hun kind, waardoor
l
ouders het gedrag van hun kind onjuist interpreteren of niet goed kunnen inschatten; door niet voldoende vaardigheden in de communicatie van de ouders, neemt het kind dezelfde problematiek over en ontwikkelt ook de communicatie slecht.
4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak Koppeling probleem, doelen en aanpak Het doel van de Gordon-cursus is dat ouders beschikken over specifieke communicatievaardigheden voor de opvoeding van hun kind, welke het welbevinden van ouder en kind vergroten en het pedagogisch klimaat in de opvoeding verbetert. Vanuit deze respectvolle communicatie kunnen conflicten effectiever opgelost worden. De aanpak die Gordon heeft gekozen is om deze methode middels een cursus van tien bijeenkomsten over te brengen. Daarbij is ook het respect van de trainer voor de cursist van belang en dient het gedrag van de trainer als voorbeeld. Door middel van oefeningen, rollenspellen e.d. wordt voor de ouder stap voor stap inzichtelijk gemaakt welk effect een bepaalde vaardigheid heeft. De rollenspellen hebben tevens tot effect, dat de ouder gaat invoelen hoe een kind zich voelt bij een bepaalde aanpak. Door het gebruik van werkbladen en thuisopdrachten worden ook de dagen liggend tussen de cursusdagen gebruikt als leermomenten. De kernthema's die in de Gordon-cursus aan bod komen sluiten nauw aan bij de genoemde nevendoelen:
l
Het aanleren van de communicatie vaardigheden in zijn algemeenheid, maar ook specifiek: 'problemen voorkomen' , 'actief luisteren' en 'omgaan met waardenbotsingen' zijn begrippen die aansluiten bij "het verkrijgen en in stand houden van een plezierige en evenwichtige relatie tussen ouder en kind"
l
l
Actief luisteren, ik-boodschappen en overlegmethode sluiten aan bij "het bevorderen van verantwoordelijkheid, zelfwaardering en zelfvertrouwen bij kinderen " Ik-boodschappen, gedrag oordeel, zorgen voor jezelf e.a. sluit aan bij "het leren duidelijk zijn over de eigen wensen, behoeften op een niet-aanvallende manier".
l
l
'Gedrag/oordeel', 'Actief luisteren', 'omgaan met verzet' sluit aan bij "het leren begrijpen van de behoeftes van het kind" Omgaan met verzet, overlegmethode, problemen voorkomen, waardenbotsingen sluit aan bij "het constructief leren oplossen van conflicten".
4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en kwaliteitsbewaking De stichting Nederlandse Effectiviteits Trainingen (NET) is gelieerd aan het netwerk van Gordon Training Internationaal en heeft de exclusieve rechten van het Gordon-programma in Nederland en Vlaanderen. Zij is verantwoordelijk voor de verspreiding en de kwaliteit van de Gordon-trainingen. Aan geautoriseerde Gordon-trainers stelt de Stichting NET de originele materialen ter beschikking (trainingspakket, handleiding, en overig trainingsmateriaal). Stichting NET kan ondersteuning bieden bij publiciteit en werving en draagt zorg voor de kwaliteit van de Gordon-trainers door toelatings- en opleidingseisen te stellen. Deelnemers aan de opleiding sluiten een overeenkomst met de Stichting NET waarin o.a. afspraken worden vastgelegd met betrekking tot naamgeving, inhoud en gebruiksrecht van de Gordontraining (Brochure NET, 2005). Toelatingscriteria Voor Gordon-trainers gelden nauwgezette eisen. Degene die belangstelling heeft zelf een Gordon-cursus te gaan geven, kan dat slechts doen na het volgen (en behalen) van de opleiding tot Gordon-trainer bij de Stichting NET, volgens de voorwaarden die de stichting NET hieraan stelt. Deelnemers aan deze opleiding dienen te beschikken over: l
Minimaal HBO-opleiding of vergelijkbare ervaring.
l
Ervaring in het begeleiden van groepen en hanteren van didactische en groepsprocessen. Een certificaat van een Gordon-training of vergelijkbare ervaring.
l
De intentie om tenminste tweemaal per jaar een Gordon-training aan te bieden.
l
(Brochure NET, 2005). Bijscholing van de trainers wordt vanuit de stichting NET geregeld. Een geautoriseerde trainer is na het behalen van de opleiding en een stagetraject zelfstandig. De trainers regelen dan zelf hun cursussen en bepalen zelf de prijs.
5. Overige voorwaarden voor toepassing Indicatiestelling Elke belangstellende ouder kan desgewenst de Gordon-cursus volgen na betaling van de cursusgelden.
6. Samenvatting onderzoek en beoordeling effectiviteit 6.1 Directe aanwijzingen voor de effectiviteit Niet bekend Buitenlandse studies Klein Poelhuis, Van IJzendoorn & Juffer (2000) hebben een meta-analyse uitgevoerd naar het effect van de Gordon- cursus. In de analyse zijn twee RCT's en acht studies met experimentele en controlegroepen zonder randomisatie in binnen- en buitenland betrokken. Deze tien studies zijn beoordeeld op de effectdoelen: de opvoedingsattitude en het opvoedingsgedrag van ouders en het gedrag van het kind. De conclusies moeten volgens de onderzoekers met enige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd omdat de rapportage over de betrouwbaarheid en validiteit van de gebruikte meetinstrumenten tekortschiet.
Het doel was te bepalen welk effect het PET-programma heeft en hoe groot dit effect dan is. Hiervoor werd een onderscheid gemaakt tussen opvoedingshouding en opvoedingsgedrag van ouders, en het gedrag van het kind. Indien men ervan uitgaat dat de in studies gebruikte meetinstrumenten een attitudeverandering bij ouders kunnen meten dan kan men concluderen dat het PET-programma de opvoedingshouding in positieve zin beïnvloedt. Ouders lijken meer begrip en meer vertrouwen te hebben in hun kind na het volgen van het programma. Deze nieuwe opvoedingshouding wordt in beperkte mate teruggevonden in het gedrag van ouders. Hoewel ouders aangaven dat het gedrag van hun kind verbeterd was en de problemen verminderd waren of zelfs opgelost, wordt er eveneens een gering effect gevonden op het gedrag van het kind. De effecten van de cursus op het gedrag van de ouders zijn matig (.49 en .24 bij follow-up voor de 2 RCT's) en voor het gedrag van de kinderen .34 en .28, opnieuw voor de 2 RCT's. Klein Poelhuis, Van IJzendoorn, & Juffer vatten hun studie als volgt samen:
l
Bij het opvoedingsgedrag van ouders wordt een relatief zwak effect gevonden (d = 0.36, p < 0.01). Bij het gedrag van het kind is het effect ook bescheiden (d = 0.30, p = 0.03).
l
Twee studies hebben een follow-up meting uitgevoerd naar het kindgedrag, dit geeft een effect van d =
l
0.35. Het geringe effect op het opvoedingsgedrag van de ouders en het gedrag van het kind zou verklaard kunnen worden vanuit het idee dat beide gedragingen juist effecten zijn die na langere tijd optreden en dus terug moeten worden gevonden bij de follow-up metingen. Deze follow-up gegevens ontbreken, zodat het niet mogelijk is om hierover een uitspraak te doen.Binnen het kader van deze meta-analyse moet geconcludeerd worden dat het PET-programma een effect heeft op de opvoedingshouding van ouders. In hoeverre dit toe te schrijven is aan de specifieke vaardigheden die het PET-programma wil aanleren, is niet geheel duidelijk. De vraag is welk effect zou worden gevonden als de ouders in de controlegroep een dummy-behandeling zouden ondergaan. De ouders die het Gordon-programma gevolgd hebben, geven aan dat zij baat hebben gehad bij het volgen van het programma en dat zij de vaardigheden met betrekking tot het programma hebben aangeleerd (Klein Poelhuis, Van IJzendoorn, Juffer, 2000). Kanttekening Bij de conclusies van de meta-analyse past enige voorzichtigheid. De studies zijn gebaseerd op kleine steekproeven. Daarbij ontbreekt inzicht in de betrouwbaarheid en validiteit van de gebruikte meetinstrumenten. Samenvatting Nederlands effectonderzoek Klein Poelhuis, Van IJzendoorn & Juffer (2000, meta-analyse): " Gordon-cursus beïnvloedt de opvoedingshouding positief en heeft een beperkt effect op opvoedingsgedrag van ouders en het gedrag van het kind. Er worden door de makers geen andere buitenlandse studies opgevoerd dan de tien studies, die zijn betrokken in de meta-analyse. Nederlandse studies soortgelijke interventies Niet bekend
7. Toepassing (uitvoerende organisaties) De Gordon-cursus wordt aangeboden door vanwege de Stichting NET gecertificeerde Gordon-trainers, die als zelfstandige of als medewerker van een instelling voor jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg, jeugd-GGZ kan opereren.
8. Overeenkomsten met andere interventies De Gordon-training 'Effectief omgaan met kinderen'is een training voor ouders en opvoeders. De Stichting NET heeft in dezelfde vorm nog de volgende trainingen van het Gordon-programma: l
l l
De training 'Effectief omgaan met jonge kinderen' of de basistraining 'Kijk, luister en begrijp' voor leidsters kinderopvang. De Gordon-communicatietraining voor persoonlijke groei en effectiviteit voor volwassenen. De ZET, communicatietraining voor persoonlijke- en beroepsmatige effectiviteit voor het middenkader bedrijfsleven.
l l l l
De Leader Effectiveness Training voor leidinggevenden. De Gordon-jongerentraining 'Beter omgaan met jezelf en met anderen' voor pubers. De tarining 'Effect!', resultaat gericht communiceren voor leraren. Trainingen voor professionals in de gezondheidszorg.
9. Overige informatie Ontwikkeld door De Stichting Nederlandse Effectiviteits Trainingen beschikt over de exclusieve rechten van het Gordonprogramma, ontwikkeld door de Amerikaanse psycholoog dr. Thomas Gordon en Effectiveness Training International (Brochure NET, 2005). Materialen Boeken: l l l l l l
Luisteren naar kinderen Opvoeden tot zelfdiscipline Luisteren naar elkaar Bewust omgaan met kinderen Effectief leidinggeven Helemaal jezelf in relatie met de ander
HTML links: www.gordontraining.nl www.gordontraining.com
10. Lijst met aangehaalde literatuur Gordon, T. (1976). Luisteren naar kinderen. De nieuwe methode voor overleg in het gezin. Amsterdam: Elsevier.Klein Poelhuis, C.W. (2000). Ouderprogramma's nader beschouwd. Een beschrijving en meta-analytisch onderzoek naar de effecten. Leiden: Rijksuniversiteit Leiden.
Deze informatie is op 26 januari 2015 gedownload van www.nji.nl.
Samenwerking erkenningstraject Het erkenningstraject wordt in samenwerking uitgevoerd door het Nederlands Jeugdinstituut (NJi), het RIVM Centrum Gezond Leven (CGL), het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ), het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) en MOVISIE. Door samen te werken aan het beoordelen van interventies volgens eenduidige criteria streven wij naar kwaliteitsverbetering in de betrokken werkvelden.