Effectevaluatie van het traject Signalering, Screening en Kortdurende Interventie van Risicovol Alcoholgebruik bij Jongeren in de gemeente Hardenberg.
Cora Eelkema, S1019654 Ilona Postma, S1002494
Hogeschool Windesheim Pedagogiek VT Zwolle, Augustus 2011
2
Alcohol & opvoeding
Auteurs: Ilona Postma Cora Eelkema Opdrachtgever: Lectoraat verslavingspreventie Windesheim, Zwolle Rob Bovens Afstudeerbegeleiders: Henk Roeters Rob Bovens Docentreviewer: Peter Toorneman Studentreviewer:
Hogeschool Windesheim Zwolle Ontwikkelingsstimulering Pedagogiek VT
Augustus 2011
3
4
Voorwoord: Bij het tot stand komen van dit afstudeeronderzoek zijn een aantal mensen behulpzaam geweest. Wij willen in dit voorwoord aandacht besteden aan die mensen en hen persoonlijk bedanken. Als eerst willen wij Rob Bovens bedanken. Hij is werkzaam bij het lectoraat verslavingspreventie binnen Windesheim in Zwolle. Vanuit Windesheim is hij onze interne opdrachtgever. Gedurende het onderzoek heeft hij ons feedback gegeven en ons ondersteuning gegeven waar dit nodig was. Ten tweede willen wij Geeske Roos bedanken. Dit is onze externe opdrachtgever. Ze is werkzaam bij de gemeente Hardenberg en houdt zich bezig met het alcoholmatigingsbeleid. Aan het begin van ons onderzoek hebben wij een gesprek met haar gevoerd over de inhoud en vormgeving van ons onderzoek. We konden haar altijd via de mail of telefoon bereiken als we vastliepen in ons onderzoek of vragen hadden. Er is halverwege ook nog een gesprek met haar geweest over de knelpunten die wij tegenkwamen. Verder willen we ook Anja van der Riet bedanken, medewerker bij Tactus verslavingszorg. We hebben een gesprek met haar gehad in het voortraject van ons onderzoek, dit was ondersteuning voor ons. Daarnaast willen we haar bedanken voor het geven van contactgegevens van scholen en de evaluatiegegevens van scholen over de training. Tot slot willen we de scholen voor voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs bedanken. We willen de scholen bedanken voor hun medewerking aan ons onderzoek en hun open en eerlijke antwoorden.
5
6
Samenvatting: Het drinken van alcohol is een maatschappelijk geaccepteerd verschijnsel en komt in alle lagen van de bevolking voor. Bij jongeren is het belangrijk om voorzichtig te zijn met het alcoholgebruik. Dit omdat jongeren een verhoogde kwetsbaarheid voor gezondheidsproblemen door onvolgroeide hersenen en organen. Op sociaal en maatschappelijk gebied is matiging in het drinkgedrag voor jongeren ook aanbevolen (Boelema et al. 2009). Doordat jongeren steeds op jongere leeftijd beginnen met drinken en ze ook meer drinken dan vroeger wordt er in de gemeente Hardenberg veel ingezet op dit thema. In opdracht van de gemeente Hardenberg en het lectoraat verslavingspreventie van Windesheim is er een onderzoek gedaan naar het effect van dit traject vroegsignalering. Het traject vroeg signalering is een onderdeel van het project ‘Fris over Drank’ dat loopt binnen de gemeente Hardenberg. In het traject vroegsignalering is er aandacht voor kwetsbare (groepen) jongeren. Daarnaast wordt het protocol en training van het Partnership Vroegsignalering Alcohol uitgevoerd en geëvalueerd binnen het voortgezet onderwijs. In het najaar 2011 hebben Ilona Postma en Joanne Lubbers een procesevaluatie gedaan van de training vroegsignalering. Het onderzoek wat nu heeft plaatsgevonden is een vervolg op het onderzoek van Ilona Postma en Joanne Lubbers dat in het najaar 2011 heeft plaatsgevonden. Dit onderzoek heeft als doel om het effect te meten van de training en het traject vroegsignalering in het voortgezet- en middelbaar beroeps onderwijs. De onderzoekers zullen aan het eind van dit onderzoek een aantal aanbevelingen doen om het effect te vergroten of/en aanbevelingen hoe scholen verder kunnen. In dit onderzoek wordt, door middel van een elftal interviews, een enquête en literatuuronderzoek antwoord gegeven op de vraag: Wat zijn de bedoelde en onbedoelde effecten van het traject vroegsignalering alcohol op het Voortgezet en Middelbaar Onderwijs in Gemeente Hardenberg en wat is het verschil tussen de scholen die de training gevolgd hebben en de scholen die geen training gevolgd hebben? Uit dit onderzoek is gebleken dat het traject vroegsignaleren bij de meeste scholen nog te kort is ingezet om hier een betrouwbare uitspraak over te kunnen doen. In ieder geval kan gesteld worden dat de effecten van het traject vroegsignalering nog minimaal zijn. De effecten die langs komen zijn wel dat er door de training meer contact is met Tactus, en dat de training er voor gezorgd heeft dat er meer kennis is bij de scholen. Scholen zetten wel in op middelengebruik, maar dit is niet per definitie een effect van het traject. Er zijn wel scholen waar blijkt dat ze meer zijn gaan denken over middelengebruik en dat ze er meer mee willen doen, maar dit is nog niet overal gebeurd. Verder blijkt uit dit onderzoek dat er weinig verschillen zijn op het gebied van vroegsignalering, Tactus, alcohol gebruik op school en het beleid tussen de scholen met training en zonder training. Onze inschatting is, dat de training nog te kort geleden heeft plaatsgevonden om nu al veranderingen in scholen te kunnen meten. Naast verhoging van dekennis heeft de training er wel voor gezorgd dat er over alcohol onder jongeren gepraat wordt door het personeel. Dit onderzoek zou kunnen bijdragen aan het verdere verloop van het traject vroegsignaleren binnen de Gemeente Hardenberg. Ondanks dat er nog weinig effecten gemeten zijn, geven de scholen wel aan hoe ze het probleem zien en wat ze zelf zouden willen op het gebied van middelengebruik. Een vervolgonderzoek in een later stadium van het traject is aanbevolen.
7
Inhoudsopgave Voorwoord…………………………………………..………………………………………………………………………………..5 Samenvatting…………………………………………………………………………………………………………………….7 1.
Inleiding ...................................................................................................................................... 10
2.
Achtergrond informatie ........................................................................................................... 12 2.1.
Lectoraat verslavingspreventie: ..................................................................................... 12
2.2.
Gemeente Hardenberg ..................................................................................................... 12
2.3.
Partnership Vroegsignalering Alcohol: ......................................................................... 12
2.4
Tactus verslavingszorg ..................................................................................................... 13
2.5
Aanleiding voor het onderzoek in Hardenberg ........................................................... 14
2.6. Onderzoeksdesign ................................................................................................................. 14 3.
Probleemstelling, opzet en uitvoering van het onderzoek ............................................... 16 3.1.
Probleemstelling ............................................................................................................... 16
3.1.1.
Doelstelling ................................................................................................................. 17
3.1.2.
Onderzoeksvraag ....................................................................................................... 17
3.1.3.
Deelvragen .................................................................................................................. 17
3.2.
Opzet van het onderzoek ................................................................................................. 18
3.2.1. 3.2.2.
Onderzoeksontwerp ..................................................................................................... 21
3.2.3.
Meetinstrumenten ..................................................................................................... 23
3.2.4.
Analysemethoden ...................................................................................................... 23
3.3.
4.
Onderzoeksgroep ...................................................................................................... 18
Uitvoering van het onderzoek......................................................................................... 23
3.3.1.
Voorgesprekken ........................................................................................................ 23
3.3.2.
Interviews scholen .................................................................................................... 24
3.3.3.
Enquête scholen ......................................................................................................... 24
Literatuurhoofdstuk ................................................................................................................. 26 4.1.
Inleiding: ............................................................................................................................. 26
4.2.
Ontwikkelingsopgaven jongeren: .................................................................................. 26
4.2.1.
Ontwikkeling in de leeftijd van 12 tot 18 jaar: .................................................... 26
4.2.2.
Ontwikkeling op het gebied van middelengebruik: ........................................... 27
4.2.3.
Welke redenen zijn er voor een jongere om te gaan beginnen met drinken: 28
4.2.4.
Effecten van alcohol op korte en lange termijn: .................................................. 29
4.2.5.
Comazuipen ................................................................................................................ 31
8
5.
6.
4.2.6.
Leeftijdsgenoten/groepsdruk: ................................................................................ 32
4.2.7.
Externe factoren: ....................................................................................................... 33
4.2.8.
Preventure: ................................................................................................................. 35
Resultaten ................................................................................................................................... 38 5.1.
Resultaten van de enquête .............................................................................................. 38
5.2.
Resultaten van de interviews: ......................................................................................... 45
Conclusie & discussie ................................................................................................................ 58 6.1.
Inleiding: ............................................................................................................................. 58
6.2. Conclusie deelvraag 5.1.1., Welke mogelijke effecten vinden er plaats naar aanleiding van het traject vroeg signalering alcohol? ....................................................... 58 6.3. Conclusie deelvraag 5.1.2. Wordt er binnen de Gemeente Hardenberg doorverwezen naar Tactus verslavingszorg op het moment dat dit gesignaleerd wordt op scholen? ..................................................................................................................... 60 6.4. Conclusie deelvraag 5.1.3. Hoe is de relatie tussen Tactus verslavingszorg en het Voortgezet en Middelbaar beroepsonderwijs in gemeente Hardenberg en weten de scholen bij wie ze terecht moeten wanneer er risicovol alcoholgebruik wordt gesignaleerd?.............................................................................................................................. 60 6.5. Conclusie deelvraag 5.1.4. Wat is het beleid op het gebied van verslaving bij het Voortgezet en Middelbaar beroepsonderwijs in Gemeente Hardenberg en hoe wordt dit uitgevoerd. ................................................................................................................ 60 6.6. Conclusie deelvraag 5.1.5. Wat is de reden van scholen binnen gemeente Hardenberg om wel of juist geen training te volgen?......................................................... 61 6.7. 6.8.
Conclusie enquête de Nieuwe Veste........................................................................... 61 Discussie .............................................................................................................................. 63
7.
Aanbevelingen: .......................................................................................................................... 64
8.
Literatuurlijst: ............................................................................................................................ 66
9.
Bijlage: ......................................................................................................................................... 68 9.1.
Interviews: .......................................................................................................................... 68
9.2.
Enquête:............................................................................................................................. 117
9.3.
Interview school met training: ..................................................................................... 121
9.4.
Interview school zonder training: ................................................................................ 123
9.5
Urenverantwoording: ..................................................................................................... 125
9.6
Leerdoelen deskundigheidsbevordering……………...…………………………………………..127
9
1. Inleiding Dit onderzoek wordt gedaan in opdracht van de gemeente Hardenberg. Naast de gemeente is er nog een aantal organisaties en afdelingen die betrokken zijn bij dit onderzoek. In hoofdstuk twee is achtergrondinformatie te lezen over deze partijen en daarnaast zal de aanleiding van dit onderzoek beschreven worden. Hoofdstuk drie bestaat uit de probleemstelling, opzet en uitvoering van het onderzoek. Daarna volgen het literatuurhoofdstuk, de resultaten, conclusies en tot slot de aanbevelingen.
10
11
2. Achtergrond informatie 2.1.
Lectoraat verslavingspreventie:
Lectoraat verslavingspreventie: Het lectoraat verslavingspreventie is een onderdeel van de Christelijke Hogeschool Windesheim, sinds januari 2010. Dit lectoraat onderzoekt op welke wijze de kennis op het terrein van verslavingspreventie binnen de hogeschool verbreedt kan worden. Verslavingsproblematiek staat namelijk hoog op de agenda bij overheden, zorginstellingen en het onderwijs. Binnen het lectoraat wordt onderzoek gedaan naar jeugdige risicogroepen, maar ook naar ouderen en cliënten met een licht verstandelijke beperking. Het lectoraat is onderdeel van het Kenniscentrum Gezondheid en Welzijn. In het kader van dit onderzoek is het lectoraat de interne opdrachtgever. Het lectoraat verslavingspreventie werkt nauw samen met de gemeente Hardenberg, de externe opdrachtgever. Samen proberen ze ervoor te zorgen dat er preventief gewerkt wordt rondom het thema verslavingsproblematiek bij jongeren.
2.2.
Gemeente Hardenberg
Gemeente Hardenberg: De gemeente Hardenberg (h)erkent eveneens het probleem van alcoholmisbruik, maar dan vooral gericht op de jongeren in de stad. De gemeente wil graag dat jongeren gezond opgroeien en is daarom gestart met de alcoholmatigingscampagne ‘Fris over drank’. Met deze campagne probeert de gemeente Hardenberg te bereiken dat jongeren op latere leeftijd beginnen met drinken, minder gaan drinken en minder vaak gaan drinken. Om ervoor te zorgen dat de boodschap van het matig gebruik van alcohol overkomt, werkt de gemeente samen met zoveel mogelijk partijen, zoals de regiopolitie IJsselland, Tactus Verlavingszorg, GGD regio IJsselvecht, de provincie Overijssel en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Ook ouders spelen een belangrijke rol bij het alcoholgebruik van hun kinderen. Zij hebben bovendien veel invloed op het drinkgedrag van hun kinderen. Daarom organiseert de gemeente Hardenberg regelmatig thema- en trainingsbijeenkomsten voor ouders. (Bron: hardenberg.nl) Onderdeel van het project ‘Fris over drank’ is de benadering van risicojongeren. In samenwerking met het Partnership Vroegsignalering Alcohol (zie hieronder) is hiervoor een deelproject gestart (Lubbers, J. Postma, I. (2012)) in het Voortgezet Onderwijs. Het traject binnen dit deelproject diende geëvalueerd te worden, de gemeente Hardenberg is hiervan dus de externe opdrachtgever. Bij het uitvoeren van het deelproject, gericht op risicojongeren probeert de gemeente Hardenberg de doelstellingen van het Partnership Vroegsignalering Alcohol te volgen en te realiseren in samenwerking met het lectoraat verslavingspreventie. Ons onderzoek draagt daaraan bij.
2.3.
Partnership Vroegsignalering Alcohol:
Het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport wil graag het aantal probleemdrinkers in Nederland terugdringen. In Nederland gaat het momenteel om 10,3% van de bevolking en het ministerie wil dit aantal met 7,5% naar beneden brengen. Daarom zet het Ministerie in op het versterken van vroegsignaleren van alcoholproblemen.
12
Het Partnership Vroegsignalering Alcohol zorgt ervoor dat het beleid van het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport wordt gecoördineerd en ingevoerd. Het Partnership bestaat uit de volgende partners: -
Het Nederlands Huisartsengenootschap (NHG) Centraal Begeleidings Orgaan (CBO) Scientific Institute for Quality of Healthcare, UMC St. Radboud GGD Nederland Trimbos-instituut Stichting Resultaten Scoren
Deze partners proberen er samen voor te zorgen dat het alcoholgebruik in Nederland wordt teruggedrongen. Dit doen zij door: 1) Het in kaart brengen van de tekortkomingen en problemen bij de implementatie van vroegsignalering en kortdurende interventies voor probleemdrinkers. 2) Het realiseren van een betere beschikbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit van vroegsignalering en kortdurende interventies binnen de gezondheidszorg en vooral binnen de eerste- en tweedelijn en in de gespecialiseerde zorg. 3) Het realiseren van een grotere betrokkenheid van de gezondheidszorg bij de uitvoering van vroegsignalering van alcoholproblemen en kortdurende interventies. (Bron: vroegsignaleringalcohol.nl)
2.4
Tactus verslavingszorg
Tactus verslavingszorg: Tactus verslavingszorg verzorgt de inhoud en vormgeving van de trainingen die worden gegeven op het voortgezet onderwijs in de gemeente Hardenberg. Tactus is een organisatie die zich bezighoudt met mensen die verslaafd zijn (geweest) of mensen die dat dreigen te raken. Dit kan een alcohol- , drugs- , medicijn- , gok- , game- of eetverslaving zijn. Tevens kan het ook voorkomen dat het een combinatie is van deze verslavingen. Naast de cliënt zelf, houdt Tactus zich ook bezig met het netwerk van de cliënt. Het is voor deze organisatie belangrijk dat het netwerk betrokken is bij het zorgtraject. Tactus hoopt met haar hulp te bereiken dat de risico’s voor de gezondheid en veiligheid voor de doelgroep beperkt blijft. Ook hoopt Tactus de risico’s voor de samenleving als gevolg van het middelengebruik te beperken. Medewerkers van Tactus zetten zich in om op een zorgvuldige manier voorlichting en advies te geven aan mensen met verslavingsproblemen en hun netwerk. Hierbij staat de wens van de cliënten centraal (tactus.nl). Voor dit onderzoek is van belang te weten dat Tactus door middel van het geven van informatie en het doen van oefeningen, probeert de docenten alert te maken op de signalen van riskant alcoholgebruik. Samen met de gemeente Hardenberg regelt Tactus de trainingen en geeft deze vorm. Voorafgaand aan de trainingen aan docenten zijn door Tactus dezelfde trainingen verzorgd voor jongerenwerkers en leerplichtambtenaren.
13
2.5
Aanleiding voor het onderzoek in Hardenberg
De aanleiding van dit onderzoek is gebaseerd op de eerder gedane onderzoeken vanuit het lectoraat verslavingspreventie Windesheim. In het onderzoek hiervoor is een procesevaluatie gedaan van de training vroegsignalering. Uit dat onderzoek (Lubbers, J. en Postma, I., 2011) is voortgekomen, dat de training positief is gewaardeerd, leerzaam wordt gevonden en tot enige attitudeveranderingen heeft geleid. De vraag voor ons onderzoek vanuit de gemeente Hardenberg is waar alle inspanningen toe geleid hebben. Ze willen in beeld hebben wat de resultaten op het voorgezet onderwijs zijn van het traject vroegsignalering. Binnen dit traject valt de training vroegsignalering, maar ook alle andere lessen en projecten die ingaan op middelengebruik en vroegsignaleren. De uitkomsten van dit onderzoek wil de gemeente graag hebben om daarmee gevoed te zijn in het uitzetten van beleid ten aanzien van middelenproblematiek in het voortgezet onderwijs.
2.6. Onderzoeksdesign Het gaat hier dus om een effectmeting van het traject vroegsignalering. Binnen dit traject vallen onder andere het protocol en training vroegsignalering. Het meest adequate onderzoeksdesign is het doen van een voormeting en een of meer nametingen bij degenen die aan een interventie (in dit geval de training en het overdragen van het protocol) zijn onderworpen en het uitvoeren van een of meerdere metingen bij een vergelijkingsgroep, de controlegroep. Omdat het ons ontbrak aan voldoende tijd om ook nog een voormeting uit te voeren is er alleen maar een nameting uitgevoerd op scholen, waar de training is aangeboden en scholen waar dit niet het geval was. Weliswaar is een deel van het te onderzoeken gedrag op een school wel gemeten in de procesevaluatie, voor andere scholen die getraind zijn gold dat niet. En we hebben ook niet al in een eerder stadium gemeten bij de controlegroep (de scholen die geen training hebben gevolgd) wat deze al wel deden op gebied van signaleren, wat het verwijzingsgedrag is geweest en welke onderwerpen die wij als indirecte effecten wilden meten. Toch durven wij best van een effectmeting te spreken, omdat de tijd tussen training en het te meten effect erg kort is geweest, waardoor de uitgangssituatie op alle scholen nog zeer recent was en goed bevraagd kon worden.
14
15
3. Probleemstelling, opzet en uitvoering van het onderzoek 3.1.
Probleemstelling
In dit hoofdstuk is te lezen waarom dit onderzoek wordt uitgevoerd. Wat de doelstelling is en uit welke hoofd- en deelvragen dit onderzoek bestaat. Daarnaast is te lezen hoe het onderzoek wordt uitgevoerd en van welke meetinstrumenten gebruik wordt gemaakt.
Probleemstelling: Het drinken van alcohol is een maatschappelijk geaccepteerd verschijnsel en komt in alle lagen en leeftijden van de bevolking voor. Zeker bij jongeren is voorzichtigheid in het gebruik van alcohol van belang, vanwege de verhoogde kwetsbaarheid voor gezondheidsproblemen door onvolgroeide hersenen en organen. Ook op sociaal-maatschappelijk gebied is matiging in drinkgedrag voor jongeren aanbevolen. Het verdoven van de sociale remmingen na enkele glazen alcohol wordt door adolescenten over het algemeen als prettig ervaren, maar kan bij verdergaande consumptie tot controleverlies leiden, wat agressie, ongelukken en ongewenst of onveilig seksueel contact in de hand kan werken (Boelema et al. 2009).
Het alcoholgebruik van jongeren wordt in Nederland structureel gemonitord. Landelijke cijfers laten zien dat 51% van de scholieren in het voortgezet onderwijs maandelijks alcohol drinkt. Binge drinken, het drinken van grote hoeveelheden alcohol bij één gelegenheid, komt maandelijks bij 38% van de middelbare scholieren voor. De meeste scholieren beginnen met drinken als zij tussen de 11 en 15 jaar oud zijn; 85% heeft op 15-jarige leeftijd of jonger kennis gemaakt met alcohol (Monshouwer et al. 2008). Dergelijke cijfers hebben de laatste jaren veel aandacht gehad in de media en de politiek, en er is zwaarder ingezet op preventie van onaanvaardbaar alcoholgebruik.
Verschillende preventieve maatregelen lijken inmiddels hun vruchten af te werpen. Het alcoholgebruik van scholieren is gedaald ten opzichte van voorgaande jaren (Monshouwer et al. 2008). Deze daling wordt echter uitsluitend veroorzaakt door een afname in drinkgedrag onder scholieren van 12 t/m 14 jaar; bij de oudere leeftijdsgroepen is het gebruik stabiel gebleven. Toch drinken in alle leeftijdsgroepen Nederlandse jongeren nog steeds (te) vaak en (te) veel. In vergelijking met andere Europese landen drinken Nederlandse jongeren van 15 en 16 jaar het meest frequent: 24% dronk 10 keer of vaker alcohol in de voorgaande maand, vergeleken met bijvoorbeeld 21% in Oostenrijk en 20% in België (Van Laar et al. 2008). Van Dijck en Knibbe (2005) hebben vastgesteld dat probleem drinken in de algemene bevolking van 16 tot en met 69 jaar het meest voorkomt bij jongeren tussen de 16 en 24 jaar. In deze groep voldoet 34% van de mannen en 9% van de vrouwen aan de criteria voor probleem drinken. De genoemde cijfers vragen om een nog intensievere aanpak van alcoholproblematiek bij jongeren.
In het najaar van 2011 is een procesevaluatie uitgevoerd naar de eerste trainingen die hebben plaatsgevonden in het voortgezet onderwijs in Hardenberg. (Lubbers, J. en Postma, I., 2011) Na de procesevaluatie is besloten een effectevaluatie uit te voeren om het effect te meten van deze
16
training. Het is een effectevaluatie van de training vroegsignalering, waarbij in eerste instantie de aandacht ernaar uitging of er meer en betere verwijzingen zouden plaatsvinden naar de verslavingszorg. Er wordt echter niet alleen naar de mate van verwijzingen als mogelijk resultaat van de training gekeken, maar ook naar eventuele andere effecten van het hele traject vroegsignalering. Wat zijn de verschillen op scholen? Wat doen scholen op dit moment? Is dit veranderd na de training? Etc.
3.1.1. Doelstelling Doelstelling: De doelstelling van dit onderzoek is om het effect van de training vroegsignalering op het Voortgezet en Middelbaar Onderwijs te meten en naar aanleiding hiervan aanbevelingen te geven om dit effect te vergroten of aanbevelingen te geven over hoe scholen verder kunnen
3.1.2. Onderzoeksvraag Onderzoeksvraag: Wat zijn de bedoelde en onbedoelde effecten van het traject vroegsignalering alcohol op het Voortgezet en Middelbaar Onderwijs in Gemeente Hardenberg en wat is het verschil tussen de scholen die de training gevolgd hebben en de scholen die geen training gevolgd hebben? *bedoelde en onbedoelde effecten: De bedoelde effecten zijn de effecten/doelen die vooraf zijn opgesteld door de gemeente. Deze effecten verwachtte de gemeente voordat ze met het traject vroegsignalering begonnen. De onbedoelde effecten zijn de effecten die vooraf niet op papier stonden. Zoals hierboven aangegeven waren de bedoelde effecten het vroegsignaleren van eventuele alcoholproblematiek en meer en betere verwijzingen naar de verslavingszorg. 3.1.3. Deelvragen
Deelvragen: 1. Welke mogelijke effecten vinden er plaats naar aanleiding van het traject vroegsignalering alcohol? 1.1. Hoe wordt het protocol vroegsignalering alcohol nu gehanteerd? 1.2. Op wat voor manier speelt participatie in de ZAT-teams een rol? 1.3. Heeft het traject invloed op het beleid van de school? 1.4. Zo ja, wat voor invloed heeft dit op het beleid van de school? 1.5. Wordt er aandacht besteed tijdens de lessen aan middelengebruik? 1.6. Zo ja, op wat voor manier wordt er aandacht aan gegeven? 1.7. Hoe wordt er op dit moment vroegtijdig gesignaleerd? 1.8. Wordt er door meerdere mensen binnen de school gesignaleerd? 1.9. Op het moment dat er gesignaleerd is, hoe wordt er gehandeld? 2. Wordt er binnen de Gemeente Hardenberg doorverwezen naar Tactus verslavingszorg op het moment dat dit gesignaleerd wordt op scholen?
17
3. Hoe is de relatie tussen Tactus verslavingszorg en het Voortgezet en Middelbaar beroepsonderwijs in gemeente Hardenberg en weten de scholen bij wie ze terecht moeten wanneer er risicovol alcoholgebruik wordt gesignaleerd? 4. Wat is het beleid op het gebied van verslaving bij het Voortgezet en Middelbaar beroepsonderwijs in Gemeente Hardenberg en hoe wordt dit uitgevoerd. 5. Wat is de reden van scholen binnen gemeente Hardenberg om wel of juist geen training te volgen? 5.1. Wat is de aard van de problematiek op de school? 5.2. Speelt het beleid van de school een rol in de keuze om wel of geen training te volgen? 5.3. Hoeveel doet de school op dit moment aan middelengebruik onder jongeren?
3.2.
Opzet van het onderzoek
3.2.1. Onderzoeksgroep Onderzoeksgroep: Onze onderzoeksgroep bestaat uit het Voortgezet onderwijs en Middelbaar Beroeps Onderwijs in de gemeente Hardenberg. Op de eerste plaats is er gebruik gemaakt van surveyonderzoek . De reden dat we hebben gekozen voor een surveyonderzoek is om de deelnemers van de training te ondervragen. De informatie die de onderzoekers hiermee wilden verzamelen waren samengevat de volgende: - De verandering in kennis, houding en gedrag van de deelnemers. (deelvraag 1 en 3) - De verandering in beleid op de desbetreffende school. (deelvraag 4 en 5) - Hoe er nu wordt vroeg gesignaleerd. (deelvraag 2 en 3) De enquête is alleen uitgezet op de scholen waar de training al heeft plaatsgevonden. Voor het invullen van de enquête zijn alleen die mensen benaderd die bij de training vroegsignalering aanwezig waren. Hiervoor is gekozen omdat de onderzoekers een verandering wilden meten vanuit de training. Er zijn vragen gesteld die betrekking hebben op de onderwerpen die aan bod zijn gekomen binnen de training. Er zijn een aantal leerdoelen die bereikt dienden te worden naar aanleiding van de training. Deze leerdoelen zijn gebruikt in de meting binnen de enquête. Deze leerdoelen zijn te vinden in de bijlagen. Naast het surveyonderzoek is er ook gebruik gemaakt van interviews. Na telefonisch contact met de scholen is er per school een verantwoordelijke geïnterviewd. De onderzoekers hebben ervoor gekozen om iedere school te interviewen in de gemeente Hardenberg om een compleet beeld te krijgen. De onderzoekers interviewen scholen die wel een training hebben gevolgd maar ook scholen die geen training hebben gevolgd. Om deze reden hebben de onderzoekers twee verschillende interviews gemaakt. De vragen die aan bod zijn gekomen in het interview hebben betrekking op de doelen die de gemeente wil bereiken met het traject vroegsignalering, daarnaast hebben de onderzoekers ook rekening gehouden met de wensen vanuit Tactus. Er zijn ook bredere vragen gesteld om een algemeen beeld te krijgen van de effecten van het traject vroesignalering. De deelvragen die zijn beantwoord tijdens het interview zijn hieronder vetgedrukt.
18
1. Welke mogelijke effecten vinden er plaats naar aanleiding van het traject vroegsignalering alcohol? 1.1. Hoe wordt het protocol vroegsignalering alcohol nu gehanteerd? 1.2. Op wat voor manier speelt participatie in de ZAT-teams een rol? 1.3. Heeft het traject invloed op het beleid van de school? 1.4. Zo ja, wat voor invloed heeft dit op het beleid van de school? 1.5. Wordt er aandacht besteed tijdens de lessen aan middelengebruik? 1.6. Zo ja, op wat voor manier wordt er aandacht aan gegeven? 1.7. Hoe wordt er op dit moment vroegtijdig gesignaleerd? 1.8. Wordt er door meerdere mensen binnen de school gesignaleerd? 1.9. Op het moment dat er gesignaleerd is, hoe wordt er gehandeld? 2. Wordt er binnen de Gemeente Hardenberg doorverwezen naar Tactus verslavingszorg op het moment dat dit gesignaleerd wordt op scholen? 3. Hoe is de relatie tussen Tactus verslavingszorg en het Voortgezet en Middelbaar beroepsonderwijs in gemeente Hardenberg en weten de scholen bij wie ze terecht moeten wanneer er risicovol alcoholgebruik wordt gesignaleerd? 4. Wat is het beleid op het gebied van verslaving bij het Voortgezet en Middelbaar beroepsonderwijs in Gemeente Hardenberg en hoe wordt dit uitgevoerd. 5. Wat is de reden van scholen binnen gemeente Hardenberg om wel of juist geen training te volgen? 5.1. Wat is de aard van de problematiek op de school? 5.2. Speelt het beleid van de school een rol in de keuze om wel of geen training te volgen? 5.3. Hoeveel doet de school op dit moment aan middelengebruik onder jongeren?
Er zijn tien scholen benaderd om deel te nemen aan dit onderzoek. Van de tien scholen zijn op het moment van het onderzoek drie scholen die de training vroeg signalering hebben gevolgd. De andere zeven scholen wachten op de training, of hebben geen behoefte aan de training. Om een duidelijk beeld te geven van de scholen zal iedere school kort beschreven worden. De scholen die de onderzoekers hebben benaderd zijn verschillend van niveau. De volgende niveaus zijn hierin herkenbaar:
Voortgezet onderwijs Speciaal voortgezet onderwijs Middelbaar Beroeps Onderwijs Praktijkonderwijs
Vechtdal College (Hardenberg & Dedemsvaart) Dit is een christelijke school voor voortgezet onderwijs. Benaderd voor dit onderzoek zijn de locaties in Hardenberg en Dedemsvaart. Bij de locatie Hardenberg zijn twee teamleiders geïnterviewd. Namelijk de onderbouw en de bovenbouw. De respondenten bij het Vechtdal College Hardenberg waren de teamleider onderbouw en bovenbouw. Omdat het Vechtdal College Hardenberg een grote school is hebben de onderzoekers ervoor gekozen om twee teamleiders te interviewen. Op deze manier kan beschreven worden wat er
19
wordt gedaan in de onderbouw en bovenbouw en of hierin verschillen zijn. De teamleiders zijn benaderd omdat deze mensen tijd hadden. De respondent bij het Vechtdal College Dedemsvaart was de zorg coördinator. Er is voor de zorg coördinator gekozen omdat zij contacten heeft met Tactus en als contactpersoon stond aangegeven.
De Nieuwe Veste (Hardenberg) Dit is een openbare school voor voortgezet onderwijs. De vestiging in Hardenberg is een kleinschalige locatie. Deze school heeft de training vroegsignalering gevolgd. De respondent bij de Nieuwe Veste was de operationeel directeur. Hij stond als contactpersoon op papier. De respondenten voor het surveyonderzoek waren de deelnemers van de training vroegsignalering. Volgens de operationeel directeur waren er ongeveer 15 deelnemers die beide training hebben gevolgd. De onderzoekers wilden minimaal 8 enquêtes terug om een betrouwbaar beeld te schetsen. Uiteindelijk zijn er negen enquêtes ingevuld. Greijdanus (Hardenberg) Dit een gereformeerde school voor voortgezet onderwijs. Deze school heeft de training vroegsignalering gevolgd. De respondent van het Greijdanus was de adjunct directeur van Havo/Vwo onderbouw. Deze school was moeilijk te bereiken. Er zijn veel telefoongespreken gevoerd met verschillende mensen en hieruit kwam voort dat deze man de onderzoekers het meest kon vertellen. De Zeven Linden (Dedemsvaart) Dit is een brede, kleine en openbare school voor voortgezet onderwijs. De school maakt deel uit van de Van der Capellen Scholengemeenschap. De respondent van de Zeven Linden was een docent. Deze docent was ook coördinator verkeer. Dit houdt in dat hij projecten aanstuurt die vanuit de Gemeente worden aangeboden. Het interview was met hem omdat de teamleider dit de onderzoekers aanraadde, daarnaast was de teamleider druk met sollicitaties. Rebound (Hardenberg) De Rebound is een school voor jongeren die op het normale voortgezet onderwijs zijn vastgelopen. Bij de Rebound komen jongeren vanaf twaalf jaar, die om wat voor reden dan ook, tijdelijk niet meer naar hun eigen school kunnen. Bij de één gaat het om gedragsproblemen, bij de ander om emotionele problemen. Door zich te verdiepen in het kind, zorgen leraren en hulpverleners ervoor dat de jongere een tweede kans krijgt. De respondent van Rebound Hardenberg was een stagiaire pedagogiek. Deze persoon is gekozen omdat zij de contactpersoon op papier was. Voordat het interview plaatsvond heeft ze navraag gedaan bij haar collega’s.
20
De Ambelt (Hardenberg) Dit is een school voor voortgezet speciaal onderwijs. Er wordt les gegeven aan leerlingen met overwegend internaliserende problematiek in de leeftijd van 12 tot 20 jaar. De respondent van de Ambelt was een docent. Door de contactpersoon werd aanbevolen om een docent te interviewen. De Hoeksteen (Hardenberg) Dit is een school voor praktijkonderwijs. Praktijkonderwijs is bedoeld voor leerlingen die geen diploma in het reguliere voortgezet onderwijs kunnen halen. Het is sterk gericht op de praktijk van het dagelijkse leven en bereidt de leerlingen zo goed mogelijk voor op de functies binnen de arbeidsmarkt. Deze school heeft de training nog niet gevolgd, maar staat wel op de planning voor dit jaar. De respondent van de Hoeksteen was de directeur. Hij was de contactpersoon op papier en kon de onderzoekers veel vertellen over het onderwerp. De Groene Welle ( Hardenberg) De locatie in Hardenberg biedt MBO opleidingen en in samenwerking met het Vechtdal College Hardenberg bieden ze ook VMBO Groen. De respondent was de locatieleider. Hij was de contactpersoon op papier. Alpha College (ROC Hardenberg) Het Alfa College is een christelijke regionale opleidingscentrum. De locatie in Hardenberg verzorgt middelbare beroepsopleidingen en educatieve trajecten. De respondent was de coördinator sociale veiligheid. Deze persoon heeft veel ervaring en kon de onderzoekers daarom veel vertellen.
3.2.2. Onderzoeksontwerp Kwalitatief of kwantitatief: De onderzoekers hebben voor dit onderzoek gekozen voor een combinatie van kwalitatief en kwantitatief. Bij dit onderzoek worden er interviews afgenomen maar ook enquêtes of een surveyonderzoek. Surveyonderzoek hoort meer bij kwantitatief en een interview hoort meer bij de kwalitatieve kant. Door kwantitatief en kwalitatief onderzoek te doen hopen de onderzoekers de meeste informatie in korte tijd te krijgen. Uit de enquête wordt informatie gehaald dat betrekking heeft op de training vroegsignalering. De informatie heeft betrekking op: - De verandering in kennis, houding en gedrag van de deelnemers. - De verandering in beleid op de desbetreffende school. - Hoe er nu wordt vroeg gesignaleerd. Hiermee kunnen de onderzoekers in beeld brengen of de training vroegsignalering wel of geen verandering binnen de school heeft teweeg gebracht. Uit het interview wordt informatie opgehaald dat betrekking heeft op het traject vroegsignalering, dit is dus niet specifiek de training vroegsignalering. De onderzoekers maken onderscheid in de vragen van het interview of de school wel of geen training heeft gevolgd. Voor het onderzoek is het een voordeel dat niet alle scholen de training vroegsignalering hebben gevolgd daardoor hebben de
21
onderzoekers immers de kans gehad om te kijken of er verschillen zijn tussen de scholen met of zonder training. De onderwerpen die aan bod komen bij een interview zonder training zijn: - Algemene vragen over de geïnterviewde. - Hoe er wordt vroeggesignaleerd binnen de school en wat de reden is om geen training te volgen. - Hoe er op school wordt omgegaan met alcohol gebruik. - Hoe het contact is met Tactus. - Wat het beleid op het gebied van verslaving is. Met deze informatie willen de onderzoekers nagaan wat er juist wel of niet gebeurt op het gebied van middelengebruik. Ook willen de onderzoekers kijken wat er al goed gaat op de school en waar nog verbetering zit. Voor de scholen die wel een training hebben gevolgd zijn er aanvullende vragen toegevoegd. Deze vragen hebben betrekking op de waarneembare verandering naar aanleiding van de training vroegsignalering. Interviews op scholen: Er zijn interviews gehouden op scholen. De reden hiervan is om zoveel mogelijk informatie te verzamelen. De interviews zijn gehouden op scholen waar de training vroegsignalering wel is gegeven en waar de training niet is gegeven. Doordat hier onderscheid in is gemaakt, is er ook onderscheid gemaakt in een deel van de inhoud van de interviews: de scholen die de training hebben gevolgd dienden immers bevraagd te worden over onderwerpen die relatie hadden met het volgen van de training. De interviews zijn gestructureerd. Er is een lijst met vragen ontwikkeld en vanuit daar zijn de interviews gestart. De onderzoekers hebben de interviews samen afgenomen, hierin zijn wel taken verdeeld. Er is voor deze manier gekozen zodat er goed kan worden doorgevraagd op de antwoorden van de respondent.
Voordat het interview werd afgenomen werd er door de onderzoekers gevraagd of het interview opgenomen mocht worden. Dit vonden de respondenten prima en daarvoor werd er vanuit hun kant ook begrip getoond. De onderzoekers hebben voor deze manier gekozen om de betrouwbaarheid zo hoog mogelijk te houden en omdat de antwoorden letterlijk overgenomen kunnen worden tijdens het uitwerken. Enquête onder de deelnemers van de training vroegsignalering: De enquêtes worden schriftelijk ingevuld door de respondenten. De enquêtes worden ingevuld door respondenten die de training vroegsignalering hebben gevolgd. Op deze manier komen de onderzoekers erachter wat de training heeft opgeleverd, wat voor effect de training heeft gehad en of de respondenten nu ook eerder doorverwijzen of anders handelen wanneer alcohol wordt gesignaleerd. Introductie op de middelbare scholen: Voordat de onderzoekers de interviews konden afnemen werden ze eerst geïntroduceerd. Dit werd gedaan door een brief die de onderzoekers hebben opgesteld maar ook door een brief die de wethouder vanuit de gemeente heeft opgesteld. Doordat er een brief van de gemeente bij zit is er meer kans op respons vanuit de scholen. In de brief wordt aangegeven, dat de onderzoekers
22
telefonisch contact opnemen om een afspraak te maken. Dit is bij de meeste scholen gelukt, bij andere scholen is er een afspraak gemaakt via de e-mail. 3.2.3. Meetinstrumenten De interviews worden gehouden op scholen die wel of geen training vroegsignalering hebben gevolgd. Aan de hand hiervan wordt gekozen welk interview er wordt afgenomen. Voor de scholen die wel een training hebben gevolgd zijn er meerdere vragen omdat er tijdens het interview ook wordt gevraagd naar de training en het effect daarvan. Deze interviews geven de onderzoekers aanvullende informatie op de informatie die al verkregen is vanuit enquêtes. In het interview voor de school die de training hebben gevolgd zijn de vragen verdeeld onder kopjes zoals: Algemeen, training, alcohol op school, Tactus, beleid en effect van de training. De kopjes zijn als volgt bij een school die geen training heeft gevolgd: Algemeen, vroegsignalering, alcohol op school, Tactus en beleid. Hierin is dus wel degelijk verschil. Door van tevoren het interview te structureren hopen de onderzoekers dat te meten wat ze willen meten. Doordat de interviews op zijn genomen op een voice recorder, is het uitwerken van de interviews makkelijker maar vooral ook betrouwbaarder. De enquêtes worden alleen ingevuld door scholen die de training vroegsignalering hebben gevolgd. De vragen zijn daarop ook gericht. In de enquête zijn de vragen ook onderverdeeld in kopjes, zoals: Algemene vragen, beleid op uw school en vroegsignaleren.
3.2.4. Analysemethoden Hierbij is er sprake is van een kwalitatieve analyse en een kwantitatieve analyse. De interviews zijn afgenomen, ze zijn uitgeschreven en daarna wordt er gekeken naar de gegeven antwoorden. Die antwoorden worden opgesplitst en op die manier wordt er gekeken naar eventuele verschillen. Vanuit de interviews hopen we dat er een verschil is te zien tussen scholen die de training hebben gevolgd en de scholen die dat niet hebben gedaan. De enquête is vooral gericht op de scholen die de training wel hebben gevolgd. De reden hiervan is om er bijvoorbeeld achter te komen wat er vooral bij is gebleven van de training bij de docenten en of de training invloed heeft gehad, wat de docenten met de kennis doen die ze extra op hebben gedaan bij de training en of het beleid sinds de training ook is veranderd. De antwoorden van de enquêtes worden omgezet in tabellen.
3.3.
Uitvoering van het onderzoek
In dit hoofdstuk is te lezen hoe de uitvoering van het onderzoek heeft plaatsgevonden. Per hoofdstuk zal worden beschreven wat de handelingen zijn geweest en hoe dit is verlopen. 3.3.1. Voorgesprekken Voordat het onderzoek plaatsvond is er een contactmoment geweest tussen Tactus, de Gemeente, Rob Bovens (interne opdrachtgever) en ons. In dit gesprek is er besproken hoe de stand van zaken op dit moment is en wat er onderzocht moest gaan worden. Na dit gesprek is er een gesprek geweest tussen ons en Rob. In dit gesprek is er gekeken wat de Gemeente graag wil weten en hoe dit omgezet kon worden in een onderzoeksopzet. Nadat de onderzoeksopzet op papier stond heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen Geeske Roos van de gemeente en ons. In dit gesprek is er besproken 23
welke scholen er allemaal zijn en hoe deze scholen benaderd gaan worden. Uiteindelijk heeft er ook nog een gesprek plaatsgevonden met Tactus. In dit gesprek is er gepraat over het wel of niet bereiken van de scholen en hoe hiermee omgegaan kan worden. Daarnaast heeft Tactus aangegeven wat voor hen belangrijk is om te weten in dit onderzoek. Na deze gesprekken hebben de onderzoekers zich een duidelijk beeld gevormd om daadwerkelijk aan de slag te gaan met het onderzoek. 3.3.2. Interviews scholen Nadat de onderzoekers de interviewvragen op papier hadden zijn de interviews met scholen gepland. Het was een moeizame weg om alle scholen uiteindelijk te bereiken. Tijdens deze weg werd het duidelijk dat veel scholen het druk hebben en dat het soms lastig is om een moment te prikken waarop het interview plaats kon vinden. Naast tijd speelde ook het bereiken van de goede persoon binnen de school een rol. Er ging af en toe wat tijd overheen voordat de onderzoekers de juiste persoon aan de telefoon hadden. Uiteindelijk zijn er interviews gehouden op elf scholen in de gemeente Hardenberg. Dit ging om middelbare scholen, maar ook om twee middelbare beroeps onderwijs scholen. Per school is er een interview gehouden met die persoon die ons meer kon vertellen over het traject vroegsignalering. 3.3.3. Enquête scholen Naast de interviews per school, wilden de onderzoekers die scholen die deel hadden genomen aan de training vroeg signalering een enquête laten invullen. Van de elf scholen waren er drie scholen die op het moment van het interview de training hadden gevolgd. De scholen die de training gevolgd hadden waren: De nieuwe Veste, Greijdanus en Rebound. Bij twee van deze scholen mochten de onderzoekers de enquêtes meegeven en werden deze ingevuld. Bij één school konden de enquêtes niet ingevuld worden in verband met drukte op de school. Uiteindelijk hebben we de enquête van de ‘Nieuwe Veste’ alleen op tijd binnen gekregen. De enquête bestond voornamelijk uit gesloten vragen zodat de onderzoekers de resultaten gemakkelijk konden verwerken. De enquête moet de onderzoekers een duidelijk beeld geven van het effect van de training binnen de school. 3.3.4. Respons Nadat de interviews gehouden zijn en de enquêtes zijn uitgedeeld was het wachten op de respons. Een week nadat de enquêtes zijn afgegeven bij de school zijn de onderzoekers teruggekomen om de enquêtes op te halen.
24
25
4. Literatuurhoofdstuk 4.1.
Inleiding:
In dit hoofdstuk worden de resultaten gepresenteerd van een literatuuronderzoek dat gedaan is naar alcohol bij jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Waar nodig is de informatie aangevuld met informatie uit andere bronnen (media, internet). In dit hoofdstuk gaan we eerst in op de ontwikkelingsopgaven bij jongeren om vervolgens te kijken waarom jongeren op die leeftijd gaan drinken en wat de effecten van alcohol op lange en korte termijn kunnen zijn. Er is ook gekeken naar de externe factoren die ervoor kunnen zorgen dat de jongere wel of niet gaat drinken en hierbij zijn de fenomenen groepsdruk en comazuipen meegenomen. Als laatst is er nog een studie gedaan naar een project dat het Trimbos instituut samen met Engeland doet en dit heet preventure. Dit project richt zich op persoonlijkheidstypen en dit is een interventie die ook kan worden ingezet bij verslavingen. In ons project gaan we vooral in op de interne factoren van jongeren. De interesse voor dit onderwerp is in eerste instantie gekomen vanuit de opdrachtgever het lectoraat verslavingspreventie, maar ook de onderzoekers waren geïnteresseerd in dit onderwerp. De literatuur geeft geen antwoord op één van de deelvragen van het onderzoek, maar geeft wel achtergrondinformatie over het onderwerp.
4.2.
Ontwikkelingsopgaven jongeren:
4.2.1. Ontwikkeling in de leeftijd van 12 tot 18 jaar: Abraham Maslow heeft zes fundamentele behoeften van de mens in een piramide weergegeven (Delfos, 2005). Deze piramide ziet er als volgt uit: 6. Behoefte aan zelfactualisatie 5. Behoefte om te weten en te begrijpen 4. Behoefte aan respect 3. Behoefte aan liefde en het gevoel ergens bij te horen 2. Behoefte aan veiligheid 1. Lichamelijke behoeften Ieder individu begint onderaan de piramide. Ieder individu heeft eerst de lichamelijk behoeften nodig zoals eten, drinken, slaap, adem en seks. Wanneer dit voldaan is ga je een stapje verder in de piramide, zo maakt ieder individu zijn of haar ontwikkeling door. Maar ieder individu doet dit op zijn of haar eigen tempo. Jean-Jacques Rousseau noemt de leeftijd van 12 tot 15 jaar de ‘late kindertijd’. In deze fase zijn de kinderen van nature pre sociaal. Dat houdt in dat ze vooral geïnteresseerd zijn in zichzelf en dat ze weinig belangstelling hebben voor anderen. De kinderen in deze leeftijd werken graag met concrete, fysieke objecten. Fase 4 van Rousseau is de adolescentie, dit is in de leeftijd van ongeveer 15 jaar. Bij deze fase worden kinderen socialer en ze hebben oog voor anderen. Rousseau noemt in deze fase dat de kinderen voor de tweede keer worden geboren. Het lichaam verandert, de kinderen krijgen humeurveranderingen en wanneer er iemand van het andere geslacht in de buurt komt, begint de ander te blozen. Zo krijgen ze op deze leeftijd een vaag besef van seksuele gevoelens. Ook is het zo dat de adolescent niet meer genoeg heeft aan zichzelf, de adolescent heeft anderen nodig en voelt zich hier ook tot aangetrokken. (Delfos, 2005)
26
Erik Erikson noemt de fase van de leeftijd 12 tot 19 jaar de ‘Puberteit of genitale fase’. Het ontwikkelprincipe is vooral gericht op identiteit versus verwarring. Doordat de jongeren in een andere fase zitten wordt er ook meer van hun gevraagd, hierdoor moet er een nieuw ego-identiteit gevormd worden. De jongeren zijn bang dat ze niet aan de verwachtingen van anders voldoen en daarom niet bij de groep horen. De reden dat jongeren bij een groep willen horen is om de onzekerheid de baas te worden. Josselson (1980) heeft de individuatie in vier fasen opgedeeld: Differentiatie Uitvoering Naderbij komen Versteviging
Vroege adolescentie, van 12 tot 14 jaar: verschil met de ouders benadrukken. Periode van 14 tot 16 jaar: uitproberen, denken alles te kunnen, meer naar vrienden luisteren dan naar volwassenen, geen gevaar zien. Midden adolescentie: angst voor een volledig loskomen, doet weer naar de basis terugkeren. Einde adolescentie: gevoel van eigen identiteit.
Ouders vinden de ‘uitvoering’ vaak angstig. Ouders vinden het moeilijk om hun kinderen te blijven vertrouwen. Vaak is het zo dat er in die fase een plotselinge overgang is naar gedurfd gedrag en daarbij luisteren de jongeren niet goed meer naar hun ouders. Rond de leeftijd van 14 jaar is het belangrijkrijk om vriendjes of vriendinnetjes te hebben. Wanneer dit niet het geval is, is er een grotere kans dat jongeren aansluiten bij risicogroepen. Risicogroepen vallen op zoals: Haardracht, alcohol en drugsgebruik, het gebruik van vervoermiddelen, de omgang met volwassenen en het taalgebruik. Wanneer een eenzame jongere zich kleed en zich gedraagt zoals een bepaalde risicogroep, hoort de jongere er snel bij. Het kan ook zijn dat jongeren in deze fase erge ruzie krijgen met hun ouders dat de jongeren weglopen van huis en daarbij kan het zijn dat de derde periode ‘naderbij komen’ moeizaam. Jongeren durven niet terug naar huis te gaan omdat ze bang zijn dat hun ouders boos zijn. Ook zijn er ouders die zich zo gekwetst en gebruikt voelen dat ze het ‘naderbij komen’ niet willen zien als een ontwikkelingsfase. (Delfos, 2005) 4.2.2. Ontwikkeling op het gebied van middelengebruik: Adolescenten vertonen experimenteergedrag. Dit doen ze op het gebied van relaties met leeftijdgenoten waarbij seksualiteit ook een rol speelt, op het gebied van gedrag maar ook op het gebied van middelengebruik. Doordat adolescenten experimenteren, doen ze nieuwe kennis op en leren ze nieuwe vaardigheden. Daarbij is het zo dat experimenteren normaal en wenselijk is. In dit stuk wordt er ingegaan op de ontwikkeling op het gebied van middelengebruik. (Rigter, 2008) Stoffen die worden opgenomen in het lichaam, die niet zelf aangemaakt worden is een kenmerk van genotmiddelen. Geaccepteerde genotmiddelen zijn alcohol, nicotine en cafeïne. Drugs zijn, verboden of gedoogde genotmiddelen. In veel Europese landen en de VS wordt er onderzoek gedaan daar het gebruik van alcohol en drugs. Daaruit blijkt dat kinderen van een jaar of 10/11 beginnen met het experimenteren van nicotine en alcohol. In 1996 is er onderzoek gedaan in Nederland naar het ‘ooit-gebruik’ gebruik van genotmiddelen. De uitslag hiervan is: 10 en 11 jaar J / M
14 en 15 jaar J / M
27
18+ J /
M
Roken 24% 16% 63% 66% 67% 65% Alcohol gebruik 51% 35% 87% 82% 92% 89% Cannabisgebruik 1% 0% 28% 21% 48% 40% XTC 0% 0% 8% 5,5% 14% 7% Ooit gebruikt bij Nederlandse scholieren in 1996 (kuipers, Stam & de Zwart, 1997) Uit dit onderzoek blijkt dat het normaal is om aan het eind van de basisschool te experimenteren met alcohol en roken. Ook is in de tabel te zien dat de overgang naar 14 en 15 jarige groter is dan naar de 18+. Ook is er te zien dat er meer jongens zijn die gebruiken dan meisjes. 4.2.3. Welke redenen zijn er voor een jongere om te gaan beginnen met drinken: In dit hoofdstuk wordt er gekeken waarom een jongere begint met drinken. Er spelen rond deze leeftijd heel veel dingen mee en daarom is het belangrijk om te weten waarom iemand gaat drinken. Wanneer je weet waarom een jongere zoveel drinkt is het ook makkelijker om te gaan kijken hoe een jongere minder zou kunnen gaan drinken. Er zullen in dit hoofdstuk verschillende redenen beschreven worden. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van een rapport behorend bij de het de campagne, weerbaarheid roken, alcohol en cannabis. Dit is in opdracht van Stivoro en het Trimbos instituut. Op basis van het onderzoek wat is gedaan binnen de campagne zijn de volgende factoren belangrijk in het waarom een jongere gaat drinken: Nieuwsgierigheid: De eerste keer dat jongeren gaan drinken (meestal rond de 14 jaar) wordt primair aangestuurd door nieuwsgierigheid. Ze zijn stiekem wel benieuwd wal alcohol met hen doet, ook omdat ze in hun omgeving veel mensen zien drinken.
Het is verboden en spannend/gevaarlijk: De factoren dat je onder de 16 nog niet mag drinken en wetende wat alcohol met je doet zorgt ervoor dat jongeren geprikkeld worden om te gaan drinken. Jongeren vinden 14 of 15 jaar, bijna 16 en dus vinden ze dat ze legaal mogen drinken
Iemand die je vertrouwt biedt het aan: De eerste keer dat een jongere drinkt gebeurt vaak onverwachts en spontaan. Op een feestje van familie wordt er alcohol aangeboden en dit ziet een jongere als een compliment. Dit compliment en teken van vertrouwen en drinkt een drankje. Vaak vindt de jongere het eerste drankje vies, maar je moet het toch een keer leren drinken. Ook zie je vaak dat een oudere broer of zus een drankje aanbiedt. De jongere ziet dit als teken dat hij of zij als volwassene wordt gezien.
Iedereen drinkt: De jongere die nog niet drinkt ziet veel mensen in zin omgeving wel drinken. Dit geeft een gevoel dat wanner je niet drinkt je er dan niet bij hoort. Dus dit kan een reden zijn dat iemand ook gaat drinken. Jongere die wel drinken geven ook aan dat dit een reden is om te blijven drinken.
Door drank wordt je losser: Wanneer een jongere zich onzeker voelt kan drank ervoor zorgen dat je meer durft en losser wordt. Dit is algemeen bekend bij jongeren en dit kan ervoor zorgen dat een jongere gaat drinken. De drank zorgt op deze manier voor meer zelfvertrouwen.
28
Drank biedt een excuus om raar te doen: Jongeren gebruiken drank soms al excuus om misdragingen van de avond of het weekend daarvoor goed te praten. Ze kunnen altijd zeggen dat ze dronken waren wanneer ze iets stoms hebben gedaan.
Jongeren experimenteren graag: Jongeren zoeken graag de grenzen op en denken daarbij niet aan de gevolgen. Ze vinden dat experimenteren bij hun leeftijd hoort.
Jongeren overschatten de controle die ze hebben: Jongeren zijn ervan overtuigd dat ze aanvoelen wanneer ze moeten stoppen met drinken. Ze denken hun eigen grens te kennen. Hierdoor spreken ze vrienden niet snel aan en vinden ze dat iedereen zelf verantwoordelijk is. Jongeren vinden daarom dat je best mag lachen als iemand dronken is, omdat diegene niet goed genoeg naar zijn of haar lichaam heeft geluisterd.
De gevaren van drinken worden gebagatelliseerd: Jongeren zien geen gevaren in de drank. Vaak weten ze wel dat er alcoholisme bestaat, maar ze gaan ervanuit dat zij geen alcoholist kunnen worden.
Niet drinken vereist een uitleg: Wanneer jongeren niet drinken dan zijn zij de andere leden van de groep een verklaring verschuldigd. De reden dat iemand niet drinkt wordt echter nooit serieus genomen en wordt ook raar gevonden. Een jongere kan dan gaan denken dat ze dan beter wel kunnen gaan drinken.
4.2.4. Effecten van alcohol op korte en lange termijn: Om te laten zien in deze studie waarom het zo belangrijk is om preventief op te treden bij alcoholgebruik bij jongeren worden de effecten van alcohol op korte en lange termijn beschreven. Eerst zal er worden ingegaan op de effecten op korte termijn en daarna op de effecten op lange termijn. Om deze effecten na te gaan zal er gebruik gemaakt worden van het boek Jongeren, ouders en drugs. Dit is geschreven door Helga de Ridder, een klinisch psychologe. Effecten op korte termijn Wanneer iemand alcohol met mate drinkt zorgt de inname van alcohol voor een algemeen gevoel van welbehagen en ontspanning. Wat je vaak ziet is dat jongeren vrolijker en losser worden en ‘in de stemming’ raken. Iemand durft meer, verteld meer en voelt zich niet zo verlegen. Jongeren trekken zich minder aan van wat iemand anders denkt en vaak doen ze dingen die ze niet zouden dan wanneer ze nuchter zijn. Iemand durft bijvoorbeeld met een meisje af te spreken of verteld sneller moppen in het openbaar. Dit zijn functies van alcohol die een stimulerende en ontremmende werking kunnen hebben. Je ziet dat iemand meer vertrouwen krijgt in zichzelf en zich ook beter in zijn vel voelt. Zo op het eerste oog lijken deze effecten onschuldig, maar wanneer men een grote hoeveelheid alcohol opheeft kunnen de volgende effecten optreden: Vermindering van reactie Vermindering van coördinatie Verminderde beoordelingsvermogen Onzekere loopgang
29
In deze face van het drinken kan de stemming van iemand ook omslaan. Iemand die eerst heel vrolijk was kan nu heel agressief of emotioneel worden. Wanneer iemand nog meer alcohol drinkt raakt het lichaam nog meer verdoofd en kan het stuurcentrum van de automatische spierbewegingen stilvallen. Wanneer dit gebeurt heeft iemand moeite met niet omvallen, lopen en praten wordt steeds moeilijker. Als iemand echt veel alcohol heeft gedronken kam iemand bewusteloos of in coma raken en dit heeft niet altijd een goede afloop. Een slechte afloop wordt vaak voorkomen door het uitbraken van de overtollige alcohol. In het boekje uw kind en roken, drinken en drugs uitgeven door het Trimbos instituut worden ook een aantal effecten op korte termijn genoemd. Bepaalde effecten zullen hierboven al genoemd zijn in het stukje korte termijn effecten, maar de effecten die nu genoemd gaan worden zijn passend bij jongeren. De volgende effecten van drinken worden genoemd:
Ontremmend en verdovend: meer kans op agressie, ongelukken, onveilige seks Zelfoverschatting, onverschilligheid Aantasting fijne motoriek en spraak Verminderde schoolprestaties Minder concentratie, minder conditie Drinken kan leiden tot alcoholvergiftiging, bewusteloosheid en coma.
Effecten op lange termijn Overmatig alcoholgebruik veroorzaakt op lange termijn problemen op lichamelijk, sociaal en geestelijk gebied. Er zal nu op ieder van deze afzonderlijk ingegaan worden Lichamelijk gebied Op dit gebied kan het volgende worden aangetast: Lever (leververvetting, -ontsteking en –cirrose) Pandreas Maag Slokdarm Hersenen (vroegtijdige dementie en het Korsakov-syndroom) Hart Spieren Zenuwen beschadigen Niet alleen de alcohol zorgt ervoor dat er schade optreedt, maar ook een slecht voedingspatroon, waardoor er vitaminegebrek is draagt hier aan bij. Sociaal gebied Op sociaal gebied kunnen er problemen ontstaan op het werk of op school. Dit ontstaat vaak omdat er regelmatig verzuimd wordt, er ontstaan ruzies of iemand maakt fouten die tot ontslag kunnen leiden. Naast het werk en school kunnen in de privé sfeer ook problemen ontstaan. Door het alcoholgebruik van iemand kunnen er spanningen ontstaan over die gebruik. Daarnaast kunnen financiële problemen, relatieconflicten en agressiviteit een rol spelen. Geestelijk gebied De effecten op geestelijk gebied kunnen heel erg verschillen. De volgende effecten kunnen ontstaan: Afnemend concentratievermogen Geheugenstoornissen Verminderde controle van gevoelens en gedragingen (bijvoorbeeld agressiviteit)
30
Sterke stemmingsveranderingen Angst Hallucinaties Jaloersheid Achtervolgingswanen Depressies
Het boekje van het Trimbos instituut laat de volgende effecten op lange termijn zien: Meer kans op alcoholproblemen en verslaving Verstoring van de hersenontwikkeling, botontwikkeling, seksuele ontwikkeling, ernstige schade aan lever, hart en maag. Afhankelijkheid Naast de effecten van alcohol beschrijven beide boeken ook de afhankelijkheid van alcohol die kan ontstaan. Wanneer iemand drinkt en vooral wanneer iemand steeds meer drinkt heeft het lichaam steeds meer nodig om hetzelfde effect te bereiken. Wanneer iemand stopt met drinken of minder gaat drinken kunnen er allerlei onthoudingsverschijnselen optreden. Wat je ziet bij afhankelijk zijn van alcohol is vaak het volgende: Bij sociaal gebruik soms geestelijke afhankelijkheid (de hunkering naar alcohol) Bij intensief gebruik grote geestelijke en lichamelijke afhankelijkheid 4.2.5. Comazuipen
Comazuipen is: Het buitensporig veel drinken van alcohol door jongeren, veelal in groepsverband. (Algemeen Nederlands Woordenboek) Comazuipen wordt ook wel ‘binge-drinken’ genoemd. Steeds meer jongeren drinken veel alcohol in korte tijd. Wanneer jongeren dit doen is er een kans om in een ‘alcoholcoma’ te raken. Steeds meer minderjarigen worden opgenomen in het ziekenhuis met een alcoholvergiftiging. Wanneer jongeren in korte tijd gemiddeld 10 tot 15 glazen alcohol drinken is er kans op een alcoholvergiftiging. Wanneer een jongere in een ‘alcoholcoma’ raakt is diegene gemiddeld 3 uur buiten bewustzijn. In 2007 waren er 231 jongeren die werden opgenomen in het ziekenhuis. Een jaar later waren het er 288. In de eerste helft van 2009 waren er 184 jongeren met een alcoholvergiftiging in het ziekenhuis beland. Deze aantallen zijn zowel jongens als meisjes en de leeftijd was tussen de 11 en 17 jaar. (Dat blijkt uit een onderzoek van het Nederlands instituut voor alcoholbeleid STAP, de Universiteit Twente, het Nederlands Signaleringscentrum Kindergeneeskunde en de ziekenhuisvestigingen van de Reinier de Graaf Groep). (Jongeren informatie punt Nunspeet, wat is comazuipen) Comazuipen komt steeds vaker in het nieuws. In de spits stond een artikel met de volgende kop: ‘presenteer comazuiper de rekening’. In dit artikel wordt vermeld dat het de gemeenschap veel geld kost om comazuipers te behandelen. De comazuipers merken er zelf weinig van in kosten en kunnen ze het zo weer doen. In 2010 belandden er 648 jongeren tussen 12 en 18 jaar in het ziekenhuis door comazuipen. Dit is gebleken uit een recent onderzoek. (J. Geerdink, presenteer comazuiper de rekening) Iets later stond er in de spits met een grote kop: ‘Comazuipen blijft gratis’. De reden hiervan is dat spoedeisende hulp in de basisverzekering thuis hoort, doordat iedereen in Nederland verplicht is om
31
verzekerd te zijn moet een comazuiper gewoon geholpen worden.(G. Hoevenaars, Comazuipen blijft gratis) Mogelijke oorzaken voor het comazuipen zijn: Onzekerheid: Doordat jongeren met groepen vrienden op stap gaan is er kans dat er een aantal vrienden al bekend zijn met alcohol. Doordat jongeren geen nee durven te zeggen, gaan ze met de anderen mee drinken. Dit doen de jongeren ook terwijl ze nog niet helemaal tegen drank kunnen. Jongeren zijn bang dat ze hun vrienden verliezen wanneer ze nee zeggen. Stoer doen: Jongeren doen onderling steeds vaker mee aan zuip wedstrijden. Wie is het stoerst en wie kan de meeste drank op? Jongeren willen winnen en niet falen en blijven maar door drinken, ook terwijl ze hun grens al hebben bereikt. Geen kennis van alcohol: Jongeren krijgen vaak wel voorlichting over alcoholgebruik maar uiteindelijk weten de jongeren niet hoe snel alcohol op hun lichaam reageert. Ook zijn ze niet bewust van de schade die alcohol kan opleveren. Vaak denken jongeren dat het alleen een ander kan overkomen en niet hunzelf. Jongeren drinken vaak mixdrankjes. Hierdoor voelen de jongeren niet dat ze alcohol drinken omdat het zoet is en soms meer lijkt op limonade. Mixdrankjes worden daardoor ook gemakkelijk weggedronken. Shotjes zijn ook erg in bij de jongeren. In een klein glaasje zit veel alcohol en dat drinken de jongeren in één slok weg. Ook zijn er nog jongens die veel bier drinken en de meeste meiden drinken ook nog voldoende wijn. (Dobel, Comazuipen) 4.2.6. Leeftijdsgenoten/groepsdruk: Voor adolescenten is het belangrijk om contact te hebben met leeftijdsgenoten. De reden hiervoor is omdat ze afstand nemen van de volwassenen zoals ouders. Daarom is het naar school gaan niet alleen belangrijk voor de toekomst maar ook om in contact te komen met leeftijdsgenoten. De omgang met leeftijdgenoten vervult ook verschillende functies. In het begin van de adolescentie is de vriendschap vooral gericht op het samen ondernemen van activiteiten, daarin zijn sympathie, loyaliteit en hulpvaardigheid belangrijk. Wanneer adolescenten ouder worden is trouw, vertrouwen en het zichzelf zijn belangrijk. (Delfos, 2005). Er zijn verschillende vriendschapsvormen zoals: de groep, de kliek en de individuele vriendschap. In de groep is een grote druk tot conformeren. Dit kan spanning opleveren maar aan de andere kant kan het nieuwe zekerheden bieden als de zekerheden van thuis losgelaten moeten worden. De kliek is een klein groepje. Daarin zijn er bepaalde gedragingen of denkbeelden dat onderscheidt maakt van de rest. In deze kliek komen sneller problemen zoals drugs gebruik naar voren. Het contact met leeftijdsgenoten is belangrijk en goed voor de ontwikkeling maar er kleven dus ook gevaren aan. Voor jongeren die niet echt vrienden hebben is een kliek ideaal om in contact te komen met anderen en om ergens bij te horen. Door de regels over uiterlijk en gedrag van de groep geven aan hoe de jongeren erbij kunnen horen. Via deze manier is er ook gevaar dat de jongeren aansluiten bij een risicogroep. De regels in risicogroepen zijn oppervlakkiger waardoor de ‘eenzame’ jongeren er
32
gemakkelijk bij aan kunnen sluiten. In dit soort groepen is er risico van het gebruik van criminaliteit en drugs groter. (Delfos, 2005) Groepsdruk is niet erg maar wel als je wordt ‘beroofd’ van je eigen mening. Groepsdruk betekent dat vrienden druk op je uitoefenen. Groepsdruk hoeft ook niet gelijk negatief te zijn. Op het moment dat je altijd met een groep gaat sporten en die groep gaat een keer vaker in de week sporten dan werkt de groepsdruk positief. Groepsdruk werkt negatief op het moment dat je gedwongen wordt om iets te doen waar je helemaal niet achter staat. Dit kan zijn; roken, drugs gebruiken of stelen. Vaak is het als ‘nieuwkomer’ in de groep leuk en gezellig. Langzamerhand kan de groep veranderen en heb je als jongere niet eens door dat de groepsdruk negatief wordt. Wanneer een jongere bij een groep hoort kan het zijn dat diegene dingen moet doen waar hij of zij zelf helemaal niet achter staat. Doordat de jongere geen nee durft te zeggen omdat hij of zij graag bij de groep wil blijven is er kans dat de jongere het dan toch doet. Op deze manier werkt groepsdruk negatief. (Algemene informatie, groepsdruk).
4.2.7. Externe factoren: Pubertijd: Er zijn jongeren die ouders hebben af en toe alcohol drinken maar er zijn ook ouders die teveel drinken. Doordat er thuis door de alcohol onvoorspelbare ouders zijn, de afwezigheid van de rolmodellen en het ‘slechte’ voorbeeldgedrag van de ouders is er een grote kans dat jongeren gedragsproblemen ontwikkelen. Ook is het zo dat deze jongeren een gebrek hebben aan sociale vaardigheden. Het kan zijn dat jongeren zich niet kunnen concentreren op school waardoor ze gaan spijbelen. Doordat de jongeren een slecht voorbeeld krijgen is er kans dat ze zelf ook gaan experimenteren met alcohol of andere middelen. (Van der Stel en Van der Keuken, 1992) Adolescentie: Sommige jongeren kunnen in de pubertijd het verleden niet verwerken. Het is dan mogelijk dat het op latere leeftijd weer terug komt. Het kan zijn dat de jong volwassene zelf gaat drinken, een angst hebben om verlaten te worden en er is een kans om een depressie te krijgen. (Van der Stel, 1992) Bij adolescentie is het belangrijk om ze te helpen om in behandeling te gaan. Op deze manier is duidelijk te maken dat ze een kind zijn van een alcoholist en dat dat specifieke problemen met zich heeft meegebracht. De jongeren kunnen worden geholpen met:
Hun loyaliteit met het gezin te verbreken en zelfstandig te worden. Het verwerken van het verleden. Het vormen van een nieuwe identiteit, gebaseerd op erkenning van de feiten. Het herzien van opvattingen over zichzelf en hun gezin van herkomst. (Van der Stel, 1992)
Risico factoren: Het is vastgesteld dat erfelijkheid een rol kan spelen bij het ontstaan van alcoholisme. Er is onderzoek gedaan onder tweelingen maar ook onder adoptiekinderen en daarbij werd het vastgesteld. Een adoptiekind met een biologische ouder die alcoholist was, heeft bijna driemaal zo hoge kans om zelf alcoholist te worden dan een adoptiekind van wie de biologische ouder geen 33
alcoholist was. Een aanleg voor verslaving kan ook via een erfelijke aanleg voor een psychische stoornis lopen. Het kind is erfelijk belast voor het ontwikkelen van een stemmingsstoornis. Het ontwikkelen van de stoornis verhoogt de kans op het ontwikkelen van middelenmisbruik. Wanneer de moeder tijdens de zwangerschap alcohol of drugs gebruikt kan het kind kwetsbaar worden voor het ontwikkelen van een verslaving door neurologische afwijkingen. Wanneer een adolescent een laag zelfbeeld heeft, te weinig zelfvertrouwen en de onjuiste opvattingen over het effect van bepaalde middelen niet weet, kan het een verhoogd risico zijn voor middelenmisbruik. Op de volgende bladzijde zijn de risico factoren op het niveau van het kind in een rijtje neergezet. Deze heb ik volledig overgenomen vanuit het boek. (Rigter, 2008) -
Genetische aanleg voor verslaving Kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van middelenmisbruik door prenatale invloeden op de foetus. Individuele (gedeeltelijk aangeboden) factoren zoals agressiviteit, temperament, impulsiviteit en risicovol gedrag. Individuele cognitieve kenmerken zoals een laag zelfbeeld, weinig zelfvertrouwen en externe locus of control. Onveilige gehechtheid Eerdere ontwikkelingsopgaven zijn niet goed volbracht. Psychische stoornissen zoals gedragsstoornissen en stemmingsstoornissen. Middelen gebruiken als zelfmedicatie bij psychische stoornissen.
Kinderen met een onveilige gehechtheid hebben een groter risico dan kinderen met een veilige gehechtheid. Wanneer ouders zelf ook middelenmisbruik hebben is er een grote kans dat de kinderen zelf ook over gaan tot middelenmisbruik. Dit ligt wel hoger op het moment dat de moeder het gebruikt dan de vader. Wanneer er aan het gedrag van het kind geen duidelijke grenzen worden gesteld of lichamelijke of seksuele mishandeling plaatsvindt, is er een grote kans dat deze kinderen over gaan tot middelenmisbruik. Vanuit het boek heb ik ook de risicofactoren op het niveau van de ouders en het gezin onder elkaar neergezet. (Rigter, 2008) -
-
Onvoldoende sensitiviteit en responsiviteit bij de ouders. Middelenmisbruik en of psychische stoornissen bij de ouders. Verschillende aspecten van de opvoedingssituatie zoals inconsistente opvoeding, onvoldoende grenzen stellen aan het gedrag van het kind, conflicten en geweld in de gezinssituatie, gebrek aan monitoring van het kind en echtscheiding. Te strenge en autoritaire opvoeding waardoor het kind niet tot experimenteren met middelengebruik kan komen. Ouders broer of zus die middelen gebruikt of misbruikt. Lage SES van het gezin. (laag opgeleide ouders, laag inkomen van de ouders)
De invloed van leeftijdgenoten neemt toe in de adolescentie. Een adolescent heeft een toenemend verlangen naar autonomie en zelfbepaling. Leeftijdgenoten geven steun en informatie en dit is belangrijk bij het experimenteren met middelen. De schoolomgeving kan ook een risicofactor zijn. Dit is vaak wanneer er wordt gepest en weinig contact is met de docenten. Vanuit het boek heb ik ook de risicofactoren op het niveau van de omgeving onder elkaar neergezet. (Rigter, 2008)
34
Risico factoren op het niveau van de omgeving: - ‘Slechte’ vriendenkring met een risicovolle manier van middelengebruik. - Een schoolomgeving met (te) weinig persoonlijk contact tussen leraar en leerlingen, pesten, geweld en middelenmisbruik. - Wonen in een buurt met achterstandsituaties, anonimiteit en geweld. - Waargenomen stress bij levensgebeurtenissen zoals overlijden van een geliefd persoon, slachtoffer van ongelukken, slachtoffer of deelnemer aan oorlogsgeweld. - Emigratie of vlucht waarbij de jongere zijn sociale netwerk verliest en er nieuwe voor in de plaats krijgt. Beschermingsfactoren: Een goede intelligentie, de overtuiging dat jezelf invloed hebt op je leven, autonomie en zelfvertrouwen zijn een aantal die een adolescent kunnen beschermen tegen een negatieve invloed van leeftijdgenoten. Een veilige gehechtheid is ook een belangrijke beschermingsfactor. Binnen het gezin is het belangrijk dat een ouder zelfvertrouwen heeft, kennis van middelengebruik, sensitiviteit en responsiviteit. Een positieve en stimulerende schoolomgeving is ook een duidelijke en goede beschermingsfactor. (Rigter, 2008) 4.2.8. Preventure: In een artikel op de site www.Kindenadolescent.nl is meer te lezen over de methodiek preventure. Uit dit artikel zal de informatie gehaald worden. Er zal nu eerst verteld worden op welke groep jongeren die project zich richt, om vervolgens het project uit te leggen. Jongeren met risicovolle persoonlijkheidskenmerken Bij deze groep jongeren worden selectieve interventies uitgevoerd op basis van hun individuele kenmerken. Deze individuele kenmerken zorgen ervoor dat deze jongeren een verhoogd risico hebben op alcoholproblemen. Het schoolgerichte preventieprogramma Preventure is onderzocht door Conrod, Stewart, Comeau & Maclean (2006) op effectiviteit. Dit programma richt zich op één van de volgende risicovolle persoonlijkheidskenmerken: • Angstgevoeligheid • Negatief denken • Sentatie zoeken De methodiek Preventure De methodiek die zich richt op risicovolle persoonlijkheidskenmerken is uitgevoerd op een Canadese middelbare school. In een onderzoek (Conrad, Stewart, Comeau & Maclean (2006) werd deze methodiek getest. Canadese middelbare scholieren die al alcohol dronken en hoog scoorden op één van de risicovolle persoonlijkheidskenmerken gingen de interventie volgen. Zij kregen een interventie die specifiek gericht was op de persoonlijkheidseigenschap waarop zij hoog scoorden. De interventie bestond uit twee groepssessies en bevatte drie elementen: • Psycho –educatie • Copingvaardigheden met betrekking tot het gedrag • Cognitieve copingvaardigheden. * Coping vaardigheden zijn de vaardigheden die mensen toepassen om met verschillende situaties of gebeurtenissen om te gaan. Dit kunnen zowel positieve vaardigheden zijn (zoals je gedachten en gevoelens met anderen delen, sporten of muziek maken), als negatieve vaardigheden (zoals structureel agressief gedrag of drugsgebruik (http://www.agipnet.nl/Theoretische_basis_2214.aspx).
35
Uit het onderzoek wat gedaan werd bleek dat de interventie na vier maanden al effect had op de hoeveelheid, frequentie en onthouding van alcoholgebruik en bingedrinken. Een aantal effecten die werden gevonden waren de volgende: • Bij bingedrinken en dan vooral de groep sensatiezoekers kwam het nog bij 48% voor terwijl het vooraf bij 68% voorkwam • Het programma had effect op drank gerelateerde problemen, dit was vooral bij de negatieve denkers en de angstgevoelige jongeren. Door de positieve effecten van het Preventure programma kwam er een follow up, 12 maanden na de interventie. Dit onderzoek was gericht op een iets jongere doelgroep van Britse middelbare scholieren. Er kwam een vierde persoonlijkheidskenmerk bij: impulsieve jongeren (Conrad, Catellanos & Mackie, 2008). Er is ook gebleken dat Preventure effect heeft op drugsgebruik (Conrad, Castellanos-Ryan en Strang, 2010) en op emotionele en gedragsproblemen gerelateerd aan paniekaanvallen en spijbelen (Castellanos & Conrad, 2006). De resultaten van Preventure zijn veelbelovend omdat dit één van de weinige schoolpreventieprogramma’s is met effecten op het drinkgedrag en bingedrinken van jongeren. Op dit moment wordt het Preventure project in Nederland onderzocht door het Trimbos-insitituut. Dit is nodig zodat het programma door meerdere onderzoekers is bekeken en op die manier kan er bewezen worden dat het programma effectief is. Conclusie In dit literatuurhoofdstuk is te zien dat jongeren een experimentatie fase doorlopen. In deze fase experimenteren ze met allerlei dingen, waaronder alcohol en drugs. In principe is dit experimenteren normaal en wenselijk is. Wat echter wel blijkt is dat meer dan 80% van de jongeren van 14 a 15 jaar ooit alcohol heeft gedronken. Deze hoeveelheid groeit erg veel in deze periode. Als er dan gekeken wordt naar 18 jaar dan groeit het aantal procent wat ooit alcohol heeft gedronken niet heel erg veel. Het is alarmerend dat wanneer jongeren nog geen 16 zijn, toch al zoveel alcohol drinken. De effecten op korte en lange termijn bij het drinken van alcohol in een grote hoeveelheid zijn slecht voor de ontwikkeling van het kind wat maakt dat het belangrijk is dat hier wordt ingegrepen. Onzeker zijn en stoer willen doen kunnen factoren zijn dat jongeren coma gaan zuipen, daarnaast speelt groepsdruk hier ook een rol. Groepsdruk kan dus een grote negatieve rol spelen in het besluit van iemand om wel of niet te drinken. Al deze factoren maken het belangrijk dat er op tijd wordt ingegrepen wanneer een jongere dreigt alcohol verslaafd te raken. Een effectief gebleken interventie om jongeren te behoeden voor deze verslaving is het preventure programma. Deze interventie richt zich op de risicovolle persoonlijkheidskenmerken en uit onderzoek is gebleken dat dit het alcoholgebruik bij jongeren positief kan beïnvloeden. Een voordeel van deze interventie is dat het zich richt op jongeren die een hoger risico lopen en dus kan het beter verantwoord worden.
36
37
5. Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten van de enquête en de interviews weergegeven. Met de resultaten van de enquête wordt meer direct inzicht verkregen in een mogelijk effect van de training vroegsignalering, omdat in de enquête hier ook expliciet naar is gevraagd. Helaas is dit slechts voor één school mogelijk gebleken, omdat (zoals aangegeven in hoofdstuk 3) vanwege allerlei omstandigheden de enquête alleen is ingevuld door medewerkers van de ‘Nieuwe Veste’ in Hardenberg. De resultaten treft u aan in pgf. 5.1. Door de resultaten van de interviews, die bij alle 11 scholen in Hardenberg zijn afgenomen wordt op een meer indirecte wijze bezien of er sprake is van mogelijke effecten, omdat hierbij werkwijze en beleid van scholen, die meegedaan hebben aan de training vroegsignalering (4) vergeleken kunnen worden met scholen waar de training niet is uitgevoerd (6). De resultaten van de interviews staan in pgf. 5.2.
5.1.
Resultaten van de enquête
In dit hoofdstuk zijn de resultaten van de enquête verwerkt. Op deze manier is het directe effect van de training te zien. De resultaten zijn verwerkt in grafieken en tabellen. Op deze manier zijn de gegeven antwoorden overzichtelijk verwerkt. Inleiding: In de enquête hebben de onderzoekers in het begin algemene vragen gesteld. Deze vragen zijn: Wat is uw geslacht? Wat is uw leeftijd? Op welke school bent u werkzaam? Hoelang werkt u al op deze school? Hoelang werkt u al in het onderwijs? Wat is uw functie binnen school? In welke klas geeft u les? Waarom heeft u deze training gevolgd? Heeft u beide trainingsbijeenkomsten gevolgd?. Deze vragen hebben de onderzoekers opgesteld om zich een beeld te kunnen vormen van de (samenstelling van de) onderzoeksgroep. De vragen zijn omgezet in grafieken, deze staan hieronder. De vraag op welke school bent u werkzaam is niet in een grafiek gezet omdat de enquête alleen maar door de ‘Nieuwe Veste’ is ingevuld.
Wat is uw leeftijd?
Wat is uw geslacht?
2
man
<25 jaar
1
vrouw
4
7
tussen 25 en 40 jaar 4
Hoelang werkt u op deze school?
38
>40 jaar
Kolom1
Kolom2
1 jaar
1
2 jaar
1
4 jaar
2
12 jaar
3
14 jaar
1
24 jaar
1
Hoe lang werkt u al in het onderwijs? Kolom1 Kolom2 4 jaar 2 5 jaar 1 6 jaar 1 12 jaar 1 13 jaar 1 16 jaar 1 33 jaar 1 37 jaar 1
Wat is uw functie binnen school? docent
1
mentor
1
1 lwoo begeleider
1 9 3
coach leerlingcoordi nator decaan
39
In welke klas geeft u les? 4% 1e klas
22%
22%
2e klas 3e klas
22%
4e klas
30%
5e klas
Waarom heeft u deze training gevolgd? Verplichting vanuit uw school
8%
Eigen interesse
46% 46%
Erkennen van alcoholproblematiek op uw school
Heeft u beide trainingsbijeenkomsten gevolgd? 8 6 4 2 0 ja
nee
40
Heeft het traject invloed op het beleid van de school? Na de inleidende vragen wordt in de enquête ingegaan op thema’s die inzicht moeten geven in de mate waarin de training vroegsignalering mogelijk geleid heeft tot effecten op werkwijze en beleid. Onderstaand wordt weer door middel van grafieken weergegeven hoe de respondenten op deze thema’s hebben geantwoord.
Wat vindt u van het beleid op het gebied van alcohol en middelengebruik op uw school? Zeer tevreden 1
2
Tevreden Tevreden/ontevreden Ontevreden
5
Zeer ontevreden
Uit de enquête blijkt dat de medewerkers van de ‘Nieuwe Veste’ tevreden zijn over het beleid op het gebied van alcohol en middelengebruik op hun school. Wordt er aandacht besteed tijdens de lessen aan middelengebruik?
Worden er binnen uw school activiteiten aangeboden rondom alcohol en middelengebruik bij jongeren? Nee
1
Ja
7 0
2
4
6
8
Worden er binnen uw school activiteiten aangeboden rondom alcohol en middelengebruik bij jongeren?
Uit de enquête is gebleken dat één medewerker geen aandacht besteed tijdens de lessen aan het alcohol en middelengebruik bij jongeren.
41
Op wat voor manier wordt er aandacht tijdens de lessen aan gegeven?
Welke activiteiten worden er aangeboden? 6 5 4 3 2 1 0
5 4
1 0
0
0
1
0
Welke activiteiten worden er aangeboden?
Uit de enquête is gebleken dat het onderwerp ook aan bod komt tijdens de lessen en dat er meer lessen worden gegeven.
Wordt er door meerdere mensen binnen de school gesignaleerd?
Tot wiens takenpakket hoort vroegsignaleren volgens u? 1
1
De teamleider De leerkrachten
5
De zorgcoordinator Iedereen 5
Mentoren Medeleerlingen
2
42
Als er is gesignaleerd, hoe wordt er dan gehandeld?
Hoe is de handelswijze van de school t.o.v. vroegsignaleren op dit moment? 10 8 6 4 2 0 Zeer actief
Actief
Evenveel Minder actief
Veel minder actief
Hoe is de handelswijze van de school t.o.v. vroegsignaleren op dit moment?
Uit de enquête is gebleken dat de handelswijze op de ‘Nieuwe Veste’ niet is veranderd ten aanzien van de training.
Wat is het beleid op het gebied van verslaving bij het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs in gemeente Hardenberg.
Wat vindt u van het beleid op het gebied van alcohol en middelengebruik op uw school? Zeer tevreden 2
1
Tevreden Tevreden/ontevreden Ontevreden
5
Zeer ontevreden
43
Hoe is uw mening ten aanzien van het beleid op school in vergelijking met voor de training? Veel positiever 1 Positiever Niet positiever of negatiever Negatiever 7
Veel negatiever
Vanuit de enquêtes is gebleken dat de medewerkers tevreden zijn met het beleid op het gebied van alcohol en middelengebruik. Ook is er 1 medewerker die positiever is op het beleid na de training en de andere zeven zijn niet positiever of negatiever.
44
5.2.
Resultaten van de interviews:
5.2.1. Welke mogelijke effecten vinden er plaats naar aanleiding van het traject vroegsignalering alcohol? Om deze deelvraag te beantwoorden is er een aantal sub-deelvragen opgesteld. Via deze subdeelvragen zal er een uiteindelijk antwoord gegeven kunnen worden op de deelvraag.
5.2.1.1. Hoe wordt het protocol vroegsignalering alcohol nu gehanteerd? Hier hebben de scholen geen antwoord op kunnen geven. Het protocol wordt nog te kort gehanteerd om hier een antwoord op te kunnen geven volgens de scholen.
5.2.1.2. Op wat voor manier speelt participatie in de ZAT-teams een rol? Bij deze sub-deelvraag wordt er gebruik gemaakt van de interviews. In het schema hieronder is te lezen wat er per school is gezegd. Vechtdal College afdeling Havo/Vwo Hardenberg De Groene Welle Hardenberg
Er wordt wel gesproken over het ZAT team binnen de school, maar het probleem alcohol wordt niet herkend binnen deze school.
Zeven linden Dedemsvaart
Wordt niet over gesproken.
Alfa College Hardenberg
Wordt niet over gesproken.
Vechtdal College VMBO onderbouw Hardenberg
Wanneer er een leerling gesignaleerd wordt, wordt diegene besproken in het ZAT-team.
de Ambelt Hardenberg
Er wordt gesproken over een commissie van begeleiding. Als er zorgen zijn vanuit de docenten dan wordt er een signaalbrief gestuurd naar deze commissie. In deze commissie zitten: maatschappelijk werken, orthopedagoog, intern begeleider en de adjunct directeur. De zorgen vallen binnen een werkgebied van één van deze mensen en die gaan daar mee aan de slag.
Vechtdal College Dedemsvaart de Hoeksteen Hardenberg
Wordt niet over gesproken.
Rebound Hardenberg Nieuwe Veste Hardenberg Greijdanus College Hardenberg
Wordt niet over gesproken.
Als er zorgen zijn over een leerling, dan komt de leerling het ZATteam terecht. Er zit iemand van Tactus in het ZAT-team en zo heeft deze school een lijntje dat naar Tactus toeloopt. Wordt niet over gesproken. Wordt niet over gesproken. Wordt niet over gesproken.
De eerste zes scholen zijn vetgedrukt, deze scholen hebben de training niet gevolgd. Er is weinig verschil te zien in de scholen die wel of geen training hebben gevolgd. Wat wel opvalt, is dat er bij de scholen die geen training hebben gevolgd dat daar in totaal drie scholen zijn die een breder antwoord geven. Bij de scholen die wel een training hebben gevolgd is dat er maar één. Er zijn drie 45
scholen waarbij er wordt gesproken over ZAT-teams. Eén daarvan heeft het wel over een ZAT-team maar daarbij wordt verteld dat het probleem alcohol niet wordt herkend binnen de school. De andere scholen hebben niet gesproken over een ZAT-team, de reden hiervan is niet behandeld. Bij één school wordt er gesproken over een commissie van begeleiding, hierin worden de leerlingen besproken. 5.2.1.3.
Heeft het traject invloed op het beleid van de school?
Bij deze sub-deelvraag wordt gebruik gemaakt van de interviews en de enquêtes. De resultaten van de enquêtes zijn te lezen in hoofdstuk 5.1. In het schema hieronder zijn de resultaten van de interviews te lezen. Vechtdal College afdeling Havo/Vwo Hardenberg De Groene Welle Hardenberg Zeven linden Dedemsvaart
Alfa College Hardenberg
Nee, er wordt niet zo veel gedaan op gebied van alcoholmatiging.
Deze school kan hier nu nog niet zoveel over zeggen. Ze zijn dit jaar begonnen met de lessen burgerschap in samenwerking met Tactus. Hier hebben ze langer de tijd voor nodig Op deze school is het duidelijk dat er geen alcohol wordt gebruikt op school. Deze regel is ook duidelijk naar de leerlingen. Verder is er geen beleid op papier. Op deze school is wel een protocol aanwezig.
Vechtdal College VMBO onderbouw Hardenberg De Ambelt Hardenberg
Nee, er wordt niet veel gedaan op het gebied van alcoholmatiging.
Vechtdal College Dedemsvaart
Er is nog niet veel veranderd in het beleid van de school, maar deze school geeft aan hier wel mee bezig te willen gaan. Ze willen meer onderdelen structureel maken en dit op papier zetten.
de Hoeksteen Hardenberg
Er is niet veel schriftelijk beleid op deze school, maar er wordt wel aangegeven dat het vaste afspreekmoment met Tactus ervoor zorgt dat er meer contact is over het thema alcohol. Daarnaast wordt er verteld dat het beter bespreekbaar is met jongeren Er is geen beleid maar er wordt wel vaker gesproken om meer gastlessen te laten geven aan de leerlingen. Bij het team is er meer kennis bij gekomen en het team vind het belangrijk om in gesprek te gaan met de leerlingen. Ook kan het team nu beter herkennen hoe ver een leerling is. Er is geen schriftelijk beleid. De school wil er in de toekomst wel wat mee doen maar daar zijn ze nu nog niet aan toe. Er is geen schriftelijk beleid.
Rebound Hardenberg
Nieuwe Veste Hardenberg Greijdanus College Hardenberg
Nee.
De eerste zes scholen zijn vetgedrukt, deze scholen hebben de training niet gevolgd. Er is geen verschil te zien of een school wel of geen training heeft gevolgd. Er is één school die een vast protocol heeft op het gebied van alcohol. De andere scholen geven aan dat er geen schriftelijk beleid is. Wel wordt er gesproken dat scholen er mee bezig willen gaan.
46
5.1.1.4. Wordt er aandacht besteed tijdens de lessen aan middelengebruik? Deze sub-deelvraag wordt beantwoord door middel van het interview en de enquête. De resultaten van de enquêtes zijn te lezen in hoofdstuk 5.1. Bij deze vraag heeft elke school aangegeven dat ze aandacht besteden aan het middelengebruik. Dit hebben ze gedaan met het antwoord ‘ja’. Uit het interview is gebleken dat elke school in de gemeente Hardenberg aandacht besteed tijdens de lessen aan het onderwerp alcohol en middelen gebruik. 5.1.1.5. Op wat voor manier wordt er aandacht tijdens de lessen aan gegeven? Deze sub-deelvraag wordt via de interviews en enquêtes beantwoord. De resultaten van de enquetes zijn te lezen in hoofdstuk 5.1. In het schema hieronder zijn de resultaten van de interviews te lezen.
Vechtdal College afdeling Havo/Vwo Hardenberg
Bij biologie komt dit onderwerp strikt aan de orde. Er zullen misschien ook andere lessen zijn waar dit wordt besproken, maar dit is niet zeker.
De Groene Welle Hardenberg
Tijdens de lessen burgerschap wordt hier aandacht aan besteed. Daarnaast zal de coach op de school individueel aandacht kunnen geven aan dit thema mocht dit nodig zijn.
Zeven Linden Dedemsvaart
Er is niet bekend wat er in de lessen biologie wordt gegeven maar er zal vast alcohol naar voren komen. Ook worden er workshops gegeven vanuit Tactus in klas 1. Tijdens de lessen burgerschap.
Alfa College Hardenberg Vechtdal College VMBO onderbouw Hardenberg
de Ambelt Hardenberg
Vechtdal College Dedemsvaart De Hoeksteen Hardenberg
Ja, bij biologie en verzorging komt dit waarschijnlijk wel in voor. Ook is de leerlingbegeleider weleens bezig geweest met een project maar wat daarin exact is gebeurd is niet bekend bij de geïnterviewde (teamleider). Met biologie en verzorging is er een vast onderdeel wat hierover gaat. Op maandagochtend wordt het weekend besproken en wordt hier ook wel eens op ingegaan en met maatschappijleer is er ook een thema wat hierbij past en aan bod komt. Ja, tijdens de mentorlessen en biologie
Alcohol is een onderdeel van het programma. In de mentorgroep is alcohol een thema. Rebound Hardenberg Ja, d.m.v. gastlessen van Tactus, equip, gesprekken tijdens mentorles. Nieuwe Veste Hardenberg In de lessen natuur en zorg komt het alcohol- en drugsgebruik aan de orde. Dat is een lesprogramma waarbij in de 1e klas roken aan de orde komt, de 2e klas alcohol en de 3e klas drugs. Greijdanus College Tijdens de lessen verzorging, biologie en mentoruur. Ook zijn er Hardenberg voorlichtingsavonden en informatieavonden. Uit de interviews is gebleken dat elke school het thema alcohol en middelengebruik in de lessen heeft verwerkt. In welke lessen het wordt verwerkt is verschillend per school, de lessen die worden genoemd zijn: mentorlessen, biologie, verzorging, burgerschap, equip en natuur. Verder worden er op scholen ook wel gastlessen en ouderavonden gegeven om het thema aan bod te laten komen.
47
5.1.1.6. Hoe wordt er op dit moment vroegtijdig gesignaleerd? Deze sub-deelvraag wordt beantwoord door middel van de interviews. In het schema hieronder zijn de resultaten van de interviews te lezen. Vechtdal College afdeling Havo/Vwo Hardenberg
De docenten in de klas signaleren
De Groene Welle Hardenberg
Er wordt niet heel specifiek gesignaleerd. Op maandagochtend tijdens de teamvergadering kan dit aan bod komen.
Zeven Linden Dedemsvaart
Het is vooral het observeren van de leerling zelf aan de uiterlijke kenmerken. Hoe ziet iemand eruit, alcohol kun je ook goed ruiken bij iemand. Er wordt op de school vroegtijdig gesignaleerd. Gesprek met ouders. Op het moment dat we het signaleren dan schakelen we Tactus in. Wanneer de docent het idee heeft dat een leerling overdag veel drinkt dan wordt dit aangekaart bij onder andere de ouders en zorg coördinator. Het gesprek aangaan is belangrijk.
Alfa College Hardenberg Vechtdal College VMBO onderbouw Hardenberg De Ambelt Hardenberg
Vechtdal College Dedemsvaart
De Hoeksteen Hardenberg
Rebound Hardenberg Nieuwe Veste Hardenberg
Greijdanus College Hardenberg
Ten eerste wordt er veel gesignaleerd door het onderwijs steunend personeel (conciërges). Deze mensen zien de leerlingen de hele dag, terwijl een vakdocent het met één lesuurtje moet doen. Hier tussen zit nog de mentor. Daarnaast woont er veel personeel binnen het dorp en horen en zien deze mensen op deze manier veel van de leerlingen. Er zijn ook veel leerlingen die zorgen uiten over andere leerlingen bij de vertrouwenspersoon. Als laatste is er in de tweede klas een vragenlijst van de GGD waardoor de school ook signaleert. Constateringen zijn er en vooral het gesprek aangaan is hierin belangrijk. Open en transparant zijn is hierin belangrijk. Als er zorgen zijn komen leerlingen in het ZAT-team terecht en hierin zijn de lijntjes met Tactus kort. Alleen in echt zorgelijke situaties wordt het doorgegeven. Preventief is het anders omdat er in de klas met leerlingen wordt gepraat en wanneer zij aangeven in het weekend veel gedronken te hebben in hoeverre moet er dan gesignaleerd worden. Ouders zijn verantwoordelijk dus die moeten het weten, en als het de spuigaten uitloopt moet het gemeld worden. In het team veel in gesprek gaan met elkaar. Het team is een aantal keer met deze vraag bij elkaar gekomen maar de conclusie is elke keer dat het alcoholgebruik/misbruik eigenlijk niet voorkomt op school. Tijdens mentoruur zijn er gesprekken met de hele klas maar ook individueel, tijdens deze les kan er het beste worden gesignaleerd. Verder is er veel overleg in het team. Wanneer er signalen zijn dan gaat dat via een overlegmoment maar ook via logboeken, administratiegegeven en observaties.
48
Uit de interviews is gebleken dat er door verschillende mensen wordt gesignaleerd. De manier waarop dat wordt gedaan is verschillend zoals, gesprekken tijdens mentoruur, het observeren van leerlingen, vanuit een vragenlijst van de GGD of tijdens gesprekken met ouders. 5.1.1.7. Wordt er door meerdere mensen binnen de school gesignaleerd? Deze sub-deelvraag wordt beantwoord door middel van het interview en de enquête. De resultaten van de enquêtes zijn te lezen in hoofdstuk 5.1. In het schema hieronder zijn de resultaten van de interviews te lezen. Vechtdal College afdeling Havo/Vwo Hardenberg De Groene Welle Hardenberg Zeven Linden Dedemsvaart Alfa College Hardenberg Vechtdal College VMBO onderbouw Hardenberg
de Ambelt Hardenberg Vechtdal College Dedemsvaart de Hoeksteen Hardenberg Rebound Hardenberg Nieuwe Veste Hardenberg
Greijdanus College Hardenberg
1.Docenten
1. 2. 1. 2. 1. 1. 2. 3. 4. 1.
Coaches Zorg coördinator Conciërge Docenten Door haar zelf; coördinator sociale veiligheid en docenten. Zorg coördinator Teamleider Onderwijsassistenten Leerlingbegeleiders Docenten
2. Onderwijs steunend personeel 3. Mentoren Vakdocenten 1. Mentoren 1. Door het hele team 1. Conciërge 2. Leerling coördinatoren 3. Docenten 1. Mentoren 2. Vakdocenten
Uit de interviews is gebleken dat er door verschillende mensen wordt gesignaleerd, over het algemeen worden dezelfde mensen genoemd. Deze mensen zijn: mentoren, docenten, zorg coördinatoren, teamleiders, onderwijsassistenten, conciërges, leerlingbegeleiders en coaches. Ook wordt er genoemd dat er door het hele team wordt gesignaleerd.
In de enquête die in het hoofdstuk hierboven aan bod kwam werd hierover een vraag gesteld en daarin komen dezelfde antwoorden naar voren die ook in de interviews zijn gezegd. In de enquête werd alleen nog gezegd dat medeleerlingen er ook bij horen om te signaleren.
5.1.1.8. Als er is gesignaleerd, hoe wordt er dan gehandeld?
49
Deze sub-deelvraag wordt beantwoord door middel van het interview en de enquête. De resultaten van de enquêtes zijn te lezen in hoofdstuk 5.1. In het schema hieronder zijn de resultaten van de interviews te lezen.
Vechtdal College afdeling Havo/Vwo Hardenberg De Groene Welle Hardenberg
Zeven Linden Dedemsvaart
Alfa College Hardenberg
Vechtdal College VMBO onderbouw Hardenberg
Er vindt een gesprek plaats met de leerling. Er wordt na één keer niet altijd meteen contact opgenomen met de ouders. Dit heeft ook te maken met de leeftijd. Dat gesprek wordt aangegaan. Algemeen stappenplan is dat wanneer de coach iets merkt, stel hij vermoed een verslaving dan wordt de zorg coördinator hierbij ingeschakeld. Er worden gesprekken aangegaan en eventueel wordt er dan doorverwezen naar instanties. Wanneer iemand gedronken heeft wordt diegene naar huis gestuurd. Er is geen vast stappenplan voor. Je handelt naar wat jezelf denkt wat goed is. De leerling wordt naar huis gestuurd. Het is wel per situatie verschillend. Daarbij worden ouders gebeld, er wordt een brief gestuurd naar huis. In sommige gevallen worden leerlingen geschorst. Of ze komen ongeveer 2 weken niet meer naar school of er wordt een aangepast lesrooster gemaakt waarbij de leerling geen contact kan hebben met zijn klasgenoten. Ook wordt er vaak een werkstuk gemaakt over het onderwerp waarbij ze het onderwerp helemaal moeten onderzoeken en uitdiepen. Dit gaat vooral via de zorg coördinator, de leerling begeleiders gaan praten met diegene. Het wordt besproken in het ZAT team. Daarna de schoolarts, verpleegkundige of Tactus maar een gesprek met de leerlingbegeleider en de ouders.
de Ambelt Hardenberg
Er wordt een signaalbrief opgesteld en deze gaat naar de commissie van begeleiding. Binnen deze commissie pakt diegene bij wie het in zijn/haar werkgebiedje valt de leerling of situatie op.
Vechtdal College Dedemsvaart
In gesprek blijven met de leerling is belangrijk. Hierin spelen de mentor, de leerlingbegeleider en de zorg coördinator een rol. De ouders worden hier dan ook bij betrokken en ook Tactus speelt een rol. De school dacht, maar wist dit niet zeker dat leerlingen naar Tactus toe moeten op dat moment, i.p.v. dat Tactus naar de school toekomt. Tactus is iedere maand op school aanwezig en hier kan de school met vragen en problemen terecht. Tactus zit ook in het ZAT-team en wanneer een leerling hierin komt wordt dit opgepakt.
de Hoeksteen Hardenberg
Rebound Hardenberg
Nieuwe Veste Hardenberg
Na elke dag is er een bespreken van hoe de dag is gegaan en wat er is opgevallen. Daarnaast is er eens in de 3/4 weken een leerling-bespreking. Wanneer er signalen zijn van alcohol misbruik wordt er contact opgenomen met Tactus. Wanneer we vermoeden dat leerlingen alcohol
50
Greijdanus College Hardenberg
gebruiken/misbruiken dan verwijzen we door naar de leerplichtambtenaar. De leerplichtambtenaar staat dan ook in contact met iemand van Tactus. Er wordt wel op gehandeld maar er zijn nog geen concrete verwijzingen geweest. Maar het gaat meer in de sfeer van gesprekken en gesprekken met ouders. Er is nog niet naar een professionele instantie verwezen.
Uit de interviews is gebleken dat er op verschillende manieren wordt gehandeld wanneer er wordt signaleert. De antwoorden die uit het interview zijn voorgekomen zijn: Gesprek met ouders, gesprek met de leerling, er wordt een signaalbrief opgesteld voor de commissie van begeleiding, Tactus komt regelmatig op school en daar kunnen we met vragen terecht, de zorg coördinator wordt ingeschakeld, tijdens leerling besprekingen wordt er besproken en wanneer een leerling met drank op naar school komt wordt diegene weer terug gestuurd naar huis. 5.1.2. Wordt er binnen de gemeente Hardenberg doorverwezen naar Tactus verslavingszorg op het moment dat dit gesignaleerd wordt op scholen? Voor deze vraag gebruiken we de interviews, maar ook de gegevens die de onderzoekers bij Tactus hebben opgevraagd over het aantal doorverwijzingen. Vechtdal College afdeling Havo/Vwo Hardenberg De Groene Welle Hardenberg Zeven Linden Dedemsvaart Alfa College Hardenberg
Vechtdal College VMBO onderbouw Hardenberg de Ambelt Hardenberg Vechtdal College Dedemsvaart de Hoeksteen Hardenberg Rebound Hardenberg
Nieuwe Veste Hardenberg Greijdanus College Hardenberg
Er is nog niet doorverwezen, want er zijn geen structurele problemen. Er is wel eens een incident geweest, maar dan wordt er niet doorverwezen. Er wordt verteld dat er niet herinnerd kan worden dat er een leerling is doorverwezen naar Tactus. Dit is volgens mij nog niet voorgekomen. Maar ik werk er ook nog maar 2 jaar. Wanneer er signaleert wel. Vaak hebben deze leerlingen al wel contact met Jeugdzorg waardoor ze via die manier ook in contact komen met Tactus. Vooral de leerlingbegeleider heeft contact met Tactus. Er is wel een incident geweest waarbij ze hebben doorverwezen maar op het moment dat Tactus er was, was de leerling niet aanwezig. Dit jaar nog niet doorverwezen. In het verleden wel gebeurt. Dit jaar nog niet doorverwezen. In het verleden wel gebeurt. Ja, er wordt doorverwezen. Ja. Er is dit schooljaar 1 leerling die gesprekken heeft gehad maar dat is nu afgerond. Er is nog een leerling waar ook het één en ander mee is ondernomen. Verder is er nog niet doorverwezen maar daar was ook geen aanleiding voor. Nee, dit is nog niet voorgekomen. Er is nog niet doorverwezen naar professionele instanties.
Uit de interviews is gebleken dat er wel wordt doorverwezen als er gesignaleerd wordt, dit is bij vier scholen het geval. Ook zijn er scholen waarbij er niet gesignaleerd wordt en daarom ook niet hoeft
51
door te verwijzen. Ook geven er twee scholen aan dat er in het verleden wel eens is doorverwezen maar dat het de afgelopen jaren niet is gebeurd. Uit contact met Tactus is gebleken dat vanuit Rebound en Vechtdal College is doorverwezen. Tactus vraagt zich daarbij af of dit komt door het ZAT overleg waarin Tactus zit of dat het komt door de training vroegsignalering. 5.1.3. Hoe is de relatie tussen Tactus verslavingszorg en het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs in gemeente Hardenberg en weten de scholen bij wie ze terecht kunnen wanneer er risicovol alcoholgebruik wordt gesignaleerd? Deze vraag wordt beantwoord door middel van het interview. Hieronder staan de resultaten van het interview. Vechtdal College afdeling Havo/Vwo Hardenberg
De Groene Welle Hardenberg Zeven Linden Dedemsvaart Alfa College Hardenberg Vechtdal College VMBO onderbouw Hardenberg De Ambelt Hardenberg
Vechtdal College Dedemsvaart
De Hoeksteen Hardenberg Rebound Hardenberg Nieuwe veste Hardenberg
Greijdanus College Hardenberg
Ja/nee een beetje aarzelend. Tactus en de gemeente zijn een keer langs geweest op school, maar veel contact met Tactus is er niet. De prioriteit van de school ligt anders dan die prioriteit die Tactus en de gemeente hebben. De school geeft wel aan dat ze weten waar ze terecht kunnen mocht dit nodig zijn. Er is dit jaar contact gehad en die verloopt plezierig. Ze weten van elkaar wie ze zijn en door de lessen burgerschap zijn deze contacten gestart. Prima, wanneer we Tactus bellen voor een workshop/ouderavond dan komt er ook iemand van Tactus. Het contact verloopt goed. Er is voornamelijk contact met Tactus tijdens de projectweken. Het contact met Tactus verloopt goed. Het lijntje is er. Er is contact met Tactus en de lijntjes zijn kort, maar er zijn geen lopende projecten vanuit Tactus. De wens vanuit het personeel is dat Tactus wel eens langs kan komen. De relatie tussen Tactus en het Vechtdal College Dedemsvaart is er en de lijntjes zijn er. De leerlingbegeleider heeft vooral contact met Tactus. Wat aangegeven wordt als een wens is dat Tactus één keer per jaar structureel langs komt op school (bijv. in de klas). Deze school geeft ook aan dat ze vinden dat Tactus en de gemeente soms door elkaar heen lopen (onduidelijkheid). De relatie tussen de hoeksteen en Tactus is prima. De lijntjes zijn kort en iedere maand komt er iemand van Tactus op school langs. Goed en snel, er hoeft maar een mailtje gestuurd te worden of een belletje gedaan worden dan wordt er gelijk actie ondernomen. 1x per jaar komt er iemand langs van Tactus. Ze vragen dan wat de school heeft gedaan en ze bieden dan zulke cursussen aan. Dat contact is goed. Dit contact verloopt via de mail. Het lijntje is er en de school weet bij wie ze moeten zijn als ze Tactus nodig hebben.
De eerste zes scholen zijn vetgedrukt, deze scholen hebben de training niet gevolgd. Er zijn negen scholen die antwoorden dat het contact er is en dat het lijntje er is. Per school is wel verschillend hoe vaak Tactus in een jaar langs komt. Er is één school die twijfelt aan het contact met Tactus. De reden hiervoor is dat de prioriteit van de school anders ligt dan de prioriteiten van Tactus en de gemeente.
52
5.1.4. Wat is het beleid op het gebied van verslaving bij het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs in gemeente Hardenberg. Deze vraag wordt beantwoord door middel van het interview en de enquête. De resultaten van de enquêtes zijn te lezen in hoofdstuk 5.1. In het schema hieronder zijn de resultaten van de interviews te lezen. Vechtdal College afdeling Havo/Vwo Hardenberg De Groene Welle Hardenberg Zeven Linden Dedemsvaart Alfa College Hardenberg Vechtdal College VMBO onderbouw Hardenberg
de Ambelt Hardenberg
Vechtdal College Dedemsvaart de Hoeksteen Hardenberg
Rebound Hardenberg
Nieuwe Veste Hardenberg
Greijdanus College Hardenberg
Er mag niet gedronken worden op school en er is geen nadrukkelijk verschil tussen alcohol en drugs. Op school mag niet gedronken worden. Er is een regel en die luidt: ‘geen alcohol is geen alcohol’. Deze regel/beleid bestaat al heel lang. Ja, hier zijn protocollen voor. Er is geen protocol. Ik weet ook niet of dat eraan zit te komen. Op het gebied van drugs is ook geen protocol. Wel is er duidelijk dat het absoluut verboden is om drugs te gebruiken op het schoolplein of op het terrein van school. Wanneer er gedeald wordt dan wordt HALT ingeschakeld. Alcohol en drugs zijn niet toegestaan. Dit staat in de regels en afsprakenlijst in de schoolgids van de Ambelt. Er is niet veel beleid op papier. Middelengebruik is verboden en wordt een leerling hiermee betrapt dan volgt schorsing. Het is al beleid dat er personeel op school is die alert reageert en mocht er discussie ontstaan dan gaan ze meten. Het beleid staat niet op papier. In het team is iedereen op de hoogte van de kenmerken van een verslaving. Er wordt een gesprek gevoerd met de leerling en als het zo is dan wordt er gelijk doorverwezen. Het beleid staat niet op papier. Tegenwoordig moet men allerlei beleidstukken voorschrijven maar het zou wel goed zijn om het op een gegeven moment een keer te beschrijven maar daar zijn we op dit moment nog niet aan toe. Het beleid staat niet op papier. Wel zijn er afspraken over dat de school alcohol vrij is en er zijn regels voor op excursies. Over roken zijn ook afspraken gemaakt.
De eerste zes scholen zijn vetgedrukt, deze scholen hebben de training niet gevolgd. Vanuit het interview is gebleken dat niet alle scholen het beleid op papier hebben staan. Hierin is ook geen verschil te zien in scholen die wel of geen training hebben gevolgd. Vaak zijn er wel duidelijke regels over het gebruik van alcohol en middelen. Er is één school die een protocol heeft op het gebied van alcohol en middelen gebruik.
5.1.5. Wat is de reden van scholen binnen gemeente Hardenberg om juist wel of geen training te volgen?
53
Om antwoord te geven op deze vraag wordt er opnieuw gebruik gemaakt van sub-deelvragen. Per sub-deelvraag wordt geprobeerd door middel van de interviews antwoorden te geven.
5.1.5.1. Wat is de aard van de problematiek op school? Door middel van de interviews wordt er antwoord gegeven op deze sub-deelvraag. In het schema hieronder zijn de resultaten te lezen. Vechtdal College afdeling Havo/Vwo Hardenberg De Groene Welle Hardenberg Zeven linden Dedemsvaart
Alfa College Hardenberg
Vechtdal College VMBO onderbouw Hardenberg de Ambelt Hardenberg
Op dit moment is het probleem niet herkenbaar aanwezig.
Er wordt door de leerlingen zeker wel gedronken in het weekend. Maandag is niet de meest florissante dag, maar wat hier de reden van is durven ze niet met zekerheid te zeggen. Op school mag er geen alcohol genuttigd worden. Het is wel bekend dat leerlingen in het weekend veel alcohol nuttigen. Het is ook voorgekomen dat leerlingen op de maandag vaker te laat zijn gekomen. Maar of dat daadwerkelijk door de alcohol komt is niet bekend. Op deze school komen de leerlingen op maandag ook vaker te laat. Het zijn niet alle leerlingen maar wel vaak dezelfde. De geïnterviewde vindt de maandag ochtend een ‘drama’. Verder is de school er gericht mee bezig. Op dit moment is het probleem niet herkenbaar aanwezig. De school heeft niet het idee dat er minder gepresteerd wordt door de drank. De leerlingen in de bovenbouw hebben het wel veel over bier en wanneer je dit niet drinkt hoor je er niet echt bij. Verder wordt er aangegeven dat deze leerlingen niet nadenken over de gevolgen van alcohol.
Vechtdal College Dedemsvaart
Op school wordt er in principe geen alcohol genuttigd, dat wil niet zeggen dat dit niet gebeurt. Dit wordt gemerkt door het gedrag van de leerling, het wordt geroken, aan de ogen van de leerling, er wordt over gepraat en de leerlingen delen deze zorg. Het is moeilijk te achterhalen of er minder wordt gepresteerd door alcohol, wel zijn er veel leerlingen op maandag moe. De school vindt het moeilijk om te bepalen of dit van de drank komt of dat leerlingen te laat naar bed gaan.
de Hoeksteen Hardenberg
Op deze school wordt er bewust met alcoholmatiging om gegaan. In de gesprekken met leerlingen komt naar voren dat er veel gedronken wordt. De directeur geeft aan dat veel leerlingen ook in keten drinken. Er is een alcoholtester op school en die wordt ook wel eens gebruikt Het is verboden om alcohol te gebruiken op school maar of leerlingen dat dan ook daadwerkelijk niet doen is niet bekend. Wel zijn er signalen geweest over het gebruik van drugs. Ook is er te merken dat er op de maandagochtend leerlingen te laat komen of suffer zijn in de les.
Rebound Hardenberg
54
Nieuwe Veste Hardenberg
Greijdanus College Hardenberg
Op deze school is het probleem niet duidelijk herkenbaar. Door de verhalen binnen de gemeente zijn ze er alerter op geworden en zijn ze ook de training gaan volgen. Op deze school wordt geen alcohol genuttigd. Dit komt alleen af en toe voor tijdens excursies. Er is wel een vermoeden dat de leerlingen op maandag vaker te laat komen maar daar is te weinig zicht op. De school denkt dat het meevalt maar er wordt ook aangegeven dat ze het misschien overschatten.
Uit de interviews is gebleken dat alle scholen alcoholvrij zijn. Er wordt ook aangegeven dat ze dit niet helemaal zeker weten omdat er misschien wel stiekem wordt gedronken. Ook komt het maandagochtend verzuim naar voren, scholen geven aan dat leerlingen vaker wel wat later komen op de maandag maar ze durven niet te zeggen dat dit komt door de alcohol. 5.1.5.2. Speelt het beleid van de school een rol in de keuze om wel of geen training te volgen? Alle scholen zeggen, dat het beleid hierin geen rol speelt.
5.1.5.3. Hoeveel doet de school op dit moment aan middelengebruik onder jongeren? Deze sub-deelvraag wordt beantwoord door de interviews. In het schema hieronder zijn de resultaten van de interviews te zien. Vechtdal College afdeling In de onderbouw en in de derde klas is er zo nu en dan een project Havo/Vwo in het kader van alcohol en drugs. Hardenberg De Groene Welle Er wordt aandacht besteed aan dit onderwerp tijdens de lessen Hardenberg burgerschap. Hierbij is Tactus betrokken. Zeven Linden Dedemsvaart Ouderavonden voor ‘nieuwe’ brugklasleerlingen. In klas 3 is er een thema; ‘alcohol in het verkeer’. Alfa College Hardenberg Tijdens de lessen burgerschap. Daarbij moeten de leerlingen verplicht de workshops volgen. Vechtdal College VMBO Ja, bij biologie en verzorging komt dit waarschijnlijk wel in voor. onderbouw Hardenberg de Ambelt Hardenberg Er zijn op dit moment geen projecten. Op deze school komt het in de lessen voor, bijvoorbeeld met leefstijl en tijdens de sociale gesprekken. Vechtdal College Dedemsvaart de Hoeksteen Hardenberg
Rebound Hardenberg Nieuwe Veste Hardenberg Greijdanus College
Aandacht in de lessen en een theatervoorstelling. Praktijkonderwijs leidt op tot wonen, werken en vrije tijd. Wonen en vrije tijd valt ook een stukje bewust leven bij zeg maar. Vragen die gesteld worden zijn dan: Hoe leef je? Hoeveel slaap heb je nodig? Dit valt bijvoorbeeld binnen het reguliere onderwijs. Naast het reguliere programma hebben ze elkaar een project dat heet: een moment van veilig thuis, veilig uit. Dit wordt gefinancierd door de gemeente. Er wordt dan door een toneelgroep een sessie gespeeld om te kijken wat alcohol met je doet. De leerlingen doen interactief mee. Dit vindt plaats op de school. Tijdens de mentorlessen is alcohol een vast thema. Gastlessen, equip en tijdens mentorgesprekken. In de lessen natuur en zorg komt het naar voren. De e-learning module tijdens mentorlessen, biologie en lessen
55
Hardenberg
verzorging en de voorlichtingen.
Uit de interviews is gebleken dat er tijdens de lessen aandacht wordt besteed aan alcohol en middelengebruik. De lessen die worden aangegeven zijn: verzorging, biologie, natuur, mentorlessen, e-learning en equip. Ook worden er voorlichtingen gegeven. Tot zover de resultaten van de interviews. In het hoofdstuk 6 komen de conclusies aan de orde.
56
57
6. 6.1.
Conclusie & discussie Inleiding:
Vanuit de resultaten zal nu een aantal conclusies getrokken worden. De onderzoekers hebben de deelvragen beantwoord door middel van interviews met de scholen voor voortgezet onderwijs binnen gemeente Hardenberg. De conclusies zullen bestaan uit een aantal onderwerpen. Allereerst zal er per deelvraag een conclusie getrokken worden op basis van de interviews. Deze conclusie zal dus betrekking hebben op alle scholen voor het voorgezet onderwijs in gemeente Hardenberg. Aangezien de onderzoekers, maar één school van de drie op tijd bereikt hebben voor het invullen van de enquête zal er een aparte conclusie volgen op een aantal deelvragen vanuit de enquête. Dit zijn alleen de deelvragen die betrekking hebben op de training vroegsignalering. 6.2.
Conclusie deelvraag 5.1.1. Welke mogelijke effecten vinden er plaats naar aanleiding van het traject vroeg signalering alcohol?
Hoe wordt het protocol vroegsignalering alcohol nu gehanteerd? Vanuit de interviews van de onderzoekers is gebleken dat de scholen die de training hebben gevolgd hier geen antwoord op hebben gegeven. Wat de onderzoekers hebben gemerkt is dat scholen nog te kort bezig zijn met het vroegsignaleren om hier een antwoord op te kunnen geven. Er is meer tijd nodig voor scholen om te kunnen beschrijven hoe met het protocol wordt om gegaan. Op wat voor manier speelt participatie in de ZAT-teams een rol? Bij een aantal scholen blijkt dat er wel degelijk een ZAT-team bestaat en hier gebruik van wordt gemaakt. Bij de meeste scholen is echter niet gesproken over een ZAT-team. De onderzoekers hebben niet letterlijk gevraagd naar het ZAT-team, maar hebben wel gevraagd hoe er wordt gesignaleerd en op wat voor manier en dan wordt gehandeld. Op deze vraag gaf de meerderheid van de scholen niet aan gebruik te maken van het ZAT-team. Er wordt door een aantal scholen wel gesproken over overleggen en samenwerkingen. Vanuit Tactus hebben de onderzoekers te horen gekregen dat er op dit moment een aantal verwijzingen zijn geweest. Tactus gaf aan dat dit waarschijnlijk meer komt door het overleg in het ZAT-team dan dat dit kwam door de training vroegsignalering. De conclusie die hierover getrokken kan worden is dat sommige scholen wel werken met een ZATteam en dit ook duidelijk aangeven als handeling tijdens het vroegsignaleren, maar dat participatie in het ZAT-team een nog grote rol zou kunnen spelen. Wat een positieve conclusie is, is dat er vanuit het ZAT-overleg al wel doorverwijzingen zijn geweest richting Tactus. Heeft het traject invloed op het beleid van de school? Iedere school geeft aan dat er niet veel veranderd is in het beleid. Het Vechtdal College in Dedemsvaart geeft aan hier wel mee bezig te willen gaan. Ze willen meer structuren en op papier zetten. De Hoeksteen geeft aan dat er niet veel schriftelijk beleid is, maar dat het vaste afspreekpunt met Tactus er wel voor zorgt dat er meer gepraat en gedaan wordt over het thema alcohol. De nieuwe Veste geeft aan dat de training nog te kort geleden is om al veranderingen aan te brengen. De rest van de scholen geeft aan dat er weinig beleid is op gebied van alcohol en dat de regels duidelijk zijn. Iedere school heeft aan alcoholvrij beleid, maar dit is niet veranderd naar aanleiding van het traject.
58
Er zijn een aantal scholen is die wel wat meer zouden willen doen t.a.v. het beleid, maar dat dit nog niet gebeurd is. Vanuit het Vechtdal in Hardenberg is een conclusie die getrokken kan worden dat de school het probleem niet ziet en hierdoor ook geen verandering hoeft door te voeren. De onderzoekers hebben gemerkt dat scholen nog niet echt bezig zijn met het beleid op het gebied van alcohol en dat het de regels omtrent alcohol op dit moment voldoende zijn voor de meeste scholen. De uiteindelijke conclusie is dat het traject tot nu toe geen invloed heeft gehad op het beleid van de scholen. Wordt er aandacht besteed tijdens de lessen aan middelengebruik? Zo ja op wat voor manier wordt er aandacht aan gegeven? Alle scholen besteden meer aandacht aan het thema alcohol tijdens de lessen. De ene school besteedt iets meer aandacht in de lessen dan de andere school. Het merendeel van de scholen geeft aan dat er aandacht wordt besteed tijdens biologie, verzorging en mentorlessen. Het ROC en de Groene Welle geven beiden aan dat er burgerschapslessen plaatsvinden waarin hierover wordt gesproken. De ambelt geeft nog extra aan dat er op maandag ochtend een sociaal praatje in de klas is. Er zijn ook een aantal scholen waarin er gastlessen zijn vanuit Tactus. Het is duidelijk dat alle scholen zich bezighouden met middelengebruik. Niet iedere school doet dit op dezelfde manier, maar in principe behandelen alle scholen het thema. Hoe wordt er op dit moment vroegtijdig gesignaleerd? Wordt er door meerdere mensen binnen de school gesignaleerd? Op het moment dat er gesignaleerd is, hoe wordt er gehandeld? Om een conclusie te trekken over deze drie vragen worden ze in één keer behandeld. Aangezien alle drie de vragen gaan over vroegsignaleren is het overzichtelijker voor de lezer als dit één verhaal is. Ieder school geeft aan dat het gesprek belangrijk is bij het vroegsignaleren. Wat wel duidelijk is geworden vanuit de antwoorden is dat iedere school het vroesignaleren op een andere manier benaderd. Bij sommige scholen geven ze aan dat ze het probleem niet herkennen, waardoor vroegsignaleren ook niet nodig is. Het Vechtdal College Dedemsvaart geeft ook aan dat onderwijs steunend belangrijk is bij het signaleren. Verder worden vakdocenten, mentoren en zorg coördinatoren en genoemd. Het praten met het team wordt ook een aantal keer genoemd. Er zijn een aantal scholen die uit zichzelf noemen dat wanneer dit nodig is Tactus wordt ingeschakeld. Bij de vragen aan scholen of ze Tactus weten te vinden geeft iedere school aan dit te weten. Bij sommige scholen worden ook ouders betrokken, terwijl bij andere scholen ouders niet altijd meteen betrokken worden. Iedere school heeft zijn of haar eigen manier met vroegsignaleren en dat vooral het gesprek aangaan belangrijk is. Alle scholen weten waar ze moeten zijn mochten ze willen doorverwijzen, maar het merendeel van de scholen gebruikt dit nog niet. Conclusie deelvraag 1 Er zal een conclusie getrokken worden op de deelvraag: Welke mogelijke effecten vinden er plaats naar aanleiding van het Traject vroegsingaleren? Als er gekeken wordt naar de deelvragen is dit de conclusie die getrokken kan worden. Op dit moment zijn er nog weinig meetbare effecten naar voren gekomen in het onderwijs. Door Tactus structureel in een school te betrekken wordt er wel meer gedaan op gebied van alcohol signaleren. Het Traject vroegsignaleren is nog te kort in het onderwijs geinteregeerd om hier een betrouwbare uitspraak over te kunnen doen.
59
6.3.
Conclusie deelvraag 5.1.2. Wordt er binnen de Gemeente Hardenberg doorverwezen naar Tactus verslavingszorg op het moment dat dit gesignaleerd wordt op scholen?
Vanuit de resultaten is te zien dat er op dit moment drie scholen zijn die doorverwijzen. Dit zijn de Hoeksteen, Rebound en het Alfa College. De andere scholen geven of aan dat er dit jaar nog niet is doorverwezen, maar in het verleden wel of dat er nog nooit is doorverwezen. Hieruit blijkt wel dat er niet doorverwezen wordt omdat er niets is gesignaleerd. Het Vechtdal college in Dedemsvaart geeft aan dat het soms bijna tot doorverwijzen komt, maar dat wanneer de school er met de leerling en ouders uit komt dit niet meer nodig is. De conclusie die getrokken kan worden is dat er op dit moment wel doorverwezen wordt, maar dat er nog niet veel doorverwezen wordt. Veel scholen herkennen de problematiek niet altijd. Het is voor iedere school wel duidelijk mochten er signalen zijn dat er doorverwezen kan worden. 6.4.
Conclusie deelvraag 5.1.3. Hoe is de relatie tussen Tactus verslavingszorg en het Voortgezet en Middelbaar beroepsonderwijs in gemeente Hardenberg en weten de scholen bij wie ze terecht moeten wanneer er risicovol alcoholgebruik wordt gesignaleerd?
Over het algemeen genomen is het contact tussen de scholen en Tactus goed. Het Vechtdal College Dedemsvaart en de Ambelt in Hardenberg zouden vaker contact met Tactus willen. Dit contact zit hem dan vooral in structureel langskomen en dat Tactus iets komt vertellen of een project kan komen. De meeste scholen geven aan dat de lijntjes met Tactus kort zijn. Binnen het Vechtdal College in Hardenberg zit een verschil. De afdeling Havo/Vwo noemt het contact aarzelend en vertelt dat er niet veel contact is met Tactus. De school heeft een andere prioriteit dan de Gemeente en Tactus zo wordt verteld. De afdeling VMBO geeft aan dat het contact goed verloopt en dat er een lijntje is. Hierin is er een duidelijk verschil zichtbaar tussen de beide afdelingen. De scholen waarbij Tactus structureel langskomt geven aan dit plezierig te vinden. 6.5.
Conclusie deelvraag 5.1.4. Wat is het beleid op het gebied van verslaving bij het Voortgezet en Middelbaar beroepsonderwijs in Gemeente Hardenberg en hoe wordt dit uitgevoerd.
Op uitzondering van één school heeft geen enkele school beleid op papier op het gebied van verslaving. Er zijn wel regels omtrent alcohol op school en schorsing, maar op het gebied van beleid staat verder niets op papier. Er is één school die aan geeft hier niet de tijd voor te hebben, maar ze willen hier wel mee bezig. De school die wel beleid heeft is het Alpha College. Een conclusie die getrokken kan worden is enerzijds dat scholen het niet nodig vinden om beleid op papier te hebben of dat scholen geen tijd en ruimte vinden die beleid vorm te geven. Er zou nog wel winst te behalen zijn op dit punt.
60
6.6.
Conclusie deelvraag 5.1.5. Wat is de reden van scholen binnen gemeente Hardenberg om wel of juist geen training te volgen? Wat is de aard van de problematiek op de school? Iedere school geeft aan alcoholvrij te zijn. Er zijn echter wel verschillen in het herkennen van het probleem. Het Vechtdal College, Greijdanus en de Nieuwe Veste in Hardenberg geven aan het probleem niet te herkennen. Het praktijkonderwijs de Hoeksteen is bewust bezig met alcoholmatiging en de leerlingen drinken in het weekend alcohol. Er zijn meerdere scholen die aangeven dat leerlingen op maandag te laat komen en suf zijn, maar de scholen durven niet alleen alcohol hier als schuldige factor aan te wijzen. Een conclusie die getrokken kan worden is dat de problematiek op school zelf meevalt en meestal niet gezien wordt, maar het alcohol drinken van leerlingen in het weekend wordt bij iedere school wel herkend. Speelt het beleid van de school een rol in de keuze om wel of geen training te volgen? In de interviews met scholen is niet duidelijk naar voren gekomen of het beleid een rol speelt. Wat wel duidelijk is, is dat de meeste scholen geen beleid hebben en deze hoogstwaarschijnlijk geen rol speelde in de keuze. De keuzes die wel werden genoemd in het wel of niet volgen van de training waren de volgende. Wel volgen van de training: - Belangrijk vinden - Verplichting van uit de Gemeente - Het werd aangeboden Niet volgen van de training: - Tijd - Planning - Niet herkennen van het probleem. De meeste scholen die wel een training hebben gevolgd vonden het belangrijk, maar dat het ook wel een verplichting was vanuit de Gemeente. De scholen die geen training volgden noemden vooral tijd en planning als reden van het niet volgen. Ze staan bijna allemaal open om de training alsnog te volgen als dit op tijd wordt aangeboden. Het Vechtdal College Hardenberg geeft aan geen training te willen volgen omdat het probleem niet herkend wordt.
Hoeveel doet de school op dit moment aan middelengebruik onder jongeren? De meeste scholen hebben naast het vaste lesprogramma, wat te lezen is in de deelvraag wat scholen aanbieden in de lessen ook nog wat losse projecten. Zo worden theatervoorstellingen, leefstijl, project veilig thuis, veilig uit, gastlessen, equip training, alcohol in het verkeer en de elearning module genoemd als projecten. Bij de Ambelt en de nieuwe Veste zijn op dit moment geen projecten rondom alcohol. Het Alfa College en de Groene Welle geven alleen de burgerschapslessen aan. De conclusie die getrokken kan worden is dat de meeste scholen wel wat doen om middelengebruik onder de aandacht te brengen, maar dat er in een aantal gevallen nog meer zou kunnen gebeuren om middelengebruik onder de aandacht te brengen. 6.7. Conclusie enquête de Nieuwe Veste Het merendeel van de ondervraagde mensen geeft aan dat hun houding niet is veranderd naar aanleiding van de training. Er is één medewerker die aangeeft wel veranderd te zijn in houding. Deze medewerker geeft als reden dat er meer op gelet wordt in de klas. De conclusie die getrokken kan
61
worden is of dat medewerkers al een goede houding hadden, of dat de training niet heeft gezorgd voor een verandering in houding. Een klein merendeel van de medewerkers geeft aan dat er geen verandering in kennis is opgetreden. Van de mensen die wel een verandering in kennis opgedaan hebben kan meer dan 80% de kennis in de praktijk gebruiken. Deze kennis zal het merendeel gebruiken om te gaan vroegsignaleren. Van de negen ondervraagden zijn er maar twee mensen die aangeven dat hun gedrag is verander naar aanleiding van de training. Hieruit zal ook de conclusie getrokken moeten worden dat de training er niet voor heeft gezorgd dat het gedrag van de medewerkers is veranderd. Met enige voorzichtigheid kan gezegd worden dat het gedrag van de medewerkers al voldoende was of dat het gedrag geen verandering heeft gekend. Het merendeel van de ondervraagden geeft aan dat er op de school activiteiten worden aangeboden rondom alcohol en middelengebruik, feestjes alcohol vrij plannen en meer lessen rondom alcohol geven worden het meest genoemd. Het merendeel van de medewerkers zou wanneer er ernstige alcohol of middelengebruik gesignaleerd werd het signaal bespreken en overleg voeren met de leiding. Er zouden vier mensen zowel contact opnemen met ouders als het signaal bespreken met de jongere. Twee medewerkers zouden de jongeren doorverwijzen naar Tactus. De meningen hierover lopen dus nogal uiteen. Van de negen medewerkers zijn er vier die aangeven dat hun houding niet is veranderd ten opzichte van doorverwijzen naar Tactus en er zijn vijf medewerkers die aangeven dat hun houding positief is veranderd. Een conclusie hieruit is dus dat niemand van de medewerkers aangeeft een negatievere houding te hebben gekregen. De training heeft er echter niet bij iedereen voor gezorgd dat de houding is veranderd. De meeste medewerkers zijn tevreden over het beleid van de school, er is zelfs één iemand zeer tevreden. Met enige voorzichtigheid kan worden gezegd dat dit verschijnsel verklaard waarom er niet zoveel nieuws gebeurt op gebied van het beleid. De mening van de medewerkers over het beleid is ook niet veranderd door middel van de training. De handelswijze van de school ten opzichte van vroegsignaleren is volgens iedereen evenveel gebleven. Er kan met enige voorzichtigheid geconcludeerd worden dat de training er niet voor heeft gezorgd dat de handelwijze van de school is veranderd. Dit kan komen omdat de school nog niet heeft hoeven handelen ten opzichte van vroegsignaleren of de handelswijze was al voldoende op gebied van vroegsignaleren. Veel van de medewerkers noemt op de vraag wie er moet signaleren dat iedereen zou moeten signaleren, Iets meer medewerkers vinden dat leerkrachten vooral signaleren. Om het signaal vervolgens aan te kaarten bij de leerling zou volgens de meerderheid moeten gebeuren door de mentor. De opmerkingen die nog genoemd werden door de medewerkers waren de volgende:
Cursus had te weinig inhoud De training voegde niet veel toe, het was een verplichting
Al met al kan geconcludeerd worden dat de training niet veel verandering heeft opgeleverd binnen de school. Veel medewerkers geven aan geen andere houding of gedrag te hebben. Er is alleen een kleine verandering opgetreden op gebied van kennis. De kennis die de medewerkers op hebben gedaan kunnen ze goed gebruiken in de praktijk. De houding ten opzichte van doorverwijzen is wel positief. Ondanks dat er nauwelijks beleid is en het beleid niet is veranderd vinden bijna alle medewerkers het beleid goed. De training heeft dus wel wat opgeleverd, maar het rendement is niet super hoog.
62
6.8. Discussie
Binnen dit onderzoek is er een aantal factoren dat van belang kan zijn op het wel of niet effect hebben van het traject bij een school. Hierin is bijvoorbeeld belangrijk welke groep medewerkers een training vroeg signalering volgt. In het vorige onderzoek van Joanne Lubbers en Ilona Postma is er een evaluatie geweest van de training op één school in de gemeente. Wat naar voren kwam in dat onderzoek is dat de training bij deze groep medewerkers goed aansloeg. Voor de onderzoekers is het niet vanzelfsprekend dat de training bij iedere groep medewerkers en dus bij iedere school even goed aanslaat. De manier waarop de training wordt ervaren heeft effect op de manier waarop een school vervolgens omgaat met vroeg signaleren. Naast het effect van de training is ook de duur van de training een factor die ervoor kan zorgen dat er meer of minder effect ontstaat. In dit vorige onderzoek was één van de aanbevelingen om de training te herhalen op scholen. Op het tijdstip van dit onderzoek is dit nog niet gebeurd en dus is het moeilijk voor de onderzoekers om hier een betrouwbare uitspraak over te doen. Wat ook van belang is bij het meten van effecten op scholen is op welke manier de school het probleem alcohol aanpakt. Als de school zelf geen problemen ondervindt op het gebied van alcohol zal er minder effect te meten zijn dan wanneer een school wel problemen ondervindt en hier ook mee aan de gang gaat. De onderzoekers hebben scholen van verschillend niveau onderzocht. Zo is er natuurlijk een verschil tussen een school voor speciaal voortgezet onderwijs of een school met voortgezet onderwijs. Er is ook een verschil met het Middelbaar Beroepsonderwijs. Hierin is voor de onderzoekers dus geen eenduidig beeld aan te geven. Als laatste discussiepunt willen de onderzoekers het design van dit onderzoek aanhalen. Om een betrouwbaar beeld te schetsen van de effecten per school zou er een voor en nameting gedaan moeten worden. Doordat de onderzoekers hier geen tijd voor hadden en doordat niet alle scholen de training vroeg signalering hebben gevolgd is er te weinig informatie om hier een duidelijk beeld van te vormen. De onderzoekers hebben wel een eerste meting gedaan en hebben in beeld gebracht hoe de scholen nu omgaan met het onderwerp en wat er nog zou kunnen verbeteren op dit gebied.
63
7.
Aanbevelingen:
Op basis van de eerder getrokken conclusies, zullen hier enkele aanbevelingen worden gedaan. Deze aanbevelingen hebben de onderzoekers getrokken uit de interviews en enquêtes. De aanbevelingen die de onderzoekers hebben zijn hieronder te lezen. Ten eerste willen wij adviseren om één format voor het vroegsignaleren te ontwikkelen, zodat scholen concreet weten wat ze moeten doen. Uit de interviews is gebleken dat scholen dit nog niet duidelijk op papier hebben. Alle scholen spreken wel over beleid. Over het algemeen hebben de scholen wel een beleid maar deze staat niet op papier. Wij denken dat Tactus met betrekking tot het vroegsignaleren een format kan maken zodat scholen hiermee uit de voeten kunnen. Naast Tactus zou dit ook een interessante en uitdagende opdracht zijn voor een vervolgonderzoek. Wanneer de scholen het format in bezit hebben kunnen ze het eventueel aanpassen naar hun eigen wensen en doelen. Ten tweede willen wij adviseren om Tactus een vast afspraakmoment te laten maken op de scholen. Uit de interviews is gebleken dat de meeste scholen dat prettig vinden. Tactus is de expert op gebied van verslavingen en op deze manier kunnen scholen hier gebruik van maken. Scholen vinden dit prettig omdat ze op deze manier terug kunnen koppelen waar ze tegen aanlopen op middelengebruik en ze kunnen hun ervaringen delen met Tactus. Ten derde willen wij adviseren om Tactus projecten en voorlichtingen te laten verzorgen op scholen. Dit zal uiteraard wel moeten gebeuren in overleg met de wensen van tijd van scholen. Uit het onderzoek is gebleken dat er een aantal scholen zijn die dat al laten doen door Tactus en dat het goed bevalt. Ook zijn er scholen die zeggen dat ze projecten en voorlichtingen vaker willen laten doen door Tactus. Wij denken dat het zinvol is om dit aan te bieden aan scholen en op deze manier hebben de scholen er gelijk een contactmoment met Tactus bij. Ten vierde willen wij adviseren om het verloop van het traject vroegsignaleren te bespreken met scholen. Bij deze bespreking zouden de school, Tactus en de Gemeente aanwezig kunnen zijn. Op deze manier weten scholen wat ze nog kunnen of moeten doen. Zo weten scholen of ze op de goede weg zitten en kunnen Tactus en de Gemeente hun wensen en informatie delen. Tevens blijft het contact tussen het drietal partijen dan structureel. Ten vijfde willen wij adviseren om een vervolgonderzoek te plannen. Er zullen dan hoogstwaarschijnlijk meer effecten meetbaar zijn. Ook zullen er hoogstwaarschijnlijk meer trainingen zijn gegeven aan scholen waardoor er meer effecten meetbaar zijn. De ‘Nieuwe Veste’ is de enige school die een enquête heeft ingevuld. Vanuit het interview en enquête is gebleken dat de trainingen nogal verschilde. De eerste training is wel als prettig ervaren maar de tweede training was minder, de reden hier is dat de docenten bij de eerste training er beter bij werden betrokken en mee konden denken. De tweede training was voor de docenten meer luisteren.
64
65
8.
Literatuurlijst:
Boeken van den Berg, A. (2003) Samen sterker jeugdverslaving voorkomen, Zeist: Uitgeverij Christofoor Delfos, M. (2005) Ontwikkeling in vogelvlucht, ontwikkeling van kinderen en adolescenten, vierde druk. Amsterdam: Harcourt Assessment BV. Lubbers, J. Postma, I. (2012). Alcohol en opvoeding effectevaluatie van het protocol voor Signalering, Screening en Kortdurende Interventie van Risicovol Alcoholgebruik bij Jongeren in de gemeente Hardenberg. Zwolle Otten, J. de Vries, W. (1996) Achter de schermen alcoholproblemen bij cliënten van het maatschappelijk werk: signalering en begeleidig, Utrecht: NIZW Uitgeverij Rigter, J. (2008) Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen, eerste druk, vierde oplage. Bussem: Coutinho Stel, J, van der. Keuken, J, van der. (1992) Kinderen gezin en alcohol preventie en hulpverlening. Assen: Dekker & van de Vegt Stel, J, van der. (2012) Wat elke professional over verslaving moet weten, tweede herziende druk, Houten: Bohn Stafleu van Loghum Verhoeven, N., (2007). Wat is onderzoek? Praktijkboek methoden en technieken voor het hoger onderwijs, tweede druk, Amsterdam, Boom onderwijs. Internet Algemeen Nederlands Woordenboek. Geraadpleegd op 22 mei 2012, via de URL: http://anw.inl.nl/article/comazuipen Algemene informatie, Groepsdruk. Geraadpleegd op 22 mei 2012, via de URL: http://mens-ensamenleving.infonu.nl/diversen/76679-wat-is-comazuipen.html van Deursen, D.S. Salemink, E. Lammers, J. en Wiers, R.W. Selectieve en geı¨ndiceerde preventie van problematisch middelengebruik bij jongeren. Geraadpleegd op 23 mei 2012, via de URL: http://dare.uva.nl/document/228184 Wat is comazuipen. Geraadpleegd op 22 mei 2012, via de URL: http://www.jipnunspeet.nl/vragen/veelgestelde_vragen/wat_is_comazuipen.php J. Geerding. Presenteer comazuiper de rekening. Geraadpleegd op 22 mei 2012, via de URL: http://www.spitsnieuws.nl/archives/binnenland/2012/03/presenteer-comazuiper-de-rekening
66
G. Hoevenaars. Comazuipen blijft gratis. Geraadpleegd op 22 mei 2012, via de URL:http://www.spitsnieuws.nl/archives/binnenland/2012/03/comazuipen-blijft-gratis
67
9.
Bijlage:
9.1. Interviews: Interview Greijdanus College Algemeen 1. Wie bent u? Jan Plaggenmarsch 2. Wat is uw functie? Ik ben adjunct directeur Havo/Vwo onderbouw en daarnaast gewoon leraar. Ik geef twee dagen in de week les en drie dagen. 3. Hoe lang werkt u al op deze school? Ik werk hier vanaf 2006 dus dat is 6 jaar. Ik bekleed deze functie voor het derde jaar. Ik ben als docent begonnen, toen nog een tijdje decaan en toen nog onderwijsontwikkelaar en nu adjunct directeur. 4. Hoe lang werkt u in het onderwijs? 26 jaar. Ik ben in het basisonderwijs begonnen, gewoon als leerkracht. Ik heb als docentopleiding gewerkt op de pabo in deeltijd. Toen ik hier kwam werken ben ik eerst Nederlands gaan geven, daarna een paar uur godsdienst, nu ook geschiedenis. 5. Wat doet u op het gebied van alcoholmatiging/preventie? We hebben binnen de lessen verzorging heeft een plek en in de biologie ook. We hebben voorlichtingsavonden in het verleden gehad waarin een instelling was uitgenodigd, die daar met ervaringsdeskundige iets over vertelden. Dit was een voorlichting voor de ouders. De voorlichting aan de leerlingen gebeurt tijdens die lessen en tijdens mentorlessen. Sinds vorig jaar hebben we samen met gemeente Hardenberg en tactus is er een training gestart vroegsignalering en wij zien wel heel veel in die samenwerking goed georganiseerd is. We hebben ook een module vanuit tactus die gebruikt wordt in de mentorlessen. Op deze manier komt er iets meer structuur in. Die module is voor leerlingen, en daar werken leerlingen mee in de mentor les. Mentoren hebben daarvoor nog een middag gehad waarbij ze instructies kregen over die module. We zijn daar vrij laat mee begonnen en daarom hebben mentoren nu nog weinig tijd om met die module te werken. Het wordt nu hier en daar mee gewerkt. Volgend jaar gaan we dat op deze manier doen. We gaan weer gebruik maken van het aanbod om informatie te geven op de ouderavonden. Aan het begin van het jaar is de een informatieavond voor ouder en dat Tactus dan weer komt. Training 6. Heeft u de training vroegsignalering bijgewoond? Ik heb één les van de training meegemaakt. De eerste bijeenkomst heb ik meegemaakt. Dit was een beetje wat algemener en om het probleem te verkennen. Dit gaat dan over aantallen en statistieken. Wat merk je en wat merk je in de klas. Dat was wel interessant. Over de tweede training waren de reacties verschillend.Bij docenten zit heel veel verschil in voorkennis, maar ook wel een beetje hoe je er mee omgaat. Ik merkte dat het gesprek al heel snel ging (ook al in de eerste keer) zeg maar wat is je eigen grens of hoe ga jij ermee om. Het ging ook over thuissituaties en over situaties in de klas. Er werd wel over gesproken en het heeft wel wat losgemaakt.
68
7. Hoeveel mensen hebben nog meer meegedaan aan de training en wat was hun functie? We hebben alle mentoren van klas 2 mee laten doen. Dit omdat de alcoholvoorlichting eigenlijk in klas 2 gepland hebben. Dit is al wel van langer geleden. Vroeger hadden we afgesproken dat we in klas 1 het roken centraal hebben en in klas 2 alcohol. Dit heeft te maken met het feit dat wanneer de basisschoolleerlingen hier binnen komen die krijgen meteen te maken met leerlingen die op school roken. We hebben geen rookverbod op school, dit is ontzettend jammer dat dit niet gelukt is. Het is gewoon niet te handhaven. Er is een hok en daar is afgesproken dat de leerlingen van de bovenbouw daar mogen roken. Brugklassers komen binnen en zien ineens dat leerlingen roken. Om daar meteen de beginaandacht bij te leggen is goed. Daarom is de voorlichting over roken in klas 1 en alcohol in klas 2. De leerlingbegeleiders en de zorg coördinator waren er ook bij.
8. Wat is de reden dat de school voor de training vroegsignalering heeft gekozen? We vinden het wel belangrijk. Ik moet eerlijk zeggen dat wij geen harde gegeven en geen onderzoek van hoe of wat ervoor komt. Hier en daar hebben we signaleren en die worden besproken op de normale manier. Dus via de leerling besprekingen, mentoren overleg. Er zijn wel structuren waar zulk soort dingen aan bod komen. We hebben niet een beeld en houden ook niet bij hoeveel misbruik er is. Bewustwording op het punt van vroegsignaleren was wel nodig. Misschien krijgen we het nu ook wat beter in kaart. We hebben altijd wel het idee dat dit wel meevalt, maar als je de verhalen hoort in de training dan heb je wel een vermoeden dat je heel veel dingen niet weet. 9. Op welke manier wordt er op dit moment vroegtijdig gesignaleerd? Elke klas heeft een mentor en die mentor ziet die klas elke week in zijn eigen les, maar ook in zijn mentor les. Dan is die natuurlijk met de klas in gesprek, maar hij heeft ook mentorgesprekken waarbij individueel gepraat wordt. Dat zijn de plekken waar de signaleren moet worden gezien. Daarnaast is er een behoorlijk frequent overleg tussen de mensen uit hetzelfde team, dus die dezelfde kinderen les geven. Dan worden signaleren snel doorgegeven. Dit gaat via onze normale vorm van overleg, maar ook via logboekingen, administratiegegeven, observaties. Op deze manier deel je dit met alle collega’s. Ik denk dat het een voordeel is dat we een aardig kleine school zijn en we zitten dicht op de leerlingen. Mijn afdeling zijn 150 leerlingen dus dat is eigenlijk heel weinig. De school is wat dat betreft ook goed ingericht. Wij zien leerlingen heel veel, ook in pauzes. Dat wat wij niet kunnen zien is dat heel veel leerlingen verdwijnen in het tussenuur of een lange pauze van het schoolplein en dan gaan ze de stad in. Wij willen leerlingen graag op school houden en daar zijn ook faciliteiten voor, maar ze gaan liever de stad in. Dat is eigenlijk niet tegen te houden. Wat ze daar doen hebben wij geen zicht op. 10. Door welke mensen binnen de school wordt er gesignaleerd? Mentoren, maar ook vakdocenten. Er is een behoorlijk overleg heen en weer.
11. Is er ook een project voor leerlingen? Dit kan ik mij niet zo herinneren en niet specifiek voor deze thema’s.
69
Alcohol op school 12. Wordt er op school alcohol gebruikt door de jongeren? Nee, daar kan ik bijna mijn hand voor in het vuur steken. We hebben er helemaal geen signalen van. Wat wij niet weten is wat leerlingen in de stad doen. We horen zelden signaleren van docenten die naderhand wel ruiken of merken. Schoolfeestje zijn bij ons allemaal alcoholvrij, behalve als leerlingen op eigen verantwoordelijkheid buiten de school wat organiseren. De reizen zijn ook alcoholvrij. 13. Zijn er jongeren bij u op school die te laat op school komen of minder presteren door het gebruik van alcohol, ’s avonds of in het weekend? Er is wel een vermoeden, maar we hebben daar te weinig zicht op. Signaleren zijn dat ze te laat komen. Of dat nou op maandag is, dat is lastig te zeggen. Ik weet ook niet wat de verschillen zijn tussen vmbo of havo en in welke klassen dit gebeurt. We hebben het idee dat het meevalt, maar het kan best heel goed zijn dat we het overschatten. 14. Wat zou uw school nog meer kunnen doen op gebied van alcohol? Ik hoop dat die e-learning module goed gaat werken binnen de mentorlessen. Dat er echt een goed programma komt als wel voor roken als voor alcohol, in de biologielessen en de verzoringslessen. Dat het hele overweg de vangnetten zijn voor het signaleren en dat dit goed blijft functioneren. Wat er bij zou kunnen is regelmatig die ouders. Ik ben blij dat we hebben afgesproken dat Tactus ook komt op de informatieavond. Dat we hier eens wat over de deur uit doen. 15. Vindt u dat u vanaf het afgelopen jaar meer bent gaan doen op het gebied van alcoholmatiging of niet? Ja het is dit jaar meer onder de aandacht gekomen met name bij mentoren van klas 2. Ik hoop dat ik dit ook op de enquête formulieren terugvind. 16. Wanneer er gesignaleerd is, hoe wordt er gehandeld? (beschrijven in stappen) Er wordt wel op gehandeld. Er zijn nog geen concrete verwijzingen geweest. Dit is meer in de sfeer van gesprekken, gesprek met de ouders. Er is nog niet naar een professionele instantie verwezen. Volgens mij hebben we dit nog niet meegemaakt. In de onderbouw speelt dit niet, maar ik weet daar niets van.
Tactus 17. Heeft u contact met Tactus? Dit contact verloopt via de mail. Dit ging vooral over de training en over de e-learning module. Dit is voor ons ook even zoeken wie is nou het aanspreekpunt. In principe weet ik bij wie ik moet zijn mocht ik Tactus nodig zijn. Er is geen vast afspreekpunt dat Tactus hier op school komt. Ik kan me wel voorstellen naar aanleiding van wat we dit jaar gedaan hebben, dat we hier volgend jaar nog eens bij aan knopen en om te kijken hoe het gaat en wat het oplevert. Dan kan er gekeken worden of het zin heeft of dat er nog dingen anders moeten. Dan moeten we eigenlijk nog even een jaartje met die module werken.
70
Beleid 18. Wat is het beleid op het gebied van verslaving op uw school? Er is geen beleid op papier. Zulke dingen liggen al snel aan de kant van de zorg coördinator. Dit is een vangnet. We hebben wel afspraken dat de school alcoholvrij is, excursies zijn afspraken over en over roken zijn afspraken. We hebben hier wel een keer een schorsing meegemaakt op gebied van softdrugs. Ook dat valt onder het algemeen schorsingsbeleid.
71
Interview Vechtdal College Hardenberg Teamleider Havo/Vwo Algemeen 1. Wie bent u? Gert van de Zande 2. Wat is uw functie? Ik ben teamleider van havo 4/havo5. Daarnaast ben ik de teamleider belast met zorg. Dit betekent dat ik leiding geef aan het ZAT en ook leerlingbegeleiding 3. Hoe lang werkt u al op deze school? 13 jaar en vijf jaar als teamleider. 4. Hoe lang werkt u in het onderwijs? 13 jaar. 5. Wat doet u op het gebied van alcoholmatiging/preventie? Daar doen wij niet zoveel aan. In de onderbouw hebben we zo nu en dan een project in het kader van alcohol en drugs en in de derde klas ook. Vroegsignalering 6. Wat is de reden dat de school niet voor de training vroegsignalering heeft gekozen? Zou u in de toekomst de training wel willen gaan volgen? We hebben daar niet voor gekozen omdat binnen onze school het probleem niet herkenbaar aanwezig is. Ik heb anderhalf jaar geleden een gesprek gehad met iemand van de gemeente over het project. Ja er is een alcoholprobleem in de omgeving van Hardenberg, maar dat wil niet zeggen dat wij als school hier regelmatig tegen aan lopen. Op de maandagmorgen merk ik het wel eens, maar dit is niet een schokkend probleem. Het is ook de vraag wat pak je dan als school op. Want er zijn zo ontzettend veel problemen die je wilt oppakken op maatschappelijk gebied. Wij kiezen er wel voor om er aandacht aan te geven in de derde klas, er oog voor te hebben als leerlingen hier stomdronken lopen of drugs gebruikt hebben. Dan maatregelen te nemen naar die individuele leerling, maar dat niet verder te verbreden. 7. Wat voor maatregelen neemt u dan als er wel een leerling is bij wie alcoholmisbruik wordt gezien/vermoedt? Ten eerste gebeurt het zelfden of nooit. Het is niet iets wat ik regelmatig tegenkom. Als het er is wordt de leerling aangesproken op het gedrag. Wat doen we verder? En kijken of het vaker is voorgekomen. Uiteindelijk kan er een schorsing komen, maar ik ben helemaal niet zo van de schorsing want dat veranderd het gedrag niet. Het gaat gewoon om het gesprek en een duidelijk signaal afgeven van hier gaat iets fout met jouzelf. Wat we wel gedaan hebben met de buitenlandreis. Waar we wel een keer te maken hebben gehad met alcohol. Daar hebben we nu een niet-alcohol beleid. De school is ook alcohol vrij. Hier is ook een convenant afgesloten met de gemeente. Een ander probleem is het gala op de laatste schooldag. Dit wordt door leerlingen georganiseerd in een horecagelegenheid hier in Hardenberg. De sector havo/vwo is hier bewust als leiding niet bij. We willen geen verantwoordelijkheid dragen voor het feit dat daar wel alcohol wordt geschonken.
72
8. Zou u in de toekomst de training wel willen gaan volgen? Nee. Dat heeft ook met prioritering te maken. Ik ben hier voor onderwijs en kwalitatief goed onderwijs. Tot op heden is dit niet een probleem binnen onze school. En daar zit ook het keerpunt, waardoor het zou kunnen veranderen. 9. Op welke manier wordt er op dit moment vroegtijdig gesignaleerd? Ben ik afhankelijk van de docent in de klas. 10. Door welke mensen binnen de school wordt er gesignaleerd? De ene docent zal hier een scherper neus voor hebben, dan een andere docent. Op het moment dat ik geen last heb van een leerling in de lessituatie is het niet mijn probleem. Op dit moment staan wij er als school zo in. 11. Wordt er aandacht besteed tijdens de lessen aan het middelengebruik? Ja, bij biologie komt het strikt aan de orde. Er zullen ook andere lessen zijn waar er misschien wel wat over wordt gepraat, maar bij biologie is dit zeker. 12. Zo ja, op wat voor manier wordt er aandacht aan gegeven? 13. Zo nee, wat is de reden dat er tijdens de lessen geen aandacht aan wordt geschonken? Alcohol op school 14. Wordt er op school alcohol gebruikt door de jongeren? In principe niet. We betrappen leerlingen zo nu en dan wel eens op alcohol. 15. Zo ja, Hoe weet u dat? Een leuk voorbeeld. Nieuwjaarsgala derde klas en geen alcohol. Je merkt dat leerlingen weggaan en weer teruglopen. Voor de school hadden leerlingen een fles jonge jenever staan en namen hier dan slokken uit. We hebben geen blaaspijpjes. Dat maakt het dus ook tricky om te betrappen. 16. Waar merkt u het aan dat leerlingen maandagochtend niet zo paraat zijn? Beetje duf, beetje rozig. Ik denk dat we het zelfden tot nooit meemaken dat je alcohol ruikt. Ik heb geen extra menskracht om dit soort zaken mee te nemen. 17. Wanneer er gesignaleerd is, hoe wordt er gehandeld? (laten beschrijven in stappen) Er vindt een gesprek plaats met de leerling. Er wordt naar één keer niet altijd meteen contact opgenomen met de ouders. Dit heeft ook te maken met de leeftijd. Ik heb namelijk met zestien/zeventien jarigen te maken. Dat gesprek wordt aangegaan. 18. Is er ook sprake van een schriftelijk beleid hierin? Voor de buitenlandreizen wel, het convenant moet ergens liggen wat met de gemeente is afgesloten. 19. Wat gaat hierin goed?
73
Ik ben dik tevreden hiermee. Het is duidelijk binnen de school dat er geen alcohol gebruikt mag worden. Tactus 20. Heeft u contact met Tactus? Ja/Nee een beetje aarzelend. Tactus en de gemeente zijn hier een keer geweest voor een gesprek. Er zal ergens een kaartje liggen met de gegevens. Ik weet dat ze er zijn, maar ik heb niet regelmatig contact. 21. Hoe verliep dat ene contact wat er is geweest? Dat is opzicht plezierig verlopen. Gelijktijdig had het bij mij ook iets van overbodigheid. In de zin van dat het ook wel een beetje werd opgedrongen. Jullie moeten zo nodig, want wij vinden dat belangrijk. Daarin zit een duidelijk verschil in prioriteit. 22. Wat gaat er goed in het contact met Tactus? 23. Wat zou er beter kunnen in het contact met Tactus? 24. Wanneer heeft u contact met Tactus? 25. Hoe vaak wordt er op dit moment doorverwezen naar Tactus? Er is nog niet doorverwezen naar Tactus. Dan moet ik een structureel probleem hebben namelijk. De ene keer dat we met ‘’comazuipen’’ te maken hebben gehad was op de buitenlandreis. Dan ben je al blij dat je met de begeleiders met de ouders contact hebt. Zou het met diezelfde leerlinge een tweede of derde keer voorkomen, dan denk je een keer aan Tactus. 26. Weet u wel hoe u moet handelen mocht het voorkomen? Dat heb ik op dit moment niet zo paraat. Ik ben ervan overtuigd dat wanneer ik Tactus zoek, ik uiteindelijk een deskundige aan de lijn krijg die mij kan helpen. Ik vind het ook niet mijn verantwoordelijkheid om dat te weten, ik moet wel weten waar ik terecht kan als er een probleem zich voordoet. Beleid 27. Wat is het beleid op het gebied van verslaving op uw school? Er is geen nadrukkelijk verschil tussen alcohol en drugs. Ik merk dat het drugsprobleem groter is geweest in het verleden. Ik denk dat het minder gewoonte is om drugs te gebruiken op dit moment.
74
Interview Ambelt Hardenberg. Algemeen 1. Wie bent u? Babs Harms 2. Wat is uw functie? Leerkracht 3. Hoe lang werkt u al op deze school? Vanaf oktober dit jaar, dus nu ruim een half jaar 4. Hoe lang werkt u in het onderwijs? Hiervoor heb ik vier jaar in Nieuwegein gewerkt. Op leerwegondersteunend onderwijs op een zorglocatie. Met heel veel allochtone jongeren. 5. Wat doet u op het gebied van alcoholmatiging/preventie? We doen met biologie en verzorging een onderdeel wat daarin aan bod komt. Op maandagochtend wordt het weekend wel besproken. Er wordt dan ingegaan op het onderwerp alcohol. Met maatschappijleer is hier ook een thema wat veel ingaat op dit thema. Vroegsignalering 6. Wat is de reden dat de school niet voor de training vroegsignalering heeft gekozen? Zou u in de toekomst de training wel willen gaan volgen? Ik zou het je niet durven zeggen. 7. Op welke manier wordt er op dit moment vroegtijdig gesignaleerd? Ik heb er nog niet mee te maken gehad. Op het moment dat je het idee hebt dat leerlingen overdag alcohol gebruiken, dan kaart je dit aan. Dit wordt ook bij ouders aangekaart. De zorg coördinator wordt er bij betrokken en het gesprek wordt aangegaan. 8. Door welke mensen binnen de school wordt er gesignaleerd? Het zijn vooral de leerkrachten die signaleren. Dit is het aansprekingspunt. De signaalbrief wordt gestuurd naar de commissie van begeleiding. Hier zit de orthopedagoog, de maatschappelijk werken, de intern begeleider en de adjunct directeur. Mocht er actie moeten komen dan gebeurt dat hierna. Alcohol op school 9. Wordt er op school alcohol gebruikt door de jongeren? Nee dit mag ook niet. Roken is ook alleen toegestaan voor de bovenbouw, en onderbouw alleen met toestemming. En energiedrank, maar ook alcoholische dranken dat mag niet. 10. Zijn er jongeren bij u op school die te laat op school komen of minder presteren door het gebruik van alcohol ’s avonds of in het weekend?
75
Nee eigenlijk niet. Negentig procent van onze leerlingen wordt gebracht met busjes en dit scheelt wel. Ze slapen dan in de busjes en daar merk je niet zo veel van. 11. Wat gebeurt er op uw school om alcoholgebruik onder jongeren aan te pakken of onder de aandacht te brengen? Tot nu toe heb ik niet gehoord dat er een project over is. Het zijn meer de sociale gesprekken en met leefstijl. Als school breed doen we daar op dit moment niets mee. 12. Wat zou uw school nog meer kunnen doen op gebied van alcohol? Ik denk het wel. Ik denk dat het niet verkeerd is om hier eens een project over te doen. Dit merk je vooral in de bovenbouw dat dit speelt. Hier gaat het veel over bier en in de keet zitten. Het overheerst af en toe zo erg, als je niet drinkt dan ben je helemaal niks. Ik ben hier in dek las er met maatschappijleer er op ingegaan. En de reacties wat alcohol met je doet en ook het begrip coma zuipen, dat overzien ze helemaal niet. Die overzien helemaal niet de gevolgen van iets. Het is goed om hier eens school breed aandacht aan te besteden. 13. Bent u gericht bezig op het gebied van alcoholmatiging? Nee, niet gericht. Je hoort wel dingen over hoeveel ze drinken, maar wat is waar? 14. Wanneer er gesignaleerd is, hoe wordt er gehandeld? (laten beschrijven in stappen) Wij signaleren, dan maak je een signaleerbrief en dit gaat naar de commissie van begeleiding. Als hier iets mee moet , dan gaat degene bij wie het in zijn werkgebiedje valt pakt dit dan op. 15. Wordt er tijdens kampen culturele reizen of feestjes ook rekening gehouden met het gebruik van alcohol/middelengebruik? Mag niet. 16. Op wat voor manier probeert uw school hier rekening mee te houden? Het mag gewoon niet. Wij gaan niet op kamp, maar wel schoolreisjes en daar mag het niet. We hebben nu ook een MBO klas, dit is dan wel discutabel. Maar als ze doorslaan kunnen wij dit niet verantwoorden, dus kiezen we ervoor het helemaal niet te doen. 17. Is er ook sprake van een schriftelijk beleid hierin? Het enige wat we hebben is dat alcohol en drugs niet zijn toegestaan. Dit staat in de regels en afsprakenlijst die in de schoolgids van de Ambelt staat. Tactus 18. Heeft u contact met Tactus? Klinkt mij niet helemaal bekend. Ik denk wel dat het goed is dat ze zouden komen. Dit is ook een stukje bewustwordingen en dan ben je er bewust mee bezig. Wordt nagevraagd: Ze hebben dus wel contacten met Tactus. Niet dat hier voorlichting wordt gegeven, maar er zijn wel korte lijntjes hiermee. Twee jaar geleden hebben ze en jongen gehad waarvan ze
76
verslaving vermoedde en deze jongen is doorverwezen naar Tactus. De wens en vraag vanuit het personeel dat Tactus langskomt is er wel. 19. Zou er behoefte aan een training? Of dat het speelt? Ik denk het wel. Niet zo zeer voor de onderbouwleerlingen. Maar voor de bovenbouw docenten lijkt mij dit een zinvolle training. Iemand die structureel veel drinkt hoe signaleer je zoiets?
77
Interview de Groene Welle Algemeen 1. Wie bent u? 2. Wat is uw functie? Ik ben locatieleider. 3. Hoe lang werkt u al op deze school? Ik ben hier ruim anderhalf jaar als locatieleider. 4. Hoe lang werkt u in het onderwijs? Ruimt dertig jaar. Ik ben begonnen als groepsleerkracht van de basisschool, daarna directeur geworden, in het basisonderwijs bovenschool gewerkt. Daarna de stap gemaakt naar het MBO, hier was ik teamleider. En nu bij de Groene Welle. 5. Wat doet u op het gebied van alcoholmatiging/preventie? Tijdens de lessen burgerschap wordt hier aandacht aan besteed. Bij de coaches zal hier ook individueel aandacht besteed kunnen worden. Als dit nodig is worden zaken bespreekbaar gemaakt. Vroegsignalering 6. Wat is de reden dat de school niet voor de training vroegsignalering heeft gekozen? Zou u in de toekomst de training wel willen gaan volgen? We hebben hier in principe wel belangstelling voor, maar dit is nog niet gepland. Organisatorisch is dit nog niet gelukt. 7. Op welke manier wordt er op dit moment vroegtijdig gesignaleerd? Nou, er wordt niet heel specifiek gesignaleerd. We hebben op maandagochtend een teamvergadering en hier komen dan specifieke dingen van leerling aan de orde. Dus hierin kan dit voorbij komen. 8. Door welke mensen binnen de school wordt er gesignaleerd? De coaches hebben een belangrijke rol in het signaleren. De zorg coördinator van de school wordt hierbij ook ingeschakeld. De gesprekken met leerlingen worden door de coaches gevoerd. 9. Wat is de reden dat er tijdens de lessen of in de school niet zoveel aandacht aan dit thema wordt geschonken? Er zijn keuzes die je moet maken. Je volgt een onderwijsprogramma en er wordt best vaak een beroep gedaan van buiten de school om aan activiteiten deel te nemen. Dan moet je keuzes maken van wat er allemaal mogelijk is. De normen worden ook steeds strenger en het onderwijsprogramma moet je in wezen volgen in de tijd die daarvoor staat. Die tijd heb je nodig. Er zijn wel meer instanties die een beroep op je doen. Onze leerlingen zijn hier op school voor een diploma. Ze lopen veel stage en werken thuis vaak ook nog mee op het bedrijf dus dan is de tijd vrij vol als je ook nog hobby’s meerekent. Dan blijft er weinig andere tijd over.
78
Alcohol op school 10. Wordt er op school alcohol gebruikt door de jongeren? Nee op school niet. Zover als wij dit kunnen nagaan. 11. Zijn er jongeren bij u op school die te laat op school komen of minder presteren door het gebruik van alcohol ’s avonds of in het weekend? Maandag is niet de meest florissante dag. Het is moeilijk om te beslissen wat hier de reden van is. Er wordt wel zeker gedronken in het weekend. Van leerlingen wordt wel verwacht dat ze normaal mee doen in de les. Maar mocht een leerling slapen in de les dan wordt hier wel ingegrepen. De een is wel fit en de ander denk je wel eens wat, dus dit is lastig. Ik heb niet het gevoel dat ze op maandag veel te laat komen. Dit zie je op andere dagen ook wel. Misschien iets meer. 12. Zo ja, merkt u verschil op uw school sinds u meer bent gaan doen met alcoholmatiging? Dat kunnen we nu nog moeilijk zeggen. We zijn dit jaar begonnen met die lessen burgerschap in samenwerking met Tactus. 13. Wanneer er gesignaleerd is, hoe wordt er gehandeld? (laten beschrijven in stappen) Algemeen stappenplan is dat wanneer de coach iets merkt, stel hij vermoed een verslaving dan wordt de zorg coördinator hierbij ingeschakeld. Er worden gesprekken aangegaan en eventueel wordt er dan doorverwezen naar instanties. 14. Wordt er tijdens kampen culturele reizen of feestjes ook rekening gehouden met het gebruik van alcohol/middelengebruik? Hier zijn regels voor. In principe gebeurt dit niet tenzij je met oudere leerlingen op pad gaat. We hebben ook 18plussers en dan moet er toestemming gegeven worden voor. Dit kan best zijn dat je zegt dat er op een slotavond een paar biertjes gedronken mogen worden. De docent bepaald of daar een uitzondering op gemaakt kan worden. Bij sommige groepen kan dit heel goed. 15. Is er ook sprake van een schriftelijk beleid hierin? We geven een brief mee aan leerlingen met gedragsregels. Hier staat ook een zinnetje over alcohol.
Tactus 16. Heeft u contact met Tactus? We hebben dit jaar contact gehad. We kennen elkaar en weten van elkaar wie we zijn. Deze contacten zijn ook gestart met de lessen burgerschap. 17. Hoe verloopt dat contact? Dit contact verloopt plezierig 18. Hoe vaak wordt er op dit moment doorverwezen naar Tactus? Op dit moment kan ik mij niet zo herinneren dat er een leerling doorverwezen is.
79
Beleid 19. Is het beleid op het gebied van alcohol ook anders dan op het gebied van drugs? We hebben het gevoel dat drugs hier veel minder speelt. Alcohol speelt wel ,maar drugs is denken wij minder van toepassing. Die training is denk ik wel interessant voor ons!
80
Datum: 23 april 2012 School: Prakijkonderwijs de Hoeksteen Algemeen 28. Wie bent u? Henk Kremer 29. Wat is uw functie? Directeur 30. Hoe lang werkt u al op deze school? Anderhalf jaar 31. Hoe lang werkt u in het onderwijs? 22 jaar 32. Wat doet u op het gebied van alcoholmatiging/preventie? Verschillende dingen. Prakijkonderwijs leidt op tot wonen, werken en vrije tijd. Wonen en vrije tijd valt ook een stukje bewust leven bij zeg maar. - Hoe stel je je eigen menu samen? - Hoe leef je? - Hoeveel slaap heb je nodig? - Wat voor levensmiddelen heb je nodig met de schrijf van vijf? Er hoort ook een stukje educatie bij - Hoe ga je met anderen om? Dat valt sowieso binnen het reguliere programma. Een stukje vrijetijdsbesteding. Dit heeft ook met wonen te maken. Heel veel mensen gaan uit. Daarnaast hebben we elk jaar een moment van veilig thuis, veilig uit. Een project dat door de gemeente gefinancierd wordt. En daarin wordt er een door een toneelgroep een sessie gespeeld om te kijken wat alcohol met je doet. De leerlingen doen interactief mee. Dan hebben ze bijvoorbeeld een alcoholbril op. Dit vindt plaats op deze school. Elk jaar hebben we daarin een extern vast programma voor. Daarnaast hebben we de school alcohol vrij verklaard. Dus op feesten en dergelijke wordt geen alcohol geschonken. Ook bij personeel, in hoge uitzondering wel alcohol genuttigd. Dat je ook een soort voorbeeldgedrag hebt. Ik heb zelf één mentorgroep en daar is alcohol gewoon een thema. Ik heb zelf vanuit de kerk een veertig dagen periode meegemaakt. We gaan een voorbeeld voor onze jeugd vormen binnen de Gemeente. Ik heb die periode geen alcohol aangeraakt. Ik heb gezegd wat dit met mij deed en wat voor positief effect het heeft. Daar ben ik op en transparant in, ook in de klas. Mensen komen soms lam op school. Er kwam een jongen naar mij toe, die zij je mag niet drinken he. Ik zei ik heb mezelf gematigd. Ik merk gewoon dat het voor mijn lichaam vele beter is dat ik niet drink. Dan kun je mij een mietje noemen, maar ik merk het aan mijn slaap en aan mijn gezondheid dat dit positief werkt. Nou dan vertellen ze heel open wat ze van het weekend drinken. Deze drie weken hebben we controle gehad van de leerplicht. Dit heet het maandagochtendverzuim. Ik heb een alcoholtester in mijn la liggen. De situatie is wel zo open op school dat dit gewoon kan. We zijn er bewust mee bezig.
81
Training 33. Wat is de reden dat de school voor de training vroegsignalering gaat volgen? We hebben natuurlijk een samenwerking met de gemeente. In ons zorgteam zit trouwens altijd iemand van tactus. Dan blijkt ook dat er veel meer verslavingszorg is dan alleen alcohol. Ze heeft een bepaalde kwaliteit om ons daarin te steunen. De training is eigenlijk een beetje opgelegd door tactus. Ik weet niet precies hoe enthousiast het team erover is. Ik heb gewoon gezegd wij doen dat, omdat ik dat goed vindt. Ik heb dit jaar ook voor ouders een educatie gedaan vanuit tactus. Ik doe bewust geen ouderavond over alcohol, we hebben hier op de startavond/kennismakingavond informatie vanuit de groepen en nu gebeurt dit vooral door ouders te confronteren. 34. Op welke manier wordt er op dit moment vroegtijdig gesignaleerd? Constateringen zijn er wel. Vooral het gesprek erover dat is heel belangrijk. Dat je daar open en transparant over praat. Om het allemaal te melden dat is stap twee. Mogen er zorgen uitkomen dan komen leerlingen in het zorgteam terecht. Dan hebben we de lijn naar een tactus toe. Ik denk dat we alleen in zorgelijke situaties het doen, dat we dan echt dingen doorgeven. Preventief is het natuurlijk anders. Je zit natuurlijk in een gesprek met leerlingen in de klas en wat is dan een maat. Help je iemand? De gemeente heeft bijvoorbeeld ook helemaal geen idee hoeveel keten er zijn. Dat zijn er veel meer. Als je ziet waar jeugd uitgaat, dat is voor in keten en daar is geen zicht. De leerlingen vertellen ook wel eens dat ze lam zijn in het weekend en gedronken hebben. In hoeverre moet je dan signaleren? Het gesprek is heel erg belangrijk. Als ouders het weten, die zijn verantwoordelijk. Als het de spuigaten uitloopt, en gedrag wat er op volgt wat niet door de beugel kan, dan moet je het melden. 35. Door welke mensen binnen de school wordt er gesignaleerd? Ik denk mentoren. 36. Zijn er afspraken gemaakt door wie er wordt gesignaleerd? Ik denk zoals het gaat. Als er problemen opkomen is dit wel één van de punten die genoemd worden. Als een leerling in het zorgteam terecht komt dan wordt het zeker meegenomen. 37. Wordt er aandacht besteed tijdens de lessen aan het middelengebruik? Alcohol is een onderdeel van het programma. Alcohol op school 38. Wordt er op school alcohol gebruikt door de jongeren? De school is alcoholvrij. 39. Zo ja, merkt u verschil op uw school sinds u meer bent gaan doen met alcoholmatiging? Tactus is sinds een jaar in het Zat team terecht gekomen. Op één of andere manier heb je dan wel meer contacten over alcohol. Ik heb eigenlijk geen vergelijkingsmateriaal. Voor mij is het nieuw hier. Wat ik wel merk, ik vind het beter bespreekbaar met jongeren.
82
40. Wanneer er gesignaleerd is, hoe wordt er gehandeld? (beschrijven in stappen) 41. Wordt er tijdens kampen culturele reizen of feestjes ook rekening gehouden met het gebruik van alcohol/middelengebruik? Ook alcoholvrij. De school is alcoholvrij en er wordt zelfs gecontroleerd. Vorig jaar hadden ze alcohol mee, en dat wordt gewoon ingenomen. 42. Is er ook sprake van een schriftelijk beleid hierin? Alcoholvrij is meegenomen en opgenomen in het beleid. Tactus 43. Heeft u contact met tactus? Ja 44. Hoe verloopt dat contact? Prima 45. Wat zou er beter kunnen in het contact met Tactus? Op dit moment niet. We hebben een heel duidelijk lijntje. Elke maand is er een contactpersoon van tactus hier. Dat is heel plezierig. Als er dingen zijn die kunnen we bij haar neerleggen. 46. Wordt er op dit moment doorverwezen naar Tactus? Ja Beleid 47. Wat is het beleid op het gebied van verslaving op uw school? Geen idee. Nee ik denk niet dat er veel op papier staat. Middelengebruik is verboden. Wordt een leerling hiermee aangetroffen dan volgt schorsing. We zijn ook heel alert op handelen in drugs. Dit is wel eens gebeurt. Ik vind het al beleid dat we hier op school aanwezig zijn en er alert op reageren. Is er een discussie dan gaan we meten. Wij hebben gewoon een bepaalde doelgroep. En we zijn een kleine school. Ontzettend veel personeel op weinig leerlingen. Ik ken als directeur alle leerlingen.
83
Interview Vechtdal College Dedemsvaart
Algemeen 1. Wie bent u? Rita Meijerink 2. Wat is uw functie? Zorg coördinator 3. Hoe lang werkt u al op deze school? Vijf jaar, waarvan 2 jaar zorg coördinator 4. Hoe lang werkt u in het onderwijs? 33 jaar 5. Wat doet u op het gebied van alcoholmatiging/preventie? Training 6. Wat is de reden dat de school niet voor de training vroegsignalering heeft gekozen? Dat zat een beetje vast aan de tijd en het moment dat we dat kregen. Er was genoeg ruimte voor. Dit had ook te maken met het functioneren van mijzelf in het zorg coördineren en het moest nog gepland worden. De jaarplanning moet nu nog gemaakt worden. Stel dat we nu afspraken gaan maken dan past die training er wel in. Vorig jaar was de planning al rond. Het had dus te maken met mijn tijd, met de planning, maar het had ook te maken met de tijdsduur van de training. Die training duurde namelijk twee keer. Één bijeenkomst hadden we nog wel een keer weg kunnen zetten, maar die tweede werd heel lastig. Dan krijg je ook de discussie wie moeten we daar voor vragen? De brief heeft een hele tijd in de tas gezeten met de briefjes erop en toen dacht ik wanneer zou ik bellen. En wanneer zij zouden kunnen paste weer niet bij wanneer wij zouden kunnen. Uiteindelijk stopte ik er wel tijd in, maar paste het niet bij elkaar. Ik wil graag dat het in mei wordt aangeboden zodat je dit kunt inplannen. Dan wordt het ook iets structureels. 7. Zou u het eventueel in de toekomst nog een keer willen volgen? In de toekomst willen we graag meedoen. 8. Op welke manier wordt er op dit moment vroegtijdig gesignaleerd? We hebben heel actief onderwijs steunend personeel. Dat zijn de conciërges. Die vallen heel veel dingen op. Kennen de leerlingen ook en zien de leerlingen elke dag. Zien aan de ogen en zien aan het gedrag wat er gebeurt. Hebben daar ook wel de nodige informatie over gehad in het verleden. Dat hebben ook de mentoren en de vakdocenten wel gehad, dus die signaleren ook wat. Je hebt een leerling drie kwartier en vervolgens gaat hij naar een andere les. Het oop valt meer op dan het onderwijspersoneel omdat die de leerlingen korter achter elkaar heeft. De mentor zit daar tussen in. Die kent de leerling ook beter en ziet verschillen in gedrag. Zo signaleren we dat is één manier. We signaleren ook, er woont nogal wat personeel in het dorp en die horen dingen. Leerlingen babbelen graag want die zitten met
84
een gevoel van onrust. Als ze dingen graag kwijt willen dan ventileren ze dat met de vertrouwensmensen. Dat gaat via de mentor en leerlingbegeleider komt dat ook terug. Op een schoolfeest bijvoorbeeld (er mag namelijk geen alcohol op school genuttigd worden) hadden ze voorgedronken. Voordat ze op school kwamen wisten wij al dat ze er aan kwamen. Dan wordt er een oogje in het zeil gehouden. Er was één leerling waarvan gedacht werd dat die gedronken had, die wordt dan apart genomen en ondervraagd. En dan weet de leerling dat die verder in de gaten wordt gehouden. Er wordt wel veel samengewerkt, ze zoeken de leerlingbegeleider of zorg coördinator op. Ik hoorde dat en dat, weet de directeur of teamleider dat? We signaleren in klas twee bijvoorbeeld ook met de vragenlijst van de GGD. De leerling begeleidster vertelde dat daar ook veel uit wordt gehaald. Leerlingen maken zich ook zorgen over elkaar. En ze weten de leerling begeleidster heel goed te vinden. Er zijn veel leerlingen die komen met een zorgvraag over een klasgenoot bij ons. 9. Door welke mensen binnen de school wordt er gesignaleerd? 10. Zijn er afspraken gemaakt door wie er wordt gesignaleerd? Er is een convenant afgesloten met de Gemeente en daarnaast is het personeel alert. 11. Zijn er daarin taken verdeeld? We hebben wel één persoon die regelt een voorstelling voor klas 1 en 3 en dit gaat over alcohol. Dit is één keer per jaar. Alcohol in het verkeer en alcohol en drugs. Dit is verslaving gerelateerd en een stukje veiligheid. Verder hebben we onze leerlingbegleider onderhoudt contacten met tactus, die doet ook de meldingen. In de mentorlessen worden thema’s besproken. 12. Wordt er aandacht besteed tijdens de lessen aan het middelengebruik? Dit gebeurt tijdens de mentorlessen, maar ook tijdens biologie. Of wanneer het ter sprake komt tijdens de les.
Alcohol op school 13. Wordt er op school alcohol gebruikt door de jongeren? Op school niet. Dat wil niet zeggen dat dit nooit een keer gebeurt. We hebben bijvoorbeeld wel kluisjescontrole. 14. Zo ja, Hoe weet u dat? Omdat we dat ruiken, we zien dat aan de ogen, we merken het aan het gedrag, we horen het via twitter of msn, er wordt gepraat en de leerlingen die de zorg delen. 15. Zijn er jongeren bij u op school die te laat op school komen of minder presteren door het gebruik van alcohol, ’s avonds of in het weekend? Dat minder presteren is heel moeilijk te achterhalen. We vinden wel dat op maandag leerlingen moe zijn. Maar of dit komt van te laat naar bed gaan of alcohol. Er zijn wel leerlingen waarvan we denken dat er veel alcohol gebruik worden. Deze leerlingen zijn we vaak wel mee in gesprek, dit zijn vaak risicoleerlingen. Dan gaan we dit gesprek wel aan. Het
85
is vaak een leerling met een bepaalde problematiek dit gedrag vertoond. Als we weten dat er thuis niks van bekend is dan wordt er contact opgenomen met de ouders. Dat kan door de ouders of de leerlingbegeleider. Dan wordt er aandacht aan besteedt en dan houdt ook onze taak in die zin weer op. Zolang het storend is en het niet opvalt verder. Wij zijn een onderwijsinstelling en wij moeten onderwijs geven. Daar baal ik wel van omdat er eigenlijk genoeg tijd moet zijn om dit soort dingen te doen. En dus verwijzen we door en leggen we de verantwoordelijkheid bij de ander neer. 16. Wat gebeurt er op uw school om alcoholgebruik onder jongeren aan te pakken of onder de aandacht te brengen? Aandacht in de lessen en de theatervoorstelling. Het gesprek aangaan is heel belangrijk. Je moet niet wakker liggen van een incident. Er is een groot verschil met vroeger, maar tegenwoordig en zeker hier in de streek zijn veel van die keten en daar wordt gewoon gedronken. Daar zijn ze veel te jong. Het is een slechte zaak dat de Gemeente dat gedoogd. Wil je goed bezig zijn moet je het niet stimuleren om de keet open te doen en er wordt gewoon gedronken. 17. Wat zou uw school nog meer kunnen doen op gebied van alcohol? Meer op papier zetten en het nog structureler maken. Dat we gewoon kunnen zeggen dit doen we dit jaar, en dan het gewoon uit de map kunnen pakken. Het zou mooi zijn als er een format zou zijn waarin wij gewoon kunnen invullen. Op één a4tje gewoon invullen wat er gebeurt. 18. Bent u gericht bezig op het gebied van alcoholmatiging? Zijn we duidelijk mee bezig. Maar nogmaals we zijn een onderwijsinstituut en dit is een gedeelte van alle andere onderdelen die gedaan worden. 19. Vindt u dat u vanaf het afgelopen jaar meer bent gaan doen op het gebied van alcoholmatiging of niet? We zijn er meer mee bezig, maar meer gaan doen niet. Meer over na gaan denken en we zijn er alerter op. Er is niet iets uitgebreid. Wat we hebben daar zijn we actiever in. 20. Zo ja, merkt u verschil op uw school sinds u meer bent gaan doen met alcoholmatiging? We zijn ons bewuster van het probleem en gevaar ervan. Daardoor handelen we doortaster. 21. Wanneer er gesignaleerd is, hoe wordt er gehandeld? (beschrijven in stappen) De leerling willen we in gesprek mee blijven. De mentor en leerlingbegeleider spelen een rol, ook de zorg coördinator kan een rol spelen. Ouders worden er bij betrokken, en ook tactus is hier bij betrokken. Ze wist niet zeker, maar ze dacht dat leerlingen naar Zwolle toe moesten, naar tactus. Tactus komt niet in de klas iets vertellen, maar dit zou een leuk onderdeel zijn dat ze hier wel wat komen vertellen. Het moet dan wel zo zijn dat Tactus contact opneemt en dat het programma door hen wordt gedaan. Kwa voorlichting naar docenten hebben we Tactus wel een keer gehad. Dit was vorig jaar en dit was een initiatief vanuit de school. 22. Wordt er tijdens kampen culturele reizen of feestjes ook rekening gehouden met het gebruik van alcohol/middelengebruik?
86
Geen alcohol en geen middelen. Dit staat in de schoolregels. Deze regel wordt op dit moment wel strakker toegepast. 23. Is er ook sprake van een schriftelijk beleid hierin? Een brief dit meegaat op kampen waarin dit wordt gezegd. En er zijn wat losse stukken die hier wat over vertellen 24. Wat gaat hierin goed? We zijn er mee bezig. 25. Wat zou hierin beter kunnen? Één format waarin alles staat. Vaste afspraken wanneer Tactus komt en wanneer wij wat doen. Wanneer we met ouders samen wat doen. Tactus 26. Heeft u contact met Tactus? Contact met Tactus verloopt via de leerlingbegeleider. De lijntjes liggen er met tactus. 27. Wat zou er beter kunnen in het contact met Tactus? Dat er jaarlijks een afspraak is met tactus. Ik vind dat tactus en de gemeente soms door elkaar heen lopen. Dit jaar niemand doorverwezen, vorig jaar bijna íemand en dat jaar daarvoor zijn er drie doorverwezen. 28. Waarom wordt er juist wel of juist niet doorverwezen? Dit heeft tem aken met de situatie. Als wij verwachten dat dit niet goed komt dan dringen we daarop aan. Maar als we denken dat ouders het wel redden, maar de ouders zijn op de hoogte dat zij Tactus kunnen inschakelen. Beleid 29. Wat is het beleid op het gebied van verslaving op uw school? Er is geen papier wat ik nu kan geven waar dit op staat. 30. Is het beleid op het gebied van alcohol ook anders dan op het gebied van drugs? Is geen verschil. 31. Zijn er nog nieuwe ontwikkelingen in het beleid op uw school? Structureel willen maken en op papier zetten. Dat dit nu nog niet lukt is tijdgebrek.
87
Interview met een teamleider.
School zonder training
Dit interview zou plaatsvinden met twee mensen. De teamleider en een docent. De teamleider zat midden in sollicitatie gesprekken waardoor het niet door kon gaan waardoor we alleen een gesprek hebben met een docent. Af en toe komt de teamleider wel binnen vallen en reageert af en toe ook op vragen. De antwoorden hiervan zijn schuingedrukt. Wanneer de docent vragen niet weet kunnen we altijd nog mailen naar de teamleider. Algemeen 1. Wie bent u? 2. Wat is uw functie? Ik ben verkeer coördinator op deze school en ik ben gymleraar. Wat houdt verkeer coördinator in? Ik stuur de projecten aan die uit de gemeente Hardenberg worden opgedragen aan ons en ik ben de contactpersoon tussen de gemeente Hardenberg en de school. Dus ik zorg ervoor dat die dingen kunnen gaan plaatsvinden. 3. Hoe lang werkt u al op deze school? Dit is mijn tweede jaar. Dat is dus nog niet zo heel lang. Nee. Vanaf het begin heeft u die functie al of is dat later gekomen? Nee, ik ben dit jaar voor het eerst verkeer coördinator, vorig jaar was er nog een andere collega, die is vertrokken en ik heb het van hem overgenomen. Oké. 4. Hoe lang werkt u in het onderwijs? Dat is nu een jaar of acht. Dit is mijn achtste jaar. Dus voor deze school op een andere school geweest, ook een voortgezet onderwijs? Ja, ook een voortgezet onderwijs ja. 5. Wat doet u op het gebied van alcoholmatiging/preventie? We hebben een ouderavond bij de nieuwe brugklas kinderen, die van groep acht naar de eerste klas komen die krijgen een voorlichting, vooral de ouders krijgen een voorlichting over alcohol. En we hebben dan in klas drie hebben wij een bij alcohol in het verkeer en er worden wel via de stuw, dat is een organisatie die allerlei projecten geeft. Die hebben ook een keer over alcohol gehad in klas één. Dus er wordt vooral wat in klas één gedaan. Ja, in klas één en klas drie. En voordat we in klas één zitten is het vooral aan de ouders gericht zeg maar. En in klas drie is het meer op de leerlingen gericht. Ja dan gaat het om de leerling en in klas één ook hoor. Gewoon wat is alcohol, wat doet alcohol met je lichaam. Ja, wat is het, een workshopje zeg maar. Vroegsignalering 6. Wat is de reden dat de school niet voor de training vroegsignalering heeft gekozen? Zou u in de toekomst de training wel willen gaan volgen? Ik weet niet of u weet van de training vroegsignalering dat die in de gemeente Hardenberg is ingevoerd. Er is in ieder geval per school gevraagd of ze die training willen volgen. Ken ik niet, misschien weet Joke dat. De vraag is namelijk wat de reden is waar deze school niet voor de training heeft gekozen. Maar misschien dat ik daarvoor bij Joke moet zijn. Ja, ik ken het niet, misschien dat je daarvoor bij Joke moet zijn. Oké prima. Wat is dat dan precies? Ja de training vroegsignalering zijn twee training bijeenkomsten die worden gegeven door Tactus op scholen en bij die training wordt het personeel getraind om alcohol op te sporen bij jongeren. Nee, dat is hier niet. Nee, nee dat wisten wij ook maar we vroegen ons af waarom
88
niet maar dan zou ik Joke wel even vragen. En Tactus is inderdaad wel die naam die ik bedoelde die de cursus verzorgd in klas één. Tactus, oké. Ja, ik kwam even niet op die naam.
7. Op welke manier wordt er op dit moment vroegtijdig gesignaleerd? Ja, het is vaak hoe iemand eruit ziet, of je iemand ruikt maar het is niet zo dat je het herkent ofzo. Er was laatst een voorvalletje in klas één waarbij men dacht dat een leerling uit klas één had gedronken voordat hij naar school ging maar dat bleek achteraf niet zo te zijn. Omdat hij heel suf was, heel slaperig en toen is er wel gezegd van he, dit klopt niet en er is iets aan de hand. Dus waar er vooral op gelet wordt zijn de uiterlijke kenmerken. Ja. Hoe zit een leerling erbij. Ja. Op die manier. Ja en je kan het natuurlijk ook goed ruiken. Ja, inderdaad. 8. Door welke mensen binnen de school wordt er gesignaleerd? Daar is niet een speciaal iemand voor. Vaak valt het de conciërge op, of een docent die die groep heeft. Dus eigenlijk iedereen. Ja, eigenlijk iedereen wel. 9. Zijn er afspraken gemaakt door wie er wordt gesignaleerd?/dan zijn er denk ik ook geen afspraken over gemaakt? Nee. Wie het ziet, ziet het. Ja. 10. Zijn er daarin taken verdeeld? 11. Wordt er aandacht besteed tijdens de lessen aan het middelengebruik? Dat weet ik niet. Ik weet niet wat er in de biologie lessen en verzorging lessen wordt gegeven. Maar er zal vast wel wat over alcohol inzitten. In de mentorlessen wordt er ook aandacht aan gegeven maar dat is heel sporadisch, geen vast programma ofzo. Dus geen vast programma. Nee. 12. Zo ja, op wat voor manier wordt er aandacht aan gegeven? 13. Zo nee, wat is de reden dat er tijdens de lessen geen aandacht aan wordt geschonken? Geen idee. Het is ook niet helemaal duidelijk wie daar aandacht aan moet besteden, is dat de biologie docent, is dat de mentor, is dat de nou die afspraken zijn er niet. Dus als je die afspraken hebt dan van nou ik vind dat de biologie docent die een poosje moet besteden aan alcohol dan moet je het in de biologie lessen doen. Als men zegt vanuit de directie van nou ik vind dat de mentor dat in zijn mentor les moet besteden dan moet je het in de mentor les doen. Oké, maar die afspraken zijn er op dit moment niet? Niet dat ik weet. Alcohol op school 14. Wordt er op school alcohol gebruikt door de jongeren? Zeker wel. Ja? Op school weet ik eigenlijk niet. Op school niet? Op school heb ik het nog nooit gezien. Maar natuurlijk wel na schooltijd en in de weekenden en misschien zelf wel voor school maar dat weet ik eigenlijk niet, dat heb ik nog nooit meegemaakt of gezien. 15. Zo ja, Hoe weet u dat? Ja, daar vertellen ze over en daar praten ze over met elkaar, ja dat gaat wel rond. Die was dronken of die heeft teveel gehad of die was aangeschoten of die heeft met die gezoend, weet ik veel wat allemaal. Regelmatig vang je best wel wat op. 16. Zijn er jongeren bij u op school die te laat op school komen of minder presteren door het gebruik van alcohol ’s avonds of in het weekend? Ik heb het zelf eigenlijk nog niet gemerkt maar het is weleens zo geweest dat op maandag ochtend dat er een paar mensen standaard te laat kwamen of nog stonken naar drank of
89
wat dan ook maar. Het is weleens voorgekomen ja. Wordt er dan ook wat mee gedaan of? Dat weet ik eigenlijk niet. Als ze bij mij dronken komen dan schop ik ze persoonlijk naar huis. Als ze nog naar drank ruiken? Dat is me eigenlijk nog nooit overkomen dat een leerling bij mij. Vroeger wel toen we nog B niveau hadden en gaf ik les aan metaal, elektro en bouw nou dan moest je maandagmorgen niet al te dicht in de buurt komen. Maar die zijn dan niet meer dronken? Die zijn gewoon ongewassen naar school gegaan, ze waren altijd wat slap. Maar wat ik wel begrijp is mocht het echt op maandag de spui gaten uitlopen dat gebeurt er wel wat. Er zijn altijd standaard leerlingen die te laat zijn maar of dat drank gerelateerd. Het is erger op de vrijdagavond en de zaterdagavond dan op de zondagavond. Het wordt net verteld dat wanneer ze op maandagochtend te laat komen of dat komt weleens voor maar dat is moeilijk om te kijken of dat daardoor komt of niet. Het is niet echt uitgezocht of het aan de drank ligt, ze kunnen ook gewoon laat naar bed zijn gegaan of ze kunnen ergens anders geslapen hebben. Ja, oké. 17. Wat gebeurt er op uw school om alcoholgebruik onder jongeren aan te pakken of onder de aandacht te brengen? Dat is dus die workshop wat ik vertelde in klas één van Tactus. Dat is het veilig uitgaan en thuis komen met betrekking tot het verkeer in klas drie. Het gaat over verlichting maar ook over niet teveel drinken. En wat ik al zei die ouderavond voor de nieuwe leerlingen bij ons op school. Die krijgen dan een voorlichting van Tactus over hoe je dat kunt herkennen en hoe je dat aan moet pakken met alcohol en drugs erbij. Dat is wat ik weet hoor, en in de lessen wordt er natuurlijk ook wel aandacht aan besteed of er wordt een keer een filmpje van laten zien maar daar is niks van vastgelegd. 18. Wat zou uw school nog meer kunnen doen op gebied van alcohol? 19. Bent u gericht bezig op het gebied van alcoholmatiging? 20. Vindt u dat u vanaf het afgelopen jaar meer bent gaan doen op het gebied van alcoholmatiging of niet? 21. Zo ja, merkt u verschil op uw school sinds u meer bent gaan doen met alcoholmatiging? Ik denk dat de voorlichtingen niet heel veel zin hebben en dat is het moeilijke. Hoe kun je nou die leerlingen echt onder de aandacht brengen en dat het echt gevaarlijk is voor leerlingen van veertien/vijftien. Dat is, volgens mij is dat heel moeilijk om daar de vinger op te leggen hoe je dat kan voorkomen. Heeft u daar misschien ideeën over hoe het wel misschien zou kunnen werken? Je kan wel richting de ouders, dat zou kunnen maar ja die leerlingen gaan ook samen met elkaar op stap en dan zijn er geen ouders bij. Er moet eigenlijk wat gebeuren dat de leerlingen zeggen, nee ik drink niet of nee ik wil dat spul niet hebben. En dat is volgens mij heel lastig als je dat hier op school aanbied. Dan zou je haast wel naar een kroeg moeten of naar zo’n keet waar de jongeren nou tegenwoordig allemaal zitten. Daar kun je ze denk ik beter bereiken dan hier op school. Want hier op school gaat het de ene oor in en het andere eruit. Dat idee heb ik hoor. Dat het hier op school moeilijker is om de leerlingen te bereiken op dat gebied. Ik denk dat, je kunt op school wel vertellen maar ik denk dan nog steeds dat ze het gevaar ervan inzien. 22. Wanneer er gesignaleerd is, hoe wordt er gehandeld? (laten beschrijven in stappen) Zoals Joke net al zei, als er iemand dronken op school komt dan trap ik hem er weer uit. Er is geen stappenplan voor denk ik. Van nou kom jij hier maar even zitten of ga jij maar even wat water drinken of ga jij daar maar even liggen of neem even een paracetamolletje. Nee, er is geen stappenplan voor, volgens mij handel je dan gewoon naar wat je denkt wat goed is. Ja want worden er dan ook stappen
90
ondernomen om wat te doen met zo’n leerling? Als het echt.. oh vast en zeker ik denk dat als er inderdaad een leerling hier met alcohol op school komt dan word je eerst naar huis gestuurd en dan worden er naar ouders gebeld en dan wordt er weet ik veel wat misschien wel geschorst maar dat weet ik niet. Ik heb dat ook nog nooit meegemaakt. Dat komt niet of nauwelijks voor op de school, het is dan ook moeilijk. 23. Wordt er tijdens kampen culturele reizen of feestjes ook rekening gehouden met het gebruik van alcohol/middelengebruik? Bij dat soort feestjes of kampen mag er geen alcohol gebruikt worden. Een alcohol verbod, bij alle schoolactiviteiten is een alcoholverbod. Dus ook bij de feestjes hier op school? Ja. En wat is de reden dat de school daarop een alcohol verbod heeft? Omdat wij er toch tegen zijn als school en je wilt toch het goede voorbeeld geven. Oké dus echt een voorbeeldfunctie zeg maar. Ik denk als je inderdaad feestjes gaat geven waarbij wel alcohol mag worden gedronken op een schoolfeest, dan kom je niet serieus over. We horen het bij meer scholen hoor, eigenlijk bij alle scholen wel. Het is ook een makkelijke regel, geen alcohol bij schoolfeesten. Op een klassenavond in HAVO/VWO vijf of zes, geen alcohol. Ondanks de leeftijd. Ja, ondanks de leeftijd. 24. Op wat voor manier probeert uw school hier rekening mee te houden? 25. Is er ook sprake van een schriftelijk beleid hierin? Die regel is er gewoon. Geen alcohol is geen alcohol punt. Dat staat vast? Ja, dat staat vast. Is er verder nog schriftelijk beleid of is dit het enige? Ik weet alleen dat het niet mag, maar volgens mij ben je verder ook geen regels nodig. En als men dan toch betrapt wordt omdat men wel alcohol gebruikt op een kamp of een culturele activiteit of wat dan ook dan wordt je op de trein naar huis gezet op kosten van hunzelf natuurlijk. Ja. Dat is dan de achterliggende regel. 26. Wat gaat hierin goed? 27. Wat zou hierin beter kunnen? Tactus 28. Heeft u contact met Tactus? Ja. En aan wat voor soort contact moet ik dan denken? Nou, we kunnen altijd bij Tactus terecht als er vragen of opmerkingen zijn. Dat gaat dan vaak via een andere organisatie, de jongerenwerker hier in Dedemsvaart. Die heeft de contacten met Tactus beter dan onze school. Ja. We hadden vorige week dus de sportweek, of de week voor de vakantie en toen hebben we Tactus ook ingeschakeld om in klas één een alcohol voorlichting te geven maar dat is allemaal gegaan via de jongerenwerker. Dus het contact verloopt via de jongerenwerker en dan weer naar Tactus. 29. Hoe verloopt dat contact? Prima. Zoals die ouderavond bellen we Tactus zelf op van dat en dat en dan komt er iemand van Tactus. Dus dat is wel goed. De school weet Tactus te vinden. Ja. Dat is dus een vast contact moment met Tactus, zijn er daarnaast nog verder vaste contact momenten dat Tactus hier op school komt? Ja, met de sportweek eigenlijk altijd. Dan komen ze voorlichting geven. Voorlichting geven aan de leerlingen? Ja aan de leerlingen, de docenten hebben dat niet. Er is niks op alcohol gebied aan voorlichting voor docenten? Nee. Zou dat iets zijn? Wordt dat gemist hier op school denkt u of is dat niet nodig? Ik weet niet wat dat precies inhoud, wat de meerwaarde is. Als jullie zeggen het is een meerwaarde ja dan. Ja dat is voor een school juist om te bepalen, sommige scholen hebben daar behoefte aan. Wat zou je leren als docent als je zo’n als je Tactus laat komen? Bij de training wordt vooral geleerd wat
91
zijn nou de signalen waar je op kunt letten bij alcohol gebruik of alcohol misbruik. Wat zou je eraan kunnen doen? Dat je gewoon handvaten krijgt als docent zijnde zeg maar. Dat is vooral wat het is en sommige scholen. Dus hoe je het kan herkennen en hoe je kan handelen? Ja. Oké. Wordt er dan doorverwezen naar Tactus of wordt er niet doorverwezen op die manier. En wat je gewoon merkt is dat sommige scholen zeggen dat is niet nodig omdat wij gewoon geen leerlingen hebben die geen alcohol misbruiken en sommige scholen merken het wel en dan zijn die ook zo’n training nodig. Ik denk dat een docent dat ook wel snel ziet. Tenminste, ik zou dat wel snel zien als ik een leerling in mijn les heb die nogal bezopen is. Wat er bij de training vooral naar voren komt is inderdaad niet dat leerlingen perse dronken in de klas zitten maar dat ze wel een alcohol probleem hebben dus dat betekent niet dat ze dronken in de klas zitten. Oh zo op die manier. Dus dat wordt ook veel meegenomen. Dat zou wel interessant zijn dat je de leerlingen wel in een serieuze omstandigheid ziet zeg maar. Dat zou wat kunnen zijn inderdaad om dat te herkennen want er zitten hier vast leerlingen die elk weekend harstikke dronken zijn. Wat ze ook vooral in de training benadrukken is als dat dan echt vaak gebeurd dan heeft dat gewoon gevolgen voor de hersenen ook en voor de ontwikkeling. Dat vindt de gemeente Hardenberg daarin dan ook erg belangrijk. Maar ik denk dat ik die vraag gewoon eens aan Joke moet mailen want er is vast vanuit de school een reden waarom de training niet is gevolgd. Nee inderdaad. Dus dat zou ik haar dan eens moeten vragen. Ja. 30. Wat gaat er goed in het contact met Tactus? 31. Wat zou er beter kunnen in het contact met Tactus? 32. Wanneer heeft u contact met Tactus? 33. Hoe vaak wordt er op dit moment doorverwezen naar Tactus? Wordt er op dit moment doorverwezen naar Tactus of is dat ooit in het verleden voorgekomen bij een leerling? Ik weet zo niet of dat is gebeurt. Maar ik denk wel dat het wel eens is gebeurt maar dat weet ik alleen zelf niet. Dat zou je ook aan Joke moeten vragen, ik zit hier nog maar twee jaar. Ja, daarom dat snap ik. 34. Waarom wordt er juist wel of juist niet doorverwezen? Beleid Dan gaan we over naar het beleid. Ik denk dat ik daar wel wat vragen van kan schrappen omdat alcohol gewoon niet is toegestaan op school. 35. Wat is het beleid op het gebied van verslaving op uw school?
36. Is het beleid op het gebied van alcohol ook anders/hetzelfde dan op het gebied van drugs? Dat denk ik wel ja. Geen alcohol maar ook geen drugs. 37. Zo ja, wat voor verschillen? 38. Hoelang bestaat dit beleid al op uw school? Zolang ik hier werk in ieder geval al. Joke, dat beleid van geen alcohol en drugs bij ons op school, hoelang bestaat dat al? Dat is al heel lang, even kijken hoor. Alcohol in school mocht nooit. Wat we nog wel een periode gehad hebben is en dat is gestopt in de jaren tachtig dat we bij de bottertochten de leerlingen dan een biertje drinken als we naar Terschelling gingen. En daar werden ook wel aan boord een biertje gedronken dus dacht mocht. Maar daar zijn
92
we eigenlijk mee gestopt toen we naar de Ardennen gingen dus en dat was de begin jaren negentig. Toen is het helemaal gestopt, definitief geen alcohol bij schoolactiviteiten en eigenlijk doen we nu ook dat de docenten ook geen alcohol gebruiken. Dat hebben we nog een hele tijd wel stiekem gedaan maar op een gegeven moment ook mee gestopt. En er is een tijd geweest, dat weet jij ook nog wel dat bij de diploma-uitreiking dat er dan wel alcohol geschonken werd, de ouders wilde dat dan graag en goed ik merkte elk jaar dat jongere kinderen dan zestien met biertjes rondliepen en toen zijn we daar ook mee gestopt. Oké, duidelijk. Nou dan ben ik door de vragen heen. Je had toch nog een vraag voor Joke toch die ik niet kon beantwoorden over de cursus van de leraren niet door is gegaan. Oh ja dat klopt over de training vroegsignalering, waarom de keus is gemaakt om die niet te volgen? Omdat wij al zo ontzettend veel studie en werk dagen hebben, we konden het gewoon niet inpassen. Puur de tijd zeg maar. Ja puur de tijd, we hebben er gewoon geen tijd voor. Maar dat is wel belangrijk om te weten. Er is zo ontzettend veel aan ontwikkeling bij ons en ik zou niet weten wanneer we er wel tijd voor zouden hebben, het lukt gewoon even niet. 39. Zijn er nog nieuwe ontwikkelingen in het beleid op uw school? 40. Zo ja, welke? 41. Zo ja, wat is hiervan de oorzaak? 42. Zo ja, wat is er aangepast? 43. Zo nee, wat is de reden dat u het niet heeft aangepast?
93
Interview met een teamleider.
School zonder training
Algemeen 1. Wie bent u? Geke Koopal 2. Wat is uw functie? Mijn functie is coördinator sociale veiligheid. En ik ben coördinator van de AKA, dat is de niveau 1 opleiding. De AKA is een opleiding waar randgroep jongeren zitten, dus je zit in een goede hoek, haha dat is mooi. Dat zijn jongeren die hebben de middelbare school niet afgemaakt en vaak hebben ze gedragsproblemen en sommige konden het niveau niet halen. Dus we hebben veel jongeren met jeugdzorg, de reclassering, er zitten veel probleemgevallen hier. Ze hebben allemaal hun verhaal, zeg ik altijd. En ik ben coördinator sociale veiligheid dus binnen school hou ik me hier bezig met de veiligheid. Ik krijg te horen wanneer er calamiteiten zijn. En dan moet ik actie ondernemen of aanspreken/praten met jongeren die met drugs of alcohol bezig zijn. Dat komt allemaal bij mij terecht, laat ik het zo zeggen. Gebeurt dat vaak? Ja, gebeurt dat vaak, met alcohol weinig hoor maar drugs in die zin dat het misschien wel geconstateerd word. We doen ook wel steekproeven en de jongeren zeggen wel dat er verhandeld wordt maar er is geen vinger achter te krijgen. Dat is heel moeilijk. 3. Hoe lang werkt u al op deze school? Ik werk al 20 jaar op deze school, dus al heel lang. 4. Hoe lang werkt u in het onderwijs?/ook nog op ander onderwijs? Nee, want ik kom eigenlijk uit maatschappelijk werk. Ik ben hier via maatschappelijk werk binnen gekomen en dat beviel me zo goed en toen heb ik mijn onderwijsbevoegdheid gehaald. Ik was toen een jaar of 40 en toen heb ik toch mijn onderwijsbevoegdheid gehaald, toen heb ik van alles gedaan. Ik doe veel op het gebied van sociale vaardigheden, gesprekstechnieken en dat soort dingen. Een jaar of 7 geleden hebben ze gevraagd of ik deze opleiding op wil zetten omdat ook te maken heeft met waar mijn hart ligt met jongeren die niet volgens het boekje gaan en dat gaat goed. Ik vind het nog steeds erg leuk. Ik zou echt niet meer terug willen naar de kinderen die het zo goed doen. 5. Wat doet u op het gebied van alcoholmatiging/preventie? Wij hebben hier regelmatig via de burgerschap een hele week werken we aan gezondheid, dat is dus een onderdeel van burgerschap. Er is ook een week dat het leven in sociale verbanden. Beide weken zit er een stuk in over alcohol. En dan zijn er workshops, daar gaan leerlingen verplicht naar toe. Dan krijgen ze voorlichten, we hebben ook wel eens een ex verslaafde die een praatje houdt. En andere voorlichten van wat alcohol met je doet. Dat is allemaal in die week? Ja dat is allemaal in die week. En dat is 1x per jaar? Ja. Dat gaat allemaal vanuit dat burgerschap. Met het thema gezondheid moeten de leerlingen ook allemaal testen doen over hoeveel alcohol gebruik jij en hoe is jou gezondheid dan? Uit die test komt dan een cijfer. Dit is normaal, dit hoort gewoon in het programma.
Vroegsignalering (Hier heb ik uitgelegd wat de training inhoudt)
94
6. Wat is de reden dat de school niet voor de training vroegsignalering heeft gekozen? Zou u in de toekomst de training wel willen gaan volgen? 7. Op welke manier wordt er op dit moment vroegtijdig gesignaleerd? Wordt er bij jullie wel vroegtijdig gesignaleerd? Ik heb de indruk van wel. 8. Door welke mensen binnen de school wordt er gesignaleerd? Gebeurd dat door verschillende mensen? Ja. Ik ben weleens geroepen door iemand die zei: volgens mij heeft hij gedronken. Wanneer dat zo is dan is het gewoon einde verhaal, dan gaat ie weg. Alcohol gebruik op school, dat is heel weinig. Er is hier weinig alcohol gebruik, tenminste binnen de school tijdens de lessen ofzo. We hebben weleens gehad en zeker met dit mooie weer dat leerlingen tussen de middag naar de stad gingen, en gingen gezellig op een terrasje zitten en lekker wat eten met daarbij een wijntje. We hebben een keer gehad, dat is nog niet zo lang geleden, dat was van het voorjaar. Er was een meisje die rook naar alcohol en ik stapte erop af en zei, volgens mij heb jij gedronken? Ja, zei dat meisje we hebben op het terras gezeten met een pizza en daarbij een wijntje gehad. Daarop zei ik: dat is niet de bedoeling en dat wil ik niet hebben hier op school. 9. Zijn er afspraken gemaakt door wie er wordt gesignaleerd? 10. Zijn er daarin taken verdeeld? 11. Wordt er aandacht besteed tijdens andere de lessen aan het middelengebruik? Het zit vooral in burgerschap. In november komen de nieuwe leerlingen weer en dan is er een week dan zijn ze daar een hele dag mee bezig. Ik zou graag willen en dat heb ik ook ingediend om het dan over sociale media te hebben. Over facebook, wat zet je erop en dergelijke. We hebben er best veel aandacht voor vind ik. 12. Zo ja, op wat voor manier wordt er aandacht aan gegeven? 13. Zo nee, wat is de reden dat er tijdens de lessen geen aandacht aan wordt geschonken? Alcohol op school 14. Wordt er op school alcohol gebruikt door de jongeren? 15. Zo ja, Hoe weet u dat? 16. Zijn er jongeren bij u op school die te laat op school komen of minder presteren door het gebruik van alcohol ’s avonds of in het weekend? Voornamelijk maandag. Ik heb ook op verschillende afdelingen lesgegeven en op de maandag is het dan een drama, dat vind ik wel. Het zijn vooral bepaalde leerlingen, niet allemaal hoor. Je merkt dat de opkomstpercentages wel wat lager liggen. Daarna eigenlijk niet meer. Donderdagavond is het ook nog wel eens dat het weekend voor de deur staat en dat er dan ook wel wat wordt gedronken maar heel veel opleidingen hier hebben aan het eind van de week stage. Maar de stages klagen er niet over en hebben het er ook niet over gehad. 17. Wat gebeurt er op uw school om alcoholgebruik onder jongeren aan te pakken of onder de aandacht te brengen? 18. Wat zou uw school nog meer kunnen doen op gebied van alcohol? Ik zou wel meer willen doen. Ik zou ook wel willen dat het wat beter valt snap je? Dat het beter doordringt? Ja, dat het beter doordringt en weet waar je mee bezig bent. Waar zou dat aan kunnen liggen? Ik denk dat het komt doordat ze jong zijn en denken ach wat maakt
95
het mij uit dat ik later alles wat sneller vergeet bijvoorbeeld. Het ligt zover bij ze weg. Het is ook zo gezellig en ze zien de ernst er niet van in. 19. Bent u gericht bezig op het gebied van alcoholmatiging? Ja, vind ik wel, zeker wel. Vaak worden er ook wel enquêtes gehouden enz dus ja ik vind wel dat we er gericht mee bezig zijn. 20. Vindt u dat u vanaf het afgelopen jaar meer bent gaan doen op het gebied van alcoholmatiging of niet? 21. Zo ja, merkt u verschil op uw school sinds u meer bent gaan doen met alcoholmatiging? 22. Wanneer er gesignaleerd is, hoe wordt er gehandeld? (laten beschrijven in stappen) Weg. Weg naar huis? Ja, weg naar huis. Het wordt wel per geval bekeken maar in principe is het einde verhaal. Ze komen hier niet dronken op school ofzo, dat hebben we nog nooit meegemaakt. Worden er verder nog ouders gebeld? Ja, dus iemand die weggestuurd word daar worden de ouders van gebeld en er wordt een brief naar huis gestuurd met de reden erin waarom diegene naar huis is gestuurd. Dit is ook zo met drugs. Als we maar iets merken met drugs dan is het einde verhaal. Maar dat gaat ook gepaard met brieven naar ouders. Komen de leerlingen dan helemaal niet meer op school of zijn ze geschorst. Meestal worden ze geschorst en in het geval van drugs of hoe dan ook dan is het verwijderen. Schorsen is voor een week of 2 maar het hangt er wel van af hoe de situatie is. Eerst is het voor 2 weken maar een schorsing kan ook betekenen dat de leerling wel op school komt maar dan een aangepast rooster en de pauzes apart van zijn medeleerlingen. Wij laten ze ook heel vaak een werkstuk maken, iets wat minder erg is daar laten wij de leerlingen dan een werkstuk maken over het gebruik van alcohol of drugs. Dan moeten ze uitzoeken wat het nou met je doet enz. Dat is dan ook wel een groot verslag en goed laten over nadenken. 23. Wordt er tijdens kampen culturele reizen of feestjes ook rekening gehouden met het gebruik van alcohol/middelengebruik? Ja, maar er wordt wel gedronken. Wij geven altijd brieven mee en daar staat in er wordt niet gedronken en er mag geen alcohol mee. Natuurlijk mag het niet. Ik weet gewoon dat het gebeurd. Wordt er iemand mee betrapt dan wordt het in beslag genomen. Als ik zie hoe het de afgelopen jaren is gegaan dan hebben we nog nooit iemand weggestuurd met betrekking tot alcoholmisbruik, dat is niet gebeurd. Het heeft ook te maken met de docenten die erbij zijn. Wanneer docenten vrolijk gaan drinken dan ben je al fout bezig. We drinken allemaal wel eens een glaasje maar wij moeten sowieso kunnen rijden voor het geval er iets gebeurd met een leerling. Vaak spreken we ook wel af dat iemand een avond helemaal niet drinkt en de ander drinkt 1 of 2 glaasjes en klaar. Maar als docenten gaan drinken dan ben je natuurlijk fout bezig. De meeste leerlingen zijn nauwelijks tot aan Zwolle gekomen bij wijze van spreken en dat houdt in dat als je in een vreemde omgeving bent al enorm moet wennen en dan begint het een beetje low en na een dag of 3 ga je week weg en dan zijn ze vaak gewend maar dan ga je alweer weg. We hebben nog nooit meegemaakt dat het zo uit de klauwen is gelopen. Ik weet heus wel dat leerlingen op de kamers van die kleine flesjes hebben en dat hoort ook een beetje zo maar als we ze betrappen dan wordt het in beslag genomen. 24. Op wat voor manier probeert uw school hier rekening mee te houden? 25. Is er ook sprake van een schriftelijk beleid hierin? Ja, hier zijn protocollen van, zijn die aanwezig op school? Ja hoor die zijn aanwezig. 26. Wat gaat hierin goed?
96
27. Wat zou hierin beter kunnen? Tactus 28. Heeft u contact met Tactus? Wij hebben contact met Tactus. Wat voor contact moet ik dan aan denken? Dat is vooral in die weken dat ze voorlichtingen geven aan de leerlingen via interview vragen. 29. Hoe verloopt dat contact? Goed. Vragen en dan komen ze. 30. Wat gaat er goed in het contact met Tactus? 31. Wat zou er beter kunnen in het contact met Tactus? Nee, het gaat goed. Ze willen ook wel graag contact hoor. 32. Wanneer heeft u contact met Tactus? 33. Hoe vaak wordt er op dit moment doorverwezen naar Tactus? Ja, als er echt problemen zijn dan gaat het ook.. ja weetje vaak is het zo de leerlingen die problemen hebben die hebben al contact met jeugdzorg en vaak nemen wij op die manier contact op en dan sturen ze hun door. De leerplicht doet het ook wel. 34. Waarom wordt er juist wel of juist niet doorverwezen? Beleid 35. Wat is het beleid op het gebied van verslaving op uw school? 36. Is het beleid op het gebied van alcohol ook anders dan op het gebied van drugs? Ja, alles is hetzelfde. Hier gaat het ook met werkstukken. Deze regels zijn ook duidelijk voor de leerlingen? In het begin van het schooljaar krijgen leerlingen allemaal studiegidsen enz en daar staat ook in wegwijs in het Alfa college en daar staat in dat wij dat uiteraard niet willen. In de introductie week krijgen zij opdrachten omdat allemaal eens te onderzoeken. Wat zijn al onze regels? Wat vind je van al die regels? Op die manier doen we dat. 37. Zo ja, wat voor verschillen? 38. Hoelang bestaat dit beleid al op uw school? Jazeker, dat is zeker al wel een jaar of 7. Het wordt wel elke keer weer een beetje aangescherpt en veranderd en er wordt naar gekeken kunnen we hier nog steeds mee uit de voeten. Is dat elk jaar dat er naar wordt gekeken? Nou het is niet specifiek dat er alleen hier naar gekeken wordt want we hebben meer protocollen maar er word wel altijd even naar gekeken. 39. Zijn er nog nieuwe ontwikkelingen in het beleid op uw school? Nee op zich niet. Ik wil alleen het social media onder de aandacht brengen. En niet alleen op het gebied van alcohol. Het thema coma zuipen hebben we nog wel even onder de aandacht gebracht maar ja deze leerlingen zijn ouders dan 13 en ik heb ook geen boodschappen gehoord van coma zuipen ofzo. Onze leerlingen zijn al zoveel gewend, die zuipen zich niet meer in coma. Ze kunnen echt heel veel hebben, als je hoort hoeveel ze drinken, dat is echt veel. In April hadden we de week van gezondheid en daar gingen de leerlingen testen maken en die testen hebben we gebundeld maar ze drinken echt veel., het is echt enorm. Eerst indrinken en dan verder op stap. Er zijn een aantal die blijven in de keten omdat het ook zo goedkoop is. 40. Zo ja, welke? 41. Zo ja, wat is hiervan de oorzaak? 42. Zo ja, wat is er aangepast? 43. Zo nee, wat is de reden dat u het niet heeft aangepast?
97
98
Interview met een teamleider.
School met training
In dit interview heb ik bijna alle vragen gesteld in de vorm van jullie omdat zij stagiaire is. Algemeen 1. Wie bent u? Karlijn Beerling 2. Wat is uw functie?/jij bent stagiaire hier? Ja, ik ben stagiaire. Dat klopt. Oké. Van de opleiding pedagogiek en zodoende loop ik hier mijn jaarstage hier op Rebound en hier mag ik verschillende dingen mag ik doen. Oké. 3. Hoe lang werkt u al op deze school?/en dat is alleen dit jaar? Ja, alleen dit jaar. Alleen dit schooljaar. Oké. 4. Hoe lang werkt u in het onderwijs? /en al meer ervaring in het onderwijs? Ja, verschillende stages wat ik heb gedaan binnen het onderwijs maar, nog nooit echt binnen de Rebound. Wel binnen normaal regulier onderwijs maar niet binnen een rebound voorziening. Oké. 5. Wat doet u op het gebied van alcoholmatiging/preventie? We hebben een gastles gehad van Tactus voor de jongeren hier en verder hebben wij equip (ekwip) training en daar wordt ook een stukje drugs, alcohol preventie bijgegeven. Daarmee gaan wij in gesprek met de jongeren, dat is eigenlijk het doel van ekwip. De docent is eigenlijk stil maar de jongeren gaan in gesprek met elkaar. Oké. Dan wijzen ze elkaar op dingen, dus dat gebruiken we ook. Oké. En dat doe je zelf ook? Ik ben er wel bij aanwezig als assistent zeg maar, maar je moet daar een speciale training voor hebben gehad en de docenten hier zijn er voor opgeleid hiervoor. Oké. Training 6. Heeft u de training vroegsignalering bijgewoond? Ja. 7. Hoeveel mensen hebben nog meer meegedaan aan de training en wat was hun functie? Even kijken uhm, 1,2,3. We hebben de drie docenten die hebben het gedaan. Één assistent heeft hem gedaan en nog twee stagiaires die er bij zijn geweest die hebben hem ook gedaan maar die zijn nu weg. Oké. Die lopen nu ergens anders stage. Oké, duidelijk. 8. Wat is de reden dat de school voor de training vroegsignalering heeft gekozen? Nou eh, ik ben er over in gesprek gegaan met Tactus. Voor een gastles bij ons voor de jongeren, daar was mijn vraag eigenlijk naar en toen gaven zij aan van eh we hebben ook een vroegsignalering cursus voor jullie als docenten dus zodoende is dat eigenlijk gekomen. Oké. 9. Zou u het eventueel in de toekomst nog een keer willen volgen? Ja, ik denk het wel. Ik weet niet of het echt jaarlijks moet. Het was wel een stukje bevestiging voor ons van hoe wij het hier eigenlijk doen. En een beetje nieuwe kennis erbij en ja ik denk wel dat het weer een keer terug kan komen. Oké, dus het is goed bevallen? Ja. Oké mooi, dat is ook belangrijk.
10. Wat heeft u als teamleider vooral meegekregen van de training?
99
Uhm, ik denk voornamelijk kennis over vroegsignalering, kijk ik ben nog student en ja dan is dit wel ideaal om wat kennis, ja om die kennis dan op te doen. En voor de rest uhm, ik heb mijn collega net ook nog even gesproken en eh voor hun was het eigenlijk meer een bevestiging van hoe wij het hier doen en stel want wij hebben geen protocol op dit moment daarvoor maar stel dat gaan we doen, hoe kunnen we het dan gaan doen. Ja. We hebben geen vast protocol hebben we. Ja, oké, duidelijk. 11. Past u dit ook toe?/en die kennis, pas je die ook toe? Ja, absoluut dat eh. We hebben een model gekregen met verschillende fases waar iemand in kan gaan zitten. En dat is wel iets waar we zelf naar kijken en zelf ga ik ook wel in gesprek met jongeren. En we hebben nou ook, wat nieuw is, wat we waarschijnlijk gaan doen is dat we tijdens het intake gesprek al gaan vragen van medicijn gebruik, alcohol gebruik, drugs gebruik. Van dat hebben we nou ook aangepakt. Oké. 12. Op welke manier wordt er op dit moment vroegtijdig gesignaleerd? Uhm, ja we gingen altijd al heel erg veel in gesprek met elkaar in het team van wat ons opviel en geluiden wat we horen wat er buiten schooltijd gebeurt en uhm, ja dat deden we eigenlijk altijd al. Ja, niet echt een andere wijze waarop we dat nu gaan doen. Oké, duidelijk. 13. Door welke mensen binnen de school wordt er gesignaleerd? Iedereen, het hele team van Rebound. Ja, want eigenlijk zit je met standaard twee mensen in een klas. Het is een vrij klein team en de leerlingen zitten hier van half negen tot twee zitten ze hier constant op school dus er zijn heel veel observatie momenten, dus ja eigenlijk constant. Oké, duidelijk. 14. Zijn er afspraken gemaakt door wie er wordt gesignaleerd? 15. Zijn er daarin taken verdeeld? 16. Wordt er aandacht besteed tijdens de lessen aan het middelengebruik? 17. Ja, uh ekwip wat ik net al vertelde, daar wordt veel aandacht aan besteed. Maar ook individueel met leerlingen, tijdens mentor gesprekken, daarmee wordt het ook besproken. Zijn de leerlingen daarin ook open in dan? Eh, ja opzicht wel maar hier op Rebound heerst ook een vrij open cultuur en iedereen, alle leerlingen weten van elkaar dat ze hier zitten omdat ze problemen hebben of dat er wat aan de hand is en nou ja als er een leerling bijvoorbeeld ergens heen moet bijvoorbeeld, we hebben hier ook een leerling gehad die gesprekken heeft gehad bij Tactus, dan wordt het ook wel in de klas besproken. Dus de leerlingen zijn er redelijk open over en natuurlijk hoor je in de wandelgangen wel eens van nou ja dan vang je weleens wat op dus ja hoe ze er met elkaar over spreken. Ja, oké, dat is wel heel mooi natuurlijk, dat het zo open is. Ja, absoluut. 18. Zo ja, op wat voor manier wordt er aandacht aan gegeven? 19. Zo nee, wat is de reden dat er tijdens de lessen geen aandacht aan wordt geschonken? Alcohol op school 20. Wordt er op school alcohol gebruikt door de jongeren? Uhm, nou zeker weten doe je het nooit maar we hebben wel eens gehad, over alcohol niet maar we hebben wel eens signalen gehad dat er hier op school drugs werd gebruikt of mee werd genomen. Maar eh, zeker weten doe je het nooit. Ik ga er niet vanuit, het is wel de afspraak, als een jongeren onder invloed van hier op school verschijnt, dan wordt hij gelijk naar huis toe gestuurd, dan kan er gewoon niet gewerkt worden. Nee, oké. 21. Zo ja, Hoe weet u dat?
100
22. Zijn er jongeren bij u op school die te laat op school komen of minder presteren door het gebruik van alcohol, ’s avonds of in het weekend? Uhm, ja ik weet niet of dat dan aan de alcohol gebruik ligt maar je ziet wel een patroon dat ze op maandagochtend, dat er dan leerlingen zijn die nou ja of te laat komen, heel erg moe in de les zijn en je merkt wel de verschijnselen van een weekend. Ja, dat is wel anders dan op de andere dagen? Ja, misschien zijn ze ook wat rustiger, wat vermoeit. Dat is iets wat je wel ziet. Oké. 23. Wat gebeurt er op uw school om alcoholgebruik onder jongeren aan te pakken of onder de aandacht te brengen? Ja, eh gastles wat we hebben gehad en daarover in gesprek gaan met de leerlingen. Ja dat eigenlijk wel een beetje. 24. Wat zou uw school nog meer kunnen doen op gebied van alcohol? Ik denk wel dat we één keer in de zoveel tijd een gastles bijvoorbeeld moeten gaan behouden en want het is elke keer een doorstroom van leerlingen en leerlingen komen en leerlingen gaan en nou ja dat is wel heel erg belangrijk denk ik en ja of er nog meer kan gebeuren. Ja misschien meer eh, wat ik dan, waar ik dan meer aan zit te denken is meer leerlingen naar Tactus toe te sturen voor gesprekken maar dat is per leerling, dat verschilt heel erg per leerling en wat voor leerling we hier hebben zitten. Ja, ja, dat snap ik. 25. Bent u gericht bezig op het gebied van alcoholmatiging? Ik merk wel dat jullie al verschillende dingen doen dus dat jullie er wel mee bezig zijn maar.. Ja, we zijn er wel mee bezig maar, want leerlingen zitten hier voor een gedragsverandering en daar kan alcohol matiging bijzitten. Want dat kan voorkomen dus op zich zijn we er wel veel mee bezig. Nou, mooi. 26. Vindt u dat u vanaf het afgelopen jaar meer bent gaan doen op het gebied van alcoholmatiging of niet? Ik denk onder het team dat er een stukje bewustwording ontstaan van nou ja hoe je leerlingen, hoe je met leerlingen in gesprek kan gaan en in welke fase ze zitten en het belang van doorverwijzen, dat is er denk ik ook bijgekomen. 27. Zo ja, merkt u verschil op uw school sinds u meer bent gaan doen met alcoholmatiging? 28. Wanneer er gesignaleerd is, hoe wordt er gehandeld? (beschrijven in stappen) Nou, we zitten in ieder geval elke dag hebben we wel een bespreking van hoe de dag is gegaan en wat er is opgevallen. Daarnaast hebben wij één keer in de drie/vier weken hebben we een leerlingbespreking, daar wordt elke leerling besproken en als er signalen zijn van alcohol misbruik plaatsvind dan wordt er contact opgenomen met Tactus. Oké. En die handelt dan verder. 29. Wordt er tijdens kampen culturele reizen of feestjes ook rekening gehouden met het gebruik van alcohol/middelengebruik?/gaan ze hier ook op kampen of culturele reizen of feestjes? Nee, er is geen kamp. We hebben wel als laatste schooldag dat we dan met alle leerlingen wat leuks gaan doen en tussendoor dan doen we wel leuke dingen met elkaar, even lekker voetballen of dat soort dingen maar niet echt een kamp ofzo. En op die laatste schooldag dan wordt er ook geen alcohol gebruikt? Nee, nee nee. De leerlingen, de meeste leerlingen zijn nog geen zestien dus die mogen het officieel ook nog niet. 30. Op wat voor manier probeert uw school hier rekening mee te houden? 31. Is er ook sprake van een schriftelijk beleid hierin? Je zei al dat er geen schriftelijk beleid was toch?
101
Nee, klopt. 32. Wat gaat hierin goed? 33. Wat zou hierin beter kunnen? Tactus 34. Heeft u contact met Tactus?/je hebt net al wel verteld dat er contact is met Tactus. Ja, absoluut. 35. Hoe verloopt dat contact? Ja goed, snel, dat eh ik hoef maar even een mailtje te sturen of een belletje te doen en er is gelijk contact en er wordt gelijk actie ondernomen. Dat is heel prettig. Dat is mooi. 36. Wat gaat er goed in het contact met Tactus? 37. Wat zou er beter kunnen in het contact met Tactus? Ik zou niet weten wat. Nee. Nee. Oké. 38. Wanneer heeft u contact met Tactus? Wanneer wij signalen hebben rondom een leerling die waarbij wij zorgen hebben of wanneer er van huis uit, dan komen er vaak wel dezelfde signalen, dan wordt er eigenlijk gelijk wel actie ondernomen. Oké mooi. 39. Hoe vaak wordt er op dit moment doorverwezen naar Tactus? Uhm, we hebben nou één leerling, dit schooljaar hebben we één leerling gehad die gesprekken heeft gehad, dat is inmiddels afgerond. Er is nog één leerling daar is ook al het één en ander mee ondernomen. En ja voor de rest eh nee, voor de rest hebben we nog niet doorverwezen nee, daar was dan ook nog geen aanleiding toe. Dus je verwijst echt alleen door als er echt een aanleiding voor is. Ja. Oké. 40. Waarom wordt er juist wel of juist niet doorverwezen? Beleid 41. Wat is het beleid op het gebied van verslaving op uw school? Uhm, niet op papier maar het is wel als er signalen zijn dan wordt er wel gelijk doorverwezen, er wordt wel in gesprek gegaan met de leerling en het is allemaal wel zo dat we allemaal op de hoogte zijn van de kenmerken van een verslaving en hoe kan je dat herkennen. En als dat zo is dan wordt er eigenlijk gelijk contact opgenomen met Tactus. Heb je het zelf ook weleens gezien bij een leerling? Nee, ik nog niet. Nou ja een verslaving, wel een rook verslaving, ze roken hier allemaal voor de rest heb ik nog geen verslaving kunnen ontdekken. Nou, gelukkig maar. 42. Is het beleid op het gebied van alcohol ook anders dan op het gebied van drugs? Uhm nee, volgens mij niet. Nee, niet dat ik zo weet. Als er signalen zijn dan wordt er gelijk in gesprek gegaan met de leerling, ouders erbij ook en dan wordt er doorverwezen naar Tactus. 43. Zo ja, wat voor verschillen? 44. Hoelang bestaat dit beleid al op uw school? Dat durf ik zo niet te zeggen, geen idee. Ik denk dat het altijd al wel zo is geweest. Zodra er signalen zijn dan wordt er gelijk in gesprek gegaan en daarna doorverwezen. Omdat wij niet kundig genoeg zijn om dat aan te pakken dus ik denk dat dat beleid er altijd al wel is geweest. Oké. 45. Zijn er nog nieuwe ontwikkelingen in het beleid op uw school?
102
Uhm, ik denk wel dat er, er wordt wel vaker gesproken om gastlessen in te zetten om jongeren, stukje bewustwording en ook weer om in gesprek te gaan met die jongeren. Dus dat is misschien nog wel een ontwikkel punt. Daar zijn we nou wel mee bezig. 46. Zo ja, welke? 47. Zo ja, wat is hiervan de oorzaak? 48. Heeft de training vroegsignalering hier nog invloed op gehad? Nou ik denk een stukje bewustwording en een stukje kennis van wat we kregen en dat het belangrijk is om in gesprek te blijven gaan met de leerling. En ook om te herkennen van nou ja hoe ver is een leerling, wat is er aan de hand. Ja, ik denk dat die training daarin wel heeft bijgedragen. Oké. Absoluut. 49. Zo ja, wat is er aangepast? 50. Zo nee, wat is de reden dat u het niet heeft aangepast? Effect van de training: 51. Wat is volgens u een waarneembaar effect op gebied van gedrag binnen uw school? Uhm, ik denk een stukje bewustwording bij de jongeren van eh, wat is normaal, wanneer is het zorgelijk, hoe ga ik om met alcohol? Wat doet alcohol met mij en wat zijn de effecten ervan. Ja, ik denk een stukje bewustwording bij de leerlingen. 52. Wat is volgens u een waarneembaar effect op gebied van houding binnen uw school? Dat is wel een lastige want je weet niet zo goed wat ze ermee doen. Dus waarschijnlijk wel een stukje bewustwording maar wat ze in het weekend uitspoken en na schooltijd uitspoken, ja dat is een hele goede vraag, daar hebben wij gewoon geen zicht op dus in de houding is het moeilijk te meten of daar daadwerkelijk wat in veranderd. 53. Wat is volgens u een waarneembaar effect op gebied van kennis binnen uw school? Uhm, ik denk dat ze meer kennis hebben gekregen van wat zijn de effecten van alcohol op mij en waarom gebruik ik alcohol. Ja, wat doet het met je en wat doet het met een ander. Dat is wel heel erg wat naar voren komt nu bij ons. Oké, duidelijk. 54. Welke effecten zijn daarnaast zichtbaar geworden? Uhm nee, ik denk niet tot betrekking tot de jongeren maar wel hier in het team is wel een stukje bewustwording ontstaan in welke fase ze zitten de leerlingen en hoe ga je in gesprek met ze, hoe kan je het herkennen? Ja, dat soort dingen. 55. Welk effect zou u graag zien, maar is nog niet bereikt? Ja, het ideaalste zou zijn dat leerlingen tot hun zestiende zeg maar totdat het legaal wordt niet gebruiken, maar dat is een irreëel beeld. Het mooiste zou zijn dat bewust worden van nou ja wat alcohol met je doet en dat ze daar daadwerkelijk ook wat mee doen. Maar omdat te meten is heel lastig.
56. Welke doelen zijn volgens u bereikt binnen uw school op gebied van alcohol? Uhm, ik denk een stukje doorverwijzen, dat dat snel wordt opgepakt. En het vroegsignaleren en ja het vroegsignaleren en dan in gesprek gaan met de leerling en met de ouders en contact daarmee houden en dan doorverwijzen. Dat is wel iets dat wel heel goed gaat. Nou, mooi toch. Ja, absoluut, dat is wel erg prettig. 57. Welke doelen zou u nog willen bereiken op dit gebied?
103
Uhm, ik denk nog een stukje meer kennis maar dat geldt voor mij persoonlijk maar ook wel voor in het team. Wat zijn nou echt signalen. De signalen weet je vaak wel maar hoe ga je er mee om. Een stukje ervaring zou daar ook wel bij komen te kijken. Het gaat hier prima eigenlijk.
104
Interview met een teamleider.
School zonder training
Vragen die ook veranderd zijn ook even aangeven met streep eronder. Algemeen 1. Wie bent u? Hans Smelt 2. Wat is uw functie? Teamleider, leerling zaken, basis/kader bovenbouw. Dienstverlening commercie en techniek en groen, dat zijn de afdelingen even voor de duidelijkheid. 3. Hoe lang werkt u al op deze school? Hoe lang werk ik op deze school, vanaf 1979. Maar er zijn natuurlijk wat fusies geweest. Ik ben begonnen dus op de oude LTS, de LTS is gefuseerd met Klara funa huishoudschool, later een fusie met de MAVO meegemaakt en een fusie met HAVO VWO en uiteindelijk in 1999 zijn we dus in dit gebouw getrokken, dus zeg maar iets van 12/13 jaar. 4. Hoe lang werkt u in het onderwijs? Ik werk in het onderwijs het word dit jaar waarschijnlijk 38 jaar. Ja ik vier in september mijn veertigste dienstjaar dus en mijn militaire dienst van 1,5 jaar zit er ook bij. Dus reken maar uit 38,5 jaar in september. Dat is een tijd. Ja, een hele tijd het zit er bijna op voor mij. 5. Wat doet u op het gebied van alcoholmatiging/preventie? Ik weet dat de leerlingbegeleider bezig is geweest met één of ander project maar daar weet ik niet wat er exact gebeurd is, had ik hem moeten vragen. Wat we wel gedaan hebben dat is een project in Hardenberg, misschien weten jullie dat. Dat we een aantal maandagen, ochtenden hebben wij dus opgestuurd heel lastig want dat konden eigenlijk hebben ze eigenlijk beter kunnen doen in februari, nu was het een hele slechte tijd. We hebben nu 5/6 weken hebben wij de maandagochtenden van klas 3 en 4 opgestuurd naar Anna Knop naar de leerplichtambtenaar, die zal daar wel iets mee doen. Dan komt er een bepaalde leerlingen die dan 4/5 maandagochtenden afwezig zijn of het zij door ziekte, absentie of wat iets meer zij, kijk en dan word er even gekeken of deze leerlingen ook wat hun reden is omdat ze ziek zijn, waarom waren ze er juist die maandagochtend juist die maandagochtend absent? Vroegsignalering 6. Wat is de reden dat de school niet voor de training vroegsignalering heeft gekozen? Zou u in de toekomst de training wel willen gaan volgen? Dat moet je me even uitleggen, wat was er voor training dan? Dat kun jij denk ik beter uitleggen? Ja, er is een training geweest die aangeboden werd aan docenten of teamleiders of wat dan ook en dat was vanuit Tactus en dat was puur gericht op het vroegsignaleren dus het signaleren van als je dat soort problemen zou hebben. Zou best kunnen dat dat buiten mij om is gegaan, dat weet ik dus niet, dat weet ik niet. Het zou best kunnen dat een deel van het personeel misschien wel via leerlingbegeleider daarmee in aanraking zijn gekomen dat wel gedaan hebben maar volgens mij, nee. Want gister inderdaad werd ook er verteld van niet. Ben ik niet van op de hoogte. Oké, dat is duidelijk.
7. Op welke manier wordt er op dit moment vroegtijdig gesignaleerd?
105
Dat wordt onmiddellijk gesignaleerd dat wij toch wel het vermoeden hebben bij een aantal leerlingen. Wij hebben ook wel eens ingeschakeld met iemand van Tactus. Maar helaas op dat zelfde moment, was de leerling niet aanwezig. We hebben het vermoeden dat deze dame of heer wat het ook mag zijn dat laat ik in het midden, die was nogal eens dromerig, sliep, was op maandagochtend afwezig. En toen hebben we gezegd nou met toestemming van ouders dat moet he met toestemming van moeder, ik zeg nou wat vind u, nee ze gebruikt niet, wij hebben het vermoeden van wel, in gesprek komt er wel eens uit van ja het is wel eens, ze heeft wel eens maar goed dan ga je toch denken. Maar ja goed onverrichte zaak toch teruggekeerd maar dat is heel lastig want stel dat je het onderzoek doet van Tactus en er komt niks uit, wat dan? Dan sta je met lege handen. Dat is dus het nadeel. Dus hebben we af en toe het vermoeden dat er sprake is van drank en drugs gebruik, tuurlijk. Dat zie je ook in een klas en als ervaring van docent heb ik dat ook gehad op maandag wel. Ik denk jongen, jongen, jongen waar heb jij gisteravond gezeten. Maar wat kun je daar mee? Ja. Dus we zijn er wel mee bezig, dat heeft onze aandacht wel en we gaan er ook mee aan de slag. Maar het is heel lastig om daar een vinger achter te krijgen. Ja. Ja. 8. Door welke mensen binnen de school wordt er gesignaleerd? 9. Zijn er afspraken gemaakt door wie er wordt gesignaleerd? Dan gaat het vaak de zorg coördinator en naar mij toe. Oké. En dan gaan we kijken wat voor traject we in kunnen en inzetten. En alles wat de zorgcoördinator, die coördineert de zorg. Oké. Daar zijn heel duidelijke afspraken over. Leerlingen inzetten bij leerlingbegeleiding of dat soort zaken of bij, dan gaat het toch even via de coördinator, zorg coördinator en dan word het terug gekoppeld naar mij of ik koppel naar hem toe. En dan gaan we kijken wat we erop kunnen zetten. En heel belangrijk functie is bij deze de onderwijsassistent, die heel duidelijk een overzicht heeft van de absentie van leerlingen en ook in de gaten heeft wel zo naar een paar maanden, he die is er weer niet, en die is er weer niet, bel even of er ik vertrouw het telefoontje niet, ik bel nog even terug. Nou dat is ook een heel belangrijk figuur in de absentie. Ja. Oké, is dat in elke klas aanwezig zo’n onderwijsassistent? Nee, de onderwijsassistent, we hebben een onderwijsassistent die we hebben eigenlijk een groot aantal bijvoorbeeld bij TL die zit in het OLC (Open Leer Centrum), die houdt de absentie ook bij en die houdt zich ook bezig met onderwijskundige zaken met aftekenen en noem maar op. We hebben bij basis/kader bovenbouw ook eentje zitten een onderwijsassistent in een aparte kamer en ja ze is maar voor een aantal uur en ze houdt alleen de absentie bij. Daar heeft ze eigenlijk, de uren die ze hier heeft, heeft ze haar handen vol werk aan omdat te registreren, bij te houden, straffen uit te delen in de samenwerking met mij en leerplichtcontacten te houden. Dus dat doet zij allemaal. 10. Zijn er daarin taken verdeeld? 11. Wordt er aandacht besteed tijdens de lessen aan het middelengebruik? Dat is volgens mij wel eens wel een aantal keer, in het verleden is er wel eens een les aan besteed volgens mij, dat wel. Maar nu weet ik niet, weet ik niet. Oké. Dat is mij niet bekend. 12. Zo ja, op wat voor manier wordt er aandacht aan gegeven? 13. Zo nee, wat is de reden dat er tijdens de lessen geen aandacht aan wordt geschonken? Alcohol op school 14. Wordt er op school alcohol gebruikt door de jongeren?
106
Wij zijn een alcoholvrije school. Maar iets werelds is ontvreemd. Kijk als we hier straks de uitslag van het examen hebben, dat is dus he over een paar weken dan worden hier allemaal banken neergezet of tafels neergezet, dan krijgen ze ja een prosecco of iets van een champagne met hele 0.5 alcohol zit daar geloof ik in. Dan wordt het geschonken, maar ja voor de rest wordt er verder geen alcohol geschonken. Op de diploma uitreiking ook niet meer. Dus er wordt geen alcohol meer in school meer gedronken door leerlingen. Tuurlijk als ik kijk als wij ons eigen in het restaurant, als we straks naar beneden loop dan zal ik het laten zien. Tuurlijk daar word wel alcohol geserveerd aan volwassen, laten we eerlijk zijn. Ja. Ja. Maar goed we zijn alcohol school, alcohol vrije school, dat staat ook op het bordje als ik het goed heb bij de ingang. Wat is dan de reden zeg maar dat het een alcohol vrije school is of dat al heel lang? Nou, dat is al een aantal jaren. Oké. Ik denk misschien al wel 4/5 jaar dat het zo zal zijn, misschien wat langer, ik weet het niet. zo’n convenant is er toen getekend en nou ja we zijn een alcohol vrije, dat proberen we ook in toen hebben we ook gezegd diploma uitreikingen, was altijd zo van een vaatje bier en de jongens vonden dat gezellig. Vooral die VMBO jongens na afloop even een biertje drinken met je docent, nou jongens hop oké dag meneer, en nou het beste. Nou daar zijn we vanaf gestapt. En ja, het is wel een stukje minder gezellig daardoor geworden moet ik wel zeggen. Het plakken blijven na afloop. Dat zijn keuzes die je maakt. Dat zijn keuzes die we gemaakt hebben. Er wordt nu gewoon fris gedronken met een hapje erbij en klaar. En op kampen en? (voor het antwoord dat hij geeft heel wat gesteun en gestotter) uh, haha we hebben, ik ben eigen organisatie geweest, de organisator van het een reis naar Tsjechië, daar ben ik in 99 mee begonnen. Maar Tsjechië was toen nog een heel goedkoop land en het bier was daar ook goedkoop. Ja. Ik moet eerlijk zeggen uh we gaan nu voor het 11e/12e jaar en ik ben 10 keer ga ik nu mee, 11 keer ga ik mee, waarvan 8x als reisleider en organisator, en ja we zitten altijd in een pension/hotel pension. En we doen als volgt, wij doen de bar open en wij doen hem dicht. Oké. En het is nog never en nooit uit de hand afgelopen. Zelfs in Praag niet zelf niet in Calufairu (9.37 of iets ervoor). Kijk ik heb ooit in Calufaru rond lopen Praag rond lopen heb ik geen toezicht. Jongens denk erom je gaat de bus in en je bent hartstikke nuchter. En als je gaat het op het terras zitten en je drinkt een biertje en het is mooi weer, kijk die jongens gaan ook de keet in en ze gaan ook naar de disco. En als ik het verbied dan gebeurt het ook. En we hebben nog nooit en ook nog nooit daar problemen mee gehad. Oke. Kijk als je toezicht hebt en we doen gewoon de bar dicht zo in 1x om half 12 hoppake het luik voor.. En de jongens klagen, nee jongen er staat nog genoeg we gaan naar bed. Het is afgelopen. Dus dat is het enige wat we doen en daar hebben we de controle over. Ja. Maar ik vind het een beetje hypocriet om te zeggen we gaan op kamp naar een grote stad en de leerlingen lopen vrij rond dat leerlinge niks gebruiken, want ze doen het toch. Maar als je gewoon de verantwoording legt bij die leerling. Jongen je gaat de bus in en ik wil geen gedonder hebben. Ja. Klaar. Ja. Dan gebeurt het ook. Duidelijk. Zolang het zo is dan is er toch niets mis mee. Ja. Oké. Zo ja, Hoe weet u dat? 15. Zijn er jongeren bij u op school die te laat op school komen of minder presteren door het gebruik van alcohol ’s avonds of in het weekend? Dat kan ik slecht bewijzen maar ze komen wel te laat. En dan zijn ze zogenaamd ziek, of worden ze ziek gemeld of ze zijn gewoon te laat en dan worden ze geregistreerd als te laat en hebben wij in het systeem zo vaak te laat dan kom je zoveel uur terug en zo vaak te laat, ik heb een 40 urige, werkweek en ben je 7 keer te laat ga je naar de leerplicht. Ja. dus, dat constateren we wel. Maar het is heel lastig. Ja. De docent ziet het wel en zegt, jo wat heb jij dan gisteravond gedaan. Ja, maar die gegevens heb, krijg ik dus niet nee. Nee, oké duidelijk.
107
16. Merkt u ook op school dat er jongeren zijn die in het weekend of doordeweeks alcohol gebruiken? Nou ja in het weekend wel. Die kun je maandagsmorgen wel dan zijn ze een beetje duf, slecht aanspreekbaar. Ja, dan krijg je die verhalen wel. Ja, dat gebeurt echt wel. Ja. Absoluut. Ja. Vandaar ook dat maandagochtend verzuim. Ja vandaar ook dat maandag ochtend verzuim dat ze dat samen met Tactus een project opgesteld om eens te kijken van wat gebeurt er allemaal in het weekend. Er gebeuren heftige dingen. Ja. Haha. Ja. Ja. Daar ben je niet bij natuurlijk maar ja. Nee, natuurlijk niet. Nee. Je hoort wel eens wat denk ik, op school ook. Ja. Ik woon in logmarssum en ik zat deze week was de grols bier in de aanbieding. Ik zag iemand, een jongen van een, ik schat een jaar of 18/19 zag ik tocht wel een 25 tot 30 kratten bier ophalen, voor de keet. Dus. Zeg dan niet er wordt niet gedronken. Maar hij heeft een aanhanger nodig en hij heeft een apart pallet nodig zo’n rijdende pallet waar de kratten op moeten en de lege kratten moeten naar achter. Bij de aanvoer van goederen en bij de aanvoer van goederen kon hij ook de nieuwe kratten bier ophalen. Dus. Ja. Dat zegt voldoende denk ik. Ik denk misschien komt er nog een vraag over waarom het zo goed verkrijgbaar is. Maar alcohol is natuurlijk spotgoedkoop, een kratje bier is 8 tot 10 euro op dit moment. Nou, moet je eens kijken wat een pijpje kost. Dus de jongeren kunnen zo een kratje bier kopen, dat is helemaal geen probleem. Nee, daar zit het probleem niet nee. Ja. Maar goed misschien loop ik vooruit op mijn vraag? Ja/nee (er wordt wat gelachen van beide kanten). 17. Wat gebeurt er op uw school om alcoholgebruik onder jongeren aan te pakken of onder de aandacht te brengen? Volgens mij is in het verleden wel een soort van project geweest om het onder de aandacht te brengen. Op het met het, zijn we er is er mee begonnen school zonder alcohol en dat weet ik dus wel een project geweest maar de laatste jaren is mij niet bekend, niet bekend. Oké. Nee. Alleen in de lessen… In de lessen heb ik geen idee ik denk niet. Alleen misschien met het vak zoals verzorging komt, dat daar.. biologie,en ja met biologie en ja misschien met gezondheidskunde dat daar alcohol drugs en al dat soort zaken aan de orde komen. Ja, oké. 18. Wat zou uw school nog meer kunnen doen op gebied van alcohol? 19. Bent u gericht bezig op het gebied van alcoholmatiging? 20. Vindt u dat u vanaf het afgelopen jaar meer bent gaan doen op het gebied van alcoholmatiging of niet?
21. Zo ja, merkt u verschil op uw school sinds u meer bent gaan doen met alcoholmatiging? Nee, ik denk niet dat dat dat. Kijk het gebeurt buiten school. Ja. Meisje van 16 is jarig, ey, gefeliciteerd meid, ja lekker feest morgenavond. Dit al ingeslagen, dat al ingeslagen, dat al ingeslagen en dat al ingeslagen. Alleen maar sterke drank van breezers tot weet ik t hoe ze allemaal heetten tot wodka dit van ja jongens echt waar wauw, dus ook daar. Dus zucht, het gebeurt buiten de school. Ja. En kijk dat er zijn meer dingen die er buiten de school gebeuren en hierbij krijg ik, krijg je gewoon geen vinger erachter. Achter drugs gebruik, krijg ik daar een vinger achter buiten school? Heel lastig. Ja. Ik weet dat het gebeurd, ouders, leerlingen zeggen gewoon, we doen het niet, wat denk je wel niet. Ik weet het uit ervaring en we zien het soms aan de ogen, het gebeurd wel. Maar wie wie moet dat oppakken? Dat is lastig? Dat is hetzelfde als met alcohol? Kijk als ze vrijdagavond beginnen en zaterdagsavond en ja dan slapen ze zondags uit en als ze maandag goed op school komen, ja, ja. Dat is.. ja. Klopt. Ja.
108
22. Wanneer er wel wordt gesignaleerd is, u vertelde net al dat Tactus ingeschakeld is. hoe wordt er gehandeld? (laten beschrijven in stappen) Ja, dat proberen we. Hebben we 1 keer nu geprobeerd om dat te doen. Ja. Ja. Dat gaan we wel doen ja. Ik denk in de toekomst ook, als we dan een vermoeden hebben, ja dan moeten we wel ouders inschakelen. Het is altijd toestemming van ouders hebben, je moet met alles tegenwoordig toestemming hebben van ouders. Elk gesprek moet toestemming eigenlijk van ouders zijn, dus. Dan gaan wij ouders vragen of ze er een voorstander van zijn? ja, ja. Net wat ik zeg. Het nadeel is, als je het inschakelt en uit het onderzoek wat ze doen het gesprek ik weet niet wat, een bepaalde techniek hebben ze daar voor want, ja dat zal waarschijnlijk wel zo zijn inderdaad. Ja, dat hebben ze echt wel goed. En er komt niks uit, nou, dan zegt die leerling en die ouder, zie je nou wel, er is toch niks aan de hand. En ja dan kun je verder niks meer. Dan, dan sta je met lege handen. Ja, ja. Maar het lijntje is er in ieder geval wel? Ja het lijnt is er in ieder geval en en dat merk ik wel als je dan aan de orde brengt, dan hebben ze zo’n idee van ohohohoh, ze hebben toch iets in de gaten daar op school of ja ja ja ja ja, dan wordt het allemaal beetje moeilijk he, dan gaan ze toch beetje allemaal in bepaalde bochten zitten wringen, zo van ja ja nou, ja ze drinken af en toe, af en toe weleens een breezer, heb ik weleens gezien, ja nou klaar. Ja. Dus maar dat is lastig. Ja. Dat is heel lastig. Oké, verwijst u gelijk door naar eh.. of heeft u eerst een gesprek met het kind of hoe gaat het ongeveer? Nou, wat ik al zei: dat gaat via de zorgcoodinator, we hebben ook leerlingbegeleiders hier en die gaan eens even praten met zo’n jongen of een meisje. Van goh, we signaleren iets he, er iets is he ja. En dat is vertrouwelijk, dat zeg ik er altijd bij. Wat de leerlingbegeleider doet is vertrouwelijk, krijg ik ook geen. En daar kan uitkomen zo van ik heb toch het vermoeden en dan gaat het naar de zorgcoodinator. En dan word het gewoon in een soort ZAT team, he dus een zorg advies team. Hier binnen hebben we ook een intern een ZAT team word het besproken, al die leerlingen worden besproken. Ja. Nou en dat kan uitkomen zo van nou, misschien moeten we dan toch daarin inzetten misschien, de schoolarts ik noem maar wat Henriette Blokland, ik noem maar iets of de verpleegkundige of Tactus of misschien toch nog een keer een gesprek met de leerlingbegeleider en de ouders dus dat zou kunnen. Maar goed dat gaat heel zorgvuldig. Oké, ja. 23. Wordt er tijdens kampen culturele reizen of feestjes ook rekening gehouden met het gebruik van alcohol/middelengebruik? 24. Op wat voor manier probeert uw school hier rekening mee te houden? 25. Is er ook sprake van een schriftelijk beleid hierin? Nee. Nee. Er is geen protocol. Nee, is geen protocol, zover ik weet niet. Oké. Zit dat er aan te komen of? Weet ik niet. Kijk ik heb altijd maar te maken met de stoere bouwvakkers en automonteurs en de jongens van de gestampte pot noem ik dat he. Het is ja dat zijn jongens van het platteland he. Beruchteveld noem maar op, Lutten overal waar ze vandaan komen. Dat zijn jongen die happen er wel graag in hoor, moet ik ook rekening mee houden. Publiek is natuurlijk ook jongens van die VMBO ik weet niet nee of het met HAVO anders is hoor maar ik denk wel dat die jongens ze lusten hoor, ja. Maar er is niks zwart op wit ofzo hoor. Nee oké. 26. Wat gaat hierin goed? 27. Wat zou hierin beter kunnen? Tactus 28. Er is dus inderdaad contact met Tactus, en het contact dat er is geweest. Is dat goed verlopen?
109
29. Ja, is goed verlopen alleen ik heb die leerling niet te pakken kunnen krijgen en dat is gewoon jammer. Op dat moment had ik van jij bent aan de beurt op maandag morgen nou ja, dat is jammer. Ja hij was er niet en ja dan houd het op. Ja,ja. We wisten wel waar ze was maar goed op dat moment konden we niks doen. Dus dat is dit jaar dat het voor het eerst hebben dat het eigen een beetje ingezet is op die manier. Binnen het team waarin ik werk, laat ik het zo zeggen. Ik praat dus niet voor de andere teams. Nee. 30. Heeft u contact met Tactus? 31. Hoe verloopt dat contact? 32. Wat is er op dat moment goed gegaan… gaat er goed in het contact met Tactus? Nou dat je, kijk als dat gesignaleerd wordt is er vaak meer aan de hand, laat ik het zo zeggen. Dan zit zo’n leerling al in een traject en door dat dit er ook nog bij komt signaleer je dat ook nog weer naar hetzij Bureau Jeugdzorg, hetzij raad van de kinderbescherming, hetzij de leerplicht ambtenaar, dus daar er komt iets bij. Het is nooit een opzichzelfstaand iets het is altijd wel meer aan de hand dan alleen dat gebruik van alcohol in het weekend. Want laten we eerlijk zijn uhm, sommige ouders zeggen ik vind het niet erg dat je bier drinkt, oké. Maar ik denk dat de meeste ouders toch het wel in de hand willen houden dat zoon of dochterbehoorlijk aan de zuip gaat, laat ik het zo zeggen. Ja. En als dat gebeurd als je dat signaleert maar er is toch meer aan de hand en dat is dan toch weer iets erbij wat hele beeld duidelijk maakt van de leerling. Wat is er met die leerling aan de hand? Dat, dat, dat, dat. En dan gaat er wat gebeuren. Dan kom je misschien op rebound terecht of andere zaken, dat weet jij ook. Ja. Daar zitten allemaal leerlingen met allerlei problematiek zitten daar. Kijk en dan krijg je dat beeld is dan compleet. Ja. Ja. Het is nooit opzichzelfstaand kijk er kan best een jongen zijn, ik heb ook gehad die kwam altijd op maandagsmorgens om half 9 binnen ja ik wist en die vader zegt, ah jonge die kerel mag toch wel bier drinken meneer? Natuurlijk mag hij bier drinken, maar je moet ‘s morgen wel, ’s avonds een kerel, ’s morgens een kerel maar ‘s morgens is hij niet de kerel. Hij is aan het slapen in de bank, ja, dat werd geaccepteerd door het thuisfront, ja. Dan kan ik wel zeggen ja, dat moet je niet doen, ja, lastig. Duidelijk. 33. Heeft u alleen op dat moment contact met Tactus als u doorverwijst? Ja dat is nee Tactus komt hebben we verder eigenlijk. Komt hier niet over de vloer. Nee, dan moet ik eerlijk zeggen de leerlingbegeleider die heeft wel wat contacten met Tactus. Dus die gaat wel zeggen he eh, dit is er aan de hand ik kan het even. Misschien met Tactus even contact op nemen wat die kunnen betekenen voor mij. Dus formeel en informeel via leerlingbegeleiding is er contact met Tactus. Maar niet zo. Het is niet zo dat Tactus hier eens in de zoveel tijd langs komt? Nee, echt niet, echt niet. Oké, goed. 34. Wat zou er beter kunnen in het contact met Tactus? 35. Wanneer heeft u contact met Tactus? 36. Hoe vaak wordt er op dit moment doorverwezen naar Tactus? 37. Waarom wordt er juist wel of juist niet doorverwezen? Beleid 38. Wat is het beleid op het gebied van verslaving op uw school? Er was geen beleid van het alcohol maar..? Is ook geen beleid. Nog niet maar het komt wel, dat weet ik zeker. Dat kan niet anders. Ja, we hebben wel beleid in die zin zo van, blowen op het plein hier binnen het laat maar zeggen absoluut verboden. Ja, dan word ook dan gaan we melden, we kunnen het bij HALT
110
doen. Als hier gedeald wordt, dan gaan we echt halt inschakelen. Maar betrap de leerling maar eens. Betrap ze maar eens he. Dan doen ze het net voor de school bij het parkeerplaatsje, dat ken je wel, dan wordt daar gedeald. Ja. Wordt er gebruikt, ja dat kan best achter de school, daar mag je roken, het kan best wel eens een joint gerookt worden. Op dat moment als er niemand bij is. Ik heb een heel mooi verhaal van een leerling die, kreeg ik via de conciërge te horen. Volgens mij heeft die en die jongen geblowd. Ik zeg nou ik roep hem op, een hele aardige jongen. Ik zal hem Jan noemen. Goh Jan ik heb gehoord dat jij geblowd heb daar achter bij het rokershok daar. Hij keek me zo aan van (onschuldig), ikke? Helemaal nee ik heb niet ge… nee dat doe ik niet. Goh maar hoe weet u dat dan? Ja, dat hebben wat leerlingen gezien dat jij aan het blowen was. Aaah zegt hij nu weet ik het weer meneer, ik had geen vloei meer en toen stond mijn maat naast mij en die had nog zo’n vloeitje, zo’n hele grote en die heb ik zo gedraaid en toen leek het net of het een jointje was. Maar daar zat shag in hoor daar zat verder niks in. Geweldig verhaal. Ja ja. En wat moet ik daar mee. Ja ja. Nee inderdaad. Wat moet ik daar mee? Ik heb geen idee? Ik heb echt gelachen en gezegd; joh wat een geweldig verhaal heb je mij verteld. Ja. Ik kan er niks mee. Nee. En door de politie we hebben ook wel de politie maar die zegt bij alles bewijsmateriaal. Ja. Ja. Je kunt af en toe hebben we wel eens volledig gedaan om kluisjes controle te doen. Conciërge hup alles er bij met toestemming. Nou, dan moet de leerling er ook bij dan gaat het kluisje open en stel dat er wat inzit? Maar het heeft nog nooit wat opgeleverd. Ik heb ook al wel eens voorgesteld, dat heb ik op tv gezien, dat een hasjhond hier de kluisjes eens langs loopt, het zou kunnen. Ja. Dus het is binnen de school dat is het protocol wel daar staat zwart op wit dat het is verboden. Maar, onderschep het maar eens en bewijs het maar eens. De politie zegt; harde bewijzen, anders kunnen we niet wat. 2 jaar terug hadden we een jongen die gaf eerlijk toe ik heb hier een beetje gedeald en het stelde ook niks voor en niemand had het gezien maar wat moet je ermee, de politie zei wel van wat moet ik hiermee? Kleine hoeveelheden, het blijft lastig. 39. Is het beleid op het gebied van alcohol ook anders dan op het gebied van drugs? 40. Zo ja, wat voor verschillen? 41. Hoelang bestaat dit beleid al op uw school? 42. Zijn er nog nieuwe ontwikkelingen in het beleid op uw school? 43. Zo ja, welke? 44. Zo ja, wat is hiervan de oorzaak? 45. Zo ja, wat is er aangepast? 46. Zo nee, wat is de reden dat u het niet heeft aangepast?
111
Interview met een teamleider.
School met training
Algemeen 1. Wie bent u? Thijs Snel. 2. Wat is uw functie? Ik ben hier op dit moment operationeel directeur van de ‘nieuwe veste’, locatie Hardenberg. 3. Hoe lang werkt u al op deze school? Sinds 1983, maar niet als locatie directeur maar ik ben begonnen als docent wiskunde en natuur & scheikunde en lang maar zeker doorgegroeid naar deze functie. 4. Bent u alleen op deze school werkzaam geweest of heeft u ook nog op ander onderwijs werkzaam geweest? Ik ben mijn carrière begonnen op de openbare basisschool ‘Baalder’ hier in Hardenberg, dat was in ‘75. Vervolgens ben ik heb ik 6 jaar op een basisschool in Nieuwleusen gestaan. 1 jaar op het LHNO zo heette dat toen nog, de huishoudschool in Nijverdal. En vanaf ’83 dus aan deze locatie. Eerst was dit de gemeentelijke school voor de MAVO en in ’95 zijn we samen gegaan met de nieuwe veste in Coevorden. 5. Hoe lang werkt u in het onderwijs? 6. Wat doet u op het gebied van alcoholmatiging/preventie? Wat doen wij als school daaraan op een gegeven moment hebben we een ouderavond georganiseerd. We hebben onze docenten dus een cursus laten volgen ‘signaleren alcoholgebruik’. Tijdens de lessen natuur en zorg komt alcohol gebruik en drugs gebruik komt onder andere ook in de lessen natuur en zorg aan de orde. En dat is dus in een lesprogramma waarbij in de eerste klas het roken aan de orde komt, in de tweede klas alcohol en in de derde klas drugs. 7. Is er na de lesstof ook nog andere activiteiten daarbuiten die worden georganiseerd rondom alcohol/middelengebruik? Nee, nee, nee op een gegeven moment vinden wij dit wel voldoende. Er is trouwens van de gemeente wel eens onlangs een vraag geweest of wij eens wilde registreren of er leerlingen op de maandagochtend misschien wat bepaalde leerlingen toch stelselmatig dan te laat komen of niet op school waren en dat in verband gebracht kon worden met alcohol. Dat is inderdaad het maandagochtend verzuim, daar hebben wij ook wat van gehoord en dat sommige scholen dat doen en andere scholen niet. Ja, en goed wij hebben dus voor drie maandagen hebben we dat bekeken maar we konden daar niet echt leerlingen uithalen waarvan we zeggen van nou daar is een verdenking van. Training 8. Heeft u de training vroegsignalering bijgewoond? Nee. 9. Wat is de reden daarvan? Ja, andere werkzaamheden en ja goed ik heb dus in het verleden maar dat is dan al zo’n 15 jaar geleden een soort gelijke cursus ook gevolgd.
10. Hoeveel mensen hebben meegedaan aan de training?
112
Dan zou ik dus even moeten tellen, 3,4,5,6,7,8,9,10,11,12,13,14,15,16,17 en daar 15, dus zeg maar 15. 11. Wat voor functie hadden deze mensen? Docenten, conciërge. Ja, de conciërge heeft meegedaan en dan de rest waren allemaal docenten. 12. Wat is de reden dat de school voor de training vroegsignalering heeft gekozen? Nou omdat we dus kijk eens in het verleden hebben we dit al een keer gehad en dat is toen als heel positief ervaren en mensen hadden ook echt het idee van daardoor kunnen we gewoon beter signaleren omdat dus ja in de jaren een geheel nieuw leraren team gekomen is was de behoefte er gewoon, het werd ons door de gemeente aangeboden, kostte niks dus en ja goed de behoefte bij de docenten was dus duidelijk wel aanwezig. Ja omdat ja toch je hebt als school toch een functie in denk ik, je helpt mee om dit toch te bestrijden en goed ook wij zijn van mening dat hier in deze regio ja het alcohol gebruik toch bij jongeren toch duidelijk wel nou buiten sporig ja hoe zou je het moeten zeggen, in iedere geval groter is dan in andere regio’s. Ja dat ja met die keten en dergelijke, ja. 13. Zou u het eventueel in de toekomst nog een keer willen volgen? 14. Wat heeft u als teamleider vooral meegekregen van de training? Wat heb ik er van meegekregen ik heb de van de docenten dus begrepen dat de eerste bijeenkomst wat als zeer positief ervaren, de tweede bijeenkomst ja daar had men toch zo zijn bedenken tegen en dat kwam dus vooral ook door degene die dat voor de eerste keer presenteerde en ja daar toch niet mee uit de voeten kon. En nou is het natuurlijk is het ook heel ontzettend moeilijk om een training te geven aan professionals als docenten en dus want ja die docenten die gaan op een gegeven moment ja die die die willen dus ook hun eigen inbreng in hebben en ja goed en hij hielt zich dus heel erg bij zijn eigen verhaal. 15. Zou u misschien ook kunnen noemen wat ze als positief hebben ervaren in de eerste training bijvoorbeeld, wat er genoemd is? Nou dat ze dus zij dus wel heel duidelijk inging op de opmerkingen die dus door de collega’s gemaakt werden. Ja waardoor het nouja tegenwoordig zegt men dat is interactief praten en waardoor dus de inbreng van de collega’s in ieder geval ook gewaardeerd werd en daar werd er op ingegaan en daar daardoor kregen ze dus duidelijk een veel beter beeld ook. 16. Past u dit ook toe? 17. Op welke manier wordt er op dit moment vroegtijdig gesignaleerd? En wordt er vroegtijdig gesignaleerd? Nou goed kijk wij we hebben al een aantal keren deze vragen gehad en dan gaan we bij elkaar zitten en dan zeggen we van is er ervaren wij dat hier op deze school nu ook als een probleem? Komt het voor dat je maandagmorgen dat er leerlingen in de klas zitten die wallen onder de ogen hebben enz enz enz, de drank walm komt je nog tegemoet, nou wij hebben geconstateerd dat dat eigenlijk niet speelt en ja dat dat is al een aantal jaren zo dus en ja goed we hadden soms het idee zijn wij daar dan blind voor want we vangen dus wel de signalen op uit de regio op dat het wel gebeurd. De verklaring hiervoor is denk ik maar ja goed dat is wat ik dan denk, kijk eens dat keten bezoek en dat drank gebruik dat vind plaats op de vrijdagavond en zaterdagavond, misschien een keer de donderdagavond ja hier in deze streek. De zondag is dan om bij te komen en ja goed dan zijn ze maandag weer redelijk fris tenminste ik heb als ik ook eens zo in mijn omgeving kijk dan zie ik ook hoe de jeugd dus vooral de vrijdag en de zaterdagavond uitzwermen en ja overal naar toe gaan en op de zondag ja dat is dan toch nog een rustdag hier. Wat ik daaruit een beetje opmaak is dat hier
113
op school de signalen niet zo duidelijk zijn dat de school denkt daar moeten we wat mee op dit moment. Oke is duidelijk. 18. Door welke mensen binnen de school wordt er gesignaleerd? 19. Zijn er afspraken gemaakt door wie er wordt gesignaleerd en hoe het in zijn werking gaat? Nou dat komt dus op een gegeven moment een conciërge die dus de absenten administratie doet. Leerlingen als te laat op school komen moeten ze langs de conciërge en de conciërge en die heeft dus ook aan deze training mee gedaan ja en een is bewuste keus geweest dus? Ja en dan verder onze leerling coördinatoren die dus ook ja wat dat betreft een signalerende functie hebben ja en docenten natuurlijk als de leerlingen bij hen in de klas komen en ja nou ja goed dan zijn deze twee cursussen waar de taak dus is voor bedoeld. Om echt te weten van mocht het wel gebeurd wat dan? Ja. 20. Zijn er daarin taken verdeeld? 21. Wordt er aandacht besteed tijdens de lessen aan het middelengebruik? 22. Zo ja, op wat voor manier wordt er aandacht aan gegeven? 23. Zo nee, wat is de reden dat er tijdens de lessen geen aandacht aan wordt geschonken? Alcohol op school 24. Wordt er op school alcohol gebruikt door de jongeren? Of is dat weleens gebeurd in het verleden? Nee, op onze feestavonden, dat is altijd alcohol vrij. En op excursies naar het buitenland ik weet niet of dat hier ook speelt op deze school? Op excursies naar het buitenland is dus zeg maar door onze vierde klas theoretische leerweg die gaat nadat ze examen gedaan hebben maken ze een reis naar Parijs en daar wordt onder toezicht van de docenten nou wordt wel eens een keer toegestaan dat leerlingen een alcoholische consumptie nuttigen. Maar wat uw ervaring daarin is dat het goed gaat en dat het niet… ja daar zijn we heel streng in dat op een gegeven moment als dus blijkt en dat is wordt de leerlingen van te voren duidelijk gezegd jongens, als iemand hier buiten de pot piest, die gaat op een gegeven moment die gaat subiet wordt opgehaald. En ja die dreigingen zijn meestal voldoende. De regels zijn duidelijk? Tot nu toe voldoende geweest zijn. Het is nog niet voorgekomen dat we leerlingen terug hebben moeten sturen. U heeft al verteld dat u merkt of weet dat de jongeren in het weekend alcohol gebruiken en dat het doordeweeks niet heel erg merkbaar is op school. Nee 25. Zo ja, Hoe weet u dat? 26. Zijn er jongeren bij u op school die te laat op school komen of minder presteren door het gebruik van alcohol, ’s avonds of in het weekend? 27. Wat gebeurt er op uw school om alcoholgebruik onder jongeren aan te pakken of onder de aandacht te brengen? Ja, goed dat is dus tijdens de lessen natuur en zorg en voor de rest nou ja goed ja eigenlijk niet. Je moet ook niet tenminste dat is mijn opvatting wanneer je dus duidelijk het idee hebt van dat het niet echt speelt dan moet je daar ook niet teveel de nadruk op gaan leggen want dan wordt je zo’n zeurder en dat helpt ook allemaal niks. En mocht het wel nodig zijn dan kun je natuurlijk altijd nog.. ja ja ja. 28. Wat zou uw school nog meer kunnen doen op gebied van alcohol? 29. Bent u gericht bezig op het gebied van alcoholmatiging?
114
30. Vindt u dat u vanaf het afgelopen jaar meer bent gaan doen op het gebied van alcoholmatiging of niet? 31. Zo ja, merkt u verschil op uw school sinds u meer bent gaan doen met alcoholmatiging? (veranderingen sinds het laatste jaar of sinds de training, onder docenten) Nee geen veranderingen. Kijk eens vroeger werd niet gesignaleerd en het is nu ook niet zo dat we op een gegeven moment aan gaan geven van he let eens op die of let eens op die. 32. Wanneer er gesignaleerd is, hoe wordt er gehandeld? (beschrijven in stappen) Ja, je kunt dus ja, het is dus afspraken ook met onze de lichtplichtambtenaar dat ze wanneer het dus leerlingen zijn waarvan je het vermoeden hebt dat er alcohol gebruik is, ja die kunnen we dus doorverwijzen naar leerplichtambtenaar en leerplichtambtenaar staat dan ook in contact met iemand van Tactus en dat ja kan deze leerling dus een cursus aangeboden worden. Dus die lijn is er wel, die lijn wordt misschien nu niet gebruikt maar als is het wel nodig dan is die er. Nee, maar goed als dat was dus het verzoek van de leerplichtambtenaar om dit te registreren en toen hebben ze dus aangegeven nou deze leerlingen ja als je dus het vermoeden hebt dan gaan wij er eens mee praten en vervolgens als duidelijk is van dat het geval is dan bieden we deze kinderen en dacht ik ook de ouders bieden we een cursus aan om te laten zien hoe slecht het allemaal wel niet is. 33. Wordt er tijdens kampen culturele reizen of feestjes ook rekening gehouden met het gebruik van alcohol/middelengebruik? 34. Op wat voor manier probeert uw school hier rekening mee te houden? 35. Is er ook sprake van een schriftelijk beleid hierin? 36. Wat gaat hierin goed? 37. Wat zou hierin beter kunnen? Tactus 38. Heeft u contact met Tactus? Ja. Op wat voor manier? Elk jaar komt iemand van de Tactus komt hier op school om op een gegeven moment om na te vragen van wat wij het afgelopen jaar hebben gedaan en zij bieden dan een bijvoorbeeld deze cursussen aan. Dat is gewoon vastgesteld? Ja, daar hebben wij een vaste afspraak, 1x per jaar komt iemand van tactus. Is dat voldoende? Ja, dat ja je moet niet overdrijven want kijk eens want uiteindelijk signaleren we dus eigenlijk op school niet echt de problematiek he dat nou wordt het ja misschien iets anders doordat wij nu ook een HAVO bovenbouw hebben, dat betekend dus ook dat je nu ook 16,17,18 jarigen binnen de poort hebt maar nee, op dit moment niet. Hoe lang zit de bovenbouw HAVO hier nu? 3 jaar geleden zijn we met bovenbouw HAVO begonnen. 39. Hoe verloopt dat contact? 40. Wat gaat er goed in het contact met Tactus? Dat is wel duidelijk, 1x per jaar afspreken 41. Wat zou er beter kunnen in het contact met Tactus? 42. Wanneer heeft u contact met Tactus? 43. Hoe vaak wordt er op dit moment doorverwezen naar Tactus? (is er ooit in het verleden doorverwezen naar Tactus? Is dit ooit voorgekomen?) Nee. 44. Waarom wordt er juist wel of juist niet doorverwezen?
115
Beleid 45. Wat is het beleid op het gebied van verslaving op uw school? (Of is er een beleid? Staat er wat op papier?) Nee, niet dusdanig. Zou dat iets zijn om te doen? Of denkt u van dat werkt niet? Ja, het is tegenwoordig moet men allemaal allerlei beleidsstukken voorschrijven en dergelijke en ja de manier waarop we het aanpakken ja het zou misschien goed zijn om dat op een gegeven moment eens een keer te beschrijven maar daar zijn we op dit moment nog niet aan toe. 46. Is het beleid op het gebied van alcohol ook anders dan op het gebied van drugs? 47. Zo ja, wat voor verschillen? 48. Hoelang bestaat dit beleid al op uw school? 49. Zijn er nog nieuwe ontwikkelingen in het beleid op uw school? 50. Zo ja, welke? 51. Zo ja, wat is hiervan de oorzaak? 52. Heeft de training vroegsignalering hier nog invloed op gehad? 53. Zo ja, wat is er aangepast? 54. Zo nee, wat is de reden dat u het niet heeft aangepast? Effect van de training: Ja, het effect van de training vind ik dan heel moeilijk om te vragen omdat u aangeeft dat er nog niet ze geven wel aan dat de eerste training wel fijn was maar heeft u het idee dat er al effect is van de training? Qua houding of gedrag? Ontzettend moeilijk peilbaar, ja goed je hoort op een gegeven moment in de docentenkamer heeft men het er na de tijd dus wel over maar daarna dan goed ja dan zijn het weer andere onderwerpen en ja in het onder bewuste bij de mensen zal het allemaal best blijven hangen op het moment dat het dus ja dat het zich voor doet dan pas zal het nodig zijn en dan zal je op een gegeven moment merken van ja wat doet zo’n conciërge en wat doet zo’n docent. Maar goed het speelt nog niet echt. 55. Wat is volgens u een waarneembaar effect op gebied van gedrag binnen uw school? 56. Wat is volgens u een waarneembaar effect op gebied van houding binnen uw school? 57. Wat is volgens u een waarneembaar effect op gebied van kennis binnen uw school? 58. Welke effecten zijn daarnaast zichtbaar geworden? 59. Welk effect zou u graag zien, maar is nog niet bereikt? 60. Welke doelen zijn volgens u bereikt binnen uw school op gebied van alcohol? 61. Welke doelen zou u nog willen bereiken op dit gebied?
116
9.2. Enquête: Enquête voortgezet onderwijs training vroegsignalering Algemene vragen 1) Wat is uw geslacht? o Man o Vrouw 2) Wat is uw leeftijd? o < 25 jaar o Tussen 25 en 40 jaar o > 40 jaar 3) Op welke school bent u werkzaam? …………………………………………………………….. ……………………………………………………………. 4) Hoe lang werkt u al op deze school? …………………………………………………………….. …………………………………………………………….. 5) Hoe lang werkt u in het onderwijs? …………………………………………………………… …………………………………………………………… 6) Wat is uw functie binnen school? …………………………………………………………… …………………………………………………………… 7) In welke klas geeft u les? …………………………………………………………... …………………………………………………………
8) Waarom heeft u deze training gevolgd? o Verplichting vanuit uw school o Eigen interesse o Erkennen van alcoholproblematiek op uw school o Anders, namelijk……………………………………………………………………………………… 9) Heeft u beide trainingsbijeenkomsten gevolgd? o Ja o Nee Verandering in kennis, houding en gedrag 10) Is uw houding ten opzichte van alcohol en middelengebruik bij jongeren veranderd nadat u de training heeft gevolgd? o ja ( indien ja ga verder bij vraag 11 ) o nee (indien nee ga verder bij vraag 13) 11) Wat is er veranderd aan uw houding? …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………….
117
12) Waarin uit zich deze verandering in houding op uw school? ……………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………… 13) Is er een verandering in kennis opgetreden nadat u de training heeft gevolgd? o ja o nee 14) Kunt u de volgende thema’s op gebied van kennis ranken op belangrijkheid. Dus 1 is het thema waar u de meeste kennis op heeft en 5 het minst. …. Kennis op gebied van vroegsignaleren …. Kennis op gebied van doorverwijzen …. Kennis over de effecten en risico’s van riskant alcoholgebruik bij jongeren …. Kennis van de samenwerkingsafspraken binnen uw Gemeente …. Kennis over de motiverende gesprekvoering (te gebruiken in gesprek met de jongere)
15) Kunt u die kennis die u heeft opgedaan gebruiken in de praktijk? o Ja o Nee 16) Op wat voor manier gebruikt u deze kennis? o Aandacht schenken aan het thema alcohol in mijn lessen o Ik gebruik het om alcoholproblemen te signaleren o Binnen de school denk en werk ik mee aan het alcoholbeleid o Anders, namelijk…………………………………………………………………………………… 17) Is uw gedrag ten opzichte van alcohol en middelengebruik onder jongeren veranderd nadat u de training heeft gevolgd? o ja o nee 18) Zo ja, op wat voor manier is uw gedrag veranderd? ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… 19) Hoe zou u zelf handelen als er ernstige alcohol of middelengebruik wordt gesignaleerd op uw school? o Signaal bespreken met de jongere zelf o Signaal bespreken en overleg voeren met de leiding o Contact op laten nemen met de ouders o De jongeren doorverwijzen naar Tactus o Anders, namelijk…………………………………………………………………………… 20) Hoe is uw houding nu ten opzichte van doorverwijzen naar Tactus? o Zeer positief o Positief o Positief/negatief o Negatief o Zeer negatief Kunt u dit toelichten? ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………
118
Beleid op uw school 21) Worden er binnen uw school activiteiten aangeboden rondom alcohol en middelengebruik bij jongeren? o Ja (Ga verder bij vraag 22) o Nee (Ga verder bij vraag 23) 22) Welke activiteiten worden er aangeboden? o Er worden meer lessen gegeven rondom alcohol en middelgebruik bij jongeren o Er wordt nieuw beleid ontwikkeld op school o Bij feestjes wordt geprobeerd alcohol vrij te plannen o Er wordt meer gesignaleerd binnen de school o Meer contact met tactus o Tactus zit structureel in het zorgoverleg o Er zijn taakverdelingen zichtbaar geworden wie er signaleert en wie er verwijst o Ouderavonden o Anders, namelijk…………………………………….
23) Wat vindt u van het beleid op gebied van alcohol en middelengebruik op uw school? o Zeer tevreden o Tevreden o Tevreden/ontevreden o Ontevreden o Zeer ontevreden
24) Hoe is uw mening ten aanzien van het beleid op school in vergelijking met voor de training? o Veel positiever o Positiever o Niet positiever of negatiever o Negatiever o Veel negatiever
Vroegsignaleren 25) Hoe is de handelswijze van de school t.o.v. vroegsignaleren op dit moment? o Zeer actief o Actief o Evenveel o Minder actief o Veel minder actief o 26) Tot wiens takenpakket hoort vroegsignaleren volgens u? o De teamleider o De leerkrachten o De zorgcoördinator o Anders, namelijk……………………………………….. 27) Bij wie ligt volgens u de taak om het aan te kaarten bij de leerling? o De persoon die op dat moment signaleert o De mentor van de leerling o De leiding o Anders, namelijk………………………………………………….
119
28) Heeft u nog tips of opmerkingen? ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………
120
9.3. Interview school met training: Interview met een teamleider.
School met training
Algemeen 1. 2. 3. 4. 5.
Wie bent u? Wat is uw functie? Hoe lang werkt u al op deze school? Hoe lang werkt u in het onderwijs? Wat doet u op het gebied van alcoholmatiging/preventie?
Training 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
Heeft u de training vroegsignalering bijgewoond? Hoeveel mensen hebben nog meer meegedaan aan de training en wat was hun functie? Wat is de reden dat de school voor de training vroegsignalering heeft gekozen? Zou u het eventueel in de toekomst nog een keer willen volgen? Wat heeft u als teamleider vooral meegekregen van de training? Past u dit ook toe? Op welke manier wordt er op dit moment vroegtijdig gesignaleerd? Door welke mensen binnen de school wordt er gesignaleerd? Zijn er afspraken gemaakt door wie er wordt gesignaleerd? Zijn er daarin taken verdeeld? Wordt er aandacht besteed tijdens de lessen aan het middelengebruik? Zo ja, op wat voor manier wordt er aandacht aan gegeven? Zo nee, wat is de reden dat er tijdens de lessen geen aandacht aan wordt geschonken?
Alcohol op school 19. Wordt er op school alcohol gebruikt door de jongeren? 20. Zo ja, Hoe weet u dat? 21. Zijn er jongeren bij u op school die te laat op school komen of minder presteren door het gebruik van alcohol, ’s avonds of in het weekend? 22. Wat gebeurt er op uw school om alcoholgebruik onder jongeren aan te pakken of onder de aandacht te brengen? 23. Wat zou uw school nog meer kunnen doen op gebied van alcohol? 24. Bent u gericht bezig op het gebied van alcoholmatiging? 25. Vindt u dat u vanaf het afgelopen jaar meer bent gaan doen op het gebied van alcoholmatiging of niet? 26. Zo ja, merkt u verschil op uw school sinds u meer bent gaan doen met alcoholmatiging? 27. Wanneer er gesignaleerd is, hoe wordt er gehandeld? (beschrijven in stappen) 28. Wordt er tijdens kampen culturele reizen of feestjes ook rekening gehouden met het gebruik van alcohol/middelengebruik? 29. Op wat voor manier probeert uw school hier rekening mee te houden? 30. Is er ook sprake van een schriftelijk beleid hierin? 31. Wat gaat hierin goed? 32. Wat zou hierin beter kunnen?
121
Tactus 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39.
Heeft u contact met Tactus? Hoe verloopt dat contact? Wat gaat er goed in het contact met Tactus? Wat zou er beter kunnen in het contact met Tactus? Wanneer heeft u contact met Tactus? Hoe vaak wordt er op dit moment doorverwezen naar Tactus? Waarom wordt er juist wel of juist niet doorverwezen?
Beleid 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49.
Wat is het beleid op het gebied van verslaving op uw school? Is het beleid op het gebied van alcohol ook anders dan op het gebied van drugs? Zo ja, wat voor verschillen? Hoelang bestaat dit beleid al op uw school? Zijn er nog nieuwe ontwikkelingen in het beleid op uw school? Zo ja, welke? Zo ja, wat is hiervan de oorzaak? Heeft de training vroegsignalering hier nog invloed op gehad? Zo ja, wat is er aangepast? Zo nee, wat is de reden dat u het niet heeft aangepast?
Effect van de training: 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56.
Wat is volgens u een waarneembaar effect op gebied van gedrag binnen uw school? Wat is volgens u een waarneembaar effect op gebied van houding binnen uw school? Wat is volgens u een waarneembaar effect op gebied van kennis binnen uw school? Welke effecten zijn daarnaast zichtbaar geworden? Welk effect zou u graag zien, maar is nog niet bereikt? Welke doelen zijn volgens u bereikt binnen uw school op gebied van alcohol? Welke doelen zou u nog willen bereiken op dit gebied?
122
9.4. Interview school zonder training: Interview met een teamleider.
School zonder training
Algemeen 1. Wie bent u? 2. Wat is uw functie? 3. Hoe lang werkt u al op deze school? 4. Hoe lang werkt u in het onderwijs? 5. Wat doet u op het gebied van alcoholmatiging/preventie? Vroegsignalering 6. Wat is de reden dat de school niet voor de training vroegsignalering heeft gekozen? Zou u in de toekomst de training wel willen gaan volgen? 7. Op welke manier wordt er op dit moment vroegtijdig gesignaleerd? 8. Door welke mensen binnen de school wordt er gesignaleerd? 9. Zijn er afspraken gemaakt door wie er wordt gesignaleerd? 10. Zijn er daarin taken verdeeld? 11. Wordt er aandacht besteed tijdens de lessen aan het middelengebruik? 12. Zo ja, op wat voor manier wordt er aandacht aan gegeven? 13. Zo nee, wat is de reden dat er tijdens de lessen geen aandacht aan wordt geschonken? Alcohol op school 14. Wordt er op school alcohol gebruikt door de jongeren? 15. Zo ja, Hoe weet u dat? 16. Zijn er jongeren bij u op school die te laat op school komen of minder presteren door het gebruik van alcohol ’s avonds of in het weekend? 17. Wat gebeurt er op uw school om alcoholgebruik onder jongeren aan te pakken of onder de aandacht te brengen? 18. Wat zou uw school nog meer kunnen doen op gebied van alcohol? 19. Bent u gericht bezig op het gebied van alcoholmatiging? 20. Vindt u dat u vanaf het afgelopen jaar meer bent gaan doen op het gebied van alcoholmatiging of niet? 21. Zo ja, merkt u verschil op uw school sinds u meer bent gaan doen met alcoholmatiging? 22. Wanneer er gesignaleerd is, hoe wordt er gehandeld? (laten beschrijven in stappen) 23. Wordt er tijdens kampen culturele reizen of feestjes ook rekening gehouden met het gebruik van alcohol/middelengebruik? 24. Op wat voor manier probeert uw school hier rekening mee te houden? 25. Is er ook sprake van een schriftelijk beleid hierin? 26. Wat gaat hierin goed? 27. Wat zou hierin beter kunnen?
123
Tactus 28. Heeft u contact met Tactus? 29. Hoe verloopt dat contact? 30. Wat gaat er goed in het contact met Tactus? 31. Wat zou er beter kunnen in het contact met Tactus? 32. Wanneer heeft u contact met Tactus? 33. Hoe vaak wordt er op dit moment doorverwezen naar Tactus? 34. Waarom wordt er juist wel of juist niet doorverwezen? Beleid 35. Wat is het beleid op het gebied van verslaving op uw school? 36. Is het beleid op het gebied van alcohol ook anders dan op het gebied van drugs? 37. Zo ja, wat voor verschillen? 38. Hoelang bestaat dit beleid al op uw school? 39. Zijn er nog nieuwe ontwikkelingen in het beleid op uw school? 40. Zo ja, welke? 41. Zo ja, wat is hiervan de oorzaak? 42. Zo ja, wat is er aangepast? 43. Zo nee, wat is de reden dat u het niet heeft aangepast?
124
9.5 Urenverantwoording: Integrale leerlijn: (20 EC= 560 uur) Activiteit: 7 bijeenkomsten 3 uur individuele begeleiding/feedback ontvangen van docent Plan van aanpak maken (overleg met instelling, schrijven, goedkeuring) Literatuur verzamelen m.b.t. onderzoeksopdracht Literatuurstudie* gericht op onderzoeksopdracht Activiteiten in de instelling gericht op voorbereiding en uitvoering van de opdracht Maken van het onderzoeksproduct Samenstellen portfolio: nadenken over welke bewijsmaterialen relevant zijn Beslissen welke bewijsstukken er in het portfolio worden opgenomen Structuur van portfolio maken Voorbereiden van assessmentgesprek Beoordelen van elkaars producten (indien van toepassing) Voeren van assessmentgesprek Etc. Etc. Etc.
Uren: 14 uur 3 uur 40 uur 20 uur 120 uur 100 uur 200 uur 30 uur
Totaal integrale leerlijn
566 uur
30 uur 6 uur 3 uur
Kennislijn en trainingslijn: (10 EC = 280 uur) Activiteit: Kennislijn 7 weken x 2 uur Training 7 weken x 2 uur Lezen van literatuur* en maken van huiswerkopdrachten bij de bijeenkomsten (deze huiswerkopdrachten kunnen worden gebruikt als bewijsmateriaal in portfolio) Toets kennislijn Toetsopdracht training
Uren: 14 uur 14 uur 208 uur
Totaal kennis en trainingslijn(en)
280 uur
125
30 uur 10 uur
Bijlage 9.6 Doelen deskundigheidsbevordering De deelnemers: - beschikken over actuele kennis van de effecten en risico’s van riskant alcoholgebruik bij jongeren - kennen signalen van risicovol gebruik en oefenen met signalering hiervan - hebben inzicht in de eigen taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot het signaleren van (risicovol) alcoholgebruik bij jongeren - hebben inzicht in de taken en verantwoordelijkheden van andere organisaties met betrekking tot de functie signaleren van (risicovol) alcoholgebruik bij jongeren - maken kennis met motiverende gespreksvoering en oefenen gespreksvaardigheden hierin - zijn op de hoogte van de lokaal gemaakte samenwerkingsafspraken.
(http://www.vroegsignaleringalcohol.nl/~/media/Themasites/PVA/Downloads/Deskundigheidsbevor dering%20behorend%20bij%20het%20Protocol%20Jeugd%20Partnership%20Vroegsignalering%20Al cohol.ashx)
126