EERLIJKE EN DUURZAME HANDEL EN BIOLOGISCHE landbouw IN BOLIVIA 1
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Carl MICHIELS COÖRDINATIE Phenyx43 REDACTIE Dan AZRIA - Phenyx43 CONCEPT Julie RICHTER - Phenyx43 OMSLAGFOTO Attilio Perez, producent van Anapqui - Fotocredits: Alter Eco
e inhoud van deze publicatie van het D Trade for Development Centre vertegenwoordigt niet het officiële standpunt van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking Brussel, december 2011
2
INLEIDING
5
BOLIVIA ONTDEKKEN
7
EERLIJKE HANDEL, DUURZAME HANDEL EN BIOLOGISCHE LANDBOUW
13
DE ANDERE CERTIFICATIESYSTEMEN IN BOLIVIA
35
BESLUIT
45 3
4
INLEIDING Bolivia is het meest geïsoleerde en hoogste land van Latijns-Amerika. Het is een van de minst ontwikkelde staten in dit deel van de wereld ondanks de grote omvang van zijn mineraal- en energievoorraden. Het land kent heel wat plagen die moeilijk uit te roeien zijn zoals kindersterfte, analfabetisme, geweld tegen vrouwen... Toch is er sinds een aantal jaar een duidelijke vooruitgang te merken, vooral binnen de gezondheidszorg en het onderwijs. Bolivia onderscheidt zich door een sterke sociale en ecologische stellingname die voortkomt uit de tradities van de oorspronkelijke indiaanse bewoners. Zij kunnen zich na eeuwen van pesterijen en onderdrukking eindelijk uiten. Vandaag maken de Bolivianen zich alternatieve economische modellen eigen als eerlijke handel, duurzame handel en biologische landbouw. Zij doen dit met een grote slagvaardigheid, want deze modellen liggen van nature in de lijn van hun voorouderlijke cultuur. Het maakt met andere woorden deel uit van het Boliviaanse erfgoed. Initiatieven die mogen worden gezien.
5
Vrouw en kind Aymara - Fotocredits: Practical action / Helen Marsh
6
BOLIVIA ONTDEKKEN
LAND VAN EXTREMEN EEN BLIK OP DE GESCHIEDENIS BREUKEN EN UITDAGINGEN EEN ECONOMIE IN WORDING
7
LAND VAN EXTREMEN Bolivia is het hoogstgelegen en meest ingesloten land vanLatijns-Amerika. Het wordt omringd door Chili, Peru, Paraguay, Brazilië en Argentinië.
Door dit bijzondere landschap kan amper 5 % van de bodem worden bewerkt. Bergketens, steile hellingen en gebrekkige infrastructuur maken de afstanden zowel in het land als tussen Bolivia en de rest van de wereld enorm. Tal van inheemse gemeenschappen leven in afgelegen gebieden die moeilijk toegankelijk zijn. In de steden zien we een concentratie van Europese afstammelingen en van mensen die het platteland hebben ontvlucht.
8
De Illampu-berg - Fotocredits: Codiferous (Cody H.)
Bolivia moet zich schikken naar zijn uitgesproken reliëf met heel hoge bergen en heel diepe valleien. Door deze hoogteverschillen zijn er ook aanzienlijke klimaatverschillen. De geografische verscheidenheid biedt het land een veelheid aan landschappen, vergezichten en geuren: van het vochtige en tropische Amazonegebied tot de koude en dorre hoogvlakten van de Altiplano (de hoogstgelegen bewoonde streek in de wereld, na het plateau van Tibet). In het zuiden vind je ook vulkanen en canyons.
Zoutmeer van Salar de Uyuni - Fotocredits: UN Photo / Andi Gitow
EEN BLIK OP DE GESCHIEDENIS Een brug van goud en bloed
Hervormingen en staatsgreep
Alvorens de Europeanen het continent ontdekken en koloniseren, maakt Bolivia deel uit van het machtige Incarijk. De Spaanse veroveraars eigenen zich dit gebied op gewelddadige en bloedige wijze toe, leggen het katholicisme op en bemachtigen de fabelachtige schatten die dit continent rijk is. Gedurende meer dan twee eeuwen wordt dit gebied door de kolonisten geplunderd en ontstaat er een goud- en zilverbrug die Latijns-Amerika met het Spaanse koninkrijk verbindt.
De Nationalistische Revolutionaire Beweging komt in 1952 aan de macht, ondanks de tegenstand van het leger. Zij ligt aan de basis van tal van evoluties die Bolivia in deze periode doormaakt: algemeen stemrecht, landbouwhervorming, nationalisering van de mijnen… Door de interventiepolitiek van de nieuwe regering kan een deel van de rijkdom die in handen is van de grootgrondbezitters worden herverdeeld. Maar de militairen verzetten zich tegen dit politieke project en in 1964 nemen de generaals de macht over tijdens een bijzonder gewelddadige staatsgreep. Gedurende bijna twintig jaar wordt de individuele vrijheid aan banden gelegd en worden opposanten vervolgd.
Onafhankelijkheid en conflicten In 1825 verkrijgt het land zijn onafhankelijkheid en kiest zijn naam ter ere van zijn nationale held Simon Bolivar. Maar de onafhankelijkheid brengt geen vrede. Gedurende een eeuw kent Bolivia alleen maar grensconflicten, revoluties en dictaturen. De conflicten met zijn buren verzwakken het land aanzienlijk en het verliest hierdoor een deel van zijn grondgebied en zijn enige uitweg naar de zee.
Schulden en democratie Pas in 1985 kunnen we spreken van een pluralistische democratie in het land. De opeenvolgende presidenten worden met gespannen sociale en economische situaties geconfronteerd en voeren hervormingen door die door de internationale financiële instellingen zijn opgelegd. Als tegenprestatie voor een schuldherschikking, wordt het land gedwongen om een drastische strijd te voeren tegen de inflatie, het begrotingstekort te verminderen en grote delen van de economie te privatiseren.
9
1 mei-viering in La Paz - Fotocredits: Jonquières, Alberto / UNESCO
Aardolie en de rechten van de inheemse bevolking De ontdekking in 2000 van immense gasbellen plaatst de belangen van de multinationals lijnrecht tegenover de sociale eisen en leidt tot een politieke crisis die jaren zal aanslepen. Hoofdzakelijk indiaanse volksbewegingen eisen de hernationalisering van de aardolie- en gasreserves waarvan de exploitatie aan Amerikaanse en Europese bedrijven is toevertrouwd. De protesten en sociale spanningen verzwakken het land en zetten de verschillende gemeenschappen tegen elkaar op. De presidentsverkiezing in 2005 vormen een belangrijk keerpunt in de politieke en sociale geschiedenis van Bolivia. Evo Morales is de eerste president van indiaanse afkomst sinds de 19e eeuw. Hij kondigt de nationalisering aan van de koolwaterstoffen en de heronderhandeling van alle contracten met buitenlandse bedrijven. Het doel is om meer dan 80% van de inkomsten uit deze exploitaties naar de staat te laten doorvloeien.1 Hoe belangrijk deze beslissingen ook zijn op het vlak van de economie en de sociale rechtvaardigheid, toch kunnen zij de tweedeling die het land verzwakt niet opvangen.
10
BREUKEN EN UITDAGINGEN
Mars voor steun aan de Boliviaanse grondwet - Fotocredits: Edwin Velásquez
Een verscheurde natie De oostelijke regio’s van het land eisen sinds 2005 een grotere autonomie en zelfs een afscheuring waardoor ze tegenover de inheemse beweging van het land komen te staan. De beweging protesteert tegen deze eisen omdat die volgens haar alleen de belangen zou dienen van de oligarchische minderheid van het land. In 2006 wordt via een referendum nationaal ingestemd met het unitaire project, maar toch is er een opvallende breuk tussen het oosten en het westen van het land. Dit valt ook duidelijk af te lezen uit de resultaten ten gunste van de autonomie in de departementen Santa Cruz, Tarija en Pando. De tegenstellingen in het land monden maar al te vaak uit in geweld, zowel in de steden als in de plattelandsgebieden. De hervormingen die door de presidentiële meerderheid worden uitgevoerd, stoten op heel heftige weerstand van de creoolse economische elite en van de lokale overheden (prefecten) uit de oostelijke gebieden waar de grootste rijkdom van het land zich concentreert.2 Sindsdien zijn er nieuwe volksraadplegingen georganiseerd die de unitaristische meerderheid hebben bevestigd op nationaal niveau, maar het separatistische verlangen van de rijke oostelijke regio’s lijkt maar niet te buigen.
Volksgroepen en armoede De Boliviaanse bevolking wordt geschat op iets meer dan 10 miljoen inwoners. Het grootste deel of 55% van de bevolking zijn indianen (30% Quechua’s, 25% Aymara’s), 30% mestiezen en 15% blanken van Europese origine. Ondanks de duidelijk stijgende ontwikkelingsindex blijft het land een van de armste van Latijns-Amerika. De economische en sociale kloof overlapt met de etnische verdeling en de armste volkeren van het land zijn overwegend inheemse Bolivianen uit de plattelandsgebieden.
Coca, tussen drugshandel en traditie Bolivia blijft een van de belangrijkste cocaproducenten ter wereld ondanks (het soms gewelddadige) uitroeiingsbeleid en alternatieve teeltprogramma’s. De reacties op de onderdrukking van de cacaolandbouwers hebben trouwens bijgedragen tot de verkiezing van Evo Morales. Sinds zijn aantreden spant hij zich in om het traditionele gebruik van coca in ere te herstellen. Maar deze houding strookt niet met de positie van de Verenigde Staten. In 2008 werden de commerciële voordelen ingetrokken die de vorige regering had gekregen in ruil voor haar inzet om de cocateelt uit te roeien. De regering van Georges Bush Jr. zette Bolivia vervolgens op de lijst van slechte leerlingen op vlak van de war on drugs.
11
Lamas op het zoutmeer van Salar de Uyuni - Fotocredits: Anouchka Unel
Bolivia was heel lang een van de armste landen van het continent. Pas sinds de jaren negentig wordt de economie van het land gemoderniseerd.
EEN ECONOMIE IN WORDING Dankzij de eerste democratisch verkozen regeringen trad Bolivia toe tot MERCOSUR (Zuid-Amerikaans economisch samenwerkingsverband), werden verscheidene overheidsbedrijven geprivatiseerd en werden regionale uitwisselingen ondersteund. Deze hervormingen droegen bij tot de ontwikkeling van het land. Ondanks zijn grote afhankelijkheid van de internationale hulp. In 1999 legde de financiële wereldorganisaties een soberheidsbeleid op dat de groei vertraagde en leidde tot minder programma’s tegen armoedebestrijding. Als gevolg hiervan zijn meer sociale problemen ontstaan die vooral onder de boeren merkbaar zijn. Ondanks ernstige structurele zwaktes zoals schuld, gebrekkige infrastructuur en insluiting beschikt Bolivia toch over belangrijke troeven om de toekomst te trotseren. Het land is immers rijk aan grondstoffen (aardgas, petroleum, tin, lood, tungsteen, goud en zilver), en beschikt eveneens over de helft van de wereldreserve aan lithium (heel sterk onderontgind), een van de belangrijkste elementen bij de fabricatie van batterijen voor tal van technologische producten (telefoons, laptops...). Gecombineerd met het gezond en verstandig economisch beleid droegen deze voorraden de laatste jaren bij aan de daling van de armoede en stelden ze Bolivia in staat om de financiële crisis van 2008-2009 zonder al te veel schade te doorstaan.3 De hervormingen van de Evo Morales-regering verzekerden Bolivia van een beheerste groei en zorgden voor een opmerkelijke verbetering van de sociale situatie. Toch bestaan er nog tal van problemen zoals ongelijkheid en uitsluiting waarvan vooral de oorspronkelijke bewoners het slachtoffer zijn. Andere zwakke punten zijn de relatieve kwetsbaarheid van de democratische instellingen, de interne politieke spanningen en het gebrek aan diversificatie van de economie.
12
EERLIJKE HANDEL DUURZAME HANDEL EN BIOLOGISCHE PRODUCTIE
Eerlijke handel? Duurzame handel? Biologische productie? Voor de consument zijn deze begrippen vaak moeilijk te onderscheiden. Alvorens we ons onderdompelen in de realiteit van de initiatieven in Bolivia nemen we daarom de voornaamste eigenschappen van elk van deze begrippen even onder de loep. Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen tussen deze modellen? Op basis van welke criteria worden ze benoemd? 4
13
Alternatieve modellen Alhoewel ze in een verschillende periode zijn ontstaan, vloeien eerlijke handel en biologische productie allebei voort uit een gelijkaardige bezorgdheid. In beide gevallen was het immers de bedoeling om de excessen en fiasco’s van de dominante handelsen/of productiesystemen te corrigeren. De pioniers van eerlijke handel en biologische landbouw bedachten deze modellen als gecorrigeerde alternatieven voor de markteconomie door belang te hechten aan milieukwesties en sociale vraagstukken. Deze kwesties zijn, net als de economische logica, de steunpilaren van de ontwikkeling. Recenter nog werden duurzaamheidslabels in het leven geroepen. Hierbij bestaat het engagement om de traditionele economie te integreren in een groeimodel dat zich bekommert om het milieu en om de levensomstandigheden van de arbeiders, in het bijzonder in de landen van het Zuiden.
De drie pijlers van ontwikkeling Eerlijke handel, duurzame handel en biologische productie beschouwen volgende drie pijlers als basis voor ontwikkeling: de economie, het sociale aspect en het milieu. Los van het feit dat ze elk hun eigen geschiedenis en globale organisatie hebben, onderscheiden deze drie modellen zich voornamelijk doordat ze allemaal in meerdere of mindere mate belang hechten aan deze drie pijlers. Het is van belang om te onderstrepen dat deze drie modellen zich tegenover elkaar positioneren op basis van het gewicht dat elk van hen welbepaalde criteria toekent. We kunnen deze criteria als volgt opsommen (met de wetenschap dat we er natuurlijk ook dieper op zouden kunnen ingaan):5
MILIEU
SOCIAAL
ECONOMIE
Energiebeheer
Verbod op dwangarbeid
Gegarandeerde minimumprijzen
Luchtbeheer
Verbod op kinderarbeid
Premies
Waterbeheer
Verbod op discriminatie
Voorlopige financiering
Bodembeheer
Fatsoenlijke vergoedingen
Traceerbaarheid
Afvalbeheer
Vrijheid van vereniging en van collectieve onderhandeling
Biodiversiteitsbeheer Maatregelen tegenover ggo's Transportbeheer
Werktijden Gezondheid en veiligheid Fatsoenlijke disciplinaire maatregelen Klachtenbeheer Rechten van inheemse volkeren
14
Deze drie modellen kunnen als volgt worden voorgesteld :
ECONOMISCH +
DUURZAAM -
-
BIOLOGISCH
EERLIJK +
-
ECOLOGISCH
+
SOCIAAL
Labels, garanties en certificaten Deze alternatieve modellen leven de basisprincipes na van een markteconomie waarin de consument vrij is in zijn productkeuze. Zijn engagement is zijn eigen verantwoordelijkheid. Steeds meer verbruikers staan open voor milieukwesties en sociale aangelegenheden en worden zich bewust van wat er misloopt in het bestaande systeem en van de negatieve impact ervan op de samenleving en de ecosystemen.
Agrobosbouw - Fotocredits US Aid
Veel consumenten willen niet dat hun aankoop de klimaatopwarming in de hand werkt, kinderarbeid aanmoedigt of nadelig is voor de lokale gemeenschap. Maar hoe kan je hier zekerheid over hebben? Om de consument te garanderen dat het product dat hij koopt rekening houdt met deze bezorgdheid hebben de grondleggers van eerlijke, biologische en duurzame handel het principe van de certificering ingevoerd. Het product krijgt hierdoor de formele waarborg dat alle of een deel van deze criteria tijdens zijn productie en commercialisering zijn nageleefd.
Er bestaan vandaag tientallen certificeringen en labels voor eerlijke, biologische of duurzame handel. Er zijn zelfs specifieke kenmerken naargelang de sector (bijvoorbeeld de landbouw), de streek of de culturele aard. Sommige certificeringen zijn op maat gemaakt van heel specifieke productgroepen zoals zeldzame planten of visserijproducten.
Voor meer informatie: 'Eerlijke en duurzame handel - zoveel labels en garantiesystemen - Wegwijzer voor de consument', een brochure van het Trade for Development Centre uitgegeven in januari 2010, beschikbaar op www.befair.be
15
Boliviaanse handwerkster- Fotocredits: Wereldwinkels
EERLIJKE HANDEL IN BOLIVIA De eerlijke handel is vanuit een eenvoudige vaststelling ontstaan : ondanks de bedragen die in ontwikkelingshulp worden geïnvesteerd, blijft de armoedekloof tussen de bevolking van de rijkste landen en die van de armste landen groeien.
ONTSTAAN VAN EERLIJKE HANDEL Oorlogen, natuurrampen, zwakke infrastructuren, corruptie, … er liggen verschillende oorzaken aan de bron van al dit kwaad, maar ook structurele economische problemen horen ongetwijfeld op deze lijst. Ook andere mechanismen belemmeren de opleving van de armste landen die hun ontwikkeling zelf niet in handen hebben: de speculatie over grondstoffen, de schuldenspiraal, de gesubsidieerde concurrentie van de producenten uit geïndustrialiseerde landen. Deze commerciële ongelijkheid wordt al tijdens de 19de eeuw onder de aandacht gebracht, met name door de roman van Eduard Douwes Dekker alias Multatuli, waarin Max Havelaar de held van het verhaal is. Toch duurt het toch de naoorlogse periode vooraleer de eerste projecten voor eerlijke handel in het leven worden geroepen door Amerikaanse en Engelse organisaties (Thousand Villages in de Verenigde Staten en de ngo Oxfam in het Verenigd Koninkrijk). Het begrip 'eerlijke handel' wordt in 1964 voor het eerst gedefinieerd tijdens de conferentie van de Verenigde Naties voor Handel en Ontwikkeling (United Nations Conference on Trade and Development - UNCTAD), met als basisprincipe 'Handel in plaats van Liefdadigheid' (‘Trade, not Aid'). Vanaf de jaren ’60 gingen in Europa de eerste winkels voor eerlijke handel open, terwijl in de ontwikkelingslanden producentencoöperaties en -organisaties werden opgericht die voordeel haalden uit een eerlijker handelsverkeer.
16
WAT IS EERLIJKE HANDEL? In 1999 zijn de belangrijkste internationale fairtradeorganisaties (World Fair Trade Organisation WFTO, Fair Trade Labelling Organizations FLO, en het Network of European World Shops6) het eens geworden over een gemeenschappelijke definitie : "Eerlijke handel is een commercieel partnerschap dat steunt op dialoog, transparantie en respect, dat een rechtvaardigere wereldhandel tot doel stelt. Hij draagt bij tot duurzame ontwikkeling door de beste handelsvoorwaarden te bieden en door de rechten te waarborgen van producenten en arbeiders die de aan de kant zijn geschoven, in het bijzonder in het zuidelijke deel van de planeet. De organisaties voor eerlijke handel (gesteund door de consumenten) verbinden zich ertoe om actief de producenten te ondersteunen, de publieke opinie ontvankelijk te maken voor het probleem en campagne te voeren om de regels en praktijken van de conventionele internationale handel te veranderen".
Concreet garandeert eerlijke handel producenten in de armste landen betere aankoopprijzen dan de wereldmarktprijzen, een relatieve prijsstabiliteit en gunstige betalingsvoorwaarden en -termijnen, eventueel zelfs met prefinancieringsmogelijkheden. Zo moeten boeren en ambachtslui hun producten niet onder de prijs verkopen of woekerleningen aangaan.
Een eerlijke prijs dekt alle productiekosten en verzekert een aanvaardbare levensstandaard aan de producenten. Bovendien engageren de kopers zich om de zogenaamde ontwikkelingspremies te betalen die worden gebruikt voor technische investeringen en/of om sociale programma’s te financieren (alfabetisering, toegang tot onderwijs en gezondheidszorg).
De betrokken organisaties hebben een lijst opgesteld met 11 GROTE PRINCIPES die de invoering van dit alternatieve economische model moeten ondersteunen : 1. Kansen creëren voor producenten die zich economisch in een benadeelde situatie bevinden. 2. Transparantie en geloofwaardigheid bevorderen. 3. Individuele competentie aanmoedigen. 4. Eerlijke handel stimuleren.
Producent CenfroCafe - Fotocredits: Trade Aid New Zealand
5. Betaling van een rechtvaardige prijs garanderen. 6. Toezien op gendergelijkheid. 7. Aanvaardbare arbeidsomstandigheden garanderen. 8. Kinderarbeid verbieden. 9. Het milieu beschermen. 10. Handelsrelaties aanmoedigen die gebaseerd zijn op vertrouwen en wederzijds respect. 11. Het respect en de verspreiding van de culturele identiteit promoten die naar waarde wordt geschat in de producten en productievoorschriften (nieuw criterium).
17
Sinds enerzijds in 1988 de World Fair Trade Organization (WFTO ) is opgericht (tot 2009 heette zij IFAT, de internationale federatie voor eerlijke handel), en anderzijds het Max Havelaar-label is gelanceerd, stellen we vast dat er twee grote ketens voor de regulering van eerlijke handel zijn gegroeid die naast elkaar blijven bestaan : de gelabelde keten en de geïntegreerde keten.
GEÏNTEGREERDE KETEN EN GELABELDE KETEN Degeïntegreerde keten is de historische organisatievorm voor eerlijke handel. Hij heeft als belangrijkste kenmerk dat iedereen die bij de ontwikkeling en commercialisering van het product betrokken is (producent, verwerker, importeur en verkooppunt) aan eerlijke handel deelneemt en zich vrijwillig aan de principes van eerlijke handel houdt. De WFTO, de World Fair Trade Organization, groepeert meer dan 400 organisaties (waaronder een groot deel in de ontwikkelingslanden) die alle schakels vertegenwoordigen in de keten van eerlijke handel (producenten, verwerkers en verdelers). De organisatie wordt sinds haar ontstaan in 1989 beschouwd als belangrijkste coördinator van de geïntegreerde keten. Sinds kort ontwikkelt de WFTO haar eigen certificatiesysteem, het WFTO Fair Trade System.
De gelabelde keten berust op de certificering van het gecommercialiseerde product. Bedrijven die dergelijke producten maken, respecteren een specifiek lastenboek en bevoorraden producentenorganisaties in ontwikkelingslanden (vaak coöperatieven) die erkend zijn door het garantiemerk (onafhankelijke organisatie die instaat voor het naleven van gedefinieerde criteria voor het toekennen van het garantiemerk). De gelabelde producten kunnen vervolgens in gelijk welk verkooppunt worden gecommercialiseerd, met inbegrip van de klassieke grote distributie. Het label Fairtrade Max Havelaar is het bekendste, maar er zijn er nog (Fair for Life, FairWild, Ecocert ESR, Naturland Fair) die een specifieke aanpak of logistiek voorstellen.
Deze twee naast elkaar bestaande ketens illustreren dat er verschillende invalshoeken op eerlijke handel zijn. Deze visies hebben hoofdzakelijk betrekking op het soort relaties dat met de economische spelers uit de private sector wordt aangegaan (multinationals, grootdistributie) en op de verschillen tussen een ontwikkelingsvisie (en een aanklacht tegen de internationale handel) enerzijds, en een commercieel perspectief op basis van de controle anderzijds.
18
De Latijns-Amerikaanse organisaties voor eerlijke handel maken deel uit van koepelorganisaties die hen vertegenwoordigen op internationaal niveau.
DE PARTNERS VAN EERLIJKE HANDEL IN LATIJNS-AMERIKA WFTO Latina América
Handwerker van Minka - Fotocredits: Trade Aid New Zealand
De WFTO-Latin America (WFTO-LA) is de regionale afdeling van de Wereldorganisatie voor Eerlijke Handel, en heeft haar hoofdkantoor in Paraguay. Zij verenigt en vertegenwoordigt de Latijns-Amerikaanse producentenorganisaties die lid zijn van WFTO.
Haar voornaamste doel bestaat erin om de levensomstandigheden van de kleine producenten te verbeteren. Daarom zet WFTO-LA zich in om haar leden te bekwamen bij het veroveren van nieuwe markten. Zij doet dit door hen te helpen bij de ontwikkeling van hun producten, waarbij zij de principes van eerlijke handel volledig naleeft. Als continentale organisatie onderscheidt WFTO-LA zich door haar inzet om de traditionele culturele identiteit van de kleine producenten te ondersteunen (in het bijzonder de indiaanse bevolking) en door haar inspanningen om de ontwikkeling van eerlijke handel te bevorderen op nationaal en regionaal niveau (Zuid-Zuid).
De eerlijke handel in Latijns-Amerika ondersteunen Op verzoek van talloze leden verspreid over de wereld, ontwikkelt de WFTO sinds 2007 een eigen certificatiesysteem; het Sustainable Fair Trade Management System (SFTMS). Het wordt voorgesteld als een 'wereldwijd, effectief en eenvoudig certificeringssysteem dat ontworpen is om eender welke economische activiteit in een duurzame, eerlijke activiteit om te zetten'7. De nieuwe certificering heeft een aantal evidente voordelen voor de coöperaties, ketens, ondernemingen en producentenverenigingen uit de ontwikkelingslanden. Anders dan het Fairtrade Max Havelaarlabel is ze immers van toepassing op de hele organisatie met al haar producten en diensten, en richt ze zich zowel tot de plaatselijke markten als tot de export. In de praktijk bewijst de conformiteit aan de SFTMS-norm dat
een organisatie een geheel van praktijken en procedures heeft ingevoerd die een goed sociaal, economisch en ecologisch beheer aantonen. Na een geslaagde audit door een onafhankelijke instantie krijgt het product een label als bevestiging dat de herkomst en productie ervan de principes en praktijken van eerlijke handel naleeft. De WFTO lanceerde een internationale erkenningsprocedure om de criteria van dit nieuwe systeem te bepalen. De uiteindelijke normen van het WFTO Fair Trade System zullen afhangen van de aanbevelingen die geformuleerd worden tijdens de pilootstudies in verschillende landen in Azië, Europa, Afrika en LatijnsAmerika.
19
In Latijns-Amerika staat WFTO-LA in voor het beheer van dit project en voor de pilootstudies bij drie producentenorganisaties in Peru, Ecuador en Bolivia.
1.Een bevoegd team aanstellen om het evaluatieprogramma van SFTMS op het continent te sturen.
Hiervoor identificeerde WFTO-LA de acties die met voorrang moeten worden uitgevoerd om dit project te verwezenlijken, met nadruk op de noodzaak om de plaatselijke teams te versterken.
organisaties in Peru, Ecuador en Bolivia.
Er werd een geïntegreerd werkprogramma uitgewerkt met de volgende kernpunten:
2.De introductie van de norm bij drie producenten3.De ontwikkeling van instrumenten en procedures voor zelfevaluatie die voorafgaat aan de certificering van tien andere producentenorganisaties. 4.
De ontwikkeling van nieuwe markten voor de WFTO-LA-leden.
Deze krachtlijnen maken deel uit van het Strategisch Plan 2010-2014 van WFTO-LA en moet de spelers van de Latijns-Amerikaanse eerlijke handel de kans geven een bijdrage te leveren aan de nieuwe SFTMS-certificering en de toepassing ervan op het hele continent.
Met de steun van het Trade for Development Centre van BTC Het project van WFTO-LA past binnen in het kader van een krachtige en ambitieuze visie op eerlijke handel hetgeen het Trade for Development Centre heeft aangezet om het initiatief financieel te steunen. De Belgische bijdrage aan het programma heeft de uitvoering van de geplande acties mogelijk gemaakt met concrete resultaten. Versterking en opleiding van de lokale teams, ontwikkeling van monitoringinstrumenten en –procedures, identificatie en mobilisatie van deelnemende coöperaties, technische begeleiding, deelname aan beurzen en commerciële evenementen in Latijns-Amerika, Frankrijk en de Verenigde Staten… Dit project heeft als doel dat er rekening wordt gehouden met de specifieke behoeften van de Latijns-Amerikaanse producenten tijdens de laatste stappen in de uitwerking van het WFTO-Fair Trade System-certificatiesysteem.
Producente Prodecoop Fotocredits: Trade Aid New Zealand
Het is een project op maat van de inzet. Het komt erop aan te zorgen dat de Latijns-Amerikaanse ambachtslieden en boeren zich deze nieuwe technische en commerciële tools eigen maken en zo bijdragen tot de verreikende groei die eerlijke handel vandaag kent.
Voor meer informatie: www.wfto-la.org www.wfto.com/sftms www.befair.be
20
Producent CorpoAgro Fotocredits: Green Mountain Cafe
CLAC Latina América Coordinadora latinoamericana y del Caribe de pequeños productores de comercio justo. De Coördinatie van kleine producenten van eerlijke handel in Latijns-Amerika en de Caraïben of CLAC is opgericht in 2004 in Mexico. Deze onafhankelijke organisatie vertegenwoordigt de producenten met een fairtradecertificaat in Latijns-Amerika bij Fairtrade International. Zij heeft als belangrijkste functie de producenten van de leidende instanties en van de door FLO gecertificeerde organisaties dichter bij elkaar te brengen. CLAC verenigt in 21 landen om en bij de 300 organisaties die elk op zich ongeveer 200.000 kleine producenten groeperen en miljoen mensen een inkomen bezorgen.8
Een label voor de kleine producenten Sinds 2006 werkt CLAC samen met andere Latijns-Amerikaanse solidaire organisaties om een nieuw label te ontwikkelen. Dit nieuwe label wil de certificering bevorderen voor de kleine producenten waarvoor de bestaande certificatiesystemen niet geëigend blijken. In november 2010 werd tijdens de Algemene Vergadering het “Small Producers symbol” gelanceerd. Het beoogt de promotie van de producties van organisaties van kleine producenten in Latijns-Amerika en de Caraïben die zich inzetten voor het milieu en voor de verbetering van de levensomstandigheden.
Olga Araque, APCO-producente - Fotocredits: Trade Aid New Zealand
Hoewel de principes erg gelijken op die van de bestaande certificaten, onderscheidt dit initiatief zich doordat het de organisaties zelf zijn die het hebben opgesteld om te kunnen reageren op de specifieke problematiek waarmee de Latijns-Amerikaanse kleine producenten te maken krijgen. Het label streeft er bovendien naar om de eerlijke Zuid-Zuidhandel te bevorderen als om zijn producten op de noordelijke markten bekend te maken. De criteria om dit certificaat te verkrijgen zijn door de producenten zelf samengesteld binnen de organisatie FUNDEPPO (de Vereniging van Kleine Georganiseerde Producenten). De criteria houden rekening met de bedrijfsgrootte (maximaal15 hectare voor een landbouwactiviteit of 500 korven voor een bijenkweker), een democratische werking, traceerbaarheid van de producten, het beheer, de sociale bescherming en het handelsbeleid. Elk van de partnerlanden kijkt toe op de naleving van deze criteria met de medewerking van nationaal erkende certificatieorganisaties. Het label staat bovendien open voor andere producentenorganisaties. Kopers en producenten uit andere continenten kunnen dit ook verkrijgen en gebruiken om hun producten te promoten. Een laatste bijzonderheid van dit label is de kostprijs die heel wat lager ligt dan bij het Fairtrade International-systeem aangezien deze berekend worden op het aantal producenten dat de organisatie telt.9 Dit nieuwe label – ontstaan uit de noden van de producenten uit het Zuiden – wil bijdragen tot een bewustmakingsproces bij de eigen bevolking en daarnaast kleine producenten aanmoedigen dit concept toe te passen in hun organisatie. Een nieuwe stap in de ontwikkeling van eerlijke Zuid-Zuidhandel.
Voor meer informatie: http://clac-comerciojusto.org www.tusimbolo.org
21
DE INITIATIEVEN VOOR EERLIJKE HANDEL IN BOLIVIA EL CEIBO, eerlijke cacao in Bolivia Pijnlijke herinneringen. Midden de jaren zeventig heerst er een zware economische en sociale crisis in het land ten gevolge van de droogte en de dalende inkomens uit de mijnbouw. Hierdoor ontstaat een grote plattelandsvlucht. Door honger en armoede gedreven, vluchten tienduizenden mensen van het platteland naar de buitenwijken van de grootsteden. De Boliviaanse militaire regering gaat op zoek naar nieuwe landbouwactiviteiten, vooral in de cacaosector, een teelt die nog maar kort geleden is ingevoerd uit Ecuador en Trinidad. Hiervoor zet de overheid duizenden indiaanse gezinnen onder druk om de hoogvlaktes te verlaten en zich in de valleien en tropische vlaktes van Alto Beni te vestigen. Deze liggen zo’n 4000 meter lager aan de rand van het Amazonewoud. De schok van deze migratie is verschrikkelijk en velen onder hen verdragen deze brutale verandering niet, wat veel nieuwe aandoeningen en ziektes met zich meebrengt. Bovendien blijft de financiering en de technische ondersteuning die de regering heeft beloofd volledig uit. Sommige gezinnen beslissen toch om te blijven en om de percelen te bewerken die hen zijn toegewezen. Ze organiseren zich in dorpsgemeenschappen naar het model van hun vroegere dorpen. In 1977 beslissen er vier onder hen om zich te groeperen en alternatieven te vinden voor de handelspraktijken van de tussenpersonen die hen uitbuiten en om hun cacaoproductie beter te commercialiseren. Samen richten ze de coöperatieve federatie El Ceibo op, wat De boom die nooit sterft betekent).10 De weg naar het succes
Estanilao, producent van El Ceibo Fotocredits: Alter Eco
Sinds de oprichting van El Ceibo volgen de successen en geslaagde innovaties elkaar op. Kort nadat de organisatie het monopolie van de lokale, weinig gewetensvolle tussenpersonen heeft doorbroken, beslist ze om haar eigen verwerkingsinstallaties aan te schaffen. Zo beperkt zij zich niet tot de teelt en de verkoop van ruwe bonen, ze vergroot de toegevoegde waarde van haar productie. Een paar jaar later in 1986 wordt een kleine fabriek met ISO 9002- en ISO 14.001-certificering gebouwd in El Alto, in de buitenwijken van La Paz. El Ceibo is hiermee de eerste coöperatie van Boliviaanse producenten die afgewerkte cacaoproducten fabriceert en zowel lokaal als internationaal op de markt brengt. Eerste in bioteelt en kampioen van de eerlijke handel
Ysaac, producent van El Ceibo Fotocredits: Alter Eco
Door deze productieve investeringen beginnen de aangesloten coöperaties het economische potentieel in te zien dat met de commercialisering van gecertificeerde producten samenhangt. In 1988 krijgt de federatie na maanden werk haar biologische certificering. Met de verworven expertise binnen het domein van biologische landbouw positioneert El Ceibo zich tussen de meest geavanceerde organisaties in de sector. Op deze manier werkt zij in 1991 mee aan de oprichting van AOPEB, het Verbond van Organisaties van Bioproducenten in Bolivia (cf. pagina 41). Op basis van dit succes kan de coöperatie haar ontwikkeling verder zetten en in 1995 wordt een nieuwe fabriek gebouwd met de allermoderne machines. In 1998 verkrijgt de producentenorganisatie haar Flo Fairtrade-certificaat voor het grootste deel van haar productie. Vandaag wordt meer dan 90% van de productie via fairtradekanalen op de markt gebracht en geëxporteerd.11
22
Damian, El Ceibo-producent - Fotocredits: Alter Eco
Certifcaten bewijzen hun nut El Ceibo leeft de grondbeginselen en regels van eerlijke handel na. De organisatie wordt door een college van vertegenwoordigers bestuurd dat op zijn beurt door de lokale coöperaties is verkozen. Het college stuurt de activiteiten van zo’n honderd werknemers die technische en administratieve ondersteuning verlenen aan de landbouwgemeenschappen van het netwerk. De operationele ondersteuning door de El Ceibo-teams slaat op specifieke kwesties uit de biologische landbouw zoals het onderhoud van de boomkwekerijen en de bodemverbetering. Maar ook opleidingen in management, boekhouding en toezicht horen hierbij, net als technische ondersteuning voor de verwerking van de grondstoffen. De fairtradecertificering – en beter nog een dubbele certificering van bio en fair trade – is van enorm belang voor de landbouwbevolking van de federatie. De cacaosector is traditioneel onderworpen aan koersschommelingen die even brutaal als onverwacht kunnen zijn. De certificering verzekert gewaarborgde aankoopprijzen voor de producenten en langetermijnbeloftes voor de bestellingen. Dit zorgt voor stabiliteit en voor een beheerste groei van hun activiteiten De federatie is er bovendien in geslaagd om de geïntegreerde controle van de productie-commercialisering te verwezenlijken. Zo koopt zij de oogsten van de aangesloten coöperatieve verenigingen aan een op voorhand vastgelegde prijs, verwerkt deze en verkoopt hiervan het grootste deel aan invoerders van eerlijke handel (Oxfam Fairtrade bijvoorbeeld). Deze laatsten dragen bovendien nog bij aan de ontwikkeling van de federatie via speciale fairtradepremies. Tot hiertoe zijn deze middelen gebruikt om de productie-investeringen van de federatie te ondersteunen (industrieel materiaal), en ook voor de verwezenlijking van sociale, maatschappelijke en ecologische programma’s.
De organisatie biedt vooral sociale zekerheid voor om en bij de 1200 aangesloten gezinnen (ziekte, ongevallen en pensioenen) en beheert subsidieprogramma’s om de opleiding van de middelbare scholieren te financieren. Op milieugebied tot slot ontwikkelt El Ceibo projecten voor de diversifiëring van de gewassen en draagt hierdoor bij tot het behoud van de biodiversiteit en het landbouwpatrimonium van de streek. Tegelijkertijd ontstaat er inkomenszekerheid voor de kleine boeren en dan vooral voor de vrouwen die deze nieuwe producten op de lokale markten verkopen. Dit zijn onder meer citrusvruchten en bananen die in een gemengde teelt met de cacao worden verbouwd. De verschrikkelijke periode van gedwongen migraties, ziekten en armoede hebben de indiaanse boeren van El Ceibo achter zich gelaten. Ze dragen nu bij aan het welzijn van hun gemeenschappen door bij elke stap in hun ontwikkeling verantwoorde keuzes te maken. Het fairtrade en bio-engagement maken beslist deel uit van deze goede ideeën.
Cacaopeulen - Fotocredits: Didier Gentilhomme
Voor meer informatie: www.elceibo.org
23
Vrouwen van Uros - Fotocredits: Martin T.
24
Bijna de helft van de Boliviaanse bevolking leeft nog altijd onder de armoedegrens, vooral op het platteland en in de hoogvlaktes. Toch merken we de laatste jaren een gevoelige vooruitgang die vooral de vrouwen ten goede komt.
Vrouw en kind in Bolivia - Fotocredits: Twiga
Q’ANTATI - De handwerksters van Bolivia Meer dan 700.000 Boliviaanse vrouwen hebben dankzij de alfabetiseringscampagne 'Yo si puedo' leren lezen en schrijven. De campagne werd in 2006 gelanceerd en telde meer dan 85 % vrouwen onder de begunstigden. Deze overheidsinspanningen plaatsen Bolivia in een goede positie om de millenniumdoelstellingen te behalen op het vlak van onderwijs (97% gealfabetiseerde volwassenen en gelijkheid tussen man en vrouw in het basisonderwijs en middelbaar onderwijs tegen 2015). Ondanks dit alles wordt het land met zulke rampzalige problemen geconfronteerd dat een aanzienlijke vermindering van de armoede een moeilijk te bereiken doelstelling blijft. De vrouwen zijn de grootste slachtoffers van deze armoede, die dan voornamelijk de plattelandsgebieden en de inheemse bevolking treft. Vrouwen krijgen op pijnlijke wijze te maken met echtelijk en huiselijk geweld en met een ondervertegenwoordiging in de leidende structuren van politieke, economische en sociale organisaties. Q’Antati - Creatie doet leven IIn 1974 beslist een groep handwerksters, voor het merendeel behorend tot de Aymara indianen, om zich te structureren en zo hun ambachtelijke knowhow economisch te benutten. Gezamenlijk willen ze een assortiment van producten aanbieden die de nationale en internationale markten kunnen verleiden. Onder de naam Asociación de Artesanos Q’Antati (dageraad in de Aymara-taal), groepeert de organisatie vrouwelijke plattelandsgemeenschappen uit de bergen, evenals vrouwengroepen uit de stedelijke regio’s rond La Paz. Elk van deze eenheden specialiseert zich in een bepaalde traditionele ambacht. Of het nu gaat om de creatie van kleren (handschoenen, mutsen, sjaals, enz.) en dekens in alpacawol, van muziekinstrumenten en siervoorwerpen, de gebruikte technieken zijn een erfenis van de kennis die de indiaanse vrouwen al generaties lang overleveren. Voor heel wat van deze inheemse vrouwen uit de hoogvlaktes vormt de opbrengst van de verkoop van deze artikelen een belangrijke aanvulling op de Sinds kortuit ontwikkelt de Wereldorganisatie voor Eerlijke Handel (WFTO) haar inkomsten de landbouw. eigen certificatiesysteem: het WFTO-Fair Trade System ook pagina 18). Als De organisatie overkoepelt vandaag twaalf verenigingen en(zie in totaal 450 handwerkregionale afdeling, stuurt COFTA (Cooperation for Fair Trade in Africa) de resters die textiel en andere voorwerpen volgens de oude tradities spinnen, weven, alisatie van deze nieuwe certificering in het kader van de experimentele proborduren, beeldhouwen en snijden. gramma's die in vijf Afrikaanse landen zijn opgestart, waaronder Zuid-Afrika.
Het WFTO-Fair Trade System van de Wereldorganisatie voor Eerlijke Handel (WFTO) in Zuid-Afrika
Eerlijke ontwikkeling De centrale organisatie baseert zich op de principes van zelfbeheer en verdeling om haar leden te ondersteunen via technische scholing (in innovatie, productmanagement en netwerkintegratie). Zij komt ook tussen om de productie-uitrusting van de aangesloten vrouwengemeenschappen te moderniseren (met absoluut respect voor de traditionele knowhow). Bovendien denkt de organisatie sinds kort aan een nieuw voor eerlijk toerisme en, gelijklopend daaraan, de ontwikkeling van netwerken voor eerlijke Zuid-Zuidhandel. Als lid van de Wereldorganisatie voor Eerlijke Handel (WFTO) wordt Q’Antati vaak genoemd als een referentie op het vlak van eerlijke handel voor en door vrouwen. In een economisch en sociaal kwetsbaar land, is deze organisatie van Boliviaanse inheemse handwerksters erin geslaagd om gemeenschappen uit sterk verschillende streken samen te brengen en samen een gemeenschappelijke identiteit te creëren, synoniem met solidariteit, trots en traditie.
Voor meer informatie: http://www.oxfamwereldwinkels.be
25
Transport van Quinoa - Fotocredits: Alter Eco
Op de koude en dorre hoogvlakten van de Altiplano groeit quinoa, een graansoort met tal van goede voedingseigenschappen.12 De Inca’s noemden het ‘Chisiya mama’, wat in Quechua Moeder aller granen betekent.
ANAPQUI - Fairtrade-quinoa
In 1983 groeperen producenten uit de Quechua - en Aymaragemeenschappen uit het zuiden van de Altiplano zich. Zij richten de nationale vereniging van quinoaboeren ANAPQUI op om hun oogstoverschotten te verkopen zonder de lokale tussenpersonen te moeten aanspreken die hun heel harde handelsvoorwaarden opleggen. Met de hulp van ontwikkelingsagentschappen begon de centrale organisatie (die groeperingen van lokale producenten overkoepelt) aan biologische landbouw te doen. In 1997 ontving ANAPQUI de Ecocert certificering. In 2006 volgde de certificering voor eerlijke handel van FLO. De quinoaproductie van ANAPQUI wordt met groot succes verkocht in de fairtradenetwerken en reformzaken in de Verenigde Staten en Europa. De sociale voordelen van deze groei worden snel zichtbaar. De opbrengst van de vereniging wordt samen met de ontwikkelingspremies geïnvesteerd in de verbetering van de productiestructuren en in grootschalige acties voor onderwijs en gezondheidszorg. De bouw van waterreservoirs voor het vee in een dertigtal gemeenschappen, heeft de werklast van de vrouwen aanzienlijk verminderd, nu zij het water voor de lama’s niet meer moeten gaan putten.13
26
Er zijn diversificatieprogramma’s ontwikkeld om nieuwe toeristische en ambachtelijke bedrijvigheid te bevorderen eren ten voordele van de gemeenschappen, die zo nieuwe vaardigheden verwerven en hun traditionele kennis benutten. De ontwikkeling van de activiteiten van ANAPQUI op nationale schaal heeft de oprichting van nieuwe fairtradebedrijven in Bolivia in de hand gewerkt, vooral in de sectoren van de verwerking van quinoa. Een voorbeeld is La Coronilla, een bedrijf dat Popsnacks produceert en verkoopt. Dit is een soort popcorn op basis van quinoa die bij ANAPQUI wordt aangekocht. De stichters van dit privébedrijf werken sinds het begin in 1972 aan de opwaardering van de inheemse producten op de lokale markt. De werknemers (waarvan een kwart vrouwen) verdienen er meer dan het officiële minimumloon, krijgen een dertiende maand en genieten een uitgebreide sociale zekerheid (ziekte- en ongevallenverzekering).
Chocolade met Quinoa - Fotocredits: Alter Eco
Quinoa – symbool voor de Andesculturen – was lange tijd het basisvoedsel voor de inheemse bevolking op de hoogvlakten.
Alexandre Koiransky en Jean-Francois Daniel Fotocredits: Gastro Gossip / Fairtrade Spirits
Quinoa - Fotocredits: Twiga
FAIR, de wodka van fairtrade-quinoa In 2009 lanceren twee jonge Fransmannen FAIR, wodka op basis van fairtrade quinoa. Ze voerden maandenlang onderzoek en wilden voor hun wodka de knowhow van de ANAPQUI-producenten verbinden aan het talent van de distilleerders uit de cognacstreek. Vervolgens brachten zij FAIR op de markt, met de Angelsaksische markten als eerste doelgroep. In het eerste jaar werden 25.000 flessen geproduceerd, met als doel "een samenwerking op lange termijn met de productiegemeenschappen op te bouwen om ze een duurzame ontwikkeling te verzekeren."14 Al heel snel is het een succes en het verdienstelijke brouwsel valt meerdere keren in de prijzen : Beste wodka van het jaar 2009 op de New York Spirits Awards Gouden medaille op de Chicago Beverage Testing Institute Zilveren medaille op de WSWA 2010 Zilveren medaille op de San Francisco Spirits Competition 2011 Quinoa blijkt niet alleen een prima basis voor wodka, maar ook voor bier. Altiplano is het fairtrade-en biobier op basis van quinoa.
Voor meer informatie: www.fairtradespirits.com www.altiplano-beer.com
27
Handwerksters van Ayni - Fotocredits: Ayni Bolivia
AYNI BOLIVIA Creëren om te overleven
Eerlijke handel is belangrijk
In Bolivia, net zoals in tal van andere Latijns-Amerikaanse en Afrikaanse landen, vormt traditioneel handwerk een van de belangrijkste bronnen van inkomsten voor de allerarmsten in de stedelijke gebieden. Op het platteland vertegenwoordigt de handwerknijverheid een belangrijke aanvulling op het inkomen voor de boerengemeenschappen. Hun landbouwopbrengst is immers onderworpen aan de wisselvalligheid van de markten en de weersomstandigheden. Het zijn meestal de vrouwen die deze juwelen, manden, aarden voorwerpen, muziekinstrumenten of dit borduurwerk maken. De inkomsten van deze bedrijvigheid dienen hoofdzakelijk om de kosten te dragen van onderwijs, gezondheidszorg en de dagelijkse noden van het gezin.15
Ayni Bolivia is in 2002 in La Paz opgericht. Het bedrijf legt zich toe op de verkoop van traditionele kledij en speelgoed geproduceerd door zeer arme inheemse gemeenschappen. Dit zijn zo’n 25 groeperingen die 200 gezinnen vertegenwoordigen uit het hele land, zowel in het Andesgebergte als in het tropische Amazonegebied.
Verkopen, de grote uitdaging
Dit loon wordt nog aangevuld met specifieke fairtradepremies die meestal worden gebruikt voor de aankoop van medicijnen en schoolmateriaal.
Sinds een paar jaar maakt het individuele ambachtelijke thuiswerk geleidelijk plaats voor nieuwe collectieve organisatievormen. De mannen en vrouwen groeperen zich per beroep en per specialisatie in comités. Op deze manier willen ze een betere toegang tot de grondstoffen krijgen en kennis en technieken uitwisselen. Deze structuren streven er eveneens naar om meer samenhang in het productassortiment te brengen, de kwaliteit te verbeteren en de productiekosten beter te beheren.16 De professionalisering van de productieketens zorgt voor producten met toegevoegde waarde en verhoogt zo de inkomsten van de ambachtslui. Maar om deze activiteiten verder te ontwikkelen en een maatschappelijke impact te bewerkstelligen, moet toch een duurzame toegang tot nieuwe markten worden gecreëerd.
28
Ayni Bolivia is sinds 2010 lid van de Wereldorganisatie voor Eerlijke Handel en ontwikkelt zijn activiteiten met respect voor de principes en waarden van eerlijke handel. Zo verzekert de onderneming haar leveranciers-handwerkers een vergoeding die beduidend hoger ligt dan het wettelijk minimumloon. "Een ontwikkelingsloon, geen leefloon," aldus Vania Rivero, de oprichtster.17
Ayni garandeert bovendien de absolute transparantie van de verkoopsvoorwaarden (de handwerker kent de marges van elk van de tussenpersonen) en verbindt zich formeel tot een duurzame handelsrelatie met de handwerkers (aankoopgarantie). De traditionele kennis en cultuur wordt gevaloriseerd door de producten en creaties van de ambachtslui te promoten en hen te ondersteunen om de kwaliteit van hun producten te verbeteren (opleidingen, technische raadgeving, speciale vergoedingen).
Fotocredits: Ayni Bolivia
Tot slot wordt er bijzondere aandacht besteed aan veilige arbeidsomstandigheden en aan milieubescherming (hergebruik van materialen, natuurlijke kleurstoffen, water- en energiebesparing). "Eerlijke handel ligt in uw handen", luidt de slogan van Ayni Bolivia dat trots is op zijn traditionele, gulle en solidaire Boliviaanse identiteit.
Een reële sociale invloed De commerciële activiteiten van Ayni Bolivia, zowel in de eigen winkel in La Paz als op de internationale markt, zorgen voor heel tastbare sociale voordelen voor honderden kansarme gezinnen. Eerlijke handel ondersteunt de economische en sociale ontwikkeling van de meest bedreigde productiegemeenschappen in ontwikkelingslanden door deze gemeenschappen hun knowhow en tradities in te zetten. Voor de door extreme armoede bedreigde inheemse gezinnen is de maatschappelijke waarde van eerlijke handel het grootst op het vlak van gezondheid en onderwijs. De aankoopprijzen die Ayni Bolivia hanteert zijn zo berekend dat de ambachtslui voldoende verdienen om hun gezin toegang te geven tot basisgezondheidszorg om hun kinderen naar school te kunnen laten gaan. Fotocredits: Ayni Bolivia
Nieuwe horizonten
Om de inheemse gemeenschappen waarmee het al bijna tien jaar samenwerkt duurzame ontwikkelingsperspectieven te geven, is Ayni Bolivia in november 2010 onder de naam "New Hope" met een ambitieus project gestart. Het project wil in de Verenigde Staten traditionele indianenpoppetjes op de markt brengen die gebreid worden door de Aymara-vrouwen van El Alto, aan de rand van de hoofdstad La Paz. In Noord-Amerika kan je echter niet zomaar kinderspeelgoed in de handel brengen. De gebreide wollen vingerpoppetjes die gebruikt worden om verhaaltjes te vertellen, moeten immers aan een hele reeks technische en veiligheidsnormen voldoen om te bewijzen dat ze geen enkel gevaar opleveren voor de kinderen onder de drie jaar voor wie ze bedoeld zijn. De reglementering voor het in de handel brengen van speelgoed voor jonge kinderen is omvangrijk en complex; brandveiligheid, weerstand van de materialen, chemische samenstelling, etikettering… Men moet een beroep doen op gespecialiseerde agentschappen en laboratoria om de kostbare vergunningen te verkrijgen. "New Hope" krijgt financiële steun van het Trade for Development Centre van BTC, het Belgisch Ontwikkelingsagentschap. Het project wil in de eerste plaats een twintigtal Aymara-vrouwen die de kleurige poppetjes en hun kinderwereld creëren duurzame werkgelegenheid verschaffen. De inzet is heel concreet. Het project verwacht dat het jaarlijks verkochte volume (2.500 tot 5.000 stuks) in twee jaar tijd zal verdubbelen dankzij de toegang tot de Amerikaanse markt. Dat zal de productieketen bestendigen en de inkomsten en middelen waarborgen van de Aymaragezinnen die van dit werk leven.
"Wij houden van Moeder Aarde en willen onze cultuur en de bedrevenheid van onze voorouders verdedigen en bekendheid geven." 18 Fotocredits: Ayni Bolivia
Vania Rivero, oprichter van Ayni Bolivia
Voor meer informatie : www.aynibolivia.com - www.craftsfrombolivia.com
29
De mijn van Cotapata - Fotocredits: Cumbre del Sajama /Cotapata
Wereldwijd winnen bijna 15 miljoen mensen goud in kleine artisanale mijnbedrijfjes, vooral in Latijns-Amerika en Afrika.
CUMBRE DEL SAJAMA Bloed en goud Ongevallen, vergiftiging, kinderuitbuiting, smokkel, geweld, milieuschade... de mijnwerkers werken er vaak in erbarmelijke omstandigheden. Ook de handelspraktijken van de traditionele tussenpersonen veroordelen deze arbeiders en hun families tot armoede en ellende. De Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) meldt dat het risico op een ongeval zes maal hoger ligt in deze kleinschalige mijnen dan in grootschalige industriële bedrijven. De IAO wijst vooral op de dagelijkse blootstelling aan tal van toxische producten die op er worden gebruikt (salpeterzuur, kwik en cyaankali) en die de gezondheid van de mijnwerkers en hun gezinnen, het milieu en de natuurlijke rijkdommen bedreigen.19
Na jaren van crisis, kent de Boliviaanse goudsector sinds 2009 een grote groei, die grotendeels kan worden toegeschreven aan een stijging van de koersen op de wereldmarkt, een betere organisatie van de ketens en een grotere Ernstige bedreigingen voor het milieu in Bolivia betrokkenheid van de staat.20 Ondanks de recente maatregelen van de regering blijven de arbeidsomstandigheden
Mijnwerkers van Cotapata Fotocredits: Cumbre del Sajama / Cotapata
in de ambachtelijke kleinschalige bedrijven uiterst moeilijk. Tegelijkertijd wordt het grootste deel van alle arbeidskrachten uit de sector net daar tewerkgesteld. Vaak moeten de mijnwerkers die in deze onderaardse gangen werken hun familieleden nog laten werken om hun een inkomen te verzekeren waarvan ze kunnen leven. Goud delven veroorzaakt grote milieuschade in Bolivia, vooral te wijten aan de kleinschalige ambachtelijke mijnen die een nog negatievere impact hebben op de lokale ecosystemen dan de middelgrote bedrijven of de productie-industrie. In deze kleinschalige structuren zal de chemische vervuiling immers vaker op kleine gebieden geconcentreerd voorkomen, wat tot heel ernstig plaatselijk milieubederf leidt. Ongeveer veertig percent van de nationale parken van het land worden bedreigd door de mijnbouw die het natuurlijke erfgoed van deze beschermde gebieden in gevaar brengt.21
30
Een nieuwe aanpak In 2004 stichtte een netwerk van onafhankelijke organisaties de Alliance for Responsable Mining (ARM). Dit initiatief wil de harde realiteit aanpakken en vooruitzichten bieden voor ontwikkeling en rechtvaardigheid voor de 100 miljoen mensen die rechtstreeks of onrechtstreeks bij de artisanale mijnbouw zijn betrokken. Het doel is duidelijk : het gaat erom "dde rechtvaardigheid en het welzijn van de kleinschalige ambachtelijke mijnwerkersbevolking te ontwikkelen. Dit gebeurt op 3 manieren : door de verbetering van de arbeidsomgeving en de sociale en ecologische omstandigheden, door middel van goed beheer en door werkwijzen in het leven te roepen die de ecosystemen herstellen."22 Tussen 2008 en 2009 werkten ARM en FLO, de federatie van labelingorganisaties met onder andere Max Havelaar, samen om het nieuwe label Fairtrade en Fairmined Gold vast te leggen en te formaliseren voor de certificering van een rechtvaardige goudproductie.
Dit nieuwe label berust op de naleving van 5 grote principes : 23 1.De mijnwerkersorganisaties krijgen een gegarandeerde minimumaankoopprijs vastgelegd door de London Bullion Market Association - LBMA. Op dit moment wordt dit product aangekocht tegen 30 tot 85% van deze prijs. 2.Gecertificeerde organisaties krijgen een sociale
Fairtradepremie en een bijkomende premie van 5% indien het goud aan strikte ecologische voorwaarden voldoet (geen chemische behandeling). Van een sociale premie (Fairtrade Premium ter waarde van 10% van de prijs die is vastgelegd door de LBMA).
3.Mijnwerkersorganisaties beheren de handels procedures en krijgen zo de kans hun prijzen beter te onderhandelen, of zelfs om de productie te laten voorfinancieren.
4.Gecertificeerde
mijnbouwsites moeten op een veilige en verantwoorde manier omgaan met de giftige chemische producten die ze voor de goudwinning gebruiken. Het gebruik van deze producten moet tot het strikte minimum worden beperkt met als einddoel de volledige verwijdering uit het productieproces. De mijnwerkersorganisaties die goud winnen zonder het gebruik van deze producten (met mechanische technieken), ontvangen een speciale milieupremie.
5.Het goud met Fairtrade/Fairmined-certificaat draagt niet bij aan conflicten of geweld. Daarentegen draagt de aanwezigheid van gecertificeerde organisaties in conflictgebieden bij aan het herstellen van de vrede door economische stabiliteit, door traceerbaarheid en door de transparantie van de verkoop van het gecertificeerde goud.
Fairtrade-goudbaar Fotocredits: Cumbre del Sajama / Cotapata
De eerste eerlijke goudstaaf De allerlaatste fasen voor de verwezenlijking van dit nieuwe label zijn in het kader van proefprojecten gevoerd, waarbij negen producentenorganisaties in Latijns-Amerika zijn betrokken. In januari 2011 produceerde de mijncoöperatie Cotapata in de provincie La Paz de eerste goudstaaf met het Fairtrade/Fairmined-label. De coöperatieve vereniging Cotapata Mining is in 1991 opgericht. Zij ligt in het midden van het nationale park van Cotapata op 4500 meter hoogte. De 88 arbeiders (waaronder 10 vrouwen) die er werken, ontvangen een loon dat boven het gemiddelde ligt (ongeveer $ 200, waar het landelijke minimumloon $ 80 bedraagt). Zij genieten ook van sociale voordelen die zeldzaam zijn binnen de sector.24 De mijnbouwcoöperatie van Cotapata staat bekend om haar goede organisatie en geldt bovendien ook als een van de gouddelvercoöperaties die over een gesloten systeem beschikken om kwik terug te winnen. Zij verzekert eveneens de veiligheid van haar mijnwerkers. Door haar centrale situering in het nationale park, is de coöperatie al jaren betrokken bij het lokale milieubehoud en het gebruik van verantwoorde mijnbouwpraktijken.25 Het terrein ligt rond een ondergrondse mijn die uit harde rots bestaat en waaruit de arbeiders maandelijks zo’n 2,5 kilo goud delven.
31
MET DE STEUN VAN BTC HET BELGISCH ONTWIKKELINGSAGENTSCHAP Deze certificering is het resultaat van een sterk engagement van de Cotapata Mining coöperatie die technische begeleiding heeft gekregen van Cumbre del Sajama, een Boliviaanse hulporganisatie voor de mijnwerkersgemeenschap, die in 1997 is opgericht. De interdisciplinaire groep ondersteunt de mijnbouw door veel belang te hechten aan de integratie van de vrouwen, aan duurzame ontwikkeling en aan sociale responsabilisering van de ondernemingen en coöperaties.
Inhuldiging van de eerste gecertificeerde goudbaren Fotocredits: Cumbre del Sajama / Cotapataa
Terwijl ARM (Alliance for Responsable Mining) en Fairtrade International belast zijn met de internationale coördinatie van het programma, verzekert Cumbre del Sajama de technische begeleiding, de opleiding van de mijnwerkers en de uitwerking van de bedrijfsprocedures in de vier Boliviaanse mijnbouwterreinen die voor het experiment in aanmerking zijn genomen (waaronder Cotapata).
Dit project, dat de coöperatie Cotapata in staat heeft gesteld om de eerste gecertificeerde goudbaar te produceren, is in 2009 van start gegaan en heeft financiële steun gekregen van het Trade for Development Centre van BTC, het Begisch Ontwikkelingsagentschap. In 2007 en 2008 ondersteunde TDC reeds een vroeger pilootproject om de criteria voor de Fairtrade en Fairmined- certificatie te testen, de traceerbaarheid van het goud te evaluerenen de mijnwerkers bewust te maken van de principes en de regels van eerlijke handel.
Vooral door de resultaten van dat eerste project besloot FLO om mee te werken aan dit programma voor goudcertificering. Op het moment dat ARM en FLO hun expertise en knowhow samenbrachten om deze nieuwe Fairtrade en Fairmined-certificatie te realiseren, hadden Cumbre del Sajama en Cotapata, die reeds vertrouwd waren met deze aanpak, heel wat nuttige ervaring opgebouwd. Om de certificering van deze eerste goudstaven te verkrijgen, moesten heel wat hindernissen worden overwonnen. Eén daarvan is de traceerbaarheid van het product, die vereist dat men elk van de betrokkenen in het productieproces kan identificeren, vanaf de mijn tot de kleinhandelaar. En zoals de verantwoordelijken van het project onderstrepen"was de moeilijkste verwezenlijking om deze certificering te verkrijgen, het feit dat voor elke productiefase een procedure moest worden uitgewerkt die op haar beurt telkens moest worden gedocumenteerd."26 De financiële steun van het Trade for Development Centre van BTC, voor een bedrag van 67.707 euro is "een belangrijke bijdrage geweest voor de realisatie van dit project.27
32
Arbeiders van Cotapata - Fotocredits: Cumbre del Sajama / Cotapata
Dit is alleen maar het begin
Door deze eerste goudstaven te labelen was de hoofddoelstelling van het project bereikt en openden zich nieuwe toekomstperspectieven voor duizenden mijnwerkersgemeenschappen wereldwijd. De inzet is gigantisch en het werk dat op stapel staat om de resultaten van dit eerste geslaagde experiment te verspreiden, behaalt het niveau van de ontwikkelingsvooruitzichten die zich aftekenen. Milieubescherming, arbeidsveiligheid, invoering van sociale regelgeving, financiering van gemeenschapsinfrastructuur, opwaardering van vrouwenarbeid... de sociale voordelen van deze nieuwe fairtradenorm zijn nu al zichtbaar in deze gevoelige bedrijfssector.
"Met het nieuwe economische model van eerlijke goudcertificatie kunnen we de mijncoöperaties in Bolivia versterken en dankzij de sociale premies de levensomstandigheden van de mijnwerkers en hun families verbeteren ." Daniel Lafuente, Cumbre del Sajama
Het initiatief zit nog in een beginstadium maar toch kreeg het reeds heel wat steun van verscheidene belangrijke betrokkenen uit de luxe- en de juwelenbranche. Onder andere van, Stephen Webster die unieke stukken ontwerpt voor grote sterren zoals Madonna, Jennifer Lopez of Kate Moss en die aan het hoofd staat van Garrard, een van de oudste juweliers ter wereld."We willen heel snel de omzet die we uit fairtradegoud halen doen stijgen" aldus Webster. "Ik wil dat dit op een dag 100% van onze verkoopcijfers uitmaakt. Zelfs als kost ons dat 10% meer, wij nemen deze meerkost op ons. Wij willen niet dat de prijs een reden is om niet voor een verantwoord product te kiezen."28 Meer dan welk product ook, bezit goud een onmetelijke emotionele en symbolische waarde. Sinds het eerste Fairtrade en Fairminded-label, dromen heel wat mensen ervan om juwelen te dragen of te schenken die op basis van dit verdienstelijke goud zijn gemaakt. Halssnoeren, armbanden, ringen, trouwringen... die sprankelen van hoop.
"Ons goud schittert nog een beetje meer. Als iemand u een ring aanbiedt die met ons goud werd vervaardigd, zeg dan volmondig: 'ja!' Je hebt de juiste gevonden!" Paulina, mijnwerkster bij Cotapata 29
Voor meer informatie: www.cumbredelsajama.com www.fairgold.org
33
Salar de Uyuni - Fotocredits: Danielle Pereira / Miradas.com.br
34
DE ANDERE CERTIFICATIESYSTEMEN IN BOLIVIA "Bolivia is de synthese van het heelal." Alcide d’Orbigny, Frans antropoloog, ontdekkingsreiziger en paleontoloog (1802 - 1857) 30 Op het vlak van duurzame ontwikkeling, is Bolivia de vaandeldrager onder de ontwikkelingslanden. Het land dat onderhevig is aan sterke economische en sociale druk, beroept zich op zijn inheemse roots en op zijn natuurlijke rijkdom om originele en daadkrachtige standpunten in te nemen op het gebied van het behoud van rijkdommen, van communautair recht en van de economische benutting van het culturele en ecologische erfgoed.
35
Manejo de Cuencas - Fotocredits: BTC
DE DUURZAME ONTWIKKELING IN BOLIVIA Wonderen in gevaar Het natuurlijke erfgoed van Bolivia behoort tot de rijkste ter wereld. Het land telt een uitzonderlijk aantal ecosystemen (meer dan 60 van de 112 geïnventariseerde) die ongeveer 20.000 plantensoorten en duizenden diersoorten herbergen (waarvan ongeveer 250 met uitsterven bedreigde gewervelde soorten). Om maar een aantal parels te noemen: de hoogvlakten van de Altiplano, de tropische valleien in het Amazonegebied, de vulkanen met zoutwoestijnen als maanlandschappen en reusachtige gletsjers op het Titicacameer. Met zijn heel gevarieerd reliëf beschikt Bolivia daarnaast ook over bijna 20% van de zoetwaterreserves in de wereld en over ongerepte landschappen.31 Maar deze schatten zijn heel kwetsbaar. De ontginning van de natuurlijke rijkdommen samen met de klimaatopwarming van de aarde slaan diepe wonden waarvan er sommige onomkeerbaar lijken. Zo heeft de gletsjer Chacaltaya sinds 1982 meer dan 80 % van zijn oppervlakte verloren en zal hij tegen 2013 naar alle waarschijnlijkheid volledig verdwenen zijn. De Tuni Condoriri-bergketen heeft sinds 1983 zo’n 40 % van haar ijskap verloren, en volgens de schattingen zal ze tegen 2045 volledig weggesmolten zijn.32 Deze langzame ondergang van de rijkdommen heeft rampzalige gevolgen voor de ecosystemen, maar ook voor de bevolking in de grootsteden die vroeg of laat zonder water zullen vallen.33
36
Een wet om Moeder Aarde te beschermen Gedreven door de lokale Andesbevolking en president Evo Morales, heeft de Boliviaanse regering in mei 2011 een 'Moeder Aarde-wet' ingevoerd.34 Deze wet verleent rechten aan de natuur die vergelijkbaar zijn met de mensenrechten. Deze wettelijke bepaling, de Ley de Derechos de la Madre Tierra, kent de natuur hiermee de volgende basisrechten toe : Recht op leven Recht om de natuurlijke processen voort te zetten onafhankelijk van welke tussenkomst van de mens ook Recht op water en zuivere lucht Recht om gevrijwaard te worden tegen vervuiling Recht op diversiteit en op de niet-wijziging van cellulaire of genetische kenmerken Recht van de natuur om niet getroffen te worden door infrastructuur- of ontwikkelingsprojecten die het evenwicht van de ecosystemen of de plaatselijke volkeren zou kunnen verstoren Naar het voorbeeld van het geloof en de volkstradities van de Andesvolkeren, voorziet deze wet bovendien een aantal wettelijke verplichtingen op institutioneel vlak en neemt ze de duurzame ontwikkeling in het lokale en nationale politieke leven op.
Boliviaanse vrouw en kind - Fotocredits: BTC
Het vlaggenschip van de duurzame ontwikkeling Op het vlak van duurzame ontwikkeling neemt Bolivia een heel bijzondere plaats in de wereld in, die vooral bevestigd is sinds de verkiezing van Evo Morales tot president. Het nieuwe staatshoofd is namelijk de stem van de oorspronkelijke indiaanse meerderheid in zijn land en van hun geloof en voorouderlijke cultuur die veel belang aan de Pachamama wijdt, de cultus van de aardgodin die blijft voortleven binnen de Quechua- en Aymaragemeenschappen, afstammelingen van de oude Inca's. Tussen de solidaire economie, de indiaanse tradities en de wens om de natuurlijke rijkdommen van het land te bewaren, doet Bolivia zich vandaag gelden als een van de sterkste en origineelste centra binnen de mondiale samenwerking die opkomt voor een minder materialistische wereld.
37
DUURZAME AGROBOSBOUW IN BOLIVIA WAT IS DUURZAME HANDEL? Het internationaal instituut voor Milieu en Ontwikkeling (IIED) definieerde duurzame handel in 2000 als volgt : Duurzame handel ontstaat wanneer internationale uitwisselingen van goederen en diensten sociale, economische en milieuvriendelijke voordelen brengen in overeenstemming met de vier fundamentele principes van duurzame ontwikkeling :
1. Economische waarde creëren 2. Armoede en ongelijkheid verminderen 3. Natuurlijke rijkdommen regenereren 4. Uitgevoerd via goed bestuur, gekenmerkt door openheid, transparantie en accountability Fair trade en bio zijn onderdelen van duurzame handel.
LABELS VOOR WOUDEN In het begin van de 19e eeuw bedekten de tropische regenwouden een oppervlakte van 16 miljoen km² van het aardoppervlak. Vandaag blijft er minder dan de helft over. Elk jaar vernietigt ontbossing om en bij de 13 miljoen hectare in de wereld.35 Ondanks de invoering van bijzonder strenge wetten voor woudbeheer verliest Bolivia jaarlijks bijna 300.000 hectare woud. Berekend op de totale bevolking, plaatst dit het land bij de acht naties met de hoogste ontbossingsgraad per inwoner ter wereld. De vernietiging van deze natuurlijke ruimte met een uitzonderlijk rijke biodiversiteit, heeft als voornaamste oorzaken de uitbreiding van landbouwgronden, de slechte landbouwtechnieken (met inbegrip van brandcultuur) en de internationale vraag naar tropisch hout.36 Bovendien heeft het ‘Netwerk voor een ggo-vrij Bolivia’ (Red por una Bolivia Libre de Transgénicos) erop gewezen dat de ontwikkeling van sojateelt voor de export de voorbije 15 jaar voor de ontbossing van een miljoen hectare heeft gezorgd.37 Deze vernietigende spiraal is niet onomkeerbaar. Sinds een jaar of twintig worden er initiatieven genomen om bosbouwactiviteiten en een houteconomie te ontwikkelen met respect voor het milieu en de plaatselijke bevolking.
38
Deze nieuwe productiemodellen zijn ook ontwikkelingsmogelijkheden in het Zuiden voor de bevolking die van deze wouden leeft.
Onze toekomst hangt af van de bossen. De bescherming van het regenwoud is geen gril van milieubeschermers. Ontbossing bedreigt de mensheid op verschillende manieren. De verwoesting van bossen draagt bij tot woestijnvorming en tast de vruchtbaarheid aan van de bodem. Natuurlijke meststoffen (humus) geraken uitgeput en de natuurlijke leefomgeving van soorten die voor de bestuiving zorgen wordt aangetast. Dit dwingt miljoenen boeren wereldwijd om chemische producten te gebruiken die de bodem vergiftigen en improductief maken in slechts enkele jaren tijd. Het andere grote gevaar van de verdwijning van oerbossen is de klimaatopwarming. De grote bossen van de evenaar houden immers koolstofdioxide vast, een van de belangrijkste broeikasgassen. De klimaatopwarming zal ons en de volgende generaties confronteren met gevaren waarvan we dachten dat ze verleden tijd waren (volksverhuizingen, schaarste, oorlogen, enz.).
Paranoten, Bolivia - Fotocredits: Shared Interest
Bolivia aan de top
"Wij stellen vast dat in Bolivia de ontbossingsgraad lager ligt in de gebieden die duurzaam worden ontgonnen, dan in de meeste gemeenten en zelfs dan in sommige gebieden die door de staat zijn beschermd." Steffen Reichle, Science Training Manager voor de organisatie The Nature Conservancy 41
Op het gebied van certificering van bosgebieden en duurzame houthandel maakt Bolivia deel uit van de meest vooruitstrevende en betrokken landen en dit al sinds een twintigtal jaar. Reeds in 2004 onderstreept een gezamenlijk rapport van de Forest Stewardship Council en het Agentschap voor de Internationale Ontwikkeling van de Verenigde Staten (USAID) het feit dat vierentwintig landen in de wereld over gecertificeerde wouden beschikken met een totale oppervlakte van 4.462.157 hectare waaronder 1.474.175 hectare in Bolivia (dus bijna 33% van het totaal), waarmee het land de eerste plaats bekleedt wat betreft de omvang van gecertificeerde tropische wouden.38 Het onderzoek dat in 2009 werd bijgewerkt, raamt de oppervlakte aan gecertificeerde Boliviaanse wouden op zo’n 2.093.160 hectare, wat bijna 10% van de algemene rijkdommen van het land vertegenwoordigt.39 Vandaag is Bolivia dus een van de wereldleiders op het vlak van gecertificeerd regenwoudbeheer. De 300 miljoen dollar die het land uit deze bedrijvigheid haalt, komt grotendeels ten goede aan de ondernemers en de lokale bevolking die zo over een rendabele en duurzame economische activiteit beschikken.40
HET BOLFOR II-PROGRAMMA In 1993 lanceren de Boliviaanse regering en USAID het Programma voor Duurzaam Beheer van Boliviaanse Wouden (BOLFOR). De doelstelling bestaat erin om de zeer snel toenemende ontbossing in het land een halt toe te roepen en de natuurlijke rijkdommen en uitzonderlijke biodiversiteit te beschermen. De dreiging komt voornamelijk door de uitbreiding van landbouwgrond.
Het programma komt op vijf actiepunten tussenbeide: De bescherming van de natuurlijke wouden en het behoud van de biodiversiteit op grote schaal ; De uitbreiding van de beschermde gebieden die de habitat zijn van bedreigde dier- en plantensoorten (onder andere de jaguar, de reuzenotter, de harpij(arend), de bosschildpad en de mahonieboom) ; De ondersteuning van lokale economische ontwikkeling van de inheemse bevolking ; De voordelen van duurzaam bosbeheer voor de Boliviaanse woudgemeenschappen economisch rendabel maken ; Duurzame agrobosbouw in Bolivia en wereldwijd aanmoedigen. Het programma kende zo’n succes dat het in 2003 wordt voortgezet in het kader van een tweede project. Het wil voornamelijk de vraag en het aanbod naar gecertificeerd hout versterken en de ontginning en duurzame handel van woudproducten ondersteunen, zowel voor hout als niet-houtproducten. De economische en sociale resultaten van dit geïntegreerde programma spreken voor zich. De betrokken gezinnen in veertien van de zestien gemeenschappelijke bosbouwbedrijven die aan BOLFOR II hebben deelgenomen, zagen hun inkomen tussen 2004 en 2006 gemiddeld met 23% groeien. Bovendien wordt een aanzienlijk deel van de winst van de verkoop van duurzaam hout gebruikt om sociale projecten en gemeenschapsprojecten te verwezenlijken, voornamelijk voor gezondheidszorg, onderwijs en infrastructuur. Deze aanpak volgt dan ook volledig de grondbeginselen van duurzame handel.42
39
LANDBOUW EN BIOLOGISCHE PRODUCTIE IN BOLIVIA BIOLOGISCHE PRODUCTIE EN ONTWIKKELING
Fotocredits: FH Mira
In Europa, en in het Westen in het algemeen is er vooral aandacht voor de positieve effecten van biologische productie op de gezondheid van de consument. Toch moeten we ook de aandacht vestigen op de talrijke positieve effecten van biologische landbouw op de boeren, hun ontwikkeling en hun leefmilieu. Volgens de definitie van de Internationale Federatie van Bewegingen voor Biologische Landbouw (IFOAM), omvat de biologische landbouw alle landbouwsystemen die een productie van voedsel of vezels ondersteunen die ecologisch, sociaal en economisch gezond is. Deze systemen beschouwen in belangrijke mate de vruchtbaarheid van de bodem als sleutel tot een goede productie. Door de noden van en de vereisten voor de planten, de dieren en he landschap te respecteren, streven zij een verbeterde kwaliteit na van de landbouw en het milieu in al hun aspecten. De biologische landbouw vermindert opmerkelijk de productiemiddelen door het gebruik van synthetische, chemische producten te weigeren, waaronder meststoffen, pesticiden en farmaceutische producten. Zij geeft daarentegen de krachtige natuurwetten de mogelijkheid om zowel het rendement als de weerstand tegen ziekten te verbeteren.43
EEN VERDIENSTELIJK ONTWIKKELINGSMODEL De positieve invloed van biologische landbouw als ontwikkelingsmodel verdient waardering. Het staat vast dat biologische landbouw : - duidelijk beter is voor de gezondheid van zowel de consument als de producent. Volgens de WHO, de Wereldgezondheidsorganisatie, worden jaarlijks 3 miljoen landbouwers in de wereld door pesticiden vergiftigd waarvan er 220.000 sterven.
mers het behoud, de reproductie en de overdracht van variëteiten en zaden die worden gebruikt voor volgende teelten. Bovendien zorgen zij ook voor de productie van meststoffen en compost en voor de natuurlijke bestrijding van ongedierte.
- bijdraagt tot de verbetering van de voedselzekerheid in de ontwikkelingslanden. Dankzij het hoger rendement, de betere weerstand tegen ziekten en parasieten, de vermindering van de bodemerosie en de bevordering van de genetische diversificatie levert biologische landbouw een grote bijdrage aan de voedselzekerheid van die bevolkingsgroepen die het grootste risico lopen op schaarste en hongersnood.
- bijdraagt tot een evenwichtige, duurzame voedselbevoorrading van de planeet. In de landen van het Zuiden ligt het rendement van de biologische landbouw beduidend hoger dan dat van de conventionele landbouw. Die laatste verarmt de bodem, vervuilt de waterlopen en maakt de boeren afhankelijk van chemische productiemiddelen en kunstmest (en zelfs ggo’s) die op hun beurt steeds duurder worden. Jaarlijks wordt meer dan 200 miljoen hectare landbouwgrond onvruchtbaar door pesticiden en slechte irrigatiemethoden.
- de economische en sociale ontwikkeling van plattelandsgemeenschappen bevordert. Door het goede bestuur van landbouworganisaties te versterken, boeren op te leiden en de uitwisseling van kennis en middelen te bevorderen, draagt biologische landbouw bij aan de harmonieuze ontwikkeling van rurale gebieden waardoor de plattelandsvlucht met zijn rampzalige gevolgen wordt beperkt. - de biodiversiteit beschermt (genetische diversiteit, diversiteit van soorten en diversiteit van ecosystemen). In biologische boerderijen verzekeren de boeren im-
40
- de emancipatie van de vrouw bevordert In feite is de verscheidenheid in taakverdeling en de waardering van planten- en kruidenkennis eigen aan biologische landbouw. De vrouwen krijgen op een natuurlijke manier hun plaats in deze productiewijze. De economische ontwikkeling die daaruit voortvloeit, versterkt hun maatschappelijke positie en levert hen eigen inkomsten op die over het algemeen worden gebruikt om het onderwijs van de kinderen en de toegang tot de gezondheidszorg te betalen.
Biomarkt - Fotocredits: Consejo Departamental de Competitividad de Cochabamba
Met meer dan 42.000 hectare voor de biologische landbouw (dit is zowat 0,11% van de bebouwbare landbouwoppervlakte), maakt Bolivia deel uit van de tien meest betrokken Latijns-Amerikaanse landen voor deze alternatieve productiewijze.44 Het land is marktleider in de sector van de biologische paranoot en is verder ook sterk aanwezig op de markten van de biologische cacao en koffie. Maar Bolivia onderscheidt zich op het vlak van zijn potentieel. Het land neemt namelijk de tweede plaats in voor biocapaciteit, wat staat voor wat staat voor de capaciteit (van een gebied) om een doorlopend aanbod te genereren aan hernieuwbare rijkdommen en om het afval ten gevolge van hun consumptie te verwerken,rekening houdend met de technologieën en het van kracht zijnde beleid van hulpbronnen."45 Uitgedrukt in mondiale hectare (of ‘global hectare’, gha) per inwoner, wordt de biocapaciteit berekend als het resultaat van de beschikbare productieoppervlakte gedeeld door de gemiddelde bioproductiviteit van de oppervlakte, waarbij de bioproductiviteit per hectare tegelijkertijd afhankelijk is van de aard van het ecosysteem en de wijze waarop het wordt beheerd.
AOPEB, SUCCES DOOR ORGANISATIE De modernisering en de structurering van de landbouwsector in Bolivia dateert van de periode 1970-1980. Tijdens de daaropvolgende jaren worden in het land de eerste alternatieve initiatieven georganiseerd binnen het domein van eerlijke handel en vervolgens biologische productie. De eerste producten worden vanaf de jaren 90 uitgevoerd.46 De voordelen van deze projecten lijken vanzelfsprekend, maar al heel snel ontstaat de vraag om de ketens te organiseren. De premies voor biologische en/of eerlijke productie bieden de kleine producenten een aanzienlijke economische meerwaarde. Echter, om te kunnen exporteren, zullen zij zich moeten verenigen in een goed gestructureerde organisatie die in staat is om grote volumes te beheren en ook de criteria van de internationale certificatiebureaus kan laten naleven (en er de kosten van kan betalen).
41
Het is net om tegemoet te komen aan deze noodzakelijke structurering van de biologische keten dat zes producentenorganisaties in 1991 de Boliviaanse Vereniging van Organisaties van Biologische Producenten AOPEB, hebben opgericht. Hun opdracht "deelnemen aan de bouw van een duurzame samenleving door opleiding te stimuleren en te helpen om een ecologische landbouwbeweging te ontwikkelen en te versterken. Een beweging die invloed uitoefent op en deelneemt aan de besluitvorming van de staat en de samenleving."47 AOPEB is bovendien lid is van het Boliviaanse Nationale Netwerk voor Eerlijke Handel en overkoepelt en vertegenwoordigt de biologische landbouworganisaties. Zij ondersteunt eveneens de certificering van haar leden en hun deelname aan de vakbeurzen voor biologische landbouw op lokaal, nationaal en internationaal vlak. AOPEB telt vandaag een zestigtal leden. Dit zijn zowel groeperingen van basisproducenten als verenigingen van verwerkende producenten en diverse niet-gouvernementele organisaties. Certificering als ultieme hindernis
Boliviaanse boerinnen - Fotocredits: MacJewell
Tijdens zijn ontwikkeling is de Boliviaanse biosector heel snel op de problematiek van de certificering gestoten. De meeste biologische certificeringen vereisen immers de tussenkomst van externe, vaak westerse controle-agentschappen. Dat maakt de certificering van de landbouwproductie duur, een optie die dus alleen rendabel is als er voldoende hoge volumes worden geëxporteerd. AOPEB komt als de belangrijkste speler in dit domein naar voren. De organisatie richtte in 1994 BOLICERT op, een nationale onafhankelijke controledienst die de Boliviaanse producten certificeert. Afhankelijk van de exportregio gebeurt de certificatie op basis van de Europese, Amerikaanse en Japanse normen. Deze werkwijze beantwoordt aan de eisen van de producentenorganisaties die hun productie wensen uit te voeren naar de beloftevolle westerse markten.
42
Grondlegger van de biologische Zuid-Zuidhandel Al met al zijn de BOLICERT-certificeringsprocedures vaak te zwaar voor de binnenlandse markt en vaak zijn ze ongeschikt voor de kleine producenten die hun genegenheid voor een natuurlijke kleinschalige landbouw willen promoten voor lokale verkoop. Om deze reden leidt AOPEB sinds november 2010 een grootschalig project voor de invoering van een Participatief Garantiesysteem op nationale schaal. Het systeem wil de verkoop van biologische producten (fruit, groente, granen, koffie, geneeskrachtige kruiden, honing, enz.) op de eigen Boliviaanse markt stimuleren. Dit programma kreeg de steun van de regering en van president Evo Morales. Het omvat zowel de technische opleiding van de producenten en de invoering van het Participatief Garantiesysteem in hun organisaties, als ook het opzetten van duurzame handelsrelaties in elke regio (samenwerking met de lokale overheden, de handelaars en de verwerkers). Verder wil AOPEB ook technische ondersteuning verlenen aan de gemeenten die zich inzetten om de plaatselijke biologische keten te ondersteunen (organisatie van biobeurzen e.d.). De ontwikkeling van de biologische productie voor de nationale markt zal in Bolivia belangrijke gevolgen hebben op sociaal en economisch vlak. Om deze redenen ondersteunt het Trade for Development Centre van BTC, het Belgisch Ontwikkelingsagentschap, dit project voor een bedrag van 112.500 euro (75% van het totale budget). Het project van AOPEB wil heel concreet de consumptie van biologische producten op alle niveaus van de Boliviaanse samenleving stimuleren door meer biologische landbouwbeurzen te organiseren, bio-menu’s te promoten en aan te bieden, bewustmaking van de consumenten door partnerships en overeenkomsten aan te gaan met overheden en gemeenschappen.
Een alternatieve certificering: Participatieve Garantiesystemen (PGS) De Participatieve Garantiesystemen zijn lokaal aangepaste systemen voor kwaliteitsgarantie. Ze certificeren producenten op basis van een actieve deelname van de betrokken partijen en steunen op vertrouwen, netwerken en kennisuitwisseling.48 De Participatieve Garantiesystemen worden lokaal ontwikkeld en houden rekening met de nationale eigenheid en de culturele context. Ze dienen hetzelfde doel, namelijk een landbouwproductie biologisch te certificeren. Bovendien hebben ze ook een aantal gemeenschappelijke kenmerken zoals een welomschreven lastenboek (volgens de aanbevelingen van de IFOAM), een engagement vanwege de producenten, een gedocumenteerd systeem en dito beheersprocedures, controlemechanismen, een logo en een label en duidelijk vastgelegde sancties indien er wordt afgeweken van het lastenboek. Dankzij PGS weten de consumenten dat de producten die zij van gecertificeerde producenten kopen formeel aan de principes van de biologische landbouw voldoen.
43
44
BESLUIT Na eeuwen van kolonisatie, oorlogen en dictaturen, treedt Bolivia vandaag duidelijk naar buiten als een van de origineelste stemmen van alle ontwikkelingslanden. Met zijn uitzonderlijke natuurrijkdom en sterke en oude tradities, verdedigt Bolivia een wereldbeeld dat meer respect toont voor de natuur en haar gemeenschappen. Deze belangrijke erfenis is lange tijd geminacht en miskend, maar laat zich steeds meer gelden op zowel cultureel, sociaal als economisch vlak. De talloze projecten voor eerlijke handel, duurzame handel en biologische landbouw getuigen van het belang dat de Bolivianen aan deze menselijke en ecologische waarden hechten. Het is tijd om deze nieuwe stemmen gehoor te geven.
Inheemse vrouw en kind van de Altiplano - Fotocredits: Ana Bucher/ WWF
45
BRONNEN EN VERWIJZINGEN 1 2 3 4
5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43
44 45 46 47 48
46
Bron: www.wikipedia.org Bron: www.wikipedia.org Bron: Canadees Agentschap voor Internationale Ontwikkeling (Agence canadienne de développement international) www.acdi.gc.ca Bron: Uit: 'Eerlijke en duurzame handel - zoveel labels en garantiesystemen - Welke labels en garantiesystemen voor mijn bedrijf ? Een brochure van het Trade for Developent Centre, gratis downloadbaar op:http://befair.be/sites/default/files/all-files/ brochure/BROCHURE01Conso_NL_Definitief.pdf en http://befair.be/sites/default/files/all-files/brochure/BROCHURE_Bedrijf_ NLDefinitief.pdf Bron: Idem Vandaag geïntegreerd binnen WFTO Europa Bron: www.wfto.com Bron: www.clac-comerciojusto.org Bron: Arnaud Deharte, "Fait au Guatemala", 9 mei 2011 - http://faitauguatemala.blogspot.com Bron: www.oxfammagasinsdumonde.be/bolivie/el-ceibo.html Bron: http://artisansdumonderouen.org/bolivie-el-ceibo/ Bron: http://fr.wikipedia.org/wiki/Quinoa Bron: Agronomes et Vétérinaires Sans Frontières (AVSF) - Projet INTERSALAR SALINAS - BOLIVIE - Bilan 2006 Bron: www.fairtradespirits.com/our_values.html Bron: "L’artisanat culturel en Bolivie" in Défis Sud nr. 97 - oktober-november 2010 Bron: Idem Geïnterviewd op 10 februari 2011 Geïnterviewd op 10 februari 2011 Bron: Kara Gammell, The Telegraph, "Gold: you can now buy Fairtrade bullion and jewellery", 14 februari 2011 - www.telegraph. co.uk/finance/personalfinance/investing/gold/8323260/Gold-you-can-now-buy-Fairtrade-bullion-and-jewellery.html Bron: "La minería generó al menos 22.000 empleos el año 2010"-www.paginasiete.bo/Generales/Imprimir.aspx?id=257147 Bron: Danilo Bocange, "Small-Scale Mining in Bolivia : National Study Mining Minerals and Sustainable Development", August 2001 No. 71, Institute for Environment and Development (IIED). Bron: www.communitymining.org Bron: ARM - FLO, "FLO and ARM create historic partnership for gold from artisanal and small scale miners by launching Fairtrade and Fairmined gold standards", 17 maart 2010 Bron: ARM, Cotapata Gold Mining Cooperative - www.communitymining.org/index.php/en/bolivia Bron: Patrick Schein, "Les communautés pilotes d’artisans mineurs de l’Or Équitable" - www.patrickschein.com/communautes-minieres.php Bron: Interview van Daniel Lafuente, projectverantwoordelijke bij Cumbre del Sajama gerealiseerd in februari 2011 Bron: Idem Bron: Kate Carter, The Guardian, "Fairtrade hallmark sets the gold standard", 14 februari 2011 - www.guardian.co.uk/ lifeandstyle/2011/feb/14/fairtrade-gold Bron: Liz Jones, Daily Mail, "Going for gold? Just make sure it’s Fairtrade", 14 februari 2011 - www.dailymail.co.uk Bron: EL’Or Vert du Décor - http://lorvertdudecor.over-blog.com/article-pourquoi-la-bolivie-44787507.html Bron: Idem Bron: Andrea Urioste E., "La nouvelle équation alimentaire à l’autre frontière : une proposition venant de la Bolivie", Revue Vie Economique, Volume 1 Nr. 3 - www.eve.coop/?a=32 Bron: Bolivia-dossier, Good Planet - www.goodplanet.info/Zones/Etat-du-monde/Pays2/Bolivie2 Bron: Guillaume J., "La Bolivie adopte une loi de la Terre-Mère", donderdag 2 juni 2011 - http://www.ecolopop.info/2011/05/ la-bolivie-adopte-une-loi-de-la-terre-mere/13358 Bron: Idem Bron: Bolivia-dossier, Good Planet - www.goodplanet.info/Zones/Etat-du-monde/Pays2/Bolivie2 Bron: Idem Bron: Wilson García Mérida, "U.S. NGO defines the forest policies of Pando, Bolivia" (Vertaald door Scott Campbell March), 17 maart 2011 - http://angrywhitekid.blogs.com/weblog/2011/03/us-ngo-defines-the-forest-policies-of-pando.html Bron: Idem Bron: Cara Goodman, "Bolivia Saving the Forest for the Frogs" - The Nature Conservacy -www.nature.org/ourinitiatives/re gions/southamerica/bolivia/explore/saving-frogs-in-bolivia.xml Bron: Idem Bron: "Places We Protect. Bolivia Sustainable Forest Management Project"- The Nature Conservacy -www.nature.org/ourinitia tives/regions/southamerica/bolivia/explore/saving-frogs-in-bolivia.xml Bron: IFOAM - International Federation of Organic Agriculture Movements - www.ifoam.org / Aurélie Carimentrand et Denis Requier-Desjardins, "Stratégie de qualification des produits, des filières et des territoires, commerce international & intégration Nord-Sud : Le cas des filières agroalimentaires biologiques et équitables en Amérique Latine", (RINOS/CEIM) - Montreal, juni 2005 Bron: Bron: L’agriculture biologique dans le monde 2010 - www.agencebio.org/upload/pagesEdito/fichiers/Ch2_Chiffres Cles2010.pdf Bron: Good Planet, Biocapacité - www.goodplanet.info/Zones/Etat-du-monde/Indicateur/Biocapacite/(theme) Bron: Anne-Sophie ROBAST, "La Bolivie De la misère à l’espoir ? Consommer Bio en Bolivie : l’expérience innovante de l’AO PEB» - maart 2007 - www.ritimo.org/dossiers_pays/ameriques/bolivie/bolivie_bio.html Bron: Statuten van de AOPEB, vermeld in: Anne-Sophie ROBAST, "La Bolivie De la misère à l’espoir ? Consommer Bio en Bolivie : l’expérience innovante de l’AOPEB» - maart 2007 - www.ritimo.org/dossiers_pays/ameriques/bolivie/bolivie_bio.html Bron: IFOAM - International Federation of Organic Agriculture Movements - www.ifoam.org
WAT DOET HET TRADE FOR DEVELOPENT CENTRE?
Voor het Trade for Development Centre, een programma van BTC (het Belgisch Ontwikkelingsagentschap), kunnen eerlijke en duurzame handel hulpmiddelen zijn om de armoede te verminderen en de ontwikkeling te bevorderen. Het centrum wil de economische en sociale emancipatie van de kleine producenten uit het zuiden doorheen hun professionalisering en de toegang tot de markten, of deze nu lokaal, regionaal of internationaal zijn. Hiertoe hebben we de volgende activiteiten ontwikkeld:
> Steun aan producenten Financieel ondersteuningsprogramma Het Trade for Development Centre ondersteunt gemarginaliseerde producenten, micro-ondernemingen en kleine bedrijven, evenals projecten in de sociale economie die actief zijn in eerlijke en duurzame handel. Het financiert verscheidene activiteiten waardoor de capaciteit en de toegang tot de markten verhoogt: creatie van nieuwe producten, invoering van systemen voor kwaliteitscontrole, verkrijgen van een certificering, opleidingen (bedrijfsbeheer, marketing...), deelname aan handelsbeurzen, enz. Ondersteuningsactiviteiten voor de commercialisering Het TDC profileert zich als een expertisecentrum in ‘marketing & sales’ en als een organisatie die concrete ondersteuning verleent aan BTC-projecten die rechtstreeks of indirect te maken hebben met het op de markt brengen van producten en/of diensten: • Strategisch advies in business en marketing • Marktinformatie en –analyse • Coaching in marketing en sales
> Verspreiding van informatie en uitwisselingsplatform Via de website, de nieuwsbrief en de verschillende publicaties, wil het Trade for Development Centre de consumenten, de overheid, de producenten en andere economische actoren, informatie bijbrengen die zo objectief mogelijk is over de verschillende labels en garantiesystemen voor eerlijke en duurzame handel. Het draagt ook bij tot de debatten rond een duurzaam beheer van de natuurlijke grondstoffen en rond handel met respect voor mens en milieu. Het TDC neemt actief deel aan uitwisselingsplatformen die verschillende belanghebbenden bijeenbrengen, onder meer het Belgische steunplatform voor de privésector "Entreprendre pour le développement".
> Bewustmaking Het Trade For Development Centre organiseert campagnes die consumenten, bedrijven en Belgische overheden bewustmaken van eerlijke en duurzame handel.
47
BTC - Belgisch Ontwikkelingsagentschap TRADE FOR DEVELOPMENT Centre Hoogstraat 147 1000 Brussel T +32 (0)2 505 19 35 www.btcctb.org www.befair.be 48