Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent
Academiejaar 2012-2013
Een zeer goedkope koop vs. een schenking met zware last
Masterproef van de opleiding “Notariaat”
Ingediend door De Bruyn Chloë (00706652)
Promotor: Prof. Erik Van Tricht Co-promotor: Sylvie De Raedt
INHOUDSTABEL 1. Inleiding ............................................................................................................................................... 1 2. De administratie .................................................................................................................................. 2 2.1. Verkeerd benoemde akte ............................................................................................................. 3 2.2. Geveinsde akte ............................................................................................................................. 3 2.3. Anti-misbruikbepaling .................................................................................................................. 4 3. Verkoop tegen een lage prijs ............................................................................................................... 5 3.1. Situatie.......................................................................................................................................... 5 3.2. Kwalificatie ................................................................................................................................... 6 3.2.1. Belachelijke of bespottelijk lage prijs .................................................................................... 6 3.2.1.1. Principe ........................................................................................................................... 6 3.2.1.2. De administratie ............................................................................................................. 8 3.2.1.3. De rechter ....................................................................................................................... 8 3.2.2. Lage prijs .............................................................................................................................. 10 3.2.2.1. Principe ......................................................................................................................... 10 3.2.2.2. De administratie ........................................................................................................... 13 3.2.2.3. De rechter ..................................................................................................................... 16 3.3. Bewijs schenking ........................................................................................................................ 19 3.3.1. Algemeen............................................................................................................................. 19 3.3.2. Vermomde schenking .......................................................................................................... 20 3.3.2. Onrechtstreekse schenking ................................................................................................. 21 3.4. Tegenwerpelijkheid schenking ................................................................................................... 22 3.4.1. Vermomde schenking .......................................................................................................... 22 3.4.2. Onrechtstreekse schenking ................................................................................................. 23 3.5. Fiscale implicaties ....................................................................................................................... 23 3.5.1. Koop..................................................................................................................................... 23 3.5.2. Schenking............................................................................................................................. 24 3.5.2.1. Belachelijk lage prijs ..................................................................................................... 24 3.5.2.2. Lage prijs....................................................................................................................... 26 a)
Vermomde schenking .................................................................................................... 26
b)
Onrechtstreekse schenking ........................................................................................... 27
4. Schenking met zware last .................................................................................................................. 28 4.1. Situatie........................................................................................................................................ 28
4.2. Kwalificatie ................................................................................................................................. 29 4.2.1. Principe ................................................................................................................................ 29 4.2.2. De administratie .................................................................................................................. 29 4.2.3. De rechter ............................................................................................................................ 30 4.3. Fiscale implicaties ....................................................................................................................... 31 5. Nederland .......................................................................................................................................... 31 5.1. Verkoop tegen een lage prijs...................................................................................................... 31 5.2. Schenking met zware last ........................................................................................................... 34 6. Conclusie ........................................................................................................................................... 36 BIBLIOGRAFIE ........................................................................................................................................ 38
Een zeer goedkope koop vs. een schenking met zware last
1. Inleiding
1.Een koop tegen een normale prijs is een verkrijging ten bezwarende titel, een schenking een verkrijging ten kosteloze titel. Maar wat met een koop tegen een vriendenprijsje of een schenking met zware last? Dit soort grensgevallen doen vragen rijzen in verband met de kwalificatie. Het onderscheid tussen een koop en schenking vervaagt.
2.Stel, een suikertante verkoopt aan haar nichtje een huis voor een zogenaamd familieprijsje. De administratie ziet hier evenwel een schenking in en wil het nichtje meer registratierechten doen betalen. De schenkingstarieven voor onroerende goederen tussen dergelijke verwanten zijn torenhoog. In Vlaanderen en Wallonië gelden tarieven van 25% tot 70%, in Brussel van 35% tot 70%. Kopen is dus fiscaal veel aantrekkelijker. 3.Indien ouders een woning, bouwgrond of familiebedrijf verkopen aan één van hun kinderen, gebeurt dit eveneens vaak tegen een familieprijsje. 4.Deze twee voorbeeldjes illustreren het belang van de kwalificatie. Enerzijds heeft de kwalificatie een zeer grote impact op fiscaal vlak en meer bepaald op het vlak van de registratierechten. Anderzijds heeft deze ook gevolgen op civielrechtelijk vlak. Zo valt een rechtshandeling ten bezwarende titel buiten de nalatenschap en rijzen aldaar geen problemen inzake inbreng en inkorting. 5.Kan de administratie herkwalificeren? Wanneer is herkwalificatie mogelijk? Wat vindt de rechter? En kan je eigenlijk nog wel verkopen tegen een vrienden - of familieprijsje? Dit alles zal in deze bijdrage worden onderzocht. Hierbij zal de nadruk liggen op het fiscale luik. Vooreerst wordt kort ingegaan op de instrumenten die de administratie toelaten een rechtshandeling te herkwalificeren. Vervolgens komt de effectieve kwalificatievraag aan bod. Dit zowel voor de verkoop tegen lage prijs als de schenking met zware last. Daarnaast komen enkele gelieerde topics inzake bewijs, tegenwerpelijkheid en fiscaliteit aan bod. Ten slotte wordt een vergelijking gemaakt met ons buurland Nederland.
1
2. De administratie
6.Gezien de grote tariefverschillen tussen koop en schenking heeft de administratie er alle belang bij de juiste kwalificatie te achterhalen. 7.Het registratierecht treft bovendien de werkelijk tussen de partijen afgesloten rechtshandelingen.1 De administratie moet zich voor de heffing van de registratierechten houden aan de werkelijke aard van de akte die ter registratie wordt neergelegd.2 Het gestum heeft voorrang op het scriptum, zodat de administratie niet gebonden is door de benaming of de kwalificatie die partijen aan de voorgelegde akte geven noch door de inhoud van de overgelegde akte.3 De administratie zal rekening houden met de werkelijke wil van de partijen en in overeenstemming hiermee belasting heffen.4 8.Door alle middelen van het gemeen recht, met inbegrip van getuigen en vermoedens 5, doch met uitzondering van de eed, is het bestuur ertoe gerechtigd het bewijs te leveren van de ware aard en de werkelijke voorwaarden van de overeenkomst.6
1
F. WERDEFROY, Registratierechten, Brussel, Larcier, 1964, 294; F. WERDEFROY, Registratierechten, Mechelen, Kluwer, 2011, 657. 2 E. SPRUYT, J. RUYSSEVELDT, P. DONS, Praktijkgids successierecht en –planning, Kapelle-op-den-Bos, Toth, 2002, 488-489; H. DE SAEGER, N. LABEEUW, N. GEELHAND, T. DUMONT, “ Schenking en registratie – schenking van tegenwoordige goederen” in M. COENE, J. DU MONGH en N. GEELHAND, Erfenissen, schenkingen en testamenten. Artikelgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbl, 15. 3 F. WERDEFROY, Registratierechten, Brussel, Larcier, 1964, 294; F. WERDEFROY, Registratierechten, Mechelen, Kluwer, 2011, 657; H. DE SAEGER, N. LABEEUW, N. GEELHAND, T. DUMONT, “ Schenking en registratie – schenking van tegenwoordige goederen” in M. COENE, J. DU MONGH en N. GEELHAND, Erfenissen, schenkingen en testamenten. Artikelgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbl, 28a. 4 E. SPRUYT, J. RUYSSEVELDT, P. DONS, Praktijkgids successierecht en –planning, Kapelle-op-den-Bos, Toth, 2002, 488-489; A. MAELFAIT , “Boek 2/Topic 36 Vermomde schenking: fiscale gevolgen” in A. VERBEKE, e.a.(eds.), Handboek Estate Planning. Boek 2: Vermogensplanning met effect bij leven: schenking, Gent, larcier, 2009, 197; F. WERDEFROY, Registratierechten, Mechelen, Kluwer, 2011, 657; H. DE SAEGER, N. LABEEUW, N. GEELHAND, T. DUMONT, “ Schenking en registratie – schenking van tegenwoordige goederen” in M. COENE, J. DE MONGH en N. GEELHAND, Erfenissen, schenkingen en testamenten. Artikelgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbl, 15. 5 Bergen 27 oktober 2005, Rec.gén.enr.not. 2006, afl.5, 181. 6 Art. 185 W.Reg; F. WERDEFROY, Registratierechten, Brussel, Larcier, 1964, 294; F. WERDEFROY, Registratierechten, Mechelen, Kluwer, 2011, 657; H. DE SAEGER, N. LABEEUW, N. GEELHAND, T. DUMONT, “ Schenking en registratie – schenking van tegenwoordige goederen” in M. COENE, J. DU MONGH en N. GEELHAND, Erfenissen, schenkingen en testamenten. Artikelgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbl, 28b.
2
9.Hierbij dient een onderscheid te worden gemaakt tussen een verkeerd benoemde akte en een geveinsde akte. Het wezen opgemerkt dat de grens tussen beiden niet altijd even duidelijk is.7 Daarnaast kan de anti-misbruikbepaling tevens een rol spelen.
2.1. Verkeerd benoemde akte
10.De administratie heeft het recht maar ook de plicht, aan de hand van de gegevens van de akte, de door de partijen aan de akte gegeven benaming te verbeteren. Deze benaming kan niet opwegen tegen de wettelijke bepalingen welke de overeenkomst belasten naar haar bestanddelen.8 Dit betekent dat, niettegenstaande het feit dat de partijen aan hun overeenkomst de benaming koop hebben gegeven, de fiscale administratie deze kwalificatie naast zich neer kan leggen en alsnog het schenkingsrecht kan heffen. 9 De kwalificatie van de partijen, is niet tegenstelbaar aan de administratie.10 Anders dan bij een geveinsde akte, is bij een verkeerd benoemde akte geen valsheid of leugen aanwezig. De overeenkomst is door de partijen in de akte oprecht weergegeven maar verkeerd betiteld. Om deze reden wordt een verkeerd benoemde akte ook niet met een boete bestraft. 11
2.2. Geveinsde akte
11.Een geveinsde akte is een akte waarvan de inhoud niet overeenstemt met de overeenkomst die in werkelijkheid door partijen werd afgesloten. De tegenstelling tussen deze akte, het scriptum en de
7
S. VANMAELE, “De verkoop van een onroerend goed met gesloten beurs en de verkoop aan een familieprijs: fiscale simulatie of niet?”, Notariaat 2011, afl.17, 3; H. DE SAEGER, N. LABEEUW, N. GEELHAND, T. DUMONT, “ Schenking en registratie – schenking van tegenwoordige goederen” in M. COENE, J. DU MONGH en N. GEELHAND, Erfenissen, schenkingen en testamenten. Artikelgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbl, 28b. 8 Cass. 7 april 1910, Pas. 1910, I, 174; F. WERDEFROY, Registratierechten, Brussel, Larcier, 1964, 294; F. WERDEFROY, Registratierechten, Mechelen, Kluwer, 2011, 657-658; H. DE SAEGER, N. LABEEUW, N. GEELHAND, T. DUMONT, “ Schenking en registratie – schenking van tegenwoordige goederen” in M. COENE, J. DU MONGH en N. GEELHAND, Erfenissen, schenkingen en testamenten. Artikelgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbl, 28b. 9 H. DE SAEGER, N. LABEEUW, N. GEELHAND, T. DUMONT, “ Schenking en registratie – schenking van tegenwoordige goederen” in M. COENE, J. DU MONGH en N. GEELHAND, Erfenissen, schenkingen en testamenten. Artikelgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbl, 15. 10 A. MAELFAIT , “Boek 2/Topic 36 Vermomde schenking: fiscale gevolgen” in A. VERBEKE, e.a.(eds.), Handboek Estate Planning. Boek 2: Vermogensplanning met effect bij leven: schenking, Gent, Larcier,2009 ,197. 11 F. WERDEFROY, Registratierechten, Brussel, Larcier, 1964, 294; F. WERDEFROY, Registratierechten, Mechelen, Kluwer, 2011, 658; H. DE SAEGER, N. LABEEUW, N. GEELHAND, T.DUMONT, “ Schenking en registratie – schenking van tegenwoordige goederen” in M. COENE, J. DU MONGH en N. GEELHAND, Erfenissen, schenkingen en testamenten. Artikelgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbl, 28b.
3
werkelijke overeenkomst, het gestum is door partijen opzettelijk gewild. Kenmerkend voor veinzing is derhalve het bestaan van een leugen.12 In fiscale zaken is er sprake van veinzing wanneer partijen een overeenkomst tot stand brengen onder de bedrieglijke schijn van één of meer minder belaste overeenkomsten.13 De administratie heeft het recht aan te tonen dat de in de aangeboden akte vermelde overeenkomst niet strookt met de werkelijkheid en deze een andere rechtshandeling verbergt.14 Slaagt zij in die bewijsvoering, kan zij de belasting vorderen op de werkelijk tussen partijen afgesloten rechtshandeling.15 De vermomde schenking mag dus volgens haar werkelijke aard worden belast op voorwaarde dat de administratie het bestaan van veinzing in de ter registratie aangeboden akte kan bewijzen.16 Daarenboven is elke partij een geldboete verschuldigd gelijk aan het ontdoken recht. Dit recht is ondeelbaar door alle partijen verschuldigd.17 De geldboete heeft niet het karakter van een strafrechtelijke sanctie in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens. De rechter heeft bovendien niet de bevoegdheid om deze boete te verminderen om reden van billijkheid of redelijkheid.18
2.3. Anti-misbruikbepaling
12.De anti-misbruikbepaling19 doet geen afbreuk aan de middelen waarover de fiscale administratie beschikt tot bestrijding van veinzing en verkeerde betiteling van een rechtshandeling, die onverminderd van toepassing blijven.20 Aanvankelijk beperkte de anti-misbruikbepaling zich qua toepassingsgebied tot verrichtingen in de economische sfeer. Sinds de programmawet van 2012 12
F. WERDEFROY, Registratierechten, Brussel, Larcier, 1964, 295-296; H. DE SAEGER, N. LABEEUW, N. GEELHAND, T. DUMONT, “ Schenking en registratie – schenking van tegenwoordige goederen” in M. COENE, J. DU MONGH en N. GEELHAND, Erfenissen, schenkingen en testamenten. Artikelgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbl, 28c. 13 F. WERDEFROY, Registratierechten, Brussel, Larcier, 1964, 296; A. MAELFAIT ., “Boek 2/Topic 36 Vermomde schenking: fiscale gevolgen” in A. VERBEKE, e.a.(eds.), Handboek Estate Planning. Boek 2: Vermogensplanning met effect bij leven: schenking, Gent, larcier,2009 ,197. 14 A. MAELFAIT, “Boek 2/Topic 36 Vermomde schenking: fiscale gevolgen” in A. VERBEKE, e.a.(eds.), Handboek Estate Planning. Boek 2: Vermogensplanning met effect bij leven: schenking, Gent, Larcier, 2009, 197. 15 H. DE SAEGER, N. LABEEUW, N. GEELHAND, T. DUMONT, “ Schenking en registratie – schenking van tegenwoordige goederen” in M. COENE, J. DU MONGH en N. GEELHAND, Erfenissen, schenkingen en testamenten. Artikelgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbl, 28d. 16 Bergen 27 oktober 2005, Rec.gén.enr.not. 2006, afl.5, 180; E.SPRUYT, J.RUYSSEVELDT, P.DONS, Praktijkgids successierecht en –planning, Kapelle-op-den-Bos, Toth, 2002, 489. 17 Art. 204 W.Reg. 18 H. DE SAEGER, N. LABEEUW, N. GEELHAND, T. DUMONT, “ Schenking en registratie – schenking van tegenwoordige goederen” in M. COENE, J. DU MONGH en N. GEELHAND, Erfenissen, schenkingen en testamenten. Artikelgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbl, 28d. 19 Art. 18 §2 W.Reg. 20 S. VANMAELE, “De verkoop van een onroerend goed met gesloten beurs en de verkoop aan een familieprijs: fiscale simulatie of niet?”, Notariaat 2011, afl.17, 2.
4
strekt zij zich uit tot verrichtingen die worden gesteld in het kader van het beheer van het privévermogen. Dit voor rechtshandelingen gesteld vanaf 1 juni 2012.21
3. Verkoop tegen een lage prijs 3.1. Situatie
13.Indien de prijs in de verkoopovereenkomst daadwerkelijk wordt betaald maar deze niet beantwoordt aan de werkelijke waarde van het verkochte goed, staan we voor een verkoop tegen een lage prijs.22 Het betreft een verschil tussen de marktwaarde van het goed en de effectieve verkoopprijs. 23 Deze situatie is te onderscheiden van de koop tegen een prijs die geheel of gedeeltelijk wordt kwijtgescholden of die louter fictief is en derhalve nooit zal betaald worden.24 14.De prijs wordt beschouwd als een wezenlijk bestanddeel van de koopovereenkomst zodat er zonder prijs geen koop is.25 Derhalve rijst de vraag wat er dient te gebeuren indien de prijs te laag is. Men maakt hierbij een onderscheid tussen een belachelijke of bespottelijk lage prijs en een lage prijs. Bovendien heerst discussie in de rechtsleer of een dergelijke verkoop tegen lage prijs als vermomde dan wel onrechtstreekse schenking dient te worden beschouwd. Hoewel de meerderheid de mening is toegedaan dat een verkoop tegen lage prijs geen verdoken maar een onrechtstreekse schenking is, zal dit onderscheid ter volledigheid in enkele topics worden aangehaald. 26 Dit probleem is uiteraard
21
Programmawet 29 maart 2012, BS 6 april 2012, Circulaire nr. 4/2012, BS 04 mei 2012; Circulaire nr. 5/2013 (vervangt Circ. Nr. 8/2012), BS 10 mei 2013. 22 E. LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not.2009, 332. 23 G. DEKNUDT, “Schenkingen” in W. PINTENS en J. DU MONGH (eds.), Patrimonium 2006, Antwerpen, Intersentia, 2006, 214. 24 Zie bijvoorbeeld E. LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not.2009, 330. 25 H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, Tome IV, vol. I, Brussel, Bruylant, 1972, 68 26 Cass. 19 juni 1952, Rev.prat.not.b. 1953, 380 ; E. DE WILDE D’ESTMAEL en C. THOMASSET, Les donations. Aspects civil et fiscal, Brussel, Servais, 1996, 58; M. PUELINCKX-COENE, N. GEELHAND en F. BUYSSENS, “Overzicht van rechtspraak. Giften (1993-1998)”, T.P.R. 1999, 936; E. LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 340; A. MAELFAIT, “Boek 2/Topic 35 Vermomde schenking/ Veinzing /Gedeeltelijke schenking” in A. VERBEKE, e.a.(eds.), Handboek Estate Planning. Boek 2: Vermogensplanning met effect bij leven: schenking, Gent, Larcier, 2009, 193; S. SEYNS, S. VAN DEN HOVE D’ERTSENRYCK, “Actuele ontwikkelingen in het schenkingsrecht”, Themis 2009, nr.55 – 1/2009, 65; R. DEKKERS en H. CASMAN, Handboek burgerlijk recht. Deel IV Huwelijksstelsels Erfrecht Giften, Antwerpen, Intersentia, 2010, 627; I. DE STEFANI en P. DE PAGE, “La donation et ses impacts successoraux” in J-P. BOURS, A. CULOT, P. DE PAGE, I. DE STEFANI, F. MAGNUS, C. PRÜM. en P. WAUTELET (eds.), Les donations: aspects civils et fiscaux, Louvain-la-Neuve, Anthemis, 2011, 147. Anders : G. MAHIEU en E. BOURS, “ La vente à prix réduit” in E. BEGUIN, A. DELIÉGE, e.a.(eds.), Les arrangements de famille, Brussel, Story-Scientia, 1990, 37 ; J. BAEL, “Schenkingen en testamenten” in X(ed.), Rechtskroniek voor het Notariaat 2006-2007. deel 10, Brugge, die Keure, 2007, 186.
5
slechts aan de orde zo bewezen is dat vrijgevigheid de reden is van de lage prijs en er dus sprake is van een schenking. 15.Het is bovendien de feitenrechter die soeverein beslist of een rechtshandeling als schenking dan wel rechtshandeling ten bezwarende titel te kwalificeren is en of we met een vermomde dan wel onrechtstreekse schenking te maken hebben.27
3.2. Kwalificatie 3.2.1. Belachelijke of bespottelijk lage prijs 3.2.1.1. Principe
16.Een belachelijke prijs is volgens TILLEMAN een prijs die objectief niet ernstig kan worden genomen.28 Men spreekt van dergelijke prijs indien het verschil tussen de bedongen prijs en de werkelijke waarde zeer groot is. 29 Een spotprijs in het gewone taalgebruik betekent juridisch nog geen belachelijke of bespottelijk lage prijs, maar een kennelijk onvoldoende prijs.30 17.Door bepaalde auteurs wordt een belachelijke prijs gelijkgesteld met het ontbreken van een prijs. Er wordt immers algemeen aangenomen dat een prijs ernstig moet zijn. Bijgevolg vertegenwoordigt een belachelijke prijs, die niet ernstig kan worden genomen, hoe reëel ook, geen prijs zodat geen verkoopovereenkomst kan tot stand komen.31 Deze opvatting resulteert in de nietigheid van de overeenkomst als koop32. Evenmin kan een onrechtstreekse of vermomde schenking tot stand
27
Cass. 9 november 1855, Pas. 1856, I, 65; Rb. Turnhout 28 maart 1991, TBBR 1991, 400; E. SPRUYT, J. RUYSSEVELDT, P. DONS, Praktijkgids successierecht en –planning, Kapelle-op-den-Bos, Toth, 2002, 487; I. LIPS, “Boek 2/Topic 31 Vermomde schenking/veinzing/gedeeltelijke schenking” in A.VERBEKE , e.a. (eds.), Handboek Estate Planning. Boek 2: Vermogensplanning met effect bij leven: schenking, Gent, Larcier, 2009, 165; A. MAELFAIT, “Boek 2/Topic 35 Vermomde schenking/ Veinzing /Gedeeltelijke schenking” in A. VERBEKE, e.a.(eds.), Handboek Estate Planning. Boek 2: Vermogensplanning met effect bij leven: schenking, Gent, Larcier, 2009, 191; S. SEYNS, S. VAN DEN HOVE D’ERTSENRYCK, “Actuele ontwikkelingen in het schenkingsrecht”, Themis 2009, nr.55 – 1/2009, 70; W. PINTENS, C. DECLERCK en K. VANWINCKELEN, Schets van het familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 258. 28 B. TILLEMAN, Beginselen van Belgisch Privaatrecht. Overeenkomsten Deel 2 bijzondere overeenkomsten A. Verkoop Deel 1 Totstandkoming en kwalificatie van de koop, Antwerpen, Kluwer, 2001, 504. 29 A. MAELFAIT, “Boek 2/Topic 35 Vermomde schenking/ Veinzing /Gedeeltelijke schenking” in A. VERBEKE, e.a.(eds.), Handboek Estate Planning. Boek 2: Vermogensplanning met effect bij leven: schenking, Gent, Larcier, 2009, 193. 30 A. DE BOUGNE, “Verkoop van een onroerend goed tegen een twijfelachtige prijs”, T.Not. 1986, 3; B. TILLEMAN, Beginselen van Belgisch Privaatrecht. Overeenkomsten Deel 2 bijzondere overeenkomsten A. Verkoop Deel 1 Totstandkoming en kwalificatie van de koop, Antwerpen, Kluwer, 2001, 504. 31 A. DE BOUGNE, “Verkoop van een onroerend goed tegen een twijfelachtige prijs”, T.Not. 1986, 3; L. RAUCENT, Les libéralités, Brussel, Bruylant, 1991, 158 32 A. DE BOUGNE, “Verkoop van een onroerend goed tegen een twijfelachtige prijs”, T.Not. 1986, 6; G. MAHIEU en E. BOURS, “ La vente à prix réduit” in E. BEGUIN, A. DELIÉGE, e.a.(eds.), Les arrangements de famille,
6
komen daar er geen verkoop is, dus ook geen structuur voor een onrechtstreekse schenking of een scherm waarachter een vermomde schenking kan schuilen.33 18.DE PAGE beukt tegen deze stelling op. Volgens deze auteur vertegenwoordigt een belachelijke prijs, als hij reëel is, wel degelijk een prijs, zodat een verkoop kan tot stand komen. Men heeft wel te maken met een wanverhouding in tegenprestaties waardoor de verkoop die betrekking heeft op een onroerend goed desgevallend kan vernietigd worden wegens benadeling.34 19.Volgens BAEL, hierin gesteund door het grootste deel van de rechtspraak en rechtsleer, moet de verkoop van het goed tegen een belachelijke prijs als schenking van het goed met last worden gekwalificeerd.35 Men zou de verkoop van het goed beter aanzien als een schenking van het goed en op deze manier belasten.36 20.Rechtspraak en rechtsleer nemen dan ook aan dat de benaming verkoop niet aannemelijk is wanneer het goed wordt overgedragen tegen een belachelijk lage prijs.37 Een akte, welke als verkoop betiteld wordt, dient als schenking te worden aanzien wanneer vaststaat dat er een duidelijke wanverhouding bestaat tussen de door de partijen overeengekomen prijs, hoe reëel ook, en de
Brussel, Story-Scientia, 1990, 38 ; R. TIMMERMANS, De onderhandse koop en verkoop van een onroerend goed door particulieren, Mechelen, Kluwer, 2009, 96. 33 A. DE BOUGNE, “Verkoop van een onroerend goed tegen een twijfelachtige prijs”, T.Not. 1986, 3; L. RAUCENT, Les libéralités, Brussel, Bruylant, 1991, 158. 34 Art. 1674 BW ; H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, Tome VIII, vol.I, Brussel, Bruylant, 1944, 19; H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, Tome IV, vol. I, Brussel, Bruylant, 1972, 71-72. 35 J. BAEL, “Schenkingen en testamenten” in X(ed.), Rechtskroniek voor het Notariaat 2006-2007. deel 10, Brugge, die Keure, 2007, 187. 36 Cass. 11 januari 1917, Pas. 1917, I, 86; Brussel 13 december 2004, Rec.gén.enr.not . 2005, 118; L. WEYTS, Notarieel fiscaal recht. Deel 1 De registratie van notariële akten en hun gevolgen op fiscaal vlak, Mechelen, Kluwer, 2005, 167; J. BAEL, “Schenkingen en testamenten” in X(ed.), Rechtskroniek voor het Notariaat 20062007. deel 10, Brugge, die Keure, 2007, 187. 37 Cass. 11 januari 1917, Pas. 1917, I, 86; Gent 26 januari 1990, Rec.gén.enr.not.1990, 172-174; Rb. Dendermonde 25 mei 1992, Rec.gén.enr.not.1994, 329; Brussel 13 december 2004, Rec.gén.enr.not . 2005, 118; F. WERDEFROY, Registratierechten, Brussel, Larcier, 1964, 714; H. DU FAUX, “Over onrechtstreekse schenkingen waarin onroerende goederen zijn betrokken”, T. Not. 2001, 464; J. BAEL, “Schenkingen en testamenten” in X(ed.), Rechtskroniek voor het Notariaat 2006-2007. deel 10, Brugge, die Keure, 2007, 187; S. VANMAELE, “De verkoop van een onroerend goed met gesloten beurs en de verkoop aan een familieprijs: fiscale simulatie of niet?”, Notariaat 2011, afl.17, 5; F. WERDEFROY, Registratierechten, Mechelen, Kluwer, 2011, 658 en 1591; H. DE SAEGER, N. LABEEUW, N. GEELHAND, T. DUMONT, “ Schenking en registratie – schenking van tegenwoordige goederen” in M. COENE, J. DU MONGH en N. GEELHAND, Erfenissen, schenkingen en testamenten. Artikelgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbl, 28b.
7
waarde van het betreffende goed 38 en de animus donandi in hoofde van de verkoper is aangetoond.39 3.2.1.2. De administratie
21.Zoals eerder vermeld, heeft de administratie het recht en de plicht om een door de partijen verkeerd betitelde overeenkomst te belasten overeenkomstig haar werkelijk karakter. Zo moet aan de benaming verkoop geen aandacht worden geschonken wanneer de als prijs bedongen prestatie bespottelijk laag is.40 In de beslissing van 21 november 1994 spreekt men bovendien van een vermoeden van vrijgevigheid wanneer een belachelijk lage prijs is overeengekomen. Wanneer in een akte betiteld als verkoop, de prijs bespottelijk laag is spreekt de akte in zekere zin voor zichzelf en is de prijs slechts een schijnbare prijs zodanig dat het vermoeden van vrijgevigheid, enkel gebaseerd op het bedrag van de prijs, praktisch beslissend is. De administratie kan dan om gegronde redenen, alleen op het zicht van de akte, het schenkingsrecht heffen. Het behoort aan de partijen om te bewijzen dat, in tegenstelling met de klaarblijkelijkheid, de bespottelijk lage prijs niet significant is voor de vrijgevigheid.41 Zo zal de administratie bij een verkoop tegen een bespottelijk lage prijs het schenkingsrecht heffen.42 In geval van een verkoop tegen een belachelijk lage prijs of een spotprijs wordt de kwalificatie van schenking vermoed. Dit in tegenstelling tot de verkoop waarbij een lage prijs wordt bedongen. 3.2.1.3. De rechter
22.Wat een bespottelijk lage prijs juist is, is een feitenkwestie. Zo oordeelde de rechtbank te Dendermonde dat gezien de duidelijke wanverhouding tussen de door partijen overeengekomen prijs van 1.000.000 BEF en de geraamde waarde van 5.800.000 BEF de overeenkomst diende te
38
Gent 26 januari 1990, Rec.gén.enr.not. 1950, 172-173; Rb. Dendermonde 25 mei 1992, Rec.gén.enr.not. 1994, 331; Brussel 13 december 2004, Rec.gén.enr.not. 2005, 118; L. WEYTS, Notarieel fiscaal recht. Deel 1 De registratie van notariële akten en hun gevolgen op fiscaal vlak, Mechelen, Kluwer, 2005, 167. 39 Rb Dendermonde 5 november 1989 bevestigd door Gent 26 januari 1990, Rec.gén.enr.not. 1950, 172-173; Luik 13 maart 2001, JT 2001, 549; M. DAMBRE, Bijzondere overeenkomsten, Brugge, die Keure, 2012, 13. 40 F. WERDEFROY, Registratierechten, Brussel, Larcier, 1964, 714; H. DE SAEGER, N. LABEEUW, N. GEELHAND, T. DUMONT, “ Schenking en registratie – schenking van tegenwoordige goederen” in M. COENE, J. DU MONGH en N. GEELHAND, Erfenissen, schenkingen en testamenten. Artikelgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbl, 28b. 41 Besl. 21 november 1994, nr. E.E./94.463. Rep. RJ, R44/08-06. 42 E. SPRUYT, J. RUYSSEVELDT, P. DONS, Praktijkgids successierecht en –planning, Kapelle-op-den-Bos, Toth, 2002, 488-489; H. DE SAEGER, N. LABEEUW, N. GEELHAND, T. DUMONT, “ Schenking en registratie – schenking van tegenwoordige goederen” in M. COENE, J. DU MONGH en N. GEELHAND, Erfenissen, schenkingen en testamenten. Artikelgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbl,15.
8
worden beschouwd als een schenking.43 In casu bedroeg de als prijs bedongen tegenprestatie 17,24 procent van de werkelijke waarde van het goed. Dit is duidelijk een belachelijke of bespottelijk lage prijs. 23.Ook het hof van beroep te Gent was in de volgende omstandigheden van oordeel dat er sprake was van een schenking. Ter zake had de verkoopster een onroerend goed afgestaan met een waarde van 3.000.000 BEF met als tegenprestaties het voorbehoud van een gedeeltelijk recht van bewoning, het verzorgen van de maaltijden, het instaan voor verwarming, was, verlichting enzovoort.44 Deze tegenprestaties konden worden geraamd op een jaarlijkse last van 276 000 BEF.45 Rekening houdend met een vermoedelijke levensduur van vijf jaar op het ogenblik van de verkoop zou dit op een prijs komen van 1.380.000 BEF of 46 procent van de waarde van het verkochte goed. Volgens het hof was er in casu sprake van een wanverhouding. Daarnaast toonde de leeftijd, de ziektetoestand en de testamentaire beschikkingen van de verkoopster, evenals de verwantschap tussen de verkoopster en de koper het animus donandi aan.46
SCHENKING
0
17,2
46 50
100
% van de waarde van het goed
“ Belachelijke prijs”
43
Rb. Dendermonde 25 mei 1992, Rec.gén.enr.not. 1994, 331. Gent 26 januari 1990, Rec.gén.enr.not. 1950, 170. 45 Gent 26 januari 1990, Rec.gén.enr.not. 1950, 172. 46 Gent 26 januari 1990, Rec.gén.enr.not. 1950, 171-173. 44
9
3.2.2. Lage prijs 3.2.2.1. Principe
24.Wanneer de prijs niet bespottelijk laag is, laat de omstandigheid dat de waardering van het goed hoger is dan de bedongen prijs, op zich niet toe te stellen dat de akte titel vormt voor een schenking. 47 Het louter verschil in waarde tussen de overeengekomen tegenprestatie en het verkochte goed volstaat niet om het bestaan van een schenking aan te tonen. 25.Niet elke verkoop tegen een lage prijs maakt immers een schenking uit. In een wederkerige overeenkomst moeten de verbintenissen van de partijen niet economisch gelijkwaardig zijn. 48 Overeenkomstig het gemeenrechtelijk contractenrecht moet de prijs van een koop niet noodzakelijk beantwoorden aan de werkelijke economische waarde van het goed.49 Ons recht kent geen iustum pretium-principe.50 Het is bovendien aan de verkoper om te bepalen of de waarde van het goed overeenstemt met de prijs die de koper biedt en of hij bereid is aan die prijs de overeenkomst te sluiten en de eigendom over te dragen.51 Daarenboven kent ons recht benadeling niet als algemeen wilsgebrek. Benadeling geldt enkel als nietigheidsgrond in de gevallen waarin de wet dit uitdrukkelijk
47
Rb. Antwerpen 28 december 1951, JT 1952, 270; Bergen 9 september 1975, Rec.gén.enr.not. 1978, 189; Besl. 12 maart 1973, nr. E.E./83.045. Rep.RJ, R44/08-02; M. VAN QUICKENBORNE, “Gedeeltelijke schenkingen”, TPR 1976, 41; J. BYTTEBIER, “Familiale regelingen: een oplettende zaak (art.918 B.W. – vermomde schenkingen)” (noot onder Gent 13 maart 1995), T.Not. 1996, 42; W. PINTENS, B. VAN DER MEERSCH, K. VANWINCKELEN, Inleiding tot het familiaal vermogensrecht, Leuven, Universitaire pers, 2002, 515; L. WEYTS, Notarieel fiscaal recht. Deel 1 De registratie van notariële akten en hun gevolgen op fiscaal vlak, Mechelen, Kluwer, 2005, 167; J. BAEL, “Schenkingen en testamenten” in X(ed.), Rechtskroniek voor het Notariaat 2006-2007. deel 10, Brugge, die Keure, 2007, 186; A. MAELFAIT, “Boek 2/Topic 35 Vermomde schenking/ Veinzing /Gedeeltelijke schenking” in A. VERBEKE, e.a.(eds.), Handboek Estate Planning. Boek 2: Vermogensplanning met effect bij leven: schenking, Gent, Larcier, 2009, 191; S.VANMAELE, “De verkoop van een onroerend goed met gesloten beurs en de verkoop aan een familieprijs: fiscale simulatie of niet?”, Notariaat 2011, afl.17, 5; F. WERDEFROY, Registratierechten, Mechelen, Kluwer, 2011, 658; W.PINTENS, C. DECLERCK en K. VANWINCKELEN, Schets van het familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 258. 48 M. VAN QUICKENBORNE, “Gedeeltelijke schenkingen”, TPR 1976, 42; E. LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 332. 49 I. SAMOY en V. ALLAERTS, “Dit is geen vermomde schenking!” in C. CASTELEYN, A. VERBEKE en L. WEYTS, Notariële clausules, Liber Amicorum Professor Johan Verstraete, Antwerpen, Intersentia, 2007, 307; A. MAELFAIT, “Boek 2/Topic 35 Vermomde schenking/ Veinzing /Gedeeltelijke schenking” in A. VERBEKE, e.a.(eds.), Handboek Estate Planning. Boek 2: Vermogensplanning met effect bij leven: schenking, Gent, Larcier, 2009, 193; S. SEYNS, S. VAN DEN HOVE D’ERTSENRYCK, “Actuele ontwikkelingen in het schenkingsrecht”, Themis 2009, nr.55 – 1/2009, 68; R. DEKKERS en H. CASMAN, Handboek burgerlijk recht. Deel IV Huwelijksstelsels Erfrecht Giften, Antwerpen, Intersentia, 2010, 626. 50 I. SAMOY en V. ALLAERTS, “Dit is geen vermomde schenking!” in C. CASTELEYN, A. VERBEKE en L. WEYTS, Notariële clausules, Liber Amicorum Professor Johan Verstraete, Antwerpen, Intersentia, 2007, 307. 51 H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, Tome VIII, vol.I, Brussel, Bruylant, 1944, 19; M. VAN QUICKENBORNE, “Gedeeltelijke schenkingen”, TPR 1976, 42; E. LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 332 ; S.SEYNS, S. VAN DEN HOVE D’ERTSENRYCK, “Actuele ontwikkelingen in het schenkingsrecht”, Themis 2009, nr.55 – 1/2009, 68.
10
voorziet.52 Ongelijkheid in economische prestaties van partijen volstaat bijgevolg niet om tot een schenking te besluiten.53 De lage prijs tast de geldigheid van de koopovereenkomst ook niet aan.54 Indien een verkoop van een onroerend goed niet tegen een belachelijk lage prijs werd gedaan noch met de bedoeling de reserve van de erfgenamen aan te tasten, maakt dit een geldige verkoop uit , zelfs indien de werkelijke waarde van het goed hoger lag dan de koopprijs.55 Een verkoop van een goed tegen een lage prijs blijft in beginsel een verkoop.56 26.Men zou meerdere redenen kunnen bedenken waarom de verkoper het goed aan een lagere prijs dan de marktwaarde aanbiedt aan een familielid, kennis of een derde, zonder dat er sprake is van een begiftigingsoogmerk.57 Volgende situaties kunnen zich voordoen: -
De verkoper kent de vermogenstoestand van de koper waardoor een snelle afhandeling van de verkoop en een vlotte betaling zijn gegarandeerd.58
-
De verkoper verkoopt het goed aan een kennis of familielid waardoor hij niet op zoek moet gaan naar een kandidaat-koper en geen beroep moet doen op een vastgoedmakelaar om zijn goed te koop te stellen, hetgeen een aanzienlijke kosten- en tijdsbesparing impliceert.59
-
De verkoper verkeert in geldnood en verkoopt het goed tegen een lagere prijs omdat hij dringend over liquide middelen wil beschikken.60
52
I. SAMOY en V. ALLAERTS, “Dit is geen vermomde schenking!” in C. CASTELEYN, A. VERBEKE en L. WEYTS, Notariële clausules, Liber Amicorum Professor Johan Verstraete, Antwerpen, Intersentia, 2007, 307; S. SEYNS, S. VAN DEN HOVE D’ERTSENRYCK, “ Actuele ontwikkelingen in het schenkingsrecht”, Themis 2009, nr.55 – 1/2009, 68. 53 I. SAMOY en V. ALLAERTS, “Dit is geen vermomde schenking!” in C. CASTELEYN, A. VERBEKE en L. WEYTS, Notariële clausules, Liber Amicorum Professor Johan Verstraete, Antwerpen, Intersentia, 2007, 307. 54 Antwerpen 30 oktober 2012 (samenvatting), Fiscoloog 2013, afl.1324, 13 en www.fisconetplus.be; A. MAELFAIT, “Boek 2/Topic 35 Vermomde schenking/ Veinzing /Gedeeltelijke schenking” in A. VERBEKE, e.a.(eds.), Handboek Estate Planning. Boek 2: Vermogensplanning met effect bij leven: schenking, Gent, Larcier, 2009, 193. 55 Cass. 19 juni 1952, Rev.prat.not.b. 1953, 381. 56 L. WEYTS, Notarieel fiscaal recht. Deel 1 De registratie van notariële akten en hun gevolgen op fiscaal vlak, Mechelen, Kluwer, 2005, 167. 57 Gent 10 april 1954, RW 1954-55, 518; E. LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 330; S. SEYNS, S. VAN DEN HOVE D’ERTSENRYCK, “Actuele ontwikkelingen in het schenkingsrecht”, Themis 2009, nr.55 – 1/2009, 68; S. VANMAELE, “De verkoop van een onroerend goed met gesloten beurs en de verkoop aan een familieprijs: fiscale simulatie of niet?”, Notariaat 2011, afl.17, 6. 58 S. VANMAELE, “De verkoop van een onroerend goed met gesloten beurs en de verkoop aan een familieprijs: fiscale simulatie of niet?”, Notariaat 2011, afl.17, 6. 59 S. VANMAELE, “De verkoop van een onroerend goed met gesloten beurs en de verkoop aan een familieprijs: fiscale simulatie of niet?”, Notariaat 2011, afl.17, 6. 60 H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, Tome VIII, vol.I, Brussel, Bruylant, 1944, 20 ; M. VAN QUICKENBORNE, “Gedeeltelijke schenkingen”, TPR 1976, 42; G. MAHIEU en E. BOURS, “ La vente à prix réduit” in E. BEGUIN, A. DELIÉGE, e.a.(eds.), Les arrangements de famille, Brussel, Story-Scientia, 1990, 38 ; W. PINTENS, B. VAN DER MEERSCH, K. VANWINCKELEN, Inleiding tot het familiaal vermogensrecht, Leuven, Universitaire pers, 2002, 515; J.BAEL, “Schenkingen en testamenten” in X(ed.), Rechtskroniek voor het Notariaat 2006-2007. deel 10, Brugge, die Keure, 2007, 186; E. LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 333; A. MAELFAIT, “Boek 2/Topic 35 Vermomde schenking/
11
-
De verkoper bevindt zich in pure onwetendheid61 of desinteresse62 betreffende de waarde van het verkochte goed.
27.De verkoop tegen een lagere prijs geeft aldus in beginsel geen aanleiding tot herkwalificatie indien de bedongen prijs effectief wordt betaald en niet bespottelijk laag is.63 De verkoop aan een lagere prijs dan de venale waarde van het onroerend goed houdt niet automatisch een schenking in van het onroerend goed. 64 Deze kan evenwel een schenking inhouden indien kan worden aangetoond dat de verkoper werkelijk de intentie had om de verkoop met een schenking gepaard te laten gaan en wanneer er dus sprake is van een begiftigingsoogmerk.65 Enkel wanneer de verkoop tegen een te lage prijs is ingegeven door een animus donandi, is er sprake van een schenking.66 De vermindering op de prijs dient uit vrijgevigheid of met een intentie om te begiftigen te zijn toegestaan.67 Een aanvullend bewijs van de intentie te begiftigen is derhalve noodzakelijk.68. 28.DE WILDE D’ESTMAEL illustreert dit als volgt: “Je vends à Luc pour le prix de 2 millions un immeuble valant 3 millions, car j’ai l’intention de le gratifier du million restant. Il y a une donation (indirecte) de 1 million. Je vends à un tiers pour le prix de 2 millions un immeuble valant 3 millions,
Veinzing /Gedeeltelijke schenking” in A. VERBEKE, e.a.(eds.), Handboek Estate Planning. Boek 2: Vermogensplanning met effect bij leven: schenking, Gent, Larcier, 2009,191; W. PINTENS, C. DECLERCK en K. VANWINCKELEN, Schets van het familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 258. 61 M. VAN QUICKENBORNE, “Gedeeltelijke schenkingen”, TPR 1976, 42; W. PINTENS, B. VAN DER MEERSCH, K. VANWINCKELEN, Inleiding tot het familiaal vermogensrecht, Leuven, Universitaire pers, 2002, 515; J.BAEL, “Schenkingen en testamenten” in X(ed.), Rechtskroniek voor het Notariaat 2006-2007. deel 10, Brugge, die Keure, 2007, 186; E. LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 333; A. MAELFAIT, “Boek 2/Topic 35 Vermomde schenking/ Veinzing /Gedeeltelijke schenking” in A. VERBEKE, e.a.(eds., Handboek Estate Planning. Boek 2: Vermogensplanning met effect bij leven: schenking, Gent, Larcier,2009 ,19; W. PINTENS, C. DECLERCK en K. VANWINCKELEN, Schets van het familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 258. 62 M. VAN QUICKENBORNE, “Gedeeltelijke schenkingen”, TPR 1976, 42; J. BAEL, “Schenkingen en testamenten” in X(ed.), Rechtskroniek voor het Notariaat 2006-2007. deel 10, Brugge, die Keure, 2007, 186; E. LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 333. 63 S. VANMAELE, “De verkoop van een onroerend goed met gesloten beurs en de verkoop aan een familieprijs: fiscale simulatie of niet?”, Notariaat 2011, afl.17, 7. 64 S. VANMAELE, “De verkoop van een onroerend goed met gesloten beurs en de verkoop aan een familieprijs: fiscale simulatie of niet?”, Notariaat 2011, afl.17, 6. 65 H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, Tome VIII, vol.I, Brussel, Bruylant, 1944, 22 ; H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, Tome IV, vol. I, Brussel, Bruylant, 1972, 72; S. SEYNS, S. VAN DEN HOVE D’ERTSENRYCK, “Actuele ontwikkelingen in het schenkingsrecht”, Themis 2009, nr.55 – 1/2009, 68; R. DEKKERS en H. CASMAN, Handboek burgerlijk recht. Deel IV Huwelijksstelsels Erfrecht Giften, Antwerpen, Intersentia, 2010, 626. 66 H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, Tome VIII, vol.I, Brussel, Bruylant, 1944, 22 ; G. MAHIEU en E. BOURS, “ La vente à prix réduit” in E. BEGUIN, A. DELIÉGE, e.a.(eds.), Les arrangements de famille, Brussel, Story-Scientia, 1990, 38; E. LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 332; F. WERDEFROY, Registratierechten, Mechelen, Kluwer, 2011, 1593; W. PINTENS, C. DECLERCK en K. VANWINCKELEN, Schets van het familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 258. 67 J. BAEL, “Schenkingen en testamenten” in X(ed.), Rechtskroniek voor het Notariaat 2006-2007. deel 10, Brugge, die Keure, 2007, 186. 68 Bergen 9 september 1975, Rec.gén.enr.not. 1978,184
12
car je dois au plus tôt avoir de l’argent pour payer telle dette. Il n’y a pas donation car je n’ai pas voulu gratifier ce tiers, la diminution du prix ayant pour cause mon besoin pressant d’argent.”69 29.De verkoper moet bezield zijn door de aniumus donandi, terwijl de koper op de hoogte moet zijn van het feit dat hij het te vervreemden goed minder duur betaalt dan het eigenlijk waard is, en dat zulks voortvloeit uit een vrijgevige bedoeling vanwege de verkoper, welke vrijgevige bedoeling hij goedkeurt en aanvaardt. Indien dit ontbreekt is de rechtshandeling een gewone koop70 30.Een iets wat bijzonder geval is de verkoop tegen lijfrente. Rechtsleer en rechtspraak nemen aan dat de akte betiteld als verkoop zal belast worden als schenking wanneer de tegenprestatie bestaat in een lijfrente waarvan het jaarlijks bedrag de inkomsten van het goed niet merkelijk overtreffen en tevens uit de andere omstandigheden van de zaak blijkt dat het in de bedoeling van de vervreemder ligt om de verkrijger te bevoordelen. 71 Zo moet als een schenking worden beschouwd, de afstand, toegestaan door een bejaarde vrijgezel, op het ogenblik waarop hij zich uit zijn zaken terugtrekt, aan zijn vermoedelijke erfgenamen, van verschillende onroerende goederen, mits een lijfrente die volgens de overeenkomst werd vastgesteld op het bedrag van de huurprijs van deze goederen, verminderd met twintig procent voor kosten.72 3.2.2.2. De administratie
31.Indien bij een verkoop een verschil bestaat tussen de door de partijen bedongen verkoopprijs en de waarde die de partijen pro fisco hebben opgegeven73 of die door de Ontvanger aan het verkochte goed wordt gegeven, kan de administratie van oordeel zijn dat schenkingsrechten verschuldigd zijn. Zoals eerder aangegeven zal de benaming die door partijen wordt gegeven aan een overeenkomst niet opwegen tegen de wettelijke bepalingen welke deze overeenkomst beheersen volgens haar
69
E. DE WILDE D’ESTMAEL en C. THOMASSET, Les donations. Aspects civil et fiscal, Brussel, Servais, 1996, 58-59. M. VAN QUICKENBORNE, “Gedeeltelijke schenkingen”, TPR 1976, 57. 71 Besl. 7 oktober 1960 nr. E.E./76.165, Rep. RJ, R44/08-01; A. SCHICKS, Dictionnaire des droits d’enregistrement 2. Cédules- droits successifs, Brussel, Bruylant, 1901, 481; G. MAHIEU en E. BOURS, “ La vente à prix réduit” in E. BEGUIN, A. DELIÉGE, e.a.(eds.), Les arrangements de famille, Brussel, Story-Scientia, 1990, 58 ; F. WERDEFROY, Registratierechten, Mechelen, Kluwer, 2011, 1591-1592; H. DE SAEGER, N. LABEEUW, N. GEELHAND, T. DUMONT, “ Schenking en registratie – schenking van tegenwoordige goederen” in M. COENE, J. DU MONGH en N. GEELHAND, Erfenissen, schenkingen en testamenten. Artikelgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbl, 28b. 72 Besl. 7 oktober 1960 nr. E.E./76.165, Rep. RJ, R44/08-01. 73 De partijen of tussenkomende notaris in hun naam moeten in de akte de normale verkoopwaarde opgeven indien deze meer bedraagt dan de overeengekomen waarde. Bij gebreke loopt de koper een boete op. Bij betwisting kan de Administratie voor onroerende goederen een controleschatting vorderen overeenkomstig art. 189 W.Reg.;L.WEYTS, Notarieel fiscaal recht. Deel 1 De registratie van notariële akten en hun gevolgen op fiscaal vlak, Mechelen, Kluwer, 2005, 167. 70
13
bestanddelen.74 De administratie zal voor de heffing van de registratierechten rekening houden met de werkelijke aard van de overeenkomst75 en kan de leer van de verkeerd benoemde akte inroepen om een overeenkomst te herkwalificeren in een schenking.76 Maar in geval van twijfel moet de akte geregistreerd worden onder de benaming die de partijen eraan gegeven hebben. Zo blijft een verkoop van een onroerend goed tegen lage prijs een verkoop, zolang de fiscus niet het animus donandi heeft bewezen.77 32.De administratie zal dus enerzijds de verarming van de schenker en de correlatieve verrijking van de begiftigde moeten aantonen en anderzijds het animus donandi.78 33.Met betrekking tot de verarming kan worden gewezen op een vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen van 28 februari 2008. De rechtbank diende een oordeel te vellen omtrent de vraag of de verkoop van roerende goederen aan te lage waarde als schenking kan worden geherkwalificeerd. Een natuurlijk persoon had aan zijn vennootschap alle geldelijke vergoedingen verkocht waarop hij recht had uit hoofde van een aantal met uitgeverijen afgesloten overeenkomsten inzake de exploitatierechten op de door hem ontworpen figuren, stripverhalen en tekeningen. De verkoopovereenkomst werd vervolgens vrijwillig ter registratie aangeboden waarbij de administratie van oordeel was dat de verkoopprijs ver beneden de marktwaarde lag waarop ze de verkoop herkwalificeerde in een schenking. De rechtbank volgde de administratie niet. De administratie kon volgens het hof niet het bewijs leveren van verarming in hoofde van de vermeende schenker, wat vereist is voor de eisbaarheid van de schenkingsrechten. Doordat de vennootschap de exploitatierechten tegen een lage prijs had verworven, had dit een positieve invloed op de waarde van de aandelen van de vennootschap die ten tijde van de verkoop volledig in handen waren van de verkoper. 79 Derhalve was er geen sprake van verarming in hoofde van de vermeende schenker.
74
Cass. 7 april 1910, Pas. 1910, I, 174; Rb. Dendermonde 25 mei 1992, Rec.gén.enr.not. 1994,331; F. WERDEFROY, Registratierechten, Brussel, Larcier, 1964, 294. 75 E. SPRUYT, J. RUYSSEVELDT, P. DONS, Praktijkgids successierecht en –planning, Kapelle-op-den-Bos, Toth, 2002, 488-489; H. DE SAEGER, N. LABEEUW, N. GEELHAND, T. DUMONT, “ Schenking en registratie – schenking van tegenwoordige goederen” in M. COENE, J. DU MONGH en N. GEELHAND, Erfenissen, schenkingen en testamenten. Artikelgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbl, 15. 76 Antwerpen 30 oktober 2012 (samenvatting), Fiscoloog 2013, afl.1324, 13 en www.fisconetplus.be 77 S. VAN CROMBRUGGE, Registratierechten academiejaar 2011-2012, Universiteit Gent Faculteit Rechtsgeleerdheid, 2011, 29. 78 A. DE BOUGNE, “Verkoop van een onroerend goed tegen een twijfelachtige prijs”, T.Not. 1986, 13; E. SPRUYT, J. RUYSSEVELDT, P. DONS, Praktijkgids successierecht en –planning, Kapelle-op-den-Bos, Toth, 2002, 488; A. MAELFAIT, “Boek 2/Topic 35 Vermomde schenking/ Veinzing /Gedeeltelijke schenking” in A. VERBEKE, e.a.(eds.), Handboek Estate Planning. Boek 2: Vermogensplanning met effect bij leven: schenking, Gent, Larcier, 2009, 191; W. PINTENS, C. DECLERCK en K. VANWINCKELEN, Schets van het familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 258. 79 Rb. Antwerpen 28 februari 2008, FJF 2009, 550-551.
14
34.De animus donandi wordt bovendien niet vermoed.80 Wie beweert dat een bepaalde verkoop tegen een te lage prijs gebeurde met het inzicht om te schenken, zal dit moeten bewijzen.81 De administratie zal bijgevolg het tegendeel dienen te bewijzen en de aanwezigheid van animus donandi moeten aantonen.82 De bewijslast ligt bij de belastingdienst.83 35.De argumenten die de administratie hiervoor zal aanhalen zullen verschillen naargelang de concrete omstandigheden. Het louter ontbreken van evenwichtige economische tegenprestatie vormt op zichzelf niet het bewijs 84 , zelfs niet indien er tussen partijen genegenheidsbanden bestaan.85 Het bestaan van genegenheidsbanden bewijst op zichzelf evenmin de animus donandi maar kan wel een belangrijke aanwijzing zijn.86 Daarnaast kan de administratie bijvoorbeeld het feit aanhalen dat de verkoopprijs slechts dient betaald te worden op een onbepaald tijdstip in de toekomst zoals het overlijden van de verkoper.87 In een recent arrest van het hof van beroep te Antwerpen, haalde de administratie een combinatie van deze drie aan, met name de prijs, genegenheidsband en betalingsmogelijkheid. Het hof van beroep achtte deze elementen, anders dan de rechter in eerste aanleg88, onvoldoende om de koop te herkwalificeren in een schenking.89 (Verdere bespreking van het arrest: infra rdnr. 40) 36.In beginsel heeft de administratie slechts belang bij de betwisting van de kwalificatie bij overdrachten van onroerende goederen in de zijlijn gezien de schenkingsrechten in dat geval hoger zijn dan de verkooprechten. Indien een onroerend goed door vader aan dochter wordt verkocht tegen een lagere prijs, zal de administratie er in principe geen belang bij hebben om op te treden omdat de kooprechten dan hoger zijn dan de schenkingsrechten. 90
80
W. PINTENS, B. VAN DER MEERSCH, K. VANWINCKELEN, Inleiding tot het familiaal vermogensrecht, Leuven, Universitaire pers, 2002, 434; E. LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 333. 81 E. LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 337. 82 S. VANMAELE, “De verkoop van een onroerend goed met gesloten beurs en de verkoop aan een familieprijs: fiscale simulatie of niet?”, Notariaat 2011, afl.17, 6. 83 Rb. Antwerpen 25 maart 2009, Rec.gén.enr.not. 2012, afl.5, 202. 84 Rb. Antwerpen 28 december 1951, JT 1952, 270; Bergen 9 september 1975, Rec.gén.enr.not. 1978,189. 85 Antwerpen 30 oktober 2012 (samenvatting), Fiscoloog 2013, afl.1324, 13 en www.fisconetplus.be; W. PINTENS, B. VAN DER MEERSCH, K. VANWINCKELEN, Inleiding tot het familiaal vermogensrecht, Leuven, Universitaire pers, 2002, 434; E. LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 333. 86 E. SPRUYT, J.RUYSSEVELDT, P.DONS, Praktijkgids successierecht en –planning, Kapelle-op-den-Bos, Toth, 2002, 487; E. LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 339. 87 Rb. Antwerpen 25 maart 2009, Rec.gén.enr.not. 2012, afl.5, 202-203. 88 Rb. Antwerpen 25 maart 2009, Rec.gén.enr.not. 2012, afl.5, 202-203. 89 Antwerpen 30 oktober 2012 (samenvatting), Fiscoloog 2013, afl.1324, 13 en www.fisconetplus.be. 90 Art. 131 en 44 W.Reg.
15
3.2.2.3. De rechter
37.Het is de feitenrechter die soeverein beslist of een rechtshandeling als schenking dan wel als rechtshandeling ten bezwarende titel te kwalificeren is. 91 De kwalificatie is afhankelijk van de feitelijke omstandigheden kenmerkend voor een specifieke zaak en is niet louter afhankelijk van de prijs die wordt betaald voor het onroerend goed. Zo kan het verkomen dat een overeenkomst, als verkoop gestipuleerd,
geherkwalificeerd wordt door de rechter als schenking en een andere
overeenkomst niet hoewel de in de tweede overeenkomst bedongen prijs lager is dan in de eerste. De feitelijke omstandigheden zijn doorslaggevend. Hierdoor is het niet mogelijk een rechtlijnig en voorspelbaar antwoord te geven op de vraag wanneer een overeenkomst als schenking dan wel als verkoop zal worden aanzien door de rechter. Hierna enkele interessante zaken om dit te illustreren.
38.Bepaalde rechtspraak doet vermoeden dat het betalen van een aanzienlijk deel van de prijs ná het overlijden van de verkoper, een grote rol speelt bij de herkwalificatie van de overeenkomst.92 Zo oordeelde de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen in 1951 dat de verkoopprijs die 66,67 procent bedroeg van de werkelijke waarde van het verkochte goed, op zichzelf niet het bewijs leverde van een (vermomde) schenking maar dat men de animus donandi uit de omstandigheden kon afleiden gezien een groot deel van de prijs slechts diende betaald te worden 6 maanden na het overlijden van de verkoopster.93 Het hof van beroep te Brussel was daarentegen in 1963 van mening dat het feit dat een belangrijk deel van de verkoopprijs betaalbaar werd gesteld na het overlijden van de verkoper juist wijst op de oprechtheid van de rechtshandeling en dat dit niet zou gebeurd zijn indien de verkopers werkelijk de koper wilde bevoordeligen. De verkopers zouden alsdan volgens het hof kwijting van het verkoopprijs aan de kopers verleend hebben.94 Deze redenering werd door het
91
Cass. 9 november 1855, Pas. 1856, I, 65; Rb. Turnhout 28 maart 1991, TBBR 1991, 400; E. SPRUYT, J. RUYSSEVELDT, P. DONS, Praktijkgids successierecht en –planning, Kapelle-op-den-Bos, Toth, 2002, 487; A. MAELFAIT, “Boek 2/Topic 35 Vermomde schenking/ Veinzing /Gedeeltelijke schenking” in A. VERBEKE, e.a.(eds.), Handboek Estate Planning. Boek 2: Vermogensplanning met effect bij leven: schenking, Gent, Larcier, 2009, 191; W. PINTENS, C. DECLERCK en K. VANWINCKELEN, Schets van het familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 258. 92 Rb. Antwerpen 28 december 1951, JT 1952, 269-270; Gent 13 maart 1995, T.Not. 1996, 37, noot J. BYTTEBIER; Rb. Antwerpen 25 maart 2009, Rec.gén.enr.not. 2012, afl.5, 202-203. 93 Rb. Antwerpen 28 december 1951, JT 1952, 270. 94 Brussel 18 december 1963, RW 1963-64, 1362: De waarde van het onroerend goed was 65.000 BEF en er werd een verkoopprijs bedongen van 38.000 BEF, dat vermeerderd diende te worden met de waarde van het ‘ongenot’ ofwel 4.800 BEF Dit maakt in totaal een bedrag van 42.800 BEF of 65,85 procent van de waarde van het goed.
16
hof van beroep te Gent in 1995 terzijde geschoven. 95 Het verlenen van kwijting van een bepaald deel van de prijs bewijst bovendien niet altijd het begiftigingsoogmerk.96 39.Terugkomend op het arrest van het hof van beroep te Gent, was dit hof van oordeel dat de koopovereenkomst in de volgende omstandigheden een (vermomde) schenking inhield. De bedongen verkoopprijs van 150.000 BEF diende slechts betaald te worden bij het overlijden van de verkoper. Het uitstel van betaling betrof daarbij twee derden van de koopprijs ofwel 66,67 procent van de prijs. Voor het andere derde met name 50.000 BEF werd in de koopakte kwijting verleend maar het hof was ervan overtuigd dat het om een fictieve kwijting ging gezien het niet aannemelijk was dat de koper op dat ogenblik over de nodige eigen middelen beschikte.97 Daarenboven kon gezien de muntontwaarding een redelijke prijs op het ogenblik dat hij bedongen was belachelijk laag uitvallen wanneer de dood van de verkoper jaren uitbleef en gezien de trend van de muntontwaarding die op het ogenblik van de verkoop sinds geruime tijd een gekend gegeven was en niets toeliet ervan uit te gaan dat die trend zou worden omgebogen.98 In het bijzonder werd hier rekening gehouden met de levensverwachting van de verkopers en de gerelateerde gevolgen in verband met de muntontwaarding. 40.In een meer recentere zaak, die eerder al aan bod kwam (supra rdnr. 35) , voerde de administratie opnieuw de betalingsmodaliteiten aan om tot herkwalificatie te komen. De volledige prijs diende slechts betaald te worden uiterlijk drie maanden na het overlijden van verkoopster. Daarnaast voerde de administratie de nauwe familieband aan tussen een tante van 85 jaar en haar nicht en het aanzienlijke verschil tussen de waarde van het goed en de overeengekomen prijs die overeenstemde met 63,41 procent van de waarde van het goed. De rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen oordeelde dat de overeengekomen prijs niet bespottelijk laag was maar de verkoop niettemin in een schenking diende geherkwalificeerd te worden, vermits de administratie op basis van de omstandigheden eigen aan de zaak animus donandi kon aantonen.99 Hierbij werd aan het eerste argument een doorslaggevende functie gegeven. Doordat de koopster de volledige prijs slechts diende te betalen na het overlijden van de verkoopster, kwam dit erop neer dat zij niets moest betalen voordat de ze effectief erfgenaam werd door het overlijden van de verkoopster. Op dat ogenblik zou de verbintenis tot betaling vervallen door vermenging van hoedanigheid van 95
Gent 13 maart 1995, T.Not. 1996, 36, noot J.BYTTEBIER Bergen 9 september 1975, Rec.gén.enr.not. 1978, 189-190: Het bewijs van vrijgevigheid kon in casu niet voldoende worden geleverd. Het desbetreffende onroerend goed was 200.000 BEF waard. Er werd een ontvangstbewijs geleverd voor 170.000 BEF voor verbouwingswerken gedaan door de koper. De overige 30.000 BEF waren verschuldigd binnen drie maand na overlijden van de verkoper. 97 Gent 13 maart 1995, T.Not. 1996, 36, noot J. BYTTEBIER. 98 Gent 13 maart 1995, T.Not. 1996, 37, noot J. BYTTEBIER. 99 Rb. Antwerpen 25 maart 2009, Rec.gén.enr.not. 2012, afl.5, 202. 96
17
schuldenaar en erfgenaam. Het hof van beroep was evenwel een andere mening toegedaan en verwierp de door de administratie ingeroepen argumenten. Het feit dat de betaling slechts diende te gebeuren na het overlijden van de tante vormt volgens het hof geen obstakel. Overeenkomstig artikel 1650 Burgerlijk Wetboek moet de koper de prijs betalen op de dag en plaats bij de koop bepaald. De betaling kan aldus verbonden worden aan een termijn. Het bestaan van een familieband kan bovendien volgens het hof niet als bewijs aanzien worden van animus donandi. Daarnaast wordt benadrukt dat de vermenging van hoedanigheden slechts een veronderstelling is. Ondertussen was de verkoopster in 2010 overleden en bleek dat deze enkele maanden voor de verkoop een eigenhandig testament had opgesteld waaruit kon worden afgeleid dat zij geenszins de bedoeling had haar familieleden te begunstigen. Er werd een derde aangesteld als algemeen legataris. In hoofde van de koopster kon er dus niet worden uitgegaan van een uiteindelijke vermenging van de hoedanigheden van schuldenaar van de verkoopprijs en erfgenaam.100 In dit recent arrest wordt de mogelijkheid om de prijs geheel of gedeeltelijk betalen na overlijden van de verkoper als argument van de kaart geveegd. Afwachten in hoeverre dit arrest navolging zal krijgen.
41.Een betaling die niet onmiddellijk dient te gebeuren maar de verkopers in staat stelt huur van een appartement te betalen zijn dan weer gunstige voorwaarden die niet tot herkwalificatie leiden. De waarde van de woning werd geschat op 148.736,11 EUR, maar de te betalen prijs werd tussen de partijen bepaald op 91.720,60 EUR ofwel 61,67 procent van de waarde van het goed. Deze prijs moest niet onmiddellijk worden betaald, maar de terugbetaling moest de verkopers toelaten de huur van het appartement te betalen. 101 De rechter achtte de gunstige voorwaarden niet buiten verhouding en achtte deze niet van aard om de rechtshandeling te herkwalificeren als schenking. 102
42.Zoals reeds aangehaald illustreren de bovenvermelde zaken dat het niet mogelijk is om op basis van de prijs een soort van kantelpunt te bepalen vanaf wanneer de kwalificatie koop behouden blijft. De kwalificatie is afhankelijk van de feitelijke omstandigheden.
100
Antwerpen 30 oktober 2012 (samenvatting), Fiscoloog 2013, afl.1324, 13 en www.fisconetplus.be. Brussel 13 december 2004, Rec.gén.enr.not. 2005, 118. 102 Brussel 13 december 2004, Rec.gén.enr.not. 2005, 130. 101
18
AFHANKELIJK VAN DE OMSTANDIGHEDEN
SCHENKING
0
17,2
46
50
61,7 63,4 65,9 66,7
100
% van de waarde van het goed
“ Belachelijke prijs”
“Lage prijs”
3.3. Bewijs schenking 3.3.1. Algemeen
43.Diegene die zich beroept op het bestaan van een vermomde of onrechtstreekse schenking, dient de realiteit van de schenking te bewijzen.103 In beide gevallen dient een dubbel bewijs te worden geleverd. Enerzijds het materieel element met name de verarming in hoofde van de schenker en een correlatieve verrijking in hoofde van de begiftigde en anderzijds het intentioneel element of de animus donandi.104 Het onderscheid tussen een vermomde en onrechtstreekse schenking is niet zonder belang gezien de verschillende bewijsregeling.105 Het is de feitenrechter die soeverein zal oordelen of een vermomde, dan wel een onrechtstreekse schenking voorligt.106
103
M. VAN QUICKENBORNE, “Gedeeltelijke schenkingen”, TPR 1976, 75-76; E. SPRUYT, J. RUYSSEVELDT, P. DONS, Praktijkgids successierecht en –planning, Kapelle-op-den-Bos, Toth, 2002, 487; W. PINTENS, C. DECLERCK en K. VANWINCKELEN, Schets van het familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 258. 104 A. DE BOUGNE, “Verkoop van een onroerend goed tegen een twijfelachtige prijs”, T.Not. 1986, 13; E. LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 337. 105 M. VAN QUICKENBORNE, “Gedeeltelijke schenkingen”, TPR 1976, 75-76. 106 S. SEYNS, S. VAN DEN HOVE D’ERTSENRYCK, “Actuele ontwikkelingen in het schenkingsrecht”, Themis 2009, nr.55 – 1/2009, 70.
19
3.3.2. Vermomde schenking
44.Een definitie van de vermomde schenking, la donation déguisée, vinden we terug in een arrest van het hof van Beroep te Bergen.107 De vermomde schenking is een schenking die gedaan wordt onder het mom van een handeling ten bezwarende titel, waarin geveinsd wordt dat een tegenprestatie dient geleverd te worden maar afgesproken wordt dat dit niet moet gebeuren.108 45.Wie beweert dat een verkoop een dergelijke schenking vermomt, gaat in tegen de inhoud van de akte. De partijen dienen dit bewijs te leveren overeenkomstig het gemeenrechtelijk bewijsregime. Krachtens artikel 1341lid 2 Burgerlijk Wetboek kan het bewijs van verborgen schenkingen boven de 375 euro alleen schriftelijk worden geleverd tenzij er een begin van schriftelijk bewijs is overeenkomstig artikel 1347 Burgerlijk Wetboek. Het getuigenbewijs of het bewijs met vermoedens is niet toegelaten.109 Tussen partijen kan het bewijs dus in principe enkel door middel van een tegenbrief worden geleverd.110 Met de partijen moeten hun algemene rechtsopvolgers worden gelijkgesteld.111 De partijen kunnen evenwel de simulatie met alle middelen van recht bewijzen indien de simulatie ertoe strekt een regel van openbare orde te ontduiken112 zoals de poging om de reserve van de kinderen te omzeilen.
107
Bergen 15 februari 2005, Rev.not.b. 2005, 450, noot J.S. met verwijzing naar Bergen 15 september 1992, Rev.not. 1995,22. 108 Cass. 28 oktober 1943, Pas. 1944, I, 27; Bergen 15 februari 2005, Rev.not.b. 2005, 450, noot J.S. met verwijzing naar Bergen 15 september 1992, Rev.not. 1995, 22; Antwerpen 6 november 2007, T.Not. 2009, 75. 109 Art. 1341 BW en 1347 BW; M. VAN QUICKENBORNE, “Gedeeltelijke schenkingen”, TPR 1976, 76; A. DE BOUGNE, “Verkoop van een onroerend goed tegen een twijfelachtige prijs”, T.Not. 1986, 14; W. PINTENS, B. VAN DER MEERSCH, K. VANWINCKELEN, Inleiding tot het familiaal vermogensrecht, Leuven, Universitaire pers, 2002, 515; I. SAMOY en V. ALLAERTS, “Dit is geen vermomde schenking!” in C. CASTELEYN, A. VERBEKE en L. WEYTS, Notariële clausules, Liber Amicorum Professor Johan Verstraete, Antwerpen, Intersentia, 2007, 314; A. MAELFAIT, “Boek 2/Topic 35 Vermomde schenking/ Veinzing /Gedeeltelijke schenking” in A. VERBEKE, e.a.(eds.), Handboek Estate Planning. Boek 2: Vermogensplanning met effect bij leven: schenking, Gent, Larcier, 2009, 190. 110 E. SPRUYT, J. RUYSSEVELDT, P. DONS, Praktijkgids successierecht en –planning, Kapelle-op-den-Bos, Toth, 2002, 488. 111 M. VAN QUICKENBORNE, “Gedeeltelijke schenkingen”, TPR 1976, 76; A. DE BOUGNE, “Verkoop van een onroerend goed tegen een twijfelachtige prijs”, T.Not. 1986, 14; W. PINTENS, B. VAN DER MEERSCH, K. VANWINCKELEN, Inleiding tot het familiaal vermogensrecht, Leuven, Universitaire pers, 2002, 515; I. SAMOY en V. ALLAERTS, “Dit is geen vermomde schenking!” in C. CASTELEYN, A. VERBEKE en L. WEYTS, Notariële clausules, Liber Amicorum Professor Johan Verstraete, Antwerpen, Intersentia, 2007, 314; A. MAELFAIT, “Boek 2/Topic 35 Vermomde schenking/ Veinzing /Gedeeltelijke schenking” in A. VERBEKE, e.a.(eds.), Handboek Estate Planning. Boek 2: Vermogensplanning met effect bij leven: schenking, Gent, Larcier, 2009, 190; W. PINTENS, C. DECLERCK en K. VANWINCKELEN, Schets van het familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 258. 112 M. VAN QUICKENBORNE, “Gedeeltelijke schenkingen”, TPR 1976, 76; A. DE BOUGNE, “Verkoop van een onroerend goed tegen een twijfelachtige prijs”, T.Not. 1986,14;A. MAELFAIT, “Boek 2/Topic 35 Vermomde schenking/ Veinzing /Gedeeltelijke schenking” in A. VERBEKE, e.a.(eds.), Handboek Estate Planning. Boek 2:
20
46.Derden, die zich uiteraard geen schriftelijk bewijs van de geheime overeenkomst kunnen verschaffen, kunnen de simulatie met alle middelen van recht bewijzen.113 Erfgenamen van de schenker dienen als derden te worden beschouwd indien zij de geveinsdverklaring vorderen uit eigen hoofde, niet in hun hoedanigheid van rechtsopvolgers van de decujus, en dit op basis van een eigen recht dat de wet hen toekent.114 3.3.2. Onrechtstreekse schenking
47.In tegenstelling tot de vermomde schenking, worden de zaken bij een onrechtstreekse schenking, la donation indirecte, niet anders voorgesteld dan ze in werkelijkheid zijn. Men schenkt wel via een omweg, met name door middel van een akte die in se niet laat blijken of men handelt ten bezwarende titel dan wel om niet.115 48.Men dient niet te bewijzen tegen of boven de inhoud van een akte.116 Het gaat niet om een onderzoek naar ondergeschoven of bijkomende bedingen achter of naast de voorliggende akte. 117 Het bestaan zelf van de rechtshandeling wordt niet in twijfel getrokken, wel de juiste kwalificatie van de rechtshandeling. 118 Men erkent dat alles in werkelijkheid is gebeurd zoals in de akte beschreven.119 Men wil enkel bewijzen dat het verschil tussen de waarde van het vervreemde goed op het ogenblik van de vervreemding en de bedongen prijs voortvloeit uit een vrijgevige bedoeling Vermogensplanning met effect bij leven: schenking, Gent, Larcier, 2009, 190. W. PINTENS, C. DECLERCK en K. VANWINCKELEN, Schets van het familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 258. 113 Antwerpen 23 december 2002, Limb.Rechtsl. 2003, 184, noot D.; M. VAN QUICKENBORNE, “Gedeeltelijke schenkingen”, TPR 1976, 76; A. DE BOUGNE, “Verkoop van een onroerend goed tegen een twijfelachtige prijs”, T.Not. 1986, 14; M. PUELINCKX-COENE, “Overzicht van rechtspraak. Giften (1985-1992)”,T.P.R. 1994, 1727; I. SAMOY en V. ALLAERTS, “Dit is geen vermomde schenking!” in C. CASTELEYN, A. VERBEKE en L. WEYTS, Notariële clausules, Liber Amicorum Professor Johan Verstraete, Antwerpen, Intersentia, 2007, 315. 114 Gent 13 maart 1995, T.Not. 1996,36; Antwerpen 23 december 2002, Limb.Rechtsl. 2003, 184, noot D.; M. VAN QUICKENBORNE, “Gedeeltelijke schenkingen”, TPR 1976, 76; A. DE BOUGNE, “Verkoop van een onroerend goed tegen een twijfelachtige prijs”, T.Not. 1986, 14; J. BYTTEBIER, “Familiale regelingen: een oplettende zaak (art. 918 B.W. – vermomde schenkingen)” (noot onder Gent 13 maart 1995), T.Not. 1996,44; I. SAMOY en V. ALLAERTS, “Dit is geen vermomde schenking!” in C. CASTELEYN, A. VERBEKE en L. WEYTS,Notariële clausules, Liber Amicorum Professor Johan Verstraete, Antwerpen, Intersentia, 2007, 315; W. PINTENS, C. DECLERCK en K. VANWINCKELEN, Schets van het familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 258. 115 Bergen 22 november 2005, JLMB 2007, 732-733, noot J. SACE; J. SACE, noot onder Bergen 22 november 2005, JLMB 2007, 733; W. PINTENS, C. DECLERCK en K. VANWINCKELEN, Schets van het familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 259. 116 A. DE BOUGNE, “Verkoop van een onroerend goed tegen een twijfelachtige prijs”, T.Not. 1986, 13-14; E. SPRUYT, J. RUYSSEVELDT, P. DONS, Praktijkgids successierecht en –planning, Kapelle-op-den-Bos, Toth, 2002, 488; W. PINTENS, C. DECLERCK en K. VANWINCKELEN, Schets van het familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 260. 117 A. DE BOUGNE, “Verkoop van een onroerend goed tegen een twijfelachtige prijs”, T.Not. 1986, 13-14; E. SPRUYT, J. RUYSSEVELDT, P. DONS, Praktijkgids successierecht en –planning, Kapelle-op-den-Bos, Toth, 2002, 488. 118 E. LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 337. 119 A. DE BOUGNE, “Verkoop van een onroerend goed tegen een twijfelachtige prijs”, T.Not. 1986, 13-14.
21
van de verkoper.120 Het materieel element zal doorgaans geen bewijsmoeilijkheden opleveren. Uit een eenvoudige analyse van de akte zal blijken dat een verarming plaatsvond van de ene partij en correlatief een verrijking van de andere partij.
121
De vrijgevigheidsgedachte zal daarentegen
moeilijker aan te tonen zijn omdat de rechtshandeling die aan de basis ligt juist een neutraal en autonoom karakter heeft.122 Het bewijs betreft aldus feitelijkheden en de interpretatie van de oprechte gegevens die in de akte worden verstrekt.123 Dit kan door iedereen, ook door de partijen bij de akte, met alle middelen van recht, met inbegrip van getuigen en vermoedens, worden bewezen.124
3.4. Tegenwerpelijkheid schenking 3.4.1. Vermomde schenking
49.Tussen de veinzende partijen geldt enkel de verborgen overeenkomst. Dit is hun werkelijke wil.125 Om er zich op te kunnen beroepen dient natuurlijk het bestaan ervan te worden bewezen.(supra rdnr. 45) 50.Ten aanzien van derden is de verborgen overeenkomst niet tegenwerpelijk.126 Derden kunnen zich beroepen op de open overeenkomst. Zij hebben evenwel het recht om zich te beroepen op de verborgen overeenkomst indien zij deze verkiezen boven de open overeenkomst. De keuze om zich
120
A. DE BOUGNE, “Verkoop van een onroerend goed tegen een twijfelachtige prijs”, T.Not. 1986, 13-14; E. LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 339. 121 W. PINTENS, B. VAN DER MEERSCH, K. VANWINCKELEN, Inleiding tot het familiaal vermogensrecht, Leuven, Universitaire pers, 2002, 518; E. LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 340. W. PINTENS, C. DECLERCK en K. VANWINCKELEN, Schets van het familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 260. 122 E. LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 340. 123 A. DE BOUGNE, “Verkoop van een onroerend goed tegen een twijfelachtige prijs”, T.Not. 1986, 13-14. 124 M. VAN QUICKENBORNE, “Gedeeltelijke schenkingen”, TPR 1976, 77; A. DE BOUGNE, “Verkoop van een onroerend goed tegen een twijfelachtige prijs”, T.Not. 1986, 13-14; W. PINTENS, B. VAN DER MEERSCH, K. VANWINCKELEN, Inleiding tot het familiaal vermogensrecht, Leuven, Universitaire pers, 2002, 518; E. SPRUYT, J. RUYSSEVELDT, P. DONS, Praktijkgids successierecht en –planning, Kapelle-op-den-Bos, Toth, 2002, 488; E. LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 339; W. PINTENS, C. DECLERCK en K. VANWINCKELEN, Schets van het familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 260. 125 Art. 1321 BW; I. SAMOY en V. ALLAERTS, “Dit is geen vermomde schenking!” in C. CASTELEYN, A. VERBEKE en L. WEYTS, Notariële clausules, Liber Amicorum Professor Johan Verstraete, Antwerpen, Intersentia, 2007, 313. 126 Art. 1321 BW.
22
te beroepen op de verborgen overeenkomst brengt evenwel een zekere bewijslast mee. (supra rdnr. 46) Zij beschikken hiertoe over een vordering tot geveinsdverklaring.127 51.De administratie beschikt echter niet over deze keuzemogelijkheid omdat enkel de werkelijk gestelde rechtshandeling mag worden belast. 128
3.4.2. Onrechtstreekse schenking
52.Eens de onrechtstreekse schenking is vastgesteld op de wijze zoals beschreven (supra rdnr. 48), staat dit karakter erga omnes vast, zowel ten aanzien van de partijen als ten overstaan van derden.129 Dit zowel ten overstaan van de begiftigde, de schenker, als ten overstaan van de rechtsopvolgers van de schenker en de begiftigde.130
3.5. Fiscale implicaties 3.5.1. Koop
53.Wanneer de kwalificatie koop wordt behouden daar de animus donandi niet kan worden aangetoond, dient rekening te worden gehouden met de artikelen 45 en 46 Wetboek Registratierechten. De rechten inzake koop worden vereffend op de bedongen prijs, vermeerderd met de lasten.131 54.De regeling in het Waals Gewest is gelijkend op deze in het Vlaams en Brussels Hoofdstedelijk Gewest 132 , met dien verstande dat de Waalse decreetgever aan artikel 45 een alinea heeft toegevoegd.133Voor de bepaling van de heffingsgrondslag wordt geen rekening gehouden met de lasten voor zover het bedrag betrekking heeft op de kosten van de studie van de potentiële of werkelijke verontreiniging en op de kosten van grondsaneringshandelingen - of werken.
127
I. SAMOY en V. ALLAERTS, “Dit is geen vermomde schenking!” in C. CASTELEYN, A. VERBEKE en L. WEYTS, Notariële clausules, Liber Amicorum Professor Johan Verstraete, Antwerpen, Intersentia, 2007, 316. 128 J. VERSTAPPEN, De fiscale rol van de notaris. Agent van de fiscus vs. Raadsman van zijn cliënten, Gent, Larcier, 2007, 433. 129 E. LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 341. 130 M. VAN QUICKENBORNE, “Gedeeltelijke schenkingen”, TPR 1976, 75. 131 Art. 45 Vl.W.Reg. 132 Art. 45 Br.W.Reg. 133 Art. 45 Wal.W.Reg.
23
55.De belastbare grondslag mag echter in geen geval lager zijn dan de verkoopwaarde van de overgedragen onroerende goederen.
134
Wanneer de verkoopwaarde hoger is dan de
overeengekomen waarde van die onroerende goederen, maakt dit de belastbare grondslag uit. Bij een verkoop tegen een lage prijs zal de fiscus derhalve het verkooprecht heffen op de werkelijke verkoopwaarde van het onroerend goed en niet op de tussen de partijen overeengekomen prijs135 Daartoe zal een verklaring pro fisco worden opgenomen in de verkoopakte. Hierdoor wordt vermeden dat een boete wegens tekortschatting zal moeten worden betaald.136 56.Het feit dat de werkelijke waarde van het verkochte onroerend goed als grondslag zal dienen voor de heffing van het verkooprecht en dat men een verklaring pro fisco opneemt in de verkoopakte waarbij de werkelijke waarde wordt aangeduid, impliceert dat op het verschil tussen de werkelijke waarde en de prijs geen schenkingsrechten kunnen verschuldigd zijn, doch enkel het verkooprecht, zolang de prijs niet buiten verhouding is met de werkelijke waarde van het goed en de verkoop niet wordt geherkwalificeerd als schenking.137 57.Indien de verkoop 3 jaar voor het overlijden van de verkoper plaatsvindt, kan de administratie geen gebruik maken van artikel 7 Wetboek Successierechten om successierechten te heffen op het verschil tussen de werkelijke waarde en de betaalde prijs. De rechten van de administratie vloeien voort uit de geregistreerde akte. Indien die akte titel vormde voor een schenking, diende de administratie schenkingsrechten op te eisen. De administratie heeft in dit geval het kooprecht geheven op de gehele rechtshandeling.138 3.5.2. Schenking 3.5.2.1. Belachelijk lage prijs
58.Indien de prijs buiten verhouding staat tot de werkelijke waarde van het goed en er wordt overgedragen tegen een belachelijk lage prijs, dient men de verkoop van het goed te zien als een schenking van het goed en op deze manier te belasten.139 Het schenkingsrecht wordt berekend over
134
Art. 46 W.Reg. S. VANMAELE, “De verkoop van een onroerend goed met gesloten beurs en de verkoop aan een familieprijs:fiscale simulatie of niet?”, Notariaat 2011, afl.17, 6. 136 Art. 201 W.Reg. 137 J. BAEL, “Schenkingen en testamenten” in X(ed.), Rechtskroniek voor het Notariaat 2006-2007. deel 10, Brugge, die Keure, 2007, 187. 138 Art. 7 W.Succ. ; G. MAHIEU en E. BOURS, “ La vente à prix réduit” in E. BEGUIN, A. DELIÉGE, e.a.(eds.), Les arrangements de famille, Brussel, Story-Scientia, 1990, 57. 139 Cass. 11 januari 1917, Pas. 1917, I, 86; Brussel 13 december 2004, Rec.gén.enr.,not . 2005, 118; L. WEYTS, Notarieel fiscaal recht. Deel 1 De registratie van notariële akten en hun gevolgen op fiscaal vlak, Mechelen, 135
24
de verkoopwaarde van de geschonken goederen, in principe zonder aftrek van de lasten bedongen ten voordele van de schenker of van derden.140 Het is de bruto- waarde van de schenking die getroffen wordt door het recht.141 Behalve voor de kosten in verband met de plichten tot onderzoek op de verontreinigde of potentieel verontreinigde terreinen en tot bodemsanering, met inbegrip van de afbraak- en herstelkosten voor de sanering, die onder de Waalse regeling wel aftrekbaar zijn .142 59.De regel dient evenwel genuanceerd te worden. Voor de toepassing van de artikelen 131 tot 133 Wetboek Registratierechten wordt de last, bestaande uit een som, een rente of een pensioen onder kosteloze titel bedongen ten bate van een derde die aanneemt, in hoofde van deze derde als schenking belast en van het aandeel van de hoofdbegiftigde afgetrokken. 143 Het betreft een secundaire schenking van een som, rente of pensioen die wordt aangenomen door deze derde, secundair begiftigde. Er is een bijkomend schenkingsrecht verschuldigd in hoofde van de derde en dit aan het tarief volgens de verwantschap tussen de schenker en de derde.144 In de mate dat de schenking betrekking heeft op onroerende goederen wordt de last in hoofde van de derde als schenking belast volgens de progressieve tarieven in artikel 131 §1 Wetboek Registratierechten.145 60.Ook in de Brusselse en Waalse regeling kan men dergelijke anti- misbruikbepaling terug vinden.146 De Waalse regeling, heeft daar nog aan toegevoegd, dat voor zover de schenking onderworpen is aan het tarief van artikel 131ter Wetboek Registratierechten (gezinswoning), de last voor de derde eveneens als schenking belast wordt volgens de tarieven vastgesteld in dit artikel147 ,wanneer de last voordeel brengt aan een bloedverwant in rechte lijn ten opzichte van de schenker of aan de echtgenoot of aan de wettelijk samenwonende van de schenker en volgens de tarieven in artikel 131 Wetboek Registratierechten in de andere gevallen.148 61.Bij een verkoop tegen belachelijk lage prijs die als schenking dient te worden aanzien, zal de last , bestaande uit die prijs, evenwel verschuldigd zijn aan de verkoper/schenker waardoor deze niet in mindering kan worden gebracht.
Kluwer, 2005, 167; J. BAEL, “Schenkingen en testamenten” in X(ed.), Rechtskroniek voor het Notariaat 20062007. deel 10, Brugge, die Keure, 2007, 187. 140 Art. 133 al.1 Vl.W.Reg. 141 L. WEYTS, Notarieel fiscaal recht. Deel 1 De registratie van notariële akten en hun gevolgen op fiscaal vlak, Mechelen, Kluwer, 2005, 483; S. VAN CROMBRUGGE, Registratierechten academiejaar 2011-2012, Universiteit Gent Faculteit Rechtsgeleerdheid, 2011, 147. 142 Art. 133 al.1 Wal.W.Reg. 143 Art. 134 W.Reg. 144 J. RUYSSEVELDT, “Schenking van ‘Vlaamse’ bouwgrond met last”, Registratierecht 2004, afl.2, 13. 145 Art.134 laatste zin Vl.W.Reg. 146 Art.134 Br.W.Reg., art. 134 Wal.W.Reg. 147 Art. 131 ter §1 Wal.W.Reg. 148 Art. 134 Wal.W.Reg.
25
62.Op de regel van de heffing op de verkoopwaarde bestaan meerdere uitzonderingen zoals o.a. voor beursgenoteerde effecten. Deze afwijkingen vinden we zowel in de Vlaamse, Brusselse als Waalse regelgeving terug doch mits kleine verschillen. Hiervoor kan worden verwezen naar de tekst van de wet.149 3.5.2.2. Lage prijs
63.Wanneer de animus donandi is bewezen, dienen eveneens schenkingsrechten te worden geheven. Bepalend hierbij is het voorwerp van de schenking. Een onderscheid dient te worden gemaakt tussen de vermomde en de onrechtstreekse schenking. a) Vermomde schenking
64.Een vermomde schenking heeft volgens DE BOUGNE het overgedragen goed zelf tot voorwerp. De verkoop vormt niet meer een eigen entiteit, maar wordt herontdekt als een schenking, al dan niet met last, en deze ware contractuele verhouding heeft als voorwerp het overgedragen goed.150 De last zal dan bestaan uit de werkelijk betaalde of nog te betalen koopprijs of tegenprestatie. Vanzelfsprekend wordt bij dit alles verondersteld dat het niet betaalde deel van de koopprijs voldoende belangrijk is om als een schenking met last behandeld te worden.151 65.DE PAGE, PUELINCKX-COENE en BAEL spreken, mijns inziens correct, over een gedeeltelijke schenking bestaande uit het verschil tussen de betaalde prijs en de werkelijke waarde. 152 66.Indien de administratie een vermomde schenking bewijst, brengt dit niet enkel de toepassing van het schenkingsrecht met zich mee, doch ook een boete, gelijk aan het ontdoken recht, verschuldigd door elk van de contracterende partijen. Dit recht is ondeelbaar door alle partijen verschuldigd. 153 Er
149
Art. 133 Vl.W.Reg, art. 133 Br.W.Reg. en art. 133 Wal.W.Reg. A. DE BOUGNE, “Verkoop van een onroerend goed tegen een twijfelachtige prijs”, T.Not. 1986,11. 151 A. DE BOUGNE, “Verkoop van een onroerend goed tegen een twijfelachtige prijs”, T.Not. 1986,12. 152 H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, Tome VIII, vol.I, Brussel, Bruylant, 1944, 23 ; G. MAHIEU en E. BOURS, “ La vente à prix réduit” in E. BEGUIN, A. DELIÉGE, e.a.(eds.), Les arrangements de famille, Brussel, Story-Scientia, 1990, 38; M. PUELINCKX-COENE, N. GEELHAND en F. BUYSSENS, “Overzicht van rechtspraak. Giften (1993-1998)”, T.P.R. 1999, 864; J. BAEL, “Schenkingen en testamenten” in X(ed.), Rechtskroniek voor het Notariaat 2006-2007. deel 10, Brugge, die Keure, 2007, 187. In dezelfde lijn: Brussel 18 december 1963, RW 1963-64, 1363; Gent 22 juni 1955, Rec.gén.enr.not. 1955, 178; Bergen 9 september 1975, Rec.gén.enr.not. 1978, 189; Bergen 27 mei 1998, Rev.trim.dr.fam. 1999, 155-158. 153 Art. 204 W.Reg.; A. MAELFAIT, “Boek 2/Topic 36 Vermomde schenking: fiscale gevolgen” in A. VERBEKE, e.a.(eds.), Handboek Estate Planning. Boek 2: Vermogensplanning met effect bij leven: schenking, Gent, Larcier, 2009, 197. 150
26
hangen bovendien correctionele straffen boven het hoofd van de partijen en de medeplichtigen, dit in tegenstelling tot de verkeerd benoemde akte.154 b) Onrechtstreekse schenking
67.Bij een verkoop tegen een lage prijs die een onrechtstreekse schenking bevat, wordt algemeen aanvaard dat het voorwerp van de schenking bestaat uit het verschil tussen de overeengekomen verkoopprijs en de werkelijke, normale waarde van het goed. 155 Het voorwerp van een onrechtstreekse schenking bestaat derhalve uit een waarde.156 Er bestaat wel betwisting omtrent het begrip werkelijke waarde van het goed: 68.Volgens sommigen is dit de waarde van het goed ten tijde van de verkoop. Het voorwerp van de schenking is dan de meerwaarde ten gevolge van het verschil tussen de venale waarde van het goed en de betaalde prijs. 157 Enkel het nominaal bedrag van de prijsreductie wordt in aanmerking genomen als schenking.158 Dit ten nadele van de erfgenamen en ten voordele van de begiftigde.159 69.Volgens een tweede stelling is het voorwerp van de schenking gelegen in het aandeel van het vervreemde goed waarvoor, krachtens de bedoeling van de partijen, geen tegenprestatie werd verleend.160 Hiervoor dient men de waarde van het verkochte goed te schatten ten tijde van de verkoop en berekent men dan, in acht genomen het bedrag van de koopsom, de verhouding voor dewelke de overdracht als verkoop gold, en de verhouding voor dewelke de overdracht een
154
Art. 206 en 206 bis W.Reg; S. VANMAELE, “De verkoop van een onroerend goed met gesloten beurs en de verkoop aan een familieprijs: fiscale simulatie of niet?”, Notariaat 2011, afl.17, 6. 155 Cass. 25 mei 1944, Pas. 1944, 354; Cass. 19 juni 1952, Rev.prat.not.b. 1953, 381; A. DE BOUGNE, “Verkoop van een onroerend goed tegen een twijfelachtige prijs”, T.Not. 1986, 10; M. PUELINCKX-COENE, N. GEELHAND en F. BUYSSENS, “Overzicht van rechtspraak. Giften (1993-1998)”, T.P.R. 1999, 864; J. BAEL, “Schenkingen en testamenten” in X(ed.), Rechtskroniek voor het Notariaat 2006-2007. deel 10, Brugge, die Keure, 2007, 186; E. LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”,T.Not. 2009, 343; A. MAELFAIT, “Boek 2/Topic 35 Vermomde schenking/ Veinzing /Gedeeltelijke schenking” in A. VERBEKE, e.a.(eds.), Handboek Estate Planning. Boek 2: Vermogensplanning met effect bij leven: schenking, Gent, Larcier, 2009, 193. 156 A. DE BOUGNE, “Verkoop van een onroerend goed tegen een twijfelachtige prijs”, T.Not. 1986, 11. 157 M.VAN QUICKENBORNE, “Gedeeltelijke schenkingen”, TPR 1976, 51; A.DE BOUGNE, “Verkoop van een onroerend goed tegen een twijfelachtige prijs”, T.Not. 1986,10; E.LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 343. 158 M.VAN QUICKENBORNE, “Gedeeltelijke schenkingen”, TPR 1976, 51. 159 M.VAN QUICKENBORNE, “Gedeeltelijke schenkingen”, TPR 1976, 52; E.LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 345. 160 M.VAN QUICKENBORNE, “Gedeeltelijke schenkingen”, TPR 1976, 52; E.LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 343-344; S.SEYNS, S. VAN DEN HOVE D’ERTSENRYCK, “Actuele ontwikkelingen in het schenkingsrecht”, Themis 2009, nr.55 – 1/2009, 69
27
schenking uitmaakte.161 Het voorwerp van de schenking bestaat uit een quotiteit van het vervreemde goed.162 Deze werkwijze biedt meer bescherming aan de erfgenamen.163 70.Ten slotte bestaat er nog een derde stelling, waarbij de schenking bestaat uit het verschil tussen de werkelijk betaalde prijs en de waarde van het vervreemde goed ten tijde van het overlijden van de schenking.164 Deze methode wordt echter door de meerderheid van de auteurs verworpen.165
4. Schenking met zware last 4.1. Situatie
71.Een schenking kan worden gedaan onder de verplichting voor de begiftigde allerlei lasten na te komen, hetzij ten voordele van de schenker, hetzij ten voordele van derden.166 Aan de ene kant wil men vaak om fiscale redenen zoveel mogelijk schenken. Doch vreest men dat men over onvoldoende middelen zal beschikken om een behoorlijk leven te leiden tot aan zijn overlijden en in het bijzonder om bepaalde onvoorspelbare kosten te betalen. Het verbinden van lasten aan de schenking kan een oplossing bieden. De lasten strekken er dan toe dat de mogelijke grote kosten waarmee de schenker nog kan worden geconfronteerd kunnen worden betaald.167
72.Maar wat indien de bedongen lasten erg zwaar zijn? Kan men de rechtshandeling dan nog als rechtshandeling ten kosteloze titel aanzien?
161
M.VAN QUICKENBORNE, “Gedeeltelijke schenkingen”, TPR 1976, 52; E.LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 343-344. 162 M.VAN QUICKENBORNE, “Gedeeltelijke schenkingen”, TPR 1976, 52. 163 E.LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 345. 164 M.VAN QUICKENBORNE, “Gedeeltelijke schenkingen”, TPR 1976, 53; E.LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 344; S.SEYNS, S. VAN DEN HOVE D’ERTSENRYCK, “Actuele ontwikkelingen in het schenkingsrecht”, Themis 2009, nr.55 – 1/2009, 69. 165 M.VAN QUICKENBORNE, “Gedeeltelijke schenkingen”, TPR 1976, 53; E.LAUWERS, “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 344; S.SEYNS, S. VAN DEN HOVE D’ERTSENRYCK, “Actuele ontwikkelingen in het schenkingsrecht”, Themis 2009, nr.55 – 1/2009, 69. 166 F. WERDEFROY, Registratierechten, Brussel, Larcier, 1964, 715; H. DE SAEGER, N. LABEEUW, N. GEELHAND, T. DUMONT, “ Schenking en registratie – schenking van tegenwoordige goederen” in M. COENE, J. DU MONGH en N. GEELHAND, Erfenissen, schenkingen en testamenten. Artikelgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbl, 16. 167 J. BAEL, “Het principe van de onherroepelijkheid van de schenking: een hinderpaal bij de familiale vermogensplanning?”, T.Not. 2012, 443.
28
4.2. Kwalificatie 4.2.1. Principe
73.De mogelijkheden om een schenking te modaliseren zijn niet onbeperkt. Men dient steeds de constitutieve bestanddelen van een schenking in acht te nemen.168 Doch ontnemen de bedongen lasten in principe niet de aard van de schenking. Althans voor zover de waarde van de lasten lager is dan de waarde van de geschonken goederen.169 Een schenking met last is slechts een handeling om niet voor zover de waarde van de geschonken goederen de waarde van de last overschrijdt.170 Indien de lasten de waarde van de geschonken goederen evenaren of te boven gaan, is er geen sprake meer van een schenking, maar moet in de overeenkomst een handeling onder bezwarende titel worden gezien.171 4.2.2. De administratie
74.Gezien de theorie van de verkeerd benoemde akte, zal de administratie, aan de hand van de gegevens in de akte, de door de partijen aan de akte gegeven benaming verbeteren. Zo zal de akte, welke als schenking betiteld werd, als een verkoop moeten belast worden, zo de opgelegde lasten de waarde van de geschonken goederen evenaren of overschrijden. 172 De door partijen aan de overeenkomst gegeven benaming van schenking wordt doorgaans behouden, zo de begiftigde na uitvoering van de lasten nog een zeker voordeel bekomt.173
75.De administratie heeft er normaal slechts belang bij de door de partijen aan de akte gegeven benaming van schenking te betwisten ten aanzien van overdrachten van een onroerend goed in de
168
S. SEYNS, S. VAN DEN HOVE D’ERTSENRYCK, “Actuele ontwikkelingen in het schenkingsrecht”, Themis 2009, nr.55 – 1/2009, 53. 169 H. DE SAEGER, N. LABEEUW, N. GEELHAND, T. DUMONT, “ Schenking en registratie – schenking van tegenwoordige goederen” in M. COENE, J. DU MONGH en N. GEELHAND, Erfenissen, schenkingen en testamenten. Artikelgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbl, 16. 170 Luik 29 november 1955, Rev.prat.not.b. 1957, 165. 171 F. WERDEFROY, Registratierechten, Brussel, Larcier, 1964, 715; L. WEYTS, Notarieel fiscaal recht. Deel 1 De registratie van notariële akten en hun gevolgen op fiscaal vlak, Mechelen, Kluwer, 2005, 460; H. DE SAEGER, N. LABEEUW, N. GEELHAND, T. DUMONT, “ Schenking en registratie – schenking van tegenwoordige goederen” in M. COENE, J. DU MONGH en N. GEELHAND, Erfenissen, schenkingen en testamenten. Artikelgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbl, 16. 172 F. WERDEFROY, Registratierechten, Brussel, Larcier, 1964, 295; F. WERDEFROY, Registratierechten, Mechelen, Kluwer, 2011, 658. 173 F. WERDEFROY, Registratierechten, Brussel, Larcier, 1964, 715; L. WEYTS, Notarieel fiscaal recht. Deel 1 De registratie van notariële akten en hun gevolgen op fiscaal vlak, Mechelen, Kluwer, 2005, 460.
29
rechte lijn, gezien het tarief van overdrachten in de zijlijn in het algemeen hoger ligt bij schenkingen dan het tarief bij verkoop.174 4.2.3. De rechter
76.Opnieuw dient te worden aangehaald dat de feitenrechter soeverein beslist of een rechtshandeling als schenking dan wel rechtshandeling ten bezwarende titel te kwalificeren is.175
77.Bij een beweerde schenking moet de werkelijkheid worden nagegaan. Indien blijkt dat de in de schenkingsakte bedongen last gelijkstaat met de waarde van het goed of deze benadert, is er geen schenking maar een overeenkomst ten bezwarende titel.176 Het hof van beroep te Brussel stipuleert dat de rechter het psychologisch element van de schijnbare rechtshandeling, met name het animus donandi, niet zal mogen aanvaarden indien de last door de begiftigden gedragen zo belangrijk is dat hij het voordeel van de schenking nagenoeg opslorpt, zodanig dat er geen noemenswaardige verrijking in hoofde van de begiftigden bestaat en evenmin dergelijk verarming in hoofde van de schenker. 177 Wanneer de last zo zwaar is dat er geen sprake is van verarming in hoofde van de schenker en verrijking in hoofde van de begiftigde, is er volgens het hof geen schenking bij gebrek aan animus donandi.
78.Volgende zaak kan ter illustratie worden aangehaald. De overdracht van een onroerend goed bij notariële akte, die door partijen werd gekwalificeerd als schenking met last tot betaling van een bedrag, diende als één geheel te worden beschouwd met de op hetzelfde ogenblik opgelegde lijfrente ten gunste van de schenkers. Aangezien het bedrag van de last en de lijfrente als geheel nagenoeg gelijkwaardig was aan het voorwerp van de overdracht, werd dergelijke rechtshandeling als vergeldend en niet om niet aanzien.178
174
Art. 131 en 44 W.Reg.; F.WERDEFROY, Registratierechten, Brussel, Larcier, 1964, 715. Cass. 9 november 1855, Pas. 1856, I, 65; Rb. Turnhout 28 maart 1991, TBBR 1991, 400; E. SPRUYT, J. RUYSSEVELDT, P. DONS, Praktijkgids successierecht en –planning, Kapelle-op-den-Bos, Toth, 2002, 487; A. MAELFAIT, “Boek 2/Topic 35 Vermomde schenking/ Veinzing /Gedeeltelijke schenking” in A. VERBEKE, e.a.(eds.), Handboek Estate Planning. Boek 2: Vermogensplanning met effect bij leven: schenking, Gent, Larcier, 2009, 191; W. PINTENS, C. DECLERCK en K. VANWINCKELEN, Schets van het familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 258. 176 Rb. Dendermonde 20 oktober 1966, RW 1966-76, 1867. 177 Brussel 8 juli 1969, T.Not. 1971, 19. 178 Rb. Antwerpen 13 maart 1970, RW 1969-70, 1798-1799. 175
30
4.3. Fiscale implicaties
79.Geplaatst voor de keuze om bij een schenking onder last de verrichting gedeeltelijk te belasten als overdracht onder bezwarende titel en gedeeltelijk als overdracht ten kosteloze titel, heeft de wetgever gekozen om de volledige handeling te belasten als schenking. Mits de opgelegde last aan de verrichting het karakter van schenking niet ontneemt, geeft de akte enkel aanleiding tot schenkingsrechten.179 Overschrijden of evenaren de lasten de waarde van de geschonken goederen, zal het kooprecht verschuldigd zijn.
5. Nederland 5.1. Verkoop tegen een lage prijs 80.Opdat er sprake kan zijn van een schenking is het cruciaal dat het een overeenkomst om niet betreft.180 Indien een tegenprestatie aan de orde is, kan niet van om niet gesproken worden. Vervolgens rijst de vraag of iets wel in aanmerking komt als tegenprestatie.181 Wanneer in de verkoopovereenkomst een prijs wordt bepaald, die daadwerkelijk wordt betaald maar niet beantwoord aan de werkelijke waarde van het verkochte goed, kan men naar Nederlands recht drie hypothesen onderscheiden. 81.Vooreerst de situatie waarbij de bedongen tegenprestatie zo gering is dat zij niet als een werkelijke koopprijs kan worden beschouwd.182 De benaming koop is dan fout gezien in werkelijkheid de zaak wordt geschonken. Van een schijnhandeling is volgens ASSER en HIJMA geen sprake daar het element van bedrieglijkheid ontbreekt.183 82.Naar Belgisch recht kan deze situatie worden vergeleken met de verkoop tegen een bespottelijk of belachelijk lage prijs. De kwalificatie verkoop kan dan niet worden behouden en de rechtshandeling zal belast worden als schenking.
179
E. SPRUYT, “Heffingsgrondslag schenkingen” in F. WERDEFROY, Registratierechten 2010-2011, Mechelen, Kluwer, 2011, 1717-1718. 180 K.L.H. VAN MENS, Civielrechtelijke en fiscaalrechtelijke aspecten van het schenkingsbegrip, Deventer, Kluwer, 1985, 47; F.W.J.M.SCHOLS, Schenking en gift, Deventer, Kluwer, 2011, 8. 181 F.W.J.M. SCHOLS, Schenking en gift, Deventer, Kluwer, 2011, 8. 182 HR 6 december 1968 (LJN AB7278) , NJ 1969, 310, noot K. WIERSMA; C. ASSER en J. HIJMA, Asser-serie 5. Bijzondere overeenkomsten 1.Koop en ruil, Deventer, Kluwer, 2007, 217. 183 C. ASSER en J. HIJMA, Asser-serie 5. Bijzondere overeenkomsten 1.Koop en ruil, Deventer, Kluwer, 2007, 217.
31
83.In het tweede geval is de bedongen prijs objectief gezien te laag maar niettemin reëel. De verkoper heeft de prijs evenwel aanvaard uit onkunde, wegens geldnood of om van de zaak af te zijn. De overeenkomst is een zuivere koop maar zij kan wellicht worden aangetast op grond van dwaling overeenkomstig artikel 6:228 Burgerlijk Wetboek, bedrog of misbruik van omstandigheden overeenkomstig artikel 3:44 Burgerlijk Wetboek.184 84.Deze hypothese wordt ook naar Belgisch recht gemaakt. Er wordt een lage prijs bedongen doch liggen andere redenen dan het oogmerk te begiftigen aan de grondslag. 85.In het laatste geval is de bedongen prijs te laag omdat de verkoper de bedoeling had de koper op deze manier te bevoordelen. Er is dan sprake van een negotium mixtum cum donatione.185 Of een zogenaamde gemengde overeenkomst. Een combinatie van koop en schenking, thans juister een combinatie van koop en gift.186 Deze hypothese vereist een iets uitgebreidere toelichting. 86.Vooreerst kent het Nederlandse recht voor de toepasselijkheid van de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek de cumulatietheorie. Indien een overeenkomst voldoet aan de omschrijving van twee of meer door de wet geregelde bijzondere overeenkomsten, dan zijn de voor elk van die soorten overeenkomsten gegeven bepalingen naast elkaar op de overeenkomst van toepassing, behoudens voor zover deze bepalingen niet goed verenigbaar zijn of de strekking daarvan in verband met de aard van de overeenkomst zich tegen de toepassing verzet.187 87.Het begrip schenking zoals verwoord in artikel 7:175 lid 1 Burgerlijk Wetboek, is de overeenkomst om niet, die er toe strekt dat de ene partij, de schenker, ten koste van het eigen vermogen, de andere partij, de begiftigde, verrijkt. Als overeenkomst om niet heeft zij geen betrekking op de verkoop tegen te lage prijs doch kan worden verwezen naar artikel 7:186 lid 2 Burgerlijk Wetboek dat een omschrijving bevat van het begrip gift.188 Het begrip gift is ruimer dan het begrip schenking en wordt aanzien als elke handeling die tot gevolg heeft dat degene die de handeling verricht een ander ten koste van zijn eigen vermogen verrijkt.189 Het belangrijkste verschil tussen de schenking en de gift is dat de schenking een overeenkomst om niet is, terwijl de gift ook een andere rechtshandeling kan
184
C. ASSER en J. HIJMA, Asser-serie 5. Bijzondere overeenkomsten 1.Koop en ruil, Deventer, Kluwer, 2007, 217. C. ASSER en J. HIJMA, Asser-serie 5. Bijzondere overeenkomsten 1.Koop en ruil, Deventer, Kluwer, 2007, 217; C. ASSER en S. PERRICK, Asser-serie 4.Erfrecht en schenking, Deventer, Kluwer, 2009, 257; F.W.J.M.SCHOLS, Schenking en gift, Deventer, Kluwer, 2011, 8. 186 C. ASSER en J. HIJMA, Asser-serie 5. Bijzondere overeenkomsten 1.Koop en ruil, Deventer, Kluwer, 2007, 217; F.W.J.M. SCHOLS, Schenking en gift, Deventer, Kluwer, 2011, 9. 187 Art. 6:215 BW; F.W.J.M. SCHOLS, Schenking en gift, Deventer, Kluwer, 2011, 9. 188 C. ASSER en S. PERRICK, Asser-serie 4.Erfrecht en schenking, Deventer, Kluwer, 2009, 257. 189 Art. 7:186 lid 2 eerste zin BW. 185
32
omvatten en een tegenprestatie kan vereisen.190 Het begrip gift behelst elke vorm van bevoordeling die in bepaalde handelingen kan zitten.191 Door in artikel 7:186 lid 1 Burgerlijk Wetboek te bepalen dat de bepalingen van de titel schenking van overeenkomstige toepassing zijn op andere giften dan schenkingen, voor zover de strekking van de betrokken bepaling in verband met de aard van de handeling zich daar niet tegen verzet, wordt de gift onder het bereik van artikel 7:175 Burgerlijk Wetboek gebracht. 88.De verkoop tegen te lage prijs valt in beginsel onder het begrip gift.192 Maar niet elke verkoop tegen lage prijs is een gift. Van een gift is sprake als de koper en verkoper zich van het verschil tussen prijs en waarde bewust zijn en de verkoper de koper met het bedrag heeft willen bevoordelen.193 De overeenkomst dient uit vrijgevigheid te zijn aangegaan.194 Het komt VAN MENS voor dat de animus donandi bij schenkingen in principe eerder moet worden aangenomen naar mate de schenker en de begiftigde door familie- of andere persoonlijke relaties nauwer aan elkaar zijn gelieerd. Het bevoordeelde karakter van de rechtshandeling is door de aanwezigheid van de relatie eerder aannemelijk.195 89.Door de bepaling van artikel 7:186 Burgerlijk Wetboek kan ook de verkoop tegen te lage prijs als gift onder de werking van de schenkingsbepalingen worden gebracht.196 De verkoop tegen te lage prijs wordt dan onderworpen aan het giftenregime, voor zover de strekking van de betrokken bepalingen in verband met de aard van de handeling zich daartegen niet verzet.197 Als gemengde overeenkomst, zijn in beginsel beide wettelijk titels van toepassing met name de titel inzake koop en deze inzake schenking.198 Hier speelt aldus de cumulatietheorie. Naast de cumulatie voorziet artikel 7:187 Burgerlijk Wetboek tevens in een aantal bijzondere regels. Men spreekt in dit geval ook soms
190
H. SCHUTTEVÂER en J.W. ZWEMMER, Schenking, Deventer, Kluwer, 2002, 1. C. ASSER en S. PERRICK, Asser-serie 4.Erfrecht en schenking, Deventer, Kluwer, 2009, 247; J.P.D. SCHUTTEVAER, Erven, schenken en fiscus, Deventer, Kluwer, 2010, 52. 192 J.P.D. SCHUTTEVAER, Erven, schenken en fiscus, Deventer, Kluwer, 2010, 54. 193 HR 6 december 1968 (LJN AB7278) , NJ 1969, 310, noot K. WIERSMA; HR 20 maart 2009 (LJN BF1043), BNB 2009, 180; Rechtbank Utrecht 6 februari 2008 (LJN BC7002), rechtspraak.nl; H. SCHUTTEVÂER en J.W. ZWEMMER, Schenking, Deventer, Kluwer, 2002, 2. 194 HR 21 januari 1976, BNB 1976, 64, noot SCHUTTEVAER; HR 4 februari 1976, BNB 1976, 87, noot SCHUTTEVAER; K.L.H. VAN MENS, Civielrechtelijke en fiscaalrechtelijke aspecten van het schenkingsbegrip, Deventer, Kluwer, 1985, 92. 195 K.L.H. VAN MENS, Civielrechtelijke en fiscaalrechtelijke aspecten van het schenkingsbegrip, Deventer, Kluwer, 1985, 95. 196 H. SCHUTTEVÂER en J.W. ZWEMMER, Schenking, Deventer, Kluwer, 2002, 2. 197 Art. 7:186 lid 1 en art.. 7:187 lid 1 BW; F.W.J.M. SCHOLS, Schenking en gift, Deventer, Kluwer, 2011, 9. 198 C. ASSER en J. HIJMA, Asser-serie 5. Bijzondere overeenkomsten 1.Koop en ruil, Deventer, Kluwer, 2007, 217. 191
33
van een gift met tegenprestatie.199 Indien de regels elkaar niet verdragen zullen volgens HIJMA veelal de koopregels prevaleren.200 90.De hoogte van de schenking moet worden bepaald op het verschil tussen de werkelijke waarde van het goed ten tijde van de verkoop en de koopprijs.201 Schenkingsrecht dient betaald te worden over dit verschil.202
91.België kent de leer van de onrechtstreekse en vermomde schenking. Deze resulteren in een gedeeltelijke schenking bestaande uit het verschil tussen de betaalde prijs en de werkelijke waarde. Dus deels koop, deels schenking. Naar Nederlands recht geldt daarentegen de cumulatietheorie. De behandeling van een verkoop tegen lage prijs met begunstigingsoogmerk zal bijgevolg geheel anders zijn.
5.2. Schenking met zware last
92.Een schenking met last is, tevens naar Nederlands recht, een schenking waarbij aan de begiftigde één of meer verplichtingen worden opgelegd, zonder dat in beginsel aan het criterium om niet geweld wordt aangedaan.203 Indien aan de begiftigde een verplichting wordt opgelegd, betekent dit niet per definitie dat er geen schenking meer aan de orde is.204 93.Een last kan vooreerst worden opgelegd ten behoeve van een derde. De grens tot waar de door de begiftigde op zich genomen verplichtingen over het algemeen kunnen gaan, zonder dat daardoor het karakter van schenking wordt opgeheven, wordt voornamelijk bepaald door de vraag in hoeverre er nog van verrijking sprake is.205 Er moet immers steeds sprake zijn van een verrijking opdat de kwalificatie kan worden behouden.206
199
F.W.J.M. SCHOLS, Schenking en gift, Deventer, Kluwer, 2011, 9. C. ASSER en J. HIJMA, Asser-serie 5. Bijzondere overeenkomsten 1.Koop en ruil, Deventer, Kluwer, 2007, 217. 201 HR 6 december 1968 (LJN AB7278) , NJ 1969, 310, noot K. WIERSMA; HR 21 januari 1976, BNB 1976, 64, noot SCHUTTEVAER; HR 4 februari 1976, BNB 1976, 87, noot SCHUTTEVAER; HR 1 november 2002 (LJN AE9608), FED 2003, 53;HR 20 maart 2009 (LJN BF1043), BNB 2009, 180. 202 E. ALINK, “Vermogensoverheveling tijdens leven” in F. SONNEVELDT en W.M. KLEIJN, Estate planning, Den Haag, Koninklijke Vermande, 2001, 180. 203 K.L.H. VAN MENS, Civielrechtelijke en fiscaalrechtelijke aspecten van het schenkingsbegrip, Deventer, Kluwer, 1985, 49. 204 F.W.J.M. SCHOLS, Schenking en gift, Deventer, Kluwer, 2011, 8. 205 C. ASSER en S. PERRICK, Asser-serie 4.Erfrecht en schenking, Deventer, Kluwer, 2009, 259; F.W.J.M. SCHOLS, Schenking en gift, Deventer, Kluwer, 2011, 8. 206 F.W.J.M. SCHOLS, Schenking en gift, Deventer, Kluwer, 2011, 8. 200
34
94.Ook indien de verplichting wordt opgelegd ten behoeve van de schenker kan de kwalificatie van schenking in principe blijven bestaan. Het schenkingskarakter blijft bewaard indien de verplichting, zonder het karakter van een tegenprestatie aan te nemen, enkel strekt tot vermindering van de waarde van de verrijking.207 De aard van de verplichting bepaalt of er wel of geen tegenprestatie is. Ook de omstandigheden zullen een rol spelen.208 Het karakter van een tegenprestatie kan niet worden ontkent bij een overdracht van een huis met het beding dat de verkrijger de vervreemder gedurende diens leven kost, inwoning en verpleging zal verschaffen. Ook wanneer in dat geval de waarde van het huis die van de tegenprestatie aanzienlijk zou overtreffen, kan niet van de overeenkomst om niet worden gesproken.209 95.In beginsel zal het schenkingskarakter dan ook niet ontnomen worden indien de opgelegde last ten behoeve van een derde of de schenker enkel strekt tot vermindering van de waarde van de verkrijging.210 Zodra de last in waarde opweegt tegen de geschonken goederen is er niet langer sprake van bevoordeling van de begiftigde. Derhalve kan er van een schenking niet worden gesproken.211 96.De situatie is anders eens een voldoende verband bestaat tussen de beide prestaties. Er is geen sprake van een overeenkomst om niet maar van een overeenkomst onder bezwarende titel.212 Dit onafhankelijk van de waarde van de tegenprestatie. De handeling die tot verrijking strekt kan hooguit nog aanzien worden als een gift, welke kwalificatie de schenkingsbepalingen in principe van overeenkomstige toepassing maakt.213 De cumulatietheorie kan immers ook spelen indien sprake is van een last die het karakter van een tegenprestatie heeft.214 97.De kwalificatie van de rechtshandeling als schenking is in België afhankelijk van de waarde van de last. Benadert of evenaart de waarde van de last de waarde van de geschonken goederen, dan is er geen sprake meer van een schenking. In Nederland wordt ook naar de aard van de verplichting gekeken. Zoals vermeld, blijft het schenkingskarakter bewaard indien de verplichting, zonder het 207
C. ASSER en S. PERRICK, Asser-serie 4.Erfrecht en schenking, Deventer, Kluwer, 2009, 259; F.W.J.M. SCHOLS, Schenking en gift, Deventer, Kluwer, 2011, 8. 208 F.W.J.M. SCHOLS, Schenking en gift, Deventer, Kluwer, 2011, 8. 209 C. ASSER en S. PERRICK, Asser-serie 4.Erfrecht en schenking, Deventer, Kluwer, 2009, 259. 210 F.W.J.M. SCHOLS, Schenking en gift, Deventer, Kluwer, 2011, 8. 211 K.L.H. VAN MENS, Civielrechtelijke en fiscaalrechtelijke aspecten van het schenkingsbegrip, Deventer, Kluwer, 1985, 50. 212 HR 9 oktober 1974 ( LJN AC1033), NJ 1975,152; K.L.H. VAN MENS, Civielrechtelijke en fiscaalrechtelijke aspecten van het schenkingsbegrip, Deventer, Kluwer, 1985, 47-48; C. ASSER en J. HIJMA, Asser-serie 5. Bijzondere overeenkomsten 1.Koop en ruil, Deventer, Kluwer, 2007,18-19; C. ASSER en S. PERRICK, Asser-serie 4.Erfrecht en schenking, Deventer, Kluwer, 2009, 257. 213 Art. 7:186 lid 2 BW; C. ASSER en J. HIJMA, Asser-serie 5. Bijzondere overeenkomsten 1.Koop en ruil, Deventer, Kluwer, 2007, 19. 214 F.W.J.M. SCHOLS, Schenking en gift, Deventer, Kluwer, 2011, 9.
35
karakter van een tegenprestatie aan te nemen, enkel strekt tot vermindering van de waarde van de verrijking. Het karakter van een tegenprestatie blijkt hierbij uit de aard van de verplichting.215 Mijns inziens biedt de Belgische regeling meer rechtszekerheid doordat de herkwalificatie enkel afhangt van de waarde van de last.
6. Conclusie 98. De administratie moet voor de heffing van de registratierechten rekening houden met de werkelijke aard van de ter registratie neergelegde akte. Het registratierecht treft immers de werkelijk tussen de partijen afgesloten rechtshandelingen. Daartoe zal de administratie de leer van de verkeerd benoemde akte inroepen. 99.Indien een schenking wordt gedaan met last voor de begiftigde om bepaalde verplichtingen na te komen mag men de waarde van deze last niet uit het oog te verliezen. De schenking met last zal immers geherkwalificeerd worden als rechtshandeling ten bezwarende titel indien de waarde van de last de waarde van het geschonken goed evenaart of overschrijdt. 100.Daarnaast wordt algemeen aangenomen dat wanneer partijen de overeenkomst als verkoop benoemen, maar blijkt dat de prijs belachelijk of bespottelijk laag is, de overeenkomst als een schenking zal worden belast. Wat een bespottelijk lage prijs juist is, blijft evenwel nog steeds een feitenkwestie. 101.Dit belet niet dat een onroerend goed verkocht kan worden tegen een lagere prijs dan de werkelijke verkoopwaarde en de rechtshandeling toch als verkoop zal beschouwd worden. De omstandigheid dat de partijen in een verklaring pro fisco een waardering opgeven die hoger is dan de overeengekomen prijs, maakt niet dat de akte titel vormt van een schenking. Daartoe dient de animus donandi te worden aangetoond. Deze zal uit de omstandigheden eigen aan de zaak moeten blijken. 102.Men zal enkel schenkingsrechten verschuldigd zijn indien de prijs in het geheel niet in verhouding is met de waarde van het verkochte goed of de verkoop geherkwalificeerd wordt in een schenking
wegens
de
aanwezigheid
van
een
begiftigingsoogmerk.
Doch
zullen
geen
schenkingsrechten kunnen geëist worden indien de betaalde prijs lager is dan de werkelijke waarde, maar de kwalificatie verkoop behouden blijft.
215
F.W.J.M. SCHOLS, Schenking en gift, Deventer, Kluwer, 2011, 8.
36
103.Een verkoop tegen een verlaagde prijs behoort dus nog steeds tot de mogelijkheden en wordt in principe niet geherkwalificeerd in een schenking. Dit blijkt eveneens uit een recent arrest van het Antwerpse hof van beroep van 30 oktober 2012. Men kan bijgevolg nog perfect een onroerend goed verkopen tegen een vrienden- of familieprijsje.
37
BIBLIOGRAFIE BELGIË Wetgeving Burgerlijk Wetboek Vlaams Wetboek Registratierechten Waals Wetboek Registratierechten Brussels Wetboek Registratierechten Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, BS 17 januari 1989 Programmawet 29 maart 2012, BS 6 april 2012 Decreet van 23 december 2011 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012, BS 30 december 2011 Ordonnantie tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten van 16 december 2011, BS 2 februari 2012
Administratieve richtlijnen Circulaire nr. 4/2012, BS 04 mei 2012 Circulaire nr. 5/2013 (vervangt Circ. Nr. 8/2012), BS 10 april 2013
Rechtspraak Cass. 9 november 1855, Pas. 1856, I, 65. Cass. 7 april 1910, Pas. 1910, I, 174-178. Cass. 11 januari 1917, Pas. 1917, I, 82-88. Cass. 28 oktober 1943, Pas. 1944, I, 26-27.
38
Cass. 25 mei 1944, Pas. 1944 , I, 354-355. Cass. 19 juni 1952, Rev.prat.not.b.1953, 379-383. Cass. 25 mei 1962, RW 1962-63, 890-893.
Antwerpen 26 juni 1991, Limb.Rechtsl. 1991, 133-138. Antwerpen 23 december 2002, Limb.Rechtsl. 2003, 180-186, noot D. Antwerpen 7 februari2006, T.Not. 2010, 319-325, noot VANDEWIELE,A. Antwerpen 6 november 2007, T.Not. 2009, 72-79. Antwerpen 30 oktober 2012 (samenvatting), Fiscoloog 2013, afl.1324, 13 en www.fisconetplus.be Bergen 9 september 1975, Rec.gén.enr.not.1978,183-192. Bergen 27 mei 1998, Rev.trim.dr.fam. 1999,155-158. Bergen 15 februari 2005, Rev.not.b. 2005, 449-452, noot J.S. Bergen 27 oktober 2005, Rec.gén.enr.not. 2006, afl.5, 180-185. Bergen 22 november 2005, JLMB 2007, 732-733, noot SACE,J. Brussel 18 december 1963, RW 1963-64, 1360-1364. Brussel 8 juli 1969, T.Not.1971, 15-20. Brussel 13 december 2004, Rev.gén.enr.not. 2005, 118-131. Gent 10 april 1954, RW 1954-55, 518-519. Gent 22 juni 1955, Rec.gén.enr.not. 1955, 175-180. Gent 26 januari 1990, Rec.gén.enr.not.1990, 168-174. Gent 13 maart 1995, T.Not.1996,31-38, noot BYTTEBIER,J. Gent 18 januari 2007, T.Not.2008, 513-515. Luik 29 november 1955, Rev.prat.not.b. 1957, 163-167.
39
Luik 13 maart 2001, JT 2001, 547-550. Rb. Antwerpen 28 december 1951, JT 1952, 269-270. Rb. Antwerpen 12 oktober 1962, RW 1962-63, 1374-1379. Rb. Antwerpen 12 maart 1970, RW 1696-70, 1797-1800. Rb. Antwerpen 28 februari 2008, FJF 2009, 549-51. Rb. Antwerpen 25 maart 2009, Rec.gén.enr.not. 2012, afl.5, 202-203. Rb. Dendermonde 20 oktober 1966, RW 1966-67, 1867-1870. Rb. Dendermonde 25 mei 1992, Rec.gén.enr.not.1994, 329-331. Rb. Turnhout 28 maart 1991, TBBR 1991, 400-401.
Besl. 21 november 1994, nr. E.E./94.463, Rep. RJ, R44/08-06. Besl. 12 maart 1973, nr. E.E./83.045, Rep. RJ, R44/08-02. Besl. 7 oktober 1960 nr. E.E./76.165, Rep. RJ, R44/08-01.
Rechtsleer Boeken BAEL, J., “Schenkingen en testamenten” in X(ed.), Rechtskroniek voor het Notariaat 2006-2007. deel 10, Brugge, die Keure, 2007, 202p. BERGÉ, K., Leerboek der registratierechten, Brasschaat, De Bièvre, 1934, 982p. CULOT, A., Manuel des droits d’enregistrement, Brussel, Larcier, 2010, 343p. DAMBRE, M., Bijzondere overeenkomsten, Brugge, die Keure, 2012, 487p. DEKKERS, R. en CASMAN, H., Handboek burgerlijk recht. Deel IV Huwelijksstelsels Erfrecht Giften, Antwerpen, Intersentia, 2010, 917p.
40
DEKNUDT, G., “Schenkingen”, in PINTENS,W. en DU MONGH,J. (eds.), Patrimonium 2006, Antwerpen, Intersentia, 2006, 500p. DEKNUDT, G., “Schenkingen” in PINTENS,W., DU MONGH,J. en DECLERCK, C. (eds.), Patrimonium 2008, Antwerpen, Intersentia, 2008, 89-108. DELNOY, P., Les libéralités et les successions, Brussel, Larcier, 2010, 376p. DE PAGE, H., Traité élémentaire de droit civil belge, Tome IV, vol. I, Brussel, Bruylant, 1972, 1108p. DE PAGE, H., Traité élémentaire de droit civil belge, Tome VIII, vol. I, Brussel, Bruylant, 1944, 879p. DE SAEGER, H., LABEEUW, N., GEELHAND, N., DUMONT, T., “ Schenking en registratie – schenking van tegenwoordige goederen” in COENE, M., DU MONGH, J. en GEELHAND,N., Erfenissen, schenkingen en testamenten. Artikelgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Kluwer Mechelen, losbl, 1-116. DE STEFANI, I. en DE PAGE, P., “La donation et ses impacts successoraux” in BOURS, J-P., CULOT, A., DE PAGE, P., DE STEFANI, I., MAGNUS, F., PRÜM, C. en WAUTELET, P.(eds.), Les donations : aspects civils et fiscaux, Louvain-la-Neuve, Anthemis, 2011, 137-218. DE WILDE D’ESTMAEL, E. en THOMASSET, C., Les donations. Aspects civil et fiscal, Brussel, Servais, 1996, 208p. ENGELS,C., Bijzondere overeenkomsten, Brugge, die Keure, 2008, 421p. FACQ, J. en VERSTRAETE, J., “De schenking hervormd: enkele luchthartige bedenkingen” in SWENNEN, F. en BARBAIX, R.(eds.),Over erven: Liber amicorum Mieken Puelinckx-Coene, Mechelen, Kluwer, 2006, 153-178. GEELHAND, N., VAN TRICHT, E. en SNAET, S., Cursus Registratierechten 2011-2012, Universiteit Gent Faculteit Rechtsgeleerdheid, 2011, 180p. LIPS, I. “Boek 2/Topic 31 Vermomde schenking/veinzing/gedeeltelijke schenking” in VERBEKE, A., e.a. (eds.) Handboek Estate Planning. Boek 2: Vermogensplanning met effect bij leven: schenking, Gent, Larcier, 2009, 161-166. LIPS, I. “Boek 2/Topic 32 Vermomde schenking: fiscale gevolgen” in VERBEKE, A., e.a. (eds.), Handboek Estate Planning. Boek 2: Vermogensplanning met effect bij leven: schenking, Gent, Larcier, 2009, 167.
41
MAELFAIT, A., “Boek 2/Topic 35 Vermomde schenking/ Veinzing /Gedeeltelijke schenking” in VERBEKE, A., e.a.(eds.), Handboek Estate Planning. Boek 2: Vermogensplanning met effect bij leven: schenking, Gent, Larcier, 2009 ,187-196. MAELFAIT, A., “Boek 2/Topic 36 Vermomde schenking: fiscale gevolgen” in VERBEKE, A., e.a.(eds.), Handboek Estate Planning. Boek 2: Vermogensplanning met effect bij leven: schenking, Gent, Larcier, 2009,197-198. MAHIEU, G. en BOURS, E., “La Vente à prix réduit” in BEGUIN, E., DELIÈGE, A., e.a.(eds.), Les arrangements de famille, Brussel, Story-Scientia, 1990, 36-59. PINTENS, W., VAN DER MEERSCH, B. en VANWINCKELEN, K., Inleiding tot het familiaal vermogensrecht, Leuven, Universitaire pers, 2002, 997p. PINTENS, W., VANWINCKELEN, K. en DE MONGH, J., Schets van het familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2007, 389p. PINTENS, W., DECLERCK, C. en VANWINCKELEN, K., Schets van het familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 439p. RAUCENT, L., Les libéralités, Brussel, Bruylant, 1991, 319p. SAMOY, I. en ALLAERTS, V., “Dit is geen vermomde schenking!” in CASTELEYN, C., VERBEKE, A. en WEYTS, L., Notariële clausules, Liber Amicorum Professor Johan Verstraete, Antwerpen, Intersentia, 2007, 295-322. SCHICKS, A., Dictionnaire des droits d’enregistrement.2. Cédules- droits successifs, Brussel, Bruylant, 1901, 546p. SPRUYT, E., RUYSSEVELDT, J. en DONS, P., Praktijkgids successierecht en -planning, Kapelle-op-den Bos, Toth, 2002, 800p. SPRUYT, E., “Heffingsgrondslag schenkingen” in WERDEFROY, F., Registratierechten 2010-2011, Mehcelen, Kluwer, 2011, 1713-1724. TIBERGHIEN, A., Tiberghien Handboek voor Fiscaal Recht 2010-2011, Mechelen, Kluwer, 2010, 1719p. TILLEMAN, B., Beginselen van Belgisch Privaatrecht. Overeenkomsten Deel 2 bijzondere overeenkomsten A. Verkoop Deel 1 Totstandkoming en kwalificatie van de koop, Antwerpen, Kluwer, 2001, 680p.
42
TIMMERMANS, R., De onderhandse koop en verkoop van een onroerend goed door particulieren, Mechelen, Kluwer, 2009, 200p. VAN CROMBRUGGE, S., Registratierechten academiejaar 2011-2012, Universiteit Gent Faculteit Rechtsgeleerdheid, 2011, 181p. VERSTAPPEN, J., De fiscale rol van de notaris. Agent van de fiscus vs. Raadsman van zijn cliënten, Gent, Larcier, 2007, 730p. WERDEFROY, F., Registratierechten, Brussel, Larcier, 1964, 932p. WERDEFROY, F., Registratierechten, Mechelen, Kluwer, 2591p. WEYTS, L., De schenkingsakten. Recyclagedagen 1981 van de Federatie der Belgische Notarissen, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen, 1982, 154p. WEYTS, L., Notarieel fiscaal recht, Deel 1. De registratie van notariële akten en hun gevolgen op fiscaal vlak, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen, 1995, 470p. WEYTS, L., Notarieel fiscaal recht, Deel 1. De registratie van notariële akten en hun gevolgen op fiscaal vlak, Mechelen, Kluwer, 2005, 536p.
Tijdschriften BAEL, J., “Het principe van de onherroepelijkheid van de schenking: een hinderpaal bij de familiale vermogensplanning?”, T.Not. 2012, 384-449. BYTTEBIER, J., “Familiale regelingen: een oplettende zaak (art.918 B.W. – vermomde schenkingen)” (noot onder Gent 13 maart 1995), T.Not.1996,38-45. CASMAN, H., “Actualia schenkingen. Deel 1”, NJW 2011, 558-567. DE BOUNGNE, A., “Verkoop van een onroerend goed tegen een twijfelachtige prijs”, T. Not. 1986, 124. DU FAUX, H., “Het arrest van het Hof van Beroep te Gent van 13 maart 1995 (T.Not., 1996, 31) en de ssanctie op de vermomde schenking: nietigheid of inkorting?”, T.Not. 1996, 149-151. DU FAUX, H., “Over onrechtstreekse schenkingen waarin onroerende goederen zijn betrokken”, T. Not. 2001, 459-465. 43
LAUWERS, E., “De verkoop met gesloten beurs en verkoop tegen een te lage prijs”, T.Not. 2009, 330354. PUELINCKX-COENE, M., GEELHAND, N. en BUYSSENS, F., “Overzicht van rechtspraak. Giften (19931998)”, T.P.R. 1999, 779-1117. PUELINCKX-COENE, M., “Overzicht van rechtspraak. Giften (1985-1992)”,T.P.R. 1994, 1615-1856. RUYSSEVELDT, J., “Schenking van ‘Vlaamse’ bouwgrond met last”, Registratierecht 2004, afl.2, 13-15. SACE, J., noot onder Bergen 27 november 2005, JLMB 2007, 133. SEYNS, S., VAN DEN HOVE D’ERTSENRYCK,S., “Actuele ontwikkelingen in het schenkingsrecht”, Themis 2009, nr.55 – 1/2009, 39-70. SPRUYT, E., “De schenking: het paradepaard van de successieplanning. Deel 1 De juridisch invalshoek”, AFT 2008, afl.8-9, 17-104. SPRUYT, E., “De schenking: het paradepaard van de successieplanning. Deel 2 De fiscale invalshoek”, AFT 2008, afl.10, 20-138. VANDEWIELE, A., “Koop-verkoop met last in te staan voor het onderhoud verkoper geherkwalificeerd als vermomde schenking”, T.Not. 2010, 325-326. VAN QUICKENBORNE, M., “Gedeeltelijke schenkingen”, TPR 1976, 41-78. VANMAELE, S., “De verkoop van een onroerend goed met gesloten beurs en de verkoop aan een familieprijs: fiscale simulatie of niet?”, Notariaat 2011, afl.17, 1-7. X, “Verlaagd schenkingstarief voor Vlaamse bouwgronden tot eind 2014”, Notariaat 2012, nr.1, 5-7.
NEDERLAND Wetgeving Nieuw Burgerlijk Wetboek
Rechtspraak HR 6 december 1968 (LJN AB7278) , NJ 1969, 310, noot WIERSMA,K. 44
HR 9 oktober 1974 (LJN AC1033), NJ 1975, 152. HR 21 januari 1976 (LJN AX3822), BNB 1976, 64, noot SCHUTTEVAER. HR 4 februari 1976 (LJN AX3792), BNB 1976, 87, noot SCHUTTEVAER. HR 30 juni 1978 (LJN AC6327), NJ 1979, 119. HR 6 december 1995 (LJN AA3165), rechtspraak.nl HR 1 november 2002 (LJN AE9608), FED 2003, 53. HR 20 maart 2009 (LJN BF1043), BNB 2009, 180. Rechtbank Haarlem 14 maart 2007 (LJN BA0703), rechtspraak.nl Rechtbank Utrecht 6 februari 2008 (LJN BC7002), rechtspraak.nl
Rechtsleer ALINK, E., “Vermogensoverheveling tijdens leven” in SONNEVELDT, F. en KLEIJN, W.M., Estate planning, Den Haag, Koninklijke Vermande, 2001, 169-186. ASSER, C. en HIJMA, J., Asser-serie 5. Bijzondere overeenkomsten 1.Koop en ruil, Deventer, Kluwer, 2007, 633p. ASSER, C. en HIJMA, J., Asser-serie 7. Bijzondere overeenkomsten 1.Koop en ruil, Deventer, Kluwer, 2013, 618p. ASSER, C. en PERRICK, S., Asser-serie 4.Erfrecht en schenking, Deventer, Kluwer, 2009, 768p. MOLTMAKER, J.K., Belastingen van rechtsverkeer, Deventer, Kluwer, 1976, 216p. SCHOLS, F.W.J.M., Schenking en gift, Deventer, Kluwer, 2011, 68p. SCHUTTEVÂER,H. en ZWEMMER,J.W., Schenking, Deventer, Kluwer, 2002, 74p. SCHUTTEVAER,J.P.D., Erven, schenken en fiscus, Deventer, Kluwer, 2010, 207p. VAN MENS, K.L.H., Civielrechtelijke en fiscaalrechtelijke aspecten van het schenkingsbegrip, Deventer, Kluwer, 1985, 404p.
45