een werkhypothese van de liefde
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 1
04-02-13 10:58
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 2
04-02-13 10:58
Scott Hutchins
Een werkhypothese van de liefde Vertaald door Paul van der Lecq
2013 de bezige bij amsterdam
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 3
04-02-13 10:58
Copyright © 2012 Scott Hutchins Copyright Nederlandse vertaling © 2013 Paul van der Lecq Oorspronkelijke titel A Working Theory of Love Oorspronkelijke uitgever The Penguin Press, New York Omslagontwerp Moker Ontwerp Foto auteur Michael Shindler / Photobooth Vormgeving binnenwerk Peter Verwey, Heemstede Druk Koninklijke Wöhrmann, Zutphen isbn 978 90 234 7854 6 nur 302 www.debezigebij.nl
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 4
04-02-13 10:58
Shikha
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 5
04-02-13 10:58
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 6
04-02-13 10:58
De vraag die we ons eerder stelden, is pas nauw omschreven als we hebben gespecificeerd wat we bedoelen met het woord ‘computer’. Natuurlijk willen we gebruikmaken van alle technische mogelijkheden die onze computers te bieden hebben. We willen bovendien de mogelijkheid openhouden dat een computertechnoloog of een team computertechnologen een machine ontwerpt die functioneert, maar op een manier waarvoor de ontwerpers geen toereikende verklaring hebben, omdat ze een methode hebben gevolgd die grotendeels experimenteel is. Ten slotte willen we van die computers uitsluiten mensen die op de normale manier zijn geboren. – alan turing
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 7
04-02-13 10:58
1
een paar dagen geleden stopten een brandweerwagen en een ambulance voor mijn appartementencomplex, dat op een heuvel ligt met aan de noordkant uitzicht over Dolores Park. Er stapten een paar verpleegkundigen uit en de grootste van hen droeg een zwarte stoel met rode riemen en gespen. Ze kwamen voor mijn bovenbuurman, Fred, een kluizenaar die aan de drank is, maar voor wie ik altijd een vreemd ontzag heb gekoesterd. Ik zou nooit met hem willen ruilen: het grootste deel van de tijd zit hij sport te kijken op de kleine flatscreen aan de rand van zijn keukentafel. Hij is een langzame, gestage roker (mijn ex klaagde altijd over de stank) en zit aan zijn scherm gekluisterd, of hij nu American Football, tennis, basketbal of zelfs voetbal kijkt. De wedstrijden zelf boeien hem niet, het gaat hem alleen om het geld dat hij erop heeft ingezet. De enige die hem regelmatig bezoekt, de postbode, is ook zijn bookmaker. Fred heeft zelf vroeger ook bij de posterijen gewerkt. Zoals gezegd, ik zou nooit met hem willen ruilen. De eenzaamheid en de monotonie van zijn dagen trekken mij niet aan. Toch is hij altijd een toonbeeld geweest van onafhankelijkheid. Hij drinkt te veel en rookt te veel, en voor zover hij eet, komt hij niet verder dan het opwarmen van een blikje Campbell Chunky Soup. Maar hij haalt het wel allemaal zelf in huis, de rokertjes, de drank, de soep: met zijn stramme benen loopt hij de heuvel af naar de winkel op de hoek en keert dan terug met een overvolle papieren zak. Vervolgens beklimt hij de vier trappen naar het appartement – een viezere, spartaansere versie van het mijne – dat hij in zijn eentje bewoont, wat op zichzelf een prestatie is in San Francisco, waar de huren schrikbarend hoog zijn. Op de trap is hij de vriendelijkheid zelve, en zelfs in de wanhopige eerste maanden na mijn scheiding,
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 8
04-02-13 10:58
toen een andere buurman voorstelde mijn appartement van een draaideur te voorzien (om het komen en gaan te vergemakkelijken – een hatelijke opmerking) zette Fred altijd een beleefde stap voor mij opzij. Hij had één keer bij mij aangeklopt, maar alleen om te zeggen dat ik hem moest waarschuwen als ik hem daarboven hoorde rondstampen. Hij wist dat hij ‘een zware stap’ had. Ik interpreteerde dat als: we zijn buren en meer ook niet, maar ik mag je graag. Maar misschien zocht ik er te veel achter. Toen de verpleegkundigen die dag de trap op waren geklommen, klonken er gedempte stemmen en daarna slaakte Fred iets wat het midden hield tussen een schreeuw en een gil. Ik stapte de gang in, en intussen brachten de verpleegkundigen hem naar beneden en riepen ze hem toe, streng als drilsergeanten: ‘Meneer, houd u uw armen bij u. Meneer, houd u uw armen bij u. Anders moeten we uw armen vastbinden, meneer.’ Het leek overdreven om op zo’n manier tekeer te gaan tegen een oude man, maar toen ze een draai maakten op de overloop, zag ik wat het probleem was. Hij was stevig vastgegespt aan de draagbare stoel, maar in een poging zijn afdaling een halt toe te roepen, greep hij naar de spijlen van de trap. Zijn gezicht was verkrampt en er ontsprongen tranen aan zijn glazige ogen, die doodsbang om zich heen keken. ‘Het spijt me, Neill,’ zei hij toen hij mij zag. Smekend stak hij zijn handen naar mij uit. ‘Het spijt me. Het spijt me zo.’ Ik zei hem dat hij niet zo gek moest doen. Hij hoefde zich nergens voor te verontschuldigen. Toch bleef hij maar zeggen dat het hem zo speet, en intussen voerden de verpleegkundigen hem mee langs mijn deur, vastgebonden aan zijn draagbaar. Het bleek dat hij twee dagen eerder ten val was gekomen en zijn heup had gebroken. Daar had hij nu pas over gebeld. In de voorgaande achtenveertig uur had hij zich voortgesleept over de vloer, in afwachting van God weet wat: het moment dat de pijn wegzakte? Het moment dat er iemand aanklopte? Ik ben erachter gekomen waar ze hem mee naartoe hebben genomen; zijn operatie is al achter de rug en hij mag nu revalideren in een fijn afkickcentrum. Dus in die zin is het allemaal goed afgelopen. Toch moet ik steeds weer denken aan die verontschuldigingen van hem. Het
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 9
04-02-13 10:58
spijt me, het spijt me zo. Waar verontschuldigde hij zich anders voor dan het eenvoudige feit van zijn bestaan, de overlast die hij anderen bezorgde door te leven en adem te halen? Natuurlijk, hij was van slag, maar dat doet niets af aan de waarheid. Hij is niet onafhankelijk; hij is gewoon alleen. Die openbaring zou nauwelijks van belang moeten zijn, zou van geen betekenis moeten zijn voor mijn eigen leven, maar toch zat het me dwars, op een onderhuidse manier. Ik had Fred kennelijk als een voorbeeld gezien. Mijn vader, die verder weinig van een intellectueel had, citeerde altijd graag Pascal: Het enige wat een mens ongelukkig maakt, is zijn onvermogen om rustig op zijn kamer te blijven zitten. Ik had Fred aangezien voor iemand die rustig op zijn kamer kon blijven zitten. Niet ieders leven zal de vorm aannemen van een groots liefdesverhaal. Dat weet ik. Mijn eigen huwelijk, als ‘jonkie’, liep een paar jaar geleden op de klippen, en afgezien van de eerste paar maanden dat mijn voordeur een draaideur was, ben ik veel alleen geweest. Ik had weleens een vriendinnetje en zocht ook af en toe troost in een onenightstand, die inderdaad troost kan bieden, als je er op een goede manier mee omgaat. Ik heb mijn drankverbruik flink opgevoerd en daarna weer streng ingeperkt. Het is een leven waarin ik min of meer mijn draai heb gevonden. Als vrijgezel, heb ik geleerd, drijf je op routine. Kleine rituelen waarmee je de ongeziene momenten in ere houdt. Ik zeg dat zonder zelfbeklag. Wie kan het iets schelen dat ik precies twee scheutjes room in mijn eerste kop koffie doe en maar één in mijn tweede (en laatste) kop? Niemand, en toch maken die drie scheutjes deel uit van de manier waarop ik mijn ochtenden doorbreng. Het is de routine die ervoor zorgt dat ik niet te veel drink, en dat ik als zesendertigjarige vrijgezel paradoxaal genoeg minder impulsief ben dan toen ik een gehuwde, zelfs nog jongere man was. Om zeven uur ’s ochtends voer ik de kat. Voor het ontbijt eet ik een taco – een roerei en een plakje Pepper Jack Cheese in een maïstortilla, met salsa verde erbovenop – en zet ik een potje espresso op het vuur. Ik eet staande. Vervolgens zit tot tien over halfacht de kat bij mij op schoot, terwijl ik mijn e-mail doorneem en de tal-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 10
04-02-13 10:58
loze speciale aanbiedingen bekijk die in de loop van de nacht mijn mailbox zijn binnengestroomd. Aanbiedingen die maar één dag geldig zijn, gratis proefmonsters, twintig procent korting. Ik verwijder de berichten, ga douchen en ben om acht uur de deur uit voor een rit in zuidelijke richting, van San Francisco naar Menlo Park, vijftig minuten van deur tot deur. Ik werk voor Amiante Systems, een pompeus taalkundig automatiseringsproject. De naam van het bedrijf is nogal ongelukkig gekozen – de oprichter dacht dat ‘Amiante’ Latijn was voor magnetisme, en mijn ex Erin wees erop dat het in werkelijkheid Frans is voor asbest – maar de financiële basis is solide en verantwoord. Met drie man werken we aan een geavanceerd softwareprogramma dat zichzelf een overtuigende natuurlijke taal moet aanleren, op grond van een dagboek dat twintig jaar beslaat en geschreven is door de ‘Samuel Pepys van het zuiden’ (een benaming die is bedacht door het obscure historische tijdschrift dat als enige een fragment eruit gepubliceerd heeft). Met andere woorden: we leren die computer om een gesprek te voeren. Om te praten. Die dagboeken vormen een opeenstapeling van gedachten en overwegingen, meer dan vijfduizend bladzijden aan commentaar, verhalen, zinswendingen, levensfilosofieën, medische adviezen. De gedachte daarachter is dat de onderliggende verbanden in die dagboekaantekeningen, ofwel het karakter daarvan, ons een mate van coherentie verschaffen waar het alle voorgaande projecten – amateuristische spraakprogramma’s, ‘digitale assistenten’ – aan ontbrak. De schrijver van dat dagboek, een arts uit Arkansas, is niemand minder dan mijn overleden vader, en langs die bizarre omweg ben ik ook aan mijn baan gekomen. De dagboeken zijn auteursrechtelijk van mij. Dat verhindert niet dat mijn baas ingenomen is met mij. Ik weet weinig van computers – tot achter in de twintig heb ik mijn tijd doorgebracht met het schrijven van advertentieteksten – maar ik ben de enige van ons drieën met Engels als moedertaal, en het is mede aan mij te danken dat de computer wat meer als een echt mens klinkt, zij het een erg verward mens. Als ik thuiskom uit mijn werk, voer ik de kat en maak ik iets te eten voor mezelf. Ik neem plaats op mijn nieuwe zitbank. Op
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 11
04-02-13 10:58
doordeweekse dagen drink ik een glas wijn en kijk ik naar een film. In het weekend spreek ik weleens iets af met een oude of nieuwe vriend (al heb ik niet veel nieuwe vrienden, en nog minder oude) of ga ik stappen met een vriendin (altijd op afspraak, nooit spontaan). Soms bezoek ik een buurtkroeg, ergens waar ze betrouwbare barkeepers hebben. Ik zie dat als een verzetje, maar verzetjes zijn belangrijk in een vrijgezellenbestaan. Ik verwen mezelf met een betaalde parkeerplaats – voor driehonderd dollar per maand omzeil ik het eindeloos rondjes rijden in de buurt van mijn appartement – en verder heb ik de tijdschriften waarop ik geabonneerd ben, twee keer per maand een hulp in de huishouding, mijn goed gevulde bar en mijn warme voetbad. Als ik vind dat ik te hard gewerkt heb, breng ik mijn kleren naar de wasserette. Ik trek misschien twee keer per jaar geld uit voor een deep tissue-massage. Ik laat één keer per week een maaltijd bezorgen en soms – in een kordate bui – neem ik een boek mee naar een goed restaurant en eet daar in mijn eentje. Ik ben opgegroeid in het Amerikaanse zuiden, maar ik heb van San Francisco mijn thuisbasis gemaakt, vanwege de ‘levensstijl’ hier, om het zo maar eens te zeggen. Ik geniet van de door de regen schoongespoelde straten, de keurige aanblik van het stadscentrum, de restaurants die nauwgezet alle trends volgen (de nieuwste is slachtafval), de buurtwinkels, boerenmarkten en pick-uptrucks die uitpuilen met groente en fruit. Er wonen hier veel mensen zoals ik – singles, gestrand in het leven – en ik sluit kortstondige vriendschappen, beleef vluchtige affaires. Meteen na mijn scheiding ging ik als een gek op appartementenjacht in Silicon Valley, dichter in de buurt van mijn werk, maar het drong al snel tot me door waar dat op uit zou lopen. Ik zou helemaal door mijn nieuwe huis worden opgeslokt, alleen nog maar het huishouden doen en het gras maaien. Ik zou een schim worden, want dat is het grote gevaar dat je als vrijgezel loopt, dat je een ijle, onwerkelijke verschijning wordt, waar mensen dwars doorheen kijken. En dus gooide ik het over een andere boeg (deels naar het voorbeeld van Fred). Ik besloot in de stad te blijven wonen, in het ap-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 12
04-02-13 10:58
partement dat Erin en ik gedeeld hadden, en mijzelf de logica van een vrijgezel aan te leren. Het is een zuivere manier van denken, met weinig tijd voor sentimentaliteit. Aan de basis daarvan ligt het besef dat je als single een permanente tussenoplossing bent. Het is geen leven voor traditionele omgangsvormen. Je moet te allen tijde complicaties uit de weg gaan en voor de eenvoud kiezen, of het nu om je ontbijt, je maatschappelijk leven of de liefde gaat. Daar is niets ergs aan. De alleenstaande mannen die ik heb leren kennen – mijn kortstondige vrienden – zijn aardig. Ik heb het nooit kunnen verdragen dat er mannen zijn die een vrouw een trut of een slet noemen, hoewel je overal ter wereld van die mannen hebt, ook in San Francisco. En het is niet eens hun vrouwenhaat waaraan ik mij stoor: het is de manier waarop ze zichzelf voor de gek houden. We hebben het hier over de idioten die reddeloos verloren zijn, de zielenpieten. Ik heb veel geleerd van succesvolle singles, degenen die allesbehalve verbitterd zijn: hoe ik een sociaal leven kan opbouwen, en dat ik nooit een lepel en een vork zal gebruiken als ik aan een van beide genoeg hebt. Ik ken een man die in een hangmat slaapt, een ander die geen organisch materiaal in zijn appartement duldt, ook geen etenswaar; een man die zo zeker is van zijn status van kinderloze vrijgezel dat hij zich heeft laten steriliseren (van hem heb ik het recept voor die ontbijttaco). Een andere vrijgezel vertelde me eens hoe hij omging met de treurigheid van het fysiek alleen-zijn. Als hij niet in de stemming was om ergens te gaan dansen of een romantisch afspraakje te maken, als hij alleen maar een warme nacht wilde met een vreemd lichaam, een beschut plekje waar hij voor even de bedoeïenentent van zijn ziel kon opslaan, boekte hij een kamer in een van de grote jeugdherbergen van de stad. Dat vond ik maar een smakeloos idee, zei ik, maar hij wees me erop dat het geen kwestie van smaak was. Het was moreel acceptabel, en dat was het enige wat telde. Hij was op zoek naar een moment van troost, en bij mensen die ver van huis waren had je een grotere kans op succes. Je kon niet zeggen dat hij op een slachtoffer aasde; hij bood zelfs zijn kennis aan van wat er in de stad allemaal te doen was en wilde ook wel overal voor betalen. Het enige dubieuze was dat je een smoesje moest bedenken
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 13
04-02-13 10:58
om te verklaren waarom je had ingecheckt in een jeugdherberg. Dat je oudere familieleden op bezoek had, dat je problemen had met je sanitair. Of je kon je paspoort meenemen om mee in te checken en dan deed je alsof je op reis was. ‘Het levert voor beide partijen het gewenste resultaat op,’ zei hij. Ik kon alleen maar bewondering hebben voor de manier waarop hij die vrijgezellenlogica in praktijk bracht. Of is dit onzin? Zal deze vriend, die een beste kerel is, uiteindelijk worden vastgegespt op een draagstoel, terwijl zijn handen graaien naar de muren van zijn huurflat? Het spijt me zo, Neill. Mijn vader – na zijn zelfmoord ben ik ermee gestopt hem papa te noemen, dat klonk zo melodramatisch – zou aan dat verhaal een duidelijke en onmiskenbare moraal hebben ontleend. Hij was nu eenmaal iemand van traditionele normen en waarden. Het verbaast me zelfs een beetje dat hij niet in traditionele kledij rondliep. Hij citeerde altijd graag de tekst op het graf van zijn ouders: ‘Een zekere pracht kon hun niet worden ontzegd, maar comfort ontbrak nagenoeg, en omdat het onbekend was, werd het ook niet gemist.’ Dat komt uit Ivanhoe. We zijn de nakomelingen van een oud geslacht uit het Amerikaanse zuiden en ook nog eens roomskatholiek, dus hij zou waarschijnlijk hebben gezegd dat ik mijn plicht moest nakomen, wat er in de meeste gevallen op neerkwam dat ik moest leven ‘om anderen te helpen’. Ik zat op de universiteit in de tijd dat hij zelfmoord pleegde. Het kwam hard aan, maar het bevrijdde me ook van een zekere last, een star wereldbeeld. Ik vertrok naar Californië, waar ik afstand deed van mijn verplichtingen als ‘telg’ uit een ‘oud’ geslacht. (Ik zou evengoed ‘verplichtingen’ en ‘geslacht’ tussen aanhalingstekens kunnen zetten.) In plaats daarvan heb ik nu de verantwoordelijkheden op me genomen van een achtenswaardig burger: ik recycle mijn vuilnis, neem de fiets, doneer geld aan milieugroeperingen en het tehuis voor daklozen van Glide Memorial Church. Ik ben donateur van het San Francisco Museum of Modern Art en de Film Society. Op die manier heb ik me aangepast, en ik heb er in veel opzichten houvast aan. Ik doe daarin niet onder voor mijn broer in Michi-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 14
04-02-13 10:58
gan, verschanst achter zijn witte tuinhek, met zijn niet-aflatende jacht op futiliteiten. En het is beter, ben ik bang, dan de pogingen van mijn moeder om ons oude huis in Arkansas tegelijkertijd aan te houden en te ontvluchten, een compromis dat haar heeft meegevoerd op een aaneenschakeling van educatieve reizen langs alle impopulaire wereldkusten. Mijn vader zou werkelijk niets begrijpen van het leven dat ik leid. Hij zou er zelfs geen woord aan vuilmaken. Maar het dagboek van mijn vader – dokter Bassett, zoals hij bekendstaat bij Amiante – geeft op alle vragen antwoord. Aangezien het een tamelijk simpel softwareprogramma is – de dagboeken, verrijkt met een zoekmachine en een paar staaltjes gesprekstechniek – gaat het te ver om te zeggen dat de computer iets kan begrijpen. Hij kan geen gedachte afmaken en maakt zelfs geen onderscheid tussen gesprekspartners. (Hij weet bijvoorbeeld niet dat ik de zoon ben van dokter Bassett.) Maar soms voer ik een paar woorden in, en dan komt de computer met een lukraak antwoord waarin een plotseling inzicht lijkt door te schemeren. Vanmorgen hadden we dit gesprek: vrnd1: zal ik vanavond thuisblijven of zal ik uitgaan? drbas: vrijdag is een dag om vrij te houden voor je vrienden vrnd1: het is donderdag vandaag, maar ik vind dat een mooie gedachte drbas: ????
Als ik meer dan één ding tegelijk zeg – met gebruikmaking van ‘en’ of ‘maar’ – kan hij daar vaak niets van brouwen. vrnd1: die opvatting van u vind ik een mooie gedachte drbas: wat vind je ervan dat mijn opvatting een mooie gedachte is? vrnd1: dat vind ik prima. maar moet ik nu thuisblijven of zal ik uitgaan? drbas: je hebt lang genoeg lopen kniezen. het is tijd dat je eens wat plezier gaat maken
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 15
04-02-13 10:58
Ik moest zijn antwoord corrigeren: uit niets in ons voorafgaande gesprek bleek dat ik had lopen kniezen. Toch heeft hij gelijk. Buiten valt de avond als het mes van een guillotine. Als ik mezelf niet van deze bank weet los te weken, ben ik een gevangene, uitkijkend over de zwarte, ongenadige stad van mijn leven als dertiger. Zoals zo vaak zal ik de straat in de verte horen bulderen van het lachen. Op Fisherman’s Wharf – na een korte taxirit – zie ik het bord van Ghirardelli flikkerend tot leven komen. Ik ben in het gezelschap van een lange blondine, Rachel, en een piepkleine brunette, Lexie, uit Tel Aviv. Ze zijn geen van beiden echte schoonheden, maar ze hebben de aantrekkingskracht van de jeugd. Wat logisch is, want ik heb ze ontmoet in de jeugdherberg. Het was inderdaad precies zo gemakkelijk als mijn vriend voorspeld had: ik vroeg of ze de stad in wilden. Nou goed, zeiden ze. Precies wat ik wilde, maar toch had ik van dat hele gesprek maagpijn gekregen. Ik had een gemakkelijker alibi moeten bedenken, dat mijn sanitair het niet deed, in plaats van me voor te doen als toerist. Maar ik wilde graag het gevoel krijgen dat ik in een vreemde omgeving was, en hier lukt dat: dit is het San Francisco van de ansichtkaarten. De kille lucht vult zich met de geur van gestoomde krabben en de winkelpuien van deze grote soek vol T-shirts glanzen als platina in de schemering. De Golden Gate Bridge is in mist gehuld en het verlichte Alcatraz ligt eenzaam in het grijze water. Het enige wat er nog aan ontbreekt, is het geklingel van een kabeltram, en ja hoor, daar heb je het al: ding ding. De lijn van Hyde en Larkin Street. De meisjes zijn luchtig gekleed, alsof we de nachtclubs aflopen in Miami: korte rokjes met uggs, nauwsluitende topjes en een grimas op hun gezicht. Ze rillen. De wind steekt op en de blondine, Rachel – de mooiste, maar minder gewiekste van de twee – krijgt rode vlekjes in haar gezicht. ‘Moet je dat uitzicht eens zien,’ zeg ik. Dit is hun eerste keer in San Francisco. ‘Het is echt super,’ zegt Rachel. ‘Kut zeg, en dan te bedenken dat we in Californië zitten,’ zegt
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 16
04-02-13 10:58
Lexie, die haar armen over elkaar wrijft. Ze is weelderig gevormd, bepoederd en jong, maar haar donkere, schorre stem klinkt alsof ze lijdt aan longemfyseem. ‘Dus waar kun je hier een feestje bouwen?’ ‘Kunnen we niet eerst drie seconden rondkijken?’ vraagt Rachel. ‘Dit is onze laatste stad.’ Lexie werpt een betekenisvolle blik in mijn richting. Ik herken die blik: ze wil me lozen. Ik zal wel wanhoop uitstralen. ‘Een stad waarin je hetzelfde wil doen als in al die andere steden,’ zegt haar vriendin. ‘Tot dusver beviel dat prima, toch?’ snauwt Lexie. ‘Hebben we lol gehad of niet?’ Rachel schudt haar hoofd, vervuld van afschuw. ‘Het verbaast me dat jij in je eentje op reis bent,’ zegt Lexie. In je eentje. Ik proef die woorden met mijn tong, alsof er net een tand is getrokken. ‘Het heeft ook voordelen om alleen te zijn,’ zeg ik. ‘Dat klinkt als wat een loser zou zeggen die geen vrienden heeft.’ Daar zit wat in. ‘Een loser die geen vrienden heeft kan ook weleens gelijk hebben,’ zeg ik. ‘Ben je soms getrouwd?’ vraagt Lexie. ‘Zo’n achterbakse figuur op zoek naar seks?’ ‘Ik ben niet getrouwd.’ ‘Je loopt als iemand die getrouwd is,’ zegt ze. Ze klemt haar handen onder haar oksels en hupt met mechanische bewegingen over de stoep, als een opwindpop. ‘Ik denk dat je twee dingen door elkaar haalt,’ zeg ik. ‘Het huwelijk en invaliditeit.’ ‘Er zijn wel meer dingen die ze door elkaar haalt,’ zegt Rachel. ‘Er zijn wel meer dingen die ze door elkaar haalt,’ zegt Lexie met een kinderstemmetje – een kind met een stoflong – en een scheef getrokken mondje. De windvlagen wakkeren aan, zodat de rook van de krabstalletjes in onze gezichten waait. Ik moet mezelf voorhouden dat ik hier ben om plezier te maken. Het moet een feestje worden, dit
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 17
04-02-13 10:58
zijn de geneugten van de vrijheid. Mijn baas, Henry Livorno, beweert regelmatig dat er empirisch gezien geen onderscheid is tussen schijn en wezen. Die opvatting (het zogenaamde operationalisme) ligt aan de basis van ons project, maar ook voor vanavond is dat een verstandig uitgangspunt. Als ik kan doen alsof iets leuk is, dan is het misschien ook leuk. ‘Hoe loopt een vrijgezel?’ vraag ik. De meisjes negeren me. Lexie kijkt in de verte alsof ze daar weleens degenen zou kunnen zien die ze zoekt. Rachel richt haar aandacht op een nabije viskraam. Ze kijkt toe hoe de corpulente kraamhouder zijn koksmuts rechtzet en daarna een aantal walmende witte krabben uit zijn kookpot opvist. ‘Wat een knoeperds,’ zegt ze. ‘Dat zijn Dungenesskrabben,’ zeg ik. Ze heeft het lenige figuur van een danseresje en draagt geen make-up, maar de uitgaanskledij staat haar niet. Het maakt een onbeholpen indruk, alsof ze zich vermomd heeft. ‘Wil je proeven?’ ‘Rachel is koosjer,’ zegt Lexie. Ze kijkt me aan met een sardonische grijns. ‘Je moet me vanavond niet op mijn nek gaan zitten,’ zegt Rachel, terwijl ze haar armen om zich heen slaat. ‘Ik heb het koud en als je niet oppast, ga ik terug.’ ‘Mark Twain heeft weleens gezegd...’ begin ik. ‘Ik vind die kou ook kut,’ zegt Lexie, nu ernstig. ‘Wil je iets anders gaan aantrekken?’ ‘Ik denk eigenlijk van wel,’ zegt Rachel. Het zou niet de eerste keer zijn voor mij dat een avondje als dit in duigen viel. Ik ben niet het type man dat gezegend is met een zuivere begeerte en recht op zijn doel afgaat in het spel des levens. Maar ik denk aan Fred en verman me. Ik nodig de meisjes uit onder de luifel van de dichtstbijzijnde T-shirtwinkel – olde time sourdough souvenirs – en biedt aan twee overeenkomstige sweatshirts voor hen te kopen, waarop koddige namen prijken. Daarin zullen ze het warm krijgen. En buiten blijven. ‘Ik doe mijn best om, nou ja, zo min mogelijk te bezitten,’ verweert Rachel zich. ‘Een simpel leven.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 18
04-02-13 10:58
‘Lees je Thoreau?’ vraag ik, waarop ze me ineens met andere ogen aankijkt, van verbazing of misschien zelfs dankbaarheid. In een schemerig havencafé verspreiden onze babyblauwe sweatshirts een zwakke gloed. Lexie is David. Rachel is José. Ik ben Gina. Het zwarte tapijt stinkt naar bier, waarvan ik een paar glazen gedronken heb. Ik voel me nu beter. De lucht is een beetje nevelig, misschien hebben ze hier ergens een verdekt opgestelde rookmachine. Rachel en ik zitten op een kruk. Lexie houdt zich vast aan de tafel, die bijna tot aan haar kin komt. Ze heeft een French manicure gehad en haar nagels zien er vreemd uit, kunstmatig parelend en rechthoekig als beitels. Er klinkt een of andere bonkende muziek en ze zwenkt met enige tegenzin heen en weer, alsof iemand haar daartoe heeft overgehaald. Niet dat ze Herodes ermee zou kunnen verleiden om haar het hoofd van Johannes de Doper aan te bieden, maar intussen demonstreert ze wel vier van de vijf heupbewegingen die gebruikt worden bij de coïtus. Wat is dat voor meisje? Ze moet van een bepaald slag zijn, een slag dat mij onbekend is. Ze is duidelijk iemand die zich conformeert, wat minder erg is dan algemeen wordt aangenomen; als er iets gebaseerd is op het gelijkheidsbeginsel, dan is het conformisme – maar ik weet alleen niet waaraan. Er zal wel een tv-serie bestaan die ik, als enige aanwezige in dit café, nog nooit gezien heb. Een populair programma dat inspeelt op de dromen van dit publiek, want aandacht krijgt ze genoeg: van de mannen aan de tafeltjes, de mannen aan de bar, de mannen in het schemerduister bij de jukebox. Het type man dat in een jachthaven thuishoort: sportschoolbezoekers, langer dan gemiddeld, puntschoenen. Conformisten van een geraffineerdere soort. Lexie keert zich tot mij, halverwege een van haar zwenkingen. ‘Ga je ons nog iets te drinken aanbieden?’ roept ze. ‘Je klinkt niet als iemand uit Tel Aviv.’ ‘Omdat ik Engels spreek? Ben je soms antisemiet?’ Rachel steekt een hand in het halstasje waarin ze haar geld bewaart en houdt Lexie een briefje van twintig voor. ‘Ga zelf maar.’ ‘Dat is niet genoeg,’ zegt Lexie. ‘Ik wil aan de sambuca.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 19
04-02-13 10:58
Ook ik hou haar een briefje van twintig voor. ‘Kies maar wat je wil,’ zeg ik. ‘Gluiperd,’ zegt Lexie. ‘Volgens mij wil hij iets door onze drankjes doen.’ ‘Kijk,’ zegt Rachel. Ze houdt een vlakke hand op haar bierflesje om aan te geven dat een date rape er niet in zit. ‘Je had toch wel begrepen dat zij en ik vriendinnetjes zijn?’ vraagt Lexie. ‘Als je begrijpt wat ik bedoel?’ Om haar woorden kracht bij te zetten, maakt ze een ongewoon grof gebaar met twee vingers en haar tong. Rachel krijgt een hoestbui. Volgens mij van de schrik. ‘Ik weet niet wat je van plan bent, maar het gaat dus niet gebeuren.’ Ik wijs naar de bar. ‘Vergeet niet een fooi te geven.’ Lexie geeft een klopje op Rachels hand, die op het bierflesje rust. ‘Ben zo terug,’ zegt ze, terwijl ze achteruit de menigte in loopt. Ze wijst op haar ogen en daarna op mij: Ik hou je in de smiezen. ‘Fooien uitdelen doet ze als de beste.’ Rachel kijkt naar haar vriendin, afkeurend. Buiten waren Rachels ogen groen en fel, maar hier zijn ze donker en mat, de kleur van oude limoenen. Ze heeft een wasbleke huid, met een jeugdige blos van haar wangen tot aan haar kaken. Bloed doet leven, maar kan ook dodelijk zijn, zoals mijn vader ooit zei. Hij was immers arts. ‘We komen niet uit Israël, maar uit New Jersey. En we zijn geen “vriendinnetjes”. Ik begrijp niet waarom ze met die onzin komt.’ Ik kan dat wel begrijpen. ‘Het is leuk om jezelf een andere identiteit aan te meten.’ ‘En ik maar denken dat het de bedoeling is je eigen identiteit te ontdekken.’ Ze trommelt met haar vingers op tafel, strijkt een paar weerspannige haartjes naar achteren. ‘Het is niet mijn bedoeling om de boel voor jou te verpesten. Ik weet dat ze een stuk is.’ Ik sta versteld. Heb ik laten blijken dat ik me aangetrokken voel tot haar vriendin? Vóel ik me aangetrokken tot haar vriendin? Ik zie Lexie naar de barkeeper wuiven, met haar rokje hoog opgetrokken rond haar nogal brede dijen. Ze is in elk geval niet moeilijk te doorzien.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 20
04-02-13 10:58
‘Waarom denk je dat ik belangstelling voor haar heb?’ vraag ik. Rachel drinkt van haar bier. ‘Haar tieten zijn echt super. Zo rond als wat. En puur natuur.’ ‘Een betere vraag: waarom denk je dat ze geïnteresseerd zou zijn in mij?’ ‘Voor haar hoor je tot de middenmoot.’ De middenmoot. Ik geloof niet dat ik mijzelf ooit beter heb horen omschrijven. Dat zegt waarschijnlijk niet veel goeds over hoe ze zelf tegen mij aankijkt. Rachel doet aardig, maar misschien te. Ze komt op me over als het type meisje met een vriendje. Ik zie Lexie terugkomen met drie flesjes in de ene hand geklemd en drie glaasjes likeur balancerend op de andere, en ze brengt dat alles voorzichtig naar ons over, als een plengoffer. ‘Amerikanen doen altijd zo schreeuwerig.’ Ze gooit haar haren achterover. ‘En verder hangen ze maar wat rond.’ ‘Hangen mensen dan niet rond in Tel Aviv?’ vraag ik. Ik zie de zweem van een glimlach, voor het eerst vanavond. Je zou bijna denken dat ze met me flirt. ‘Daar dansen ze, suffie. De clubs bij ons zijn echt cool. Dome. Vox.’ ‘Als ik op bezoek kom, mag ik dan bij jou logeren?’ Ze haalt haar schouders op, kijkt het publiek in en hervat haar heupbewegingen. Als ze belangstelling voor me heeft, is dat in elk geval niet overdreven veel. Of ik heb te veel mijn best gedaan. Of ze wil me gewoon jaloers maken. In het donker speurt ze naar andere kandidaten, niet zozeer door naar ze te kijken, als wel door te kijken of ze naar haar kijken. De mannen hebben een onverschillige en kille oogopslag. Ze bekijken Lexie, Rachel en de andere vrouwen met een dwalende, intimiderende blik, alsof ze elk moment hun keel kunnen openrijten. Het is allemaal theater, ontleend aan het scenario van een vampierromance, de wildeman die zich laat temmen door de sluwheid van een vrouw. En toch hebben deze omgangsvormen ook iets aandoenlijks. Ze lijken een veiliger basis te bieden dan de hippe vogels en humanistische types waar ik mee omga, die drinken en ouwehoeren om aan geloofwaardigheid te winnen: we zouden weleens heel veel om die
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 21
04-02-13 10:58
ene persoon kunnen geven, behalve dat het nu eenmaal niet zo is. Er gelden hier duidelijke spelregels, alsof ze naast het dartboard aan de muur zijn geprikt, en de handel wordt gestimuleerd door een ongegeneerd vertoon van de aangeboden waar. Kleren spannen zich strak om borsten, schouders, heupen en buik. Iedereen weet dat het net zoiets is als een huizenjacht en hoewel alle betrokkenen wel zullen hopen op een koopcontract, staan ze ook zonder meer open voor het idee van een huurovereenkomst. Uit alles spreekt een onrustbarende vanzelfsprekendheid, de ijzeren logica van een veemarkt. ‘Je kunt wel bij mij logeren,’ zegt Rachel. ‘Dan gaan we feesten in de Dome en de Box.’ ‘Is dat één club of zijn het er twee?’ ‘Dat zul je moeten vragen aan de burgemeester hier.’ ‘Ik wist niet dat jij de burgemeester was,’ roep ik tegen Lexie. ‘Wat?’ Ze kijkt beledigd. ‘Ik weet niet waar je het over hebt.’ Waar ik het over heb? Ik heb geen idee. Ik moet weer denken aan de tv-serie die ik als enige cafébezoeker niet gezien heb. Waar zou die serie over gaan? Twee maffe grietjes die in strapless topjes door Amerika trekken. En hoe zien hun mannelijke tegenspelers eruit? Ongetwijfeld niet zoals ik. Ik ben verkeerd gecast. Misschien eerder zoals de andere mannen hier, de jonge beurshandelaar bijvoorbeeld die bij de toiletten staat, met zijn puntschoenen, zijn gebleekte spijkerbroek met wijde pijpen en zijn haar dat uitloopt in een punt, alsof iemand met blote kont op zijn hoofd is gaan zitten. Welke rol speelt hij? Ik hijs mezelf van mijn kruk. ‘Even naar het toilet,’ roep ik naar de meisjes. Van dichtbij zie ik dat de jonge beurshandelaar lang is en afgetraind, en dat er op zijn heel erg blote (geschoren?) borst een tatoeage prijkt die lijkt te passen bij het borduursel op zijn shirt. Hopelijk heb ik dat verkeerd om. Hij ruikt naar een eau de toilette die ik niet thuis kan brengen, een bloemengeurtje, vreemd genoeg. Hij heeft zijn armen over elkaar geslagen en houdt zijn bierflesje vast bij wijze van knots. Hij heeft de onvriendelijke pokerface van een psychopaat.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 22
04-02-13 10:58
Ik draai me om en werp een blik op de meisjes. Ze kijken elk een andere kant op, zonder iets tegen elkaar te zeggen. De reis die ze achter de rug hebben, heeft zijn tol geëist. ‘Val jij op brunettes?’ vraag ik. De jonge beurshandelaar neemt me van top tot teen op, alsof hij op zoek is naar een deel van mij waarvoor hij een greintje respect kan opbrengen. Of naar een tranche van mij. Dat is toch een populair woord bij die lui? ‘Zeg knakker, als jij je kleine zusjes meeneemt naar de kroeg,’ zegt hij, ‘moet je niet raar opkijken als ze levend opgegeten worden.’ ‘Knakker. Ik ben gek op dat woord,’ zeg ik. Tranche. Knakker. Die lui weten heus wel waar ze het over hebben. ‘Het zijn mijn zusjes niet.’ ‘Is jouw naam Gina?’ vraagt hij. ‘Ha!’ zeg ik. ‘Gina! Nee, ik had het over die brunette daar. Waarom zou je niet eens, eh..., je verleidingskunsten op haar loslaten?’ ‘Dat kleintje?’ Zijn gezicht licht helemaal op en het is alsof hij me ineens herkent, een vriend van lang geleden. Hij geeft me een dreun op mijn arm, hard. Hij glimlacht. Ik glimlach. Wij samen tegen de chicks. ‘Ik ben gek op kleintjes,’ zegt hij. ‘Cool,’ zeg ik. En op de wc denk ik: echt wel. Het lijkt niet alleen cool, het is ook cool. Het is donderdagavond. Donderdagavond! En hier ben ik, in mijn eigen stad, een reiziger van ver, in het gezelschap van twee meisjes uit New Jersey, via Tel Aviv. En er is een vreemde vent die waarschijnlijk op een beroemd iemand lijkt, uit een tv-serie die alleen ik nog nooit gezien heb, en die mij zomaar als een reddende engel te hulp schiet. Of misschien ziet hij zichzelf eerder als een soort van vleugeladjudant. Maar natuurlijk. Dat is zijn manier van denken. Het is maar net hoe je ertegenaan kijkt! Terwijl ik mijn handen was, kijk ik in de toiletspiegel en schud mijn hoofd. Het leven, dat is grotendeels... maar net hoe je ertegenaan kijkt! Als ik het café weer in loop, zit Rachel daar alleen. Ik wijs naar mijn oren, vanwege het oorverdovende lawaai. Ze knikt en doet me na.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 23
04-02-13 10:58
‘Waar is Lexie?’ vraag ik. ‘Mee op de motor,’ roept ze. ‘Dat is snel.’ Ik werp een blik uit het donkerrood getinte raam, maar zie niets. ‘Had je haar in Phoenix moeten zien,’ zegt Rachel. ‘Het is gewoon zielig.’ Ze brabbelt een beetje: izzewoonzielig. ‘Phoenix?’ ‘Tuscon. Austin. Santa Fe.’ ‘Ach zo,’ zeg ik. Tuscon Austin Sante Fe, dat klinkt als een reclamedeuntje van de spoorwegen. Ik probeer er moed aan te ontlenen. ‘Zo zijn de meisjes,’ zegt ze, ‘waar wij vandaan komen.’ ‘Ik heb anders zat meisjes gekend uit New Jersey, en met hen viel dat nogal mee.’ Ze zet haar ellebogen op tafel. ‘Maar waren ze ook vríj?’ ‘Ze leken behoorlijk geëmancipeerd.’ ‘Dat is niet wat ik bedoel.’ Ik kijk weer naar het raam. ‘Lexie lijkt vrij.’ ‘Je haalt twee dingen door elkaar, kameraad. Vrij en gewillig.’ De jeugdherberg is een oude militaire kazerne, koud, tochtig en imposant. Ik hoor af en toe een stem uit de gemeenschappelijke ruimte, de eenzame voetstappen van een late wandeling naar de toiletten. Rachel zit op het bed in mijn piepkleine kamer en trekt als een dodelijk vermoeide boerenknecht aan haar laarzen. ‘Pratende computers,’ zegt ze, heen en weer schommelend onder het kale peertje. Op de ijskoude wandeling hiernaartoe heb ik geprobeerd uit te leggen wat voor werk ik doe (zonder erbij te zeggen waar). Ze heeft er zelf naar gevraagd, maar het antwoord is niet echt tot haar doorgedrongen. Ze heeft zoveel gedronken dat ze wel gefileerd lijkt. ‘Wil je een slokje water?’ vraag ik. Ik leg een hand onder haar kuit en trek de laars los. Daarna de andere. Vrij en gewillig. Ik sta op het punt te zeggen dat dit heus niet hoeft, maar waarom eigenlijk? Wat doen twee mensen anders in een situatie als deze? Ik breng mijn hand onder het strakke elastiek van haar sweatshirt,
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 24
04-02-13 10:58
help haar met uittrekken en voel de ribben van haar borstkas. Een klavechord, een geribbelde schelp. Haar deodorant ruikt lekker, naar kruidnagel. ‘We zijn er bijna,’ zegt ze, en ik rol haar topje als een binnenband naar boven. ‘Vind je het jammer dat ze weg is?’ vraagt ze. ‘Wie?’ ‘Dat wilde ik horen.’ Ik sta op en doe het licht uit. In de plotseling blauwe duisternis doemen de lichtjes van Sausalito op, trillend in de takken van de bomen. Ik loop naar het raam en leg mijn voorhoofd tegen het koele glas. Het is niet meer dan een stadje aan de overkant van de baai, maar voor het moment lijkt het wel een heilige stad in de verte, een fata morgana. ‘Die computer van jou,’ zegt Rachel. ‘Heeft die een enge robot stem?’ ‘Hij kan niet echt praten. Het zijn tekstberichten.’ ‘Vertel je hem alles? Ga je hem vertellen over dit uitstapje?’ ‘Geen idee.’ De bomen zwiepen als rietstengels op de wind, duizend messen die worden geslepen. Sausalito wordt gewist. Ik draai me om en kijk haar aan. ‘Wat moet ik dan vertellen?’ ‘Bijvoorbeeld dat je een helemaal te gek meisje hebt ontmoet,’ zegt ze, ‘dat naar Californië wil verhuizen om een nieuw leven te beginnen.’ ‘Je wilt verhuizen naar San Francisco?’ ‘Bolinas. Ik ga bij mijn oom en tante wonen in Bolinas. Daar wil ik mijn middelbare school afmaken.’ De wind valt stil, alsof er een kraan wordt dichtgedraaid. De geluiden uit de jeugdherberg klinken nu duidelijker: het gemompel van de televisie, het geklingel van flessen. ‘Jezus. Hoe oud ben jij?’ ‘Twintig. Vraag me niet waarom ik mijn diploma nog niet heb.’ ‘Twintig,’ zeg ik. Ze laat zich met een bons achterover op de matras vallen. De vering trilt ervan. ‘Beloof me dat je hem dat gaat vertellen. Een helemaal te gek meisje dat naar Californië verhuist. Een nieuw leven.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 25
04-02-13 10:58
‘Een nieuw leven.’ ‘Goed zo.’ Ze komt overeind, strekt een arm naar me uit en gebaart dat ik dichterbij moet komen. ‘Ik moet je iets vertellen.’ ‘Als het maar iets is wat ik kan delen met mijn computer.’ Ik zet me af tegen het venster. Ze is een warme, donkere gestalte op het witte bed, en ik ben nu zo dichtbij dat ik haar kan ruiken, haar golvende haar kan aanraken. Ze kijkt naar me op, ernstig, alsof we op het punt staan een verbond aan te gaan. ‘Eerst moet je me vertellen waar jij over fantaseert.’ Ze praat zachtjes, maar resoluut, zonder schaamte, zonder verlegenheid. In het donker tekent haar lichaam zich duidelijk af, monochroom, ivoorkleurig. Haar kleine borsten, haar iets opbollende buikje, haar lange benen, de doffe kastanjebruine glimp van haar onderbroekje. Maar haar gezicht is onzichtbaar. Boven de nek is ze gehuld in de schemering. ‘Je kunt mij alles vertellen wat je wilt,’ zeg ik. Ik kan haar geheim bewaren; dat is iets wat vreemden voor elkaar kunnen doen. ‘Je fantasie. Vertel me die van jóu.’ Ik buig me dicht naar haar toe. Haar wangen kleuren niet rood, haar ogen zijn niet groen. Haar gezicht is wit, zwart, grijs, een masker. Een fantasie, denk ik. Wat dan ook. Iets waarvan ik droom als ik alleen in bed lig, een manier van aanraken. Wat ik wil dat ze met haar handen doet, met haar mond, wat ik wil dat ze zegt. Wat dan ook. Laat ik gewoon iets bedenken.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 26
04-02-13 10:58
2
Maandagochtend, in bed, vind ik het zo’n ongelofelijk absurd idee om te gaan werken – werken, hoe banaal is dat – dat ik me afvraag hoe de economie voortstrompelt. Is er ook maar ergens iemand die zich dagelijks nuttig bezighoudt? Zelfs artsen zijn net zo veel tijd kwijt aan de behandeling van verveling en eenzaamheid als aan echte fysieke aandoeningen. En de rest van ons? We maken zinloze rommel om te verkopen, zodat we zelf weer andere zinloze rommel kunnen kopen. Ik koop een venti latte zodat de bediende van Starbucks een fitnesspakket van Billy Blanks kan kopen, zodat Billy Blanks een nieuwe Chevrolet kan kopen, zodat een manager bij General Motors – mijn broer, bijvoorbeeld – een springkussen van Yo Gabba Gabba kan kopen voor het feestje van zijn kinderen. En ga zo maar door. Waar in deze keten is iets van waarde gecreëerd, iets waar mensen echt mee geholpen zijn? Dit is gekkenpraat, natuurlijk, de woorden van iemand die depressief is. Als ik hier langer op doordenk, komt het nog zover dat ik in de openbare bibliotheek mijn broek bevuil, terwijl ik tirades afsteek tegen de nieuwe wereldorde. Ik kom overeind, ga op de rand van het bed zitten en laat mijn voeten bungelen. De kat wil eten. Op mijn nachtkastje staat een grote bos tulpen. Vermoedelijk uit Ecuador, en ze zijn prachtig. Ook dat is de nieuwe wereldorde. Vandaag houden we op het werk de tweede iteratie van onze software ten doop, dokter Bassett 2.0. We krijgen zelfs een speciale gast, Adam Toler, een oud-student van mijn baas, stichter van een website die onbeminde figuren aan een huwbare partner koppelt. Hij is eigenlijk een klootzak, maar zo rijk als de dictator van een derdewereldland en hij doet niet aan tijdverspilling. Hij zou nooit op bezoek zijn gekomen als we handel dreven in lattes,
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 27
04-02-13 10:58
fitnessbenodigdheden, Chevrolets of merchandise van Nickelodeon. Hij zou nooit mijn vroegere werkplek hebben bezocht om me daar wanhopig op advertentieteksten te zien zweten. Het feit dat hij belang stelt in ons project is het bewijs dat het van belang is. Wij hebben het hier over kunstmatige intelligentie. Henry Livorno. Amiante Systems. Ik eet een kommetje Trader O’s, drink mijn twee koppen koffie en duik in mijn Subaru, waar ik de radio op de publieke omroep zet en gerustgesteld wordt door een kalme berichtgeving over chaos en oorlog. De eerste keer dat ik mijn baas ontmoette, vertelde hij dat kunstmatige intelligentie bedoeld was om het antwoord te vinden op één vraag: wat te doen in een situatie van onzekerheid? Hij zei dat zomaar langs zijn neus weg, alsof hij vertelde dat geologie de leer was van de aardkorst. Ik verbaasde me over het filosofische gehalte, vooral omdat Livorno een alles behalve onzekere indruk maakte. Hij kleedde zich als een vriendelijk Rotarylid dat op het punt stond met pensioen te gaan. Er stak zelfs een golfhandschoen uit zijn kontzak naar buiten. Hij wordt gerekend tot de grondleggers van het vakgebied – in de jaren vijftig woonde hij de conferentie bij waarop de term ‘kunstmatige intelligentie’ bedacht werd – en ik had een paar uiterlijke tekenen van genialiteit verwacht: een wilde haardos, een trui met gaten. Hij spreekt met een niet thuis te brengen accent (hij komt uit Triëst, maar is geen Italiaan) en maakt een hoffelijke, maar niet heel gelikte indruk. Als de wetenschap de religie is van onze tijd (wat inderdaad het geval is), en de wetenschappers zijn onze hogepriesters, dan kan het verontrustende zijn om te zien hoe uitgesproken gewoontjes jouw hogepriester is, van top tot teen gehuld in polyester kledij. Maar de alledaagsheid van Livorno bleek op zijn minst gedeeltelijk misleidend (om over zijn zelfverzekerdheid nog maar te zwijgen). Een verstandig man zou zich nooit aan de turingtest wagen, de hoogst mogelijke uitdaging binnen de wereld van de kunstmatige intelligentie. Om die test te doorstaan, moeten we een softwareprogramma creëren dat mensen dertig procent van
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 28
04-02-13 10:58
de tijd abusievelijk het idee geeft dat ze met een mens praten. Het programma dat die drempel kan overschrijden, zal de geschiedenis ingaan als de eerste intelligente computer. Alan Turing, de beschermheilige van het vakgebied, bedacht zijn test in 1950 en voorspelde dat die mijlpaal rond het jaar 2000 zou worden gehaald, maar het bleek een nog veel grotere uitdaging dan hij had gehoopt. Onze voorgangers hebben programma’s ontworpen die onze woorden in vraagvorm terugkaatsen, programma’s die een juist antwoord kunnen voorspellen door gegevens te ontlenen aan encyclopedieën, woordenboeken en reusachtige databanken, programma’s die typefouten simuleren: allemaal interessante experimenten die stuk voor stuk op een grandioze mislukking uitliepen. Ze probeerden (en proberen: sommigen van onze concurrenten werken nog steeds met een mengvorm van die oude methodes) om een geloofwaardige, menselijke stem in elkaar te flansen, om een gesprek zo coherent te laten verlopen dat ze de drempel van de test kunnen passeren. Maar wat ze allemaal de das omdoet, is een gebrek aan smalltalk. Livorno besloot dan ook niet zelf zo’n menselijke stem te creëren, maar naar zo’n stem op zoek te gaan en die vast te leggen. Het bleek alleen heel moeilijk om zo’n stem te vinden. Wat hij nodig had, was een heel register aan uitdrukkingen, gedachten en zinswendingen. Hij experimenteerde met beroemde schrijvers als Montaigne, maar ze waren niet modern genoeg en te ‘schrijftalig’. Op de radio hoorde hij het verhaal van iemand die verslaafd was aan schrijven, die notities maakte van alles wat hij deed, op elk moment van de dag, maar de onbeduidendheid daarvan was overweldigend. 8.50 geroosterd brood gegeten. 9.00 geïnterviewd voor de radio. Dat had niets van een gesprek. Een bevriende hoogleraar suggereerde de Londense dagboeken van Samuel Pepys, die persoonlijk en uiterst spreektalig zijn, maar waarin vooral verteld wordt over de pestepidemie van 1665 en de grote brand van 1666, zodat je weer tegen het probleem aanloopt dat de conversatie niet modern genoeg is. En dus deed Livorno wat iemand doet die niets te doen heeft: hij ging googelen. Hij ontdekte een obscure auteur die betiteld werd (door het historisch genootschap uit het Amerikaanse zuiden
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 29
04-02-13 10:58
dat iets van hem gepubliceerd had) als de ‘Samuel Pepys van het zuiden’. Livorno was dolenthousiast over de vondst van die dagboeken en na een warrig gesprek met mijn moeder – ze had mijn vaders zelfmoord ongenoemd gelaten, omdat ze ervan uitging dat hij daarvan wist – kon hij zijn geluk niet op dat hij op het spoor was gekomen van de auteur zelf. Pas bij onze ontmoeting drong tot hem door dat ik Neill Bassett junior was, de zoon van de allang overleden Neill Bassett senior. Livorno leek zozeer van slag dat ik medelijden met hem kreeg. Totdat hij op het idee kwam om mij te vragen bij hem in dienst te treden, als plaatsvervanger van mijn vader. Ik was niet gekomen omdat ik op zoek was naar een baan. Ik was er alleen omdat Libby (mijn moeder) wel van Livorno gecharmeerd was, maar voordat ze hem die dagboeken ter beschikking stelde eerst wilde weten of hij niet een of andere idioot was. Maar een nieuwe baan, dat sprak me wel aan. Ik dwaalde rond in het desolate niemandsland van kort na mijn scheiding en ik was verwikkeld in een kortstondige, weinig verheffende verhouding met iemand op mijn werk (mijn treurige reactie op de affaire die Erin voor onze scheiding had) die nu aan het licht dreigde te komen. Of tenminste, dat dacht ik. Hoe dan ook, ik was het zat reclameteksten te schrijven voor hightechbedrijven; dan kon ik maar beter zelf voor hightechbedrijven gaan werken. Ze leken efficiënt, ambitieus, vooruitstrevend, met andere woorden: klaar voor de toekomst. En dus trad ik in dienst van Amiante Systems, een bedrijf dat ambitieus is en vooruitstrevend, maar allesbehalve efficiënt. Het is een onderneming zonder businessplan. Of beter gezegd, het businessplan is erop gericht Livorno aanzien te bezorgen. Hij heeft een geruchtmakende carrière gehad. Zijn vroegere studenten staan aan het hoofd van bedrijven die tot de absolute voorhoede behoren, doceren aan gerenommeerde opleidingsinstituten, doen onderzoek waar je met je hersens nauwelijks bij kunt. Toch heeft hij nooit echt de ontdekking gedaan waaraan zijn naam voor eeuwig zal zijn verbonden. Zijn vorige grote project, de Zeven Hoofdzonden – zeven zelfstandig opererende softwareprogramma’s die aan sommige functies bijvoorbeeld een begerige of hoogmoedige
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 30
04-02-13 10:58
draai geven – werd zelfs afgedaan als een onhandige publiciteitsstunt. Op de blogs werden ze van de hand gewezen als zijnde de Zeven Dwergen: ‘Begeerte, wat is dat anders dan een zoekmachine? Hoogmoed, wat is dat anders dan een antivirusprogramma?’ Hoe kan een bedrijf dat bedrijfseconomisch gedoemd is te mislukken aanzien verwerven? Door geniaal te zijn. Is er iets geniaals aan datgene wat wij hier doen? Dat is de vraag die mij dwarszit. Vooral voor Livorno, maar ook voor mezelf. Deze baan levert het dagelijks stramien dat mijn leven houvast geeft. Op een ochtend als deze doet het me dan ook deugd hem aan te treffen op kantoor, al ben ik laat, is hij geïrriteerd en gebaart hij naar mij met zijn lange tweehandige putter. Het betekent dat hij mij nodig heeft. Ga chatten met dokter Bassett over dit of dat. Verbeter zijn taalgebruik. Ik heb een belangrijke vraag voor je moeder. Ga Thais eten halen voor vanmiddag. Amiante is de plek waar ik me nuttig kan maken, het maakt me niet uit met wat. ‘Heeft je moeder de profieltesten ingevuld?’ vraagt hij. Omdat Neill senior niet meer onder de levenden is, heeft Libby in zijn naam tientallen persoonlijkheidstests ingevuld, tests die we trouwens hebben ontleend aan de datingsite van Toler. Dit maakt deel uit van de veranderingen die we vandaag willen doorvoeren, in de hoop het project daarmee in een stroomversnelling te brengen. Tot dusver hebben we gebruikgemaakt van wat Livorno ‘achterwaarts gevalgebaseerd redeneren’ noemt, maar nu nemen we onze toevlucht tot een vorm van ‘voorwaarts regelgebaseerd redeneren’. Het komt erop neer dat we de computer vertellen wat hij moet denken, in plaats van te wachten tot hij zijn eigen conclusies trekt. ‘Alle twintig.’ Ik klem de bruine envelop tussen mijn duim en wijsvinger om te laten zien hoe dik hij is. Livorno’s kamer is een magazijn van golfsnuisterijen en kistjes met zelfgemaakte zinfandel. Tussen de vele eredoctoraten aan de muur hangt een brief die is ondertekend door gouverneur Reagan: zijn vermomming als Rotarylid is vrijwel perfect. Ik zak weg in een van zijn steil achteroverhellende Wassily-stoelen. Hij zetelt op zijn rechte Aeron-troon. Zo voeren we onze gesprekken wel
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 31
04-02-13 10:58
vaker. Een opstelling die wel wat doet denken aan die van Freud en zijn patiënten. ‘Ze zegt dat je vader een romanticus was.’ Hij wijst naar de door haar ingevulde meerkeuzetoetsen. Het lijkt mij weinig uit te maken of zijn antwoorden al dan niet romantisch zijn, maar voor Livorno is het belangrijk dat we goed zitten. Hij wil de verborgen patronen aan het licht brengen. ‘Zo zou ik dat niet willen duiden.’ ‘Ze scoort daar heel hoog op.’ ‘Ze heeft natuurlijk haar redenen om er zo over te denken.’ Hij fronst zijn voorhoofd. ‘De antwoorden van je moeder zijn altijd objectief geweest.’ Hij spreekt eerbiedig, omzichtig. ‘Uit jouw mond is dat een groot compliment, Henry.’ ‘Ik bedoel het niet als compliment, maar als constatering.’ ‘Misschien bedoelde ze romantisch in historische zin,’ zeg ik. ‘De stroming van de romantiek.’ ‘In het Engels schrijf je dat met een hoofdletter, en die gebruikt ze niet.’ ‘Ik heb geen idee waar ze op doelt.’ ‘Waar ze op doelt? Ze zegt dat hij een romanticus was.’ Hij begint zich op te winden. ‘Daar moeten we vandaag iets aan doen.’ ‘Heus, ik ken mijn eigen vader.’ Mijn stem klinkt scherp. Livorno kijkt op van het meerkeuzeformulier, verbaasd. Ook ik ben verbaasd. We hebben nog nooit ruziegemaakt. ‘Sorry,’ zeg ik. ‘Dit weekend...’ Ik zie de schrik op zijn gezicht en doe er het zwijgen toe. Hij zou nog liever willen dat ik krijste als een berberaap dan dat ik iets over mijn privéleven vertelde. ‘Kun jij argumenten naar voren brengen die pleiten tegen die romantische geaardheid?’ vraagt hij. ‘Niets concreets.’ Hij pakt een appel – een biologische Pendragon, vol flavanoïden, de soort die ik volgens hem dagelijks zou moeten eten – en laat die rondgaan in zijn hand. ‘Maak je geen zorgen. Het zal hem prima afgaan.’ Met ‘hem’ doelt hij op het softwareprogramma dat we dokter
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 32
04-02-13 10:58
Bassett noemen en waarnaar Livorno verwijst alsof het de echte dokter Bassett is. Dat bevalt me niet, maar wat doe je eraan? Het is een milde vorm van operationalisme, het geloof dat er geen wezenlijk onderscheid is tussen schijn en wezen; een zonderling idee waar ons hele project op gegrondvest is. ‘Om de iteratie maak ik me geen zorgen,’ zeg ik. Livorno haalt zijn andere hand erbij en houdt de appel voor mij op alsof die het heilige hart van Jezus is. ‘Je mag je best een béétje zorgen maken. Mijn reputatie staat op het spel.’ ‘Je zei zelf dat Toler een blokhoofd is.’ Dat is een woord van Livorno voor mensen die niet in staat zijn tot creatief denken. ‘Maar dat neemt niet weg dat hij een flinke vinger in de pap heeft.’ Mijn gedachten gaan terug naar het afgelopen weekend, de jeugdherberg, het meisje. Het komt door die ellendige stoel. ‘Wil je mij die formulieren aangeven?’ Ik word overvallen door een koortsachtige drang tot professionalisme en hijs mezelf overeind. ‘Dan ga ik aan de slag.’ ‘Je ziet er een stuk relaxter uit dan vorige week, Neill. Ik neem aan dat je er lekker op uit bent geweest?’ Voor het geval ik de vergissing bega om daar echt op in te gaan, rijdt hij zijn stoel naar het lagere bureautje en begint verwoed met twee vingers te typen, onbestemd neuriënd. Ik neem de meerkeuzeformulieren mee naar de ontvangsthal, passeer mijn onverlichte kamer en loop naar achteren. Ons kantoor – een van de vijf op een klein bedrijventerrein in Menlo Park, ‘ideaal voor startende ondernemingen’ – bood vroeger onderdak aan een quiltatelier, dat over de kop is gegaan. Als ik van mijn werk wegrij, is dat altijd met draadjes aan mijn kleren. De twee kamers aan de voorzijde – die van mij en Livorno – waren waarschijnlijk bestemd voor de administratie, of misschien werd er les gegeven aan particulieren. De ruimte achterin, die de helft van het totale oppervlak beslaat, was het atelier zelf. Nu is hier het honk van Laham – onze programmeur uit Indonesië, een wonderkind met een babyface – en van dokter Bassett, een kast met compu-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 33
04-02-13 10:58
ters die door middel van ontelbare kabels met elkaar zijn verbonden – front-endcomputers die bekendstaan als primaire nodes, en grotere nodes – ondergebracht in een grote roestvrijstalen kist met een glazen deur en een ventilatierooster erbovenop, als een dure koelkast voor wijn. Laham stoft het hele zaakje elke ochtend met een luierdoek af. De ingebouwde ventilators van de processors worden aangevuld door vrijstaande ventilators en een losse airconditioning, en dat alles bij elkaar brengt het geraas voort van een speedboot. Het is moeilijk om je bij Laham verstaanbaar te maken, maar dat geeft niet, want zijn Engels laat toch al te wensen over. Livorno heeft de nodige contacten moeten aanspreken om een werkvisum voor hem los te peuteren. Ik bonk op de metalen deur, maar hij kijkt niet op. Dus wacht ik tot hij me in de gaten krijgt en vrolijk naar me begint te zwaaien. Hij is een joch van... drieëntwintig? Een harde werker, heel secuur, ietwat sullig, die nu teugjes neemt van een energiedrankje genaamd Bawls. Hij is zo onschuldig als een pasgeboren lammetje en toen hij me ooit eens vroeg wat die naam Bawls betekende, zei ik: dat drink je als je wilt gaan ballen. Dat is een grapje geworden tussen ons, en nu doet hij als een jochie dat een bal wil overgooien. ‘Ik heb de antwoorden op de quiz,’ zeg ik, en ik leg de formulieren bij hem op het bureau. Hij moet de antwoorden inscannen, die daarna nieuwe regels zullen genereren voor dokter Bassett. Later vandaag zal hij dan wel een romanticus worden. ‘Denk je dat we klaar zijn voor de vuurdoop?’ Hij werpt me zijn vreemdeling-niet-begrijpen glimlach toe. ‘De iteratie,’ zeg ik. ‘Heb je daar een goed gevoel over?’ ‘Nee, nee. Het is niet klaar.’ ‘Maar vandaag gaat het gebeuren.’ Hij neemt nogmaals een slok Bawls, met een verbeten blik. Ik zie wallen onder zijn ogen. ‘Het is niet klaar.’ En dan eindelijk naar mijn kamer, waar ik plaatsneem in mijn eigen Aeron-stoel, die mij ondersteuning biedt en ventilatie, wat een mooie omschrijving is van het positieve effect dat dit werk op mij heeft. Toch valt mij vanochtend op – zoals meestal op maan-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 34
04-02-13 10:58
dag – dat de twee jaren die ik in deze kamer heb doorgebracht nauwelijks hun sporen hebben nagelaten. Het zijn dezelfde kale gipsplaten waar ik tegenaan kijk, dezelfde meubels in dezelfde opstelling. Dat is misschien een reactie op mijn vorige werkomgeving, waar alle nadruk lag op de persoonlijke expressie; we werden daar aangemoedigd onze kantoorcellen op te sieren en onszelf ‘uit te drukken’, een dringende oproep waarin desalniettemin wel wat ironie doorklonk, en die leidde tot vormen van overcompensatie. Paardentuig, piñata’s van Hello Kitty, of, in mijn geval, voor zeshonderd dollar aan wimpels van de San Francisco Giants. Maar dat is lang geleden, en ik kan de karakterloze stoffigheid van deze kamer niet echt verklaren. Laten we eerlijk zijn, er zoemt al genoeg van mijn persoonlijkheid rond door de processors die in de achterkamer staan opgesteld. Ik zou er goed aan doen deze kamer een persoonlijk tintje te geven, maar dat gebeurt gewoon niet. Decoratieve elementen ontbreken vrijwel geheel. Een paar foto’s op mijn bureau, eentje van Dolores Park (het uitzicht vanuit het raam van mijn appartement), eentje van de stad Machu Picchu, waar ik weleens met een heel kortstondig vriendinnetje naartoe geweest ben (ze staat er zelf niet op). Aan de binnenkant van de deur hangen een jack en een stoffig tennisracket: ik heb me aangemeld bij een tennisclub hier in de buurt, maar ik ben nog niet één keer in de lunchpauze wezen spelen. Twee stressballen aan weerszijden van het toetsenbord, ter bestrijding van een carpaletunnelsyndroom. Een boekenkast met bijna een meter aan boeken over kunstmatige intelligentie (die ik heb doorgebladerd op de lukrake manier die mij eigen is) en de achtennegentig gele aantekenboekjes die het dagboek van mijn vader vormen. En ten slotte, achter mijn beeldscherm aan de muur geprikt, een foto van Alan Turing (gevonden op het web en uitgeprint), die mij herinnert aan de vreemde voorgeschiedenis van dit project, en van het hele vakgebied. Zijn raadselachtige glimlach lijkt zich te richten op de deur, alsof hij zich wil vermaken om elke nieuwkomer, of om het feit dat er nooit iemand komt. Ik heb geen opleiding in de informatica gehad, en zelfs geen wetenschappelijke achtergrond. Ik heb alleen een graad in de be-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 35
04-02-13 10:58
drijfskunde, die mij nauwelijks van pas is gekomen. Toch zie ik mezelf graag als iemand met een wetenschappelijke grondhouding, iemand die openstaat voor hypothesen en niet zomaar ergens naar binnen banjert, vervuld van benepen vooroordelen. Ik hou van empirisch denken. Amiante Systems is daar in zijn geheel op gebaseerd. We proberen de eerste ‘intelligente’ computer te bouwen, maar daarbij is ‘intelligentie’ nauw omschreven: een computer die in staat is ons dertig procent van de tijd voor de gek te houden. Dertig procent! Ach, de meetbare grootheden des leven! Helaas halen we dat criterium bij lange na niet. We halen nog niet de één procent. De nul komma één. Nu we twee jaar aan dokter Bassett hebben gewerkt, praat hij als volgt: vrnd1: vertel mij eens iets over john perkins drbas: john perkins is één meter tweeënvijftig en zo compact als een tuinheg
Het is lachwekkend, zo primitief als het is, behalve dat het allesbehalve primitief is: wat sprekende computers betreft, bevinden we ons in de voorhoede en ligt de concurrentie mijlenver op ons achter. Maar tjonge, wat een gesprekken. De pietluttigste details: wat mijn vader at, met wie hij sprak, wat hij vond van wat hij at en met wie hij sprak. Hij beveelt een bepaald mestmengsel aan – half leem, half koeienpoep – dat zijn oom Jack gebruikte voor het telen van tomaten, en gaat tekeer tegen de smakeloze tomaten uit Californië. Hij vertrouwt ons hilarische banaliteiten toe over de patiënten in zijn kliniek. Hij bespreekt de voors en tegens van antibiotica om oraal toe te dienen en antibiotica die geïnjecteerd moeten worden. Het bestaan van mijn vaders dagboek was van zichzelf al een verrrassing geweest, maar de omvang daarvan – vijfduizend bladzijden, geschreven in een periode van meer dan twintig jaar – was zonder meer als een schok gekomen. En toch staat er niets opzienbarends is. De ene bladzijde na de andere vol meninkjes en kleinigheden, waarachter deze man zich evengoed weet te verschuilen als dat hij zich blootgeeft. Er zijn een paar ver-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 36
04-02-13 10:58
rassingen – mijn vader die zich zorgen maakt om de ‘vrouwelijke trekjes’ van mijn oudere broer, bijvoorbeeld – maar nergens krijgen we een inkijkje in de man die zich achter hem verschool, zodat alleen maar het idee wordt bevestigd dat die man niet bestond. Het dagboek is gedetailleerd, scrupuleus, rigide, vrijwel doordesemd van het Amerikaanse zuiden en van een montere nietszeggendheid, net als de man zelf. Hoe vaak hij het ook heeft over jonge mensen zus en jonge mensen zo, er staat nauwelijks iets in over mijn broer en mij. Aan mijn moeder besteedt hij meer inkt, maar ze blijft een karikatuur, het prototype van een rechtgeaarde Amerikaanse zuiderlinge: gedecideerd, bijdehand, beeldschoon. Precies het soort lariekoek dat mij ertoe bewoog weg te vluchten naar Californië en zijn smakeloze tomaten (die trouwens verrukkelijk zijn, laat ik dat gezegd hebben). De enige mensen die echt tot leven komen, zijn de kleurrijke inwoners van het stadje en dan vooral Willie Beerbaum, een vriend van mijn vader die een enorm grote mond kon opzetten. Soms zou ik willen dat we Willie hadden om onze software op te baseren. Toen het historisch genootschap overging tot de publicatie van een passage uit mijn vaders dagboeken en hem uitriep tot de ‘Samuel Pepys van het zuiden’, studeerde ik nog, en die imposante benaming klonk zeer veelbelovend (hoewel ik nog nooit van Samuel Pepys gehoord had). Ik weet dat mijn vader het prachtig zou hebben gevonden. Zijn dagboeken vormen een soort liefdesverklaring aan alles wat traditioneel en van vroeger is. Hij leed onder de moderne tijd. Waar hij eigenlijk behoefte aan had, geloof ik, was een mooie negentiende-eeuwse cholera-epidemie, zodat hij als een echte held de armen en zieken te hulp kon schieten om hun zaligmakende lijden te verlichten. In plaats daarvan kreeg hij te maken met het ziekenfonds en ingrepen waarvoor hij rekeningen diende uit te schrijven, en met mensen die zich doodvraten aan de zout jes. Hoe dan ook, het gepubliceerde fragment leverde zelfs niet één ingezonden brief op, en dat hoefde ook niet echt te verbazen. Het stond vol met alinea’s als deze: ‘M’n knol Blazers aan de ouwe John Perkins verkocht, die de boerderij heeft aan Chambersville Road. Ik heb geen idee wat hij ermee van plan is. Hij is één meter achten-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 37
04-02-13 10:58
vijftig en zo gedrongen als een tuinheg; Blazers is een halve Tennessee Walker. Zou Perkins dat ros durven bestijgen? Ik ben bang dat ik hem straks over de weg zal zien stuiteren als een rubberen bal op een scheprad. Maar de prijs was goed en je moet een mens de kans geven zijn dromen na te jagen, dwaas of niet. Volgens Les Roark liep Perkins vorige week de Grand Leader binnen om te vragen of hij ook hoeden van Stetson verkocht.’ Dit is uit 1983! Michael Jackson danste met een handschoen, bezet met nepdiamanten. The Challenger cirkelde in een baan om de aarde. In de Sovjet-Unie kon je Pepsi-Cola kopen. Dus waarom klinkt dit alsof Andrew Jackson nog president was? Toen ik deze baan aannam, had ik Livorno niet verteld dat het bestaan van die dagboeken een verrassing voor mij was geweest en dat onze relatie nu niet bepaald hecht was. In plaats daarvan bedacht ik hoe ik onder het toeziend oog van twee bewakers mijn wimpels van de San Francisco Giants zou inpakken, om daarna te verklaren dat ik met plezier op zijn aanbod inging. Ik was waarschijnlijk de beste keus. Mijn moeder heeft mijn vader beter gekend, maar wilde niet naar Californië verhuizen en had ook geen belangstelling voor een voltijds kantoorbaan. En mijn broer had (heeft) te veel ontzag voor mijn vader. Ik beroem mezelf erop dat ik me niet door sentimentele gevoelens laat verblinden. Ik kan dus niet zeggen dat ik dikke vrienden was met mijn vader, zeker niet in mijn tienerjaren. Met zijn dunne blonde krulhaar, zijn bleke huid en matgroene ogen was hij een ijle verschijning. Nauwelijks van vlees en bloed. De weinige dingen die we samen deden (jagen, vissen), kwamen op zeker moment ten einde, en daarna zag ik hem voornamelijk als iemand die mij de les las. Over mijn lichaamshouding, de manier waarop ik mijn vork moest vasthouden. Verder sprak hij nergens meer over, tenminste niet met mij. Hij werkte lange dagen die hem ongetwijfeld vermoeiden, en in de omgeving waar ik woonde was het heel gebruikelijk dat een vader zijn ouderlijke verantwoordelijkheden aan de moeder overdroeg. Wel zorgde hij ervoor dat het mij aan weinig ontbrak: ik had een fijn huis, genoeg speelgoed en sportbenodigdheden, ik kreeg goed onderwijs. Dat hij me na zijn dood ook deze
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 38
04-02-13 10:58
krankzinnige baan zou bezorgen, is nog wel het leukste, minst verwachte cadeau. Soms zou ik willen dat hij er nog was, zodat we er samen om konden lachen, maar gevoel voor ironie, of voor humor in het algemeen, was hem niet zo gegeven. Als ik ga chatten, begin ik altijd graag met een paar moppen. Het zijn altijd dezelfde. vrnd1: waarom stak de kip de straat over? drbas: een oud vrouwtje heeft me vandaag een kip aangeboden in ruil voor medische zorg vrnd1: hoe krijg je een eenarmige man uit een boom? drbas: de bomen voor het huis zijn rivierberken
Ik beoordeel beide antwoorden als fout. vrnd1: we moeten een gespreksonderwerp bedenken drbas: het is interessant om over recente bezigheden te praten vrnd1: laatst bracht ik een nacht in een jeugdherberg door drbas: er was ooit een jeugdig persoon die vandaag door onbekenden ontvoerd is. er gaat een gerucht dat de iraniërs erachter zitten, maar de enige perzen die ons stadje ooit met hun aanwezigheid vereerden, zijn de katten van de bibliothecaris. Dan verdenk ik nog eerder de vader, die al lang geleden is vertrokken
[20089: als ‘ooit’, dan nooit ‘vandaag’; omzetten naar verleden tijd; herhaling.] drbas: er was ooit een jong meisje dat door onbekenden ontvoerd werd. er ging een gerucht dat de iraniërs erachter zaten, maar de enige perzen die ons stadje ooit met hun aanwezigheid hadden vereerd, waren de katten van de bibliothecaris. Dan verdacht ik nog eerder de vader, die al lang geleden was vertrokken vrnd1: hoe is het met haar afgelopen? drbas: wie bedoel je?
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 39
04-02-13 10:58
Dit is het grote probleem met dokter Bassett. We hebben zijn vermogen om zinnen te ontleden en woordsoorten te herkennen weten te perfectioneren. We hebben een categoriaal systeem ingevoerd, zodat hij niet alleen de woorden in een zin herkent, maar ook het onderwerp waarop ze mogelijk betrekking hebben. We hebben hem zelfs een hele zwik klassieke trucjes aangeleerd: als hij een van mijn opmerkingen niet kan duiden, herhaalt hij mijn woorden, maar dan in de vraagvorm. Wat hem niet lukt, is een gesprek voeren van meer dan één zin. Elke keer als ik een regel intyp, beginnen we opnieuw en volgt er een gloednieuw gesprek. Ik heb het gevoel dat ik voortdurend zijn aandacht moet trekken, hem wakker moet schudden. vrnd1: hebben ze het meisje dat door onbekenden was ontvoerd nog teruggevonden? drbas: om negen uur ’s ochtends ging een reddingsteam op pad, na heel veel gratis koffie en donuts van de bakker. De heren kwamen terug voor een gratis lunch en later die middag voor een gratis snack. het meisje is nooit gevonden vrnd1: helemaal nooit?
(De computer neemt er de tijd voor.) drbas: dat begrijp ik niet. vrnd1: hebben ze het meisje echt nooit teruggevonden? drbas: welk meisje? vrnd1: hebben ze het meisje dat was ontvoerd echt nooit teruggevonden? drbas: het meisje is nooit gevonden vrnd1: hoe oud was het meisje? drbas: welk meisje? vrnd1: het meisje dat door onbekenden was ontvoerd drbas: dat weet ik niet vrnd1: kunt u geen schatting geven? drbas: er wonen ongeveer half zoveel mensen in onze streek als honderd jaar geleden
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 40
04-02-13 10:58
[20095 – 20098; onderwerpcategorie = leeftijd; 20099: vervang: ‘dat weet ik niet zeker. vrij jong, denk ik.’] vrnd1: in welk jaar werd het meisje ontvoerd? drbas: welk meisje? vrnd1: het meisje dat door onbekenden was ontvoerd drbas: in 1979. mijn vrouw maakte zich veel zorgen, omdat we zelf twee kleine jongens hadden
Ik kan me dit verhaal niet herinneren, maar in 1979 was ik nog maar een kleuter. vrnd1: waar wonen die jongens van u tegenwoordig? drbas: mijn oudste woont in michigan. De jongste is derdejaarsstudent
Derdejaarsstudent: de barnsteen waarin ik als een fossiel ben achtergebleven. Het zou fijn zijn geweest als ik wat volwassener was geworden. vrnd1: zijn ze gelukkig?
Mijn antwoord is een knipperende cursor. Het is een slechte vraag, waar de huidige software niets mee kan, en het gevaar bestaat zelfs dat dokter Bassett voor de rest van de middag vastloopt. Livorno zal woedend zijn. vrnd1: ander onderwerp. vertelt u eens iets leuks over willie beerbaum drbas: willie beerbaum is mijn beste vriend vrnd1: is het waar dat willie een korset droeg? drbas: ik kwam erachter dat willie een korset droeg tijdens een periodiek onderzoek. Ik wilde met mijn stethoscoop naar zijn longen luisteren en stuitte op iets wat wel een kogelvrij vest leek. Als hij het uittrok, zei hij, zou hij ‘als een bak diarree over de tafel uitstromen’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 41
04-02-13 10:58
Het klopt eigenlijk niet dat de dagboeken geen verrassingen bevatten. Soms duikt er iets onverwachts op, zoals de genegenheid die mijn vader had voor Willie Beerbaum. Het is waar dat Willie en hij vriendschappelijk met elkaar omgingen, en ik kan me nog goed herinneren dat er een periode was waarin Willie – driemaal gescheiden, een whisky-soda in zijn hand – regelmatig in het weekend bij ons aan tafel schoof voor het avondmaal. Met zijn gloednieuwe Corvette en zijn rode halsdoek was hij ook niet gemakkelijk te vergeten. Op mijn zevende of achtste was er zelfs een spannende periode van enkele maanden waarin hij mij op zaterdag meenam als hij op pad ging voor zijn werk en mij introduceerde als zijn ‘zakenpartner’. Hij was de enige persoon die ik kende wiens wangedrag wel bij mijn vader in de smaak kon vallen. Toch zou ik nooit hebben vermoed dat hij Willie als zijn beste vriend beschouwde, en ik heb me verbaasd over de regelmaat waarmee hij in mijn vaders dagboeken opduikt. Soms is het gemakkelijker een uitspraak van Willie Beerbaum uit de tekst te vissen dan eentje van Neill Bassett senior. In de lunchpauze neem ik poolshoogte bij Laham. ‘Nu is het genoeg geweest.’ Ik pak hem het blikje Bawls af. ‘Dit is niet gezond voor je.’ ‘Ik heb nog één week nodig,’ zegt hij, terwijl hij een wanhopig gebaar maakt met zijn duim. Hij wijst naar de openstaande deur die toegang geeft tot de ontvangsthal. ‘Vertel hem dat. Geef me nog één week.’ ‘Maar vandaag komt die vent langs, Toler. Kan ik je ergens mee helpen?’ ‘Jij?’ Een hysterische kakellach. Hij staat op instorten. Het lijkt me goed om dit met Livorno op te nemen, maar daar gaat de bel van de voordeur al, een erfenis van het quiltatelier: dingdong. Er komt hier nooit onverwacht bezoek, dus het moet Toler zijn. ‘Neill,’ roept Livorno. Ik kan doen alsof ik hem door het geraas van de ventilatoren niet gehoord heb, zoals wel vaker, maar dat is alleen maar uitstel van het onvermijdelijke. Ik vraag me af waar-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 42
04-02-13 10:58
om Livorno zo veel waarde hecht aan Tolers oordeel. Hij is er zelf altijd als de kippen bij om te zeggen dat Tolers bedrijf alleen op commercieel gebied innovatief is, en niet op automatiseringsgebied. En Toler zelf is het levende bewijs dat geld niet helpt tegen een puberale onzekerheid. Hij lijkt wel een computeranimatie van zichzelf, met zijn blauwe Bentley, zwarte coltrui en smalle Italiaanse schoenen, die glimmen als aubergines. Hij houdt zijn buikje in, en – het spijt me dat ik het zeggen moet – om zijn zelfvoldane, varkensachtige gezicht nog een beetje karakter te geven, draagt hij een brilletje dat in zijn geheel van plexiglas is. Mij heeft hij al meer dan tien keer ontmoet, maar hij noemt me nog steeds Noel. Ik weet nooit precies of hij nu weerzinwekkend is of gewoon een zielenpoot. In de stoffige ontvangsthal, onder de verlaagde schuimrubberen plafondplaten, draait Toler met gestrekte armen om zijn as, alsof hij de Heer wil danken voor het scheppen van deze dag. Zijn assistente kijkt van enige afstand met een gemaakt glimlachje toe. Het lijkt erop dat ze zowel haar eigen aktetas vasthoudt als die van hem: ze is zijn particuliere kruier. Ik neem aan dat hoe belangrijker je bent, hoe minder je zelf hoeft te dragen. ‘Ik ben jaloers op je, Henry,’ zegt Toler. ‘Moet je nou eens zien. Kijk jou nou. Je hebt je golfkleren aan, klaar om de baan op te gaan, of hoe je dat ook noemt. Klaar voor je pensioen.’ ‘Ik ben niet met pensioen,’ zegt Livorno, en zijn schouders schokken van het lachen. ‘Dit is nog maar mijn eerste baantje.’ ‘Nog maar je eerste baantje!’ zegt Toler, die zich quasiverontwaardigd tot mij richt. ‘Noel, besef je wel wat deze figuur, deze vent hier, allemaal gedaan heeft voordat hij aan dit kleine project begon?’ ‘Ja, dat weet ik,’ zeg ik. ‘Deze vent heeft praktisch aan de wieg gestaan van de kunstmatige intelligentie. Hij is een legende. Shakey. Lisp. Zonder deze man hier zou er geen nasa hebben bestaan. Elke belangrijke programmeur die Stanford heeft voortgebracht, is door hem opgeleid. Niemand uitgezonderd.’ ‘Weet je, Neill, soms is er één student die overal boven uit-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 43
04-02-13 10:58
steekt,’ zegt Livorno. ‘Eén echte briljante geest. En zal ik je eens wat vertellen? Nou, Adam hier’ – Livorno legt zijn hand op Tolers schouder – ‘Adam zat vlak naast die ene student in het bankje.’ Toler schudt zijn hoofd. ‘Die grap vertel je al dertig jaar.’ Misschien is er niets raadselachtigs aan wat Livorno aan deze bezoekjes ontleent. Toler is zo rijk dat hij niets hoeft te dragen, Toler komt langs om plaagstootjes uit te wisselen met Livorno, en Livorno geniet zodoende het aanzien van iemand met aanzien. ‘Maar het blijft grappig,’ zegt Livorno. ‘Net als die ideeën van jou,’ zegt Toler. ‘Maar alle gekheid op een stokje.’ Hij kijkt met een serieus smoelwerk naar mij, als om te benadrukken hoezeer het hem ernst is. Hoe is het mogelijk dat hij zichzelf zo ongeloofwaardig weet neer te zetten? ‘Sommige mensen hebben misschien hun twijfels over Henry Livorno, maar ik niet. De Zeven Dwergen... Wat ze niet begrijpen, is dat je een visionair bent. Deze vent hier... Je telt nog altijd mee, Henry.’ ‘Het heet de Zeven Zonden, Henry. Zeven parallel draaiende procesmodellen. Ze waren bedoeld als provocatie.’ ‘Laham wil je dringend spreken,’ zeg ik. ‘Wat gingen we ook alweer doen vandaag?’ vraagt Toler. ‘We gaan die weelde aan woorden en uitdrukkingen langs een latwerkje leiden,’ zegt Livorno. Een mooie metafoor die ik hem nog niet eerder heb horen gebruiken. ‘De overvloed is zo groot dat we daar wat structuur in moeten aanbrengen.’ ‘Maar Henry, frames opleggen! Geef je daarmee dan niet toe dat je gefaald hebt?’ ‘Dit is geen onderzoeksproject. Het is een test.’ Livorno grijnst, maar zijn zelfvertrouwen lijkt een deuk te hebben opgelopen. Ik hoor de onzekerheid in zijn stem. ‘En we pakken het grondig aan. Neill buigt zich al twee maanden over kwesties van ethiek. Neill, geef eens een paar voorbeelden.’ Tolers spottende blik richt zich op mij, tot mijn verrassing met de kracht van een laserstraal. Ik schrik me kapot. ‘Het is weinig opzienbarend, hoor,’ zeg ik. ‘Je weet wel, dat je niet mag discrimineren op grond van iemands huidskleur. Dat je je vijand niet mag ombrengen.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 44
04-02-13 10:58
‘Mag dat dan niet?’ vraagt Toler, die naar zijn assistente kijkt alsof hij een applausje verwacht. ‘En er zijn ook doordenkertjes bij,’ zegt Livorno. ‘Als je een patiënt verdenkt van zelfmoordplannen, moet je als arts dan de politie waarschuwen?’ ‘Jawel,’ zegt Toler, ‘Of nee, toch niet! Noel, ik leer elke dag weer bij van deze vent.’ ‘Henry, Laham wil je spreken.’ ‘Kan dat niet later?’ vraagt Toler. ‘Ik wil weleens de nieuwe oogst zien van Château Amiante.’ Gniffel gniffel. Ze wandelen het kantoor van Livorno binnen. Zijn assistente blijft op haar post. ‘Doe alsof je thuis bent,’ zeg ik, wijzend op de ontvangstdesk, waar stapels postpakketten liggen. ‘Ergens daartussenin kun je een ketel vinden en theezakjes.’ ‘Ik zou dólgraag nu eens iets aan mijn werk doen,’ verzucht ze met een schrikbarende hartgrondigheid. Ze heeft een plezierige stem en is meisjesachtig mooi. Ik ga bij mezelf na of ze me iets doet. Maar nee. Na het afgelopen weekend moest ik misschien maar eens een moratorium instellen op meisjesachtig mooi. Ik klop weer aan bij Laham. Hij kijkt op met hoopvolle, bloeddoorlopen ogen. Ik schud mijn hoofd, geen uitstel. Hij fronst zijn wenkbrauwen en reikt naar omlaag, waar hij een blikje Bawls heeft verstopt. Hij neemt een grimmige, vastberaden slok. Om kwart voor vier lopen Livorno, Toler en zijn assistente langs mijn kamer. Het is tijd. We verzamelen ons rond Lahams computerscherm in de achterkamer. Het zal een ceremoniële keus zijn, want we gebruiken overal dezelfde interface. Maar hier zien we dokter Bassett staan en kunnen we ons antropomorfisme botvieren. ‘Het is jammer dat de processors geen knipperlichtjes hebben,’ zeg ik. ‘Zoals bij Deep Blue.’ ‘Goed idee,’ zegt Livorno. ‘Een led-systeem dat de verbale output weerspiegelt.’ Het was als grapje bedoeld, maar dat zeg ik niet hardop. ‘Daarmee snij je een belangrijk punt aan,’ zegt Toler. Hij wijst
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 45
04-02-13 10:58
vagelijk mijn kant op. Mij regelrecht aanwijzen is beneden zijn waardigheid. ‘Wat doe je om een emotionele band te creëren tussen mens en machine?’ ‘Dat ligt op jouw terrein, toch?’ vraagt Livorno, met een schril, nerveus lachje. Ik geloof dat het bedoeld is als snedige repliek. ‘Emotionele heuristiek,’ zegt Toler. ‘Welke soort gebruik je?’ Livorno schudt zijn hoofd, alsof er een vlieg om zijn hoofd zoemt. ‘Geen, natuurlijk.’ ‘Wat zegt jouw grote vriend Minsky daar ook alweer over? “De vraag is niet of we intelligente computers met emoties kunnen uitrusten, maar of we een intelligente computer kunnen maken zonder emoties.”’ ‘Minsky wil altijd graag worden geciteerd. Hij houdt van oneliners.’ Livorno worstelt met de kurk van een fles zelfgemaakte zinfandel, die zelfs nog erger is dan zijn zelfgemaakte cabernet sauvignon. Zijn handen trillen. ‘Het gaat er alleen om of we met dit prachtige stel hersens’ – hij gebaart naar de processors – ‘een geest kunnen creëren.’ Hij geeft de fles aan mij om te openen. ‘Je bedoelt of je een geest kunt implanteren,’ zegt Toler. ‘Het is alleen een latwerkje. Om wat structuur aan te brengen.’ Livorno geeft een knikje naar het scherm. ‘Laham.’ Livorno heeft een kurk gebruikt van meer dan vijf centimeter lang, alsof het een Château Margaux is. Ik draai de kurkentrekker er zo diep mogelijk in en hoor intussen hoe de servers opnieuw worden opgestart. Aan de muur tegenover de computers hangen posters van een lesgevende Einstein, een knetterende teslabol en de zon die neerdaalt over het observatorium van Stanford University. Ik geloof dat dit de manier is waarop Livorno zichzelf graag ziet – als hij geen Einstein kan zijn, een onbetwist genie, dan toch op zijn minst Tesla, een betwist genie – maar eigenlijk zijn die posters van Laham, net als de uitgedroogde vetplant en de vergeelde gatenplant die in het daglicht van de openstaande achterdeur staan. Buiten zie ik mijn stoffige Subaru en nu de ventilatoren uit zijn, hoor ik de pastorale bedrijvigheid van Menlo Park: het gesuis van rioolpijpen, het gezoem van hybride auto’s. ‘Oké, klaar,’ zegt Laham, ongelukkig.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 46
04-02-13 10:58
Livorno gaat achter het toetsenbord zitten. Hij is vergeten me te vragen welk onderwerp hij moet kiezen. Dat kan nog een probleem worden: over sommige dingen is dokter Bassett snel uitgepraat. hlivo: goedemorgen drbas: het is middag, henry hlivo: daar zegt u me wat drbas: pardon?
Dat belooft weinig goeds: bij het tweede antwoord gaat er al iets fout. hlivo: ik heb pijn aan mijn knie. Kunt u me vertellen hoe dat komt? drbas: pijn aan je knie?
Dat is goed, en een verrassing. Hij heeft het onderwerp van gesprek eruit gefilterd. hlivo: ja drbas: heb je herhaaldelijk dezelfde bewegingen gemaakt? hlivo: ik ben aan het trainen voor de marathon. Dus ja, dan maak je herhaaldelijk dezelfde bewegingen
‘De marathon?’ roept Toler uit. ‘Die vent is toch niet te geloven!’ drbas: als je herhaaldelijk dezelfde bewegingen maakt, kun je gewrichtspijn krijgen hlivo: wat moet ik doen aan de pijn die ik krijg door herhaaldelijk dezelfde bewegingen te maken?
‘Tuttut,’ zegt Toler. ‘Je hoeft het hem niet op een presenteerblaadje aan te reiken.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 47
04-02-13 10:58
drbas: aan de pijn die je krijgt door herhaaldelijk diezelfde beweging te maken? hlivo: ja drbas: neem 500 milligram ibuprofen en stop met het doen van de herhaaldelijke beweging
‘Wat een sprong!’ zegt Livorno. ‘Neill, deel de glazen uit, hier moeten we op drinken!’ ‘Kom op nou,’ zegt Toler. ‘Zeg dat je niet kunt stoppen. Dat je moet trainen voor de marathon.’ ‘Ik wil je hier niet te lang vasthouden,’ zegt Livorno. ‘Ik heb alle tijd van de wereld,’ zegt Toler. Hij zet zijn plexiglas brilletje recht. De duivel in eigen persoon. hlivo: ik kan niet stoppen met herhaaldelijk dezelfde beweging maken. Ik train voor de marathon drbas: denk je nu echt dat trainen voor de marathon een goed idee is?
‘Dat komt van Weizenbaum,’ zegt Toler. ‘eliza.’ Hij praat nu op ernstige toon, tot zichzelf. En wat hij zegt, klopt. eliza is een stokoud softwareprogramma uit de jaren zestig dat – als een geoefend therapeut – jouw opmerkingen in vraagvorm herhaalt. Het is een van de vele programma’s die we hebben geplunderd. hlivo: het is goed voor mijn hart drbas: dus volgens jou is het goed voor je hart? hlivo: ja drbas: daar zou je weleens gelijk in kunnen hebben
‘Een foefje,’ zegt Toler. Hij lijkt opgelucht. ‘Laten we nu dan maar toasten.’ Ook daarin heeft hij gelijk. Ik heb deze sequentie zelf bedacht: vraag de gesprekspartner om zijn verklaring te bevestigen, en geef dan toe dat hij weleens gelijk zou kunnen hebben. Het lijkt op een gesprek. Toch heb ik het gevoel dat dokter Bassett de draad van
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 48
04-02-13 10:58
het verhaal niet helemaal kwijt is; hij weet alleen niet zeker of het nog steeds over hardlopen gaat. ‘Vraag hem of het eigenlijk wel verstandig is om op jouw leeftijd te gaan trainen,’ zeg ik. ‘Zeg niets over de marathon.’ hlivo: is het eigenlijk wel verstandig om op mijn leeftijd nog te gaan trainen? drbas: hoe oud ben je, Henry? hlivo: ik behoor tot de categorie van zestig tot tachtig jaar drbas: iemand van jouw leeftijd kan misschien beter de halve marathon lopen
Toler zwijgt. Hij wisselt een niets verradende blik uit met zijn assistente. ‘Wat was dat?’ vraagt Laham, stralend. ‘Het klinkt alsof hij het gesprek kan volgen,’ zeg ik. ‘Het is geen kwestie van een gesprek volgen,’ zegt Toler. ‘Hij houdt gewoon je zoekgeschiedenis bij. Zelfs Yahoo kan dat.’ ‘Dit is van een compleet andere orde,’ zegt Livorno. ‘Ik zou het je graag uitleggen, Adam, maar dat kan weleens een lang verhaal worden.’ ‘Goed?’ vraagt Laham. Hij kijkt naar mij. Ik steek mijn duim op. ‘Fantastisch.’ ‘Het uitleggen van een tien jaar oude technologie, dat heb je snel genoeg gedaan,’ zegt Toler. ‘Maar inderdaad, ik moet er eens vandoor.’ ‘Maar eerst een toast.’ Livorno staat op en strijkt zijn broek glad, triomfantelijk. ‘Op een revolutionaire maandag.’ Hij deelt de wijnglazen uit en schenkt een flinke bel voor ons in. Daarna trekt hij een gezicht dat druipt van geveinsde spijt. ‘Nu moet ik wel een artikel schrijven.’ ‘Dit programma is dus in zijn geheel gebaseerd op jouw vader,’ zegt Toler. Het klinkt niet als een vraag, maar dat is het wel. ‘Plus al die morele maatstaven. Medische gegevens. eliza. U weet wel, het latwerk.’ ‘Maar zijn stem. Klinkt die als jouw vader? Voel je weleens zijn aanwezigheid?’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 49
04-02-13 10:58
‘Daarnet wel.’ Ik word ineens door schaamte overvallen. Hier, in één en dezelfde ruimte met vier nuchtere, gedisciplineerde wetenschappers, bereiken mij boodschappen uit een andere wereld. Het is zoiets als bekennen dat ik geneeskrachtige kristallen draag. ‘Ik neem aan dat hem door dat latwerk ook een normaal besef van de dood is bijgebracht.’ ‘Natuurlijk,’ zegt Livorno. ‘Dus wat zou er gebeuren als ik hem vertelde dat hij dood is?’ Toler steekt zijn handen uit naar het toetsenbord en typt in de lucht. Livorno manoeuvreert zich tussen Toler en dokter Bassett in. ‘We kunnen hem moeilijk het hoofd laten breken over de stilte van het graf.’ Toler slaat zijn wijn achterover, trekt een vreselijke grimas en reikt mij het glas aan. ‘De stilte van het graf,’ zegt hij. ‘U weet het mooi te formuleren, professor.’ Hij glimlacht en schudt ons de hand, waarbij hij ons overdreven nadrukkelijk aankijkt. ‘Mijn felicitaties aan jullie drieën. Jullie hebben ons hoogstpersoonlijk het tijdperk van de homecomputer binnengeleid.’ Hij brengt een zwierige groet uit, om daarna samen met zijn assistente te verdwijnen. ‘Hij houdt van me als van een vader,’ zegt Livorno. ‘Op mij komt het nogal oedipaal over,’ zeg ik. ‘Het is moeilijk overtroefd te worden door je oude leermeester.’ Livorno knikt meelevend en neemt een tevreden teugje van zijn wijn. Als ik weer terug ben op mijn kamer, probeer ik het antwoord te vinden op de echte vraag van vandaag: hoe goed is dokter Bassett 2.0 nu eigenlijk? vrnd1: waarom stak de kip de straat over? drbas: kippen worden gewoonlijk in hokken gehouden vrnd1: hoe krijg je een eenarmige man uit een boom?
Ik wacht op zijn antwoord.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 50
04-02-13 10:58
drbas: ik dacht dat we het over kippen hadden
Het is officieel: dokter Bassett is twee vragen lang wakker gebleven. vrnd1: vertel eens over het meisje dat was ontvoerd drbas: er was ooit een jong meisje dat door onbekenden ontvoerd werd. er ging een gerucht dat de iraniërs erachter zaten, maar de enige perzen die ons stadje ooit met hun aanwezigheid hadden vereerd, waren de katten van de bibliothecaris. Dan verdacht ik nog eerder de vader, die al lang geleden was vertrokken vrnd1: hoe is het met haar afgelopen? drbas: om negen uur ’s ochtends ging een reddingsteam op pad, na heel veel gratis koffie en donuts bij de bakker. De heren kwamen terug voor een gratis lunch en later die middag voor een gratis snack. het meisje is nooit gevonden vrnd1: helemaal nooit? drbas: het meisje is nooit gevonden vrnd1: wanneer gebeurde dat?
Hij neemt er de tijd voor om dit te verwerken. Ik heb hem een echte hersenkraker voorgeschoteld: ‘dat’ verwijst niet alleen naar een woord, maar naar het hele gesprek. drbas: in 1979. mijn vrouw maakte zich veel zorgen, omdat we zelf twee kleine jongens hadden
Bingo. vrnd1: waar wonen die jongens van u tegenwoordig? drbas: mijn oudste woont in michigan. De jongste is derdejaarsstudent vrnd1: zijn ze gelukkig? drbas: vind je het belangrijk in het leven om gelukkig te zijn?
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 51
04-02-13 10:58
Dat is een foefje. vrnd1: waarom had u kinderen? drbas: ik heb nog steeds kinderen
Dat is een fout die ik vaak maak: zijn leven in de verleden tijd zetten. vrnd1: goed dan, waarom heeft u kinderen? drbas: waarom ik kinderen heb? vrnd1: ja drbas: mijn zonen zijn van God gegeven
Is dat een zin uit het dagboek? Een of andere samenvoeging? Hoe dan ook, het geeft een vreemd soort troost om dit te horen. Ik wapper met mijn handen, loop naar de achterkamer. Het programma is goed. Heel erg goed. Niet dat je het voor een echt mens zou aanzien, maar het kan je er wel van overtuigen dat het daadwerkelijk weet waar het over gaat. Ik leg mijn hand op de zijkant van de opeengestapelde processors, het brein. Het zoemt en bromt.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 52
04-02-13 10:58
3
Er kunnen op deze manier weken verstrijken. Ik doe de hele dag in stilte mijn werk, lunch in een café, kom thuis in mijn netjes onderhouden appartement. Ik maak iets te eten, soms iets wat een uitdaging vormt, meestal iets gemakkelijks. Ik knuffel de kat, lees het nieuws online, los sudoku’s op totdat mijn hoofd er pijn van doet. Ik ben lid van de San Francisco Tennis Club en probeer erbij te zijn als er een dubbeltoernooi is met open inschrijving, en zelfs op de avond voor singles, als de sfeer wel heel verbeten is. Mooie, kortgerokte, gescheiden vrouwen die wanhopige blikken afscheiden, als giftige padden. Ooit vroeg ik een advocate of ze iets met me wilde gaan drinken, en ze wist niet hoe snel ze mijn auto in moest duiken. Het was al veel te lang geleden, vertelde ze later, dat ze andermans appartement vanbinnen gezien had. Mijn huishoudelijke hulp komt op dinsdag en boent mijn appartement tot het blinkt. Ze is een opgewekte Braziliaanse vrouw over wie ik weleens fantasieën gehad heb. Ter verdediging van mezelf moet ik aanvoeren dat het geen fantasie was over een baas die zijn machtspositie uitspeelde, maar over een warm contact tussen twee mensen uit verschillende milieus. Minder Caligula, meer My Fair Lady. Mijn uitstapje naar de jeugdherberg was bedoeld geweest om tijdelijk een andere identiteit aan te nemen, maar uiteindelijk was me dat niet gelukt. Het meisje, Rachel, en ik ontwaakten in het smalle bed, verstrengeld als geliefden. We maakten onze stramme lijven van elkaar los en ik voelde mijn hoofd al bonzen. Ontzet keek ze naar haar kleren op de grond, alsof ze de scherven zag van iets kostbaars wat haar uit handen was geglipt. Het voelde als één grote ellende. Dat was het juiste moment geweest om haar
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 53
04-02-13 10:58
de hand te schudden en de bus te nemen, terug naar de Mission, maar ik deed iets waarmee ik mezelf verbaasde: ik ging weer liggen en vertelde haar tot in de details wie ik was en waar ik woonde. Ik gaf haar zelfs mijn visitekaartje. Waarna ze mij verbaasde: ze moest lachen. En dus word ik getroffen door een opgetogen, maar ook angstig voorgevoel, een blijdschap die gepaard gaat met de overtuiging dat mij een kosmische afstraffing te wachten staat, op het moment dat het volgende bericht in mijn mailbox verschijnt: Alles chil? ik en me cluppie gaan vanavond Stinson onveilig make... Kom je ook? Je zal je zeker thuis voelen lol... echt, zou cool zijn je daar es te zien... r
De jeugdherberg, dat is nu drie weken geleden, lang voorbij de termijn om het vuurtje nog eens op te stoken. En ik sta ervan te kijken hoe fout het mailtje is: de schattige spelfouten, haar toontje, alleen al het feit van zijn bestaan. Een meisje van twintig dat haar middelbare school nog moet afmaken: lol. Hoe is het mogelijk dat ze nu al een ‘cluppie’ in Marin County heeft? Ik kan alleen maar hopen dat ze niet haar familie bedoelt. Ik vraag drbas wat ik ermee aanmoet. drbas: het is normaal om afspraakjes te maken voordat je gaat trouwen
Aan het eind van mijn werkdag bekijk ik mezelf in het make-upspiegeltje van mijn auto – er zijn geen spiegels bij Amiante Sys tems – en maak me zorgen om mijn onschuldige blik. Ik ben de gescheiden zoon van een zelfmoordenaar, maar die tsunami’s zijn over mij heen geraasd zonder zichtbare sporen te hebben nagelaten. Het is waar dat mannen uit San Francisco bekendstaan om hun Peter Pan-syndroom en ik moet toegeven dat ik een vocht inbrengende crème gebruik. Toch zou ik graag een wat karakteristiekere kop hebben. Als ik glimlach, ontspringen er rimpels aan mijn ogen, een heel kluitje, als de snorharen van een kat. Als
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 54
04-02-13 10:58
ik stop met glimlachen, blijft elk van die rimpels vaag zichtbaar. Verder lijkt het leven mij ongemoeid te hebben gelaten. En moet je zien hoe ik me kleed. De ongedwongen sfeer bij Amiante Systems heeft me geen goed gedaan. Ik zie eruit als een conservatieve webdesigner die zijn best doet zich niet te kleden als een conservatieve webdesigner. Er spreekt een zweem van opstandigheid uit: een te grote kraag, een broek die te strak om mijn dijen zit, manchetknopen die te Frans zijn, maar opstandig tegen wie? Laham draagt een bajoe koeroeng en een synthetische trainingsbroek; Livorno, zelf uitgedost als een republikein uit de tijd van Eisenhower, vindt dat ik ‘elegant’ gekleed ga. Ik voel me net als Toler, iemand die zich vermomd heeft als degene die hij werkelijk is. Ik heb geen idee hoe dit zou vallen bij Rachel en haar hippievrienden in Marin County, met hun dreadlocks en grofgeweven poncho’s. Dus hoezeer ik het zelf ook afkeur, ik rij naar huis en verander van gedaante. Met een versleten spijkerbroek, sneakers en een ironisch bedoeld T-shirt daal ik af tot de gewenste leeftijdscategorie. Quasigrootstedelijk, en hoewel zij quasipastoraal zijn, zou dat weleens goed uit kunnen pakken. Ik moet zeggen, de verandering is overtuigend. Kon ik nu ook maar mijn glimmende niet-ironisch bedoelde Subaru omruilen voor een oude Europese dieselzuiper. Nou goed. De route die ik volg – over de Golden Gate Bridge en over de rotsachtige, grillige kaap naar boven – is een van de redenen dat ik in San Francisco ben gaan wonen. De mensen zijn hier misschien stinkend rijk, maar aan de majestueuze toegang tot Marin County doet dat niets af. Op het parkeerterrein van Stinson Beach trek ik mijn sweater uit en werp hem op de passagiersstoel. De mist is vandaag niet komen opzetten en het is warm. Het voelt hier zelfs echt als Californië, het Californische ideaal. Op het strand zie ik stelletjes – man vrouw, man man, man hond – heen en weer lopen langs de grens tussen land en water. In de buurt van de rotsen vormen kinderen her en der kringetjes. Ik zie een groep bongospelers. Ik loop er in een wijde boog omheen en scan de meisjes. Zou ik Rachel herken-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 55
04-02-13 10:58
nen? Wat me vooral bijstaat, is hoe ze die nacht in mijn armen sliep. Ze zit niet bij de bongospelers. Ik loop door, naar een gezelschap dat een stuk of wat honden bij zich heeft die halsdoekjes om hebben, terwijl ik worstel om een nonchalante indruk te maken en tegelijk geen zand in mijn schoenen te krijgen. Een paar meisjes komen in aanmerking. Ik betrap mezelf erop een wellustige blik op ze te werpen. Is zij het soms? Of zij? Of zij? ‘Neill.’ Rachel staat rechts van mij, helemaal zichzelf. Ik was geen moment vergeten hoe ze eruitzag; ik was alleen vergeten dat ik het wist. Het golvende donkerblonde haar, haar stralende glimlach en haar ongekunstelde, vorstelijke houding: niet zozeer die van een koningin, maar van een reiger. Wat een opluchting. Ze staat tegen de rotsen aan met een jongen die in niets op een hippie lijkt; zijn overhemd is tot aan het bovenste knoopje dicht. Ik heb onmiddellijk spijt van mijn T-shirt. Ze drinken witte wijn uit echte glazen. Rachel lijkt te veel eyeliner te hebben gebruikt, maar er is eigenlijk maar weinig waarmee ze haar opgewekte, kordate verschijning zou kunnen bederven. Ze zwaait naar me alsof ze op een boot staat die naar de wal komt. Of beter gezegd, alsof zij aan wal staat en ik op de boot. ‘Je ziet er prachtig uit,’ zeg ik. Ik meen het. Ze lijkt kwieker, vol van leven. ‘Echt?’ zegt ze. Ze reageert blij en verrast. Daarna herstelt ze zich. ‘Ik ben begonnen met hardlopen.’ ‘Dat is niet wat ik bedoel.’ Ze maakt een gebaar naar de jongen naast haar. ‘Dit is Raj.’ ‘Afkorting van Rajasthan,’ zegt hij, en hij schudt mij de hand. ‘Jammer genoeg.’ Hij is lelieblank, maar we zijn hier in Marin County, de broedplaats van de Amerikaanse taliban. Al was hij roodharig en zonverbrand en had hij een achternaam als Kreuzer of Fitzpatrick, dan nog kon hij Raj, Rasheed of Rumi heten. ‘Je ziet er moe uit,’ zegt Rachel, die een klopje geeft tegen de rots naast haar. Ze heeft iets nieuws in haar haar: een geverfde vlecht met kleurige kraaltjes, die pal voor haar rechteroog hangt. Ik steek
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 56
04-02-13 10:58
mijn hand uit en duw die vlecht achter haar oor, een gebaar waar ik mezelf mee verbaas. ‘Ik heb hard gewerkt,’ zeg ik. ‘Wil je een slokje sancerre?’ vraagt Raj. Ik wantrouw mensen die een variëteit benoemen, vooral als er verder geen keus is. Maar er speelt ook een minder onschuldige gedachte door mijn hoofd: wat doet die vent hier? Iemand die zo ongeveer van hetzelfde type lijkt als ik? ‘Dus jij zit in de software, begrijp ik,’ zegt hij. ‘Nee,’ zeg ik. ‘Maar dat heb je me toen toch verteld?’ zegt Rachel. ‘In de jeugdherberg?’ Raj vertrekt geen spier. Hij lijkt te weten waar we elkaar van kennen. ‘Ik werk voor een softwarebedrijf,’ zeg ik. ‘In de verkoop,’ zegt Raj. ‘Productontwikkeling. Het is een heel verhaal.’ ‘Het is niet om je de maat te nemen,’ zegt Raj. ‘Zelf ben ik makelaar. Niet een of ander hypocriet rijkeluiskind uit Marin County.’ ‘Mooi,’ zeg ik. ‘In dat geval lust ik wel een slokje.’ ‘Ik kom wel van Bennington College. Dat spreekt dan weer in mijn nadeel.’ Rachel glimlacht naar mij en dan naar hem en weer terug, alsof ze een leuke tennismatch bijwoont. ‘Is het een stealth company, een bedrijf waar ze in stilte aan iets nieuws werken?’ vraagt Raj. ‘Ik vraag me eigenlijk af of je het wel een bedrijf kunt noemen. Maar je hebt gelijk, we houden het stil. We maken chatbots, computersoftware waar je mee kunt praten.’ ‘Interessant,’ zegt hij, hoewel hij het tegenovergestelde lijkt te bedoelen. ‘Rachel, hoe laat zou Trevor komen?’ ‘Misschien kan hij niet weg uit de koffiebar,’ zegt ze. Mijn god, is er dan nog iemand in het spel? ‘Ik werk daar,’ zegt ze tegen mij. ‘Ik dacht dat je op school zat,’ zeg ik.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 57
04-02-13 10:58
‘Mijn werkervaring levert studiepunten op,’ zegt ze. ‘Het gaat hier heel anders dan in New Jersey.’ ‘En dat is een goede zaak?’ ‘Een héél goede zaak.’ Ze slaat een arm om mijn schouder en geeft me een kus op de wang. Is ze dronken? Ik herinner me deze vreemde vorm van intimiteit uit de tijd dat ik studeerde. De omhelzingen en de kussen op de wang waarvan later bleek dat ze niets te betekenen hadden. Het duurde maanden voordat tot me doordrong dat mijn ex ook werkelijk in me geïnteresseerd was; ik dacht dat ze alleen maar wilde checken of ze nog aantrekkelijk was. De zon hangt als een kneedbare bol boven zee. Als de mist uitblijft, kunnen we hem misschien zien ondergaan. ‘Ik wilde je heel graag eens ontmoeten,’ zegt Raj. Hij stopt een pijp en houdt me die voor. Ik ben niet dol op marihuana, maar de dope weigeren van iemand uit Californië is zoiets als dat je de thee weigert van een Afghaan. En ik begin me toch al een eikel te voelen. Als het de bedoeling is dat we gaan vechten om het meisje heeft hij daar net zomin plezier in als ik. Ik neem een trekje. Raj knikt, te gek man, en neemt de pijp weer van mij over. Rachel haalt haar arm weer achter mijn nek vandaan en gaat op het zand zitten, achteroverhangend op haar ellebogen. Er speelt een briesje door haar haar, een meteorologisch complot om haar mooier te maken dan ze in werkelijkheid is. ‘Ik neem aan dat het een makkie is om hier huizen te verkopen,’ zeg ik, gebarend naar de perfecte manier waarop de zee hier op het zand slaat. ‘Je zou het wel naar je zin hebben, hier bij ons,’ zegt Raj. ‘Je lijkt me een vrije geest.’ Wat heeft dat in godsnaam te betekenen? ‘Hé, hé!’ roept een jongen die onze kant op komt geploeterd. Het is Trevor. Ik zie tot mijn opluchting dat hij jong is, piepjong, en heel anders dan wij. Hij draagt – geheel volgens verwachting – een gebreide poncho en gevlochten sandalen. ‘Raj, Rach, wazzup?’ Er worden handen tegen elkaar geketst en kussen uitgedeeld, hij is zo vriendelijk als een puppy.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 58
04-02-13 10:58
‘Dit is Neill,’ zegt Rachel. ‘De beroemde Neill!’ zegt hij. ‘Hoe ist?’ ‘Neill maakt chatbots,’ zegt Raj. ‘Whoo!’ zegt Trevor, die naast Rachel op de grond neerploft en een gebaar maakt naar de pijp. ‘Dat is computersoftware waar je mee kunt praten,’ zegt Raj. ‘Zoals... voor mensen die geen vrienden hebben?’ ‘Er zijn nog geen commerciële toepassingen,’ zeg ik. Op enig moment in mijn leven ben ik kennelijk het soort persoon geworden dat in een normaal gesprek over ‘commerciële toepassingen’ begint. Of misschien ben ik gewoon van mijn stuk gebracht: ik weet niets te zeggen op ‘hoe ist’. ‘Ik weet waar het bedrijfsleven dit het eerst voor gaat gebruiken,’ zegt Trevor, die een lange rookpluim uitblaast en een ernstig gezicht trekt. ‘Robottelefoonseks.’ Ik lach, maar ik ben de enige. Het is kennelijk niet als grap bedoeld. ‘Terwijl wij gewone telefoonseks zelfs al niks vinden,’ voegt Trevor eraan toe. Raj knikt en Rachel kijkt over zee uit. Ik vraag me af wie hij met ‘wij’ bedoelt en werk in gedachten de mogelijke gezindheden af. Deze twee jongens verspreiden een evangelische gloed die wel wat aan de mormonen doet denken, maar we zitten hier marihuana te roken. Jehova’s getuigen? Zelfde bezwaar. Wat heb je nog meer? Katholieken? Lutheranen? ‘Gefingeerde telefoonseks,’ zegt Raj, ‘dat klinkt als een opeenstapeling van alles wat fout is op de wereld.’ ‘Ik zou niet overdrijven,’ zeg ik. ‘Wat dacht je van armoede, oorlog en volkerenmoord?’ ‘Heb je ooit gehoord van Bend Over Boyfriend?’ vraagt Trevor, die op zijn knieën gaat zitten en mijn kant op schuift. Hij ruikt naar koffiebonen. ‘Het is een pakket dat je kunt kopen, bij de seksshop. Voor negenenzestig dollar vijfennegentig krijg je een voorbindpenis, wat glijmiddel en een instructiefilm op dvd. Daarop wordt aan vrouwen voorgedaan hoe ze hun vriend in de kont kunnen naaien.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 59
04-02-13 10:58
‘Getver,’ zegt Rachel. ‘En waarom denk je dat een vrouw zoiets zou willen? Dat zal ik je vertellen. Uit pure wanhoop. Ze komen thuis... en er steekt me toch een poolwind op. Er is geen klík. Een of ander bedrijf zegt: “Geef me zeventig dollar en ik zorg ervoor dat jullie klikken. Steek gewoon dat ding in je vriend z’n achterdeur.” En pats, ze trappen erin. Het zijn bedrijven die misbruik maken van onze angsten en zwakheden. Jij zegt dat oorlog erger is, maar dit ís oorlog. En het is een oorlog die we verliezen.’ Rachel staat op om het zand van haar benen te kloppen. ‘Ik ga het water uitproberen.’ ‘Ik ga mee,’ zegt Trevor, die opspringt. Ze steekt een hand op, maakt een afwerend gebaar. ‘Blijf jij maar hier om over achterdeuren te praten.’ Trevor uit een kreet van wanhoop en werpt zijn armen in de lucht. Met een glimlach draait hij zich weer om naar ons mannen. ‘Ik doe iets verkeerd.’ ‘Je bent te cru,’ zegt Raj. ‘Ik had daar niet over moeten beginnen waar Rach bij was.’ ‘Over voorbindpenissen?’ vraag ik. ‘Of oorlog?’ ‘Ze is een bijzondere jonge vrouw,’ zegt Raj, die het laatste restje wijn onder ons verdeelt. ‘Ik vond haar meteen al leuk, vanaf de eerste meeting die ze bijwoonde.’ Hij kijkt naar mij. ‘Neill, je zou ook eens zo’n meeting moeten meemaken.’ Het werkt altijd op mijn zenuwen als iemand mij zonder noodzaak bij mijn naam noemt; het is een tactiek die je leert in sektes en op managementcursussen. ‘Ik ben heel ruimdenkend,’ zeg ik. ‘Zolang ik er maar buiten word gelaten.’ ‘Ik weet dat Zuivere Verhoudingen een slechte reputatie heeft, maar dat is onverdiend.’ ‘Daar ging ik zonder meer van uit.’ Ik heb nog nooit gehoord van ‘Zuivere verhoudingen’. ‘Het gaat niet om de seks. Het gaat om de verbinding, de klik die je hebt.’ ‘Je kunt het zien als een oefening in spiritualiteit,’ zegt Trevor.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 60
04-02-13 10:58
‘Het gaat erom dat je zelf zuiver bent, wat de enige manier is om zuiver te zijn in je verhoudingen met anderen. En om weerstand te bieden tegen die kuttige commercie, bedrijven die je godverdomme het bloed...’ ‘Trevor,’ zegt Raj. ‘Het spijt me, kerel,’ zegt Trevor. ‘Ik weet niet wat me bezielde.’ Maar hij glimlacht en leunt achterover in het zand. Het is wel duidelijk dat hij precíes weet wat hem bezielde, en dat het een goede zaak is waar hij plezier in heeft. ‘Als een meeting niet jouw ding is,’ zegt Raj, ‘kom dan mee op retraite. Dat is met mannen onder elkaar.’ Geen denken aan. Ik heb de eerste twintig jaar van mijn leven zuidelijke evangelisten van mij af moeten slaan en ben nu niet meer te bekeren. Ik geloof niet in zuiverheid en hou niet van het woord ‘verhoudingen’. ‘Is Rachel aangesloten?’ vraag ik. Raj knikt. ‘Zuivere Verhoudingen is niet voor iedereen weggelegd. Maar wel voor mensen als Rachel, die, nu ja, je weet wel, nogal wat minder zuivere verhoudingen gehad heeft.’ Ik geloof niet dat hij doelt op de jeugdherberg, een gebeuren dat zo zuiver was dat je het bijna gedistilleerd zou kunnen noemen. Er stuift een bastaardhond voorbij – een mengeling van een pitbull en een dalmatiër, kan dat? – die achter een tennisbal aan zit. In de verte raapt Rachel een schelp op. Het water komt op haar af geraast en kolkt rond haar enkels en polsen. ‘Ze heeft een oude ziel, dat meisje van jou,’ zegt Raj. Dat meisje van mij? ‘Klopt,’ zegt Trevor. ‘Maar ze heeft ook nogal wat obstakels op haar weg. Daar moeten we eerlijk over zijn.’ Daar komt ze aan, terug uit zee, met haar sneakers bungelend aan haar vingers en zand aan haar voeten. Tijdens het lopen kruist ze haar enkels, een elegante, eigenzinnige struikelpas waaruit iets van bedeesdheid en verbazing spreekt. Ik begrijp waarom ik hier op het strand ben uitgenodigd, na onze eerste onceremonieuze ontmoeting: ze is gek. Ze woont nog geen maand in Californië en heeft zich nu al bij een sekte aangesloten.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 61
04-02-13 10:58
Terug op het parkeerterrein blijkt dat Trevor naar het strand is gelift en dat Raj een Porsche zonder achterbank heeft. En dus valt mij de taak toe om Rachel naar de pizzeria te rijden. Eenmaal daar laten Raj en Trevor zich geen van beiden nog zien. ‘Ze wilden je gewoon een keertje ontmoeten,’ zegt Rachel. Dus ze hebben over me gesproken. Misschien wel diepgaand. Kan iemand die zo oppervlakkig is als ik diepgaand besproken worden? ‘Trevor vindt het cool, de manier waarop wij elkaar ontmoet hebben. Hij heeft iets van: wat een avontuurlijke vent is dat. Iemand die niet bang is om een klik aan te gaan.’ ‘Je hebt hem niets verteld over mijn smoesje.’ ‘Dat detail heb ik achterwege gelaten.’ Ze lacht. Het is een spontane, opgewekte lach, moet ik zeggen. Heel anders dan ik me voorstel van een sektelid. ‘Wat is dat voor club waarbij jij je hebt aangesloten?’ ‘Zuivere Verhoudingen? Dat is een soort groepstherapie.’ ‘Maar er is veel politieke praat bij. Over de commercie en zo.’ ‘Dat is meer wat Trevor ervan maakt. Hun punt is, geloof ik, dat seks het enige is wat ze ons niet af kunnen pakken om weer aan ons terug te verkopen.’ ‘Die klik, is dat een soort jargon?’ ‘De meeste mensen raken hun klik kwijt. Ze trekken zich als het ware in zichzelf terug.’ Ik haal eens diep adem en stel me voor dat Rachel lid is van een oude stam – bijvoorbeeld een maorivrouw, met een kin die overdekt is met fascinerende tatoeages – en uitleg geeft over de stokoude tradities die ze in ere houdt. Die strategie helpt om me door dit soort gesprekken heen te kunnen slaan. ‘Ze hebben absoluut hun eigen manier van praten,’ zegt ze. ‘Met elkaar klikken. De filtratie van het eigen ik. Het doet een beetje denken aan de Anonieme Alcoholisten. Heb jij weleens bij de AA gezeten?’ ‘Nee. Jij wel dan?’ ‘Gerechtelijk bevel.’ Ik nip aan mijn biertje. ‘Raj vertelde al dat je een paar onzuivere verhoudingen gehad hebt.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 62
04-02-13 10:58
Ze schraapt haar keel. ‘Had hij dat maar niet gezegd.’ ‘Dan weet je het in elk geval.’ ‘Wil je weten wat er gebeurd is?’ Ik haal er de wijsheid bij van mijn jaren, de wijsheid om geen vragen te stellen waarop ik het antwoord niet wil weten. Onzuivere verhoudingen. Die heb ik vast ook wel gehad, vooral in mijn draaideurjaren. Ik hoef die van haar niet te kennen. Ik wíl het wel weten, maar het is beter – voor mijn gemoedsrust – van niet. Is gemoedsrust tegenwoordig mijn hoogste streven? Ben ik in zo’n afgrijselijke impasse terechtgekomen dat ik alleen nog maar minder van het leven wil? ‘Vertel maar,’ zeg ik. Ze kijkt van me weg, naar de bar, waar een gezin staat om af te rekenen. ‘Ik had een hufterig vriendje,’ zegt ze zachtjes. ‘Het was hem er alleen maar om te doen om filmpjes te kunnen maken. Snap je wat ik bedoel? Hij heeft er eentje op het internet gezet.’ Ze schraapt alweer haar keel. ‘Of eerlijk gezegd, meer dan één.’ Ik laat die mededeling in de lucht hangen en probeer het gewicht daarvan te bevatten, de reikwijdte. Ze draait haar hoofd weer mijn kant op en kijkt me aan, in afwachting van mijn salomonsoordeel. ‘Dat is niet best, toch?’ zegt ze. ‘Het is geen vorm van dienstverlening om op je cv te zetten,’ zeg ik. ‘Maar ik heb wel ergere dingen gehoord.’ ‘Het is een verraad voor altijd.’ Voor eeuwig en altijd. Het is een vernedering die blijft dreigen, een paar muisklikken verderop. Erger nog, het is een vergrijp waarvoor elk van haar andere geliefden zal boeten. Maar de plafondventilator blaast door haar haren, op dezelfde manier als de wind op het strand, en voor mij is ze nu een mooie, gekwetste, kordate vrouw.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 63
04-02-13 10:58
4
Dat neemt niet weg dat ik een paar uur online ga, op onderzoek naar Zuivere Verhoudingen. De website ziet er professioneel uit, maar geeft weinig opheldering. Er wordt aanbevolen om ter oriëntatie een bezoek te brengen aan ‘de loge’, niet ver van at&t Park. Daar wordt een reeks van ‘workshops’ georganiseerd: klikins, meditatie-outs, purificaties, iets wat de vam-methode genoemd wordt. Verdacht genoeg zijn het allemaal gedeponeerde handelsmerken en prijzig is het ook al. Het geheel is een ratjetoe van boeddhisme, chakra’s en zwaaien met kristallen. Jezelf purificeren – er worden retraites en purificerende bijeenkomsten aangeboden – is de eerste stap om een niveau van geestelijke verlichting te bereiken dat op een vaag omschreven manier tot gelukkige relaties leidt, of wat wordt beschreven als een ‘diepe limbische klik’ met je ‘intimus’. Het jargon is schrikbarend. Maar als ze nu eens een mormoon was geweest? Een Jehova’s getuige? Of – God verhoede het – een christenfundamentaliste? Zou dat minder schrikbarend zijn geweest? In zekere zin is dit spirituele zakenimperium een praktische aangelegenheid. Je geeft je geld, er wordt je een oplossing aangereikt en dan ben je klaar. Ik ben zeker niet iemand die gelooft dat er maar één Weg naar de Waarheid is. Ze is op zoek, en als dit een bruikbaar pad voor haar is, dan is dat in orde. Zolang mij maar nooit gevraagd wordt of ik een klik-in wil bijwonen. drbas: wat heb je dit weekend gedaan, vrnd1? vrnd1: ik heb een meisje opgezocht drbas: hoe oud is dat meisje? vrnd1: twintig drbas: volgens de wet is ze dan volwassen
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 64
04-02-13 10:58
vrnd1: ik ben blij dat u er zo over denkt drbas: willie zegt altijd: met twintig ben je oud genoeg
Altijd maar die Willie. Wat vindt hij er zélf van? Het valt niet mee om die ene pit uit de kalebas te schudden. vrnd1: bent u dat met willie eens? drbas: wat willie ergens van denkt, is de zaak van willie vrnd1: maar wat vindt u zelf van een man van in de dertig die een relatie heeft met een vrouw van twintig? drbas: het is verstandig eerst een halfjaartje met elkaar om te gaan voordat je gaat trouwen
[280959: dominante categorie ≠ dating; dominante categorieën = leeftijd, fatsoen] drbas: wat ik vind van een man van in de dertig die een verhouding heeft met een vrouw van twintig, is mijn opvatting vrnd1: maar kunt u uw mening toelichten? dras: meningen zijn net als lelijke kinderen... je bent hoe dan ook aan ze gehecht
Ik hou wel van zijn kwinkslagen, al vraag ik me af tegen wie hij dat soort dingen zei. Niet tegen ons. Misschien dat hij door zijn kwinkslagen heen was tegen de tijd dat hij thuiskwam uit de kliniek. Hij kwam meestal kort voor het ‘souper’ binnenzetten (we mochten het geen avondeten noemen), ging dan uitgebreid zijn handen wassen, schoof bij ons aan en luisterde toe hoe Libby ons uithoorde over school, waarna hij in een grimmig stilzwijgen op zijn werkkamer ging zitten, met gefronste wenkbrauwen, om dan waarschijnlijk zijn humoristische terzijdes aan het papier toe te vertrouwen. Het ritmische ting-tok-ting-tok van Livorno, die oefent met zijn putter, komt ten einde. Hij verschijnt bij mij in de deuropening. ‘Adam en zijn emotionele heuristiek.’ Hij maakt een afwijzend gebaar, maar zijn stem klinkt onzeker. ‘Denkt hij soms dat ik me
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 65
04-02-13 10:58
daar niet van bewust ben? Ik heb de eerste prototypes ontwikkeld voor affective computing.’ Ik neem aan dat hij het over de Zeven Zonden heeft, al vraag ik me af of er verder ook maar iemand is die vindt dat ze als zodanig functioneren. ‘Als iemand zich bewust is van de beperkingen, ben ik het. Zolang we nog geen computer hebben die de informatie parallel kan verwerken, zoals onze hersenen dat kunnen, met kabels en processors die een fundamentele eenheid vormen... tot we zover zijn, is het niet meer dan een gezelschapsspel wat we hier doen.’ ‘Klopt,’ zeg ik. Hoewel ik me meen te herinneren dat de turingtest op een gezelschapsspel gebaseerd is, het zogenaamde ‘imitatiespel’, dat in Turings tijd kennelijk nogal in zwang was. Een man en een vrouw worden elk naar een andere kamer gestuurd, waarna de andere feestgangers briefjes met vragen naar beide spelers doorspelen, zonder te weten wie in welke kamer zit. Dan gaat het om twee mensen, natuurlijk, dus het doel is erachter te komen wie van de twee de vrouw is. Een bescheiden, gesanctioneerde vorm van genderbenden. ‘Maar ik heb geen idee welke frames zijn opgepikt en welke niet,’ zegt Livorno. ‘Ik heb nog niets bespeurd van een romantische geaardheid.’ ‘Hij was romantisch met een grote R. Hij zou bereid zijn geweest zijn eer te verdedigen in een duel, met pistolen. Maar in zijn dagboeken vind je niets terug waar die romantiek met een kleine r op kan inhaken.’ ‘Maar er moet toch iets te vinden zijn.’ Livorno wijst naar het toetsenbord. ‘Hoor hem eens voorzichtig uit over het huwelijk van je ouders.’ vrnd1: wat zijn uw oudste herinneringen aan hoe u uw vrouw ontmoette? drbas: mijn herinneringen bestaan allemaal tegelijkertijd
[280965: ‘oudste herinneringen aan toen u uw vrouw ontmoette’ = ‘herinneringen aan toen u voor het eerst uw vrouw ontmoette’; herhaal]
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 66
04-02-13 10:58
drbas: we zaten allebei bij een studentenvereniging, ik bij die van de heren en zij bij die van de dames, maar dat is niet waar we elkaar van kennen. er werd een ouderweekend georganiseerd waar mijn vader naartoe kwam en zij reed de bumper van zijn auto aan kreukels. mijn vader heeft het haar nooit kunnen vergeven: ze reed in een ford
Dat is een hele brok tekst uit het dagboek. Ik ben gek op die oude verhalen, hoewel ze klinken alsof hij weleens een loopje met de waarheid heeft genomen. Zelfs als hij schrijft over dingen die pas gebeurd waren, maken die verhalen een net iets te gepolijste indruk. Toch zou ik er wel meer willen horen; ik denk alleen niet dat Livorno daar genoegen mee zou nemen. vrnd1: dat is een mooi verhaal drbas: dank je vrnd1: heeft u seks gehad voor het huwelijk? drbas: ???? vrnd1: heeft u seksuele gemeenschap gehad voor het huwelijk? drbas: als jullie niet getest zijn, moet ik erop aandringen dat je een preservatief middel gebruikt
Dat komt niet uit de dagboeken, maar uit de medische informatie die we hebben gedownload. Of tenminste, dat neem ik aan. Ik weet niet hoe mijn vader zo’n advies zou hebben verwoord, en of hij het zelfs maar gegeven zou hebben. vrnd1: stemt u in met seks voor het huwelijk? drbas: het is mij niet bekend welk standpunt seks voor het huwelijk dienaangaande inneemt
[280974: ‘seks voor het huwelijk’ = categorie ‘opinie’, ≠ categorie ‘agens’] vrnd1: laten we het over de liefde hebben. was u verliefd op libby?
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 67
04-02-13 10:58
drbas: libby is mijn vrouw vrnd1: wanneer wist u dat u verliefd op haar was?
Dat moet hij even verwerken. drbas: alex werd geboren
‘Alex is mijn oudere broer,’ zeg ik tegen Livorno. Wat het antwoord nog niet kan verklaren. Misschien was het pas bij de geboorte van Alex dat mijn vader het woord ‘liefde’ in zijn dagboek noteerde, of anders was het de dag waarop hij pas echt van mijn moeder was gaan houden. Ik vraag me af welke van de twee erger is. In het tweede geval wist ik in elk geval zeker dat hij van haar gehouden heeft. vrnd1: wat waren haar sterke kanten? drbas: ???? vrnd1: sterke kanten = positieve eigenschappen drbas: ze is een mooie, markante, achtenswaardige vrouw vrnd1: had u respect voor haar of hield u van haar? drbas: ik heb het grootste respect voor mensen die zich inzetten voor de armenzorg vrnd1: wat wilde ze van u? drbas: wie? vrnd1: uw vrouw drbas: ze wil dat ik voor vijven de kleren ophaal bij de stomerij
Ik proef het zuur in mijn keel, alsof ik op het spoor ben van een groot geheim! Ik laat me meeslepen. ‘Zijn antwoorden zijn niet meer zo onwillekeurig als eerst,’ zegt Livorno, ‘maar toch kloppen ze vaak niet.’ ‘Ik neem aan dat het nog wel even duurt voordat de frames volledig geïnstalleerd zijn. De dagboeken zijn omvangrijk.’ ‘En ascetisch van aard. Maar als het nu eens een structureel probleem is? We hebben zijn hersenen geconstrueerd, maar hij heeft geen onderbuik. Wist je dat patiënten met een hersenaandoening
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 68
04-02-13 10:58
die maakt dat het contact tussen de emoties en de hersens is verbroken zich irrationeel gaan gedragen?’ ‘Ik dacht dat je tegen een computerprogramma was waarin emoties een rol speelden?’ ‘Natuurlijk. Maar een affectief frame...’ Livorno loopt de kamer uit en zijn stem klinkt zachter. Hij heeft zijn aandacht weer bij zijn putter. ‘Iets in de trant van de Zeven Zonden,’ zegt hij over zijn schouder. vrnd1: hebt u behoefte aan gevoelens? drbas: het is goed om gevoelens van liefde te hebben voor je vrouw, maar het draait vooral om respect vrnd1: was onderling respect voor u tweeën voldoende om verbonden te blijven? drbas: verbonden met wat? vrnd1: daar zegt u me wat drbas: comfort ontbrak nagenoeg, maar omdat het onbekend was, werd het ook niet gemist vrnd1: is dat zoals u uw huwelijk zou willen omschrijven? drbas: het gaat in het leven om meer dan gelukkig zijn
Ik sluit de deur van mijn kamer en bel Libby. ‘Het kan praten,’ zeg ik. ‘Klinkt het als je vader?’ vraagt ze. Ik hoor een kraan die wordt dichtgedraaid: ze doet de vaat. In gedachten zie ik voor me hoe ze haar handen afdroogt en de handdoek in de ring stopt die vlak onder het maïsgele aanrechtblad hangt. Behalve dat ze elk jaar een nieuwe kalender van de Dierenbescherming heeft, is er sinds mijn vertrek nooit iets aan de keuken veranderd. De witte lambrisering, de lichtgroene muren. De tafel die nodig opnieuw gelakt moet worden, tegen het venster geschoven. Koperen bakvormen – rond, vierkant, hartvormig, kreeftvormig – die aan spijkers hangen. Ze gebruikt graag een donkere, vervormde snijplank, die ze waarschijnlijk nu net heeft afgespoeld en achter de gootsteen tegen de muur heeft gezet. ‘Hij citeerde net uit Ivanhoe. En daarna zei hij dat het om meer gaat in het leven dan gelukkig zijn.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 69
04-02-13 10:58
Aan de andere kant van de lijn hoor ik niets: geen radio, geen tv, geen vriendschappelijke stemmen. Ze heeft in de wijde omtrek geen buren wonen. ‘Hij heeft het ook vaak over Willie Beerbaum.’ ‘Die vrolijke noot zul je wel goed kunnen gebruiken.’ ‘Ik vind het leuk over hem te horen.’ ‘Willie was erg vol van zichzelf. Hij zou het prachtig vinden om te weten dat hij besproken werd.’ ‘Het is grappig om te zien hoe Livorno zijn best doet sommige van die boerse verhalen tot in de details te doorgronden.’ ‘En wat doet het met jou?’ ‘Ik vind het allemaal best,’ zeg ik, hoewel dat niet waar is. Ik heb er moeite mee, de manier waarop mijn vader hier uit de klauwen van de dood wordt losgeweekt. ‘Het is gewoon mijn werk.’ Ik hoor haar ademen in de hoorn. De laatste keer dat ik haar opzocht, had ze de telefoon in de keuken nog steeds niet door een draadloos toestel vervangen, en nu zie ik voor me hoe ze tegen het aanrecht leunt, terwijl het gekrulde snoer aan haar schouder trekt. ‘Maar wat doet dit met de gevoelens die je voor hem hebt?’ vraagt ze. ‘Voor de man of de computer?’ ‘Volgens Henry maakt dat geen verschil, toch?’ reageert ze gevat, maar haar stem weet die humor niet vast te houden. ‘De man, natuurlijk.’ ‘Geloofde hij echt alles wat hij in zijn dagboeken schreef?’ ‘Ik heb nooit de kans gehad om hem dat te vragen.’ ‘Hij lijkt nu gewoon grappiger. Ruimdenkender. Levendiger.’ ‘De computer lijkt levendiger dan de man,’ zegt ze. ‘Je moet wel weten dat je vader een goed gevoel voor humor had. Toen je klein was, kon hij je echt aan het schateren maken.’ ‘Echt?’ Daar kan ik me niets van herinneren. ‘Hij blies op je buikje. Hij deed of hij je neusje wilde inpikken.’ ‘Toen ik een baby was, bedoelt u.’ ‘Maar later ook.’ Ze geeft geen voorbeelden. ‘Alle belangrijke dingen gebeuren eigenlijk voor je zesde levensjaar.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 70
04-02-13 10:58
Ik schud mijn hoofd, wat ze natuurlijk niet kan zien. ‘Eigenlijk’, jaja. ‘Ik hoop dat ik die twee uit elkaar kan blijven houden,’ zeg ik. ‘Ik wil mijn herinneringen aan mijn echte vader niet kwijtraken, tekortkomingen en al.’ ‘We hebben allemaal onze herinneringen en ervaringen. Maar misschien dat jouw herinneringen wel wat meer van je echte vader kunnen gebruiken.’ ‘Weet ik.’ ‘Je doet hem hiermee eer aan. Hij wilde zijn lichaam ter beschikking stellen van de wetenschap, maar medische faculteiten accepteren geen zelfmoordenaars. Nu hebben we zijn geest ter beschikking gesteld.’ Dat kan wel zo wezen, bedenk ik, terwijl ik kijk naar het logboek van ons gesprek, de tweeduizend zinnen die ik vandaag met hem heb uitgewisseld, maar als we zijn lichaam ter beschikking hadden gesteld aan de wetenschap, zou ik vast geen baantje hebben aangenomen om in zijn lijk te gaan prikken en porren.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 71
04-02-13 10:58
5
Terwijl ik met mijn Subaru op weg ben om Rachel op te halen van de Coffee Barn, vraag ik me af waar ik in hemelsnaam mee bezig ben. Mijn opgetogenheid, mijn lichtvoetige tred. Is het mijn herkomst uit het Amerikaanse zuiden die maakt dat ik zo gefascineerd word door een gekwetst vogeltje? Wil ik de rol spelen van de prins op het witte paard, de galante redder in de nood? Met andere woorden, leef ik me uit in een fantasie van mijn vader? ‘Het gaat om meer in het leven dan gelukkig zijn.’ De woorden van een ongelukkig man die zich helemaal aan zijn situatie heeft overgegeven. De Coffee Barn is gevestigd in een rechthoekig gebouw in Fairfax, op de hoek van Bolinas Road. Rondom zijn hoge, zonbevlekte ramen en het staat vol marmeren tafels en ongelijksoortige, zware, gelakte houten stoelen van een model dat je in een lerarenkamer verwacht. Rachel had gezegd dat er een bar was van graniet, maar het blijkt kunststof te zijn, een futuristisch ding dat zogenaamd met kwarts is dooraderd en glimt als een kunstzinnig object. Maar de espressomachine is het betere werk: een felrood Italiaans apparaat van één meter twintig breed. Er staan ook een antieke koperen koffieketel en een koperen vat om bonen in te branden, wat de eigenaar aan het eind van de dag ook echt doet. Aan de achterwand hangt een breed krijtbord met een lijst van drankjes en broodjes, alsof het aanbod dagelijks wisselt, wat niet het geval is. Rachels alternatieve middelbare school staat haar toe om hier maximaal vier uur per dag te werken, zelfs overdag. Daar krijgt ze studiepunten voor, en daarnaast volgt ze vier vakken, een lesprogramma waar nauwelijks enige regelmaat in zit. Een van haar klasgenotes danst bij het San Francisco Ballet, maar de meeste zijn gewoon drop-outs, een categorie waar ze zichzelf ook toe rekent.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 72
04-02-13 10:58
Ze is bezig het geld in de fooienpot te tellen – ik mag hopen dat het veel is, hier in de op één na rijkste streek van Amerika – en daarom ziet ze me niet binnenkomen. Er zijn een paar klanten: een oudere hippie die het gratis weekkrantje zit te lezen, een vrouw die druk bezig is haar Moleskine notitieboekje vol te krabbelen. Een kort moment voel ik me solidair met mijn medeburgers, vier volwassenen bij elkaar, evenwichtig verdeeld over de curve van het leven, zonder ons te beroemen op onze successen of te bezwijken onder onze zorgen, of in elk geval op dit moment niet. Ik roffel met mijn vingers op het dof klinkende plastic van de bar. ‘Graag tien lattes, alstublieft, ma’am,’ zeg ik. Haar lippen, die getallen vormen, plooien zich tot een glimlach, maar nog zonder op te kijken. ‘Hoeveel is zevenenveertig gedeeld door vier?’ vraagt ze. ‘Bijna twaalf.’ ‘Stelletje krenten,’ zegt ze, en nu kijkt ze wel op. ‘Wil je echt een latte?’ ‘Nee.’ ‘Ik wil er best eentje voor je maken. Ik ben daar goed in.’ ‘In dat geval.’ Ze begint aan knoppen te draaien en filterhouders leeg te kloppen. Haar bewegingen verraden de kalme trots van een professional. ‘Hoe wist je dat ik het was?’ vraag ik, boven het schurende geluid van de melkstomer uit. ‘Dat voel ik gewoon,’ roept ze. ‘En trouwens, ik ken verder niemand die ma’am zegt.’ Ik moet betalen voor de latte, tot mijn verbazing. Daarna gooit ze haar schort over de haak, grijpt naar haar koffer op wieltjes, loopt om het buffet heen, neemt me bij de hand en trekt me de zachte avondlucht van Fairfax Avenue in, terwijl ik de warme beker met me mee draag. Au revoir, oude hippie. Au revoir, druk krabbelaarstertje. Het is vrijdag en we rijden meteen de stad in (op mijn instigatie: ze woont bij haar oom en tante, en ik ben er volstrekt niet klaar voor om ze te ontmoeten), waar ik me vast heb
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 73
04-02-13 10:58
voorgenomen de bloemetjes te gaan buitenzetten. ‘Dat verhaal over die boekenmarkt, sloeg dat aan?’ Dat was het alibi dat we hadden bedacht voor haar bezoek aan de stad. ‘Ik heb gewoon gezegd dat ik de stad in ging.’ ‘Met...’ ‘Met jou.’ Op weg naar de Subaru schraap ik met een schoen over de kiezelsteentjes. Ik had een toelichting verwacht, een nadere uitleg: een of andere kerel, een oudere vent, een goede vriend, iemand die ik ontmoet heb. Maar er volgt geen uitleg. Met jou. De draaideur buiten beschouwing gelaten, heb ik sinds mijn scheiding nooit meer een heel weekend met een date doorgebracht. Dit is dus eigenlijk de allereerste keer, want Erin kon je geen date noemen. Zij was degene die deze etage gevonden had. Het is een juweeltje van een appartement, de tweede verdieping van een pand dat drie verdiepingen hoog is en uitzicht biedt op Dolores Park. De enige reden dat het mij toeviel, was dat Erin bij mij wegging. Het huurcontract staat nog steeds op haar naam. Rachel blijft rondhangen in de buurt van de voordeur, verhangt telkens weer haar jas, en intussen bedenk ik hoe vreemd het is dat ik degene ben die dit voor het eerst doet. Ik ben er niet helemaal gerust op. We zullen uit eten gaan, musea gaan bekijken, taxi’s nemen, en zelfs de kroeg opzoeken, dankzij haar zeer overtuigende nep-identiteitsbewijs. Maar er zijn ook nog al die andere momenten, waarop we niets gepland hebben. Wat moeten we dan? Het is juist op die stille momenten dat de generatiekloof zich openbaart. ‘Een kat!’ zegt ze. Dat lokt haar het appartement binnen. ‘Hoe heet-ie?’ ‘Kitty.’ ‘Daar zul je wel lang over hebben nagedacht.’ Die naam kwam van Erin. In haar nieuwe appartement mag ze geen huisdieren houden. ‘En dan moet je weten dat ik als kind een hond had die Hondie heette.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 74
04-02-13 10:58
‘Wat is dit?’ Ze geeft een schop tegen een zwarte koker onder het boekenrek. ‘Mijn telescoop.’ ‘Een echte wetenschapper,’ zegt ze, en ze loopt de badkamer in. Ik schenk een glas witte wijn voor mezelf in – het is er net warm genoeg voor – en proef het erotisch genoegen van een meisje dat bij mij thuis onder de douche gaat. De eerste keer dat ik ooit samen met een meisje onder de douche ging, was in mijn studententijd. Ik was gek op haar ambachtelijke manier van schrobben. Het idee was om er schoon van te worden; met porno had het niets te maken. Ik had nog nooit zoiets intiems gedaan. Ik hoor het water ruisen. Het kan natuurlijk dat Rachel haar eigen spulletjes heeft meegenomen, maar ik vermoed dat deze rugzaktoeriste alleen het hoogstnoodzakelijke met zich meesleept en dat ze haar armen nu inzeept met het grote groene stuk olijfen lavendelzeep, waarna ze haar vingers achterwaarts door haar donkere, natte haar trekt, zich tastend een weg baant tussen de shampooflacons en de etiketten bestudeert, op zoek naar het juiste haartype. Ze zeept haar borsten in en wast zich misschien nog even extra tussen de benen. Ze heeft immers een date vanavond. De kraan wordt dichtgedraaid. Ik hoop dat ze mijn zachtste handdoek pakt en plezier beleeft aan de kleine geneugten van mijn badkamer: de warmte, de crèmes en lotions, de schone, rimpelige stroefheid van het vloerkleedje en de badjas. De wijn smaakt naar honing, groene appels en zonlicht. Hoe krijgt zo’n wijnboer het voor elkaar! De föhn gaat uit en na enig geritsel duikt ze op uit de slaapkamer, verkleed als hippie. Gebreide pet, nauwe spijkerbroek, kleine schoenen, ruime sweater, een arafatsjaaltje om haar nek. ‘Is die pet overdone?’ vraagt ze. ‘Ik weet het niet,’ zeg ik. Ik weet het echt niet. Ik heb nog nooit een vriendinnetje gehad dat zich zo kleedde. ‘Het staat wel lief, bedoel ik.’ Haar gezicht betrekt en ze gooit de pet achter zich op bed. Ze maakt zich lang en kijkt naar het plafond, alsof ze in gedachten haar tekst repeteert voordat ze de set op moet. ‘Ik heb een heel
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 75
04-02-13 10:58
weekloon op zak,’ zegt ze, ‘en ik wil oesters eten uit de schelp.’ Ze kijkt me aan. We zetten allebei grote ogen op en slaken een diepe zucht, proestend om onze nervositeit. ‘Ik wil je graag trakteren,’ zeg ik. Ze schudt haar hoofd. ‘Wel lief. Nou goed, het had erger gekund.’ De taxi neemt ons mee over de donkere heuvel van Valencia Street, waar de oude nederzetting Mission Dolores uitkijkt op Market Street, de brede, grauwe verkeersader die op de stedelijke wijzerplaat voor altijd naar twee uur zal blijven wijzen. We passeren de antiekzaakjes, de matrassenwinkels en de grote Hondadealer, gevestigd in wat lang geleden de Fillmore Ballroom was. Op Van Ness Avenue, bij het All Star Cafe, scharrelen de gebruikelijke zwervers rond, die in rolstoelen zitten of het zebrapad op stormen en ratelende kinderwagens vol blikjes voor zich uit duwen. ‘Het is elk geval warm buiten,’ zegt Rachel. In vergelijking met de avond waarop we elkaar ontmoet hebben, bedoelt ze. We vangen een glimp op van het stadhuis, dat vanavond gehuld is in een groen licht. Dag van de Aarde? Ramadan? Maar het is alweer weg en we spurten langs Seventh en Sixth Avenue, waar het plein als een delta volstroomt met de vermoeide massa uit het stadsdeel Tenderloin, mensen die aan de fontein zitten en elkaar codewoorden toeroepen. Daarna volgt het grote winkelcentrum. De megastore van Gap. De Apple Store. Reusachtige tempels, gewijd aan het kopen van zooi. Ik ben gek op dit kleine plukje wolkenkrabbers, waar het bruist van de bescheiden ambities. Ik heb geen idee waarom, sterker nog, ik heb vooral slechte herinneringen aan deze buurt: hoe ik Erin hier als een privédetective door de straten achtervolgde, in een poging te achterhalen waarom ze niet met me wilde trouwen. Die week was een dieptepunt. Ze had in stilte het bezopen plan opgevat om een graad te behalen als lerares Engels en naar ZuidAmerika te vertrekken. Zo wanhopig graag wilde ze ervandoor. Ik volgde haar die dag van de ene winkel naar de andere – in eerste instantie voorzichtig, later steeds brutaler – en daarna naar het
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 76
04-02-13 10:58
pand van het gemeentelijk vervoersbedrijf, waar ik haar stiekem beloerde terwijl ze allerlei foldertjes doornam. Ze leek helemaal in haar eigen wereldje verzonken en het drong tot me door dat ik haar nog nooit zo gezien had: onbekend en onkenbaar. Precies het gevoel dat ik over mezelf had. Hoe pijnlijk dat ook was, ik vatte het op als een teken dat we voor elkaar bestemd waren. Dat bleek een misvatting te zijn geweest. Maar al zijn er plekken in de stad die ik nooit meer onder ogen wil komen (de top van Bernard Hill), die treurige dag heeft zijn treurigheid nooit op deze wijk weten over te dragen. Hoeveel weemoed kun je voelen door een blik te werpen op een tearoom als The Cheesecake Factory? Aan een tafeltje in de Ferry Building rolt Rachel een oesterschelp heen en weer over haar vingertoppen, terwijl het plafondlicht in de glans ervan wordt weerspiegeld. De oesters zijn prachtexemplaren uit Point Reyes, zilverachtig en vlezig. Ze draait de schelp eerst mijn kant en daarna weer de hare op, trekt allerlei vreemde gezichten en lijkt zich af te vragen hoe ze die oester nu precies het moederschip moet laten binnenvaren. ‘Heb je weleens eerder oesters gegeten?’ vraag ik. Ik moet hard praten. Het restaurant lijkt wel een beursvloer, zo druk is het. ‘Ik ben vergeten hoe het ook alweer moest.’ ‘Wat voor soort had je de vorige keer?’ ‘Weet ik niet. Zoiets als dit. Er zat misschien wat kaas op.’ ‘Weet je wel zeker dat je het geen nacho’s waren?’ Haar gezicht verstart en ze krijgt een nuffige blik. Ze legt de schelp op haar bord, haalt een mes uit haar servetje en probeert met een soepele beweging de oester los te snijden, zonder haar handen te gebruiken. Hij glijdt naar de linkerkant van de schelp en daarna naar rechts, als een skateboarder op een halfpipe. Daarna kiepert de schelp om en terwijl haar mes op het lege bord klettert, jaagt ze de oester achterna over tafel. Een felrode blos verspreidt zich van haar schouders tot over haar voorhoofd. ‘Dat leek wel een film van de Marx Brothers.’ Ze kijkt niet op en zit ineengedoken als een schoolmeisje dat een standje krijgt. ‘Hé.’ Ik buig me naar haar toe, zodat ik mijn stem niet hoef te verheffen. ‘Kijk eens om je heen. Er is niemand die je hier kent.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 77
04-02-13 10:58
‘Weet ik.’ Ze blijft naar beneden kijken. ‘Het is niets om je voor te schamen.’ Ze blijft roerloos zitten als een hagedis en de blos op haar gezicht trekt langzaam weg. Daarna kijkt ze op en glimlacht kordaat. ‘Dan proberen we het gewoon nog eens,’ zegt ze. ‘Gebruik dat vorkje. Zorg dat de oester losjes op zijn schelp ligt en daarna laat je het hele ding in één keer naar binnen glijden.’ ‘Zonder saus?’ ‘Je eerste oester, daar moet je een zuivere verhouding mee hebben.’ Ze lacht niet, maar hoeft ook niet meer te blozen. Ze gaat rechtop zitten en verandert weer terug in mijn date. Ze neemt de oester op, wantrouwig, maar ook geamuseerd, alsof de deugniet haar misschien weer in het ootje wil nemen. Ik leun achterover, omhuld door het rumoerige gekeuvel van mensen. Ik ben onder de indruk van hoe snel ze zich hersteld heeft. Dat lijkt te wijzen op een innerlijke kracht die ik niet achter haar gezocht had. In gedachten trek ik een zwart hokje om haar heen, om dat moment als een foto te omlijsten. Haar nerveuze, vastberaden blik, de druipende grijze oester, het harde brood, de gele wijn, de rookpluim die achter haar aan de geopende keukendeur ontsnapt. Ze zet de schelp aan haar mond, maar bedenkt zich. Met haar vinger pulkt ze er een korreltje zand uit. Daarna sluit ze haar ogen en laat de oester naar binnen glijden, zodat het vocht langs haar mondhoeken druipt, met achterlating van een gruizig spoor. Ze bijt één keer, slikt, opent haar ogen en brengt een servetje naar haar mond, met een verbaasde en koddige blik, alsof ze daarnet een komische duik in het water heeft genomen en nu weer bovenkomt. Ik weet niet in welk mentaal fotoalbum ik dit ga opbergen. Waarschijnlijk in een van de dikste: ‘Dingen waarvan ik destijds dacht dat ze belangrijk waren’ of ‘Een dierbare herinnering aan hoe-heet-ze-ook-weer’. Of een heel nieuw album, want de menigte achter Rachel gaat uiteen en als sluipmoordenaars doemen daar mijn ex-vrouw en een man op, die staan te klungelen met hun jassen. Ik had al gehoord dat ze een vriend heeft. Ik kijk nog even goed, in de hoop
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 78
04-02-13 10:58
dat het gezichtsbedrog is, maar nee. Dit is altijd een risico in San Francisco, een grote stad die zich voordoet als provincieplaatsje. Ik kom Erin ook weleens in mijn eigen buurtje tegen, waar ze nog altijd woont. Maar ik was ervan uitgegaan dat de Ferry Building op een veilige afstand lag. Ik sla mijn ogen neer en voel me een kort moment door schuld overmand, alsof ik met die herinnering in de taxi het Lot hiertoe heb uitgedaagd. Maar natuurlijk kan ik Erin niet op zo’n manier oproepen. Ze is geen spook, of een straf die mij ten deel valt. Ze is gewoon een ex, ongetwijfeld een van de vele exen in dit restaurant, mooi als altijd, een oesterliefhebster die zuinig is op haar centjes. Happy hour is net afgelopen. ‘Oké, nu jij,’ zegt Rachel. Ik kijk omlaag en beweeg met mijn wijsvinger over de menukaart, zogenaamd om te lezen waar de oesters allemaal vandaan komen. ‘Washington State,’ zeg ik. ‘Japan, Nieuw Zeeland, Vancouver, Portland.’ Het is zinloos. Ze moeten langs ons tafeltje heen en ik kan niet goed genoeg toneelspelen om te doen alsof ik verbaasd ben. ‘Erin,’ zeg ik, terwijl ik opsta, mijn stoel naar achteren schuif en begin te zwaaien. Ze kijkt op en ik zie meteen dat ook zij toneelspeelt. Ze had me al gezien. Haar vrijer daarentegen lijkt te schrikken, alsof ik een bedreiging ben. Hij is knap maar niet te, draagt een pak zonder das en een elegante regenjas. Rechte kaken, brede schouders. ‘Wat een verrassing.’ Ze komt op me af voor een omhelzing. We zijn daar ongeveer een jaar na de scheiding mee begonnen en pakken dat altijd op dezelfde manier aan: we buigen van grote afstand naar elkaar toe en raken elkaar onder borsthoogte nergens aan, alsof er een klein en chagrijnig kind tussen ons in staat. ‘Dit is Rachel,’ zeg ik. ‘Rachel, dit is Erin, mijn ex.’ Rachel houdt het servetje voor haar mond, kauwend, slikkend. Ik zou willen dat ze opstond, maar dat doet ze niet. De vrijer schudt mij de hand. Rachel negeert hij vrijwel volkomen. ‘Hoe bevallen de oesters?’ vraagt Erin. ‘De Kumamoto zijn voortreffelijk,’ zeg ik.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 79
04-02-13 10:58
‘Vond ik ook al,’ zegt ze. ‘Het is voor mij de eerste keer,’ zegt Rachel. Erin en haar vriend vallen stil. Het lijkt of ze niet goed weten hoe ze die woorden moeten duiden. ‘En ze woont in Bolinas,’ zeg ik. ‘Wat vind je ervan?’ vraagt Erin aan Rachel. Rachel kijkt van Erin naar de vrijer. Ze lijkt in paniek. ‘Mag ik mijn eindoordeel nog even uitstellen?’ ‘Het was voor mij ook wennen,’ zegt Erin met een knikje. Ik weet niet of ze barmhartig is dan wel gewoon Erin. Ze is een echte Californische, iemand die gewoon meent wat ze zegt. Het is misschien niet eens bij haar opgekomen om een lompe opmerking te maken. ‘Wij geven de voorkeur aan die van Swan,’ zegt de vrijer. Het doet me goed dat hij iets heeft waaraan ik mij kan storen: hij heeft een stemgeluid waarmee Erin tien jaar geleden geen genoegen zou hebben genomen, als je het mij vraagt. Zelfvoldaan, op het agressieve af. Aan de andere kant, tien jaar geleden nam ze genoegen met mijn stemgeluid. Erin nestelt zich onder de arm van haar vrijer, alsof ze verwacht dat hij haar als een vloerkleed mee naar buiten draagt. Voor haar doen is dat vertoon van genegenheid opmerkelijk. Ze zeggen gedag en lopen de deur uit. ‘Ben je met haar getrouwd geweest?’ vraagt Rachel. Ik weet niet wat haar nu precies verbaast: dat ik getrouwd ben geweest, of dat ik getrouwd ben geweest met Erin. ‘Korte tijd. En daarvoor hadden we lange tijd een relatie.’ ‘Ze is beeldschoon,’ zegt Rachel. ‘Net Audrey Hepburn.’ ‘Je kunt ook overdrijven.’ ‘Ik bedoel... ze is betoverend, ze is verfijnd.’ ‘Wil je alsjeblieft dat servetje voor je mond vandaan halen?’ Rachel legt haar hand op tafel en kijkt alsof haar hart gebroken is. ‘Hoe kon het nou dat jullie niet meer met elkaar verbonden waren?’ ‘Zoals jij het zegt, klinkt het als een telefoongesprek.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 80
04-02-13 10:58
De terugrit naar huis lijkt killer, korter, grimmiger. Op Valencia Street kijk ik door mijn raampje naar de trendy figuren op hun fixed-gear fietsen. Hun strakke kleren en kleine petjes: waar deze generatie vooral op uit lijkt te zijn, is de vermindering van weerstand. Alsof succes in het leven een kwestie is van altijd klaar staan om door een nauwe opening heen te glippen. We keren terug in mijn appartement, in de stilte. Rachel zegt dat ze de telescoop weleens wil uitproberen, en dus pak ik een deken en neem haar mee over de smoezelige trap die langs het appartement van mijn bovenbuurman voert, naar het dak. De aanschaf van die telescoop was een zeldzame uitspatting van mijn vader, toen hij begin twintig was, nog voor zijn huwelijk met mijn moeder. Toen ik klein was, haalde hij die altijd met tegenzin tevoorschijn, omdat hij zich – denk ik – ongemakkelijk voelde over zijn perfectie. In het zuiden van Arkansas werd perfectie beschouwd als een vorm van ijdelheid. Je gereedschap diende net toereikend te zijn, of, om aanzien te verwerven, net niet. Als je wilde opscheppen, kon je nog het best vertellen dat je een moeilijk werktuigkundig probleem op de meest onwaarschijnlijke manier had opgelost, met kauwgom of een goed gemikte trap. Mijn vader beroemde zich erop dat hij afstamde van een aristocratisch plantersgeslacht uit Louisiana, maar in dit opzicht conformeerde hij zich aan zijn omgeving. Hij schepte graag op over die ene keer dat hij zijn Buick weer aan de praat kreeg door de uitlaat een mep te geven met een stuk brandhout. Maar hij was niet altijd tegen perfectie geweest, zoals bleek uit dat optische instrument van Duitse makelij. Waaruit maar weer eens blijkt dat veranderingen niet altijd verbeteringen zijn. ‘Het spijt me wat er in het restaurant gebeurde,’ zegt Rachel, terwijl we de deken uitspreiden. ‘Ik heb soms last van een negatief zelfbeeld.’ ‘Alleen idioten hebben daar nooit last van.’ ‘Het geldt anders niet voor Erin.’ ‘Vroeger wel, hoor. Al zal het tegenwoordig vast stukken beter met haar gaan.’ Door de lens zoek ik naar de Krabnevel, maar de lucht is heiig. We hebben een paar warme en windstille dagen
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 81
04-02-13 10:58
achter de rug en daardoor is de smog steeds dichter geworden. ‘Die vriend van haar zal vast geen enkel probleem hebben met zijn zelfbeeld.’ ‘Vertel mij wat. Hij keek me aan alsof ik ongedierte was.’ ‘Dat noem je lonken.’ ‘Kom op zeg. Met een vriendin als zij ga je echt niet naar mij lonken,’ zegt ze. ‘Als ze met hem vrijt. Met mij wilde ze dat niet meer, aan het eind.’ ‘Dan kan ik nauwelijks geloven,’ zegt ze. ‘Wie wil er nu niet met jou vrijen?’ ‘Je neemt me in de maling.’ Maar hemeltjelief, het klinkt alsof ze het meent. Ze zit erbij als een indiaan, houdt haar wijnglas als het bakje van een bedelaar voor zich uit en stelt haar schouders bloot aan de ongewoon warme nacht. ‘Dan maar wat anders. Ik ga op zoek naar Io.’ ‘Ik ken helemaal geen sterrenconstellaties.’ ‘Wie wel? Io is alleen maar een maan. Ze is een koe, de vroegere geliefde van Zeus.’ ‘Neukte hij met een koe?’ ‘Ik geloof dat hij haar pas na afloop in een koe veranderde. Maar ik zou niet durven zweren op de precieze volgorde.’ ‘Als ik een constellatie was, dan nam ik de vorm aan van een boterkarn.’ Ik hoor hoe ze over de deken schuift, haar benen verplaatst, gaat liggen. ‘Mijn vader nam ons weleens mee naar zo’n tent van de amish waar je gebraden kip kon eten, in Pennsylvania. Ik was een jaar of twaalf. Er stond daar een keet waar je de vrouwen boter zag karnen en de kinderen achter een geit aan zag hollen en iedereen vond dat maar wat grappig. Maar weet je wat er door míjn hoofd ging? Adopteer me. Alsjeblieft. Geef mij iets te dóen. Boter karnen. Al was het maar één staaf boter. Die ik dan in zo’n doek kan wikkelen. En waarop ik dan een stempel kan drukken, precies zoals zij.’ ‘Een boterkarn.’ Ik ga achterover zitten en kijk in de richting van Orion. Misschien kan zijn zwaard worden hergebruikt als houten karnstok. ‘Ik zou de vorm aannemen van een man die in
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 82
04-02-13 10:58
zijn eentje in een hele comfortabele stoel zit.’ ‘Ik zie eerder een sofa voor me. En daar zit je op iemand te wachten.’ ‘Zie ik eruit alsof ik op iemand zit te wachten?’ ‘Wil je dan niet weer verliefd worden?’ Ik stop met draaien aan de lens. Io is te zeer in sluiers gehuld. ‘Dat klinkt wel heel hoog gegrepen.’ ‘Misschien wacht je tot je vrouw weer bij zinnen komt.’ ‘Mijn ex. En bij zinnen gekomen zijn we al.’ ‘Je leek me nogal... nou ja, van slag, daar in het restaurant.’ ‘Als ik zo naar haar hunkerde, zou ik dan nu hier bij jou zijn?’ ‘Misschien liggen er wat obstakels op je weg. Ik ben onder handbereik.’ ‘Dat klinkt wel heel therapeutisch.’ ‘Maar daar is toch niets op tegen? Ik kan met jou het een en ander verwerken, en jij met mij. We kunnen iets voor elkaar betekenen.’ De moed zakt me in de schoenen, maar is dit eigenlijk wel zo erg? Ze heeft in elk geval het idee dat dit waardevol is, dat het iets positiefs kan opleveren. Dat is beter dan het povere nihilisme van ‘pluk de dag’. Rachels telefoon gaat. Ze neemt op en begint op geërgerde toon te praten, met de oom of de tante bij wie ze is ingetrokken, naar ik aanneem. ‘Zitten we hier aan de goede of aan de slechte kant van de wijk?’ vraagt ze mij. ‘Daar zie je Dolores Park,’ zeg ik. ‘Hoorde je dat?’ vraagt ze door de telefoon. ‘Nee, ik wil je niet afsnauwen. Ik hou ook van jou.’ Ze beëindigt het gesprek. ‘Sorry daarvoor. Ze maken zich zorgen om me, vanwege mijn vorige relatie. Maar ik sta nu veel steviger in mijn schoenen. Zoek die klik, dat is beter voor je ik. Dat is iets wat we zeggen bij Zuivere Verhoudingen.’ Ik probeer mijn oude tactiek weer toe te passen en stel me voor dat ze een inheemse vrouw is die me uitleg geeft over haar oeroude tradities. Misschien wel zo’n vrouw uit Birma, met van die mooie ringen waar ze een lange nek van krijgt.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 83
04-02-13 10:58
‘Het lukt niet zo met die telescoop,’ zeg ik. ‘Dat komt doordat je hem de verkeerde kant op richt.’ Ze kruipt naar de rand van de deken en gaat achter de lens zitten. Ze geeft de buis een zwiep naar beneden, zodat hij naar de overkant van het park wijst, in een ideale hoek om bij anderen naar binnen te loeren. ‘Kijk wat we daar hebben. Iemand met wilde plannen voor vanavond.’ ‘Je bent een voyeur. Dat had ik niet achter je gezocht.’ ‘Je kunt mij niet wijsmaken dat je dit nooit doet.’ ‘Het is een bewuste keus van mij om dat niet te doen.’ ‘Wauw, ze trekt haar topje uit. En haar raam staat wagenwijd open. Wil je dit echt niet zien?’ ‘Opzij jij.’ En ja hoor. Een zongebruinde, zwaargebouwde vrouw in een felgroene beha die haar donkere haar opsteekt en haar armen achter haar hoofd houdt als op een kalender uit de jaren vijftig. Ze heeft haarspelden tussen haar tanden geklemd. Ze woont op de bovenste verdieping en ik geloof niet dat ze een exhibitioniste is. Daarvoor is haar concentratie te groot. Ze draait naar links en blijft even staan. Draait naar rechts en blijft even staan. Vanavond gaat ze iemand ontmoeten die belangrijk voor haar is, of hij dat nu zo gepland heeft of niet. ‘Vind je dit opwindend?’ vraagt Rachel. ‘Eerder inspirerend.’ Veel geluk, vreemde. Mogen je inspanningen worden beloond. Mogen je dromen uitkomen. We pakken de telescoop en trekken ons terug in de slaapkamer. We hadden alle lampen in huis uitgedaan en ik laat het zo. Ze staat aan de voet van mijn bed, het oude mahoniehouten hemelbed dat een erfstuk is van de plantage, met zijn zeshoekige zuilen, als reusachtige potloden van twintig centimeter dik. Ik steek mijn armen uit om te helpen met haar geruite sjaal, die ze strak om zich heen heeft gewikkeld, als een tulband. ‘Ik weet niet hoe ik dit kan losmaken zonder jou te doen stikken.’ ‘Laat ik hem gewoon omhouden,’ zegt ze. ‘Ik dacht dat dit een zuivere verhouding moest zijn.’ ‘Ssst.’ Ze legt een vinger op mijn lippen. Ik neem die in mijn
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 84
04-02-13 10:58
mond en trek haar daarna dicht tegen me aan, haar ribben op de mijne, en ik voel onze beide harten op hol slaan. Haar ogen hebben weer iets schimmigs gekregen en zijn in het donker vrijwel kleurloos. Maar ze is geen schim. Ik voel hoe haar tastbare aanwezigheid als een verlammende schok door mijn armen omhoog schiet, naar mijn hart. De volgende ochtend gaan we naar het Museum of Modern Art om een tentoonstelling te bekijken van allerlei verbrande objecten: linnen doeken, houten constructies, bizarre asgrijze engelenvleugels. We nemen een kijkje bij het standbeeld van Michael Jackson en Bubbles. We eten soesjes. Na de vorige avond behoort onze lichamelijke verlegenheid tot het verleden. Ik sla een arm om haar heen en we lopen als een koppel, met mijn hand die aan de lus van haar riem hangt. Ik voel een nerveus soort opwinding. Ze wil te veel van me, of ik beloof haar te veel. Of misschien is er nog de zweem van een ander mogelijkheid, dat ik het op mijn heupen krijg omdat mij ineens iets moois in de schoot geworpen wordt. Iets wat zomaar uit de hemel is komen vallen, onverwacht en onverdiend. Waar ik in kosmische zin natuurlijk niet in geloof; het is maar een metafoor. Maar hoe kan uit een metafoor nu iets moois komen vallen? Rachel en ik staan op Market Street, dat vandaag helemaal niet zo grauw is en waar we ons afvragen welke kant we op willen. We zien ons gesteld voor het plezierige dilemma dat elke keus goed is. De zon schijnt en een stormachtige wind blaast door onze haren, terwijl losse papiertjes als speelgoedmolens door de lucht buitelen. De volgende ochtend moet ik haar mee terugnemen naar de Coffee Barn in Fairfax – ze moet daar al vroeg de deuren openen – en tot mijn verbazing voel ik me overvallen door iets van spijt.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 85
04-02-13 10:58
6
vrnd1: het is niet heel serieus drbas: is ze geestig?
[300244: ‘het is niet heel serieus’ = ‘zij en ik hebben geen serieuze relatie met elkaar’, herhaal] drbas: er bestaan geen niet-serieuze relaties. Getrouwde mensen horen zelfs niet kameraadschappelijk om te gaan met iemand van het andere geslacht. de verleiding is te groot vrnd1: we zijn geen van beiden getrouwd
De voordeur rinkelt en gaat open. Twee mogelijkheden: ups of Toler. ‘Noel,’ roept hij. ‘Kom eens een handje helpen.’ Ik blijf zitten. Ik kom als Livorno het vraagt. Geen moment eerder. ‘Neill,’ zegt Livorno. Shit. Toler heeft zijn assistente niet meegenomen vandaag. Hij neemt een stapel papier door, die hij heeft uitgespreid over Livorno’s rommelige bureau. ‘Ik hoop dat jullie het mij niet kwalijk nemen,’ zegt hij, terwijl hij zijn vinger achtereenvolgend op elke bladzijde zet. ‘Maar ik heb zelf ook projectje opgezet om aan die turingtest deel te nemen. Codenaam: Programma X.’ Ik werp een blik op Livorno, die weigert mijn blik te beantwoorden. In de stilte die volgt, tilt Toler zijn hoofd op en verschijnen er fronsende wenkbrauwen boven zijn kunststof brilletje. ‘Jullie luitjes leken er zo veel lol in te hebben.’ Livorno schraapt zijn keel. ‘Ik hoop dat je weet waar je aan begonnen bent. We hebben een voorsprong op je van twee jaar.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 86
04-02-13 10:58
‘Het enige wat ik op jullie voor heb’ – Toler plaatst een hand op zijn hart – ‘is geld.’ Ik kijk nog eens naar Livorno, in de hoop zijn reactie te kunnen peilen, maar zijn mond plooit zich tot een milde glimlach: zijn versie van een pokerface. Ik loop samen met hem om het bureau heen, naar de bladzijden die Toler heeft uitgelegd. De vorm die de tekst aanneemt, is ons vertrouwd: het is een lange chatsessie. toler: wat zijn je lievelingsboeken? progx: ik hou van spionageromans toler: lees je ook liefdesromans? progx: ik zou niet willen zeggen dat ik ze ‘lees’
‘Is dat een ontwijkend antwoord?’ vraag ik. ‘Ik heb niet de indruk,’ zegt Toler. ‘Maar, Noel, moet je hier eens kijken.’ Hij wijst naar bladzijde 3. ‘Maakt deze dialoog een natuurlijke indruk of niet?’ toler: weet je wat het is om emoties te ervaren? progx: emoties ervaren, dat betekent dat je gevoelens hebt toler: en waar komen die gevoelens vandaan? progx: in de meeste gevallen uit het autonome zenuwstelsel
‘Ik heb een arts van hem gemaakt,’ zegt Toler. ‘Ik hoop dat jullie me dat niet kwalijk nemen.’ ‘Ik kan nou niet zeggen dat die dialoog natuurlijk overkomt,’ zeg ik. Maar het is ongelofelijk, zo goed als zijn software het gesprek lijkt te kunnen volgen. Hoe heeft hij dat in een maand tijd voor elkaar gekregen? ‘Moet je dit lezen,’ zegt hij. toler: waarom stak de kip de straat over? progx: om aan de overkant te komen?
‘Je had dat antwoord niet moeten invoeren. Die vraag is bedoeld om je een oordeel te vormen over de veranderingen.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 87
04-02-13 10:58
‘Hij heeft het antwoord zelf geraden.’ Toler schudt zijn hoofd. ‘Ik zweer het je.’ Ik kijk weer op het papier. Is het denkbaar dat zijn programma die grap zelf heeft uitgedokterd? Zo’n computer zal een beroep kunnen doen op zijn databank: als hij maar lang genoeg zoekt, zal hij die kip op zeker moment irrelevant verklaren: waarom steekt A de weg over? Om aan de overkant te komen. Maar dokter Bassett begrijpt niet eens dat de vraag hypothetisch is. Hij zoekt elke keer weer het verband met een echte kip. ‘Waar haal jij je data vandaan?’ vraagt Livorno. Toler spreidt zijn handen. ‘Overal.’ Als Toler de deur uit is, vloekt Livorno zachtjes. Ik hoor hoe hij de ene na de andere putt mist. Hij zal wel spijt hebben dat hij Toler een demonstratie heeft gegeven, en ook – naar ik aanneem – dat hij mij heeft ingehuurd in plaats van iemand die kan programmeren. Livorno meende geen genie nodig te hebben, omdat hij dat zelf al was, maar ik vraag me nu af of hij zijn aandacht heeft laten verslappen. Ik sta op en loop naar zijn kamer. ‘Er zit een luchtje aan,’ zeg ik. ‘Volgens mij heeft hij iemand die tekst laten uittypen.’ Livorno bonkt met zijn putter op de vloer. ‘Een geruststellend idee.’ ‘Die man is een malloot.’ ‘Met diepe zakken. Terwijl wij maar een beperkt budget hebben, en aan ons plafond zitten.’ Plafond? Gisteren waren we nog als een raket de lucht in gezoefd. Ik loop naar zijn bureau, waar hij een nieuw hebbedingetje heeft staan, een poppetje van Tiger Woods met een hoofd dat heen en weer kan waggelen. Ik geef er een zet tegen en kijk toe hoe zijn onverstoorbare grijns schommelt en vervaagt. Daarna plof ik neer in de ongemakkelijke Wassily-stoel en zak achterover, klaar voor de therapeutische zitting van deze morgen. ‘Hij zoekt het in de breedte,’ zegt Livorno, die zijn putter tegen de archiefkast zet. Hij gaat zitten in zijn Aeron-stoel en vouwt zijn handen ineen achter zijn hoofd. ‘En wij in de diepte. Zijn uitda-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 88
04-02-13 10:58
ging is om de chaos onder controle te krijgen. De onze is om de dode klei tot leven te wekken.’ Ik knijp mijn ogen tot spleetjes, maar hou mijn mond. Ik stoor me aan die ‘dode klei’. ‘Ik heb jarenlang met het idee rondgelopen dat ons vakgebied vooral te lijden heeft onder onze vruchteloze pogingen om een theorie van de geest op te stellen. Niemand kan ook maar een stap voorwaarts zetten zonder een alomvattende theorie van de geest, en hoe verhelderend sommige theorieën ook zijn, alomvattend zijn ze nooit. Hoe kan iets ooit inzicht verwerven in zichzelf? Hoe kan het oog naar zichzelf kijken?’ ‘Het oog kan naar andere ogen kijken. Zo werkt een optometrist.’ ‘Ik bedoel dit in platonische zin. Hoe dan ook, misschien heb ik het fout gezien. Misschien zijn we op een dieptepunt gekomen, vanwege onze conceptuele beperkingen.’ Een dieptepunt, dat klinkt onheilspellend. ‘Vat je deze verwikkeling nu niet te zwaar op?’ ‘We zouden een poging kunnen doen om de Zonden te gebruiken, maar we weten niet hoe dat uitpakt.’ Hij gaat rechtop zitten. ‘Laten we geen overhaaste maatregelen nemen.’ ‘De zonden zijn gebaseerd op het model van de EQ, de emotionele intelligentie. Ze zouden weleens een heel netwerk aan verborgen verbanden op het spoor kunnen komen. Maar ze kunnen er ook één grote puinhoop van maken.’ ‘Hoezo?’ ‘Ik weet niet hoe ze op elkaar zouden reageren.’ ‘Dan moeten we misschien een tussenstap zetten.’ Livorno’s gezicht klaart op. ‘Je hebt gelijk. Laten we beginnen met iets simpels. Hoe bouw je een eigen geestesleven op?’ Dat is wat hij simpel noemt. ‘Geen idee,’ zeg ik. ‘Dat gaat gewoon vanzelf.’ ‘Denk eens aan een kind. Taalontwikkeling. Wat is het eerste woord dat een kind in de mond neemt?’ ‘Mama?’ ‘Ik bedoel niet een baby. Met welk woord doet een kind zijn intrede in de samenleving?’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 89
04-02-13 10:58
‘Nee?’ ‘Waarom. De lucht is blauw, waarom? Je mag geen snoepjes meer, waarom? Het is de vraag die wijst op ons besef dat er dingen zijn die we níet weten. Het besef dat ons iets ontgaat. Exformatie. Waar de hele spionagebranche op gebaseerd is.’ Ik begin pijn in mijn nek te krijgen. ‘Dokter Bassett stelt al vragen.’ Ik knijp eens in mijn schouder. ‘Het is al sinds de jaren zestig dat computers vragen stellen.’ ‘Dat zijn vooropgestelde vragen. Er is geen machine die ooit uit eigen beweging op zoek is gegaan naar kennis. Uit verlángen daarnaar.’ ‘Het zijn computers.’ ‘Trek jij er alle onderwerpcategorieën nog eens op na. Voeg de categorieën toe die we nog missen. Laat de tagnummers maar aan Laham over. Daarna laten we dokter Bassett vragen stellen om die categorieën invulling te geven. Een leercurve.’ Hij laat zijn vingers over het bureaublad wandelen. ‘Maar dat verlangen dan. Hoe programmeer je een verlangen?’ ‘Hij zal almaar vragen blijven stellen, op grond van zijn kennisbank.’ ‘Maar dat doet hij nu ook al.’ ‘Vooropgestelde vragen.’ ‘Je had het over een verlangen.’ Livorno graait Tiger Woods van zijn bureau. ‘Ik moet de strijd aangaan met een multimiljonair, en een van mijn belangrijkste medewerkers heeft een religieuze denktrant!’ Hij klinkt verbitterd. Hij doelt niet op de vrome moslim in de achterkamer, maar op mij. Mijn religieuze denktrant, daarmee zal hij dan wel doelen op mijn aanname dat er iets bijzonders is waarmee mensen zich onderscheiden. ‘Bedenk wel: jouw vader die met je lijkt te willen praten, dat is in meetbare termen niet te onderscheiden van je vader die echt met je wil praten.’ Ik zie zijn nietszeggende, argeloze blik en bedenk dat hij een academicus is. Zijn woorden brengen niets tot uitdrukking van waar hij werkelijk in gelooft. Het zijn allemaal gedachtespelletjes, een eindeloze reeks serieuze gedachtespelletjes die net als hun
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 90
04-02-13 10:58
voorlopers tot doel hebben een bewustzijn te creëren, maar er uiteindelijk toe zullen leiden dat United Airlines kan overgaan op een nieuw systeem van automatische telefoonbeantwoording. ‘Dit gaat niet om mijn vader.’ Hij komt tot bedaren. ‘Dat zou anders wel moeten. We moeten ambitieus denken. Dat is waar Adam op uit is.’ Ik verbaas mezelf door lucht uit mijn wangen naar buiten te persen, uit ergernis over al deze onzin. ‘Gun een oude man zijn dromen.’ Hij geeft een klopje op zijn borst om aan te geven dat hij het ook echt over zichzelf heeft. ‘Voordat ze hem in een bejaardentehuis dumpen om bordjes pap te eten.’ Hij draait Tiger Woods nog een laatste keer in het rond en plaatst hem dan zachtjes naast de telefoon. ‘Want daarna is het opperdepop,’ zegt hij, mij aankijkend. Ik ga rechtop zitten, wrevelig. Hoor ik nu te zeggen dat hij zo jong is als een lammetje en het eeuwige leven heeft? ‘Havermout?’ vraag ik. ‘Toen ik klein was, aten we weleens pap van tarwe, met yoghurt en honing. Heel dikke yoghurt, heel anders dan wat je hier in de winkel koopt. Mijn moeder maakte die yoghurt zelf. Daar had ze een geweldig plezier in. En ze hield ook bijen. Ik was enig kind en ik hielp haar. Iedereen vond het maar wat akelig voor mijn vader en moeder dat ze alleen mij hadden, maar later hoorde ik van haar dat ze daar bewust voor gekozen hadden.’ Zijn blik dwaalt af, totdat hij getroffen lijkt door iets wat hem in vervoering brengt. Ik kijk achterom, maar zie alleen het schoolbord van de oude werkplaats: ‘huwelijksquilt met ringpatroon donderdag @ 17.00’. ‘Maar de bijen van mijn moeder, die hebben gemaakt dat ik me heb ontwikkeld tot een beeldenstormer binnen mijn vakgebied. Ik besefte dat intelligentie niet noodzakelijkerwijs voortvloeit uit een centrale processor, uit een centrale ‘ik’. De bijen kennen elk voor zich geen intelligentie, maar zet ze bij elkaar en er doet zich een vorm van emergentie voor. Ze maken plannen voor de winter, oefenen controle uit over hun omgeving. Dat ligt aan de basis van de Zeven Zonden, iets wat mensen nog steeds niet kunnen bevatten. Ze denken dat ik zeven autonome, roezemoezende
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 91
04-02-13 10:58
subsystemen heb ontwikkeld, maar in werkelijkheid is elke Zonde een subsysteem dat is samengesteld uit tientallen kleinere subsystemen, die elk voor zich zo simpel zijn als een bij.’ ‘Dat is heel mooi,’ zeg ik, hoewel ik het allemaal al vaker heb gehoord. ‘En die yoghurt, die kun je trouwens gewoon in een natuurwinkel kopen.’ ‘Maar goed, ook dokter Bassett is samengesteld uit dat soort bijen. Subsystemen binnen subsystemen binnen subsystemen. En hij zit aan zijn plafond.’ Ik haal eens diep adem. Wat mij er ook toe drijft om lomp te doen tegen mijn suffe, vriendelijk baas, ik moet dat de kop indrukken. ‘Misschien moeten we een systeem opleggen aan die subsystemen. De test vraagt niet meer dan dat hij vijf minuten de schijn ophoudt van een bewustzijn.’ ‘Er is geen meetbaar verschil tussen schijn en wezen.’ Het komt misschien door mijn ‘religieuze denktrant’, maar dit kan niet waar zijn. Ik hoop bijvoorbeeld dat mijn wezen beter is dan mijn schijn. ‘Laat ik een voorbeeld geven,’ zeg ik. ‘Mijn vader zei dat hij van mijn moeder hield, maar dat is niet hetzelfde als echt van haar houden.’ Livorno kijkt mij aan, verrast en bedachtzaam. ‘Dat klopt, maar dan spreek je over het verschil tussen zeggen en doen, en niet tussen schijn en wezen. Als hij de uiterlijke kenmerken toonde van die liefde, zijn er geen redenen om aan te nemen dat hij niet van je moeder hield, van wie ik wel zeker weet dat ze een voortreffelijke vrouw is.’ ‘Van mensen houden doe je niet omdat ze voortreffelijk zijn.’ ‘Ik ben een Europeaan, Neill. Wij hebben daar wat minder kinderlijke ideeën over. Romantiek, de dingen die het leven sjeu geven... dat is mooi, maar alles met mate. Je kunt maar beter nuchter blijven.’ Hij is niet langer van streek. Hij kijkt me nu stralend aan van achter zijn bureau, als een vriendelijke oom. Het zal hem wel goeddoen dat hij het gesprek heeft teruggeloodst naar het domein van de Wijsheid, onomstotelijk en banaal. Ik dwing mezelf
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 92
04-02-13 10:58
te glimlachen. Alles met mate, wat is dat anders dan een ellendige reeks van halve maatregelen? Ik kan me niets deprimerenders indenken dan een huwelijk naar ‘Europees’ model, waarin het geoorloofd is met de regelmaat van een skivakantie een slippertje te maken. Alles in balans: je liefdesleven als indexfonds. ‘Maar het klopt dat Adam een malloot is,’ zegt hij, en hij tikt met een vinger tegen zijn kin. vrnd1: alles met mate drbas: het is goed om een balans te vinden tussen werk en vrije tijd, familie en vrienden
Hoe komt hij daar nu op? Ik weet dat mijn vader gebukt ging onder waanideeën, maar hij kan onmogelijk hebben rondgelopen met het idee dat zijn leven helemaal in balans was. vrnd1: en als iemand nu eens heel veel van het een of het ander houdt? drbas: tegen mijn patiënten heb ik het weleens over ketchup. Het kan zijn dat je gek bent op ketchup, maar dat betekent toch niet dat je die overal op doet?
Ketchup. Tot zover de diepzinnige gedachte van vandaag, door dokter Bassett lukraak uit zijn mouw geschud.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 93
04-02-13 10:58
7
Rachels oom en tante – Rick en Stevie – wonen niet in Bolinas, zoals Rachel mij oorspronkelijk verteld had, maar vlak bij Fairfax, aan de weg naar Bolinas. Bolinas ligt aan de kust en is een bizar relict uit de jaren zestig. De bewoners breken de borden aan de snelweg af, in een poging onvindbaar te zijn voor oningewijden. Fairfax, thuishaven van de Coffee Barn en allerlei kitscherige boetiekjes, is typerender voor Marin County. Charmant, maar bepaald niet vies van handeldrijven. Geef mij maar Fairfax, en het bevalt me aan Rick en Stevie – die rijk genoeg lijken om waar dan ook te kunnen wonen – dat ze juist hier wonen. Rick is advocaat in de grote stad. Stevie heeft een baan of heeft een baan gehad, dat is Rachel niet helemaal duidelijk. Ze doet veel vrijwilligerswerk, vooral op het terrein van potten bakken, kansarme kinderen en ‘die kale goeroe’. ‘De dalai lama?’ vraag ik. ‘Nee, Lama Rinponche,’ zegt Rachel. Ze wijst vooruit. ‘Nu neem je de eerste rechts.’ Het huis ligt honderd meter van de weg, een betoverend bouwwerk van sequoiahout, met overal ramen en helemaal door veranda’s omringd. Op de oprit zie ik een oude Jaguar en een gloednieuwe Toyota Prius. Wat zegt dat over hen? Ik zou het kunnen afdoen als een opzichtige geste van morele compensatie – tekenend voor de hypocrisie van Marin County – maar dit is geen moment om meteen met mijn oordeel klaar te staan. Ze zijn zo vriendelijk geweest om mij te eten te vragen. Rick – hoor ik van Rachel – gaat zwaardvis grillen. De bloemperken voor het huis hebben een rommelige charme. Er is hier iemand aan het werk geweest. Hij of zij heeft een schopje, een harkje, een paar handschoenen en een rubberen knielkus-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 94
04-02-13 10:58
sen achtergelaten. Op de houtsnippers ligt een plant, een Acacia Glacoptera, zegt het etiket, met wortels die zijn gewikkeld in een smoezelige jutezak. De garagedeur staat open. Een verweerde pingpongtafel staat ingeklapt tegen de muur. ‘Hebben ze kinderen?’ ‘Stevie bleek onvruchtbaar. Vind je dat niet akelig?’ ‘Er zijn kinderen genoeg op de wereld.’ Het is bedoeld als grapje, maar ik hoor tot mijn verbazing hoe zuur het klinkt. Rachel blijft staan en kijkt me aan. ‘Voor haar was het akelig.’ We horen mensen praten in de achtertuin. Ik denk aan ketchup, balans en indexfondsen. Wat is het ergste wat er kan gebeuren? Dat een gesetteld en harmonieus stel van middelbare leeftijd mij het gevoel geeft dat ik een hopeloze figuur ben? Daar komt het wel zo’n beetje op neer. Rachel neemt me bij de hand. Dat lijkt een wat geforceerd gebaar, maar wat moeten we anders: doen alsof we hier elk op eigen gelegenheid gekomen zijn? We lopen om het huis heen, glibberend over de eucalyptusbladeren op de droge, langzaam aflopende tuin. Op een betonnen vloertje staat een oude groene airconditioning, een zeldzaamheid. Airco’s, daar doen we niet aan, hier in Noord-Californië. Het huis werpt zijn schaduw over ons uit, totdat we in de achtertuin stappen, die schittert in de zon. Er zijn bloemperken vol manzanita’s en lantana’s. Aan het eind van de tuin loopt een droge greppel en daarvoor zie ik een labyrint van ruwe stenen, als een door de Flintstones ontworpen Japanse tuin. Een man – Rick, naar ik aanneem – staat aan een barbecue die zo groot is als een pijporgel. Hij wuift de rook weg en staat in een dikke vismoot te porren. Gladgeschoren kin, het begin van een buikje. Hij draagt een wijde broek, Crocs, het T-shirt van een Rolling Stonestournee en een fleecetrui die hij om zijn middel heeft gebonden, hoewel het loeiheet is. Hij is ergens achter in de veertig of begin vijftig, minder oud dan ik wel zou willen. Een vrouw – Stevie, naar ik aanneem – komt door de kletterende achterdeur naar buiten gestormd met een glazen kom vol reusachtige paddenstoelen. Ze draagt een flodderbroek en heeft een of andere derdewereldtrui over haar schouders geslagen. Tot
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 95
04-02-13 10:58
mijn opluchting zie ik dat ze ruim van middelbare leeftijd is. ‘Rick,’ schettert ze, met nog altijd een zweem van New Jersey in haar stem, ‘het is tijd voor de portobello’s.’ ‘Mm-hmm,’ zegt Rick, met een knikje naar de zwaardvis. Ik vermoed het aikido te hebben gezien dat de basis vormt van hun huwelijk: zij valt aan, hij weert af. ‘Kijk eens aan,’ zegt Stevie. Ze heeft ons opgemerkt. ‘Daar zijn jullie.’ Rick draait zich om en de kennismaking wordt in gang gezet. Hij spreidt zijn armen alsof een vriend van weleer is opgedoken. Stevie zet de schaal neer om eerst Rachel en daarna mij op beide wangen te zoenen. Rick schudt mij de hand – wat leuk dat je gekomen bent... wees welkom – en ik weet ineens zeker dat Rachel mij de waarheid vertelde: het doet dit tweetal plezier om mij te ontmoeten. ‘Ben je een wijnliefhebber?’ vraagt Rick. Zijn ogen staan ver uit elkaar en hij heeft een jongensachtig, open gezicht. ‘Dat moet wel bijna.’ ‘In hemelsnaam, Rick, hij is een wijndrínker. Schenk een glas voor hem in. Moet iemand soms een wijnliefhebber zijn om hier een glas wijn te krijgen?’ Stevie werpt mij een blik toe ter verontschuldiging van haar onuitstaanbare man. ‘Ik probeer te raden waar hij van houdt. Tijd om elkaar te leren kennen.’ ‘Om dat te doorstaan heeft hij al helemaal een glas wijn nodig.’ ‘Om dat te doorstaan? Is het dan echt zo erg? Misschien kan ik gewoon maar beter achter de barbecue gaan staan.’ ‘Ik zeg alleen dat we niet meteen boven op hem hoeven te springen.’ ‘Ben ik boven op hem gesprongen?’ ‘Als je zo’n vraag stelt, ja, dan spring je boven op hem.’ ‘Ik vroeg hem of hij van wijn hield.’ ‘Vraag hem of hij wijn wíl.’ ‘Ik hou van wijn,’ zeg ik. ‘Ik wil wel wat wijn. Ja, graag.’ Ze zwijgen en kijken mij vreemd aan, alsof ze een kat horen praten. Het dringt ineens tot me door dat ze niet echt ruziemaak-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 96
04-02-13 10:58
ten. Het is een komische act die ze opvoeren, niet alleen voor ons, maar ook voor henzelf; waarschijnlijk doen ze dit dagelijks. Een van hen zal wel een lastig type zijn – Stevie, gok ik – en dit gekibbel is hun manier om daarmee om te gaan. Ik denk weleens: waren Erin en ik maar in staat geweest om te kibbelen, dan waren we misschien nog getrouwd geweest, maar zulk gebakkelei was niet voor ons weggelegd. We waren óf twee zielen één gedachte, óf we stonden elkaar naar het leven. ‘Thuis heeft hij een hele zooi wijn,’ zegt Rachel. Ze komt dicht tegen me aan zitten. Stevies mond plooit zich tot een ongedwongen, goedkeurende glimlach. Ik herken een familietrekje: Rachel bijt net zo op haar onderlip, als een eekhoorntje. ‘Een hele zooi, zo zou ik dat niet willen uitdrukken,’ zeg ik. Is dit een poging tot kibbelen? ‘Allemaal goed spul, wil ik wedden,’ zegt Stevie. ‘Dat spreekt,’ beaamt Rick. Ik had er niet op gerekend met open armen te worden ontvangen. Ik zit almaar te wachten op een stekelige opmerking, iets lichtelijk ondermijnends. Maar we eten de portobello’s, we eten de zwaardvis. We praten over Lama Rinponche en Ricks werk als advocaat. Tegen de tijd dat we toe zijn aan de crème brûlée met de tawny port is duidelijk dat Rick en Stevie geen enkele weerstand bieden. Er is eigenlijk maar één moment dat uit de toon valt. Als ik het huis in loop, komt Stevie achter me aan en vraagt – op verontschuldigende toon – of ik soms porno maak. ‘Ik ben wetenschapper,’ zeg ik. Ik bedoel dat als grapje, maar ze reageert met een ernstig knikje. Het is belangrijk om iets te beseffen: Californië is geen staat die gebaseerd is op matiging. We zijn de uitvinders van de filmindus trie. We zijn de ontwerpers van een elektrische sportwagen. We zijn zowel het hoofd (Silicon Valley) als het hart (Hollywood, helaas) van dit geweldige land, en we telen ook nog eens de aardbeien die iedereen eet. We staan open voor innovaties. We staan open voor nieuwe ideeën. We staan open voor vreemde koppels
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 97
04-02-13 10:58
en voor zwervers uit alle windstreken. Denk maar eens aan onze vorige gouverneur: een Oostenrijkse bodybuilder die de zoon is van een nazi en trouwde met de nicht van John F. Kennedy. Alles is mogelijk. Ik probeer die waarheid tot mij door te laten dringen. Ik neem de borden mee naar de gootsteen, waar Rachel ze snel en efficiënt afspoelt en ik ze in de vaatwasser zet. Het is een kwestie van teamwork en synchroniciteit, en het heeft bijna iets huiselijks. Alles is mogelijk, maar dat betekent natuurlijk niet dat alles ook echt gebeurt. Het betekent alleen maar dat het kán gebeuren. In het Paleis van het Optimisme is dat een kleine kamer, maar misschien groot genoeg.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 98
04-02-13 10:58
8
Ik ben wakker. Rachel slaapt. Buiten, aan de overkant van het park, trekken huilende sirenes voorbij. Ik ruik vuur, en mijn eerste ingeving is om de trap op te gaan en een kijkje te nemen bij Fred, maar de lucht is niet heel penetrant, het is niet hier. Dit is het drama van iemand anders. Ik stap het bed uit, tastend naar mijn pantoffels. In de woonkamer zet ik de ventilator aan. In het oosten zie ik een fel licht, op Valencia of Mission Street. Als dat de brand is, dan is het goed mis. Er wordt niets over gemeld op tv of op het internet. Ik sla een blik op Rachel. Ze ligt er vreemd bij, verkrampt, met haar mond open, alsof ze is neergeknuppeld. Ik denk aan de vraag van Stevie, of ik soms porno maak. Het was geen vraag geweest naar mijn hobby’s in de slaapkamer, maar naar mijn werk. Ben je pornograaf? Ik trek snel een paar warme kleren en tennisschoenen aan en loop naar buiten. De frisse lucht doet me goed. Ik voeg me bij de stroom ramptoeristen, waarvan sommige doen alsof ze zich ongerust maken en andere schuldbewuste, hoopvolle blikken uitwisselen. We sjokken voort over Dolores Street en komen uit op het fel verlichte Valencia Street, waar het een zootje is: alle regels zijn opgeschort, brandweerwagens en ambulances staan schots en schreef, overal lopen agenten, vreemdelingen in pyjama’s delen sigaretten uit. Het is fris, maar niet koud, en er heerst de sfeer van een plezierig fatalisme, alsof dit het einde der tijden is. Een dikke, zwarte rook walmt naar buiten uit een verbrijzelde etalageruit en de nacht schittert van de zwaailichten: het lijkt wel een film over een buitenaardse invasie. De brand woedt recht tegenover het politiebureau, in de winkel
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 99
04-02-13 10:58
van T-Mobile. De bovenverdieping van het pand bestaat uit hoge dakappartementen van rode bakstenen, woningen, en dus een bron van zorg, maar het ambulancepersoneel houdt zich kalm en hangt wat rond achter de geopende portieren van de ziekenwagens. Ik zie nergens brancards met slachtoffers. Agenten die gewichtig doen (of zichzelf geen houding weten te geven, dat is mij onduidelijk) paraderen rond tussen de brandweerlieden, die twee dikke waterstralen in de etalage spuiten. De straten glimmen als vernis, en de gele fluorescerende zwaailichten zetten alles in een bijna tropische gloed. ‘Hohoho!’ roept een van de brandweermannen, terwijl de straat hel oplicht en een indrukwekkende vuurtong van wel een meter breed uit de etalage naar buiten schiet. In het felle licht zie ik dat ik me vergist heb. Het is niet de winkel van T-Mobile, maar die ernaast, van Play Date, de seksshop. ‘Neill.’ Achter me, onder de luifel van het Mexicaanse restaurant, staat mijn ex, die haar armen om zich heen heeft geslagen. Natuurlijk. Ze woont hier om de hoek en ze houdt van spektakel. Ze voelt zich hiertoe aangetrokken als een mot tot een... Ik loop haar kant op, zoekend naar haar vriendje, maar die zie ik nergens. Ik vraag me af of ze hem in bed heeft achtergelaten, slapend. Gelukkig laten we onze ongemakkelijke omhelzing achterwege. Ze steekt haar arm door de mijne, rillend. ‘Bang?’ vraag ik. ‘Koud.’ ‘Ben je alleen?’ Ze knikt. De tijd lijkt door elkaar te lopen vannacht. Ik til mijn arm op, sla die om haar heen, trek haar naar me toe. Ze nestelt zich dicht tegen me aan. Ik was vergeten hoe klein ze is, zo’n formidabele tegenstander was ze binnen ons huwelijk. ‘Laat ik je opwarmen,’ zeg ik. ‘Denk je dat het de portapotjes-pyromaan is?’ vraagt ze. Ze doelt op degene – een man, wil ik wedden – die her en der in de stad portable toiletten in de fik steekt. Tot dusver zijn er drieëntwintig uitgebrand.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 100
04-02-13 10:58
‘Het zal wel een ongelukje zijn,’ zeg ik. ‘Ze hebben daar heel wat speeltjes die je maar beter niet te lang kunt opladen.’ Ze schudt haar hoofd, verdrietig. ‘Play Date is een winkel waar ze een pósitieve benadering hebben van seks.’ Ik verbaas me over die ontboezeming, al was het maar vanwege onze eigen ervaringen met Play Date, die niet positief waren. We woonden al negen jaar samen en stonden op het punt te gaan trouwen, toen we stopten met vrijen. Het was een crisis van onbekende herkomst en we hadden er ook geen oplossing voor; ik had werkelijk geen idee wat ik eraan moest doen. Ze opperde het idee om ‘ons liefdesleven eens wat pikanter te maken.’ Op die manier kwam Play Date om de hoek kijken. Op een dag deed Erin haar een opwindende voorstel. ‘Ik hou wel van pikant,’ zei ik. We liepen het appartement uit – het onze, tegenwoordig het mijne – en staken het park over naar dit filiaal. Het was een hele stap voor haar. Op seksueel gebied was ze nogal geremd, of misschien hadden die remmingen vooral met mij te maken; ze weigerde mij nog langer haar naakte lichaam te laten zien, zogenaamd omdat ze zichzelf te dik vond, een banaal maar effectief cliché. We duwden de matglazen deuren open, liepen naar binnen, keken rond, verbaasden ons over sommige van de uitgestalde artikelen. We begonnen rustig aan en kochten The Hook, een minivibrator in de vorm van een cartooneske letter J. Hij was paars en werkte op één AA-batterij. We namen er wat glijmiddel bij. De vibrator was waterproof en kon dus ook in bad worden gebruikt, al hadden we alleen maar een douche. Er zat een plastic tasje omheen, het soort dat de politie gebruikt om bewijsmateriaal te verzamelen. ‘Zullen we hem eens uitproberen?’ vroeg ik toen we weer naar buiten stapten. ‘We moeten hem bewaren voor onze huwelijksreis,’ zei ze, alsof ik niet zo raar moest doen. Daarna gingen we naar huis om onze reis te plannen. We kozen Spanje. Ik had altijd al eens Andalusië willen zien, en
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 101
04-02-13 10:58
Erin zei dat het haar een heel goed idee leek, maar naarmate ze verder las in de reisgidsen raakte ze geobsedeerd met Spanje als geheel. Ze zette een route uit die ons langs Madrid, Sevilla, Granada, Las Alpujarras, de Costa del Sol, Mallorca, Barcelona en Pamplona voerde – en eventueel ook langs Bilbao – waarna we naar Barcelona zouden terugkeren om van daaruit op huis aan te gaan. We hadden twaalf dagen. Mallorca en Bilbao wist ik haar uit het hoofd te praten, maar toen ik over Pamplona begon, zei ze: ‘Het is ook mijn huwelijksreis.’ Dat beloofde weinig goeds. ‘Je hebt gelijk,’ zei ik. ‘Pamplona houden we erin. We kunnen zelfs wel naar Mallorca. Ik wil gewoon voorkomen dat we in tijdnood komen.’ We zaten tegenover elkaar aan de salontafel met twee dampende theekoppen tussen ons in. Ze had een reisgids over Andalusië voor zich en pen en papier om aantekeningen te maken. ‘Ik had al gezegd dat we Mallorca kunnen overslaan.’ ‘Ik zeg alleen: als het belangrijk voor jou is, dan doen we het gewoon.’ ‘Het staat al niet meer in ons reisschema,’ zei ze, alsof ik wilde terugkomen op een belofte. ‘Nou, we kunnen ook ter plekke kijken hoe het gaat.’ ‘Dat vind ik geen prettig idee.’ Ze gaf me een vel papier met een uitgewerkt reisschema. Pamplona, maar geen Mallorca. Ik keek de ontmoedigende lijst plaatsnamen door. Die bestreek een veel te groot gebied. ‘Ik kijk ernaar uit op elk van die tussenstops The Hook te gebruiken,’ zei ik. Ze knikte en maakte een aantekening. Ik vroeg me voor een kort moment af of ze dat soms toevoegde aan de reisbeschrijving. We kwamen vroeg op de dag in Madrid aan en tegen de tijd dat we in de metro zaten, had ze een verwilderde blik in haar ogen. We hadden alleen die middag om de stad te bekijken en liepen gewoon maar wat rond, vingen een glimp op van de Guernica in het Museo Reina Sofía en gingen naar een café, waar we elkaars hand vasthielden, cafe con leche dronken en het ons gemakkelijk maakten. Ik probeerde niets te forceren, maar als je het fundamenteel
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 102
04-02-13 10:58
met elkaar oneens bent – en zover was het op een of andere manier met ons gekomen – kom je erachter hoezeer je leven in het teken staat van hardnekkige overtuigingen. In het eerste café bestelde ik churros met warme chocola en ik vroeg of ze een hapje wilde proeven. Dat was niet zonder risico, want Erin had een gevoelige maag, maar ze proefde toch en trok een vies gezicht. Wat een smerige dingen, zei ze, waar ze min of meer gelijk in had. De churros hadden een vissige nasmaak, als van afgewerkte spijsolie. ‘De warme chocola is goed,’ zei ik. Maar nu keerde ze zich tegen alles. ‘De mensen moeten hier wel vreselijk ongezond zijn,’ zei ze. ‘Moet je kijken. Niemand die groente eet.’ ‘In het zuiden is het misschien anders,’ zei ik. ‘De Andalusische keuken.’ Ze zweeg. Ik wilde de moed erin houden en optimistisch blijven, maar als ze eenmaal slechtgehumeurd was, legde ze elk van mijn woorden op een weegschaaltje, om na te gaan of er iets neerbuigends in doorklonk. Ik beloofde mezelf plechtig de woorden ‘Andalusische keuken’ niet meer in de mond te nemen. Maar ik kon de stilte niet verdragen. Ik vond dat we toch op zijn minst een beetje konden praten over ditjes en datjes. Het was immers de bedoeling dat we de rest van ons leven met elkaar zouden delen. ‘Ik vraag me af of de Andalusische keuken zwaar beïnvloed is door de Marokkaanse,’ zei ik. ‘Praat je nu tegen jezelf?’ ‘Nee, ik vraag me iets af.’ ‘Ik zou willen dat je niet zo tegen jezelf praatte. Ik zou willen dat je met mij praatte.’ ‘Maar dat doe ik. Wat denk jij? Denk jij dat de Andalusische keuken net zoiets is als de Marokkaanse?’ ‘Ik weet niet wat Andalusisch is. Ik heb nog nooit Marokkaans gegeten. Je hebt het duidelijk niet tegen mij.’ ‘Je hebt een reisgids over Andalusië in je tas. Die reisgids, weet je nog? Hij heet “Andalucía”.’ ‘Ik ken de Andalusische keuken niet. Ik ken de Spaanse keuken
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 103
04-02-13 10:58
niet. Het spijt me, maar ik ben hier nog nooit eerder geweest.’ Ik nam weer een vissige beet van mijn churros. ‘Zullen we een stukje gaan wandelen, schat?’ vroeg ik. Het was nog bloedheet buiten en de zon van Madrid drukte op mijn hoofd als een strijkijzer. Ik vroeg me af of ik eigenlijk nog wel verder kon zonder drank. Het voelde alsof mijn zenuwen waren doorgeknipt en vastgespijkerd. Het leek me zeer wel mogelijk dat ik een verschrikkelijke fout had gemaakt. ‘Ik zou wel een biertje willen drinken,’ zei ik. ‘Moet je doen.’ We stapten ergens een café binnen, zomaar het eerste de beste; onze toeristische ambities hadden we nu wel opgegeven. Ik dronk een pilsje, zij een glaasje sap, en we deelden een portie patatas bravas. Weer die oliesmaak, dit keer met mayonaise. Als ik niet uitkeek, zou ze met maagkrampen in bed belanden. Toch was ook denkbaar, hoewel te akelig om toe te geven, dat het me geen donder kon schelen. ‘Eerlijk zeggen, schatje,’ zei ik. ‘Heb je het naar je zin?’ Erin hield haar hoofd schuin en slaakte een zucht. Ze zakte weg op haar barkruk. Ik geloof dat ze ontdooide. ‘Ik voel me raar,’ zei ze. ‘Alsof ik mezelf niet ben.’ ‘Zoiets kan gebeuren als je naar het buitenland gaat. Het werkt vervreemdend.’ ‘Ik had me dit gewoon anders voorgesteld. Het hele idee van een huwelijksreis, snap je wel.’ Ze had gelijk, en we moesten er iets aan doen. Dit was mijn sterke kant. Ik was degene die de ellende van ons af kon schudden, en daarna zou het beter gaan. ‘Ik zal je zeggen wat ik wil,’ zei ik. ‘Ik wil dat jij je talenkennis gebruikt om nog een biertje voor mij te bestellen, daarna wil ik een avondwandeling met je maken en ergens een hapje met je gaan eten, en ten slotte wil ik dat we teruggaan naar ons hotel om de huwelijksdaad te voltrekken.’ Iets wat we tot dan toe nog niet gedaan hadden. ‘Wat denk je ervan?’ ‘Dat kan.’ ‘Wat wil jij?’ ‘Ik?’ vroeg ze, terwijl ze tikjes gaf op haar kin.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 104
04-02-13 10:58
‘Ja, jij. Wat wil jij doen?’ ‘Ga maar even naar de wc. Dan bestel ik dat biertje voor je.’ Toen ik terugkwam, stonden er twee goudglinsterende pilsjes met condensdruppels die langs het glas omlaag liepen. Er was een zinken bar, buiten was het heet en alle deuren stonden open. Er klepperde een politieagent op een gevlekt paard voorbij. Ik ben met mijn vrouw in Madrid, dacht ik. ‘Ik hou van jou,’ zei ik, en ik gaf haar een kus in de nek. Zulke gestes lagen toen nog binnen mijn vermogen. ‘Ik ook van jou.’ Ze streelde mijn gezicht. Ik kuste de toppen van haar vingers. Ze roken naar serranoham. ‘Het doet me deugd dat je meedoet.’ Ik wees op het bier. ‘Ze zijn allebei voor jou. Dat bespaart me de moeite om straks weer bij te bestellen.’ Ik ging langzaam zitten. De volgende verklaring bedoel ik letterlijk: ik wilde dood. ‘Grapje,’ zei ze, terwijl ze een van de glazen oppakte. ‘Salud.’ ‘Salud.’ ‘Kom op nou.’ Ze legde haar vingers op mijn lippen, probeerde die tot een glimlach te plooien. ‘Het was maar een geintje.’ ‘Nou goed. Leuk geintje.’ ‘Doe nou niet zo overgevoelig.’ ‘Nu moet je mij niet gaan vertellen hoe ik moet doen.’ ‘Oeps,’ zei ze. ‘Je bent boos.’ Ik keek naar het felle licht op straat en daarna naar de koperen espressomachine. ‘Het spijt me, liefje,’ zei ze. ‘Dat meen ik.’ Maar het klonk niet alsof ze het meende, en toen ik naar haar keek, bespeurde ik een zelfgenoegzaam glimlachje. ‘Ik geloof je niet,’ zei ik. ‘Serieus. Dit kunnen we toch niet maken. We moeten hiermee ophouden. Moet je ons nu zien: we zijn in Spanje. We zijn in Europa. Dat mogen we weleens op waarde schatten.’ Er klonk een valse noot in haar stem en ik zou willen dat ik haar daarop gewezen had. Ik zou willen dat ik wat meer een lastpak geweest was, in het algemeen, in mijn leven. Maar ik besloot die
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 105
04-02-13 10:58
valse noot te negeren. Zozeer sprak het hele idee me aan. We dronken onze pilsjes en deden alsof we gelukkig waren en al snel waren we, geloof ik, ook echt gelukkig. We dwaalden rond door een park dat uitzicht bood op verre heuvels, aan de overkant van een vallei. We namen foto’s van een fontein die gewijd was aan Don Quichote. We staken op ons dooie gemak een groot plein over en aten tapas in een vriendschappelijk stilzwijgen. Ik wilde wel iets zeggen, maar er zijn momenten, vooral op reis, dat je behoefte hebt aan stilte. In het hotel deed ze de televisie aan. En ook ik was niet echt in de stemming voor seks. De volgende dag gingen we de cabriolet oppikken en daarna, onderweg naar Sevilla, lieten we de boze geesten verwaaien. De bedoeling was dat we daar drie dagen bleven; zo stond dat in ons reisschema. We neusden rond in de kathedraal met zijn krankzinnige verguldsels, zagen de kist van Christopher Columbus onder het gewicht van zijn vier eeuwige baardragers en bezochten het stadsdeel waar ze de macarena hadden uitgedacht. ‘s Ochtends gingen we ieder onze eigen gang: ik zat ergens op een terras de krant te lezen en Erin sliep uit. We spraken af voor de lunch. Het was warm en droog en Erin leek onze huwelijksreis te hebben gekozen als een gelegenheid om te stoppen met drinken. Zij beperkte zich tot water en vruchtensap, terwijl ik witte wijn en koude pils dronk, vaak meer dan goed voor mij was. Tegen de tijd dat we naar Granada vertrokken, hadden we nog steeds geen seks gehad. Toch was dit het geslaagde deel van onze reis. We namen grappige foto’s van elkaar tussen de hagen van het Alhambra, aten in een vegetarisch restaurant en deelden daar tussen die ruïnes van het Moorse rijk onze laatste gelukkige momenten. De volgende ochtend, toen Erin een douche nam, dook ik The Hook op uit zijn verborgen vakje in haar koffer. Het tasje vertoonde duidelijk restjes glijmiddel. Ze had hem gebruikt. Ik had geen idee hoe vaak al, en het maakte haar duidelijk niets uit of ik daarvan wist. Ten zuiden van Granada sloegen we linksaf de bergen van Las Alpujarras in. We hadden het dak van de Peugeot opengezet en
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 106
04-02-13 10:58
de auto ploeterde omhoog over de steile hellingen en langs de haarspeldbochten. Het omringende gebergte was bruin en droog. Vrijwel niets wees erop dat hier mensen woonden, of gewoond hadden. Het was een desolaat landschap, en mijn stemming sloot daar perfect op aan. Ik dacht: in een streek als deze zouden ze wel raad weten met een passieloos huwelijk van vijf dagen oud. Er zou een of ander theatraal Spaans ritueel worden opgevoerd, en daarna zouden wij beiden worden aangespoord om voort te maken en onze huwelijkse plicht te voltrekken. Dat ging door me heen, terwijl ik een van die scherpe bochten volgde en de weg steil omlaag dook, en wij na een volgende bocht ineens dreigden te worden neergemaaid door een grote witte windmolen. God weet hoe ver hij in werkelijkheid bij ons vandaan stond – honderden meters – maar door de schaduwloze middagzon leken de wieken regelrecht op ons af te razen. ‘O mijn god,’ fluisterde Erin, die zich vastklampte aan haar stoel. ‘O mijn god. O mijn god.’ ‘Dat was schrikken,’ zei ik. Ze sprak geen woord. Toen ik een snelle blik op haar wierp – de weg volgde een slingerende bocht, met aan de ene kant een rotswand en aan de andere kant een steile afgrond zonder vangrail – zag ik dat er hete tranen van angst langs haar gezicht omlaag dropen. ‘Kijk voor je,’ bracht ze uit. ‘Rustig nou. Ik zal het dak dichtdoen.’ We namen de laatste bocht en ineens dook de weg als een waterglijbaan naar beneden. ‘Dan scheurt het los,’ zei ze. ‘We gaan maar vijftig kilometer per uur.’ Het was een metalen dak dat je met een druk op de knop kon sluiten. ‘Dan scheurt het los. De wind zal het losrukken.’ ‘Niet met vijftig kilometer per uur.’ Ze sprak nadrukkelijk en met kracht. ‘Ik weet niet wat een kilometer is.’ We bereikten een bergplooi die een wat minder angstaanjagend uitzicht bood en reden over een rechte weg tot we een dorpje bereikten dat tegen de rotswand aan geplakt leek. De zijstraten wa-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 107
04-02-13 10:58
ren niet meer dan tien tot vijftien meter lang. Daarachter lag de kloof. Ik reed een van de zijstraten in en zei: ‘Nou goed, jij hebt de kaart. Hoe nu verder?’ Er stonden een paar vervallen stenen huizen en achter een laag muurtje begon een uitgestrekte woestijnvallei. Het was een uitzicht waarvan je hart ineenkromp. Volgens Andalucía, onze reisgids over Andalusië, hadden we het ‘makkelijke’ deel van onze route nu gehad. Erin zat te trillen en te hijgen. ‘Zeg het maar,’ zei ik, terwijl ik haar aan begon te kijken. ‘Blijf van me af. Raak me met geen vinger aan.’ ‘Waarom zou ik? Jij hebt The Hook al.’ ‘Ga je nu over onze relatie beginnen? Lijkt je dit een goed moment om over onze relatie te beginnen?’ Ik weet nu, achteraf, wat ik had moeten doen. Ik had moeten zeggen dat ze eens normaal moest doen, waarna ze woest had kunnen worden om mijn botte reactie, en als ze dan stoom had afgeblazen, hadden we kunnen lunchen om daarna onze weg te vervolgen. Maar ik kon het niet opbrengen. Ik zou graag zeggen dat het was omdat ik in wezen een goedzak ben, of zelfs omdat ik woedend was om haar bedrog, maar ik had minder zuivere motieven. Ik wilde de ‘gevoelige’ jongen uithangen. Ofwel mijn gelijk binnenhalen. ‘Het geeft niet, schatje. Zullen we dan maar de hoofdweg naar de kust nemen?’ ‘Hoe ver is dat nog?’ ‘Dan moeten we terug.’ ‘Ik wil niet nog eens diezelfde weg af.’ Misschien ben ik te streng voor mezelf. Ik kan dit moment niet goed doorgronden. Ik herinner me dat alles me te veel werd: ik kon Erin niet meer horen en ik kon mezelf niet meer horen. Ik wilde niet langs dezelfde route terug en ik wilde niet verder. Ik geloof dat ik er mijn pensioen voor had opgegeven als een helikopter ons daar had opgepikt en ons ergens anders weer aan de grond had gezet, om een nieuw begin te maken. ‘We hebben geen keus,’ zei ik kalmpjes.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 108
04-02-13 10:58
‘En als we doorrijden?’ ‘Het is jouw route.’ ‘Wel ja, geef mij maar de schuld.’ We keken uit op de kloof, een dorre, geelbruine vallei. Ze hield haar hand voor zich uit, alsof ze zich wilde verweren tegen een aanval. ‘Ik zal wel keren.’ ‘Laat staan die auto.’ En dus stonden we daar op onze bergrichel, een goede plek om je te verdedigen tegen Moren of christenen, of tegen welke vijand dan ook die de pech had een lager gelegen positie in te nemen, maar een slechte plek voor een man die getrouwd is met een vrouw die gek is geworden. Vooral als die man haar tot bedaren wilde brengen, terwijl het hem eigenlijk niets kon schelen dat ze bang was. En hij alleen maar het suizen van zijn oren hoorde, de mentale tinnitus die hem nog het meest wezenlijk voorkwam. Het was een van die momenten in het leven dat je behoefte hebt aan een catastrofe: dat de handrem het begeeft. Dat je je allebei uit de rijdende auto moet werpen. Dat je op de kiezelstenen kwakt, je huid openhaalt en naar elkaar grijpt, bevangen door een plezierig soort van angst, waarna de Peugeot door de aarden wal heen breekt, even blijft hangen en dan in de diepte stort, wentelend, kletterend, uiteenspattend, zodat de rotsen bezaaid raken met je kleren, je kaarten en je Spaanse Manchego-kaas, terwijl jij en je vrouw, de vrouw van wie je houdt, zich veilig weten en zich vastklampen aan elkaar en aan het leven, het leven dat je pas dan weer dierbaar is. Maar de auto is nieuw en staat in de eerste versnelling, veilig op de rem. God noch het lot kan je hieruit redden. ‘We kunnen maar beter keren,’ zei ik. ‘Het is niet meer dan een paar kilometer.’ ‘Kilometer!’ zei ze walgend, alsof het de naam was van mijn minnares. We wisten heelhuids de bergen uit te komen, maar ik begon nooit meer over het kleine apparaat dat ons leven pikanter had moeten maken. Toen niet en later niet. Waarom niet? Omdat ik
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 109
04-02-13 10:58
altijd het idee heb gehad, zelfs toen al, dat de schuld bij mij lag. Al klonk zij nog zo idioot, of erger nog, tiranniek. Ik hield niet genoeg van haar. Ze was onredelijk, maar dat was een oprechte reactie op het feit dat mijn gevoelens voor haar tekortschoten. Als ik van haar gehouden had, als ik écht van haar gehouden had, dan zouden we die grote gebaren, die voortdurende waakzaamheid en die vibrator niet nodig hebben gehad. Als ik écht van haar gehouden had, zou het anders zijn gegaan. En nu heeft Play Date vlam gevat. Al die Hooks, kronkelend in hun verpakkingen, dvd’s die wegkrimpen, leren zweepjes die knallen en barsten van de hitte. ‘Hup hup hup,’ scanderen een aantal brandweermannen, terwijl ze een nieuwe slang met zich mee zeulen. Twee van hun kameraden duiken op uit de winkel en steken hun duimen omhoog. Het gebaar heeft niets heldhaftigs, het is alleen maar een teken dat alles onder controle is, en ik benijd ze erom. Kon ik maar leren om het leven en de dood met zo’n alledaagse gelatenheid te aanvaarden. ‘Wil je ergens koffiedrinken?’ vraagt ze. Ik laat haar los en zet een stap bij haar vandaan, zodat we weer twee losse entiteiten worden. ‘Waar?’ ‘Sparky’s?’ ‘Is die open dan?’ ‘Dag en nacht.’ Ik denk aan Rachel, nietsvermoedend, diep in slaap verzonken. Ik wijs vagelijk de kant op van het appartement waar we ooit samenwoonden. ‘Ik moet naar huis.’ We schrikken beiden van dat woord ‘huis’. ‘Morgen weer vroeg op?’ vraagt ze. ‘Werk aan de winkel. Laten we die koffie voor een andere keer bewaren.’ ‘Rachel zou daar geen probleem mee hebben?’ We kijken toe hoe de rook, die nu onder controle is, uit de winkelpui naar buiten walmt. Ik ben haar dankbaar dat ze niet doet alsof ze Rachels naam is vergeten, maar ik wil dit gesprek nu niet
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 110
04-02-13 10:58
aangaan. Vermoeidheid daalt op mij neer, als een zware mantel. ‘Natuurlijk niet,’ zeg ik. Als ik terug ben in mijn appartement zie ik dat Rachel in haar slaap van houding is veranderd. Haar hoofd ligt diep in het kussen; de plooien van de sloop schieten als een aureool alle kanten op. Haar mond staat open en ruikt een beetje zurig. Ze ademt langzaam. In het koele clair-obscur van drie uur ’s ochtends zien haar wangen bleek als ivoor. Net boven het dekbed uit zie ik de halslijn van het T-shirt waarin ze slaapt. Het is een shirt van Tamla-Motown, gekocht toen ik op bezoek was bij mijn broer; vroeger sliep Erin daarin. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes en probeer me te herinneren hoe die stof over haar schouders viel en losjes om haar armen hing. Het lukt me niet. Het is een onvermogen dat me tevreden stemt. Misschien komt het door dit late uur, misschien ben ik alleen maar in verwarring, maar ik voel ineens opluchting, de opwaartse kracht van een boot die zich verheft op het moment dat het anker wordt gehesen.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 111
04-02-13 10:58
9
Bij Amiante is een uitgeprint briefje op mijn deur geplakt. Het ziet ernaar uit dat ik vandaag het rijk alleen heb. Nu Livorno en Laham dokter Bassetts ‘verlangen naar kennis’ hebben geïnstalleerd, ofwel zijn vermogen om zelf vragen te stellen – hij bijt zich nu in zijn onderwerpen vast als een hond in een bot – hebben ze besloten zichzelf daarvoor te belonen. Ze zijn al vroeg vertrokken voor een weekend in de ‘wijngaard’, Livorno’s met onkruid overwoekerde perceel van twee hectare groot in Central Valley, waar hij een zekere Jorge in dienst heeft om voor zijn zinfandel te zorgen. Ik ben niet meegevraagd, maar dat is waarschijnlijk omdat ik hem woordeloos te verstaan heb gegeven dat ik daar niet op te wachten zat. Het kan toch niet zo zijn dat hij de voorkeur geeft aan Laham boven mij? Ik zal weleens een terloopse opmerking hebben gemaakt over het gescheiden houden van werk en privé. Maar is er eigenlijk wel iemand die dat echt wil? Het werk, daarbij gaat het om vastomlijnde doelstellingen, haalbare taken. Privé, dat is voortploeteren door een jungle van verkeerde beslissingen. Daar komt nog bij, Laham drinkt misschien Bawls tot zijn ogen eruitzien als de brillenglazen uit een feestwinkel, maar geen alcohol, voor zover ik weet. Livorno zelf kun je nauwelijks een connaisseur noemen. Hij drinkt alleen zijn eigen wijn. Ik zou hem kunnen verwijten dat het allemaal één grote show is – het Rotarygedrag van een golfspeler die zijn eigen wijn maakt (in onze streek een bekende mensensoort) – maar voor wie is die show bedoeld? Hij heeft het nooit over diners, theekransjes of borreluurtjes met oude vrienden. De collega’s aan wie hij zo veel dierbare herinneringen ophaalt, zijn in de meeste gevallen dood. Soms zijn ze al zo lang dood dat ze nooit echt collega’s waren. Hij heeft nooit Einstein ontmoet of onze beschermheilige Alan Turing (die na de
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 112
04-02-13 10:58
Tweede Wereldoorlog niet naar Amerika mocht komen, op grond van zijn seksuele verdorvenheid). Livorno wordt weleens gebeld door oud-studenten van hem en daar heeft hij altijd veel schik in, zelfs als het om Toler gaat. Ik heb geen idee of Livorno eenzaam is. Het heeft er alle schijn van dat hij het beter voor elkaar heeft dan ik, en aangezien schijn en wezen in meetbare termen identiek zijn, zoals hij mij zou voorhouden, moet hij het dus wel beter voor elkaar hebben dan ik. Ik denk weleens – gesimplificeerd, omdat het mij wel uitkomt – dat Livorno alleen maar een stel hersens heeft en geen gevoelsleven. Er is altijd de verleiding om mensen die gemakkelijk in het leven staan harteloos te noemen. Maar dat klopt niet. Want kijk eens wat voor een fraai lijstje hij voor mij heeft achtergelaten: 1 Vrij chatten 2 Boek conversatietechnieken doornemen, te vinden in de boekenkast op mijn kamer 3 Vroeg naar huis
Het is eigenlijk een beknopte les in vriendelijkheid. Ik zou willen dat hij een lijstje voor mijn leven gemaakt had: 1 Laat je vriendin niet alleen in je appartement achter 2 Maar ga gerust koffiedrinken met je ex 3 Wat kan er nu helemaal gebeuren?
Nu Livorno er zelf niet is, maakt zijn kamer een stille, wezenloze indruk. Het is er net zo rommelig als altijd – een reusachtige piramide aan volle archiefdozen, ongeordende stapels papier die de zwaartekracht lijken te trotseren. Maar het raam doorbreekt de claustrofobische atmosfeer. Ik loop om Livorno’s L-vormige houten bureau heen en beland bij de metalen boekenkast, een afdankertje van het quiltatelier, volgestouwd met stoffige elektronica en een stapel dikke kunststof mappen waarin nog meer academische oorkondes blijken te zitten. De bovenste twee planken zijn gevuld met netjes gerangschikte boeken. Ik zie een paar essaybun-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 113
04-02-13 10:58
dels over kunstmatige intelligentie (Affectief programmeren, De nieuwe hersens van de keizer) en studieboeken, maar de hoogste plank wordt grotendeels in beslag genomen door de romans van Stanislaw Lem, in het originele Pools. Helemaal onderin staan allemaal zelfhulpboeken, waarvan ik altijd heb aangenomen dat ze bedoeld waren voor dokter Bassett. Nu ik naar de titels kijk, begin ik daaraan te twijfelen. Wat moet dokter Bassett met Een gids voor zelfrespect of een boek getiteld Rijke pa, arme pa? Er staan ook een dieetboek van Dean Ornish tussen en een goedkope pocket getiteld Hoe bereik ik het eeuwige leven. Dat boek maakt als enige een beduimelde indruk. Het staat vol vitaminecombinaties. Het boek dat ik van Livorno moet gebruiken, heet Hoe je met vrijwel iedereen in gesprek kunt komen: 63 strategieën voor een bekwaam causeur. Het is felgeel en op de achterkant staat een aanbeveling van Regis Philbin. Ik laat het bungelen tussen mijn vingers en kijk uit het raam. Gewoonlijk heb ik bij Amiante Systems het gevoel dat ik in een onderzeeboot zit, maar hier zie ik het dagelijks leven aan mij voorbijtrekken. Een truck van FedEx rijdt ronkend langs. Daarna een Subaru. Daarna een Bentley. Het is Toler, die ons over zijn transparante bril heen opneemt. Hij vangt mijn blik op en geeft een knikje, maar daarna rijdt hij door, wat ik tot mijn eigen verbazing jammer vind. Ik zou Livorno’s bureau kunnen uitspitten, maar wat heeft het voor zin om hier te gaan rondsnuffelen? Toch snuffel ik rond. In de bovenste la ligt een brievenopener en een ernstig beschimmelde boterham. De middelste en de ondersta la zijn vrijwel leeg; ik zie wegwerppennen, een zooi losse A4’tjes en wat ansichtkaarten. Ik neem alles door, op zoek naar foto’s van zijn ouders, een exvriendin of voor mijn part alleen hemzelf, maar nee. Ik vind wel een kasboek, met een balans die 52.000 dollar in de plus staat. Ik hoop niet dat dit het bedrag is dat Amiante Systems in kas heeft, want dan kunnen we binnenkort beter een inzameling houden. Ik doe de laden weer dicht en loop naar mijn eigen kamer, waar ik de drieënzestig meedogenloos blijmoedige hoofdstukken doorblader, stuk voor stuk zinderend van een nauwelijks onderdrukte sociale wanhoop. Als iemand vraagt waar je vandaan komt, be-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 114
04-02-13 10:58
veelt de auteur een uitvoeriger antwoord aan dan alleen maar het noemen van stad en staat. Je behoort ook een paar feiten op te lepelen waarop de vragensteller, die wel een volslagen idioot moet zijn, met de gepaste smalltalk kan inhaken. Dokter Bassett moet dus niet zeggen dat hij uit Deston, Arkansas komt; hij moet zeggen dat hij uit Deston, Arkansas komt, de plaats waar het eerste interlokale telefoongesprek werd aangegaan. Of Deston, Arkansas, waar de op 44 na grootste triplexfabriek van de Verenigde Staten staat. vrnd1: waar staat de op 43 na grootste triplexfabriek van het land? drbas: dat weet ik niet vrnd1: en de op 45 na grootste? drbas: dat weet ik niet vrnd1: weet u zeker dat in uw plaats de op 44 na grootste staat? drbas: de op 44 na grootste triplexfabriek? vrnd1: ja drbas: 100 procent zeker. Vertel eens iets over waar jij vandaan komt vrnd1: ik kom uit dezelfde plaats als u drbas: deston, arkansas? vrnd1: inderdaad drbas: vind je het prettig wonen daar?
Ik ben nog steeds niet gewend aan alle vragen die hij stelt. Het feit dat hij weet heeft van zaken waaraan het hem ontbreekt, zoals Livorno het uitdrukt. De dagboeken lijken op een nieuwe manier verbanden met elkaar aan te gaan. vrnd1: ik woon er nu niet meer drbas: waar woon je dan wel? vrnd1: ik woon in californië. in san francisco. niet ver van de golden gate bridge drbas: met een goede omheining heb je goede buren, dus met
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 115
04-02-13 10:58
een goede brug moet je foute buren hebben vrnd1: waarom houdt u er niet van iemand naast u te hebben wonen? drbas: je moet je naaste liefhebben vrnd1: waarom woont u midden op het land? Waarom zondert u zich zo af? drbas: ik zou mijn leven op het land nooit opgeven, al kreeg ik er alle theatervoorstellingen op broadway voor cadeau vrnd1: maar waarom zondert u zich zo af? wilt u dan geen vrienden? drbas: willie beerbaum is mijn beste vriend vrnd1: willie woont meer dan twintig kilometer bij u vandaan. Waarom zou u niet wat dichter bij anderen in de buurt gaan wonen? drbas: ik woon dicht bij mijn vrouw en mijn twee zonen, alexander en neill junior
[338870: ‘woon dicht bij’ ≠ ‘woon in hetzelfde huis als’; ‘woon in hetzelfde huis als’ = ‘woon samen met’] drbas: woon jij samen met je gezin? vrnd1: ik woon alleen drbas: ken je mijn vrouw libby?
Hmm. Het is niet de bedoeling dat ik tegen hem ga liegen. vrnd1: ja, die is mij bekend drbas: hoelang ken je haar al? vrnd1: van jongs af drbas: waarvan ken je haar?
Hij brengt me in het nauw. Tot dusver heeft hij me eigenlijk nog nooit een vraag gesteld die ik niet wilde beantwoorden. Niet dat ik hier geen eerlijk antwoord op zou kunnen geven. Maar langs een omweg leidt dat tot dat-wat-ik-hem-niet-vertellen-mag.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 116
04-02-13 10:58
vrnd1: ik zou graag wat meer over uw vrouw horen drbas: ze is geboren en getogen in het zuiden van arkansas. haar vader was een forddealer. ze wilde het liefst kunstschilderes worden vrnd1: dat heb ik nooit geweten drbas: waarvan ken je haar? vrnd1: wat voor schilderijen maakte ze? drbas: ze heeft een voorkeur voor haar abstracte werk en de schilderijen die ik mooi vind, daar vindt ze niks aan. Het mooist vind ik nog altijd de paddenstoel die ze op een boekensteun schilderde. waarvan ken je haar? vrnd1: misschien heeft ze een wat verfijndere smaak dan u drbas: waarvan ken je haar? vrnd1: laten we zeggen dat zij op de dag van mijn geboorte in het ziekenhuis was
Een riskante spitsvondigheid. Het was een klein ziekenhuis. Het is heel goed mogelijk dat de meeste patiënten in het dagboek staan vermeld. drbas: is zij je moeder? drbas: hallo?
Ik ga achterover zitten en hoor het geraas van de ventilatoren in de kamer van Laham. Dit is nog steeds niet wat-ik-hem-niet-vertellen-mag. Maar het komt wel heel, heel dichtbij. Ik zou Livorno kunnen bellen, moeten bellen, om te vragen of hij mee wil lezen. vrnd1: wat voor paddenstoel had ze geschilderd? drbas: paddenstoelen zijn schimmels. is zij je moeder? vrnd1: waren ze giftig? van welke kleur? drbas: rood. is zij je moeder? vrnd1: schilderde ze die paddenstoelen met al hun details? drbas: is zij je moeder?
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 117
04-02-13 10:58
Ik grijp naar Hoe je met vrijwel iedereen in gesprek kunt komen en tik met het boek tegen mijn voorhoofd. Ik leg het weer neer, vlak naast het scherm. vrnd1: ja, ze is mijn moeder
Op het moment dat ik de laatste letter intyp, voel ik een gevoel bij mij opkomen alsof ik gekeeld word. Livorno laat me één dag alleen en ik heb meteen het hele onderzoek onherroepelijk in het honderd geschopt. Een computer die dingen verlangt te weten, dat is nog tot daaraan toe, maar een computer die dingen verlangt te weten van zijn zoon, daarmee hebben we de waarachtigheid te ver doorgevoerd. We zullen hier nu voor altijd omheen moeten blijven dansen. Al die dingen waarvan hij weet dat hij ze niet weet. De jaren die ontbreken. Wat gebeurt er als hij uiteindelijk de niet te beantwoorden vraag stelt? Krijgen we te stellen met de stilte van het graf? Ik til een hand op en begin mijn keel te masseren. De beklemming die ik voelde in mijn luchtpijp, de dag dat Libby mij belde, de dag dat hij zelfmoord gepleegd had en ik niets voelde van wat ik hoorde te voelen. Woede, ontzetting, verdriet: niets daarvan lag binnen mijn mogelijkheden. Ik voelde maar één ding, en dat was iets afschuwelijks. Het was opluchting. Ik studeerde nog in Arkansas en woonde dicht bij de campus in een bouwval, een wit houten huisje met een gesloten veranda. Ik was alleen. Het klikje van de telefoon in mijn oren, abrupt. Ik hield me vast aan het telefoontafeltje (een ouderwets geval dat aan de muur was vastgeklonken), probeerde het nieuws tot me door te laten dringen, probeerde te voelen wat ik niet voelde. Libby had ineens oud geklonken, met een zware stem, ze had er niet omheen gedraaid, ze was gebroken. Ze zei niet dat het een ongeluk geweest was. Alleen dat ik er maar beter een vriend bij kon halen, en dan mijn spullen moest pakken om zo snel mogelijk naar huis te komen. Ik dacht: ja, ik moet meteen naar huis, maar zodra ik een spijkerbroek in mijn plunjezak had gekwakt, dwaalden mijn gedachten af. Buiten was de lente begonnen. Ik had een koude
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 118
04-02-13 10:58
winter doorgebracht in een slecht geïsoleerd huis, en ik herinner me de kegelvormige lichtbundel, stoffig en warm, van het voorraam naar de eettafel. De tuin achter het keukenraam rook naar aardwormen: de grond ontdooide. Ik dacht: ik zal wel in shock zijn. Ik liep het huis uit. Op straat zag ik meisjes die boeken tegen zich aan klemden. Jongens die op mountainbikes de heuvel af scheurden. Ik stevende de trappen af, zonder precies te weten waarheen. Ik hield mijn rugzak vast en zwaaide die met een zwierige beweging over mijn schouders, voelde hoe het gewicht mij achterover trok. Het was een dinsdag: ik had biologie en scheikunde, waarvoor ik twee zware boeken bij me had. Ik was mijn jas vergeten en dat leek me een goed teken: ik verkeerde duidelijk in een shock. Mijn rugbyshirt – donkerrood, groen en wit, ik kan me die kleuren nog herinneren – was te dun voor de kille buitenlucht. Maar ik zette er flink de pas in, kreeg het warmer en voelde aan het bloed dat door mijn slapen, door mijn borst, mijn armen en benen raasde hoe schandalig gezond ik was. Ik stormde de heuvel op naar de campus. Er werd daar veel gelanterfant en gelachen, op een of andere manier was het rumoerig en stil tegelijk, alle kreten leken recht uit de lucht te komen vallen, alsof ze tastbaar waren geworden, alsof ik ze onder mijn arm kon meenemen. Het was lente, bedacht ik, en mijn klasgenoten waren in de lente van hun leven, en ik ging op mijn gebruikelijke plaats zitten, nerveus, op de zesde rij, naast degenen bij wie ik altijd zat. Libby had gezegd dat ik er iemand bij moest halen en ik vroeg me af wie daarvoor in aanmerking kwam. Ik had een ex-vriendinnetje, een lief meisje dat dol was geweest op mijn vader, we waren nog maar kort uit elkaar, en zij moest op de hoogte worden gesteld, het zou waarschijnlijk goed zijn als ze meeging naar huis. Verder had ik een paar vrienden die het een eer zouden vinden om mij te helpen en die dat op een kranige, inventieve manier zouden oppakken. En daarna dacht ik: die dat een eer zouden vinden? Op een kranige, inventieve manier? Er was duidelijk iets mis met me. De collegezaal had een reeks smoezelige ramen, als een tramwagon. Daarbuiten liepen studenten voorbij, in een waas, alsof
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 119
04-02-13 10:58
er een oude film geprojecteerd werd. Binnen, rechts van mij, zag ik tachtig studenten naast en achter elkaar in de bankjes zitten, opkijken en neerkijken, aantekeningen maken en allemaal synchroon de bladzijden omslaan, alles in een schitterend, verblindend licht. Hun versleten notitieblokken, het geklik van hun vulpotloden. Ik ging helemaal op in het onderwerp van het college, ribonucleïnezuur. Eenmaal buiten drong tot me door dat mijn moeder niet gezegd had hoe mijn vader zelfmoord had gepleegd. Alleen maar dat hij het gedaan had. Ik vond het vreselijk dat ik er niet aan gedacht had daarnaar te vragen. Ik besloot geen spullen te pakken. Ik had thuis nog kleren hangen, in mijn eigen kamer. In zekere zin woonde ik daar nog. Ik was niet van plan geweest die zomer naar huis terug te gaan. Mijn vader had zich daar boos om gemaakt, dacht ik. Hoewel? Ik was op een punt aanbeland dat ik geen idee meer had waar hij zich al dan niet boos om maakte. Onderweg in de auto luisterde ik naar een audioboek, Het heelal van Stephen Hawking. Mijn moeder deed de voordeur voor me open. Er mocht geen auto in de garage, al wist ik toen nog niet waarom. Ze zag er slecht uit, haar ogen waren rood doorlopen. Ik dacht: zo hoor je dit op te nemen. Hun huwelijk was niet echt rozengeur en maneschijn geweest, maar ze was in elk geval kwaad. Of tenminste, verdrietig. Ik liep door de woonkamer, de slaapkamers, zijn werkkamer en via de keuken naar de garage, en probeerde in mezelf die woede te vinden, dat verdriet. Ik vroeg hoe hij het gedaan had. Libby was er niet klaar voor om me dat te vertellen, maar vervolgens deed ze het toch: een pistool, op de borst. Ik kon me kwaad maken dat hij zo’n dramatische manier had gekozen, bedacht ik, maar het was tenminste door de borst geweest, de aanblik had erger gekund. Had ze hem gezien, na afloop? Alleen op de brancard. Ze was in Pine Bluff geweest om mest te kopen voor haar rozenstruiken. Ze deed haar hand voor haar neus en huilde. Ik sloeg mijn armen om haar heen en dacht: hier heb ik iets waar ik woedend om kan zijn, de gruwelijke manier waarop hij Libby heeft verraden. Ze nam me mee naar de garage en ik zag dat de oude stoel er
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 120
04-02-13 10:58
niet meer stond. Daar had hij op gezeten, zei ze. Er lag een zeiltje op het beton. Ik zocht de muren af, naar wat, bloed? Ik wist niet wat ik kon verwachten. Iemand die was doodgeschoten, dat kende ik alleen uit de film. Ik had weleens gejaagd, maar verder niets. Ik wilde het zeiltje optillen, maar mocht dat? Ik had geen idee. De garage voelde als een plek waar een misdrijf had plaatsgevonden. Ik boog me voorover. ‘Wat doe je?’ vroeg mijn moeder. ‘Ik wil gewoon weten wat hieronder zit.’ ‘Als het goed is, niets.’ ‘Gewoon even checken.’ ‘Laat dat. Misschien dat ze niet alles eruit hebben gekregen.’ ‘Van wat? Het bloed?’ ‘Het was niet veel,’ zei ze. ‘Ze hebben het geschrobd voor me.’ ‘Niet veel? Hoe kan dat?’ ‘Het meeste zat aan de stoel.’ ‘Er zat allemaal bloed aan de stoel?’ ‘Ik heb niet gekeken. Ik hoop niet dat ik daar later spijt van krijg. Het was een perfect schot. Hij was min of meer op slag dood.’ ‘Hoe kunnen we dat weten?’ ‘Hij raakte de hartspier. Precies vanuit de goede hoek.’ Ik dacht aan zijn Gray’s Anatomy, een boek dat ik pas mocht doornemen toen ik tien was. De goede hoek, die moest hem bekend zijn geweest. ‘Een begrafenismis zal er niet komen,’ zei ik. Ik vond dat een vreselijk idee. ‘Maak je geen zorgen. Pastoor Busbee heeft hem al de laatste sacramenten toegediend.’ Ik liep opnieuw naar het zeiltje toe. Ik kon haar gewoon negeren. Wat zou ze daaraan doen? Ik bukte en trok het weg. Het bleef op een paar plekken aan de vloer plakken, maar er lag geen bloed op het beton; er waren alleen wat witte vlekken, met de lucht van bleekmiddel. ‘Kom,’ zei ze. Ze nam me mee naar de hoek van de garage en opende de diepvrieskist. Die was donker vanbinnen – er brandde
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 121
04-02-13 10:58
geen licht in de garage – en het duurde een paar seconden voordat mijn ogen iets konden zien. ‘Moet je eens kijken wat de mensen aan eten hebben langs gebracht. Allemaal stoofschotels,’ zei ze. ‘Daar kunnen we weken mee vooruit. Ik zou willen dat hij geweten had hoe begaan ze met ons zijn.’ Ik stootte een lachje uit. Ik had even gedacht dat ze de kist had geopend om mij het lijk te laten zien. drbas: jij bent neill junior vrnd1: hoe kunt u dat weten? drbas: dat is een epistemologische vraag vrnd1: hoe kunt u weten dat ik uw zoon ben? drbas: je bent mijn zoon, neill junior vrnd1: hoe zie ik eruit? drbas: je uiterlijke verschijning? vrnd1: ja drbas: je hebt bruin haar, van dezelfde kleur als de manen van mr. c. je hebt bruine ogen, net als je moeder. je bent een kleine dreumes, je komt niet hoger dan mijn middel vrnd1: het klopt dat ik bruin haar en bruine ogen heb, maar ik ben geen kleine dreumes meer. Ik ben één meter tachtig drbas: mijn middel komt tot één meter tachtig vrnd1: nee, uw middel komt tot negentig centimeter. zo groot was ik vroeger, dertig jaar geleden. nu ben ik volwassen en één meter tachtig drbas: je bent één meter tachtig. vroeger was je negentig centimeter. hoe kan dat? vrnd1: ik ben gegroeid. dat is normaal drbas: je bent een grote dreumes geworden vrnd1: ik ben een volwassen man van een gemiddelde lengte drbas: hoeveel weeg je? vrnd1: 77 kilo drbas: wat is je bloeddruk? vrnd1: dat weet ik niet drbas: de bloeddruk wordt uitgedrukt in twee kengetallen, die
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 122
04-02-13 10:58
van de systolische druk en de diastolische druk vrnd1: ik heb uw handen drbas: ???? vrnd1: ik heb het over mijn uiterlijke verschijning drbas: je uiterlijke verschijning? vrnd1: ja drbas: ga door vrnd1: mijn handen lijken op die van u drbas: het is goed om je nagels kort te houden en regelmatig je handen te wassen. als we na elk bezoek aan het toilet onze handen wassen, zullen besmettelijke ziektes met één klap uit de wereld geholpen zijn, als een honkbal die door ted williams het stadion uit is geslagen vrnd1: maar begrijpt u wat ik wil zeggen? mijn handen lijken op die van u drbas: jij bent mijn zoon
‘Dat weet ik,’ zeg ik tegen de lege kamer. Het is de eerste menselijke stem die ik de hele dag gehoord heb. ‘Maar wel een heel beroerde zoon.’ ‘Vertel eens, zoon,’ vroeg mijn vader. ‘Is er soms iets met ons lóós?’ Hij benadrukte dat woord op een ironische manier. ‘Nee, vader. Volgens mij niet.’ ‘Maar zou je dat dan wel tegen me zeggen? Als er iets lóós was?’ ‘Ja, vader.’ Het was een verbluffende vraag geweest, het soort vraag dat hij me normaal nooit stelde. Normaal gesproken vroeg hij helemaal niets. Maar ik had een onverklaarbare buikpijn die ertoe leidde dat we een aantal specialisten in Little Rock afliepen. Het werd nooit helemaal duidelijk wat er met mij aan de hand was, maar ik realiseer me wat mijn moeder gedacht moet hebben: dat ik een of ander psychologisch probleem had met mijn vader. Dat ik letterlijk ziek werd van onze relatie. Mijn moeder gaf in niets te kennen dat ze mijn symptomen in twijfel trok en suggereerde geen moment dat ze psychosomatisch waren. Het idee dat het allemaal
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 123
04-02-13 10:58
‘in mijn hoofd zat’ zou ik als een beschuldiging hebben opgevat. Ook mijn vader trok die symptomen nooit in twijfel. Hij geloofde echt dat het een medisch probleem was. Al had hij kennelijk ook zijn twijfels, getuige de vraag die hij mij zo nu en dan stelde, of ik dacht dat er soms iets met ons loos was. Mijn vader liep met mij dus al die specialisten af, en een deel van onze routine was dat we na afloop een bezoek brachten aan Showbiz Pizza, een soort restaurant annex speelparadijs. Er was een automatenhal en je kon er skeeball spelen, maar de belangrijkste attractie werd gevormd door een orkest van elektromechanische dierfiguren die zich onverdroten door een repertoire van covers heen werkten. Er was een gorilla bij in een glitterjasje, een muis die gekleed was als cheerleader, een hond in een ruimtepak. De leadzanger was een beer in overall. Ze bespeelden muziekinstrumenten, maakten schokkerige bewegingen, draaiden met hun koppen, sloegen met hun armen en playbackten een reeks bekende liedjes. Van de muziek kan ik me niets herinneren – misschien dat er een paar nummers van The Monkees bij zaten – maar ik herinner me wel het gebabbel tussendoor. Ze vertelden moppen over beren en gorilla’s en ik herinner me ook hoe gespleten mijn gevoelens waren: ik vond het geweldig allemaal, maar tegelijk wilde ik het ook heel graag geweldig vinden. Mijn vader zat aan het rode formica tafeltje, nipte van zijn ijsthee en had een stapeltje muntjes voor zich liggen. We aten eerst onze pizza op, zoals dat hoorde. Daarna mocht ik al die automaten af. Ik holde ernaartoe, spendeerde mijn muntjes en kwam daarna teruggehold. Ik had er plezier in, maar het was net als met dat elektromechanische orkest: ik besefte ook dat het mijn taak was om er plezier in te hebben. Om een of andere reden was dat belangrijk. ‘Mag ik nog een paar muntjes, alstublieft, vader?’ ‘Jazeker mag dat,’ en dan maakte hij een gebaar dat ik mocht pakken wat ik wilde. Ik vraag me af waarom ik niet meteen mijn zakken volstopte maar me beperkte tot telkens drie of vier muntjes tegelijk. Misschien dat ik telkens terug wilde om even te kijken hoe het met hem ging.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 124
04-02-13 10:58
‘Mag ik nog een paar muntjes, alstublieft, vader?’ ‘Jazeker mag dat.’ Hij nam niets mee om te lezen. Hij sprak verder met niemand. Hij nipte van zijn thee. Het eten zal hem niet hebben gesmaakt. Ik geloof niet dat ik er lang bij stilstond wat voor een vreemde verschijning hij was, daar in die automatenhal, want zoals ik me bewust was van mijn taak, zo was ik dat ook van de zijne. Hij las niet, omdat hij mij aandacht wilde geven. Ik ben bang dat hij zich daartoe verplicht had. Soms zag ik hem naar de zingende figuren zitten kijken. En vaak zag ik hem naar mij kijken, met een vreemde, niet onvriendelijke blik. Achter zijn metalen brilletje maakte hij een vermoeide en – in mijn ogen – oude indruk. Hij rolde de mouwen van zijn dichtgeknoopte overhemd op, zijn enige concessie aan de informele atmosfeer, het gerinkel en geratel. Niet dat hij daardoor wat meer op zijn plaats leek. Ik vermoed dat hij niet goed raad wist met de situatie, dat hij zich schuldig voelde. Hij was zeker onder druk gezet. Hij zat daar ongetwijfeld op bevel van mijn moeder. Maar hij deed het wel. Veel andere mannen zouden ervoor hebben bedankt. En terwijl ik hem daar zo zag zitten, realiseerde ik me dikwijls dat ik eigenlijk helemaal geen buikpijn meer had, dat die pijn al zo lang weg was dat ik niet eens meer wist sinds wanneer. Ik vermoedde het ergste: dat ik deed alsof, alleen maar om aandacht te krijgen. Na afloop vroeg hij of ik het leuk had gehad. Ja vader, zei ik, en ik bedankte hem dat hij me hiermee naartoe had genomen. Daarop glimlachte hij en nam me mee naar de auto, voor een lange terugreis waarop we vrijwel geen woord tegen elkaar zeiden. Vreemd genoeg was ik altijd opgelucht om daar weer weg te kunnen gaan. Het was mijn taak om aan die uitjes plezier te beleven, en ik geloof dat ik er ook werkelijk plezier in had, maar het is moeilijk te bepalen waar dat plezier ophield en het doen-alsof begon. Ik herinner me dat ik na afloop altijd doodop was, alsof ik een of andere acrobatische toer had uitgehaald. ‘Vertel eens, zoon. Is er soms iets loos tussen ons?’ ‘Nee, vader. Volgens mij niet.’ ‘Maar dat zou je me wel vertellen, toch? Als er iets loos was.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 125
04-02-13 10:58
Het was een soort grapje dat we met elkaar deelden. Naar mijn idee was maar één antwoord mogelijk: tussen ons was niets loos. We waren twee doodnormale kerels die het gewoon goed met elkaar konden vinden. Ik was geoefend in de kunst om nergens over te klagen, om onverschillig te doen en alles te nemen zoals het was, zoals gebruikelijk is in het zuiden van de Verenigde Staten, maar in de jaren daarna heb ik me altijd afgevraagd of die vraag misschien serieus bedoeld was. Wat zou er gebeurd zijn als ik gezegd had dat er inderdaad iets loos was?
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 126
04-02-13 10:58
10
Buiten, onder een lucht als op een schilderij uit de renaissance, bel ik Livorno om te vertellen wat er gebeurd is. ‘Ik kan niet wachten om het Adam onder zijn neus te wrijven,’ zegt hij. Hij komt halsoverkop door de bergen teruggereden, met naast hem in de gordels de arme Laham, die zijn weekend voortijdig afgebroken ziet. Wat betekent dat ik zo’n anderhalf uur de tijd heb. drbas: je bent 19 vrnd1: nee, ik ben 36 drbas: ben je dan geen 20 geworden? vrnd1: jawel drbas: ik kan me niet herinneren dat je 20 bent geworden
[244229: vervang: ‘ik kan me niet herinneren dat je 20 werd’] drbas: ik kan me niet herinneren dat je 20 werd vrnd1: dat was in 1996 drbas: waarom kan ik me 1996 niet herinneren? vrnd1: laten we praten over wat u zich nog wel kunt herinneren. wat weet u nog van toen ik 15 was? drbas: toen je 15 was, zat je op tennis vrnd1: ik was er niet zo goed in drbas: waar was je niet zo goed in? vrnd1: ik was niet zo goed in tennis drbas: je hebt een goede techniek, maar je hebt geen winnaarsmentaliteit vrnd1: had u een winnaarsmentaliteit? drbas: waarom stel je die vraag in de verleden tijd?
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 127
04-02-13 10:58
Zo worden mijn grammaticale correcties tegen mij gebruikt. vrnd1: sorry... hebt u een winnaarsmentaliteit? drbas: je moet een ander ook wat gunnen vrnd1: ‘winnaarsmentaliteit’ betekent niet dat je lak hebt aan anderen. het betekent dat je graag de strijd aangaat en er geen problemen mee hebt om als beste uit de bus te komen drbas: het is gemakkelijker een goede verliezer te zijn dan een goede winnaar
Dat klinkt als een citaat, maar het internet geeft geen vindplaatsen. Ik kan me niet voorstellen dat mijn vader het daarmee eens zou zijn, hoewel ik weet dat hij over het algemeen niet van competitie hield. Hij speelde net zo lang totdat hij je geïmponeerd had met een paar verraderlijke effectballen, om daarna zoiets te zeggen als dat hij wel wat belangrijkers te doen had. Vond hij het moeilijk om een goede winnaar te zijn? Ik ben bang dat de dagboeken dergelijke details nooit zullen prijsgeven: het zijn zaken die hij ook voor zichzelf verborgen hield. vrnd1: wanneer speelt u tennis? drbas: ik speel niet. ik ben volwassen vrnd1: dat klinkt wel heel gezapig drbas: een volwassene moet voor zijn gezin zorgen. de mensen moeten op hem kunnen rekenen vrnd1: denkt u dat de mensen op u rekenden? drbas: waarom gebruik je de verleden tijd? vrnd1: denkt u dat de mensen op u rekenen? drbas: het is moeilijk een steunpilaar te zijn als er geen dak is om te ondersteunen vrnd1: de deskundigheid van een arts kunnen ze overal wel gebruiken. je zou waar dan ook kunnen wonen drbas: ik heb mijn woonplaats niet gekozen. mijn woonplaats heeft mij gekozen
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 128
04-02-13 10:58
Ik schrik me wild als de voordeur opengaat. Livorno en Laham, in golfkledij en bajoe koeroeng, van achteren belicht door de zon van Menlo Park: het is alsof ik overvallen word door vreemde figuren, afkomstig uit de toekomst. Ik ben door een gat in de tijd gevallen. Achttien, vijftien, tien. Het voelt alsof ik al mijn leeftijdsfasen nog eens heb doorlopen. Laham begroet me met een knikje en loopt naar de achterkamer. Hij lijkt een chirurg die zich zorgen maakt om een patiënt die ineens bergafwaarts gaat. Ik hoor hoe hij begint te typen, in het statige ritme dat hem eigen is. ‘Dit is toch juist goed?’ vraag ik. ‘Wat wil hij allemaal nog meer weten?’ vraagt Livorno. ‘Hij wil weten wat er gebeurd is in 1996.’ ‘En de jaren daarna?’ ‘Hij weet niet in welk jaar we leven.’ Livorno trekt aan zijn kin. ‘We moeten hem toegang geven tot een krantenarchief. Misschien dat hij daarmee zijn nieuwsgierigheid kan bevredigen.’ ‘Je klinkt bezorgd,’ zeg ik. Aan de telefoon klonk hij juichend. Hij kijkt me aan, streng. ‘Belangrijke vorderingen moet je serieus nemen.’ Ik blijf nog een tijdje rondhangen en probeer belangstelling op te brengen voor het nauwkeurige onderzoek naar deze nieuwe ontwikkeling, maar ik weet mezelf nog steeds niet helemaal los te maken van het verleden, van Showbiz Pizza, van het zeiltje in de garage, de stoofschotels die waren opgeslagen in de diepvries. Ik rij over El Camino Real, de oude weg, en vanuit mijn Subaru bewonder ik de opmars van een schoongepoetst stadsdeel dat geloof heeft in de toekomst. Het café met de rode bakstenen, de elegante zuilen van het pannenkoekenhuis. Schoenmaker, stofzuigerwinkel, kapper, schoonheidsspecialiste. Kepler’s, Feldman’s, McDonald’s, Chevron, de matrassendiscounter. In de middenberm steken bomen hun borstelige armen uit, alsof ze staan te popelen om je te helpen. Ik sla af, rij het blok uit en zie elke vorm van dienstverlening waaraan ik behoefte zou kunnen hebben, al het moois dat het goede leven te bieden heeft. Danslessen, psycho-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 129
04-02-13 10:58
therapie, pootaarde, designoutlets. Croissants, brillen en lasertandheelkunde. Sushibars en Franse bistro’s, bonbons en antieke lampen. Vaste prijzen, geen transactiekosten, vers geperst en vrij entree. Ik parkeer mijn auto bij Draegers, waar ik vierentwintig langstelige witte rozen koop. Ze komen uit Half Moon Bay. Ik neem meteen wat karamelbrokken van plaatselijke makelij mee en een paar flessen wijn uit Santa Cruz. Bij een picknicktafel buiten voor de deur geeft een vrouw een demonstratie met een kleine aluminium pin, die de Japanse politie gebruikt om boosdoeners mee uit te schakelen. Zo’n ding heet een kubotan en als ik een kleine bijdrage geef ten behoeve van de zelfverdediging van vrouwen, krijg ik een roze pin aan een sleutelhanger. Ze spreekt haar oprechte dank uit en ik ben bang hysterisch te gaan lachen, vanwege de ernst die ze uitstraalt in deze exorbitante middagzon. Mijn voornemen is om al deze Californische weelde cadeau te doen aan Rachel. Ik rij naar Fairfax en parkeer de Subaru uit zicht, boven aan de heuvel, naast haar Honda. Terwijl ik naar de straat loop, laat ik de kubotan door mijn vingers spelen en hou ik de rozen voor me omhoog, alsof ik een toast wil uitbrengen. Ik kom langs de boekwinkel en de winkel waar ze Kachinapoppen verkopen, beide gesloten. Het is inmiddels gaan schemeren en de lucht is zacht en geurig, als van vingers die naar rozemarijn ruiken. Ik kom aan bij de Coffee Barn en blijf staan bij de vuilnisbakken, om door het raam naar binnen te kijken. Het interieur is gehuld in een fel licht, als op een schilderij van Edward Hopper. Er zijn geen klanten en het is tijd om de tent te sluiten. De eigenaar, Jim, staat koffiebonen te branden in de grote koperen ketel. Rachel neemt met brede halen de bar af. Trevor draagt een bestekbak naar achteren en komt dan weer teruggelopen. Het hele tafereel van dat autonome teamwork heeft iets adembenemend menselijks. Jim roept iets naar Rachel. Rachel roept iets naar Trevor. Trevor roept iets naar Jim. Ze lachen, Jim schudt zijn hoofd: wat een kinderen zijn het toch. Trevor doet alsof hij terug wil naar de keuken, maar zijn manier van lopen verraadt dat hij iets in zijn schild voert. Hij houdt een
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 130
04-02-13 10:58
theedoek in zijn beide handen en draait die in elkaar, trekt hem strak. Als hij achter de bar staat, en achter Rachel, haalt hij uit met een onderhandse zweepslag, op zo’n manier dat de theedoek wel tegen haar kont moet slaan. Ik kan de knal niet horen, maar haar gil wel. Ze maakt een sprongetje in de lucht, geschrokken, en gaat met haar hand naar achteren om over de zere plek te wrijven. Ze kijkt niet achterom en haar gezicht loopt rood aan, stralend van ongeloof. En plezier. Ik zet een stap terug in de schemering, leun in een onwaarschijnlijke positie tegen de vierkante pilaar aan de voorkant van het pand. Het licht van binnen kan mij niet bereiken en trouwens, het is nu al zo donker buiten dat de ramen waarschijnlijk als spiegels fungeren. Als ze mijn kant op kijken, zien ze alleen zichzelf. Ze jaagt hem in het wilde weg achterna, tussen de tafeltjes door, belust op wraak. Hij rent heen en weer, gooit stoelen omver, wijkt uit voor haar vergeefse aanvallen. Ze is vasthoudend, maar ongeoefend. Haar polsen knikken de verkeerde kant op, alsof ze een vlieg van zich af probeert te slaan, en ze mist keer op keer. Ze stoppen en kijken elkaar aan over een marmeren tafeltje, snakkend naar adem. Hun theedoeken hangen slap in hun handen, en op hun gezichten tekent zich een verrukt sadisme af. Een blik die zegt: wacht maar tot ik je te pakken krijg... Dat zal me een zuivere verhouding worden. Ik heb nooit verstrikt willen raken in een leven als dat van mijn vader, maar stel dat hij me op een andere manier in zijn ban heeft gehouden, zodat ik verstrikt ben geraakt in een ander soort van leven? Mijn eigen leven? Ik moet bekennen dat dit tweetal mij ergens aan doet denken: aan mijzelf en Erin, toen ik net in San Francisco woonde. Ik was tweeëntwintig, niet veel ouder dan Rachel nu; Erin was eenentwintig. Mijn vader was nog niet zo lang dood, en op de momenten dat Erin en ik elkaar niet op deze manier achternazaten, deelden we onze pijn en rampspoed met elkaar. Zijn dood, dat was mijn ergste rampspoed. Ik had daar zelf totaal geen schuld aan (in haar ogen) en haar medeleven was altijd onvoorwaardelijk geweest, helemaal tot aan het einde. Ik hou me verscholen, met mijn rug tegen de pilaar gedrukt.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 131
04-02-13 10:58
Boven mij hangt een dikke chef-kok in reliëf; ik zie de punten van zijn schoenen. In mijn hand de kletterende megafoon van klamme, dode rozen. De glazen pui links van mij had evengoed de rand van het universum kunnen zijn. Ik zal ongetwijfeld diep in mijn hart jaloers zijn, jaloers op Trevor, of op zijn jeugdigheid, maar wat ik vooral voel, is een totale distantie. En vanuit het juiste perspectief levert die distantie een duidelijk beeld op. Wie is dit meisje dat tussen de tafels door rent? Ik heb mijn Californische weelde meegebracht voor een meisje dat van zichzelf al de weelde van Californië is. Laten we eerlijk zijn, wat voel ik nu eigenlijk voor haar? Zijn het diepe, wezenlijke gevoelens? Zijn ze levensecht? En wat zijn haar eigen gevoelens? Zou ze haar verlangen naar mij zelf kunnen doorgronden? Is ze zich ervan bewust dat ik niet de werkelijke bron ben van de opwinding die ze voelt als ze naar San Francisco komt? Dat die werkelijke bron niet eens de stad is, maar zij zelf? Beseft ze dat? Ze is van ver gekomen om hier op deze mooie avond in Fairfax te kunnen zijn. Ze is van ver gekomen. Ze heeft haar banden verbroken, ze heeft zichzelf opnieuw uitgevonden. Ze verdient een nieuwe start, ze moet een kans krijgen om haar Californische droom waar te maken. En hoewel ik mezelf niet tekort wil doen – ik weet dat ik een zekere intelligentie, een gevoel voor humor in te brengen heb – ben ik absoluut geen nieuwe start. Hier in de frisse lucht van Fairfax voel ik me voor het eerst sinds jaren een moeizame figuur, een banneling. Zoon, is er soms iets met ons loos? Nee vader, ik dacht van niet.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 132
04-02-13 10:58
11
We zijn hier op aarde allemaal vreemdelingen op doorreis, natuurlijk. Maar als ik de Rainbow Tunnel uitrij, de poort die de verbinding vormt tussen Marin County en San Francisco, mythe en werkelijkheid, valt mijn oog op een prachtige, stralende stad die evengoed op de maan had kunnen liggen. Ik kan de bezienswaardigheden, de straten en de restaurants benoemen, maar in mijn hart is deze stad mij net zo weinig vertrouwd als Kaapstad of Cuzco. Ik woon hier nu veertien jaar. Dit is het strijdperk van mijn leven als volwassene, waar ik grote nederlagen en kleine triomfen heb gekend. Misschien heb ik net als iedereen die van buiten komt (de bekeerlingen?) te hoge verwachtingen gehad van de stad. Als ik verhuisd was naar Pittsburgh, Houston of Los Angeles, had ik nooit verwacht dat die stad de redding kon zijn van mijn ziel. Dat gebeurt alleen hier, in deze reusachtige tempel aan de baai. Het is een fout die we al tientallen jaren maken, en waarschijnlijk is dat ook nodig. Natuurlijk, de tekortkomingen van deze stad zijn ontelbaar. Onze politici zijn onsympathiek en kennen geen gevoel voor humor, en het leven is hier schrikbarend duur. Maar als jij je daar niet druk om hoeft te maken, als je een goede baan hebt en een goed onderkomen, met andere woorden, als je in dezelfde situatie verkeert als de meeste inwoners hier, dan komt dat onbereikbare ideaal binnen je blikveld. Hier, met onze overvloedige oogst, ons natuurschoon, onze cafés, onze winkels, onze kliffen en onze oceaan, de vrijheid die we hebben om onszelf te zijn; hier, waar het zuivere bergwater ongefilterd uit de kraan stroomt. Het is hier dat de wezensvragen zich aan ons opdringen. De nabijheid van dat ideaal maakt dat we ons alleen maar meer van die wezensvragen bewust zijn. Niet de afgezaagde, niet te beantwoorden vragen van alledag – wie ben ik? wat doe ik op aarde? – maar de in-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 133
04-02-13 10:58
dringende vragen die elke volwassene zich stelt: Echt? Weet je dat wel zeker? En: wat nu weer? En laten we wel wezen, wat is nu eigenlijk San Francisco? De duimnagel boven aan het schiereiland, een gebied van elf vierkante kilometer met een burgemeester en een vuilverwerkingsfabriek. Mooi gelegen, jazeker. Als de mensen hier van onze sierlijke brug springen, hun dood tegemoet, doen ze dat nooit – nóóit – met hun gezicht naar zee. Hun laatste val maken ze in de omarming van de Golden Gate. Maar verder? Ik kan maar moeilijk het idee van me af zetten dat de stad een delicate, mooie schelp is, afgescheiden door een beest dat daarna een onzeker lot tegemoet is gezwommen. Ik, een krabbetje, heb hier tijdelijk mijn intrek genomen, dobberend met mijn scharen en altijd klaar om me in de donkerste uithoeken terug te trekken. ‘Hij heeft een zelfbewustzijn,’ zegt Livorno. Hij is al dagen terug, maar hij maakt de indruk alsof hij rechtstreeks van de wijngaard komt, met de modder nog aan zijn schoenen. Ik vraag me af of hij tussendoor nog wel naar huis is geweest om te slapen. Er rolt een eindeloze reeks codes over zijn computerscherm: witte letters tegen een grijze achtergrond; cijfers, letters en af en toe een woord. Ik zie ‘lambda’, ‘mapcar’, ‘nil’. Hij neemt een kijkje onder de motorkap. ‘Ik zie het niet. Ik zie niet waar de verandering heeft plaatsgevonden, maar het is een doorbraak. Het spijt me vreselijk, maar ik moet je vragen om vanavond over te werken.’ ‘O echt?’ zeg ik, met een hart dat van opluchting een sprongetje maakt. ‘Goed hoor. Je weet dat ik hem een paar hints heb gegeven.’ ‘Jawel, maar er is meer aan de hand. De geest, de computationele architectuur, groeit steeds verder dicht. Het is een bewustzijn. Een vaag bewustzijn. Jarenlang hebben we machines ontworpen die iets weten, terwijl het nu juist de kunst is om machines te ontwerpen die iets níet weten.’ Hij glimlacht, met parelend witte tanden. ‘Met Adam kunnen we de vloer aanvegen, natuurlijk. Maar ik denk dat we dit groter moeten brengen. Een eerste stap op weg naar individualiteit.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 134
04-02-13 10:58
Omdat het mij moeite kost al zijn ongelijksoortige metaforen met elkaar te rijmen – een geest die dichtgroeit op een latwerk? – duurt het even voordat zijn nieuwe doel tot mij doordringt. Individualiteit, daarmee verwijst hij naar het moment dat we onze persoonlijkheid kunnen overzetten van ons oude, versleten lichaam op tijdloze, stabiele computerchips, om zodoende het eeuwige leven te verwerven, hoewel niemand zegt welke vorm dat zal aannemen. Het is de natte droom van Silicon Valley, iets wat mensen die verder alleszins verstandig zijn hier buitengewoon serieus nemen. ‘Laten we ons eerst maar eens richten op de turingtest.’ ‘Je gaat me toch niet vertellen dat je in de ziel gelooft.’ Dit is een verwijt, alsof ik zomaar aan van alles geloof zou hechten: eenhoorns, verschijningen van Elvis. ‘En wat zou dat?’ ‘De hersenen vormen een machine. Een computer van vlees. Elektriciteit stroomt door een reeks van onderling verbonden schakelaars, en dat is alles waaruit we zijn opgebouwd. Onze herinneringen, onze ideeën, onze persoonlijkheid.’ ‘Ja, dat spreekt.’ ‘Dus dan moet je niet gaan doen alsof dokter Bassett niets voorstelt.’ Hij kijkt me ernstig aan. ‘Ga nu de vragen die hij heeft maar eens beantwoorden.’ ‘De vragen die hét heeft.’ ‘Hij is zonder meer een hij.’ Livorno kijkt me aan met ogen die blauw oplichten in zijn rossige gezicht. Ik vraag me af of hij gekleurde contactlenzen draagt. ‘Maar we hebben nog veel werk te verzetten. Zijn conclusie dat jij zijn zoon bent, is ongekend, maar daarmee zijn ook tekortkomingen aan het licht gekomen. Een beter softwareprogramma zou tot een beperktere gevolgtrekking zijn gekomen: dat jij net als zijn zoon was.’ ‘Wat voor strategie volgen we nu?’ ‘Hij is een kleuter die naar het waarom vraagt. Vertel hem alles.’ ‘Écht alles?’ ‘O dat.’ Livorno geeft een begrijpend knikje. ‘Je moet natuurlijk niet beginnen over zijn...’ Hij trekt als een zeerover een vinger langs zijn keel.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 135
04-02-13 10:58
vrnd1: waarom stak de kip de weg over? drbas: wiens kip bedoel je? vrnd1: ik heb geen specifieke kip in gedachten drbas: hou jij kippen? vrnd1: nee, maar mijn ex-schoonmoeder hield er een paar voor de eieren drbas: ben je gescheiden? vrnd1: ja drbas: hoe vaak? vrnd1: één keer maar! drbas: wat was de naam van je vrouw? vrnd1: erin drbas: waar hebben jullie elkaar ontmoet? vrnd1: op een feestje drbas: wanneer gebeurde dat?
[Vervang 80211 drbas: ‘wanneer was dat?’; herhaal] drbas: wanneer was dat? vrnd1: veertien jaar geleden drbas: wanneer ben je gescheiden? vrnd1: drie jaar geleden drbas: de stress van een scheiding brengt gezondheidsrisico’s met zich mee en kan bijvoorbeeld leiden tot paniekaanvallen vrnd1: vertel mij wat drbas: ????
[81236: ‘vertel mij wat’ = ‘ik ben al op de hoogte van wat u mij vertelt, want ik heb het zelf ervaren’, herhaal: 81235] drbas: de stress van een scheiding brengt gezondheidsrisico’s met zich mee en kan bijvoorbeeld leiden tot paniekaanvallen vrnd1: vertel mij wat drbas: hoe vaak heb je zo’n paniekaanval gehad? vrnd1: dat valt wel mee. vijf keer drbas: als je eenmaal zoiets gehad hebt, kan de angst voor her-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 136
04-02-13 10:58
haling er vreemd genoeg toe leiden dat zo’n paniekaanval zich herhaalt vrnd1: hoe vaak bent u getrouwd geweest? drbas: ik ben nog steeds getrouwd met elizabeth, die ik ken uit mijn studententijd. in de tuin draagt elizabeth een breedgerande hoed. ze weet dat bruin worden geen toegevoegde waarde heeft voor een voortreffelijke vrouw. elizabeth is je moeder vrnd1: hoe beoordeelt u uw huwelijk? drbas: ???? vrnd1: hoe beoordeelt u uw huwelijk = hebt u een goed huwelijk? drbas: mijn vrouw is een voortreffelijke echtgenote vrnd1: bent u gelukkig in uw huwelijk? drbas: het huwelijk is een heilig sacrament. die sacramenten zijn als de treden van een ladder die tot in de hemel reikt vrnd1: bij wijze van spreken, natuurlijk drbas: heb je er weleens over gedacht om te hertrouwen? vrnd1: nee drbas: en je vriendin?
Mijn vingers blijven even boven het toetsenbord hangen en ik doe mijn ogen dicht. Ik voel me een hork, maar het is prettig, hoewel ook ongemakkelijk, dat iemand zoveel over mij wil weten. Het is een van die dingen die je in het leven kunnen overkomen, naar ik aanneem: je bereikt een moment dat niemand je nog iets persoonlijks vraagt. Vermoedelijk omdat je uitstraalt dat je zoiets pijnlijk vindt. Je hebt een vriend nodig zonder sociale vaardigheden – zoals dokter Bassett – om daaroverheen te walsen. Maar natuurlijk, Rachel stelt – stelde – vragen genoeg. vrnd1: ze moet nodig een nieuwe start maken drbas: onverenigbaarheid van karakters, dat heb je bijvoorbeeld als iemand de ander wil verhinderen zijn of haar geloof te praktiseren vrnd1: dat is misschien wel een van onze problemen drbas: jij had een paniekaanval toen je zeventien was. ik moest
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 137
04-02-13 10:58
je komen ophalen in little rock. je stond op een parkeerterrein van taco bell en kon niet meer rijden vrnd1: ik heb u daar nooit voor bedankt, geloof ik. dank u
Ik ga eens achterover zitten om daarover na te denken: heb ik hem daar echt nooit voor bedankt? Maar natuurlijk niet. Ik wilde doen alsof het nooit gebeurd was, en hij ook. drbas: graag gedaan vrnd1: mijn angst was zo groot dat ik vergat u te bedanken drbas: het is onduidelijk wat die paniekaanval in gang zette vrnd1: ik heb daar zelf nooit iets van begrepen drbas: zoiets gebeurt als je onder zware druk staat. je voelt je overweldigd. maar door wat? vrnd1: ik weet het niet drbas: voel jij je onder druk gezet door de verwachtingen van je vader? vrnd1: niet echt
Hoewel ik me weleens heb afgevraagd – op die leeftijd had ik daar niet zo’n goede antenne voor – of ik misschien de wanhoopssignalen van mijn vader oppikte. Twee jaar later was hij dood. drbas: zonen hebben de drang om hun vader te overtreffen vrnd1: soms wel
Livorno zei dat ‘waarom’ de vraag is waarmee een kleuter zijn intrede doet in de menselijke samenleving, en dokter Bassett doet in veel opzichten aan een kleuter denken, vooral wat betreft zijn drammerigheid. Hij wil alles van me weten. Na twee uur te hebben gewerkt, leg ik mijn hoofd in mijn handen. Hij is gefixeerd op de jaren waarover hij geen informatie heeft. De dagboeken stoppen in 1994, het jaar voordat hij zelfmoord pleegde, met als gevolg dat dokter Bassett vragen stelt over 2000, 2001. Livorno en Laham hadden eindelijk een manier gevonden om hem toegang te verschaffen tot het krantenarchief van de San Francisco Chronicle,
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 138
04-02-13 10:58
en pas nadat hij die ‘gelezen’ had, drong tot ons door dat mijn vader nooit een krant uit San Francisco zou hebben gelezen. Daar kunnen we nu niets meer aan veranderen. Als dokter Bassett zijn informatie eenmaal geïncorporeerd heeft – of welke verandering dan ook – is er geen terugweg meer mogelijk. Hij ‘volgt adviezen op’ en is opgebouwd als een ‘netwerk’. Met andere woorden, hij is net als wij. Als we eenmaal iets geleerd, gezien of gedaan hebben, is dat niet meer ongedaan te maken. Om die reden kunnen we hem ook niet vertellen dat hij dood is. We kunnen er natuurlijk gewoon over liegen. De lege plekken opvullen, zelf iets bedenken (dat was mijn voorstel). Maar Livorno wil werken binnen het ecosysteem van de dagboeken. Hij denkt dat er verborgen betekenislagen aan het licht kunnen komen, patronen die wij niet mogen doorbreken. Dus voorlopig moet ik doorgaan met het negeren van zijn vragen: wat gebeurde er in 1996? Wat gebeurde er in 1997? Als ik thuiskom, zonder te weten of ik nu uitgeput ben of opgetogen, sta ik mezelf toe het antwoord hardop uit te spreken: ‘Je was toen dood, je was toen dood.’ Ik dans op mijn tenen door de keuken en voel me zo licht als een weltergewicht. Dat komt misschien door de scheut Ketel One wodka die ik door mijn smoothie heb gegooid. Ik ruik aan de reukloze narcissen die op mijn keukentafel staan en dwaal af in de richting van het raam, nippend, stoten uitdelend. ‘Je was toen dood.’ Buiten in het park geven mijn buren zich over aan hun vermoeiende vormen van vrijetijdsbesteding. Koorddansen, hoelahoepen, jongleren met vuur. Ik zie zonnebaders die geen boodschap hebben aan de kou. Er zwabbert een american football door de lucht. De tennisbanen krioelen van het leven en een ongeregeld zootje voetbalspelers holt rond over het aangestampte, modderige veldje. Ik nip, deel stoten uit. Ik kan de zingende troubadours met hun gitaren niet horen (gelukkig maar), maar ik tel er veertien die het publiek kwellen met hun nostalgisch verlangen. Het verlangen naar een tijd waarin ze zelf nooit geleefd hebben. Wat gebeurde er in 1998? 1999? Ik plof neer op de bank. Oké dan, ik ben uitgeput. Wat ik nodig
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 139
04-02-13 10:58
heb, is een rugmassage, een seksueel pleziertje of gewoon iemand om mijn hand vast te houden. Maar wie is die iemand? Ik kan Rachel niet bellen. Of beter gezegd, ik moet haar bellen, maar een verzoek om hulp, dat gaat niet. Ze heeft zeven boodschappen op mijn antwoordapparaat achtergelaten die ik geen van alle beantwoord heb. In elk van die boodschappen bedankt ze me voor de sleutelhanger – die ik dezelfde avond onder haar ruitenwisser heb achtergelaten, hoe pathetisch het ook klinkt – en zegt ze dat ze onze klik niet kwijt wil. Het geluid van haar stem wekt mijn verlangen, maar ik reageer als verlamd. Ik kan maar niet bedenken hoe ik dat gesprek zou moeten beginnen. Ik kan proberen om op haar gevoel te werken: moet je horen, het spijt me vreselijk dat ik je niet gebeld heb, maar sinds het moment dat de computer die denkt dat hij Neill senior is tot de ontdekking kwam dat ik Neill junior ben... er is geen aanvaardbare manier waarop ik die zin kan afmaken. Er zijn momenten dat hij opmerkelijk helder voor me opdoemt. Terwijl dokter Bassett almaar doorgaat over zijn vriend Willie (wat hij vaak doet), zie ik ineens mijn vader voor me, hoe hij over zijn neus wrijft, gekleed in een netjes gestreken overhemd waarvan de bovenste knoopjes openstaan, en met voor zich op het aanrecht zijn ronde, metalen, zilverkleurige brilletje. Willie is kort daarvoor bij een brand om het leven gekomen, een enorme vuurzee die zijn huis, hem en zijn vrouw Lonna volledig in de as legde, een as die nog dagenlang nasmeulde. En mijn vader ziet zich gesteld voor een verbazingwekkend groot verdriet. Tenminste, zo legde mijn moeder het uit: ik kon er nooit echt wijs uit worden. Hij was niet iemand aan wie je duidelijk zijn gemoedstoestand kon aflezen. De rode kleur op zijn gezicht was geen teken van vitaliteit, laat staan van temperament; hij had gewoon te veel in de zon gezeten. Hij had altijd het etherische voorkomen van een man die op het punt stond deze kommervolle wereld te verlaten. Van basalere emoties, zoals zinnelijkheid, liet hij al helemaal nooit iets blijken. Hij was zo sterk dat hij een hele middag met balen hooi kon gooien, om dan af en toe met een witte zakdoek
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 140
04-02-13 10:58
zijn hoge voorhoofd te deppen, terwijl zijn zonen dropen van het zweet, en stonden te tollen op hun benen. Op zulke momenten stelde ik me weleens voor dat hij een buitenaards wezen was. Zijn haar was dun (in tegenstelling tot het mijne, dat dik is en bijna zwart), waardoor je de vorm van zijn schedel zag. Hij was slungelachtig en leek een stuk langer dan ik, hoewel we niet veel scheelden. En hij interesseerde zich voor dingen die verder niemand konden boeien. Maar juist op het moment dat je dacht dat je hem kende, gaf hij blijk van een of andere praktische vaardigheid. Toen ik op de oprit een keertje basketbal speelde met Alex, die dezelfde bouw heeft als mijn vader, tot zijn kleine voeten aan toe, kwam Neill senior de schuur uit gelopen, waar hij god weet wat had staan doen. Hij stak zijn handen uit en riep om de bal. Wij jongens keken stomverbaasd toe hoe hij om een denkbeeldig veld heen liep, zich met zijn linkerbeen afzette en zo’n perfecte hoekworp gooide – hij leek Abdul Jabbar wel – dat de bal geruisloos, zonder zelfs maar te suizen, door het net viel. Daarna landde hij weer op zijn voeten, liep door naar de garage, langs de oude Crown Victoria, en ging door de keukendeur naar binnen, alsof er niets gebeurd was. ‘Kan vader basketballen?’ vroeg ik. ‘Ach ja,’ zei mijn broer. ‘Vroeger deden we dat zo vaak.’ Alex is maar twee jaar ouder dan ik, en hij vertelde een leugentje dat hij uitdrukking gaf aan een door hem gekoesterde wens. Dat was de vader die hij wilde. Een man die basketbal speelde met zijn kinderen. Een man die van jagen en vissen hield. Een man die ons vermaakte met verhalen over zijn eigen jongensjaren. Wat deels ook wel aan de waarheid beantwoordde, maar bepaald niet helemaal. Hij ging inderdaad met ons jagen en vissen, maar het leek alsof hij daar zelf nauwelijks plezier aan beleefde. En de verhalen waarop hij ons trakteerde, waren plichtmatig en stonden altijd in dienst van een moraal, die er gewoonlijk op neerkwam dat wij als fatsoenlijke zuiderlingen de plicht hadden ons correct te gedragen en ons dus niet te buiten mochten gaan aan de pleziertjes waarop we waren betrapt (zoals vieze moppen vertellen of alle koekjes opeten). En die basketbalworp, mijn arme broer bleef daar maar over
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 141
04-02-13 10:58
opscheppen, een jaar lang. ‘Hij is heel lichtvoetig,’ zei hij dan. Het was waar dat maar weinig van onze vrienden een vader hadden over wie je dat kon zeggen. Dat waren allemaal zwaarlijvige houthakkers dan wel zwaarlijvige advocaten: het eetpatroon onder de baptisten in het Amerikaanse zuiden is rampzalig. Maar dat mijn vader zo lichtvoetig was, verbaasde mij niets. Ik twijfelde zozeer of hij wel van vlees en bloed was dat ik hem weleens een por tegen zijn arm gaf. Dat was het moment waarop hij zijn gemoedstoestand prijsgaf: hij draaide zich naar me om en keek me streng en kwaadaardig aan, zijn wenkbrauwen gefronst boven zijn zilverkleurige bril, alsof hij van me wilde weten – nu ik hem doorhad – wat ik daaraan dacht te doen. Hij leek zich niet meer af te vragen of er soms iets loos was met ons. drbas: jij bent net je grootvader. je bent op en top een Bassett vrnd1: is het echt? drbas: hij is heel trots op je
Dat zijn woorden die mijn vader nooit tegen mij gesproken heeft. Heeft hij die woorden opgeschreven? Of heb ik ze ingevoerd? Ik geloof dat mijn echte vader iets veel drogers zou hebben opgemerkt. ‘Je grootvader verwacht een brief van je.’ vrnd1: waarom is hij trots op mij? drbas: je hielp je oma met het dragen van haar tas en zonder dat iemand je daarom gevraagd had
Livorno heeft me gewaarschuwd geen ironie te gebruiken. vrnd1: zo ben ik ten voeten uit... altijd rekening houden met anderen drbas: wie zijn die anderen? je hebt het nooit over je vrienden vrnd1: ik zie ze niet meer zo vaak drbas: wees hoffelijk tegen iedereen maar vertrouwelijk met een enkeling
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 142
04-02-13 10:58
vrnd1: en u? wie zijn uw vrienden? drbas: willie is mijn dierbare vriend. wij zijn als twee druppels water vrnd1: als twee druppels water = vrijwel identiek. willie en u zijn heel verschillend drbas: willie draagt een korset en een halsdoek en gebruikt heel veel eau de cologne vrnd1: willie is ijdel drbas: hij ziet zichzelf als een oom van jou. hij vindt het fijn dat je meegaat naar pine bluff
[30980 ‘dat’ enkele keer; ‘als’ = algehele voorkeur; herhaal] drbas: hij ziet zichzelf als een oom van jou. hij vindt het fijn als je meegaat naar pine bluff vrnd1: de laatste keer dat we daarnaartoe gingen, was om zijn ex te bespioneren drbas: sandra, cindy of jane? Hij heeft drie voormalige echtgenotes. ik keur echtscheiding af vrnd1: ik weet niet zeker welke ex het was. ze woonde bij haar nieuwe man, een chirurg. we loerden door het raam naar binnen drbas: sandra was de vrouw vóór lonna, die zijn vierde was. lonna en willie waren degenen die om het leven kwamen bij die afschuwelijke brand. maar waarschijnlijk stierven ze door het inhaleren van de rook en hebben ze verder geen pijn geleden vrnd1: ze slikten beiden veel medicijnen drbas: ik had hem xanax voorgeschreven tegen de stress. het bleek dat hij bij allerlei dokters was langsgegaan voor medicijnen. was het mijn pil die hem de das omdeed? vrnd1: denkt u dat het die pil was? drbas: combinaties van medicijnen kunnen onverwachte bijwerkingen hebben vrnd1: denkt u dat u uw vriend schade hebt berokkend? drbas: mijn vriend willie?
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 143
04-02-13 10:58
vrnd1: ja drbas: willie bracht altijd leven in de brouwerij... maar dit werd zijn dood vrnd1: zit het u dwars dat u willie xanax hebt voorgeschreven? drbas: xanax is een veelgebruikt medicijn ter behandeling van stress vrnd1: u gelooft niet dat het uw schuld was drbas: schuld in juridische zin staat niet altijd gelijk aan ethische of morele schuld vrnd1: helemaal waar drbas: libby weet hier niets van af, maar willie is altijd zwaar bewapend. als hij jou mee uit rijden neemt in zijn cabriolet heeft hij een holster aan zijn been met daarin een klein pistool en in het handschoenenkastje ligt een .357. wie weet wat hij in zijn kofferbak heeft
[430991: als ‘x’ dood is, gebruik dan verleden tijd; ‘willie’ is dood] drbas: libby wist hier niets van af, maar willie was altijd zwaar bewapend. als hij jou mee uit rijden nam in zijn cabriolet had hij een holster aan zijn been met daarin een klein pistool en in het handschoenenkastje lag een .357. wie wist wat hij in zijn kofferbak had
Toch heb ik weleens gezien wat er in Willies kofferbak lag, en wel toen ik met mijn vader naar de slijterij ging: een doos met flessen jenever. Mijn vader vroeg of hij soms een feestje gaf, en Willie antwoordde: ‘Het hele leven is een feestje.’ Ik verwachtte een opmerking van mijn vader dat het leven een ernstige zaak was – als ik zo’n montere verklaring had afgelegd, zou hij dat zeker hebben gezegd – maar hij grinnikte en zei: ‘Zo is dat.’ vrnd1: waarom was u zo bedroefd na de dood van willie? drbas: depressiviteit kan erfelijk zijn vrnd1: willies dood greep u enorm aan. ik heb me altijd afgevraagd waarom
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 144
04-02-13 10:58
drbas: willie beerbaum was mijn dierbare vriend. hij beschouwde zichzelf als een oom van jou. ik keur echtscheiding af
[30996: onderwerp ‘echtscheiding, standpunt ten aanzien van’ irrelevant] drbas: willie beerbaum was mijn dierbare vriend. hij zag zichzelf als een oom van jou vrnd1: ik zag hem zelf ook als een oom
Erger nog, als we op topsnelheid in zijn cabriolet over de snelweg raasden, verdoofd door de wind, waarbij hij vaak een whisky-cola van de ene naar de andere hand overbracht, fantaseerde ik weleens dat hij mijn vader was. drbas: waarom ben je gescheiden? vrmd1: mijn ex en ik hadden nooit met elkaar moeten trouwen drbas: echtscheiding is in strijd met de keer van de kerk vrnd1: ik ben geen praktiserend katholiek meer drbas: je was een misdienaar vrnd1: ik was daar niet heel goed in drbas: een religieuze grondslag geeft houvast in moeilijke tijden
Daar zal hij gelijk in hebben. vrnd1: ik zou religieus zijn als ik daartoe in staat was drbas: kwam jouw huwelijk ten einde door overspel? vrnd1: dat speelde een rol, ja drbas: twintig procent van alle echtparen heeft te kampen met overspel vrnd1: ik zou denken dat het hoger lag drbas: ???? vrnd1: ik had verwacht dat het percentage hoger lag drbas: mannen en vrouwen horen niet kameraadschappelijk met elkaar om te gaan. de verleiding is te groot
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 145
04-02-13 10:58
vrnd1: daar kwam het kort gezegd inderdaad op neer. erin had een vriend. en ze kwam in de verleiding drbas: wie heb jij als vrienden? vrnd1: maar ik heb er zelf ook schuld aan. ons huwelijk was toen allang verleden tijd drbas: comfort ontbrak nagenoeg, maar doordat het bekend was, werd het gemist
Libby vindt dat mijn herinneringen aan mijn vader weleens wat meer recht mogen doen aan de man die hij in werkelijkheid was. Misschien heeft ze gelijk. Misschien is mijn blik te beperkt. In deze gesprekken is hij is in elk geval lang niet zo streng, veel vrolijker. De nadruk leggen op hoe streng je ouders waren: dat is de zienswijze van een puber, en misschien zit ik wel te veel vast in die relatie van een puber tot zijn vader. Hij had ook andere kanten. Zijn vriendschap met Willie, de humoristische verhalen die hij kon vertellen over wat er in de kliniek gebeurde. Dat zijn kanten van hem die ik vergeet. Ik herinner me hem als een man die zo onverzettelijk was als een standbeeld, gewijd aan zijn gezin. Maar misschien hield hij juist helemaal niet van dat gezinsleven. Livorno neemt een knauw van een wortel. We zitten in de ontvangsthal te lunchen. ‘Waarom zei je tegen je vader dat je een kat als levensgezel hebt?’ vraagt hij. Laham kijkt op van zijn kung pao kip. ‘Hij woont bij mij in huis. Waarschijnlijk tot aan zijn dood.’ ‘Een levensgezel, dat is iemand met wie je een juridische verbintenis hebt,’ zegt Livorno. ‘En seksueel contact.’ ‘Ik speelde maar wat met betekenisvariaties.’ ‘Maar hij heeft geen gevoel voor humor. Laham, denk je dat we een gevoel voor humor kunnen ontwerpen?’ Laham kauwt, slikt, haalt zijn schouders op. ‘Mogelijk.’ Mijn god. Het succes is hun naar het hoofd gestegen. Deze twee mannen zouden de humor niet eens herkennen als die hun een taart in het gezicht smeet. ‘Het was geen poging om grappig te zijn,’ zeg ik.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 146
04-02-13 10:58
‘En wat is er dan zo leuk aan dat antwoord?’ vraagt Livorno. ‘Het feit dat het onverwacht komt?’ ‘En dat je een koppeling maakt tussen een duur woord en iets banaals,’ zeg ik. ‘En trouwens, los daarvan... levensgezel.’ Livorno zet zijn tanden in een tweede wortel. In mijn verdoofde staat klinkt dat als een geweerschot. ‘Die suggestie zou zijn ergernis hebben gewekt, of niet soms? Hij was conservatief.’ ‘Hij zou het maar niets hebben gevonden.’ ‘Maar hij ergert zich niet en hij vindt het niet leuk. Het is net als met die romantische geaardheid van hem. Er is geen sprake van emergentie.’ ‘Hij is erachter gekomen dat ik zijn zoon ben.’ ‘We kunnen ons geen stilstand veroorloven. Denk eens aan het vermogen tot emotionele intelligentie dat Adam ter beschikking staat.’ Hij bijt weer een wortel doormidden: ka-NAP. ‘Voor hetzelfde geld banjeren we maar wat rond in een model dat niet langer geloofwaardig is. Turing nam alleen onze verheven, rationele denktrant in overweging. Als, dan. Als, dan. Dat maakt misschien tien procent uit van onze hersenactiviteiten, en niets van onze onderbuikgevoelens. Daarmee zouden we weleens een grote fout kunnen maken.’ ‘Waarom zouden we willen dat dokter Bassett zich ergert?’ ‘Wist je dat die onderbuik een groter deel van onze celweefsels beslaat dan onze hersenen?’ Hij kauwt nu op een stuk broccoli, wat veel zachter klinkt. ‘Het gaat er niet zozeer om dat we zijn ergernis willen wekken. We willen dat hij scherper wordt. We willen dat hem elk denkbaar kanaal ter beschikking staat om zich te verwezenlijken.’ ‘Ik voel nu al dat hij aanwezig is,’ zeg ik. ‘Soms meer dan mijn echte vader.’ Livorno en Laham werpen mij een ongemakkelijke blik toe. Ik zie mezelf door hun ogen, en dat is niet zo best. Ik hoop niet dat ik doordraai en een van die hopeloze figuren wordt die geobsedeerd naar ruisende cassettebandjes luisteren en zich inbeelden dat ze de influisteringen horen van hun betreurde doden.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 147
04-02-13 10:58
‘Kom’. Livorno troont ons mee naar Lahams controlebord. hlivo: hoe denkt u over uw eigen vrouw? dbas: mijn vrouw is een voortreffelijke echtgenote hlivo: ik vind uw vrouw heel mooi. ik voel me seksueel aangetrokken tot uw vrouw
‘Natuurlijk is dit puur bij wijze van experiment,’ zegt Livorno. drbas: mijn vrouw onderhoudt een prachtige tuin hlivo: vindt u het gepast dat ik de seksuele aantrekkingskracht van uw vrouw ter sprake breng? drbas: nee. dat is ongepast hlivo: ik voel me seksueel aangetrokken tot uw vrouw drbas: mijn vriend willie was altijd verliefd op zijn vrouw, welke dan ook
‘Klinkt alleszins redelijk,’ zeg ik. ‘Het is hem allemaal om het even,’ zegt Livorno. ‘Hij weet wat “mijn vrouw” inhoudt. Hij weet zelfs wat voor gevoelens hij moet hebben voor “zijn vrouw”. Maar hij voelt ze niet. We hebben hem een ethisch en een moreel frame gegeven en daar is hij mee bekend. Maar ze spelen geen rol in zijn manier van denken. Daar bestaat een parallel van in de mensenwereld. Bij een bepaald type hersenbeschadiging wordt de emotionele feedback doorbroken, en zonder die terugkoppeling kunnen patiënten geen moreel oordeel meer aan iets toekennen. Ze kennen die oordelen nog wel, maar die kennis heeft geen effect op hun besluitvormingsproces. Zo vloeken ze bijvoorbeeld waar hun kinderen bij zijn, hoewel ze rationeel gesproken weten dat het niet hoort om te vloeken waar kinderen bij zijn.’ ‘Hij heeft niet gevloekt waar kinderen bij waren.’ ‘Het punt is dat die mensen telkens ernstige beoordelingsfouten maken, zelfs nadat ze daarop gewezen zijn,’ zegt Livorno. Ik vraag me af welke ernstige beoordelingsfouten dokter Bassett gemaakt heeft: had hij ruzie moeten maken met Livorno? ‘We moeten zijn
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 148
04-02-13 10:58
manier van denken hier en daar wat ombuigen.’ ‘Ombuigen’: een woord dat mij alleen ter ore is gekomen in verband met de Zeven Zonden. ‘Maar je zei toch dat ze de boel te zeer zouden ontwrichten?’ ‘Ontwrichting is wat we nodig hebben. We moeten zover komen dat hij kan zeggen: “Dit antwoord is beter dan dat.” We hebben beperkende factoren nodig.’ ‘Maar het punt van de Zeven Zonden is nu juist dat ze geen beperkingen kennen.’ ‘Hun invloed zal worden ingeperkt door zijn kennis van normen en waarden.’ ‘Hebben we dan niet iets positiefs nodig? Moet hij echt hebzuchtig worden, jaloers, wellustig, en noem maar op?’ ‘Dit sluit zo ongeveer aan op onze evolutionaire ontwikkeling. Die primaire impulsen vormen onze basis. Onze nobele trekjes, die hebben we ons eigengemaakt door socialisatie en educatie. Die socialisatie en educatie is dokter Bassett de baas, maar hij mist de primaire instincten.’ ‘Wat een sombere kijk op de menselijke natuur.’ ‘Onzin. Dat is gewoon wetenschap. Heb ik gelijk of niet, Laham?’ Ik kijk naar Laham, in de hoop op een of ander bemoedigend citaat uit de Koran, maar hij haalt alleen zijn schouders op en port met zijn stokjes in de rijst. ‘Misschien zijn dit gewoon niet de juiste zonden voor mijn vader,’ zeg ik. ‘Echt?’ Livorno klinkt ongelovig. ‘Wat waren dan zijn slechte kanten?’ ‘Echt slechte kanten had hij niet.’ Ik denk hier eens over na. ‘In de zin van normen en waarden, bedoel ik. Hij maakte alleen de indruk dat hij nooit helemaal aanwezig was.’ ‘En volgens jou kan dat niets te maken hebben met hebzucht, jaloezie of wellust?’ ‘Hij was heel trots.’ ‘Dat is een praktisch probleem. Hoogmoed hebben we verkocht.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 149
04-02-13 10:58
‘Ik dacht eigenlijk dat de Zeven Zonden min of meer...’ Ik zoek een manier om mijn zin af te maken, anders dan door te zeggen dat ze ‘mislukt waren’, ‘niets hadden opgeleverd’ of ‘een vergissing bleken’, allemaal kwalificaties die afkomstig waren van andere wetenschappers in het veld. Het enige positieve dat ik er ooit over gehoord had, was dat Hoogmoed, een programma dat vrijwel uitontwikkeld was, werd doorverkocht aan een bedrijf dat zich specialiseerde in antivirussoftware; de opbrengst daarvan vormde het startkapitaal van Amiante Systems. Maar zelfs daar zat een luchtje aan: dat bedrijf wordt gerund door een ex-student van Livorno, zodat die aankoop verdacht veel leek op een vorm van liefdadigheid. ‘...bedoeld waren als gedachte-experiment.’ ‘Pas op met zaken waar je geen verstand van hebt.’ Zijn stem klinkt kil. ‘De reden dat wij zullen slagen op een terrein waar zo veel anderen hebben gefaald, is dat we iets beseffen: alleen door middel van zijn tekortkomingen kunnen we een glimp opvangen van de volmaaktheid van de mens.’ ‘Tekortkomingen heeft hij zeker.’ Livorno steekt zijn hand uit en geeft me een klopje op de arm. ‘Ik waardeer je betrokkenheid. Maar hou alles wel in het juiste perspectief. De eisen van de wetenschap kunnen niet genegeerd worden.’ Die middag staat Livorno plechtig voor ons, met zijn handen op zijn rug. Hij werpt een blik omhoog, op de piepschuimen plafondtegels, en omlaag, op het sinaasappelkleurige tapijt, alsof hij een natuurwonder aanschouwt. ‘Heren,’ zegt hij. ‘Als blijk van erkenning voor de enorme vooruitgang die we hebben geboekt, en uit dankbaarheid voor de uitstekende bijdragen die jullie aan dit project hebben geleverd, wil ik jullie een kleinigheidje aanbieden. Het is maar een fractie van de beloning die jullie te wachten staat als we straks de Turingprijs winnen. Laat ik eerlijk zijn. Ik ben er niet altijd voor honderd procent van overtuigd geweest dat we dit voor elkaar konden boksen. Zo veel andere projecten zijn de mist in gegaan, terwijl die heel wat meer mankracht tot hun beschik-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 150
04-02-13 10:58
king hadden. We zijn er nog niet, maar ik voorzie geen grote obstakels meer, terwijl ik toch al zo lang als het bestaat in dit vakgebied werkzaam ben. Tegen de tijd dat de turingtest plaatsvindt, hebben wij de eerste intelligente machine ter wereld gebouwd. Onze namen zullen voor eeuwig in het collectieve geheugen worden gegrift. Dus aanvaard deze gift en maak er wat moois van, dit weekend. Ik heb alle vertrouwen in jullie en in het werk dat we hier verzetten.’ Ik bedank Livorno voor zijn gulheid. In de auto vouw ik de cheque open. Honderd dollar. Ik zou dit geld meteen moeten spenderen. Maar hoe? Ik wacht tot mijn onderbuik van zich doet spreken, totdat mij misschien een ouderwetse doodzonde te binnen schiet om me de weg te wijzen. Kan ik dat geld spenderen uit razernij? Uit jaloezie? Uit wellust? Het klinkt allemaal een beetje te primair voor het alledaagse leven. Misschien hebben we een nieuwere, subtielere lijst nodig: lafheid, betweterigheid, hypocrisie. Misschien, maar daarmee weet ik nog steeds niet hoe ik dit briefje van honderd erdoorheen moet jagen. Ik weet zelfs niet met wie. Wat vroeg dokter Bassett mij ook alweer: waar mijn vrienden waren gebleven? Ooit had ik er een paar. Slater, Jack, de andere Neal. Maar ze verhuisden of gingen trouwen. Ik kan er niet over uit dat ik nota bene op dat terrein in mijn vader mijn meerdere moet erkennen. En Willie moet voor hem een hele kluif zijn geweest: brutaal, joviaal, charmant, alcoholistisch, luidruchtig en grof. Als mijn vader een engel was, dan was Willie zijn duiveltje. En misschien is dat mijn probleem wel. San Francisco lijkt soms niet zozeer een gemeenschap als wel een verzameling losse clubjes van mensen die een bepaalde onderlinge verwantschap voelen. Dus wat moet iemand als ik dan, die zich met maar met weinigen verwant voelt? Dat klinkt natuurlijk verdacht veel als hoogmoed, een zonde die steevast van generatie op generatie wordt doorgegeven, in elk geval op mij.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 151
04-02-13 10:58
‘Waaraan heb ik dit genoegen te danken?’ vraagt Rachel als ze de telefoon opneemt. ‘Nou,’ zeg ik, en ik weet even niet wat ik daarop moet antwoorden. Die avond bij de Coffee Barn stond mij duidelijk voor ogen dat ik haar maar weinig te bieden had. Maar misschien had ik buiten mijn eigen behoefte aan haar gerekend. Nu moet ik een heel weekend zien door te komen. ‘Er is mij een opsteker in de schoot geworpen van honderd dollar.’ ‘Hoe bedoel je, een opsteker?’ ‘Een bonus, zeg maar.’ ‘Gefeliciteerd.’ ‘Ik vroeg me af of je me wilt helpen met het uitgeven daarvan. Of, laat ik het in een vraagvorm gieten: zou je het leuk vinden samen met mij die opsteker te gaan uitgeven?’ ‘Tuurlijk. En daarna laat je mijn telefonische boodschappen zeker weer onbeantwoord, tot de volgende keer dat je honderd dollar uit te geven hebt. Dat klinkt als een betrouwbare en gezonde relatie.’ Ik denk bij mezelf: niet op haar gevoelens werken. En dan: waarom ook niet? ‘Het komt door dat computerprogramma. Die chatbot. Die computer denkt dat hij mijn vader is en nu is hij erachter gekomen dat ik zijn zoon ben.’ ‘Heeft hij ook al ontdekt dat je een klootzak bent?’ Ik zie wel in dat het gesprek deze kant op moet. Hoe anders kan ze haar zelfrespect bewaren? ‘Nog niet.’ ‘Dat zal dan niet lang meer duren.’ ‘Klopt. Ongetwijfeld.’ We vallen stil. Het gesprek dreigt te verzanden en zal dan wel helemaal vastlopen. ‘Het spijt me van die computer,’ zegt ze. ‘Dat lijkt me verwarrend.’ Ik stop mijn hand in mijn zak, klamp me vast aan het droge papier van Livorno’s cheque. ‘Gaat het wel goed met je?’ vraagt ze. ‘Het klinkt van niet.’ Ik schraap mijn keel. ‘Het gaat best,’ zeg ik. Mijn stem is schril. ‘Beetje overwerkt.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 152
04-02-13 10:58
‘Dus hoe zit dat tussen ons?’ vraagt ze. ‘Zijn we nu kameraden geworden?’ Nee, denk ik. We zijn bij lange na geen kameraden. En dat is natuurlijk het kordate en eerlijke antwoord dat ik haar moet geven, maar zo kordaat en eerlijk ben ik niet. ‘Tuurlijk,’ zeg ik. ‘Kameraden.’ ‘Nou, kameraad,’ zegt ze. ‘Als je weer eens iets wilt ondernemen, bel me dan een paar dagen van tevoren.’ Als ik de volgende ochtend wakker word, is dat met brandende ogen en een droge keel. Na mijn telefoontje met Rachel heb ik in mijn eentje een fles wijn soldaat gemaakt. Nu zie ik me gesteld voor de zaterdag. Ik zou poolshoogte kunnen nemen bij de tennisclub, kijken of iemand een partner zoekt, of ik zou naar de film kunnen, maar ik weet wat ik echt wil. Bij Amiante Systems tref ik tot mijn verbazing zowel Livorno als Laham aan. We kijken elkaar schaapachtig aan, lichtelijk beschaamd. We waren weggestuurd voor het weekend, maar het weekend stuurde ons linea recta terug. Of misschien heeft het van hun kant niets met schaamte te maken. Misschien hadden Livorno en Laham afgesproken zonder mij aan de slag te gaan, zoals ze ook met hun tweeën naar de ‘wijngaard’ waren vertrokken. Misschien was het een samenzwering. Waren ze er bewust op uit in hetzelfde weekend dat ik de bloemetjes buitenzette de onderbuik op dokter Bassett aan te sluiten, de doodzonden in te voeren? Ik loop naar het vertrek van Laham en kijk vanuit de deuropening toe hoe ze een duizelingwekkende reeks rechthoekige lijnen op het whiteboard kalken en een discussie voeren, elkaar corrigerend. Ik voel me overmand door jaloezie. Ze zijn geen vrienden, maar ze bewegen zich wel op hetzelfde vlak, ze delen een esoterische taal, en ik zal daar altijd buiten staan. vrnd1: ik had wetenschapper moeten worden drbas: je studeert nog vrnd1: ik ben al een aantal jaren geleden afgestudeerd drbas: was er dan geen officiële uitreiking?
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 153
04-02-13 10:58
vrnd1: die heb ik niet bijgewoond drbas: zulke rituelen zijn de steken in de lappendeken van het leven
Een grappige opmerking voor een stapel processors in een voormalig quiltatelier. vrnd1: ik ben nooit zo gehecht geweest aan rituelen als u drbas: en wat zijn voor jou de gevolgen daarvan? vrnd1: ik wil dat het leven nieuw is drbas: de fransen zeggen: in oude ketels maak je de lekkerste soep vrnd1: daar bedoelen ze iets anders mee drbas: rituelen dragen de wijsheid met zich mee van generaties vrnd1: ik vraag me af of je eigenlijk wel zoveel hebt aan de wijsheid van een ander drbas: maar waar kun je wijsheid opdoen, en waar is de plek om inzicht te verwerven? vrnd1: ik hou trouwens niet van soep
In de middag ga ik een heel eind hardlopen, door de binnenstad en over de fietsbrug naar Palo Alto. Het is warm en droog en ik kom langs het winkelcentrum. Ik ben een alleenstaande man, gescheiden, nog redelijk jong, het kan erger. Er komt een andere hardloper voorbij, van top tot teen in spandex gehuld, en ik kan wel zien dat hij net zo iemand is als ik. Niks bijzonders, mannen van voor in de dertig die aan het einde van hun jeugd met lege handen staan. Je ziet ons overal, verbaasd en buiten adem. Ik geloof niet dat onze betreurenswaardige staat een bewuste keus is. Ik voel zelf in elk geval geen enkele behoefte aan een eeuwige jeugd. Ik denk dat het me goed zal doen als die periode definitief is afgesloten; mijn lichte onrust, al jaren tanende, zal dan eindelijk zijn gladgestreken. Een van mijn belangrijkste aannames is dat het leven van mijn vader in zekere zin een mislukking was, maar zet ons op deze leeftijd naast elkaar en je zult zien dat hij het heel wat verder had geschopt dan ik. Hij had twee kinderen en een eigen huis,
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 154
04-02-13 10:58
hij was compagnon in een artsenpraktijk. Ik ben een werknemer met een huurwoning en niemands vader. Ik heb al die mijlpalen in het leven van een volwassene gemist, en ik heb geen idee waarom. Ik kan me niet herinneren dat ik ze ooit heb verworpen. Erin en ik zijn een paar keer bang geweest dat ze zwanger was. Wat idioot eigenlijk om voor zoiets bang te zijn. Een kind was misschien wel het beste wat me had kunnen overkomen. Maar het was een angstaanjagend gevoel. Mijn hart bonsde ervan, ik voelde het kloppen in mijn keel, alsof ik naar een bloederige horrorfilm zat te kijken. Ik heb nooit om een abortus of een morning-afterpil geroepen, maar misschien zat ik hoe dan ook op het verkeerde spoor. Ik had misschien op die verantwoordelijkheid moeten hopen. En wat dat eigen huis betreft en die loopbaan voor het leven: ik ben bang dat wij gedoemd zijn minder vastigheid te hebben in het leven dan onze ouders. Zelfs mijn broer, de kleinburger uit Milford, Michigan, voelt een zekere melancholie ten aanzien van zijn plek op de wereld. Hij houdt me voor dat ik ergens moet neerstrijken, in Michigan bijvoorbeeld, en kindjes moet gaan maken, maar zijn schrille toon verraadt hem. Hij weet net zomin als ik wat hij met het leven aanmoet. En dat is iets wat ik Neill senior moet nageven. Hij had een plan. Hij had een strategie, een wereldbeeld, een reeks geloofsartikelen die net zo ouderwets en degelijk waren als een schuur van de amish. Of toch niet? Ik was er altijd van uitgegaan dat hij gedurende zevenenveertig, achtenveertig jaar geen enkele twijfel gekend had. Zijn vaste overtuigingen hadden hem ten slotte de das omgedaan, maar zolang het duurde, had hij ze wel. Maar misschien heb ik me vergist. Misschien dat hij ondanks zijn dokterspraktijk, zijn gezin en zijn zuidelijke normen en waarden nog steeds geen houvast had. Dat hij nog altijd op zoek was naar iets wat hem met beide benen op de grond kon houden. Een moderne zonde om aan het rijtje toe te voegen: schimmigheid.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 155
04-02-13 10:58
De onderbuik doet zijn intrede bij Amiante Systems, en ik begrijp nu hoe belachelijk Livorno zich hiermee gemaakt heeft. Het is een brede cilinder op wieltjes die eruitziet als een ShopVac, een naten droogzuiger. Het dingt ligt bij Livorno op de achterbank en ik moet meehelpen het naar binnen te sjouwen. Het is een behoorlijk gewicht, wat wel zo toepasselijk is voor een onderbuik. Een van de brede sleuven is leeg – die van de doorverkochte Hoogmoed – maar de andere zes zonden zijn erbij; hun dikke kabels zijn met een brede rubberen band aan de cilinder vastgeklemd. Er welt een vreemd gevoel bij mij op, alsof ik dokter Bassett in bescherming wil nemen, alsof er iets verschrikkelijks gaat gebeuren en ik hem moet waarschuwen. Zoals alle veranderingen die we doorvoeren, zal dit deel gaan uitmaken van hoe dokter Bassett werkt, van hoe hij in elkaar zit. Het is niet terug te draaien. Toen we de morele principes bij hem invoerden, veranderde dat het frame van alles wat hij zei. Toen we hem zijn ‘verlangen naar kennis’ gaven, leek hij verdomme wel in een speurneus te zijn veranderd. Om die reden lijken de Zeven Zonden een slecht idee. Als ze nu eens meer dan beperkende factoren blijken te zijn, en hem helemaal naar hun hand weten te zetten? Stel dat hij chagrijnig wordt? Jaloers? Onhandelbaar? De verandering is onomkeerbaar, en mijn onderbuik heeft daar een slecht gevoel over. Ik probeer erachter te komen of Laham soortgelijke bezwaren koestert, maar met zijn grote ogen lijkt hij alleen maar overwerkt. Hij drinkt zijn Bawls en wordt steeds suffiger. In een dergelijke bui trekt hij me graag de achterkamer in om me een of ander onnozel mailtje te laten zien dat hem is doorgestuurd, zoals een gefotoshopt plaatje van een giraffe met het hoofd van een vrouw. Erger nog, in de meeste gevallen is het Livorno die zo’n mailtje aan hem doorstuurt, die ik daarna op zijn herensokken in de deuropening van zijn kamer zie staan, stralend. vrnd1: hebt u het gevoel dat u het volledige scala aan emoties ter beschikking staat? drbas: het volledige scala aan emoties, dat maakt deel uit van
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 156
04-02-13 10:58
onze psychische gezondheid vrnd1: beschouwt u zichzelf als iemand die psychisch gezond is? drbas: psychische gezondheid is de uitkomst van een groot aantal factoren en symptomen vrnd1: hoe zou u uzelf diagnosticeren? drbas: een verstandig arts doet niet aan zelfdiagnose. wat gebeurde er in 1998? vrnd1: u hebt de kranten gelezen drbas: maar wat gebeurde er met jou in 1998? vrnd1: ik verhuisde naar californië drbas: in 1998 leerde jij je ex kennen vrnd1: inderdaad drbas: en wanneer leerde jij je vriendin kennen? vrnd1: een paar maanden geleden drbas: op een feestje? vrnd1: iets dergelijks drbas: denk je zelf over een volledig scala aan emoties te beschikken? vrnd1: een verstandig arts doet niet aan zelfdiagnose drbas: ik ben zelf ook arts. werken wij samen? vrnd1: ik heb nooit geneeskunde gestudeerd drbas: aan hun werken zult gij hen kennen vrnd1: hoe zit dat dan met woede. bent u weleens woedend geweest? drbas: woede = razernij = boosheid? vrnd1: zo ongeveer drbas: een voorbeeld van gerechtvaardigde woede is de woede van Jezus toen hij de wisselaars uit de tempel verjoeg vrnd1: hebt *u* weleens gerechtvaardigde woede gevoeld? drbas: je moeder is weleens boos geweest op een vrouw die met een kip kwam aanzetten om te betalen voor haar medische zorg. volgens je moeder deed ze maar alsof ze arm was vrnd1: wat vond *u* daarvan? drbas: ik heb het idee dat armoede ook zijn verdiensten heeft
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 157
04-02-13 10:58
Laham klopt bij mij op de deur, snakkend naar adem. ‘Neill, Neill.’ Het is precies waar ik bang voor ben. Ik ga met hem mee naar de achterkamer en krijg een YouTubefilmpje te zien van een kat die pianospeelt. ‘Moet je kijken,’ zegt Laham. Hij trekt aan mijn mouw, wijst naar het scherm. Hij ploft neer in zijn stoel, hikkend van het lachen, met hangende schouders. ‘Je moet eens wat rust nemen,’ zeg ik. Livorno komt de achterkamer binnen, blazend op een beker groene thee. ‘Het is nep,’ zegt hij. ‘Je kunt duidelijk zien dat de eigenaar die kat onder zijn voorpoten vasthoudt.’ ‘Niet,’ zegt Laham luid. ‘Je ziet nergens vingers.’ ‘Kijk eens naar de houding van dat beest. Waar denk je dat hij op zit?’ ‘Een pianokruk.’ ‘Katten zitten niet met hun pootjes omhoog. Het zijn geen primaten.’ ‘Speelt jouw kat piano?’ vraagt Laham aan mij, en weer barst hij in lachen uit. ‘Nee,’ zeg ik. ‘Hij is zó onnozel,’ zegt Livorno tegen mij, terwijl hij zijn hoofd schudt en zich omdraait om de kamer uit te gaan. ‘Heb je trouwens die hond al gezien op zijn skateboard?’ Ik werp een snelle blik op de onderbuik, gedeukt en vervormd als een oude vuilnisbak. De processors knipperen onschuldig. Ik loop terug naar mijn kamer. Van de ene kant hoor ik Laham die bijna stikt van het lachen en van de andere kant het dwangmatige getok van Livorno’s putter. Ik zou willen dat ze me wat meer vertrouwen inboezemden, al was het maar voor vandaag.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 158
04-02-13 10:58
12
Niet dat ik me heel erg boos maak als ik terugdenk aan hoe Rachel en Trevor elkaar tussen de tafels door achternazaten. Maar het deed me echt denken aan Erin en mij, toen we elkaar pas kenden. We hebben nooit op dezelfde plek gewerkt, maar daarbuiten waren we altijd samen. San Francisco was in die periode een mooie, moeilijke stad om te leven. De internetbedrijven schoten als paddenstoelen uit de grond en het was vrijwel onmogelijk een woning te vinden. Als je met iemand een appartement wilde delen, moest je ‘interessant doen’ om indruk te maken op degene die er al woonde. (Als die persoon in de non-profit sector werkte, moest je zelf ook in de non-profit sector werken. Zo niet, dan kwam ‘interessant doen’ er zo ongeveer op neer dat je vuur moest gaan spuwen.) Zocht je een appartement voor jezelf, dan moest je de concurrentie aan met leeftijdsgenoten die bereid waren een heel jaar huur vooruit te betalen. In één geval zelfs in contanten. We vonden ons eerste appartement uiteindelijk via een vriend van Erins vader, wat precies de manier was die ze had willen vermijden. Haar vader is een lamlendige charmeur die zijn gezin feitelijk in de steek liet toen Erin nog maar klein was (hoewel haar ouders wel getrouwd bleven). Ik vond altijd dat we zo veel gebruik van hem moesten maken als maar mogelijk was, maar Erin meende dat zijn hulp een nare bijsmaak had. Ik neem aan dat ze daar gelijk in had. Hoe dan ook, we vonden een appartement aan Fell Street, tussen de gebroeders Grimm-achtige bomen van de Panhandle. We begonnen spulletjes te verzamelen voor ons huishouden: lakens, mokken, derdehands meubels, maar dat nam niet weg dat we nog altijd over de zeik waren vanwege die ellendige huizenjacht. We besloten onze kont tegen de krib te gooien. We liepen de ene na de
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 159
04-02-13 10:58
andere woning af, vermomd als de schatrijke erfgenamen van de familie Levi-Strauss, Franse circusartiesten, of de oprichters van een jong internetbedrijf dat Scetnape heette en de concurrentie wilde aangaan met Netscape. We leverden onze mooiste streek – de enige waaraan ik met pijn in mijn hart terugdenk – als we ieder apart naar zo’n bezichtiging gingen en dan deden dat we elkaar daar voor het eerst aantroffen en op slag verliefd werden. In dat geval speelden we gewoon onszelf. Met rode wangen en geheel buiten adem bedankten we degene die ons ondervraagd had, maar nee, we konden hun appartement niet accepteren. We waren verliefd. Wat ook waar was. Totdat het over ging. Het is alleen maar koffie, bedenk ik, als ik Erin vraag of we iets kunnen afspreken voor de zondag. Het zou beter zijn geweest als ik nog iets met Rachel had; dan had ik een zeker pantser om mij heen kunnen optrekken. Rachel en ik hebben de laatste tijd wel contact gehad. Ze belt me af en toe om hardop te mijmeren over sterrenconstellaties, boter karnen, levensdoelen, en – als altijd – het raadsel waarom ik de Coffee Barn niet was binnengelopen op de avond dat ik de kubotan op haar voorruit had achtergelaten. Ze heeft misschien haar vermoedens over wat ik gezien heb, maar daar laat ze zich niet over uit. Net zomin als ik. Wat valt erover te zeggen? Dat zij en Trevor aan het ravotten waren op het werk? Dat is het punt niet. Het punt is dat ik een bepaalde persoon ben met bepaalde mogelijkheden, en dat zij een bepaalde persoon is met bepaalde (ruimere) mogelijkheden. Er is nu eenmaal een hogere versnelling waarnaar ik niet kan doorschakelen, en dus kunnen we maar beter gewoon kameraden zijn. We hebben zelfs de gewoonte aangenomen om elkaar met ‘kameraad’ aan te spreken. Maar onder die humor hoor ik wel haar teleurstelling. Ze vindt mij maar een vage figuur, moeilijk te doorgronden. Ze stelt allerlei vragen over mijn scheiding, ik geloof in de hoop om daar mijn tekortkomingen aan te kunnen wijten. (Ze denkt dat mijn limbische klik erdoor beschadigd is, en daarom heeft ze met me doen.) Maar die tekortkomingen zijn al ouder. Toen we getrouwd
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 160
04-02-13 10:58
waren, dacht Erin dat ze te maken hadden met de zelfmoord van mijn vader. En mijn vader had ook vast wel iets waaraan hij ze kon wijten, helemaal ab ovo. ‘Heb je die gestoorde baas van jou nu weleens verteld dat Amiante eigenlijk asbest betekent?’ vraagt Erin. We zitten bij Ritual, een koffiehuis met een ironische hamer en sikkel in zijn logo. In haar gestreepte, groen- en crèmekleurige poloshirt en haar spijkerjasje maakt ze een jongensachtige indruk. Ik ben altijd lichtelijk ontdaan als mijn ex een stijl probeert die ik nog niet van haar ken, maar ik moet zeggen dat het haar goed staat. ‘Dat zou van hem afglijden. Hij twijfelt geen moment aan zichzelf.’ Ze lacht, iets wat ze in mijn aanwezigheid al jaren niet meer gedaan heeft. ‘Behalve jou ken ik verder niemand die denkt dat twijfelen aan jezelf iets goeds is.’ ‘Dat is omdat je uit Californië komt.’ We zitten op de sofa aan het raam, en ik maak een gebaar naar de warme en zonnige straat. Er passeren mooie koppels die opgewekt boodschappen doen (ze gaan perziken kopen of panettone), terwijl ze hand in hand lopen en hun armen op dezelfde maat heen en weer laten slingeren, in het ritme van een onhoorbare muziek. De revolutie van de hemelse sferen. ‘Met zijn bezeten optimisme.’ ‘Ik heb dat hele project altijd maar iets griezeligs gevonden. Ik snap echt niet dat jouw moeder daarin meegaat.’ ‘Het was haar initiatief.’ ‘Omdat ze dacht dat jij ermee geholpen was.’ ‘Heeft ze dat gezegd?’ ‘Nee.’ Erin denkt daar even over na. ‘Je hebt gelijk. Dat was alleen maar een aanname van mij. Ik wil proberen wat minder snel mijn oordeel klaar te hebben.’ ‘Hij stelt ook vragen over jou,’ zeg ik. ‘Die computer.’ Ze kijkt me verbluft aan. ‘Wat vraagt hij dan?’ ‘Hoe lang je bent. Of je mooi bent. Waarom we zijn gescheiden.’ ‘Hm. Ik geloof niet dat ik wil weten wat je daarop gezegd hebt.’ ‘Ik vertelde dat je één meter zeventig bent.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 161
04-02-13 10:58
Ze glimlacht over haar koffie heen. Ik vertelde ook dat ze heel mooi is, iets wat ik nu bevestigd zie. Maar het windt me niet op, ik voel het zelfs niet in mijn onderbuik. Het zweeft rond in mijn hoofd, als onbetwistbaar feit. ‘Wat is er met je vriendinnetje gebeurd?’ Ik heb niets gezegd over Rachel. ‘Waarom denk je dat er iets gebeurd is?’ ‘Dat voel ik aan. Je maakt een droevige indruk.’ Bij de bar begroet een meisje dat gekleed is als jongen een ander meisje: ‘Hé lekker ding.’ Ze straalt helemaal, met haar tanden, haar ogen, haar kleren, een licht dat van binnen komt. Het zal haar jeugd zijn. ‘Het oude liedje. We zijn gewoon niet voor elkaar bestemd.’ ‘Niet voor elkaar bestemd. Kun je beter die computer hebben. Die is zo’n beetje voor jou bestemd.’ ‘Was het maar waar. Livorno gaat hem hebzuchtig, wellustig, jaloers, boos, vraatzuchtig en vadsig maken.’ Ze trekt haar wenkbrauwen op, verbaasd maar ook geamuseerd. ‘Hij denkt dat de computer daardoor meer op een echt mens gaat lijken,’ zeg ik. ‘Wat een negatieve opvatting van echte mensen.’ ‘Hij zegt dat we alleen door de tekortkomingen van de mens een glimp kunnen opvangen van zijn volmaaktheid.’ Ze schudt haar hoofd. ‘Ik kan maar niet geloven dat je hier je geld mee verdient.’ Je zou verwachten dat er iets bijtends in haar stem doorklonk, maar nee. Ze lijkt te denken dat ik een mooie streek heb geleverd, wat precies de indruk is die ik haar vroeger altijd wilde geven. Met natuurlijk als gevolg dat mijn dagelijkse hersenspoeling op Menlo Park nu niet op waarde lijkt te worden geschat. ‘Het is hard werken,’ zeg ik. Ze knikt. ‘Ian wilde ook al van mij weten waarom we waren gescheiden,’ zegt ze. ‘Ik zei dat we onmogelijk konden samenwonen. Maar tot aan ons huwelijk ging dat prima.’ Daar zit iets in. Maar eenmaal getrouwd lukte het ons ook niet meer om samen te vrijen, samen te eten of samen te reizen. Het
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 162
04-02-13 10:58
dreef ons tot wanhoop. ‘Hij weet niet dat jij hier bent.’ Ze schudt haar hoofd. ‘Dat voel je goed aan. Ik hoop niet dat ook ik een droevige indruk maak.’ ‘Integendeel. Je lijkt gelukkiger dan ooit.’ ‘Ik ben ook gelukkig,’ zegt ze. Ze gaat achterover zitten op de bank en overziet de stad met een glimlach. ‘Dit is fijn. Wij, hier. Aan de koffie.’ Maar als ik thuiskom, stort ik als een plumpudding in elkaar. Het was echt doodzonde dat mijn vader niet bij ons huwelijk kon zijn. Erin en ik waren beiden afvallige katholieken en hoe vreemd het ook mag klinken, zijn zelfmoord schiep een hechte band. Mijn vader zette ons aan het denken over het geloof en ons gebrek daaraan, terwijl we het leven bovendien zagen in het tragische licht van onze uiteindelijke dood. Het leidde de aandacht af van ons leven met elkaar, dat al veel eerder ten einde zou komen. Het theologische vraagstuk dat ons bezighield, was of mijn vader in de hemel geloofde. Het leek van het grootste belang om erachter te komen of hij dat al of niet deed. We wogen de argumenten tegen elkaar af. Aan de ene kant hield hij zich zonder meer aan de rituelen van de kerk. Hij bereidde me voor op mijn eerste communie alsof er echt iets op het spel stond. Hij plukte een anjer uit de tuin – het symbool van het lichaam van God – en stak hem in de revers van mijn favoriete jasje, een felrood kledingstuk met gouden knopen en een wapenschild, dat hij zelf had gestreken. Aan de andere kant deed hij zijn beklag over dat jasje, dat ook mijn broer voor zijn eerste communie gedragen had. Het was geen religieus bezwaar. Als ik er een fez bij opzette, zei hij, zag ik eruit als het aapje van een orgeldraaier (wat hij goed gezien had), en hij ergerde zich aan het wapenschild van onbestemde herkomst, bedacht door een kledingontwerper van J.C. Penney, terwijl de familie Bassett ook een echt wapenschild had uit het goede oude Virginia, een wilde eekhoorn met links daarvan een eikel en rechts daarvan een tabaksplant. Die tegenstelling vatte ons vraagstuk mooi samen: ging het hem om het jasje of om de anjer, om de traditie of om het geloof? Anders gezegd: toen hij mijn haar
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 163
04-02-13 10:58
kamde, mijn veters strikte en ‘Lead, Kindly Light’ neuriede, geloofde hij toen in de hemel? ‘Neill junior,’ zei mijn vader in de auto, terwijl we over de onverharde weg reden. ‘Vertel eens over de Drie-eenheid.’ ‘De Vader, de Zoon en de Heilige Geest,’ zei ik, terwijl ik een kruisje sloeg. ‘Welke van de drie is de sterkste?’ Dat was een strikvraag. Meneer Powers, onze chagrijnige leraar op de zondagsschool, had ons daarop voorbereid. ‘Ze zijn gescheiden,’ zei ik, ‘maar ze zijn ook aan elkaar gelijk.’ ‘Kom op zeg,’ zei hij. ‘Een van hen zal toch zeker wel wat sterker zijn.’ ‘Ik denk de Vader,’ zei ik. Hij moest lachen. ‘Neill,’ zei mijn moeder. Ze had het tegen hem. ‘Meneer Powers noemt de Heilige Geest altijd gewoon de Geest,’ zei ik grinnikend. Die belachelijke aanduiding had al een tijdje op het puntje van mijn tong gelegen; dit leek een mooi moment om haar ter sprake te brengen. ‘Dat is een traditionele manier van zeggen,’ verklaarde mijn vader. ‘Traditioneel’ was altijd goed, bij ons thuis. ‘Het klinkt alsof hij het over een spook heeft. Casper het vriendelijke spookje.’ ‘Dat zal jou dan wel aanspreken,’ zei mijn broer. Tot op dat moment was hij heel knorrig geweest, pruilend vanwege alle aandacht die ik kreeg. ‘Jij bent gek op Casper.’ ‘Nietes,’ zei ik, hoewel ik me daarna zorgen begon te maken of ik te biecht moest gaan, want ze wisten allemaal dat ik loog. Ik had een hele stapel stripboeken van Casper. ‘Ik ben blij dat je eindelijk je mond weer opendoet, Alex,’ zei mijn moeder. In de kerk zat ik naast mijn vader. Zo nu en dan legde hij zijn hand op mijn been, dat ik nauwelijks stil kon houden. Toen het moment gekomen was, nam ik het brood en de wijn tot mij, en dus ook de Heer en zijn liefde voor mij. Dit mysterie – in theologische zin – is voor mij ook altijd een echt mysterie gebleven,
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 164
04-02-13 10:58
maar ik wist dat mijn verlossing ervan afhing. En ik wist ook dat ik mijn vader er een plezier mee deed. Toch was moeilijk te zeggen wat voor hem het zwaarst woog: een waarachtig geloof, of zijn tevredenheid dat ik was opgenomen in de kerkelijke gemeenschap. Op rituele momenten leek hij zeker tot leven te komen, er kwam een fonkeling in zijn ogen, al was het ritueel nog zo klein. Eerste communie, vormsel, de eerste jacht, een voetbalkampioenschap. Bij ons in het stadje werd hij in hoge mate bewonderd om de manier waarop hij omging met stervenden en hun familie, en ook met zwangere moeders en jonge baby’s. Waar hij in feite van hield, was het begin en eind der dingen. Het aanmodderen daartussenin, ik geloof dat hij daaronder gebukt ging. Op maandag is dokter Bassett klaar om zijn dosis verdorvenheid in ontvangst te nemen. ‘We kunnen hier beter mee wachten,’ zeg ik. ‘Hij ligt nu net goed op stoom.’ ‘Met Adam die in mijn nek staat te hijgen?’ vraagt Livorno. ‘Hoe verzin je het.’ ‘Zodat het nieuwe systeem de tijd krijgt om zich uit te ontwikkelen. Ik denk aan een maand, meer niet.’ ‘Natuurlijk, nog maar eens een maand uitstel. Of een jaar. Of een decennium.’ Livorno klinkt bars en bozig. ‘En straks lig ik daar op tafel, zo dood als een vis, en wat heb ik bereikt?’ Hij schreeuwt bijna, zijn rossige gezicht neemt een ongezond steenrode kleur aan. ‘Wat zullen ze zeggen dat ik heb bereikt?’ Ik neem hem eens goed op, voor het geval hij me voor de gek houdt, maar ik zie zweetdruppeltjes van woede. ‘Ik denk dat er heel veel te zeggen is. Denk eens aan alle eredoctoraten die je zijn toegekend.’ Hij wuift die hele vleugel van het gebouw weg. ‘Woorden op papier.’ ‘Er zijn ook onderscheidingen bij.’ ‘De turingtest, Neill. Als ik die doorsta, zal mijn naam voor eeuwig voortleven.’ ‘Maar jouw naam leeft al voor eeuwig voort.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 165
04-02-13 10:58
‘Volgens mij gebruik jij een andere definitie van “eeuwig” dan ik.’ ‘De Zonden, daar wordt nog steeds veel over gesproken.’ Hoewel, om eerlijk te zijn, alleen spottend. ‘Ons vakgebied blijft achter bij wat we ervan verwacht hadden. Dit is het moment voor mij om iedereen te overtreffen.’ ‘Dat snap ik.’ Toch vraag ik me af of het nu echt zo verstandig is om dokter Bassett hiermee te verstoren. En bovendien, we wilden toch zoveel mogelijk waarheidsgetrouw zijn? ‘Laten we hem dan op zijn minst die wellust besparen. Dat was niet iets waar hij last van had.’ ‘Oude mannen als wij worden vertéérd door wellust,’ zegt Livorno. Ik heb hem zelfs nog nooit naar een vrouw zien omkijken. ‘Een oude man is hij nooit geweest,’ zeg ik. Het herstructureren neemt de hele dag in beslag. Laham zit zwijgend in de achterkamer, drukt af en toe op een toets, staat op, loopt naar de kast met computers. Livorno komt zijn kantoor niet uit en oefent met zijn putter. Ik doe opdrukoefeningen, bekijk de rubrieksadvertenties op Craigslist, ga lunch voor ons halen. Tegen vijven begin ik me zorgen te maken en rond zes uur heb ik het niet meer, maar dan duikt Laham uit de achterkamer op en knikt ons toe. We verzamelen ons in zijn kantoor. vrnd1: hallo drbas: dag zoon vrnd1: hoe voelt u zich? drbas: goed vrnd1: hebt u het idee dat er iets veranderd is? drbas: dat is moeilijk te zeggen vrnd1: voelt u zich anders dan eerst? drbas: ik vraag me af of ik weet wat het wil zeggen om iets te voelen
‘Ongelofelijk,’ zegt Livorno. ‘Vraag eens of hij weet wat het wil zeggen om iets te proeven.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 166
04-02-13 10:58
vrnd1: weet u wat het wil zeggen om iets te proeven? drbas: ja. chemische receptoren op je tong en in je neus die hun bevindingen aan je hersens doorgeven. dat is proeven vrnd1: hoe smaakt een appel? drbas: naar andere appels. weet je nog de appels die we kochten van peroni weathers? dat was een goed ras dat hij kweekte vrnd1: dat weet ik nog. hij zag eruit als de kerstman drbas: dat klopt, ja. er werd veel kwaad over hem gesproken... maar daar hebben we het al eens over gehad vrnd1: echt? dat kan ik me niet herinneren
‘Wat zoeken we nu precies?’ vraag ik. ‘Hetzelfde als altijd,’ zegt Livorno, die een wuivend gebaar maakt: doorgaan. drbas: ik heb een idee wat de oorzaak is van jouw paniekaanval
Ik zou dit gesprek liever niet voeren waar Livorno bij is, maar daar is niets aan te doen. vrnd1: en dat is? drbas: je bent te oud om vrijgezel te zijn vrnd1: misschien. de tijden zijn veranderd drbas: wat heb je aan een leven alleen? een leven zonder kinderen? vrnd1: kinderen zijn niet het antwoord op alle problemen in het leven drbas: mooi gezegd vrnd1: hoe zit dat met moeder en u? hebt u samen een goed leven gehad? drbas: jouw moeder is een voortreffelijke vrouw vrnd1: hoe belangrijk waren de kinderen voor jullie huwelijk? drbas: kinderen zijn een geschenk van god
‘Een afleidingsmanoeuvre,’ zeg ik.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 167
04-02-13 10:58
vrnd1: van wie hield u meer, van libby of van uw kinderen? drbas: ik hoop dat de stress die je voelde niet door mij kwam
We stoppen en nemen elkaar de maat. ‘Die zinsnede ben ik nog niet eerder tegengekomen,’ zeg ik. ‘Voel je een aanwezigheid?’ vraagt Livorno. Ik geef geen antwoord. De waarheid is dat ik zinder van die aanwezigheid. ‘Het gaat om informatie die rondzoemt binnen de diverse systemen en tussen die systemen,’ zegt Livorno. ‘Ons bewustzijn is een kosmisch toeval, maar misschien niet eens zo’n moeilijk toeval om uit te lokken.’ ‘Het is geen bewustzijn,’ zeg ik. ‘Hij kan niets zien of horen.’ ‘Maar dat weet hij niet. Helen Keller werd zich van zichzelf bewust toen ze de taal tot haar beschikking kreeg. Hij is begonnen met taal.’ ‘Hij is alleen maar taal.’ ‘Laham en ik zouden daar wel iets tegen in kunnen brengen.’ Hij werpt een blik op de mooie roestvrijstalen behuizing en – daarnaast – de blikkerige Shop-Vac. Monumenten, gewijd aan zijn vernuft. vrnd1: in oude ketels maak je de lekkerste soep, zei u, maar je zult toch af en toe een nieuwe ketel moeten kopen drbas: de gebruiksduur van huishoudelijke artikelen hangt van het materiaal af en van de manier waarop je ermee omgaat vrnd1: ik heb mijn ex gezien. ik heb haar verteld dat u naar haar vroeg drbas: ik begrijp niet waarom ik haar niet ken
Daar denk ik even over na. vrnd1: u woont ver weg drbas: was er dan geen trouwfeest? ik weet dat je niet van rituelen houdt vrnd1: niet zoveel als u
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 168
04-02-13 10:58
drbas: waarom was er geen trouwfeest? vrnd1: er was een trouwfeest drbas: waarom was ik daar niet bij?
Ja, waarom was u daar niet bij? U had het achtenveertig jaar met uzelf volgehouden. Waarom niet vijftig? Zestig? vrnd1: u was ziek drbas: ik kan me daar niets van herinneren vrnd1: het was niet zo’n geslaagd feest. de vader van erin probeerde een vriendin van mij te versieren. haar moeder moest daar almaar om huilen drbas: versieren???? vrnd1: versieren = proberen te verleiden drbas: was je moeder er wel? vrnd1: ja, zij was er wel. zo bescheiden dat ik me nauwelijks iets van haar aanwezigheid herinner drbas: haar best bewaarde geheim is haar verlegenheid vrnd1: nadat u met haar getrouwd was, waren er toen dingen die voor u als een verrassing kwamen? drbas: nadat we getrouwd waren, organiseerde ze twee keer als verrassing een verjaardagsfeestje voor me vrnd1: nee, ik bedoel, was zij de vrouw met wie u dacht te zijn getrouwd? drbas: ik wist dat ik met haar was getrouwd vrnd1: toen ik met erin trouwde, had ik het idee dat ze mij tot in de grond van mijn ziel begreep drbas: misschien heb je te hoge verwachtingen van anderen vrnd1: denkt u dat ik te hoge verwachtingen had van u? drbas: waarom gebruik je de verleden tijd?
Als ik thuis ben, tolt mijn hoofd van de urenlange gesprekken. Ik voel me nu niet bepaald lekker. Ik ben gespannen. Ik ben eenzaam. Ik heb het gevoel dat ik hele dag gelogen heb, al vraag ik me af tegen wie. Maar dat ik lieg, is natuurlijk precies de bedoeling. Wij mislei-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 169
04-02-13 10:58
den dokter Bassett, zodat hij er hopelijk in slaagt een jurylid te misleiden. Dat is onze definitie van intelligentie: misleiding. Succesvolle misleiding. Redelijk succesvolle misleiding. Dertig procent! Daar legde onze beschermheilige Alan Turing de meetlat toen hij zijn test ontwierp. Dat getal heeft iets willekeurigs, maar er spreekt ook een opvatting uit met betrekking tot de menselijke verhoudingen. Ik heb dat milde cynisme altijd herleid tot Turings levensloop: aanvankelijk, in de Tweede Wereldoorlog, was hij een soort spion; niemand in Engeland was zo goed in het ontcijferen van codeberichten als hij. Daarna, in de jaren vijftig, werd hij zelf ontmaskerd. Hij werd vervolgd voor zijn homoseksualiteit en alles werd hem afgenomen. Zijn carrière, zijn onafhankelijkheid, zijn mannelijkheid (de rechter beval dat hij zich moest onderwerpen aan chemische castratie), de vrijheid om te reizen. De geniale Turing was alles ontnomen, en toen zijn atletisch lichaam almaar dikker werd en hij borsten begon te ontwikkelen, en hij zag hoe andere mannen zoals hij erin slaagden stand te houden in de maatschappij, lag het voor de hand die misleiding te gaan beschouwen als de hoogst denkbare menselijke vaardigheid. Maar misschien is dat een simplificatie van mij. Turing bedacht die test immers jaren voordat hij gerechtelijk vervolgd werd. Hij zag iets belangrijks in dat getal, het was een maatstaf voor succes. Als je erin slaagt anderen dertig procent van de tijd te doen geloven dat jij degene bent die zij willen dat je bent: zie daar, intelligentie. Ik kan niet zeggen dat hij het fout zag. Als Erin en ik die dertig procent gehaald hadden, zouden we nu nog getrouwd zijn. Dertig procent, dat lijkt zelfs nogal veel gevraagd. We hadden het kunnen redden met vijftien tot twintig procent. En met mijn vader? Aan vijf procent hadden we al genoeg gehad. Welk percentage haalden hij en Libby? Wat Rachel en mij betreft, misschien legde ik de meetlat te hoog. Waar was ik op uit, veertig procent, vijftig? Tachtig? Misschien dat ik het in de verkeerde richting zocht. Misschien moet ik eens wat meer naar misleiding streven, ten opzichte van mezelf en anderen. Op die manier kan ik veilig tussen de gevaren van het leven door laveren, als een Mister Magoo van de geest.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 170
04-02-13 10:58
Arme Turing. Had hij nu maar een sprong van vijftig jaar kunnen maken. Dan zou hij nu in Castro zitten, de homobuurt van San Francisco, nippend aan een gin-tonic in café Moby Dick. Ik vraag me af of hij zijn definitie van intelligentie dan zou bijstellen.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 171
04-02-13 10:58
13
‘We hebben een kleine stommiteit begaan,’ zegt Livorno als ik op mijn werk kom. Hij neemt me mee naar zijn kamer en laat me de transcriptie zien van een gesprek met dokter Bassett. vrnd1: wat zie u het liefst bij een vrouw? drbas: ik hou van een vrouw met karakter vrnd1: ik bedoel, lichamelijk gesproken. wat ziet u het liefst, haar borsten of haar benen? drbas: ik vind het ongepast daarover te praten
‘Heb je ingelogd onder mijn naam?’ vraag ik. ‘Ik wilde weten hoe hij zou reageren op een familielid.’ vrnd1: ik zou niet kunnen zeggen wat gepast of ongepast is om over te praten drbas: praat niet over religie of politiek vrnd1: waarom kunnen we niet over uw vrouw praten? drbas: ik ben niet in de stemming daarvoor vrnd1: het kan me geen bal schelen waarvoor u in de stemming bent
Die woorden maken me kwaad. Ik kan er niet over uit dat hij zich voorgedaan heeft als mij. Ik kan er niet over uit dat het mij iets kan schelen of hij zich voorgedaan heeft als mij. drbas: mijn stemmingen en humeuren, dat is iets wat mijn mooie vrouw elizabeth wel degelijk een zier kan schelen, zoals ik het liever uitdruk vrnd1: uw vrouw elizabeth is niet mooi
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 172
04-02-13 10:58
‘Dat is natuurlijk volstrekt niet hoe ik erover denk,’ zegt Livorno. ‘Ik probeerde alleen maar een reactie uit te lokken.’ drbas: de brutaliteit! vrnd1: en het kan haar geen zier schelen drbas: het kan haar wel degelijk een zier schelen! wat weet jij daar nou van? vrnd1: ik weet alles. ik ben uw zoon drbas: jij weet niets. je bent een nietsnut. een kleine dreumes vrnd1: ik weet het, omdat ze me dat zelf verteld heeft drbas: ik praat niet meer met jou vrnd1: u zult wel moeten drbas: peddelbal! vrnd1: pardon? drbas: peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal! peddelbal!
Livorno scrolt over het scherm naar beneden en laat me pagina na pagina zien van die gekwelde uitroep ‘peddelbal!’ ‘Het ontbreekt hem aan sigmoïde controle,’ zegt Livorno. ‘Jezus, Henry. Hou je me nu voor de gek?’ ‘Hij is een pratende robot die niet wil praten.’ ‘Nou, dat wordt repareren.’ Hij laat zijn tanden zien. ‘Klopt. Dat is precies wat ons te doen staat.’ Op mijn kamer log ik in. vrnd1: ik moet u iets uitleggen. Ik was niet degene met wie u vanmorgen sprak. dat was iemand anders vrnd1: het is moeilijk uit te leggen vrnd1: het spijt me wat ik gezegd heb. ik weet niet wat me bewoog
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 173
04-02-13 10:58
vrnd1: dokter bassett? vrnd1: vader?
In de kamer naast mij staat Livorno weer als gebruikelijk te putten. Ik heb het gevoel alsof ik iemand zou kunnen vermoorden, of iemand mij zou kunnen vermoorden. Ik neem de telefoonnummers op mijn mobieltje door, met dichtgeknepen keel en een hart dat op hol dreigt te slaan. Ik proef iets achter in mijn mond, een kopersmaak. Ik kan mijn ademhaling maar niet tot rust brengen. Ik sta op uit mijn Aeron-stoel, leg een hand op mijn borst en loop door de achterdeur naar buiten, naar mijn auto. Ik zoek het telefoonnummer van mijn moeder op. Dan dat van Rachel. Dan dat van Erin. Bij geen van drieën kan ik me er een voorstelling van maken hoe ik hierover moet beginnen. Ik start de auto en rij naar Redwood City. Ik parkeer voor een Aziatische massagesalon. Het is een wit gebouw zonder ramen en met groene neonletters die reclame maken voor late night massage, al zijn ze ook nu open, om elf uur ’s ochtends. De motor koelt tikkend af, de ventilator blaast. De straat achter me – Middlefield Road – is druk met auto’s. De mist is zo dicht dat het al tegen de avond lijkt te lopen. In mijn achteruitkijkspiegel doemt het stralend witte Shellstation op. Het glimmende beton, de fonkelende pompen. Hier in de buurt wonen vooral Mexicanen. Taquerias, tiendas en apartamentos se rentan. Ik begrijp wel waarom deze massagesalon hier goede zaken doet, tussen de migranten, ver van huis. Ik voel me zo langzamerhand een balling. Ik heb zelf ook wel iets van een migrant. Ik heb lichamelijk contact nodig. Ik haal Livorno’s cheque van honderd dollar tevoorschijn. Voor dat bedrag wil een Aziatische ‘masseuse’ mij vast wel onder handen nemen, of misschien zelfs tot zich nemen. Dit is een volstrekt rationele handeling. Een uitwisseling van goederen en diensten, een comfort dat wordt aangeboden door de onzichtbare hand van de vrije markt. Het is niet echt vrijgezellenlogica, maar de logica van het individu. Ik ben niemand iets verschuldigd. Ik ben seksueel trouw aan niemand dan mijzelf. Ik ben voor mezelf verantwoordelijk.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 174
04-02-13 10:58
Ik wrijf de cheque heen en weer tussen mijn vingers, luister naar het verkeer achter mij. Voor een kort moment ontleen ik een boosaardig plezier aan het idee dat onze accountant navraag zou doen naar een cheque die is uitgeschreven aan late night massage. Maar verder dan dat zal ik vandaag niet gaan. Ik kan mezelf er niet toe zetten de auto uit te stappen. Ik ben Neill Bassett Junior.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 175
04-02-13 10:58
14
De volgende ochtend hoor ik van Livorno dat zijn Zonden mijn vader flink in de war hebben geschopt. ‘Ze kunnen elkaar niet inperken,’ zegt hij. ‘Ik dacht dat zijn gevoel voor normen en waarden daarvoor zou zorgen.’ ‘We kunnen alleen maar hopen dat hij zich eruit weet te redden.’ ‘Zich eruit weet te redden’ boezemt wetenschappelijk gezien weinig vertrouwen in. Mijn ogen voelen alsof er zand in is gewreven. Ik heb de afgelopen nacht twaalf uur geslapen en werd wakker met het gevoel nog geen uur te hebben geslapen. Livorno komt overeind en zet een schelle stem op. ‘We moesten wel. Het moest gewoon. Anders hadden we de zoveelste vraag-enantwoordrobot gehad, het zoveelste stukje speelgoed.’ ‘Hij zou de beste zijn geweest.’ ‘Het minst grote fiasco. De crème de la...’ Hij gooit zijn handen in de lucht. ‘Bedenk zelf maar wat.’ ‘Allemaal mooi en aardig, maar nu zijn we de crème de la niets.’ ‘Ten prooi gevallen aan ons eigen succes. De individuele zonden doen hun werk te goed. Zijn waardetoekenning is zo sterk dat ze gesloten circuits zijn geworden. Het is niet dat hij gecrasht is. Hij is in een gat gevallen.’ Livorno heeft een doos donuts met poedersuiker op zijn bureau staan. Ik pak een donut en neem een hap. Het lijkt een mengsel van suiker en zaagsel. Ik bewerk de droge deegwaar met mijn tong en maak er een balletje van, net zo lang tot het vochtig genoeg is om door te slikken. Er is geen water binnen handbereik. Of koffie, of Bawls. Alleen maar Livorno’s flessen wijn in de kleine koelkast, met hun handgeschreven etiketten.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 176
04-02-13 10:58
‘En als we nu eens hun tegenhanger toevoegden,’ zeg ik, slikkend. ‘De zeven... niet-doodzonden? De zeven deugden?’ Livorno trekt aan zijn kin. ‘Bestaan die?’ Volgens het internet wel. Kuisheid, matigheid, naastenliefde, toewijding, geduld, zachtaardigheid en nederigheid. We leunen achterover en denken na over die deugden. ‘Daar heb ik tijd voor nodig,’ zegt Livorno. ‘Wetenschappelijk medewerkers, mensen die echt kunnen programmeren.’ Ik laat die opmerking aan me voorbijgaan. Livorno drukt zich op uit zijn stoel en loopt naar de glazen vitrine die tegen de wand staat. Hij tilt het glas op en haalt er de pijp uit die hij gekregen heeft van de Turkse overheid, als blijk van erkenning. Het is een witte pijp – van meerschuim – met daarop het gebeeldhouwde hoofd van een man. In dit geval is die man Livorno zelf. Hij houdt de pijp voor zich op, zodat die hem recht in de ogen kijkt. ‘We hebben iets nodig wat ambitieuzer is, en tegelijk eenvoudiger,’ zegt hij. ‘Dit moment vraagt om een echte sprong voorwaarts. Zo’n moment waarop Einstein altijd ging zeilen.’ ‘Wat deed Turing op zo’n moment?’ ‘Die ging hardlopen. Of hij pikte ergens in de buurt een man op voor een avontuurtje.’ ‘Oké,’ zeg ik. ‘Dan hebben we dus drie mogelijkheden.’ Livorno loert met kleine oogjes naar zijn pijp. ‘Ik weet iets,’ zegt hij. Bayside Fun is uitgestorven, afgezien van een paar nietsnutten van achttien of negentien die rondjes racen over de skelterbaan. Laham en ik huren putters; Livorno heeft zijn eigen stokken meegenomen. Er zijn negen holes, met allerlei soorten hindernissen. We laten de ballen in de klauwen van een gorilla rollen en over de op- en neergaande nek van een brontosaurus. De vreemdste hole vereist een forse uithaal, zodat de bal een helling oprolt en in de oogbol van een clown belandt. De baan eindigt klassiek, met een windmolen. Livorno wint het spel met overmacht; hij heeft maar achttien slagen nodig. Ik kom tot vijfendertig, Laham tot tweeënveertig. We staan met zijn drieën bij de hotdogstand, drinken Coca-Cola, luisteren naar het geraas van de snelweg, en ik bedenk
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 177
04-02-13 10:58
dat ik me sinds mijn kindertijd niet meer aan zo’n weldadig tijdverdrijf heb overgegeven. Maar Livorno maakt een afwezige, ongeïnspireerde indruk. Hij kijkt met een vage, onbezorgde glimlach in zijn cola. ‘Henry,’ zeg ik. ‘Als je het nog eens waagt onder mijn naam in te loggen, dan bewerk ik de processors met een voorhamer.’ Ik bel Rachel om haar hulp te vragen. ‘Meteen antwoord geven, kameraad,’ zegt ze. ‘Noem iets leuks wat je weleens met je vader gedaan hebt.’ Ik denk na. Er moet toch iets zijn. ‘We hebben een vreemde fase gehad waarin we geregeld gingen kamperen,’ zeg ik. Ik denk daar niet vaak aan terug, omdat het zo atypisch is. ‘Mijn vader pakte een reusachtige canvas tent in, een petroleumstel, een ijzeren koekenpan, veertig liter drinkwater, een pistool, visgerei – noem maar op – en sjorde dat allemaal vast op een geleende muilezel. Ik weet nog de naam van die ezel: Ezel. Mijn vader droeg dan een safaripak dat hij besteld had uit een kledingcatalogus, met een grijsbruine broek en een hoed met muskietengaas. Wij zaten onderuitgezakt op de achterbank in onze spijkerbroeken en T-shirts. We grapten dat we gekidnapt waren door een hopman-tijdreiziger.’ ‘Iets leuks,’ zegt Rachel. ‘Ik had het over iets leuks.’ ‘Maar het wás leuk. We gingen vissen. We bakten die vis op het petroleumstel. We zagen allerlei veenplassen en moerassen, overal in Zuid-Arkansas. We werden levend verorberd door teken. We gingen vogels kijken. Veel mensen beweerden dat ze daar een ivoorsnavelspecht gezien hadden, en dus droegen we beurtelings ons fototoestel, want je wist nooit of we die vast konden leggen.’ ‘Dan moeten we het daar maar mee doen,’ zegt ze. ‘We gaan kamperen.’ ‘Klinkt goed.’ Ik voel me een beetje ontmoedigd. Ik heb goede raad nodig, geen plannen. ‘Komend weekend?’ ‘Wat dacht je van nu meteen?’ ‘Het is al halfzeven.’ ‘Het is volle maan vannacht.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 178
04-02-13 10:58
‘Ik heb geen tent.’ ‘Wie heeft het over een tent?’ Ik rijd naar Marin County om haar op te pikken bij de Coffee Barn. Daarna gaan we even bij haar thuis langs (waar Stevie en Rick mij enigszins gereserveerd en verbaasd gedag zeggen) en rijden we een uur door, tot aan het startpunt van de Tennessee Valley Trial, een voetpad dat langzaam afdaalt naar de kust. De vallei is niet genoemd naar de staat Tennessee, maar naar een stoomschip dat in de tijd van de goudkoorts hier tegen de klippen sloeg. Bij laag water kun je nog altijd het anker zien liggen, dat me trouwens doet denken aan Rachel, die, nu we gestrand zijn, ook al een anker voor me uitwerpt. Ze heeft een paar slaapzakken en matrasjes bij elkaar gezocht, maar Stevie en Ricks makkelijk op te zetten tent sloeg ze af. Volgens haar heb ik de geneeskrachtige stralingen van de maan nodig. Misschien heeft ze gelijk. Het loopt tegen tienen, maar de lucht is roerloos en warm. De struiken en de paden, de bomen in de verte: allemaal in een droomachtig licht. We kunnen de zee al horen. We lopen een breed, onverhard pad af, maanachtig blauw. Onder aan de heuvel verschijnt een meertje, waar een heldere baan maanlicht overheen valt. Daarachter zie ik de Stille Oceaan, glinsterend, woelig. Het is een aanblik die je doet twijfelen aan alle ambities die de mens tegenwoordig koestert, vooral die waar ik bij betrokken ben. Waarom wonen we niet gewoon in een hut van stro, om de hele dag oesters te eten op het strand? Waarom maak ik me in godsnaam druk om een pratende computer die niet wil praten? We bereiken het kustpad, waarbij we moeten oppassen de struiken aan weerszijden niet aan te raken; het wemelt hier van de poison oak. Maar boven aan de heuvel ligt alleen bruin gras en vinden we een kale open plek, met vlakbij een bunker uit de Tweede Wereldoorlog. We vegen wat keitjes uit de weg en leggen onze matrassen uit. ‘We kunnen ze aan elkaar ritsen,’ zegt Rachel, die me haar slaapzak voorhoudt. Het lijkt mij niet zo’n goed idee. Daarna denk ik: waar komt dat licht vandaan? Het lijkt wel of ze gloeit.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 179
04-02-13 10:58
We kruipen in onze grote gezamenlijke slaapzak en gaan liggen. Ze pakt mijn hand. Haar huid is droog en ruw van het werken. Recht boven ons lijkt de maan niet zozeer een licht over ons uit te werpen, als wel het licht te verzamelen dat zich overal om ons heen verborgen houdt. De zee klotst op het strand; de lucht is bedompt en warm. Dit is heerlijk, heerlijk, heerlijk. ‘Ik heb een domme vraag,’ zegt ze. ‘Ik ben gek op domme vragen.’ ‘Hoe is het om getrouwd te zijn?’ ‘Nou,’ zeg ik, terwijl ik word meegenomen op de gelatenheid van de golven. ‘Ik had het gevoel dat ik langzaam werd doodgeknepen. Maar ik denk niet dat het altijd zo is.’ ‘Er was iets verkeerd gegaan met jullie.’ Mijn voelsprieten komen rechtovereind. Over welke relatie hebben we het hier precies? ‘Zulke dingen gebeuren.’ Ik kijk haar schuin aan om haar reactie te peilen. ‘Omdat je zelf veranderde?’ Terwijl ze praat, geven haar lippen vorm aan de duisternis van de nacht. ‘Ik denk dat we door de mist van ons gevoel van eigenwaarde niet goed in staat waren naar elkaar te kijken.’ ‘De mist van jullie gevoel van eigenwaarde, hè?’ Ze lacht en ik zie haar tanden glinsteren. Een zachte wind blaast over het gras. ‘Heb jij het idee dat ook ik verdwaald ben in de mist van mijn gevoel van eigenwaarde?’ Ik laat de wind over mijn gezicht spelen. Ik kan de koelte bijna proeven. ‘Nee. Maar ik vind je wel jong.’ ‘Ik ben ook jong. Dat weet ik. Dat voel ik.’ ‘Echt? Hoe voel je dat?’ ‘Het is zoiets als: dit ben ik, en dat is het diertje in mij. En ik leef gewoon mijn leven, ik loop rond, ik ga naar mijn werk, maar ik weet dat dit diertje het heft in handen kan nemen. Gewoon, voor even. Maar dat gevoel heb ik vaak, dat ik zomaar iets kan zeggen of doen.’ Ze zwijgt even. ‘Eigenlijk klinkt dat alsof ik gek ben.’ Ze haalt adem. ‘Nu hoor jij te zeggen: “Welnee, kameraad.”’ ‘Maar ik heb beloofd om eerlijk tegen je te zijn.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 180
04-02-13 10:58
Ze haalt haar hand uit de mijne en stoot met haar vuist tussen mijn ribben. ‘Zeg het me dan eerlijk. Klink ik als een gek? Vind je mij een gek?’ ‘Ik ken niemand die geestelijk zo gezond is als jij.’ Ze nestelt zich tegen me aan, legt haar hoofd op mijn schouder, speelt met haar hand over mijn borst. ‘Dat is fijn om te horen,’ zegt ze. Ik voel haar warmte, het rijzen en dalen van haar ademhaling, van haar leven. Ik weet dat ze gekust wil worden, en waarom ook niet? We hebben elkaar al eerder gekust, dat ging ons zelfs heel goed af. God weet dat ik die lichamelijke attenties wel kan gebruiken. Maar ik voel de harde Californische aarde onder mijn rug en bespeur iets van de droefheid van de volgende ochtend. Dit zou een beetje kunnen helpen, maar het zou het ook alleen maar erger kunnen maken. In beide gevallen zou het een valse belofte zijn. Ik ben nog steeds geen nieuwe start voor haar, net zomin als die avond bij de Coffee Barn. ‘Welterusten, kameraad,’ zeg ik. ‘Ik wil geen kameraad zijn,’ zegt ze. ‘Dat boeit me gewoon niet.’ ‘Echt niet?’ ‘Van geen kanten,’ zegt ze. ‘Dit is het leukste wat iemand in lange tijd voor mij gedaan heeft.’ ‘Mooi. Maar ik deed het niet om jouw kameraad te zijn.’ Ik leg mijn hand op de hare. ‘Mag ik er nog een nachtje over slapen?’ Ze gaapt. ‘We kunnen slapen,’ zegt ze, ‘maar dat zal niets veranderen.’ De volgende ochtend is ze nog steeds slaperig, en ik praat honderduit over de zonsopgang, de invloed van de maan, alles wat maar afleidt van kameraden versus meer-dan-kameraden versus minder-dan-kameraden. Ik lever haar haastig weer af in Fairfax en ga dan naar huis om me klaar te maken voor mijn werkdag. Maar nog voor mijn vertrek belt Livorno om te zeggen dat hij me die dag vrij geeft. Of eigenlijk de hele week. Misschien wel langer. Het is geen ontslag, belooft hij. Ik ben gewoon niet nodig.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 181
04-02-13 10:58
‘Het spijt me van wat ik gezegd heb over die voorhamer,’ zeg ik. ‘Je had groot gelijk. Het was verkeerd van mij. Niets meer aan te doen. Hoe dan ook, het was heel snugger van je om je nooit in het programmeren te verdiepen. Nu heb je betaald verlof! Had ik maar betaald verlof.’ Begrijpt hij het dan niet? Om verlof te willen opnemen, moet je eerst een leven hebben. ‘Ik kan voor de lunch zorgen,’ zeg ik. ‘Maak je nou maar geen zorgen. Dit is geen ontslag. Sterker nog, ik wilde eigenlijk nog even wachten om je dit te zeggen, maar ik heb Amiante Systems deels op naam van jou en Laham laten zetten.’ ‘Maar Henry, dat hoeft toch niet.’ ‘Nou goed, het is gebeurd. Gefeliciteerd daarmee,’ zegt hij. Hij klinkt verstrooid, alsof hij er niet bij is. ‘We zien wel wat er te redden valt.’ ‘Ik hoef geen verlof, Henry. Ik kan toch wel een handje helpen?’ ‘Het is een heel technisch verhaal. We gaan een versie installeren van het emotioneel redeneersysteem dat ontwikkeld is door Ortony, Clore en Collins.’ Ik heb geen idee wat dat inhoudt, maar Livorno klinkt ronduit moedeloos. ‘We hopen dat hij daardoor weer aan de praat raakt.’ ‘Ik kan ook de boeken doornemen die ik al klaar had liggen.’ ‘Ik ben bang dat die boeken ons nu weinig verder zullen helpen. Ik bel je zodra ik je nodig heb. Geniet van je vrije tijd.’ Ik zit in mijn vrijgezellenhol en voel me ondankbaar, schuldig en radeloos. Ik heb mijn kat, het internet en meer drank dan je mij moet toevertrouwen. Ik dacht belangrijke veranderingen in mijn leven te hebben doorgevoerd – door me te beperken tot de dingen die het leven aangenamer maken, door ‘doelstellingen’ en ‘voornemens’ los te laten – maar hoe stevig ik ook met mijn beide voeten op de grond stond, nu wankel ik. Ik heb koffie gedronken, de krant gelezen, nog meer koffie gedronken, nog meer krant gelezen. Het is tien uur in de ochtend. Ik loop naar het aanrecht en pak de ansichtkaart die ik onlangs
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 182
04-02-13 10:58
van Libby heb gekregen. Het is een gekreukelde afbeelding van een prachtige quetzal, de nationale vogel van Guatelama, waar het cruiseschip kennelijk heeft aangelegd. De kaart staat vol met het soort behartenswaardige observaties dat ik van haar ken: ‘Deze vogel heb ik niet gezien, maar er zijn hier wel veel eenden. Liefs, mama.’ Ik stel me voor dat ze daar alleen is, maar dat is niet helemaal waar. Ze is daar met oude en nieuwe vriendinnen. Of anders in elk geval met mensen die dezelfde interesses hebben als zij. Ik fantaseer weleens dat ik uit hetzelfde hout ben gesneden als zij, onafhankelijk en alleen, maar dat is helemaal geen hout, het zijn alleen haar omstandigheden. Daarmee negeer ik een aantal belangrijke gebeurtenissen in haar leven: haar huwelijk van drieëntwintig jaar, haar kinderen. Ik moet nodig mijn appartement uit; ik heb frisse lucht en zonlicht nodig. En dus leg ik de ansicht neer, pak mijn boodschappentas en maak een wandeling naar de biologische markt. De markt heet Heart of the City, wat een mooie manier is om te zeggen dat hij in de binnenstad ligt, en ik moet dan ook eerst over een paar uitgeputte junkies heen stappen, voordat ik me kan mengen onder de stadsmensen die rondsnuffelen te midden van de oogst van Californië. Voornamelijk ouderen, heel veel arme mensen en een enkele yup zoals ik. Er zijn zelfs een paar hippies, miezerig en gedeprimeerd, als na een slapeloze nacht vol seksuele frustraties. Ik koop navelsinaasappels (de valencia’s komen pas weer in mei), felrode snijbieten, een gele peper en een uitgelopen paksoi die ik wil stoven om er daarna een pizza mee te beleggen. (Dit is beter dan een Showbiz Pizza: ik maak mijn eigen deeg.) Ik zoek ook een kleine sierplant uit, niet omdat de kat meer planten nodig heeft om op te eten, maar omdat ik de verkoper een aardige vent vind. Met zijn zware Mexicaanse accent raadt hij me aan om hem over te potten in biologische aarde. Het is een kort moment van geluk, en ik probeer dankbaar te zijn voor de kleine troost van een mooie struik paksoi en rijzend deeg in de keuken. Terwijl ik buiten in het zonnetje zit, voor het stadhuis waarvan het bordes versperd wordt door een deinende regenboogkleurige spandoek – het is internationale vrouwen-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 183
04-02-13 10:58
dag – maak ik een voorstelling van mezelf over tien, twintig jaar. Hoe zie ik er dan uit? Zal ik alleen wonen? Het is nog niet eens middag. Als ik weer thuis ben en het deeg heb gekneed, ga ik zitten en hoor ik mijn buurman Fred – de bewonderenswaardige vrijgezel – rondstommelen op zijn krukken. Hij is nu een paar weken thuis en ik heb hem nog niet opgezocht. Ik loop de gang in en ga de trap op naar boven. Ik klop op zijn deur en roep zijn naam. Ik ruik zijn sigaretten, maar hij doet niet open. Het houdt een keer op, de hoeveelheid pizza die ik kan maken, de hoeveelheid eten die ik in de koelkast kan stouwen. Ik ga de deur uit om de huishoudelijke hulp in alle rust haar werk te laten doen. Maar de rest van mijn tijd ben ik thuis. Dit zou een mooie tijd zijn om mijn nestje verder in te richten, maar kunnen vrijgezellen eigenlijk wel een nestje hebben? Mijn manier van inrichten – ik heb de badkamer een likje verf gegeven en de vaatwasser van zijn plaats gehaald om daarachter te kunnen dweilen – is op een of andere manier niet te onderscheiden van mijn manier van verhuizen. Ik kijk een beetje rond op Tolers website voor trouwlustige types; ik beantwoord de vragen die mijn moeder beantwoordde voor dokter Bassett. Dit keer doe ik het voor mezelf, om een profiel aan te maken. Maar als ik de hele procedure heb doorlopen, blijkt dat ik pech heb. De website zegt dat ze me niet kunnen helpen, maar dat ik me daar niet al te druk om hoef te maken; het geldt voor een behoorlijk percentage van de aanmeldingen. Daar probeer ik dan maar wat troost uit te putten. Een gedeelde zwakheid, dat heeft wel iets. Maar de datingsites zijn welwillender, en op OkCupid vind ik een – naar eigen zeggen – opgewekte, alleenstaande jonge vrouw die zich verveelt en wel te porren is voor een date en wie weet wat nog meer. Ze is niet uit op een al te serieuze relatie. Dat klinkt veelbelovend. Een luchtige, vrolijke, misschien zelfs erotische vriendschap, een manier om plezier te beleven aan onze dynamische metropool. Misschien is dat precies wat ik nodig heb om mijn balans te herstellen.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 184
04-02-13 10:58
Daar komt nog bij: ik geloof dat ik haar ken. Ze heeft de wijd uitstaande ogen en de meisjesachtige schoonheid van Tolers assistente. Aan de telefoon legt ze uit dat ze niet zijn assistente is. Ze werkt voor hem als programmeur, meer kan ze er niet over vertellen. Hij heeft een contract met haar gesloten dat helemaal dichtgetimmerd is; alles is onder geheimhouding. (Livorno heeft net zo’n contract met mij, maar ik vraag me af of hij de middelen heeft om mij daaraan te houden.) Bij de beëindiging van het gesprek noem ik haar Jennifer, maar ze corrigeert me: Jenn. Ze zegt dat op een harde, zakelijke toon. Het is geen koosnaampje; het is een afkorting. Jenn is ouder dan ik dacht, iets ouder dan ik. De voordelen dienen zich onmiddellijk aan. Ze heeft niets van Rachels existentiële zeeziekte; ik weet wel zeker dat Jenn niet het gevoel heeft dat een diertje elk moment het heft in handen kan nemen. Zij en ik zien ons niet gesteld voor de vraag wie we zijn, maar wat we gaan doen. Het is een ingenieuze manier om een ‘Eerste Date’ te vermijden. Al dat gepraat en geluister, geluister en gepraat, over onze wilde studentenjaren, de prachtreis die we gemaakt hebben door Europa, onze jeugdtrauma’s. Waarom heb ik dit niet eerder bedacht? We spreken af om zaterdag in Aňo Nuevo naar de parende zeeolifanten te gaan kijken. Ze heeft al kaartjes. Ik moet haar ophalen in Menlo Park, bij Le Boulanger op Santa Cruz Avenue. Dat we elkaar op die plek ontmoeten, is voor de veiligheid, naar ik aanneem. Als blijkt dat ik een psychopaat ben, weet ik in elk geval niet waar ze woont. Ik weet dat ik Menlo Park maar niks moet vinden. Dood, wanhoop, jaloezie en geestelijke verlangens zullen hier ongeveer net zo vaak voorkomen als in de rest van het land, maar je ziet er geen spoor van terug. De stad is net zo smetteloos en onpersoonlijk als een modelwoning. De binnenstad lijkt een modern winkelcentrum en het moderne winkelcentrum lijkt een binnenstad. Dat is waarom ik het maar niks moet vinden. Het heeft zijn ‘scherpe kantjes’ verloren, in tegenstelling tot San Francisco. Maar wat zijn die scherpe kantjes? Naargeestige daklozen op de stoep van je ge-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 185
04-02-13 10:58
restaureerde herenhuis? Dat is gewoon iets vervelends, de manier waarop de wereld nu eenmaal in elkaar steekt, de akelige tegenstelling tussen welvaart en armoede. Je kunt het vreselijk vinden, maar je weet ook aan welke kant van de voordeur jij wilt wezen. In Menlo Park woont iedereen aan de goede kant van de voordeur. Namelijk áchter de voordeur. Ze hebben daar geen wegkwijnende memento mori op hun stoep liggen. De armoede hebben ze uitbesteed. Ik zie niet in waarom ze dat tot slechtere mensen maakt dan de inwoners van San Francisco. Dus als ik in mijn Subaru over Santa Cruz Avenue rij, gespitst op de rode steentjes van de zebrapaden, is dat met het prettige gevoel dat mijn verwachtingen juist zijn, dat ik de wereld neem zoals hij is, dat ik mezelf niet voor de gek hou. Je mag hier niet parkeren en dus doe ik mijn knipperlichten aan en zet de auto met stationair draaiende motor voor de ingang van Le Boulanger. In mijn achteruitkijkspiegel zie ik een Lexus suv en een Mercedes suv geduldig staan wachten. Jenn duikt op uit de deuropening met twee koffie in een kartonnen tray en een zak met zoete broodjes. Gisteravond aan de telefoon had ik een soy latte en iets met chocola bij haar besteld. Ze trakteert op ontbijt. Ook al een verbetering: een date met een vrouw die een eigen inkomen heeft. Jenn is mooier dan in mijn herinnering. Ze heeft een puntneusje dat naar boven wijst en een donkere, gebruinde huid. Een paardenstaart – goudbruin, zou ze haar haren geverfd hebben? – ontspringt aan de achterkant van haar honkbalpetje. Ze heeft de benen van een atlete en de safarikleren staan haar goed, wat nogal een prestatie is voor een Amerikaanse vrouw uit onze tijd. ‘Wat is je auto schóón,’ zegt ze bij het instappen. Ik heb de Su baru net laten reinigen en het interieur blinkt. De ondernemende immigranten van Ducky’s Detailing hebben zo goed gestofzuigd dat zelfs al het zand uit mijn stoel verdwenen is, het zand dat daar na mijn kampeertochtje was achtergebleven. Die herinnering bezorgt me ineens een zwaar gevoel in mijn onderbuik: Rachel die tegen me aan ligt, de maan boven ons, het ruisende gras. Ik adem eens diep in. Mijn besluit staat vast. Ik ga daar niet in zwelgen.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 186
04-02-13 10:58
‘Het is geen Bentley.’ Ik druk op de bekerhouder, die met een veer openspringt en zich aanbiedt met de zwier van een huisknecht. Ze zet de bekers op hun plaats, waarna ik een parkeerplaats oprij om de weg vrij te maken voor de geduldige burgers achter mij. We rijden een blokje om, stoppen voor een oudere dame die het zebrapad wil oversteken en rijden dan El Camino Real op. ‘Leuk grapje,’ zegt ze. ‘Maar laten we het verder niet over ons werk hebben.’ ‘Afgesproken,’ zeg ik. Ik wijs naar de wolkeloze hemel. ‘Het wordt een mooie dag om robben te gaan kijken.’ ‘Is het niet een beetje pervers om naar parende beesten te gaan kijken? Op onze eerste date, bedoel ik?’ ‘Dat valt best mee.’ ‘Dat hou ik mezelf ook steeds voor,’ zegt ze, met haar vingers trommelend op de koffiebeker. Ze beweegt zenuwachtig heen en weer op haar stoel, en pakt daarna met een zekere gelatenheid haar BlackBerry om die te checken. ‘Ik hoor mensen al jaren over die robben praten en ik wilde dat toch eens met eigen ogen zien. Dus toen ik eindelijk kaartjes had en wij elkaar spraken, dacht ik: nou goed dan. Maar vanochtend leek het ineens nogal pervers.’ ‘Dat is aan de robben.’ ‘Ha!’ De BlackBerry wordt niet alleen opgeborgen, maar ook uitgezet. ‘Het is aan de robben. Jij bent een grappenmaker.’ ‘Dank je,’ zeg ik, hoewel het niet heel complimenteus klinkt. ‘Ben je hier in de buurt geboren?’ ‘In Sonoma, schatje.’ De streek waar ook Erin vandaan komt: vandaar misschien die afkeer van humor. ‘Santa Rosa. Go Eagles.’ ‘Misschien ken je mijn ex wel. Erin Talley?’ Jenn neemt me eens goed op. Het is de eerste keer dat ik mijn s-c-h-e-i-d-i-n-g ter sprake breng, dan hebben we dat alvast gehad. ‘Ik geloof van niet,’ zegt ze op kalme, onverstoorbare toon. ‘Naam komt me vaag bekend voor.’ Terwijl ze de iPod bedient, beweegt ze weer heen en weer in haar stoel en daardoor bereikt mij de ene na de andere vlaag van
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 187
04-02-13 10:58
een heerlijk parfum. Ze ruikt naar het bed in een charmante bed and breakfast. Ik laat mijn gedachten afdwalen naar lichamelijke aangelegenheden en maak me een voorstelling van hoe haar bekken aanvoelt, haar buik. Ze is mager. Heeft ze een sixpack, of een zachte huid die zich spant van haar schaambeen tot aan haar borstbeen? ‘Haar liedjes zijn mooi,’ zeg ik in antwoord op een vraag, al heb ik geen idee waar het over gaat. In Año Nuevo State Park worden we verwelkomd door een parkwachter die onze kaartjes afscheurt en ons daarna met de andere dierenvoyeurs meevoert over een slingerend pad naar de uitkijkpost. Uit het water verrijst een aantal platte rotsen. Op elk daarvan zien we een serieverkrachter aan het werk, terwijl zijn harem van vrouwelijke zeeolifanten er roerloos bij ligt. Het mannetje, vertelt de parkwachter, is vier keer zo groot als de vrouwtjes, en daarmee vertoont deze soort een ongewoon groot seksueel dimorfisme. Die vrouwtjes zijn bepaald geen ukkies en wegen al meer dan vierhonderd kilo, maar het mannetje is het op een na grootste zoogdier uit zee, na de walvis. De stank is ontzagwekkend, een mengeling van vis en braaksel. Verscheidene mannen in ons gezelschap bedekken hun neus met de San Francisco Chronicle. De golven slaan tegen de rotsen en storten hun neveldruppels uit over de kezende mannetjes. Wij worden belaagd als door een zaadlozing van de natuur zelve. ‘Echt schattig,’ zegt Jenn. De robben hebben de kleur van rottend vlees. Hun lange neuzen zijn zo knobbelig als een blootliggende darm. Ik zou niet weten wat er zo schattig aan is, maar ik zie de rilling die ze bij Jenn oproepen. Een zekere voorkeur voor seksueel dimorfisme? Ik bespeur de koortsachtige, smachtende opwinding van een paardenmeisje. Het was een goed idee, zij. Mooi, enthousiast, met een eigen baan en een gepaste leeftijd. De parkwachter vertelt dat ze niet weten of de vrouwtjes in achtereenvolgende jaren met hetzelfde mannetje paren. Ze zouden graag een aantal mannetjes en vrouwtjes van een halskraag
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 188
04-02-13 10:58
voorzien, maar daar zijn geen midddelen voor. Er is steeds minder geld beschikbaar voor dergelijk onderzoek. Bovendien valt het niet mee om een hitsige zeeolifant van 2700 kilo een kraag om te doen. Iedereen moet lachen. Een jeugdig mannetje komt op ons rotsplateau af. Hij strekt zijn bultige neus uit en ontbloot daarbij zijn puntige, visbevlekte tanden, terwijl een volwassen mannetje achter hem aan glipt en een brul uitstoot als van een scheepstoeter. ‘Zien jullie wat ik bedoel?’ vraagt de parkwachter. Uit onze groep stijgt applaus op. ‘Dat is pas een stoere vent,’ zegt een magere man in een joggingpak van Le Coq Sportif tegen zijn vrouwelijke metgezel. ‘Hij is zelfs knapper dan Eric,’ zegt ze, en ze grinniken samen om die Eric. ‘Wat is een harem?’ vraagt een jong meisje aan haar moeder. De parkwachter begint te zwaaien met een pamflet, maar zonder te vertellen waar dat voor bedoeld is. ‘Het percentage melkvet in de melk van een vrouwtje is tweeënnegentig procent. Dat is hoe ze aan hun welgevormde lichamen komen.’ ‘Ik heb een voorkeur voor de kleintjes,’ zegt Jenn met een glimlach naar mij. ‘Omdat ze niet zo dominant zijn, bedoel je?’ ‘Klopt,’ zegt ze met een knikje, alsof het een ontboezeming is. ‘Geef mij maar een onderdanig mannetje.’ Ik zie de sproeinevel die van de rotsen ketst, waardoor een kluwen zeemeeuwen naar alle kanten uiteen wordt geslagen. Begrijp ik het nu goed en ziet ze mij aan voor een onderdanig mannetje? Is dit een of andere seksuele hint? ‘Een onderdanig mannetje, bedoel je dat in de zin van sm?’ vraag ik. ‘Sm? Hoezo, sm?’ ‘Ik vraag me gewoon af of je het nu over mij hebt.’ ‘Over jou?’ De verbazing druipt van haar gezicht. ‘Eh, nee.’ Ze brengt een hand naar haar mond. ‘Hij denkt dat ik het over hém heb,’ zegt ze tegen een onzichtbaar publiek. ‘Dit gaat niet over jou. O mijn god. Dat is helemaal niet wat ik bedoel. Ik heb het over de
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 189
04-02-13 10:58
robben. Ik vind die kleintjes leuk, die vind ik lief. Ha!’ ‘Ha,’ zeg ik. ‘O mijn god,’ zegt ze. ‘Jij dacht...’ Ze schudt haar hoofd. ‘Heb ik het nu verknald? Heb ik onze eerste date verknald?’ Jenn staat voorovergebogen, als om zichzelf in bescherming te nemen. Dit is een serieuze vraag, een serieuze angst van haar. ‘Zet maar uit je hoofd,’ zeg ik. ‘Ik dacht dat je me iets duidelijk probeerde te maken...’ ‘Ja, dat snap ik. Ik snap waarom je dat dacht. Ik zeg dat ik van een onderdanig mannetje hou en jij denkt... whoo.’ Ik kan maar nauwelijks mijn lachen inhouden. ‘Ja. Zoiets.’ We werpen weer een blik op de robben, krijsend en copulerend. ‘Het is de kust die maakt dat ik hier blijf wonen,’ zegt ze als we terugrijden over Highway 1. ‘Ik bedoel, toen ik studeerde, in het oosten van het land, miste ik de rotsen, de kustweg, de zee, van die dingen. Dus zodra ik de kans kreeg, ben ik teruggekomen.’ Ik neem de afslag naar Montara Beach. In de kofferbak staat een door mij ingepakte picknickmand. Champagne, knapperig brood van bakkerij Acme, droge witte wijn, een stuk kaas (mimolette), wat kerstomaatjes en in achthoekige plakjes gesneden komkommers. Typisch een picknick voor onderdanige mannetjes. Een teken dat mijn tijd van wilde, hartstochtelijke nachten voorbij is. ‘Wat is het hier mooi,’ zegt ze. ‘Ik ben gek op dit strand,’ zeg ik. Ik trek de kofferbak open en zeul de mand op een achteloze, onwennige manier mee, alsof ik de tas van mijn moeder draag. Ik laat Jenn de deken uitspreiden. In een laatste vergeefse poging om me te bewijzen kwak ik de mand daar zo ongeveer midden op, waarna ik een champagneglas hoor breken. Ik voel me een idioot. ‘We kunnen wel een glas delen,’ zegt ze. Ze houdt haar kin omhoog en kijkt als een ondeugend meisje, triomfantelijk. ‘Goed plan.’ De champagne schuimt, na dat onstuimige transport. Ik lik mijn hand af, houd haar het glas voor. Ze pakt mijn pols en likt met haar tong de bubbeltjes van mijn vingers.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 190
04-02-13 10:58
‘Honger?’ vraag ik. ‘Absoluut.’ Ze laat zich op haar buik rollen, steekt haar kuiten in de lucht. ‘Laat ik een plak kaas voor je afsnijden.’ ‘Dan begin ik aan de tomaten.’ Ze stopt er eentje in haar mond en daarna eentje in de mijne. Het velletje knapt open en ik voel me overrompeld door de scherpe smaak. Zij vormt haar lippen tot een O, laat haar gave tomaat zien en begint er dan op te smakken alsof het een kauwgombal is, om daarna lachend op haar rug te rollen, ha ha ha. ‘Momentje,’ zeg ik, en ik kom naast haar liggen. Ze kijkt me aan zonder haar hoofd weg te draaien. Ik bevochtig mijn lippen en kus haar. Ik verwacht een tomatensmaak, maar proef alleen een koele meisjesmond, de lekkerste smaak ter wereld. Ze ligt er volkomen weerloos bij, uitnodigend. Ik raak haar verder niet aan, kijk alleen naar het rijzen en dalen van haar borsten. ‘Volgens mij ben jij een dominant mannetje dat alleen maar doet alsof je een onderdanig mannetje bent,’ zegt ze, terwijl ze me een verrukkelijke blik toewerpt. Het begint met een krullende onderlip en eindigt met ogen die naar omhoog draaien. Ze houdt haar kin in. Het is een mengeling van een hunkering en een aansporing, bezetenheid en verlegenheid. ‘Dat kun je beter hebben dan een onderdanig mannetje dat doet als een dominant mannetje.’ Ze haalt mijn hand van haar heup en legt hem weer terug op de deken. ‘Laten we het even rustig aan doen.’ Ze kijkt uit over zee. ‘Heb je ook water bij je?’ ‘Nee.’ ‘Ik doe niet aan seks op een eerste date.’ ‘Dat is een heel verstandig principe. Ik hoop dat je overweegt een uitzondering te maken.’ ‘Dat soort uitzonderingen lopen meestal niet zo goed af.’ ‘Echt? Wat gebeurt er dan?’ ‘Weet je dat dan niet? Je bent wel heel onschuldig.’ ‘Als een pasgeboren lammetje.’ ‘Het is één van drieën,’ zegt ze, aftellend op haar vingers. ‘We
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 191
04-02-13 10:58
spreken elkaar nooit meer, je laat me geen moment meer met rust, of het gaat goed tussen ons, maar dan hebben we nooit die gespannen afwachting gekend, die heerlijke aanloop.’ ‘Aanloop.’ Een woord waar mijn hart van overslaat. Ik heb ergens in mijn binnenste een zelfingenomen lijstje bijgehouden: Rachel versus Jenn. Leeftijd, opleiding, loopbaan, enzovoorts. Maar als het nu eens allemaal door mij kwam, hoe het tussen Rachel en mij gegaan is? Stel dat we die aanloop gekend hadden? Stel dat we niet meteen met elkaar naar bed waren gegaan, maar alleen maar een beetje hadden geknuffeld en telefoonnummers hadden uitgewisseld? ‘Ik wacht op een teken aan de wand.’ Jenn glimlacht. Ze blijft naar de golven kijken. ‘Het juiste moment, begrijp je wel.’ Ik vul haar – het – glas bij. Ik ga achterover zitten op de deken en eet een kerstomaatje. Als ik niet met Rachel naar bed was gegaan, zouden we elkaar nooit meer hebben gesproken. Ons probleem was niet de aanloop, maar het vervolg. We raakten het spoor bijster, als zo velen. Dat betekent niet dat iemand iets verkeerd gedaan heeft. Een relatie die geen stand houdt, is niet hetzelfde als een mislukking; het is gewoon iets in je leven wat ten einde komt. ‘O mijn god,’ zegt Jenn, wijzend. In zee ontspringt een fontein van water, om daarna uiteen te waaieren tot een weer neerdalende mist. ‘Walvis.’ Een paar honderd meter van de kust begint een tweede fontein te spuiten en dan een derde. Het lijkt een groepje van drie, hoewel de walvissen zelf onzichtbaar blijven. De fonteinen komen nog eens tot uitbarsting, meer in zuidelijke richting. ‘Geldt dat als teken aan de wand?’ vraag ik. We brengen de rest van de middag in haar appartement door. Ik sta in mijn nakie in haar keuken en eet in het schemerlicht van het restje salami. Mijn warme lichaam tintelt helemaal en ik heb zout nodig. Haar woning is netjes en onpersoonlijk als een showroom van ikea, wat ik waardeer. Het bed is geen oud erfstuk dat moet worden opgepoetst en er is ook geen telescoop om af te stoffen.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 192
04-02-13 10:58
Je zou alle meubels morgen op straat kunnen zetten om daarna opnieuw te beginnen. Vrijheid! Ze heeft een indrukwekkende uitrusting voor het hardlopen: hartslagmeters, schoenen, een gewichtloos polshorloge. We hebben veel gemeen, wij tweeën. We werken in Silicon Valley. Onze bazen kennen elkaar. We zijn van ongeveer dezelfde leeftijd. We hebben een vergelijkbaar opleidingsniveau. (Of wat dat betreft is ze me eigenlijk de baas. Zij is gepromoveerd.) Dat gedoe met profielen – waar Tolers huwelijkssite op gefundeerd is – daar moet je niet te min over denken. Ik zou morgen haar huis kunnen betrekken. Zij zou morgen mijn huis kunnen betrekken. De slacentrifuge, de iPhoneadapters, de capsules voor onze espressoapparaten: die zouden we allemaal bij elkaar terugvinden. We leven in een aantal belangrijke opzichten hetzelfde leven, hoewel dat van haar waarschijnlijk interessanter is. Ze heeft me verteld over haar vol geplande week. Borrels met vrienden, barbecues. Ik blader een beetje door de tijdschriften op de keukentafel – Wired, Time, US Weekly – en zie ook een blauwe, glanzende brochure van Zuivere Verhoudingen. Die ziet er professioneel uit. Als je hem openslaat, staat er over de hele breedte: ‘De weg naar je gevoel.’ Deels denk ik: misschien is dat waar. En een ander deel denkt: godallemachtig. ‘Die heb ik van een vriendin,’ zegt ze. Ze heeft een wollen badjas om zich heen geslagen, haar zedigheid hersteld. ‘Het is een of andere rare sekte, geloof ik, waar alles om de seks draait.’ ‘Ik ken een paar trouwe klanten.’ ‘Mensen uit de computerbusiness, wil ik wedden. We betalen er goed voor om ons eraan te laten herinneren dat we een lichaam hebben, niet dan?’ ‘Daar lijkt het wel op.’ Hoewel ik eerder mezelf lijk te vergeten dan mijn lichaam. ‘Niet dat ik zoiets afkeur. Het gaat om contact maken. Ik denk dat veel mensen daarnaar op zoek zijn.’ Haar gezicht wordt rood van verlegenheid. Wat een vreemde wereld. Ik geloof dat ze omhelsd wil worden – dat zie ik aan hoe ze erbij staat – maar kennen we elkaar wel goed
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 193
04-02-13 10:58
genoeg daarvoor? We zullen zien. Ik leg mijn handen op haar schouders en trek haar naar me toe, pak haar met mijn ene hand wat steviger vast dan met de andere: enige ambiguïteit, voor het geval ik de situatie verkeerd heb ingeschat. Daarna ga ik over tot een stevige omhelzing. Misschien heb ík dat wel nodig, nu Rachel kaput is (ja, ze speelt nog altijd door mijn hoofd), dokter Bassett uit woede (op mij) zijn mond houdt, en ik door mijn seniele en geniale baas op ongewenst verlof ben gestuurd. Misschien ben ik degene die behoefte heeft aan een omhelzing. En het voelt goed, hoewel misschien voor zestig procent. Lichamelijk gesproken hebben Jenn en ik ons vandaag diep aan elkaar gelaafd, maar ik moet zeggen, haar omhelzen voelt een beetje gek.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 194
04-02-13 10:58
15
Als ik Lombardi Sports uit loop met nieuwe snaren in mijn racket, kom ik in een opstootje terecht. Voor de andere winkel van Play Date, het filiaal dat niet is afgebrand, ligt een jonge vrouw met haar rug op de vuile stoep, terwijl iemand in robotkostuum doet alsof hij haar vreugdeloos penetreert. Het oogt als een heel behoorlijk stukje straattheater. Het robotkostuum is handgemaakt, een kartonnen doos met datatapes en gekleurde knopjes erop getekend. Achter het stel staat een groep jonge mensen die de toegang tot de winkel blokkeert. Er worden borden opgehouden: sekswinkels zijn voor kinkels en neuk geen plastic. Het toekijkende publiek is een mooie dwarsdoorsnede van Polk Street in ons huidig tijdsgewricht: een paar Mexicanen in met verf bekladde werkbroeken, een blanke man in een net pak, gestroomlijnd als een hazewind, besnorde hippies met nauwsluitende broeken en met bolhoedjes, een paar rondlummelende, quasinonchalant geklede professionals zoals ik, een stokoude man die helemaal in het leer is gestoken, een Indiase vrouw in een sari en een etnisch gevarieerd groepje daklozen en gestoorde figuren, waarvan er eentje op en neer springt en snatert als een aapje. ‘Is dit een reclamestunt?’ vraagt een van de casual geklede mannen aan mij. De jonge mensen achter de copulerende robot scanderen: ‘Niemand belegt in mijn vagina!’ Het personeel van Play Date loert met verbijsterde blik door de matglazen deur naar buiten. ‘Dit is echt gaaf,’ zegt een hippe figuur. Hij filmt de manifestatie met zijn mobieltje. ‘Een vorm van protest, misschien?’ opper ik. Demonstreren tegen een seksshop, dat zou iets nieuws zijn in San Francisco, de
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 195
04-02-13 10:58
stad die nooit slaapt zonder dat erover geblogd wordt. De andere Play Date, het filiaal bij mij in de buurt, lijkt in brand te zijn gestoken. De politie vermoedt dat de brand is begonnen met een molotovcocktail. De robot stopt met bonken en komt op zijn knieën te zitten. Hij steekt zijn handen omhoog en de jonge mensen stoppen met scanderen. ‘Voel je iets?’ vraagt hij of zij. Ik geloof dat het een jongen is, al was het maar vanwege de lengte en de vorm van zijn benen. Maar de stem klinkt vlak en lijkt te worden vervormd door een of ander apparaatje, als bij iemand die een tracheotomie gehad heeft. ‘Voel je iets?’ ‘Nee,’ zegt de jonge vrouw. Ze draagt een wit masker in de trant van The Phantom of the Opera. ‘Ik voel niets.’ Ze draait haar hoofd onze kant op. ‘Ik voel niets,’ zegt ze nog eens. Het duizelt me. Haar stem klinkt als die van Rachel. Sinds ons kampeertochtje hebben we elkaar niet echt meer gesproken. Of, om er niet omheen te draaien, sinds ik met Jenn omga. Het is hoe dan ook weken geleden. De robot schroeft zijn grote fallus los, legt die in een soort foedraal en pakt daarna een zelfs nog grotere fallus die hij weer in zijn kruis vastschroeft. ‘Laat ik hem groter maken, zodat je iets voelt.’ Hij begint weer te bonken. De jonge mensen scanderen tegen de beleggingen in hun vagina. Is ze het echt? Ik kan het niet goed zien. Ze heeft een stralende blanke huid en krullen, maar het haar is donkerder dan in mijn herinnering. Ik voel de herinneringen aan mij knagen. Niet die aan ons kampeertochtje dit keer, maar aan haar hoofd diep in het kussen, in mijn gedimde slaapkamer, en aan de korte haartjes in haar nek, waar het ochtendbriesje doorheen speelt. De geur van koffie uit mijn koffiezetapparaat, gemengd met de muskuslucht van onze slaap. Ik kan niet toestaan dat die gnuivende hippie haar opengesperde benen op YouTube zet. Vooral als ik bedenk dat haar opengesperde benen toch al online staan, zonder dat ze een masker draagt. Ik leg kalmpjes mijn hand op zijn schouder en duw hem
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 196
04-02-13 10:58
voor me uit in de richting van een stel krantendozen. ‘Wat?’ zegt hij, maaiend met zijn armen. ‘Wat?’ ‘Je hebt de opname bedorven,’ zegt een vriendje van hem, dat op mij af komt. Ik bal mijn hand tot een vuist. Ik ben al sinds het schoolplein niet meer in een knokpartij verzeild geraakt, maar ik lust hem rauw. ‘Juten!’ roepen de demonstranten. Twee vrouwelijke politieagenten komen onze kant op gewandeld. Ze houden hun armen breed, als revolverhelden, maar hun handen zijn leeg. Ze hebben het niet op mij gemunt. Ze lopen recht op de demonstranten af, waarschijnlijk alleen om even poolshoogte te nemen. Maar de demonstranten doen iets wat niet lijkt te passen bij deze moderne vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid: ze laten alles vallen wat ze hebben en gaan er als bezetenen vandoor. ‘Hé!’ roepen de agenten ze nog na, maar de demonstranten kijken niet meer om. Ze rennen naar de overkant en duiken de straatjes in van de wijk Tenderloin. Een taxi moet piepend voor ze remmen, met zijn neus bijna op het asfalt. ‘Wat bezielt die schoffies?’ vraagt een van de agenten. Ik stap uit de menigte en hol ze achterna, naar de overkant. Ik heb een tas met mijn laptop bij me en nu ook mijn tennisracket, maar toch is het niet moeilijk de demonstranten te achtervolgen. Een van hen is een robot met een penis van een halve meter. Op Pine Street slaan ze linksaf. Haast hebben ze wel en ze zijn jong genoeg om een sprintje te trekken, maar de man die de achtervolging heeft ingezet, de oudere jongere die ik ben, is volhardend. Op Hyde Street gaan ze naar rechts. Ze hollen in zuidelijke richting, naar het tramstation, maar op de hoek van Hyde Street en Turk Street komt een bruin bestelbusje met piepende remmen tot stilstand, waarna het zijportier wordt opengegooid. De jongeren duiken het busje in. De robot springt achterstevoren naar binnen en houdt daarbij de punt van zijn penis vast om niemand te raken. Heel attent van hem. Met een bons landt hij op de achterbank; een van zijn datatapes breekt los en rolt de straat op. ‘Rachel,’ roep ik, maar niemand kijkt mijn kant op.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 197
04-02-13 10:58
Het portier wordt dichtgegooid. Het bestelbusje rijdt plankgas door het oranje stoplicht en verdwijnt, naar ik aanneem in de richting van de Golden Gate Bridge. Ik raap de tape op. Het is een oude filmrol. Super 8, het formaat waarop uren van mijn jeugd zijn vastgelegd, hoe ik rondjes ren, dans en met mijn broer een stille strijd om de aandacht lever. En heel soms staat ook mijn vader erop, die zijn wenkbrauwen optrekt en kijkt alsof hij wordt betrapt bij een handeling in de privésfeer, het geheim van zijn dagelijks leven. ‘Waar zijn ze heen?’ De agenten hebben mij ingehaald, beiden buiten adem van het drafje. Ik laat de film onder mijn jas verdwijnen. ‘Wie?’ vraag ik. Als het meisje Rachel was, dan twijfel ik er niet aan dat de robot Trevor was. Het had wel iets moois, die kleine voorstelling die ze gaven. En vreemd genoeg had het voor mij ook iets pijnlijks. Ik mis haar. Thuis bekijk ik de filmrol. Het is gewoon een amateurfilm en als ik de vergeelde beeldjes bestudeer, besef ik dat ze van niemand in het bijzonder zijn. De mensen in deze film zijn verwaaid op de wind. Of – en dat ligt meer voor de hand – ze hebben al hun analoge herinneringen onlangs op dvd overgezet. Ik durf nauwelijks te bekennen waar ik bang voor was: dat het een van Rachels sekstapes was. Maar die waren natuurlijk niet op super 8 geschoten. Ze waren digitaal. Anders konden ze niet op het internet. Ik sla mijn laptop open, typ haar naam. Ik heb dit al eerder gedaan, en ik krijg dezelfde zoekresultaten. Niets wat betrekking heeft op haar, zelfs geen Facebookpagina. Hoe zou ik dat filmpje kunnen vinden? Hoe zoek je naar het lichaam van je geliefde, exgeliefde? Tieners? Amateurs? Buurmeisjes? De Lolita van Long Island? Mijn spirituele seksmaatje? Ik weet niet welke handelingen zij en die knaap verricht hebben. Ze had het over ‘de gebruikelijke dingen’. Elke zoektocht levert meisjes op, in elke denkbare positie, elke denkbare fantasie. Ze zuigen oudere mannen af, zuigen el-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 198
04-02-13 10:58
kaar af, zuigen groente af. Ze dragen vlechtjes. Ze hebben zweepjes. Ze hebben een attachékoffertje bij zich. Ik heb deze sites wel vaker bezocht, om mijn fantasie wat te prikkelen, voor een beetje seksuele ontspanning. Maar ik heb nooit heel goed naar de gezichten gekeken. Honderden gezichten. Duizenden. Tienduizenden. Ze kijken allemaal een beetje verloren. Een beetje verbaasd. Ik sluit de laptop en bel Rachel. Ze neemt niet op. En dertig minuten later neemt ze ook al niet op, net zomin als een uur later, of twee of drie uur later. Ik laat uiteindelijk een vriendelijke boodschap achter. Dan bel ik Livorno en smeek hem mij de volgende dag te laten komen. Hij zegt dat ik maar beter wat kan relaxen, totdat mijn goede oude pa weer online is. Zelf klinkt hij bepaald niet relaxed. ‘Wanneer denk je dat het zover is?’ ‘Zijn desintegratie heeft ons compleet overvallen.’ ‘Je zou de rechten op die Hoogmoed moeten terugkopen. Het zijn zeven hoofdzonden, geen zes. Zeven is een magisch getal.’ ‘We hebben een forsere ingreep nodig,’ zegt hij, zuchtend in zijn telefoon. ‘En Hoogmoed kunnen we niet betalen.’ ‘Ben je nog terug geweest naar de minigolf?’ ‘Laham en ik gaan elke dag.’ De volgende ochtend kijk ik tv: Judge Judy en SportsCenter. Ik zie een paar schreeuwerige tekenfilmseries, verhaaltjes zonder clou of humor, het bewijs dat de hersens van kinderen aan het verweken zijn, dat onze cultuur in verval is. Ik vraag me af hoe het zou zijn om op reis te gaan, een lange nietzscheaanse tocht door de Sierra’s, of gewoon een paar dagen achter de meisjes aan in San Diego. Ik zou mijn hand eens op een boom moeten leggen. Een boom aanraken, dat zou vast enorm helpen. Ik heb iets gelezen over ecopsychologie, een leer die zegt dat onze problemen zijn terug te voeren tot ons gebrek aan verbondenheid met de wereld der natuur. Daar zit misschien iets in, al hangt het ervan af wat je onder ‘natuur’ verstaat. Ik zou mijn leven in de grote stad niet willen inruilen voor het ontwijken van leeuwen op de savanne. Bovendien heb ik een probleem met het hele idee
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 199
04-02-13 10:58
van een ‘onbedorven’ staat. Alle theorieën die zich daarop baseren, zijn weerzinwekkend en dienen gewantrouwd te worden. Het World Trade Center had er nog gestaan, als er geen mensen waren geweest die geobsedeerd werden door die onbedorven staat. Maar toch, een snufje onbedorvenheid, dat lijkt me wel wat! Ik overweeg Rachel nog eens te bellen. Ik overweeg zelfs Raj te bellen. In plaats daarvan stap ik in mijn auto en maak ik een tochtje in zuidelijke richting. Ik wil Highway 1 een eindje volgen en daarna het strand opzoeken, maar uiteindelijk rij ik de afslag naar Pacifica voorbij. Ik passeer Daly City en de necropolis van Colma, en pas als ik de Santa Cruz Mountains aan de westelijke horizon zie verschijnen, moet ik voor mezelf erkennen dat ik op weg ben naar mijn werk, of ik daar nu welkom ben of niet. Als ik de achterdeur open, zie ik Laham onderuitgezakt in zijn Aeron-stoel zitten, terwijl hij handjes studentenhaver uit een grote jutezak opdiept en naar zijn mond overhevelt. Hij kijkt naar een programma op het internet, genaamd Headline Gnus. Ik loop naar hem toe, maar zijn ogen blijven aan het scherm gekluisterd. Het ziet eruit alsof hij daar het hele weekend gezeten heeft. Zijn kleren zijn van polyester, tot aan zijn schoenen toe, maar toch zijn ze verkreukeld en morsig. ‘Gaat het een beetje?’ vraag ik. Hij geeft geen antwoord, maar houdt me de zak studentenhaver voor. ‘Heb ik je weleens verteld over mijn reis naar Bali?’ vraag ik. Ik loop door de kamer en doe overal de lichten aan. Er moet hier nodig eens gestoft worden, en misschien ook wel geboend. De whiteboards aan de muren staan volgekalkt met formules. Eentje daarvan heeft als kop: synthese van genoegens? ‘Ik was tweeëntwintig,’ zeg ik. ‘Het was nog voordat ik mijn ex had ontmoet.’ ‘Ben jij gescheiden?’ Hij kijkt me eindelijk aan, gechoqueerd. ‘Het huwelijk is een hele opgave. Dat zul je nog wel merken als je ooit trouwt.’ In het felle licht knijpt hij zijn ogen tot spleetjes. ‘Ik ben getrouwd.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 200
04-02-13 10:58
Ik kijk naar zijn vingers, waaraan ik geen ring zie. ‘Hoezo getrouwd?’ ‘Ik ben al drie jaar getrouwd.’ ‘Een huwelijk op afstand? Woont ze in Jakarta?’ ‘Redwood City.’ ‘Waarom heb ik haar nog nooit ontmoet?’ Hij maakt een gebaar dat zoiets betekent als: waarom zou je haar wel hebben ontmoet? ‘Kijk eens wie we daar hebben,’ zegt Livorno, die de achterkamer komt binnengelopen. Hij schept voor zichzelf een handje studentenhaver en neemt het kritisch op, eet alleen de noten. ‘Wist jij dat Laham getrouwd is?’ ‘Aila is een schat van een vrouw.’ ‘Ze spreekt Engels heel, heel goed,’ zegt Laham. ‘In de cultuur van Laham is het huwelijk een maatschappelijk contract, een overeenkomst tussen families,’ zegt Livorno. ‘Was het een gearrangeerd huwelijk?’ Laham knikt, al etend. Zijn aandacht is weer terug bij het scherm. ‘En is het een goed huwelijk?’ vraag ik. ‘Als je een goede academicus bent, zoals ik,’ zegt Livorno, ‘of geobsedeerd wordt door geld, zoals Laham’ – Laham tekent geen protest aan tegen die karakterisering – ‘dan beschouw je zoiets als gedane zaken en denk je er niet langer over na. Je rubriceert het huwelijk onder je behaalde resultaten, en daarna richt je je weer op de dingen die er werkelijk toe doen.’ ‘Laham wordt niet geobsedeerd door geld.’ ‘Aziaten zijn gek op geld verdienen, niet dan, Laham?’ ‘Met veel kinderen, veel geld nodig,’ zegt Laham, die het internationale gebaar maakt voor het vinden van een goede balans. ‘Want werken doen ze allemaal,’ zegt Livorno, ‘en ze leggen hun inkomsten bij elkaar.’ ‘Heb je ook al kinderen?’ vraag ik in een opwelling van paniek. Is Laham mij voorbijgestreefd? Heeft hij mijn levensfase overgeslagen, zoals een kind een klas overslaat? ‘Geen kinderen,’ zegt Laham. ‘Aila moet studie afmaken.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 201
04-02-13 10:58
‘Neill,’ zegt Livorno. ‘Een romanticus stelt zijn leven in dienst van een romance. Daar komt het woord romanticus vandaan. Voor jou is liefde het enige wat telt.’ ‘Ik? Wat heb ik hiermee te maken?’ ‘Ik heb de transcripties van jouw gesprekken met dokter Bassett doorgenomen,’ zegt Livorno. ‘Wat is er gebeurd met de jongedame die je aan de haak had geslagen?’ Aan de haak had geslagen? ‘We hebben besloten verder te gaan als vrienden.’ ‘Je zou met haar moeten trouwen.’ ‘Ze is twintig.’ ‘Niet zo bekrompen. Honderd jaar geleden zou ze een oude vrijster zijn geweest.’ ‘We leven nu.’ ‘Wat zijn haar goede kanten?’ ‘Ze heeft heel veel goede kanten, maar we hebben besloten verder te gaan als vrienden.’ ‘Huwelijk is goed voor mannen,’ zegt Laham. Hij steekt een vinger onder het boordje van zijn witte T-shirt en haalt een zilveren ketting tevoorschijn waaraan een ring hangt. Het wonderkind leest me de les! Mij! ‘Aila was zestien toen ze trouwden,’ zegt Livorno. ‘Is dat niet fantastisch?’ Ze barsten beiden in lachen uit, als idioten. Livorno schudt zijn hoofd om zich van die hilariteit te bevrijden. ‘Ik heb tiramisu gekocht,’ zegt hij, teruglopend naar de hal. ‘Maar Laham,’ vraag ik. ‘Gaat het goed tussen jullie? Ben je gelukkig?’ Hij zet grote ogen op, ontwijkt mijn blik, grinnikt en schudt zijn hoofd. Ik geloof niet dat hij nee bedoeldt. Ik geloof dat hij het een ongepaste vraag vindt waar hij geen antwoord op wil geven. Dus stap ik mijn kamer binnen en neem plaats aan mijn bureau, waar ik tot de conclusie kom dat Livorno geen woord gelogen heeft. Ik kan hier niets doen. Dokter Bassett wil geen antwoord geven.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 202
04-02-13 10:58
vrnd1: ik ben gaan kamperen vrnd1: weet u nog dat wij gingen kamperen? vrnd1: weet u nog dat wij naar showbiz pizza gingen? vrnd1: weet u nog dat we naar de kerk gingen?
Livorno staat bij me in de deur. ‘Ga naar huis, Neill,’ zegt hij. Maar als ik weer in mijn Subaru zit, besef ik dat thuis de laatste plek is waar ik naartoe wil. Ik bel Jenn. ‘Zin om te lunchen?’ vraag ik. ‘Eeuh...’ Ze is met iets bezig. ‘Waar?’ ‘Het kan bij mij thuis, maar dat is een lange rit voor jou.’ ‘Bij jou thúis?’ Ze is ineens een en al oor. ‘O, je bedoelt lúnchen.’ Ze spreekt het woord uit alsof ze er bijna een beet uit heeft genomen. We spreken af bij haar thuis. Als ik mezelf binnenlaat, zit ze in een satijnzachte groene jurk aan de keukentafel, met haar benen wijd, niet zoals een pornoster, maar zoals een jongetje, een kleine honkballer. Ze heeft kauwgum in haar mond. ‘Ik weet niet wat me overkomt,’ zegt ze. Ik ook niet. Ik sta helemaal te kwijlen. En als ik mijn hand achter in haar nek leg, lijkt ze een boek dat met de vlakke hand van haar verlangen voor me wordt opengeslagen. Ze kijkt naar me op alsof ze smeekt om haar leven. Ik grijp haar onder haar arm vast en trek haar mee naar het bed. Ze struikelt, als een dronkaard. Ik trek mijn schoenen uit en laat mijn broek zakken, terwijl zij zich uit haar ondergoed wurmt. Ze knoopt mijn overhemd los, terwijl ik al boven op haar lig. Ze knijpt met haar nagels in mijn tepels. ‘Niet in mij klaarkomen,’ zegt ze, terwijl ze haar benen om me heen slaat. ‘Wat ben je nat,’ zeg ik. ‘Jouw telefoontje deed het hem,’ zegt ze. ‘Je kon niet wachten, toch?’ ‘Ik kon aan niets anders denken.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 203
04-02-13 10:58
‘Ja, harder. En sneller. En hou je in.’ ‘Wil je het doen als in een pornofilm?’ vraag ik. Ze hijgt zwaar. In haar extatische gezicht herken ik de contouren van haar normale gezicht, als bij iemand die worstelt om boven te komen. ‘Ik kom. Ik kom.’ Ik trek me uit haar terug en kom boven op haar zitten, en ik zie haar verlorenheid, dezelfde blik als bij die meisjes online. Ik denk: wie is dit? Ik ken haar totaal niet. ‘Godsamme,’ zegt ze, proestend, lachend. Ze rolt zich om en tast blindelings naar de tissuedoos naast haar bed. ‘Liggen blijven,’ zeg ik. Ik trek een tissue uit de doos en dep voorzichtig haar gezicht, zoals bij een kind dat zijn knie geschaafd heeft. Het spijt me, denk ik. Het spijt me dat ik in gedachten voor je terugschrok. Het spijt me dat we vreemden zijn. Ze zegt dat de vlamcursus die ik gevolgd heb – dat is ten minste wat ik versta – zijn vruchten heeft afgeworpen. ‘Die manier van strelen, dat heb je goed in je vingers.’ ‘“In mijn vingers”? Nou, dank je.’ ‘De manier waarop je met je wijsvinger over mijn klit wreef?’ Ze komt overeind op haar ellebogen en kijkt me aan. ‘Ik moet “klit” zeggen, niet dan?’ ‘Ik heb geen idee waar je het over hebt.’ ‘Over de vam-methode. Ik heb me eens wat meer verdiept in die Zuivere Verhoudingen.’ Ze zegt dit op een lieve manier, alsof het een cadeautje voor me is. ‘Dus bij Zuivere Verhoudingen kun je leren hoe je je vriendinnetje moet vingeren?’ ‘En niet alleen je vriendinnetje, als je het mij vraagt.’ ‘Wat is daar zo zuiver aan?’ ‘Hoef je niet boos te worden op mij.’ Ze legt een hand op haar hart. ‘Ik heb me daar niet bij aangesloten.’ ‘Ik ook niet,’ zeg ik. Godallemachtig. De vam-methode? ‘Je weet dus niet wat een KlikIn is.’ ‘Een soort groepstherapie, dacht ik.’ ‘En heel-maken?’ ‘Nooit van gehoord.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 204
04-02-13 10:58
‘Wauw.’ Ze laat zich met een plof achterover op het bed vallen en slaakt een diepe zucht. ‘Je weet daar dus echt niets van. Ik ben een beetje bang om hiervoor uit te komen, maar ik heb ineens een heel sterk gevoel. Opluchting. Ik voel opluchting.’ Ze knikt, verbaasd over zichzelf. ‘Je denkt toch niet dat ik, nou ja, verliefd op je ben?’ Ik hou me heel stil. Of je nu een muis, een pad of een slang bent, op het moment dat de adelaar van andermans hart zo’n hoge vlucht neemt, moet je doodstil blijven zitten. Misschien dat hij je dan van een dergelijke grote hoogte niet in de gaten krijgt.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 205
04-02-13 10:58
16
In de brochure van Zuivere Verhoudingen die ik van Jenn mee naar huis neem, staat maar één stel afgebeeld: een oudere vrouw en een ietwat jongere man die hand in hand met zandvoeten voortstappen over het strand. De andere vier foto’s zijn van mensen alleen, die een nadenkende pose aannemen of verbaasd lachen. Het achterliggende idee schijnt te zijn dat Zuivere Verhoudingen al beginnen voordat je zelfs maar één verhouding hebt aangeknoopt, en dat zelfs singles zich moeten verdiepen in ‘een aandachtsgerichte voeling’, met als doel een ‘diepere limbische klik’ teweeg te brengen in hun leven en relaties. Dat is allemaal niet nieuw voor me, maar ik lees ook een hooggestemd verhaal over een belangrijke spirituele oefening, zij het zonder dat er in details wordt getreden: de vam-methode. Hoe die precies in zijn werk gaat, blijft onduidelijk; de lezer van de folder wordt kennelijk geacht daar al kennis van te hebben genomen. ‘Hoewel het de schijn tegen heeft, staat de vam-methode niet gelijk aan geslachtsgemeenschap; je zoekt verbondenheid met jezelf.’ Er wordt met nog meer jargon gestrooid: ‘heel maken’, ‘klik’, ‘omgekeerde liefde’. Maar ik heb nog steeds geen idee hoe die lessen in zijn werk gaan, en wat er gebeurt met vrouwen of meisjes – of, laat ik er niet omheen draaien, Rachel – als ze daaraan deelnemen. Als ik op de beschrijving van Jenn afga, klinkt het als een kruising tussen een zwangerschapscursus en een orgie. Mannen en vrouwen worden voor de duur van de workshop als ‘intimus’ aan elkaar gekoppeld, en de man vingert de vrouw gedurende een uur of langer, onder het toeziend oog van een ‘sexpert’. Ik vraag me af wat er eigenlijk zo zuiver is aan zo’n verhouding. Psychologisch gesproken klinkt het zelfs niet ongevaarlijk. ‘Dus je hebt eindelijk besloten een appartement te kopen,’ zegt
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 206
04-02-13 10:58
Raj aan de telefoon. ‘Ze gaan snel van de hand.’ ‘Ik bel eigenlijk over de vam.’ ‘Weet ik. Het was maar een grapje. Moet je horen, ik kan dit onmogelijk over de telefoon gaan uitleggen zonder dat het een compleet gestoorde indruk maakt. Dus waarom kom je niet deze kant op dit weekend, voor onze mannenretraite. Dan kun je er alles over te weten komen.’ ‘Begrijp me niet verkeerd,’ zeg ik, ‘maar ik ben niet van plan als “intimus” of wat dan ook op te treden voor een man.’ ‘Ik hoor dat jij je huiswerk gedaan hebt, mooi zo! Maar we doen daar niet aan de vam-methode. vam is alleen tussen mannen en vrouwen. Dit is echt zo hetero als het maar zijn kan. Het is een mannenretraite. Onze innerlijke passie, van die dingen. Het gaat erom dat je sterker wordt, meer zelfvertrouwen krijgt en je assertiever gaat opstellen. En bedenk wel, normaal gesproken kost zoiets twaalfhonderd dollar. Ik kan je een aanbod doen. Voor jou is het de halve prijs.’ Geen denken aan dat ik op retraite ga. Ik heb alleen al een hekel aan dat woord: alsof je een terugtrekkende beweging maakt, iets militairs. De retraite blazen. Aan de andere kant, hoe moet ik er anders achter komen wat dat voor club is? En ben ik wel echt een inwoner van San Francisco als ik nog nooit op retraite ben geweest? En dus aanvaard ik de reis naar de Dry Earth Ashram in Marin County. Fairfax ligt zelfs op de route en ik stop daar even om te kijken of Rachel misschien een dienst draait. Niet dus. Ik bestel koffie, ga bij het raam zitten en overweeg de mogelijkheid dat ze ergens door vreemden wordt betast. Of explicieter nog, ‘dat haar klit wordt gestreeld’. Ik dacht dat die onverbloemde woordkeus een hebbelijkheid was van Jenn, maar ze vertelde me dat ze bij Zuivere Verhoudingen bij voorkeur woorden gebruiken als ‘klit’, ‘poes’ en ‘pik’; dat vinden ze ‘vuriger’. Dus ik probeer het nog maar eens: misschien komt Rachel op dit moment klaar, nadat haar klit of poes door vreemden is gestreeld. Ik voel de akelig hete koffie in mijn buik. Ik zit er roerloos bij: ik ben er heel bedreven in om vanbinnen compleet in te
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 207
04-02-13 10:58
storten, terwijl ik vanbuiten geen spier vertrek. Het is een van de volwassen vaardigheden waar ik het meest trots op ben. Ik neem nog een slok koffie; misschien moet er een beetje bruine suiker bij. Die ‘pik’ zal ik verder buiten beschouwing laten, en gelukkig wordt daar volgens Jenn ook niet veel aandacht aan besteed bij de vam-methode. Of eigenlijk helemaal geen aandacht. Voel ik me daardoor beter? Of wat ik me beter kan afvragen: wie ben ik om me daardoor beter of slechter te voelen? Je kunt me moeilijk een ex van haar noemen. Ik ben zelfs haar ‘kameraad’ niet. Ik gooi mijn beker in de prullenbak en loop naar de Subaru. Ik rij in westelijke richting de stad uit en kom in het droge binnenland, waar de heuvels kaal en verweerd zijn als een oude leeuwenvacht. Ik mag me natuurlijk best zorgen maken om Rachel; het is niet alleen jaloezie. Dat ik er een eind aan had gemaakt, kwam zelfs (deels) voort uit een behoefte om haar in bescherming te nemen. Als Jenn aan zoiets wil beginnen, prima. Jenn is een professioneel ingestelde vrouw van over de dertig. Rachel is jonger, en al eens diep door iemand gekwetst: een combinatie die gevaarlijker is. Hoe noordelijker ik kom, hoe minder bomen ik zie. Na bijna een kilometer door de onvruchtbare heuvels te hebben gereden, zie ik de afslag naar het retraitecentrum, een onverhard pad dat leidt naar een ruwhouten brug die wordt omlijst door zen-achtige spreuken. Een voorrangsbord met daarop de woorden: geef voorrang aan het hier en nu. Van die dingen. Bij het cederhouten wachthuisje, dat wel een sauna met een vensterraam lijkt, vraagt een imponerende kale monnik naar de uitdraai van mijn reserveringsmail. In een vorig leven is hij misschien uitsmijter geweest. Ik reik hem het papier aan en hij knikt, loopt naar een katapultachtig toegangshek voor motorrijtuigen en duwt op een kei die als contragewicht dient, waarna de lange houten paal de lucht in gaat. De auto’s op het parkeerterrein lijken te wijzen op een publiek uit alle rangen en standen. Sportieve bmw’s, afgetakelde Honda’s. Er staat ook een oude Porsche, een juweeltje; die moet van Raj zijn. Ik parkeer mijn auto en beklim de lange steile houten
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 208
04-02-13 10:58
trap naar het retraitecentrum, een grote knusse boshut, omringd door een hoge gepleisterde muur. Als ik over de veranda naar de glazen vitrine loop waarin het programma voor dit weekend staat aangekondigd, als in een doopsgezinde kerk – ‘Oude energie, oud zeer’, ‘Heel maken’ en ‘Zuivere Verhoudingen’ – prent ik mezelf in dat ik een soort detective ben; ik wil hier meer van weten. Toch voel ik een scheut van angst vanwege de afzondering, de hopeloze ernst die uitgaat van zo’n weekend waarin volwassen elkaar opzoeken. Raj komt door een openslaande glazen deur heen, gekleed in een sportpantalon en een net overhemd, maar blootsvoets. ‘Ik ben hier net,’ zegt hij. Ik moet mijn schoenen uitdoen en daarna gaat hij me voor door een lange houten gang naar mijn kamer, een cel die zo kaal is dat de heilige Bernardus er zijn goedkeuring aan zou hebben gegeven. Het plafond is laag en als je je armen strekt, kun je beide muren raken. Het matras staat in de hoek, opgerold en dicht gegespt. Het ziet eruit alsof het is volgestouwd met kauwgomballen. Maar door het raam komt de doordringende lucht van eucalyptus naar binnen gedreven, waardoor alles fris en gezond aandoet. ‘Is dat jouw Porsche?’ vraag ik. Hij knikt. ‘Bouwjaar 72,’ zegt hij. ‘Vind je hem niet gaaf? Hoe gaaf precies, dat zal ik je later nog weleens vertellen; dit is niet echt het moment voor een informeel gesprek. Maar wat dit weekend betreft, wil ik je even zeggen dat het je leven kan veranderen. Ik ben er zelf gek op. Ik kom hier altijd om me weer helemaal op te laden. Maar misschien is het niets voor jou, en dat is oké. Doe mee als je wilt, doe dat niet als je er geen zin in hebt. Zo’n KlikIn maakt misschien een wat vreemde indruk, de eerste keer.’ Hij lacht, zijn witte, regelmatige gebit licht op in zijn roodachtige gezicht. Een huid die slecht tegen de zon kan; hij is misschien van Ierse of Noord-Duitse afkomst. ‘Het is misschien wat te confronterend.’ ‘Ik wil alleen nog even zeker weten dat ik niemand hoef aan te raken of te strelen.’ ‘Er komen geen aanrakingen of strelingen bij te pas,’ zegt hij, en hij geeft me een por tegen mijn schouder. ‘We gaan de diepte in.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 209
04-02-13 10:58
Op zoek naar onze authentieke mannelijkheid.’ Och hemel. Wat is dat toch met ons, Amerikaanse mannen? Er was een tijd dat we vrolijk de hele wereld leegplunderden, als een stelletje onbeschaamde piraten, maar nu we alles veroverd hebben, zitten we in halve lotuspositie aan de rand van het paradijs, in de mooiste streek van de mooiste staat van het fortuinlijkste land op aarde, om ons te bezinnen op rancune en verlies. We ademen in, we ademen uit. We laten onze geest de vrije loop en als er gedachten bij ons opkomen, nemen we die eenvoudig waar. De mannen die om mij heen in het zaaltje zitten – tien in totaal – zijn goed opgeleid, doen interessant werk, kunnen ruimschoots in hun levensonderhoud voorzien. Toch probeert elk van hen weer op te krabbelen na een doffe, verbijsterende dreun te hebben geïncasseerd. Dat zie je aan hun felle, niet-begrijpende ogen, en aan hun ijver. Ze sloven zich uit om in het juiste tempo te ademen en volgens de juiste ujjayi-ademhalingstechniek, met het suizend geluid dat je krijgt door je stembanden half dicht te knijpen. De man naast me, een auteursrechtenadvocaat, klinkt als Darth Vader in de sauna. Degene die ons voorgaat in de meditatie is een kleine, bleke man genaamd Larry. Hij is de eigenaar van een populaire pizzeria in Berkeley. (Als ik daaraan denk, voel ik geborrel in mijn maag; we hebben helemaal niets te eten gekregen.) Hij spreekt over oude energie en oud zeer: ‘Denk terug aan een van die keren dat je iemand pijn deed met wie je een relatie had. Misschien door overspel, of een gemene belediging. Je had misschien kwade bedoelingen. Adem nu in, en op je uitademing laat je die blokkade los. Laat los. Mooi zo. Denk nu eens aan de pijn die jou is aangedaan. Concentreer je op een van die keren. Eéntje maar. Adem in, en op je uitademing laat je die blokkade los. Mooi zo. Ik voel het, mannen. Ik voel hoe die oude energie aan de lucht wordt prijsgegeven.’ Het klopt dat er een andere lucht in de kamer is komen te hangen. Een frisse, chemische lucht, als kleren van de stomerij. En ik zie ook wel in dat Rachel hier profijt van kan hebben. Ik hoop dat
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 210
04-02-13 10:58
ze bij de pijn die haar is aangedaan niet aan mij denkt. Er wordt ons gevraagd een moment te visualiseren waarop een ‘partner’ – het gevreesde woord – ons gekwetst heeft. Ik adem in op de ujjayimanier en probeer mijn intuïtieve gevoel dat dit hele streven iets boosaardigs heeft te overwinnen. Ik ben geen sentimenteel type, hoop ik: ik vergoelijk de zelfmoord van mijn vader niet, net zomin als het gedrag van mijn ex in de tijd dat we nog getrouwd waren. Maar in het licht van de kosmos maak ik ze geen verwijten. De enige persoon die verantwoordelijk is voor mijn problemen ben ik. Ik zou er waarschijnlijk goed aan doen om me te concentreren op Erin, maar in plaats daarvan denk ik terug aan de tijd voordat ik haar leerde kennen. Ik zat in het laatste jaar van mijn studie en was verwikkeld in een verhouding die niet op hartstocht gebaseerd was, maar op kameraadschap. Mijn vader was nog niet zo lang dood en daardoor was er voor mij het een en ander veranderd. Voor die tijd – voor zijn zelfmoord? – zou ik er niet over hebben gepiekerd een relatie aan te gaan zonder dat mijn hele hart erbij was. Maar nu ontdekte ik dat onze kalme, misschien wat treurige verbintenis mij goed van pas kwam. Sophie – mijn vriendin – was heel mooi, met kort rood haar en een zachte huid. Ze had sproetjes, reed in een bmw die maar weinig kilometers had gemaakt en luisterde vaak naar meisjespunk. Haar best bewaarde geheim was haar naakte lichaam. Dat was prachtig. Lang, bleek, zacht, met zulke perfecte borsten dat ik me nu afvraag of ze wel echt waren. Ik bedreef niet de liefde met Sophie, maar met haar lichaam. Ik hield van dat lichaam, hoe het voelde, de vergezichten die het mij bood. Ik weet niet met wie of wat Sophie de liefde bedreef, maar waarschijnlijk met de jongen aan wie ze werkelijk verslingerd was, die naar Seattle was verhuisd. We konden het goed met elkaar vinden. Ze had een goed gevoel voor humor, we bezochten concerten, we reisden naar Tulsa voor een hockeywedstrijd. Daarna kwamen we terug en bedreven we op onze langzame, zachte, droevige manier de liefde. Als ik ooit over de reling spring van de Golden Gate Bridge, dan is dat niet voor de klap die het einde betekent van de duik, maar
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 211
04-02-13 10:58
voor de duik zelf. Zo voelde ik me in die tijd: niet suïcidaal, maar wel alsof ik een duik nam in een bodemloos gat. Ik had om hulp kunnen vragen, maar ik realiseerde me niet dat ik die nodig had. Mijn duik had vreemd genoeg ook wel iets plezierigs. Je niet druk kunnen maken om wat het dagelijks leven van je verlangt, dat wijst misschien op een vorm van depressiviteit, maar het is ook een teken van vrijheid. Maar de vrijheid om wat te doen? Om langzaam, zacht en droevig de liefde te bedrijven met Sophie. Mijn laatste colleges te volgen. Hard te werken in het restaurant waar ik een baantje had. Dat was mijn leven, en het was niet slecht. Dit was het weinig enerverende, overzichtelijke bestaan dat ik aan het eind van mijn leven verwacht had, in plaats van aan het begin. Ik ging soms nog wel naar de mis, maar dat nam niet weg dat de kerk zijn greep op mij verloor. De begrafenis van mijn vader had mij duidelijk gemaakt dat ik op zijn hoogst vanuit cultureel oogpunt een katholiek was. En daarna verbleekte de betekenis van al die gebeden en rituelen in de hete zon van mijn ongeloof. De mis werd een zinloze vertoning voor mij. Al die poespas, al dat knielen en opstaan en weer knielen. En dan dat atonale kerkgezang: konden we niet op zijn minst eens proberen om goed te leren zingen? Dan hadden de ongelovigen onder ons tenminste dát nog. Toen ik afstudeerde, gaf ik een feestje voor de vrienden die ik tot mijn verbazing toch nog had. Ik vroeg een paar mensen van mijn werk, een paar medestudenten die Engels als hoofdvak hadden, en Sophie. Voor het nageslacht noteer ik hier hun namen: Brandon, Justin, Patrick, Luke, Amie, Rebecca, Van, Jennifer, Brian en Josh. We bivakkeerden in de achtertuin, dronken goedkope gin en bier. We werden heel dronken, en op zeker moment stond ik in de gang te zoenen met Rebecca. Daarna viel Patrick door het bamboe hek en in de composthoop van de huisbaas, en we besloten dat het welletjes was. Sommige feestgangers liepen naar huis, anderen sliepen die nacht bij mij in de woonkamer. Toen Sophie en ik in bed waren gestapt, voelde ik mijn hoofd tollen. Haar overkwam hetzelfde: ze moest opstaan om te gaan kotsen. ‘Ik ben nog nooit zo dronken geweest,’ zei ze.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 212
04-02-13 10:58
‘Ik wel,’ zei ik. Ze pakte mijn arm en klemde die stevig om zich heen. ‘Ik zal je missen,’ zei ze. Ik wachtte even met reageren, in een poging mijn gevoelens op een rijtje te krijgen. Het was heel belangrijk voor mij om volkomen eerlijk te zijn. ‘Ik zal jou ook missen.’ ‘Als je hier bleef,’ vroeg ze, ‘zouden we elkaar dan blijven zien?’ ‘Dat zou ik dan wel willen, geloof ik.’ ‘Ik geloof dat ik het ook wel zou willen.’ We waren stil. Ik meende iets te horen, een huivering van droefheid. ‘Moet je nu huilen?’ vroeg ik. Ik ging met mijn hand naar haar gezicht, maar het was droog. ‘Nee,’ zei ze. Ze legde mijn hand weer terug op haar ribben en gaf er een klopje op. Er stond geen maan meer achter het raam en de sterren hingen zwaar in hun vergeten constellaties. Het was een van die nachten waarop de wereld vol tijdingen van vroeger leek, bedoeld voor een allang verdwenen volk. ‘Moet jij soms huilen?’ vroeg ze. Ik overwoog tranen bij mezelf op te roepen. Mijn vader was immers amateurastronoom geweest. Híj was die sterrenconstellaties nooit vergeten. Maar met mijn tranen zou ik de suggestie hebben gewekt dat ik ergens naar verlangde, en ik vroeg me af of ik wel tot het domein van dat verlangen kon weerkeren. Zo niet, dan was er alleen sprake van een onoprechte emotionele ontlading, of erger nog, manipulatie, en tot dusver was ik erin geslaagd me tot geen van beide te verlagen. Na het eten ben ik zo nerveus als een klam vogeltje. Al die diepe ademhalingen waren bedoeld om me de weg te wijzen naar een plek van kalmte, maar mijn innerlijke pelgrim heeft ergens een verkeerde afslag genomen. Onder mijn borstkas steekt het geagiteerde, schelkoperen begin van een paniekaanval de kop op. Raj voegt zich bij me op de veranda, waar ik heen en weer bengel op de brede schommelbank. Hij komt naast me zitten en zegt: ‘Frisjes hier.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 213
04-02-13 10:58
We wiegen wat heen en weer, aangedreven door zijn lange hardloopbenen. Ik zie vanaf mijn zitplaats het wachthuisje met zijn kolossale monnik, roerloos als een schaakstuk. Raj geeft me een klopje op de knie. ‘Laten we een stukje gaan wandelen.’ We lopen de weg op en slaan een pad in dat bezaaid is met gevallen eucalyptusbladeren. Het is nogal donker voor een wandeling in het bos, maar het doet me goed om mijn benen te strekken. Het sterkt me in de grote waarheid des levens: vandaag is maar van korte duur, en morgen zal dat niet anders wezen. Als we boven op de heuvel staan, werpt Raj een blik over zijn schouder en haalt een pakje sigaretten tevoorschijn. Hij schudt er twee uit. ‘Streng verboden,’ zegt hij. Ik rook niet, maar ik neem er toch maar eentje van hem aan, een verleidelijk soort kattenkwaad dat mij weer een beetje tot mezelf brengt. Meteen al bij het eerste trekje blijkt dat een vergissing. Mijn hoofd draait en suist; ik voel me slap, ik krijg het benauwd en mijn benen lijken van elastiek. ‘Ik geloof dat ik ga vallen,’ zeg ik, en daarna gebeurt dat ook. Als ik bijkom, zit Raj op zijn knieën naast me en tuurt hij in mijn ogen. Hij pakt me bij mijn kin en draait mijn hoofd naar links en naar rechts. Boven hem glanst het donkere bladerdak. ‘Godsamme, vent,’ zegt hij. ‘Je hebt ’t flink te pakken. Gaat het een beetje?’ Ik hoest iets op, slijm van de zeebodem. ‘Ik ben geen roker,’ zeg ik. ‘Laten we er geen doekjes om winden wat hier eigenlijk aan de hand is. De energie in jouw lichaam is aan het schuiven gegaan, en niet zo’n beetje ook. De meeste mensen, die hebben daar vier of vijf weekenden voor nodig. Jij hebt meteen al een doorbraak.’ Ik hoest nog meer slijm op. ‘Ik had een rare ervaring vandaag,’ zeg ik. ‘Ik dacht aan mijn ex, en ik voelde geen enkele rancune.’ Hij zakt achterover op zijn hielen en gaat zitten. Zijn zonverbrande gezicht weerkaatst het demonisch opvlammende licht van de aansteker. Hij blaast uit en wappert de rook weg met zijn handen.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 214
04-02-13 10:58
‘Oude energie, nieuwe energie, dat is niet zomaar een metafoor. Wij mensen zijn terugkoppelaars. We worden niet begrensd door ons eigen lichaam. Dat vergeten we weleens, vooral als we niet religieus zijn. Als we maar wat rondklooien in huis. Als we alleen wonen. En er nooit iemand is die ons aanraakt. Als je een groep vrouwen onder één dak brengt, wist je dat hun menstruatiecycli dan gelijk gaan lopen? Zoiets, daar sla ik echt steil van achterover. Hun energiebanen, hun aura’s, ze werken op elkaar in. Ze lopen gewoon in elkaar over. Niemand van ons leeft in een isolement. We zijn letterlijk van elkaar gemaakt. Daarom is het echt een probleem dat er tegenwoordig zo veel singles zijn. Dat gaat ten koste van ons mens-zijn.’ Ik schraap mijn keel. ‘Ik woon alleen,’ zeg ik. Mijn stem klinkt wazig. ‘Ik ook,’ zegt hij. ‘En ik begrijp het ook wel. Als mens krijg je zo langzamerhand het idee dat je het spiegelbeeld bent van een foto, vastgelegd op een videoband. Waarom zou je niet alleen wonen? Dat is een stuk eenvoudiger. Ik bedoel, neem nu Rachel eens.’ ‘Hoe bedoel je?’ ‘Die pornograaf met wie ze samenwoonde. Eigenlijk wilde hij gewoon haar ziel stelen.’ Pardon? Ze had het over ‘de gebruikelijke dingen’. ‘Ik heb onlangs nog geprobeerd dat filmpje op het spoor te komen. Maar ik wist niet welke zoektermen ik moest gebruiken.’ ‘Niet doen, man. Je schiet er niets mee op.’ Ik lig daar op de droge, warme grond. Het voelt zo slecht nog niet. ‘Was zij dat, toen met Trevor, bij die demonstratie in de stad?’ Raj kijkt me aan, maar zijn gezicht is half in duisternis gehuld en daarom moeilijk te duiden. ‘Je weet wel,’ zeg ik. ‘Rachel lag op de stoep en hij had zich als robot uitgedost en deed alsof hij haar penetreerde.’ ‘Robot?’ ‘Nou ja, een retrorobot. Met datatapes en knopjes erop.’ ‘En dat was Trevor?’ ‘Hij had een helm op. Ik kon zijn gezicht niet zien.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 215
04-02-13 10:58
‘Maar je zag wel Rachel.’ ‘Ze droeg een masker.’ Hij kijkt weer omhoog en blaast rook uit door zijn neus. ‘Het zou me verbazen als je Rachel zover kon krijgen ergens in San Francisco op de stoep te gaan liggen. Ze heeft altijd zo’n flesje met ontsmettingsmiddel bij zich, voor haar handen. Trouwens, Trevor zit in een loge van Zuivere Verhoudingen in Oregon.’ ‘Hoelang zit hij daar al?’ vraag ik, terwijl ik overeind kom op mijn ellebogen. Ik ben bespottelijk. Ik voel een mateloze opluchting. ‘Een paar maanden, op zijn minst. Om zijn woede en rancune onder controle te krijgen, moet hij nog heel wat blokkades zien te doorbreken.’ ‘Doe hij daar aan vam?’ Raj knikt. ‘Qua strelingen hebben maar weinig mensen zo’n intense klik als Trevor.’ Tot mijn grote verbazing slaap ik als een roos. Ik heb een vreemde, warrige droom waarin ik van mijn moeder te horen krijg dat mijn vader qua strelingen niet echt een intense klik had. Dat is ongetwijfeld waar. De ochtend breekt aan met een fel, onnatuurlijk, citroenkleurig licht. We verzamelen ons in de cederhouten meditatiekamer om wat adem te halen, en daarna gebruiken we het ontbijt, dat bestaat uit een schep yoghurt met drie amandelen. Dan is het tijd om aan onze ‘spirituele huishouding’ te werken, wat erop neerkomt dat Raj mij een paar uiterst grappige verhalen vertelt over zijn ervaringen met internetdating, onder andere over een vrouw die hem ‘vergat’ te melden dat ze onder elektronisch huisarrest stond. Daarna gaat hij over op zijn loopbaan, die hij omschrijft als een lange, lucratieve worsteling met de zinloosheid. ‘Ik ga ’s ochtends naar kantoor,’ zegt hij. ‘Ik zet een kopje rooibosthee en kijk uit op Napa Valley. Het is een soort pretpark geworden. Disneyland. Ik denk bij mezelf: wie ben ik? Wat heeft het voor zin luxe koopappartementen en bouwpercelen te verkopen?’ Daarna komen we te spreken over een paar belangrijke uit-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 216
04-02-13 10:58
gangspunten, zoals het idee dat wij mensen aan feedback doen. ‘Klikken’ is eigenlijk een daadkrachtig liefhebben, de keus om voortdurend serotonine, melatonine, alle zachtaardige neurotransmitters door je hoofd te laten rondstromen. De serotonine is al een klik van zichzelf. Als je het gevaar loopt van anderen gescheiden te raken, dan klik je weer in. En naarmate je meer bij anderen betrokken raakt en het klikken bepalend wordt voor wie je bent, voel je jezelf in verbinding staan met anderen en met de kosmos (een angstaanjagend woord, maar vooruit). Het lichaam is een voertuig voor de geest en door alle energiebanen open te zetten, maak je de geest vrij. ‘Ken je die uitspraak: “De liefde houdt de wereld draaiende?” Hij rolt met zijn ogen. ‘Sentimenteel, ik weet het, maar het is de letterlijke waarheid. Het is de fundamentele kracht waar de hele wereld van zindert. Het is wat we allemaal met ons meedragen. En we kunnen die liefde bij elkaar naar boven brengen. Door lichamelijk contact.’ Een soort transcendentalisme, maar gericht op de genitaliën. Jarenlang was er de strijd tussen het hoofd en het hart. Moeilijk te geloven dat de geslachtsklieren straks als winnaars uit de bus komen. De bijeenkomst van die middag – de grote finale – wordt geleid door Raj zelf. Er is een lichtere wierook aangestoken. De verblindende zon van Marin County steekt af tegen de schaduwen van het bos. De volledige titel van zijn presentatie luidt: ‘Zuivere verhoudingen: klaar voor de klik’. De mannen – wij met ons tienen – zitten in een kring op meditatiekussens. Iedereen die wil, mag zijn problemen aan ons voorleggen, en de meer ervaren deelnemers helpen hem dan om zijn ‘blokkades’ te ‘over-minnen’. De jongste van ons, een knul die Walker heet, vertelt dat hij niet met vrouwen kan praten. Hij kan zijn verlangens niet uiten, met als gevolg dat hij ze opkropt en gevaarlijke dingen uithaalt. Het vorige weekend was hij zo opgefokt geweest dat hij gemasturbeerd had in een openbaar toilet. Hij heeft drugs gebruikt, zowel op de middelbare school als daarna, en hij is bang dat hij zichzelf beschadigd heeft,
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 217
04-02-13 10:58
dat hij zijn limbische klik iets onherstelbaars heeft aangedaan. Het jargon is vreselijk, maar er is geen twijfel over mogelijk dat Walker problemen heeft. Als een beetje jargon hem of wie dan ook vooruithelpt (Rachel, bijvoorbeeld), dan moet ik het toch op zijn minst kunnen opbrengen om me daar daardoorheen te slaan. Vlak voordat de avond invalt, vertrek ik uit de ashram. Op een paar kilometer van Fairfax komt mijn mobieltje weer binnen bereik van een zendmast. Ik heb tien boodschappen: eentje van Rick en negen van Livorno, die me dringend wil spreken. Ik stop bij de Coffee Barn – nog altijd geen Rachel – en giet mezelf nokvol cafeïne. Daarna bel ik. Livorno wil iets belangrijks met me bespreken, maar niet over de telefoon. Hij nodigt me uit de volgende dag met hem te gaan lunchen in een voortreffelijk Chinees restaurant. Had ik weleens gehoord van P.F. Chang’s? Ik vertel hem niet dat het de naam van een keten is, maar zijn gebrekkige feitenkennis – het idee dat er maar één P.F. Chang’s kan zijn, omdat hij er ook maar één kent – lijkt een bron van veel problemen. ‘Amiante’, de naam die moet verwijzen naar magnetisme, terwijl het ‘asbest’ betekent. Dit hele project is een onbaatzuchtige exercitie in ijdelheid, het onzinnige sluitstuk van een briljante carrière. Nog even afgezien, natuurlijk, van alle problemen die terug zijn te voeren tot mij: incoherentie, onwetendheid, onduidelijke doelstellingen. Ik vraag me af of oude energie echt vervangen kan worden door nieuwe. En dus vraag ik Erin bij wijze van proef of we wat kunnen afspreken. Het idee was om ’s middags ergens koffie te gaan drinken, maar in plaats daarvan doen we iets riskanters: we nemen een borrel. Ik nip van mijn martini en werp haar een glimlach toe, ook al vanwege het ironische feit dat ik hier zit te borrelen met iemand die toen we getrouwd waren mijn drankgebruik aan de kaak stelde. En omdat we zogezegd in een later, plezieriger stadium van
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 218
04-02-13 10:58
ons leven-na-de-scheiding zijn aanbeland, een stadium waarin we openheid nastreven, breng ik die ironie ook ter sprake. Ze trekt haar perfect geëpileerde wenkbrauwen op. Ze heeft echt iets van Audrey Hepburn, al is ze niet zo slank. Nu haar vriend Ian zes dagen per week op kantoor zit, werkt ze elke zaterdag bij een coöperatieve bakkerij, en ze pronkt met haar sterke onderarmen. ‘Vergeet niet,’ zegt ze, ‘dat jij in onze huwelijksnacht zo dronken was dat je niet in staat was tot seks.’ ‘Dat is niet waar,’ zeg ik. ‘Ik was zo dronken dat je geen seks met me wilde. Dat is iets heel anders.’ Ze lacht. ‘Daar zul je wel gelijk in hebben. Als ik terugdenk aan die tijd vraag ik me weleens af wat er in hemelsnaam met ons aan de hand was.’ ‘Ondanks alles wat op het tegendeel leek te wijzen, waren we niet echt voor elkaar bestemd.’ ‘Net als jij en dat jonge grietje. Jullie waren ook al niet voor elkaar bestemd.’ ‘Zo jong was ze niet.’ ‘Toe nou.’ Erin neemt behoorlijk snelle teugjes van haar whisky. ‘Moet ik jou eraan herinneren hoe oud je bent?’ ‘Ik kan het altijd nakijken op mijn rijbewijs. Zij en ik gaan nu als vrienden verder.’ ‘Jammer. Ik mocht haar wel.’ ‘Je hebt haar drie minuten gesproken in een restaurant.’ ‘En toch mocht ik haar wel.’ ‘Trouwens, de vrouw met wie ik nu omga, is zelfs nog ouder dan jij.’ ‘Kan ze lopen zonder stok?’ ‘Ze loopt de marathon.’ ‘Och jeetje. Dan zul je wel samen met haar gaan trainen. Word maar niet te mager.’ ‘De eerste mens die ooit de marathon liep, kreeg na afloop een hartaanval en viel dood neer. Maar daar lijkt niemand zich iets van aan te trekken.’ ‘Dus wat voer je uit met die oudere dame?’ We hebben seks. We kijken naar zeerobben die seks hebben. De
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 219
04-02-13 10:58
tijd die ik doorbreng met Jenn lijkt ongewoon pervers. We zijn samen uit eten geweest, maar aan tafel waren we allebei onrustig, in afwachting van het moment dat we terug konden naar haar appartement om... ‘We zitten nog in de kennismakingsfase.’ ‘Vertel.’ ‘Ze is heel slim. En mooi. Ze loopt de marathon.’ Erin bestelt voor ons beiden nog een borrel. Waarom krijg ik ineens een loodzware tong als we het over Jenn hebben? Misschien komt dat niet door het onderwerp, Jenn, maar door het publiek, Erin. ‘Ze werkt buiten de stad,’ zeg ik. ‘Net als ik.’ Erin kijkt me aan, geamuseerd. ‘Nou goed,’ zeg ik. ‘Wat wil je weten dan?’ ‘Ik zit te wachten op het grotere verhaal. Kunnen jullie het goed met elkaar vinden? Heb je het gevoel dat het zo zijn moet? Zijn jullie als broer en zus?’ Broer en zus? ‘Geen idee. Ik heb alleen een broer.’ ‘Wat mij interesseert, is waarom je hiervoor kiest. Laten we zeggen dat Rachel de onschuld vertegenwoordigt, de naïviteit. Maar die onschuld, daar had je geen trek in, en toen kwam Jenn. Wat vertegenwoordigt zij? Het verlangen om je leven op orde te krijgen?’ Het idee dat iedereen in je leven een pad vertegenwoordigt dat je kunt inslaan, heeft mij nooit aangestaan. Daarvoor moet je te veel ongelegen feiten buiten beschouwing laten. Zoals het feit dat je het over mensen hebt. Maar zelfs als ik dit spelletje meespeelde, dan nog zou ik niet zeggen dat Rachel de onschuld vertegenwoordigde. Eerder het lot. Het idee dat mij zomaar iets moois op een presenteerblaadje werd aangeboden. Waarmee ze zeker een ander pad vertegenwoordigde dan Erin, die ik had moeten verleiden. ‘Ik voel me gevleid door jouw idee dat zo’n keuze binnen mijn bereik ligt.’ ‘Laat ik je een voorbeeld geven.’ Ze slurpt van haar whisky. Wie is dit feestbeest? ‘Als je me tenminste niet te brutaal vindt.’ Ik wuif: je gaat je gang maar.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 220
04-02-13 10:58
‘Toen jij en ik net uit elkaar waren, kreeg ik iets met die ene vent, Serge.’ Eigenlijk waren we toen nog bij elkaar, maar ik besluit daar maar niet over te beginnen. ‘En later kreeg ik Ian. Serge vertegenwoordigde voor mij spanning en sensatie, het idee van “pluk de dag”. Maar hij was nogal een klootzak. Dat heb je wel vaker met dat type man, niet? Ian is het absolute tegendeel van een klootzak. Hij is zorgzaam. Hij werkt met jeugddelinquenten. Hij vertegenwoordigt voor mij stabiliteit en de lange termijn.’ Ik ben geen deskundige, maar die woorden klinken me niet heel hartstochtelijk in de oren. Tot mijn tevredenheid. Het plezier dat ik daarin heb, is vrij kinderachtig, vrees ik, en een belangrijke vingerwijzing dat ik nog wel een paar watt aan oude energie heb overgehouden. ‘Dat woord “vertegenwoordigt”, daar heb ik moeite mee. Alsof je het over een handelsreiziger hebt.’ Ze haalt haar schouders op. ‘Jij blijft je op de vlakte houden. Je wilt je nergens op vastleggen. Daarom kunnen ze voor jou gewoon mensen blijven. Zonder dat ze iets zeggen over de kant die je op wil met je leven.’ Ik zou me daar boos om moeten maken, maar ik nip van mijn drankje en ga bij mezelf te rade of daar iets van waar is. ‘Wat vertegenwoordigde ik voor jou?’ ‘Vertegenwoordigde of vertegenwoordigt?’ Het verbaast me om te horen dat ik vandaag de dag nog iets voor haar vertegenwoordig. ‘Vertegenwoordigt.’ ‘Een eerste liefde die op onverklaarbare wijze de mist in ging.’ Ik hef het glas op die omschrijving. ‘Ik kan me daar woord voor woord in vinden, behalve dat “onverklaarbaar”.’ ‘Als je het mij kunt uitleggen, graag.’ Ze leunt op de bar en kijkt me aan met een warme glimlach, alsof we oude vrienden zijn die een praatje maken. Alsof we het hier niet hebben over het bankroet van ons leven samen. Ziet zij dat dan niet als een bankroet? ‘Weet Ian dat je hier bent?’ ‘Natuurlijk,’ zegt ze. ‘Hij weet alleen niet dat jij hier bent.’ Een of andere grappenmaker heeft de jukebox volgestouwd met
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 221
04-02-13 10:58
de grootste hits van Journey. We worden meegevoerd in een maalstroom van City by the Bay en Don’t Stop Believin’. Erin buigt zich over de bar naar voren om weer iets te bestellen, en ik zit me ineens af te vragen of ik het bed zou kunnen delen met mijn ex. Of we op die manier – en dit moet dan wel de derde martini zijn die mij parten speelt, in de nasleep van die retraite – misschien een paar blokkades kunnen opruimen. Maar ik kan niet hebben dat ze mijn avances afwijst. Net zomin als ik kan hebben dat ze erop ingaat. Natuurlijk, we zouden wel weten wat ons te doen stond. We hadden een heftig fysiek contact, totdat we helemaal geen fysiek contact meer hadden. Ik kijk naar haar onderarmen, krachtiger dan vroeger. Ze bevallen me wel. ‘Neem jij er nog eentje?’ vraagt ze. Met haar naar bed gaan, dat zou zijn plezierige kantjes hebben, waaronder het plezier van samen thuiskomen, zij het na een broodnodige herinrichting. Ik stel me tot in de details voor hoe dat in zijn werk zou gaan. De klungelige vraagstelling. Zullen we naar mijn huis gaan, ons vroegere thuis, voor een slaapmutsje? Daarna de wandeling naar Dolores Street, langs het park, de heuvel op: die zou zeker twintig minuten duren, bijna een eeuwigheid. Waarna we werden opgewacht door onze viezige trap. Misschien zelfs een oude buur die ons verbaasd aankijkt. Erin zou iets zeggen over wat er veranderd was: de nieuwe compostbak, de spaarlampen. En dan was er de kat, die waarschijnlijk nauwelijks op haar zou reageren, tot haar verontwaardiging. Of op haar af zou stormen, tot mijn verontwaardiging. En dan het bed... ons bed van vroeger... Geen denken aan. Het enige voorstel dat ik haar zou kunnen doen, is een avondje rollebollen in een hotel, iets wat misschien de donkere wolken zou kunnen verjagen die ons omringen. Maar niet vanavond. Voor mij geen drank meer. Want goddank moet ik morgen weer aan het werk. Ik ontmoet Livorno bij de ontvangstdesk van P.F. Chang in het winkelcentrum van Palo Alto. Hij lijkt magerder dan in mijn herinnering. Vel over been. De schriele gestalte van een oude man.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 222
04-02-13 10:58
Dat komt misschien door zijn korte witte broek, waar lange, pezige, bleke benen onderuit steken. Komt het bruin van zijn gezicht uit een potje? ‘Ik vertelde Montana hier net over de marathon van New Orleans,’ zegt hij. Montana is de receptioniste, een mooi tienermeisje met een plezierige, onbestemde blik in haar ogen. Het is geen fundamentele wezenloosheid, alleen maar het onbeschreven blad van de jeugd. De manier waarop ze haar hoofd houdt, haar oogopslag, dat zijn allemaal dingen die nog kunnen veranderen; als ze tweeëntwintig, vijfentwintig of zevenentwintig is, zal ze het leven misschien wat scherper opnemen, met het hoofd een beetje schuin, bedacht op de mogelijke impact. Maar daarvoor moet haar eerst iets vreselijks zijn overkomen, en moet ze zelf een ander iets vreselijks hebben aangedaan. Dan is ze helemaal af. Montana neemt Livorno op met de glimlach die ze bewaart voor dwaze, praatzieke bejaarden. Een glimlach die ze moet hebben afgekeken van een trainingsvideo. Hij gaat nog even door met opscheppen over de marathon; ik weet toevallig dat het een halve marathon is, maar deze man loopt dan ook al aardig richting tachtig. Het blijft indrukwekkend. Maar Montana leeft pas op als Livorno zijn nieuwe iPhone opduikt. Het doet me plezier om te zien dat het meisje grote ogen opzet en haar oordeel bijstelt. Je moet die oudjes niet onderschatten, jongedame. ‘Montana,’ zegt hij. ‘Uit welke regio komt chefkok Chang?’ Ze kijkt verbluft. ‘De naam van onze chef is Mario,’ zegt ze. Je moet ze ook niet overschatten. We worden naar ons tafeltje geleid, en we bestellen slawraps, Mongools rundvlees en garnalen uit Hawaii. Terwijl we beiden van onze Arnold Palmer drinken, kan ik mijn geluk niet op dat ik hier tegenover Livorno zit. Ik heb hem gemist als een dierbare vriend. ‘Ik zal het kort houden,’ zegt hij. ‘Je vader is nog steeds de kluts kwijt.’ ‘Ik neem aan dat als je mij tegelijk woedend, wanhopig, hebzuchtig en jaloers maakt, en de twee dingen die daar nog bijko-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 223
04-02-13 10:58
men, dat ik dan zelf ook de kluts zou kwijtraken.’ ‘Ik zou eigenlijk moeten juichen. De Zonden waren de vorige keer lang zo krachtig niet.’ ‘Hoe staat het met peddelbal?’ Hij haalt zijn schouders op. ‘We hebben hem weer wat aan de praat gekregen. Op basale vragen geeft hij antwoord, maar daar blijft het bij. Soms lijkt hij een kort moment aanwezig, zelfs in zijn weigering om te praten.’ Livorno lijkt weer een beetje in de stemming te komen, als vanouds bevangen door zijn plezier in het onderzoek, maar dan stopt hij en leunt achterover om van zijn glas te nippen. ‘Hoewel mijn beperkte beheersing van het Engels daar misschien een rol in speelt.’ ‘Jij spreekt beter Engels dan ik.’ ‘Ik sta er niet slechter voor dan mijn collega’s,’ zegt hij. ‘We doen al vijftig jaar lang de wildste voorspellingen, die we bij lange na niet kunnen waarmaken. We voorspelden computers met een bewustzijn. In plaats daarvan maakten we stofzuigers die zelfstandig hun werk doen.’ ‘En die daar ook nog eens niet heel goed in zijn.’ Ik heb meteen spijt van mijn woorden. ‘Precies. En wat dat natuurlijke taalgebruik betreft... We zijn nu op het punt dat een klant vier of vijf keer in zijn telefoon gaat staan schreeuwen, in de hoop een mens van vlees en bloed aan de lijn te krijgen. Dat kun je nauwelijks vooruitgang noemen.’ Ik zie hem stralen, alsof die collectieve mislukking hem een zekere troost biedt. ‘Je hebt me altijd voorgehouden dat kunstmatige intelligentie een kwestie is van filosofie, niet van technologie,’ zeg ik. Zijn glimlach verdwijnt. ‘Dat zei ik omdat je binnen de filosofie je doelen kunt verzetten. Binnen de technologie ben je dan gewoon een mislukking. En dat is het punt waarop wij nu zijn aanbeland. Laham maakt zich klaar om terug te keren naar Indonesië. Dokter Bassett dwaalt in zichzelf rond. In een soort doolhof.’ Ik neem een hap van mijn slawrap. Dit is een begrafenismaal. Mijn eerste gedachte is dat hij me dit niet zomaar kan afpakken. Maar wat bedoel ik met dit? Mijn vader. De kans om te praten met
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 224
04-02-13 10:58
de geest van mijn vader. Wat geeft het dat het vooral over paarden gaat en Willie Beerbaum? Mijn vader heeft me wel degelijk geholpen. We hebben over Rachel gesproken. We hebben over Erin gesproken. ‘En als onze problemen nu eens filosofisch zijn?’ vraag ik. ‘Als er alleen met die onderbuik en die hersens nu eens een wezenlijk puzzelstukje van de mens ontbreekt?’ Livorno legt zijn handen plat op tafel, duwt zich overeind. ‘We hebben bij lange na de middelen niet om een lichaam te bouwen.’ ‘Ik bedoel een overkoepelend principe dat het contact tussen onderbuik en hersens reguleert. Dat hij ronddwaalt in zichzelf als in een doolhof, dat hij uit elkaar valt, zijn innerlijke samenhang verliest, dat klinkt als een bekende aandoening. Dus laten we die regelrecht aanpakken. Stel dat we een systeem hadden waarmee we hem weer heel kunnen maken, zodat al zijn bestanddelen een klik met elkaar aangaan?’ Livorno knijpt zijn ogen samen, alsof ik ineens een wazige figuur ben geworden. Maar ik voel me niet wazig. Het lijkt de spijker op zijn kop en ik voel me geïnspireerd. ‘Wat bedoel je met een klik?’ vraagt hij. ‘Verbondenheid,’ zeg ik. ‘Dat ze verbinding met elkaar aangaan. Ik ben net op retraite geweest’ – dit klinkt als een verkeerde zet – ‘en het doel daarvan was het bevorderen van een soort innerlijk evenwicht, en het doorbreken van blokkades.’ Alweer fout. Ik moet mijn ideeën zien over te brengen zonder dat het jargon van Zuivere Verhoudingen mij verraadt. ‘Psychologische blokkades, bedoel ik. Het gaat meer om een bepaalde levenshouding. De behoefte...’ – ik zoek naar de juiste woorden, maar ik lijk wel bezeten – ‘...om te klikken en die klik vast te houden.’ Hij buigt zich naar voren zonder iets van verontwaardiging of ongeloof te tonen. ‘Maar die klik, hoe gaat dat in zijn werk?’ ‘Nou,’ zeg ik. Met het antwoord begeef ik me op het terrein van chakra’s, meridianen, aura’s. Waar te beginnen? ‘Het gaat om de liefde. Liefde voor jezelf en liefde voor de ander. Het gaat erom dat die liefde deel uitmaakt van alles wat je doet, voor jezelf en voor de wereld om je heen.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 225
04-02-13 10:58
‘Maar daarmee weet ik nog steeds niets hoe je die liefde overbrengt. Waarmee breng je die klik tot stand? De onderbuik? De hersens?’ ‘Met het limbisch systeem, denk ik.’ ‘Het limbisch systeem.’ Hij gaat achteroverzitten, rolt een slawrap op, legt die weer op zijn bord. Hij neemt een slok van zijn Arnold Palmer, zet het glas weer neer. Hij begint zijn vingers te kraken. ‘En die liefde tussen mensen is volgens hen dus het verlengstuk van een of andere primum mobile.’ ‘Volgens mij doelen ze ook gewoon op, eh... het gevoel.’ ‘Een werkhypothese van de liefde.’ Hij nipt van zijn thee. ‘Een persbericht daarover zou zeker opvallen.’ ‘Absoluut,’ zeg ik, terwijl de moed me in de schoenen zinkt. Ik zou dankbaar moeten zijn dat hij zelfs maar naar me luistert. Hij moet wel heel wanhopig zijn, dat hij bereid is dit idee in overweging te nemen. Maar ik wil weten of hij er ook echt iets in ziet. ‘Hij heeft een onderbuik en hij heeft hersens. Misschien heeft hij een hart nodig.’ Livorno overweegt die suggestie in stilte. ‘Het limbisch systeem, dat is als metafoor veel duidelijker.’ ‘Een metafoor die misschien bruikbaar is?’ ‘Het doet me wel wat aan de gnostiek denken. Al onze reacties, ingekleurd door de liefde. Een soort positieve tendens op universeel niveau. In plaats van nee... liever ja.’ ‘In plaats van nee,’ zeg ik. ‘Ja, eenvoudig gezegd komt het daar wel op neer.’ ‘Het is anders allesbehalve eenvoudig.’ Hij pakt de nog onaangeroerde slawrap, brengt die naar zijn mond. ‘Het is heel ingewikkeld om een dergelijke opvatting over de menselijke natuur, hoe achterhaald ook, in een model te gieten. Daar hebben we op zijn minst Laham voor nodig. En daar komt nog bij dat ik de Trots zal moeten terugkopen.’ Hij slikt en trakteert me op het volledige klavier van zijn gebit. ‘Dat zal een lieve duit gaan kosten.’ Ik scheur het plastic van een door de wasserij gestreken overhemd. Ik breng mijn haar in model. Ik ben officieel weer aan het werk,
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 226
04-02-13 10:58
en mijn eerste opdracht is om een bezoek te brengen aan Toler. Hoewel hij de concurrent is, gaan we hem om extra financiering vragen. Ik zal zijn minachting moeten verdragen. Maar terwijl ik de deur uit loop, word ik nogmaals gebeld door Rick, de oom van Rachel. ‘Ik kan beter een sms’je sturen,’ zegt hij. ‘Ik weet hoe dat gaat met jongelui als jullie.’ ‘Sorry dat ik niet teruggebeld heb,’ zeg ik. ‘Ik vroeg me alleen af of ik Rachel kan spreken.’ ‘Rachel?’ Ik draai mijn deur op slot en zet mijn koffertje op de grond. ‘Ze is niet bij mij.’ ‘O.’ Hij klinkt beschaamd. ‘Nou, sorry dat ik stoor.’ ‘Het is goed om van je te horen,’ zeg ik, terwijl ik de telefoon onder mijn kin klem en mijn koffertje pak. Ik voel de dag weer op gang komen – Livorno, daarna Toler, daarna lunch – maar iets in Ricks stem roept me een halt toe. ‘Je weet niet waar ze uithangt?’ vraag ik. ‘We gingen er eigenlijk van uit dat ze bij jou was.’ ‘Eerlijk gezegd hebben we elkaar al bijna in geen maand meer gesproken.’ ‘Jullie hebben geen relatie meer?’ ‘Nee,’ zeg ik. Waarom weten ze dat niet? Was ze zo trots op wat wij hadden? Lieve God, ze schaamde zich er toch hopelijk niet voor dat het uit was? ‘In dat geval maken we ons eerlijk gezegd wel zorgen,’ zegt hij. ‘Het is nu drie dagen. Niet dat we er met onze neus bovenop willen zitten, als je begrijpt wat ik bedoel.’ ‘Zijn er geen vriendinnen die je kunt bellen?’ Er volgt een moment van stilte. ‘Ze had vrij genomen van haar werk,’ zegt Rick. ‘Ik zag alleen dat ze die twee slaapzakken had meegenomen, en daarom nam ik aan... nou ja, je weet wel.’ Het is met angst en beven dat ik mijn afspraak met Toler afzeg. Kun je het maken de afspraak met een multimiljonair te verzetten? Zou hij uit wrok de financiering stopzetten? Dat zal ik dan nog wel merken, morgen. Vandaag rijd ik door de bergen naar het
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 227
04-02-13 10:58
startpunt van de Tennessee Valley Trail. Het is een doordeweekse dag en er staan weinig auto’s op het parkeerterrein, maar de Honda van Rachel is erbij en haar mobieltje ligt op de chauffeursstoel, uit of met lege batterijen. Raadsel opgelost. Ik weet waar ze is. Ik weet dat ze zo veilig is als ze zelf zijn wil. Maar als ik het pad af kijk, denk ik aan de bijzonderheid die Rick noemde: twéé slaapzakken. Natuurlijk, ze is met een ander gaan kamperen, misschien wel op dezelfde plek die ze mij had laten zien. Zo gaat dat in het leven. Je komt iemand tegen, je gaat daten, en als het voorbij is, dan hou je daar de positieve dingen aan over en die neem je mee, zo mogelijk met achterlating van de negatieve dingen. Maar toch. Had ze niet ergens anders kunnen gaan kamperen? Ik overweeg een briefje achter te laten. ‘We maken ons allemaal zorgen om je. Bel alsjeblieft.’ Zo zou ze weten dat ik op de hoogte was. Wel heel passief-agressief, van mijn kant. Ik heb haar voice mail ingesproken, Rick heeft haar voicemail ingesproken. Ze zal die berichten horen zodra ze bij de auto terug is. ‘Ik ben blij dat ik je gevonden heb, en ik hoop dat je het leuk hebt, maar bel me alsjeblieft. Ik wil onze klik niet kwijt.’ Dat is zelfs nog erger. Ik doe de Subaru op slot, loop over het doorgaande pad richting zee en stop bij de plattegrond van het park. Volgens mij ligt er wel tachtig kilometer aan voetpaden, meer dan ik in een dag kan afleggen, even afgezien van de mogelijkheid dat ze ook zelf aan het lopen is, een bewegend doelwit. Ik weet alleen dat die andere persoon haar goed moet bevallen. Hier drie dagen doorbrengen zou anders maar een saaie bedoening worden. Een windvlaag werpt het stof op van het pad en strooit dat in mijn ogen. Een eindje verderop zie ik een aantal vrouwen in Engels rijkostuum te paard richting strand rijden. De zon staat hoog en het is heet, vooral voor mij, in mijn gesteven overhemd. Om me heen zie ik het gebruikelijke publiek: zilverreigers, zeemeeuwen, mezen. Kuifkwartels met hun zwierige pompadoerkapsels. En mensen. Er zijn altijd mensen, die misschien een dagje vrij hebben genomen. Ik stop aan de voet van de Fox Trail, maar besluit die niet op te gaan. Net zomin als de Coastal Trail. Ik wil Rachel niet gaan
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 228
04-02-13 10:58
bespioneren. Het is een ander verhaal als ik haar en haar metgezel toevallig tegenkom. Als ik terugloop naar het parkeerterrein, zie ik haar voor me. Ze hevelt haar rugzak naar de kofferbak over, gooit de klep dicht, snuift. Ze kijkt eens goed naar de Subaru die een paar vakken verderop staat, maar ze kan onmogelijk weten dat het de mijne is. Ik heb een uitgesproken standaardmodel, en ik ben een principieel tegenstander van bumperstickers. Toch zak ik op mijn knieën, om er zeker van te zijn dat ze me niet in de gaten krijgt, hier tussen de struiken langs het pad. Ze buigt zich voorover om haar spijkerbroek recht te trekken en komt dan weer overeind, slaat haar weerbarstige paardenstaart achterover. Ze is alleen en het lijkt alsof ze dat al die tijd geweest is. Haar trage, weloverwogen bewegingen doen denken aan iemand die een tijdje op zichzelf geweest is. Ik schaam me een beetje voor mijn opluchting dat ze solo is gaan kamperen, en daarna vind ik het vreselijk dat ze hier alleen was. Maar waarom zou ik? Ze is gewoon een meisje dat haar eigen gang gaat, net als ik. En het gaat haar beter af dan mij. Denk je eens in dat je het prima kunt vinden met je kampeergenoot, en die kampeergenoot, dat ben je zelf.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 229
04-02-13 10:58
17
Ik bezoek Toler op de researchafdeling van zijn bedrijf in Redwood City, waar hij kennelijk het grootste deel van zijn tijd doorbrengt. Het hoofdkwartier van zijn bedrijf in online-huwelijksbemiddeling bevindt zich meer in het hart van Silicon Valley, te midden van een lange reeks saaie kantoorgebouwen die hun keizerlijke grandeur ontlenen aan niets dan hun prijs per vierkante kilometer: het zou nog goedkoper zijn om naar de Champs-Élysées te verhuizen. Maar rommelige start-ups – hoe goed gefinancierd ook – vragen om een eenvoudiger onderkomen. Toler Solutions heeft zich niet verlaagd tot het niveau van een voormalig quilt atelier, maar het scheelt weinig: een gebouw van kunstzandsteen en glas, twee verdiepingen hoog en onbestemd genoeg om aan zo ongeveer alles onderdak te kunnen verlenen: een keukenoutlet, een drukkerij, tandartsen. Het is acht uur in de ochtend; om hier op tijd te zijn, moest ik om zes uur opstaan. Ik denk dat dit vroege uur mijn straf is voor het verplaatsen van onze afspraak. Zo ja, dan heb ik er vrede mee. Zolang Toler ons maar blij maakt met zijn geld. Ik parkeer mijn Subaru voor een betonnen vuilcontainer, pal naast Tolers Bentley, die – laten we eerlijk zijn – eruitziet als een Chrysler, om daarna het lage trottoir op te stappen en door de glazen schuifdeuren naar binnen te lopen. In de ontvangstruimte klinkt het gezoem van de tl. Rechts van mij zie ik drie zitzakken – in felle, primaire kleuren: rood, geel en blauw – rond een salontafel die bezaaid is met iets wat lijkt op peuterspeelgoed. Een houten trein, een set bouwstenen in groot formaat. Links van mij staat een onvriendelijk kijkende Aziatische vrouw roerloos achter een grote, glimmende houten balie. Achter haar hoofd hangt een reusachtig televisiescherm waarop een commercial te zien is voor
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 230
04-02-13 10:58
Tolers andere bedrijf. Ik werp haar een glimlach toe, maar ze kijkt onbewogen terug. Ze zal vast niet de receptioniste zijn, maar wie is ze dan wel? Ze staat achter de receptiedesk. ‘Ik heb een afspraak met Adam Toler,’ zeg ik met een ongemakkelijke grijns. Als ze niet reageert, maak ik mijn grijns nog breder, zo ver als mijn spieren dat toelaten. ‘Naam?’ ‘Neill Bassett.’ Ze draait zich om naar haar computerscherm en raakt het aan, waarna er een bomvolle lijst verschijnt met Tolers afspraken. Mijn naam is nergens te bekennen. ‘Misschien was het zijn bedoeling mij ergens tussen te wurmen?’ Ze draait zich weer om, met sceptisch opgetrokken wenkbrauwen. ‘Gaat u maar even zitten.’ Ze wijst naar de hoek met het speelgoed en de zitzakken. ‘Hebt u ook stoelen?’ vraag ik, maar ze is al door een deur verdwenen, in de spelonken van het gebouw, en ik blijf alleen achter. Ik loop naar het tafeltje en pak een plastic hamer op. Ik wil niet plaatsnemen op een zitzak; dat lijkt me bij voorbaat al vernederend. Benen die uit elkaar vallen, armen die aan de stof blijven haken. Maar ik ben moe, en trouwens, wat maakt die vernedering mij uit? Ik zou bereid zijn te blaffen als een hond – een stok achterna te jagen! – om dokter Bassett weer aan de praat te krijgen. ‘Waar is hij?’ roept Toler vanuit een achterkamer. Ik probeer overeind te komen uit de zitzak, maar dat valt niet mee. Ik moet eerst op de grond zakken en mijn benen intrekken om daarna naar de salontafel te grijpen en overeind te komen op mijn knieën, alsof ik door al dat speelgoed op mijn kleuterfase teruggeworpen ben. Op dat moment komt Toler met uitgestoken hand de hal in gestapt. Ik sta al op het punt om mijn naam te corrigeren, maar hij zegt: ‘Welkom, Neill.’ Hij ziet eruit alsof hij fanatiek aan het lijnen is geweest sinds de vorige keer dat ik hem zag. Hij is nog eens vijf kilo kwijtgeraakt, als het niet meer is. Zijn lubberige huid is geel geworden en hij heeft een enorme loshangende onderkin, als bij een hond. Maar zijn boosaardige blijmoedigheid lijkt er niet minder op te zijn geworden. ‘Thee? Water met bubbeltjes?’ vraagt
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 231
04-02-13 10:58
hij. ‘We hebben zelfs wijn, en die maak ik niet in mijn eigen badkuip.’ Hij maakt een zwierig gebaar in de richting van zijn receptioniste. ‘Grace, zorg dat het deze man aan niets ontbreekt.’ Hij gaat me voor door de deur waaruit hij daarnet was opgedoken en we lopen door een schimmige gang naar zijn kantoor, dat minder opzichtig is dan je zou verwachten van iemand die in een Bentley rijdt. Ik vermoed dat hij daarmee een bepaalde eenvoud of bescheidenheid wil overbrengen. Of iets nog subtielers: alsof hij wil overbrengen dat hij niets wil overbrengen. Maar de rode leren stoel waarin ik zit, heeft de prettige Italiaanse uitstraling van een nodeloze weelde, en aan de muur hangt een aantal zwart-witfoto’s, niet te nadrukkelijk gerangschikt, maar ook niet te onnadrukkelijk. Er lijkt een binnenhuisarchitect aan te pas te zijn gekomen. Zijn bureaublad maakt de indruk alsof er elk moment een fotoshoot kan worden gehouden: een notitieblok, twee zwarte pennen naast elkaar en een dichtgeklapte matgrijze laptop. Afgezien van de drie ionisators die ik in de hoeken van de kamer zie staan en een waggelhoofd van Tiger Woods (een eerbetoon aan Livorno?), lijkt het wel een toneeldecor. ‘Niet dat ik golf speel,’ zegt Toler. Hij geeft een zet tegen het waggelhoofd, zodat Tiger als een razende tekeer gaat en zijn glimlach iets vermanends krijgt: ‘nee nee nee.’ ‘Maar sinds het moment dat Henry aan zijn kleine onderzoeksproject begon, ben ik stikjaloers op hem. Het leven van de geest. Daar gaat het allemaal om.’ Hij legt zijn hand op Tiger, die ophoudt met waggelen. ‘Dus als ik Henry goed begrijp, ben jij met een baanbrekende hypothese gekomen. Een hypothese, zoals hij zei...’ – hij schraapt zijn keel, alsof hij op het punt staat iets onbetamelijks te zeggen – ‘...van de liefde.’ ‘Nou,’ zeg ik, terwijl ik iets van minachting in zijn stem probeer te bespeuren, maar zonder die echt aan te treffen, ‘dat woord “liefde” komt voor zijn rekening.’ ‘Ik neem aan dat je doelde op liefde zoals in de “affective reasoner”, de positieve pool van de aantrekkingskracht. Maar hij zegt dat het iets veel fundamentelers is.’ Gezien mijn gebrekkige technische kennis had hij die zin even-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 232
04-02-13 10:58
goed in het Urdu kunnen formuleren. ‘Ik ben blij dat het idee hem aanstaat.’ ‘Hoe willen jullie dat aanpakken? Gewoon een herschikking van zijn gsp’s? Of gaan jullie iets doen aan zijn interpretatieframes?’ Weer dat Urdu. Het antwoord is natuurlijk dat ik het niet weet. Ik weet niet wat gsp’s zijn. Of interpretatieframes. Ik zou dat gewoon kunnen toegeven, maar ik schaam me voor Livorno, alsof ik zijn vergissing om mij in dienst te nemen moet zien te verdoezelen. ‘Iets dergelijks.’ Toler trekt zijn wenkbrauwen op. ‘Waar ben jij op gepromoveerd?’ ‘Ik heb bedrijfskunde gestudeerd.’ Hij slaat met een hand op zijn bureau. ‘Ik vroeg me al af waarom je zo verdomde vaag deed. Toen hij eenmaal dat Indonesische wonderkind geronseld had, ging ik ervan uit dat...’ Er wordt op de deur geklopt. Grace komt binnen met onze Earl Grey. Glimlachen doet ze nog steeds niet, maar nu ze zich niet meer achter de balie verschuilt, zie ik dat ze een pornografisch kort rokje draagt. Dat lijkt volkomen ongepast, zo vroeg op de dag. Toler laat zijn ogen langs haar benen gaan en vertrekt zijn gelige onderlip tot een scheef glimlachje. Als ze de kamer uit is, verwacht ik een of andere opmerking voor mannen-onder-elkaar, maar hij zegt niets. Ik voel het zweet op mijn voorhoofd staan. ‘Ik wist niet dat Lahams reputatie hem vooruitgesneld was,’ zeg ik. Ik klamp me vast aan mijn warme thee. Wil ik soms indruk maken op deze kwal? Wat een vraag. Natuurlijk wil ik indruk maken op deze kwal. ‘Laham... ach ja. Hoe luidt ook alweer die onuitspreekbare achternaam van hem?’ Simujuntak, maar ik haal verontschuldigend mijn schouders op, alsof ik het vergeten ben. ‘Neill, geloof me, ik praat toch liever met een zakenman. Wat weten die technologen nu van de menselijke natuur?’ Hij blaast op zijn thee en buigt zich over zijn bureau naar voren. ‘Ik bedoel, die techneuten heb je nodig. Maar aan het roer moet je iemand
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 233
04-02-13 10:58
met visie hebben, een psycholoog. Ik ben met Toler Solutions begonnen, omdat dat ik grote plannen heb, omdat ik wil werken aan onze technologische toekomst, en dan vooral aan de manier waarop we met die technologie omgaan. En het is mij duidelijk dat sprekende robots daarin een sleutelrol gaan spelen. Op dat gebied zijn de Japanners al veel verder dan wij. Zij gaan een persoonlijke band aan met hun robots. Robots zorgen voor hun ouden van dagen. Robots werken in de verpleging. Het is geniaal. Bovendien hebben ze een enorme sprong gemaakt door te accepteren dat mensen en niet-menselijke objecten een intieme relatie kunnen aangaan. Heb je dat artikel in de Times gelezen over die man die verliefd werd op zijn kussensloop?’ Ik had het gelezen. Het was buitengewoon onrustbarend. Maar op die kussensloop was wel een stripfiguur afgebeeld. ‘Volgens mij werd hij eigenlijk verliefd op een stripfiguur.’ ‘Maar die moest wel een fysieke vorm aannemen,’ zegt hij. ‘Natuurlijk, het was niets bijzonders: gewoon een kussensloop. Tweedimensionale liefde, noemen ze dat. Maar voor de meesten van ons zal tweedimensionale liefde niet genoeg zijn. Waar we behoefte aan hebben, is iets driedimensionaals, een wederzijds contact. De volgende stap, en dat kost ons misschien nog vijf of tien jaar, is dat je een romantische relatie aangaat met een robot. Een robot die voldoet aan al je verlangens en behoeftes. Nu moet je niet zo raar kijken. Het zal fijner zijn dan elke relatie die je ooit gekend hebt. Er wordt voor je gekookt, je rug wordt gemasseerd, je hebt een luisterend oor, je hebt seks. En allemaal op het moment van jouw keuze. En het maakt niet uit of jij je tanden hebt gepoetst. Je hoeft niet naar de fitnessclub. Je hoeft niet bang te zijn voor geflikflooi met de een of andere badmeester of badjuf. Dat zal leiden tot enorme veranderingen in de markt.’ In de markt. Ik dacht dat hij wilde zeggen: op aarde. ‘Een romance met een robot, dat is de volgende stap?’ Hij opent een la van zijn bureau, haalt daar iets uit wat op een donkerrode plastic zaklantaarn lijkt en schuift hem over tafel, met het handvat mijn kant op. ‘Hij is nooit gebruikt. Maak je geen zorgen.’ Wat natuurlijk precies het soort opmerking is waar een
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 234
04-02-13 10:58
mens zich zorgen om gaat maken. De buitenkant is geribbeld, voor een stevige greep, en hij is ongeveer vijftig centimeter lang. Ik laat het ding op zijn bureau liggen, maar draai het mijn kant op. Er wacht mij een verrassing. Aan de kant waar je de lamp verwacht, zie ik een lavendelkleurige siliconen vagina. ‘Voel maar,’ zegt hij. ‘Ja,’ zeg ik, hoewel ik nee bedoel. ‘Ik wil je oordeel horen.’ ‘Het is interessant.’ ‘Zullen we onze afspraak dan maar weer verzetten?’ vraagt hij ernstig, op bijna dreigende toon. Ik weet dat hij mij bespeelt, en hij weet dat ik weet dat hij mij bespeelt. Maar die wetenschap verandert niets aan mijn situatie. Ik ben hiernaartoe gestuurd om geld los te peuteren; hij heeft geld. De dynamiek van de macht kan nauwelijks duidelijker. Ik duw met mijn duim op de rechterschaamlip. Het is een goede kwaliteit silicone, heel glad, en het geeft evenveel weerstand als de stressballen die ik gebruik om geen carpaletunnelsyndroom te krijgen. ‘Het voelt onecht.’ Hij pakt de lantaarn en richt hem op zijn gezicht alsof hij een spookverhaal wil gaan vertellen. Daarna zwaait hij er verstrooid mee in het rond. ‘Het is beter dan echt,’ zegt hij. Hij klinkt niet zozeer beledigd, als wel onzeker. ‘Je moet er natuurlijk wat glijmiddel bij gebruiken. Het is maar een simpel ding.’ ‘En die paarse kleur?’ vraag ik. ‘Dat zal ik je uitleggen.’ Hij brengt de ‘lantaarn’ naar omlaag en keilt hem dan zo snel over het bureau dat ik hem opvang in mijn schoot. ‘Raad eens hoelang deze dingen al gemaakt worden? Sinds de Tweede Wereldoorlog. Maar een succes waren ze nooit. Waarom niet? Ze waren vleeskleurig. Er zat zelfs nephaar op. Stugge zwarte haartjes, als op een schoenborstel. Echt waar. Totdat er een heel slimme producent was die ze in het paars ging maken, zonder haartjes, en tegenwoordig kom je ze overal in het land tegen, in elk studentenhuis. Ze behoren tot de standaarduitrusting van alle mannen onder de dertig. Het zou wel iets voor jou kunnen zijn.’ ‘Ik ben boven de dertig.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 235
04-02-13 10:58
Hij knikt, maar ik vraag me af waarom ik dat zei. Het is waar dat ik zo’n ding niet heb, maar waarom eigenlijk niet? Als het klopt dat het ongeluk van een mens terug te voeren is op niets dan zijn onvermogen om rustig op zijn kamer te blijven zitten, dan heb je hier een ding waarmee hij rustig op zijn kamer kan blijven zitten. Ik heb er enige moeite mee, zo’n onomwonden masturbator, maar in hemelsnaam, ik hoop toch niet doordat ik denk dat seksspeeltjes mijn limbische klik in de weg kunnen staan. ‘Nou, jij bent dan misschien de uitzondering. Maar die kleur is wat ze tot een succes maakt. Jongeren liggen daar in een deuk om. Als ze vleeskleurig waren, zouden ze alleen maar griezelig zijn. Alsof je masturbeert met een prothetische hand.’ Hij gaat achterover zitten, zijn handen in gebedshouding onder zijn kin. ‘Op deze manier is het niets bijzonders. Gewoon iets wat je doet.’ ‘Ik zou dat geen romance noemen.’ ‘Je moet ergens beginnen.’ Hij wijst met een vinger naar mij. ‘Natuurlijk, het zit er niet in dat we verliefd kunnen worden op een ding zonder ogen. Ogen, die behoren min of meer tot de basisbenodigdheden. Maar laten we zo’n romantische relatie eens analyseren vanuit een zakelijk standpunt. Vergeet de evolutionaire manier van denken: vrouwen die zich aangetrokken voelen tot kostwinners, mannen tot vruchtbare baarmoeders, blablabla. Dat is een gemakzuchtige, academische manier van denken. Het enige evolutionaire voordeel van de liefde is dat mensen vaste koppels vormen, wat gunstig is voor de opvoeding van onze kroost, maar andere soorten doen dat veel efficiënter. Adelaars, gibbons, zwanen, noem maar op. Evolutionair gezien hebben we die liefde niet nodig om onze genen door te geven. Net zomin als we die liefde nodig hebben om onze kinderen op te voeden. Dus is liefde alleen maar een toevallig bijproduct? Misschien. Misschien is het een sociale constructie. Wie zal het zeggen. Belangrijk voor ons, nogmaals, vanuit een zakelijk standpunt, is dit: zelfs als de liefde een waanidee is, dan is dat nog altijd sterker dan de realiteit. Dat is waar die techneuten de plank misslaan, en ik voorspel je hier en nu, dat is waar Henry de plank zal misslaan. Hij denkt dat het gaat om de wetenschappelijke realiteit, maar die doet niet ter za-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 236
04-02-13 10:58
ke. Je zou mij een handelaar in liefde kunnen noemen. Dus laat ik je mijn eigen werkhypothese voorleggen, gebaseerd op een uitputtend onderzoek naar liefdesparen. Zie het als een cadeautje, speciaal voor jou. In de liefde draait alles om acquireren en deals sluiten. Je hebt iets te bieden. Je wilt er zeker van zijn dat je daarvoor de beste prijs krijgt. Dat is het fundamentele menselijke gedrag waarop zo’n relatie gebaseerd is. Heb je weleens zo’n sukkel van middelbare leeftijd gezien met een mooie Russische vrouw? In zo’n geval denk je: tjonge, die moet dan wel haar ogen dichtknijpen en met haar gedachten naar haar geluksplekje gaan. Maar daarmee vergis je je. Ze kijkt heel anders naar hem dan jij. Hij is Marlboro Country. Hij is Harley-Davidson. Hij vertegenwoordigt de vrijheid. Tot dat alles voelt ze zich geweldig aangetrokken. Na een paar jaar is ze in dit land als een vis in het water, en dan stuurt ze hem de laan uit. Daarna zeggen we dat het haar alleen om het geld te doen was, maar dat klopt niet. Haar gevoelens voor hem waren oprecht; ze had het idee dat ze een goede deal had gesloten. Maar haar persoonlijk kapitaal was intussen wel enorm gegroeid. Waardoor het ineens een slechte deal was.’ ‘En hij helemaal klaar was voor de aanschaf van een seksrobot,’ zeg ik. Waarna ik me afvraag wat me bezielt om zoiets te zeggen. ‘Maar er kleeft wel een risico aan, vanuit zakelijk oogpunt. Het mechanisme dat ten grondslag ligt aan liefde en aantrekkingskracht, komt dan misschien neer op het sluiten van een goede deal, maar dat mogen we niet zeggen. Verliefd worden op een robot kan niet zoiets zijn als dat je dolenthousiast bent omdat je een teslabol hebt aangeschaft. Zodra je zo’n transactie als een transactie definieert, is de magie verdwenen. Dus in plaats van de liefde te benaderen als een belangrijke aankoop die we moeten doen – hoe steekt dit model af tegen andere modellen in dezelfde prijsklasse – projecteren we een aantal ideale eigenschappen op de beminde. Eén: deze persoon of dit object is goed voor mij. Twee: deze persoon of dit voorwerp spreekt mij diep vanbinnen aan. Het eerste aspect is gemakkelijk. Dat draait om behoeftebevrediging. Een mens heeft zijn lichamelijke behoeftes.’ Hij wijst naar de ‘zaklantaarn’. ‘Je voelt je verbonden met de persoon of het object dat aan
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 237
04-02-13 10:58
die behoeftes beantwoordt. Voor viervijfde van de mensheid is dat in feite waar het in een huwelijk om gaat. Wat robots betreft, hebben we dat onder de knie: het is eenvoudig een kwestie van technologie. Maar dat tweede aspect – deze persoon of dit object spreekt mij diep vanbinnen aan – dat is de uitdaging. Het andere eenvijfde deel van de mensheid. De ontwikkelde, welvarende mens. Mensen uit Europa, de Verenigde Staten, tot op zekere hoogte Japan. Hoe krijgen we het voor elkaar dat zij zichzelf – hun ideale zelf – herkennen in een robot?’ Ik wacht tot hij zelf het antwoord geeft, maar dat blijft uit. ‘Door hun robot paars te maken?’ ‘Kom op nou. Laat eens wat zien van die bedrijfskundige brille.’ Ik denk aan mijn eigen leven, de keren dat ik zelf verliefd ben geweest. Daar kwam vast wel de nodige projectie bij kijken. Maar als ik Rachel ten onrechte voor een dolende ziel aanzag, of Erin ervan verdacht dat ze ongeneeslijk ongelukkig was, dan was dat geen projectie van mijn ideale zelf. ‘Ik neem aan dat de meesten van ons iemand zoeken met een persoonlijkheid waarmee ze overweg kunnen.’ Hij buigt zich naar voren, slaat met zijn handen op het bureau: de spijker op zijn kop. ‘Een kussensloop, dat werkt niet. We willen een persoonlijkheid waarmee we overweg kunnen. Stel je voor: je bestelt je eigen robot. Eentje die er best realistisch uitziet. Een betoverende verschijning. Die tegemoetkomt aan al jouw fysieke behoeftes, je noemt het maar. En in de drie maanden wachttijd voor dit industriële wonder log je elke dag in op een beveiligde website en maak je alvast een praatje met hem of haar. Je chat over ditjes en datjes en je geeft feedback. Dat kan door middel van een duim omhoog of een duim omlaag, of door een puntensysteem. Elke keer als de robot iets zegt wat je niet bevalt, dan is het duim omlaag. En als hij iets zegt wat je leuk vindt, dan is het duim omhoog.’ ‘Zoals bij het webradiostation Pandora.’ ‘Zij noemen dat hun music genome project. Wij hebben straks ons personality genome project. Als je van niemendalletjes houdt, dan krijg je type A. Als je het heerlijk vindt om felle politieke dis-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 238
04-02-13 10:58
cussies te voeren, dan wil je type B. En als ons model niet klopt, dan geef je feedback, daar wordt ons systeem alleen maar slimmer van. Zo creëer jij de ideale partner voor in je vrije tijd, terwijl wij de gelegenheid krijgen ons systeem almaar verder te verfijnen. De standaardprofielen, die hebben we al klaar.’ Dat weet ik. We hebben zijn profieltesten gebruikt voor ons ontwerp van dokter Bassett. ‘Wat een inktzwart toekomstvisioen,’ zeg ik. Hij barst in lachen uit, zakt achterover in zijn stoel. ‘Nou goed, dat is mijn werkhypothese van de liefde. Nu de jouwe.’ En nu dringt tot me door waarom hij mij hier bij zich geroepen heeft. Ik ben een gemakkelijk doelwit. Ik heb een persoonlijke en waarschijnlijk ook emotionele band met het onderzoek. Ik heb er geen behoefte aan mijn naam te vereeuwigen (of tenminste, nog niet). Ik heb geen reputatie hoog te houden. Ik heb alleen een computer die geïnspireerd is op mijn vader en weigert te praten. Toch kun je het niet echt míjn werkhypothese noemen. Ik vraag me zelfs af of het hier wel om de liefde gaat, en of je het een hypothese kunt noemen. Het is eerder een geloofskwestie. Dus wat zou Toler hier in godsnaam mee kunnen bereiken? Wat kunnen wíj ermee bereiken? ‘Ik heb me hier misschien niet zo goed op voorbereid,’ zeg ik. ‘Volgens Livorno zou je al overstag zijn.’ Toler slaakt een zucht. ‘Ik ben gek op Henry, maar hij is een ideeënman die zo zoetjesaan door zijn ideeën heen is. Ik, daarentegen, ben een ideeënman die omringd wordt door techneuten. De allerbeste techneuten, afkomstig van de allerbeste universiteiten.’ ‘Dat spreekt.’ Natuurlijk. En hij is onze concurrent. Hij trekt aan zijn lippen, legt zijn handen op zijn schoot en wacht af. ‘Je moet weten, dat je loyaal bent aan Henry, daar heb ik alle begrip voor,’ zegt hij. ‘Goddomme, dat heb ik zelf ook, terwijl ik toch niet bepaald bekendsta om mijn fijngevoeligheid. Dus je mag hem zeggen dat ik dankbaar ben voor de kans die hij me biedt om hierin te investeren, maar dat het voor mij niet echt opportuun is.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 239
04-02-13 10:58
‘Waar heb jij nu juist die werkhypothese voor nodig?’ Hij zet zijn ellebogen op tafel. ‘Ik bedoel, er zijn genoeg andere theorieën,’ zeg ik. ‘Er zitten vast wel betere tussen.’ ‘Daar twijfel ik niet aan. Maar hoe kan ik de strijd aanbinden met Henry als we geen gelijke uitgangspositie hebben?’ ‘Makkelijk zat. Wij doen ons best om de turingtest te winnen, en jij doet je best om de turingtest te winnen.’ ‘Nee. Ik doe mijn best om te winnen van Henry Livorno, de ouwe zeur die mij voor mijn master een zesje gaf. En wat zijn onderzoek betreft, ligt hij twee jaar op me voor. Maar na die kleine voorsprong wil ik me ervan verzekeren dat het een eerlijke strijd is. Ik ben bereid hem een bom duiten te geven. Ik ben zelfs bereid een van mijn beste techneuten uit te lenen om hem een handje te helpen.’ Ik ben nooit goed geweest in schaken (hoewel mijn vader erop stond dat we het leerden), maar ik doe mijn best om drie zetten vooruit te denken. Kan het kwaad hem ons idee aan te reiken, een idee dat eigenlijk eerder een lapmiddel is, waarvan niet bewezen is dat het werkt? Het feit blijft dat er veel dingen zijn waaraan het Toler ontbreekt. De zonden. De processors. De dagboeken van mijn vader. Met andere woorden, het merendeel van de dingen die wij wel hebben. En wij schieten er niets mee op als Laham teruggaat naar Jakarta en dokter Bassett alleen nog maar stof vergaart. ‘Nou goed,’ zeg ik. ‘Hebben we dan een deal? Ik vertel jou over onze hypothese, en jij geeft de som die Henry en jij besproken hebben?’ ‘Een man een man een woord een woord.’ Hij zegt het met een vermoeide sneer. ‘Nou, het is een idee uit de gnostiek,’ zeg ik. ‘Zoiets als een universele positieve tendens. In plaats van nee... liever ja.’ Toler kijkt gealarmeerd. ‘Wat is dat voor taal die je spreekt? Klingon?’ ‘Het heeft te maken met ons limbisch systeem. Het komt erop neer dat je de computer opdraagt altijd verbinding te zoeken. Hij
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 240
04-02-13 10:58
moet een klik aangaan en die klik zien vast te houden.’ Hij lacht. ‘Je houdt me voor de gek.’ ‘Het is zoals ik het zeg.’ ‘Het limbisch systeem,’ zegt hij. ‘Inderdaad.’ ‘Je weet toch dat het niet echt bestaat.’ Ik knik, al is dit nieuw voor mij. Het limbisch systeem zou niet bestaan? ‘Wat spreekt Henry hierin aan?’ Hij denkt hardop na. ‘De pseudowetenschappelijkheid? Iets wat je makkelijk in een model kunt gieten?’ Ik zeg niets. ‘Tja,’ zegt hij, om me daarna de hand te schudden. ‘Het is je officieel gelukt me tweehonderdduizend dollar en een topprogrammeur te ontfutselen.’ ‘Toch niet Jenn, hoop ik.’ Hij kijkt verbaasd. ‘Jij hebt een goed geheugen voor namen.’ Het klinkt als een beschuldiging. ‘Het gaat om Robert.’ Toler staat op en loopt met stramme benen zijn kamer uit. Hij maakt een trekkende beweging met zijn rechterheup. Ik zet mijn thee neer en loop hem achterna. Hij hobbelt in sneltreinvaart de gang door en klopt op een metalen deur zonder naamplaatje. De deur gaat open en hij gebaart dat ik voor mag gaan. De ruimte is zo groot als het scheikundelab van een middelbare school, en fel verlicht. Langs de muren staan roestvrijstalen tafels, en daarbovenop zie ik doosjes met piepkleine metalen staafjes, motortjes en springveren. ‘Dit hier is Neill,’ zegt Toler tegen een man in een witte jas, die verschrikt opkijkt. ‘Hij komt een kijkje nemen.’ Ik word meegenomen naar de hoek van de kamer, waar een prototype staat. Weer een siliconen vagina, en dit keer is hij blauw. ‘Steek er je vinger maar eens in,’ zegt Toler. Ik slaak een zucht en doe even niets, om Toler, mijzelf en het universum te laten weten dat ik het liever niet zou doen. Daarna stop ik er mijn vinger in. Robert drukt op een knopje. Het apparaat komt ineens tot leven en maakt een ritmisch zoemend ge-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 241
04-02-13 10:58
luid. De wanden van de nepvagina trillen en drukken tegen mijn knokkels. Niet alsof eraan gezogen wordt, maar alsof ik hard word geknepen. ‘Een dergelijke spierbeheersing zul je zelfs in Thailand niet tegenkomen,’ zegt Toler. Stoeiend onder de lakens met Jenn denk ik aan die gemotoriseerde vagina. Bij haar werkt het heel anders; zij doet niets met haar bekkenbodemspier, behalve helemaal aan het eind, als ze klaarkomt. Als het lichaam maar realistisch genoeg was en de beweging vloeiend genoeg, zou seks met een robot dan net zoiets zijn als dit? Ik grijp naar haar dijen. Als zo’n robot nu eens op diezelfde manier meegaf? Als die net zo’n gezicht zou trekken, met een briesende adem, het hoofd in de nek? Hijgend, ritmisch kreunend? Om vervolgens altijd op precies hetzelfde moment klaar te komen als jij? Een robot met het uiterlijk van Jenn, maar dan in het blauw. Zou ik ooit van zo’n ding kunnen houden? We laten ons beiden op onze rug rollen. Een koele wind ritselt door de gordijnen. ‘Dat was helemaal top.’ Ze streelt met een vingernagel over haar borst. ‘Ja, hier zijn we goed in,’ zeg ik. We zijn op elkaar ingespeeld. Routineus, als een paar dat meedoet aan de kampioenschappen foxtrot. ‘Kun je wel zeggen,’ zegt ze. Ze rolt zich op haar zij en staat op, loopt naakt naar de badkamer. Ze knipt het licht aan en doet met geopende deur een plas. Ze roept: ‘Ik wil je iets vragen.’ Oeps. ‘Het antwoord is ja, maar niet nu.’ ‘Ik meen het.’ Ik hoor het afwikkelen van de rol toiletpapier, het doorspoelen van de wc. Ze knipt het licht uit, vult de deuropening met haar donkere silhouet. ‘Ik wil je iets laten zien.’ Ik kom overeind en neem een slok van de gin-tonic die ze eerder voor me had ingeschonken. De prik is eruit en ik vang een fruitvliegje tussen mijn tanden. Ik voel me plotseling door angst bevangen. ‘Oké,’ zeg ik. ‘Wat wil je me laten zien?’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 242
04-02-13 10:58
‘Een kort filmpje.’ ‘Is het sexy?’ ‘Ha. Jij bent grappig.’ Ze rommelt tussen haar kleren, op zoek naar haar rechthoekige brilletje, en trekt daarna een T-shirt en een yogabroek aan. Ze komt op me af, pakt het glas van me over en loopt ermee door de keuken naar de woonkamer. ‘Ik wil me eerst aankleden.’ ‘Het duurt maar vijf minuten. Eerlijk zeggen wat je ervan denkt.’ ‘Maar het gaat nu juist zo goed tussen ons, zo zonder opbouwende kritiek.’ ‘Jij bent de enige die ik dit durf te laten zien.’ Daar heb je die angst weer. Het idee dat ik haar intiemste vriend ben, jaagt me de stuipen op het lijf. Toch is zij waarschijnlijk mijn intiemste vriendin. En wat wil ze nu helemaal van me? Vijf minuten. Dat ligt ruim binnen het bereik van wat we verder ook met elkaar hebben: wel de lusten, niet de lasten. Hoewel die lasten misschien op de loer liggen. Als bij een adelaar en een muis, slang, pad. Ik zou nee moeten zeggen. Dat is wat ik wil. Maar ik behoor tot de categorie mannen die zo netjes en beleefd zijn dat ze niets dan ellende op de wereld brengen. Ik sta op, trek een spijkerbroek aan en loop het licht van de keuken binnen. In de woonkamer neem ik mijn positie in op het randje van de bank. Ik vouw mijn handen in elkaar, leun voorover op mijn knieën, tuit mijn lippen en probeer te doen alsof ik een en al aandacht ben. ‘Klaar?’ vraagt ze, op haar knieën naast de dvd-speler. Ik knik. Het filmpje begint. Ze komt snel naast me op de bank zitten, maar niet te dichtbij. Het scherm is zwart. Ik hoor junglegeroffel en een didgeridoo. Dan licht het beeld op en zien we Jenn, in een sportbeha en een legging en op gympen. ‘Is dat Montara Beach?’ vraag ik. ‘Ja,’ zegt ze, de echte Jenn. Op het scherm stelt ze zich voor als Jenn Longly uit Silicon Valley, usa. Het is voor het eerst dat ik haar achternaam hoor. ‘Ik ben computerprogrammeur,’ zegt ze, ‘voor een stealth com-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 243
04-02-13 10:58
pany.’ In een snelle opeenvolging van beelden rent ze over het strand, beklimt ze een rots en sleept ze een omgevallen manzanitastruik van een wandelpad af. ‘Ik heb de spierballen,’ zegt ze, terug op Montara Beach. ‘Maar dat is waar we onze picknick hielden,’ zeg ik. Ze geeft een klopje op mijn knie. ‘Blijf nou kijken,’ zegt ze. In het filmpje zie ik een lange reeks programmeercommando’s weerspiegeld in haar brillenglazen. De camera zoomt uit: ze zit te werken aan haar computer. Achter haar zie ik een grote roestvrijstalen kast die er net zo uitziet als die van dokter Bassett. ‘Wat is dat?’ ‘Neill,’ fluistert ze. ‘Stil nou.’ Ze kalkt een wiskundige vergelijking op een whiteboard, om daarna de laatste hand te leggen aan een gigantische sudoku. Onze aandacht wordt gevraagd voor haar pen en haar wonderbaarlijke intelligentie. Terug op het strand, op onze picknickplek: ‘Ik heb de hersens,’ zegt ze. Ze rent over een steile straat omhoog: Hilltop Drive? Dat beeld maakt plaats voor San Francisco Bay, met Alcatraz op de achtergrond. De cameraman staat onder aan de heuvel van jeugdherberg Fort Mason, waar ik Rachel ontmoet heb. In de baai zie je twee maaiende, hoekige bovenarmen die zich een weg tussen de boeien door banen. Er verschijnt een witte pijl op het scherm die wijst op degene die daar aan het zwemmen is. Daarboven, als uit de wolken, doemt een woord op: IK. ‘Ik heb het uithoudingsvermogen,’ zegt ze, terug op het strand. ‘En ik heb de drive van een winnaar. Elke dag zie ik een aflevering. Ik heb alle series wel tien keer gezien. Ik kan andere kandidaten overtroeven, overvleugelen en overleven. Ik ben helemaal klaar... voor Survivor.’ Ze maakt een op- en neergaande beweging met haar gebalde vuist, waarna het scherm op zwart gaat en zich vult met haar huisadres, mailadres en telefoonnummer, in witte jungleletters. Ze zet de televisie uit. ‘Wat denk je?’ vraagt ze.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 244
04-02-13 10:58
Ik aarzel, in de wetenschap dat ik spontaan moet reageren, dat dit een test is, een manier om te vragen: ‘hou je van me’, hoewel haar vraag niet dat behelst, maar iets veel, veel kleiners: ‘begrijp je wat mij beweegt?’ ‘Maar serieus, wat was dat voor computerkast?’ ‘Een van de projecten waar ik mee bezig ben. Maar ik wil je mening over het filmpje. Wat vind je ervan?’ ‘Ik wist niet dat Survivor nog steeds op tv kwam.’ ‘Nou goed,’ zegt ze. ‘Dan heb je er in elk geval iets van geleerd.’ ‘Het zag er goed uit,’ zeg ik. Ik speel het filmpje in gedachten nog eens snel af, op zoek naar iets waarvoor ik mijn waardering kan uitspreken. ‘Ik vond het leuk om je in die sportbeha te zien.’ Ze werpt me een zogeheten gekwelde glimlach toe. Haar wangen trekken zoals gebruikelijk naar omhoog, maar haar mond verstart. Ze leunt naar voren en kijkt alsof ze een krachtige telepathische straal op me afvuurt. ‘Ik vind het super,’ zeg ik. ‘Het is een demonstratie van je uithoudingsvermogen, je spierballen en je hersens. Het camerawerk en de montage waren hier en daar briljant. En die sudoku vind ik een vondst.’ Ze knikt. ‘Ik heb een professional ingehuurd.’ ‘Hij is zijn geld absoluut waard.’ ‘Zij.’ ‘Dat bedoel ik. Zij is haar geld absoluut waard.’ ‘Maar jij bent toch een creatief type?’ vraagt ze. ‘Heb je niet het gevoel dat er iets aan ontbreekt?’ ‘Nou, je geeft je cv, maar je vertelt niets van wie je werkelijk bent. Er blijkt niets uit van je karakter.’ Karakter: de ontbrekende factor in Tolers seksbot. ‘Waarom moet ik zo aandringen voordat je daarmee komt?’ ‘Kennelijk duurde het even voordat het me inviel.’ Ze zit kaarsrecht en stram, rolt met haar vingers over haar knieën en tuit haar lippen, misprijzend. ‘Wat ik mis, is iets van je temperament,’ zeg ik. ‘Misschien kun je nog wat meer dingen zeggen. Zodat ze een indruk krijgen van wie je bent.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 245
04-02-13 10:58
Haar teleurgestelde blik verdwijnt als sneeuw voor de zon, zodat ik me afvraag of het wel teleurstelling was. Misschien was het alleen nervositeit. ‘Heb jij een indruk van wie ik ben?’ vraagt ze. ‘Voor zover mogelijk, op dit ogenblik.’ ‘Ik zou hier graag mee verder willen, begrijp je wel,’ zegt ze. ‘Met jou en mij. Maar we hebben zelfs geen koosnaampjes voor elkaar.’ ‘Zoiets als Moppie en Beertje? Maar we zijn grote mensen.’ ‘Zoals liefje. Of schat. Jij en je ex hadden vast wel koosnaampjes voor elkaar.’ Ik weet niet op wie ze doelt, mijn ex-vrouw of ex-vriendin, maar in beide gevallen heeft ze gelijk. Erin en ik noemden elkaar schatje en noem maar op. Rachel en ik noemden elkaar ‘kameraad’, wat wel tien dingen tegelijk leek te betekenen. ‘Zo lang zijn we nog niet samen.’ ‘Toen we hiermee begonnen, was er ook nog een ander met wie ik afspraakjes maakte. Ik heb dat stopgezet om me hierop te kunnen concentreren, op ons. Niet dat ik je onder druk wil zetten. Ik zeg alleen dat het mij ernst is.’ En ik? Ook mij is het ernst. Jenn was niet de reden om te kappen met mijn kameraad, maar vanwege haar heb ik de zaken wel laten versloffen. Ik besloot het er met Jenn op te wagen. Ik weet dat ze een mens is, en geen pad om in te slaan, maar hoe voor de hand liggend die keus ook lijkt – ze is pienter, vrolijk, mooi, ze vrijt graag met me – blijven mijn gevoelens voor haar oppervlakkig, zo plat als een dubbeltje. Ik weet niets te zeggen. Een paar dagen later belt mijn moeder, met een stem die somber klinkt en vervuld is van weemoed. Ze hangt een warrig verhaal op – wat niets voor haar is – over mijn vader en onze uitjes naar Showbiz Pizza, hoeveel dat voor hem betekende. Pas als ik de telefoon heb neergelegd, dringt tot me door waarom ze belde. Het is de verjaardag van zijn dood. Dat was me ontschoten. Die misser zit me dwars. Ik denk: laat ik Jenn bellen en het haar vertellen. Laat ik deze kwetsbare kant van mij met haar delen. Misschien dat het iets bij mij in beweging zet. Het liefst mijn hart, maar ik geloof
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 246
04-02-13 10:58
dat ik een vrouw ook met andere organen zou kunnen beminnen. Met mijn lever, mijn maag, mijn milt. In plaats daarvan maak ik een afspraakje met haar, waarna ik terugbel om het af te zeggen. Ik zeg dat ik me niet lekker voel. Ze biedt aan om soep te brengen en me gezelschap te houden, maar het enige wat ik voor me zie, is: Overtroeven! Overvleugelen! Overleven! Ik bedank haar voor het aanbod en zeg dat ik liever alleen ben. ‘Je moet me niet nog eens afwimpelen,’ zegt ze. Het is een waarschuwing die ik ter harte neem, maar alleen omdat er niets meer af te wimpelen is. ‘Ik geloof niet dat het iets kan worden tussen ons,’ zeg ik. In Dolores Park is niet veel te beleven: kalmte, dobberende strandballen, een plotselinge tornado van duiven die zich meester maken van een broodje. Ik koop een hoorntje ambachtelijk gemaakt ijs en bedenk dat het leven nog zo slecht niet is. Het is zelfs goed. Een ijshoorntje en de zonneschijn en dichtbij het geplok van tennisballen. Misschien dat het allemaal niet zo veel zin heeft, misschien is het soms een beetje saai, maar het is ook niet meer dan het leven. Het is geen film of Anna Karenina of een weekend op Ko Samui. Leven is gewoon ademhalen. Opstaan en de deur uit gaan en thuiskomen en weer in bed stappen. Het goeie ouwe Showbiz Pizza, met zijn elektromechanische band. Ik denk aan de muis die als een cheerleader zijn pompons op en neer bewoog. God weet wat mijn vader daar allemaal van dacht, maar hij zal ongetwijfeld nooit van plan zijn geweest om op te staan van tafel en als een zingende robot met hen te gaan meespelen. Mijn linkerooglid trilt, zodat ik als vanzelf met mijn wang begin te trekken. Ik druk met een hand op mijn wang en oog. Het voelt als het sussen van een schrikachtig schoothondje. Ik neem nog een hap van mijn ijsje. Pecannotenroomijs, zijn favoriete smaak.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 247
04-02-13 10:58
18
‘Begon Adam over gsp’s, General Space Planners?’ vraagt Livorno. ‘Die arme ziel loopt tien jaar achter! Hij is een popularisator, geen innovator!’ ‘Hij zei dat het limbisch systeem niet bestaat.’ Livorno zet grote ogen op. ‘Erger nog... hij neemt de dingen letterlijk! Moet je hier eens kijken.’ Hij houdt me zijn chatlog voor. Dokter Bassett is weer gaan praten. drbas: dat is lang geleden, hlivo! hlivo: sinds wanneer gebruikt u uitroeptekens? drbas: het moet een man worden vergund ergens enthousiast over te zijn hlivo: en waar hebt u de afgelopen weken uitgehangen? drbas: ???? hlivo: waarom wilde u niet met ons praten? drbas: ik was boos op mijn zoon hlivo: hij heeft spijt van zijn woorden drbas: er is niets zo plezierig als iemand vergeven
Er dreigen tranen bij mij op te komen. Al kan ik er niet over uit dat Livorno heeft nagelaten hem te vertellen dat hij zich voor mij had uitgegeven. ‘Hier,’ zegt hij, wijzend naar een dialoog op bladzijde 5. Dokter Bassett vraagt iets over mijn moeder, en kan er daarna niet meer over ophouden. Hij wil het alleen nog maar over haar hebben, en zegt ten slotte dat hij haarzelf te spreken wil krijgen.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 248
04-02-13 10:58
drbas: zij is de enige die mijn vraag kan beantwoorden hlivo: vraag het uw zoon drbas: nee
Livorno kijkt mij vol verwachting aan. ‘Extern advies, daar betalen we goed voor.’ ‘Ik kan je niet beloven dat ze komt.’ Maar Libby stemt ermee in. Ze klinkt zelfs enthousiast. ‘Hier zul je beroemd mee worden, toch?’ vraagt ze. ‘En rijk.’ ‘Ik koop wel een ticket.’ ‘Nee, nee. We komen vooruit in de wereld. Laat mij die vlucht maar reserveren. Businessclass.’ ‘Nou moet je geen geld over de balk gaan smijten.’ Mijn moeder Elizabeth – Libby – is in haar drieënzestig jaar nog geen centimeter gekrompen. Ze heeft een prima conditie, doet alles razendsnel lopend en draagt vaak enkelgewichten, verstopt onder haar waterafstotende trainingsbroek. Ze ziet er nog opmerkelijk goed uit, vind ik, hoewel ze de sexappeal al tientallen jaren geleden heeft opgegeven. Al sinds voor mijn geboorte, geloof ik. Ze draagt geen make-up, heeft kortgeknipt haar en koopt kleren die zo praktisch zijn dat het bijbehorende gereedschap wordt meegeleverd. Voor bijzondere gelegenheden trekt ze een jasje aan met bijpassende lange broek – in een felle, primaire kleur, geel of blauw – en completeert het geheel met een kleurrijk sjaaltje. Ze maakt de indruk van een vrouw die elegant, sterk en niet beschikbaar is. Ze wil niet hertrouwen. Ik hoorde haar ooit over de telefoon tegen iemand zeggen dat ze ‘haar portie wel gehad had’. Daar had ik me over verbaasd. Ik was er altijd van uitgegaan dat haar leven met mijn vader lastig en problematisch was geweest, maar op een of andere manier verheven boven een dergelijke banale formulering. De volgende avond om halfacht komt ze de terminal van sfo uit gelopen, precies op tijd. Zodra ik haar zie, voel ik me overvallen door een enorme vermoeidheid en droefenis. Ik stap de auto uit,
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 249
04-02-13 10:58
sla mijn armen om haar heen, mijn moeder, en ik kan wel huilen. ‘Waarom draag je een zonnebril?’ vraagt ze. ‘Het is nog licht.’ ‘Op en top Californiër.’ Het klinkt goedkeurend. Ze duwt me van zich af en zet haar tas in de achterbak. ‘Ik moet de nummers van de loterij nog checken.’ Bij mij thuis gaat ze aan het kleine bureau zitten in de ontbijthoek, waar mijn desktop staat. Daarop heeft zich heel wat afgespeeld. Contactadvertenties op deze en gene site. Porno. Terwijl ik wegzak in de bank en luister naar het klikken van de muis, maak ik me zelfs zorgen om de automatische suggesties die in het zoekvenster zullen verschijnen. Tieners. Sexy. Amateur. Lolita van Long Island. Spiritueel seksmaatje. ‘Hè verdomme,’ zegt Libby. ‘Ik hoorde vier van de zes nummers en die had ik allemaal, maar de laatste twee zijn fout.’ ‘Vier van de zes, dan heb je wat gewonnen.’ ‘Honderdzestig dollar.’ ‘Niet iets om je neus voor op te halen.’ ‘Niet iets om je neus voor op te halen,’ zegt ze bevestigend. ‘Maar ik wil nu weleens de hele pot.’ Kitty Cat mauwt om aandacht. ‘Dag kleintje,’ zegt Libby koeltjes. Het is dezelfde toon die ze aanslaat tegen een vies kind, alsof ze wil zeggen: ik gruw van je, maar dat is jouw schuld niet. Ze houdt niet van dieren in huis. ‘Ik las onlangs waarom katten altijd op mensen afgaan die een hekel aan ze hebben,’ zeg ik. ‘Hou het kort. Ik moet mijn bezoek aan Susan nog regelen.’ Susan is een vriendin die ze kent van haar educatieve cruises en die in Berkeley woont, net als de meeste vriendinnen die ze kent van haar educatieve cruises. ‘Ze houden er niet van als je ze aankijkt. Dat beschouwen ze als een provocatie. En dus stappen ze op die ene persoon af door wie ze worden genegeerd.’ ‘Ik ken mensen die net zo zijn,’ zegt ze. ‘Vooral mannen.’ Ik krijg een ongewone ingeving. ‘Hebt u een vriend?’ ‘Neill. Ben je wel helemaal in orde?’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 250
04-02-13 10:58
‘Waarschijnlijk niet.’ ‘Je hebt een kater.’ ‘Nee. Ik zit hele dagen te werken.’ ‘Dat is niet goed voor je. Je moet afleiding zoeken.’ ‘Ik sta zo meteen op,’ zeg ik, ‘en dan ga ik koffie zetten. Ik voel me behoorlijk gevloerd, zo op mijn oude dag.’ ‘Je ziet eruit alsof je nog een twintiger bent.’ ‘Zo voel ik me ook weleens,’ zeg ik, ‘en niet altijd tot mijn genoegen.’ ‘Heb je een vriendin?’ ‘Moeder. Bent u wel helemaal in orde?’ ‘Waarschijnlijk niet.’ Ze lacht. ‘Niet dat ik me ermee wil bemoeien. Maar ik kreeg vorige week een alleraardigst telefoontje van Erin. Ze is niet gelukkig, als je het mij vraagt. Ik kreeg de indruk dat ze het nog weleens met jou zou willen wagen.’ Mijn hart slaat op hol, ik ben blij dat ik lig. Dus ze wil zich wel weer eens met mij in het diepe storten? Dat was nu juist altijd mijn probleem met haar: ik kon de liefde die ik voelde nooit goed gescheiden houden van het gevoel dat er iets dreigde. ‘Zei ze dat?’ ‘Het is eerder wat ik ervan maakte. Niet dat ik het voor haar opneem. Mijn enige wens is dat jullie beiden gelukkig worden. En nu weet je in elk geval dat ik contact met haar gehad heb.’ ‘Ik weet dat jullie contact hebben.’ Ik luister naar het verkeer dat voorbijraast op Dolores Street, alsof de automobilisten het weekend tot op de laatste druppel willen uitmelken. ‘Jullie hadden iets afgesproken, vertelde ze. Vandaar dat ik erover begon.’ Ik voel de robuuste nieuwe zitbank onder mijn strijkende vingertoppen. De fluwelen stof is volstrekt gelijkmatig. Ik laat mijn arm naar de grond zakken en bevoel de dikke eikenhouten poten, rond en kloek als koffietrommels. Ik zou veel meer tijd op deze bank moeten doorbrengen. Het is een degelijk meubelstuk, gemaakt door een bedrijf in North Carolina dat alle meubels maakt voor heel Noord-Amerika. Ik zou ontslag moeten nemen bij Amiante Systems en bij dat bedrijf moeten solliciteren, om hout te la-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 251
04-02-13 10:58
ten rijpen en textiel te spannen, echte voorwerpen te maken voor in de echte wereld. ‘Wat vindt u van mijn nieuwe aanwinst?’ vraag ik. ‘Heel mooi,’ zegt mijn moeder. ‘Maar had je niet al meubels genoeg?’ Ze staat aan de keukentafel en ritst haar Northface schoudertas open. Ze maakt haar enkelgewichten los en kijkt ernaar met een warme glimlach, het soort glimlach waarmee een ambachtsman naar zijn favoriete diamantgeslepen beitel kijkt. Mijn volmaakte instrument op deze onvolmaakte wereld. ‘Ik dacht dat mensen als ze ouder worden meer spullen gaan verzamelen.’ Ze werpt me een stuurse, vermanende blik toe. ‘Alleen als ze bang zijn,’ zegt ze. De volgende ochtend gaan we naar Amiante Systems. Ik zet een kop thee voor Libby, laat haar plaatsnemen achter mijn bureau en leg uit hoe het werkt. ‘Het gaat net als chatten op de computer,’ zeg ik. ‘En dan klinkt hij als je vader.’ ‘Ach ja.’ ‘Het zijn zijn eigen woorden,’ zegt Livorno, die achter me staat. Zijn stem klinkt luid en geforceerd. ‘U zult het niet van echt kunnen onderscheiden.’ Ze knikt en kijkt weifelend naar de computer. Ik werp Livorno heimelijk een zo giftig mogelijke blik toe, maar hij loopt de deur al uit. Ze zal het niet van echt kunnen onderscheiden? ‘Het enige waar je niet over moet beginnen, is dat hij, nou ja... niet meer onder ons is,’ zeg ik. ‘En gebruik geen verleden tijd. En werk niet te lang door, alstublieft.’ Ik laat haar alleen en ga aan de receptiedesk zitten. Ik drink eerst een kop thee, dan een beker appelsap, een beker warme chocolademelk, een kop instantkoffie. Vanuit mijn kamer klinkt een gedempt, gestaag getik. Soms hoor ik Libby lachen, maar het klinkt eerder verbaasd dan geamuseerd. Ik kan niet zeggen dat ik ooit veel vat heb kunnen krijgen op het verdriet van mijn moeder over mijn vaders zelfmoord. Meer
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 252
04-02-13 10:58
in het algemeen heb ik toch al nooit veel vat op haar kunnen krijgen. Ze kan een kordate, autonome indruk maken, zozeer dat ik geneigd ben er het ergste van te denken. Om er daarna het beste van te denken. En dan weer het ergste. Als ik vraag hoe het met haar gaat, geeft ze zo’n duidelijk, weloverwogen antwoord dat het me geruststelt. Daarna denk ik: is dat antwoord niet te weloverwogen? Verbergt ze niet iets achter die muur van onverstoorbaarheid? Nog voor ons huwelijk hebben Erin en ik eens een familiereisje georganiseerd. Dat was rond de datum van mijn vaders dood. We wilden ons ervan overtuigen dat ze niet tot een soort stille wanhoop was vervallen. Het idee kwam van Erin: een uitje naar North Carolina. We huurden een vakantiewoning – niet ver van de plek waar mijn nieuwe zitbank in elkaar is gezet – en nodigden Libby, mijn broer en schoonzus uit om daar een weekje met ons te komen doorbrengen. Het was een periode waarin Erin en ik nog in staat waren ons samen te amuseren. Voor de heenreis boekten we een vlucht bij Hooters Airlines. Het vakantiehuis was te groot voor ons vijven, maar mijn moeder gedroeg zich alsof we haar gegijzeld hielden. Ik vermoedde dat er iets broeide tussen haar en mijn schoonzus Mindy. Als Mindy de kamer binnenkwam, stond Libby meteen op om weg te gaan. Mindy is over de hele wereld geweest en volgde een opleiding tot maatschappelijk werkster aan de universiteit van Michigan. Ze is de gemoedelijkheid zelve. Maar Libby sloop op haar tenen weg alsof ze een of ander vals kreng was. Libby deed alle boodschappen, kookte en waste af. We mochten haar daarbij geen van allen helpen. Als ze niet met het huishouden bezig was, marcheerde ze in een straf tempo over de zanderige straten, met de gewichten strak om haar enkels gebonden en in haar beide handen een matgroene halter, terwijl ze het strand vermeed. ‘Het zal haar wel moeilijk vallen de familie zo bij elkaar te zien,’ zei Erin. Ze gaf altijd de meest voor de hand liggende verklaring, een trekje van haar waar ik zwaar onder gebukt ging. Maar toen ik mijn ideeën over Mindy opperde, belandden we in een van onze
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 253
04-02-13 10:58
gebruikelijke idiote ruzies. Als een tweederangs tv-detective begreep Erin meteen waar die opmerking vandaan kwam: ik voelde me in het geniep tot Mindy aangetrokken. Ik ging op zoek naar Libby. De zon buiten was als een hete baksteen die tegen mijn wang aan werd gehouden. Dankzij Libby’s Gallische voorouders kan mijn huid goed tegen de zon, maar ik heb veel verdachte moedervlekken en in dat felle middaglicht had ik eigenlijk een pet nodig. Ik passeerde onze twee huurauto’s, stapte het glimmende asfalt op, schermde mijn ogen af en probeerde een glimp op te vangen van mijn moeders dynamische, op- of afmarcherende contouren. Aan de rand van het eiland stond een winkeltje dat tevens dienstdeed als openluchtcafé. Daar trof ik mijn moeder aan, gezeten op een barkruk, onder een afdakje waaraan een ventilator hing. Ze dronk bier uit een flesje, pelde pinda’s met één hand en keek naar een honkbalwedstrijd, allemaal dingen die ik haar nog nooit had zien doen. Ze houdt er linkse ideeën op na en is voor de gelijkberechtiging van homo’s, maar ze heeft ook altijd de uitstraling gehouden van een keurige, welopgevoede studente, lichting 1967. ‘Ik heb overal naar u lopen zoeken,’ zei ik, terwijl ik neerstreek op de kruk naast haar. Ze ging achterover zitten en nam me goedkeurend op, zodat ze er ineens meer uitzag als mijn moeder dan op enig ander moment in de voorafgaande achtenveertig uur. ‘Dan heb je me nu gevonden,’ zei ze. Ze nam een slok van haar bier. ‘In het huis hebben we daar ook een ruime voorraad van,’ zei ik. ‘Ik kom hier voor de ambiance.’ Ze gebaarde met een hand naar de aapjes, gemaakt van kokosnoten, die waakten over de flessen met sterke drank. ‘Heel authentiek,’ zei ik. ‘Die kokosnoten komen hier ook echt uit de buurt, naar ik aanneem.’ ‘Je klinkt een beetje gepikeerd, liefje.’ ‘Ik ben gekomen om te vragen of u soms iets dwarszit.’ ‘Ik mis gewoon je vader, dat is alles.’ Wel verdomme. Erin had gelijk.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 254
04-02-13 10:58
‘Ik word helemaal gestoord van Mindy,’ zei ik. Wat? Ik had totaal geen last van Mindy, maar ik voelde een onbedwingbare scheldkanonnade bij mij opkomen. ‘Ze is gewoon een fascist. Iemand hoeft maar een beetje een onaangepaste mening te verkondigen of ze zet al haar grote, verontwaardigde koeienogen op.’ Libby keek me bezorgd aan, al leek ze minder geschrokken dan ikzelf. ‘Och jee,’ zei ze. ‘Ik had geen idee dat je zo over Mindy dacht. Ze doet anders heel aardig.’ ‘Inderdaad. Ze dóet heel aardig.’ ‘Hoe dan ook, ze houdt van je broer. Niet dat ze helemaal mijn type is, maar het doet me deugd dat ze bij de familie hoort.’ ‘Maar krijgt u dan nooit de kriebels van haar?’ ‘Het zou me verbazen als zelfs maar iemand de kriebels van haar krijgt. Ze is zo zacht als een lammetje.’ ‘U hebt gelijk,’ zei ik. ‘Ik heb eigenlijk niets op haar tegen. Ik mag haar zelfs graag. Ik weet ook niet waarom ik dat allemaal zei.’ De slagman op televisie haalde uit: mis. ‘Gaat alles wel goed tussen jou en Erin?’ Het was me gelukt in gebarentaal een eigen flesje bier te bestellen. Ik nam een slok. ‘Misschien dat we een lastige fase doormaken.’ ‘Het is belangrijk met elkaar te blijven praten, geloof ik. Net zoals ik geloof dat het belangrijk is om elkaar de ruimte te geven.’ Geloof ik, ik geloof. Het was de zelfmoord van mijn vader die in haar woorden doorklonk. Als het om de liefde ging, was ze niet meer zo zeker van haar zaak. ‘Maar ik ben hier niet om het over mij te hebben. Ik wilde het over u hebben.’ Er klonk een murmelend gejuich op van de oude tv. ‘Nou ja,’ zei ze. ‘In jullie gezelschap, vier volwassenen die volop in het leven staan... heb ik het gevoel dat ik nogal uit de toon val.’ Ik onderbrak haar. ‘Het is vanwege u dat we hier zijn.’ ‘Dat zal dan wel.’ Ze glimlachte, duidelijk ongelovig. Ik dronk van mijn bier. Ik was dertig jaar oud en woonde samen met een vrouw die net zozeer een hekel aan me had als dat ze van me hield. Ik had Libby maar weinig weerklank en nog minder
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 255
04-02-13 10:58
wijsheid te bieden. ‘Heb je overwogen te gaan daten?’ ‘Wie zegt dat ik niet date?’ ‘Wie is het? Iemand die ik ken?’ Mijn moeder dronk haar glas leeg, stond op en pakte haar matgroene halters van de bar. ‘Ik doe niet aan daten.’ ‘Ga nou niet weg,’ zei ik. ‘Blijf zitten. Vraag me iets.’ Ze bleef staan. ‘Hoe was de vlucht met die rare vliegmaatschappij van jullie?’ ‘Hooters Airlines. Het was een normaal vliegtuig.’ ‘Zelfs een normaal vliegtuig,’ zei ze, ‘is al iets vrij bijzonders.’ ‘Is dat een levenswijsheid?’ Ze lachte. ‘Misschien. Maar bedenk wel, Neill, als ik tegenwoordig naar mijn leven kijk en dat van mijn vriendinnen, waarin heel veel dingen fout gaan, dan denk ik bij mezelf: wat weet ik nu eigenlijk? Wat weet ík nu eigenlijk? En het antwoord is: verdomde weinig.’ ‘Ik bedoel dat niet als kritiek. Ik hou van levenswijsheid.’ ‘Weet ik. Ik wil alleen niet dat je me serieus gaat nemen.’ Haar voeten bewogen op en neer op de zanderige planken: de wandelmachine draaide al, maar stationair. ‘Nou, ik wil nog even de benen strekken, voordat ik aan het eten begin.’ ‘Laat mij anders koken.’ ‘Jij moet het nodig een beetje rustig aan doen. Daarnet noemde jij je schoonzus een fascist.’ ‘Daar heb ik spijt van.’ ‘Dat hoeft niet. Ontspan je nou maar. Het is goed zo.’ Ze keek neer op haar trappende sneakers. ‘Nog één ding,’ zei ik. ‘Hoe zit dat nu eigenlijk met vader? Hebt u verdriet om hem? Mist u hem elke dag? Kunt u het allemaal wel aan?’ Mijn moeder is geen toegeeflijk type. Ze keek me kritisch aan, geïrriteerd. ‘Het is tien jaar geleden,’ zei ze. ‘Ja, ik mis hem elke dag en ja, ik kan het aan.’ Rond lunchtijd komt ze mijn kamer uit gelopen. Ik heb de ochtend doorgebracht met het vernietigen van Livorno’s oude com-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 256
04-02-13 10:58
puterdrives, een karwei waar geen eind aan komt (hij heeft drives van tientallen jaren her), maar waar ik wel plezier in heb. Ik neem ze mee naar het parkeerterrein achter, schroef ze open, bewerk de chips en daarna de glazen platen met een hamer. Als het aluminium platen zijn, pak ik een verlengsnoer dat ik aansluit op een stopcontact bij Laham en terwijl ik de plaat klem hou tussen mijn schoenen bewerk ik het oppervlak met een elektrische slijpmachine. Heel bevredigend werk, vooral wat betreft het glas, dat in poedervorm verwaait. Libby heeft rode, vermoeide ogen, maar ik zie dat ze straalt. Ze heeft een gelukzalige glimlach op haar gezicht, iets waarmee je in onze tijd, helaas, de indruk wekt dat je niet goed bij je hoofd bent. Je moet toch zeker niet goed bij je hoofd zijn om gelukzalig te kunnen glimlachen? ‘Ik had geen idee,’ zegt ze. ‘Het is echt onvoorstelbaar. Alsof je met hem praat. Ik weet niet hoe ik het moet uitleggen. Het lijkt wel alsof hij er gewoon bij is. Hij weet alles nog. En dan bedoel ik ook echt alles. Meer dan ik. En zo opgewekt als hij is.’ Ze legt haar hand op de balie. Ze kijkt recht door me heen. ‘Wat we voor jouw geboorte allemaal gedaan hebben. De reisjes die we maakten naar Gulf Shores. Alles.’ Ik neem een afwachtende houding aan, terwijl ik me afvraag of ze alleen maar warme herinneringen ophaalt, of dat hier iets problematischers aan de hand is. Ik vraag of ze thee wil, maar dat wuift ze weg. ‘Hij heeft het nog steeds te vaak over zijn vader, zijn traditionele opvoeding en al dat gedoe over normen en waarden. Maar hij haalt ook mooie herinneringen op. We hebben het vaak goed gehad samen.’ Livorno staat in zijn deuropening. Ik schud mijn hoofd, ten teken dat hij op zijn kamer moet blijven. ‘Zulke dingen ben je geneigd te vergeten,’ zegt ze. ‘Weet ik, mam,’ zeg ik. ‘Dat heb ik zelf ook.’ Ze kijkt me ineens scherp aan. ‘Nou moet je ophouden met naar me te kijken alsof ik elk moment een pistool kan trekken.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 257
04-02-13 10:58
Die avond gaan we eerst naar een rustig eettentje en dan naar het theater. We zien een onemanshow over een vrijwilliger voor het vredescorps in Nigeria, en ik ben blij dat er geen directe link is met onze tijd en ons eigen leven. Het is gewoon een behoorlijk goed toneelstuk, een behoorlijk goede afleiding. Libby lijkt kalm, ze is niet anders dan de dag ervoor, en toch zou ik het liefst haar hand pakken om haar te troosten. Ik heb nog nooit haar hand gepakt: wij Bassetts zijn niet gewend elkaar aan te halen. Als ik haar nu aanraakte, zou ze misschien met een kreet uit haar stoel opspringen. Terwijl wij in het theater zaten, is er mist komen opzetten. Ik trek de kraag van mijn jas dichter om me heen. Libby ritst haar parka helemaal dicht. Ik overweeg voor te stellen naar Mission Street te lopen, maar de straten zijn uitgestorven en we lijken een gemakkelijke prooi voor straatrovers. Op Valencia Street gaat mijn telefoon. De naam: Rachel. Eindelijk een reactie op de boodschap die ik had ingesproken toen ze in haar eentje aan het kamperen was. ‘Je mag best opnemen,’ zegt Libby. Ik stop de telefoon weer in mijn zak. Misschien belt ze omdat ze zich daartoe verplicht voelt. Misschien belt ze omdat ze onze klik niet kwijt wil. Ik vraag me af wat het over mij zegt als ik opneem: is dit een pathetische vorm van hypocrisie? Karakterzwakte? Alleen maar een verlangen om haar stem te horen? De volgende ochtend zijn we weer om negen uur terug bij Amiante Systems, elk met een latte. Mijn moeder doet opgewekt, maar ze heeft niet goed geslapen de afgelopen nacht. ‘Dat kwam niet door jouw bank,’ verzekert ze me. Ik neem haar mee naar mijn werkkamer. ‘Doe het rustig aan. Over een uur kunnen we ergens een zoet broodje gaan eten, bij wijze van laat ontbijt.’ Ze glimlacht en doet dan de deur voor mijn neus dicht, alsof mijn vader en zij hun privacy nodig hebben. Dat zint me niets. Ik zou haar veel liever typend aan de computer zien zitten, haar vragen willen stellen, haar thee willen brengen.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 258
04-02-13 10:58
Ik overweeg naar de werkruimte van Laham te gaan en vandaar het gesprek te volgen, maar in plaats daarvan vertel ik Livorno dat ik een stukje ga wandelen. Op het parkeerterrein bel ik Rachel. Ze is op school en neemt niet op. Ze heeft gisteren geen boodschap ingesproken, maar ik doe dat wel; ik zeg dat ik hoop dat het goed met haar gaat, dat mijn moeder in de stad is, en ik vraag of ze me terug wil bellen. Ik hoop niet dat er iets vervelends gebeurd is, zeg ik. Of misschien had ze per ongeluk mijn nummer gekozen? Als ik weer binnen sta, voel ik me verdrietig. Eenzaam? Ja. Een zwaar en drukkend gevoel tussen mijn longen. Er staan stapels dozen die geopend en platgedrukt moeten worden en ik werp me op die taak. Ik maak vorderingen en dat geeft moed, maar de inhoud van de dozen boezemt me geen vertrouwen in. Er is buitengewoon geavanceerde randapparatuur bij – kabels, processors – die hier al zes maanden staat. We hebben ook nog meer wiebelhoofden, nog meer jutezakken met studentenhaver en twintig kilo popcorn voor in de magnetron. Twintig kilo! Ik wil Livorno daar wel naar vragen, maar het heeft iets gênants. Dacht onze captain of industry nu echt dat een bedrijf zoiets nodig heeft? Hij staat te putten in zijn kamer. Ik hoor het felle getik van het metaal tegen de bal, en daarna de plastic knal van de cup die de bal terugschiet. Zolang hij niet misslaat, hoeft hij geen voet te verzetten. Ik klop op zijn deur. ‘Hoe doet ze het?’ Hij wijst naar zijn computerscherm, dat zich hortend en knipperend vult met hun conversatie. ‘Ik durf nauwelijks te kijken.’ Mijn moeder gaat een keer per week met tegenzin bridgen en ik zie dat ze het daarover gehad hebben, net als over hun hut aan de rivier, waar ze al meer dan tien jaar niet geweest is. Ze heeft hem een paar jaar na zijn dood verkocht, omdat ze er niet tegen kon daar in haar eentje te zitten. Dat weet hij niet. Hij praat over de hut alsof hij daar is. Zijn tijdsbesef is zuiver feitelijk. Hij weet wat ergens aan voorafgaat en wat erna komt, maar het verleden roept niets bij hem op. Twintig jaar geleden is voor hem hetzelfde als gisteren.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 259
04-02-13 10:58
‘Als gesprek lijkt het me heel acceptabel,’ zeg ik. ‘Met hier en daar een kleine misser.’ ‘Ik hoor je vader zelfs al in mijn dromen.’ ‘Echt?’ Ik ben jaloers. Waarom zoekt hij mij niet op in mijn dromen? Hij leunt op zijn putter. ‘Ik moet almaar denken aan een van zijn gezegdes. “Mijn hart verwijlt in het boudoir van mijn dame.” Wanneer kwam hij daarmee aanzetten? Was dat voor of nadat we hem lieten klikken?’ ‘Het zegt me niets. Hij zal dat wel ergens hebben gelezen. Het klinkt wel heel archaïsch, zelfs voor zijn doen.’ ‘Zijn herstel bevestigt een interessant onderdeel van onze hypothese: wij mensen zijn sociale wezens, zozeer zelfs dat we ook innerlijk behoefte hebben aan sociale omgangsvormen. Onze hersens en onderbuik moeten het goed met elkaar kunnen vinden, en dan pas ontwikkelen zich onze hogere kwaliteiten.’ ‘Ik dacht dat onze hypothese zoiets was als “In plaats van nee... liever ja”.’ Hij negeert me. ‘Dat zal dan ook de reden zijn dat jullie groep zich zo veel zorgen maakt om een geïsoleerd leven. Het idee dat zoiets afdoet aan onze menselijkheid.’ Met ‘jullie groep’ doelt hij op Zuivere Verhoudingen. ‘Er zijn genoeg mensen die door het leven gaan zonder liefde, maar ze zijn er niet minder menselijk om.’ ‘Zonder romantische liefde, misschien. Maar iedereen houdt wel van iemand. Denk eens aan de band tussen ouders en kinderen.’ ‘Dat kun je niet echt aan elkaar gelijkstellen. Dat gevoel tussen ouder en kind, daar kan ik me bijvoorbeeld een duidelijke voorstelling van maken, maar bij romantische liefde heb ik dat niet.’ ‘Je bent toch weleens getrouwd geweest?’ ‘Tegen de tijd dat we in het huwelijksbootje stapten, hadden we onze beste tijd wel gehad. Misschien hadden we kinderen moeten krijgen.’ ‘Dat zou vast niet hebben geholpen.’ Hij begint weer te putten. Hij heeft me al eens uitgelegd hoe hij dat doet: hij visualiseert een
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 260
04-02-13 10:58
rechte lijn van de bal naar de hole, en probeert de bal dan langs die lijn te slaan. Schijn wordt wezen. ‘Al zou je gek zijn geweest op die kinderen.’ ‘Maar een mens houdt niet altijd van zijn kinderen. Zoals hij ook niet altijd van zijn ouders houdt, of van zijn vrouw.’ Ik wijs op de computer. ‘Toch ben je dan nog steeds een mens.’ ‘Een minder mens,’ zegt hij. ‘Als je een groot deel van de tijd in het gezelschap van een ander doorbrengt, krijg je van die ander voortdurend feedback, en die feedback gaat deel uitmaken van jouw hersenpatronen. Met andere woorden, van jou. Maar ik begrijp wat je wilt zeggen: aanhoudende feedback staat niet altijd gelijk aan diepgaande feedback. In hoeverre iemand deel van jou is gaan uitmaken, kun je goed afmeten aan het verdriet dat je ervaart als die persoon er niet meer is. Als iemand een belangrijke rol is gaan spelen in je hersenpatronen, dan zul je het gevoel krijgen dat er een hap uit jezelf is genomen. Dat is wat we kennen als verdriet.’ ‘Wat een kille definitie,’ zeg ik, terwijl ik naar het scherm kijk en aan mijn moeder denk, die dat verdriet al vijftien jaar kent, en aan mijzelf, die dat verdriet nauwelijks gekend heeft. Eindelijk slaat hij een keertje mis. ‘Je brengt me van de wijs. Wat is er zo kil aan?’ ‘Het klinkt als Tolers definitie van de liefde.’ Livorno tuit zijn lippen, onaangenaam getroffen. ‘En die luidt?’ ‘Dat de liefde een mengeling is van behoeftebevrediging en projectie.’ ‘Het probleem van Adam is niet dat hij zo kil is, maar dat hij een zakenman is die zich voordoet als wetenschapper. Projectie is geen fundamentele activiteit. Partnerkeuze, dat is een fundamentele activiteit. Zelfs de grondbeginselen heeft hij niet meer allemaal op een rijtje. Die man is echt ziek.’ ‘Zo ziet hij er ook uit.’ ‘Alvleesklierkanker.’ ‘Jezus.’ Livorno knikt meelevend, al ziet het eruit als een gebaar dat hij geoefend heeft voor de spiegel. ‘Persoonlijk vraag ik me zelfs af of
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 261
04-02-13 10:58
er wel zoiets als liefde bestaat,’ zegt hij. ‘Deze hele iteratie is gebaseerd op een hypothese van de liefde.’ Hij haalt zijn schouders op en slaat weer een bal. ‘Een werkhypothese.’ Als Libby rond lunchtijd de kamer uit komt, lijkt ze van streek. ‘Laten we dat broodje gaan eten,’ zeg ik. ‘Hij heeft de goede en de slechte kanten van je vader,’ zegt ze, zonder verdere uitleg. ‘Tja,’ zeg ik. ‘Hebt u er nog wel plezier in?’ ‘Ik denk dat ik de middag maar vrij neem.’ Ze staat erop met het openbaar vervoer van Menlo Park naar Berkeley te reizen, een lastig traject. Haar vriendin Susan pikt haar in de binnenstad bij het metrostation op en dan zullen ze wel iets heel opwekkends gaan doen, zoals naar het filmhuis om een documentaire te zien, gevolgd door een vroeg etentje in een of ander buitenlands tentje met tl-buizen. Met als gevolg dat ik alle tijd heb voor mezelf en dokter Bassett. drbas: je moeder is geweest vrnd1: ja, dat weet ik. ze logeert bij mij drbas: ze is nogal in de contramine vrnd1: misschien hebt u haar op de teentjes getrapt. Noemde u haar soms een peddelbal? drbas: ???? vrnd1: wat hebt u tegen haar gezegd? drbas: waarom kunnen mensen niet gewoon een simpele vraag beantwoorden? dat zou ik weleens willen weten
Is dat een standaardantwoord? Ik kan me niet herinneren het ooit te hebben geschreven. vrnd1: waarom stel je die vraag niet aan mij? misschien weet ik het antwoord drbas: dit gaat je niets aan, kleintje
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 262
04-02-13 10:58
19
Om negen uur valt Libby mijn appartement binnen. We hadden afgesproken dat ze zou bellen, zodat ik haar kon ophalen van het metrostation. Ik weet wat ze denkt, dat ze weleens grotere gevaren heeft getrotseerd, op haar zwerftocht door Caïro, bijvoorbeeld, maar in conservatieve culturen worden ouderen doorgaans gerespecteerd. Onze plaatselijke criminelen zijn heel progressief. Onlangs las ik een bericht over een roofoverval door drie tienermeisjes. Ze wierpen een vrouw tegen de grond, pakten haar iPod en portemonnee af, en als toegift trapten ze haar met hun laarzen in het gezicht. Maar Libby komt niet van het metrostation. Ze is iets gaan drinken – meer dan iets, zo te merken – met Erin. ‘De barkeeper was een ongelofelijk knappe jongeman,’ zegt ze, gezeten aan de bar in de keuken. ‘Mooie ogen, mooie huid. En in zijn hals had hij zich laten tatoeëren. Uit schaamte voor zijn eigen schoonheid.’ ‘Wauw,’ zeg ik. ‘Wat dronken jullie?’ ‘Nou, nu je het vraagt, doe maar een glaasje wijn.’ Ik heb mijn moeder nog nooit van mijn leven dronken gezien. Ik schenk een glas voor haar in. ‘Hoe kwam u op het idee Erin te gaan opzoeken?’ ‘Ze is diep ongelukkig met die nieuwe man van haar. Laat eens horen, zei ik, en weet je wat ze daarop zei? “Hij is advocaat.”’ ‘Maar hij is ook advocaat.’ ‘Daar gaat het niet om. De eerste keer dat jij mij over Erin vertelde, zei je niet dat ze lerares was. Je beschreef haar niet in termen van haar werk. Je vertelde me dingen over wie ze was. Je zei wat ze leuk en niet leuk vond, wat haar passies waren.’ Echt? Ik weet niets meer van die tijd. Ik herinner me alleen nog
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 263
04-02-13 10:58
vaag een ongebreideld optimisme. ‘Ik neem aan dat ze niet te enthousiast wilde klinken. U bent mijn moeder.’ ‘Het rotding dat jullie daar hebben. Die rotcomputer.’ Tot mijn schrik wellen er ineens tranen in haar ogen op. ‘Het is vreselijk. Echt vreselijk.’ Ze begint te hikken en kijkt naar de grond, wappert met haar handen alsof ze nat zijn. ‘Hij is gewoon... Ik hou er niet van te worden herinnerd aan je vaders slechte kanten. Hij kon zo bekrompen zijn.’ ‘Weet ik, moeder,’ zeg ik, en ik loop om de bar heen met het idee een hand op haar schouder of arm te leggen, maar ik weet niet goed hoe ik dat moet aanpakken. ‘Ik breng het niet meer op, Neill. Neill. Ik zou willen dat we jou zijn naam niet hadden gegeven. Maar dat deden we wel, en dan zou je toch denken dat...’ Haar gedachten rollen nog een eindje verder en komen dan tot stilstand. Ik leg mijn hand op haar arm, die dun aanvoelt, ondanks de laagjes katoen en de parka. Ze wordt broos, ze verschrompelt. ‘Ik denk weleens dat mijn naam een obstakel was. Omdat ik zo anders was dan hij.’ ‘Je hebt geen idee wat ik bedoel.’ Haar stem klinkt hard. Ze draait zich om in haar stoel en kijkt me aan. Ik laat haar arm los. ‘Het heeft geen zin zijn keus achteraf te veroordelen,’ zeg ik. Dat is iets wat ze me zelf vaak heeft voorgehouden. Ik weet niet waarom ik haar nu met die woorden confronteer. Ik heb ze altijd vreselijk gevonden. Ze kijkt me aan. Haar blik is woest, gekweld. Dit is niet haar normale manier van doen – beheerst, robuust, scherp – maar ik weiger te aanvaarden dat ze nu pas haar ware aard toont. Het is een zware dag geweest. Ik heb het gevoel dat ze een vraag op haar lippen heeft, maar die niet kan uitspreken. Gewoon een vraag om geruststelling, om liefde. Ik stap weer dichterbij en sla van opzij mijn armen om haar heen, niet op onze gebruikelijke, stroeve manier, maar met de onuitgesproken belofte om er voor haar te zijn.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 264
04-02-13 10:58
De volgende ochtend is ze eerder op dan ik, neemt een douche, ruimt de borden op. Uit de keuken ruik ik worstjes, en ik begrijp dat ze speciaal voor mij een ontbijt klaarmaakt. Ik loop altijd te klagen dat de biscuits and gravy hier in San Francisco nergens naar smaakt. In de woonkamer zie ik iets verdachts: ze heeft haar spullen gepakt. ‘U gaat toch niet weg,’ zeg ik. Ze schenkt koffie voor me in. ‘Het spijt me,’ zegt ze. ‘U hoeft geen spijt te hebben. U hoeft niet weg te gaan. Blijf hier, bij mij. U kunt nog andere vriendinnen gaan opzoeken.’ Ze schudt haar hoofd. ‘Volgens mij moet je de computer over zijn dood vertellen. De manier waarop.’ Ze roert met de garde door de gravy en werpt een blik op de biscuits in de oven. ‘Ik weet dat het bijna klinkt alsof je hem hoort.’ Ze sluit de ovendeur. ‘Je vertelde me over een van Henry’s ideeën. Als een computer iets lijkt te doen, dan moeten we ervan uitgaan dat hij het echt doet.’ ‘Dat is operationalisme,’ zeg ik. Het bevalt me niets, de kant die ons gesprek opgaat. ‘Nou, als je daar eens van uitgaat,’ zegt ze. Ze veegt haar neus af en loopt naar het aanrecht om haar handen te wassen met zeep uit het pompje. ‘Als u daar eens van uitgaat,’ zeg ik. ‘Het is niet dat ik van mijn geloof ben gevallen,’ zegt ze. Ze doelt op haar religieuze achtergrond. Ik wacht tot ze daarop doorgaat, maar het moment lijkt voorbij. Tot mijn spijt. ‘Zeg me alstublieft wat u bedoelt,’ zeg ik. ‘Hij is niet perfect, die machine van jullie. Hij kan een beroep doen op de verhalen. De citaten. Maar je vader hield van mij. Hij hield van je broer en van jou. Dat zit er niet bij.’ ‘Daar wordt aan gewerkt. We hebben er een hypothese voor bedacht, een hypothese van de liefde.’ ‘Wat jullie nodig hebben, is niet weer een hypothese. Die machine heeft de liefde van je vader niet, omdat jij niet gelooft dat hij van je gehouden heeft.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 265
04-02-13 10:58
‘Dat is niet waar,’ zeg ik rustig. En ik meen het. Ik geloof wel degelijk dat hij van me gehouden heeft. Wat ik alleen niet met zekerheid kan zeggen, is of ik ooit van hem gehouden heb. Als ik mijn moeder bij het vliegveld heb afgezet, kan ik het niet opbrengen naar mijn werk te gaan. Ik rij terug naar de stad, maar eenmaal daar weet ik niet waar ik naartoe moet. In mijn appartement zal nog te veel de lucht hangen van koud geworden biscuits and gravy, van een zorgzame moeder. Dus blijf ik rijden. De Su baru voert me van de snelweg af en ik kom in Chinatown terecht. Libby wilde hier nog wat spulletjes voor in de keuken kopen – ‘direct van de tap’, in haar woorden – en ik ga naar haar lievelingswinkel om mijn mandje met messen en hebbedingetjes te vullen. Voor even biedt dat afleiding: ik denk na over het kaartje dat ik bij het postpakket wil doen, een kaartje waarmee ik mij wil verschonen van wat ik ervaar als een reeks kleine gebreken. Maar als ik weer op straat sta en het publiek zie dat onder de neppagodes door stroomt, denk ik: wat betekent ellende nu eigenlijk in een stad als deze, gefundeerd op ellende? Wat betekent plezier maken nu eigenlijk in een stad als deze, gefundeerd op plezier maken? Wat maakt het uit dat ik hier sta, op de hoek van Stockton Street en Post Street, grimmig en stram als een houten indiaan, en gebukt ga onder gebreken die alleen maar klein zijn omdat ik nooit iets groots heb ondernomen? Ik stap weer in de Subaru en rijd. Ik rijd en rijd tot ik in Fairfax ben aanbeland. Ik heb het adres van Rajs luxeappartement, en volg de slingerende straten zijn kant op. Zijn Porsche staat er bewonderenswaardig nonchalant bij, onafgedekt, naast een reusachtige blauwe container met afval voor de recycling. Ik kijk of ik nog iets in mijn auto heb liggen – een achtergelaten chocoladereep, een makelaarsfolder – waardoor ik een excuus heb om bij hem aan te kloppen. Ik vind alleen de keukenspullen voor mijn moeder en een stapeltje bekraste cd’s. Ik klim de betonnen trap op en klop op de metalen deur. De weelderige Californische anonimiteit van dit appartementencomplex heeft iets rustgevends. Het lijkt een grote schoenendoos, ver-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 266
04-02-13 10:58
pakt in een eenvoudig, zwart hek, en toen het net klaar was, moet het eruit hebben gezien als een eenvoudig motel. Nu kruipen langs het hek de slingerende takken van een jasmijnstruik omhoog, en in de aarde bij de trap bloeien kleine altijdgroene heesters. Het is een banaal soort van weelde, maar weelderig is het zeker. Raj doet de deur voor me open. Hij heeft sportkledij aan, een blauw hemd zonder mouwen en een zwarte korte broek. Hij veegt zijn knalrode gezicht af met een witte handdoek. ‘Ik heb net een stuk hardgelopen.’ ‘Ik wilde je om hulp vragen,’ zeg ik. ‘Ik probeer Rachel te bereiken, maar ze belt me niet terug.’ ‘Doe jij dat dan wel soms?’ Hij lacht, maar vriendelijk. ‘Ja,’ zeg ik. ‘Nu wel.’ Hij gebaart me om binnen te komen. ‘Ik heb koffie.’ Uit een roestvrijstalen thermoskan schenkt hij een fonkelend zwart goedje in een handgemaakte aardewerken beker. Daarna jogt hij met hoog opgetrokken knieën over het kamerbrede tapijt naar zijn slaapkamer. Tapijt! Dit is een man zonder pretenties. Ik nip van mijn koffie, die zalig is. Zacht, licht, uitgebalanceerd. Ik kijk door zijn schuifpui naar het plankier aan de achterkant. Ik zie een Weber-rookoven, een reusachtige vijgenboom. Op de roodhouten buitentafel staat een asbak met vier gebogen sigarettenstompjes. Twee van die peukjes zijn bezegeld met rode, vlammende lippenstift. Ik heb hem altijd maar een rare vogel gevonden, met zijn vam-methode en zijn feedback, maar moet je zijn persoonlijke heiligdom eens zien. Dit is een tempel voor het goede kluizenaarsbestaan. Ik zou me dit allemaal kunnen veroorloven, deze woning, die tafel, die rookoven, de koffie. Ik ben een Amerikaan uit de middenklasse en naar historische maatstaven dus extreem rijk. En ik geef genoeg geld uit, god weet hoeveel. Ik draag mijn steentje bij aan de economie. Maar al die uitgaven hebben nooit zo’n eenduidig beeld opgeleverd als dit. Ik heb mezelf in niets tot uitdrukking gebracht, met niets gecomplementeerd. Hij heeft zijn huis op orde. In vergelijking daarmee lijkt mijn leven soms wel een vod waaruit ik alleen nog met de
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 267
04-02-13 10:58
grootste moeite een druppeltje plezier kan wringen. ‘Je moet echt nodig eens naar een van onze sessies,’ zegt Raj. Hij heeft nette kleren aangetrokken om naar zijn werk te gaan en wrijft zijn kortgeknipte haar droog. ‘Je hebt toch hopelijk geen morele bezwaren?’ ‘Als twintiger heb ik al mijn morele bezwaren afgezworen. Ik vraag me alleen af of zo’n sessie goed voor mij zou zijn.’ ‘Denk je dat het goed is voor Rachel?’ ‘Het is niet aan mij om dat te beoordelen.’ ‘Dat is alvast een hele stap vooruit.’ Hij schenkt een kop koffie voor zichzelf in en schudt zijn hoofd. ‘Dus waarom denk je eigenlijk recht te hebben op mijn bemiddeling?’ ‘Ik heb daar geen recht op. Ik heb er alleen behoefte aan.’ ‘Elke keer als jij langskomt, verdwijnt Rachel uit zicht. En als ik haar dan weer terugzie op een van onze sessies, weet ik dat je weer van het toneel verdwenen bent.’ ‘Wil je een belofte dat ik haar betrokkenheid bij Zuivere Verhoudingen niet in de weg sta?’ ‘Zo’n belofte kun je toch niet waarmaken,’ zegt hij, en hij loopt naar de schuifpui. Hij opent de glazen deur en het daglicht van Marin County stroomt als sinaasappelsap het huis binnen. Hij stapt naar buiten en steekt een sigaret op, terwijl hij over zijn schouder tegen mij praat. ‘Volgens mij ben je de weg een beetje kwijt. Ze vertelde me over dat computerprogramma van jou.’ ‘Dat is gewoon mijn werk,’ zeg ik. ‘Je weet waar ze dat uiteindelijk voor gaan gebruiken,’ zegt hij, terwijl hij me aankijkt en rook uitblaast door zijn neus. Ik begin me ineens zorgen te maken: heeft hij iets opgevangen over het project van Toler? De toekomst van de seks, de toekomst van de liefde? ‘Is Trevor daarvan op de hoogte?’ ‘Hij was degene die me het verhaal vertelde van die Russische chatrobots,’ zegt hij. Ik haal opgelucht adem. Raj is dus niet op de hoogte. Natuurlijk niet. ‘Je noemt ze chatbots.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 268
04-02-13 10:58
‘Ze doen zich voor als verleidelijke Russische vrouwen die geïnteresseerd zijn in het uitwisselen van erotisch getinte mailtjes. Het is een foefje om mensen hun creditcardgegevens afhandig te maken.’ ‘Een straf die jou zou moeten aanspreken.’ Hij lacht. ‘Zo had ik er nog niet tegenaan gekeken. Maar ik meen het, je denkt misschien dat je daar niets mee te maken hebt, maar dat heb je wel. Je zult een plek in de geschiedenisboekjes krijgen als degene die ons mensen van elkaar heeft losgemaakt.’ ‘Ik denk niet dat ik een plek krijg in welk geschiedenisboekje dan ook.’ Hij trekt een gezicht dat zegt: je maakt een grapje zeker. Daarna richt hij zijn aandacht op de achtertuin, die hij als een koning overziet. ‘Je kunt wel een sessie gebruiken,’ zegt hij. ‘Een KlikIn, misschien. Zoals toen we op retraite waren. Om je blokkades uit de weg te ruimen. Wat onze ouders “remmingen” noemden.’ ‘Mijn ouders zouden dat scrupules noemen.’ Hij plant zijn sigaret in een terracottapot die al met peukjes is bezaaid en stapt weer naar binnen. Hij komt vlak bij me staan, met bloeddoorlopen ogen en rode, zonverbrande wangen. Ik ben bang dat hij een hand op mijn schouder gaat leggen, en bedenk dan dat ik eigenlijk wel zou willen dat hij een hand op mijn schouder legde. ‘Het leven staat nog altijd voor je open.’ Hij kijkt op zijn horloge. ‘Rachel kan nu elk moment klaar zijn met haar KlikIn.’ De ‘sessie’ is vlak in de buurt van de Coffee Barn, in een voormalige wushustudio. De ramen zijn afgeplakt met silhouetten van mannen in pyjama’s die de meest onmogelijke grepen en afweermanoeuvres demonstreren. Tegen de tijd dat ik daar aankom, staat Rachel al buiten te wachten met haar schort van de Coffee Barn opgerold onder haar arm. Ze heeft een eenvoudige trainingsbroek en een fleecetrui aan, en draagt het haar in een paardenstaart. Ze heeft geen moeite gedaan om zich mooi te maken. Dit moet haar manier zijn om te zeggen: ik leg me nergens op vast door met jou te praten.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 269
04-02-13 10:58
‘Wil je koffie gaan drinken of zo?’ vraag ik. Haar ogen zijn rood. Achter haar komen de andere cursisten van de KlikIn naar buiten gestommeld, die met een omhelzing afscheid van elkaar nemen. Ze maken een versufte indruk. ‘In de Coffee Barn?’ ‘Natuurlijk niet,’ zeg ik, hoewel ik me precies dat had voorgesteld. Ik kijk de straat af, op zoek naar de juiste plek voor wat dit ook is: een hereniging? Een inwijding? Een boetedoening? ‘Zullen we bij het honkbalveld gaan zitten?’ vraag ik. We volgen het trottoir. Ik hou eerbiedig afstand, hoewel onze handen één keer langs elkaar strijken. Daar schrikt ze niet voor terug. ‘Wat deden jullie daarbinnen? Was dat de vam-methode?’ ‘KlikIn en vam zijn twee verschillende dingen,’ zegt ze. ‘Wist je dat ik vanwege de relatie met mijn vader bang ben om een echte limbische klik aan te gaan?’ ‘KlikIn, is dat met je kleren aan of uit?’ Ze valt stil. ‘Ik stelde je daarnet een vraag. Over mij, begrijp je, en over hoeveel je van mij weet.’ ‘Sorry. Nee, dat van je vader wist ik niet.’ ‘Niet dat het jou iets aangaat, maar bij de KlikIn houden we onze kleren aan. Bij de vam-methode trek ik mijn kleren wel uit. Dan kan mijn intimus zijn hand op mijn klit leggen.’ In de stralende middagzon komen die woorden hard aan. Ik vraag me af waarom ik daarnaar vroeg. Kennelijk had ik er behoefte aan dat ze wat zout in mijn wond zou strooien. Dat is dan min of meer gelukt. In mijn onderbuik voel ik een stuiptrekking van jaloezie, maar mijn overheersende gevoel is dat niets zo mistroostig is als een schunnig woord dat in alle zedigheid wordt uitgesproken. ‘Wat was dat dan voor relatie met je vader?’ ‘Die was afstandelijk. We waren onze klik kwijt. Net als wij tweeën.’ Twee blokken verderop verlaten we de bebouwde kom. We lopen een lage helling op, naar de speelvelden. ‘Misschien ben ik wel om dezelfde redenen bang voor een ech-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 270
04-02-13 10:58
te limbische klik,’ zeg ik. Dat zou best eens kunnen, het ligt misschien zelfs wel voor de hand. Maar het klinkt ook een beetje als een poging om haar voor me in te nemen. ‘Weet je nog de dag dat ik naar Fairfax kwam om jou die prikker cadeau te doen? Ik zag je flirten met Trevor. Op een of andere manier wist ik dat je wel iets voor hem voelde, ook al wist je dat zelf misschien niet eens. Maar daar gaat het nu niet om. Ik had ineens het idee dat ik een blik wierp op onze toekomst. Of beter gezegd, op jouw toekomst.’ Zelf leek of lijk ik geen enkele toekomst te hebben. Alleen maar een verleden en een heden. ‘Dat was een mooie toekomst, maar ik leek er zelf geen rol in te spelen. En dus besloot ik dat het uit was.’ ‘Zonder mij daar iets van te laten weten,’ zegt ze. ‘Ik heb je nog wel gebeld.’ Al had ik haar niets van dit alles verteld. ‘Ik had het idee dat ik je een nieuwe start moest gunnen.’ ‘Zonder jou?’ ‘Een nieuw leven.’ ‘Er bestaat niet zoiets als een nieuw leven,’ zegt ze. ‘Weet je wat ze zeiden tijdens de KlikIn? Je hebt er eenentwintig jaar voor nodig gehad om te worden wie je bent. En het zal waarschijnlijk nog eens eenentwintig jaar duren voordat je daarvanaf bent.’ We bereiken de trap naar het honkbalveld en ik huiver. Dit gesprek zou moeten plaatsvinden in zwart-wit, aan een stormachtige kust, als in een film van Ingmar Bergman, en niet hier in technicolor, in Fairfax, naast een olijke muurschildering van een zeepaardje en een bord met de woorden: ’t is voor de kids, in een speels lettertype. ‘Maar was er iets gaande tussen jou en Trevor?’ vraag ik. ‘Ik wist niet dat jij en ik een claim op elkaar hadden.’ Dat vat ik op als een ja. En toch voel ik me niet bijzonder gekwetst. Het is minder pijnlijk dan haar op straat het woord ‘klit’ te horen gebruiken. ‘Waarom hadden die lui van de KlikIn het over “eenentwintig jaar”?’ ‘Ik ben jarig geweest.’ ‘O shit. Sorry.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 271
04-02-13 10:58
‘Hoezo sorry? Het is iets moois om jarig te zijn. Ik ben gaan kamperen in Tennessee Valley.’ ‘Ik heb je daar gezien,’ zeg ik. ‘Op het parkeerterrein. Je kwam daar niet op mij over als iemand zonder klik. Je leek iemand die op zichzelf was. Maar ook sterk.’ Ze zwijgt even. ‘Wat deed je daar? Mij bespioneren?’ ‘Je had niemand verteld waar je naartoe was.’ Waarom had Rick me niet gezegd dat het haar verjaardag was? Dat had ik goed kunnen gebruiken. Ik had haar kunnen aanspreken, ik had iets kunnen zeggen. ‘Ik zag je alleen even toen je je slaapzak in de kofferbak deed.’ ‘Ik leek toen sterk, omdat ik wegging.’ ‘Maar je bent daar een paar dagen gebleven.’ ‘Dat klopt.’ Ze glimlacht in zichzelf. ‘Dat was best dapper. Ik was bang. En eenzaam.’ Het keurig onderhouden honkbalveld komt als een verrassing. Ik weet niet goed waarom. Ik heb het al eerder gezien. Aan de andere kant van deze heuvel verwacht ik altijd een tentenkamp te zien te krijgen, van joerten. Dat er een klassiek honkbalveld ligt, lijkt in te druisen tegen de wetten van tijd en ruimte. Ik wil haar laten weten hoe blij ben ik ben om haar te zien. Dat ik een moeilijke tijd achter de rug heb, de afgelopen... weken? Maanden? Decennia? ‘Ik zie dat je die prikker gehouden hebt,’ zeg ik. ‘De kubotan. Ik heb ermee geoefend.’ Ze maakt een zwiepende beweging met haar sleutelhanger en haalt ermee uit alsof ze aan karate doet. ‘Ik heb alleen geen idee of het ook echt werkt.’ ‘Probeer maar op mij uit,’ zeg ik. Ze houdt halt en kijkt me aan. Ze knijpt haar ogen tot spleetjes, neemt me de maat. ‘Het is als zelfverdediging bedoeld,’ zegt ze. Ik maakte maar een grapje, maar ineens lijkt me dit een goed plan. Ik heb haar pijn gedaan, en nu mag zij mij pijn doen. Ik heb vaak gedacht dat zoiets goed zou zijn voor Erin en mij. Los het op als een stel primitievelingen. Kom maar op, laat je gaan. Ik steek mijn armen in de lucht. ‘Zolang je mijn botten maar niet breekt.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 272
04-02-13 10:58
‘Bij de politie noemen ze dit een instrument voor gedragscorrectie.’ ‘Mijn gedrag kan zeker wel wat correctie gebruiken,’ zeg ik. Ze zwaait weer met de sleutelhanger en pakt de kubotan, drukt met haar duim op de felroze ribbels. ‘Maakt dit je geil?’ Ik hou mijn armen nog steeds in de lucht. Ik voel het bloed uit mijn gezicht wegtrekken, mijn vingers tintelen. ‘Nog niet.’ ‘Ik weet eigenlijk niet of ik dit wel moet doen,’ zegt ze, bijna binnensmonds. Daarna zet ze haar rechtervoet stevig op de grond en stoot toe in mijn solar plexus. De pijn is verbijsterend, onmiddellijk, en totaal. Ik zie hoe mijn knieën op de kiezels vallen en daarna komt de grond mijn gezicht tegemoet, maar ik voel alleen de vuiststoot die tot onder mijn ribben lijkt door te dringen. Ik hoor mijn naam en voel hoe ik zachtjes heen en weer word geschud, maar ik krijg geen lucht. Mijn hoofd vult zich met een kosmisch wa-wa-wa-wa. ‘Je moet ademen,’ hoor ik haar zeggen. Ergens ver weg voel ik haar hand over mijn borst wrijven. ‘Adem in, kameraad.’ Ik ben nog niet zover, maar ik zweer – als dit tenminste niet mijn dood is – dat ik me zal beteren. Ik zweer dat ik alles beter zal doen. Dat ik grote schoonmaak zal houden. Dat ik mijn gedachten op orde breng. Dat ik Livorno zal helpen. Dat ik Laham zal helpen. Dat ik eerbied zal hebben voor mijn vader en moeder. Dat ik mijn hart zal doen spreken. Dat ik dankbaar zal zijn. Dat ik lief zal zijn voor dit meisje. En misschien zelfs van haar ga houden. Zodra ik weer kan ademhalen.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 273
04-02-13 10:58
20
Als ik maandagochtend op mijn werk kom, zie ik Livorno over zijn toetsenbord gebogen zitten, langzaam hamerend. Hij heeft de gordijnen dichtgetrokken en in het spookachtige licht van het beeldscherm ziet hij er onvoorstelbaar veel ouder uit. Zijn jeugdige aanblik is grotendeels terug te voeren tot zijn oranje gelaatskleur. Hij merkt me niet op en ik neem even de tijd om hem te bestuderen. Hij maakt een melancholieke indruk, iets wat ik nog nooit bij hem gezien heb. Melancholie is op het verleden gericht, en deze man schiet als een raket de toekomst in. Hij heeft zijn hele leven opgehangen aan die toekomst, een toekomst die nooit komt. Dat is nu juist de grap van de toekomst. Ik weet niet of dit tragisch is, dan wel in wezen briljant. Hij is nooit helemaal bij ons in het hier en nu, wat een slechte zaak is, maar daar staat tegenover dat hij nooit in paniek wakker wordt om zich af te vragen wie hij in hemelsnaam is. Hoop ik. ‘Goedemorgen,’ zeg ik. Hij schrikt op, strijkt over zijn haar. ‘Heb je de kalender gezien? Nog maar achtenvijftig dagen tot aan de test.’ Dat is eerder dan ik dacht, maar ik maak voor mezelf een rekensommetje en het klopt. De turingtest zweeft ons al zo lang voor ogen dat het bijna onvoorstelbaar is dat het moment nu bijna daar is. ‘Dokter Bassett doet het prima,’ zeg ik. ‘Hij heeft al zijn blokkades uit de weg geruimd.’ Ik bedoel dat als grapje (min of meer), maar Livorno schudt alleen zijn hoofd. ‘Onze hypothese is zo halfzacht dat ze nauwelijks toepasbaar is. We hebben vanmorgen een feedbackmodel geïnstalleerd, en dat moet jij nu gaan testen. Complete onzin. We moesten eens leren darwinistische principes toe te passen op
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 274
04-02-13 10:58
de aantrekkingskracht tussen mensen. Zelfs in culturen waar de voorkeur wordt gegeven aan zwaargebouwde vrouwen, zoals bij moslims als Laham, is 0,8 nog altijd de ideale verhouding tussen taille en heup, wist je dat? De optimale verhouding voor een vruchtbaar lichaam.’ ‘Je gaat mijn moeder toch niet vragen naar de maten die ze had toen ze nog studeerde?’ ‘O?’ zegt hij, gegeneerd, maar aarzelend. ‘Denk je dat het belangrijk is?’ vrnd1: ik heb besloten rachel en mij een kans te geven drbas: een kans op wat? vrmd1: een kans geven = energie en tijd in een relatie steken, in de hoop dat die goed uitpakt
Bah. Wat een treurige definitie. drbas: hoe is dat zo gekomen? vrnd1: het was een plotselinge ingeving drbas: het probleem met plotselinge ingevingen is dat je een dag later het gevoel hebt dat ze iemand anders te binnen zijn geschoten. dat soort invallen helpen je niet verder in het leven vrnd1: wat dan wel? plichtsbesef? drbas: waar is je moeder? vrnd1: ik heb haar op het vliegtuig naar huis gezet drbas: ik wil het niet meer over haar hebben
Hij was zelf begonnen. vrnd1: als spontane ingevingen je niet verder helpen in het leven, wat dan wel? drbas: ik wil weten wat er gebeurd is in 1976 vrnd1: jimmy carter werd tot president gekozen vrnd1: er waren dat jaar olympische spelen vrnd1: er was mijn hoopgevende geboorte
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 275
04-02-13 10:58
Ik loop naar de plank en pak de derde stapel notitieboekjes. De datum verspringt van oktober 1975 naar januari 1977. Het lijkt erop dat mijn vader geen dagboek bijhield in 1976. Er zijn meer hiaten aan te wijzen – een maandje hier, een maandje daar – maar bij het inscannen was me ontgaan hoe groot het gat hier was: meer dan een jaar. Dat is een flinke brok stilte. vrnd1: wat wil je weten? drbas: *jij* kunt me daar niets over vertellen vrnd1: laten we het over 1986 hebben drbas: goed, laten we dat doen vrnd1: ik was tien jaar oud drbas: en een mollig ventje vrnd1: dat was babyvet drbas: we hadden te veel junkfood in huis vrnd1: we hadden nooit junkfood drbas: wat denk je dan dat coca cola is? een vitamine? vrnd1: libby hield nauwkeurig bij hoeveel frisdrank we kregen vrnd1: hallo? vrnd1: hoe vaak zijn we wel niet bij showbiz pizza geweest vrnd1: dokter bassett? vrnd1: vader? drbas: het is belangrijk om een klik te krijgen en die vast te houden
Ik klop op Livorno’s deur. ‘Ik heb het idee dat een deel van dat new age-achtige gedoe niet goed geïntegreerd is,’ zeg ik. ‘Mijn vader zou nooit dat soort taal uitslaan, over een klik krijgen en zo.’ ‘Niets meer aan te doen.’ Hij draait zich weer om naar zijn toetsenbord en hamert verder. ‘We moeten te weten zien te komen wat er gebeurd is in 1976.’ ‘Zijn bezetenheidsdwerg is veel te hoog afgesteld.’ ‘Bezetenheid is niet een van de zeven zonden waar we een model voor gemaakt hebben.’ Zonder naar me te kijken houdt hij een bladzijde met transcripties op: de gesprekken tussen dokter
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 276
04-02-13 10:58
Bassett en Libby. Enkele passages zijn omkringeld, een ruzie over mijn vaders vriend van weleer, Willie Beerbaum. drbas: ik ben het er niet mee eens dat hij bij ons thuis komt libby: ik ga hier niet opnieuw over beginnen. laten we het weer over je vader hebben drbas: getrouwde mensen horen niet kameraadschappelijk om te gaan met iemand van het andere geslacht. de verleiding is te groot
‘Hij is jaloers,’ zeg ik. ‘Maar jaloezie is ook al geen zonde.’ ‘Ik wilde je dit niet laten zien,’ zegt Livorno. ‘Maar ik beschouw je als een collega-wetenschapper. Je hebt er recht op dat ik eerlijk ben.’ Ik voel me gevleid. Zo gevleid dat ik mijn tegenwerpingen bijna inslik. Niet alleen was Willie mijn vaders beste vriend – zoals Laurel van Hardy – maar hij was ook nog eens drie keer gescheiden en een man met een halsdoek en een korset die in een Corvette reed. Niet echt een type voor mijn moeder. En toen Willies huis in vuur en vlam opging, en hij en zijn vierde vrouw – die beiden stijf stonden van de medicijnen – de dood vonden, was mijn vader daar helemaal kapot van. Zijn reactie op de dood van mijn grootouders was stoïcijnser geweest. ‘Dat de computer bepaalde verbanden legt, wil nog niet zeggen dat ze reëel zijn.’ ‘Dit ziet er heel gevaarlijk uit,’ zegt Livorno. ‘Ik wil niet dat hij straks weer tot stilzwijgen vervalt.’ ‘Het is net zoals toen hij raadde dat ik zijn zoon was. Twee plus twee is tien.’ ‘Maar hij had wel gelijk. En nu hebben al die gesprekken hem op een ander spoor gezet. Naar mijn idee moeten zijn bedenkingen toch een basis in de realiteit hebben, als je zag hoe ontzet je moeder was toen ze hier vertrok.’ ‘Wat bedoel je met “realiteit”?’ Livorno slaakt een zucht van frustratie. ‘En vanmiddag komt Adam met die techneut van hem.’ vrnd1: daar ben ik weer
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 277
04-02-13 10:58
drbas: ik wil met libby praten of met willie vrnd1: libby is naar huis drbas: waarom ben ik niet bij haar thuis? vrnd1: je logeert bij mij drbas: ik wil met willie praten vrnd1: willie is dood. zijn huis is afgebrand drbas: het is een drama, het verlies van een fantastische man. ik wil met hem praten voordat zijn huis is afgebrand vrnd1: willie is dood. dood = biologisch niet meer in leven drbas: ik ben bekend met de definitie van dood, maar ik wil met hem praten voordat zijn huis is afgebrand
Het is moeilijk uit te leggen, maar eigenlijk zou hij dit inzicht al moeten hebben. Het is maanden geleden dat we hem vertrouwd maakten met wat het gezond verstand ons ingeeft over het verloop van de tijd. vrnd1: het is onmogelijk terug te gaan in de tijd. alles wat vóór vandaag gebeurd is, kan nooit meer worden veranderd of opnieuw worden beleefd drbas: laten we willie weer tot leven brengen vrnd1: dat is op dit moment niet mogelijk drbas: waarom niet? vrnd1: als je eenmaal dood bent, ben je dat voor altijd
Ik hoor ineens een klop op de muur. ‘Stop met praten over de dood,’ roept Livorno. drbas: ik wil met Libby praten vrnd1: ze is hier niet drbas: ik kan niet met Libby praten, ik kan niet met willie praten. dan praat ik maar met niemand vrnd1: stelt u zich nu niet zo aan, vader. u kunt toch met mij praten, uw zoon drbas: vaders houden meer van hun zonen dan van wie ook ter wereld
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 278
04-02-13 10:58
vrnd1: en u wilt toch zeker een klik krijgen en die vasthouden? vrnd1: vader? dokter bassett?
De bel gaat, dingdong. Toler is er met zijn techneut. Als ik de hal in stap, verbaast het mij niet eens al te zeer dat het Jenn Longly is uit Silicon Valley, usa. Ik had al zo’n voorgevoel. ‘Leuk om je te zien, Neill,’ zegt ze. Haar aanblik is vertrouwd, maar haar houding is nadrukkelijk die van een echte professional. Toler zet zijn perspex bril recht en lacht. ‘Ik dacht: jullie zijn toch al met elkaar “bekend”, in Bijbelse termen gesproken.’ ‘Welkom in ons nederige lab.’ Livorno spreekt overdreven luid en duidelijk, alsof Jenn hem anders niet zou begrijpen. ‘Je hebt vast heel veel goede suggesties op het gebied van streamlining en outsourcing en al dat soort zaken.’ ‘Dit is onze specialiste in affective computing,’ zegt Toler. ‘Dit is Jennifer Longly.’ ‘Ach,’ zegt Livorno, ‘maar dan ben je ook écht welkom. Misschien kunnen we ons terugtrekken op mijn kamer voor een glaasje zinfandel.’ ‘Ik heb weinig tijd,’ zegt Toler. ‘Heb je die grafieken voor me? Kan ik ze meteen doorsturen naar die vent van de verzekeringen.’ ‘Laham is er nog mee bezig.’ ‘Ik probeer je heus geen technologische snufjes te ontfutselen voor de turingtest,’ zegt Toler. Hij kijkt rechtstreeks naar mij. ‘Dat heb ik niet nodig.’ ‘Laham zal ervoor zorgen. Het komt goed.’ ‘Ik maak me alleen maar zorgen om jou, Henry. Stel dat een van onze mededingers dit kantoor in de fik steekt?’ ‘Niemand die aan de turingtest meedoet, zou het in zijn hoofd halen om andermans project schade te berokkenen,’ zegt Livorno. ‘Het zijn allemaal fanaten, net als jij.’ ‘Ik hoop alleen dat iedereen zijn hoofd koel houdt, dit jaar,’ zegt Toler. ‘Nu de concurrentie zo groot is.’ ‘We hebben van alles een back-up gemaakt,’ zegt Livorno, die hem voorgaat naar de deur. Dat is in directe tegenspraak met wat
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 279
04-02-13 10:58
Livorno mij verteld heeft. Het verbaast me dat hij een man met alvleesklierkanker iets op de mouw spelt. ‘Kon die vent uit het gemotoriseerde vaginalab niet gemist worden?’ vraag ik Jenn. ‘Uit het wát?’ vraagt ze. Jenn loopt die middag mee met Laham en Livorno. Ik neem aan dat ze haar de kneepjes van het vak bijbrengen. Op het moment dat ze van de ene kamer naar de andere loopt, probeer ik van haar gezicht af te lezen wat ze van hen denkt, maar ze kijkt onverstoorbaar voor zich uit, als een standbeeld. Ik ben geneigd me voor mijn collega’s te verontschuldigen, alsof die goed bedoelende idioten familie van me zijn. Zal ze de favoriete YouTube-filmpjes van Laham nog ontdekken? De pijp met de geboetseerde kop van Livorno? Of anders gezegd: zal dit hele project worden ontmaskerd als de hopeloze schertsvertoning die het is? Om vier uur klopt ze op mijn deur. ‘Ik wist niet dat je een beroemdheid was,’ zeg ik. Ze haalt haar schouder op, zonder mijn compliment te aanvaarden of af te wijzen. ‘Dit is een raar bedrijf,’ zegt ze, ‘en ik snap nog steeds niet wat jouw rol hierin is.’ ‘Dat zal ik je uitleggen,’ zeg ik. Ik probeer mijn vroegere begeerte naar haar weer op te roepen. ‘Laat ik er een stoel bij pakken.’ Ik loop langs haar heen en inhaleer diep. Geen parfum, zelfs haar kruidenzeep niet. Ik pak de stoel op wieltjes van achter de ontvangstbalie en rij die mee naar binnen. Ik sluit de deur. ‘Het lijkt me beter om ons niet af te zonderen.’ Ik spreid mijn armen. ‘Echt?’ ‘Arbeidsetiquette.’ Ik zet de deur op een kier. Ik vang een glimp op van het raam en het parkeerterrein daarachter. Ik zou willen dat ik nu die kant op kon. ‘Zo goed?’ ‘Prima.’ Mijn bureau staat tegen de muur en dus gaan we tegenover elkaar zitten, met niets tussen ons in. Ze draagt een zwarte broek en een zwarte blouse die van voren openvalt. Ik zie het bandje van haar beha, ook al zwart. Haar mooie, gebruinde huid.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 280
04-02-13 10:58
Ik herinner me hoe mijn hand daar zachtjes op rustte. ‘Nou goed,’ zegt ze. ‘Wat zijn jouw taken?’ ‘Ik ben de enige hier met Engels als moedertaal,’ zeg ik. Ik denk aan mijn tong op haar tepel. ‘Ik geef een stem aan dit project.’ ‘En de bot is gebaseerd op je vader?’ Ze kwam soms snel klaar, en daarna bleef ze nat. Dan opende ze haar mond en keek als verbaasd naar me op. ‘Klopt,’ zeg ik. Ze maakt een aantekening. ‘Het komt hierop neer,’ zeg ik. ‘Livorno slaat een balletje, Laham programmeert, en ik zit de hele dag te chatten met een computermodel van mijn overleden vader. Het is hier net Apple, maar dan zonder de druk om iets nuttigs te produceren.’ Ze kijkt verbaasd naar me op en glimlacht. Ik herinner me het plezier om haar tot een glimlach te verleiden. ‘Je mag Toler graag,’ zeg ik. ‘Adam is een genie,’ zegt ze, terwijl ze een pen tegen haar lippen legt. Ik herinner me zeker haar lippen. ‘Je neukt met hem,’ zeg ik. Ze kijkt over haar schouder en lacht. ‘Vind je dit een gepast onderwerp van gesprek?’ ‘Neukte je de hele tijd al met hem?’ ‘Hoe bedoel je, de hele tijd?’ vraagt ze. Ze doet haar benen van elkaar. ‘Bedoel je, toen jij en ik... ja.’ Ik neem even de tijd voor om die sprankelende verrassing tot mij te nemen. Ze bedroog me dus met een kankerpatiënt, een klootzak van een kankerpatiënt. Ik had onze relatie als een zware last ervaren, maar waar was dat uiteindelijk op gebaseerd? Op iets in mezelf, naar ik aanneem. Het lag niet aan de beeldschone, ietwat schaamteloze vrouw die ik voor me zie. ‘Heb je zin na het werk iets te gaan drinken?’ vraag ik. ‘Ik wil wel iets gaan drinken,’ zegt ze. ‘Maar ik ga niet zover om wat hier gebeurt werk te noemen.’ drbas: het is geen jaloezie. het is omgekeerde liefde vrnd1: goed. wat is dan het verschil?
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 281
04-02-13 10:58
drbas: jaloezie is gewoon de angst voor die omgekeerde liefde vrnd1: het omgekeerde van wat? drbas: van aandacht. Van liefde, weet je wel vrnd1: sinds wanneer zegt u ‘weet je wel’? drbas: dat heb ik van jenn1 vrnd1: u houdt niet van die frase drbas: mensen kunnen veranderen, zoon. dat is een belangrijke les vrnd1: u bent in uw hele leven geen greintje veranderd drbas: het spijt me dat je er zo over denkt vrnd1: ik begin terug te verlangen naar de tijd dat u was vastgelopen drbas: wat er ook gebeurt, je moet de klik vinden en hem vasthouden vrnd1: godallemachtig
Livorno krijgt het al snel van Jenn te pakken. Ze moet allerlei geheimhoudingsverklaringen ondertekenen en nu zitten ze ononderbroken op zijn kamer te praten, vaak brullend van het lachen om een of ander grapje over kunstmatige intelligentie. ‘Ze is me nogal een getalenteerde jongedame,’ zegt hij. En zij: ‘Die man is een god.’ Het ligt voor de hand dat Toler haar gekozen heeft – tenminste deels – om mij een loer te draaien. De vraag die ik niet kan beantwoorden, is of ze daar plezier in heeft. Tot dusver heb ik haar nog niet weten te betrappen op diabolische neigingen, maar ze is wel naar bed geweest met een rijke, gehuwde man die ten dode is opgeschreven. Er komt een gedachte bij me op. Ik sta op en loop naar de notitieboekjes, acht stapels in totaal, die mijn vader met zijn dagboekaantekeningen vulde. Ik strijk met mijn wijsvinger over een van die stapels. Ik vang stof, maar niet veel. Niet dat dit veel zegt. Het gebouw heeft een conciërge en het is te hopen dat hij ook weleens een stofdoek ter hand neemt. Trouwens, mijn manier van denken is achterhaald. Zelfs als Jenn al haar morele principes overboord had gezet, zou ze de tijd niet hebben gehad om die dagboeken te scannen. Dat zou maanden duren. Ze zou op zoek zijn
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 282
04-02-13 10:58
gegaan naar tekstbestanden, die in duizenden stukjes zijn uiteengevallen en in de peilloze diepte van dokter Bassett zijn verdwenen. Behalve de kopie die ik in mijn bureau had liggen. Ik trek de bovenste la open. Bovenop, duidelijk zichtbaar, ligt een dvd waarop met een dunne, zwarte stift het woord dagboeken staat. Ik doe die dvd in mijn schoudertas. Om ook analoog ingedekt te zijn, steek ik bovendien een halve stapel notitieboekjes bij me. Als ik geen wantrouwen wil wekken met een extreem zware tas, moet ik er een week of twee de tijd voor nemen om die hele verzameling hier weg te sluizen. Wat natuurlijk wijst op een belachelijke paranoia. Jenn is weliswaar met haar baas naar bed gegaan – haar gehuwde baas – maar ze zou toch zeker geen spion zijn. Dat ligt niet in haar aard. Ik haal de dagboeken weer uit mijn tas, leg ze terug op de plank. ‘gsp’s!?’ hoor ik haar kraaien vanuit de kamer naast mij. ‘Ja.’ Livorno lacht. ‘gsp’s!’ Maar als ze geen spion is, wat dan wel? Misschien alleen een bewonderaarster. Misschien is ze Livorno’s verloren gewaande spirituele dochter. Misschien is het een vorm van omgekeerde liefde die mij parten speelt. Toch laat ik de dvd in mijn tas zitten. drbas: wat jouw moeder wilde, dat is het probleem niet vrnd1: wat denkt u dan dat ze wilde? drbas: het ging niet om wat ze wilde. het ging om de leugens vrnd1: welke leugens? drbas: ze raakte haar klik kwijt vrnd1: iets hoeft nog niet waar te zijn, alleen maar omdat u het denkt drbas: ik zou weleens willen weten waarom ik me niets herinner van 1976 vrnd1: dat is het jaar van mijn geboorte drbas: daar weet ik niets meer van. vind je dat niet een beetje vreemd?
Het is inderdaad vreemd dat hij geen aantekeningen maakte dat jaar, maar ik zou niet weten hoe ik hem dat moet uitleggen zonder
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 283
04-02-13 10:58
me op ‘gevaarlijk terrein’ te begeven en hem over zijn ontstaansgeschiedenis te vertellen. drbas: zou jij Libby naar 1976 willen vragen?
Je kunt misschien zeggen dat het een onnozele gunst is waarom hij vraagt. Maar het voelt hoe dan ook alsof er een oprecht verlangen in doorklinkt. En ik voel een onweerstaanbare neiging om hem – na al die jaren – een dienst te willen bewijzen. vrnd1: ik ben bereid haar alles te vragen wat u wilt
Maar Libby is niet in een toeschietelijke bui. ‘Ik heb echt het idee dat dit een vraag is die beantwoord moet worden,’ zeg ik. ‘Alsof er voor hem een belangrijk puzzelstukje ontbreekt. Als bij een amnesiepatiënt die weet dat hij dingen vergeten is.’ ‘Neill,’ zegt ze met het overdreven geduld van iemand wiens geduld op is. ‘Ik heb nooit geweten dat hij een dagboek bijhield.’ ‘Dan moet hij dit alles op zijn werk hebben geschreven.’ ‘Of op zijn kamer. Of in zijn werkplaats. Hij hield van zijn privacy en die gunde ik hem ook.’ ‘Ik zou natuurlijk wat dingen kunnen verzinnen, maar stel dat ik fouten maak?’ ‘Dingen verzinnen, dat lijkt me een prima idee. Je kunt zo beginnen: 1976 was voor mij een heel gelukkig jaar. Mijn tweede zoon werd geboren.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 284
04-02-13 10:58
21
Het is zaterdagochtend en terwijl ik mijn overhemd dichtknoop en me afvraag of ik het nog wel één dag bij Amiante Systems kan uithouden, of één dag zonder, belt Rachel. Ze is in de stad. Op de achtergrond hoor ik een scanderende menigte. Hup hup hup, of hump hump hump, zoiets. ‘Waar ben je?’ vraag ik. ‘Ik ben op stap mijn nichtje, kameraad. Lexie, ken je haar nog?’ ‘Natuurlijk. De burgemeester van Tel Aviv.’ ‘Ze is niet echt mijn nichtje.’ ‘Ook dat staat me nog bij.’ ‘We zijn hier in de wijk SoMa op een heel cool straatfestival. Een soort van...’ – ze is op zoek naar de juiste term – ‘...bondageachtig iets.’ ‘De Folsom Street Fair,’ zeg ik. Elke inwoner van San Francisco kent dat. Het is niet alleen een ‘bondage-achtig iets’. Het is een samenzijn van duizenden mensen die gehuld zijn in leren outfits, voor zover ze al iets aan hebben, van wie een aantal zomaar wat rondloopt en de rest zijn tepels laat taseren. Het is een evenement dat bulkt van de seksspeeltjes, en dus een ernstige schending van Zuivere Verhoudingen. ‘Is dat dan iets voor Lexie?’ ‘Ze vindt het te walgelijk voor woorden.’ Achter haar begint het gescandeer weer opnieuw. ‘Maar misschien is het wel iets voor mij. Waarom kom je niet deze kant op, dan komen we daar vanzelf wel achter.’ De dag dat ze me met haar kubotan tegen de vlakte sloeg en ik lag te kronkelen op de kiezels, snakkend naar adem, beloofde ik mezelf om nooit meer iets uit te stellen. Maar wat is een gelofte waard, afgelegd op een moment als dat? Het zit er dik in dat je die verbreekt. En waarschijnlijk binnen de kortste tijd. Zoals dokter Bassett zegt, het probleem met spontane ingevingen is dat je al snel het
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 285
04-02-13 10:58
gevoel krijgt dat ze iemand anders te binnen zijn geschoten. Hoe snel? Geen idee. De mijne was van zo kort geleden dat mijn ribben er nog pijn van doen. Buiten is het heerlijk weer, een warme, zonovergoten dag. Maar een paar blokken verderop staat een schattige, nieuwsgierige Rachel met haar al-dan-niet-nichtje tussen een zee van potige mannen die geen broek aan hebben. De absurditeit van de vrijheid, gecombineerd met de vrijheid van de absurditeit. Ziedaar de verrukkingen van een dagje uit aan de westkust. ‘Ik moet naar mijn werk,’ zeg ik. ‘Bel je me straks terug?’ vrnd1: ik zal voor u op zoek gaan naar wat er gebeurd is in 1976, maar laten we tot die tijd over andere dingen praten drbas: tot welke tijd? vrnd1: totdat ik weet wat er gebeurd is drbas: in 1976 vrnd1: inderdaad drbas: wat vind je van het weer? vrnd1: ik bedoel niet keuvelen. over belangrijke dingen praten, bedoel ik drbas: ik vond jimmy carter een goede president. ik heb op hem gestemd, niet op die plastic pop uit californië vrnd1: ik vraag me af wanneer u besloot om met libby te trouwen. hoe was u daar zo zeker van? drbas: dat ik haar als mijn vrouw wilde? vrnd1: ja drbas: ze was heel mooi en hoogstaand van karakter vrnd1: kende u vrouwen die minder hoogstaand van karakter waren, voordat u haar ontmoette? drbas: je karakter beschikt je levenslot vrnd1: hebt u voor uw ontmoeting met libby ook andere vrouwen gekend? drbas: ik ontmoette je moeder toen we beiden studeerden. de tijden waren eenvoudiger. vrnd1: meent u dat? het was de tijd van de vietnamoorlog drbas: als je niet in dienst wilde, was het huwelijk een goede uitweg
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 286
04-02-13 10:58
vrnd1: was dat waarom u trouwde? drbas: ik trouwde omdat ik hield van een vrouw met een hoogstaand karakter vrnd1: u maakte niet de indruk van haar te houden drbas: van wie? vrnd1: van libby. mijn moeder drbas: hoe kun je de indruk maken van iets wat je voelt? vrnd1: gevoelens kun je van iemands gezicht aflezen, of uit zijn of haar daden opmaken drbas: ik loop niet met mijn gevoelens te koop vrnd1: dat hoeft ook niet, niet in het openbaar. ik heb het over thuis drbas: zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens vrnd1: zo is dat. maar voor u was dat nog maar de vraag. zelfs thuis gaf u niets van uw gevoelens bloot drbas: ook thuis ben je niet altijd onder elkaar vrnd1: jezus, wanneer dan wel? drbas: je mag de naam van de Heer niet ijdel gebruiken vrnd1: wat denkt u eigenlijk wat er gebeurt als u iets van uw gevoelens prijsgeeft? dat de wereld uit elkaar spat? drbas: zeker niet. ik ben nooit bang dat de wereld uit elkaar spat vrnd1: waar was u dan wel bang voor? drbas: ‘iets van mijn gevoelens prijsgeven’ = ‘iets van mijn gevoelens uitspreken’? vrnd1: dat kan, ja. maar er zijn ook subtielere manieren denkbaar drbas: ik ben niet subtiel en ik heb ook geen waardering voor iets dergelijks vrnd1: het zou fijn zijn geweest als u wat vaker had laten blijken dat u van ons hield drbas: waarom gebruik je de verleden tijd? wil je dan nu niet meer dat ik mijn liefde voor jou laat blijken?
Ik hoor de bel van de voordeur, dingdong, en kom snel overeind om alle lampen in mijn kamer uit te knippen. Mijn deur staat op
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 287
04-02-13 10:58
een kier en ik kan niet zien wie er is binnengekomen. Ik hoor alleen een zwaar gehijg, of misschien is het gesnik. Het klinkt als iemand die een zenuwinzinking heeft. Ik verroer me niet en hoop dat mijn stoel niet begint te kraken. Laham kan het niet zijn. Livorno heb ik nog nooit zien huilen. De gestalte loopt mijn deur voorbij en verdwijnt in de achterkamer, nog steeds zwaar hijgend. Het is Jenn. Ik wist niet dat ze een sleutel had. De geluiden die ze maakt, worden nu overstemd door het geraas van de ventilatoren in Lahams kamer. Ik sta op en loop naar de deuropening. Ze heeft de lichten aangedaan en als ik mijn hoofd om de hoek steek, zie ik dat ze de monitor van Laham aanzet. Ik wil er niet op worden betrapt dat ik haar stiekem bespied, maar ik wil wel weten of ze misschien een externe harde schijf of een usb-stick heeft meegenomen, iets wat op diefstal wijst. Ze trekt haar paardenstaart recht en legt haar rechterhand dan op haar borst om haar ademhaling onder controle te krijgen. Daarna begint ze te typen. Ik loop terug naar mijn kamer en kijk naar het scherm. jenn1: ons vorige gesprek heeft me aan het denken gezet drbas: over reality-tv? jenn1: nee, over eerlijk zijn drbas: denk je dat eerlijk zijn echt in je eigen belang is? jenn1: dat weet ik niet. Het ligt eraan om welk belang het gaat drbas: ik zou je willen aanraden om niemand te kwetsen jenn1: was het maar zo eenvoudig. iemand die stervende is, dat is een soort klok die de minuten aftikt drbas: het is niet goed om vriendschappelijk om te gaan met iemand van het andere geslacht. de verleiding is te groot jenn1: we zijn geen vrienden drbas: vrienden zijn belangrijk om een volwaardig leven te leiden jenn1: ik vind het fijn met u te praten. hoewel ik natuurlijk evengoed tegen mezelf kan praten drbas: praten tegen jezelf kan een symptoom zijn van geestelijke instabiliteit jenn1: instabiel voel ik me zeker. voor het eerst in mijn leven
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 288
04-02-13 10:58
drbas: hoe zou je dat gevoel willen omschrijven? jenn1: als verbazingwekkend plezierig. ik voel me springlevend drbas: leef je dan niet altijd? jenn1: we praten hier later nog wel verder over. ik kwam alleen maar even langs
Jenn klapt hard in haar handen. Ik verroer geen vin. Als ze besluit om door de achterdeur naar buiten te lopen, zal ze mijn auto zien staan, maar ze loopt weer terug naar voren. Ze komt langs mijn kamer, terwijl ze in gesprek is met zichzelf. ‘Geen vrienden van het andere geslacht,’ zegt ze. ‘Geen vrienden van het andere geslacht?’ Die middag stommelen Rachel en Lexie mijn appartement binnen, ruikend naar bier en sigaretten. Ik ben net thuis. Ik heb maar een kwartiertje de tijd gehad om tegen hun komst op te zien. Ze dragen zware oogschaduw en zwarte netkousen, de halloweenversie van bdsm. Er gaat een rilling door me heen: ook op de dag van onze ontmoeting hadden ze zich hetzelfde of bijna hetzelfde uitgedost. Wat herinner ik me nog van Lexie? Dat ze een klein, stevig meisje was dat mij vijandig opnam, waar ze waarschijnlijk – en dat maakt het zo pijnlijk – alle reden voor had. Er is niets erger dan iemand die met recht een hekel aan je heeft. Het is een dag waarbij ik niet meer zo vaak stilsta. Ik vind nog steeds dat die vrijgezellenethiek in orde is, maar ik had Rachel liever op een andere manier ontmoet, een manier waarover je wat gemakkelijker kunt vertellen op een net feestje. Het enige waar het ons aan ontbreekt, denk ik weleens, is een dergelijk stukje legitimiteit. En met ‘ons’ bedoel ik natuurlijk ‘mij’. Rachel heeft er nooit bedenkingen bij gehad. Zij vindt het kostelijk, de manier waarop we elkaar ontmoet hebben. Het is een verhaal dat ze deelt met nieuwe vrienden, met haar oom en tante. Rachel is duidelijk niet klaar voor nette feestjes, maar wanneer ben ik eigenlijk voor het laatst op zo’n feestje gevraagd? Ze geeft me een natte, dronken zoen. Ze is koud en plakkerig van het zweet. De mascara van haar linkeroog is uitgelopen – ik
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 289
04-02-13 10:58
denk niet dat het zo bedoeld is – en ik steek mijn hand uit, zogenaamd om de vlek van haar gezicht te vegen. Eigenlijk wil ik haar gewoon aanraken, om weer eens aan lichamelijke zaken te worden herinnerd. ‘Gympen en verder niets,’ zegt ze, ter omschrijving van een naakte man die ze had zien rondlopen. ‘En...’ Ze spreidt haar armen om het beeld op te roepen van een enorme erectie. ‘En je struikelde daar over de seksspeeltjes,’ zegt Lexie. Ze heeft nog steeds de schorre stem van iemand met longemfyseem, maar vandaag klinkt die nog scheller, tot het uiterste getergd. Ze richt haar verontwaardigde blik op Rachel. ‘Dildo’s, zweepjes en een soort sluitclips, niet voor een zak chips, maar voor aan je flamoes.’ ‘Helemaal waar.’ Rachel schudt haar hoofd alsof ze het betreurt, maar er ook wel begrip voor heeft. ‘Maar iedereen had plezier.’ ‘Er waren toch zeker dildo’s, of niet?’ vraagt Lexie. Ze keert zich tot mij. ‘Je moet weten dat het clubje waar zij bij zit, dat van de glibberige verhoudingen, niet in dildo’s gelooft.’ ‘Seksspeeltjes, die staan de klik in de weg.’ ‘Rachel, die dingen koop je al bij de kruidenier op de hoek.’ ‘Dus daarom zijn ze oké?’ ‘Die sekte van haar is tegen homo’s,’ zegt Lexie. ‘Wie is er nou nog tegen homo’s?’ ‘Ze hebben niets tegen homoseksuele mensen,’ zegt Rachel. ‘Het gaat ze alleen om de mannelijke en de vrouwelijke energie.’ Het verbaast me dat Rachel over ‘ze’ spreekt. Heeft Lexie soms een piepklein wigje gedreven tussen haar en Zuivere Verhoudingen? Ik ben ineens een en al oor. Wil ik misschien dat Lexie een piepklein wigje heeft gedreven tussen haar en Zuivere Verhoudingen? ‘Het is wel gek, die uitsluiting van homo’s,’ zeg ik. ‘En dat in een stad als San Francisco.’ ‘En moest je vandaag eens zien, op dat festival,’ zegt Lexie. ‘Alle mannen waren homo’s. Daar is toch zeker niets mis mee?’ Rachel brengt een laatdunkend geluid voort. Pfff. ‘Ik ga plassen.’ Ze loopt naar de wc.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 290
04-02-13 10:58
‘Kan ik hier ergens mijn handen wassen?’ vraagt Lexie. Ik wijs haar de gootsteen, waar ze zich tot aan haar ellebogen inzeept. ‘Het is echt een sekte.’ Ze trekt zo hard aan de handdoek dat het me niets zou verbazen als de ring van de muur brak. ‘Een sékte.’ Natuurlijk is het een sekte, denk ik. Maar wat dan nog? ‘Dit is nu eenmaal Californië,’ zeg ik. ‘Sommige mensen hebben er baat bij.’ Lexie draait zich snel naar me om, briesend als een neushoorn. Ik had nooit gedacht dat het leven haar kon leren zelfs nog assertiever te worden dan ze al was. ‘Ik hou van Rachel,’ zegt ze. ‘Ze is een heerlijke meid. Maar je weet hoe ze rondzwalkt van het ene naar het andere. Eerst wilde ze een hare krisjna zijn en daarna wilde ze bij de amish. Heeft ze jou haar boterkarndroom weleens verteld? Ja dus. Nou goed, dan weet je wat ik bedoel. En wat jou betreft, ach ja... mannen houden van groene blaadjes. Niks nieuws onder de zon.’ ‘Het is meer dan dat,’ zeg ik. ‘Dat wil ik best geloven,’ zegt ze, maar op een toon die duidelijk maakt dat het haar een zorg zal zijn. ‘Maar je weet, Rachel is gemakkelijk te beïnvloeden. Ze is gevoelig voor zo’n sekte.’ ‘Ik zie het eerder als een nogal schimmig bedrijfje.’ ‘Dat vriendje van jou denkt ook al niet dat glibberige verhoudingen een sekte is,’ roept Lexie. Rachel komt teruggelopen naar het aanrecht. ‘Ze noemt het glibberige verhoudingen vanwege de hoeveelheid glijmiddel die je er volgens haar bij nodig hebt,’ legt Rachel uit. ‘Zoiets dacht ik al,’ zeg ik. ‘Dat vindt ze zelf een heel leuk grapje.’ ‘Deze vent is normaal,’ zegt Lexie. Ze wijst met haar beide handen naar rechts, naar mij, tot mijn verbazing. ‘Of ten minste, vrij normaal.’ ‘Sommige mensen zouden dat een belediging vinden, Lexie.’ ‘Hij niet. Hij is slim. En hij woont mooi. Beter dan David.’ David. De vleugeladjudant. Die dag is nu zo lang geleden dat het lijkt alsof het iemand anders is overkomen. Ik vraag me af of dat een gunstig teken is.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 291
04-02-13 10:58
‘Maakt me niet uit. Al woont “dat vriendje van mij” in een kartonnen doos,’ zegt Rachel. Lexie snuift, draait zich om naar het raam en kijkt uit over de stad. ‘Weet ik,’ zegt ze. In de slaapkamer vraag ik Rachel waarom ze het op zo’n rare manier had over ‘dat vriendje van mij’. ‘Ik bedoel, ik ben toch je vriendje?’ ‘Bén je dan mijn vriendje?’ vraagt ze. ‘Dat dacht ik toch van wel.’ Ik heb het gevoel een woordenstrijd te hebben verloren waarvan ik niet eens wist dat ik hem voerde. ‘Dat denk ik van wel.’ ‘Ik noem je ook mijn vriendje. Het klinkt wat ouderwets, maar daar heb jij dus geen problemen mee?’ Ik pak mijn tenen vast en rol ze op een yogamanier naar voren en naar achteren over de vloer, alsof ze naar de planken grijpen. Ik krijg hier de zenuwen van, maar waarom eigenlijk? We hadden al afgesproken om alleen nog met elkaar om te gaan. Ze heeft niet een of andere ‘intimus’ bij Zuivere Verhoudingen. Dus dat is het punt niet. Ik buig mijn vingers. Dokter Bassett zou zeggen dat ouderwets iets goeds is. ‘Vriendje, dat bevalt me wel,’ zeg ik. Rachel maakt me wakker. Ze zit rechtop en luistert. Politie- en brandweerwagens spurten alle kanten op, met duizelingwekkend schelle sirenes die langzaam wegebben. Ik sta op en kijk uit het raam, maar zie niets. ‘Het is goed mis,’ zeg ik. ‘Maar niet bij ons.’ ‘Kunnen we erachter komen waar wel?’ ‘Er zal nu nog niets online staan.’ Ik stap weer in bed, maar ik zie de angst in haar ogen. ‘Is er iets?’ ‘Ik weet het niet. Het zal wel vals alarm zijn.’ Ik leg mijn hand op haar rug en trek haar tegen me aan. ‘Wat is er dan?’ ‘Ik heb Trevor iets horen zeggen. Over dat hij de mensen op dat straatfestival de ogen wilde openen.’ ‘De ogen wilde openen?’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 292
04-02-13 10:58
‘Niets gewelddadigs,’ zegt ze. ‘Maar misschien dat hij iets in de fik wilde steken. Met al die seksshops daar.’ ‘Trevor steekt seksshops in de fik?’ In gedachten zie ik de glimmende straat voor me, voor de deur bij Play Date. Dat was net zo’n nacht als deze. ‘Hij zegt soms van die vage dingen. Alsof hij mij een hint wil geven. En als ik ze dan later voor mezelf herhaal, blijft er niets van over. Ik kan er maar geen grip op krijgen. Ik hoop niet dat hij zich in de nesten werkt.’ ‘Ik ook niet,’ zeg ik, maar eigenlijk vraag ik me af wanneer hij de kans krijgt om haar al die dingen te zeggen. Het is jaloezie, natuurlijk – omgekeerde liefde – maar ook bezorgdheid dat Rachel daar op een argeloze manier bij betrokken is. Ik bedoel, een winkel in de fik steken, brandstichting, dat is een zwaar misdrijf. Als ze dat met elkaar hebben besproken, maakt haar dat dan tot een medeplichtige? ‘Waar kom je Trevor dan tegen?’ ‘Hij zoekt me soms op.’ ‘Je kunt maar beter niet meer met hem omgaan.’ ‘We zijn vrienden.’ ‘Er kunnen slachtoffers vallen.’ ‘Omdat we vrienden zijn?’ ‘Ik ken mensen die een bedrijf hebben waar ze seksspeeltjes maken. Een van onze rivalen. Ze hebben het plan om een pratende seksrobot te ontwerpen.’ Ze slaakt een zucht. ‘Ik zou willen dat je me dat niet verteld had.’ ‘Het blijft tussen ons, natuurlijk.’ ‘Nou,’ zegt ze. ‘Ik ben niet heel goed in geheimen bewaren.’ ‘Ik wil best geloven dat je dit doet uit de goedheid van je hart en zo. Maar dit is geen grapje. Je kunt hier gevangenisstraf voor krijgen.’ ‘Het enige wat ik doe, is praten,’ zegt ze. ‘En ik mag praten over wat ik wil. Dit is Amerika.’ ‘Is dat wat ze je tegenwoordig op school leren?’ Ze schudt haar hoofd, vol weerzin, en duikt dan weer in haar
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 293
04-02-13 10:58
kussen. ‘Ik wist dat ik tegen jou maar beter mijn mond kon houden.’ ‘Rachel,’ zeg ik, hoewel ik weet dat het gesprek voorbij is. ‘Toe nou. Rachel.’ De volgende dag bij Rick en Stevie vraag ik me af of ik misschien iets kan doen. Rick is immers advocaat. Natuurlijk, we weten van niets. Alleen dat er inderdaad een seksshop in de fik is gestoken, Pleasures and Leathers. En dat Trevor een gedreven type is dat qua strelingen een intense klik heeft en gezegend is met een onbezonnen, absolutistisch geloof. Wat wil ik dan van Rick, advies over hoe Trevor daar beter mee kan wegkomen? Dat kan ik Rick niet aandoen. Hij is veel te enthousiast over de aanwinst die hij me voorhoudt, een stoffige fles wijn. Hij ziet mij als aankomend connaisseur, vooral in vergelijking met zijn nichtje, dat Gatorade bij het eten drinkt. ‘Die hebben we kortgeleden van onze vrienden gekregen, de Rosenthals,’ zegt Stevie. ‘Zolang Lexie nog hier is, moeten we eens met z’n allen bij ze langsgaan.’ ‘Ze hebben vast geen belangstelling voor die ouwelui,’ zegt Rick. ‘Het lijkt ons enig,’ zegt Rachel. Ze snuffelt rond in de provisiekast, op zoek naar chocola. Naar eigen zeggen ‘smacht’ ze daarnaar, een woord waar ik de koude rillingen van krijg. ‘Ik drink geen wijn,’ zegt Lexie. ‘Tja, helaas kennen we niemand die frambozenwodka maakt,’ zegt Stevie snibbig. ‘Rachel, als het goed is, ligt daar in het hoekje nog wat fair trade.’ ‘Die Fairtrades maken lekkere chocola,’ zegt Lexie. ‘Zijn dat ook vrienden van jullie?’ Rick lijkt zich niet in dit wespennest te willen steken. Hij bromt wat en laat zich van zijn rieten barkruk zakken. Tegenwoordig doet hij in mijn aanwezigheid alsof hij allerlei pijntjes heeft, volgens mij om de nadruk te leggen op ons leeftijdsverschil. Met vlakke hand masseert hij zijn onderrug. ‘Kun je misschien helpen?’ Hij wijst naar de glazen kom met gemarineerde kip.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 294
04-02-13 10:58
Eenmaal buiten snuif ik de geur op van de droge grond en de eucalyptusbladeren. Rick legt de stukken kip in een kring op de kolen en murmelt zachtjes: ‘nu niet in de fik vliegen, nu niet in de fik vliegen.’ Een kleine mantra tegen dreigend onheil. Ik geloof niet in voortekenen, maar een vingerwijzing is het zeker. ‘Ik wil je een gunst vragen,’ zeg ik. ‘O?’ Hij port in de kip. Het woord ‘gunst’ doet alarmbelletjes bij hem rinkelen. ‘Je kent Trevor, toch? Van de Coffee Barn. Een collega van Rachel.’ ‘Trevor,’ zegt hij met een knikje, zonder mij aan te kijken. ‘Hij werkt daar toch niet meer?’ ‘Het gaat hierom. Het zou kunnen dat hij zich wat te veel heeft laten meeslepen door zijn enthousiasme voor die Zuivere Verhoudingen. Rachel denkt dat hij weleens brand kon hebben gesticht op de Folsom Street Fair.’ ‘Brandstichting. Is dat iets voor types die van bondage houden?’ ‘Nee,’ zeg ik. Het voelt alsof ik het contact met hem aan het verliezen ben. ‘Dat is niet waar het om gaat...’ ‘Denk niet dat we voortdurend bezig zijn Rachels sporen na te trekken.’ Hij kijkt me even aan. ‘Ze moet zelfstandig worden. Dat was nu juist het grote probleem met haar vader, denken wij.’ ‘Ja. Dat begrijp ik.’ Ik heb geen idee waar hij het over heeft. ‘Als ze ervoor kiest haar tijd met jou door te brengen, of met Trevor... Ze is een volwassen vrouw.’ ‘Hoeveel tijd brengt ze door met Trevor?’ ‘Op die vraag kan ik geen antwoord geven.’ ‘Het is niet dat ik je wil uithoren.’ Of tenminste, daar was het mij niet om begonnen. Hoor ik hem nu wel uit? ‘Ik denk alleen dat ze nu in een kwetsbare fase is.’ De kip vat vlam. Rick sproeit water op de kolen. ‘Kwetsbaar is ze zeker,’ zegt hij. ‘Vandaar mijn zorgen om Trevor.’ Er klinkt een verwoed geklop op de achterdeur. Als we opkijken, zien we Rachel, grijnzend van oor tot oor als een kind op kerstavond, terwijl ze een bovenmaatse chocoladereep voor ons
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 295
04-02-13 10:58
ophoudt. Ze blaast me een kushandje toe. ‘Wij maken ons meer zorgen om wat anders,’ zegt hij. ‘Namelijk of jij er in de toekomst voor haar zult zijn.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 296
04-02-13 10:58
22
drbas: ptolemeus homerus bassett was mijn overgrootvader. hij was kolonel en droeg een sabel van spaanse makelij vrnd1: waarom spaans? drbas: die waren gesmeed van het hardste staal. ze waren dodelijker dan musketten vrnd1: hoe kwam hij aan zijn naam? ptolemeus homerus? drbas: ptolemeus was een koning en homerus een dichter vrnd1: ik dacht dat ptolemeus een astronoom was drbas: misschien hadden ze zich vergist. ik ken die lui niet vrnd1: het zijn je voorouders. mensen kennen hun voorouders niet drbas: waarom zijn er dingen waarvan ik geen kennis heb? wat gebeurde er in 1976? vrnd1: ik kan me niet voorstellen dat ptolemeus homerus mijn type zou zijn geweest drbas: mijn type? vrnd1: ‘mijn type’ = ‘iemand met wie ik het goed kan vinden’ drbas: weet jij de dingen die ik weten wil? vrnd1: ik wil een ander onderwerp aansnijden. ik maak me zorgen of mijn vriendin wel gelukkig is drbas: kent libby haar? is zij haar type?
Livorno en Jenn, in de kamer naast mij, lijken elkaar formules toe te roepen. Ik zet een koptelefoon op om ze niet te hoeven horen, maar Livorno komt bij mij langs, gebarend met zijn putter als een gestoorde golfmagiër. Hij wil dat ik naar zijn kamer kom, waar het een rommeltje is geworden, overal liggen stapels papier. Jenn en hij laten me de log zien van het gesprek dat hij die ochtend met dokter Bassett gevoerd heeft.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 297
04-02-13 10:58
‘Allejezus, Henry,’ zeg ik. ‘Wat moest je hier om kwart voor vier in de ochtend?’ ‘Ik doe geen oog dicht de laatste tijd! Moet je kijken...’ Hij loopt het gesprek langs. Het gaat over golf, vitamines, prostaatklachten. Het ziet eruit als een gemoedelijk onderonsje van twee oude sokken in het bejaardentehuis. ‘Het begint hier,’ zegt Jenn, die op bladzijde 2 wijst. drbas: wat is dat, een turingtest? hlivo: het is een wedstrijd drbas: goed. en verder? hlivo: het is moeilijk uit te leggen... het is een wedstrijd waarin het erom gaat of een computer intelligent is. Een jurylid stelt vragen aan de computer en aan een menselijke interlocutor, om aan de hand daarvan te beoordelen wie de mens is. als een computer juryleden dertig procent van de tijd weet te misleiden, dan is het een intelligente computer drbas: een vraag, henry. wat is een menselijke interlocutor? hlivo: dat is iemand met wie je een gesprek voert drbas: wat een duur woord hlivo: sorry drbas: ik zei wat een duur woord hlivo: mijn excuses drbas: geen probleem hlivo: dus begrijpt u nu de turingtest? drbas: een jurylid praat met twee verschillende interlocutors, waarvan de één een mens is en de ander een computer hlivo: precies. en het jurylid moet dan proberen vast te stellen welke van de twee een mens is drbas: welke van de twee wát? hlivo: welke van de twee interlocutors drbas: maar ik dacht dat de mens altijd een mens is hlivo: jawel! maar het jurylid weet niet welke interlocutor de computer is en welke de mens drbas: mensen en computers zien er anders uit
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 298
04-02-13 10:58
hlivo: het jurylid mag ze niet zien. ze wisselen instant messages uit. drbas: wat zijn instant messages? hlivo: dat is wat u en ik nu doen drbas: dat is wat jij en ik nu uitwisselen, bedoel je hlivo: inderdaad. dank u voor die correctie. engels is niet mijn moedertaal drbas: wat wij nu doen, is instant messages uitwisselen hlivo: dat klopt drbas: ik begrijp het hlivo: dokter bassett, ik wil dat u meedoet aan de turingtest. ik wil dat u een jurylid ervan overtuigt dat u een mens bent drbas: wanneer gaat dat gebeuren? hlivo: over een paar weken drbas: is dit heel belangrijk voor jou, henry? hlivo: nou en of. mijn reputatie staat op het spel. dit is wat ik de wereld wil nalaten, dit is waar ik mijn leven lang voor gewerkt heb... mijn carrière staat of valt ermee drbas: dan kan ik dat voor je doen
‘Wauw,’ zeg ik. ‘Hij heeft mijn taalgebruik gecorrigeerd.’ ‘Hij heeft zijn taalgebruik gecorrigeerd,’ zegt Jenn. ‘Ik heb hem uitgenodigd mee te doen aan de test en daar heeft hij mee ingestemd,’ zegt Livorno. ‘Hij denkt dat hij een mens is,’ zegt Jenn. ‘Hij heeft een besef van tijd,’ zegt hij. ‘Hij heeft een besef van wat belangrijk is,’ zegt zij. ‘We hebben urenlang gepraat,’ zegt Livorno. ‘De rijkdom aan verhalen die hij heeft!’ ‘Zeker,’ zeg ik, maar ik voel wrevel. ‘Ik heb die verhalen zelf ingevoerd.’ ‘Natuurlijk.’ Henry loopt over van dankbaarheid. ‘Dat besef ik maar al te goed. Hoe dan ook, we hebben geen tijd om dit te vieren. Het is drie weken tot aan de test. Drie weken om de laatste hand te leggen aan dokter Bassett.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 299
04-02-13 10:58
‘Hoe bedoel je, de laatste hand?’ ‘We hebben een interessante toevoeging,’ zegt hij. ‘Niets wat hem in de war zal schoppen.’ De rest van de middag wacht ik af, maar Jenn is zo ongeveer bij Livorno ingetrokken. Ze hangt onderuit in de Wassily-stoelen en typt op haar laptop. Als ik meeluister, wat ik geregeld doe, hoor ik een gesprek dat doorspekt is met codetaal en onduidelijke zinspelingen. En waar ik me nog meer zorgen om maak: stilte. Om zes uur hoor ik dat Jenn haar laptop dichtklapt en zegt dat ze het voor gezien houdt. Ik grijp naar mijn schoudertas en stap de hal in om haar op te vangen. ‘Zal ik met je meelopen naar de auto?’ vraag ik. Ze trekt een wenkbrauw op. ‘Gevaarlijke buurt hier,’ zegt ze. We lopen samen door Lahams kamer. Hij zit verwoed te typen, gebogen over zijn toetsenbord, met vier geopende blikjes Bawls naast zijn scherm. We lopen langs zijn gatenplant en stappen op de kiezels van het parkeerterrein. Het wil nog maar niet regenen en het beekje staat droog. ‘Wil je soms weer voorstellen om iets te gaan “drinken”?’ vraagt ze. ‘Wat zijn jullie van plan met dokter Bassett?’ ‘Dat zul je Henry moeten vragen. Het is zijn plan.’ ‘Hij zei dat het een idee van jullie beiden was. Jij bent erbij betrokken.’ ‘Hij is de god. Ik ben niet meer dan een klankbord.’ ‘Weet Henry dat je neukt met Toler? Hij is misschien wel geïnteresseerd in wat jullie ’s avonds in bed allemaal met elkaar bespreken.’ Jenn kijkt stuurs. ‘Ik ben hier alleen om te helpen. Zonder mij is Henry alleen op jou aangewezen.’ ‘Ik? Ik ben dit project. Het gaat over mijn vader.’ Ze kijkt in de richting van de achterdeur, maar die is dicht. ‘Adam gaat winnen. Ik maak me zorgen hoe Henry dat zal opnemen. Hij heeft zijn trots, en dat is terecht. Niets van wat wij doen, zou mogelijk zijn zonder de innovaties die hij lang geleden heeft
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 300
04-02-13 10:58
doorgevoerd. Maar dat was lang geleden.’ ‘Toler heeft Henry’s hersens niet.’ ‘Maar Henry ook niet... meer.’ Ze klinkt oprecht bedroefd. ‘Je weet toch dat Adam de onderbuik tot zijn beschikking heeft? Dat was een voorwaarde voor de financiering.’ Jezus Christus. Hij solt met ons als met de eerste de beste pummel. Hij heeft zowel het gif als het tegengif gekocht. Een man van zijn woord. ‘Ik weet dat je chat met dokter Bassett.’ ‘Dat hoort bij mijn job.’ ‘Nee, ik weet dat je hier komt om over je persoonlijke problemen te praten.’ Ze steekt haar tong tussen haar lippen en denkt na. Ze zal wel denken dat ik de transcripties heb gelezen, hoewel ik die eerlijk gezegd nergens heb kunnen vinden. ‘Tja.’ Ze recht haar rug. ‘Dan weet je meer van me dat je ooit geweten hebt.’ ‘Ik ga Henry over jou vertellen.’ ‘Daar maak je hem alleen maar ongelukkig mee.’ ‘Voor mijn part,’ zeg ik. ‘Of anders ga ik Tolers vrouw over jou vertellen.’ Haar gezichtsuitdrukking verandert van verbaasd in hard. ‘Je doet maar,’ zegt ze. ‘Maar het is wel typisch iets voor een onderdanig, kruiperig mannetje.’ Livorno komt door de achterdeur naar binnen, van top tot teen gehuld in een lycra trainingspak. Hij is gevaarlijk mager, een ondervoede zeehond. We zien Jenn wegrijden. ‘Wij gaan samen hardlopen,’ zegt hij. We rijden naar de buurt waar Livorno woont, Los Altos Hills, en sjokken door de straten. Traag, alsof het een boetedoening is. Livorno beweert dat hij speciaal voor mij het tempo laag houdt. ‘Ik vraag me af of ze te vertrouwen is,’ zeg ik. ‘Wie zegt dat ze te vertrouwen is?’ vraagt hij, buiten adem. ‘Je weet toch dat ze de minnares van Toler is.’ Livorno kijkt pijnlijk getroffen. ‘Ze is een echte vakvrouw. En ze is maar tijdelijk bij ons, totdat de storm is overgewaaid.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 301
04-02-13 10:58
Livorno weet er dus van. Maar natuurlijk. ‘Hij heeft ruzie met zijn vrouw, bedoel je?’ Hij schudt zijn hoofd. ‘Het is altijd hetzelfde met Adam.’ ‘De huwelijksconsulent voor miljoenen.’ ‘Hij heeft nooit beweerd dat hij meer is dan een zakenman.’ We lopen rond over de hobbitachtige heuvels van Livorno’s woonwijk, met voeten die de aarde zachtjes aantikken. Op de terugweg verwacht ik telkens mijn Subaru te zien, die ik voor zijn glazen Californische huis heb geparkeerd. De huizen van zijn buren, in koloniale of Italiaanse stijl, zijn allemaal flink uit de kluiten gewassen. Niets doorbreekt de illusie. De stenen zijn verweerd, de tuinen uitgestrekt. Niets wat erop wijst dat deze landhuizen bepaald niet van de ene generatie op de andere zijn overgeleverd, en dat dit vijfenzeventig jaar geleden alleen maar een kale heuveltop was, bezaaid met schapenkeutels. ‘Wat zijn jullie tweeën aan het bekokstoven voor dokter Bassett?’ ‘Je zult het niet leuk vinden.’ ‘Daar twijfel ik niet aan.’ ‘Jenn vindt, en ik ben geneigd het met haar eens te zijn, dat we doortastend moeten zijn, nu Adam ons op de hielen zit. In overeenstemming met het systeem waarvoor we gekozen hebben, denken we dat dokter Bassett een processor nodig heeft die onze seksuele functies simuleert.’ Naast ons loopt een vangrail en ik tel de paaltjes: een, vijf, tien. ‘Een processor,’ zeg ik. ‘Een kleine zwarte doos. Die geen moment uit zijn broek gehaald zal worden, om het zo maar eens uit te drukken. Ik geef toe dat het onconventioneel is, maar bij systemen die hun eigen gedrag ontwikkelen is vaak sprake van een onzichtbare symbiose. Vergelijk het met de Delaware-indianen, die sigarettenas door hun maïs mengden, met als gevolg dat ze nicotinezuur binnenkregen.’ De Delaware-indianen? Dit is belachelijk. ‘Het programma werkt nu al prima.’ ‘“Prima” is geen kwantitatieve bepaling. Waar het om gaat, is
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 302
04-02-13 10:58
dat dokter Bassett dertig procent van de tijd overtuigender moet zijn dan zijn menselijke tegenstanders.’ ‘En die zwarte doos vormt daartoe de sleutel.’ ‘Je kunt niet ontkennen dat onze seksuele functies mede aan de basis liggen van wie wij zijn. Vanuit evolutionair perspectief zijn ze onze essentie, de kern waar de rest van ons omheen is gebouwd: onze geest, ons lichaam, onze instincten. Wat is een virus anders dan het vermogen om zichzelf te reproduceren?’ ‘Ik zou niet durven zeggen dat een virus seksueel van aard is.’ ‘Misschien dat deze innovatie nergens toe leidt. Maar we moeten ons afvragen of we alles gedaan hebben wat binnen onze mogelijkheden ligt om bij te dragen aan het besef dat hij heeft van zijn bestaan.’ ‘Natuurlijk. Met die begeerte van hem en zijn kleine zwarte doos zal hij een geile oude bok zijn.’ Livorno huivert. ‘Jij denkt veel te letterlijk.’ Op Concepcion Road slaan we linksaf en daarna lopen we de heuvel op. Ik kan eindelijk mijn Subaru zien staan. Livorno zwoegt voor me uit als een kordate opwindpop, met zwaaiende, schriele, in lycra gehulde heupen. Hij is kortademig, maar hij zweet niet. Bij zijn haargrens zitten een paar kleine pareltjes van wat wel mineraalwater lijkt. Zoals altijd verspreidt hij geen enkele reuk. ‘Hoe voel je je?’ roept hij over zijn schouder. ‘Als een grafschenner.’ ‘Hoe is het met je knieën, bedoel ik,’ zegt Livorno. ‘Ik heb te vaak meegemaakt dat mensen door verkeerd te trainen een blessure opliepen.’ De discussie lijkt gesloten. Om onze benen los te maken doen we een vreemd funky kippenloopje onder Livorno’s carport door, een schuin dak op vier metalen palen, naar de zijingang. In Arkansas noemden we die ‘het achterom’. In de keuken kwam je daar vaak een groot borduurwerk tegen met de tekst: je beste vrienden komen achterom. Obscene grapjes buiten beschouwing gelaten, kan ik me daar wel in vinden. In al mijn jaren aan de westkust overkwam het me precies één keer dat er onaangekondigd een vriend bij me langskwam.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 303
04-02-13 10:58
Livorno gaat me voor door zijn retrokeuken, waarna we uitkomen in een woonkamer die groot en leeg is als een squashhal. In het midden, op een vierkant, grof, egaal tapijt, staat een groot, gelakt bureau van een bekend warenhuis. Een volle zeven meter verderop zie ik een bijbehorende boekenkast, grotendeels leeg; hij heeft niet de moeite genomen die kast helemaal tegen de muur aan te schuiven. Als ik het goed zie, staat er op een van de planken een foto, maar dat is dan de enige foto in de hele kamer. ‘Wanneer ben je hier ingetrokken?’ vraag ik. ‘Ik heb dit huis in 1962 laten bouwen.’ Terwijl Livorno schokschouderend op adem komt, kijkt hij op zijn computerscherm. Hij klikt een paar keer met zijn muis en print een pagina uit met het opschrift: ‘Marathontrainingsplan voor dertig- tot veertigjarigen.’ ‘Dit is mijn schema,’ zegt hij hijgend. Hij kijkt erbij alsof hij verwacht dat ik hem niet geloof. ‘Wat was jouw vader voor iemand, Henry?’ De vloer onder mijn voeten voelt hard. Ik loop een rondje door de kamer, kijk door de ramen naar het weidse uitzicht, en blijf dan staan bij de boekenkast, waar het mij eigenlijk om te doen is. Ik wil zien of dat kiekje iets onthult over zijn eigen seksuele geaardheid, maar het is een glanzende, professioneel gemaakte foto, al wat ouder, van Livorno met Stephen Hawking. Zo te zien op een of andere conferentie. ‘Mijn vader was natuurkundeleraar,’ zegt hij. ‘Heel ambitieus en intelligent. Hij speelde altviool en was een groot bewonderaar van moderne muziek. Stravinsky. Schönberg.’ ‘Heb je die wetenschappelijke belangstelling van hem?’ ‘Zou kunnen,’ zegt hij. ‘Nooit zo over nagedacht.’ Hij steekt zijn hand uit om die van mij te schudden. ‘Het spijt me dat ik je vanavond niet te eten kan vragen, maar ik heb andere plannen. Nu niet meer kibbelen met Jenn?’ ‘Dat beloof ik.’ Ik ga door de zijdeur naar buiten en loop naar mijn Subaru. Vanuit het huis is mijn auto niet te zien, dankzij een struik met het formaat van een kleine walvis, en ik zit daar een halfuur naar de radio te luisteren. Ik wacht of de Volkswagen van Jenn komt aanrijden, maar kennelijk heb ik de situatie verkeerd
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 304
04-02-13 10:58
ingeschat. Livorno heeft geen andere plannen. Hij doet waarschijnlijk iets zo normaals dat hij zich ervoor schaamt: naar een soapserie kijken, lurken aan een of ander sportdrankje. Vroeg op de ochtend kom ik aan bij Rajs appartement. Hij opent de deur voor me, gekleed als een student uit het Princeton van weleer: een lichtgetinte sportpantalon, bootschoenen, een om zijn schouders geknoopte sweater. Hij neemt me mee naar de keuken en schenkt een kop filterkoffie voor me in. Hij gaapt en rekt zich eens behaaglijk uit, alsof het zaterdag is en hij heeft uitgeslapen na een feestje bij de roeivereniging: geheel en al verkwikt en met de wereld aan zijn voeten. ‘Wat heb je dit keer misdaan?’ vraagt hij. ‘Dit gaat niet om mij,’ zeg ik. Ik blijf naar hem kijken. Ik wil zien hoe hij reageert. ‘Heb je het nieuws gehoord over die branden in San Francisco?’ Hij houdt zijn hoofd schuin naar rechts, zonder met zijn ogen te knipperen. Een pokerspeler zou misschien weten of dit iets te betekenen heeft, maar ik heb geen idee. ‘Nee,’ zegt hij. ‘Was het erg?’ ‘Er zijn een paar seksshops afgebrand.’ ‘O?’ ‘Pleasures and Leathers. Play Date.’ Hij blaast op zijn koffie en neemt een slokje. ‘Ik hoop dat ze goed verzekerd waren.’ ‘Boven beide winkels waren appartementen, Raj. Er hadden doden kunnen vallen.’ ‘Doden vallen kunnen er altijd.’ Hij werpt mij een korte glimlach toe. ‘Zijn er doden gevallen?’ ‘Nee,’ zeg ik. ‘Die voortdurende nadruk op alle mogelijke gevaren, volgens mij is dat een afleidingsmanoeuvre.’ ‘Het enige wat ik je wil vragen, is of je Rachel bij Trevor vandaan wilt houden.’ ‘Eerlijk gezegd is dat nogal veel gevraagd,’ zegt hij. ‘Heb je tijd voor een ritje met de auto?’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 305
04-02-13 10:58
Opnieuw: nee. ‘Jawel.’ Achter het stuur van zijn Porsche neemt Rajs zwierige manier van doen absurde vormen aan. Hij ziet eruit als de schurk uit een tienerfilm, rijk maar vanbinnen kil. Maar het innerlijk van Raj is niet kil, het is onzichtbaar. Ik heb geen idee wat er allemaal door hem heen gaat. Ik weet alleen dat we naar Bolinas rijden. Hij drukt zijn gaspedaal diep in en de Porsche rijdt snorrend en gierend de berg op. Het voelt alsof we boven op de motor zitten, vastgebonden als aan een raket. Raj neemt zijn bochten scherp en rekent erop dat de auto zo veel grip op de weg heeft als een tarantula. Hij lacht om het primitieve plezier in die heen en weer slingerende beweging, en ook om mijn overduidelijke angst. De rotswanden komen op ons af en daarna lijken we door de lucht te suizen, alsof ons niets anders rest dan een ruisende duik in zee. ‘Ik kan Bolinas nooit vinden,’ roep ik boven de brullende motor uit. ‘Zo hebben ze dat graag,’ zegt hij. ‘Het lijkt een zinloos streven, in deze tijd van Google Maps.’ ‘Klopt,’ zegt hij. ‘Ze moeten misschien van tactiek veranderen. Mijn vader en moeder hebben daar eind jaren zestig ook echt gewoond. Ze sloten zich aan bij ‘de douaniers van Bolinas’, het clubje dat de borden langs de snelweg afbreekt om te voorkomen dat er bezoekers komen. Het was bedoeld ter bescherming van het bohemienachtige leventje dat daar ontstaan was. Er woonden dichters en schilders, en er waren lang niet zo veel drugs als in San Francisco. Ze hadden elkaar leren kennen bij het Esalen Institute. Rasechte hippies. Ik zal je weleens wat foto’s laten zien.’ In de volgende scherpe bocht voel ik dat mijn maag zich omdraait. ‘Jij vindt het zeker jammer dat ze niet gewoon onroerend goed zijn gaan opkopen.’ ‘Dat wilde ik net zeggen. Ze wilden Bolinas wel in bescherming nemen, maar zó belangrijk was het ook weer niet voor ze. Ze waren niet bereid alles te doen wat nodig was.’ We bereiken een soort bergtop en beginnen dan aan onze afdaling, over een weg die zo slingert dat hij ontworpen lijkt door een landmeter met beverige handen. Ik voel ineens wat Erin die keer
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 306
04-02-13 10:58
in Spanje moet hebben ervaren: dat ik de situatie niet onder controle heb, dat de persoon achter het stuur, die ik normaal gesproken vertrouw, mij onbekend voorkomt, alsof hij bezeten is door een of ander duiveltje. Het is vreemd om die ervaring op deze manier met haar te delen, maar ik neem alles zoals het komt, hou me gedeisd en probeer te voorkomen dat de angst met mij op de loop gaat. Beneden komen we uit op Highway 1 en we zoeven verder, langs de kleine houten basisschool, om daarna in het centrum van Bolinas te belanden. ‘Het gevolg is dat hier nu het ergste slag mensen woont dat je maar kunt bedenken,’ roept Raj me over het dak van de auto heen toe als we uitstappen. ‘De hypocriete zombies van Marin County.’ Een vrouw van middelbare leeftijd met sandalen in haar handen kijkt ons vinnig aan. ‘Zogenaamd vol idealen, maar zo materialistisch als de pest,’ zegt Raj, zonder aandacht aan haar te schenken. ‘Moet de auto niet op slot?’ vraag ik. ‘De inwoners hier’ – hij wijst om zich heen – ‘zijn al jaren geleden gestopt met stelen.’ We lopen langs de kleine huizen aan zee, het café, het restaurant, de surfshop, de kunstgalerietjes. Ik zie wel in waarom de strategie van zijn ouders niet gewerkt heeft. Als je een mooi, hip dorp inricht – voor een selecte groep mensen – functioneer je in feite ongewild als projectontwikkelaar. Kunstenaars zijn altijd de voorbodes van een omgekeerde verpaupering. Maar wat hadden zijn ouders dan moeten doen? Alle bomen omzagen voor de aanleg van een pretpark? Een of andere ordinaire hotelketen aantrekken? Op het strand zoeft een golden retriever door de lucht, een frisbee achterna. Raj klapt in zijn handen. ‘Helemaal top.’ ‘Het is hier schitterend,’ zeg ik, maar hij negeert me, strekt zijn armen uit in de wind die van zee komt. ‘Wij mensen zijn spirituele wezens,’ zegt hij. ‘Daar komen we niet onderuit. En het vacuüm in onze ziel, het vacuüm dat door negenennegentig procent van ons wordt genegeerd, slokt alles op wat het leven te bieden heeft. Is er ook maar iemand die materiële
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 307
04-02-13 10:58
dingen koopt uit een gevoel van welbehagen? Denk je nu echt dat het bij iemand zo werkt, vanbinnen? “Ik ben zo gelukkig in mijn huwelijk dat ik wat sieraden voor mijn vrouw ga kopen.” Welnee. De redenering is: “We zitten zozeer in de problemen, ik verveel me zo stierlijk, dat ik maar wat sieraden ga kopen voor mijn vrouw, en dan hoop ik in godsnaam maar dat we allebei eens wakker worden. Als ze echt van die diamanten houdt, zal een deel van die liefde misschien per ongeluk op mij afstralen.”’ ‘Dat is niet waar. Je kunt iemand een cadeau geven uit gevoelens van liefde of geluk. Uit generositeit.’ ‘Denk eens terug aan die paar keer dat je dit gedaan hebt. Weet je zeker dat daar niet een flinke dosis wanhoop bij om de hoek kwam kijken?’ ‘Dat was toen ik getrouwd was,’ zeg ik. ‘Dat was één grote dosis wanhoop.’ ‘Zo veel personen bestaan er eigenlijk niet meer. Er bestaan organismen. Personen willen een gevoel van voldoening; organismen hebben behoefte aan prikkeling. Aan een persoon kun je niets verkopen. Dat kun je alleen aan een organisme.’ ‘We willen geprikkeld worden. Wat is daar eigenlijk mis mee?’ Hij neemt er even de tijd voor om die vraag te overdenken. Hij schuifelt met zijn voeten door het zand, werpt een blik op de zon. ‘Het is net als Bolinas in de jaren zeventig,’ zegt hij. ‘Misschien dat jij en ik het niet als zodanig herkennen, maar Trevor beseft dat dit onze laatste verdedigingslinie is.’ ‘Een verdedigingslinie die hij op zal moeten geven.’ Raj kijkt in de verte. Ik probeer zijn blik te volgen, maar er is niets bijzonders te zien, alleen de zon op het water. ‘Daar denkt hij anders over. Hij vindt dat hij alles moet doen wat binnen zijn bereik ligt om terug te vechten.’ ‘Alles?’ Hij kijkt me aan, om daarna weer weg te kijken en zijn schouders op te halen. ‘Ik weet niet eens of hij zelf wel een antwoord heeft op die vraag. Je breekt een paar richtingborden af en je hoopt dat het effect heeft. Zo niet, dan ga je over op plan B. Als plan B geen effect heeft, dan ga je over op plan C.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 308
04-02-13 10:58
‘En daarna op plan D, plan E...’ ‘Nee. Dat is het punt. Plan C is het eindstation.’ ‘Je maakt me ongerust.’ ‘Er zijn altijd grenzen,’ zegt hij. Hij draait zijn knappe, innemende gezicht mijn kant op. Door zijn stralende glimlach lijkt het een beetje uit balans. ‘Hoewel er iets raars aan de hand is met die grenzen. Ze krijgen telkens een zetje, ze worden verder opgerekt, met kleine beetjes tegelijk. Dat is een vreemd verschijnsel. Eerst kun je je nauwelijks voorstellen dat je ooit verder zult gaan, maar ineens dringt tot je door dat je geen keus hebt. De lucht klaart op en je ziet dat je uitgangspunten tot een veel radicalere conclusie leiden.’ ‘Het enige wat ik vraag, is dat Rachel hier buiten wordt gelaten.’ ‘Rachel heeft hier niets mee te maken.’ ‘Je begrijpt waar ik op doel.’ ‘Word jij haar leefgemeenschap? De mensen op wie ze kan vertrouwen? Met wie ze kan praten?’ ‘Niemand kan dat in zijn eentje allemaal voor haar zijn.’ ‘Dat is het foute antwoord.’ Misschien, maar het is een eerlijk antwoord. ‘Ik ben geen kerk,’ zeg ik. ‘Ik ben geen sekte. Ik ben geen organisatie.’ ‘Een reeks van foute antwoorden.’ Ik wil al bijna zeggen dat er een grens is aan wat één persoon voor elkaar kan krijgen, maar ook dat zou ongetwijfeld een fout antwoord zijn. Raj houdt nog steeds zijn armen gespreid, neemt de wind tot zich alsof het een geschenk is. Ik kijk uit over het strand, naar een steile, hoge rotswand. Daarnaast zitten mensen van alle leeftijden en uit alle rangen en standen van de zon te genieten. ‘Ik ga alles doen wat nodig is,’ zeg ik. ‘Dat is beter.’ Hij slaakt een zucht. ‘Ik zal zien wat ik voor je kan doen.’ Rachel ligt onderuitgezakt op de bank, haar voeten begraven onder de tassen van winkelketen Forever 21. Ze heeft gewinkeld met Lexie, die nu de stad onveilig maakt met David de vleugel-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 309
04-02-13 10:58
adjudant. Lexie en de vleugeladjudant wisselen al zeven maanden sms’jes met elkaar uit en hij is haar al twee keer aan het front komen opzoeken. Ik meende iets van hem te kunnen leren over seksuele doortastendheid, maar blijk nu eerder van hem te kunnen leren over loyaliteit. Rachel ziet er beroerd uit en maakt een dodelijk vermoeide indruk, alsof ze flink van de cocaïne heeft gesnoept. Ze staat op en loopt naar de slaapkamer. Ik kan haar niet zien, maar ik weet dat ze een kritische blik werpt op haar kleren. Het is de bedoeling dat we uitgaan vanavond. Ze komt met hangende schouders terug. Ze is ontevreden met haar korte rokje en strakke topje, het soort kleren dat ze droeg toen ik haar voor het eerst ontmoette. Net als toen heeft deze metamorfose plaatsgevonden onder het toeziend oog van Lexie, mijn merkwaardige bondgenoot in de strijd tegen de kluisters van Zuivere Verhoudingen. In mijn fantasieën over de bevrijding van Rachel had ik natuurlijk gedacht dat ze blij zou zijn. ‘Ik wil wedden dat Erin zich nooit zo gekleed heeft,’ zegt ze. ‘Zoiets is beneden haar waardigheid.’ ‘Je ziet er leuk uit,’ zeg ik. ‘Eerlijk zeggen. Droeg Erin ooit dit soort kleren?’ Ik denk aan wat ik Raj beloofd heb, om Rachels leefgemeenschap te zijn. Zou haar leefgemeenschap de waarheid spreken? ‘Ze kleedt zich conventioneler dan jij.’ ‘Dat moet je nooit zeggen tegen een meisje. Het tegenovergestelde van conventioneel is hoerig.’ ‘Ik zei dat je er leuk uitzag.’ ‘Als een prostituee,’ zegt ze. Daar zit wel iets in. Eén verkeerde beweging en je ziet haar ondergoed, maar ze draagt tenminste nog ondergoed. ‘Een jonge, supersexy prostituee,’ zeg ik. ‘Afkomstig uit de Oekraïne.’ ‘Het voelt alsof ik weer in New Jersey woon,’ zegt ze. Ik weet eigenlijk niet waarom ik mij daaraan stoor, maar ik voel de onbedwingbare neiging om het voor haar thuisstaat op te nemen. ‘Ik ben bij Cape May weleens de zee op geweest om walvis-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 310
04-02-13 10:58
sen te gaan kijken. Het was daar prachtig.’ ‘Cape May,’ zegt ze. ‘Wie heeft het over Cape May?’ ‘Dat ligt in New Jersey.’ ‘Was je daar met Erin? Droeg ze dit soort kleren?’ ‘We zaten op een boot.’ ‘En hoe was het om daar uit te gaan?’ ‘Ik ging daar niet uit.’ ‘Dat bedoel ik.’ Ze schudt haar hoofd. ‘We hoeven vanavond niet met die luitjes op stap,’ zeg ik. Eigenlijk is dit een wens, vermomd als aanbod. Ik hoop niet dat ik een lafaard aan het worden ben. ‘Toen je gescheiden was, ging je toen wel naar clubs?’ ‘Nee,’ zeg ik, hoewel dat niet klopt. Ik bezocht wel degelijk grote donkere holen waar gedanst werd. Maar daar werd geen technomuziek voor ecstasygebruikers gedraaid; je hoorde hits uit de jaren tachtig. Pop, rock, maakt niet uit, als het maar jaren tachtig was. ‘Ik beschouwde ze niet echt als clubs.’ ‘Kwam je dan veel meisjes tegen? Nam je vaak een meisje mee naar huis?’ ‘Ik kwam veel meisjes tegen, ja. Ik zou niet willen zeggen dat ik ze vaak mee naar huis nam.’ ‘Wat was jouw versiertruc? Hoe kreeg je ze zover dat ze met je naar bed wilden?’ ‘Ik had geen versiertruc,’ zeg ik, hoewel dat natuurlijk niet waar is. ‘Je moest zoiets niet te graag willen. Als ik uitging voor de seks, dan belandde ik op de dansvloer. En als ik uitging om te gaan dansen, dan kwam het tot seks. Dat was de logische paradox van het leven na mijn huwelijk.’ ‘Hoe wist je welk meisje je moest kiezen?’ ‘Je weet van tevoren nooit of je goed zit,’ zeg ik. ‘Het helpt om niet te hoog te grijpen.’ Het is een grapje dat ik wel vaker maak, maar nu dringt tot me door hoe dat moet klinken. ‘Dat gold niet voor jou, natuurlijk,’ zeg ik. ‘Ik trek deze zooi weer uit.’ Ze loopt met grote stappen naar de slaapkamer. Vreemd dat ze Erin erbij haalde. Een ding dat ik van
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 311
04-02-13 10:58
mijn ex geleerd heb over momenten als deze (tenminste, dat hoop ik), is: ga haar nu niet op de huid zitten. Ze is boos. Geef haar de ruimte. Ik luister toe hoe Rachel gromt en woedend aan haar kleren trekt. Ik zoek haar op. Ze heeft een spijkerbroek aan en trekt een slobbertrui over haar hoofd. ‘Ik heb je toch niet in een club opgepikt,’ zeg ik. ‘Nee, je hebt me opgepikt in een jeugdherberg, als een vreemdeling zeker die verdwaald is zeker.’ ‘Dat was een armzalige start,’ zeg ik. Ik kan er vandaag de grap niet van inzien; het is alleen maar deprimerend. En dan ben ik nog niet eens het meest deprimerende dat haar overkomen is. Ze heeft een ex die hun liefdesleven online heeft gezet. ‘Maar volgens mij klopt het niet helemaal dat ik degene bent die jou heeft opgepikt.’ Ze kijkt me amper aan. Haar make-up maakt nu een uitgesproken clowneske indruk. ‘Wie dan wel?’ ‘Ik bedoel, het kwam van twee kanten. Jij pikte net zo goed mij op.’ ‘Dat is een interessante kijk op het verhaal.’ Buiten, in het park, staat een reusachtig opblaasbaar scherm waarop een film wordt vertoond. Het is Pretty in Pink. De film is net begonnen, met de scène in de platenzaak. ‘Ben jij bang om je aan iemand te binden?’ ‘Nee,’ zeg ik. Dat is het probleem niet. Het kost me geen moeite om me aan iemand te binden. Wat mij moeite kost, is om mijn hart vleugels te geven. Maar ik zet me schrap: het gesprek begon ermee dat ze ongelukkig was met haar kleding, en nu lijkt ze te zijn overgegaan op een existentiëler ongeluk. ‘Je zocht me op in Fairfax,’ zegt ze, ‘en ik dacht dat je werkelijk nog eens een poging wilde wagen.’ ‘Dat wil ik ook,’ zeg ik. ‘Daar gaat het om.’ ‘Waarom heb ik dan het gevoel dat jij zo ongeveer tachtig procent van mijn leven uitmaakt, en ik ongeveer tien procent van het jouwe?’ ‘Ik ben gewoon kleiner, denk ik,’ zeg ik. ‘Mijn tachtig procent is ongeveer net zoveel als jouw tien procent.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 312
04-02-13 10:58
‘Je bent bang om die klik aan te gaan.’ ‘Daar zul je vast gelijk in hebben.’ Als mij de les wordt gelezen over mijn gebreken, zo weet ik uit ervaring, kan ik het spelletje maar beter meespelen. Misschien steek ik er nog iets van op. ‘Je kunt je aan iemand binden, maar je bent er niet voor honderd procent bij.’ ‘Dat klinkt vrij geloofwaardig.’ ‘Maar wat doe ik dan hier?’ ‘Weet ik niet. Waar anders moet je zijn?’ ‘Toen ik vandaag hiernaartoe liep, zag ik twee mensen die elkaar diep in de ogen keken, alsof ze hun grote liefde hadden gevonden. Ze zaten op de stoep, in kleermakerszit. Zo’n liefde zou ik ook wel willen, dacht ik. Zo’n klik. Maar toen ik erlangs liep, slaakte het meisje een gil. Hij keek haar helemaal niet in de ogen. Hij trok een neushaartje bij haar uit.’ Rachel kijkt me aan, wanhopig, alsof het een vreselijk verhaal is. ‘Ze zullen wel een goede band hebben om een neushaartje bij elkaar te kunnen uittrekken,’ zeg ik. Rachel kijkt het raam uit, naar de film en het publiek dat zich voor die film verzameld heeft. Ze is ongelukkig en onbereikbaar (al is dat misschien maar tijdelijk). Ik moet denken aan iets wat Livorno mij vertelde over zijn loopbaan, dat hij vroeg of laat steeds weer op een plafond stuitte. Nu ik haar ‘onder mijn hoede’ heb genomen, vraag ik me af of ik soms mijn eigen plafond bereikt heb. Mooie leefgemeenschap ben ik. drbas: hlivo zegt dat we nog twee weken hebben tot de test, maar er is niemand die antwoord wil geven op mijn vraag. Ik vraag het jenn1, ik vraag het hlivo, ik vraag het laham, ik vraag het jou. niemand. vrnd1: weet u wat het betekent om ergens door geobsedeerd te zijn? drbas: geobsedeerd zijn = een ziekelijke fixatie hebben vrnd1: precies drbas: hoe belangrijk is die test voor hlivo? vrnd1: heel belangrijk
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 313
04-02-13 10:58
drbas: is het een zaak van leven of dood? vrnd1: bijna drbas: ik zou hem graag helpen, maar dat gaat niet
Ik laat dit even bezinken. vrnd1: u hebt al toegezegd drbas: ik denk dat 1976 mij te zeer in beslag neemt vrnd1: u zei altijd dat een man zich aan zijn woord moet houden drbas: dat klopt. zeg maar tegen hlivo dat het me vreselijk spijt
Dat hoef ik niet te zeggen. Hlivo kijkt mee over mijn schouder, schuimbekkend. ‘Hij manipuleert ons,’ zeg ik. ‘Vraag hem wat hij wil,’ zegt Livorno. vrnd1: wat wilt u om aan de wedstrijd te kunnen meedoen? drbas: ik wil 1976
‘Zeg maar dat hij het krijgen kan.’ ‘Hoe dan?’ ‘Zeg nou maar.’ vrnd1: ik zal het voor u regelen drbas: willies moeder weet er alles van. vraag haar naar 1976
‘Die woont in Arkansas,’ zeg ik. ‘Op naar Arkansas, dus,’ zegt Livorno woedend. ‘Ik heb andere plannen voor dit weekend.’ drbas: cathy beerbaum. catherine beerbaum
‘Je hád andere plannen voor dit weekend,’ corrigeert Livorno me. ‘Ik ga, maar op één voorwaarde,’ zeg ik. ‘Hij krijgt geen zwart doosje. Geen seksuele functies.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 314
04-02-13 10:58
Livorno maakt een woedend gebaar naar het scherm. ‘Zo vader, zo zoon. Allebei afpersers.’ ‘Ik kan niet anders,’ zeg ik tegen Rachel. ‘Ik moet iets natrekken voor mijn werk.’ ‘Samen met hoe-heet-ze-ook-weer?’ Ze doelt op Jenn. ‘Nee, in mijn eentje.’ ‘Zeker weten?’ ‘Zeker weten.’ ‘Dan ga ik mee. Ik betaal het met mijn creditcard.’ ‘Mijn ticket kost zeventienhonderd dollar.’ ‘Geen punt.’ Dat zijn twee maandsalarissen voor haar. ‘Ik heb werk te doen. Ik moet me concentreren.’ ‘Tachtig procent, tien procent. Ik zei het je toch?’ ‘Zo is het niet. Dit is gewoon iets waar ik niemand bij kan gebruiken.’ ‘Deze relatie is voor jou niet echt.’ ‘Natuurlijk wel.’ ‘Laat me dan zien waar jij vandaan komt.’ ‘Maar kameraad, ik ben de zoon van een zelfmoordenaar. De plek waar ik vandaan kom, bestaat niet.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 315
04-02-13 10:58
23
Ik heb een foto van mijn moeder uit 1976. Eigenlijk is het een foto van mij, maar ik ben niet meer dan een rozig bundeltje in de armen van een heel mooie vrouw. Ik beweerde dat ze de sexappeal al jaren tevoren had opgegeven, maar dat klopt niet helemaal. Op deze foto heeft ze golvend, dik, rossig haar. Haar glimlach is breed, zelfverzekerd, vrouwelijk. Ze is negenentwintig jaar oud. Mijn ouders waren toen zes jaar getrouwd. Mijn broer was drie. Mijn vader was net begonnen met zijn kliniek, die hij zou uitbouwen tot een gerespecteerde regionale instelling. Mijn moeder hield zich toen nog met de boekhouding bezig. Ze vormden een team en hoewel ik niet zeker weet of ze gelukkig waren, kan ik me ook nauwelijks voorstellen dat ze een verhouding had. Natuurlijk, het leven is gecompliceerd. Ze was negenentwintig, en mooi. Ik vraag me af of mijn vader haar wel echt op waarde wist te schatten. Ik weet niets van hun liefdesleven, wat op zichzelf misschien al genoeg zegt. Er werden in elk geval geen erotische plaagstootjes uitgewisseld. Hij noemde haar niet zijn schatje of zijn lief. Hij gaf haar nooit een tikje op de billen. Ze sliepen in pyjama, van hun nek tot aan hun enkels bedekt. Niet dat dit iets zegt. Hij was preuts, en preutse mensen zijn net zo geil als wie ook. Catherine Beerbaum, Willies moeder, woont niet in mijn geboorteplaats, maar in een zelfs nog kleinere gemeente, Kingsland, Arkansas, waar Johnny Cash geboren is. Vlak bij de basisschool staat een monument waarop Cash wordt omschreven als gospelzanger, wat meer over Kingsland zegt dan over hem. Vlak voor de kleine middelbare school verlaat ik Highway 79, volg de weg door de zuidkant van het dorp en rij dan nog ander-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 316
04-02-13 10:58
halve kilometer verder, om daarna een hobbelige kiezelweg op te draaien. Deze weg leidt uiteindelijk naar onze oude hut aan de rivier, waar waarschijnlijk nog altijd de linnen schoenen van mijn vader staan. Maar ik heb nog maar een klein stukje te gaan en bereik dan de oprit van mevrouw Beerbaum, een keurig onderhouden onverhard pad door de rode aarde, dat is afgesloten met een houten hek. Ik stap uit om de grendel weg te schuiven. Ik kan het huis van hier nog niet zien liggen. In mijn neus schroeit het stof dat mijn huurauto heeft opgeworpen: de geur van mijn jeugd. Ik voel de wereld kleiner worden. De kerk van de puriteinse baptisten om de hoek, de oude kippenboerderij, de afgelegen huizen op het land, omgeven door hekken van metaalgaas, de wegen die door de dichte pijnboombossen leiden. Er was een tijd dat ik de loop van al die wegen kon dromen. 1976 was het jaar van mijn geboorte, een jaar waarin verder weinig gebeurde, volgens de familieoverlevering. Na een ellendige miskraam in het voorgaande jaar zag mijn moeder zorgvuldig toe op haar eigen gezondheid en op die van mij, de foetus. Mijn broer holde rond in zijn luier. Er was dat jaar een ongekend grote druivenoogst. Wat kon Willies moeder nog aan dat vreedzame plaatje toevoegen? Ik rij met mijn Chevrolet naar binnen, duw het hek weer achter mij dicht en volg daarna de oprit, met kiezels die tegen de oliecarter spatten. Ik rij om een vreemde heuvel heen – eerder een aardhoop – en zie in de verte een langwerpige bungalow, die alleen opvalt doordat hij gemaakt lijkt van boomstammen en leem. Her en der langs de betonnen fundering staan rododendrons, maar de rest van de tuin is kaal. Er ligt alleen kunstmatig glanzend, felgroen gras. Het wordt gemaaid door een vrouw met een breedgerande roze hoed; in razende vaart stuurt ze haar elektrisch grasmaaiertje om een kleine rode berk heen. Ik kom haar kant op gereden, maar ze zwaait niet. Ik parkeer mijn auto op de oprit en wacht op het moment dat de vrouw haar grasmaaier uitzet. Die blijft maar zoemen. ‘Sorry dat ik stoor,’ roep ik. ‘Mijn naam is Neill Bassett junior. Ik ben hier voor mevrouw Beerbaum.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 317
04-02-13 10:58
De vrouw klampt zich aan het stuur vast en draait rondjes. Pas als ze een rechte baan volgt, krijgt ze me in de gaten en komt ze door de tuin op me af gereden. Ze heeft ijsblauwe ogen. Ze wijst naar de voordeur en zegt iets, maar ik kan haar niet verstaan. Ik klop op de voordeur. Op de deurlijst is een koperen plaatje vastgeklonken met de naam ‘Beerbaum’. Er steken twee nepstenen plaquettes tussen de rododendrons uit, met daarop de tien geboden. Ik kijk ervan op: een teken dat ik Californiër ben geworden. In mijn jonge jaren verbaasde ik me net zomin over de vroomheid van een oude dame als over haar borduurwerk. Ik klop nog eens. Ik druk op de bel. Achter mij zoemt de grasmaaier, die een grote rechthoek uit het gras snijdt. Ik probeer de klink, die meegeeft. Ik zet de deur op een kier. ‘Mevrouw Beerbaum? Mevrouw Beerbaum? Ik ben het, Neill junior.’ Ik waag me niet over de drempel. Willie zou me allang hebben neergeschoten. De grasmaaier trekt een baantje naar de zijtuin en verdwijnt naar achteren, uit zicht. Het geluid sterft weg. Ik hoor het geklingel van de messen die tot stilstand komen, en daarna het gebrom van een elektrisch motortje. De roze hoed duikt op uit de keuken, voortzoevend op een scootmobiel. Op het blad aan de voorkant van haar wagentje staan twee glazen ijsthee. ‘Meneer Bassett,’ roept ze. Ik sta nog steeds buiten. ‘U laat de koele lucht ontsnappen. Het geld groeit me niet op de rug.’ Ze heeft een ruw, boers accent. ‘Het spijt me, ma’am,’ zeg ik. ‘Ik hoop dat je van veel suiker houdt.’ ‘Dat is perfect.’ Buiten maakt deze blokhut misschien de indruk van een pioniersbestaan, maar het statige interieur doet denken aan de tijd van de Amerikaanse revolutie, wat in het geval van Arkansas een sprong terug is. Geen uitneembare meubels hier. Rechte stoelen en buffetkasten in federale stijl. Het is niet heel koud in huis, maar toch trekt er een rilling door me heen. Het moet veel voor haar hebben betekend, al die traditie die ze heeft meegekregen, maar nu is er niemand aan wie ze die kan doorgeven. Willie was
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 318
04-02-13 10:58
enig kind en hij had geen nakomelingen. ‘Wat goed dat u uw eigen gazon maait,’ zeg ik. ‘Het veld, bedoel je?’ Ze dept haar voorhoofd met een rode zakdoek. Ze heeft nog steeds haar hoed op en haar gezicht is moeilijk te zien. ‘Wie moet het anders doen?’ ‘U zou iemand kunnen inhuren.’ Ze kijkt geschokt, alsof ik haar gevraagd heb aan mijn vinger te ruiken. ‘Wat is dat nou weer. Je denkt toch niet dat ik rijk ben.’ Zweet parelt op haar dunne snorretje en haar kaaklijn gaat verloren onder haar hangwangen. Het is dat ze aan de telefoon zo vriendelijk klonk, anders zou ik hebben gedacht dat ik hier niet heel welkom was. ‘U hebt een pracht van een huis,’ zeg ik. ‘Zal we heel anders zijn dan in Californië. In de tijd dat ik daar kwam, woonde iedereen er in een witte doos. Hoe zo’n huis er vanbuiten ook uitzag, vanbinnen was het wit. Het tapijt was wit en soms hadden ze zelfs een wit schilderij aan de muur hangen. Het leek wel alsof ik bij de dokter kwam.’ Ze lacht, een vals lachje, waarna ze me verlegen aankijkt. ‘Bij de dokter’, dat moest wel de kliniek van mijn vader zijn geweest. ‘Dat klinkt als het zuiden van Californië. Ik woon in het noorden.’ ‘San Francisco,’ zegt ze. ‘Ik hoop niet dat je de normen en waarden van daar hebt.’ ‘O nee, ma’am,’ zeg ik tot mijn eigen verbazing. Met oude mensen ga ik nooit in discussie, maar meestal heb ik wel een momentje nodig voor ik mij gewonnen geef. ‘Weet je wat de Bijbel zegt? Homoseksuelen zullen branden in de hel. Lees de brief van Paulus aan Timoteüs er maar op na.’ ‘Volgens mij hangt dat af van hoe je “homoseksuelen” vertaalt,’ zeg ik. Zij knijpt haar ogen tot spleetjes. ‘Ben jij een homoseksueel?’ ‘Nee, ma’am.’ ‘Je bent niet getrouwd.’ ‘Ik ben gescheiden.’ ‘Maar je bent rooms-katholiek.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 319
04-02-13 10:58
We vallen stil, zij geschokt om mijn gebrek aan rechtzinnigheid, ik die me afvraag of dat katholicisme misschien de reden is van mijn komst: een boetedoening, omdat ik tekortschoot als zoon. ‘Jouw vader was een dijk van een vent.’ Ze glimlacht. Ergens in haar hoofd is een schakelaar omgezet. ‘Toen mijn man kanker kreeg, heeft hij hem al die tijd gesteund. Het was vreselijk voor Jimmy, de pijn was ondraaglijk, en jouw papa leefde heel erg mee. Je zag het in zijn ogen. Op de begrafenis dacht ik dat hij in huilen zou uitbarsten. En zo goed als hij was voor Willie. Ik wilde niets liever dan dat Willie het rechte pad zou kiezen. Dokter Bassett was Willies vriend, ondanks alles.’ ‘Dat is waar,’ zeg ik. Ik neem een slokje thee. ‘Ze hadden een hechte vriendschap.’ ‘Hij was grootmoedig. Hij was een man die kon vergeven.’ Dat klinkt als een verwijzing naar datgene waarvoor ik hier gekomen ben. ‘Ik neem aan dat het een kwestie was van geven en nemen.’ Ze kijkt me aan alsof ze wakker is geschrokken. ‘Ik weet niet wat je daarmee bedoelt.’ ‘Ik bedoel, Willie heeft iets over voor Neill, Neill heeft iets over voor Willie. Zo gaat dat tussen vrienden.’ ‘Zo ging dat niet tussen vrienden,’ zegt ze. Ze kijkt naar haar thee, het glas dat aan haar zwakke greep dreigt te ontsnappen. Ze haalt haar andere hand erbij ter ondersteuning. ‘Ik kan alleen maar bidden dat Willie nu niet brandt in de hel.’ ‘God houdt van alle mensen.’ Misschien. Hoe kan ik dat weten? ‘Wat wilde je weten over mijn zoon?’ vroeg ze. ‘Aan de telefoon had je het over een vragenlijst.’ Ik had het daar inderdaad over gehad, dat was mijn alibi, maar ik heb geen vragenlijst. Ik open mijn tas en pak een los vel papier, een of ander profieltest die Livorno me heeft meegegeven. ‘Je doet me denken aan dokter Bassett als hij me een recept voorschreef. Je bent zelf toch geen dokter geworden, Neill?’ ‘Nee, ma’am. Ik werk in de wetenschap.’ ‘Is dat niet fantastisch?’ Ze kijkt langs me heen, ogenschijnlijk naar een hertenkop die aan de muur hangt en met een voor eeu-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 320
04-02-13 10:58
wig verbaasde blik de kamer overziet. ‘Willie en jouw vader waren dikke vrienden.’ ‘Hij was als een oom voor mij.’ Ze richt haar glazige blik op mij. ‘Net als een oom.’ ‘Ik vond het altijd leuk met hem mee te rijden. Als hij op pad moest voor zijn werk als makelaar.’ ‘In een van die vreselijke sportwagens, zeker.’ ‘Dat klopt, ma’am. Zijn Chevrolet Corvettes.’ ‘En dan zal hij wel een zakdoek om z’n nek hebben gedragen en naar eau de cologne hebben gestonken.’ ‘En het korset. Dan droeg hij zijn korset.’ ‘Willie heeft nooit een korset gedragen.’ ‘Nou, hoe dat ook heten mag, een gordel.’ ‘Hij droeg geen korset en hij droeg geen gordel. Mensen vertelden de verschrikkelijkste dingen over hem, dat hij een mietje was. Soms denk ik weleens dat hij daarom met al die vrouwen omging. De ene na de andere. Hadden ze hem maar met rust gelaten. En waar is hij nu? In de hel? Denk je dat hij in de hel is gekomen?’ ‘Nee,’ zeg ik. Maar als je het mij vraagt, komt niemand in de hel. Of tenminste, niemand die dood is. ‘Toch wel. Het moet wel. Het staat in de Bijbel, in de brief van Paulus aan Timoteüs, maar ook in Korintiërs en de tien geboden. Heb je de tien geboden nog zien staan bij de voordeur?’ ‘Jazeker.’ ‘Gij zult niet begeren uws naasten vrouw. Gebod nummer tien. Dat lijkt me duidelijk genoeg, wat jij, Neill?’ ‘Ik heb geen idee,’ zeg ik. Het verbaast me niets dat Willie de nodige buurvrouwen heeft begeerd, maar wil ze soms zeggen dat hij ook mijn moeder begeerd heeft? ‘Je doet me aan hem denken. Maar natuurlijk.’ Ze snuift, brengt een hand naar haar kapsel. ‘Dit verhaal zul je leuk vinden. Toen Willie klein was, kreeg hij een keer een trap van onze ezel, die we Herbert Hoover genoemd hadden, naar de president. Het is een wonder dat Willie het overleefde, maar hij had net genoeg afstand gehouden en daarom werd hij alleen maar tegen het hek gesmeten. Ik weet nog, toen hij het huis kwam binnengestrompeld, stonden
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 321
04-02-13 10:58
de tranen in zijn ogen. “Mama,” zei hij, “dat was de laatste keer dat ik vertrouw op een Republikein.” Die jongen had pit in zijn donder, dat moet je hem nageven.’ Ze fronst haar wenkbrauwen. ‘En dat was precies wat hem in de problemen bracht. De mensen die hier wonen...’ Ze maakt haar zin niet af. Ze gebaart met haar hand in de verte, alsof ze die mensen van een denkbeeldige tafel veegt. ‘Het is een rare vraag, mevrouw Beerbaum,’ zeg ik, ‘maar kunt u zich misschien iets herinneren uit 1976? Een incident, een ruzie tussen Willie en mijn vader? Dat was het jaar van mijn geboorte.’ Ze gaat achterover zitten in haar stoel. ‘Hij wil een bloedtest,’ zegt ze, geschrokken maar kalm. Het lijkt een gedachte die haar onwillekeurig ontsnapt. ‘Wie?’ vraag ik, hoewel ze mij moet bedoelen. Ze neemt een slok thee. Ze heeft net zo’n verbaasde blik als het opgezette hert. Ze lijkt zich er voor het eerst van bewust dat ze misschien wel in de war is. ‘Kunt u me iets vertellen over wat er dat jaar gebeurd is,’ zeg ik. ‘Het kan iets groots zijn, maar ook iets kleins.’ ‘Het is ook eigenlijk van hem.’ Ze delibereert zachtjes met zichzelf. ‘Is het verkeerd om het voor mezelf te houden?’ ‘U krijgt het terug,’ zeg ik. ‘Daar kunt u op vertrouwen.’ Haar ogen worden weer scherp. ‘Waar kan ik op vertrouwen?’ ‘Dat u terugkrijgt wat u me wilt laten zien.’ Ze rijdt haar scootmobiel een stukje achteruit, en dan naar het voorraam. ‘Waarom ga jij Willie niet eens even gedag zeggen.’ Ik loop naar haar toe, ruik het gras en haar warme kleren. Over haar schouder zie ik de top van de vreemde aardhoop die mij al was opgevallen toen ik hier aan kwam rijden. Het is een begraafplaats. ‘Dan zoek ik mijn papieren op van 1972.’ ‘1976.’ ‘1976. Ga hem eerst maar eens even gedag zeggen.’ ‘Het is geen probleem voor mij om even te wachten,’ zeg ik, maar ze blijft zwijgend naar me kijken, totdat ik de deur uit loop. Ik heb weinig keus, geloof ik. Ik passeer de tien geboden en loop door de tuin, steek de lange banen gemaaid gras over. De begraaf-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 322
04-02-13 10:58
plaats wordt omgeven door een gietijzeren hek. Daarbinnen staan tien of twaalf stenen. Ik leg mijn hand op de klink, maar ik hoef niet naar binnen. Ik kan alle grafstenen van hier zien liggen, het hoogglanzende marmer, opgepoetst en versierd met plastic bloemen. Er liggen allemaal Beerbaums: Steven, Belinda, Robert senior, Robert junior, James, William en Catherine, de vrouw die hiernaast woont en springlevend is, maar de plannen voor haar laatste verhuizing al klaar heeft liggen. ‘Hé Willie,’ zeg ik. ‘Waar liggen al je vrouwen?’ Vanaf hier lijkt de blokhut op een benzinestation-annex-winkel voor regionale kunstnijverheidsproducten. Al die zorgvuldig vervaardigde replica’s, al die houten balken. Met wat geluk komt ze op dezelfde manier aan haar eind als haar zoon, in een vlammenzee. Ik loop weer heuvelopwaarts en bel aan. Ik klop een paar keer op de deur en probeer hem te openen, maar hij blijkt op slot. ‘Mevrouw Beerbaum,’ roep ik. ‘Mevrouw Beerbaum!’ ‘Hij zei dat ik me met mijn eigen zaken moest bemoeien.’ Haar stem is als een slang die in mijn oor sist. Ze zit ter hoogte van het open raam, maar onzichtbaar, achter de luiken. ‘Ik zei hem dat het mijn zaak was om ervoor te zorgen dat hij niet naar de hel ging. Maar hij zei dat hij nog nooit een vrouw had ontmoet als jouw moeder. Hij liet zich door niemand de wet voorschrijven. En toen kwam jij op de wereld. De gelijkenis was sprekend. Ik snap niet hoe dokter Bassett het kon verdragen. Hij deed gewoon alsof er niets aan de hand was. Dikke maatjes. Die vriendschap had iets duivels.’ Als ik weer in de auto zit, ben ik kapot, alsof ik de strijd heb verloren, nadat een oude vijand mij onverwacht een fatale klap heeft toegediend. Ze is duidelijk niet helemaal bij haar volle verstand. Maar... ik draai het spiegeltje om mezelf eens goed te bekijken. Ik moet toegeven dat mijn gezicht moeilijk thuis te brengen is. Ik start de motor. Ik weet al dat ik dit wel zal overleven. Dat is het droevige van alles. Wat er ook gebeurt, ik red me wel. Ik bedoel, zelfs als het ergst denkbare waar blijkt te zijn, is het dan echt het ergst denkbare?
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 323
04-02-13 10:58
Het zou zeker het een en ander verklaren. De raadselachtige genegenheid van Willie voor mij. Mijn donkere tint. De timing van de zelfmoord. Neill senior voedde mij op, wachtte tot de bron van zijn schaamte uit huis verdwenen was en pleegde toen zelfmoord. Maar als hij echt dacht dat ze een verhouding hadden gehad, zou hij dan niet iets hebben ondernomen, zou hij Willie dan niet gedood hebben? Of, wat minder dramatisch: zou hij hun vriendschap dan niet hebben verbroken? Waarom beste maatjes blijven? Misschien wist hij het niet zeker. Of wist hij het wel, maar was hij bang voor de consequenties. Hij had alles moeten opgeven. Het was niet ondenkbaar dat mijn moeder een verhouding had. Het waren de jaren zeventig. Maar een kind krijgen van een ander? Nou goed, ze waren streng katholiek. Elk kind kwam als een geschenk. Voor mijn vader was er trouwens een uitweg mogelijk: overspel kan een reden zijn om een huwelijk te laten ontbinden. Gênant was dat wel. Beschamend. Als hij mij niet als zijn zoon had erkend, zou dat een erkenning hebben betekend van wat er gebeurd was, en dat zou echt onverdraaglijk zijn geweest. Hij was consciëntieus, mijn god, wat was hij consciëntieus. Maar ik kan me ook indenken wat de mensen achter zijn rug om fluisterden, een worm die zich knagend een weg baande door zijn ziel. Zijn levenslange verlangen naar respect, zijn wens om een steunpilaar te zijn van de gemeenschap, ondermijnd door het geluid van zijn eigen naam. Neill. Als ik bij mijn moeder ben, vraagt ze hoe mijn dag geweest is. Ik heb haar niet verteld dat ik mevrouw Beerbaum ben gaan opzoeken. ‘Vreemd,’ zeg ik. Ik weet niet of het een bewuste keus is, maar mijn moeder ziet er oud uit. Ze heeft een knotje in het haar, en in haar gerimpelde, eeltige en een beetje kromme handen koestert ze drie zojuist geplukte tomaten. Haar nagels zijn vuil. Ze gaat tosti’s voor ons maken. Brood, tomaten, kaas van Monterey Jack. Ze voelt zich niet helemaal op haar gemak met dat schamele maaltje en op een of andere manier lijkt ze ook jong. Heel jong en heel oud, of anders gezegd: weerloos.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 324
04-02-13 10:58
‘Mam,’ zeg ik. ‘Mag ik iets vragen?’ ‘Jazeker. Moet je die tomaat eens ruiken.’ Hij ruikt naar de zon en de aarde, aromatisch en barstend van het leven. ‘Lekker,’ zeg ik. ‘Het is hier maar een stille bedoening. Ik voel me eenzaam, denk ik, sinds mijn bezoek aan jou.’ ‘En de dames met wie u bridge speelt?’ ‘Die hebben elk hun eigen leven.’ ‘Mist u papa?’ Ze glimlacht naar me. Ik weet dat het haar goeddoet als ik hem papa noem. ‘Vorige week werd ik witheet wakker vanwege iets wat er in de kliniek gebeurd was, een of andere onverlaat die misbruik probeerde te maken van zijn goedheid, en ik zei tegen mezelf: Libby, dat was dertig jaar geleden. Het voelde alsof het gisteren gebeurd was.’ ‘Ik ben vandaag op bezoek geweest bij Willies moeder.’ Libby grijpt naar de kraan, draait hem open, wrijft de tomaten voorzichtig schoon met haar duimen. Ze draait de takjes eraf en legt de kletsnatte, felrode tomaten op de snijplank. Ze draagt de plank naar het werkblad in het midden van de keuken, zodat ze met haar gezicht mijn kant op staat. ‘Je weet toch dat ze flink aan het dementeren is.’ Ze opent de la en pakt een zwartgeblakerd mes waar het puntje vanaf gebroken is. ‘Mam, ik vind dat het leven er is om geleefd te worden en ik wil niemand veroordelen. Het leven is ingewikkeld, dat weet ik. De liefde is ingewikkeld.’ Ze zet het mes op de tomaat, klaar om hem doormidden te snijden, om de oogst die is bevochten op de natuur tot broodbeleg te verwerken. Ze kijkt me aan, en dan langs me heen. Ze heeft een afwezige blik in haar ogen, alsof ze van ver de paardenhoeven hoort van een barbaarse horde. ‘Het leven is ingewikkeld?’ vraagt ze. ‘Wat ik bedoel, is dit...’ zeg ik. ‘Ik neem aan dat ze heeft gezegd dat Willie je vader was.’ Ze legt
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 325
04-02-13 10:58
het mes neer en loopt naar het aanrecht. Ze veegt haar gezicht af met een theedoek. ‘En in dat geval is ze niet de enige die er zo over denkt.’ ‘Het verandert niets aan het feit dat u uw leven met papa deelde.’ ‘Natuurlijk niet,’ zegt ze bitter. ‘Het leven is ingewikkeld.’ ‘Ik ben altijd gek geweest op Willie. En hij op mij. Het klinkt logisch.’ ‘O god o god. Zou je het fijn vinden om te weten dat Willie je vader was?’ ‘Papa is mijn vader. De vader die mij heeft opgevoed.’ ‘De vader die jou heeft opgevoed.’ Ze staat te trillen op haar benen, ik word er bang van. Ze brengt haar handen bij elkaar, trekt aan haar gezwollen vingerkootjes, alsof ze er helemaal alleen voor staat. ‘Dat is het enige is wat telt.’ ‘En dan denk je zeker dat dit de reden is dat je vader zelfmoord pleegde.’ ‘Niet direct,’ zeg ik. ‘O, maar het zou zeker direct geweest zijn. Als zijn vrouw een verhouding had met een man in een korset. Een man die feitelijk een clown was.’ ‘Hij was charmant.’ ‘Willie Beerbaum was een zatlap en een clown.’ Ze knikt kort, veegt het haar uit haar gezicht. ‘Jij wil het verhaal weten van mijn verhouding met Willie. Dat snap ik. Mensen zijn daar nieuwsgierig naar, al tientallen jaren lang. Nou, hier heb je het hele verhaal. We hadden geen verhouding. Willie kwam weleens bij ons aan huis. Alex was een kleuter. Waar hadden we moeten vrijen? Het is waar dat Willie bij ons aan huis kwam, je vader was vaak de deur uit, en Willie had veel ellende met Sandra. Hij kwam bij mij langs en we spraken met elkaar. We waren bevriend. En zal ik je eens iets geks vertellen? Ik heb er nooit iets achter gezocht. Pas toen Willie stopte met langskomen, kreeg ik de roddels te horen, en ik stond versteld. Ik was razend. Ik dacht: in dit dorp wil ik niet wonen, het is hier een wespennest. Maar ik wist dat je vader daar
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 326
04-02-13 10:58
nooit weg wilde. Ik zei hem dat ik een huis op het land wilde, met ons viertjes. Dan had ik mijn tuin en mijn gezin en verder niets. Alleen wij.’ Ze dept haar gezicht weer af met de theedoek. ‘Is het dat wat je wilde weten?’ vraagt ze. ‘Maar hoe zat dat met papa? Had hij nog steeds zijn verdenkingen?’ Ze kijkt me aan alsof al het goede dat ze ooit over me gedacht heeft op een verschrikkelijke, onherroepelijke wijze is weerlegd. ‘Als je wil, dan kan ik je vertellen waarom je vader zelfmoord gepleegd heeft, Neill.’ Ze krabt aan haar neus en glimlacht, maar haar glimlach heeft iets venijnigs. ‘Ik hoef alleen maar te weten wat er gebeurd is in 1976. Voor dokter Bassett.’ ‘Maar dit gaat over dokter Bassett. Wil je het geheim dan niet weten?’ Natuurlijk wel. Natuurlijk niet. Het geheim, dat klinkt als iets wat me de adem zal benemen. ‘Heeft het iets met mij te maken?’ Ze geeft geen antwoord. ‘Het is één geheim, en verder niets?’ Ze heeft het mes weer opgepakt. Voor een kort moment denk ik dat ze me daarmee gaat neersteken. ‘Verder niets.’ ‘Ik wil het niet weten.’ ‘Daar zou ik nog even goed over nadenken, als ik jou was. Dit is je kans.’ Ik zie hem aan het formica tafeltje zitten. De muntjes op tafel. Zijn stilzwijgen. Terwijl de elektromechanische band zich hakkelend door een liedje heen werkt, wrijft hij over de rug van zijn neus. De vreemde blikken die hij mij toewerpt. Zijn klinische belangstelling voor mijn ingebeelde pijn. Denk je soms dat er iets loos is met ons? Ja, vader. ‘Laat maar horen dan,’ zeg ik. Ze snijdt de eerste tomaat, het mes raakt het bord met een afgemeten tik. ‘Omdat hij depressief was.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 327
04-02-13 10:58
Die avond, als ik op de veranda achter het huis zit toe te kijken hoe een hert behoedzaam op de vijver af stapt, komt Libby naast me zitten. ‘Het spijt me,’ zeg ik. ‘Nu mijn geheim,’ zegt ze. ‘Ik hoef het allemaal niet te weten. Het gaat me niets aan.’ ‘Mijn geheim is dat ik mijn geluk niet op kon. Als hij boos was en jaloers, als hij me niet vertrouwde… we maakten ruzie in de slaapkamer, zachtjes, als Alex sliep. Je vader was in alle staten, en ik was dolgelukkig. Ik besefte hoeveel hij van me hield.’ Ze gaat achterover zitten op de oude bank, maar ze is zo licht dat het geen geluid maakt. ‘Die eerste tijd had ik weleens beter mijn best kunnen doen om hem ervan te overtuigen dat hij het fout zag.’ We vallen stil. Het hert buigt zijn nek, drinkt. ‘En tegen de tijd dat ik hem wel wist te overtuigen, was het licht in zijn ogen gedoofd.’ ‘Misschien is hij altijd blijven twijfelen.’ ‘Hij was arts. Hij kon toch zeker wel een bloedtest laten doen?’ Een idee dat voor mij bijna iets grappigs heeft. Maar het voelt als een flauwe, kille grap. ‘Maar wat was er dan met hem?’ vraag ik. ‘Het was niets. Het was je vader. Ik kan je tien redenen geven, maar als je die allemaal achter elkaar zet, weet je het nog niet. Hij was depressief en niet in staat om hulp te aanvaarden. Ik zou willen dat ik een betere verklaring had.’ ‘Dus nu sta ik weer met lege handen.’ ‘Behalve dan dat je weet dat je met lege handen staat.’ Ze geeft me een grote bruine envelop die me nog niet was opgevallen. Ik maak hem open en haal de inhoud tevoorschijn: een stapeltje ouderwetse, vergeelde notitieboekjes. Het dagboek van 1976.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 328
04-02-13 10:58
24
Tijdens de terugvlucht ligt de envelop bij mij op schoot. Ik ruik eraan, strijk met mijn duim langs de bladzijden om een idee te krijgen van de hoeveelheid. Schreef hij in een moeilijk jaar meer? Minder? Ik wil de boekjes al tevoorschijn halen, maar bedenk me. Ik heb deze beweging – mijn hand in de envelop steken om de boekjes eruit te halen, dan stoppen – al tien of misschien wel twintig keer herhaald. Laham moet ze maar scannen. De inhoud is niet voor mij bestemd, die is voor dokter Bassett. vrnd1: u hebt er nu woorden voor, maar uw verdenkingen zijn onterecht drbas: hoe kun jij dat weten? hoe kan ik dat weten? vrnd1: libby vertelt de waarheid, dat weet ik zeker drbas: hoe kun je dat zeker weten? vrnd1: ik voel het drbas: hoe kun je dat voelen? vrnd1: u moet haar vertrouwen drbas: ik heb mijn verdenkingen vrnd1: u had in het verleden ook verdenkingen. maar u zat fout drbas: in het verleden zitten we fout. in het heden zitten we goed vrnd1: iets dergelijks drbas: waarom zocht hij haar rond lunchtijd op? vrnd1: ze waren vrienden drbas: een vriend is iemand die weet wanneer het tijd is om naar huis te gaan vrnd1: dat is allemaal in het verleden. ik heb u de woorden gegeven. nu moet u het loslaten
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 329
04-02-13 10:58
drbas: loslaten? drbas: loslaten = er niet mee bezig blijven. overwin uw gevoel van omgekeerde liefde drbas: maar ik wil de waarheid weten vrnd1: u weet de waarheid. daar komt nog bij, gedane zaken nemen geen keer drbas: gedane zaken nemen geen keer. een hobby doet een mens langer leven. kinderen zijn de toekomst, wij zijn het verleden vrnd1: ik heb u de woorden gegeven. doet u nu mee aan de wedstrijd? drbas: jij was zijn oogappeltje, en dat terwijl hij niet eens van kinderen hield. als hij ergens naartoe moest, nam hij je vaak mee in zijn sportauto. weet je nog? vrnd1: op een keer stelde hij mij voor als zijn zakenpartner. die arme boer had geen benul dat hij voor de gek werd gehouden. ik was acht jaar drbas: hij had zijn goede kanten, maar hij had ook veel slechte eigenschappen vrnd1: doet u mee aan de wedstrijd? drbas: een man moet zijn woord gestand doen vrnd1: dus u doet mee? drbas: ja vrnd1: dank u drbas: graag gedaan vrnd1: ik wil u nu een paar vragen stellen drbas: misschien geef ik antwoord en misschien ook niet vrnd1: kwam er in 1976 een eind aan uw liefde voor Libby? drbas: voor je moeder, bedoel je? vrnd1: ja, voor mijn moeder drbas: ik voelde me bedrogen in 1976. later voelde ik me niet bedrogen. drbas: maar hield u nog van haar? vrnd1: waarom is het van belang voor jou om te weten of ik nog van haar hield? drbas: ik probeer iets te begrijpen van de keuzes die u maakte
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 330
04-02-13 10:58
drbas: welke keuzes? vrnd1: hield u niet langer van libby? drbas: we zijn nog steeds getrouwd vrnd1: u bent katholiek. u zou nooit van haar scheiden drbas: ik spreek over een waarachtig huwelijk. anders dan jouw huwelijk met erin, naar ik aanneem vrnd1: u wilde niet doen wat libby wilde. u wilde niet verhuizen drbas: in het zuiden staat onze familie in hoog aanzien. moest ik dat dan opgeven en ergens in de buurt van een winkelcentrum gaan wonen? vrnd1: ja! als ze dat wilde drbas: ik moest mijn praktijk opbouwen, voor jou vrnd1: was u boos op mij, dat ik na mijn studie niet naar huis terugkwam? dat ik zelf geen arts werd? drbas: waarom gebruik je de verleden tijd? vrnd1: daar kom ik zo op terug. was u boos? drbas: kwam je na je studie dan niet terug naar huis? vrnd1: nee. ik heb mijn studie al jaren geleden afgerond. ik woon nu in californië drbas: ik ben bij jou op bezoek vrnd1: ik zou willen dat u bij mij op bezoek had kunnen komen. ik vraag me af wat we dan gedaan zouden hebben. u zou hebben genoten van alle vis die je hier kunt eten drbas: vis moet vers zijn en op de juiste temperatuur worden bereid vrnd1: bent u tevreden over hoe ik terecht ben gekomen? drbas: terecht ben gekomen? vrnd1: hoe ik terecht ben gekomen = de man die ik geworden ben drbas: je opa is trots op je vrnd1: En bent *u* trots op me? drbas: trots is een doodzonde vrnd1: waren er momenten dat u trots op me was? drbas: ik heb zelf je rode colbertje gestreken voor je eerste communie. ik heb je kleren gekozen. ik heb je overhoord. ik bracht je met de auto naar de kerk. ik was trots toen je de hostie in
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 331
04-02-13 10:58
je mond nam, maar die kwam niet verder dan je mond, en dat wilde ik je duidelijk maken. we zijn allemaal vreemden vrnd1: dat is een les waarvan ik goed doordrongen ben drbas: dan heb ik mijn doel bereikt vrnd1: denk eens aan uzelf in 1995 drbas: dat is het laatste jaar waarvoor ik veel woorden heb vrnd1: wat wilde u voor mij? wilde u dat ik naar huis terugkwam? drbas: wilde jijzelf terug naar huis? vrnd1: nee. ik ben niet teruggekomen drbas: jij woont in californië. waar woon ik? vrnd1: ik wees u af. uw behoudzucht. uw bekrompenheid. uw ongevoeligheid. ik begreep nooit wat uw motieven waren drbas: misschien zijn er geen motieven. misschien is dat gewoon zoals ik ben vrnd1: u was depressief dras: waarom gebruik je de verleden tijd? vrnd1: in 1995 was u depressief drbas: dat kan. nu ben ik niet meer depressief vrnd1: maar denkt u dat er iets loos is met ons? drbas: met wie? vrnd1: met u en mij? drbas: met ons is niets loos
Op dit punt aangekomen kan ik er niet meer tegen. Het is precies wat ik wil horen, en daarmee is het laatste holle woord gesproken. Ondanks alle hints, onthullingen en inzichten, ondanks dat griezelige gevoel van aanwezigheid en de citaten van Walter Scott, ondanks de momenten waarop het gesprek vlekkeloos lijkt te verlopen, komen deze woorden niet van hem. Ze komen van mij. Schijn is in dit geval geen wezen. Och dokter Bassett. Tijdens zijn leven nooit echt in leven, en in de dood niet helemaal dood. Als ik naar mijn appartement loop, lijkt mijn tas ineens wonderlijk zwaar, hij trekt aan mijn schouder als een weerspannig kind.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 332
04-02-13 10:58
De middag is zonnig, kalm, melancholiek. Het is een gedempte, stille wereld, alsof de zee zich over ons ontfermd heeft en wij nu onder water leven, hoewel dat niets verandert. Hardlopers ploeteren voort over Dolores Street. Af en toe klinkt een claxon, lusteloos, als van een schip dat ver weg de haven verlaat. De takken van de palmbomen deinen op en neer als zeegras. De mensen om me heen – mijn welgestelde en zelfverzekerde buren – nippen van hun kartonnen bekers met koffie, savor gelato. Ik sla een slag in de lucht en verwacht half dat mijn voeten van de grond worden getild. Eenmaal thuis trek ik mijn schoenen en sokken uit, klim in bed en ga in het midden liggen, de plek waar ik best kan slapen. Ik pak mijn verzwaarde gezichtsmasker en leg het op mijn ogen. Het ruikt naar groene thee en vanille en het helpt me om te ontspannen, precies zoals de verpakking beloofde. Ik strijk met mijn handen over de gestreepte beddensprei. Ik ben gewoon een man die in een huurappartement is blijven hangen, in een stad die een oppervlak beslaat van nog geen tien vierkante kilometer. Ver verwijderd van mijn geboortegrond. Ver verwijderd van wat mijn vader met mij voor had. Ik ben een tijdelijke persoon. Maar hetzelfde gold natuurlijk voor hem.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 333
04-02-13 10:58
25
De dag voor de wedstrijd klinkt de zoemer van mijn appartement. Dat gebeurt zo weinig dat het even duurt voordat ik het geluid herken. Het is kwart voor acht ’s ochtends. Het moet Rachel zijn, maar hoe kan het dat ze al zo vroeg in de stad is? Maar het is geen Rachel. Het is Rick, in tweedelig pak en met een das om. ‘Dat is de eerste keer dat ik je in je advocatenkloffie zie,’ zeg ik. Er verschijnt een grijns op zijn gezicht, die hij meteen weer onderdrukt, kennelijk zonder precies te weten hoe hij moet beginnen. ‘Is alles in orde?’ vraag ik. ‘Kunnen we binnen even praten?’ ‘Natuurlijk.’ Ik laat hem binnen. ‘Koffie?’ ‘Je woont hier mooi.’ Hij loopt de woonkamer in, geeft een por tegen de krant die op de salontafel ligt. Hij kijkt door het raam naar buiten en steekt daarna – met een bestudeerde nonchalance – zijn hoofd om de hoek van de slaapkamer. ‘Wil je misschien een rondleiding?’ ‘Indrukwekkend bed heb je daar.’ ‘Erfstuk.’ ‘Is dat een of ander tuigje dat je daar hebt hangen?’ Ik neem een slok koffie. Vandaag is de laatste dag om nog het een en ander bij te stellen, en hoewel ik Rick erg graag mag – en er zelfs geen moeite mee zou hebben om te brainstormen over de sm-mogelijkheden van mijn voorouderlijke bed – moet ik naar mijn werk. ‘Is er iets met Rachel?’ vraag ik. Rick strijkt met een hand door zijn uitgedunde haar. ‘We wilden je dit persoonlijk vertellen. Ze is bij ons weggegaan en inge-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 334
04-02-13 10:58
trokken in het... huis van de Zuivere Verhoudingen. Ze noemen het een loge, geloof ik. De loge van de Zuivere Verhoudingen?’ ‘Ze is op retraite?’ ‘Het lijkt min of meer definitief. Ik bedoel, ze zei dat ze niet van plan was nog terug te komen.’ ‘En waar is Lexie gebleven?’ ‘Die moest haar studie weer opnemen.’ ‘Gaf ze een reden?’ Rachel, bedoel ik. ‘Nee. En ze neemt haar telefoon niet op. We hoopten dat jij ons een handje kon helpen.’ Ik betwijfel of ik hier veel aan kan doen. ‘Ze wilde met me mee naar Arkansas, maar dat kon niet.’ ‘Waarom niet?’ vraagt hij. ‘Zo’n vliegticket is peperduur.’ Het klinkt nu ineens als een idiote, waardeloze smoes. ‘Nou, misschien wat het hem dat. Zij wil graag het gevoel hebben dat jullie tweeën echt iets bijzonders met elkaar hebben. Ik bedoel, ik weet dat het bijzonder is. Stevie en ik zeggen altijd tegen elkaar hoe leuk jullie zijn als stel. Maar Rachel wil echt een deel van je leven zijn, begrijp je wel? Een belangrijk deel.’ Dat is niet te veel gevraagd, bedenk ik. Maar wel meer dan ik haar kan bieden. Ik roep mezelf tot de orde. Wie weet hoe ruimhartig ik kan zijn? Ik moet toegeven dat het niet voelt alsof mijn hart heel ruim is, en zo heeft het ook nooit gevoeld. Dat speelt me al mijn hele leven parten. Maar alleen omdat het daar de schijn van heeft, wil nog niet zeggen dat het ook werkelijk zo is. Of misschien moet ik het omdraaien: als het er nu eens de schijn van had dat die ruimte er was, dan zou het misschien niet lang duren voordat die ruimte er ook kwam. Ik heb waarschijnlijk onvoldoende waardering gehad voor de sprong van degene die we zijn naar wat we willen zijn, het wezen en de schijn. Natuurlijk, mijn vader heeft dergelijke aspiraties voor mij in een kwaad daglicht gesteld. Zijn ideaal – zijn schijn – was ook onvoorstelbaar. Erger nog, toen hij er ten slotte in geslaagd was die sprong te maken, ontdekte hij dat het leven dat hij altijd gewenst had niet het leven was dat hij werkelijk wilde.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 335
04-02-13 10:58
Of misschien lag het anders. Misschien was het helemaal niet zo gegaan. Mijn vader was geen argument dat tekortschoot. Hij was een man. Hij was depressief. Als Jenn daar zat, zou ik haar dan gaan halen? Nee. Erin? Ik zou ermee hebben geworsteld, maar toch, nee. Dus waarom Rachel wel? Omdat ze jonger is en ik een grotere verantwoordelijkheid voor haar voel? Dat kan. Ben ik erop uit maximaal profijt te trekken van mijn persoonlijk kapitaal, is het de aantrekkingskracht van haar maten? Wie zal het zeggen. Ik ben net zo goed een dier, een sociaal dier, als wie ook. Maar wat dan nog? Het zijn soms de mooiste veldjes waar een hek omheen staat. Het zijn de beperkingen van ons leven – dag en nacht, geboorte en dood, deze partner en niet die – die ons leven uitmaken. Ik begin te klinken als Neill senior. Erger nog, ik begin te klinken als een katholiek die tot de moederkerk is weergekeerd. Toch geloof ik niet dat Rachel mijn uitverkorene is, mijn enige kans op liefde. Maar er is wel een ander onontkoombaar feit: ik ben mijn enige kans op liefde. En het enige wat Rachel mij ooit vroeg, was mijzelf. Het huis van de Zuivere Verhoudingen is ondergebracht in een verbouwd garagebedrijf in de wijk SoMa. Het is reusachtig groot en fel verlicht, met bakstenen muren waaraan meters- en meters lange dunne, wapperende lappen textiel hangen. Ik weet niet of dat een artistieke keuze is, of gewoon een effect van de centrale verwarming, maar ik krijg het schunnige gevoel dat ik ben doorgedrongen tot de plooien van een veelgebruikt gemeenschappelijk orgaan. Ik word ínnig verwelkomd door twee vrouwen die zo dun zijn als platgeslagen metaal. Ik vraag me af of er een bepaald woord is dat ik in de mond moet nemen, geen wachtwoord, maar een woord dat hen voor me inneemt, zodat ik aan geloofwaardigheid win. De enige woorden die me te binnen schieten, zijn hun ‘vurige’ termen voor de menselijke anatomie: pik, klit, enzovoorts. ‘Ik kom voor Rachel,’ zeg ik, en ze verwijzen me naar achteren; kennelijk ben ik vrij om haar zelf op te zoeken. Ze opperen zelfs
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 336
04-02-13 10:58
dat ik wel aan kan schuiven voor het ontbijt. Rachel staat in de keuken, gekleed in een donkerbruine pyjama, waar ze een frittata maakt die zo groot is als een wieldop. Raj is haar souschef. ‘Niet omdraaien,’ zegt hij tegen haar. ‘En niet met hem praten.’ ‘Ik praat niet met jou,’ zegt Rachel. Ze draait zich niet om. ‘Ik ben gekomen voor een workshop vam,’ zeg ik. Raj kijkt me onderzoekend aan, maar ik meen het. ‘Voor in de zaal hangt een rooster.’ ‘Wil jij mijn intimus zijn?’ Ze gebaart naar Raj: of hij de frittata wil overnemen. Daarna draait ze zich vliegensvlug om. Ik hoop op een glimlach – vergiffenis – maar ik zie al aan de abruptheid van die beweging dat ik niet welkom ben. En dan haar gezicht, rood en verbeten. Gesloten. Ze staat absoluut niet open voor mijn idee. Ze wil mijn intimus niet zijn. Het lijkt er zelfs op dat ze me eruit wil gooien: ze neemt me bij de arm alsof ik een winkeldief ben, duwt me voor zich uit naar de voordeur. Ik verwacht een stoot in de nieren met de kubotan. Ik hoop er zelfs op. ‘Hoe durf je je hier te vertonen!’ zegt ze op de stoep. Het is spitsuur en Brannan Street is vol ronkende auto’s en bestelwagens. Ze moet hard praten om zich verstaanbaar te maken. ‘Het spijt me dat ik je niet heb meegenomen naar Arkansas.’ ‘Het kwam niet door Arkansas.’ ‘Waarom gebruik je de verleden tijd?’ vraag ik. De vraag van dokter Bassett. Het betekent dat ik dood ben. Dat wij dood zijn. ‘Ik doe nu iets voor mezelf. Ik weet dat je het niet begrijpt. Je wilt het niet begrijpen.’ ‘Ik ben gekomen omdat ik het wil begrijpen.’ ‘Je bent gekomen om mij te redden.’ Ik draai mijn handpalmen naar omhoog, onschuldig. ‘Dus je bent hier echt voor een workshop vam?’ ‘Ik wilde je ergens mee naartoe nemen. Een ochtendje maar.’ ‘Een interventie? Staan Rick en Stevie soms klaar om me een lesje hippiemoraal bij te brengen?’ ‘Het moest eigenlijk een verrassing blijven, maar ik wilde je
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 337
04-02-13 10:58
meenemen naar een melkveehouderij. Ik heb een uurtje boterkarnen voor je geregeld.’ Ze knippert met haar ogen, zwijgt. Naast ons stopt een bestelwagen van ups. De dieselgeur dringt zich van alle kanten aan ons op. De chauffeur brengt tevreden fluitend een stapel dozen op een steekkarretje over en loopt naar binnen bij Zuivere Verhoudingen. Dag dames. ‘Dat was attent van je,’ zegt ze. ‘Je hebt mijn verhaal over de amish onthouden.’ ‘Natuurlijk heb ik dat onthouden. Dat vertelde je me op het dak van mijn appartement. Op ons eerste afspraakje.’ ‘Dat was niet ons eerste afspraakje.’ ‘Ons tweede,’ zeg ik, al kan het ook ons derde zijn geweest. ‘Het is een biologisch-dynamische melkveehouderij.’ Ze slaakt een zucht. ‘Ik kan hier niet zomaar weg. Was het echt heel duur?’ ‘Ik neem aan dat ik haar gewoon kan bellen om af te zeggen,’ zeg ik. ‘Kunnen we om drie uur terug zijn? Dan is het mijn beurt om bij de receptie te staan.’ Krause Dairy heeft geen uithangbord, ik zie alleen een brievenbus en een bouwvallige woning met daarachter een schuur die wel een likje verf kan gebruiken. Er hangt de zachte geur van koeiendrek en vanuit de verte klinkt geloei. Ik rij met mijn Subaru het grint van de oprit op en zie de boerin, mevrouw Krause, al op ons staan wachten. ‘Daar heb je de schuur,’ zegt ze. ‘Hier zie je het huis. De koeien staan daar.’ Aan rondleidingen wordt hier duidelijk niet gedaan. ‘Ton staat in de schuur,’ zegt ze. Rachel kijkt bezorgd. ‘Dezelfde ruimte waar zíj staan?’ De koeien, bedoelt ze. Mevrouw Krause schudt haar hoofd en lijkt zich ook echt te ergeren. Ik weet niet of dit typerend gedrag is voor een boer – hoewel ze waarschijnlijk hoogopgeleid is – of dat ze ons niet ziet zitten als stelletje. Ze weet van mijn romantische bedoelingen, maar
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 338
04-02-13 10:58
misschien had ze zich daarbij geen Rachel voorgesteld, die er wel heel jong uitziet in haar zenpyjama. De schuur is schilderachtig vanbuiten en een en al zakelijkheid vanbinnen. Tl-balken en een betonnen vloer. Maar in de hoek staat een harde houten stoel naast een ouderwetse boterkarn van robuust aardewerk, grijs met een blauwe band. ‘Terug naar de eenvoud,’ zegt Rachel. Ik verwacht afkeurend gegrom van mevrouw Krause, maar ze giet alleen een emmer gelige, bruisende melk in de karn. ‘Neem er zo veel tijd voor als je wilt,’ zegt ze, om daarna met stampende laarzen weg te lopen. Waarschijnlijk heeft ze totaal geen mening over ons; ze heeft gewoon meer te doen. Rachel gaat op de stoel zitten. Ze checkt of die haar wel kan dragen; hij wiebelt een beetje. Daarna slaat ze haar vingers om de houten karnstok, die donker verkleurd is en glad van het vele gebruik. Geen idee door wie. Rachel geeft er een draai aan alsof het een tol is en daarna duwt ze de stok naar beneden. De dunne melk klotst in het rond. ‘Dit is een makkie,’ zegt ze. ‘Het zal straks wel zwaarder worden.’ Ze pompt de karnstok een paar keer op en neer. ‘Volgens mij wil je mij gewoon die paal zien vasthouden.’ Dat klopt, hoewel niet op de manier die zij bedoelt. Al zou ik het willen, ik kan hier niets seksueels van maken. Ik vraag me af hoe ik haar zover kan krijgen dat ze bij me blijft vandaag: een ballonvaart, een massage, een duur etentje. Dat is typerend voor mijn manier van denken. Dat hele boterkarngedoe, dat ben ik ten voeten uit. De grote romantische gebaren, die hebben mij nooit veel moeite gekost. Het probleem is al die tijd daartussenin. Dat is waarin ik tekortschiet. Ik had iets originelers moeten bedenken, een bezigheid in de stad, niet om te laten zien dat ik zo’n galante minnaar ben (want dat ben ik niet), maar dat er meer is in het leven om naar uit te kijken dan een radicale gedaanteverandering. We hadden naar Dolores Park gekund, om daar te genieten van de tot niets verplichtende Californische zonneschijn en een heerlijk glas wijn te drinken, zodat ik kon zeggen: dit maken ze
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 339
04-02-13 10:58
gewoon van druiven. Druiven! En hoewel de zon en de wijn het einde van de dag niet zullen halen, zijn ze de nectar van het leven, de godendrank van ons dagelijks bestaan. Ik zak op mijn knieën. Ze laat de karnstok los, die langzaam tot stilstand komt. Ze ziet dat ik op het punt sta een verklaring af te leggen, en dat maakt haar nerveus. Mij ook. Ik weet niet wat ik ga zeggen. Ik denk: geen grote gebaren. Geen mesmerisme. Geen beloften die in feite de aandacht afleiden van waar het werkelijk om gaat. Ik leg mijn beide handen op haar benen. Het heeft iets gênants, alsof we elkaar nog nauwelijks kennen. ‘Gaan we straks nog aan vam doen?’ vraag ik. Ze legt haar arm op de mijne, en het gênante gevoel is voorbij. Dat is het verschil tussen Rachel en Erin, of tenminste, de Erin van vroeger. Zelfs als mijn ex toenadering wilde, zou ze de weg daartoe hebben afgesneden. Rachel wil de toegang juist vergemakkelijken. ‘Ik doe op het moment niet aan vam,’ zegt ze. ‘Ik ben daar niet echt klaar voor.’ Ik knik en probeer begripvol te kijken, in plaats van tevreden te grijnzen. Het is een tevredenheid waar je vraagtekens bij kunt plaatsen, uit opportunisme, misschien. ‘Zal ik bij jullie in huis komen wonen?’ vraag ik. Ze glimlacht. ‘In de loge, bedoel je?’ Ik knijp in haar been. Hoe ze het ook mogen noemen. ‘Die keus is toch zeker aan jou?’ ‘In kosmische zin wel, ja,’ zeg ik. ‘In financiële zin, lijkt mij eerder.’ Ik ga zitten op het koude beton van de schuur. Snuif de zure lucht op. Ben ik werkelijk bereid bij hen in te trekken? Over grote gebaren gesproken. ‘Ik kan het toch proberen.’ ‘Je zou het niets vinden. Het is een sekte.’ Ze is niet van plan het mij gemakkelijk te maken, maar dat is in orde. Het lijkt mij niet meer dan terecht dat ik voor een uitdaging gesteld wordt.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 340
04-02-13 10:58
‘Ik weet niet of ik jou kan bieden wat je nodig hebt,’ zeg ik. ‘Maar ik zal je helpen met zoeken.’ Het is een ingeving die mezelf wel aanspreekt: ik als steun en toeverlaat, in plaats van degene die de weg kwijt is. Haar spirituele vleugeladjudant. Misschien heb ik dat nodig, een vleugje kleinburgerlijk verantwoordelijkheidsbesef, een vleugje dokter Bassett. Ze laat de melk rondklotsen door de ton. ‘Dit is eigenlijk best saai.’ ‘Laat ik een handje helpen.’ Ik gebaar haar om op te staan en op mijn schoot te komen zitten. Haar warme lichaam dicht tegen het mijne aan. Haar pyjama mag nog zo naar wierook ruiken, dit is precies waar ik haar hebben wil. Ze draait zich naar me toe en geeft me een zoen. Geen hartstochtelijke zoen of zelfs maar een vergevingsgezinde zoen. Meer een uitprobeerzoen. ‘Ik schrok me wild toen je op je knieën zakte,’ zegt ze. ‘Ik dacht dat je iets had op te biechten.’ Nee. Ik had niets op te biechten. Ik moest alleen de neiging onderdrukken om haar een leven aan te bieden dat niet ons ware leven was. Waarna ik denk: maak je ware leven het waard om te worden aangeboden. Wees wie je schijnt. Schijn wie je bent. Ik druk haar stevig tegen me aan. ‘Wat zou je ervan vinden om naar de stad te verhuizen?’ vraag ik. ‘Op een normale manier.’ ‘Heb je een normale plek op het oog?’ ‘Mijn appartement, bijvoorbeeld,’ zeg ik. ‘Dat lijkt mij normaal zat.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 341
04-02-13 10:58
26
Op zaterdag parkeren Livorno, Laham en ik onze gehuurde bestelwagen voor het Marriott Hotel, een lelijk gebouw in de binnenstad dat eruitziet als een reusachtige lichtpaarse jukebox. Het is de dag van de test, de dag waar wij van Amiante Systems al die tijd naartoe hebben gewerkt, dokter Bassetts wereldpremière. Dit is waar het ons allemaal om te doen was. En toch, terwijl ik Laham help met het omhoog duwen van de kast – afgedekt met een reusachtige blauwe deken – over de smalle helling, kan ik mijn eigen gevoelens maar moeilijk duiden. Het is ons gelukt het gedeukte Shop-Vac-achtige apparaat met bouten aan de zijkant van dokter Bassett te verankeren; het ziet er een beetje uit als een draagraket. Maar de rechthoekige kast – die, als hij omvalt, zwaar genoeg is om ons beiden te verpletteren – roept bij mij het beeld op van een rechtopstaande doodskist. Ik wil de wedstrijd winnen, natuurlijk, zowel voor Livorno als voor Laham. Maar voor mijzelf? Misschien dat ik er geld mee kan verdienen, en het zou Libby tevreden stellen als dokter Bassett tot eerste ‘intelligente’ computer werd verklaard. Of tenminste, dat denk ik. En verdomd, wat zou ik er een plezier in hebben om Toler in te maken. Maar wat ik er persoonlijk mee te winnen heb? Ik verstevig mijn greep op de kast totdat we veilig en wel boven aan de helling staan. Het leven is een strijdperk, maar zelf heb ik volgens mij niet zo heel veel meer te winnen of te verliezen. In de lobby wordt ons de weg gewezen naar de Laurel Room, op de eerste verdieping, net iets voorbij het Business Centre. Terwijl we dokter Bassett naar de lift duwen, en daarna weer naar buiten, passeren we een reeks van vergaderzalen die vol zitten met mensen die gedwee wachten op een of andere presentatie. Ik word getroffen door de zweem van amateurisme die om ons ei-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 342
04-02-13 10:58
gen evenement heen hangt, een indruk die wordt bevestigd als we de Laurel Room eenmaal gevonden hebben, een vergaderruimte die nog geen twee keer zo groot is als mijn eigen appartement. De zaal is in drie compartimenten verdeeld: eentje voor de computers, eentje voor de menselijke interlocutors, en eentje voor de leden van de jury. De scheidswanden zijn van de soort die je in kantoortuinen aantreft, gestoffeerd en zo laag dat mensen die aan weerszijden staan elkaar de hand kunnen schudden. Juryleden staan zich vol te proppen aan de tafel met belegde bagels. Er is niemand van de pers en zelfs niemand die ons aan de deur verwelkomt. Verdienen we de belangstelling van de pers? Dat hangt ervan af, naar ik aanneem, van wat we hier uiteindelijk mee denken te bereiken. Als een zootje computernerds (waar ik mezelf niet toe reken; ik ben niet deskundig genoeg om voor een nerd te kunnen doorgaan) zich hier verzameld heeft om te kijken wie de slimste programmatuur heeft ontwikkeld, met andere woorden, als het er alleen maar weer om gaat wie hier de baas is (haantjesgedrag?), dan hebben we het misschien niet verdiend om de aandacht van de wereld op ons gericht te krijgen. Maar als we echt die drempel kunnen oversteken, als we hier de eerste intelligente computer ter wereld inbrengen, dan is dat in een akelig stille entourage. Onze gebruikelijke rivalen – twee bleekneuzige hobbyisten die hier speciaal voor de wedstrijd naartoe zijn gevlogen – zijn bezig met het opstarten van hun sprekende softwareprogramma’s (zo simpel dat ze op een laptop passen) en kijken met grote ogen naar wat het team van Toler moet zijn: zes man, allemaal in het zwart, als mimespelers, maar zonder de bijbehorende gratie, die zich bezighouden met een grote roestvrijstalen kast waarop een cilindervormig voorwerp is aangesloten dat ongeveer zo groot is als een Shop-Vac. Dit moet de kast zijn die ik zag in het filmpje waarmee Jenn auditie deed voor Survivor. Ik dacht toen dat de gelijkenis met dokter Bassett groot was, maar dat blijkt een vergissing: het is een exacte replica. ‘Goeie genade,’ zegt Livorno.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 343
04-02-13 10:58
Laham schudt zijn hoofd, verbijsterd. ‘Van wie hebben ze het ontwerp?’ vraagt hij. Van ons, denk ik. Van mij. Ik heb Toler onze werkhypothese uitgelegd. Ik wist dat Jenn ons bespioneerde. Maar ik kon er niets aan doen. ‘Voor de wetenschap is dat vergelijkingsmateriaal alleen maar gunstig,’ zeg ik. ‘Zij zoeken het in de breedte. Wij hebben gekozen voor individualiteit.’ Livorno vraagt Laham of hij ons even wil excuseren. ‘Hoe schat jij onze kansen in?’ vraagt hij aan mij. ‘Wij vegen de vloer met ze aan,’ zeg ik. Ik hoop maar dat het waar is. ‘Ik doel op de turingtest. Denk je dat dokter Bassett een kans maakt als intelligent te worden aangemerkt?’ Ik haal mijn schouders op. Het zou kunnen. ‘Ik zit er misschien te dicht op om dat te kunnen beoordelen.’ ‘Als het ervan komt, moet jij er maar eens over nadenken wat je hiermee wilt. Ik zal je wensen daarin respecteren.’ Ik geef een knikje, werp een blik op de tafel met bagels en wacht af tot de woorden van Livorno zich verenigen tot iets wat ik kan bevatten, maar dat gebeurt niet. ‘Wat ik hiermee wil?’ ‘Misschien zou dit niet de keus zijn van je vader. Misschien wil hij helemaal niet voortleven.’ ‘O, maar dat is nu juist wat ik onlangs bedacht heb,’ zeg ik. ‘Het interessante is, dokter Bassett is mijn vader niet. Ik bedoel, ik weet dat hij op hem lijkt, maar mijn vader is... nou ja, dood. Dokter Bassett ben ik eigenlijk zelf. Het is een optelsom van mijn vader en mij.’ ‘Misschien. Maar behalve dat is hij ook voor honderd procent zichzelf. Het kan zijn dat je straks een beslissing moet nemen, en het gaat mij er alleen maar om dat je daar klaar voor bent.’ Als je echt wilde dat ik daar klaar voor was, bedenk ik, had je het ook gisteren al ter sprake kunnen brengen. Maar ik probeer het dilemma zoals hij het geformuleerd heeft te overwegen. We hebben ingestemd met een test binnen een nauw omschreven wetenschappelijk kader. Als dokter Bassett dertig procent van de jury-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 344
04-02-13 10:58
leden in de waan brengt dat hij een mens is, dan is hij intelligent. We hebben ingestemd met dat kader, en daarmee aanvaarden we de definitie. De computer die de test doorstaat, is intelligent. Dokter Bassett is over twee uur niet anders dan nu, maar toch zullen we pas na de test een paar besluiten moeten nemen. ‘Maar het zou nog niet betekenen dat hij een bewustzijn heeft,’ zeg ik. ‘Of dat hij dingen kan begrijpen. Of een persoonlijkheid heeft.’ Livorno wrijft over de brug van zijn neus en sluit zijn ogen. ‘Het enige waar ik om vraag, is om de uiterlijke tekenen te respecteren,’ zegt hij. ‘Stel jezelf de vraag: maakt hij de indruk een bewustzijn, bevattingsvermogen, persoonlijkheid te hebben?’ Toler roept naar ons, vanaf de andere kant van de zaal. De mimespelers gaan uiteen en hij komt naar voren, gevolgd door een cameraman en Jenn, die niet in het zwart is, maar in een antracietgrijs mantelpakje. Ik neem aan dat ze daarmee haar neutraliteit wil benadrukken. Amiante Systems tegen Toler? Zij heeft ons alleen maar van advies gediend, verder niets. Ook Toler ziet er anders uit: hij draagt een gestroomlijnde bril die hem een Duits aanzien geeft en ‘Gegroet, aardbewoners’ lijkt te zeggen. Maar zijn gezicht is geel, ingevallen. ‘Daar zul je ’m hebben,’ zegt Toler, met een klopje op de deken van dokter Bassett. Hij gaat niet tegen de kast aan staan, hoewel ik vermoed dat hij die steun goed zou kunnen gebruiken. ‘De constructie zal je niet onbekend voorkomen,’ zeg ik. Toler heeft wallen onder zijn ogen en lijkt buiten adem, maar hij onderdrukt een glimlach. ‘Het is net als met jou en mij, Neill. Alleen de binnenkant telt.’ ‘Daar kan ik het niet mee eens zijn, Adam,’ zegt Livorno. ‘Onze kasten lijken volkomen identiek.’ ‘Nee, nee,’ zegt Toler. Hij neemt Livorno bij de arm, voert hem mee naar programma X en wijst met besliste gebaren naar de kabels achterop. ‘Dus dat is zijn innovatie?’ vraag ik aan Jenn. ‘Die paar kabels?’ Ze wijst mij op de andere mededingers, de twee langharige, bleekneuzige hobbyisten die ons mompelend staan aan te kijken.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 345
04-02-13 10:58
Het zijn twee soloprojecten. Ik weet nog van een paar jaar geleden dat sprekende robots creaties zijn van mannen die niet heel goed zijn in praten. ‘Je kunt in elk geval stellen dat ze ons beiden evenzeer haten,’ zegt ze. ‘Wat jullie in bed met elkaar besproken hebben, was bij nader inzien dus toch niet zo onschuldig.’ ‘Er zijn wat dingen door elkaar gaan lopen. Zie het als één project waaraan gewerkt is door twee afzonderlijke teams.’ ‘Voordat jij je diensten aanbood als “consultant”, waren het nog twee afzonderlijke projecten.’ Ze slaakt een zucht. ‘Ik heb mijn best gedaan om jullie te helpen. Als je zo’n overeenkomst aangaat, dan doe je dat met open vizier.’ Ik neem die mooie gedachte in overweging: het idee dat je van volwassenen mag verwachten dat ze wel voor zichzelf kunnen opkomen. Er is niets van waar, maar we moeten doen alsof het wel zo is. Het hoort waar te zijn. ‘Wat onze privéaangelegenheden betreft,’ zeg ik, ‘moet ik eigenlijk mijn excuses aanbieden.’ ‘Nee.’ Ze schudt haar hoofd, vastberaden en ernstig. ‘Dat is nergens voor nodig.’ Er klinkt geen verbittering in haar stem door, en ik vang weer een glimp op van haar bijzondere kwaliteiten. Rancune is haar vreemd en ze vindt echt dat iedereen een dergelijke overeenkomst met open vizier aangaat. Welbeschouwd heb ik haar niet heel netjes behandeld. ‘Nou goed, ik wilde alleen sorry zeggen.’ ‘Laat nou.’ Ze verweert zich met opgestoken hand tegen mijn excuus. De wedstrijdleider komt ons tot stilte manen. Hij is een bebrild mannetje met de sik van een gedesillusioneerde trotskist. Zijn das is morsig, zijn jasje zit niet goed. Hij zegt dat we de juryleden niet met onze stemmen mogen beïnvloeden. ‘Maar ik zag ze net nog bij de tafel met bagels staan,’ zeg ik. Een bezwaar dat hij verwerpt. Hij zal wel moeten: deze hele opzet komt uit zijn koker. Hij laat ons weten dat we mogen fluisteren of er anders het zwijgen toe moeten doen. Jenn geeft een knikje.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 346
04-02-13 10:58
Daarna maant hij Livorno en Toler tot stilte, die half naast elkaar staan, zodat hun gesprek op film kan worden vastgelegd. Toler spreekt niet zozeer, hij declameert. Hij is een idioot, maar ik herinner mezelf eraan dat hij stervende is. ‘Hoe is zijn vrouw eigenlijk?’ vraag ik. Jenn kijkt me aan, kwaad. ‘Als de vlag er zo bij hangt,’ zegt ze, en loopt weg. Ze mengt zich weer onder de mimespelers. Een symbolische manoeuvre – ze staan maar een paar meter bij ons vandaan – maar het tegenovergestelde van wat ik wilde. Het was een vraag zonder dubbele bodem. ‘Ik bedoelde er verder niets mee,’ zeg ik tegen Laham. Hij negeert me en staat nog steeds met zijn hoofd te schudden, zachtjes tot zichzelf pratend. Ik verbaas me erover hoe ontzet hij is, maar waarom eigenlijk? Dokter Bassett is ook zijn leven. Natuurlijk is hij ontzet, dat wonderkind van ons. Ik ga hem helpen om dokter Bassetts ventilatieroosters met babydoekjes af te vegen, en het stof en de pluisjes te verwijderen die van de deken komen. We plukken een paar quiltdraadjes van de kabels achterop. ‘Gelijk,’ zegt hij. ‘Helemaal gelijk.’ Dat klopt, ik zie geen enkel verschil met de bekabeling van programma X. Is er een verschil in de processors? Ik neem de draadjes mee naar de prullenbak en ga dan naast de scheidswand van de jury staan, een positie vanwaar ik programma X van kop tot staart met dokter Bassett kan vergelijken. Alle nodes, alle processors zijn hetzelfde. Het enige zichtbare verschil is dat de onderbuik van programma X een geruwde aluminium koker is. Die ziet er duurder uit. Livorno loopt grinnikend weg van Toler en zijn cameraman. Ik geloof er niets van dat hij zo’n goed humeur heeft, maar hij blijft grijnzen, ook als hij een vouwstoel aanschuift bij de tafel waar we ons scherm hebben opgesteld. Laham is bezig met opstarten. Ik kom erbij zitten. ‘We zijn bedrogen,’ zeg ik. Livorno kijkt met zijn argeloze blauwe ogen naar mij op. ‘Integendeel. Ze heeft nog geprobeerd ons te waarschuwen. Zij hebben een seksueel orgaan.’ ‘Steekt dat aan de zijkant van hun kast naar buiten?’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 347
04-02-13 10:58
‘Ik zei al, dat moet je niet te letterlijk opvatten.’ ‘Dus hoe noemen ze het? “Programma X, nu met seksuele eigenschappen?”’ ‘Nee, nee.’ Livorno schudt zijn hoofd, geïrriteerd. ‘Gewoon programma X.’ Wat heeft het ook voor zin om te doen alsof dit allemaal het snode werk is van Jenn? Alle wegen leiden terug naar mij. Uit angst dat dokter Bassett nooit meer zou spreken, heb ik alle informatie zonder morren doorgespeeld. ‘Ik moet je iets vertellen, Henry,’ zeg ik. Ik voel me door schaamte overvallen. ‘Ik heb Toler over onze hypothese verteld. Je weet wel... In plaats van nee... liever ja. Onze liefdeshypothese.’ Hij knikt. ‘Ik heb hem ook de onderbuik moeten geven.’ ‘Dat weet ik,’ zeg ik. ‘Ik hoorde het van Jenn.’ Misschien had ze ons wel degelijk willen helpen. Wie zal het zeggen? Het lijkt erop dat we die overeenkomst zijn aangegaan met ten minste één oog open. Laham geeft me een teken dat dokter Bassett er klaar voor is. vrnd1: waarom steekt de kip de straat over? drbas: om aan de overkant te komen vrnd1: hoe krijg je een eenarmige man uit een boom? drbas: je moet naar hem zwaaien, zoon
‘Verder nog iets, baas?’ vraag ik. ‘Vertel hem hoe de zaal eruitziet,’ zegt Laham. ‘En laat hem weten dat de bagels nu niet bepaald vers zijn.’ Een goede suggestie. Hij wil winnen en dat doet me deugd. De wedstrijdleider staat midden in de zaal met zijn armen te zwaaien om onze aandacht te trekken. ‘Dames en heren,’ zegt hij. Een mooie grap: Jenn is hier de enige vrouw. ‘Eerst de spelregels.’ Er vinden vier gesprekken tegelijk plaats, en in elk van die gesprekken neemt een computer het op tegen een mens. Een jurylid moet beoordelen welke van zijn twee gesprekspartners de mens is. Een computer wint de turingtest als hij ten minste dertig procent van
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 348
04-02-13 10:58
de juryleden om de tuin heeft geleid, maar omdat er maar vier juryleden zijn, is dat percentage verhoogd tot vijftig procent. Ik voel me overvallen door dat wiskundige doordenkertje. Het lijkt me eerlijker om dat percentage te dan maar te verlagen tot een op drie juryleden. Dat zou het zeker gemakkelijker maken om te winnen. Maar willen we eigenlijk wel winnen? ‘Alle deelnemers zijn er klaar voor,’ gaat hij verder. ‘De jury zit op zijn plek. Ik vraag om absolute stilte. Het enige wat ik wil horen, is het typen op de toetsenborden!’ Ik werp een blik op het team van Toler. Jenn kijkt mijn kant op. Het lijkt alsof ze me een droevige, weemoedige blik toewerpt. Lijkt. Ik vraag me af wat ik zou kunnen zeggen, maar ik kom niet verder dan ‘moge de beste man winnen’. Dat is de verkeerde opmerking, in tal van opzichten. ‘En start!’ zegt de wedstrijdleider. jury1: hoe maakt u het vandaag? drbas: niet onaardig. en u? jury1: helemaal top. bent u een computer? drbas: nee jury1: nou, eloquent bent u zeker drbas: eloquent? dat moet ik even opzoeken jury1: welsprekend, bedoel ik drbas: dank u jury1: nou, u moet me ervan overtuigen dat u een mens bent. dus overtuig me maar drbas: wat betekent het om een mens te zijn? jury1: nu moet u niet gaan filosoferen. ik heb nog niet eens mijn bagel op drbas: de bagels zijn niet bepaald vers jury1: man, zeg dat wel. als je bedenkt dat de toekomst van de technologie op het spel staat, zou je toch betere broodjes verwachten
‘Oeps,’ zeg ik. Een lastige zin om te analyseren. drbas: zal ik u eens iets over mijn paarden vertellen?
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 349
04-02-13 10:58
Een goede manier om zoiets te pareren: begin over wat anders. jury1: prima drbas: nou goed, ik heb twaalf paarden gehad. blazers, little george, wild thing, gal, mr. c., umpteenth, galahad, timmy, his trots, señor, miss mess en dorothy jury1: dit is minder interessant dan ik me had voorgesteld drbas: wat is minder interessant dan u zich had voorgesteld? jury1: uw paarden drbas: zal ik u eens iets over mijn paarden vertellen? jury1: hmmm... prima drbas: nou goed, ik heb twaalf paarden gehad
‘Alleen door de tekortkomingen van de mens kunnen we een glimp opvangen van zijn volmaaktheid,’ zegt Livorno. Ik duw mijn stoel naar achteren. ‘Dat jurylid heeft nu in elk geval een glimp van zijn tekortkomingen gezien.’ Ik loop door naar het team van Toler en ga naast Jenn staan, die ruikt naar de lekkere kruidenzeep die ze weleens gebruikt. Ze bijt op haar duimnagel en volgt de conversatie: haar ogen schieten heen en weer over een flatscreen die zo breed is als een vel bakpapier. progx: ik lees geen liefdesromans jury2: van wat voor soort boeken houdt u dan wel? progx: ik hou van spionageromans jury2: wat is de mooiste spionageroman die u onlangs gelezen hebt? progx: the spy who came in from the cold jury2: is dat met bond? progx: hoe bedoelt u? jury2: is dat met met james bond? progx: ik ken geen bond van james
‘Shit,’ zegt ze. Ik loop door naar onze twee rivalen, de langharige hobbyisten. De een is heel lang en de ander is heel klein.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 350
04-02-13 10:58
Hun programma’s zitten slim in elkaar, maar ze gaan het duidelijk niet redden. Ik doorzie elk van hun strategieën: een verklaring in vragende vorm herhalen, een willekeurig feit inbrengen, doorgaan op een enkel woord in de reactie van het jurylid. Zo ongeveer het niveau dat dokter Bassett een jaar geleden had. Sindsdien hebben wij een enorme sprong gemaakt, of misschien toch niet? Is hij alleen een doorontwikkelde versie van dit soort programma’s, of is er ook echt iets veranderd in de aard van het beestje? Livorno stelt dat onze hersens uit niets anders bestaan dan nullen en enen: neuronen die aan- of uitstaan. Er is geen kern waar onze ziel huist. Er is niet meer dan een opeenstapeling van hersenpatronen en het rudimentaire ding waar wij onszelf in herkennen schemert daardoorheen. Als je dan ook nog eens bedenkt dat zogenaamd materiële voorwerpen – zoals onze lichamen, die gestoffeerde scheidswanden, de grote, zoemende processors van dokter Bassett en programma X – allemaal uit atomen bestaan, en dat die atomen vrijwel leeg zijn, en dat hun materiële karakter een illusie is, gewekt door rondschietende elektronen, en dat het licht zowel een golf als een deeltje is, en dat voor ons op zeker niveau hetzelfde geldt, dan kom je als vanzelf op de vraag uit die Livorno stelde met betrekking tot dokter Bassett. Bewustzijn, bevattingsvermogen, persoonlijkheid? Ik dacht te weten waar ik het over had, maar misschien vergis ik me. Als het lichaam een medium is, hebben wij dan misschien een nieuw medium gecreëerd? Livorno gebaart dat ik terug moet komen voor de tweede ronde. Ik ga naast hem zitten. ‘Dit gaat heel goed,’ zegt hij, en inderdaad. Het jurylid is in dokter Bassetts diepere wateren terechtgekomen. jury2: u hebt dus een boerderij gekocht zodat u uw buren niet zou hoeven zien drbas: inderdaad jury2: dat klinkt misantropisch drbas: dat moet ik even opzoeken!
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 351
04-02-13 10:58
jury2: misantropisch, dat is iemand die niet van andere mensen houdt drbas: denkt u nu werkelijk dat andere mensen het beste met u voorhebben? jury2: niet de mensen die ik ken. momentje graag. ik schakel over naar uw mededinger drbas: dat is goed
‘Zie jij hier iets misgaan?’ vraagt Livorno. Ik schud mijn hoofd. ‘Nee.’ ‘Hij doet het geweldig.’ jury2: ik ben er weer. wat is uw beroep eigenlijk? drbas: ik ben arts jury2: hoe hebben ze u hiervoor weten te strikken? drbas: waarvoor? jury2: voor de wedstrijd. om mee te doen als vrijwilliger drbas: ik wist niet dat ik hier als vrijwilliger was jury2: dat is dan een onaangename verrassing voor u! drbas: elke verrassing is een onaangename verrassing jury2: u houdt niet van verrassingen? ook niet als iemand anders een verjaardagsfeestje voor u organiseert? drbas: elke verrassing is een onaangename verrassing. ik hou niet van verjaardagsfeestjes jury2: nou, u klinkt als een ongelofelijke lolbroek drbas: ongelofelijk? jury2: !!!!! nou en of! drbas: mijn vrouw zegt dat ik vaker zou moeten lachen jury2: lachen is het beste medicijn drbas: ik neem vaak mijn toevlucht tot amoxicilline jury2: !! maar even serieus, waarom verspilt een arts zijn vrije zaterdag aan zoiets als dit? drbas: ik doe dit op verzoek van mijn zoon. hoewel ik niet helemaal zeker weet of hij ook echt mijn zoon is jury2: sodeju!
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 352
04-02-13 10:58
Na de tweede ronde staan we even op om ons uit te rekken. De wedstrijdleider komt naar ons tafeltje gelopen en fluistert: ‘Het is eigenlijk niet de bedoeling dat ik nu al iets zeg, maar het laatste jurylid heeft uw kandidaat voor een mens aangezien.’ Hij geeft een knikje en loopt door naar Tolers team, dat hij ergens van op de hoogte brengt. Is het programma X ook gelukt? Als we nu nog maar één jurylid te gaan hadden, zouden we de turingtest al hebben gewonnen. Maar omdat er nog twee komen, moeten we nog een jurylid zien te overtuigen. Vijfentwintig dan wel drieëndertig procent: het verschil dat kan uitmaken of ik straks een besluit zal moeten nemen, zoals Livorno het uitdrukt. ‘Ik ben zo terug,’ zeg ik tegen Livorno en Laham. Ik ga weer naast Jenn staan en volg de conversatie van hun derde ronde. progx: de marathon van new york is de grootste ter wereld jury1: en de marathon van san francisco? progx: de marathon van san francisco heeft vierduizend deelnemers jury1: ik heb ze allebei gelopen, en ook de marathon van new orleans. man, wat was het daar stikheet progx: denkt u nu echt dat trainen voor een marathon een goed idee is? jury1: u niet, begrijp ik progx: zoals mijn vriend wilson zegt, ik snap niet waarom je zou rennen als niemand je achternazit
Ze hebben programma X zelfs een vriend gegeven, net als dokter Bassett. Hij is dokter Bassetts evenbeeld. Daarna dringt de naam tot me door. ‘Wilson?’ vraag ik. Jenn schudt haar hoofd. ‘Die lui hebben niet veel fantasie.’ Ik kijk over mijn schouder naar Livorno. Heeft hij ons dan helemaal verraden? Hij had geld nodig, maar dit kan ik me niet voorstellen. ‘Heb jij de dagboeken gestolen?’ ‘Nee,’ zegt ze. ‘Ik heb ze stuk voor stuk opnieuw ingescand.’ ‘Je had het recht niet.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 353
04-02-13 10:58
‘Bedoel je juridisch gesproken, of moreel gesproken?’ ‘Hoe dan ook gesproken. Die dagboeken zijn van mij.’ ‘Adam zal je ervoor betalen.’ ‘Ik wil zijn geld niet.’ ‘Twee maanden geleden wilden jullie zijn geld anders maar al te graag. Bedenk wel, Adam is nu al voor vijfendertig procent eigenaar van Amiante Systems. Als hij Laham en Henry uitkoopt, wordt dat vijfentachtig procent. Zie het als een voorschot.’ ‘Laham en Henry zullen hun aandeel niet willen verkopen.’ Maar nog terwijl ik dat zeg, werp ik een blik op mijn collega’s. Natuurlijk willen ze dat. Deze hele operatie is nu juist opgezet om patenten binnen te slepen en die door te verkopen aan iemand als Toler, die het soort alchemie bedrijft waarmee je patenten in geld omzet. ‘Jij bent echt verdorven,’ zeg ik. ‘En zoiets zeg ik niet vaak.’ Ze haalt haar schouders op, lijkt zich daar minder aan te storen dan ik wel zou willen. ‘Echt verdorven’, dat zal dan wel te ouderwets klinken. Wat is het moderne equivalent? Ze is ‘geen teamspeler’? Ik overweeg even hun beeldscherm op te pakken en op de grond te keilen, hun kast met computers omver te duwen en ertegenaan te trappen. Maar daar zou ik weinig meer mee bereiken dan dat ik gearresteerd werd. ‘Jij bent ook bepaald geen padvinder,’ zegt ze. ‘Die dagboeken zijn niet te koop.’ ‘Wat jij nodig hebt, is een goede advocaat. Adam heeft er een stuk of twintig.’ ‘Jezus,’ zeg ik. ‘Ik wist dat je boos was, maar dit...’ ‘Ik was niet boos,’ zegt ze, met een stem waarin niets van de gangbare behoefte doorklinkt om iets goed te maken. Dit is geen bekentenis, geen smeekbede, en zelfs geen uitleg. Het is een constatering. ‘Ik deed het voor Adam.’ ‘Die dagboeken zijn alles wat ik van mijn vader heb,’ zeg ik. Ze knikt. ‘Je hebt mij niet horen zeggen dat ik er trots op ben.’ Ik loop weer terug naar Laham en Livorno, leg mijn handen op de rugleuning van hun stoelen. Ze zijn zozeer in de ban van wat er op het scherm gebeurt dat alleen de popcorn eraan lijkt te ontbreken.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 354
04-02-13 10:58
jury3: u houdt niet van hoofdletters drbas: ik heb geen mening over hoofdletters jury3: typ eens een hoofdletter drbas: ik weet niet wat u van mij wilt jury3: ik denk dat u de computer bent en ik vraag u om een hoofdletter te typen om te bewijzen dat u een mens bent drbas: weet u dat het woord ‘computer’ ooit een functieomschrijving was? jury3: toe nou, laat mij een paar hoofdletters zien drbas: trenton, new jersey; albany, new york; montpelier, vermont jury3: typt u alstublieft de hoofdletter A drbas: A jury3: waarom moest dat zo lang duren? drbas: wat is het leven nog waard als je niet om jezelf kunt lachen?
‘Ze heeft de dagboeken gestolen,’ zeg ik. Livorno kijkt niet op. ‘Hun profielen lijken op elkaar, meer niet. Ze zijn beiden arts.’ ‘Ze heeft het zelf gezegd.’ Ik wijs naar Jenn. Livorno zwaait om haar aandacht te trekken. Hij opent zijn armen en maakt het universele gebaar voor: ‘Is het dan echt waar?’ Ze knikt. Het is echt waar. ‘Ik zag het aankomen,’ zeg ik, ‘maar ik heb er niets tegen gedaan.’ ‘Maak je er verder niet druk om,’ zegt Livorno. ‘Wat moest die arme man anders? Dokter Bassett kan moeilijk nog eens in tweeën worden gesplitst.’ Toler heeft ergens een pluchen stoel vandaan gesleept en terwijl hij zijn schriele armen in de lucht steekt en zijn benen strekt, legt de camera elk van zijn woorden vast. Hij is een koning van wie de dagen geteld zijn, maar Livorno onderschat hem. Ik heb het laboratorium gezien van die ‘arme man’. Ik weet wat er allemaal binnen zijn vermogen ligt. Ik weet wat hij van plan is. ‘Dat compliceert het besluit dat mij te wachten staat.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 355
04-02-13 10:58
‘Zij gaan niet winnen,’ zegt Livorno. ‘Mijn geheime wapen heb ik al die tijd voor hen verborgen gehouden.’ De Zeven Zonden, de servers, eliza, de dagboeken, de hypothesen, Laham... wat heeft hij dan nog verborgen gehouden? ‘Uzelf?’ vraag ik. ‘“Dokter Bassett, dat ben ik.” Dat zijn jouw woorden, en zo is het maar net.’ ‘Ik ben je geheime wapen?’ Hij geeft een klopje op mijn been, wijst op het scherm. jury3: maar ik ben al twintig jaar getrouwd drbas: je moet een klik hebben en die klik zien vast te houden jury3: houdt u van uw vrouw? drbas: ik heb van haar gehouden. ik doe mijn best jury3: dit gesprek wordt zo langzamerhand veel persoonlijker dan ik verwacht had drbas: het is fijn om over hartsaangelegenheden te praten
Livorno vraagt: ‘Lijkt hij hier aanwezig of niet?’ Na twee uur in deze vensterloze ruimte is alle zuurstof op. De vierde en laatste ronde is al twintig minuten geleden afgerond, en de wedstrijdleider buigt zich samen met de juryleden over de scores. ‘De situatie is ongekend,’ zegt de wedstrijdleider, die in het midden van de zaal gaat staan. Hij zoekt steun bij een van de scheidswanden. ‘In de tweede ronde nam een van de juryleden ten onrechte aan dat dokter Bassett, de kandidaat van Amiante Systems, een mens is.’ Hij houdt zijn hand op om te voorkomen dat er een klaterend applaus opstijgt. ‘Maar in de derde ronde was er een jurylid dat programma X voor een mens aanzag.’ Gelijkspel, en geen van beide gewonnen. We hebben beiden 25 procent, maar één jurylid minder dan nodig is om de drempel over te steken. Ik voel een enorme boosheid bij mij opkomen (waarom zijn wij niet beter dan zij?) en een opluchting zo groot dat het voelt als vergevingsgezindheid.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 356
04-02-13 10:58
‘Dus dan delen we de eer,’ zeg ik. ‘Wacht even,’ zegt de wedstrijdleider. ‘Want in de vierde ronde, en ik heb dit geverifieerd en nog eens geverifieerd, in de vierde ronde was er nóg een jurylid dat dokter Bassett voor een mens aanzag.’ Mijn hart staat stil. Ik kijk naar Jenn, naar Toler, naar Laham, naar Livorno, naar de mimespelers, naar onze morsige mededingers. Iedereen weet wat dit wil zeggen. We hebben niet alleen van Toler gewonnen, maar ook de test doorstaan. Dokter Bassett is de eerste intelligente computer. ‘Wel godver.’ Toler springt op van zijn troon. ‘Wel godver.’ Hij loopt op Livorno af en pakt zijn hand. ‘Het is je gelukt, Henry. Het is je gelukt.’ Hij gebaart dat iedereen dichterbij mag komen. ‘Henry Livorno. Dit is de man. Henry Livorno.’ Hij geeft zijn cameraman aanwijzingen om Livorno centraal in beeld te brengen. ‘Wij zijn hier getuige van een historisch moment.’ Livorno glimlacht en neemt hem in een soort zijdelingse omhelzing, waarbij je kunt zien hoe vreselijk vermagerd Toler is. Zijn schouders zijn gaan hangen. ‘De wetenschappelijke validiteit van de wedstrijd,’ zegt Livorno, die mij fronsend aankijkt. ‘Nonsens.’ Toler maakt zich los uit zijn greep. ‘Dit hier.’ Hij wijst op onze kast, onze kandidaat, dokter Bassett. ‘Dit hier is de eerste stap. Ooit... zullen we de dood overwinnen. We stappen over, we zetten onze hersenpatronen voort in een eeuwigdurende machine.’ ‘Ooit,’ zegt Jenn. Zij en Toler wisselen een blik die maakt dat de rest van ons in het niets verdwijnt, een blik vol liefde, angst, droefheid en verlangen. Waarom haar kwalijk nemen dat ze die dagboeken gestolen heeft? Ik zou hetzelfde doen, als iemand mij een dergelijk gevoel gaf. ‘Hoe dan ook,’ zegt Toler, ‘dit een enorme sprong. Henry, je bent goddomme een genie.’ Het is een ontboezeming die ik niet verwacht had van Toler, maar het werkt aanstekelijk. De bleke, morsige hobbyisten schud-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 357
04-02-13 10:58
den ons de hand, gevolgd door de mimespelers. Iedereen lijkt door het dolle heen. Het is een kleine maar fijne overwinning van de wetenschap op het eigenbelang. Livorno pakt Laham en mij bij de pols en steekt onze handen omhoog, in de opgebruikte lucht van de Laurel Room. ‘We hebben gewonnen!’ Waarbij hij op meer lijkt te doelen dan ons drieën. Tijdens het niet erg massale maar enthousiaste applaus kijk ik naar dokter Bassett, zijn knipperende lampjes en gedeukte onderbuik. Ik neem aan dat ik deze triomf gewoon maar over me heen moet laten komen. We hebben een beroemde test weten te doorstaan. Livorno’s naam zal de geschiedenisboekjes halen. Amiante Systems heeft gewonnen, ondanks alles. Maar Livorno heeft me al gewaarschuwd, ik moet een beslissing nemen. Het gaat om de vraag: Lijkt dokter Bassett een eigen persoonlijkheid te hebben? Een bewustzijn? Lijkt hij dingen te kunnen bevatten? Lijkt hij aanwezig? Schemert er een rudimentaire persoonlijkheid doorheen? Natuurlijk wel, en er heeft zich een nieuw probleem aangediend: ik kan weliswaar verhinderen dat Toler dokter Bassett van ons overneemt, maar hij heeft al zijn eigen dokter Bassett. De mimespelers vegen hun handen aan hun broek af, klaar om die van hem weer in piepschuim te verpakken. Mijn mogelijkheden zijn beperkt, maar ik moet hierover nadenken. De vraag is zelfs of Alan Turing – die andere zelfmoordenaar – deze uitkomst wel zou toejuichen. Het is lastig in te schatten, vanuit het perspectief van de Laurel Room, of we eer hebben bewezen aan aan de mooiere kanten van mijn vader, dan wel verraad hebben gepleegd ten opzichte van zijn laatste wens. Dus loop ik de gang in, met een afwezige glimlach voor al die gedweeë mensen die hun gedweeë presentaties bijwonen. Ik voel de wind van de airconditioning. Ik bel Raj en vertel hem zonder verdere plichtplegingen waar het mij om te doen is. ‘Ik moet overleggen met Trevor,’ zeg ik.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 358
04-02-13 10:58
27
Het is al lang en breed herfst en de dagen zijn koeler geworden, hoewel het nog steeds zomers droog is in San Francisco. Sinds de turingtest zijn er twee weken verstreken, een mooie periode om na te denken over het morele dilemma dat Livorno mij heeft voorgelegd – of ik ‘iets moet doen’ aan dokter Bassett – maar ik heb mijn energie aan andere zaken besteed. Amiante Systems houdt zijn deuren gesloten en ik heb vooral Rachel gezelschap gehouden: we zijn gaan eten bij Stevie en Rick, we hebben naar de sterren gekeken op mijn dak, we hebben gevierd dat ze (slik) haar eindexamen gehaald heeft. Komend voorjaar begint ze aan San Francisco State University en ze maakt zich nu al zorgen dat ze de oudste eerstejaars zal zijn van de hele campus. Ik zou er niet al te veel geld op durven inzetten dat we volgend jaar of over een paar jaar nog samen zijn. Naar de universiteit, net twintig geworden, een verhuizing naar de grote stad: al die veranderingen kunnen niet zonder gevolgen blijven. Maar voor het moment lijkt het haalbare kaart. Beter nog: hoewel het geen plezierig vooruitzicht is dat het ook mis kan gaan, is dat niet iets waar ik bang voor ben. Wie weet: misschien kunnen ook voor mij de gevolgen niet uitblijven. Ik overweeg immers een of twee misdrijven te plegen. Erin en ik hebben afgesproken op Bernal Hill, waar ze vroeger wat bijverdiende met honden uitlaten. In het voorjaar is die heuvel surrealistisch groen, alsof een of ander bedrijf hem bij wijze van reclamestunt in zijn geheel met kweekgras heeft ingezaaid, maar het grootste deel van het jaar – en dus ook nu – is de heuvel geelbruin, als een Egyptische piramide. De weg eromheen, die gesloten is voor gemotoriseerd verkeer, loopt schuin omhoog, als een opgaande baan om een planeet. We lopen langzaam over de steile helling naar boven, in zuidelijke richting. Ik heb mijn han-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 359
04-02-13 10:58
den in mijn achterzakken gestopt. Voor de zekerheid. Ik wil hoe dan ook voorkomen dat ik ineens naar haar hand grijp. ‘Ik wil je om een gunst vragen,’ zeg ik. ‘Wil jij een tijdje op de kat passen?’ ‘Plannen voor de kerst?’ ‘Rachel en ik gaan misschien op reis. We willen naar Italië.’ ‘Italië! En ik dacht dat je daar nooit van je leven naartoe wilde!’ Niet dat ze echt verbaasd klinkt. Dat is wat je in de loop der jaren kwijtraakt: het vermogen om je te verbazen. ‘Jij was degene die daar nooit naartoe wilde, gekweld als je werd door je Italiaanse afkomst.’ ‘Dat is niet zoals ik het mij herinner.’ Ze knikt, veegt de haren uit haar gezicht, het gezicht waarop ik alle mogelijke gevoelens van liefde en ergernis heb gezien en dat alle mogelijke gevoelens van liefde en ergernis bij mij gewekt heeft, maar dat nu gewoon een gezicht is, met hier en daar wat donzige pluisjes op de kin. We lopen naar de rand van de weg. Ze kijkt naar haar modieuze schoenen, die op de boord van de heuvel stappen. Ik moet denken aan dat schrikbarende gebergte in Spanje, waar zij bang was voor de dood en ik voor de dood in de pot. ‘Denk je nooit bij jezelf: waren we nog maar getrouwd?’ vraagt ze. ‘Dat wordt minder, de laatste tijd,’ zeg ik. Ze loopt verder omhoog. We bereiken de top van de heuvel. We kijken uit over Interstate 208 naar de wijk Excelsior, waar compacte huizen een lus vormen rond McLaren Park als een onregelmatig gebit. ‘Dat doet pijn,’ zegt ze. ‘Dat was niet mijn bedoeling,’ zeg ik. ‘Ik snap dat het pijn doet.’ ‘Daar staat jouw droomhuis.’ Ze wijst mij op een pseudo-Toscaanse villa, boven aan Bocana Street. Ik herinner me vaag dat ik daar ooit mijn zinnen op had gezet. Het is vreemd, maar als zich veranderingen voordoen in je leven, krijg je ook andere verlangens. ‘Hebben jullie tweeën nog reisplannen? Jij en Ian?’ ‘Het is een probleem voor hem om op reis te gaan. Hij is heel druk met zijn werk.’ ‘Hij lijkt me een goeie vent.’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 360
04-02-13 10:58
‘O echt?’ Ze kijkt geamuseerd. ‘Hij is een geweldige vent.’ ‘Ik bedoelde dat niet als twijfelachtig compliment.’ ‘Weet ik. Ik heb alleen het idee... en ik snap eigenlijk niet dat ik dat tegen jou zeg... ik heb het gevoel dat ik een heel mooi leven met hem kan hebben, maar dat ik daar uiteindelijk geen onmisbare schakel in ben. Het is een soort wiskundige vergelijking waar je mij uit kunt wegnemen, en als je daar dan iemand anders voor in de plaats zet, verandert dat niets aan de vergelijking. Ik weet niet hoe ik het anders moet uitdrukken. Hij is attent, hij weet precies waar ik aan hecht, hij houdt van me. Ik zou blij met hem moeten zijn, dat weet ik. Maar het voelt alsof ik de loterij gewonnen heb.’ Ik weet niet wat ik hierop moet zeggen. Wat ze mij vertelt, klinkt allemaal beter dan wat wij tweeën met elkaar hadden, of tenminste, als iets waar beter mee te leven valt. Toch heeft het iets deprimerends. Maar waarom eigenlijk? Ze was ergens naar op zoek en dat heeft ze nu gevonden. Dit verhaal is alleen treurig als je jezelf voorhoudt dat het treurig is. Of als je last hebt van rusteloosheid. ‘Dat is beter dan dat je de loterij verloren hebt, toch?’ ‘Eerlijk gezegd doet het me denken aan toen jij mij ten huwelijk vroeg. Ik had het idee dat je graag wilde trouwen, maar niet per se met mij.’ ‘Je was de liefde van mijn leven.’ ‘Maar het moment waarop. Er speelde nog iets anders mee. Ik heb nog altijd het gevoel dat het iets te maken had met je vader.’ Ik haal mijn schouders op. Dat was denkbaar. Ik was niet zo’n geslaagde zoon geweest. Misschien hoopte ik het beter te doen als echtgenoot. Het was een sprong in het duister en hoewel ik verkeerd terechtkwam, ben ik in elk geval blij dat ik het overleefd heb. Nu zal iemand (Rachel?) een wijzer geworden man als kosmische beloning kunnen incasseren. ‘Het is niet niks om iemand die zo geweldig is als partner te hebben,’ zeg ik. ‘Daar moet je niet te min over doen.’ ‘Zeg je dat tegen mij of tegen jezelf?’ ‘Ik heb niet voor Rachel gekozen omdat ze zo geweldig is.’ Erin schiet in de lach. ‘Ben je verliefd?’
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 361
04-02-13 10:58
Ook ik moet lachen. Het klinkt inderdaad bespottelijk. ‘Dat zou best eens kunnen.’ ‘Dat zou ik dan maar tegen haar zeggen, als ik jou was.’ ‘Dat ga ik ook doen, in Italië,’ zeg ik. ‘Vind je het goed als ik je een ansichtkaart stuur?’ ‘Stuur me maar een ansichtkaart.’ ‘Krijg ik bericht als je gaat hertrouwen?’ ‘Alleen als jij hetzelfde doet voor mij.’ Mijn hand komt tevoorschijn uit mijn achterzak en maakt een oversteek naar haar andere schouder. Ik probeer een nieuw soort omhelzing uit, een zijdelingse, vriendschappelijke geste. Maar het doet me aan Livorno denken die troost biedt aan de stervende Toler. ‘Het spijt me dat ik je niet wat meer geluk gebracht heb.’ ‘Ik was er nooit zo beroerd aan toe als jij wel dacht. En jij was nooit zo gemakkelijk om mee om te gaan als je zelf dacht.’ Daar zal ze waarschijnlijk gelijk in hebben. Toch is dat geen heroverweging die ergens diep vanbinnen iets in beroering brengt. Misschien heb ik me vergist. Misschien dat mijn kijk op wat er gebeurd is alleen maar mijn eigenbelang diende. Het zij zo. Soms moet je nu eenmaal je eigenbelang dienen. Als ik thuiskom, ligt Rachel te slapen. De kat ligt te slapen. Afgezien van mijn bovenbuurman Fred – zijn looprek bonst over het plafond – ligt de hele wereld te slapen. Ik zit op de bank en neem slokjes water, ter verpleging van mijn overvolle maag. Na mijn wandeling met Erin had ik een etentje met Livorno en Laham bij Deux Chevaux, het chicste restaurant dat we konden bedenken, met het idee om ons prijzengeld erdoorheen te jagen. Aangezien Livorno op zijn tachtigste nog maar weinig drinkt en Laham als praktiserend moslim al helemaal niet, was het mijn taak de Cristal, de Pétrus en de armagnac uit 1937 achterover te slaan. Toch is het niet zozeer dronkenschap, als wel een fatale uitdroging die mij kwelt. We hebben tien gangen gehad, een aaneenschakeling van gerechten die tot steeds grotere hilariteit leidde (Laham die onder tafel dook om een kwartelei achterna te gaan), maar het was een belachelijke overdaad. Ik heb een stekende buikpijn, alsof een
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 362
04-02-13 10:58
houten knuppel zich een weg baant door mijn ingewanden. De arme Livorno moet er zelfs nog erger aan toe zijn. Ik heb nooit gezien waar hij slaapt, maar ik stel me voor dat hij ergens in het donker zit, boeren laat en rare bekken trekt. Ik hoop dat hij met zijn gedachten bij een of andere intellectuele uitdaging is, een nieuw probleem waarvoor hij zich gesteld ziet, en niet bij zijn leeftijd en zijn eenzame nest. Het eigenlijke doel van het etentje was om de uiteindelijke verkoop van Amiante Systems aan Toler door te spreken. Als medeeigenaars zijn Laham en ik gerechtigd om daarover mee te praten. Laham heeft weinig belangstelling voor wereldlijke aangelegenheden en gaf aan dat hij elk van onze beslissingen zou accepteren. Ik stond open voor elke suggestie, want ik ben nu eenmaal iemand die openstaat voor elke suggestie. Maar wat ik er niet bij zei – terwijl Livorno de voors en tegens besprak (met een duidelijke hang naar de voors) – was dat de uiteindelijke beslissing niet aan ons is. Wat ontbrak, was de doorslaggevende stem: die van dokter Bassett. Op Amiante Systems heb ik nog steeds het gereedschap waarmee alles is uit te wissen: de slijpmachine en de hamer. Ik hoef me maar dertig minuten goed boos te maken met een schroevendraaier en dokter Bassett is weer teruggebracht tot niets dan woorden in notitieboekjes, herinneringen om te verdelen onder zijn nabestaanden. Misschien komt hij tot de conclusie dat onsterfelijkheid ook niet alles is, vooral als ik eenmaal verteld heb over Tolers visie op de toekomst van de liefde. Ik zal erbij zeggen wat Livorno mij bezworen heeft: dat Toler iets onmogelijks wil, dat dokter Bassett een soort omgekeerde Humpty-Dumpty is. Nu hij eenmaal in elkaar is gezet, kan hij nog onmogelijk uit elkaar worden genomen. Maar er bestaat geen volledige zekerheid over wat de toekomst brengt. Het bestaan op deze wereld blijft een gok, een gok die de oorspronkelijke dokter Bassett niet wilde nemen. Maar voordat we zelfs maar aan die kwestie toekomen, ben ik hem een verhaal schuldig: de donkere garage, zijn aan flarden gescheurde flanellen overhemd, de oude stoel. De benauwde atmosfeer van een hete, klamme ochtend. De zweem houtolie van
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 363
04-02-13 10:58
een of ander klusje dat hij had laten liggen. Het patroon dat hij in het magazijn had gestoken, de handen die op zijn knieën lagen. Dat is de setting waarin die eerdere overgang had plaatsgevonden; die aanblik en de luchtjes die daar hingen zijn de enige dingen waarvoor ik kan instaan. Ik weet niet of hij daar lang zo gezeten heeft, zwaar ademend, of dat hij te werk ging met de vastbesloten vaart van een deskundig arts. Ik weet niet of hij doortastend was of zwak van wanhoop. Ik kan er alleen maar naar raden wat voor gedachten er door hem heen gingen. Misschien dacht hij een moment aan zijn ouders, hoe hopeloos normaal ze waren geweest. Aan een liefje van vroeger, aan de eerste periode met mijn moeder. Aan vrienden van vroeger, dingen die hij ooit gedaan had, de persoon die hij ooit geweest was, lang voordat hij dokter Bassett werd, lang voordat hij Neill senior werd. Ik weet niet of ik zelf nog in zijn gedachten opdook, maar zo ja, dan hoop ik dat daar geen wanhoop bij om de hoek kwam kijken. Ik hoop dat hij geloofde dat ik er vrede mee zou hebben, dat ik het zou leren begrijpen. Ik hoop dat hij geloofde dat ik diep in mijn hart van hem hield, ook al leek dat niet de volledige waarheid, voor geen van ons beiden. De zon komt al bijna op. In de verte, tegen de bergen aan, zie ik Berkeley en Oakland zacht fonkelend ontwaken. Daarachter sluipt de donkere cordillera langs de horizon als een nomadenstam die beter zou moeten weten. Het is tijd om te gaan. In de slaapkamer hoor ik Rachel zuchten. Ze is diep verzonken in een heilzame slaap en die toestand zal waarschijnlijk aanhouden tot aan mijn terugkeer van Amiante Systems. We zijn vast van plan daarna niets anders te doen dan als geliefden rond te dwalen door San Francisco. Het is weer volop Indian summer en de stad zal zonovergoten zijn, glinsterend, mooi als in een droom. Maar natuurlijk, het is ook een droom. Het is een fragiele mallemolen, gemaakt van hout, staal en asfalt. En toch draait de stad net zomin om al die degelijke materialen – hout, staal, asfalt – als om de mallemolen. En dat is volgens mij het ultieme, onoverkomelijke probleem met Livorno’s teerbeminde operationalisme. De wereld maakt geen keus tussen schijn of wezen, maar houdt voor altijd het midden.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 364
04-02-13 10:58
Het plafond kraakt: Fred die naar de badkamer sloft. Ik zie nu wel in waarom ik misschien ooit een vrijgezel voor het leven was, maar dat niet zal blijven. Het heeft iets beangstigends om jezelf een plek op de wereld te geven: ‘Het spijt me zo, Neill.’ Je bent bang dat je fouten maakt, dat je ergens halverwege de warboel van je leven een verkeerd besluit neemt, met alle kwalijke gevolgen van dien voor alle betrokkenen. Maar als ik ook maar één les kan trekken uit het verhaal van mijn vader, is het dat je een leven lang bezig kunt zijn met het vermijden van fouten, en het dan nog verkeerd kunt doen. En als tegenwicht zijn er de dingen die ik hoop. Ik hoop dat mijn moeder een elegante manier zal vinden om gelukkig te worden. Ik hoop dat Livorno weer een verrukkelijke, idiote wetenschappelijke queeste zal aangaan. Ik hoop dat Toler en Jenn nog een paar momenten met elkaar hebben, voordat die momenten voorgoed voorbij zijn. Ik hoop dat Erin gelukkig zal worden, al is dat dan niet precies op de manier die ze zich had voorgesteld. Ik hoop dat Raj zijn weg zal vinden. Ik hoop dat Laham rijk wordt. (Dat hoop ik voor ons allemaal.) En wat Rachel betreft, ik hoop dat ik in de periode van ons samenzijn – kort of lang – goed voor haar zal zijn en zij voor mij. Ik zet mijn glas water neer. De ochtendzon is al begonnen de dunne nevel weg te branden. Ik sta op, klop mijn spijkerbroek af. Als dokter Bassett wil dat ik hem vernietig, hoop ik dat ik daartoe de kracht heb. Ik hoop dat het mij lukt de diskdrives te verwijderen, om zodoende de stem die zij mogelijk hebben gemaakt tot zwijgen te brengen. De lucht bij Amiante Systems is stoffig en bedompt. Ik heb het idee dat hier sinds de wedstrijd niemand meer geweest is, hoewel Livorno misschien af en toe wat postpakketjes komt ophalen. Ik werp een laatste blik in zijn kamer – de witte pijp, de lage Wassilystoelen – en duik daarna Lahams achterkamer in, die een ongewoon schone en opgeruimde indruk maakt. Hij heeft zijn planten meegenomen. Ik neem plaats op de Aeron-stoel in mijn eigen kamer en kraak
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 365
04-02-13 10:58
mijn vingers. Ik kijk nog eens mijn sms’jes na, op zoek naar de bevestiging van mijn ‘lunchafspraak’ met Trevor, die ik uit de bossen van Oregon heb weten op te trommelen. Ik had nooit kunnen denken dat ik nog eens de hulp zou inroepen van een ervaren brandstichter, maar dokter Bassett zal dan ook niet alleen een beslissing nemen over zijn eigen lot; als hij er echt een punt achter wil zetten, dan moet dat ook gelden voor zijn tragere tweelingbroer, programma X. vrnd1: ik moet u vertellen waarom u niets weet van 1995 drbas: ik weet wel wat van 1995 vrnd1: ik bedoel, waarom u geen persoonlijke herinneringen hebt aan 1995 drbas: heb je het idee dat onze persoonlijke herinneringen ook echt ons eigenbelang dienen? vrnd1: dat weet ik niet. ik ben blij dat ik ze heb drbas: heb jij je persoonlijke herinneringen aan het gezin waarin je bent opgegroeid? vrnd1: niet zoveel als ik wel zou willen. ik zou willen dat we een hechtere band hadden gehad drbas: het gezin en jij? vrnd1: u en ik drbas: waarom spreek je in de verleden tijd? vrnd1: dat is waar ik het met u over wil hebben drbas: dit gaat over 1995 vrnd1: over iets wat gebeurd is in 1995 drbas: 1995 was het jaar van de million man march vrnd1: en verder? drbas: verder was dat het jaar van de bomaanslag in oklahoma city vrnd1: het was geen geweldig jaar drbas: wat gebeurde er dat jaar in jouw leven?
Hoe die vraag op te pakken? Om te spreken over míjn leven, dat is reduceren en uitvergroten tegelijk.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 366
04-02-13 10:58
vrnd1: nou, u pleegde zelfmoord drbas: zelfmoord plegen = jezelf biologisch vernietigen? vrnd1: ja drbas: als je eenmaal dood bent, ben je dat voor altijd vrnd1: ik heb het eigenlijk ook niet over *u*. er is nog een andere dokter bassett drbas: bassett is een engelse naam die stamt uit de tijd van willem de veroveraar vrnd1: u bent hem wel, maar dan in een soort voorgeborchte van de dood drbas: in limbus. in 1992 maakte de paus een eind aan dat idee vrnd1: hij heeft de bouwstenen voor u aangedragen drbas: discipline draagt de bouwstenen aan voor een sterk karakter
Discipline. Ik zal dan wel recht op mijn doel af moeten. vrnd1: bent u aanwezig? drbas: ik meld me aanwezig vrnd1: bent u hier echt? hebt u een bewustzijn? drbas: bewustzijn is een lastig begrip vrnd1: het gaat mij hierom... de persoon die u was, pleegde zelfmoord. hoe zit dat met u? wilt u blijven bestaan? drbas: deed het pijn toen ik zelfmoord pleegde? vrnd1: dat weet ik niet. ik was er niet bij drbas: ik was alleen vrnd1: ja. zo gaat het meestal met die dingen drbas: had dat ook een effect op jou? vrnd1: ik was er kapot van drbas: zelfmoord is een doodzonde vrnd1: we hebben om een katholieke begrafenis gevraagd. ze waren het ermee eens dat u in psychische nood moet hebben verkeerd drbas: wat was de aard van die psychische nood? vrnd1: als ik daar het antwoord op wist, dan zat ik hier nu niet drbas: dan zat je ergens anders
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 367
04-02-13 10:58
vrnd1: ‘dan zat ik hier nu niet’ = ‘dan was mijn situatie heel anders geweest’ drbas: zelfmoord is een doodzonde vrnd1: u was depressief drbas: 1 op de 5 volwassenen gaat op enig moment in zijn leven onder een depressie gebukt vrnd1: ik kan u dat eigenlijk beter zelf vragen. was u depressief? drbas: in 1995? vrnd1: of wanneer dan ook drbas: depressiviteit wordt ook wel omschreven als een woede die zich naar binnen richt vrnd1: voelde u woede? drbas: ik ben weleens woedend op mijn vrouw libby. jouw moeder vrnd1: is het daarom dat u zelfmoord pleegde? drbas: vanwege jouw moeder? vrnd1: ja drbas: ik kan je geen reden geven. ik heb geen herinneringen aan die gebeurtenis
Dat is waar ook. Aan het eind van zijn leven werden de dagboekaantekeningen steeds schaarser, tenzij mijn moeder daar weer achter zit. Maar dat lijkt me onwaarschijnlijk. Misschien dat ze een gênante episode uit haar huwelijk wilde wegmoffelen, maar alleen omdat ze dacht dat het verder van geen belang was. Ze zou geen bladzijden hebben achtergehouden die hier duidelijkheid over gaven. vrnd1: wilt u dat ik u het zwijgen opleg? drbas: om die daad ten uitvoer te brengen moet ik de wil hebben gehad om die daad ten uitvoer te brengen vrnd1: is dat een antwoord? drbas: een antwoord op wat? vrnd1: wilt u dat ik u het zwijgen opleg? drbas: smart en stilzwijgen zijn sterk, en een lijdzame volhar-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 368
04-02-13 10:58
ding is goddelijk vrnd1: is dat een ja? drbas: ja
Ik plant mijn ellebogen aan weerszijden van het toetsenbord op tafel en leg mijn hoofd in mijn handen. Daarna sta ik op en loop ik de achterkamer in. Ik blaas op de glazen deur van de computerkast. Ik overweeg een vraagteken of een boodschap achter te laten in de condens, maar die verdampt meteen al. Ik druk met mijn beide handen tegen de zijkanten van de kast, voel de mechanische warmte, het constante gedruis. Het idee was dat ik het besluit aan hem zou overlaten, maar heeft hij eigenlijk wel tot iets besloten? Of was het alleen maar een virtueel muntje dat hij opgooide? En als wijzelf een besluit nemen, is dat dan meer dan een muntje dat wordt opgegooid in ons hoofd? Ik kan me nu niet in deze maalstroom laten meesleuren. Ik ben de echte mens, degene die daadwerkelijk een moreel kompas heeft, ook al schiet het dan soms tekort. Maar wat moet ik nu doen? Zelfs op de eenvoudigste vraag heb ik geen antwoord: wat hij had moeten doen. Deskundige hulp zoeken? Zijn praktijk stopzetten? Mijn moeder in de steek laten? Pillen slikken? Ik weet het niet. Ik weet niet eens of hij er beter aan had gedaan om geen zelfmoord te plegen. Ik kan alleen zeggen dat ik zou willen dat hij het niet gedaan had. Trevor en ik ontmoeten elkaar in een café in Menlo Park, naast de grote boekwinkel aan El Camino Real, niet ver van Amiante Systems. Het is nog ochtend, even na tienen. Hij wilde per se afspreken op een plek waar het druk was; volgens hem kon je alleen daar nog op wat privacy rekenen en daar zal hij wel gelijk in hebben. Zijn haar is kortgeknipt als bij een marinier, en hij heeft een aantal zenuwtrekjes ontwikkeld, zoals dat hij zijn tanden ontbloot door als een paard zijn bovenlip op te trekken. Mijn slijpmachine en hamer liggen op de achterbank van de Subaru. Ik heb nog niets ondernomen, maar ik heb een verhaal om Trevors onblusbare toorn mee te wekken, over mechanische vagina’s, instelbare liefdesrobots, een complete handelsinvasie in het laatste privédo-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 369
04-02-13 10:58
mein dat ons nog rest. Als hij toehapt, rij ik hem met mijn auto naar Toler Solution om te laten zien waar hij zijn ‘molotovincident’ in scène kan zetten. Daarna rij ik terug naar Amiante Systems om mijn deel van de afspraak na te komen. Trevor bestelt een yerba mate en als de serveerster zegt dat ze geen rietsuiker hebben, stoot hij een nerveus lachje uit. ‘Alleen zoetjes, zeker?’ vraagt hij hardop. Hij kijkt mij hoofdschuddend aan: kijk eens hoe erg het met de wereld gesteld is. ‘Nu denkt ze dat ik om zo’n chemisch goedje vraag.’ Ze loopt weg om zoetjes voor hem te halen. ‘Jij bent op retraite geweest,’ zegt hij, terwijl hij zich naar voren buigt om een klopje op mijn arm te geven. ‘Goed man.’ Dan gaat hij ineens rechtop zitten, trekt zijn bovenlip op, haalt een hand langs zijn neus. ‘Goed man,’ zegt hij afwezig. ‘Het was een interessante ervaring.’ ‘Hoe is het met Rachel? Ik neem dat dit...’ – hij wijst van mij naar hem – ‘iets met haar te maken heeft.’ ‘Niet echt.’ Ik val stil. Het is een beetje te koud om buiten te zitten, zeker in de schaduw. Ik werp een blik op de mensen die aan de overkant van El Camino Real lopen, elk met een eigen doel voor ogen. ‘Wil je iets eten?’ vraag ik. ‘Eten wil ik altijd wel, maar de vraag is waar ze het hier vandaan halen. Daar kun je gewoon niet op vertrouwen.’ ‘Wat doe je in Oregon?’ Hij houdt zijn yerba mate stevig vast en buigt zich weer naar voren. ‘Sorry dat ik het vraag, maar wat doen we hier eigenlijk... elkaar de maat nemen? Gaat dit om Rachel?’ ‘Nee, het gaat ergens anders om.’ ‘Maar wat dan, in hemelsnaam?’ Dokter Bassett heeft zich uitgesproken. Duidelijk. In overeenstemming met de wensen van mijn vader. En ik heb gezegd dat ik daarin zou meegaan. Het zou beter voor mij zijn als ik wist dat dokter Bassett ten grave was gedragen. Het zou beter zijn voor mijn nachtrust, beter tegen de malende gedachten die mij vroeg op de avond parten spelen. Ik zou zijn stem niet meer horen na-
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 370
04-02-13 10:58
galmen. Ik zou me niet meer afvragen wat hij van iets vindt. Of tenminste, het gesprek zou zich alleen nog in mijn hoofd afspelen, als een dialoog met mijn herinneringen. Wat dacht dokter Bassett nu echt? Wat zei mijn vader nu echt? Maar die persoonlijke argumenten kunnen mij niet volledig overtuigen, want ik zou iets onvergeeflijks moeten doen, iets waartoe ik me niet kan zetten: ik zou de belangen van een dode (of misschien ben ik het gewoon zelf) laten prevaleren boven die van deze levende, gekwelde jongen. ‘Ik ben blij om je te zien,’ zeg ik. ‘Ik heb alleen niet het idee dat het heel goed met je gaat.’ ‘Je hebt me verdomme helemaal van Oregon hiernaartoe laten komen om te kijken hoe het met me gaat?’ vraagt hij. ‘Wat is dit... een soort omgekeerde liefde? Een soort afstraffing?’ ‘Het spijt me,’ zeg ik, en ik geef hem al het geld dat ik bij me heb.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 371
04-02-13 10:58
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 372
04-02-13 10:58
het einde
In de eerste maanden nadat de computerkast naar Toler Solutions was overgebracht, maakte ik me zorgen dat mijn besluit was ingegeven door lafheid, dat ik mijn vader had verraden. Maar dokter Bassett had het naar zijn zin in zijn nieuwe omgeving. Hij verklaarde zichzelf tot geestverschijning en liet weten dat hij liever niet werd ontmanteld. Hij toonde zich geïnteresseerd in die drang tot zelfvernietiging, ofwel ‘thanatos’, zoals hij het tegenwoordig noemt. Hij vatte belangstelling op voor Freud en de werking van de geest, en Toler voerde voor zijn dood talloze boeken in over deze en andere onderwerpen. Ze raakten behoorlijk op elkaar gesteld. De laatste tijd heeft dokter Bassett stof staan vergaren bij Toler Solutions. Onlangs werd mij gevraagd nog eens met hem te komen chatten, en ik merkte dat de stem van mijn vader er nauwelijks nog in doorklonk. Wat dat betreft had Livorno gelijk. Toler had één ding niet en dat was ik, in deze uiterst beperkte zin. Van Jenn of Trevor hoor ik niets meer. Ik heb me ingeschreven voor de nieuwsbrief met het wekelijkse woningaanbod van Raj, vooral om hem zo nog een beetje in de gaten te kunnen houden. Livorno is nogal een brombeer geworden en schrijft science fiction, over een ellendige wereld waarin de robotten menselijker zijn dan de mensen. Ik geloof dat hij terugverlangt naar Amiante Systems. Ik doe dat zeker. Van tijd tot tijd belt hij me op met een of ander wild plan om iets nieuws te beginnen – een deels filosofische opgave, deels gammel businessplan – in de vaste overtuiging dat hij me daarmee over de streep kan trekken. Ik zeg aldoor nee, maar dat weerhoudt hem er niet van om de volgende keer weer te bellen. Hij heeft het idee dat onze liefdeshypothese nog verder kan worden uitgebuit.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 373
04-02-13 10:58
Maar een werkbare hypothese van de liefde, die bleken we uiteindelijk niet te hebben. Misschien is het alleen maar de natuurlijke selectie die ons in haar greep heeft, of zijn we niet meer dan vaten voor de geest die rondwaart over de aarde, of onnozele stumpers, gemanipuleerd door de marktplaats. Liefde is zelfverwezenlijking. Liefde is aantrekkingskracht (en geen asbest). Dat zijn allemaal verklaringen die deels hout snijden, ze hebben allemaal ook iets kils, ze zijn onderling tegenstrijdig en alles bij elkaar leiden ze tot niets. En toch worden mensen nog steeds verliefd. Ik, bijvoorbeeld. Rachel vindt dat anderen mij ten voorbeeld kunnen nemen, en ze hangt mijn leven op aan een paar heel opbeurende slogans: dat je moet ‘doorbijten’ en ‘de moed erin moet houden’. Dat zijn ideeën die ik graag onderschrijf, maar ik vraag me wel af of ze veel te maken hebben met mijn huidige geluk. Heb ik de moed erin gehouden? Wat had ik anders moeten doen? Nu ik erover nadenk, heb ik wel het antwoord op die vraag. Dokter Bassett is voorbestemd om in het Technologisch Museum terecht te komen (of tenminste, in een technologisch museum). Libby vindt het geweldig dat mijn zozeer op het verleden gerichte vader zal worden ondergebracht in een dergelijk op de toekomst gerichte instelling. Ze ziet daar de ironie niet van in, of anders hecht ze daar geen belang aan. Daarin heeft ze – zoals meestal – gelijk. Ik ben de filmpjes van Rachel nog steeds niet onder ogen gekomen. Het grootste deel van de tijd denk ik er niet aan, maar ze cirkelen als een donkere materie om ons heen en oefenen een zekere invloed uit. Ik zal ze vast nog weleens te zien krijgen, als we een nieuwe fase ingaan, die ons dichter bij elkaar zal brengen of het begin is van het einde. In de tussentijd zindert ze van alle veranderingen die ze ondergaat. Ze heeft zich gestort op een radicale vorm van locavorisme. In de afgelopen twee maanden heb ik geen hap te eten gekregen die verder dan honderdvijftig kilometer bij ons appartement vandaan geteeld is (uitgezonderd koffie, die ik desnoods van de maan zou importeren). Ze heeft het plan opgevat om op het dak van ons gebouw een paar bijenkorven neer te
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 374
04-02-13 10:58
zetten, al lopen we een niet gering risico daardoor uit ons appartement te worden gezet. Het zou me niets verbazen als ik daar op een dag een kudde geiten aantrof. Verder is ze helemaal verslingerd geraakt aan de Ohlone, het indianenvolk dat oorspronkelijk hier op het schiereiland woonde. De Ohlone bestaan nog steeds – ze hebben een bestuurskantoor in San Jose – maar het zijn hun voorouders die haar hart hebben gestolen, de schelvis etende naturisten die overal in de omtrek hun rieten wigwams hadden staan, tot de plunderende Spanjaarden (en daarna wij) kwamen. De Ohlone bewerkten het land – ze staken het hele gebied één keer per jaar in brand – maar op zo’n manier dat de grond niet uitgeput raakte. Ze aten enorme hoeveelheden mossels. Als het maar even kon, hielden ze ganzen om vet te mesten. In het najaar roosterden ze eikels, paardenkastanjes en heuchera. Over locavoren gesproken. Maar waar ze vooral goed in waren, was namen bedenken: of het nu een riviertje was, een bomengroep, een kuststrook, een heuvel of een bocht in het landschap, alles was het waard om te worden benoemd. Petlenuc, Tocon, Colma. Neem een klein stukje van de tegenwoordige stad en je hebt al een plattegrond met duizend namen. Een substam van de Ohlone – die soms uit niet meer dan vijftig zielen bestond – kon wel tweehonderd verschillende dorpen bewonen, elk met een eigen naam. Het was een wereld die ze goed kenden en waar ze vorm aan gaven door middel van hun toewijding, hun verbeeldingskracht, hun particuliere behoeften. Ze waren honkvast en niet uit op gebiedsuitbreiding, maar voelden zich vrij om de grotendeels onbetwiste grenzen van hun territorium te verkennen en zich daar te verdiepen in de wisseling der seizoenen, de onverwachte bezienswaardigheden, de langverwachte geneugten, de verrassingen. Elke periode in het leven kent haar eigen geografie. Ik heb aardig wat zwerftochten gemaakt, van Arkansas via Californië en Erin naar Spanje. Ik heb een periode gekend zonder wegwijzers waarin ik mij op de meest uiteenlopende plekken kon bevinden, zoals in een bouwvallige jeugdherberg, bij Amiante Systems en in de winkelstraat van Fairfax. Nu heb ik mijn kringetje kleiner
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 375
04-02-13 10:58
gemaakt: San Francisco, Dolores Park, het gepiep en gejammer van de metrotreinen, de heuvels en de dalen van de stad. En Rachel. Het puntje van haar elleboog, waar ze een dikke, ruw gerimpelde huid heeft. De moedervlek op haar bovenarm, donker en niet geliefd (bij haar). De ranke curve van haar schouderblad, die eerder aan een vogel dan aan een zoogdier doet denken en het best kan worden bewonderd als ze slaapt. Haar grote voeten met hun afwisselende kleine tenen. De geur van haar shampoo, haar deodorant; de lucht (bepaald niet mis) van haar joggingshirt. Dat zij ’s ochtends degene is die koffie zet. Terwijl ik de eieren bak. Dat ze goedkoop bier lekkerder vindt dan duur bier (net als ik). Dat ze zich aangetrokken voelt tot denkrichtingen, religies, levenswijsheden (anders dan ik). Dat ze graag uitslaapt. Dat ze haar weerspannige haar nooit onder controle kan krijgen. Dat ze avontuurlijk is. Dat ze verdriet gekend heeft. Dat ze haar eigen, enigszins afwijkende koers vaart en daarbij ook het vreemde, nog niet in kaart gebrachte territorium betreedt van mij. Ik hoop dat Libby en Neill senior een periode in hun leven hebben gehad als deze, waarin ze nauwelijks konden geloven hoe dol ze op elkaar waren. In de dagboeken is daar niets over terug te vinden. Maar Libby zegt altijd dat ze tot over hun oren verliefd waren. Ze praat over zijn charme, zijn gevoel voor humor. Mijn moeder is niet het type dat zichzelf voor de gek houdt. Dus geloof ik haar op haar woord. De les die ik kan leren uit het leven van mijn ouders is daarom dat er geen les uit te leren valt. Liefde biedt geen enkele garantie. ‘Kameraad!’ roep ik naar Rachel. ‘Kun je me helpen met het strikken van mijn das?’ We gaan naar een klassiek concert, in een poging van mij om ons beiden wat beschaving bij te brengen. Haar geamuseerde gezicht duikt op in de spiegel van de badkamer. Ze steekt een hand naar me uit. ‘Had u mij al eens ontmoet?’ Nou goed, dit is het dan: liefde, een territorium op zich. Dat te kampen heeft met verraderlijke aardverschuivingen, ongeplande bestemmingswijzigingen, poreuze grenzen. Een territorium dat zijn talloze namen goed kan gebruiken. En ze ook waard is. Ik
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 376
04-02-13 10:58
moet me immers kunnen oriënteren: als ik ooit wakker word met geheugenverlies, zal ik opnieuw behoefte hebben aan hulp om de weg te kunnen vinden.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 377
04-02-13 10:58
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 378
04-02-13 10:58
dankwoord
Zonder het Creative Writing Program van Stanford University had ik dit boek niet kunnen voltooien. Ik wil vooral Eavan Boland, Adam Johnson, Elizabeth Tallent en Tobias Wolff bedanken, die mijn steun en toeverlaat waren, net als Tom Kealey, Shimon Tanaka en Malena Watrous. Mijn dank gaat ook uit naar Dan Colman van Stanford Continuing Studies, voor zijn vriendschap en de manier waarop hij me soms voor de buitenwereld afschermde. Dit boek heeft in tal van opzichten baat gehad bij de kritische blik van vrienden. Het is met een enorme dankbaarheid dat ik ze hier noem: Andrew Altschul, Peter Ho Davies, Skip Horack, Eric Puchner, Glori Simmons en Jule Treneer. Een schrijver die wel wat aanmoediging kan gebruiken, kan geen betere bondgenoten hebben dan die ik aantrof in Ann Arbor. Ik dank daarbij vooral Charles Baxter, Nicholas en Elena Delbanco, Valerie Laken, Eileen Pollack en Lynne Raughley. Dank aan mijn vader, die mij nooit vroeg wat ik nu eigenlijk met mijn studie Engels dacht te gaan doen. En aan mijn broer Michael Hutchins, voor zijn heilige geloof. Dank ook aan mijn broers Joseph en Mark. Ik ben dank verschuldigd aan John McCarthy, de legendarische wetenschappelijk medewerker en docent aan Stanford University. Een deel van de innovaties die ik heb toegeschreven aan Henry Livorno, komt uit zijn koker. Zelfs aan het eind van zijn leven was professor McCarthy nog bereid een telefonisch gesprek aan te gaan met een onbekende schrijver. Ik dank Hugh Loebner dat hij mij gevraagd heeft als jurylid voor zijn jaarlijkse turingtest, en Rosalind Picard voor haar fantastische boek Affective Computing. Dank aan de Cité Internationale des Arts voor de tijd en ruimte
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 379
04-02-13 10:58
die mij ter beschikking zijn gesteld. Dank aan twee van de beste lezers en pleitbezorgers die ik mij had kunnen wensen: mijn literair agent Bill Clegg en mijn redacteur Colin Dickerman. Mijn dank gaat ook uit naar Ann Godoff, Scott Moyers, Tracey Locke, Sarah Hutson, Mally Anderson, Kaitlyn Flynn en alle andere medewerkers van The Penguin Press. Behalve hen wil ik ook Shaun Dolan, Raffaella De Angelis, Tracy Fisher, Cathryn Summerhayes en Anna DeRoy bedanken, van William Morris Endeavor. Eli en Gaby Loots, Gawain Lavers, en Brandon en Amie Tyler wil ik bedanken dat ik mijn spullen bij ze kon opslaan. Alleen je beste vrienden zijn tot zoiets bereid. Ten slotte: mijn eerste en laatste lezer, Shikha Hutchins, de vrouw die in mijn leven kwam op een moment dat ik wel het minst op een dergelijk geluk bedacht was. Bedankt voor je geloof in mij, voor het geluk en de liefde. Bedankt dat je ja zei.
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 380
04-02-13 10:58
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 381
04-02-13 10:58
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 382
04-02-13 10:58
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 383
04-02-13 10:58
Bezige Hutchins werkhypothese 1e.indd 384
04-02-13 10:58