peper en zout Nieuwsbrief van en voor ondersteunend personeel
Een verhaal van begrenzen en ontmoeten Omgaan met grensoverschrijdend gedrag in VTI-Oostende
1ste jaargang nr 3 — juni 2012
“De kinderen van vandaag houden teveel van het leven. Ze hebben geen manieren, ze spotten met gezag en ze hebben geen respect voor ouderen … Ik kan enkel vrezen wat voor afschuwelijke wezens het zullen worden.” Dit is een uitspraak van ... Socrates (369 v C.) Onze jongeren zijn de „Y-generatie‟ en mensen spreken nu ook dikwijls, net als hun overgrootouders over „de jeugd van tegenwoordig‟ in een eerder pejoratieve betekenis. Wie dagelijks met jongeren werkt weet uit ervaring dat ze niet die „afschuwelijke wezens‟ zijn en achter hun gedrag veelal een vragend, soms angstig iemand schuilt. Zo begint Bart Hamelton een vormingssessie over grensoverschrijdend gedrag voor leraren, opvoeders … Bart Hamelton is al 12 jaar opvoeder en leerlingenbegeleider in het VTI van Oostende. „Peper en Zout‟ stak bij Bart zijn licht op om meer te vernemen over de aanpak en begeleiding van leerlingen die „over de grens‟ gaan. De school is de spiegel van de maatschappij. Het angstgevoel dat in de maatschappij aanwezig is en dat in veel gevallen steunt op een subjectief onveiligheidsgevoel is op scholen minder aanwezig, vindt Bart. Dit is te danken aan sterke structuur die scholen hebben. In het VTI van Oostende gaan de leerlingen nog op een rustige manier in rij naar klas. Hiervoor zijn pro‟s en contra‟s, maar het grote voordeel is de sociale controle die je ermee bereikt, van de ene rij naar de andere, van de ene leraar naar de andere. Wat wel opvalt, is dat als er sprake is van grensoverschrijdend gedrag de kans groot is dat het er echt over gaat. Het gebruiken van sociale vaardigheden zit er minder in.
1
Dat leerlingen afspraken en regels overtreden is inherent verbonden aan „de school‟. Op school komen pubers en jong-adolescenten om te leren. Leren houdt in dat er ook fouten gemaakt morgen worden, waaruit dan weer geleerd kan worden. Het niet nakomen van regels en afspraken wordt in hoofdzaak grensoverstijgend als de factor herhaling hierin meespeelt: het steeds weer niet nakomen van bepaalde afspraken of regels. Het VTI van Oostende telt 900 leerlingen. Ondanks bepaalde omgevingsfactoren, zoals de grootte van de school in combinatie met de beperkte ruimte, komt fysiek geweld eigenlijk weinig voor. Bart ervaart een duidelijke verschuiving van minder fysiek geweld naar meer verbaal geweld. Bij het verbale grensoverschrijdend gedrag speelt „herhaling‟ meestal niet mee, maar heeft het te maken met woede of onmacht. Dit gedrag komt er dikwijls door slechte communicatie: het zich verkeerd begrepen voelen. Daarom is het, zeker ook in het belang van de leraren, belangrijk dat er een duidelijk gekend sanctioneringsbeleid is in de school. Goede en duidelijk gecommuniceerde afspraken en regels voorkomen in veel gevallen erger. Zo gaan de leerlingenbegeleiders van deze school in het begin van het schooljaar in elke klas een lesuur in gesprek met de leerlingen over „afspraken‟. Alle items komen aan bod en dit werkt erg preventief. Structuur bieden In het VTI van Oostende werkt men met een gedragskaart waarop 20 punten staan. Leerlingen kunnen in de loop van een schooljaar punten verliezen (bv. bij het gebruik van hun gsm wanneer het niet mag). Leerlingen die een strafstudie kregen, worden altijd even gehoord door de leerlingenbegeleider. Zo kan er meer rekening gehouden worden met het verhaal dat achter de fout zit. Leraren melden digitaal op smartschool. Zo zijn er meldingen zonder sanctie, bv.: “Ik stel vast dat die leerling veel afwezig is, slaapt in de les, dikwijls grof in z‟n antwoorden is , gepest wordt …” en meldingen met een sanctie en een eventueel minpunt. Soms is een onmiddellijk en sterk signaal nodig, maar veelal wordt er gradueel gewerkt. Zo kun je stellen dat er gradaties in sancties zijn: het gesprek, een nota, een strafwerk, een weekendwerk, strafstudie … Wanneer de punten op de gedragskaart onder een bepaald niveau zijn gezakt, krijgt de leerling een opvolgingscontract. Het gaat hier om een beperkte groep van zoekende pubers. 90 % van de leerlingen heeft na een trimester nog altijd het maximum van de punten op zijn/haar gedragskaart. Bart beklemtoont in zijn verhaal dat het op het vlak van sanctioneren en begeleiden van leerlingen voor hem als leerlingenbegeleider van essentieel belang is dat er een collegiale band is tussen de leerlingenbegeleiders en de (klassen)leraren. Hij aanziet dit echt als een noodzaak, waaraan dagelijks gewerkt moet worden.
2
Evenwicht tussen begrenzen en ontmoeten Enkel structuur bieden, volstaat als school niet. Als het op school enkel om regels draait, gaat de school hieraan kapot. Ook het positief bekrachtigen is belangrijk. Het komt neer op het zoeken naar een gezond evenwicht tussen aan de ene kant duidelijk begrenzen, maar aan de andere kant kansen geven tot ontmoeting. Aan grensoverschrijdend gedrag moet altijd paal en perk gesteld worden. Belangrijker is evenwel dat er nadien herstel gericht gewerkt wordt vanuit de visie: „een conflict moet kunnen, daar leer je van.‟ In het VTI van Oostende gebeurt dit o.a. via een driehoeksgesprek: een gesprek op vrijwillige basis tussen de leerling, leerlingenbegeleider en de betrokken leraar. De leerlingenbegeleider bewaakt de gespreksafspraken. Bart spreekt over een goede methode, omdat dit gesprek weg van de groep gebeurt en beide partijen op een rustig moment elkaar ontmoeten en beluisteren. Beide partijen willen het opgelost zien. Als het lukt, is het effect veelal het volledige schooljaar merkbaar. Ontmoeten wil ook zeggen dat het even belangrijk is dat de school naast zijn structuur ook een aanbod doet. In het VTI van Oostende wordt dan ook een veelheid aan activiteiten aangeboden waardoor grensoverstijgend gedrag vermindert: film, middagactiviteiten, een eigen plek per graad, sport. Het is ontzettend belangrijk ervoor te zorgen dat bv. over de middag de verveling niet kan toeslaan. Dit evenwicht is er op school gekomen doordat de leraren zelf vroegen om meer in communicatie te gaan met hun leerlingen. Ze ondervonden dat de jongeren van de Ygeneratie zich zoveel meer dan vroeger de waarom-vraag stellen. Dit dwong hen om na te denken over hun doen en handelen en hierover met die leerlingen in gesprek te gaan. Het is belangrijk dat grensoverschrijdend gedrag op een neutrale manier benoemd wordt: “Ik merk dat je heel boos bent …” Die neutraliteit behouden is heel lastig voor iemand die verbaal wordt aangevallen. Veel leraren hebben het hier als betrokken partij moeilijk mee. Voor wie geconfronteerd werd met verbale agressie is het heel belangrijk dat hij/zij een luisterend oor vindt bij collega‟s of directie. De school wil naar de toekomst toe nog meer inzetten op het versterken van de driehoek klassenleraar, leerlingenbegeleider en leerling. Rood en groen Het begrip „herstelgericht werken‟ wordt niet in de mond genomen bij leerlingen. Meer wordt gesproken over „rood‟ en „groen‟. Een klas kan in het rood zitten omdat ze bv. niet studeren, collectief geen huiswerken maken, een massa aan onvoldoendes op hun rapport hebben … Of het „rood‟ kan ook in de groep zélf zitten. Dan heeft het meestal met pestgedrag te maken (ten opzichte van een leerling of een leraar). Voor pestproblemen wordt in het VTI gewerkt met de „No Blame-methode‟. Met een klas in het „rood‟ wordt besproken hoe ze terug in het „groen‟ kunnen komen. Sommige regels worden dan samen met hen gemaakt. Over andere valt niet te onderhandelen. Maar er wordt wel echt geluisterd en de leerlingen krijgen de kans hun fouten te herstellen. Het is belangrijk dat je in het begeleiden van die leerlingen ook herhaling toepast. Je moet de afspraken opvolgen, desnoods week na week in de klas gaan: “Wat lukt er nu al beter?” 3
De factor ‘ouders’ De jeugd is niet meer zoals vroeger … ouders zijn dat globaal genomen, ook niet meer. Vroeger was er die onvoorwaardelijke steun voor de school, ook als het niet goed was. Vandaag wordt de waarom-vraag meer gesteld. Dat zou je de indruk kunnen geven dat ze meer voor hun kind opkomen. Dat klopt gedeeltelijk. Ouders gaan hun kind steunen, dat lijkt menselijk. Toch ervaart Bart Hamelton in zijn contacten met ouders veel „schuld en schaamte‟ als ze op uitnodiging van de school op gesprek komen naar aanleiding van een voorval met hun kind. Zelden keren ouders zich tegen de school. Soms zijn ze de verbondenheid met hun kind verloren en verdedigen ze het, tegen beter weten in. Het is voor hen een laatste strohalm om die binding opnieuw te maken. Ze willen op die manier tonen dat ze achter hem/haar staan. Vanuit de leerlingenbegeleiding is er een politiek om snel contact te maken met ouders, via telefoon of een uitnodiging tot gesprek. Dit kan heel veel oplossen en duidelijk maken. Vanuit visie en opleiding Een adequate begeleiding van leerlingen komt niet uit de lucht gevallen. Een school moet hier middelen in willen investeren. In de eerste plaats is hierbij opleiding en blijvende professionalisering nodig. Vanuit de opgedane competenties kan dan gewerkt worden aan een gedragen schoolvisie. Bart Hamelton volgde onlangs nog een vijfdaagse training in „Life Space Crisis Intervention‟ in de Karel de Grote Hogeschool. Hij vindt het heel belangrijk dat je als school een kader kiest om mee te werken en waaraan je je begeleidingswerk kunt ophangen. Het VTI van Oostende koos om te werken aan de hand van de vijf pedagogische vaardigheden van Patterson Let wel! Elke school is een dorp met een eigen cultuur, voor wie wil kopiëren, moet rekening houden met zijn eigen groei mogelijkheden. Interessante literatuur en websites
Aanvangsbegeleiding nieuwe opvoeders vrijdag 19 oktober en vrijdag 7 december 2012 om 14.00 in „d Abdij
DAG VAN DE OPVOEDER donderdag 7 februari 2013 Volledige dag in de KULAK
Studienamiddag voor opvoeders donderdag 25 april 2013 in „d Abdij
Studienamiddag voor administratief personeel dinsdag 5 maart 2013 in „d Abdij
4
In de kijker de rubriek waarin we een initiatief van ondersteunend personeel in de spotlights zetten
We hopen hiermee andere ploegen op creatieve ideeën te brengen Op vrijdag 1 juni organiseerde de SintJorisschool van Menen voor het eerst een FOUTE DAG. Dit initiatief kwam tot stand door de leerlingenraad van het vijfde jaar die zich geroepen voelde om iets leuks op school te organiseren. Deze leerlingenraad wordt begeleid door leraar Fanny Vansteenbrugge en opvoeder Youri Accou. Nadat het idee tot stand was gekomen werd nog een opvoeder, Bart Syx ingeschakeld om te helpen organiseren. De bedoeling was dat heel de school hieraan meewerkte, zowel leerlingen als leraren en opvoeders. De leerlingen mochten zich op 1 juni op een niet-alledaagse of opvallende manier fout kleden: foute kleuren, foute modellen, foute mode … Alles kon behalve zwemkledij. De mooiste outfits werden vereeuwigd in een aparte foute klasfoto. Er was ook een verkiezing van de foutste klas. Het middagmenu mocht ook voor één keer echt fout zijn. Het was geen traditionele maaltijd, maar heerlijke foute frietjes met een frikadel. De refter bleef dicht en op de speelplaats werden drankjes verkocht. Tussen de middag had de de leerlingenraad spelletjes georganiseerd in het thema: „Let‟s do it in the vuilbak‟. Daarbij kon iedereen genieten van foute muziek. De leraren toonden zich van hun creatiefste zijde en gaven hun lessen die dag ook een foute dimensie: les geven in het Algemeen Beschaafd Menens of les geven aan leerlingen die je in de rug aankijken … Geen leraar hoefde zich verplicht te voelen hier in z‟n lessen aan mee te werken en kon zelf beslissen hoe hij die foute dag kon invullen. Dat moest iedereen een veilig gevoel bezorgen. Het belangrijkste was dat de leerlingen net voor de examens nog eens een leuke dag hadden als afsluiter van een al weer snel vervlogen schooljaar.
5
Naklanken van de studiedag „Suïcide‟ een draaiboek voor de school‟ Jaarlijks zijn er meer dan tienduizend zelfdodingspogingen. In 2009 benamen 28 jongeren zich van het leven. Tien daarvan kwamen uit onze provincie. Een „incident‟ in de eigen school, met de daaraan gekoppelde paniekreacties en nood aan houvast, zetten het Lyceum van Ieper aan om in samenwerking met het CLB een draaiboek voor hun school uit te werken. Dit draaiboek steunt op de CLBvisie van Ieper die met subsidies van Integrale Jeugdhulp een project „Aanpak zelfdoding in de Westhoek‟ uitwerkte. Sara Decoopman, medewerker van het CLB van Ieper en Griet Van Eenhooge, adjunct-directeur van het lyceum stelden aan 52 opvoeders en leerlingenbegeleiders het eindproduct voor. Dit draaiboek biedt enkel voordelen: het moet paniekgevoelens en in paniek genomen beslissingen voorkomen; het werkt preventie in de hand via signaalherkenning, risico-inschatting en tijdige interventie; het opent mogelijkheden om samen te werken met ouders en welzijnsinstanties; het biedt andere scholen een ideaal werkinstrument om zelf een draaiboek uit te werken, rekening houdend met de eigen schoolcontext. Er komen 4 luiken aan bod: de vroegdetectie, de acute dreiging, een poging tot zelfdoding en na een zelfdoding. Pro-actief nadenken over de verschillende stappen die kunnen en moeten genomen worden zorgt ervoor dat vanuit een visie gewerkt wordt. Het is bijvoorbeeld belangrijk om tot een consensus te komen i.v.m. wie welke informatie krijgt als een leerling een poging tot zelfdoding heeft ondernomen. Wat moeten leraren weten? Wat moeten klasgenoten weten? Hoe gaan we met de leerling om, eens hij/zij terug op school is? … Hier vind je, met dank aan de school, het „Draaiboek, suïcidepreventie Lyceum O.L.V.-Ter Nieuwe Plant Ieper‟ alsook het „Draaiboek suïcidepreventie voor secundaire scholen‟. Bij de eerste link krijg je het ingevulde draaiboek naar de context van de Ieperse school. De tweede link brengt je op hetzelfde draaiboek waarbij je voor jouw school de eigen context kunt invullen. Wie meer informatie wenst rond vorming i.v.m. suïcidepreventie kan terecht op de website van het Vlaams actieplan suïcidepreventie: www.vlasp.be
6
De internaatshappening ‘Swing in De Panne’’ een impressie 2000 internen en 150 opvoeders zakten op 25 april af naar het strand van De Panne op de locatie van ‘festival- aan-zee’. Een drankje, frietje, brochetje en heel veel goeie muziek met eigen dj’s waren de fel gesmaakte ingrediënten van dit tot in de details georganiseerde initiatief van een werkgroep van internaatsbeheerders. Een dikke proficiat voor deze puike organisatie! Meer foto’s vind je hier
7