Een verborgen verleden
Archeologie in Heerde
www.heerde.nl
Een verborgen verleden De gemeente Heerde heeft een rijke geschiedenis. U als inwoner kent een deel van deze geschiedenis. Misschien zelf meegemaakt of anders van horen zeggen. Of omdat u geïnteresseerd bent in het verleden van Heerde en hierover kennis in boeken en historische bronnen heeft opgedaan. Er is steeds meer aandacht voor ons verleden. Nog nooit is er zoveel tijd besteed aan het natrekken van de stamboom van de eigen familie. Om oudere informatie te vinden over de geschiedenis van Heerde en zijn bewoners biedt archeologisch onderzoek uitkomst. Om de geschiedenispuzzel van Heerde compleet te krijgen, moeten we wel voorzichtig met ons bodemarchief omgaan. Want anders verdwijnen er ongezien hoofdstukken uit de geschiedenis van Heerde. Gemeenten zijn verplicht om rekening te houden met de archeologische waarden binnen hun gemeentegrenzen. Dat betekent dat bij plannen waarbij de bodem geroerd gaat worden, gekeken wordt naar de archeologische waarden binnen het plangebied. Zodoende kunt u in aanraking komen met archeologisch onderzoek. Wat betekent dat voor u? Dat leest u in deze brochure over archeologie in Heerde.
Archeologie in Heerde Wie kent niet de beken en sprengen in de gemeente waaraan in historische tijden watermolens hebben gestaan? Of de IJssellinie met de inundatiewerken, het Fraterhuis in Wapenveld, de Grift, het erf van Daendels of de diverse grafheuvels? Alle geschiedenis laat sporen achter. En gelukkig maar, want zodoende weten we door onderzoek te doen stukje bij beetje meer van onze historie. De unieke ligging van Heerde op de kop van de Veluwe en aan de rivier de IJssel zorgt voor een gevarieerd landschap, waarbinnen het goed toeven is. Niet voor niets bezoeken veel toeristen onze gemeente. Buiten de prachtige natuur zijn er ook veel cultuurhistorische resten terug te vinden. Oude kavelpatronen, hout- en wildwallen en natuurlijk de grafheuvels zijn zichtbare elementen. Maar meer dan driekwart van de geschiedenis van Heerde is verborgen in de grond. Deze geschiedenis is nauw verbonden met het landschap.
De Veluwe Tijdens de voorlaatste ijstijd kwam er vanuit het noorden een enorm ijspakket naar het zuiden zakken. Een grote ijslob van meer dan 100 meter dikte zocht zich een weg door het huidige IJsseldal en stuwde door zijn massa de bodem op tot wat nu de Veluwe is. Het is de grootste stuwwal van Europa! Doordat de bodem uit het voormalige IJsseldal omhoog is gestuwd, zijn oorspronkelijke rivierafzettingen hoog op de Veluwe terecht gekomen. Een tamelijk uniek gegeven dat bepalend is geweest voor de ontstaansgeschiedenis van Heerde. De eerste mensen die hier rondliepen waren jagers en verzamelaars. Zij trokken achter het grote wild aan. De ligging aan de laaggelegen, natte gronden (de locatie van de huidige IJssel) bood hen de mogelijkheid om ook vis te eten. Het feit dat Heerde op de overgang van hoog naar laag ligt, heeft er toe geleid dat hier vanaf de vroege prehistorie mensen hebben gewoond en geleefd. Zo in de buurt van de rivier en met het grote wild op de Veluwe had men z’n natje en z’n droogje. Naast de vondsten van vuurstenen bijlen en pijlpunten, zijn vooral de grafheuvels bijvoorbeeld op de Koerberg bewijs voor vroege bewoning. De eerste landbouwers op de Veluwe bouwden boerderijen. Om de muren van de boerderij wind- en waterdicht te krijgen, zocht men in de omgeving naar leem. Deze leem van voormalige rivierafzettingen diende als pleisterwerk. De nabijheid van water garandeerde een gevarieerde dis elke dag. Maar ook bij Vorchten zijn mooie vondsten gedaan. Waarschijnlijk is hier in de bronstijd een cultusplek aanwezig geweest. De landbouw ontwikkelde zich en in de middeleeuwen bracht men potstalmest op de akkers. Door deze bemesting kregen deze akkers een bol uiterlijk en groeiden uit tot grote enkcomplexen. De dikte van de humeuse bovengrond bedraagt door de bemesting soms wel meer dan 1 meter. Zodoende zijn archeologische sporen die zich daar bevinden goed bewaard gebleven. Oude enkgronden hebben daarom een hoge verwachting op het aantreffen van archeologische vondsten. De bodemopbouw van de Veluwe maakte het mogelijk om naast water ook leem, grind en zand uit de grond te halen. Dat is door alle perioden heen gedaan.
Gemeentelijk archeologiebeleid in bestemmingsplannen Sinds 1 september 2007 is de Wet archeologische monumentenzorg van kracht. Deze wet verplicht gemeenten om in de bestemmingsplannen aan te geven waar archeologische waarden aanwezig zijn en waar waarden verwacht kunnen worden. Tevens dienen de gemeenten voorschriften te verbinden aan werkzaamheden of ontwikkelingen waarbij de grond geroerd gaat worden.
Een archeologische verwachtingskaart De gemeente Heerde heeft een archeologisch bureau opdracht gegeven om de archeologische waarden en verwachtingen in kaart te brengen. Op deze manier is inzicht verkregen waar archeologische vondsten gedaan zijn en nog kunnen worden verwacht. Zo kunnen we rekening houden met deze archeologische waarden wanneer er een ontwikkeling gewenst is, waarbij de bodem geroerd gaat worden. De kaart geeft in drie kleuren aan waar de verwachting op het aantreffen van archeologische waarden groot, middelmatig en laag is. De wet schrijft voor dat bij alle ontwikkelingen groter dan 100 m2 een archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Met de gedetailleerde verwachtingskaart mogen wij als gemeente in bepaalde verwachtingszones afwijken van deze strenge ondergrens.
Uitgangspunten voor archeologisch onderzoek bij werkzaamheden: ·
·
In gebieden met een hoge archeologische verwachting is een onderzoek nodig als er vergunning wordt aangevraagd voor het oprichten van een bouwwerk dat groter is dan 100 m2 en de bodem dieper dan 40 cm wordt geroerd. Voor een aanlegvergunning (activiteit die geen bouwwerk betreft) gelden dezelfde vrijstellingsgrenzen. In gebieden met een middelmatige archeologische verwachting is een onderzoek nodig als er vergunning wordt aangevraagd voor het oprichten van een bouwwerk dat groter is dan 1000 m2 en de bodem dieper dan 40 cm wordt geroerd. Voor een aanlegvergunning (activiteit die geen bouwwerk betreft) gelden dezelfde vrijstellingsgrenzen.
·
In gebieden met een lage archeologische verwachting zijn bouwactiviteiten vrijgesteld van onderzoek. Voor ontwikkelingen (geen bouwwerk zijnde) in deze verwachtingszone waarbij de bodem geroerd wordt dieper dan 40 cm en het opperblak groter is dan 1 hectare is wel onderzoek nodig.
Het kan zijn dat er gegevens voorhanden zijn waaruit geconcludeerd kan worden dat de bodem zodanig geroerd is geweest, dat het onwaarschijnlijk is dat er nog archeologische waarden aanwezig zijn. In dat geval kan B en W besluiten na het raadplegen van een archeologisch deskundige om een vrijstelling te verlenen voor het archeologisch onderzoek. Daarnaast is er altijd een archeologisch onderzoek nodig wanneer het bestemmingsplan gewijzigd moet worden.
U wilt bouwen, maar moet een archeologisch onderzoek laten doen? U wilt graag bouwen maar uw toekomstige bouwwerk ligt in een gebied waarvoor een archeologisch onderzoek wordt verlangd. Wat nu? Belangrijk is dat u in een vooroverleg uw plannen bespreekt met een ambtenaar van de gemeente. De gemeente laat een archeologisch deskundige naar uw plannen kijken. Deze zal met kennis van zaken een archeologisch vooronderzoek doen. Want er kunnen gegevens bekend zijn, die aantonen dat er geen archeologische waarden meer aanwezig kunnen zijn. Of er kan aanleiding zijn om een aangepast onderzoek uit te voeren. Maar het kan ook zo zijn dat met een kleine aanpassing van uw plannen er geen onderzoek nodig is.
Vormen van archeologisch onderzoek Welke vormen van archeologisch onderzoek zijn er? In de archeologische monumentenzorg werkt men volgens kwaliteitsnormen en kunnen de volgende werkzaamheden achtereenvolgens uitgevoerd worden:
1. Bureauonderzoek Hierin worden door een bureau alle relevante gegevens bestudeerd en een archeologische verwachting uitgesproken voor het plangebied.
Omdat de gemeente een archeologische verwachtingskaart heeft laten opstellen en beschikt over een archeologisch deskundige is een bureauonderzoek vaak niet nodig. Informeert u eerst bij de gemeente of een bureauonderzoek gewenst is.
2. Booronderzoek Met behulp van grondboringen kan een archeoloog vaststellen of de bodemopbouw nog intact is en of er archeologische waarden verwacht kunnen worden. Op deze manier kan de verwachting die in het bureauonderzoek is uitgesproken, getoetst worden. Er is een onderscheid tussen een inventariserend, karterend en waarderend booronderzoek. Het eerste dient om de bodemopbouw te bekijken. Indien de bodemopbouw intact is, kunnen er archeologische waarden aanwezig zijn. Wanneer die kans waarschijnlijk is, wordt een karterend onderzoek uitgevoerd. Hierbij worden meer grondboringen gezet dan in het eerste onderzoek. Indien een archeologisch vindplaats is opgespoord, kan door een waarderend onderzoek bepaald worden hoe groot de vindplaats is en hoe goed die geconserveerd is.
3. Proefsleuvenonderzoek Bij dit onderzoek worden met behulp van een graafmachine sleuven in het plangebied gegraven. Op deze manier is snel inzichtelijk of er archeologische waarden aanwezig zijn. Om een goede uitspraak te kunnen doen over de aanwezigheid van archeologische waarden, wordt circa 10% van het plangebied met sleuven onderzocht. In het begeleidende rapport wordt een inhoudelijke waardering gegeven over de vindplaats en onderbouwd waarom de vindplaats vrijgegeven kan worden voor bijvoorbeeld bouwactiviteiten of waarom er opgravingen verricht moeten worden. Het proefsleuvenonderzoek wordt uitgevoerd aan de hand van een door een archeologisch deskundige opgesteld Programma van Eisen (PvE). Hierin worden de onderzoeksvragen geformuleerd, die door middel van het onderzoek beantwoord moeten worden. Tevens staat beschreven hoe het onderzoek uitgevoerd moet worden en wat er met de vondsten gedaan zal worden.
4. Opgraven Indien er een behoudenswaardige vindplaats aangetroffen wordt, wordt gekeken of deze daadwerkelijk in situ (op die plek) behouden kan blijven. Is dat niet mogelijk, dan zullen de aangetroffen archeologische waarden opgegraven dienen te worden. Na de opgraving is de archeologische vindplaats zogezegd geruimd en kan de locatie vrijgegeven worden. Voor de opgraving dient eveneens een PvE opgesteld te zijn.
5.
Archeologische begeleiding
Soms wordt er gekozen voor een begeleiding van de werkzaamheden die horen bij de beoogde ontwikkeling. Zo kan het gebeuren dat de bouwput voor een huis wordt uitgegraven onder het toezichthoudend oog van een archeologisch deskundige. Deze begeleiding wordt of als een proefsleuf gezien of als een opgraving. Bij alle genoemde onderzoeken hoort ook een rapportage. Deze is onlosmakelijk aan het onderzoek verbonden.
Wie betaalt het onderzoek? De wetgeving gaat uit van het ’verstoorder betaalt’ principe. Degene die een initiatief neemt waarbij de bodem geroerd gaat worden, wordt verplicht om de kosten voor zijn rekening te nemen, die gemoeid gaan met het doen van het archeologisch onderzoek. Om de kosten voor het onderzoek zo laag mogelijk te houden, is het raadzaam om u bij de gemeente te laten voorlichten. U krijgt advies op maat van de archeologisch deskundige van de gemeente. Elke locatie en iedere ontwikkeling is immers anders. Als de kosten voor archeologisch onderzoek te hoog worden, zou het kunnen zijn dat een ontwikkeling niet op de beoogde manier door kan gaan. In samenspraak met de gemeente wordt gezocht naar een passende oplossing.
Van wie zijn de vondsten? Vondsten die gedaan worden bij archeologisch onderzoek zijn eigendom van de provincie. Dit is in de wet geregeld. Elke provincie heeft een archeologisch depot waar alle vondsten en documentatie worden opgeslagen voor het nageslacht.
Als u bij toeval een vondst doet, is de helft van de waarde van de vinder en de andere helft van de eigenaar van de grond waarop de vondst is gedaan. Als u de vinder en de eigenaar bent, is de vondst geheel van u. Wel bent u conform de wet verplicht de vondst direct te melden bij de Rijksdienst of de archeologisch deskundige van de gemeente.
Waar vind ik een archeologisch bureau? Indien u een archeologisch onderzoek moet laten uitvoeren, zijn er tal van archeologische bureaus die u kunnen helpen. Archeologisch veldonderzoek is alleen toegestaan als het bureau gecertificeerd is en beschikt over een vergunning. Op de website www.sikb.nl vindt u een lijst van alle bureaus in Nederland die archeologisch onderzoek verrichten. Natuurlijk kunt u gratis advies inwinnen bij de archeologisch deskundige van de gemeente.
Meer weten? Kijk voor meer informatie op de website van de gemeente: www.heerde.nl. Hierop is onder andere het rapport Archeologische monumentenzorg in de gemeente Heerde met de bijbehorende Archeologische landschappenkaart met archeologische en cultuurhistorische informatie en de Archeologische waarden- en verwachtingenkaart en de Archeologische beleidskaart Heerde te raadplegen. Voor vragen kunt u ook telefonisch contact met ons opnemen via telefoonnummer 0578-699494 of via de e-mail
[email protected].