Een Rode Nieuw Zeelander in stelling

Clubblad Nummer 62 Mei 2014 Kleindierenvereniging Midden Drenthe

hierin veel te verbeteren. Jonge voedsters die bij een gewicht van 3,5kg al een duidelijk wam hebben worden daarom uitgeselecteerd. Kop: De kop moet krachtig ontwikkeld zijn, brede kaken en snuit en met een gebogen neusbeen. Een forse kop geeft rasadel bij de Rode Nieuw Zeelander. Vooral de rammen moeten een markante kop laten zien. Ik gebruik dus bijna nooit een fokram die geen echte mannelijke kop heeft. Daarop maak ik alleen een uitzondering als de ram dat compenseert met een zeer fraaie kwaliteit op een ander onderdeel, zoals een hele fraaie volle en korte pels of een bijzonder fraaie oorstructuur. Om de juiste ronding en lengte van de kop te bepalen trek ik een denkbeeldige lijn tussen het midden van de ooraanzet en het puntje van de neus. Bij de gewenste kopvorm moet het oog dan in het midden van die lijn liggen. Oren: De ideale oorlengte van 12cm. geeft doorgaans weinig problemen. Bij de fraaie type dieren is de oorlengte vaak rond de 11,8cm. Om jonge dieren met te korte oren (korter dan 11cm) te voorkomen gebruik ik geen fokdieren met een oorlengte van minder dan 11,5cm. De structuur van de oren moet stevig zijn, goed behaard en aan de top goed afgerond. Er komen in mijn stal nog veel dieren voor waarvan de oren wat dun van structuur zijn, soms iets gevouwen en puntig. De oren moeten open in een V-vorm worden gedragen. De oren van een groot aantal dieren worden wat breed gedragen. Om dit euvel te bestrijden selecteer ik de dieren uit die een te wijde inplant van de oren hebben. Pels: De beharing moet vol zijn, met vrij veel onderwol. De pels heeft een normale lengte (circa 3½ cm), is zacht en moet glans vertonen. De juiste pels en pelsconditie moet aanliggend zijn en bij het terugstrijken langzaam terug vallen. Een enkele keer kom ik bij mijn dieren een wat langere pels tegen. Dit is veroorzaakt door het inkruizen van Duitse dieren. Lange pelzen hebben vaak minder onderwol, liggen niet mooi aan en tonen vaak weinig glans. Ook stugge pelzen is niet juist. Bij een minder goede pels of pelsconditie zal de warme rode dekkleur niet tot uiting komen.

30


Kleur: Ooit is geschreven: “De Rode Nieuw Zeelander is één der meest kleurrijke zo niet het meest kleurrijke konijn uit de lange rij rassen”. Een zin waar ik natuurlijk volledig achter sta. De warm rode dekkleur zoals die behoort te zijn met daarbij veel glans geeft inderdaad een prachtig kleurrijk geheel. Daarbij moeten de dekkleur, tussen- en grondkleur en buikkleur zo intens mogelijk gekleurd zijn (“satrot” volgens onze Duitse fokkersvrienden). Dekkleur: De kleur moet egaal zijn van neuspunt tot staarteinde. In werkelijkheid komen er grote verschillen voor. Toch durf ik te stellen dat de dekkleur van de meeste RNZ te licht is. Ze vertonen daarbij een wat fletse bruinige oranje kleur en komen daardoor overeen met de kleur van de Thrianta’s . Zelf gebruik ik nooit een dier voor de fok die een dergelijke kleur heeft. Want doe je dat wel, dan verdwijnt langzamerhand de rode dekkleur bij de dieren in de nafok. Om de kleur op het juiste niveau te houden combineer ik de dieren in de zogenoemde “kleurlijn” aan elkaar die over de meeste roodfactoren (Y-factoren) bezitten. Daardoor verschijnt er soms ticking op de randen van de oren. Het woord ticking of te wel schaduw is de angst voor bijna iedere keurmeester. Bij keuringen mag hiervan door hen soms best iets van gezegd worden, maar ze moeten oppassen een RNZ met wat ticking op de oren niet de grond in te boren. Want juist de betere gekleurde dieren vertonen iets donkere oorranden. Bij jonge dieren mag de ticking echter niet te veel voorkomen, want daardoor krijgt de dekkleur een wat grauwe rode kleur. Dit is gemakkelijk te constateren door de pels met de handen in elkaar te schuiven. Bij de aanwezigheid van ticking zie je dan een zwart/bruinachtig streepje in de dekkleur. Dit moet worden beoordeeld bij daglicht, want bij kunstlicht vertekent de kleur en tonen de fraaie rode dieren al gauw ticking in de pels. De oogringen, voetzolen en onderkant staart zijn lichter van kleur. De kleur aan de onderzijde staart geeft nog wel eens discussie. Een witte staart is een lichte fout. Dit wordt veroorzaakt door de wildkleurfactor die in de RNZ aanwezig is. De meeste RNZ’s in mijn stal beschikken over een roomkleurige staart. Een enkel dier heeft een prachtig gekleurde staart, doch het zal nooit de kleur van het dek krijgen. Lichte kaakranden komen bij mijn dieren ook voor. Dit is ook een gevolg van de wildkleurfactor. Bij het ouder worden de kaakranden steeds lichter. RNZ’s die op jonge leeftijd al lichte kaakranden hebben worden door mij niet voor de fok gebruikt. De oogkleur die donkerbruin is geeft geen

31


problemen. De nagels moeten donkerhoornkleurig zijn. Er komen dieren in mijn stal voor waarvan de nagels wat licht zijn. Hierop moet dan geselecteerd worden. De snorharen moeten pigment vertonen, maar niet zwart zijn. Dit geeft in het algemeen geen problemen. Buikkleur: De buikkleur moet de dekkleur volgen. In mijn ogen ligt hier het moeilijkste onderdeel van de kleur. In de eerste plaats ontbreekt hier de glans die bij de dekkleur een grote rol sp[eelt. Als de dekkleur vanuit de zijden geleidelijk over loopt in de buikkleur en er nauwelijks begrenzing is waar te nemen zijn we al een eind op weg. Nog moeilijker wordt het om de buikkleur egaal te krijgen. In de schootstreek is de kleur altijd wat lichter, maar ook bij de oksels en achter de voorbenen zie ik nog al eens lichtere haren of haarpunten. Gelukkig komen er in mijn stal ook dieren voor die een prachtige egale buikkleur laten zien. De borstkleur moet warm rood zijn. Dit levert vaak geen problemen op. Tussen- en grondkleur: De tussenkleur moet de dekkleur zo veel mogelijk volgen tot aan de wortel. De grondkleur is altijd wat lichter. Er zijn Rode Nieuw Zeelanders die een minder fraaie tussenkleur en grondkleur laten zien. Zeer kwalijk wordt het als de dekkleur ten opzichte van de tussenkleur scherp begrenst is. Bij inblazen zie je dan een lichte rozet. Deze dieren sluit ik uit voor de fok. De grondkleur aan de buik verdient zeker aandacht in mijn fokkerij, want deze is soms erg licht. Ook de buikkleur moet zover mogelijk doorlopen tot aan de wortel. De grondkleur aan de borst is een belangrijke graadmeter voor de kleur van het gehele dier. Loopt de borstkleur door tot aan de wortel dan is dit zeer waardevol. We kunnen dan bijna altijd spreken van een fraaie tussen- en grondkleur over het gehele lichaam. De sterkst gekleurde dieren vertonen vaak op een leeftijd van 6 weken een blauwe/grauwe tussenkleur. Is dit niet het geval dan zullen die dieren te licht van kleur blijven. Na de tweede of derde verharing is de grauwe kleur verdwenen. Stelling: Om de fraaie raskenmerken van een konijn zoveel mogelijk naar voren te laten komen is het vereist dat deze zich op de keurtafel rustig gedraagt. Het dier moet zich dan makkelijk door de keurmeester in stelling laten brengen. Daarbij moet het dier zich oprichten en de

32


voorbenen op een natuurlijke wijze strekken. Door het temperamentvolle karakter van de RNZ is dit nogal eens een moeilijke opgave. Daarnaast gedragen ze zich in vreemde omgeving gestrest en vertonen ze vluchtgedrag bij voor hen onbekende geluiden. Ze moeten daarom voor het showseizoen veel getraind worden, waarbij ze gewend raken aan de handelingen op de keurtafel. Door de dieren steeds met veel rust en geduld te benaderen verliezen ze op den duur hiervoor de angst. Het gedrag van de jonge RNZ’s wordt grotendeels gevormd tijdens de zoogperiode. Hierdoor zijn de jongen van een relatief rustige en minder stressgevoelige voedster over het algemeen handzamer dan bij een voedster die snel in de stress schiet. Daarom kan door middel van gerichte selectie hierop bij de voedsters het karakter worden beïnvloed. In mijn fokkerij richt ik me voornamelijk op het verbeteren van de raskenmerken. Het gedrag van de dieren dreigt daarom nogal eens op de achtergrond te raken. Wel neem ik ieder jaar een paar voedsters in het fokprogramma op die wat minder vatbaar zijn voor stress. Op deze wijze probeer ik de hoeveelheid stress in mijn RNZ’s tot aanvaardbare proporties terug te dringen.

Een Rode Nieuw Zeelander in stelling. Voor een optimale stelling moeten de voorbenen meer strekken en recht onder de borst worden neergezet. Op de foto lijken de voorbenen wat aan de lange kant. Voor het overige is het een zeer fraaie voedster, waarbij vooral de fraaie rondingen en de stevig gevormde oren opvallen.

33


Tot slot Na ruim 30 jaar ben ik dan ook nog steeds niet uitgekeken op de fok van de Rode Nieuw Zeelanders. Altijd zijn er wel weer onderdelen waar verbetering mogelijk. Daarbij werk ik aan het behouden van fraaie onderdelen en het verbeteren van zwakke punten. Daarvoor pas ik parallelteelt toe. Dit is een vorm van lijnenteelt waarbij in twee lijnen naast elkaar op dezelfde wijze wordt gefokt. Binnen iedere lijn wordt inteelt toegepast op de rammen met de gewenste raskenmerken. In de ene lijn ligt daarbij het accent op de bouwkenmerken (de “bouwlijn”) en in de andere lijn ligt het accent op de kleurkenmerken (de “kleurlijn”). Iedere vier jaar combineer ik beide lijnen door middel van compensatieteelt, waarbij de dieren elkaar in raskenmerken aanvullen. Daarna zet ik opnieuw twee lijnen (bouw en kleurlijn) op. Vaak voeg ik hieraan dan “vreemd bloed” toe, door een RNZ uit een andere stal in het fokprogramma op te nemen. Hoewel dit niet altijd een betere raskwaliteit oplevert, krijgt de vitaliteit in de nafok hierdoor wel vaak een positieve impuls. Want door telkens in “bloedverwantschap” door te telen merk ik dat mijn dieren kwetsbaarder worden voor ziektes, waaronder coccidiose of enterocolitis (dikke buikenziekte). Door de sterfte van de jonge dieren die hiermee gepaard gaat vraag ik me vaak af of ik met mijn fokkerij wel de juiste weg bewandel. Daarom pas ik hierin regelmatig bepaalde zaken aan. Niet alleen op het terrein van de foktechniek, maar ook op het terrein van de hygiëne en de voeding. Dit met het doel om de fokresultaten te verbeteren. Want het blijft voor mij een uitdaging om de “perfecte” Rode Nieuwe Zeelander te fokken!

34


E lektroen Installatietechniek

B.G. van Weezelplein 12 9431 AG Westerbork Tel: 0593-332235/Fax: 0593-331229 Email: [email protected]

35


Nieuw project: De blauwe angora terug op shows! Al vanaf dat ik angora's heb en ik helemaal weg van de blauwe kleurslag! Ze hebben gewoon iets mysterieus wat mij pakt.. Op mijn eerste blauwe angora dame heb ik ruim een jaar moeten wachten, maar het was het waard! Elke dag vind ik haar geweldig en steeds vaker begon het te kriebelen om deze kleur te gaan fokken. Na drie jaar wit blauwoog angorakonijnen te hebben gefokt wilde ik toch wat anders... ik besloot om met de blauwe kleurslag bezig te gaan. Heel toevallig had Gerben hetzelfde idee! Samen hebben we een plan opgezet. In januari 2013 is mijn blauwe voedster (bruin x blauw) gedekt door een zwarte ram van Gerben. Hier kwamen alleen zwarte jongen uit. Hier heb ik een voedster van aangehouden. Ik kreeg een F1 voedster mee (blauwe wener x zwarte angora) en later dit jaar nog een F1 ram (blauwe wener x zwarte angora). Met deze 3 dieren ben ik afgelopen jaar gaan fokken. Hieronder kort overzichtje van hoe en wat. A: Blauwe angora x Zwarte angora 3 zwarte jongen Allen angora. B: Blauwe angora x F1 1 zwarte en 5 blauwe jongen 2 jongen hadden een angoravacht, 1 had een 'fluffy' vacht en de andere 3 waren kort. C: F1 x F1 5 zwarte jongen 1 angoravacht, 2 fluffy en 2 kort. In juli 2013 heb ik een blauwe angora ram uit Duitsland laten komen en hier gaan we volgend jaar mee verder fokken. Ik hoop in 2014 de eerste blauwe angorakonijnen weer op de shows te kunnen uitbrengen, zodat meer mensen weer kennis kunnen maken met deze mooi kleurslag ;-) Groetjes Linda

36


U koopt toch ook bij onze adverteerders?

37


Onze blauwe fokdieren voor volgend jaar:

Zwarte voedster (Nest A)

Zwarte voedster (Nest C)

Blauwe voedster (Nest B)

Blauwe voedster (bl x br)

38

Blauwe ram (Dtsl.)


39


Jongdierenavonden konijnen Door : de Jongdierencommissie (Jan Lobers, Jan van der Meulen, Geert Meijering, Willem Gils en Jan Popping). Als aanvulling op de jongdierendag worden dit jaar twee jongdierenavonden voor konijnen georganiseerd. De jongdierenavonden worden gehouden op 4 en 25 september in het clubgebouw van de Scouting van Beilen. Deze avonden biedt aan ELKE konijnenfokker de kans om maximaal 4 jonge konijnen vanuit de kist door een ervaren keurmeester te laten keuren. Daarvoor hebben we op 4 september Gerrit Grooten uitgenodigd en op 25 september komt Bert Apperlo de konijnen keuren. Als fokker zit u tijdens de keuring er met de neus boven op. Wat maakt dat u een betere kijk krijgt op waarop u moet letten bij het selecteren van uw dieren en waarbij u eventueel in dialoog kunt gaan met de keurmeester. Dit kan ons helpen om een beter beeld te vormen van de kwaliteiten en de minpuntjes van de dieren die we gefokt hebben. Want aan de hand van de standaardeisen worden de kwaliteiten van de ingezonden dieren doorlopen. U zult zien dat u daardoor ook de rassen van uw collega-fokkers beter leert kennen. De avonden zullen samen met de Jongdierendag in competitieverband worden gehouden. Hierbij worden de behaalde punten van de 4 dieren bij elkaar opgeteld. Voor de Jongdierendag moeten daarom op het inschrijfformulier 4 dieren worden aangekruist die voor de jongdierencompetitie meedoen. De fokker die op de jongdierenavonden en de Jongdierendag de meeste punten heeft behaald wint de competitie. Het competitie element is echter niet het belangrijkst. Gewoon meedoen voor de gezelligheid en het clubgevoel is natuurlijk veel belangrijker. Alvast een hele goede competitie toegewenst !!

40


41


Onderlinge Competitie Konijnen

Op zaterdag 4 oktober 2014 organiseert de KMD de onderlinge konijnen competitie. Oh ja op dierendag en laten wij er een mooie sportieve dag er van maken. Neemt u vrouw en kinderen mee want die kunnen zich dan ook goed vermaken. De keuring zal plaats vinden in Oranje bij Jan Voortman in zijn tuincentrum De Tuinkabouter. Het adres is: Oranje 7 9416TA Oranje De aanvangstijd is al bekend, om 12:30 is de zaal geopend en om 13:15 willen met de keuring beginnen.

Met vriendelijke groet, Competitieleiding KMD J.Lobers

42


Uw winkel voor:

Diervoeders. Tuinzaden. Meststoffen. Tuingereedschap. Planten. Werkkleding. Welkoop Beilen Dambroeken 3 9411 SG Beilen 0593-540170 www.welkoop.nl

43


Mededelingen standaardcommissie konijnen maart 2014 Per 1 april 2014 zijn definitief erkend: De Angoradwerg in wit blauwoog.

De Nederlandse Hangoordwerg in midden sepia marter zilvervos.

44


U kunt bij ons terecht voor een totaal concept voor: * uw haar * schoonheidsbehandeling * voetreflextherapie * pedicure En dit alles onder 1 dak! 6 dagen per week geopend Herma en Melanie www.kapsalondenaald.nl 0593 - 525337

45


De Teddydwerg in wit blauwoog De Vosdwerg in bruin.

De Vosdwerg in wit roodoog. De Kleurdwerg, verzilvering in midden bruin en licht konijngrijs.

46



47


Per 1 april 2014 zijn voorlopig erkend voor een periode van 1 jaar (t/m 31 maart 2015): De Papillondwerg in driekleur zwart (voorlopige erkenning verlengd)

De Nederlandse Hangoordwerg in fawn en fawnbont (voorlopige erkenning verlengd) De Nederlandse Hangoordwerg Leeuwenkop in madagascar

48


A. Willems BV Verkoop van: -

Eieren Hooi (grote balen) Stro Haardhout Hooi en stro persen Blonde d’ Aquitaine vlees: Mager rundvlees, uit eigen regio diepvriesklaar verpakt

Hoofdstraat 34 Westerbork Tel. 0593-333140 / 06-40556243 Fax 0593-370702

49


Per 1 april 2014 is niet meer erkend: Rexdwerg in rustekening zwart Vooraankondiging einde erkenning Door het erkennen van de Vosdwerg in wit roodoog zal de erkenning van de Kleurdwerg, vosbeharing in wit roodoog per 31 maart 2015 worden beëindigd. Onderstaande aanpassingen en wijzigingen in de konijnenstandaard 2007 gelden per 1 april 2014. Blz. 6

Max. gewicht Franse Hangoor wordt 7 kg.

Blz. 6c

Oorlengte Papillondwerg wordt 6,5 – 8,5 cm

Toevoegen: G Gewichtskl r

Gewichtskl

Gewichtskl

o

as

as

Oorl Gewichtskl

as Ras

engt as

10 punten e

8 punten (g)

9 punten (g)

9 punten (g) (g)

Nr.

Blz. e (cm)

p Nederlandse

47

Hangoordwerg

a

, bijzondere

217

1250-1330

1340-1440

1450-1650

1660-1700

310e 26

haarstructuur Vosdwerg, 48f

7

1000-1100

1110-1290

1300-1500

1510-1600

5–7

319g

7

1000-1100

1110-1290

1300-1500

1510-1600

5–7

319k

kleur 48 Vosdwerg, wit g

50


de Zuidmaten 4 9411 PT Beilen Tel. 0593-522139 [email protected]


51


Blz. 7 Toevoegen in tabel Groep 7. Bijzondere haarstructuur 47a Nederlandse Hangoordwerg 48f,g Vosdwerg Blz.91

Max. gewicht Franse Hangoor wordt 7 kg

Blz.119 Beschrijving bij geel wordt: De dekkleur is intens geel. Tussenkleur warm roodgeel, grondkleur geel. Buikkleur wit tot roomkleurig. Grondkleur aan de buik is wit Blz.120 Toevoegen bij lichte fouten: Roomkleurige grondkleur aan buik bij geel. Blz. 131 Aanpassing beschrijving: Op de voorzijde van de voorbenen aanwezige tanharen dienen voor het showen op een tentoonstelling verwijderd te worden vervangen door: Op de voorzijde van de voorbenen bevinden zich uitstaande tankleurig gepunte haren (spitsen), welke regelmatig verdeeld zijn. Blz. 132 Toevoegen bij lichte fouten: Iets weinig of iets veel tankleurig gepunte haren (spitsen) op voorbenen.

de

Blz. 133 Toevoegen bij zware fouten: Het ontbreken van uitstaande tankleurig gepunte haren (spitsen) op de voorzijde van de voorbenen. Blz.284 Beschrijving bij geel wordt: De dekkleur is intens geel. Tussenkleur warm roodgeel, grondkleur geel. Buikkleur wit tot roomkleurig. Grondkleur aan de buik is wit Blz.285 Toevoegen bij lichte fouten: Roomkleurige grondkleur aan buik bij geel.

52



53


Blz.290 Aanpassing beschrijving: Op de voorzijde van de voorbenen aanwezige tanharen dienen voor het showen op een tentoonstelling verwijderd te worden vervangen door: Op de voorzijde van de voorbenen bevinden zich uitstaande tankleurig gepunte haren (spitsen), welke regelmatig verdeeld zijn. Blz.292 Toevoegen bij lichte fouten: Iets weinig of iets veel tankleurig gepunte haren (spitsen) op de voorbenen. Blz.293 Toevoegen bij zware fouten: Het ontbreken van uitstaande tankleurig gepunte haren (spitsen) op de voorzijde van de voorbenen. Blz.303 Blz.304 Blz.304g Blz.304h Blz.308

Toevoegen bij erkende kleuren: wit met lichtblauwe oogkleur Toevoegen bij wit: oogkleur lichtblauw bij blauwoog. Erkenning verlengd t/m 31 maart 2015 Oorlengte wijzigen in: 6,5 – 8,5 cm, ideaal is 7,5 cm. Erkenning fawn en fawnbont verlengd t/m 31 maart 2015

Toevoegen bij erkende kleuren: midden sepia marter zilvervos Puntenschaal Groep 7. Bijzondere haarstructuur Nederlandse Hangoordwerg, leeuwenkop Pos. Onderdeel 1 Gewicht 2 Type, bouw en stelling 3 Pels en pelsconditie 4 Manen, baarden en pony 5 Kopvorm en oren: structuur, dracht en lengte 6 Kleur 7 Lichaamsconditie en verzorging Totaal

54

Punten 10 20 20 15 15 15 5 100


Agrab Hoogersmilde is dealer van: Hippostar Paardenvoeders Kasperfaunafood Kleindiervoeder Konacorn Vogelvoeders Kasperfaunafood Vogelvoeders Marimanwillebroek Bluebird Duivenvoeders Honden en Kattenvoeders Div. Strooisels E-mail: [email protected] Openingstijden: Maandag t/m Vrijdag van: 8.00 - 12.00 en 13.00 - 18.00 Zaterdags geopend van: 8.00 - 12.00 en 13.00 - 17.00

55


Puntenschaal Groep 7. Bijzondere haarstructuur Vosdwerg, kleur Pos.

Onderdeel

1 2 3

Gewicht Type, bouw en stelling Pels: structuur en conditie

10 20 20

4

Pels: dichtheid en lengte

15

5 6

Dek- en buikkleur Tussen- en grondkleur

15 15

7

Lichaamsconditie en verzorging Totaal

Punten

5 100

Puntenschaal Groep 7. Bijzondere haarstructuur Vosdwerg, wit Pos.

Onderdeel

1

Gewicht

2 3 4 5 6 7

Type, bouw en stelling Pels: structuur en conditie Pels: dichtheid en lengte Kop en oren Kleur Lichaamsconditie en verzorging Totaal

Punten

56

10 20 20 15 15 15 5 100


57


Blz.340 Toevoegen bij erkende kleuren: bruin in de middennuance en konijngrijs in de lichte nuance

Blz.349 Toevoegen bij Groep 3: bruin in de middennuance en konijngrijs in de lichte nuance

Algemeen In 2013 is besloten om bij de groepen 1 t/m 6 de pels in 4 posities te benoemen via de beoordelingskaart. Het gaat hierbij om pelslengte, dichtheid, structuur en conditie.

Keurmeesters worden verzocht hier op de juiste wijze mee om te gaan.

Keurmeesters ontvangen de wijzigingen en aanvullingen van de standaard via de KKV.

Andere belanghebbende kunnen deze bestellen via KLN.

Jan Vijfvinkel Secretaris standaardcommissie

58


59


60

Een Rode Nieuw Zeelander in stelling

Recommend Documents