Arenberggebouw – Arenbergstraat 5 – 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 – Fax: 02 209 47 15
Een pilootstudie naar het ontwikkelen van een website community en het effect daarvan op het fysieke activiteitspatroon. AUTEUR(S)
WEEMAES T. , PROF. DR. ZINZEN E.
REDACTEUR
VERBEIREN K.
INSTITUUT
Vrije Universiteit Brussel, Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie
ABSTRACT De groeiende populariteit van het internet heeft geleid tot een groot aantal nieuwe toepassingen, zoals de beschikbaarheid van verschillende website communities. Er is echter nog niet veel onderzoek gedaan naar het effect van dergelijke website communities op het fysieke activiteitspatroon. Voor deze studie werd daarom een website community gecreëerd waarop de proefpersonen hun fysieke activiteitsgegevens, verkregen aan de hand van een sensewear lichaamsmonitor, konden opladen. Op basis daarvan werd onderzocht of de website community de proefpersonen kon stimuleren om een actievere levensstijl aan te nemen. De onderzoeksgroep bestond uit 32 personen, onderverdeeld in vier groepen. Zij droegen de sensewear gedurende 3 opeenvolgende weken en laadden dagelijks hun gegevens op het virtuele platform op. Op basis daarvan kregen ze feedback. Uit de resultaten van de studie bleek dat het gebruik van de website community niet geleid heeft tot een stijging van de fysieke activiteit, maar wel zorgde voor een verhoogd bewustzijn. Als conclusie kunnen we stellen dat het gebruikte website platform een basis kan vormen voor verder onderzoek, maar dat verbeteringen nodig zijn vooraleer het platform zijn volledige potentieel kan aanwenden om mensen aan te zetten tot een meer actieve levensstijl.
Sleutelwoorden
website community, fysieke activiteit, sensewear
Datum
01/04/2010
Extra bronnen
zie bronnenlijst
Contactadres
[email protected]
Disclaimer: Het hierna bijgevoegde product mag enkel voor persoonlijk gebruik worden gedupliceerd. Indien men dit wenst te dupliceren of te gebruiken in eigen werk, moet de bovenvermelde contactpersoon steeds verwittigd worden. Verder is een correcte bronvermelding altijd verplicht.
Een pilootstudie naar het ontwikkelen van een website community en het effect daarvan op het fysieke activiteitspatroon. Weemaes T., Prof. dr. Zinzen E. Vrije Universiteit Brussel Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie
INLEIDING De levensstandaard in de Westerse samenleving is sinds de Tweede Wereldoorlog sterk verbeterd. Deze positieve evolutie impliceert echter geen verbetering van de algemene gezondheid. Dit blijkt uit het stijgende aantal mensen dat lijdt aan welvaartsziekten zoals obesitas, kanker en coronaire hartaandoeningen [1]. Nochtans tonen verschillende wetenschappelijke studies aan dat deze welvaartsziekten bestreden kunnen worden met regelmatige fysieke activiteit. Een actief leven geeft daarnaast ook een heel aantal mentale gezondheidsvoordelen [2-3]. Om een gezonde levensstijl te bekomen, is een doordacht bewegingspatroon dus noodzakelijk. Toch blijkt dat dit besef voor de gemiddelde mens niet voldoende is om ook effectief een gezonde levensstijl aan te nemen [4]. Het ontwikkelen van een systeem dat het complexe proces van een gedragsverandering vergemakkelijkt, zou hier mogelijk een oplossing kunnen bieden. Een dergelijk systeem zou de ‘website community‘ kunnen zijn, een virtueel platform waar mensen met gelijkaardige doelen en interesses online samenkomen. De gebruikers van dit virtuele platform kunnen informatie uitwisselen en vinden sociale steun en motivatie bij elkaar [5]. Hoewel verschillende studies hebben aangetoond dat een website community het potentieel heeft mensen aan te zetten tot het veranderen van een bepaald gedrag [6-10], is er nog maar weinig bekend over het effect van een dergelijke website community op het fysieke activiteitspatroon. Wanneer men iemands fysieke activiteitspatroon op een meetbare wijze in kaart wil brengen, is inzicht nodig in het dagelijks en wekelijks energieverbruik van die persoon. Er is dus ook nood aan wetenschappelijke methoden om dit verbruik te meten.
Aangezien het energieverbruik van spiervezels niet direct gemeten kan worden, moeten we ons behelpen met een bepaling van het energieverbruik op basis van indirecte methoden [11]. Er bestaat een heel spectrum van methoden om het energieverbruik op een indirecte manier te bepalen. Aan de ene zijde van dit spectrum bevinden zich de laboratorium-methoden zoals caloriemetrie. Deze zijn zeer valide, maar vereisen gesofistikeerde, dure apparatuur. Aan de andere zijde vinden we de goedkope, gebruiksvriendelijkere methoden zoals stappentellers en hartslagmeters, die dan weer minder accuraat zijn. Als gouden standaard zouden we een intelligente, draadloze lichaamsmonitor kunnen gebruiken [12]. Deze toestellen zijn gebaseerd op real time data en bieden de mogelijkheid om fysieke activiteit te meten tegen een beperkte prijs. Het doel van deze studie is om te onderzoeken of het mogelijk is om een interactief website platform te ontwikkelen dat gebruik maakt van de output van de SenseWear® Pro3 armband. Verder willen we nagaan of het gebruik van de website community mensen kan aanzetten tot het aannemen van een gezondere en actievere levensstijl.
METHODE PROEFPERSONEN 32 proefpersonen namen deel aan onze studie. De data van twee proefpersonen werden echter niet weerhouden. De kenmerken van de proefpersonen zijn terug te vinden in Tabel 1.
Tabel 1. Kenmerken van de proefpersonen Proefpersonen ♀ ♂
Gem. lftd (jaar)
SMIT
3
4
31,29
ETRO
2
6
32,8
Would Be’s
3
4
35,6
Sport Addicts
7
1
48
Gemiddelde Totaal
36,92 15
15
STUDIEOPZET Tijdens de eerste fase van onze pilootstudie werd een website community, genaamd ‘Mind the Step’ (MTS), ontwikkeld. De eerste basisversie werd getest tijdens twee aparte proefweken met als doel mogelijke problemen en fouten op te sporen en te verhelpen. Op basis van de output van deze eerste twee weken, werd de website geoptimaliseerd en werd aangevangen met een drie weken durende registratieperiode. Tijdens deze periode werd het energieverbruik van de proefpersonen ononderbroken gemeten met behulp van een SenseWear® Pro3 armband. De proefpersonen kregen de opdracht om de armband minstens 23 uur per etmaal te dragen. Verder moesten ze dagelijks hun geregistreerde data opladen naar het community platform. Op basis van hun data, kregen de proefpersonen dan digitale feedback uit een verzameling tips, opgesteld door voedings- en bewegingsexperten. Op het virtuele platform waren ook tabellen en lijsten te zien, waarop de proefpersonen hun vooruitgang konden zien en hun eigen prestaties konden vergelijken met die van de anderen. Deze tabellen werden automatisch geüpdatet wanneer iemand zijn of haar geregistreerde data naar de website oplaadde. Na de registratieperiode werd de proefpersonen nog gevraagd een vragenlijst in te vullen die peilde naar hun bevindingen van het onderzoek. Voor de registratieperiode werden 32 proefpersonen gerecruteerd. Ze werden onderverdeeld in vier groepen, afhankelijk van hun huidige fysieke activiteitspatroon: SMIT (weinig tot niet fysiek actief), ETRO (weinig tot niet fysiek actief), Would Be’s (geregeld fysiek actief) en Sport Addicts (zeer fysiek actief).
FYSIEKE ACTIVITEITSPARAMETERS Eerst en vooral werd het aantal stappen geregistreerd, aangezien er reeds significante gezondheidsvoordelen verbonden zijn aan activiteiten aan matige intensiteit, zoals wandelen en traplopen. Daarnaast werd ook het energieverbruik gemeten aan de hand van METwaarden (Metabolic Equivalent of Task) en opgedeeld in vier categorieën: sedentair gedrag, matige fysieke activiteit, zware fysieke activiteit en zeer zware fysieke activiteit.
RESULTATEN SENSEWEAR OUTPUT Het aantal stappen daalt significant in de tweede week tegenover de eerste week en in de derde week tegenover de eerste week. Wat betreft de totale hoeveelheid METs, werd er geen significant verschil gevonden tussen de drie registratieweken. Ook tussen de verschillende groepen kon geen significant verschil vastgesteld worden, met als uitzondering de categorie ‘zware fysieke activiteit’. In deze categorie tonen de resultaten dat de leden van de groep ‘Would Be’s’ significant langer fysiek actief waren dan de leden van de groep ‘ETRO’ en dat de leden van de ‘Sport Addicts’ significant langer fysiek actief waren dan de leden van de groepen ‘ETRO’ en ‘SMIT’. PHYSICAL ACTIVITY QUESTIONNAIRE
De data toonden aan dat de vier groepen ongeveer even veel tijd besteedden aan zitten, wandelen en matige fysieke activiteit. Wel bleek dat de leden van de groep ‘SMIT’ significant minder tijd spendeerden aan zware fysieke activiteit in vergelijking met de leden van de groep ‘Sport Addicts’. HAPPINES SURVEY 70% van de proefpersonen meldden Mind the Step dagelijks te gebruiken, 17% om de andere dag en 13% enkel wanneer ze eraan dachten. De populairste features bleken het bekijken van de eigen resultaten en het lezen van commentaren die door andere deelnemers gepost werden. De minst populaire waren het maken van videoboodschappen en het antwoorden op commentaren.
Wat betreft de algemene mening over MTS, beweerde 23% dat het gebruik van MTS geleid had tot een verhoogde bewustwording van het eigen gedrag. Nog eens 23% gaf aan dat MTS hen niet aangespoord had tot een verhoging van hun fysieke activiteit. 29% is van mening dat er veranderingen aan het website platform moeten doorgevoerd worden voor ze het weer zouden gebruiken en 10% verklaarde MTS nooit meer te willen gebruiken. Verder gaf 83% van alle deelnemers aan dat de informatie op de website persoonlijker zou moeten zijn en ongeveer 40% had de indruk dat de aangeboden informatie niet aansloot op hun individuele prestaties. 26% wenste meer praktische tips over een gezonde levensstijl en fysieke activiteit. Ten slotte beweert bijna de helft van de respondenten het bewegingspatroon tot op bepaalde hoogte aangepast te hebben. 3% gelooft door MTS succesvol het energieverbruik verhoogd te hebben, terwijl 16% zegt geen invloed ondervonden te hebben. 26% geeft aan dat het gebruik van MTS hen stimuleerde om zich bewust te worden van het eigen bewegingspatroon en het in vraag te stellen.
DISCUSSIE Vooraleer we MTS volledig operationeel konden beschouwen, doorliep de website community twee testweken. Tijdens en na deze experimentele weken kwamen verschillende problemen aan het licht. Op basis van de opmerkingen van de proefpersonen, werd de website aangepast om de gebruiksvriendelijkheid, lay-out en functionaliteit te verbeteren en de website klaar te stomen voor dit onderzoek. Ondanks de inspanningen, ondervond één proefpersoon een technisch probleem, wat erop wijst dat de website nog steeds verbeterd kan worden. Deze studie was erop gericht een bijdrage te leveren aan het onderzoek naar gedragsverandering, meer specifiek naar verandering van het bewegingspatroon door gebruik van een website platform. Om na te gaan of het gebruik van de community ook echt een positief effect had op het activiteitspatroon, werden het aantal stappen en het aantal verbruikte METs onderzocht. Analyse van de data van de drie registratieweken toont echter aan dat het gebruik van MTS niet geleid
heeft tot een significante stijging van het fysieke activiteitsniveau. We vonden wel significante verschillen tussen de verschillende groepen voor de categorie ‘zware fysieke activiteit’. De leden van de groep ‘ETRO’ besteedden significant minder tijd aan zware fysieke activiteit dan de leden van de groepen ‘Would Be’s’ en ‘Sport Addicts’. Verder waren de leden van groep ‘SMIT’ significant minder zwaar fysiek actief dan de leden van de groep ‘Would Be’s’. Tegen onze verwachtingen in, vonden we na de eerste week een significante daling van het aantal stappen (tussen de verschillende weken). Dit resultaat werd in andere studies ook teruggevonden [13-14]. Volgens een andere auteur is het mogelijk dat fysieke activiteit moeilijker veranderbaar is aan de hand van computerinterventies dan andere gedragingen [15]. Dit doet vermoeden dat interventies die gebruik maken van online interactieve technologieën verfijnd zouden moeten worden en grondiger getest vooraleer ze hun volledige potentieel om iemands gedrag aan te passen, kunnen bereiken [16-17]. Een ander aspect dat de lage impact van MTS op het activiteitsniveau mogelijk deels kan verklaren, is het feit dat er geen nulmeting uitgevoerd werd. Er werden in deze pilootstudie geen data vergaard vóór de infosessie. Dit impliceert dat alle geanalyseerde data afkomstig zijn van de drie opeenvolgende registratieweken. Hierdoor is het mogelijk dat een deel van de gegevens verloren gegaan is. Zo is het mogelijk dat de proefpersonen meer fysiek actief zijn geworden, louter door het dragen van de sensor. Deze aanname kan getest worden door, voorafgaand aan de registratieweken, al een registratieperiode in te bouwen waarbij de proefpersonen hun gegevens naar een passieve website moeten opladen. Op deze passieve website kunnen de eigen resultaten, noch die van anderen bekeken worden. De proefpersonen mogen ook niet weten dat de sensor die ze dragen fysiologische parameters meet. Verder vonden we dat er opmerkelijke gelijkenissen bestonden tussen de data van de sensors en de resultaten van de vragenlijst. Deze gelijkenissen werden na statistische analyse bevestigd. Aangezien de validiteit en betrouwbaarheid van de vragenlijst die gebruikt werd in deze studie niet bekend zijn, is het aangewezen dat volgende onderzoekers een gevalideerde en betrouwbare vragenlijst gebruiken.
Een mogelijkheid is hier het gebruik van de International Physical Activity Questionnaire [18-19]. Het happiness survey gaf aan dat een behoorlijk aantal proefpersonen enige hinder ondervond van het dragen van de sensor. Over de algehele tevredenheid en het ondervonden effect heerst er verdeeldheid. Dit toont aan dat MTS beschouwd zou kunnen worden als een goede basis voor verder onderzoek, mits de nodige aanpassingen. Verder onderzoek zou daarom moeten focussen op het verhogen van de intrinsieke motivatie van de proefpersonen, het uitvoeren van een degelijke nulmeting en het kritisch bekijken van nieuwe lichaamsmonitors. Ook het uitvoeren van een longitudinale studie om de langetermijn effecten van een website community op het fysieke activiteitspatroon na te gaan, zou zinvol zijn.
ERKENNINGEN De auteurs wensen Prof. Dr. Peter Clarys, Katelijne Verbeiren en Wouter Cools te bedanken voor hun waardevolle bijdragen tot deze studie. Verder willen we graag Bart Jansen en Kristof Michiels bedanken voor het ontwikkelen van de website community en hun technische bijstand. Dit onderzoek werd gevoerd aan de Vrije Universiteit Brussel.
REFERENTIES [1] Holt, R. M., Schwartz, F. L. & Shurbook, J. H. (2007). Diabetes Care in extended-care Facilities. Diabetes Care, 30(6), 1454-1458. [2] Warburton, D., Nicol, C .W. & Bredinn, S. (2006). Health benefits of physical activity: the evidence. Canadian Medical Association Journal, 174, 801-809. [3] Pate, R. R., Pratt, M., Blair, S. N., Haskell, W. L., Macera C. A., Kriska, A., Leon, A. S., Marcus, B. H., Morris, J., Paffenbarger, R. S., Patirck, K., Pollovk, M. L., Rippe, J. M. & Wilmore, J. H. (1995). Physical Activity and Public Health – A Recommendation from the Centers for Disease Control and Precention and the American College of Sports Medicine. Journal of the American Medical Association, 273, 402-407. [4] Nomura, T., Yoshimoto, Y., Akezaki, Y. & Sato, A. (2009). Changing behavioural Patterns to promote Physical
Activity with motivational Signs. Environmental Health and reventive Medicine ,14, 20-25. [5] Eysenbach, J., Powell, J., Englesakis, M., Rizo, C. & Stern, A. (2004). Health related virtual Communities and electronic Support Groups: systematic Review of the Effects of online peer to peer Interaction. British Medical Journal, 328, 1166-1170. [6] Winzelberg, A. (1997). The Analysis of an electronic Support Group for Individuals with eating Disorders. Computers in Human Behavior, 13(3), 397-407. [7] Brug, J., Cambell, M. & van Assema, P. (1999). The Application and Impact of computer-genereated personalized Nutrition ducation: A Review of the Literature. Patient Education and Counseling, 36, 145-156. [8] Hester, R. K., Squires, D. D. & Delaney, H. D. (2005). The Drinker’s Check-up: 12-month outcomes of a controlled clinical Trial of a standalone Software Program for problem Drinkers. Journal of Substance Abuse Treatment, 28(2), 159169. [9] Bersamin, M., Paschall, M. J., Fearnow-Kenney, M. & Wyrick, D. (2007). Effectiveness of a Web-Based AlcoholMisuse and Harm-Prevention Course among High- and LowRisk Students. Journal of American College Health, 55, 247254. [10] Severtson, L., Haas, J., Neftzger, A., Purvis, J.& Rula, E. (2009). Tobacco Cessation trough Participation in a comprehensive Multimedia Program. Outcomes & Insights in Health Management, 1(1). [11] Wilmore, J. H. & Costill, D. L. (2006). Inspanningsen sportfysiologie. Maarsen, Nederland: Elsevier gezondheidszorg. [12] Yazicioglu, R. F., Torfs, T., Merken, P., Penders, J., Leonov, V., Puers, R., Gyselinckx, B. & Van Hoof, C. (2008). Ultra-low biopotential Interfaces and their Applications in wearable and implantable Systems. Microelectronics Journal. [13] Spittaels, H., De Bourdeaudhuij, I., Brug, J., & Vandelanotte, C. (2007). Effectiveness of an online computer-tailored Physical Activity Intervention in a real-life Setting. Health Education Research, 22, 385-396. [14] Spittaels, H., De Bourdeaudhuij, I. & Vandelanotte, C. (2007). Evaluation of a website-delivered computertailored Intervention for increasing Physical Activity in the General Population. Preventive Medicine, 44, 209-217 [15] Bull, F. C., Kreuter, M. W. & Scharff, D. P. (1999). Effects of tailored, personalized and general health Messages on Physical Activity. Patient Education and Counseling, 36, 181-192.
[16] Norman, G. J., Zabinski, M. F., Adams, M. A., Rosenberg, D. E., Yaroch, A. L. & Atienza, A. A. (2007). A Review of eHealth Interventions for Physical Activity and Dietary Behavior Change. American Journal of Preventive Medicine, 33(4), 336-345.
[18] Rangul, V., Holmen, T, L., Kurtze, N., Cuypers, K. & Midthjell, K. (2008). Reliability and Validity of two frequently used self-administered Physical Activity Questionnaires in Adolescents. BMC Medecial Research Methodology.,15(8),47.
[17] Portnoy, D. B., Scott-Sheldon, L. A. J., Johnson, B. T. & Carey, M. P. (2008). Computer-delivered Interventions for Health Promotion and behavioral Risk Reduction: A Metaanalysis of 75 randomized controlled Trials. Preventive Medicine, 47, 3-16.
[19] Maddison, R., Ni Mhurchu, C., Jiang, Y., Vander Hoorn, S., Rodgers, A., Lawes, C. M.& Rush, E. (2007). International Physical Activity Questionnaire (IPAQ) and New Zealand Physical Activity Questionnaire (NZPAQ): A doubly labeled water validation. International journal of behavioral nutrition and physical activity, 3(4), 62.