Vraag en antwoord BHV naar aanleiding van onderhandelingen september 2011
Een oplossing voor de Splitsing van de Kieskring Brussel-HalleVilvoorde 14 sept. 2011
Basis: CD&V formuleerde duidelijke voorwaarden en hield vol. Nu boeken we resultaat.
• • • •
•
We hebben altijd gezegd: eerst een oplossing voor BHV. Die eerste, belangrijke stap is nu gezet. Onderhandelen loont Al jaren wordt de Belgische politiek verziekt en geblokkeerd door BHV. Nu ligt er eindelijk een oplossing in het verschiet. Deze oplossing ligt zeer dicht bij de voorstellen die ik tijdens de lente zelf heb uitgewerkt in samenwerking met Bart De Wever en Elio Di Rupo. Bovendien respecteren we het Vlaams regeerakkoord. De roepers zullen altijd zeggen dat het slecht is, maar de doeners durven kiezen voor concrete resultaten.
Wat nu?
•
Dit is nog maar een eerste stap. Nu moeten we het eens worden over de andere communautaire dossiers, daarna over een regeerakkoord. Maar elke tocht begint met de eerste stap.
1
Vraag en antwoord BHV naar aanleiding van onderhandelingen september 2011 Globale plaatje BHV : OPLOSSING EN EVENWICHTIG RESULTAAT -
Er komt een splitsing van het kiesarrondissement voor verkiezingen Kamer en Europees Parlement.
-
De Senaat wordt volledig hervormd. Deze regeling maakt deel uit van de globale hervorming: geen paritaire Senaat, wel op basis van taalgemeenschappen samengesteld
-
Wat de 6 faciliteiten gemeenten betreft: Het blijven Vlaamse gemeenten. De Vlaamse decreten, inclusief de omzendbrieven Peeters, blijven er voor iedereen gelden. Gelet op de bijzondere aard van deze 6 gemeenten werkten we aan de benoemingsprocedure van burgemeesters, met respect voor de Vlaamse regering die haar benoemingsbevoegd behoud. Op deze manier hebben we geïnvesteerd in de pacificatie tussen de taalgroepen in deze gemeenten. Er is nu een oplossing voor een politiek probleem dat al jaren aansleept. Een probleem dat de communautaire verhoudingen al jaren bemoeilijkt.
-
Verder is er geen sprake van de uitbreiding van Brussel, er komt geen corridor
-
Het akkoord zich beperkt wordt tot de 6 faciliteitengemeenten. Voor de 29 andere Vlaamse gemeenten verandert er niets. Bij de Kamer-en Europese verkiezingen krijgen de inwoners van de 6 faciliteitengemeenten de mogelijkheid –de vrije keuze – voor de inwoners van de 6 om voor lijsten van de kieskring Brussel ofwel voor lijsten van de kieskring VlaamsBrabant te stemmen. Alleen de inwoners van deze 6 gemeenten kunnen van deze mogelijkheid gebruik maken.
-
De Franse Gemeenschap krijgt geen initiatiefrecht in de 6 faciliteitengemeenten: dus geen bibliotheken of culturele centra
-
Er komt geen wijziging aan de regeling inspectie scholen
-
Brussel geen derde gewest
-
Uitbreiding constitutieve autonomie voor Vlaanderen wat betreft verkiezingsaangelegenheden en verbetering waarborgen constitutieve autonomie Brussel (pre Lombard)
-
Geen federale kieskring
2
Vraag en antwoord BHV naar aanleiding van onderhandelingen september 2011
Vraag en antwoord BHV september 2011. Brussel – Halle – Vilvoorde : algemeen................................................ 4 1.Wat is BHV ?...................................................................................................................... 4 2.Waarom moest BHV gesplitst worden ? ............................................................................ 5 3.Als er een arrest van het Grondwettelijk Hof bestaat, waarom moet er dan over onderhandeld worden, laat staan een “prijs voor betaald worden” ?.................................... 5 4.Kunnen de Vlaamse partijen de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde niet eenzijdig en dus zonder onderhandelen splitsen ?.......................................................................................... 6 5.Waren jullie niet beter N-VA gevolgd en gestopt met onderhandelen ?............................. 7 6.Zal de splitsing van BHV de verfransing van Vlaams-Brabant stoppen ?.......................... 7
De voor- en nadelen; de wensen en toegevingen................................ 8 7.Zijn de compensaties geen te groot nadeel voor Vlaanderen ? Zijn de Vlaamse toegevingen niet te hoog in vergelijking met de Franstalige ?.............................................. 8 8.Welke elementen werden uit de onderhandelingen geweerd ? ........................................ 8 9.Welke Franstalige eisen werden niet ingewilligd ?............................................................. 9 10.Gaan jullie nu ook het Minderhedenverdrag goedkeuren in Vlaanderen ? ..................... 9 11.Waarom stellen de Franstalige partijen zulke hoge eisen, ook al weten ze dat sommige hiervan voor de Vlaamse partijen onaanvaardbaar zijn ?................................................... 10
Brussel – Halle – Vilvoorde : de oplossing......................................... 10 12.Blokkeert de vergrondwettelijking van een aantal regels geen toekomstige veranderingen ? .................................................................................................................. 10 13.Waarom moeten de rechten die de Franstaligen vandaag al hebben grondwettelijk verankerd worden ?............................................................................................................. 10 14.Wat is apparentering en waarom komt dit niet voor in het akkoord ? ........................... 11 15.Wat is de betekenis van de aanduiding van Sint-Genesius-Rode als kantonhoofdplaats voor het faciliteitenkieskanton ?.......................................................................................... 11
De oplossingen en de Rand................................................................. 12 16.Waarom komt er een speciale regeling voor de (Franstalige) inwoners van de zes (Vlaamse) faciliteitengemeenten rond Brussel ?................................................................. 12 17.Waarom gaan administratieve beroepen nu naar de tweetalige Algemene Vergadering van de Raad van State ? .................................................................................................... 13 18.Wordt door de nieuwe beroepsprocedure de Vlaamse Regering beknot ?.................... 13
De bevoegdheid van de Vlaamse Regering........................................14 19.Tast het akkoord de bevoegdheden van de Vlaamse Regering aan? .......................... 14 20.Wat is het lot van de omzendbrief Peeters ?.................................................................. 14 3
Vraag en antwoord BHV naar aanleiding van onderhandelingen september 2011 21.Het overleg over de op- en afritten van de Brusselse Ring beperkt de bevoegdheden van de Vlaamse overheid en is de facto een uitbreiding van Brussel................................. 14
De burgemeesters................................................................................. 15 22.Zullen de drie balorige burgemeesters nu wel benoemd worden ?................................ 15 23.Ontneemt u de Vlaamse Regering haar macht niet ten aanzien van de burgemeesters in de zes randgemeenten ?................................................................................................. 15 24.Wat betekent het systeem van “aangewezen-burgemeester” ?..................................... 15 25.Als er in de zes randgemeenten geen burgemeester wordt benoemd (zoals nu in drie gemeenten het geval is), kan deze gemeente dan wel bestuurd worden ?........................ 15 26.Waarom deden de Vlaamse partijen zo moeilijk over de benoeming van die drie burgemeesters ?.................................................................................................................. 16 27.Wat is het verschil tussen een burgemeester, een uittredend burgemeester, plaatsvervangend burgemeester, een dienstdoend burgemeester en een waarnemend burgemeester ?................................................................................................................... 17
Brussel.................................................................................................... 17 28.Wat is het nut van een hoofdstedelijke gemeenschap ?................................................ 17 29.Breidt de hoofdstedelijke gemeenschap het Brussels Hoofdstedelijk Gewest niet uit ? 18 30.Geeft men door de hoofdstedelijke gemeenschap geen gemeenschapsbevoegdheden aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ? ......................................................................... 18 31.Is het extra geld voor Brussel geen blanco-cheque ?.................................................... 18 32.Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt versterkt...................................................... 18 33.Wat betekent constitutieve autonomie ?........................................................................ 19 34.Heeft constitutieve autonomie voor Brussel geen kwalijke gevolgen voor de Vlaamse Brusselaars ?....................................................................................................................... 19
Het gerechtelijk arrondissement Brussel – Halle – Vilvoorde ..........19 35.Wat betekent de horizontale of verticale splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde ?.................................................................................................... 19
Andere problemen die al lang een oplossing vonden.......................20 36.Worden de stemmen van Belgen in het buitenland gedropt in Halle-Vilvoorde? Remember Lennik............................................................................................................... 20
Brussel – Halle – Vilvoorde : algemeen. 1. Wat is BHV ? BHV staat voor Brussel-Halle-Vilvoorde en omvat twee aspecten. 4
Vraag en antwoord BHV naar aanleiding van onderhandelingen september 2011
Het eerste, en momenteel meest besproken aspect, betreft het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde. Net zoals er een kieskring Antwerpen of Limburg bestaat, is er ook een kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde, bestaande uit Halle-Vilvoorde (gebied dat behoort tot het Vlaamse Gewest) en Brussel (dat behoort tot het tweetalige Brusselse Hoofdstedelijke Gewest). Het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde overschrijdt bijgevolg de grenzen van de taalgebieden. Het tweede aspect heeft betrekking op het gerechtelijk arrondissement BrusselHalle-Vilvoorde. Dit heeft dezelfde gebiedsomschrijving als het kiesarrondissement.
2. Waarom moest BHV gesplitst worden ? De kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde is al decennia een doorn in het oog van Vlaamse politici. Het juridisch probleem ontstond echter pas toen in 2002 de Regering Verhofstadt I de provinciale kieskringen invoerde (in plaats van de arrondissementele kieskringen). In een arrest van 2003 oordeelde het Arbitragehof (intussen Grondwettelijk Hof) dat de actuele regeling van de kieskring Vlaams-Brabant en Brussel-Halle-Vilvoorde ongrondwettig is. Het Arbitragehof gaf de wetgever daarop een termijn om aan de toestand te verhelpen. De paarse regering Verhofstadt II slaagde er echter niet in om tijdig het probleem op te lossen. Ook tijdens de regeringsonderhandelingen in 2007 kon geen akkoord bereikt worden, zodat intussen reeds twee verkiezingen door de Kamer van Volksvertegenwoordigers en Senaat dienden geldig verklaard te worden tégen het arrest van het Arbitragehof in. Het spreekt voor zich dat zoiets in een rechtstaat geen houdbare situatie is, zodat een oplossing moét gevonden worden. Dit geldt nog des te meer omdat de kwestie BHV intussen reeds ettelijke jaren de Wetstraat verlamt (denken we bijvoorbeeld aan de val van de regering Leterme in april 2010). Het Arbitragehof stelde niet dat een splitsing noodzakelijk was, enkel dat aan de actuele toestand diende verholpen te worden. Toch is een splitsing zowel in de feiten als symbolisch en juridisch de meest zuivere oplossing.
3. Als er een arrest van het Grondwettelijk Hof bestaat, waarom moet er dan over onderhandeld worden, laat staan een “prijs voor betaald worden” ? Op het eerste zicht lijkt het een redelijke logica : een “rechtbank” heeft een uitspraak gedaan, dus moet die uitgevoerd worden. Zo eenvoudig is het echter niet. 5
Vraag en antwoord BHV naar aanleiding van onderhandelingen september 2011
In de eerste plaats stelt zich het probleem dat het Arbitragehof enkel vastgesteld heeft dat de regeling ongrondwettig was. Het Hof heeft de Kieswet niet vernietigd en heeft evenmin uitspraak gedaan over de wijze waarop de ongrondwettigheid diende opgelost te worden. Bijgevolg bleven er nog heel wat mogelijke pistes open om aan de eisen van het arrest tegemoet te komen. Vergelijk het met een burenruzie over een afsluiting, waarbij een rechter stelt dat de afsluiting verkeerd staat, zonder aan te geven op welke wijze de fout moet hersteld worden (door een schadevergoeding of door de afsluiting te verplaatsen,…). Dit zou ook nog discussies en onderhandelingen tussen de buren tot gevolg hebben alvorens het probleem zou opgelost geraken. Hetzelfde geldt voor BHV. Daarnaast is BHV het gevolg van een decennialange regeling. Ook voor de kieshervorming van 2002, die aanleiding gaf tot het arrest van 2003, was er immers slechts één kieskring (Brussel-Halle-Vilvoorde) die zich uitstrekte over twee taalgebieden (tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad en Nederlandse taalgebied Vlaanderen), maar het was pas bij de invoering van de provinciale kieskringen dat de toestand erg nijpend werd. Bijgevolg bestaat de mogelijkheid voor Franstaligen in de Vlaamse Rand rond Brussel en Halle-Vilvoorde om voor Franstalige lijsten uit Brussel te stemmen al zeer lang en behoorde dit als het ware tot de evenwichten die het federale België werkbaar en overeind hielden. Het is dan ook begrijpelijk dat het aan Franstalige zijde moeilijk ligt om hun “voorrecht” in Halle-Vilvoorde zomaar en zonder enige compensatie op te geven. Anderzijds menen de Vlaamse partijen dat voor de uitvoering van een arrest van het Grondwettelijk Hof en de logische toepassing van bijvoorbeeld het territorialiteitsbeginsel eigenlijk “geen prijs moet betaald worden”. Deze standpunten verzoenen, vraagt bijgevolg heel wat onderhandelingswerk.
4. Kunnen de Vlaamse partijen de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde niet eenzijdig en dus zonder onderhandelen splitsen ? Hoewel de Kieswet in principe bij eenvoudige meerderheid kan gewijzigd worden, ligt een eenzijdige splitsing geenszins gemakkelijk. De Grondwet voorziet immers een aantal regelingen ter bescherming van de kleinste taalgroep in het federaal parlement (de Franstaligen) of het Brusselse parlement (de Nederlandstaligen). Bovendien kunnen ook andere parlementen proberen de behandeling van een wetsvoorstel tegen te houden. Zo werden de Vlaamse voorstellen over BHV sedert 2007 eerst gedurende maanden uitgesteld wegens verschillende belangenconflicten. Toen de Vlaamse partijen dan uiteindelijk in april 2010 de splitsingvoorstellen konden en wilden stemmen, trokken de Franstalige partijen aan de “alarmbel”, zodat de behandeling van het 6
Vraag en antwoord BHV naar aanleiding van onderhandelingen september 2011
wetsvoorstel werd opgeschort. Door het ontslag van de regering kon bovendien de procedure niet verder gezet worden. In het kader van politieke vernieuwing en staatshervorming is het de wens van CD&V om de huidige procedures met betrekking tot belangenconflicten te veranderen, maar vandaag moeten wij ons bewust zijn van de huidige procedures en daarvan heeft de geschiedenis ons geleerd dat enkel onderhandelingen tot een effectieve oplossing van Brussel-Halle-Vilvoorde kunnen leiden.
5. Waren jullie niet beter N-VA gevolgd en gestopt met onderhandelen ? CD&V is een partij met een eigen lijn, een eigen programma, eigen eisen en ideeën. CD&V kan en mag dan ook niet louter afhankelijk zijn van de keuzes die een andere partij maakt, maar moet haar eigen weg gaan. CD&V heeft aan het verder onderhandelen duidelijke voorwaarden gekoppeld, die door de andere partijen en de formateur werden aanvaard. Wanneer je bepaalde voorwaarden stelt om verder te willen praten en deze worden aanvaard, zou het zeer unfair zijn om dan toch niet te willen praten. Bovendien is CD&V altijd de partij van de dialoog geweest. Tot slot dient men zich de vraag te stellen wat aan de kant gaan staan en weigeren om te onderhandelen oplevert. Enkel het been stijf houden heeft de voorbije maanden tot gevolg gehad dat géén vooruitgang geboekt werd : BHV werd niet gesplitst, er werden geen bevoegdheden overgedragen, de deelstaten werden niet geresponsabiliseerd e.d. Enkel door de weg van de onderhandeling kon er nu akkoord gesloten worden. Onderhandelen vraagt echter moed en houdt steeds risico’s op mislukking in, maar wie zich niet wil natmaken, zal nooit een meer overzwemmen. Het akkoord dat op 14 september 2011 werd bereikt over de splitsing van BHV, heeft aangetoond dat onderhandelen effectief loont.
6. Zal de splitsing van BHV de verfransing van Vlaams-Brabant stoppen ? Een splitsing van de kieskring BHV alleen volstaat niet om de verfransing te stoppen. De splitsing van BHV is immers een (juridische) beslissing, die een arrest van het Grondwettelijk Hof wil uitvoeren en ervoor wil zorgen dat een kieskring zich niet langer uitstrekt over tweetaalgebieden, maar is géén sociologische campagne.
7
Vraag en antwoord BHV naar aanleiding van onderhandelingen september 2011
CD&V wil daarnaast echter dat er, conform het Vlaams Regeerakkoord, verder inspanningen worden geleverd ter versterking van het Vlaamse karakter van Halle-Vilvoorde en de zes randgemeenten in het bijzonder. Dit staat los van de splitsing van BHV en zal ongetwijfeld meer effect hebben dan de splitsing op zich.
De voor- en nadelen; de wensen en toegevingen. 7. Zijn de compensaties geen te groot nadeel voor Vlaanderen ? Zijn de Vlaamse toegevingen niet te hoog in vergelijking met de Franstalige ? De omvang of “grootte” van toegevingen bespreken is altijd een discussie over het geslacht der engelen. Wie er doet, vindt het er meestal teveel en ook de stuurlui die verkiezen om aan de wal te blijven staan, oordelen snel en gemakkelijkheidshalve dat er teveel werd toegegeven door hen die wél tot een akkoord proberen te komen. Bovendien zijn de verschillende toegevingen in een moeilijk dossier als BHV onmogelijk op een apothekerweegschaal te meten : de enige toegeving valt veel moeilijker dan de andere. Eenvoudig wat “toegevingen tellen” of oplijsten om te vergelijken is dan ook onmogelijk. Voor de Franstalige partijen is de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde op zich al een enorme prijs die zij moeten betalen. De eerlijkste wijze om een akkoord te beoordelen, is nagaan of het akkoord evenwichtig is. CD&V meent dat dit het geval is. Er werd een evenwichtige poging ondernomen om, wars van alle retoriek, slogans en gemeenplaatsen tot een akkoord te komen, met begrip voor de posities en wensen van beide partijen. Hierbij is het van belang aan te stippen dat Brussel niet werd uitgebreid, dat de Franse Gemeenschap geen bevoegdheden krijgt in Vlaanderen en dat de Vlaamse bevoegdheden niet worden aangetast..
8. Welke elementen werden uit de onderhandelingen geweerd ? Op vraag van CD&V werden verschillende elementen uit de nota Di Rupo geweerd op 21 juli jl. Het betreft de ratificatie van het minderhedenverdrag van de Raad van Europa, de wijzigingen aan de taalwetgeving in Brussel, de afschaffing van het verbod op tweetalige lijsten in Brussel en de invoering van een federale kieskring.
9. Welke Franstalige eisen werden niet ingewilligd ? 8
Vraag en antwoord BHV naar aanleiding van onderhandelingen september 2011
Inschrijvingsrecht voor Franstaligen. De uitbreiding van Brussel Een corridor Bevoegdheden voor de Franse Gemeenschap in Vlaanderen. Inspectie in de scholen Federale kieskring Upgraden van Brusselse ordonnanties tot decreten Dubbele apparentering Aantasting van de Vlaamse voogdij over de zes randgemeenten Paritaire Senaat (wordt wel op basis van taalgemeenschappen samengesteld) Brussel als derde gewest Constitutieve autonomie (wel uitbreiding constitutieve autonomie voor Vlaanderen wat betreft verkiezingsaangelegenheden en verbetering waarborgen constitutieve autonomie Brussel (pre Lombard) Opheffing van het verbod op tweetalige lijsten Brussel Samenvallende verkiezingen
10. Gaan jullie nu ook het Minderhedenverdrag goedkeuren in Vlaanderen ? CD&V houdt zich aan het Vlaamse Regeerakkoord waarin duidelijk staat dat het Minderhedenverdrag niet door de Vlaamse Regering zal geratificeerd worden. Er werd evenwel wel afgesproken dat de bestaande werkgroep van de Interministeriële Conferentie Buitenlands Beleid (ICBB) haar werkzaamheden zal voortzetten met het oog op de definiëring van de notie “minderheid” in de Belgische context. Aangezien op 21 juli jl. werd afgesproken deze kwestie uit de onderhandelingen te weren en te verwijzen naar de bestaande werkgroep, heeft het akkoord van 14 september hierop dan ook geen betrekking.
11. Waarom stellen de Franstalige partijen zulke hoge eisen, ook al weten ze dat sommige hiervan voor de Vlaamse partijen onaanvaardbaar zijn ? 9
Vraag en antwoord BHV naar aanleiding van onderhandelingen september 2011
Vooreerst is het niet eenvoudig om (voor)rechten op te geven die men al zeer lang heeft. Dat men daarbij compensaties wil is niet geheel abnormaal. Dit geldt des te meer in een zo belangrijk dossier als de splitsing van Brussel-HalleVilvoorde, dat ook voor de Franstalige partijen een belangrijk symbooldossier is. Daarnaast werden ook reeds in 2005 door de toenmalige paarse regering onder premier Guy Verhofstadt onderhandelingen over de splitsing van Brussel-HalleVilvoorde gevoerd. Toen werden deze door Spirit, toenmalige kartelpartner van SP.a, terecht gestopt omdat de voorstellen van Guy Verhofstadt té onevenwichtig waren. Het spreekt echter voor zich dat de Franstalige partijen nog steeds graag refereren naar de grote Vlaamse toegevingen die toen op tafel lagen en nu (zeker voor het FDF) het minimum vormen waarover men moet praten.
Brussel – Halle – Vilvoorde : de oplossing. 12. Blokkeert de vergrondwettelijking van een aantal regels geen toekomstige veranderingen ? De opname van een aantal regelingen in de Grondwet verstrengt de voorwaarden om deze te wijzigen, maar wijzigingen of veranderingen zijn daardoor op zich niet onmogelijk. In nagenoeg elke bestuursperiode worden er wijzigingen aan de Grondwet of de Bijzondere Wetten aangebracht, vaak ook ingrijpende.
13. Waarom moeten de rechten die de Franstaligen vandaag al hebben grondwettelijk verankerd worden ? De opname van een regeling in de Grondwet is deels een symbolische kwestie : de Grondwet bevat immers de regels waarvan het parlement meent dat zij de basis vormen van de (federale) Staat. Door een opname in de Grondwet kan men bovendien voorschrijven dat een bepaalde materie slechts kan worden gewijzigd met een bijzondere meerderheid. Om een bijzondere wet te stemmen, moet een meerderheid van elke taalgroep aanwezig zijn en instemmen met de wijziging, waarbij in totaal 2/3 van de aanwezigen voor moet stemmen. Ter vergelijking: om een gewone wet te wijzigen moet gewoon een meerderheid van de parlementsleden aanwezig zijn, waarbij dan een meerderheid van de aanwezigen (min de onthoudingen) moet voorstemmen. Op die wijze is een regeling waarvoor de Grondwet voorschrijft dat een bijzondere meerderheid vereist is, sterk beschermd. 10
Vraag en antwoord BHV naar aanleiding van onderhandelingen september 2011
14. ?
Wat is apparentering en waarom komt dit niet voor in het akkoord
Apparentering of lijstverbinding betekent dat kandidaten van een lijst voor de verkiezingen verklaren dat ze zich, met het oog op de verdeling van de restzetels (die volgens de normale regels binnen de eigen kieskring(en) niet konden worden verdeeld) verbinden met de kandidaten van een in een andere kieskring voorgestelde lijst. Na de verkiezingen worden dan de stemmen van de kandidaten van die “verbonden lijsten” in beide kieskringen samengeteld om zo de restzetels te verdelen. Samengevat : men kiest er op voorhand voor om, in het geval men niet voldoende stemmen in de kieskring haalt voor een volgende zetel, de eigen stemmen samen te leggen met deze van een kandidaat/lijst in een andere kieskring. Zo probeert men dan alsnog een extra zetel in de wacht te slepen. In de Vlaamse wetsvoorstellen werd steeds uitgegaan van een zogenaamde enkelvoudige apparentering. Daarbij moet lijsten uit Brussel de keuze maken of zij met Vlaams-Brabant dan wel met Waals-Brabant apparenteren. De Franstaligen pleitten echter voor een zogenaamde dubbele apparentering. Brusselse lijsten kunnen zich dan verbinden met lijsten uit Vlaams-Brabant én uit Waals-Brabant. De Franstalige partijen zouden er dan alle belang bij hebben om in heel de provincie Vlaams-Brabant campagne te voeren om zo hun stemmen te vergroten en meer kans te maken op een extra (rest)zetel. Met het oog op de zuiverheid en de duidelijkheid van de splitsing en omdat het niet mogelijk bleek de standpunten over apparentering te verzoenen, werd geopteerd voor een splitsing zonder apparentering tussen de kieskringen. Het nadeel van deze zuivere splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, zonder lijstverbinding tussen Vlaams-Brabant en Brussel, is dat er zetelverlies (allicht 1 à 2 zetels) zal zijn voor de Vlaamse partijen en dat het bijzonder moeilijk zal worden voor Vlamingen in Brussel om nog verkozen te raken.
15. Wat is de betekenis van de aanduiding van Sint-Genesius-Rode als kantonhoofdplaats voor het faciliteitenkieskanton ? De keuze voor Sint-Genesius-Rode als electorale kantonhoofdplaats is enkel het logische gevolg van het feit dat Sint-Genesius-Rode vandaag reeds de gerechtelijke kantonhoofdplaats is. Wanneer men een kanton voorziet voor de verkiezingen is het logisch dat men een hoofdplaats moet kiezen. In de praktijk valt deze vaak samen met de hoofdplaats van het gerechtelijke kanton en in het 11
Vraag en antwoord BHV naar aanleiding van onderhandelingen september 2011
geval van Sint-Genesius-Rode faciliteitengemeenten.
is
dat
niet
anders
voor
de
zes
De inrichting van een kanton van de zes randgemeenten is ingegeven door praktische overwegingen, gelet op het feit dat in die zes gemeenten twee kieslijsten moeten worden voorzien. Het heeft slechts praktische consequenties bij de organisatie van de federale verkiezingen. Vandaag zitten de gemeenten met taalfaciliteiten verspreid over verschillende kieskantons. Door deze zes gemeenten in één kanton samen te brengen voorkomen we dat Brusselse lijsten in verschillende kantons ter beschikking moeten gelegd worden. Voor het overige heeft dit geen juridische betekenis en is het dus ook zeker geen voorafname op de corridor.
De oplossingen en de Rand. 16. Waarom komt er een speciale regeling voor de (Franstalige) inwoners van de zes (Vlaamse) faciliteitengemeenten rond Brussel ? Vandaag kunnen alle inwoners van Halle-Vilvoorde ook voor lijsten uit Brussel stemmen. In de toekomst zal dit beperkt worden tot de inwoners van de zes faciliteitengemeenten rond Brussel. Dit is dus een grote vooruitgang ten aanzien van de actuele situatie. Dat deze zes gemeenten indertijd faciliteiten gekregen hebben, was o.a. het gevolg van de hoge aanwezigheid van Franstaligen in deze Vlaamse gemeenten. Bij het vastleggen van de taalgrens in 1962 meende men dat men aan deze Franstalige inwoners een aantal rechten moest toekennen, de zogenaamde faciliteiten. Deze gelden (binnen de provincie Vlaams-Brabant) enkel voor de zes randgemeenten (uitzondering : Bever) en vormen één van de hoekstenen van het federale evenwicht. Reeds in het arrest van het Arbitragehof van 2003, kon men een allusie lezen op de bijzondere regeling voor de faciliteitengemeenten, waar het Hof stelde dat voor deze gemeenten een eigen regeling kon uitgewerkt worden. In àlle voorstellen tot splitsing van BHV (reeds van einde de jaren ’70) werd in een bijzondere regeling voor de faciliteitengemeenten voorzien, net omwille van de hoge concentratie aan Franstaligen en de bijzondere taalregeling. Dat ook in dit akkoord de inwoners uit de zes faciliteitengemeenten een afzonderlijke regeling genieten, hoeft dan ook niet te verbazen. Het is echter van belang te benadrukken dat deze gemeenten wel onverkort tot het Vlaamse Gewest blijven behoren en de Vlaamse Regering dan ook haar bevoegdheden ten aanzien van deze gemeenten bewaart. De voogdij van de Vlaamse Regering blijft dus onverkort van toepassing. 12
Vraag en antwoord BHV naar aanleiding van onderhandelingen september 2011
17. Waarom gaan administratieve beroepen nu naar de tweetalige Algemene Vergadering van de Raad van State ? Het akkoord voorziet in twee specifieke gevallen dat beroepen tegen administratieve beslissingen naar de tweetalige Algemene Vergadering van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State gaan. Het betreft de administratieve beroepen vanuit de zes faciliteitengemeenten en de beroepen tegen de weigering van benoeming van een burgemeester in de zes faciliteitengemeenten. De Franstalige partijen menen immers dat, mede gelet op het belang en de specifieke aard van de taalwetgeving in de zes randgemeenten, de tweetalige Kamer beter geplaatst is om daarover een oordeel te vellen. Ook vandaag wordt, in het kader van de eenheid van rechtspraak, in dergelijke gevallen soms reeds geopteerd voor de Algemene Vergadering. Bovendien blijft de taalwetgeving dezelfde, wat impliceert dat de Raad van State, in om het even welke samenstelling, steeds dezelfde wetten zal moeten toepassen. Binnen de algemene vergadering komt er een alternerend voorzitterschap NL/FR per zaak met een doorslaggevende stem voor de voorzitter in geval van staking van stemmen. In het oorspronkelijke voorstel werden deze beroepen overgedragen aan het Grondwettelijk Hof. CD&V was echter van oordeel dat eerder binnen de Raad van State naar een oplossing diende gezocht te worden, wat nu het geval is.
18. Wordt door de nieuwe beroepsprocedure de Vlaamse Regering beknot ? De Vlaamse Regering blijft bevoegd voor de benoeming van de burgemeesters. Wanneer de kandidaat-burgemeesters uit de zes faciliteitengemeenten rond Brussel in beroep gaan tegen een weigering van benoeming door de Vlaamse Regering, zal de tweetalige Algemene Vergadering van de Raad van State over dit beroep moeten oordelen. Bij gegrondheid van het beroep worden deze burgemeesters benoemd verklaard, zodat de huidige voordrachtscarrousel een einde neemt. In alle andere beroepen vanuit de zes faciliteitengemeenten zal de Vlaamse overheid gewoon een nieuwe beslissing moeten nemen wanneer de Algemene Vergadering een beslissing van de Vlaamse Regering vernietigt.
De bevoegdheid van de Vlaamse Regering 13
Vraag en antwoord BHV naar aanleiding van onderhandelingen september 2011
19.
Tast het akkoord de bevoegdheden van de Vlaamse Regering aan?
De Vlaamse Regering blijft al haar bevoegdheden behouden. Ook de belangrijke bevoegdheid om burgemeesters te benoemen, blijft onverkort behouden. In bepaalde gevallen verandert het rechtscollege dat van de beroepen tegen beslissingen van de Vlaamse overheid zal moeten kennisnemen.
20.
Wat is het lot van de omzendbrief Peeters ?
De Vlaamse omzendbrieven (Peeters, Martens, Van den Brande) en de taalregelingen worden niet aangepast. Volgens deze omzendbrieven moeten de inwoners van de de zes randgemeenten elke keer ze een Franstalig document willen ontvangen, dat uitdrukkelijk aanvragen. In eerdere onderhandelingsteksten was voorzien dat de inwoners van de zes randgemeenten een aanvraag zouden kunnen indienen waardoor ze voor een periode van 3 tot 6 jaar documenten in het Frans zouden kunnen ontvangen. Dat is niet het geval in het akkoord dat werd bereikt. De Taalwet Bestuurszaken wordt niet aangepast.
21. Het overleg over de op- en afritten van de Brusselse Ring beperkt de bevoegdheden van de Vlaamse overheid en is de facto een uitbreiding van Brussel. In de eerste teksten was een voorafgaande toestemming van de verschillende Gewesten voorzien. Deze werd er, mede op vraag van CD&V, uitgehaald en vervangen door een overleg. Dit overleg zal gevoerd kunnen worden in de hoofdstedelijke gemeenschap. Het lijkt immers evident dat in een dergelijke materie overleg tussen de betrokken gewesten op zijn plaats is, maar dat de uiteindelijke beslissingsbevoegdheid bij de Vlaamse Regering moet blijven. In die zin worden de bevoegdheden van de Vlaamse overheid dus niet beperkt door dit overleg en is er evenmin sprake van een uitbreiding van Brussel.
De burgemeesters. 22.
Zullen de drie balorige burgemeesters nu wel benoemd worden ?
Het akkoord betreft een federale materie. De benoeming van de drie burgemeesters in de faciliteitengemeenten is een Vlaamse bevoegdheid. De Vlaamse Regering blijft bevoegd om die drie burgemeesters al dan niet te benoemen. Het akkoord laat deze regeling onverkort gelden. Het zal dus de 14
Vraag en antwoord BHV naar aanleiding van onderhandelingen september 2011
Vlaamse Regering toekomen om al dan niet tot benoeming over te gaan, binnen een termijn van 60 dagen. Enkel de beroepsprocedure is veranderd. Daarbij komt dat de nieuwe regeling van de burgemeesters slechts in werking zal treden vanaf de volgende gemeenteraadsverkiezingen in 2012.
23. Ontneemt u de Vlaamse Regering haar macht niet ten aanzien van de burgemeesters in de zes randgemeenten ? Neen. De Vlaamse Regering blijft bevoegd voor de benoeming van de burgemeesters, ook in de randgemeenten. De termijn om een burgemeester te benoemen zal daar echter wat verkorten naar 60 dagen en ook de beroepsmogelijkheden van de burgemeesters wijzigen. Voor het overige bewaart de Vlaamse Regering zowel haar bevoegdheden inzake benoeming, als inzake voogdij over de lokale besturen. Een nieuw element is dat de gemeenteraad de voordrachtakte kan bevestigen waardoor de voorgedragen burgemeester de titel kan dragen van “aangewezenburgemeester”.
24.
Wat betekent het systeem van “aangewezen-burgemeester” ?
De voordrachtakte van de burgemeester kan worden bevestigd door een stemming in de gemeenteraad. Vanaf die stemming kan de betrokkene de titel voeren van “aangewezen-burgemeester”. De “aangewezen-burgemeester” oefent dezelfde bevoegdheden uit als de drie “waarnemende burgemeesters” vandaag. Een aangewezen-burgemeester wordt ook pas vervangen als schepen indien hij definitief wordt benoemd.
25. Als er in de zes randgemeenten geen burgemeester wordt benoemd (zoals nu in drie gemeenten het geval is), kan deze gemeente dan wel bestuurd worden ? Deze gemeenten kunnen zeker bestuurd worden. Vooreerst blijft het College van Burgemeester en Schepenen, dat, via een voordrachtsakte, verkozen wordt door de Gemeenteraad op post. Zij nemen, als volwaardig College beslissingen. Daarnaast kan er een waarnemend burgemeester worden aangesteld, onder de leden van het College van Burgemeester en Schepenen, in principe de 1ste Schepen. Deze heeft dezelfde bevoegdheden als een gewone burgemeester, maar is slechts waarnemend en kan dus niet de titel van “burgemeester” dragen. Vandaag wordt deze Schepen echter niet vervangen in het College van Burgemeester en Schepenen, zodat zij de facto met één lid minder werken. Dit 15
Vraag en antwoord BHV naar aanleiding van onderhandelingen september 2011
hoeft echter geen probleem te zijn voor de goede werking van de gemeente. Ook vandaag zijn er immers gemeenten die vrijwillig met een Schepen minder werken.
26. Waarom deden de Vlaamse partijen zo moeilijk over de benoeming van die drie burgemeesters ? Een burgemeester heeft, als “hoofd van de gemeente” een voorbeeldfunctie en is tevens een soort van vertegenwoordiger van de hogere overheid, in het bijzonder de Vlaamse en Federale Regering. Het is dan ook onaanvaardbaar dat een burgemeester de wet niet zou naleven, laat staan één van de wetten die van wezenlijk belang zijn voor de goede en correcte werking van een gemeentebestuur. De regelgeving inzake het taalgebruik in bestuurszaken, en de besluiten die voor de goede uitvoering ervan moeten zorgen, zijn zulke belangrijke regels. Vaak zijn die immers het gevolg van moeizaam tot stand gekomen compromissen, die ervoor gezorgd hebben dat de verschillende gemeenschappen in ons land kunnen samenleven. Respect voor deze regels is dan ook noodzakelijk. De drie burgemeester die nog steeds een benoeming verwachten, hebben reeds meermaals aan de Vlaamse Regering laten weten dat zij de regelgeving inzake taalgebruik in bestuurszaken in hun gemeente niet willen toepassen, ondanks de duidelijke interpretatierichtlijnen van de Vlaamse Regering daarover. Zo sturen zij, tegen deze regelgeving in, bijvoorbeeld Franstalige kiesbrieven naar de Franstalige inwoners van hun gemeente, terwijl zij, aangezien deze gemeenten behoren tot het Vlaamse taalgebied, eerst in het Nederlands en pas na verzoek tot vertaling in het Frans moeten opgestuurd worden. Wanneer een burgemeester weigert (en tevens blijft aankondigen dat hij zal blijven weigeren) om de regelgeving toe te passen, kan de Vlaamse Regering onmogelijk die burgemeester aanvaarden en dus benoemen. In andere gevallen zou iedereen dit niet meer dan logisch vinden (stel je voor dat een burgemeester iedereen zou trouwen omdat hij daar zin in heeft, zelfs als het een duidelijk schijnhuwelijk tussen een 50-jarige vrouw en een 10-jarige jongen betreft), maar in de faciliteitengemeenten ligt dit gevoelig.
27. Wat is het verschil tussen een burgemeester, een uittredend burgemeester, plaatsvervangend burgemeester, een dienstdoend burgemeester en een waarnemend burgemeester ? Een “burgemeester” is diegene die daartoe benoemd is door de Vlaamse Regering. Hij tekent alle documenten met “burgemeester”. 16
Vraag en antwoord BHV naar aanleiding van onderhandelingen september 2011
Een “uittredend burgemeester” was reeds burgemeester in de vorige bestuursperiode en blijft dit tot de installatie van een nieuwe gemeenteraad. Ook hij tekent alle documenten met “burgemeester”. Een “waarnemend burgemeester” is burgemeester in afwachting van de benoeming of ter vervanging van de burgemeester. Hij tekent alle documenten met “waarnemend burgemeester”. In de randgemeenten kan de gemeenteraad, wanneer bij de installatie van de gemeenteraad geen burgemeester is benoemd, een waarnemend burgemeester aanduiden onder de gemeenteraadsleden of schepenen. Een “plaatsvervangend burgemeester”, of “dienstdoend burgemeester” is hetzelfde als een “waarnemend burgemeester”.
Brussel 28.
Wat is het nut van een hoofdstedelijke gemeenschap ?
Als hoofdstad en economisch centrum kan Brussel geen eiland, los van Vlaanderen en Wallonië, zijn. Brussel en omgeving hebben elkaar immers nodig aangezien zij een sociaal-economische belangengemeenschap vormen. Om daaraan vorm te geven wordt een Hoofdstedelijke Gemeenschap opgericht die tot doel heeft de samenwerking tussen Brussel, de federale overheid, de gewesten en zijn hinterland (via de gemeenten en provincies) te promoten. Voor CD&V kan dit enkel een overlegplatform zijn tussen de verschillende overheden, waarin kan overlegd worden over kwesties die het belang van de gewesten overschrijden. Dat is het geval in de hoofdstedelijke gemeenschap die werd voorzien in het akkoord van 14 september 2011.
29. Breidt de hoofdstedelijke Hoofdstedelijk Gewest niet uit ?
gemeenschap
het
Brussels
Neen. De Hoofdstedelijke Gemeenschap is een samenwerkingsverband tussen de verschillende Gewesten voor materies inzake Brussel die het gewestelijk belang overstijgen. De gewestgrenzen wijzigen niet door de Hoofdstedelijke Gemeenschap. De hoofdstedelijke gemeenschap is een overlegplatform dat geen beslissingsbevoegdheid heeft. Bovendien moet de verdere procedure, uitwerking e.d. met betrekking tot de Hoofdstedelijke Gemeenschap geregeld worden door een 17
Vraag en antwoord BHV naar aanleiding van onderhandelingen september 2011
samenwerkingsakkoord, dat het akkoord van alle deelnemende overheden veronderstelt.
30. Geeft men door de hoofdstedelijke gemeenschap geen gemeenschapsbevoegdheden aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ? Neen. Het overleg in de hoofdstedelijke gemeenschap is beperkt tot gewestmateries. De hoofdstedelijke gemeenschap doet ook geen afbreuk aan de actuele bevoegdheidsregeling. Ze zal geen eigen bevoegdheden hebben en is niet meer dan een overlegplatform. De werkingsregels van de hoofdstedelijke gemeenschap zullen bovendien worden vastgelegd door een samenwerkingsakkoord tussen de drie gewesten. Het Vlaamse Gewest heeft op die manier het laatste woord over de werking van de hoofdstedelijke gemeenschap.
31.
Is het extra geld voor Brussel geen blanco-cheque ?
Dit maakt geen deel uit van het bereikte akkoord van 14 september 2011. De financiering van Brussel wordt behandeld in het kader van de herziening van de Bijzondere financieringswet.
32.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt versterkt.
Het akkoord voorziet in de toekenning van constitutieve autonomie aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (en de Duitstalige Gemeenschap). Bij de uitvoering van de constitutieve autonomie door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geldt echter de tweederde meerderheid én de meerderheid in elke taalgroep. De waarborgen van de Vlaming in Brussel (zoals de pariteit in de ministerraad en de gewaarborgde vertegenwoordiging in het Brussels parlement) zullen niet onder de constitutieve autonomie van Brussel vallen. Dit blijft dus een federale bevoegdheid.
33.
Wat betekent constitutieve autonomie ?
Constitutieve autonomie betekent de bevoegdheid voor de deelstaten om de inrichting en de werking van hun eigen organen te bepalen (bv. regels met betrekking tot de verkiezing van het parlement).
18
Vraag en antwoord BHV naar aanleiding van onderhandelingen september 2011
34. Heeft constitutieve autonomie gevolgen voor de Vlaamse Brusselaars ?
voor
Brussel
geen
kwalijke
Wanneer gewoon (zonder voorwaarden) constitutieve autonomie zou worden toegekend aan het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, zou men dit inderdaad kunnen aanwenden om bepaalde beschermingsmechanismen ten voordele van de Vlaamse Brusselaars te omzeilen of af te schaffen. Daarom werden garanties en grendels voorzien. Bij de uitvoering van de constitutieve autonomie door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geldt de tweederde meerderheid én de meerderheid in elke taalgroep, zonder dat bij een volgende stemming deze voorwaarden worden afgezwakt (dit zijn de pre-Lombardwaarborgen). De waarborgen van de Vlaming in Brussel (zoals de pariteit in de ministerraad en de gewaarborgde vertegenwoordiging in het Brussels parlement) zullen bovendien niet onder de constitutieve autonomie van Brussel vallen. Dit blijft dus een federale bevoegdheid.
Het gerechtelijk arrondissement Brussel – Halle – Vilvoorde 35. Wat betekent de horizontale of verticale splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde ? De verticale splitsing van het parket betekent dat men een parket Halle-Vilvoorde en een parket Brussel opricht (in plaats van één parket dat bevoegd is voor heel Brussel-Halle-Vilvoorde). De horizontale splitsing (“ontdubbeling”) betekent dat in Brussel twee rechtbanken worden opgericht: een Nederlandstalige en een Franstalige rechtbank. Beide elementen maken deel uit van het akkoord van 14 juli 2011. Dit akkoord voorziet dat een werkgroep de regeling voor het gerechtelijk arrondissement in een wetsvoorstel zal vertalen.
Andere problemen die al lang een oplossing vonden
19
Vraag en antwoord BHV naar aanleiding van onderhandelingen september 2011
36. Worden de stemmen van Belgen in het buitenland gedropt in Halle-Vilvoorde? Remember Lennik. Neen. Voor dit probleem werd een objectieve regeling uitgewerkt. De Belgen in het buitenland die zich willen inschrijven om aan de wetgevende verkiezingen deel te nemen kunnen dit uitsluitend doen in de gemeente waar ze het laatst in België woonden. Is deze niet terug te vinden dan kunnen zij zich inschrijven in hun geboorteplaats. Is ook deze niet terug te vinden dan moeten zij zich inschrijven in de gemeente van een verwante tot de 4de graad. Met andere woorden deze objectieve criteria voorkomen dat de Belgen in het buitenland zich kunnen inschrijven in de gemeente van hun keuze zoals nu het geval is. M.a.w. er wordt voorkomen dat heel Franstalige Belgen in het buitenland zich kunnen inschrijven in de kieskring Brussel of Vlaams Brabant. (25% van de Belgen in het buitenland schreef zich bij vorige verkiezingen in in een gemeente van de kieskring BHV, wat niet neutraal was voor de zetelverdeling .
20