Van Coevorden naar Vancouver Vancouver, de wereldstad en Coevorden, de provinciestad. ’t Zijn onvergelijkbare grootheden en toch zijn ze verbonden door de geschiedenis van de heren van Coevorden en Captain George Vancouver. En nu maakt deze metropool zich op om de deelnemers aan de Olympische Winterspelen te ontvangen. Een sportief feest zonder weerga in de stad van het voorgeslacht van Captain Vancouver. Coevorden maakt zich op dit feest weer mee te vieren, zij het op bescheiden wijze. Coevorden – Vancouver: een band, die telkens weer verbindt! Tekst: Huib D. Minderhoud - Foto’s en illustraties: Drents Museum, Drents Archief, Historisch Archief Coevorden, Vereniging Vestingstrad Coevorden, Stedelijk Museum Coevorden, Rob Buschman, Jouke Nijman, The Sunshine Coast Museum & Archives, Historisch Cultureel Infocentrum Vechtdal, VANOC/COVAN
Kapitein George Vancouver, William Bright Morris, The Sunshine Coast Museum & Archives 18
Drenthe Magazine Special Coevorden Vancouver 2010
De eerste heer van Coevorden, die van zich deed spreken, was Rudolf, die in 1227 de Utrechtse bisschop Otto II in het moerassige stroomdal van de Kleine Vecht versloeg. De bisschop verloor bij deze Slag bij Ane het leven, maar ook Rudolf werd later in 1231 gedood. Hij werd verraderlijk in Hardenberg gevangen genomen en terechtgesteld. Nieuwe gevechten waren het gevolg en pas eind 1233 wist de nieuwe bisschop Otto III eindelijk een duurzame vrede te bewerkstelligen. Hierbij werden de Drentse boeren in hun rechten erkend, waardoor Drenthe een grote mate van zelfbestuur verkreeg. Otto III gaf ook nog blijk van zijn goede bedoelingen door Hendrik, heer van Borculo in de Graafschap, tot kasteelheer aan te stellen. Deze was getrouwd met Rudolfs dochter Euphemia en zo werd de dynastie der heren van Coevorden toch voortgezet. Vooral omdat hun nakomelingen later ook de
familienaam Van Coevorden gingen voeren. De heren werden ook belast met de rechtspraak in Drenthe, samen met de schulte van Eelde, die telkens maar één jaar rechter was tegen de heren drie. In deze functie traden ze onder andere op bij geschillen over ’t gebruik van gronden en omdat ze hun uitspraken in oorkonden lieten vastleggen, zijn ze ook bewaard gebleven.
Een oorkonde uit 1341, opgesteld door Reinoud III van Coevorden, noemde voor het eerst het dorp Schoonebeek Drenthe Magazine Special Coevorden Vancouver 2010
19
De bisschop verloor bij deze Slag bij Ane het leven, maar ook Rudolf werd later in 1231 gedood
Slag bij Ane, Antonie Frederik Zürcher, Historisch Cultureel Infocentrum Vechtdal te Gramsbergen 20
Drenthe Magazine Special Coevorden Vancouver 2010
Zo besliste Hendrik II in 1276 in een rechtzaak tussen het klooster Maria in Campis in Assen en de inwoners van Dalen, waardoor het bestaan van het dorp voor het eerst in genoemd jaar werd aangetoond. Een soortgelijke oorkonde uit 1341, opgesteld door Reinoud III van Coevorden, noemde voor het eerst het dorp Schoonebeek. Deze Reinoud, achterkleinzoon van Hendrik II, die van 1338 tot 1370 heer van Coevorden en Drenthe was, kreeg bijzonder veel macht. De Duitse koning Karel IV benoemde hem tot vrijgraaf van Drenthe, die als voorzitter van een bijzondere rechtbank met voorbijgaan van de schulte van Eelde overal recht mocht spreken. Hij mat zichzelf nu de titel ‘Heer van Coevorden, Borculo en Drenthe’ aan en sloeg hier eigen munten. Coevorden bezat weliswaar geen muntrecht, maar Borculo wel en Hendrik II was er al van uitgegaan, dat hij dit recht ook zonder meer op Coevorden kon overdragen. Zo werden dus al vanaf 1380 Coevorder munten met afbeeldingen van kruisen en ruiters en met primitieve ‘herenkoppen’ geslagen. De heren werden ook erg rijk en ze wisten hun geld op een machtsbeluste manier te gebruiken. Omdat de bisschop vanwege de voortdurend door hem gevoerde oorlogen steeds geldgebrek had, was hij ertoe overgegaan kerkelijke bezittingen en rechten te verpanden. Hij gaf daartoe panden (gebieden of voorrechten) in leen, ontving daar forse geldbedragen voor en kon deze panden pas weer inlossen (terugkrijgen)
na terugbetaling van de gelden. De heren van Coevorden maakten geregeld gebruik van deze manier van ‘beleggen’, waardoor de bisschop steeds afhankelijker van hen werd. Ongetwijfeld konden ze hierdoor, zoals bijvoorbeeld bij het eigenmachtig slaan van munten, ongestraft hun gang gaan. Bovendien brachten de panden in de vorm van belastingen en pachten veel geld op en zo werden ze nog welgestelder. Onder de broer van Reinoud III, Johan van Coevorden (1370-1376), verpachtte de bisschop landerijen en rechten in Groningen aan hem, zodat hij ook in dat gewest veel invloed verkreeg. Reinoud IV (1376-1395), zoon en opvolger van zijn naamgenoot, bezorgde de familie de meeste macht. Hij wist het volledige bestuur over Drenthe in handen te krijgen en zijn moeder noemde zich al ‘joncfrou van Coevorden ende vrouwe van Drenthe’. Hijzelf werd in een oorkonde uit 1382 door de vertegenwoordigers van het gewest ‘joncker Reynolds’ genoemd en in hetzelfde stuk in een bijvoegsel ‘onses liven junckers’. Zo leek Reinoud op weg te zijn naar een nog hogere adellijke waardigheid, maar de macht steeg hem naar het hoofd. Hij ging zich als heer en rechter gewelddadig, hebzuchtig en onrechtvaardig gedragen en de liefde van zijn onderdanen verkeerde in haat. Pas in 1395 durfden zij hem aan te klagen over ‘die gewelde van rove, van brande, doetslagen, gevencknisse ende onredelicker schattinge’, maar toen konden zij ook op een machtige beschermheer rekenen.
Reinoud leek op weg te zijn naar een nog hogere adellijke waardigheid, maar de macht steeg hem naar het hoofd Drenthe Magazine Special Coevorden Vancouver 2010
21
Schoolplaat uit de vorige eeuw. De belegering door inwoners van Zwolle en Kampen.
Reinoud van Coevorden trok zich met zijn familie terug op zijn bezittingen in Twente en de Achterhoek
In juli 1395 treedt Frederik van Blankenheim krachtdadig op en slaat het beleg om Coevorden
22
Drenthe Magazine Special Coevorden Vancouver 2010
Frederik van Blankenheim (1393-1423), bisschop van Utrecht, besluit al direct na zijn inzegening de eigengereide heer van Coevorden te onderwerpen. Hij heeft de tijd mee, want zijn bisdom is niet in oorlog en hij heeft zijn handen vrij. Zonder bondgenoten kan hij echter niet veel beginnen tegen zijn machtige schuldeiser en daarom zoekt hij steun bij de rijke IJsselsteden Deventer, Zwolle en Kampen en bij de Friese landen. Zij zeggen hun financiële steun toe, natuurlijk in ruil voor allerlei voorrechten. Nu benadert de bisschop Reinoud en biedt hem inlossing van de panden aan, maar deze is niet van zins zijn macht op te geven. Om steun in de rug te hebben, laat de bisschop zich officieel door de vertegenwoordigers van de Drentse kerkdorpen inhuldigen en verzekert zich zo van hun medewerking. In juli 1395 treedt Frederik van Blankenheim krachtdadig op. Hij slaat het beleg om Coevorden en roept Reinoud IV op voor de bisschoppelijke rechtbank te verschijnen. Deze krijgt
een vrijgeleide en geeft gehoor aan de oproep. Nu komen er onderhandelingen op gang, maar Reinoud, die op ingrijpen van de Gelderse hertog Willem van Gullik hoopt, rekt de besprekingen. Pas als de verwachte steun uitblijft, worden op 19 augustus stad en kasteel overgegeven. Reinoud wordt voorlopig in ‘verzekerde bewaring’ genomen, in het bisschoppelijke kasteel in Hardenberg. Frederik van Blankenheim benoemt vervolgens Zweder van Rechteren tot ‘Drost van Coevorden en Drenthe’ met ongeveer dezelfde bestuurlijke bevoegdheden als de heren, maar zonder erfelijke rechten. Zo komt een eind aan de dynastie van de heren van Coevorden. Willem van Gullik vergeet zijn oude bondgenoot echter niet en gaat bemiddelen tussen Reinoud en de bisschop. Op voorwaarde, dat Frederik van Blankenheim met de betaling van 15.000 oude schilden in vijf jaarlijkse termijnen de panden zal inlossen, is Reinoud IV in 1397 bereid afstand te doen van al zijn rechten en bezittingen in de heerlijkheid Coevorden, omvattende het grondgebied van de voormalige gemeente. Ook de Groningse bezittingen en rechten zijn hierbij inbegrepen, maar de Drentse en Bentheimse niet. Na betaling van de overeengekomen vijf jaarlijkse termijnen, op 4 april 1402, doet Reinoud IV van Coevorden inderdaad officieel afstand van ‘huys en heerlickheid’ en trekt zich terug op zijn bezittingen in Borculo. Hij voelt zich echter voorlopig nog wel betrokken bij Coevorden en schenkt in 1410 een boerenerf in Anevelde aan het Heilige Geest Gasthuis.
Reinoud van Coevorden trok zich met zijn familie terug op zijn bezittingen in Twente en de Achterhoek. Hij en zijn nakomelingen werden landjonkers, die leefden van de opbrengsten van hun her en der verspreid grootgrondbezit. Gezien hun adellijke status, waarvoor men in Gelderland en Overijssel zeer veel ontzag koesterde en hun rijkdom kregen ze al snel bestuurlijke ambten als scholte of burgemeester. Toen aan het eind van de zestiende eeuw de Hervorming het Rooms- katholicisme verdrong, werden de jonkers ook protestant. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden voorzag in haar staatsinrichting voor Gelderland en Overijssel in provinciebesturen, bestaande uit Ridderschap en Steden. De leden moesten allemaal protestant zijn en in het bezit van een adellijk huis, een havezate. Omdat de Van Coevordens als heren van Goor en Borculo recht hadden op een zetel in de ridderschappen van Overijssel en Gelderland, waren ze dus lid van beide Provinciale Staten. Verder traden velen van hen in dienst van de overheden als officier of hooggeplaatst ambtenaar. Zo ook Reint Wolter van Coevorden, die dienst nam in het Staatse leger van stadhouder Willem III, die in 1688 ook koning van Engeland was geworden. Hierdoor raakte deze vorst in de Negenjarige oorlog met Frankrijk verwikkeld, die grotendeels door het Engels-Nederlandse leger in de Zuidelijke Nederlanden werd uitgevochten. Rein Wolter nam als kapitein deel aan verschillende veldtochten en ontmoette tijdens een van zijn winterverloven Jane, de dochter van de in Drenthe Magazine Special Coevorden Vancouver 2010
23
Nederland verblijvende Engelse kolonel Lillingston. Hij trouwde met haar en in 1699 werd een zoon geboren, die zij de naam Lucas Hendrik gaven.
George Vancouver, die in 1772 als vijftienjarige aanmonsterde op het schip van de beroemde Engelse ontdekkingsreiziger James Cook, koos voor een officiersopleiding 24
Drenthe Magazine Special Coevorden Vancouver 2010
Lucas Hendrik, geboren in Nederland, vertrok later naar Engeland, waar hij op het landgoed van zijn grootouders in King’s Lynn ging wonen. Hier veranderde hij zijn naam om begrijpelijke reden in Luke Henry Vancouver. Hij vond er ook zijn Engelse vrouw Sarah en leidde hier met haar, ook evenals zijn Nederlandse voorouders, het leven van een welgestelde landjonker. Ook in King’s Lynn stonden de Vancouvers in hoog aanzien en John Jasper, de zoon van Sarah en Luke Henry werd hier hoofd van de belastingdienst en afgevaardigde naar het gewestelijk bestuur. Hij trouwde in 1749 en kreeg zes kinderen, waarvan George de jongste, geboren werd op 22 juni 1757. Ook in Engeland kozen zoons van vooraanstaande families, bevoordeeld door hun afkomst, vaak voor een officiersopleiding. Zo ook George, die in 1772 als vijftienjarige aanmonsterde op het schip van de beroemde Engelse ontdekkingsreiziger James Cook (1728-1779). James Cook begint in 1772 aan zijn tweede grote ontdekkingsreis. Tijdens de eerste, van 1768 tot 1771, heeft hij de Genootschapeilanden in de Grote oceaan ontdekt, de kusten van Nieuw Zeeland verkend en is daarna langs Australiës oostkust naar Nederlands-Indië gezeild om over de Indische Oceaan via Kaap De Goede Hoop weer in het vaderland terug te keren. Nu wacht hem opnieuw de Grote Oceaan voor een nieuwe uitdaging in onbekende verten. George Vancouver gaat mee als adelborst, voorbestemd om marineofficier te worden en kapitein Cook houdt hem daarom speciaal in het oog. Maar hij moet wel een volwaardig zeeman worden en dus entert hij met de matrozen op in
het want, reeft de zeilen en bemant af en toe als uitkijk de mastkorf. Cook zeilt nu vanaf Kaap De Goede Hoop tot ver in zuidelijke richting en laat zich dan door de daar heersende westenwinddrift naar Nieuw Zeeland voortdrijven. Vandaar bereikt hij op 30 januari 1774 het nog nooit eerder door een zeevaarder bezeilde meest zuidelijke punt in de Grote Oceaan op 71.10 graden zuiderbreedte. Daarna ontdekt hij de Markiezenarchipel, de Nieuwe Hybriden en Nieuw-Caledonië. Via Kaap Hoorn en de Sandwicheilanden in de Atlantische Oceaan verder noordwaarts varend komt hij in 1775 weer behouden in Engeland terug. George Vancouver heeft de lange reis uitstekend doorstaan. Hij is nu volwaardig zeeofficier en monstert onmiddellijk weer aan als kapitein Cook zijn derde reis in 1776 gaat beginnen. Weer gaat de tocht via de Indische Oceaan naar de Grote Oceaan. Cook ontdekt nu de naar hem genoemde eilandengroep en bereikt in januari 1778 Hawaï. Vandaar vaart hij langs de Amerikaanse en Canadese kust naar het noorden tot het pakijs in de Beringstraat hem verhindert verder te varen. Terugkerend bereikt de expeditie in het begin van 1779 opnieuw Hawaï, waar Cook tijdens een tocht in het binnenland op 14 februari door inlanders wordt vermoord. George Vancouver, inmiddels eenentwintig jaar oud, neemt het commando over en brengt schip en bemanning veilig in ‘good old England’ terug. Hij wordt nu bevorderd tot kapitein en dient elf jaar lang op verschillende schepen de Royal Navy. Dan krijgt hij eindelijk de speciale regeringsopdracht, waarop hij al zo lang heeft gehoopt H(is) M(ajesty’s) S(hip) Discovery en HMS Chattam, twee goed uitgeruste en bewapende oorlogsschepen, zullen onder zijn commando koers zetten naar de Grote Oceaan om de westkust van Noord-Amerika nauwkeurig in kaart te brengen. Bovendien moet hij het gebied van ‘Nootka Sound’, dat hij al met Cook heeft verkend, voor
Engeland in bezit nemen. De Spanjaarden zijn hier namelijk ook actief en het is nu zaak hen voor te zijn. Op 1 april 1791 begint George Vancouver zijn grote ontdekkingsreis. Om Kaap De Goede Hoop zeilend, vaart hij oostwaarts om Australië heen en bereikt zo de Grote Oceaan. Vandaar gaat het rechtstreeks naar Nootka Sound, waar hij op 17 april 1792 aankomt. Daar wacht hem echter een onaangename verrassing, want de Spanjaarden zijn de Britten inderdaad voor geweest. Enkele oorlogsschepen onder commando van Don Juan y Quadra liggen bij het gebied voor anker. Een zeeslag blijft echter gelukkig uit, omdat beide officieren de voorkeur aan onderhandelen geven. Ze hebben wederzijds respect voor elkaar en besluiten het omstreden gebied, dat een eiland blijkt te zijn, in bezit te nemen voor Engeland én Spanje. Ze noemen het ‘Quadra and Vancouver Island’. Daarna vertrekken de Spanjaarden en George heeft het rijk alleen om de voorgenomen kartering van de kust uit te voeren. Hij begint zuidwaarts, gaat op alle gunstige ankerplaatsen aan land en geeft ze Engelse namen. Zo bereikt hij bijvoorbeeld op 7 mei 1792 zuidelijk van de huidige Canadese kust een baai, die hij Townsend Harbour noemt, hiermee de Britse markies Townsend erend. Noordwaarts varend bereikt hij op 12 juni het gebied, waar later de naar hem genoemde stad zich zou ontwikkelen. De streek wordt nog alleen bewoond door Indianen en Vancouver schrijft in zijn logboek: “Hier ontmoetten wij ongeveer vijftig Indianen, in hun kano’s, die zich waardig en beleefd gedroegen. Ze wilden heel graag ons doen en laten imiteren, speciaal het afvuren van een musket, hetgeen een van hen ook werkelijk deed, alhoewel met veel angst en beven. Ze bekeken met eindeloze nieuwsgierigheid onze huidskleur”. Drenthe Magazine Special Coevorden Vancouver 2010
25
Links het standbeeld van George Vancouver in King’s Lynn. Rechts het standbeeld van George in Vancouver.
samengevoegd worden en naar hun ontdekker ‘The City of Vancouver’ genoemd worden.
Vancouver noemt de inham naar een vriend ‘Burrard Inlet’ en hier ontstaan later de dorpjes Hastings, Coal Harbour en Granville. Hij laat het hele gebied nauwkeurig in kaart brengen, geeft nader onderzochte ankerplaatsen Engelse namen en neemt de hele westkust in bezit voor Groot-Brittannië. Hij is zich zeer wel bewust van zijn Nederlandse afkomst en zo verschijnen er ook namen als ‘Coeverden Island’, een ‘Point Coeverden’ en een ‘Coeverden Rock’ op zijn landkaart. De schepen blijven in het kustgebied tot de kaarten klaar zijn en de documentatie via verslagen en beschrijvingen voltooid is. Latere ontdekkingsreizigers en onderzoekers zullen George Vancouver voor zijn zeer nauwkeurige weergave van het kustgebied zeer erkentelijk zijn. Vijftig jaar later zal Quadra and Vancouver Island alleen Vancouver Island heten, want de Spanjaarden zijn dan definitief verdreven. Nog later, op 6 april 1886, zullen op initiatief van Sir William Cornelius van Horne, directeur van de Canadian Pacific Railway en ook van Nederlandse afkomst, de drie dorpjes aan de inham 26
Drenthe Magazine Special Coevorden Vancouver 2010
Op 15 oktober 1794 aanvaardden de Discovery en de Chattam de thuisreis. George Vancouver had toen al last van tuberculose en leed geregeld veel pijn. Tijdens deze terugreis waagde een jonge zeeman, ook een officier in opleiding, zich schuldig te maken aan insubordinatie en een gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel ten opzichte van de bemanning. Vancouver strafte hem geheel volgens de geldende krijgstucht ter zee met harde hand, ondanks het feit dat de jongeman van adel was. De kapitein maakte geen onderscheid in rangen en standen. Eenmaal teruggekeerd verspreidde deze lord Camelford uit wraak gemene lasterpraatjes over zijn voormalige commandant, die gretig werden doorverteld. Zelfs in zijn vaderstad King’s Lynn vergalden ze zijn leven in niet geringe mate. Dit, gevoegd bij zijn steeds verergerende ziekte deden hem besluiten te verhuizen en zo overleed George Vancouver, de grote ontdekkingsreiziger, stammend uit Coevorden, te Petersham op 12 mei 1798. Hij werd slechts veertig jaar oud! Zoals vermeld, ontstond de stad Vancouver in 1886 door de samenvoeging van drie dorpen met als aanleiding de aansluiting op het spoorwegnet van de Canadian Pacific Railway. Hierdoor kwam de verbinding met de oostkust en de overige Canadese steden tot stand en dit leek een veelbelovende ontwikkeling te veroorzaken. Nog in juni van genoemd jaar echter vond een vernietigende ramp plaats. Het stadje, toen nog bestaande uit een verzameling eenvoudige gebouwen en houtzaagmolens, brandde tot de grond toe af. Deze ramp had bij nader inzien een uitermate gunstig effect: het toevallig aaneengegroeide dorp kon nu als een modern stadje herbouwd worden. Omdat de bereikbaarheid enorm vergroot was, zette een Drenthe Magazine Special Coevorden Vancouver 2010
27
Vancouver zoals het er vandaag de dag uit ziet. Vancouver is uitgegroeid tot een moderne stad waar de horizon wordt getekend door wolkenkrabbers.
Een replica van het Coevorder kasteel met de twee zeventiendeeeuwse kanonnen, een draaimolen, een zweefmolen en een poffertjeskraam vormde een Hollands pretparkje temidden van de wolkenkrabbers onstuimige groei in. De bonthandel met de Indianen floreerde en ook de houtwinning (‘logging’) in de bossen bracht veel bedrijvigheid. Daar bovenop kwam nog de goudkoorts (‘goldrush’), die tal van gelukszoekers via Vancouver naar Alaska lokte. Gelukszoekers, die later voor een deel terugkeerden en zich hier vestigden. De opening van het Panamakanaal in 1915 bracht een enorme uitbreiding van het scheepvaartverkeer langs de hele westkust, waardoor de handel ongekende kansen kreeg. De gunstige ligging van de stad, beschermd tegen de ijzige kou uit het noorden door de uitlopers van de Rocky Mountains en door Vancouver Island tegen de westelijke oceaanwinden, trok veel immigranten aan. In eerste instantie uit West-Europa zoals Engelsen, Schotten, Ieren, Duitsers, Nederlanders, Fransen en later Chinezen en Japanners. In 1986, toen de stad haar eeuwfeest vierde, telde Vancouver maar liefst 1.200.000 inwoners. Ze was wat men noemt een metropool geworden, de grootste stad van de provincie British Columbia en ter gelegenheid van dit jubileum werd hier de Wereldtentoonstelling georganiseerd. De toenmalige Coevorder burgemeester Spahr van der
Hoek wist het College en de meerderheid van de gemeenteraad te bewegen, gezien de historische banden, dit feest mee te vieren. “We komen op de kaart en we doen een keur aan zakelijke contacten op!”, stelde hij. Mede dankzij de uit Nederland afkomstige premier van British Columbia en de financiële steun van verschillende grote bedrijven slaagde hij erin met een gemeentelijke bijdrage van ƒ 130.000,veel tot stand te brengen. Een replica van het Coevorder kasteel met de twee zeventiendeeeuwse kanonnen, een draaimolen, een zweefmolen en een poffertjeskraam vormde een Hollands pretparkje temidden van de wolkenkrabbers. Het Coevorder mannenkoor trad op, de AVRO zond een speciaal programma uit en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven legden op de tentoonstelling zakelijke contacten. Helaas vielen de resultaten tegen, maar Coevorden was wel op de kaart gekomen! •
Literatuur: • Adrien Mansvelt: De ontknoping van het mysterie van Kapitein Vancouver. • Dr. Michael Francis: Vancouver – Coevorden – Picardtreeks nummer 14 • H. D. Minderhoud: De Heren van Coevorden - Picardtreeks nummer 18 • H. D. Minderhoud: The Vancouver Story
28
Drenthe Magazine Special Coevorden Vancouver 2010
Drenthe Magazine Special Coevorden Vancouver 2010
29