VOOR HET EERST NAAR SCHOOL

VOOR HET EERST NAAR SCHOOL Kind Geborgen en gekoesterd thuis

Groeiend Elke dag een beetje groter Elke dag een beetje sterker Je wil horen Je wil zien Jouw wereld

Ontdekkend Stap voor stap Samen met anderen

Welkom! Beste ouder(s), Uw kleuter zet zijn eerste stappen in het schoolleven van de Windwijzer. Misschien loopt uw kleine kapoen vrolijk over de speelplaats of heeft hij wat meer moeite bij het afscheid nemen. Misschien bent u het wel die een traantje moet wegpinken wanneer u uw kleuter aan de zorgen van de juf toevertrouwt. Wij begrijpen dat het voor beiden een spannend moment is en stellen dan ook alles in het werk opdat jullie je vlug thuis mogen voelen in de Windwijzer. Met deze brochure proberen wij alvast een hulpmiddel aan te reiken. Ze is een bron van informatie waarin u een antwoord kan vinden op vele praktische vragen.

De kleuterschool nader bekeken Wanneer uw kleuter voor het eerst de school binnenstapt, gaat er voor hem een nieuwe wereld open. Stap voor stap zal uw kind deze wereld ontdekken en erin thuiskomen. Onze kleuterleidsters zorgen ervoor dat de eerste kennismaking met het schoolleven op een rustige manier verloopt. In de mooie klaslokalen, uitgerust met aangepaste didactische materialen, en op de avontuurlijke kleuterspeelplaats komen wij tegemoet aan de natuurlijke bewegingsdrang van kinderen. De kleuterleidsters hebben op een ‘zorgbrede’ manier oog voor alle ontwikkelingsaspecten van uw kind. Met een actuele professionele kennis spelen zij hierop in.

1.Is mijn kind schoolrijp? Een pasklaar antwoord kunnen we op deze vraag niet geven. Elk kind is immers anders, elk kind is uniek. Ieder kind zal ook verschillend reageren op het naar school gaan. Wanneer u echter merkt dat uw peuter van tweeënhalf zich thuis wat begint te vervelen en uitgekeken is op zijn speelgoed, wanneer hij uw aandacht constant opeist en op zoek is naar speelkameraadjes, dan is het tijd om hem met de school te laten kennismaken.

2.Zindelijkheid Het is leuk voor de peuterjuf als je kleuter zindelijk is… MAAR sommige kleuters zijn daar nog niet klaar voor op 2,5 jaar! Hoe ga je daarmee om? De kleuterleidsters trainen de zindelijkheid door op gepaste tijdstippen een bezoek te brengen aan het toilet. Het is echter noodzakelijk dat de eerste zindelijkheidstraining reeds thuis gebeurt. Dan nog kan het gebeuren dat uw kind door zijn intens spel een enkel keertje vergeet tijdig naar het toilet te gaan, met een reservebroekje in de schooltas is zo’n ongelukje vlug verholpen.

Zindelijkheidsbeleid: Het uitgangspunt is: ouders zijn verantwoordelijk voor de zindelijkheidstraining van hun kind, maar worden daar uiteraard bij geholpen en ondersteund door de klasleerkracht en de school.

Stappenplan: 1. Bij de inschrijving of op de “wendag” informeren we naar de zindelijkheid van het kind. 2. Is je kind nog (net) niet zindelijk, dan komt je peuter met een luier aan naar school. We geven de voorkeur aan gewone luiers i.p.v. broekpampers. 3. Merken we (of jullie als ouder) dat de luiers vaak droog blijven of minder nat worden, dan kunnen we kinderen vaker naar toilet laten gaan om zo proberen de luier droog te houden. 4. Is de luier meestal volle dagen droog, dan kunnen we de luier achterwege laten en je kind met slip naar school laten komen. Reservekledij is dan wel gewenst. Noot: Doe gerust een onderbroekje boven de luier aan zodat je kind gewoon wordt ook een slipje naar beneden te trekken. We proberen je kind tijdens de klassikale toiletmomenten mee naar toilet te laten gaan. We trachten ook hem of haar op het toilet te zetten en wie weet een plasje te laten doen. Meestal lukt dit goed.

3.Afscheid nemen Afscheid nemen is moeilijk. Zonder traantjes lukt het vaak niet. Dat hoeft ook niet, want verdriet mag geuit worden. Uw kleuter kan immers nog geen inhoud geven aan de boodschap “straks komen mama en/of papa terug”. Gaandeweg leert uw kleuter de tijd wel in te schatten en zal hij van het schoolritme genieten. Gelukkig duurt het wenen bij het afscheid niet te lang. Veelal zijn de ouders nog niet aan de schoolpoort of hun kleuter is al geboeid aan het spelen. Een gouden raad: MAAK HET AFSCHEID KORT Kan ik mijn kind voorbereiden op de eerste schooldag? Bij ons op school kunnen de nieuwe instappertjes even komen wennen op een “wenvoormiddag” samen met mama en/of papa. Neem echter ook de tijd om de stap naar de kleuterschool voor te bereiden, niet alleen voor uw kind, maar ook voor uzelf. Vele ouders voelen zich de eerste schooldagen ook zelf onwennig.

Enkele praktische tips -

Vertel uw kind over de school, over de nieuwe vriendjes, over de juf die vertelt en zingt, over het speelgoed, de speelplaats, enz.

-

Maak uw kind duidelijk dat mama’s en papa’s niet op school blijven maar wel steeds terugkomen.

-

Kom met je kind naar de “wendag”.

-

In de handel of in de bibliotheek vindt u goede vertelboekjes over het naar school gaan.

-

Maak uw kleuter al wat gewoon aan de schooluren, bv. op tijd opstaan, op tijd gaan slapen.

-

Maak samen met uw kind de schooltas klaar. Voor het kind naar school gaat, zou het schooltasje al een vertrouwd voorwerp moeten zijn dat hem een stukje veilige thuis mee naar school geeft.

-

Zeg je kind duidelijk dat het straks voor het middageten of 's avonds wordt afgehaald. Vertel je kind ook altijd wie het aan de schoolpoort mag verwachten. Je kan er eventueel ook voor zorgen dat je voor het tienuurtje of het middageten iets meegeeft waarvan je zeker weet dat je kleuter het lekker vindt.

4.Het schooltasje Bij de aanschaf van een schooltas hou je best rekening met het volgende: -

Een kleuterschooltas moet stevig zijn. Niet te groot, maar ook niet te klein.

-

Een sluiting die gemakkelijk open en dicht gaat zodat uw kleuter dit zelf kan.

-

Geen loshangende linten waar uw kind over kan vallen.

De schooltas wordt voorzien van de naam. In de schooltas stop je: -

Een koek/stuk fruit (liefst in een koeken- en/of fruitdoosje)

-

Reservekledij in een plastic zak

-

Een brooddoos (indien je kleuter boterhammen blijft eten onder de middag)

De fopspeen blijft thuis. Indien nodig kan een knuffel wel troost bieden.

1. Een hele of een halve dag naar school? De nood aan een middagdutje is sterk afhankelijk van kind tot kind. Merkt de klasjuf dat je kind nog nood heeft aan een middagdutje, dan is het best dit nog even vol te houden, zeker wanneer de mogelijkheid er is om uw peuter ’s middags af te halen van school. Naar school gaan is immers een vermoeiende bezigheid. U zal al snel merken dat uw kapoen ten volle van het schoolleven geniet als hij uitgerust is.

5.Thuiskomen van school

“Wat heb je vandaag op school gedaan?” Bereid je ook wat voor op de thuiskomst van je kleuter. De kans is groot dat je kleuter heel moe en prikkelbaar is. Het zou mooi zijn als uw kleuter naar huis huppelt en honderduit vertelt over wat hij die dag allemaal beleefde. Als ouder bent u nieuwsgierig. U wilt op de hoogte blijven van alle bezigheden van uw kind. Dus u vraagt al snel: “Wat heb je vandaag gedaan?”. Maar uw lieve schat is moe en antwoordt “gespeeld” of “niets”. Nogal teleurstellende antwoorden waarvan u niet wijzer wordt. Het is ook moeilijk voor een 2,5 – 3-jarig kind om onmiddellijk verslag uit te brengen over een veelheid van kleine en grotere gebeurtenissen. Meestal helpt het wanneer u uw kind eerst even tot rust laat komen bij een vieruurtje of bij zijn vertrouwde speelgoed. De verhalen komen nadien vanzelf.

Kijk, ik heb gewerkt! Met een blije snoet zwaait uw kleuter met een papier vol krabbels of enkele vegen verf. Fier als een pauw laat hij zijn werk door iedereen bewonderen. Dit werk verdient ook bewondering, ook al ontbreekt elke vorm en is het resultaat nogal slordig volgens u. Met woorden van lof voedt u het zelfvertrouwen van het kind en dit betekent een aanzet voor uw kind om zich verder creatief te ontplooien. Tip: bewaar deze kunstwerkjes. Later zal uw grote zoon of dochter het fijn vinden om ze te bekijken.

Vlak voor het naar bed gaan! 

Laat je kind zo’n twintig minuten ontspannen voor hij naar bed gaat. Stimuleer hem om rustig te spelen of een boekje te lezen. Spannende films op tv en drukke spelletjes op de computer zijn niet echt bevorderlijk voor een goede nachtrust. De beelden en indrukken van net vóór het slapen gaan, moeten namelijk in bed nog verwerkt worden.



Vertel op tijd wanneer hij moet gaan slapen en blijf daarbij.



Vertel rustig maar stellig dat hij ‘nu’ moet gaan slapen.



Geef nooit de indruk dat je als ouder opziet tegen het ‘slaapdrama’.

Rituelen/ Tips: 

Maak van het slapengaan een dagelijks ritueel met een vaste volgorde van dezelfde gebeurtenissen, zoals: in bad gaan, tandenpoetsen en een verhaaltje (voor)lezen.



Een ouder kind vraagt soms of hij zelf nog wat mag lezen. Spreek dan af dat je na een kwartier of halfuur nog even welterusten komt zeggen. Op de afgesproken tijd is het feest dan ook echt over.



Laat hem kamillethee of warme melk drinken vóór het slapengaan.



Vermijd lange slaaprituelen waar geen einde aan lijkt te komen, want zo geef je hem de kans de boel steeds verder te rekken.



Stel vooreerst een vaste bedtijd in. Zo stemt je kind ook zijn biologische klok op dat uur af. Probeer dat uur ook erg consequent aan te houden, laat zo weinig mogelijk uitzonderingen toe.



Breng de tijd voor het slapengaan in kalmte door. Dat maakt je kind rustig. Geen wilde spelletjes dus. Lees liever een verhaal voor of geef je kind een relaxerend bad.



Kondig op tijd aan dat het bijna bedtijd is. Zo kan je zoon of dochter zich voorbereiden.



Is je kind angstig, bijvoorbeeld na een spannende film, probeer het dan op andere gedachten te brengen door nog wat te praten. Vermijd tv en pc sowieso vlak voor het slapengaan. Een nachtlampje of de deur op een kier zetten, kan ook altijd helpen om angstige kinderen te kalmeren.



Gun je kind een knuffelbeer, dat maakt dat hij zich veiliger voelt.



Verlaat de kamer van je kind als hij of zij nog wakker is. Het kan immers problemen opleveren als je er een gewoonte van maakt in de kamer te blijven tot het slaapt. Beloof het kind, indien nodig, dat je een oogje in het zeil houdt gedurende de nacht.



Zorg ervoor dat je kind zo weinig mogelijk redenen heeft om opnieuw uit bed te komen. Bied het nog iets te drinken aan, doe nog een laatste plasje, enzovoort. Maak je kind duidelijk dat, eens in bed, hij of zij er niet meer uit mag komen.



Komt je kind toch weer uit bed, laat hem of haar dan merken dat je dat niet op prijs stelt. Maak je echter niet te kwaad, zodat bij het kind geen adrenaline verwekt wordt. Dat geeft het immers weer energie en zo kan het nog langer duren tot het slaapt. Spreek dus zachtjes en dim de lichten. Laat duidelijk aan het kind merken dat de dag voorbij is en dat er nu echt niets meer te beleven valt.



Stel ook een uur in om op te staan. Dat verbetert het slaapritme helemaal. Spreek ook af met het kind dat het niet eerder het bed uit komt.



Als je kind honger krijgt ’s nachts, kan dat zijn omdat het avondmaal te vroeg valt. Later eten of je kind nog een toetje geven voor het slapengaan, kan een remedie zijn.

Regelmaat en routine ’s avonds komen maar het best tot uiting als er ook overdag structuur in het leven van het kind is. Een ouder die overdag niet consequent is, zal ook ’s avonds het kind niet onder controle krijgen.

Richturen voor bedtijd tijdens de week: De behoefte aan slaap kan verschillen van kind tot kind. Toch kan men zeggen dat een kind van vier gemiddeld twaalf uren nodig heeft om te slapen en een kind van twaalf negen uur. Valt een kind systematisch voor bedtijd in slaap, dan is dat een teken dat de bedtijd te laat is ingesteld. 4 tot 6 jaar: 19.30 uur 7 tot 8 jaar: 20 uur 9 tot 10 jaar: 20.30 uur 11 tot 12 jaar: 21 uur Wat als het kind echt slaapproblemen heeft? In de meeste gevallen wil een kind alleen maar wat aandacht trekken of gewoon testen hoever hij of zij kan gaan door problemen te maken van de bedtijd. Toch kunnen er zich soms ook echt problemen voordoen bij de slaap van een kind. Als je kind er overdag oververmoeid bij loopt, is er een teken aan de wand. Kijk of de vermoeidheid overdag blijft aanhouden en stap indien nodig naar een arts. Ik ik ik! Tussen zijn tweede en vierde verjaardag krijgt jouw peuter zijn eigen willetje en komt hij in een opstandige fase. Als hij ergens zin in heeft, zal hij zich er voluit voor geven. Een voorstel dat volgens hem niet leuk is, zal hij koppig weigeren. Een moeilijke fase voor de ouders, maar een normale fase in de ontwikkeling van een peuter naar meer autonomie.

Moeilijke periode Jullie kunnen wel grijs haar krijgen wanneer het allerliefste peutertje van de hele wereld verandert in een koppige, neeknikkende bengel. Koppigheid is echter het bewijs van een goede mentale groei van het kind. Je peuter zit nu in het stadium waarin hij zichzelf leert kennen en begint te beseffen dat hij een individueel wezen is. Het is belangrijk dat kinderen de koppigheidsfase volledig doormaken. Dat verkleint de kans op latere gedragsproblemen. Drukke kinderen verdienen evenveel aandacht en respect, ook al is dat soms moeilijk als ze niet willen meewerken. Het is van groot belang dat de mama’s en papa’s veel geduld hebben met hun spruit. Het heeft geen zin om boos te worden en te verwachten dat je kind ook een beetje aan jullie denkt, want dat kunnen ze toch nog niet. De peuters ontdekken nog maar net dat ze een eigen mening hebben, laat staan dat ze al weet hebben van de gevoelens van anderen. Wanneer de peuter ongeveer vier jaar is, kan de extreme ‘neen’-periode beginnen afzwakken. Dan is het opgelucht ademhalen voor de ouders.

Verzachtende omstandigheden Dit wil niet zeggen dat je de kids tot dan gewoon hun gangetje moet laten gaan, integendeel. Als hun gedrag écht de pan uit swingt (tieren, schoppen, slaan,…) moet je als ouder héél consequent optreden. Je doet dat het best door te praten en duidelijk te maken dat bepaalde zaken niet door de beugel kunnen. Over sommige zaken wordt niet onderhandeld. Belemmer je kind echter nooit om met zijn eigen wil te experimenteren. Bij de zoveelste driftbui lijkt woede wel de enige oplossing, maar laat je niet vangen. Op zo'n moment stel je beter de vraag: waarom is mijn kind alleen thuis stout en ergens anders niet? Dat is wellicht te wijten aan het feit dat je peuter zich op z’n gemak voelt bij zijn ouders en niet bij iemand anders. Probeer het moeilijke gedrag van je peuter niet met een tik, maar met een dosis creativiteit op te lossen!

Resoluut, maar redelijk Spreek bijvoorbeeld samen met je kind een bepaalde strafplek af in huis. Kom overeen dat wanneer hij of zij weer eens een driftbui heeft, naar die plek moet om ‘af te koelen’. Zorg dat het plaatsje dicht bij jullie is, zodat de peuter zich niet erg alleen voelt. Als je resoluut stelt dat je peuter in de hoek of kamer moet als hij boos is, zeg hem dan dat hij het mag laten weten als hij voelt dat zijn opwelling over is. Dan kunnen jullie erna samen met een schone lei herbeginnen.

6.Kleding en schoeisel Het is prettig voor uw kleuter wanneer hij al enkele vaardigheden bezit en kan tonen hoe zelfstandig hij is. Daarom is het goed bij de aanschaf van kledij en schoenen aandacht te hebben voor sluitingen die uw kleuter zelf kan hanteren. Uw kleuter kan zich ten volle uitleven in gemakkelijke kleding die tegen een stootje kan of vuil mag worden.

7.Samenwerking tussen ouders en school U, ouder(s), bent welkom op school. Een goede samenwerking tussen ouder(s) en school draagt bij tot een harmonisch opvoedingsklimaat. Ze is uitermate belangrijk voor een goede start van de schoolloopbaan. Als je nog vragen hebt, aarzel dan niet om de directie of de leerkrachten aan te spreken. Kan de school uw vragen niet beantwoorden, dan kan je een beroep te doen op de regioverpleegkundige van Kind en Gezin. Je kan haar telefonisch bereiken in het regiohuis in je buurt. Het telefoonnummer daarvan kan je krijgen op 02/533 12 11.

De Windwijzer heet u en uw kind van harte welkom en we wensen jullie een fijne start in onze school!

Gemeentelijke basisschool ‘De Windwijzer’ Schoolstraat 8 9270 Laarne 09/369.25.50 www.gsdewindwijzer.be [email protected]

Kouterstraat Kalken 09/367.57.34