Een onderzoek naar het gedrag en kennisniveau van kinderen uit groep 6 en 7 in de wijk Bos en Lommer over voeding, beweging en slaap in 2014
Een onderzoek in opdracht van Gemeente Amsterdam West, afdeling Sport
Mateo van’t Spijker – 496646
Begeleidsters:
Afstudeer cohort 2013 – 2014
Brigit Eckmann
Herkansing Voortgangsrapportage
Inholland Haarlem Sport, Bewegen, Leefstijl & Gezondheid
Marije Baart de la Faille – Deutekom
INHOUDSOPGAVE
1. INLEIDING
3
1.1
ACHTERGROND OPDRACHTGEVER
3
1.2
AANLEIDING
4
1.3
DOELSTELLING
4
1.4
RELEVANTIE
4
1.5
AFBAKENING
4
1.6
HOOFD- EN DEELVRAGEN
5
1.7
LEESWIJZER
6
2. METHODE
7
2.1 SOORT ONDERZOEK
7
2.2 ONDERZOEKSPOPULATIE
7
2.3 STEEKPROEF
8
2.4 PROCEDURE
8
2.5 MEETINSTRUMENTEN
9
2.6 DATA-ANALYSE
10
3. RESULTATEN
14
4. CONCLUSIE
15
5. VOORLOPIGE DISCUSSIE
16
6. AANBEVELINGEN
17
7. LITERATUURLIJST
18
BIJLAGE 1
20
BIJLAGE 2
25
BIJLAGE 3
28
BIJLAGE 4
29
BIJLAGE 5
30
BIJLAGE 6
38
2
1. INLEIDING Wereldwijd hadden in 2010 ongeveer 43 miljoen kinderen van 10 jaar of jonger overgewicht of obesitas. Dit is een stijging van 60% sinds de jaren ‘90 (Onis et al, 2010; WHO, 2010). In Nederland heeft 22% van de kinderen van 10 jaar overgewicht of obesitas (Brug et al 2012). In Amsterdam ligt dit percentage nog eens 5% hoger (GGD Amsterdam, 2013). Waarom is overgewicht en obesitas onder kinderen zo’n groot probleem geworden? Overgewicht en obesitas bij kinderen van 10 jaar brengen verhoogde gezondheidsrisico’s met zich mee voor het hart, de longen, nieren, spieren en botten (Leest, Verschuren, 2005; Ebbeling et al, 2002). Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat 22% van deze kinderen de volgende fase van hun leven in gaan met overgewicht of obesitas (Singh et al, 2008). Voordat dit probleem opgelost kan worden is het belangrijk om te weten waar de oorzaak ligt. In dit onderzoek brengt Stadsdeel West, voor de wijk Bos en Lommer, in kaart welke kennis kinderen van 10 jaar hebben over gezonde voeding, voldoende beweging en voldoende slaap. Beïnvloedt deze kennis hun gedrag in het dagelijks leven? Met de resultaten uit dit onderzoek is bepaald in hoeverre het kennisniveau invloed heeft op het gedrag van de doelgroep. Daarnaast is er onderzocht of er een verband is tussen leeftijd, etniciteit en geslacht. Voor de afdeling Sport van Stadsdeel West vormen de resultaten uit dit rapport de basis van een nulmeting. Vanuit dit punt kan de gemeente vaststellen welke kennis de kinderen nog nodig hebben over voeding, beweging en slaap om gezonder te kunnen leven.
1.1 Achtergrond Opdrachtgever De opdrachtgever is Gemeente Amsterdam, Stadsdeel West, Afdeling sport. Gemeente Amsterdam is opgedeeld in acht stadsdelen. Elk stadsdeel heeft een eigen bestuur en is verantwoordelijk voor alledaagse zaken waar bewoners mee in te maken hebben. Afdeling Sport organiseert onder andere allerlei sport- en beweegactiviteiten. Tijdens deze activiteiten of projecten komt voeding ook vaak aan bod. Met dit onderzoek wil afdeling Sport in kaart brengen hoe zij onderwerpen als bewegen, voeding en slaap effectiever kunnen overbrengen op de doelgroep. De begeleidster is Brigit Eckmann van afdeling Sport. Zij geeft ondersteuning op het gebied van planning, communicatie en persoonlijke ontwikkeling. Naast afdeling Sport is dit onderzoek betrokken bij het programmateam Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht (AAGG) van Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO). Dit is een samenwerking tussen DMO, GGD, Dienst Werk en Inkomen (DWI), Dienst Wonen Zorg en Samenleven (DWZS) en stadsdelen. Amsterdamse jeugd op gezond gewicht krijgen en dit te behouden is de doelstelling van 3
dit programmateam. AAGG heeft interesse getoond omdat zij ook benieuwd zijn hoe het gesteld is met het kennisniveau en gedrag van kinderen uit groep 6 en 7 in de wijk Bos en Lommer. Door middel van feedback te geven tijdens overleg en vergaderingen geeft AAGG ook ondersteuning aan dit onderzoek.
1.2 Aanleiding Afdeling Sport en AAGG ontwikkelen en organiseren veel projecten en activiteiten die in het teken staan van gezondheid bij kinderen. Een voorbeeld hier van is een project als Fresh in de Les. Dit project is een buurtproject in de wijk Bos en Lommer. Dit houdt in dat het is gericht op kinderen van basisschoolleeftijd, de ouders en potentiële samenwerkingspartners in de wijk Bos en Lommer in Amsterdam West. Fresh in de les staat in het teken van drie gezondheidspijlers. Dit is gezonde voeding, voldoende beweging en voldoende slaap. De doelstelling van Fresh in de Les is: “De kennis over gezonde voeding, voldoende bewegen en slaap vergroten bij kinderen en ouders in Bos en Lommer en de Baarsjes om zo de bewustwording te vergroten en om binnen de wijken de samenwerking te stimuleren tussen de gemeente, partners en ouders.” Afdeling Sport wil met dit onderzoek vaststellen welke kennis de kinderen nog nodig hebben over voeding, beweging en slaap om gezonder te kunnen leven.
1.3 Doelstelling Aan het einde van dit onderzoek is in kaart gebracht welke kennis er bij kinderen uit groep 6 en 7 in de wijk Bos en Lommer is over gezonde voeding, voldoende beweging en slaap en welke invloed dit heeft op hun gedrag.
1.4 Relevantie Praktisch gezien is het erg handig om de inhoud van een project of activiteit af te stemmen op het kennisniveau en gedrag van de doelgroep. Dit vergroot de slagingskans van het project of activiteit. Om dit te realiseren moet het kennisniveau en gedrag eerst worden gemeten zodat er een 0-meting is waaruit doelstellingen kunnen ontstaan in de toekomst. Theoretisch gezien is dit onderzoek relevant voor alle projecten die in het teken staan van gezonde voeding, voldoende beweging en voldoende slaap voor kinderen uit groep 6 en 7. Het advies kan gebruikt worden als hulpmiddel of handleiding om de inhoud van bestaande en nieuwe projecten en activiteiten te verantwoorden.
1.5 Afbakening Het onderzoek brengt het kennisniveau en gedrag in kaart op het gebied van voeding, beweging en slaap van kinderen uit groep 6 en 7 in de wijk Bos en Lommer te Amsterdam.
4
Als eerste is er gekozen om het onderzoek alleen te richten op kennisniveau en gedrag. Hier voor is gekozen om het onderzoek overzichtelijk en realistisch te houden binnen de beschikbare tijd. De woon omgeving, sociale omgeving en andere invloeden zijn niet meegenomen in dit onderzoek. Ten tweede is er alleen voor gekozen om het kennisniveau en gedrag te meten op het gebied van voeding, beweging en slaap. Hiervoor is gekozen omdat dit onderzoek in eerste instantie bedoeld is om het project Fresh in de Les te beoordelen. Daarnaast is er voor gekozen om alleen kinderen uit groep 6 en 7 te betrekken in dit onderzoek omdat hier het grootst aantal kinderen van negen, tien en elf jaar oud in zitten. Uit onderzoek is gebleken dat het belangrijk is dat kennis over gezond leven rond de negen, tien en elf jaar wordt vergroot. Rond deze leeftijd begint het gros van de kinderen namelijk na te denken over hun keuzes, ze maken zich los van hun ouders en worden zelfstandig (Delfos, 2009; Marx et al, 2008). Vervolgens is er gekozen om het onderzoek in Bos en Lommer uit te voeren. Hier is in 2008 het hoogste percentage van tien jarige kinderen met overgewicht of obesitas gemeten in Stadsdeel West. 29,9% Van deze kinderen heeft namelijk overgewicht of obesitas (GGD Amsterdam, 2013). Als laatste is er voor gekozen om dit onderzoek op twee Jump-in scholen uit te voeren. Hier is voor gekozen omdat zij al veel doen op het gebied van gezondheid en open staan voor onderzoeken als deze. Dit was nodig als hulpmiddel om scholen binnen de planning te werven in verband met de krappe tijd die beschikbaar was voor het onderzoek.
1.6 Hoofd- en deelvragen Hoofdvraag Welke kennis is er op het gebied van gezonde voeding, voldoende beweging en slaap en wat voor invloed heeft dit op het gedrag van kinderen uit groep 6 en 7 in de wijk Bos en Lommer te Amsterdam West in 2014? Deelvragen 1. Welke kennis hebben kinderen uit groep 6 en 7 in de wijk Bos en Lommer te Amsterdam over gezonde voeding, voldoende beweging en slaap in 2014? 2. In hoeverre draagt het kennisniveau over gezonde voeding, voldoende beweging en slaap bij aan het gedrag van kinderen uit groep 6 en 7 in de wijk Bos en Lommer in 2014? 3. Wat verstaan de kinderen uit groep 6 en 7 zelf onder gezonde voeding, voldoende bewegen en slaap in de wijk Bos en Lommer te Amsterdam?
5
1.7 Leeswijzer Dit afstudeeronderzoek bestaat uit zeven delen: Deel I In deel één is beschreven hoe en waarom dit onderzoek is uitgevoerd. Als eerste is de achtergrond van de opdrachtgever beschreven. Daarna zijn essentiële onderdelen weergegeven zoals de aanleiding, doelstelling, relevantie en afbakening van dit onderzoek. Hier mee is het duidelijk gemaakt hoe er vorm is gegeven aan dit verslag. Uit de aanleiding is een vraagstelling ontstaan waarmee het onderzoek is gestart. Deel II In deel twee wordt de methode beschreven waarop onderzocht is. Als eerste wordt beschreven wat voor soort onderzoek dit is en hoe de procedure is verlopen. Vervolgens leest u welke meetinstrumenten gebruikt zijn en waarom hier voor is gekozen. Tenslotte is de manier waarop alle data verwerkt is met het programma SPSS weergegeven. Deel III In het derde deel is alle data omgezet in resultaten. Er is antwoord gegeven op de deelvragen. De deelvragen gaan over het kennisniveau en gedrag op het gebied van voeding, beweging en slaap bij kinderen uit groep 6 en 7. Per deelvraag zijn de resultaten van het onderzoek geanalyseerd en onderbouwd. Deel IV In deel vier van het rapport staan conclusies beschreven voortkomend uit de resultaten van dit onderzoek. Aan de hand van de conclusies worden er aanbevelingen gedaan die gericht zijn op de hoofdvraag van dit onderzoek. Deel V Voordat er aanbevelingen worden gedaan is er in dit deel een discussie beschreven die de beperkingen
van
het
onderzoek
uitlegt.
Daarnaast
staat
in
de
discussie
ook
hoe
de
onderzoeksresultaten geïnterpreteerd moeten worden. Deel VI Nu het duidelijk is waar onderzoek naar gedaan is, hoe dit in zijn werk is gegaan, welke resultaten hieruit voortgevloeid zijn en welke conclusies dit hebben opgeleverd, kan de aanbeveling in dit deel pas worden weergegeven. Deel VII In het laatste deel zijn de bronnen en bijlagen weergegeven die gebruikt zijn in dit onderzoek. 6
2. METHODE In dit hoofdstuk is de verantwoording van keuzes en alle gebruikte methoden van onderzoeken helder beschreven.
2.1 Soort onderzoek Dit onderzoek is een kwantitatief onderzoek die ondersteund wordt door kwalitatief onderzoek. Het kwantitatieve onderzoek bestaat uit twee enquêtes die zijn afgenomen. De eerste enquête gaat over het huidige voeding-, beweeg- en slaapgedrag van de doelgroep. De tweede enquête test het kennisniveau bij de doelgroep over gezonde voeding, voldoende bewegen en slaap. Dit is volgens de richtlijnen van de Gezondheidsraad, de NNGB en de GGD vastgesteld. Het kwalitatieve onderzoek bestaat uit een groepsinterview met een representatieve groep kinderen. Uit alle leeftijd-, geslacht- en etniciteitsgroepen van groep 6 en 7 moet 1 kind aanwezig zijn bij het interview. Het groepsinterview vindt plaats nadat de uitkomsten bekend zijn uit het kwalitatieve onderzoek. Op basis van de kwantitatieve resultaten worden vragen gemaakt die meer diepgang kunnen geven aan de kwantitatieve resultaten. Hier voor worden citaten uit het groepsinterview gehaald en in de resultaten weergegeven.
2.2 Onderzoekspopulatie Rond het tiende levensjaar zitten kinderen in een ‘prepuber’ fase. In deze fase worden kinderen steeds zelfstandiger. Ze beginnen eigen keuzes te maken en ze gaan in discussie met ouders over regels. Voor het eerst beginnen deze prepubers zich te schamen voor hun ouders. Ze snappen waarom ze keuzes maken en welke gevolgen dit kan hebben. Ook vergelijken ze zich steeds meer met leeftijdgenootjes, ‘wat doet de groep? Hoe moet ik mij gedragen om bij de groep te horen?’ (Delfos, 2009). Vanaf 11 jaar komen meisjes in hun puber fase terecht, jongens worden vaak pubers rond
hun
dertiende
levensjaar.
Pubers
krijgen
in
deze
periode
te
maken
met
heftige
stemmingswisselingen, ze maken veel ondoordachte beslissingen en zijn zichzelf volop aan het ontdekken. Hier hebben pubers het heel druk mee en dit speelt een overheersende rol in deze periode (Marx et al, 2008). In groep 6 en 7 zitten kinderen van rond de negen, tien en elf jaar. De populatie die betrekking heeft op dit onderzoek zijn kinderen die in groep 6 en 7 kunnen zitten op basisscholen in de wijk Bos en Lommer. Dit zijn kinderen die meestal negen, tien en elf jaar oud kunnen zijn. Bij het bureau Onderzoek en Statistiek van de GGD in Amsterdam is alleen bekend dat er in stadsdeel West 3.082 kinderen woonachtig zijn van deze leeftijden (GGD Amsterdam, 2013). Het is niet bekend of die groep kinderen ook allemaal in stadsdeel West naar school gaan. Om de minimale steekproefgrootte te bepalen is een steekproefcalculator gebruikt (Marktonderzoek.nl, 2014).
7
2.3 Steekproef Het onderzoek houdt rekening met een steekproefmarge van 5% (= F), een populatiegrootte van 3.082 kinderen (= N) en een uitkomstpercentage van 10% (= p). (Naar schatting woont 10% van die 3.082 kinderen uit stadsdeel West in de wijk Bos en Lommer.) Met deze invulling geeft de berekening aan dat de minimale steekproefgrootte bij een betrouwbaarheidsniveau van 95% (= z): 94 kinderen moet zijn. De steekproef moet dus minimaal uit 94 kinderen bestaan. De OBS Bos en Lommerschool en KBS De Springplank doen mee aan dit onderzoek. Op de twee Jump-in scholen die deelnemen aan het onderzoek zitten in totaal 100 tot 120 kinderen. Dit is meer dan de minimale benodigde steekproefgrootte. Dit maakt de representatie op de gehele populatie geloofwaardig.
2.4 Procedure Hieronder is stapsgewijs beschreven hoe het onderzoek tot nu toe uitgevoerd is. Stap 1 De criteria waarop gezond en voldoende gebaseerd is voor voeding, beweging en slaap is onderzocht in samenwerking met experts op die gebieden. De experts hebben verwezen naar literatuur waar keuzes op zijn gebaseerd. Met deze informatie is een literatuuronderzoek verricht. Het resultaat uit dit onderzoek is te vinden in bijlage 2. Stap 2 De eerste en tweede deelvraag is door het afnemen van twee enquêtes onderzocht. In overleg met de OBS Bos en Lommerschool zijn de enquêtes op dinsdag, 1 april 2014 tussen 13:00 uur en 14:00 uur afgenomen bij groep 6 en 7. In overleg met KBS De Springplank zijn de enquêtes op vrijdag, 28 maart 2014 tussen 14:00 uur en 15:00 uur afgenomen bij groep 6 en 7. Elke afname is op dezelfde manier uitgevoerd zoals beschreven is in bijlage 3. De reden hier van is om het betrouwbaarheidsniveau te halen van 95%. De ontwikkelde enquêtes zijn samengesteld op basis van informatie van experts en literatuuronderzoek. Stap 3 Alle ingevulde enquêtes zijn met het programma SPSS 22 verwerkt. Met deze gegevens is er antwoord gegeven op de deelvragen. Deze gegevens worden ook gebruikt om inhoud te geven aan het groepsinterview. Stap 4 De derde deelvraag is door een groepsinterview beantwoord. Op KBS De Springplank is dit groepsinterview gehouden. De diepte interviews met het groepje kinderen zijn opgenomen. Met deze manier van meten is er geen informatie verloren gegaan en kon dit op een later tijdstip rustig verwerkt 8
worden in een resultaat. De manier waarop deze resultaten moeten worden geïnterpreteerd zijn onderbouwd in de discussie. Dit maakt het de lezer duidelijk hoe hij of zij de resultaten moet interpreteren om de uitkomsten en conclusies te begrijpen. Stap 5 Alle resultaten uit het kwantitatieve en kwalitatieve onderzoek zijn verwerkt in het resultaten hoofdstuk. Met deze gegevens is geprobeerd antwoord te krijgen op alle deelvragen. Met deze uitkomsten is er antwoord gegeven op de hoofdvraag om de probleemstelling op te lossen, dit is beschreven in de conclusie. Stap 6 In de discussie worden alle beperkingen en interpretaties van dit onderzoek weergegeven. Hier mee kan de lezer begrijpen waarom het onderzoek bepaalde keuzes heeft gemaakt en hoe resultaten geïnterpreteerd zijn. Stap 7 Naar aanleiding van de conclusie is een aanbeveling ontwikkeld die voor verbeteringen en veranderingen kan zorgen bij projecten zoals Fresh in de Les. Dit moet een realistisch advies zijn zodat het zo efficiënt kan worden toegepast.
2.5 Meetinstrumenten Het kwantitatieve onderzoek zorgt voor de betrouwbaarheid in het onderzoek. Het kwalitatieve onderzoek zorgt voor de validiteit in het onderzoek. De richtlijnen uit het rapport van de Gezondheidsraad is gebruikt als meetinstrument om gezonde en ongezonde voeding te bepalen. Dit is te vinden in bijlage 2. De bewegingsrichtlijnen voor kinderen van de GGD is gebruikt als meetinstrument om voldoende en onvoldoende beweging te bepalen voor kinderen (Jeugdmonitor CBS, Ministerie van VWS, 2014). Deze keuze is om beleidsredenen gemaakt. Dit is te zien in bijlage 1. De GGD gebruikt als richtlijn de Nederlandse Norm Gezond Bewegen voor jeugd. Dit is te vinden in bijlage 2. De richtlijnen van slapen voor kinderen van de GGD is gebruikt als meetinstrument om voldoende en onvoldoende slaap te bepalen voor kinderen (GGD Kennisnet, 2014). Dit is ook te vinden in bijlage 2. De GGD heeft de etniciteit van kinderen volgens de richtlijnen van het CBS bepaald. Die luidt: “Als minimaal één van beide ouders in het buitenland geboren is dan is het kind van niet-Nederlandse afkomst” (CBS, 2000). Als één van de ouders dus van Turks of Marokkaanse afkomst is dan is het kind ook van Turks of Marokkaanse afkomst voor dit onderzoek.
9
Kennis van kinderen over voeding, beweging en slaap is gemeten door een toets te ontwikkelen op basis van de richtlijnen van de Gezondheidsraad uit het rapport “Gezonde voeding 2006” (Gezondheidsraad, 2006). Deze enquête toetst hoe veel kinderen af weten van wat gezonde voeding, voldoende beweging en slaap is. Deze toets bestaat uit 21 vragen. Om te bepalen wie een voldoende of onvoldoende scoort op de kennis toets wordt een puntensysteem aan de vragen gekoppeld. Elk goed antwoord levert 1 punt op. Om een cijfer aan het behaalde resultaat te koppelen wordt de volgende formule gebruikt: Gescoorde punten x 10 / 21 = het behaalde cijfer. Een kind moet minimaal 12 vragen goed beantwoorden om een voldoende te halen. Op deze manier kunnen de groepen in voldoendes en onvoldoendes worden verdeeld. Het is relevant om dit in kaart te brengen om te kijken welke leeftijd, etniciteit en geslachtsgroepen de voldoendes en onvoldoendes scoren. Het gedrag van de kinderen is in kaart gebracht door een enquête te ontwikkelen over dezelfde onderwerpen die de Gezondheidsraad en GGD in de richtlijnen hebben staan. De opbouw, lay-out en lengte van de enquêtes zijn volgens de richtlijnen van het boek “De ontwikkeling van het kind” gemaakt (Verhulst, 2005). Dit is goed gekeurd door de gemeente Amsterdam West, een controlegroep, medestagiaires en een basisschoollerares (zie bijlage 4 voor een volledige beschrijving van deze beoordelaars). De enquête moet nog goed gekeurd worden door de beoordelaars vanuit de opleiding van Hogeschool Inholland Haarlem. De enquête is te vinden in bijlage 5. Wat de kinderen uit groep 6 en 7 zelf verstaan onder gezonde voeding, voldoende bewegen en slaap is gemeten door een groepsinterview te voeren. De groep van het interview moet een afspiegeling zijn van de populatie. Om deze reden wordt de leerkracht gevraagd om minimaal één kind van elke leeftijd, etniciteit en geslacht in het groepje te zetten. Indien dit niet mogelijk is wordt de keuze over gelaten aan de leerkracht. Hij of zij kan beter weten wat realistisch is om als groepje bij elkaar te zetten. Dit interview wordt pas gevoerd wanneer de resultaten van de enquête bekend zijn.
2.6 Data-analyse Kwantitatief onderzoek Er zijn nog geen resultaten bekend omdat de enquêtes nog niet zijn afgenomen. In tabel 1 staan de kenmerken van de deelnemers waarop ze worden ingedeeld om een duidelijk beeld te geven van de onderzoekspopulatie. Alleen de resultaten moeten nog ingevoerd worden zodra die binnen zijn. Ter ondersteuning worden de boeken Basishandboek SPSS 20 (Vocht de, 2012) en Onderzoek met SPSS en Excel (Smits, Edens, 2006) geraadpleegd.
Tabel 1: Baseline kenmerken van de deelnemers en aantal
Kenmerken
Aantal
10
Totaal aantal deelnemers
Ingevulde enquête over gedrag
Ingevulde enquête over kennisniveau
Leeftijd: Negen jaar oud Tien jaar oud Elf jaar oud Anders
Geslacht: Jongen Meisje
Etniciteit: Nederlands Turks Marokkaans Surinaams Onbekend Anders
Groep: Groep 6 Groep 7
School: OBS Bos en Lommerschool KBS De Springplank
11
Kwalitatief onderzoek Het kwalitatieve onderzoek betreft het interview met een representatieve groep van de onderzoekspopulatie. In deze resultaten is er onderscheid gemaakt in geslacht, leeftijd en etniciteit om deze groepen naast elkaar te kunnen leggen en eventuele verschillen op te kunnen merken. Het interview is opgenomen om er voor te zorgen dat geen enkele data verloren gaat. Alles wat er tijdens het interview is gezegd moet letterlijk uitgeschreven worden. Dit heet transcriberen. Om deze gegevens vervolgens te analyseren zijn er enkele fases doorlopen, namelijk: open coderen, axiaal coderen en selectief coderen. Pas bij het selectief coderen worden de hoofd- en deelvragen betrokken. Bij de vorige fases niet. Fase 1: Open coderen; Dit houdt in dat de gegevens een code krijgen. Deze codes zijn trefwoorden uit het interview waarmee een antwoord kan worden samengevat. Deze codes worden weergegeven in een codeboom. Fase 2: Axiaal coderen; Dit houdt in dat alle codes uit de vorige fase worden gecategoriseerd in overkoepelende codes. Deze overkoepelende axiale codes worden ook in de codeboom verwerkt. Fase 3:
Selectief coderen; Dit houdt in dat axiale codes geselecteerd worden op basis van de
relevantie die ze hebben op de hoofd- en deelvragen. In deze fase worden citaten gezocht in de open codes die antwoord kunnen geven op de hoofd- en deelvragen. Verwachte uitkomstmaten Enkele uitkomstmaten kunnen al worden verwacht voor dat er daadwerkelijk uitkomstmaten bekend zijn. Dit komt door de aanwezige cijfers uit soortgelijke onderzoeken die een vergelijkbare doelgroep hebben onderzocht. Zo blijkt dat van alle tien jarige kinderen uit de wijk Bos en Lommer, 29,9% kampt met overgewicht en obesitas (GGD Amsterdam, 2014) De verwachting is dat een meerderheid (>50%) van geënquêteerde kinderen een voldoende scoren op de kennis toets en een gezond gedrag hebben. Het blijkt dat 32,1% van de tien jarige jongetjes en 26,6% van de tien jarige meisjes in de wijk Bos en Lommer kampt met obesitas of overgewicht, zie bijlage 6. (GGD Amsterdam, 2014) Met deze cijfers wordt er verwacht dat de geënquêteerde jongetjes lager scoren op kennis en gedrag dan de meisjes. Dit zou een logische hypothese zijn. Uit onderzoek van de GGD in Amsterdam blijkt dat er een verschil is in overgewicht en obesitas tussen kinderen van 10 jaar met een Turkse (35,1%) of Marokkaanse (27,1%) afkomst, zie bijlage 6 (GGD Amsterdam, 2014). Met deze cijfers wordt er verwacht dat er een verschil zal zijn in kennis en gedrag tussen kinderen met een Turkse etniciteit en kinderen met een Marokkaanse etniciteit.
12
13
3. RESULTATEN In dit hoofdstuk worden de onderzoeksresultaten gestructureerd weergegeven per deelvraag. Deelvraag 1 “Welke kennis hebben kinderen uit groep 6 en 7 in de wijk Bos en Lommer te Amsterdam over gezonde voeding, voldoende beweging en slaap in 2014?” Deze deelvraag is beantwoord met resultaten uit de enquête over kennisniveau omtrent gezonde voeding, voldoende beweging en voldoende slaap. Deelvraag 2 “In hoeverre draagt het kennisniveau over gezonde voeding, voldoende beweging en slaap bij aan het gedrag van kinderen uit groep 6 en 7 in de wijk Bos en Lommer in 2014?” Deze deelvraag is beantwoord met resultaten uit de enquête over het voeding-, beweeg- en slaapgedrag van de deelnemers. Deelvraag 3 “Wat verstaan de kinderen uit groep 6 en 7 zelf onder gezonde voeding, voldoende bewegen en slaap in de wijk Bos en Lommer te Amsterdam?” Deze deelvraag is door resultaten uit het groepsinterview beantwoord. Uit dit groepsinterview zijn citaten gehaald die resultaten uit de enquêtes kunnen onderbouwen of tegenspreken. Hier mee is getracht meer diepgang te krijgen in de resultaten.
14
4. CONCLUSIE “Welke kennis is er op het gebied van gezonde voeding, voldoende beweging en slaap en wat voor invloed heeft dit op het gedrag van kinderen uit groep 6 en 7 in de wijk Bos en Lommer te Amsterdam West in 2014?” Om antwoord te kunnen geven op deze hoofdvraag is het onderzoek in drie deelvragen gesplitst waar tussenconclusies voor zijn gegeven. Aan de hand van al deze tussenconclusies is het mogelijk geweest om een algemene conclusie te trekken die onderstaand staat beschreven. -
15
5. VOORLOPIGE DISCUSSIE Tijdens het onderzoek zijn er beperkingen of knelpunten ontstaan die invloed kunnen hebben op de uitslag van dit rapport. Om deze reden worden deze punten in dit hoofdstuk ter discussie gesteld om te verantwoorden dat hier rekening mee is gehouden. Beperkingen -
Keuze van scholen De verantwoording voor de deelnemende scholen aan het onderzoek is niet wetenschappelijk verantwoord. De keuze is gemaakt op basis van beschikbaarheid en bereidheid tot medewerking van de scholen. Dit sloot een aantal scholen in de wijk Bos en Lommer uit omdat er te weinig tijd was om alle scholen te bereiken of te overtuigen om deel te nemen aan het onderzoek. Dit komt door dat er een te korte termijn was binnen de planning om scholen zorgvuldig voor te bereiden en in te lichten over het onderzoek. Met deze keuzes is de minimale steekproef net gehaald maar is de onderzoekspopulatie nog steeds klein. Dit kan een vertekend representatie geven over de hele populatie binnen de wijk Bos en Lommer.
-
Interpretatie van enquête vragen De enquête vragen over het kennisniveau en gedrag zijn ontwikkeld onder toezicht en controle van vele partijen. Des ondanks kunnen vragen door de deelnemers verkeerd worden geïnterpreteerd. Dit kan er voor zorgen dat de deelnemers iets heel anders bedoelen dan wat het antwoord suggereert van de deelnemers. Om dit zo veel mogelijk te voorkomen is er ruimte vrij gehouden in de enquête om opmerkingen te maken bij alle onderwerpen. Dit sluit de beperking echter niet uit.
-
Afnemen van enquêtes De afname van enquêtes is per school op een ander moment afgenomen. Dit kan er voor zorgen dat er per school, verschillende factoren zijn die van invloed kunnen zijn op de afname. Om dit zo veel mogelijk te voorkomen is er een standaard procesplan gemaakt om alle afnames precies hetzelfde uit te voeren. Het blijft echter onbekend welke invloeden anders kunnen zijn tussen deze afname momenten.
Er zijn nog geen voorlopige uitkomsten die vergeleken kunnen worden met de literatuur. Dit beoordelingscriteria is voor dit verslag nog niet van toepassing. Dit kan pas in een later stadium worden ingevuld naarmate het onderzoek vordert.
16
6. AANBEVELINGEN Er zijn nog geen aanbevelingen beschikbaar voor dit onderzoek. Dit geeft alleen weer waar het onderzoek dit hoofdstuk plaatst in het rapport.
17
7. LITERATUURLIJST •
Brug J, van Stralen MM, te Velde SJ, Chinapaw MJM, De Bourdeaudhuij I, et al. (2012) Differences in Weight Status and Energy-Balance Related Behaviours among Schoolchildren across Europe: The ENERGY-Project, geraadpleegd op 04-02-2014 via url: http://www.plosone.org/article/info%3Adoi%2F10.1371%2Fjournal.pone.0034742
•
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), (2000), Standaarddefinitie allochtonen, Den Haag/Heerlen, geraadpleegd op 04-02-2014 via url: http://www.ggd.amsterdam.nl/menuii/gezondheid-beeld/jeugd/toelichting/
•
Delfos M F, (2009), Ontwikkeling in vogelvlucht. Ontwikkeling van kinderen en adolescenten, vijfde druk, Uitgeverij Pearson, Amsterdam
•
Ebbeling CB, Pawlak DB, Ludwig DS, (2002), Childhood obesity: public-health crisis, common sense cure, Lancet; 360:473-82.
•
Gezondheidsraad, (2006), Richtlijnen Gezonde Voeding 2006, Den Haag, publicatie nr. 2006/21, ISBN13:9789055496273
•
GGD Amsterdam, (2013), Basismeetset 2013, Bureau van Onderzoek en Statistiek te Amsterdam, http://www.os.amsterdam.nl
•
GGD Amsterdam, (2014), Overgewicht inclusief obesitas bij 10 jarige kinderen in Bos en Lommer in 2011-2012, uit het Digitaal Dossier: JGZ 5-19 jaar van Jeugdgezondheidsmonitor Amsterdam, geraadpleegd via www.ggdgezondheidinbeeld.nl op 28-03-2014
•
GGD Kennisnet, (2014), informatie geraadpleegd van de site www.ggdkennisnet.nl, geraadpleegd op 05-03-2014 via url: http://www.ggdkennisnet.nl/thema/broedplaatsopvoeden.nl/artikel/1297-bedtijd
•
Jeugdmonitor CBS, Ministerie van VWS, (2014), Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB), begrippen en toelichtingen, geraadpleegd op 06-03-2014 via url: http://jeugdmonitor.cbs.nl/nl-nl/inlichtingen/begrippen-en-toelichtingen/nederlandse-normgezond-bewegen-(nngb)/
•
Leest van L.A.T.M. Drs. , Verschuren W.M.M. Dr. Ir, (2005), Leefstijl- en risicofactoren voor e
hart- en vaatziekten bij jongeren, Bevolkingstrends 1 kwartaal, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven, geraadpleegd op 26-03-2014 via url: http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/333239E4-1056-46CE-9DC57A9183367DA6/0/2005k1b15p069art.pdf •
Marktonderzoek, (2014), Steekproefcalculator, website geraadpleegd op 05-02-2014 via url: http://www.allesovermarktonderzoek.nl/Steekproef-algemeen/steekproefcalculator
•
Marx H, Marx G en Pluut J, (2008), De ontwikkeling van je kind van 0 tot 12 jaar, Uitgeverij Spectrum, Utrecht
•
Onis de M, Blossner M, Borghi E, (2010), Global prevalence and trends of overweight and obesity among preschool children, American Journal of Clinical Nutrition; 92:1257-64.
18
•
Singh AS, Mulder C, Twisk JW, van Mechelen W, Chinapaw MJ, (2008), Tracking of childhood overweight into adulthood: a systematic review of the literature, Obese Rev; 9:474-88.
•
Smits J, Edens R, (2006), Onderzoek met SPSS en Excel, Pearson Education, ISBN13: 9789043011792
•
Verhulst FC, (2005) , De ontwikkeling van het kind, achtste druk, ISBN13: 9789023241218
•
Vocht de A, (2012), Basishandboek SPSS 20, iBM SPSS Statistics 20, Bijleveld, ISBN13: 9789055482238
•
World Health Organization, (2010), European Childhood Obesity Surveillance Initiative, published by COSI, http://www.hsph.harvard.edu/obesity-prevention-source/obesitytrends/global-obesity-trends-in-children/#References
19
BIJLAGE 1
Bezoekadres Bos en Lommerplein 250 1055 EK Amsterdam Directie Strategie en beleidsrealisatie Afdeling Wonen en leven
Postbus 57239
SUBSIDIEREGELING ACTIVITEITEN GEZOND GEWICHT 2014 1040 BC Amsterdam
Hoofdstuk 1
Algemene bepalingen
Telefoon 14 020
Artikel 1.
Fax 020 253 0727
Begripsomschrijvingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder: www.west.amsterdam.nl a. ASAW2012: Algemene
subsidieverordening Amsterdam West 2012
[email protected]
b. éénmalige subsidie: eenmalige subsidie als bedoeld in ASAW2012 c. ondernemers: bedrijven met winstoogmerk, hiermee worden niet bedoeld: stichtingen of verenigingen of organisaties met een ideëel doel d. Met DB wordt bedoeld het Dagelijks Bestuur van Stadsdeel West. Artikel 2.
Doel subsidieregeling
Deze subsidieregeling is gebaseerd op de ASAW2012 en het actieplan gezond gewicht, zoals vastgesteld door het Dagelijks Bestuur op 9 oktober 2012. Het doel van deze subsidieregeling is bewustwording van gezond gewicht en gezonde leefstijl door activiteiten die bijdragen aan gezonde leefstijl en/of de bewustwording daarvan gedurende het jaar 2014. Dit doel dient het hoofddoel van de activiteit te zijn. De activiteiten kunnen grofweg gericht zijn op de volgende sub thema’s: gezonde voeding, beweging, kinderen gezond opvoeden en voldoende slaap.
20
Artikel 3.
Subsidiabele activiteiten
Het DB kan een éénmalige subsidie verlenen ten behoeve van activiteiten die als hoofddoel hebben het bevorderen van een gezonde leefstijl en/of de bewustwording van dit thema, of het vergroten van kennis over genoemde thema’s. Meer concreet dient de activiteit direct te maken te hebben met gezonde voeding, beweging, kinderen gezond opvoeden en voldoende slaap. Een subsidie bedraagt maximaal € 5.000. Hoofdstuk 2 Artikel 4.
Subsidieplafond Subsidieplafond
Het DB stelt voor de in 2014 te subsidiëren activiteiten het subsidieplafond vast op € 60.000. Hoofdstuk 3 Artikel 5. -
Subsidieaanvraag De aanvrager
Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door bewoners van Stadsdeel West, organisaties die zich reeds bezighouden met beschreven thema’s en actief zijn in Stadsdeel West, of lokale ondernemers. Voor de laatste categorie geldt dat zij slechts een maal een aanvraag mogen indienen.
Artikel 6.
Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
In afwijking van/aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2012 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd: a. Een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd b. Wanneer worden of zijn de activiteiten uitgevoerd? c.
De doelstellingen en resultaten die daarmee worden nagestreefd.
d. De wijze waarop de activiteiten bijdragen aan dat doel. e. Een onderbouwing dat gezonde leefstijl het hoofddoel van de activiteit is. f.
Indien voedsel onderdeel is van de activiteit, moet een gediplomeerd diëtist instemmen met de samenstelling van het menu. Deze instemming moet als bijlage worden toegevoegd aan de aanvraag.
g. Indien sport onderdeel is van de activiteit, dient een gediplomeerd sportdocent in te stemmen met de activiteit. Deze moet ook onderbouwen op welke manier de sportactiviteit bijdraagt aan de gezonde leefstijl van de deelnemers. De instemming en onderbouwing van de sportdocent dient als bijlage te worden toegevoegd aan de aanvraag. h. Een beschrijving van de doelgroep: voor wie is deze activiteit bedoeld en hoeveel mensen denkt u ermee te bereiken.
21
i.
Een onderbouwing van het aangevraagde bedrag: hoe heeft u berekend dat u dit bedrag nodig heeft? (maximaal € 5.000). Deze onderbouwing dient gedetailleerd en gespecificeerd te zijn.
Het bepaalde in artikel 5, tweede lid onder e ASAW2012, is niet van toepassing. Hoofdstuk 4 Artikel 7. -
Verlening en weigering van de subsidie Verlening van de subsidie
De activiteit komt voor subsidie in aanmerking wanneer deze een gezonde leefstijl stimuleert. Dit kan betrekking hebben op het vergroten van bewustwording van gezonde leefstijl, aandacht voor gezonde voeding, het stimuleren van beweging, voldoende slaap, het ondersteunen van opvoedproblemen met betrekking tot voeding en op tijd naar bed (grenzen stellen);
-
De doelgroep zijn kinderen (0-23 jaar), wonend of schoolgaand in Stadsdeel West en/of hun ouders;
-
De activiteiten vinden plaats gedurende 2014
-
Voor organisaties: deze activiteiten zijn geen onderdeel van uw reguliere aanbod.
-
Ook voor reeds gestarte en/of beëindigde activiteiten kan subsidie worden aangevraagd, mits ze wel in de genoemde periode plaatsvinden.
Ondernemers mogen geen subsidie aanvragen voor een activiteit waarmee zij het grootste deel van hun omzet verdienen. Met uitzondering van activiteiten tijdens een evenement dat in het teken staat van gezonde leefstijl en onderdeel is van Fresh in de Les. Dan gelden de volgende bepalingen: -
De subsidie bedraagt maximaal € 2.500;
-
De activiteit wordt voor maximaal 50% van de totale kosten gesubsidieerd;
-
De overige 50% van de totale kosten zijn voor eigen rekening van de ondernemer.
Artikel 8.
Weigeringsgronden
1. In aanvulling op artikel 9, eerste lid, van de ASAW 2012 weigert het DB ook een subsidie te verlenen als: a. De activiteit een ander hoofddoel heeft dan het bevorderen van gezonde leefstijl of de bewustwording van gezonde leefstijl. b. Het aannemelijk is dat aanvrager niet kan voldoen aan één of meer van de uitgangspunten van Fresh in de Les.
22
c.
Een eerdere subsidierelatie met u of uw organisatie is beëindigd door Stadsdeel West of de Gemeente Amsterdam om redenen die verband houden met de samenwerkingsrelatie of een gebrek aan vertrouwen in uw organisatie.
2. In aanvulling op artikel 9, tweede lid, van de ASAW 2012 kan DB geheel of gedeeltelijk weigeren een subsidie te verlenen als: a. Al eerder subsidie op grond van deze regeling in 2014 is verleend in het geval van ondernemers b. Hetzelfde doel kan worden bereikt met een lager bedrag dan wordt aangevraagd. c.
De aard van de activiteiten naar verwachting niet zal aansluiten bij de doelgroep.
Hoofdstuk 5 Artikel 9.
Verplichtingen van de subsidieontvanger Aanvullende verplichtingen
Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASAW 2012, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden: a. Alle subsidieontvangers krijgen een sticker waarop staat dat ze partner zijn van Fresh in de Les. Deze sticker dient op een zichtbare plek te worden opgeplakt. b. De subsidieontvanger committeert zich aan de vier uitgangspunten van Fresh in de Les/Gezond Gewicht. Deze worden apart meegestuurd met de verlening en de uitgangspunten worden eveneens opgenomen in de beschikking. c.
De subsidieontvanger stuurt binnen 3 weken na afloop van de activiteit een verslag hiervan in met circa 5 foto’s en een schatting van het aantal deelnemers. Tevens stuurt subsidieontvanger een verslag mee van gemaakte kosten. Bonnen hoeft u niet op te sturen maar dient u wel te bewaren, deze kunnen worden opgevraagd.
Artikel 10.
Citeertitel
Deze nadere regels worden aangehaald als: Subsidieregeling activiteiten gezond gewicht 2014 Toelichting Op 11 december 2012 heeft de Stadsdeelraad het amendement aangenomen ‘Bewoners en obesitasbestrijding’ (A12.74). De Raad stelt daarbij een budget beschikbaar in 2013 en 2014 van € 60.000 om waardevolle ideeën en initiatieven te ondersteunen met een bijdrage van maximaal € 1.000 per aanvraag. Dit amendement is een aanvulling op de eerste motie ‘Aanvalsplan obesitas’ dat heeft geresulteerd in het Actieplan Gezond Gewicht. De Raad draagt het DB op om kaders voor de besteding van dit budget op te stellen. Deze zijn hierbij opgesteld. Wij hebben het maximum voor de aanvraag verhoogd naar € 5.000 om ook de kans te geven aan intensievere activiteiten. 23
Het convenant aanpak gezond gewicht, zoals aan u toegezegd tijdens de Politieke Avond op 26 maart 2013, wordt als toegevoegd aan de subsidievoorwaarden/prestatieafspraken. Dit gebeurt in de vorm van een apart vel met daarop duidelijk de uitgangspunten en het logo van Fresh in de Les. Daarnaast worden de uitgangspunten opgenomen in de subsidievoorwaarden. Het Actieplan Gezond Gewicht beschrijft onze acties om gezond gewicht van de jeugd te bevorderen. Veel ruimte is daarbij voor Fresh in de Les, een intensieve, wijkgerichte aanpak, waarbij vele partners in de wijk samenwerken met bewoners om de bewustwording van het belang van een gezonde leefstijl te vergroten. De verdeling geschiedt op volgorde van ontvangst van de aanvragen, zie artikel 7 ASAW2012. De periode waarin activiteiten kunnen worden uitgevoerd is in heel 2014. Het is fijn als de activiteiten tijdens Fresh in de Les plaatsvinden. In het voorjaar loopt Fresh in de Les van 7 tot en met 28 mei. In het najaar is de precieze periode nog niet bekend. De activiteiten mogen niet worden uitgevoerd tijdens de Ramadan en tijdens de zomervakantie. Dit betreft de periode van 25 juni tot 11 augustus 2014. Ad artikel 2: Deze regeling betreft subsidies voor het jaar 2014. Het is niet duidelijk of in 2015 eenzelfde regeling mogelijk of wenselijk is.
24
BIJLAGE 2 Bij het maken van deze vragenlijsten is er rekening gehouden met de cognitieve, taal en sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen rond de tien jaar die in groep 6 en 7 kunnen zitten met behulp van het boek ‘De ontwikkeling van het kind’ van Verhulst. Verantwoording voeding Uit een gesprek met de beleidsadviseur van Fresh in de Les, Zippora Abram, blijkt dat activiteiten die zich aansluiten bij Fresh in de Les een subsidie kunnen aanvragen. Om in aanmerking te komen voor een subsidie moeten aanvragers, indien zij voedsel en drank aanbieden tijdens hun activiteit, vanaf 2014, eerst een gediplomeerde diëtist of gediplomeerde voedingsdeskundige laten instemmen met het menu. Deze voorwaarde was in het verleden voor Fresh in de Les niet van toepassing. Hier wordt één duidelijke lijn mee afgestemd wat Fresh in de Les overbrengt qua gezonde voeding. Omdat de diëtist/ voedingsdeskundige het voedingsmenu moet goedkeuren wordt de vragenlijst afgestemd op de definitie die een diëtist/ voedingsdeskundige geeft aan gezonde voeding voor kinderen uit groep 6 en 7. Met goedkeuring van Zippora Abram is Brigit Eckmann aangesteld als gediplomeerde voedingsdeskundige waar mee de vragenlijst wordt gemaakt. Zij heeft de opleiding Voeding en Diëtiek met een diploma afgerond en is werkzaam als o.a. voedingsadviseur op de afdeling Sport van Gemeente Amsterdam West. Brigit Eckmann gaf in een gesprek aan dat zij haar voedingsadviezen verantwoord uit de rapportage “Richtlijnen goede voeding 2006” van de Gezondheidsraad. Met de richtlijnen over en de definities van gezonde voeding, wordt een enquête gemaakt. Hier wordt de kennis over dit onderwerp bij kinderen uit groep 6 en 7 mee getoetst. Richtlijnen die van toepassing zijn op dit onderzoek naar kinderen van rond de 10 jaar uit de rapportage van de Gezondheidsraad zijn: -
Elke dag 2 stuks fruit;
-
2x per week (vette) vis eten;
-
Beperk tot 7 eet en drinkmomenten;
-
Elke ochtend ontbijten;
-
Gevarieerd eten. Zo veel mogelijk verschillende vitaminen en mineralen binnen krijgen;
-
Zo min mogelijk keukenzout innemen;
-
Verzadigde vetzuren en enkelvoudig trans onverzadigde vetzuren beperken;
-
Elke dag groente eten;
-
1 tot 1,5 liter water drinken per dag;
-
Volkoren is gezonder dan bruin en wit brood;
-
Magere zuivel en vlees eten; 25
-
3 tot 4 eieren per week innemen voor eiwitten en mineralen;
-
Eiwitten, koolhydraten uit volkoren en groente producten halen, onverzadigde meervoudige vetzuren halen uit oliën en vis
Verantwoording bewegen Op de afdeling Sport van Gemeente Amsterdam West zitten meerdere gediplomeerde sportdocenten. De afdeling Sport geeft ook veel sportactiviteiten tijdens Fresh in de Les. Met goedkeuring van Brigit Eckmann is Romena Daniels aangesteld als gediplomeerde sportdocent. Zij heeft het CIOS afgerond met een diploma en werkt sinds haar opleiding al op de afdeling Sport. In een gesprek met Romena wordt het duidelijk dat haar bronnen de GGD van Amsterdam en de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen (NNvGB) zijn. Met haar zijn de richtlijnen en definitie van voldoende beweging voor kinderen uit groep 6 en 7 bepaald voor de enquête. De GGD volgt de richtlijn Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen voor jeugd van het Centraal Bureau voor de Statistieken (CBS) en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) dat luidt: “Voor jongeren tot 18 jaar geldt: dagelijks (zomer en winter) een uur ten minste matig intensief lichamelijke activiteit (5 MET (bijvoorbeeld aerobics of skateboarden) tot 8 MET (bijvoorbeeld hardlopen 8 km/uur)), waarbij de activiteiten minimaal twee maal per week zijn gericht op het verbeteren of handhaven van lichamelijke fitheid (kracht, lenigheid en coördinatie)”. Verantwoording slaap Uit een gesprek met de organisator van Fresh in de Les komt naar voren dat Enrico Kruydenhof richtlijnen over en definitie van voldoende slaap haalt bij de GGD. Over dit onderwerp is het echter niet nodig, als voorwaarde voor subsidie, dat een gediplomeerd slaapdeskundige goedkeuring moet geven voor activiteiten die dit thema aanbieden en overbrengen tijdens Fresh in de Les. De GGD stelt vast dat er geen regels zijn hoe veel uur slaap een kind nodig heeft of op welk tijdstip een kind naar bed moet. Zij geven aan dat dit per kind verschilt. Indien een kind uitgerust uit bed komt en zich overdag goed kan concentreren dan slaapt een kind voldoende volgens de GGD Nederland. Indien dit niet het geval is moet het kind eerder naar bed om wel uitgerust wakker te worden. Als laatste geeft GGD Nederland het advies om wel vaste tijden af te spreken met kinderen wanneer ze naar bed gaan. Zo weten de kinderen wanneer het bedtijd is en wanneer het te laat is. Hier hechten kinderen volgens GGD Nederland wel waarde aan.
26
Demografische gegevens -
Leeftijd
-
Geslacht
-
Geboorteland pappa
-
Geboorteland mamma
-
Groep
Het afnemen van de vragenlijst duurt ongeveer 15 tot 20 minuten, afhankelijk van de kinderen. De tijd is van te voren gemeten bij de controlegroep en die kwamen op 14 minuten uit. Het afnemen van de vragenlijsten duurt, inclusief een inleiding en afsluiting, 30 tot 35 minuten.
Antwoorden Kennis toets
Vraag 1
Elke ochtend
Vraag 12
Waar
Vraag 2
Volkoren brood en Magere zuivel
Vraag 13
Niet waar
Vraag 3
1 á 2 stukken fruit
Vraag 14
Ontbijt
Vraag 4
Niet waar
Vraag 15
1 uur of langer
Vraag 5
Niet waar
Vraag 16
Niet waar
Vraag 6
Niet waar
Vraag 17
Waar
Vraag 7
Waar
Vraag 18
Niet waar
Vraag 8
Niet waar
Vraag 19
Waar
Vraag 9
Waar
Vraag 20
Niet waar
Vraag 10
Waar
Vraag 21
Waar
Vraag 11
Niet waar
27
BIJLAGE 3 Procesplan afnemen enquêtes -
Stap 1: Mezelf voorstellen als onderzoeker van de gemeente Amsterdam. Uitleggen wat er wordt afgenomen, waar de enquête over gaat, hoe belangrijk dit is en hoe ze de enquête moeten invullen.
-
Stap 2: Uitleggen dat de kinderen mogen beginnen zodra ze de enquête voor zich hebben. Hierna de enquête uitdelen aan de hele klas. Kinderen vervolgens helpen indien zij vragen hebben.
-
Stap 3: Zodra iemand klaar is met de eerste enquête en zijn of haar hand heeft opgestoken diegene de tweede enquête geven en de eerste innemen. Alle eerste ingevulde enquêtes zorgvuldig en compleet opbergen zodat er niets verloren gaat. Doe dit ook zodra de tweede enquêtes ingevuld worden ingeleverd. Bewaar de rust totdat het laatste kind de enquête heeft afgerond.
-
Stap 4: Bedank de kinderen en leraar voor hun medewerking en hulp.
28
BIJLAGE 4 Om de vragenlijst valide en betrouwbaar te maken wordt de ontwikkelde vragenlijst zorgvuldig door meerdere personen gecontroleerd en goedgekeurd. Deze personen zijn:
-
Zippora Abram, inhoudelijk deskundige en beleidsadviseur van Fresh in de Les van Gemeente Amsterdam West;
-
Enrico Kruydenhof, inhoudelijk deskundige en medewerker BPT Veiligheid van Gemeente Amsterdam West;
-
De 10 jarige zoon van Zippora Abram, controlegroep, zijn naam blijft anoniem;
-
Brigit Eckmann, directe stage begeleidster en gediplomeerde voedingsdeskundige;
-
Romena Daniels, medewerker Sport, medeorganisator sport activiteiten Fresh in de Les;
-
Vincent Visser, 4
e
jaar stagiair van de opleiding Toegepaste Psychologie bij Dienst
Maatschappelijk Ontwikkeling (DMO); -
e
Christine Kegel, 4 jaar stagiair van de opleiding Toegepaste Psychologie bij Aanpak Gezond Gewicht bij Gemeente Amsterdam Noord;
-
Vera van der Hoorn, docent op De Gooische Daltonschool in Hilversumse Meent;
-
Vier leerlingen uit groep 6 van De Gooische Daltonschool in Hilversumse Meent, controlegroep, de namen blijven anoniem;
-
Marije Baart de la Faille-Deutekom, afstudeerbegeleidster van de opleiding Sport, Bewegen, Leefstijl en Gezondheid van Inholland Haarlem.
29
BIJLAGE 5 Beste leerling,
Gedrag
Ik vind het erg fijn dat jij deze vragenlijst wilt invullen. Jouw antwoorden zijn heel belangrijk voor mij. Met deze antwoorden kom ik namelijk te weten hoe jouw gedrag er uit ziet op het gebied van eten, drinken, bewegen en slapen. Het invullen van deze vragenlijst kost je ongeveer 8 minuten. De vragenlijst moet anoniem blijven, daarom moet jij je naam niet op deze vragenlijst schrijven. Dat is heel belangrijk. Beantwoord alle vragen door het rondje in te kleuren dat voor jouw antwoord staat. Als jouw antwoord er niet bij staat, vul dan jouw antwoord in bij O. Anders: ………. Als je een vraag hebt, steek dan je vinger op dan word je zo snel mogelijk geholpen! Hier onder staan een paar vragen over jouw eet-, drink-, beweeg- en slaapgedrag. Kleur het rondje voor jouw antwoord in. Zie het voorbeeld.
Bijvoorbeeld
Energiedrank is slecht voor je
. Waar
O. Niet waar
Nu is het jouw beurt! Ga je gang! Voedingsgedrag 1. Wat eet jij meestal in de ochtend? O. Ik eet niet in de ochtend
O. Yoghurt/ melk of kwark
O. Brood/ beschuit/ crackers
O. Fruit, groente, salade
O. Ontbijtkoek, Liga, Sultana
O. Anders:……………………………
2. Wat drink jij meestal in de ochtend? O. Melk
O. Frisdrank
O. Energiedrank
O. Water
O. Fruit sap
O. Anders……………………………
Ga door op de volgende pagina 30
3. Drink jij elke dag water? O. Ja
O. Nee
O. Ik drink alleen water met een smaakje (fris, limonade, energiedrank, fruitsap) 4. Hoe vaak eet jij fruit per week? O. Ik eet geen fruit
O. 1x per week
O. 2x per week
O. 3x per week
O. 4x per week
O. 5x per week
O. 6x per week
O. 7x per week
5. Hoe vaak eet jij vlees, kip of vis met het avondeten? O. Ik eet geen vlees, kip of vis O. Om de dag O. Alleen op schooldagen
O. Alleen in het weekend
O. Elke dag
6. Hoe vaak ontbijt jij per week? O. Ik ontbijt niet
O. 1x per week
O. 2x per week
O. 3x per week
O. 4x per week
O. 5x per week
O. 6x per week
O. 7x per week
7. Als jij brood eet, welk brood eet jij dan het meeste? O. Ik eet geen brood
O. Wit brood
O. Bruin brood
O. Volkoren brood
O. Anders:……………………………..
8. Wat doe jij meestal op brood als je brood eet? O. Hartig
(zoals: Kaas, kipfilet, vleeswaren, vis)
O. Zoet (zoals: Jam, hagelslag, muisjes, honing, suiker) O. Ik neem meestal zowel hartig als zoetig beleg op mijn brood O. Ik eet geen brood, in plaats van brood eet ik:……………………………………… 9. Hoe veel opscheplepels groente neem jij met avondeten? O. Ik eet geen groente O. 5 tot 6 opscheplepels
O. 1 tot 2 opscheplepels
O. 3 tot 4 opscheplepels
O. Ik weet niet hoe veel opscheplepels het zijn Ga door op de volgende pagina
31
10. Hoe vaak drink jij een energiedrankje per week? O. 1x per week
O. 2x per week
O. 3x per week
O. 5x per week
O. 6x per week
O. 7x per week
O. Vaker dan 7x per week
O. 4x per week
O. Ik drink geen energiedrankjes
11. Heb jij nog wat te vertellen over eten en drinken? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Beweeggedrag 12. Sport jij bij een sportvereniging? O. Ja
O. Nee
13. Beweeg, sport, ren, spring en speel jij elke dag 1 uur of meer per dag? O. Ja
O. Nee
14. Heb jij nog wat te vertellen over sporten en bewegen? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
Ga door op de volgende pagina
32
Slaapgedrag 15. Hoe laat in de avond ga jij meestal naar bed? O. Rond zeven uur
O. Rond half acht
O. Rond acht uur
O. Rond half negen
O. Rond negen uur
O. Rond half tien
O. Rond tien uur
O. Rond half elf
O. Rond zeven uur
O. Rond half acht
O. Ik ga meestal na elf uur naar bed 16. Hoe laat word jij meestal wakker in de ochtend? O. Rond zes uur
O. Rond half zeven
O. Rond acht uur
O. Later dan acht uur
17. Hoe vaak word jij wakker tijdens het slapen per nacht? O. Ik slaap altijd in 1 stuk door
O. Meestal 1x per nacht
O. Meestal 2x per nacht
O. Meestal 3x per nacht
O. Meestal vaker dan 3x per nacht 18. Heb jij nog wat te vertellen over het slapen? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
Dit is het einde van deze vragenlijst, steek je hand op om de laatste lijst met vragen te krijgen van de leraar of lerares
33
Beste leerling,
Kennis
Ik vind het erg fijn dat jij deze vragenlijst wilt invullen. Jouw antwoorden zijn heel belangrijk voor mij. Met deze antwoorden kom ik namelijk te weten wat jij af weet van voeding, beweging en slaap. Het invullen van deze vragenlijst kost je ongeveer 8 minuten. De vragenlijst moet anoniem blijven, daarom moet jij je naam niet op deze vragenlijst schrijven. Dat is heel belangrijk. Beantwoord alle vragen door het rondje in te kleuren dat voor jouw antwoord staat. Als jouw antwoord er niet bij staat, vul dan jouw antwoord in bij O. Anders: ………. Als je een vraag hebt, steek dan je vinger op dan word je zo snel mogelijk geholpen! Hier onder staan een paar kennisvragen over voeding, bewegen en slaap. Probeer zelf deze vragen zo goed mogelijk in te vullen.
Bijvoorbeeld
Lachen is gezond voor je
. Waar
O. Niet waar
Nu is het jouw beurt! Ga je gang! Voeding 1. Hoe vaak moet je ontbijten per week? O. Je hoeft geen ontbijt te eten
O. 1x per week
O. 2x per week
O. 3x per week
O. 4x per week
O. 5x per week
O. 6x per week
O. Elke ochtend
2. Welke 2 antwoorden zijn het gezondste om als ontbijt te eten? O. Saucijzenbroodjes
O. Wit brood
O. Croissantjes
O. Bruin brood
O. Volle yoghurt, melk of kwark
O. Koek en cake
O. Volkoren brood
O. Magere yoghurt, melk of kwark
Ga door op de volgende pagina 34
3. Hoe veel stukken fruit eten op een dag is gezond? O. Het hoeft niet elke dag
O. 1 á 2 stukken fruit
O. 3 á 4 stukken fruit
O. Meer dan 4 stukken fruit, zo veel mogelijk 4. Het is ongezond om in totaal 7 eetmomenten te hebben op een dag O. Waar
O. Niet waar
5. Om de dag groente eten is gezond O. Waar
O. Niet waar
6. Bruin brood eten is gezonder dan volkoren brood eten O. Waar
O. Niet waar
7. Altijd wat anders eten is gezonder dan altijd hetzelfde eten O. Waar
O. Niet waar
8. Het is gezond om veel zout in je eten te doen O. Waar
O. Niet waar
9. Vette vis eten is goed voor de gezondheid O. Waar
O. Niet waar
10. Het is gezond om elke dag fruit te eten O. Waar
O. Niet waar
11. Het is ongezond om 2x per week vette vis te eten O. Waar
O. Niet waar
12. Het is gezond om 1 tot 1,5 liter water per dag te drinken O. Waar
O. Niet waar
13. Het is gezond om elke dag 1 glas frisdrank te drinken O. Waar
O. Niet waar Ga door op de volgende pagina
35
14. Wat is de belangrijkste maaltijd op een dag? O. Ontbijt
O. Ochtend tussendoortje
O. Lunch
O. Middag tussendoortje
O. Avond eten
O. Avond tussendoortje
O. Al deze eetmomenten zijn even belangrijk Bewegen 15. Het is gezond om: O. Elke dag een half uur te bewegen, spelen en sporten O. Elke dag minder dan een uur te bewegen, spelen en sporten O. Elke dag een uur of langer bewegen, spelen en sporten 16. Sporten bij een sportvereniging is niet goed voor de gezondheid O. Waar
O. Niet waar
17. Elke dag spelen en bewegen is gezonder dan 1x per week sporten bij een sportclub O. Waar
O. Niet waar
18. De energie die je krijgt van een Chocoreep verbruikt je lichaam sneller met fietsen dan met roeien O. Waar
O. Niet waar
19. De energie die je krijgt van een Turkse pizza verbruikt je lichaam sneller met roeien dan met fietsen O. Waar
O. Niet waar
Slapen 20. Moeite hebben met opstaan en nog moe zijn in de ochtend is normaal O. Waar
O. Niet waar
21. Kinderen van 10 jaar hebben 10 uur slaap nodig O. Waar
O. Niet waar Ga door op de volgende pagina 36
Gegevens 19. Hoe oud ben jij? O. 8 jaar
O. 9 jaar
O. 10 jaar
O. 11 jaar
O. 12 jaar
20. Ik ben een: O. Meisje
O. Jongen
21. In welk land is jouw vader geboren? O. Nederland
O. Marokko
O. Turkije
O. Suriname
O. Ik weet het niet
O. Anders:………………………………………
22. In welk land is jouw moeder geboren? O. Nederland
O. Marokko
O. Turkije
O. Suriname
O. Ik weet het niet
O. Anders:………………………………………
23. Ik zit in groep: O. Ik zit in groep 6
O. Ik zit in groep 7
Heel erg bedankt voor het invullen van deze vragenlijst! Je bent nu klaar. Geef deze lijst terug en ga maar weer rustig op je plek zitten!
Tot ziens!
37
BIJLAGE 6 Hieronder staan de cijfers van tien jarige kinderen in de wijk Bos en Lommer die kampen met overgewicht en obesitas per geslacht en etniciteit. Geslacht
Etniciteit
38