Een kijkje in unit 3 Hoe ziet een dag er uit in unit 3? 08.30 uur 09.00 uur 10.00 uur 11.15 uur 11.30 uur 12.30 uur 13.00 uur 14.00 uur 14.30 uur 15.00 uur 16.00 uur 17.00 uur 18.00 uur
lezen (coaching) rekenen/ basisvaardigheden onderzoek stamgroep rekenen/ basisvaardigheden buiten onderzoek stamgroep schaduw stamgroep workshop ronde 1 workshop ronde 2 workshop ronde 3 opruimen en afsluiten
Binnenkomst Voor 08.30 uur: Vanaf 8.15 uur komen de kinderen de unit binnen druppelen. We geven ieder kind persoonlijk een hand, zodat de kinderen zich welkom voelen in de unit. Bij iedere stamgroep staat een mand, waarin de kinderen hun eten en drinken in kunnen doen. Veel kinderen hebben bij binnenkomst al een idee wat zij later op de dag tijdens ‘onderzoek’ willen gaan doen en hangen alvast hun ‘zachte kaartje’ bij de ruimte van hun keuze. Ze kunnen kiezen uit de volgende ruimtes: bibliotheek, atelier, wereldwerkplaats en de workshopruimte. Om 08.30 uur sluit de deur van de unit. Vanaf dat moment gaan we beginnen. Wij maken melding van kinderen die te laat zijn. De kinderen blijven in de unit. Als zij de unit willen verlaten, hebben zij toestemming nodig van 1 van de coaches. Lezen 08.30 uur: Iedere ochtend is er stillezen. De kinderen lezen in hun eigen stamgroep. Daar lezen zij 25 minuten. De belangrijkste doelen van het lezen zijn: • De kinderen ervaren het plezier van lezen. • De kinderen leren vlot en vloeiend lezen. Coaching Tijdens het stillezen vindt individuele coaching plaats. Eén van de leerlingen heeft een gesprek met zijn eigen coach. Samen wordt gekeken naar het werk van het kind. Er wordt samen gevierd welke doelen zijn behaald. Er worden samen nieuwe plannen gemaakt en er wordt afgesproken op welke wijze de leerling steun ontvangt.
Rekenclub/basisvaardighedenclub 09.00 uur tot 10.00 uur én 11.30 uur tot 12.30 uur Voor rekenen en basisvaardigheden hebben we de unit in 4 groepen verdeeld: Twee groepen starten met rekenen. Twee groepen starten met basisvaardigheden. a. Rekenclub: Alle rekenclubs worden gegeven door Arno, Andrea en Margje. Zij zijn de rekenspecialisten. We werken net als de rest van de school met de rekenmethode: ‘Alles telt’. De kinderen werken zoveel mogelijk op hun eigen niveau. Dat betekent dat zij werken in het boek dat aansluit bij hun rekenvaardigheid. De methode ‘Alles telt’ kent net als veel andere rekenmethodes: instructielessen en verwerkingslessen. Tijdens de instructielessen wordt nieuwe lesstof aangeboden. Tijdens de verwerkingslessen hebben de kinderen de gelegenheid om zelfstandig met de nieuwe instructie te oefenen. Kinderen die moeite hebben met de instructie krijgen tijdens de les extra instructie. De kinderen die meer uitdaging nodig hebben, maken moeilijkere opgaven. Er wordt gewerkt in rekenboeken en werkschriften. We leren de kinderen aan om hun eigen werk na te kijken. Daarmee krijgen ze inzicht in hun eigen vaardigheden. Iedere 5de les van de methode is een herhalingsles. Deze lessen maken de kinderen individueel. Deze lessen geeft de leerkracht extra informatie over de rekenvaardigheden van de kinderen. Ieder blok (van 25 lessen) wordt afgesloten met een toets. b. Basisvaardighedenclub: Onder basisvaardigheden verstaan wij: spelling, begrijpend lezen en (een beetje) rekenen. De basisvaardighedenclubs worden gegeven door Suzanne en Vivian. Zij zijn de taalspecialisten. Spelling: Iedere week staat er een spellingscategorie centraal. De spellingsafspraken worden op het niveau aangeboden, waarop het kind werkt. Aan het begin van de week krijgen de kinderen instructie over de afspraak spellingscategorie van de week. In de loop van de week wordt er op verschillende manieren geoefend met woorden, die horen bij deze spellingscategorie. (bijv: spellingscategorie: ei/ij: konijn, weide, steiger, bereiken). Dat oefenen gebeurt op veel verschillende manieren. Een paar voorbeelden hiervan: • Spellingsbladen uit de methode: Woordbouw • Een selectie uit verschillende spellingsbladen • Wordle (een ‘woordenwolk’ met hulp van de computer) • Bloon (een programma op internet, waarmee je woorden kunt inslijpen) • In 2 tallen een dictee afnemen • Spellingspuzzels Daarnaast maken alle kinderen wekelijks een toepassingsopdracht. Zij krijgen de opdracht een verhaal te schrijven, waarbij zij de aangeleerde spellingsafspraak dienen toe te passen. We proberen deze opdracht zoveel mogelijk te koppelen aan onderwerpen, die bij de kinderen leven. (bijv: het kampverhaal)
Alle kinderen hebben een eigen spellingsboekje. Dat spellingboekje wordt tijdens de spellingclub samen met de kinderen gevuld met uitleg over een spellingcategorie en door de kinderen geproduceerde producten uit de toepassingsopdrachten. Het spellingsboekje is tevens een opzoekboekje. Aan het eind van de week maken de kinderen een dictee, waaruit blijkt in welke mate zij de spellingsafspraak beheersen. De oudere kinderen en de kinderen die er eerder aan toe zijn krijgen naast bovenstaande spellingsinstructie ook instructies en verwerkingsstof van de werkwoordregels. Ook hiervoor gebruiken we de methode: ‘Woordbouw’ als ondersteuning. Begrijpend lezen Wij werken bij begrijpend lezen met de methode: “Nieuwsbegrip”. Iedere week lezen de kinderen een tekst, die aansluit bij de actualiteit. Belangrijk doel van begrijpend lezen is dat kinderen de teksten die zij lezen goed begrijpen. Bij begrijpend lezen leren de kinderen hoofd- en bijzaken te onderscheiden. Tijdens de clubs is er veel aandacht voor: een goede leeshouding, uitbreiding van de woordenschat en aanleren en oefenen van leesstrategieën. De methode: “Nieuwsbegrip” bevat ook computerlessen. Iedere week maken de kinderen op de computer 1 les van “NieuwsbegripXL”. Rekenen Tijdens de club “basisvaardigheden” wordt er ook geoefend met rekenen. De kinderen trainen met basale rekenvaardigheden als optel-, aftrek-, keer- en deelsommen. Daarmee vergroten zij hun rekensnelheid. De kinderen maken hierbij onder meer gebruik van het computerprogramma: “Rekentuin”.
Onderzoek 10.00 uur tot 11.15 uur én 13.00 uur tot 14.00 uur Alle basisvaardigheden Tijdens onderzoek maken de kinderen een keuze tussen de onderstaande mogelijkheden: A. B. C. D. E.
Werken aan je onderzoeksvraag Werken in hoeken Werken aan een prestatie Volgen van een workshop Werken aan eigen plan
In de ochtend hebben de kinderen al met hun ‘zachte kaartje’ gekozen voor een ruimte. Bij aanvang van het onderzoekmoment kiezen de kinderen met hun ‘harde kaartje’ voor hoek/plaats waar zij aan het werk gaan.
Ruimte: Wereldwerkplaats
Mogelijkheden: Hoeken: Wetenschapshoek, Wereldhoek, Biologiehoek, Multimediahoek, Engelse hoek, Geschiedenishoek, Techniekhoek, Bouwhoek. Werken aan je onderzoeksvraag, prestatie en eigen plan Hoeken: Tekenhoek, Schilderhoek, 3D hoek, Schrijfhoek, Grafische hoek, Wenshoek.
Atelier
Werken aan je onderzoeksvraag, prestatie en eigen plan In de bieb wordt fluisterend gewerkt.
Bieb Workshopruimte
Werken aan je onderzoeksvraag, prestatie en eigen plan In de workshopruimte vinden workshops plaats voor grote groepen. Daarnaast zijn er een aantal hoeken in ontwikkeling die in de workshopruimte zullen komen. Werken aan je onderzoeksvraag, prestatie en eigen plan
A. Werken aan een onderzoeksvraag Wij werken op school met de 8 kernconcepten van het KPC (landelijk onderwijs adviesbureau). Jaarlijks worden er 4 kernconcepten behandeld. Binnen 1 kernconcept vallen verschillende onderwijsgebieden. Een periode waarin 1 kernconcept centraal staat, duurt ongeveer 8 weken. Wij hebben deze periode als volgt ingedeeld: Eerste week
Week 2, 3 en 4
Week 5, 6 en 7
Week 8
Kennismaking met het nieuwe kernconcept. Er worden veel verschillende workshops gegeven rondom het kernconcept, zodat de kinderen beelden krijgen bij het kernconcept. Aan het eind van de week hebben de kinderen een indruk gekregen van het kernconcept. Zij formuleren in groepjes (van maximaal 4 kinderen) een onderzoeksvraag De eerste helft van alle kinderen in de unit gaan met hun onderzoeksvraag aan de slag. Ieder groepje wordt begeleid door een coach. Een coach begeleidt ongeveer 3 groepjes per periode. De tweede helft van alle kinderen in de unit gaan met hun onderzoeksvraag aan de slag. Ieder groepje wordt begeleid door een coach. Een coach begeleidt ongeveer 3 groepjes per periode. Presenteren aan elkaar
Tijdens het werken aan de onderzoeksvraag geven begeleidt iedere coach een groepje kinderen. De coach stelt vragen, controleert, stuurt bij en geeft de kinderen inzicht in de verschillende fases van een onderzoek. De verschillende fases die wij de kinderen leren zijn:
Wauw; hier wil ik meer van weten De vraag; dit is wat ik precies wil weten Bronnen; ik ga op zoek naar informatie Verzamelen; ik schrijf op wat ik allemaal ontdek Verwerken; ik heb iets geleerd, daar maak ik nu een prachtige presentatie van Presentatie; ik laat aan andere zien wat ik heb geleerd B. Werken in hoeken In het atelier en de workshopruimte zijn hoeken ingericht. Met behulp van hun ‘harde kaartje’ kiezen de kinderen 1 van de vele hoeken. In de hoeken staan mappen met opdrachten. Deze opdrachten zijn ingedeeld op 3 niveaus. De kinderen werken aan 1 van de opdrachten. Iedere opdracht bevat lees- en/of schrijfopdrachten. Tijdens het werken in de hoeken worden de kinderen begeleid door de coach uit de hoekenruimte. Als de kinderen klaar zijn met hun werk leveren zij hun werk in bij hun stamgroepcoach. C. Werken aan een prestatie De kinderen kunnen deelnemen aan een prestatie. Een prestatie is een echte opdracht. Bijvoorbeeld: Deelnemen aan het kinderpersbureau, kinderen uit de onderbouw begeleiden, jonge kinderen helpen met tuinieren in de moestuin. Een prestatie heeft altijd een opdrachtgever. Kinderen die willen deelnemen aan een prestatie dienen daarvoor te solliciteren met een echte sollicitatiebrief en een waar sollicitatiegesprek. Aan het eind van de prestatie schrijven de kinderen ook een verslag van de activiteiten die ze hebben gedaan. D. Volgen van een workshop Iedere week worden er workshops aangeboden. In de workshops doen de kinderen nieuwe kennis en vaardigheden op. De kinderen kiezen zelf aan welke workshops zij deelnemen. De coach van de kinderen heeft een belangrijke rol bij de keuzes die de kinderen maken. De coach stimuleert, motiveert de kinderen. Ook komt het voor dat de coach een keus maakt voor de kinderen. E. Werken aan een eigen plan Kinderen kunnen ook werken aan een eigen plan. Daarvoor vullen zij een formulier in. Op dat formulier staat wat zij willen gaan doen en wat ze willen leren. De eigen coach dient eerst toestemming te geven alvorens zij met dit plan kunnen starten. De coach beoordeelt of het ‘eigen plan’ in dienst staat van de ontwikkeling van het kind. De stamgroepcoach kijkt ook de eigen plannen na.
Stamgroep 11.15 uur tot 11.30 uur en 14.00 uur tot 14.30 uur
11.15 uur Op dit moment van de dag zitten de kinderen met hun stamgroep bij hun eigen coach. De kinderen gaan met elkaar in gesprek. Wat heb je vanmorgen geleerd? Welke keuzes ga je maken voor de rest van de dag? Daarbij maken zij opnieuw gebruik van hun ‘zachte kaartje’. Ook worden verjaardagen op dit moment gevierd. 14.00 uur Aan het eind van de dag vertellen de kinderen waar ze vandaag aan hebben gewerkt en wat ze vandaag allemaal hebben geleerd. Zo kunnen klasgenoten elkaar inspireren en op ideeën brengen. Op deze momenten leren we de kinderen over leer- en ontwikkelingslijnen. Voorlezen van de coach gebeurt ook op dit moment. Buitenspelen 12.30 uur – 13.00 uur Om 12.30 uur gaan we gezamenlijk naar buiten. We spelen altijd in het Theo van Goghpark. Schaduwstamgroep 14.30 uur De kinderen die blijven voor de lange dag gaan met elkaar een cracker eten en drinken. Met de schaduwcoach worden er plannen gemaakt voor de middag. Workshopsrondes 15.00 uur, 16.00 uur en 17.00 uur Kinderen maken een keuze uit de workshops die op de middagen worden georganiseerd. Gymmen Tweemaal per week hebben alle kinderen gym. De gymlessen vinden plaats in de gymzaal. De lessen worden gegeven door Moniek. Alle gymlessen vallen in de middag. De rest van de groep heeft dan onderzoek. Veel gestelde vragen: In de unit lopen veel mensen rond. Weten de kinderen bij wie ze terecht kunnen met hun opmerkingen/vragen? Kinderen kiezen voor een ruimte in de unit. In de ruimte is altijd een coach aanwezig die de kinderen begeleid in de hoeken en/of hun onderzoek. Kinderen kunnen met hun vragen en opmerkingen altijd terecht bij de coach, die op dat moment in de ruimte staat. Hoe laat en waar eten de kinderen? De kinderen gebruiken hun tussendoortje en lunch tussen 10.00 uur en 14.00 uur. Zij eten en drinken in de unit. We hebben afgesproken dat zij hun werk dan aan de kant schuiven. Tijdens een instructie mag er niet gegeten worden. Hoe worden kinderen begeleid bij keuzes maken? Vooral tijdens ‘onderzoek’ hebben kinderen veel te kiezen. Dat is een belangrijk uitgangspunt binnen ‘Natuurlijk leren’. De keuzes worden gemaakt in de stamgroep. Iedere ochtend vragen de stamgroepcoaches aan de kinderen welke keuzes zij ‘vandaag’ gaan
maken. Bij aanvang van ieder onderzoekmoment vraagt de coach die op dat moment in de ruimte staat, nogmaals wat de kinderen precies gaan doen. De stamgroepcoaches weten waar de kinderen mee bezig zijn en helpen de kinderen met kiezen, door hen te motiveren en te stimuleren voor een bepaalde keuze. Het komt ook voor dat de stamgroepcoach de keuze maakt in het belang van het kind. Hoe worden de vakgebieden: aardrijkskunde, geschiedenis en biologie vormgegeven binnen het Natuurlijk leren? Bij de voorbereiding van onze thema’s maken we gebruik van 8 kernconcepten (KPC). Elk kernconcept maakt deel uit van een serie, die gezamenlijk de kerndoelen op het gebied van Oriëntatie op jezelf en de wereld dekken. De volgende kernconcepten worden onderscheiden: 1. macht en regels, 2. materie, 3. communicatie, 4. groei en leven, 5. binding, 6. energie, 7. tijd en ruimte, 8. evenwicht en kringloop. Een schooljaar is verdeeld in 5 periodes, waarin 4 van bovenstaande kernconcepten aan bod komen. Vooraf bespreken we in de unit welke doelen in de komende periode centraal komen te staan. Tijdens het werken met het kernconcept bieden we veel workshops aan, zodat de kinderen veel verschillende beelden krijgen en een ruim wereldbeeld kunnen ontwikkelen. De vakgebieden aardrijkskunde, geschiedenis en biologie zijn binnen de kernconcepten vertegenwoordigd. Verdere verdieping vindt plaats doordat de kinderen aan de slag gaan met een onderwerp waar ze door geboeid zijn geraakt. Ze leren om een onderzoeksvraag te formuleren en op onderzoek uit te gaan. Aan het eind van een periode presenteren de kinderen hun werk aan elkaar. Daarmee worden de beelden rondom het kernconcept nog verder verreikt. Tijdens het werken in de hoeken is er voor de kinderen ook altijd gelegenheid om te kiezen voor biologie in de natuurhoek, aardrijkskunde in de wereldhoek en geschiedenis in de geschiedenishoek. En Engels? Iedere week zal er een Engelse workshop worden gegeven. Alle kinderen van de unit kunnen zich daarvoor inschrijven. Tijdens de workshops zal er veel aandacht zijn voor (durven en kunnen) spreken van en luisteren naar Engels. Er is ook een Engelse hoek (English corner). Daar kunnen de kinderen zelfstandig oefenen aan Engelse vaardigheden. We hopen dat u een voldoende beeld heeft gekregen van de dagindeling van unit 3. Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u uiteraard altijd bij ons terecht. Het UNIT 3 - team