Jaarverslag
2013
Inhoudsopgave 03 Een jaar van transitie 04 Raad van Toezicht, interview Karina Schilte 06 Functies & nevenfuncties leden Raad van Toezicht & en College van Bestuur van de Almeerse Scholen Groep 08 Overzicht belangrijkste besluiten van de RvT in 2013 09 Commissieoverzicht leden Raad van Toezicht Almeerse Scholen Groep 2013 10 College van Bestuur, interview Ingrid Verheggen en Herbert Griffioen 13 Almeerse Scholen Groep in vogelvlucht 15 Ontwikkelingen Voor- en Vroeg schoolse Educatie 17 Kwaliteitszorg Primair Onderwijs 19 Kwaliteitszorg Voortgezet Onderwijs 20 Organogram, Entrada 21 GMR PO, interview Tineke van der Meijden 22 BBMR VO, interview Simone Kamman 24 Overzicht instemming - en advies GMR PO en BBMR VO 2013 25 Personeel & Organisatie, interview Tom van den Boogaard 27 Kengetallen personeel 28 Verzuim 29 Leerlingaantallen 30 ASG Mobiliteit Schooljaar 2012 -2013 31 ASG Academie in cijfers 2013 32 Financiën 38 ASG (inclusief Nieuwe Wijken): balans per 31 december 2013 (na resultaatbestemming) 39 ASG: staat van baten en lasten over 2013 40 ABVO Flevoland: balans per 31 december 2013 (na resultaatbestemming) 41 ABVO Flevoland: staat van baten en lasten over 2013 42 Entrada: balans per 31 december 2013 (na resultaatbestemming) 43 Entrada: staat van baten en lasten over 2013
Jaarverslag Almeerse Scholen Groep 2013
Een jaar van transitie De Almeerse Scholen Groep legt met haar jaarverslag verantwoording af voor haar activiteiten voor het Almeerse onderwijs in 2013; een jaar van transitie. Medewerkers van de 50 scholen voor basisen voortgezet onderwijs hebben zich in 2013 onverminderd ingezet voor de verdere verbe tering van de onderwijskwaliteit. Dit resulteerde in minder zwakke scholen en borging van de behaalde kwaliteit. Een goed resultaat, dat werd behaald met vanuit het Rijk nog steeds beperkte middelen voor onderwijs. De gemeente Almere heeft ook in 2013 laten zien dat goed onderwijs cruciaal is voor de ontwikkeling van de stad. Met extra middelen vanuit de Gemeente en door een goede samenwerking met de betrokken partners heeft het onderwijs zich verder kunnen verbeteren.
Transitie
2013 was een jaar van transitie. Van werken aan de verbetering van de onderwijskwaliteit, naar optimalisatie en borging van die kwaliteit. Met een toekomstbestendig huishoudboekje.
3
Interview Karina Schilte
Raad van Toezicht De Raad van Toezicht van de Almeerse Scholen Groep (ASG) houdt toezicht op het functioneren van het College van Bestuur, fungeert als klankbord, adviseert en steunt.
Ondanks bezuinigingen moet de kwaliteit van het onderwijs goed zijn, is de mening van de Raad van Toezicht (RvT) van de Almeerse Scholen Groep (ASG). Dit werd ook gedeeld door het nieuwe College van Bestuur, dat hard werkte aan de borging van onderwijskwaliteit.
Daarmee ontstond vervolgens de vacature voor een lid van het College van Bestuur. Karina: “Hiervoor zochten we een goed bestuurder met kennis van onderwijs en financieel economisch inzicht. Een extern bureau heeft deze zoektocht voor ons gedaan en uit de selectieprocedure is Herbert Griffioen naar voren gekomen. Hij is per 1 mei bij de ASG gestart. We hebben het volste vertrouwen in het nieuwe College van Bestuur.” Ook in de Raad van Toezicht ontstonden vacatures. Hans Amman vertrok, waardoor de financieel economische portefeuille vacant kwam, evenals de posities van voorzitter van de auditcommissie en van vicevoorzitter, die Hans Amman allemaal vervulde. Karina: “Voor de financieel economische portefeuille evenals de positie van voorzitter van de auditcommissie is Douwe Lodewijk voorgedragen. Voor de positie van vicevoorzitter is Edwin Schip pers benoemd.” André Hoedt vertrok ook, waardoor ook de juridische portefeuille vacant werd, Nathalie Lopez Cardozo vervult deze nu. Karina: “In juli heeft de Raad van Toezicht de nieuwe commissa rissen benoemd onder voorbehoud van toestemming van de gemeente. In september zijn de commissa rissen voorgedragen bij de gemeente. Inmiddels zijn beide aspirant-leden benoemd.“
De Raad van Toezicht was het afgelopen jaar ver heugd te zien dat het College van Bestuur ondanks alle bedrijfsperikelen erin is geslaagd het aantal zwakke scholen nog verder terug te dringen; van 5 in 2012 naar 1 in 2013. Voorzitter Karina Schilte: “Hoewel er veel aandacht moest worden geschonken aan de financiële situatie, is de ASG gestaag door gegaan met werken aan kwaliteit en de borging daarvan. Dat is een compliment waard.”
Wisselingen van de wacht De RvT had afgelopen jaar te maken met verschil lende wisselingen van de wacht bij de ASG. Karina: “We hebben een mooi afscheid gehad van John van der Vegt, die we veel succes wensen als voorzitter van het College van Bestuur bij een MBO in Twente. Door zijn vertrek kwam de positie van voorzitter van het College van Bestuur van de ASG vacant. De Raad van Toezicht wilde onderzoeken of Ingrid Verheggen, reeds lid van het College van Bestuur, een geschikte kandidaat was. Ondanks de zorgwek kende financiële situatie, gaat het bij de ASG uit eindelijk over onderwijs, de inhoud, kwaliteit en ontwikkeling daarvan. Vandaar dat we Ingrid, die een zeer gedegen kennis van en ervaring met het onderwijs heeft, als optie wilde onderzoeken. Na diverse gesprekken binnen de organisatie, waarbij duidelijk werd dat er een groot draagvlak was, is Ingrid per 1 februari 2013 benoemd.”
Werken met beschikbaar budget In 2013 heeft de Raad van Toezicht en met name de auditcommissie weer bovenop de financiën van de ASG gezeten. “Hoewel we begrip hebben voor de gevolgen van de opgelegde bezuinigingen, die onder meer leidden tot grotere groepen en een hogere werkdruk, is de Raad van Toezicht van mening dat het werk gedaan moet worden met het beschikbare budget. De auditcommissie heeft de accountant
4
verzocht de kwartaalrapportages te toetsen op validiteit, zodat we doorlopend een goed beeld hebben van de situatie. Daarnaast hebben we de suggestie gedaan aan het College van Bestuur om met een externe deskundige de financiële processen beter te borgen. Alhoewel er nog stappen genomen moeten worden, hebben we er vertrouwen in dat er grip komt op de processen enerzijds en de bedrijfs cultuur op dit gebied anderzijds. We verwachten dat de financiën in 2014 op orde komen.”
Veel activiteiten En dan waren er nog allerlei andere activiteiten voor de Raad van Toezicht in 2013. Karina: “Zoals ieder jaar hebben we voor iedere vergadering van de RvT een school bezocht en een introductie gekregen evenals een rondleiding. Verder hebben we een presentatie gehad over het nieuwe intranet ASG Wijzer. Dit vinden wij een veelbelovend communi catiemiddel en een grote verbetering van de interne communicatie binnen de Almeerse Scholen Groep. De RvT heeft ook verzocht een plek op het intranet te krijgen. Ook hebben we een gesprek gehad met de clusterdirecteuren van de ASG, waarin er open is gediscussieerd over de huidige onderwijsproblemen en uitdagingen. Tot slot hebben we in de tweede helft van 2013 een zelfevaluatie gehouden, aan de hand van een geanonimiseerde vragenlijst. Ook heeft het College van Bestuur input gegeven over het functioneren van de RvT. Uit de zelfevaluatie is een actiepuntenlijst voortgekomen die in 2014 wordt geëffectueerd. Een voorbeeld is dat we het belangrijk vinden dat alle leden van de RvT in een goede onderlinge verstandhouding actief kunnen bijdragen aan inhoudelijk goede discussies over thema’s die de ASG aangaan.“
5
6
VP High Tech Transactional Services, Atos
de heer drs. R. Hatzmann MBI, Riekus
Directie Expertisecentrum Flexwonen voor Arbeidsmigranten/ Mede-eigenaar Huiswerk Advies & Projecten Adviseur Gezondheidszorg PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. Directeur Change Web
de heer W.H. Reedijk, Wim
de heer drs. ing. M.E.V. Schippers MMC CMC, Edwin
Mevrouw J.C. Roelofs
Directie Expertisecentrum Flexwonen voor Arbeidsmigranten/ Mede-eigenaar Huiswerk Advies & Projecten
Lid College van Bestuur Universiteit Utrecht
de heer prof. dr. H.J. Amman, Hans (vice-voorzitter)
• Voorzitter bestuur Rode Kruis district Utrecht
n.v.t.
• Bestuurslid Stichting Woonkwaliteit • Voorzitter Gradus Hendriks Stichting • Lid Raad van Advies SKW-certificatie • Lid Raad van Commissarissen SKG-IKOB B.V.
• Raad van Toezicht DeNieuweBibliotheek, Almere • Raad van Advies Edge BV • Penningmeester Vereniging Botterbehoud Nederland • Partner bij Van de Geijn Partners • Voorzitter Golfclub Spandersbosch
• Lid College van Bestuur, Universiteit Utrecht • Hoogleraar Economie, Universiteit Utrecht • Penningmeester Stichting Pica • Hoofdredacteur van het wetenschappelijk tijdschrift Computational Economics, Springer
n.v.t.
Directeur bedrijfsvoering gerechtshof Leeuwarden
de heer A.R. Hoedt, André
Belangrijke nevenfuncties • Lid Raad van Commissarissen Woningcorporatie Pré Wonen Velserbroek • Lid Nationaal Bestuur de Zonnebloem Breda • Voorzitter stichting Haarlemse opera • Lid bestuur vereniging PSO koepel voor ontwikkelings-samenwerking Den Haag
Functie
mevrouw C.P.M. Schilte, Karina (voorzitter)
Naam
Personalia Raad van Toezicht
Functies & nevenfuncties leden Raad van Toezicht & College van Bestuur van de Almeerse Scholen Groep
7
Voorzitter College van Bestuur Almeerse Scholen Groep Lid College van Bestuur Almeerse Scholen Groep
Mevrouw drs. I. Verheggen, Ingrid
De heer H. Griffioen
Personalia College van Bestuur
n.v.t.
• Stichting School en Veiligheid: voorzitter Raad van Toezicht • PO-Raad: lid Algemeen Bestuur • Bonte Hond: lid van Bestuur
Overzicht belangrijkste besluiten van de RvT in 2013 Genomen op
Besluiten Raad van Toezicht 2013
08-02-2013
1. De notitie Positionering, rol en taken Raad van Toezicht, inclusief profielschets wordt goedgekeurd en vastgesteld.
27-02-2013
2. Op 27 februari 2013 besloot de Raad van Toezicht unaniem de voordracht van de selectiecommissie over te nemen en de heer Griffioen te benoemen als lid van het College van Bestuur van de Almeerse Scholen Groep. De heer Griffioen zal per 1 mei 2013 in dienst treden.
12-04-2013
3. Besloten wordt om een externe reality check op de meerjarenonderhouds-plannen te laten uitvoeren.
31-05-2013
4. De Jaarrekening 2012 wordt tijdens de RvT- vergadering van 31 mei 2013 goedgekeurd. Het goedkeuringsbesluit wordt tijdens deze vergadering door de leden van de Raad van Toezicht ondertekend en wordt door het College van Bestuur ter vaststelling ondertekend.
06-12-2013
5. De Raad van Toezicht gaat, unaniem, akkoord met de benoeming van Edwin Schip pers als vicevoorzitter.
06-12-2013
6. De Raad van Toezicht gaat akkoord met het rooster van aftreden.
06-12-2013
7. De Raad van Toezicht gaat akkoord met de managementcontracten van het College van Bestuur.
8
Commissieoverzicht leden Raad van Toezicht Almeerse Scholen Groep 2013 Naam
Functie
Commissie
mevrouw C.P.M. Schilte, Karina
Voorzitter
Remuneratiecommissie
de heer prof. dr. H.J. Amman, Hans
Vicevoorzitter
Auditcommissie Financiën
de heer A.R. Hoedt, André
Lid
Juridische Zaken
de heer drs. R. Hatzmann MBI, Riekus
Lid
Auditcommissie Financiën
de heer W.H. Reedijk, Wim
Lid
Commissie Kwaliteit & Governance
de heer drs. ing. M.E.V. Schippers MMC CMC, Edwin Lid
Commissie Kwaliteit & Governance
Mevrouw J.C. Roelofs, José
Remuneratiecommissie (per 5 september 2013)
Lid
9
Interview Ingrid Verheggen en Herbert Griffioen
College van Bestuur Het College van Bestuur (CvB) heeft de dagelijkse leiding over de Almeerse Scholen Groep (ASG) en bestaat uit Ingrid Verheggen, voorzitter en Herbert Griffioen, lid.
Lange adem
Voor de Almeerse Scholen Groep was 2013 een jaar van transitie. Van streven naar een basisonderwijskwaliteit in voorgaande jaren, werd nu de borging hiervan belangrijk en ontstond er ruimte om te kijken wat er op schoolniveau nog meer kan.
Op het gebied van kwaliteit kijkt het CvB verder dan de onderwijsinspectie. Ingrid: “De nadruk in het onderwijs in Nederland is erg komen te liggen op taal en rekenen, vooral dat wordt gemeten. Het risico daarvan is dat vaardigheden als weer baarheid, zelfvertrouwen en doorzettingsvermogen ondergeschoven kindjes worden. En dat kinderen hun talenten op andere vlakken niet kunnen ontdekken en ontwikkelen en het plezier in leren verdwijnt. Het kost leerkrachten ook veel tijd om op het gebied van rekenen en taal handelingsplan nen te schrijven en vorderingen vast te leggen. Het is goed dat de onderwijsinspectie goed oplet, maar in onze ogen is het doorgeslagen. Bovendien bete kent te weinig vordering bij een leerling niet per definitie dat dit aan de leskwaliteit ligt. Sterker nog: de kwaliteit van onze lessen is voldoende, maar het vergt soms een lange adem om hier de vruchten van te plukken en soms zijn er externe factoren die dit in de weg zitten.”
De afgelopen jaren heeft de ASG hard gewerkt aan de basiskwaliteit van scholen. Ingrid: “We gingen van 5 zwakke scholen in 2012, naar 1 zwakke school in 2013. Daar zijn we trots op. De kwaliteit van de lessen is op elke school voldoende; alle leraren kunnen goed les geven, iedereen bij de ASG voelt zich ook verantwoordelijk voor kwaliteit. En we kijken nu verder: hoe zorgen we voor borging van die verbeterde kwaliteit? Hoe gaan we ervoor zorgen dat ook de prestatiescores van leerlingen omhoog gaan? In die transitie zitten we nu. We zijn begon nen te analyseren hoever we daar nu mee zijn en wat we nog meer kunnen doen op individueel niveau per vak, zodat kinderen voor zover mogelijk onderwijs op maat kunnen krijgen. In 2013 zijn we dan ook op twee basisscholen gestart met O4NT. Dit staat voor Onderwijs voor een Nieuwe Tijd en is een nieuw onderwijsconcept waarbij de ontwik keling van het individuele kind en ‘leren op maat’ centraal staat. Kenmerkend is de inzet van de iPad; ieder kind heeft zijn eigen exemplaar. Via deze iPad volgen leerlingen een gepersonaliseerde leerweg. Hierbij wordt uitgegaan van de eigen mogelijkheden en interesses van die leerling. De leerkracht heeft daarbij voornamelijk een rol als coach, diede werk zaamheden van de leerlingen op de iPad monitort en kan bijsturen. Leerlingen volgen ook lessen bij leraren met een specialisatie in een bepaald vak.”
Bij het voortgezet onderwijs rekent de overheid genadeloos af met scholen waarvan kinderen het gekozen schoolniveau niet halen. Herbert: “Dit betekent dat er een risico ontstaat dat kinderen minder snel een kans krijgen. Daarnaast mag er een minimaal verschil zijn in de resultaten van het Centraal Examen en het schoolexamen, om te voorkomen dat de schoolexamens te makkelijk worden gemaakt om lage resultaten bij het Centraal Examen te compenseren. Dit betekent dat we goed moeten kijken naar de leerlingen, hoe ze toetsen maken en wat ze nodig hebben. We proberen daarbij een balans te vinden in de criteria van de overheid en onze eigen visie.”
10
Op het VO controleren, net als op het PO, audit teams de kwaliteit en de procedures van de ASG scholen. Herbert: “Het is best lastig voor scholen om een goede zelfevaluatie te maken. De audit helpt ze om gestructureerd naar zichzelf te kijken.” Op het gebied van differentiatie van de middelbare scholen is de ASG in 2013 weer een stap verder gekomen. Herbert: “Elke school heeft een uniek en onderscheidend profiel. Hierdoor kunnen tieners in Almere een school kiezen die echt bij ze past.”
mogelijk willen investeren in het onderwijs. Dit maakt nu de financiering van groei lastig.“
Incidenteel geld Eind 2013 stelde de overheid via het Herfstakkoord en het Nationaal Onderwijs akkoord extra geld beschikbaar. Herbert: “Dat lijkt luxe, maar het was hard nodig om achterstallig onderhoud in te halen, bijvoorbeeld in de dekking van gestegen kosten en in gebouwen. Het geld is voor een groot deel incidenteel en kan dus niet aan structurele kosten besteed worden. Toch is een fors deel van de gelden in het primaire proces geïnvesteerd.” De gemeente bezuinigt ook. Herbert: “Zij stimuleert nog wel bepaalde thema’s middels subsidies, zoals ouderbetrokkenheid, maar de ASG moet bijvoor beeld meer huur afdragen voor het gebruik van sportvelden. In 2013 is ook het Convenant Huis vesting afgelopen. De nieuwe regeling is krapper en dat betekent voor ASG extra kosten”
Ouderbetrokkenheid Verder werkte de ASG het afgelopen jaar weer aan het betrekken van ouders bij hun kind op school. Ingrid: “Een goede betrokkenheid van ouders vergroot het plezier van kinderen op school en verbetert hun prestaties. Kinderen die bijvoorbeeld tijdens de zomervakantie met hun ouders lezen, houden hun leesniveau bij, terwijl veel andere kinderen die dat niet doen, iets achteruit gaan in leesvaardigheid. Dat geeft kinderen na de vakan tie een goede start en maakt het leren leuker. De aandacht voor de ouderbetrokkenheid is begonnen bij een directeur van de ASG, die fanatiek heeft gepromoot. Zo is het door vrijwel alle basisscholen in Almere overgenomen.”
Toch is nog niet altijd helder hoe het nu zit met het budget dat de overheid beschikbaar stelt voor het onderwijs. Herbert: “Er wordt geregeld gedaan alsof er niet op het onderwijs wordt bezuinigd en soms zelfs alsof het onderwijs er geld bij heeft gekregen, maar dat klopt niet. De Gewichtenrege ling is bijvoorbeeld versoberd. Deze regeling zorgde voor extra financiën als er leerlingen op school zijn die extra aandacht nodig hebben. Daar is nu veel minder budget voor, met als gevolg dat onderwijs assistenten en conciërges niet meer kunnen worden betaald. Voor ongeveer zestig medewerkers van het onderwijs ondersteunend personeel van de ASG is een sociaal plan ontwikkeld, waarmee we hen zo goed mogelijk begeleiden naar een nieuwe baan of vervroegd pensioen. Dit is een heel voelbaar gevolg van de bezuinigingen. En niet alleen voor hen, maar voor iedereen. Voor alle medewerkers is de werk druk toegenomen, de omvang van de klassen ook.” Ondanks de ingewikkelde financiële situatie, is een aantal financiële processen beter op orde gekomen in 2013. Herbert: “Daar zijn we trots op. Het bewustzijn van het belang hiervan is ook enorm verbeterd.”
Financiën De financiën vroegen veel aandacht in 2013. Her bert: “Almere stond jarenlang in het teken van groei en de grootste zorg was: hoe managen we die groei, hoe vinden we goed personeel? Maar sinds enkele jaren is dit omgeslagen: de kosten stegen, de in komsten daalden. Dit was nog niet tot iedereen doorgedrongen. We hebben dit de afgelopen jaren deels opgevangen met eigen vermogen, maar in 2013 hebben we de broekriem strakker moeten aantrekken. In bewustwording is nu ook een grote slag gemaakt. Scholen die moeite hadden met hun financiën kregen extra begeleiding.” In het voortgezet onderwijs was er nog een ander financieel probleem. Herbert: “Onze VO scholen groeien en hebben meer personeel nodig. We moe ten de kosten van de eerste vijf maanden daarvan zelf betalen, de overheid loopt als het ware vijf maanden achter met het betalen van extra perso neel en keert niet met terugwerkende kracht uit. Dit betekent een grote extra kostenpost. Terwijl de reserve bij de scholen gering is, omdat we zoveel
Successen Er waren nog meer successen, zoals Playing for Success. Ingrid: “Het naschoolse programma, 11
Kompas 2015 - 2018
waarbij er buiten op speelse wijze wordt gewerkt aan met name rekenen en taal, maar ook aan vergroting van het zelfvertrouwen, zorgt ervoor dat kinderen meer in zichzelf gaan geloven. Ook de Zomerschool groeide. Er kwamen de laatste drie weken van de zomervakantie meer leerlingen naar de Zomerschool om hun kennis vers te houden, zodat ze goed aan het nieuwe schooljaar konden beginnen.”
In 2014 zal het CvB leiding geven aan een proces om te komen tot een nieuw koersplan voor de komende jaren, met nieuwe doelen. Het huidige koersplan Het Kompas loopt in 2015 af. Ingrid: “Een groot deel van de in Het Kompas beschreven doelen hebben we behaald. Bij het proces om te komen tot een nieuw meerjarenbeleid zullen medewerkers van de ASG betrokken worden. Een punt van aandacht is om scholen levensvatbaar te houden. Kleine scholen zijn kwalitatief kwetsbaarder, in een krimpende ‘markt’ is dus gericht beleid nodig, hoe eerder, hoe beter. Ingrid: “In 2013 hebben we de krimp in sommige stadsdelen opgevangen door scholen te fuseren of door, in het uiterste geval, een school te sluiten.”
De cultuuraanpak van de ASG is in 2013 ook veel coherenter en slagvaardiger geworden. Ingrid: “Een externe organisatie, Collage, is binnen vier maanden opgezet om de activiteiten op het gebied van cultuur te coördineren. Zij zorgen ook voor een degelijke kwaliteit van de activiteiten. De Gemeente subsidieert Collage, scholen dragen een bedrag bij en alle besturen doen mee. Alle scholen van ASG hebben in 2013 activiteiten op het gebied van kunst gehad. Leerlingen gingen bijvoorbeeld naar het theater of de film en er kwamen kunstenaars op verschillende scholen. Dit laat ook zien dat wij naast goede taal- en rekenvaardigheden van kin deren, algemene ontwikkeling en plezier hoog in het vaandel hebben staan. En dat is heel belangrijk. Uit onderzoek blijkt dat kinderen met een positie ver beeld van school later minder snel afhaken.”
Trots op de medewerkers Al met al was 2013 een jaar waarin eerder verworven vooruitgang geborgd werd, terwijl tegelijkertijd verder werd gekeken naar mogelijke verbeteringen. Ingrid en Herbert: “We zijn vooral trots op alle medewerkers van de ASG, die in ingewikkelde omstandigheden echt voor hun school en leerlingen blijven gaan.”
In het VO werden scholen steeds meer een maat schappelijke partner voor de omgeving, waardoor leerlingen een goede leerloopbaan kunnen hebben. Herbert: “Ze vallen minder snel tussen wal en het schip en kunnen meer leerervaring opdoen. In 2014 willen we dit nog verder uitbouwen.” Voor het schooljaar 2012-2013 lag in het voortgezet onderwijs nadruk op de aanpak verzuim en voortij dig schoolverlaters (VSV) met als doel de aantallen terug te dringen. Hierover zijn regionale afspraken gemaakt, waarbij Lelystad contactgemeente is voor VSV. De Almeerse Scholen Groep heeft in samen werking met de leerplicht ambtenaar en de vervolg opleidingen analyses gemaakt en acties ontwikkeld. Deze zijn stapsgewijs uitgevoerd met als resultaat een VSV percentage van 2,5% in Flevoland.
12
Almeerse Scholen Groep in vogelvlucht Missie en visie
stichtingen en is bestuurder van de andere stichtin gen. Het bestuur wordt gevormd door de leden van het College van Bestuur (voor alle stichtingen) en er is één Raad van Toezicht. De Almeerse Scholen Groep maakt een onderscheid tussen de functies ‘besturen’ (richting geven, zorgen voor het verwerven van de nodige middelen, het besteden en beheren daarvan en voor het adequaat functioneren van de organisatie in het algemeen) en het ‘toezicht houden daar op’. De bestuursfunctie en de toezichthoudende functie zijn daarom in afzonderlijke organen ondergebracht. Het College van Bestuur bestuurt de Almeerse Scholen Groep en de Raad van Toezicht houdt toezicht op het College van Bestuur.
De Almeerse Scholen Groep is een onderwijsinstel ling in en voor Almere. Wij richten ons uitsluitend op het aanbieden van primair en voortgezet onder wijs voor leerlingen in Almere. Bij ons is elke leerling welkom. In onze onderwijsorganisatie staan de scholen en hun ‘eigen gezicht’ en de onderwijskwaliteit centraal. Wij werken en han delen volgens onze acht kernwaarden welke zijn vastgelegd in Het Gouden Boekje. Dat kunt u hier lezen. In 2011 hebben wij de acht kernwaarden verder uitgewerkt in concrete ambities. Deze am bities hebben wij vastgelegd in Het Kompas. In dit document staan de concrete afspraken tussen het College van Bestuur en de Raad van Toezicht om de ambities te realiseren.
De Raad van Toezicht
Good Governance
De Raad van Toezicht bestaat uit zeven leden en houdt integraal toezicht. Dit betekent dat de Raad van Toezicht alle aspecten van de Almeerse Scholen Groep en alle relevante belangen in overweging neemt en rekening houdt met de bijzondere maat schappelijke verantwoordelijkheid van de Almeerse Scholen Groep. De Raad van Toezicht bestaat uit de volgende leden: Karina Schilte (voorzitter), Hans Amman (vicevoor zitter), André Hoedt, Edwin Schippers, Wim Reedijk, Riekus Hatzmann en José Roelofs en staat het College van Bestuur met raad terzijde en fungeert als klank bord. De leden van de Raad van Toezicht kunnen ten opzichte van elkaar, ten opzichte van het College van Bestuur en ten opzichte van welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch van elkaar opereren. Leden van de Raad van Toezicht verrichten nooit taken die aan het College van Bestuur toekomen. De leden van de Raad van Toezicht hebben een van tevoren vast gestelde zittingstermijn van maximaal 8 jaar.
Het College van Bestuur en de Raad van Toezicht werken volgens de Code Goed Onderwijsbestuur VO. Daarnaast is er een aparte Goverance overeenkomst gesloten tussen de Raad van Toezicht van de ASG en de gemeente Almere. De Goverance overeenkomst vindt u hier. De Almeer se Scholen Groep maakt een onderscheid tussen de functies ‘besturen’ en het ‘toezicht houden daar op’. De bestuursfunctie en de toezichthoudende functie zijn daarom in afzonderlijke organen ondergebracht.
De Raad van Toezicht en het College van Bestuur De Almeerse Scholen Groep bestaat uit vier stichtin gen namelijk; Stichting Entrada (koepelstichting), Stichting ASG, Stichting ABVO Flevoland en de stichting Nieuwe Wijken. De stichtingen ASG, ABVO Flevoland en Nieuwe Wijken verzorgen onderwijs. Stichting Entrada houdt het toezicht op de andere 13
College van Bestuur
Toelatingsbeleid
Het College van Bestuur kent een collegiaal model en bestaat uit twee leden: Ingrid Verheggen (voor zitter) en Herbert Griffioen. Het College van Bestuur bestuurt op basis van een door de Raad van Toezicht vastgesteld bestuursstatuut de Almeerse Scholen Groep en werkt volgens een portefeuilleverdeling. Alle taken en bevoegdheden die aan functionarissen van de Almeerse Scholen Groep zijn toebedeeld voeren deze uit namens en onder verantwoordelijk heid van het College van Bestuur.
De Almeerse Scholen Groep heeft in 2013 het toelatingsbeleid kenbaar gemaakt via de Almeerse Gids en via de websites van de VO scholen. Specifiek toelatingsbeleid geldt voor Het Arte College en Montessorilyceum Flevoland. Informatie hierover is terug te vinden via montessorilyceumflevoland.nl en artecollege.nl. Het beleid ten aanzien van Cito en het algemeen inschrijvingsbeleid is ten opzichte van 2012 niet gewijzigd. Hierover kunt u meer informa tie vinden in het jaarverslag 2011.
Organisatiestructuur De Almeerse Scholen Groep kent een platte organi satiestructuur. Het organogram van de organisatie kunt u hier bekijken.
Samenwerking maatschappelijke instellingen Wij werken nauw samen met een keur aan maatschappelijke instellingen bijvoorbeeld op het gebied van de voor- en naschoolse opvang. Ook hebben wij ons gecommitteerd aan het ‘Convenant Onderwijsimpuls 2011 - 2014’. Het convenant bevat afspraken om de onderwijskwaliteit in Almere verder te verbeteren. Meer informatie over dat convenant en de Lokaal Educatieve Agenda van Almere vindt u hier.
Klachtenregeling De Almeerse Scholen Groep heeft een eigen klachtenregeling. Deze vindt u hier.
Gevoerd beleid inzake beheersing uitkeringen na ontslag Binnen de Almeerse Scholen Groep (ASG) is in 2013 geen collectieve afvloeiing geweest. Voor iedereen die in 2013 boven formatief werd, is er binnen de ASG het interne mobiliteitsbureau ASG Mobiliteit. Dit bureau verzorgt voor alle ASG stichtingen de herinzet van medewerkers. In 2013 was er geen uitstroom op basis van frictie tussen de behoefte en het beschikbare personeel. Voor het personeel dat uitstroomt naar het UWV en een werkloosheidsuitkering aanvraagt, is de ASG binnen het VO voor 25% eigen risico drager. De uitkeringskosten voor uitgestroomd PO personeel worden verhaald op het Participatiefonds.
14
Ontwikkelingen Voor- en Vroeg schoolse Educatie
4/5 jarigen met een gewicht ontvangt € 100.000,en moet daarvan voor 80 uur een extra onderwijs assistent bekostigen. Alleen al op personele inzet is de school het extra toegekende bedrag kwijt. Voor scholen met weinig gewichten leerlingen gaat het om kleine bedragen. Dat maakt het nog moeilij ker om met de beschikbare middelen uit te komen. Dit betekent dat scholen manieren moeten vinden om de ondersteuning zo goed mogelijk te organise ren. Daarbij helpen systemen als “Inzichtelijk” en “Onderbouwd”, waarbij we de vorderingen van leerlingen nauwlettend kunnen volgen.
De Rijksoverheid stelt jaarlijks een bedrag beschik baar voor Voor- en Vroegschoolse educatie (VVE), op basis van de gewichtenregeling. De regeling is gebaseerd op het opleidingsniveau van de ouders. In Almere betrekken we ook leerlingen met een zwak taalniveau of een sociaaleconomische ontwik kelingsachterstand bij het VVE aanbod.
Cijfers Op 1 oktober 2012 waren er 620 gewichten leerlingen ingeschreven bij de Almeerse Scholen Groep (ASG). Op 1 oktober 2013 waren dat er 570. Er zijn twee soorten gewichten, 0,3 en 1,2. De school krijgt op basis van het gewicht extra bekostiging. Op 1 januari 2012 waren de gewichten leerlingen verspreid over 29 scholen, op 1oktober 2013 waren dat 22 scholen. Het aantal leerlingen per school varieert sterk. Het extra bedrag dat alle scholen samen ontvangen voor hun 4/5 jarigen is € 732.824.-. Daarvan moet de school de volgende extra activitei ten bekostigen:
Inhoudelijke ontwikkelingen De aandacht voor doorlopende leerlijnen tussen voor- en vroegschools is de afgelopen jaren enorm versterkt. Er zijn samenwerkingsverbanden ont staan tussen peuterspeelzalen, kinderopvang en basisscholen. Een aantal scholen doet mee aan het programma “VVE doet ertoe”, een aantal partners kiest eigen vormen. Telkens staat continuïteit in de aanpak, gebruik van op elkaar aansluitende methodes en gemeenschappelijke professionele ontwikkeling centraal. Landelijke politieke keuzes over de kinder opvang en de harmonisatie tussen peuterspeelzaal en kinderopvang beïnvloeden de ontwikkelingen. Tot nu toe leveren deze keuzes een verslechtering van de randvoorwaarden op. De Inspectie heeft het afgelopen jaar een aantal scholen op het thema VVE beoordeeld. Dat leverde kwalitatief goede resultaten op. In het “Actieplan Jonge Kind” is een grote stap gezet in de richting van een samenhangende aanpak. Dit actieplan wordt de komende jaren uitgevoerd.
• Personele inzet van vier uur per kind per week, • Aanschaf lesmethodes, • Scholing personeel, • Planvorming Interne Begeleiding.
Voorbeelden Scholen komen met deze extra bekostiging nauwe lijks uit. Bij een groep van 12 leerlingen is 48 uur extra inzet nodig. Dat is ongeveer 1,2 fte onderwijs assistent. Een onderwijsassistent kost € 45.000,aan salaris. De school ontvangt echter voor de 12 leerlingen ongeveer € 22.000,-. Een school met 20 15
Startgroepen Op drie ASG scholen loopt de Pilot “startgroepen”. Eén van de pilots wordt gefinancierd uit rijksmid delen, twee uit gemeentelijke middelen. De kern van de pilot is dat in de voorschoolse groepen HBO geschoolde begeleiders werken en dat er nauwe samenwerking is tussen de peuterspeelzaal, kinder opvang en de basisschool. De basisschool heeft de regie over de uitvoering van het volledige VVE programma. Tot nu toe zijn de resultaten van de pilots positief. Deze resultaten kunnen worden gebruikt bij de verdere uitvoering van het “Actie plan Jonge Kind”.
16
Kwaliteitszorg Primair Onderwijs
De afgelopen jaren heeft de Almeerse Scholen Groep (ASG) hard gewerkt aan de basiskwaliteit van scholen. We gingen van vijf zwakke scholen in 2012 naar één zwakke school in 2013. Dit is twee procent van onze scholen. Om het niveau te borgen, richten we ons op het verbeteren van het handelen van de leerkrachten en het scholen van directeuren op onderwijskundig leiderschap.
de didactische vaardigheden op meerdere niveaus en dat wordt vervolgd in 2014. Er zijn kinderen die meer uitleg en oefenstof nodig hebben, maar er zijn ook kinderen die na een korte instructie aan de slag kunnen met moeilijker en omvangrijker werk. Om dit voor elkaar te krijgen, moeten leer krachten veel samenwerken en veel met elkaar uitwisselen. Zo ontstaat er een hecht team en dat is voor de leerlingen belangrijk. Er zijn 11 scholen die in 2013 werkten met de vaar digheidsmeter (meetinstrument voor instructie vaardigheid van leerkrachten). Dit betekent dat er meer leraren zijn die de kwaliteit van goede en degelijke instructies verder hebben verbeterd.
Woordenschat Een ander punt van zorg en aandacht is het achter blijven van de verbetering van de woordenschat van leerlingen Almere breed. Het begrijpend lezen verbetert, maar de woordenschat blijft achter. De LEA aanpak op het gebied van woordenschat is afgerond, maar heeft dus onvoldoende tot het gewenste resultaat geleid. De gemeente zal een onderzoek initiëren om te kijken hoe dit komt. De vraag is of de aanpak langer doorgezet dient te worden, zoals prof. Peter Sleegers van de Uni versiteit van Twente aangeeft, of moet de aanpak in Almere anders? Het doel blijft om de kinderen in Almere zo jong mogelijk een goede woordenschat te laten ontwikkelen. Dat is een goede basis voor verdere ontwikkeling op school.
Verder verbeteren ‘Scholen die er toe doen’ is een verbeterprogramma dat de ASG hanteert voor zwakke scholen. Daarnaast is er nu een doorgroei-programma met de naam ‘Schoolleiders die er toe doen’. In dit programma leren schoolleiders hun school op meerdere manie ren te analyseren en verbeterprogramma’s in te zetten om de school op een hoger niveau te brengen. Ook is dit programma erop gericht dat de scholen een blijvend systeem van verbetering inrichten (een dynamische manier van borgen). Dit gebeurt onder leiding van BMC (organisatieadviesbureau, gespecia liseerd in onderwijs) en prof. Peter Sleegers van de Universiteit van Twente) en werd mogelijk gemaakt door de impulsgelden van de gemeente Almere. Het onderwijskundig leiderschap van directeuren heeft in 2013 flink in de schijnwerpers gestaan en 15 van onze basisscholen hebben aan dat programma meegedaan.
De leerkracht Om de resultaten blijvend te verbeteren is het handelen van de leerkracht essentieel. Het geven van instructies aan de leerlingen heeft in 2013 veel aandacht gekregen. Dit is verder verbeterd, meer leerkrachten geven op de goede manier instructie. De afstemming op de behoefte van leerlingen is nog een aandachtspunt. Er is in 2013 hard gewerkt aan
17
Interne kwaliteitsbewaking Tot slot houdt de ASG audits. Deze interne bewaking blijft een belangrijk onderdeel van de kwaliteits zorg. De audits zijn het meest zinvol als een school eerst een eigen evaluatie doet en dan een audit krijgt op basis van deze zelfevaluatie. In 2013 deden 5 scholen een zelfevaluatie. In 2014 willen we de zelfevaluaties verder stimuleren.
18
Kwaliteitszorg Voortgezet Onderwijs
Iedere VO school heeft haar eigen kwaliteitssysteem, vastgelegd in het managementcontract tussen de rector of directeur van de school en het College van Bestuur. Publieke verantwoording leggen alle acht middelbare scholen van de Almeerse Scholen Groep af via de website van Vensters voor Verantwoording. Ook houden de scholen zo zelf de regie over gepubliceerde feiten en cijfers in de hand.
specifieke kennis van de gekozen onderwerpen die dat jaar meegenomen worden in de audit. Uitgangs punt is dat iedere rector en bestuurder eens in de zoveel tijd zitting neemt in een auditteam.
Auditkader ASG VO Net als het PO werkt ook het VO met interne boven schoolse audits. Eén keer per vier jaar vindt een interne audit op iedere school plaats. De resultaten worden gekoppeld aan het management contract. De rector geeft op basis van de conclusies uit de audit aan welke speerpunten daarin worden op genomen. De school doet verslag van de resultaten van de audit in het gezamenlijk overleg van ASG rectoren en College van Bestuur (directieraad VO) vanuit het oogpunt van collegiale consultatie. Door de koppeling aan het managementcontract en de cyclus van een interne audit eens per vier jaar, geeft voldoende borging. Het College van Bestuur kan een onderwerp voor een audit opleggen als er sprake is van een door de inspectie aangegeven zwakke afdeling of onderdeel. De focus op specifieke ASG waarden kan de school zelf kiezen, maar kan ook bepaald worden door het bestuur. Het directieraad lid met de portefeuille kwaliteits zorg stuurt de audits aan. In het VO werken ze met een vaste kern van geschoolde auditoren (voor zowel ASG- als schoolthema’s ) die elkaar ook kunnen vervangen. Rectoren , basisschooldirecteuren, maar ook conrectoren en teamleiders maken deel uit van een vast auditteam van zes leden. Dit team wordt aangevuld met rectoren en medewerkers met 19
20
Huisvesting en onderhoud
Inkoop
Kernteam Financiën
Personele/ Salarisadministratie
ICT
Facilitaire zaken
Ondersteunende diensten
Shared Service Center
Financiële administratie
Financiën
PO scholen
Concerncontroller
College van Bestuur
Raad van Toezicht
ASG Flex
ASG Academie
ASG Mobiliteit
Advies en Beleid
VO scholen
Bestuurssecretaris
P&O
Entrada
Organogram
Juridische ondersteuning
Informatie
Communicatie
Bestuurssecretariaat
Stafdienst
Interview Tineke van der Meijden
GMR PO Tineke van der Meijden is leerkracht groep 6 bij basisschool De Heliotroop en sinds 2013 voorzitter van de Gemeenschappelijke Mede zeggenschapraad (GMR); het inspraakorgaan van de medewerkers, ouders en leerlingen van het primair onderwijs van de Almeerse Scholen Groep (ASG). Tineke was al drie jaar lid van de GMR. De rol van de GMR is het volgen van en reageren op het beleid van de ASG, waarbij instemming, informatie vragen en advies – ook ongevraagd - middelen zijn om het beleid te beïnvloeden.
houden. De GMR heeft zich hierin sterk verdiept en erop gelet dat de procedures die horen bij een dergelijk proces goed werden gevolgd. Uiteindelijk heeft de GMR ingestemd met het plan.” Een ander onderwerp waar de GMR zich over boog in 2013 is het medewerkersonderzoek. Tineke: “De GMR heeft de aanpak nauwlettend gevolgd. En bij veruit de meeste scholen is het onderzoek heel serieus genomen en is er een verbetertraject uit voortgevloeid. De GMR heeft nu de taak het tijds pad hiervan te bewaken.”
De GMR overlegt elke zes weken met de Cluster MR-en (CMR). Er zijn vier CMR-en. In 2013 namen Ine Timmermans, Annemieke Korevaar en Ria Bosma afscheid van de GMR. Tineke: “Zij staken de afgelopen jaren veel tijd in de GMR en legden de basis voor een goed functionerend orgaan. De GMR heeft er vijf nieuwe leden bij gekregen, zowel ouders als medewerkers. In totaal heeft de GMR nu zeven leden; twee meer dan voorheen.
De financiële situatie van de ASG heeft de GMR uiteraard ook beziggehouden in 2013. Tineke: “De GMR kijkt naar keuzes die de ASG maakt in de verdeling van het budget. We hebben derhalve de begroting voor 2014 nauwkeurig bestudeerd en hadden enige vraagtekens bij de verdeling van het beschikbare budget. Verder constateerde de GMR dat het voor medewerkers meer inzichtelijk moet worden hoe het bedrijfsbureau werkt en hoe de afdracht van de scholen wordt besteed. Tot slot boog de GMR zich in 2013 over het verzuim beleid. Tineke: “Het verzuimbeleid pakte in 2013 positief uit. De GMR constateerde dat er meer een gevoel van gedeelde verantwoordelijkheid ontstond. Verzuim is een probleem van ons allemaal, we moeten elkaar steunen en stimuleren, dat inzicht is er gekomen en dat is positief voor iedereen.”
Inzicht
Blij met ASG Wijzer De GMR merkte in 2013 dat er meer behoefte bij medewerkers is aan informatie over het beleid van de ASG. Tineke: “De GMR wil toegankelijk zijn voor iedereen, mensen moeten het gevoel hebben dat ze GMR-leden kunnen aanspreken en vragen kunnen stellen. Dat betekent dat we zichtbaar moeten zijn. Dit blijft lastig, maar het verbetert wel. De GMR is blij met ASG Wijzer, het nieuwe intranet. Dit middel gaat de GMR gebruiken om de notulen voor iedereen toegankelijk te maken.” De GMR heeft zich in 2013 intensief bezig gehouden met het sociaal plan voor onderwijs ondersteunend personeel. Tineke: “De ASG heeft niet genoeg finan ciële middelen meer om hen allemaal in dienst te
Nieuw koersplan In 2014 zal de ASG aan een nieuw koersplan werken. Tineke: “Wij zien het als onze taak om daarover in gesprek te gaan met medewerkers, ouders en leerlin gen, zodat we weten wat zij belangrijk vinden en dit kunnen uitdragen.”
21
Interview Simone Kamman
BBMR VO De BBMR is het inspraakorgaan op beleid van de ASG voor medewerkers in het voortgezet onderwijs, ouders en leerlingen. Door middel van instemming en advies, ook ongevraagd, kan de BBMR invloed uitoefenen.
Simone Kamman is docent filosofie aan het Helen Parkhurst en sinds 2013 voorzitter van de Bovenbestuurlijke Medezeggenschapsraad (BBMR) van het voortgezet onderwijs van de Almeerse Scholen Groep (ASG). Hiervoor was zij al drie jaar lid van de BBMR. De functiemix was een belangrijk onderwerp in 2013 voor de BBMR. Deze dient ertoe meer promotiekansen te bieden voor leraren.
tussen scholen niet wenselijk. Scholen die betere salarissen geven, trekken mensen weg bij scholen die minder goed betalen.” De BBMR wil bereiken dat in 2014 de doelen alsnog worden gehaald. Simone: “De BBMR ziet dat de financiële positie lastig is omdat veel overheidsbijdragen niet worden geïn dexeerd, maar we willen niet dat docenten daarvoor opdraaien. We hebben een negatief advies uitge bracht over de meerjarenbegroting en de begroting van 2014.”
De BBMR heeft in 2013 zes reguliere vergaderingen gehad en een extra bijeenkomst over de ASG begro ting. Simone: “We functioneren nu meer als geheel en niet meer apart als MR ABVO en GMR ASG, dat is een winst voor de BBMR. Daarnaast heeft de BBMR de werkgroepstructuur die in 2012 is ingesteld, doorgevoerd en dit bevalt goed. Op deze manier kunnen leden focussen op een bepaald onderwerp. Er zijn vier werkgroepen: financiën, personeelsbe leid, passend onderwijs en onderwijskwaliteit. ”
Invoering passend onderwijs De BBMR heeft ook nauwkeurig gekeken naar het nieuwe verzuimbeleid in 2013. Simone: “Het ver zuim is vooral hoog in het primair onderwijs, maar het beleid raakt ook het voortgezet onderwijs. We vinden het goed dat het College van Bestuur boven op het verzuim heeft gezeten. Een hoog verzuim is nadelig voor alle medewerkers, dus we zijn blij dat dit is teruggedrongen.” Verder heeft de BBMR zich in 2013 gebogen over passend onderwijs, dat inhoudt dat kinderen met een beperking regulier onderwijs volgen. Scholen hebben een zorgplicht, ze moeten kinderen met een beperking, zowel fysiek als psychisch, een plek bieden. Simone: “We verwach ten dat dit vooral de afdelingen VMBO betreft, maar voorzien geen problemen. We hebben naar de schoolondersteuningsprofielen gekeken en die zijn complementair. Voor vrijwel elk kind is er dus een geschikte school. Twee van onze leden hebben in 2013 geholpen bij de oprichting van een Medezeg genschapsraad Passend Onderwijs, zodat ook de belangen van die kinderen en hun ouders geborgd zijn.”
Functiemix In 2013 heeft de BBMR zich onder andere bezig gehouden met de functiemix. Simone: “Door middel van de functiemix ontstaan meer promotiekansen voor leraren. Er zijn doelen gesteld voor 2011 en voor 2014. De doelen van 2011 zijn wel gehaald, maar er is niet toegewerkt naar de doelen van 2014. Het College van Bestuur geeft aan dat het budget vanuit de Rijksoverheid niet toereikend is. We hebben dit uiteraard meerdere keren aangekaart, maar tot nu toe zonder het door de BBMR gewenste resultaat. De salarissen van leerkrachten zijn al jaren niet geïndexeerd, er moet op korte termijn echt iets gebeuren. Daarnaast is de ongelijkheid in salarissen
22
Mobiliteit Tot slot is de BBMR tevreden over de procedure van de ASG voor het helpen van een bovenformatieve medewerker naar een nieuwe baan bij een andere ASG-school. Simone: “We zijn erg blij dat dit goed gaat, het is een van de voordelen van het werken voor de ASG.”
23
Overzicht Instemming – en advies GMR PO en BBMR VO 2013 GMR-PO: • Instemming met “Verzuim- en reïntegratiebeleid”. • Instemming met de Studiekosten- en studie verlofregelingen”, inclusief de aanvraagprocedure. • Instemming met de notitie “Gescheiden ouders”. • Instemming met de regeling “Tussentijds over stappen” van de ene basisschool naar de andere. • Instemming met het: Eigen risicodragerschap verzuim”. • I nstemming met het “Statuut en reglement GMR PO”. • Instemming met het “Bestuursformatieplan PO”. • Instemming met het opstellen van een “Sociaal Plan OOP ASG PO”. • Akkoord met de voorgestelde oplossing “Reparatie vergoeding dienstreizen”.
BBMR-VO • Ingestemd met de planning “Roostervrije dagen OP”. • Positief advies op de vakantieregeling 2013-2014. • Ingestemd met het “Verzuim en reïntegratie beleid”, met uitzondering van de triagelijsten. • Voorgenomen negatief advies op de begroting.
24
Interview Tom van den Boogaard
Personeel & Organisatie Tom van den Boogaard zat acht jaar in de Raad van Toezicht van de Almeerse Scholen Groep voordat hij per 1 januari 2013 als manager P&O bij het bedrijfsbureau in dienst trad. Vanaf augustus 2013 is hij daarnaast directeur van het bedrijfsbureau. In 2013 werd een aantal ingewikkelde personele kwesties aangepakt, zoals het ziekteverzuim en het opstellen van een sociaal plan. De inspanningen wierpen vruchten af.
in het primair onderwijs. De verantwoordelijkheid voor verzuim werd voor een groot deel door de medewerkers buiten zichzelf gelegd; de school moest zorgen dat de zieke medewerker terug kon keren. De nieuwe aanpak legt de verantwoordelijk heid niet alleen bij de werkgever, maar ook weer bij de medewerker. We hebben de slogan ‘Ziek zijn is geen keuze, maar verzuim wel’ geïntroduceerd en dit heeft het nodige los gemaakt bij de medewerkers.” Het verzuim door griep en medische ingrepen was relatief klein, het grootste deel van het verzuim had een mentale oorzaak. Tom: “Er was veel middellang en langdurig verzuim door problemen op het werk, problemen thuis, het werk niet aankunnen, enzo voort. Het is dan soms een kwestie van cultuur of je je ziek meldt of dat je gaat werken.” Het verzuim wordt sinds 2013 op verschillende niveaus aan gepakt. “Het preventieve niveau houdt in dat medewerkers aangesproken worden op hun verzuim en de oorzaak én het gevolg daarvan. In overleg tussen medewerker en leidinggevende wordt er gezocht naar wat een medewerker (nog) wel kan op zijn afdeling of school. Op alle niveaus van de ASG zijn hierover workshops gegeven. Elke verzuimende medewerker krijgt extra aandacht. Als medewerkers betrokken blijven bij hun werk is het risico op langdurig verzuim veel kleiner.” Verder waren er enkele medewerkers die langdurig verzuimden. Tom: “Bij hen zijn we met maatwerk tot oplossingen gekomen. En als er geen passende oplossing werd gevonden en iemand volledig was uitgevallen, dan was het uiteindelijk helaas onver mijdelijk dat medewerkers die langer dan twee jaar ziek waren in de WIA terechtkwamen.“ De complete aanpak heeft het ziekteverzuim in 2013 sterk doen dalen. Tom: “Het ondersteunen van medewerkers in hun werk en het voorkomen van verzuim getuigt van goed werkgeverschap.
Tom bezoekt één à twee scholen per week. “Ik ga er blanco naartoe, de scholen bepalen de agenda. Bij de ene school praat ik over het gebouw, bij de andere school over de financiën, bij weer een andere school over personeelsbeleid; het is afhankelijk van wat er speelt. Ik probeer zo begrip te krijgen voor wat de scholen aan het doen zijn en wat de impli caties zijn van beslissingen op het bedrijfsbureau.”
Geïntegreerde aanpak In 2013 hield Tom zich in de eerste plaats bezig met personele zaken. Tom: “Het sociaal plan, het ziekte verzuim en de mobiliteit van medewerkers hebben we geïntegreerd aangepakt, er is een nauwe samen hang hiertussen. Vanuit P&O optiek is het één thema. Als je een hoog ziekteverzuim hebt, moet je veel vervangers regelen en heb je dus veel mobiliteit nodig. Maar de medewerkers die in de mobiliteit zaten, konden vaak de taak waarvoor we iemand zochten niet vervullen wegens fysieke of mentale problemen. Dan moet je mensen van buiten inhu ren. Een kostbare aanpak en dat kon niet langer zo, vandaar dat we deze drie speerpunten hebben geformuleerd en gecombineerd hebben aangepakt.”
Aanpak ziekteverzuim Het ziekteverzuim is in 2013 sterk teruggedrongen. “In het begin was het verzuim enorm hoog, vooral 25
Verhuizen
Het betekent ook een forse kostenbesparing.” Hiernaast is de mobiliteit in 2013 anders aangepakt. Tom: “De bovenformatieve medewerkers vormen nu een betere afspiegeling van onze medewerkers populatie dan voorheen en hiermee creëren we een goede interne flexpool. “
Uit het medewerkersonderzoek dat in 2013 onder de werknemers van het bedrijfsbureau is gehouden, bleek dat zij behoorlijk tevreden zijn. Tom: “We scoorden goed op bijvoorbeeld collegialiteit en samenwerking. De basis is dus goed, maar er is altijd ruimte voor verbetering.” Op de valreep werd eind 2013 het contract getekend voor een nieuw kantoor voor het bedrijfsbureau. Tom: “In 2014 gaan we verhuizen. We krijgen meer vierkante meters en een hogere kwaliteit voor minder geld, dus we gaan er op alle fronten op vooruit. En dat is een mooie start voor het nieuwe jaar!”
Sociaal plan Het eerste dossier dat Tom in 2013 overhandigd kreeg van de toenmalige voorzitter van het College van Bestuur, John van der Vegt, was het sociaal plan. Tom: “Dit was er nog niet en kon in het tweede kwartaal van 2013 afgesloten worden met de bon den. De uitvoering daarvan duurt minimaal twee jaar en in 2013 is de eerste fase gestart. We hebben een bureau ingehuurd voor de begeleiding van alle medewerkers van het onderwijsondersteunend personeel (OOP) die bovenformatief zijn verklaard. Ook medewerkers die niet bovenformatief zijn, maar die wel tot de doelgroep OOP behoren, kunnen gebruik maken van de regelingen uit het sociaal plan. Als een niet bovenformatieve OOP’er vrijwillig gebruik maakt van het sociaal plan, dan kan deze de plaats innemen van een medewerker die op termijn met ontslag wordt bedreigd. Al het onderwijsonder steunende personeel moet er tot nu rekening mee houden dat zijn of haar werk bedreigd is. Daarin proberen we in 2014 verandering te krijgen, we willen zo snel mogelijk duidelijk kunnen maken welke mensen het betreft. De roep van medewerkers om helderheid is enorm.”
Professionalisering In 2013 is er binnen het bedrijfsbureau ook gewerkt aan een verdere professionalisering per vakgebied. Tom: “Mensen moeten doen waar ze goed in zijn en professionaliseren in hetgeen ze doen. We willen langzaam migreren naar een ‘regie organisatie’, waarin onze eigen interne professionals de uitvoe ring aansturen per vakgebied. Een mooi voorbeeld is het nieuwe intranet ASG Wijzer. Dit is bedui dend professioneler dan het voormalige intranet ‘SIMON’. Een klein team interne professionals heeft de bouw van het nieuwe intranet aange stuurd en alle medewerkers kunnen nu makkelijk bij relevante informatie.”
26
27
PO TOTAAL 187 146
Directie
10 7 2 19
In- en uitstroomcijfers 2013 In aantallen medewerkers Uit dienst In dienst
Stichting ABVO Flevoland (peildatum 31-12-2013)
ABVO Flevoland VO Oostvaarders College VO Buitenhout College VO Montessori Lyceum Flevoland Totaal
In- en uitstroomcijfers 2013 In aantallen medewerkers Uit dienst In dienst
53 6 7 66 6 7 9 6 7 35 101
ASG PO SBO Nieuwe Wijken Basisonderwijs totaal VO Echnaton VO Helen Parkhurst VO De Meergronden VO Arte College VO Praktijk Onderwijs Almere Voortgezet Onderwijs totaal Totaal
Stichting ASG (peildatum 31-12-2013)
66 54 9 129
Basisonderwijs totaal Voortgezet Onderwijs totaal Entrada Totaal
VO TOTAAL 41 54
44 27 13 84
OOP
VO TOTAAL 76 85
149 39 13 201 33 48 46 14 43 184 385
201 268 60 529
163 95 44 302
OP
708 66 90 864 116 139 130 56 55 496 1360
1662
864 798
OP
Directie
ASG + ABVO + Entrada (peildatum 31-12-2013) OOP
2013
Medewerkers
1 3
2
LIO/ stagiair
2 19
1 0
12 0 5 17 1
17 5 3 25
LIO/ stagiair
219 129 60 408
Totaal
10 7 2 19
Directie
PO TOTAAL 149 200
57 6 6 69 5 8 9 2 7 31 100
69 50 11 130
1148 1125 72 2345
922 111 115 1148 156 194 186 76 105 717 1865
Directie
Totaal
VO TOTAAL 53 68
13 30 27 11 81
OOP
VO TOTAAL 112 99
158 37 14 209 34 55 43 10 35 177 386
209 258 63 530
OOP
170 88 37 295
OP
744 71 87 902 111 145 132 53 56 497 1399
1694
902 792
OP
1 2
1
LIO/ stagiair
1 1
23 2 4 29
29 4 3 36
LIO/ stagiair
2012
13 211 122 51 397
Totaal
982 116 111 1209 150 208 185 66 98 707 1885
1209 1104 77 2390
Totaal
Kengetallen personeel
28
8,951 10,16 5,796 6,787
8,782
4,791 3,97
PO* ASG PO ASG SBO* PO Nieuwe Wijken VO* ASG
ASG totaal
ABVO Flevoland Entrada
1,56 1,02
1,01
1,01 1,29 0,73 1,36
MF*
* PO primair onderwijs * SBO speciaal basisonderwijs * VO voortgezet onderwijs * VP verzuim percentage * MF meldings frequentie (aantal) * GVD gemiddelde verzuimduur (aantal)
VP*
Verzuim 2012 ASG
Verzuim 2013 ASG PO ASG PO ASG SBO PO Nieuwe Wijken VO ASG ASG totaal ABVO Flevoland Entrada
GVD*
37,34 31,1 26,21 20,77
36,21
14,67 29,22
4,96 3
6
7 6 4 5
VP
3,53% -24,43%
-31,68%
-21,80% -40,94% -30,99% -26,33%
% t.o.v. 2012
1,54 0,73
1,05
0,8 1,38 0,56 1,42
MF
-1,28% -28,43%
3,96%
-20,79% 6,98% -23,29% 4,41%
% t.o.v. 2012
7,75 6,23
17,44
25,47 20,67 17,03 10,58
GVD
-47,17% -78,68%
-51,84%
-31,79% -33,54% -35,02% -49,06%
% t.o.v. 2012
* SNW Stichting Nieuwe Wijken * BHC Buitenhout College * MLF Montessori Lyceum Flevoland * OVC Oostvaarders College
ASG VO & PO & SNW* incl. Bombardon & Watertuin BHC*, MLF* & OVC* Entrada & ASG Bestuur
ASG PO excl. Bombardon & Watertuin Bombardon & Watertuin Nieuwe Wijken ASG VO
Verzuim
Leerlingaantallen
Primair onderwijs
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
basisonderwijs
12403
12341
12255
12120
12011
11842
11467
speciaal basisonderwijs
668
649
560
548
505
507
480
totaal PO
13071
12990
12815
12668
12516
12349
11947
Echnaton
1356
1262
1256
1279
1243
1278
1442
Helen Parkhurst
1943
2054
2015
2059
2076
1940
1781
De Meergronden
1667
1664
1643
1632
1629
1681
1660
147
310
497
648
762
Voortgezet onderwijs
Arte College Buitenhout College
1050
1018
955
1010
1047
1113
1172
Montessori Lyceum Flevoland
68
122
205
284
361
452
513
Oostvaarders College
1771
1780
1931
1975
2075
2175
2248
Praktijkonderwijs Almere
557
567
583
564
553
528
516
totaal
8412
8467
8735
9113
9481
9815
10094
Totaal Generaal
21483
21457 21550
21781
29
21997 22164 22041
ASG Mobiliteit Schooljaar 2012 - 2013 Mobiliteit - Binnen Flankerend Beleid PO hebben we met negen medewerkers 18 gesprekken gevoerd. - Met boven formatieve medewerkers in het basis onderwijs hebben we 145 gesprekken gevoerd en in het voortgezet onderwijs 30 gesprekken. - Met betrekking tot re-integratie na ontslag, eerste en tweede spoor, coaching, outplacement en detachering in basisonderwijs en voortgezet onderwijs hebben we 35 dossiers uitgezet en begeleid. - We hebben presentaties gegeven op HRM bijeen komsten, schoolbezoeken afgelegd en diensten ingekocht van verschillende re-integratiebedrijven.
Vacatures - Van 1-8-12 tot 1-8-13 zijn er in het basisonderwijs 73 vacatures uitgezet. - Van 1-8-12 tot 1-8-13 zijn er in het voortgezet onder wijs 94 vacatures uitgezet. - Van 1-8-12 tot 1-8-13 zijn er voor Entrada zes vaca tures uitgezet. - We hebben sollicitatieprocedures begeleid en diensten ingekocht van verschillende media bedrijven.
30
ASG Academie in cijfers 2013
aantal Training open inschrijving 762 Teamtraining 36 Werkconferenties 5 Brede Leesimpuls (LEA) 890 Masterclass/conferenties 5 Coachingstrajecten (PO/VO) 96
31
type deelnemers teams bijeenkomsten deelnemers bijeenkomsten coachingstrajecten
Financiën
Met ingang van 2013 is de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs aangepast. Als gevolg hiervan moeten schoolbesturen in het jaarverslag een continuï teitsparagraaf opnemen waarin de financiële situ atie van de instelling wordt verantwoord aan de hand van een aantal vastgestelde onderwerpen. Doel van de aanpassing is dat in het jaarverslag ook aandacht wordt besteed aan de continuiteit van de organisatie. Opgemerkt wordt dat de continuiteit van de organisatie al een belangrijk onderdeel was van de informatievoorziening binnen het bestaande format van het jaarverslag van de Almeerse Scholen Groep. De inhoudelijke gevolgen van de aanpassing van de regelgeving zijn derhalve beperkt en raken met name de lay out van het jaarverslag. Jaarrekeningresultaten 2013 De resultaten per stichting zijn als volgt. Begroting
Werkelijk
Saldo
Stichting ASG (incl. St. Nieuwe Wijken)
-430.400
2.191.429
2.621.829
Stichting ABVO Flevoland
-36.000
922.953
958.953
Stichting Entrada
-259.500
-187.972
71.528
Totaal Almeerse Scholen Groep
-725.900
2.926.410
3.652.310
32
Het jaar 2013 is afgesloten met een positief resultaat van € 2.926.410. Ten opzichte van de begroting is sprake van een positief verschil van € 3.652.310. Deze sterk positieve resultaten zijn met name het gevolg van de beschikbaarstelling van extra mid delen vanuit het Herfstakkoord en de hiervoor geldende verantwoordingswijze. In totaal is in december 2013 een bedrag van € 4,47 miljoen ontvangen. Hoewel de inzet van deze extra middelen voor 2014 en verder is bestemd, gold de admini stratieve voorwaarde dat deze middelen geheel ten gunste van het jaar 2013 moesten worden gebracht. Het resultaat 2013 is hierdoor € 4,47 miljoen positief beïnvloed. Ook de uitkering vanuit het Nationaal Onderwijsakkoord, in totaal € 955.000 , had een positieve invloed op het exploitatieresultaat. Nega tief effect op het resultaat hadden, niet limitatief, de aanvullende dotatie voor de reorganisatievoor ziening 000), tekort vervangingspool (€ 443.000), nagekomen afrekeningen SLA-PO (€ 266.000) en de hogere loonkosten voor een viertal VO-scholen als gevolg van groei (€ 388.000).
33
Continuïteitsparagraaf
A1 personele bezetting in FTE
2013
2014
2015
2016
61
60
59
58
Onderwijzend personeel
663
649
635
621
Overige medewerkers
152
149
107
105
876
858
801
784
48
48
48
48
Onderwijzend personeel
650
656
650
655
Overige medewerkers
205
206
204
204
Primair Onderwijs
11.947
11.700
11.450
11.200
Voortgezet Onderwijs
10.083
10.092
10.232
10.274
22.030
21.792
21.682
21.474
Personele bezetting in FTE Primair Onderwijs: Management/directie
Voortgezet Onderwijs: Management/directie
Leerlingaantallen
A2
2013
2014
2015
2016
€ 17.246.000
€ 17.225.000
€ 17.122.000
€ 16.742.000
€ 277.000
€ 188.000
€ 188.000
€ 188.000
Vorderingen
€ 11.720.000
€ 11.720.000
€ 11.720.000
€ 11.720.000
Liquide middelen
€ 14.407.000
€ 10.964.000
€ 9.528.000
€ 9.540.000
€ 43.650.000
€ 40.097.000
€ 38.558.000
€ 38.190.000
€ 16.988.000
€ 13.532.000
€ 12.096.000
€ 12.108.000
€ 5.954.000
€ 5.380.000
€ 5.059.000
€ 5.519.000
€ 20.708.000
€ 21.185.000
€ 21.403.000
€ 20.563.000
€ 43.650.000
€ 40.097.000
€ 38.558.000
€ 38.190.000
Meerjarenbegroting Balans: Materiele vaste activa Voorraden
Reserves Voorzieningen Schulden
34
35
€ 2.279.000 € 9.369.000 € 164.000 € 147.521.000
€2.296.000 €9.172.000 €201.000 €144.777.000
€ 2.036.000 € 9.528.000 € 203.000 € 149.910.000
Overige baten
€ 3.612.000 € 11.084.000 € 17.307.000 € 148.957.000
€ -1.436.000
€3.828.000 €10.210.000 €17.534.000 €148.233.000
€-3.456.000
€ 3.699.000 € 10.327.000 € 15.976.000 € 146.984.000
€ 2.926.000
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige instellingslasten
Saldo baten en lasten
Totaal lasten
€ 116.954.000
€116.661.000
€ 116.982.000
Personele lasten
Lasten
Totaal baten
Financiële baten
Rijksbijdragen
Overige overheidsbijdragen
2015
€ 135.709.000
2014
€133.108.000
2013
€ 138.143.000
Baten
Staat van baten en lasten:
Vervolg A2
€ 12.000
€ 146.848.000
€ 15.524.000
€ 11.106.000
€ 3.308.000
€ 116.910.000
€ 146.860.000
€ 164.000
€ 9.256.000
€ 2.141.000
€ 135.299.000
2016
Toelichting
De constatering dat er ten aanzien van de organisatiebrede invoering nog een weg is te gaan laat onverlet dat er in 2013 en 2014 op onderdelen al wel belangrijke stappen zijn gezet. De kwartaal rapportages zijn aangepast en uitgebreid waardoor er niet alleen meer inzicht is in aard en omvang van gerealiseerde financiële resultaten maar ook in de geprognosticeerde resultaten. Dit laatste maakt gerichte en tijdige bijsturing mogelijk. Daarnaast zijn er, met succes, maatregelen getroffen gericht op het beheersen van het ziekteverzuim.
De ontwikkeling van het leerlingaantal is een bepalende factor voor zowel de personele bezetting als het financiële meerjarenperspectief. Voor het Primair Onderwijs wordt een jaarlijkse daling van 250 leerlingen verwacht. Deze daling vertaalt zich in de personele bezetting waarbij de sterke daling van de categorie “Overige medewerkers” in 2015 het gevolg is van de afronding van het sociaal plan. Het leerlingaantal voor het Voortgezet Onderwijs zal naar verwachting marginaal stijgen.
B2 Belangrijkste risico’s en onzekerheden
Hoewel er vanuit de diverse akkoorden extra middelen voor het onderwijsveld beschikbaar komen geldt voor een belangrijk deel van deze middelen dat nog nadere afspraken moeten worden gemaakt over de voorwaarden waaronder deze middelen ingezet kunnen worden. In het meer jarenperspectief zijn deze middelen wel volledig opgenomen maar is in afwachting van de nadere ontwikkelingen vooralsnog gekozen voor een beleidsarme inzet.
Leerlingaantal Primair Onderwijs Zoals in onderdeel A1 al cijfermatig aangegeven wordt voor het Primair Onderwijs rekening gehou den met een jaarlijkse daling van 250 leerlingen. Een structurele daling van het leerlingaantal herbergt het risico van personele en materiële overcapaciteit waarbij met name personele over capaciteit forse financiële implicaties kan hebben. Compenserende factor bij dit laatste is vergrijzing van het personeelsbestand van de ASG en de hier mee samenhangende uitstroom van medewerkers. Op dit moment valt niet te voorzien of het natuur lijk verloop van personeel voldoende zal zijn om personele overcapaciteit te voorkomen.
De Almeerse Scholen Groep heeft in haar reserve beleid zowel een ondergrens (8%) als een boven grens (25%) voor haar reservepositie benoemd. Gerelateerd aan het totaal van de baten wordt per ultimo 2016 een reservepositie geprognosticeerd van 8,24%. Voor de korte termijn verplichtingen (liqui diteit) streeft de Almeerse Scholen Groep naar een current ratio (vlottende activa/vlottende passiva) van minimaal 1. Per ultimo 2016 laat deze ratio zich berekenen op 1,04.
Bezuinigingsmaatregelen Rijksoverheid Het onderwijsveld is de afgelopen jaren fors getrof fen door bezuinigingsmaatregelen van de Rijks overheid. De recent beschikbaar gestelde aanvul lende middelen (o.a. Herfstakkoord) zijn weliswaar in dank ontvangen, maar vallen strikt genomen te beschouwen als een pleister op de wonde van de in jaren opgelopen achterstand in rijksbekostiging. Daarnaast geldt voor een deel van de extra midde len dat deze voorwaardelijk zijn toegekend en is op dit moment niet duidelijk of sprake zal zijn van extra lasten.
B1 Risico’s en risicobeheersingssysteem De Almeerse Scholen Groep onderkent het belang van adequaat risicomanagement, maar heeft ook moeten ondervinden dat de organisatiebrede invoering hiervan bepaald geen sinecure is. Risicomanagement raakt de hele organisatie en zal door de hele organisatie moeten worden gedragen. Dit gegeven in combinatie met de brede scope van risicomanagement (meer dan alleen financiën) zal het nodige van de organisatie vragen. Het belang is echter evident en rechtvaardigt de gevraagde inspanningen.
Functiemix Voortgezet Onderwijs In het bij onderdeel A2 geschetste meerjarenper spectief is geabstraheerd van de lasten verbonden aan de invoering van de tweede tranche van de functiemix in het Voortgezet Onderwijs. Zeer
36
recent is met instemming van het ministerie van OCW, sectorraad en vakbonden een rekentool ontwikkeld waarmee het definitief te realiseren percentage vervulde functiemix is te bepalen. De eerste uitkomsten hiervan zouden bij onver korte toepassing leiden tot een extra last die kan oplopen tot € 1 miljoen per jaar.
Decentralisatie onderhoud Primair Onderwijs Met ingang van 2015 komt het onderhoud van de schoolgebouwen voor Primair Onderwijs volledig voor rekening van de schoolbesturen. Onduidelijk is of de bijbehorende overheveling van middelen voldoende is om de toename van onderhoudslasten te dekken. In meerjarenperspectief is vooralsnog uitgegaan van een budgettair neutrale operatie.
B3 Rapportage toezichthoudend orgaan Zie de in het jaarverslag opgenomen separate rapportage door de Raad van Toezicht.
Treasury Bij haar activiteiten op het gebied van treasury is de Almeerse Scholen Groep gehouden aan zowel wettelijke bepalingen als interne richtlijnen. De wettelijke bepalingen worden gevormd door de “Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010”. De interne richtlijnen zijn opgenomen in het treasurystatuut van de Almeerse Scholen Groep en behelsen onder meer een verdere aanscherping van de wettelijke bepalingen. Met inachtneming van de wettelijke bepalingen en de interne richtlijnen heeft de Almeerse scholen Groep haar tijdelijk overtollige middelen uitgezet op deposito- en spaarrekeningen bij een drietal financiële instellingen (ING, ABN/AMRO en Rabo). De gehele groep heeft over 2013 een bedrag van ruim € 203.000 aan rentebaten gerealiseerd wat neerkomt op een rentepercentage van 1,65. Per ultimo 2013 waren alle bancaire tegoeden vrij opneembaar.
37
ASG (inclusief Nieuwe Wijken): balans per 31 december 2013 (na resultaatbestemming)
2013 Vaste activa
EUR
2012 EUR
1.2 Materiële vaste activa 13.561.464
EUR
EUR
14.871.212 13.561.464
14.871.212
Vlottende activa 1.5 Voorraden
276.748
212.238
1.6 Vorderingen
8.444.193
8.221.367
1.7
8.980.462
7.355.462
Liquide middelen
17.701.403
15.789.067
31.262.867
30.660.279
2.1 Eigen vermogen
9.039.356
6.847.927
2.2 Voorzieningen
5.550.817
5.311.490
2.3 Langlopende schuld
51.991
62.814
2,4 Kortlopende schuld
16.620.703
18.438.048
Totaal passiva
31.262.867
30.660.279
Totale activa
38
ASG: staat van baten en lasten over 2013
2013 Baten
EUR
Begroting 2013 EUR
EUR
EUR
2012 EUR
109.968.623
103.724.458
106.055.613
Overige overheids bijdragen en -subsidies
2.004.762
864.300
1.190.206
Overige baten
9.564.773
10.036.694
9.682.815
3.1
Rijksbijdragen
3.2 3.5
Totaal baten
121.538.158
114.625.452
EUR
116.928.634
Lasten 90.660.445
88.172.619
94.429.318
Afschrijvingen
2.997.522
2.668.445
2.923.742
4.3
Huisvestingslasten
7.510.401
7.051.956
5.959.399
4.4
Overige lasten
18.378.279
17.414.032
17.954.733
4.1
Personeelslasten
4.2
5
Totaal lasten
119.546.647
115.307.052
121.267.192
Saldo baten en lasten
1.991.511
-681.600
-4.338.558
Financiële baten en lasten
199.918
251.200
200.244
2.191.429
-430.400
-4.138.314
Resultaat
39
ABVO Flevoland: balans per 31 december 2013 (na resultaatbestemming)
2013 Vaste activa 1.2 Materiële vaste activa
EUR
2012 EUR
3.593.944
EUR
EUR
4.241.368 3.593.944
4.241.368
Vlottende activa 1.5 Vorderingen 1.6 Effecten 1.7
Liquide middelen
3.053.789
2.891.277
-
-
5.278.088
4.030.333 8.331.877
6.921.610
11.925.821
11.162.978
7.862.245
6.939.292
368.635
395.214
2.4 Kortlopende schuld
3.694.941
3.828.472
Totaal passiva
11.925.821
11.162.978
Totale activa 2.1 Eigen vermogen 2.2 Voorzieningen
40
ABVO Flevoland: staat van baten en lasten over 2013
2013 Baten 3.1
Rijksbijdragen
3.2
Overige overheids bijdragen en -subsidies
3.5
Overige baten
EUR
Begroting 2013 EUR
EUR
2012
EUR
EUR
28.174.024
26.572.902
25.477.832
30.773
26.500
37.951
1.731.432
1.627.567
1.139.918
Totaal baten
29.936.229
28.226.969
EUR
26.655.701
Lasten 21.888.616
21.549.651
20.690.022
629.731
663.762
575.521
Huisvestingslasten
2.397.390
2.165.414
-65.425
Overige lasten
4.100.046
3.884.142
4.032.820
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3 4.4
Totaal lasten
29.015.783
28.262.969
25.232.938
Saldo baten en lasten
920.446
-36.000
1.392.763
5
Financiële baten en lasten
2.507
0
105.180
7
Resultaat deelnemingen
922.953
-36.000
1.497.943
Resultaat
41
Entrada: balans per 31 december 2013 (na resultaatbestemming)
2013 Vaste activa
EUR
1.2 Materiële vaste activa
90.973
2012 EUR
EUR
EUR
207.998 90.973
207.998
Vlottende activa 1.5 Vorderingen
221.940
262.477
1.7
148.830
52.725
Liquide middelen
370.770 461.743
315.202 523.200
2.1 Eigen vermogen
86.821
274.793
2.2 Voorzieningen
34.748
36.673
2.4 Kortlopende schuld
340.174
211.734
Totaal passiva
461.743
523.200
Totale activa
42
Entrada: staat van baten en lasten over 2013
2013 Baten
EUR
Begroting 2013 EUR
EUR
2012
EUR
EUR
3.1
Rijksbijdragen
0
0
0
3.2
Overige overheids bijdragen en -subsidies
0
0
0
3.5
Overige baten
6.281.690
6.525.000
6.619.783
Totaal baten
6.281.690
6.525.000
EUR
6.619.783
Lasten 4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
Huisvestingslasten
4.4
Overige lasten
4.614.190
4.715.100
4.907.769
72.172
75.000
94.069
418.742
381.000
387.242
1.364.984
1.613.400
1.189.920
6.470.088
6.784.500
6.579.000
Saldo baten en lasten
-188.398
-259.500
40.783
5
Financiële baten en lasten
426
0
512
7
Resultaat deelnemingen
-187.972
-259.500
41.295
Totaal lasten
Resultaat
43