VLAAMS SECRETARIAAT VAN HET KATHOLIEK ONDERWIJS Pedagogisch Bureau – Dienst Vakoverschrijdende Thema’s Werkgroep ‘Gezondheid op school’
EEN GEZONDHEIDSBELEID OP EEN KATHOLIEKE SCHOOL
Een harmonisch samenspel van gezondheidsbevorderende inspanningen op diverse niveaus?
INHOUDSTAFEL
1 1.1
1.2 1.3 1.4
2 2.1 2.2 2.3 2.4 3 3.1 3.2 3.3
3.4
3.5
3.6 3.7 3.8
4 4.1
4.2 4.3
GEZONDHEID IN EEN KATHOLIEKE SCHOOL................................................................. 3 Aandacht voor gezondheid als onderdeel van de opdrachtsverklaring................................ 3 1.1.1 Openheid naar het eigen ik ............................................................................................ 4 1.1.2 De gerichtheid naar de anderen ..................................................................................... 4 1.1.3 Verbondenheid met de natuur ........................................................................................ 5 1.1.4 Gerichtheid op transcendente waarden ......................................................................... 5 Algemene doelstellingen bij gezondheidsbevordering ......................................................... 5 Gezondheid, opvoedingsopdracht versus overheidsverplichting ......................................... 6 De vrije Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB), het eerste schoolnabije aanspreekpunt6 1.4.1 Van pro - actief naar reactief optreden........................................................................... 7 1.4.2 Van acties gericht op individuen naar acties gericht op de omgeving. .......................... 8 1.4.3 Van adviserende interventies tot emancipatorische interventies ................................... 9 VAN GEZONDHEIDSEDUCATIE NAAR GEZONDHEIDSBEVORDERING ....................... 9 Eindtermen, ontwikkelingsdoelen een decretale verplichting ............................................... 9 Implementeren een kwestie van interpreteren? ................................................................. 11 Een intentieverklaring, van de ministers van Onderwijs, Landbouw, Sport en Cultuur en Welzijn................................................................................................................................. 11 Ondersteuning vanuit het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie (VIG)................... 12 EEN GEZONDHEIDSBELEID OP SCHOOL UITWERKEN ............................................... 12 Inleidende vaststellingen en bedenkingen.......................................................................... 12 Een stappenplan voor de realisatie van een gezondheidsbeleid ....................................... 14 Informeren en motiveren: zoeken naar een draagvlak en betrokkenheid uitlokken ........... 14 3.3.1 Verken de bereidheid tot vernieuwing .......................................................................... 14 3.3.2 Geef duidelijke informatie van bij het begin en op alle niveaus ................................... 14 3.3.3 Zorg voor duidelijke verantwoordelijkheden ................................................................. 15 3.3.4 Begin bij het inschakelen van bestaande overlegstructuren ........................................ 15 3.3.5 Spreek externe partners aan ........................................................................................ 15 3.3.6 Betrek en motiveer actoren en partners via concrete activiteiten ................................ 15 Bevragen, meten of inventariseren: vertrekken van het eigen schoolniveau ..................... 16 3.4.1 Bevragen en meten ...................................................................................................... 16 3.4.2 Inventariseren ............................................................................................................... 16 Noden vastleggen en prioriteiten bepalen .......................................................................... 17 3.5.1 Omschrijf de behoeften van de school ......................................................................... 17 3.5.2 Leg prioriteiten voor actie vast...................................................................................... 19 Een actieplan opstellen....................................................................................................... 19 Evalueren en/of bijsturen ................................................................................................... 19 Een samenhangend gezondheidsbeleid............................................................................. 20 3.8.1 Inspanningen leveren voor de gezondheid van vier doelgroepen.............................. 20 3.8.2 Een gezondheidsbeleid ontwikkelen bestaande uit drie luiken .................................... 21 ONDERSTEUNING EN BEGELEIDING............................................................................. 23 Ontwikkelde ondersteuning en begeleiding van het VSKO ................................................ 23 4.1.1 Algemeen voor alle onderwijsniveaus .......................................................................... 23 4.1.2 Voor het basisonderwijs ............................................................................................... 23 4.1.3 Voor het secundair onderwijs ....................................................................................... 24 Ondersteunende organisaties............................................................................................. 24 Recente lectuur................................................................................................................... 25
Dienst Vakoverschrijdende Thema’s, Een gezondheidsbeleid op school
blz. 2
Inleiding Thuis, te midden van vrienden in de buurt en op school krijgen kinderen hopelijk de kans om gezond gedrag te leren en een groot deel van hun jeugd op een gezonde wijze te beleven. In het opvoedingsproject van een katholieke school staat uitdrukkelijk vermeld dat zij jongeren theoretisch, technisch en praktisch wil vormen en opvoeden tot jongvolwassenen die volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Binnen deze omschrijving is een belangrijke plaats voorzien voor een brede waaier van gezondheidsaspecten. Tussen gezondheid van leerlingen, hun welzijn, het zich welbevinden en hun studieresultaten bestaat een duidelijk oorzakelijk verband. Samen met gezonde leraren die met plezier lesgeven en binnen een team samen werken leidt dit mee tot een ‘gezonde school’. We willen in deze tekst achtereenvolgens stilstaan bij: -
-
Gezondheid op een katholieke school is inherent verbonden met de opdrachtverklaring en het opvoedingsconcept; De omschrijving van het begrip gezondheid in het algemeen en de evolutie bij de invulling en realisatie ervan door de overheid; De realisatie van een gezondheidsbeleid op een school, gebruik makend van de bestaande middelen die de voorbije jaren bij de realisatie van vakoverschrijdende thema’s hun degelijkheid hebben bewezen; Een overzicht van beschikbare informatiekanalen, didactische ondersteuning en schooleigen en schoolexterne begeleidingsmogelijkheden.
1
GEZONDHEID IN EEN KATHOLIEKE SCHOOL
1.1
Aandacht voor gezondheid als onderdeel van de opdrachtsverklaring
Een katholieke school stelt zich ten doel kinderen en jongeren te vormen en op te voeden om ze hun plaats in de hedendaagse maatschappij temidden van vele anderen te laten innemen. Aandacht voor gezondheidsbevordering zit als een vanzelfsprekend fundament in de bijbelse opdracht om het ontvangen leven te koesteren, te verzorgen, ervan te genieten en waar mogelijk te verbeteren en te delen. Dit sluit aan bij de gedachten van het ‘rentmeesterschap’ en de ‘ontwikkeling van de ontvangen talenten’ waarbij waarden en normen aangebracht en beleefd worden die ons zijn voorgeleefd door Jezus Christus, herkenbaar voor iedereen in het Nieuwe Testament. Een school als een lerende gemeenschap vormt een afspiegeling van de maatschappij, een minimaatschappij als het ware. Basisvorming en opleiding door theoretische, technische en praktische leervakken kunnen niet los gezien worden van een brede opvoeding en dus ook de zorg voor het fysisch, psychisch en sociaal welzijn niet alleen van leerlingen maar ook van leraren en andere personeelsleden. Opvoeding en vorming veronderstellen telkens weer het bijbrengen van kennis en inzicht, het inoefenen van vaardigheden en het verwerven van attitudes, anders gezegd voortdurende aandacht voor de ontwikkeling van hoofd, hart en handen. Wie zich goed in zijn vel voelt en in een gezonde omgeving mag werken en studeren krijgt meer kansen om zich evenwichtiger te ontplooien. Een evenwichtige ontplooiing betekent dat we leerlingen en personeel hierbij leren: -
in relatie te treden met het eigen ik; als individu te leven door, samen met en voor anderen zowel in de klassegemeenschap als in de mini - maatschappij die een school is; de schoolomgeving, zowel de mens als de natuur, te betrekken bij welzijn en welbevinden; in dit proces transcendente waarden aan te leren en samen te beleven;
en daarbij oog te hebben voor veranderingen en evolutie in de tijd en in de ruimte doorheen alle inspanningen.
Dienst Vakoverschrijdende Thema’s, Een gezondheidsbeleid op school
blz. 3
In het ‘Opvoedingsconcept van het katholiek basisonderwijs in Vlaanderen1’ lezen we: Opvoedend onderwijs in het katholiek basisonderwijs is geïnspireerd door het geloof in Gods liefdevolle nabijheid en in de verbondenheid met Jezus Christus. Het team streeft er naar een optimale vorming van de totale persoon als vrij en uniek wezen om gaandeweg verantwoordelijkheid te dragen voor zichzelf. Deze vorming krijgt gestalte in een reële context van het samenleven in een wereld en vanuit het christelijk mens- en wereldbeeld. Ze is met andere woorden gericht op solidariteit met anderen, op gerechtigheid en op kritisch-creatieve zorg voor de wereld als geheel.
1.1.1
Openheid naar het eigen ik
De zorg om een gezond emotioneel, fysiek en geestelijk leven, de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling tot volwassenheid als oriëntatie op een zinvolle toekomst, het laten groeien van eigen wilskracht en het trainen van een zindelijke en eerlijke lichaam- en denkstijl, het zijn kenmerken van een positief zelfbeeld. Zelfkennis over eigen mogelijkheden en niet-mogelijkheden zijn er de noodzakelijke begeleidingsinstrumenten van. Waarden als aandacht voor de eigen - aardigheid van het ik, aanvaarding van de eigen fysiek, dankbaarheid en respect voor het ontvangen leven, genieten van eigen zijn, zich welbevinden op deze wereld tussen anderen groeien hierdoor langzaam en individueel. Hieruit groeit een zelfwaardegevoel en een zelfvertrouwen, de noodzakelijke basis voor een evenwichtige groei, een harmonieuze ontwikkeling. Signalen van het lichaam kunnen dan ervaren worden als tekens van fysisch of geestelijk evenwicht of on-evenwicht. Vanuit een grondhouding van matigheid op gebied van voeding, soberheid wat betreft genotsmiddelen, voorzichtigheid in geneesmiddelenverbruik, aandacht voor evenwicht tussen in- en ontspanning, voor een correcte houding, veilig omgaan met mens en de materie kan het eigen - ik genieten.
1.1.2
De gerichtheid naar de anderen
Deze gerichtheid doorloopt een proces van een leven "door" de andere (het zeer jonge kind) over een leven "met" de andere (de jeugdige) naar een leven "voor" de andere (de ontwikkeling naar volwassenheid). Aandacht, begrip, zorg en verantwoordelijkheid voor het welbevinden en de gezondheid van anderen, voor de zwakkeren in de samenlevingen voor hen die hulp nodig hebben, in respect voor hun eigenheid en zelfwaarde, kenmerken het diepgelovig principe van solidariteit en medemenselijkheid. Deze solidariteit komt ook tot uiting in een maatschappij die bestaansvoorwaarden dient te creëren waar iedereen de mogelijkheid krijgt menswaardig op te groeien: voeding, kleding, huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, werk en sociale bijstand, en de hulp en ondersteuning die hiertoe nodig zijn. In dialoog zal een ontmoeting met de andere plaatsgrijpen, die zich kenmerkt door aanvaarding, respect, begrip, overleg, luisterbereidheid en consensus. Inzicht in het gevolg van eigen handelen kan de bron van menselijke conflicten en agressie droogleggen. Ook non-verbale signalen van de andere kunnen informatie verstrekken over zijn lichamelijke en geestelijke gezondheid, aan leraren en jongeren de voortdurende zorg hiervoor alert te zijn. Zo groeien waarden als dankbaarheid, goedheid en wederzijds respect, ook voor de zwakkeren en de gekwetsten. Veiligheid en geborgenheid zijn twee belangrijke ervaringen die een gezond schoolleven dienen te kenmerken.
1
Opvoedingsconcept voor het Katholiek Basisonderwijs in Vlaanderen, VVKBaO 2000
Dienst Vakoverschrijdende Thema’s, Een gezondheidsbeleid op school
blz. 4
1.1.3
Verbondenheid met de natuur
Deze verbondenheid begint met de ervaring van de natuur, de gewaarwording ervan met al zijn zintuigen, de belevenis. Zo natuurlijk mogelijk omgaan met de natuur betekent de natuur gebruiken voor verbetering van de menselijke gezondheid, maar niet misbruiken. De verbondenheid met de natuur krijgt meer zin in de menselijke arbeid, die kan begrepen worden als een bevrijdend medescheppen, een bron van levensmogelijkheden. Arbeid moeten we begrijpen in al zijn facetten: het ver- en bewerken van de schepping tegen vergoeding, benevole arbeid, arbeidsherverdeling, beperkte arbeid, deeltijds werken ... Hierdoor ontstaat een huis vol geborgenheid voor allen, ook diegenen die anders, beperkt of helemaal niet kunnen bijdragen tot de ontwikkeling ervan.
1.1.4
Gerichtheid op transcendente waarden
Het leven en de lichamelijke gezondheid van onszelf en de anderen is een kostbaar goed dat ons door God toevertrouwd is. Terzelfder tijd ervaren christenen God als meelevend en meelijdend met wie in pijn door het leven moet. Ze weten zich geroepen om op een gepaste wijze zorg te dragen voor en rekening te houden met de noden van de anderen. Ook al roept de christelijke moraal ons op tot eerbied voor het lichamelijke leven, toch maakt ze van de lichamelijkheid geen absolute waarde. Ze verzet zich tegen een nieuw - heidense opvatting die er op uit is om de cultus van het lichaam te bevorderen, daaraan alles op te offeren en de fysieke perfectie of de sportieve prestaties te verafgoden. Door de selectie tussen sterken en zwakken, die uit een dergelijke houding volgt, kan een ontaarding van de menselijke verhoudingen ontstaan. Aandachtig voor esthetische, ethische en religieuze waarden die ons overstijgen zoeken mensen de waarheid in de waarden van innerlijke schoonheid en goedheid. Hier beleven wij de verbondenheid met de levende God binnen een gemeenschap als het gezin, de buurt, de school, volk, kerk en wereld.
1.2
Algemene doelstellingen bij gezondheidsbevordering
Gezondheidsbevordering beoogt het bijbrengen van een grondhouding gericht op een gezonde levensstijl door kennisoverdracht, bewustwording, attitudevorming, het aanleren van vaardigheden bij te brengen die: 9
nodig zijn om bij jongeren een waarden-vol, positief zelfbeeld op te bouwen naar lichaam en geest en respectvol te leren omgaan met de anderen. • •
9
De leerlingen zijn zich bewust van hun gevoelens ten aanzien van zichzelf (eigen lichaam, zelfwaarde gevoel) en ten aanzien van anderen. Zij kunnen dit ter sprake brengen, en groeien in het duiden, in het controleren en in het richting geven ervan. De leerlingen krijgen inzicht in gezondheidsbevorderende en gezondheidsremmende factoren in andere samenlevingsvormen en bevolkingsgroepen;
noodzakelijk zijn om jongeren verantwoorde keuzes te leren maken ter bevordering van het emotioneel fysiek, psychisch en sociaal welzijn van zichzelf en de anderen (gezin, vrienden, school, omgeving). • •
De leerlingen ervaren signalen in verband met hun emotioneel, fysisch en geestelijk welzijn en dat van anderen; kunnen dit ter sprake brengen, tot op zekere hoogte duiden en er op een adequate manier mee omgaan. De leerlingen leren inzien dat een gezond leven een dynamische opdracht is voor iedereen en dat een maatschappij als taak heeft de gezondheid en het welzijn van zijn burgers als voornaamste prioriteit voorop te stellen.
Dienst Vakoverschrijdende Thema’s, Een gezondheidsbeleid op school
blz. 5
• 9
De leerlingen zetten zich mee in om op school samen met alle anderen een gezondheidsstimulerend milieu en schoolklimaat te realiseren;
leiden tot een gefundeerde overtuiging waaruit zich stapsgewijze een adequaat gedrag kan ontwikkelen dat leidt tot een zich lichamelijk en geestelijk welbevinden en tot welzijn van anderen in hun leefwereld. • •
De leerlingen leren hun keuze in leven, inzicht en overtuiging toepassen in hun dagelijks gedrag en hun relaties met anderen. De leerlingen leren het ontwikkelde gedrag bestendigen over langere periodes en leggen er mogelijk ook getuigenis over af.
Het basisonderwijs vat dit zeer algemeen maar zeer kernachtig samen in zijn ‘Opdracht’: -
-
1.3
werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsinhoudelijk aanbod; kinderen in contact brengen met alle cultuurcomponenten, in het bijzonder met de wereld van het samenleven met anderen, de wereld van het goede en die van de uiteindelijke zingeving; werken aan een stimulerend opvoedingsklimaat en een doeltreffende didactische aanpak; werken aan de ontplooiing van ieder kind, vanuit een brede zorg en dit in overleg en samenwerking; werken aan de school als gemeenschap en als organisatie vanuit een overlegcultuur en een voortdurende planning en vanuit het eigen opvoedingsproject; groeien in deskundigheid en spiritualiteit.
Gezondheid, opvoedingsopdracht versus overheidsverplichting
De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO - Ottawa 1986)2 formuleerde volgende definitie van gezondheid: “Gezondheid is een toestand van een zo optimaal mogelijk fysiek, psychisch en sociaal welbevinden, waarbij iedereen de kans moet hebben om als mens capaciteiten te ontwikkelen en te gebruiken met een maximaal aantal vrijheidsgraden en keuzemogelijkheden.” Het is duidelijk dat vanuit een christelijk perspectief het ‘… capaciteiten ontwikkelen en te gebruiken met maximale aantal vrijheidsgraden…” aan beperkingen onderhevig is. De zwakke en de kansarme heeft dit groot aantal vrijheidsgraden en keuzemogelijkheden niet. Wie er wel kan over beschikken heeft vanuit respect en medemenselijkheid de christelijke taak om aandacht te schenken aan kansarmen en fysisch beperkte medemensen. Solidair met alle medemensen zijn verantwoordelijkheid opnemen is dan ook het logische gevolg ervan. Ook ‘… met een maximaal aantal keuzemogelijkheden, …’ zal op een katholieke school getoetst worden aan de bijbelse ethiek.
1.4
De vrije Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB), het eerste schoolnabije aanspreekpunt
Acties in verband met preventieve gezondheid situeren zich voor de CLB’s op drie dimensies3. In deze recente visietekst worden drie dimensies onmiddellijk geduid. Ook lezen we tussen de regels wanneer het CLB zijn expertise inbrengt, op vraag van wie en welke rol het hierbij vervult: als expert; als actieve coach, lid van een schoolteam. Doorheen talrijke voorbeelden krijgt de lezer een zicht op het brede scala van mogelijke interventies. Tot slot worden grenzen getrokken voor het optreden van de CLB – medewerker waarbij de link wordt gelegd met schoolexterne expertise, dikwijls bij individuele ondersteuning en hulpverlening.
2
World Health Organisation, ‘Ottawa Charter for Health Promotion’, International conference on Health Promotion, 17-21 november 1986, Ottawa, Canada. 3 Koepel van de Vrije Centra voor Leerlingenbegeleiding, visietekst Preventieve gezondheidszorg (PGZ), PGZ: de uitdaging voor álle CLB-medewerkers?, Stuurgroep gezondheidsbevordering, Leuven 2004
Dienst Vakoverschrijdende Thema’s, Een gezondheidsbeleid op school
blz. 6
1.4.1
Van pro-actief naar reactief optreden
Bij een pro-actief optreden beschouwen we gezondheid als een positief na te streven goed. We richten ons hierbij op een brede doelgroep. We willen het ontstaan van een probleem voorkomen en de verdere ontwikkeling van een probleem beperken. Hierbij focussen we op bepaalde groepen. Om te verhinderen dat het probleem ernstiger wordt, treden we reactief op, bij een kleine groep of bij een individu. Het continuüm van pro-actief naar reactief toont dat er minstens vier ingangspoorten zijn. Die zijn conceptueel van elkaar te onderscheiden, maar in de praktijk merkt men dat acties een meervoudige invloed hebben (werken via verschillende ingangspoorten). Een beleidsmaatregel die oorspronkelijk wordt ingevoerd om een probleem in te perken, kan bij een volgende cohorte leerlingen het probleem voorkomen. Bij een zuiver pro-actief optreden vertrekken we van gezondheid als een positief na te streven goed. Dergelijke acties richten zich op een brede doelgroep, bijvoorbeeld de hele schoolbevolking. Voorbeelden daarvan zijn het aanbieden van een gezond en evenwichtig ontbijt, het invullen van een zinvolle vrijetijdsbesteding, het inroosteren van lessen Leefsleutels, het creëren of versterken van een positieve attitude ten opzichte van de fietshelm. Iets verder op het continuüm liggen interventies die het ontstaan van een probleem willen voorkomen. Dat kunnen we als we het probleem vroegtijdig opsporen en/of door het individu er specifiek tegen te wapenen. Deze acties zijn niet meer op iedereen gericht, maar wel op bepaalde groepen. Voorbeelden zijn leeftijdsgebonden onderzoek van gezichtsvermogen en gehoor, opvolging van de pubertaire ontwikkeling, vaccinaties, kennisverstrekking omtrent anticonceptie of omtrent het voorkomen van voetzoolwratten. Leerlingen van een bepaalde leeftijd worden doorgaans sterk aangesproken door de getuigenissen van een ex-verslaafde of een AIDSpatiënt. Soms zijn we er te laat bij om een probleem helemaal te voorkomen en dan willen we de verdere ontwikkeling ervan beperken. We focussen ons dan op een kleine groep jongeren bij wie een probleem zich manifesteert. Voorbeelden zijn het coachen van scholen bij de aanpak van een luizenprobleem en zich richten naar leerlingen die niet ontbijten in de hoop dat ze hiermee zullen vermageren. Richtlijnen i.v.m. zware boekentassen verminderen rugklachten en vermijden dat rugproblemen zich ontwikkelen in een volgende cohorte leerlingen. Als we een reeds bestaand probleem willen verhelpen en verhinderen dat het nog ernstiger wordt, zullen we veeleer reactief optreden. Reactief optreden doen we vaker via een smallere ingangspoort dan bij pro-actief optreden. Voorbeelden zijn begeleiding of hulpverlening bij experimenterende druggebruikers, het coachen van individuele leerlingen bij faalangst, de organisatie van een rookstopcursus, begeleiding van leerlingen met eetproblemen. Gezondheidsproblemen zoals epilepsie, anorexia, verslaving, lichamelijke of mentale handicaps vergen een meer gespecialiseerde, intensieve en individuele aanpak. Dat kan niet meer door school en CLB alleen. Met het oog op het welbevinden van de leerling op school zal het CLB zorgen voor de brugfunctie met de gespecialiseerde diensten. Pro-actief optreden
Aanbod evenwichtig ontbijt
Reactief optreden
Begeleiding eetproblemen
Figuur 1: De dimensie van pro - actief naar reactief optreden
Dienst Vakoverschrijdende Thema’s, Een gezondheidsbeleid op school
blz. 7
1.4.2
Van acties gericht op individuen naar acties gericht op de omgeving.
Interventies kunnen als doel hebben individuen te veranderen, maar kunnen ook als doel hebben de omgeving waarin mensen verblijven, te veranderen. Naast acties die gericht zijn op leerlingen omvat een effectief gezondheidsbeleid interventies die gericht zijn op de omgeving van de leerling. De klas, de school- en de thuisomgeving beïnvloeden de gezondheid van leerlingen. Soms sturen omgevingskenmerken het gedrag van jongeren, bijvoorbeeld wanneer de beschikbare sportaccommodatie jongeren uitnodigt de middagpauze op een actieve manier door te brengen. Maar een omgeving is méér dan een stel kenmerken die gezond of ongezond gedrag in de hand werken. Een gemeenschappelijke visie op gezondheid en een uitgewerkt gezondheidsbeleid zijn eveneens belangrijke omgevingskenmerken. Voorbeeld van actie gericht op individuen: Tijdens een medisch consult kan de arts een leerling motiveren de tanden extra goed te verzorgen. Die tussenkomst kan ook ondersteund worden door een klassikale actie voor een betere tandhygiëne. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat de meest efficiënte tussenkomsten diegene zijn die zo dicht mogelijk bij de reële context van de leerlingen liggen. In de schoolsituatie betekent dit dat leerlingen het grootste deel van de tijd door brengen in hun klas met hun titularis of vakleerkracht. Dit heeft ook als gevolg dat we als CLB-medewerker van een school vaak aangesproken worden door diegenen die het dichtst bij de leerling staan. We brengen hier dan ook het subsidiariteitsprincipe in herinnering dat stelt dat opvang en begeleiding van leerlingen in de eerste plaats thuis en in de klas/op school dient te gebeuren. Door advies en coaching van leerkrachten kan men in specifieke situaties méér effect behalen dan via sporadische contacten met de doelgroep zelf. Deze ondersteuning van leerkrachten kan veel verschillende vormen aannemen; van het verstrekken van info en advies over inzicht geven in leerlingengedrag via onderzoek tot het aanreiken van materialen. Voorbeeld: De ‘Wedstrijd rookvrije klassen’ die gepromoot wordt door het LOGO. Met dit initiatief wil men de school een aanzet geven om te werken rond tabakspreventie en wil men een concept aanreiken om met de volledige schoolgemeenschap te werken aan een rookbeleid. De wedstrijd zelf richt zich tot de eerste graad van het secundair onderwijs. Vanuit het LOGO en hun samenwerkingsverband met het VIG zijn materialen ontwikkeld die de leerkracht kunnen helpen om het thema “tabak” in de verschillende vakken aan bod te laten komen (o.a. Prikkelmap …). Voorbeeld van acties gericht op de omgeving: De aanwezigheid van snoep- en frisdrankautomaten op school maakt het gemakkelijk om een riskant eetpatroon te ontwikkelen. Elkaar trakteren met snoep op verjaardagen is een gebruik op veel scholen. Daarom ijveren we voor gezonde tussendoortjes op school. Een gezondheidsbevorderende schoolomgeving creëert meer kansen om gezond gedrag te stellen en nodigt uit tot het maken van een gezonde keuze. We treden schoolpersoneel en ouders tegemoet in hun vragen en bekommernissen over de eerste seksuele ervaringen van jongeren. Een verantwoord medicatie- of rookbeleid beïnvloedt het gedrag van de leerlingen en creëert een gedeelde norm die stelt dat gezondheid een waardevol gegeven is. De gezondheid van de leerlingen is een belangrijk aandachtspunt op de klassenraad, net als de schoolse vorderingen. Sommige ingrepen hebben tegelijk op het individu en op de omgeving een impact. Profylactische maatregelen m.b.t. besmettelijke aandoeningen helpen en beschermen niet alleen de betrokken persoon, maar ook zijn directe omgeving en de volledige schoolpopulatie. Interventies gericht op individuen en omgevingsinterventies mogen niet los van elkaar staan. Het individueel motiveren van leerlingen heeft meer kans op slagen als verschillende kanalen dezelfde boodschap brengen in een omgeving die mensen uitnodigt tot het maken van gezonde keuzes. Afstemming en overleg zijn daarom onontbeerlijk. Voorbeeld: Het medisch consult levert niet alleen voor de individuele leerling nuttige informatie op, ook de overheid en de school hebben er baat bij. De registraties met aandacht voor de privacy van de leerling vormen een basis voor een gezond schoolbeleid.
Dienst Vakoverschrijdende Thema’s, Een gezondheidsbeleid op school
blz. 8
Op het individu gerichte interventies
Voedingstips voor leerlingen
Omgevingsgerichte interventies
Aanbod op school van gezonde tussendoortjes
Figuur 2: De dimensie van op het individu gerichte acties naar omgevingsgerichte acties
1.4.3
Van adviserende interventies tot emancipatorische interventies
Een interventie kan individueel of beleidsmatig zijn. Soms geven we advies als expert. Bij emancipatorische interventies treden we op als coach. De interventie kan zowel het individu als het beleid ondersteunen. In een adviserende interventie neemt de CLB - medewerker de rol van expert op zich. Voorbeelden van uitgebracht advies: Hij adviseert de leerling individueel bij de samenstelling van een evenwichtig lunchpakket. Hij geeft de school advies bij de samenstelling van een EHBO - koffer, bij het veiliger maken van de speelplaats, bij de samenstelling van evenwichtige schoolmaaltijden. Hij kan de leerkrachten ondersteunen door informatie en materialen te verstrekken bij het uitwerken van lessen over hygiëne. Hij adviseert ouders over een goede studieomgeving. Bij een emancipatorische interventie spreken we de leerling aan om zich gezond te gedragen. Hier komt de rol van coach op de voorgrond, die van expert verschuift meer naar de achtergrond. Het komt erop aan een evenwicht te vinden tussen adviseren en het respecteren van de eigen keuzes en verantwoordelijkheid van de leerling. Voorbeelden van emancipatorische acties zijn deze waarbij leerlingen mee bepalen hoe hun schoolomgeving vorm krijgt. Leerlingen mogen meedenken en meebepalen hoe de refter en de speelplaats eruit zien zodat ze de middagpauze op een aangename wijze doorbrengen. Ouders werken mee aan een veilig verkeersplan voor de school. Doordat leerlingen het medisch consult gaan ervaren als een gelegenheid om actief vragen te stellen, zorgen en bekommernissen te uiten, verhogen we hun betrokkenheid en stimuleren we het opnemen van hun verantwoordelijkheid. Door het consult nauwer te laten aansluiten bij het schoolse gebeuren en de link te leggen met de vakoverschrijdende eindtermen wordt het medisch consult een interactief moment. Adviserende acties CLB geeft school advies over schoolmaaltijd
Emancipatorische acties Leerlingenraad krijgt inspraak in samenstelling schoolmaaltijd
Figuur 3: De dimensie van adviserende naar emancipatorische acties
2
VAN GEZONDHEIDSEDUCATIE NAAR GEZONDHEIDSBEVORDERING
2.1
Eindtermen, ontwikkelingsdoelen een decretale verplichting
Vanaf 1997 voor het basisonderwijs (BaO)4 en voor de eerste graad secundair onderwijs (SO) en vanaf 2002 voor de tweede en derde graad SO, legde het Vlaams Parlement leergebiedgebonden
4
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap – Departement Onderwijs, Decreet tot bepaling van de ontwikkelingsdoelen en de eindtermen van het gewoon basisonderwijs ,27 mei 1997
Dienst Vakoverschrijdende Thema’s, Een gezondheidsbeleid op school
blz. 9
eindtermen in WO van het BaO en vakoverschrijdende eindtermen gezondheidseducatie voor het SO5 op. In een ondersteunende publicatie6 van de Vlaamse Overheid voor de eerste graad staat te lezen dat omgevingsfactoren gezondheid zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden: “Gezondheid heeft betrekking op lichamelijke, geestelijke en sociale aspecten die elkaar wederzijds beïnvloeden. Ze wordt beïnvloed door omgevingsfactoren en de persoonlijke leefstijl van een individu. Beide kunnen gezondheidsbevorderend zijn of een risico inhouden voor de gezondheid.” Het katholiek onderwijs verwerkte in het basisonderwijs deze eindtermen die betrekking hebben op een breed gamma van educaties7, waaronder gezondheid in de leerplandoelstellingen van Wereldoriëntatie. Voor de eerste graad van het secundair onderwijs werd een brochure ‘Gezondheidseducatie’8 uitgewerkt.” Na de publicatie van de vakoverschrijdende eindtermen voor tweede en derde graad in het SO werd in ‘Over de grenzen’9 een gezondheidsbeleid op school omschreven als: “Het einddoel is dat jongeren over gezondheid keuzes kunnen maken, besluiten nemen en daar naar handelen”. De gezondheidsbevorderende school werkt niet alleen aan de vakoverschrijdende eindtermen voor gezondheidseducatie maar heeft ook het schoolbeleid, het schoolklimaat, de schoolorganisatie en de schoolomgeving als doel van verandering. Gezondheidsbevordering op school betekent werken op drie niveaus: de klas, het schoolbeleid en de lokale gemeenschap.” Van meet af aan was het duidelijk dat bij de samensmelting van het Medisch Schooltoezicht (MST) en de Psycho – Medisch - Sociale diensten tot Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB) deze schoolondersteunende actoren een belangrijke plaats bleven innemen in het gezondheidsbeleid op de school. In artikel 5 van het CLB - decreet10 wordt welbevinden bestempeld als basisvoorwaarde voor het leren. “De centra hebben als opdracht bij te dragen tot het welbevinden van leerlingen nu en in de toekomst. Hierdoor wordt bij leerlingen de basis gelegd van alle leren zodat zij door hun schoolloopbaan heen competenties kunnen verwerven en versterken die de grondslag vormen voor een actuele en voortdurende ontwikkeling en maatschappelijke participatie.” In de visietekst van de Vrije Centra voor Leerlingenbegeleiding11, staat woordelijk: “Gezondheid is een toestand van welbevinden met drie componenten, een fysieke, een psychische en een sociale. We kiezen voor een holistische benadering van gezondheid waarin het lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden even belangrijk zijn en zeer nauw met elkaar samenhangen. Ze komen niet altijd in even sterke mate op de voorgrond. Ze kunnen elkaar compenseren of beïnvloeden. Iemand die goed geïntegreerd is in een sociaal netwerk, heeft meer kansen om een mentale opdoffer of een fysiek ongemak te boven te komen.”
5
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap -Departement Onderwijs, Decreet tot bekrachtiging van de eindtermen en ontwikkelingsdoelen van de eerste graad van het gewoon secundair onderwijs. 24 juli 1996 (Besluit verschenen in het Belgisch Staatsblad van 14 augustus 1996) Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap -Departement Onderwijs, Decretale teksten en uitgangspunten. Secundair onderwijs: eindtermen en de ontwikkelingsdoelen van de eerste graad van het secundair onderwijs, september 1996. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Departement Onderwijs, Decreet tot bekrachtiging van de eindtermen van de tweede en derde graad van het gewoon secundair onderwijs, 9 januari 2002. 6 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap – Departement Onderwijs, Doelen voor heel de school, de vakoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen voor de eerste graad van het gewoon secundair onderwijs, Dienst voor Onderwijsontwikkeling, Brussel 1997, 105 blz. 7 VVKBaO, Wereldoriëntatie leerplan, Brussel, 1998, 160 blz.; 8 Wyckmans P., Gezondheidseducatie, handleiding voor het werken met vakoverschrijdende thema’s, VSKO, Brussel 1997, 56 blz. 9 De Coninck C., Maes B., Sleurs W., Van Woensel C., Over de grenzen, vakoverschrijdende eindtermen in de tweede en derde graad van het secundair onderwijs, Brussel 2002, 232 blz. 10 Het decreet van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding 11 11 ‘Preventieve gezondheidszorg (PGZ): de uitdaging voor alle CLB-medewerkers’, Koepel van de Vrije Centra voor Leerlingenbegeleiding, visietekst, Leuven 2003
Dienst Vakoverschrijdende Thema’s, Een gezondheidsbeleid op school
blz. 10
2.2
Implementeren een kwestie van interpreteren?
Toch merkte de commissie Gezondheidsbevordering van de Vlaamse Onderwijsraad snel op dat gezondheidseducatie alleen niet volstond. In haar advies12 verwees de Vlor reeds naar de fysische schoolomstandigheden, de leerlingenpopulatie, het bestaande schoolbeleid en de heersende schoolcultuur en de mogelijkheden binnen het beleidsvoerend vermogen van de school. Ook omschreef ze nog eens duidelijk het onderscheid in aanpak en actiemogelijkheden tussen gezondheidseducatie en -bevordering: “Gezondheidseducatie beoogt, vanuit een brede visie op gezondheid, ongezonde leefgewoonten te veranderen en gezonde leefgewoonten te ondersteunen en te stimuleren. Gezondheidseducatie voorziet in leermogelijkheden om specifieke gedragingen die gezondheid schaden te veranderen. Gezondheidseducatie richt zich hoofdzakelijk op leefstijl en gedragsverandering. De concrete eindtermen die leerlingengedragingen beschrijven situeren zich voor het grootste gedeelte in deze sfeer.” “Gezondheidsbevordering schetst een breder perspectief. Het VLOR-document spreekt van ‘Men vertrekt vanuit een holistische benadering van gezondheid waarin alle facetten en determinanten van gezondheid aan bod komen. Cruciaal hierin is, naast de gezondheidseducatie het bewerkstelligen van structurele veranderingen waardoor het meer voor de hand ligt dat mensen gezondere keuzes maken. Gezondheid is een collectieve verantwoordelijkheid waaraan iedereen participeert. Een gezondheidsbevorderende school integreert daarom individu- en omgevingsstrategieën en werkt ook aan de schoolcultuur, de schoolinfrastructuur en omgeving, de voorbeeldrol van het schoolteam, de relaties binnen de school en met de ouders en de bredere schoolomgeving.”
2.3
Een intentieverklaring, van de ministers van Onderwijs, Landbouw, Sport en Cultuur en Welzijn
Op 27 januari 2006 kondigde minister F. Vandenbroucke in een persmededeling aan dat vanaf 1 september 2007 alle basis- en secundaire scholen een gezondheidsbeleid dienen uit te stippelen. Op basis van een analyse van hun eigen situatie, zullen ze streefdoelen formuleren en acties ondernemen. Hiervoor werd een intentieverklaring opgesteld door de Vlaamse ministers Leterme (landbouw), Vandenbroucke (onderwijs), Vervotte (Volksgezondheid) en Anciaux (sport). Dit gezondheidsbeleid komt er best in stappen: -
eerst moeten de scholen hun eigen situatie in kaart kunnen brengen. daarna bepalen ze zelf hun streefdoelen. tot slot zetten ze acties op om deze doelen te bereiken.
Scholen staan hierbij niet alleen. Ze worden ondersteund door de CLB’s, de pedagogische begeleidingsdiensten van hun net en het Lokaal Gezondheidsoverleg (LOGO). De aanpak wordt omschreven in een strategisch actieplan ‘Op uw gezondheid’ uitgewerkt door de Vlaamse gezondheidscoördinator die binnen de Vlor wordt gehuisvest. Hij stelt een stappenplan op met algemene, operationele en concrete doelen. Hierbij kan hij rekenen op inhoudelijke ondersteuning van het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie, de cel voedinginformatie van het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM), en het Steunpunt Sport, Beweging en Gezondheid. Ook kan deze coördinator rekenen op aansturing vanuit de Vlor-commissie gezondheidsbevordering. Deze commissie omvat de vertegenwoordigers van de onderwijskoepels en gezondheidsexperts uit diverse organisaties als het Rode Kruis, het VIG, de VAD (Vereniging voor Alcohol-, Drugs- en andere verslavingen) en de diverse betrokken departementen. De intentieverklaring sluit aan bij de gezondheidsprioriteiten 2004-2009 van de Vlaamse Regering: -
het verminderen van het aantal rokers met 10% en aandacht voor ander schadelijk middelengebruik
12
AR/RHE/ADV/014 ‘Advies over de implementatie van gezondheidsbevordering in het basis- en secundair onderwijs’, Vlaamse Onderwijsraad, Brussel 2002
Dienst Vakoverschrijdende Thema’s, Een gezondheidsbeleid op school
blz. 11
-
het terugdringen van de consumptie van vet- en suikerrijke dranken en een actieve bevordering van meer lichamelijke beweging het verhogen van de vaccinatiegraad een efficiënte voorlichting betreffende preventie van seksueel overdraagbare aandoeningen het terugdringen van het aantal ongevallen in de privé-sfeer en in het verkeer met 20% de preventie van depressie en suïcide.
Het spreekt vanzelf dat een school niet alleen de verantwoordelijkheid kan dragen voor een gezondheidsbeleid waarin overheid, ouders, maatschappelijk middenveld en ondersteunende organisaties elk op hun domein een belangrijke rol te spelen hebben. Ook al deze prioriteiten gelijktijdig of op korte tijd aan bod laten komen is binnen een geïntegreerde werking niet mogelijk. Daarom deze oproep aan scholen om een gezondheidsbeleid op te zetten waarin aandacht wordt geschonken aan integratie en synthese. In een eerste fase beperkt de minister zijn oproep tot het uitwerken van concrete acties inzake voeding en beweging als middelen om over- en ondergewicht aan te pakken.
2.4
Ondersteuning vanuit het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie (VIG)
Het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie13 vertaalt het Engelse ‘health promotion’ als gezondheidspromotie en gebruikt dit als synoniem voor gezondheidsbevordering met als omschrijving: “Het proces waardoor mensen of groepen van mensen in staat gesteld worden controle verwerven over de determinanten van hun gezondheid en zo hun gezondheid te verbeteren.” Het bevorderen van gezondheid gaat verder dan het bestrijden van ongezond zijn. Gezondheidsbevordering betekent het realiseren van een meerwaarde. Dit veronderstelt een analyse en een verandering van de schoolcontext door actie te voeren voor verschillende doelgroepen. (individuele leerling, klas-, school- en omgevingsniveau) Gezondheidsbevordering beoogt het bewerkstelligen van structurele veranderingen waardoor het meer voor de hand ligt dat jongeren gezonde keuzes maken. Dit gaat dan over schoolactiviteiten, naschoolse activiteiten, veilige speelplaatsen, hygiëne en sanitaire voorzieningen, afspraken in het schoolreglement, het aanbod van schoolmaaltijden en tussendoortjes. Gezondheidsbevordering beoogt zowel het optimaliseren van het welbevinden en welzijn van de leerlingen als het stellen van gezond gedrag. Het vermijden van uitsluiting en discriminatie en het bevorderen van de sociale cohesie tussen de leerlingen onderling en de leerlingen, ouders, de leraren en andere teamleden, geeft aan gezondheidsbevordering een sociale dimensie. Terzelfder tijd fungeert het VIG als koepel voor het Lokaal Gezondheidsoverleg (LOGO’S) waarin alle gezondheidsactoren, dus ook scholen en CLB’s elkaar regionaal ontmoeten en samenwerken. LOGO’S organiseren nu al voor diverse doelgroepen, waaronder leerlingen basis- en secundair onderwijs, gezondheidsacties die per LOGO verschillen. (o.a. rookpreventie, gezonde voeding, eet meer fruit of Tutti Frutti, een frisdranken- of automatenbeleid, …)
3
EEN GEZONDHEIDSBELEID OP SCHOOL UITWERKEN
3.1
Inleidende vaststellingen en bedenkingen
Thuis, te midden van vrienden in de buurt en op school krijgen kinderen hopelijk de kans om gezond gedrag te leren en een groot deel van hun jeugd op een gezonde wijze te beleven14.
13
Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie, ‘Gezondheidspromotie, definitie’, http://www.vig.be MOENS Olaf, Werken aan een gezondheidsbeleid op school, Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie, BRUSSEL 2006 16 p. 14
Dienst Vakoverschrijdende Thema’s, Een gezondheidsbeleid op school
blz. 12
Tussen de gezondheid van leerlingen, hun welbevinden en hun studieresultaten bestaat een duidelijke correlatie, aangetoond in recent Deens wetenschappelijk onderzoek. Gezondheid komt op verschillende niveaus voor: in lessen allerhande zoals wereldoriëntatie, godsdienst, biologie, lichamelijke opvoeding, Nederlands, … Scholen brengen gezondheidsthema’s aan op themadagen en projectweken, houden er rekening mee bij schoolmaaltijden en drankenaanbod en noteren groepsafspraken in het schoolreglement. Voldoende aandacht voor beweging komt aan bod tijdens naschoolse sportbeoefening. Op schoolniveau wordt aandacht besteed aan thema’s als sociale vaardigheden, seksualiteit, roken, alcohol en drugs. Ook op klasniveau komen lichaamshygiëne, verkeersveiligheid en gezonde voeding veelvuldig aan bod. Projecten en didactische pakketten worden door externen aan scholen aangeboden. Het beoogde effect kan vergroot worden wanneer het draagvlak binnen de school verstevigd wordt, er aangesloten wordt bij de behoeften van de school, overlegstructuren worden opgericht en nadien ook aandacht wordt besteed aan evaluatie en bijsturing. De laatste jaren groeit het inzicht dat wie een effectief gezond gedrag op school wil promoten bij jongeren niet alleen aan gezondheidseducatie aandacht dient te besteden vanuit lessen en activiteiten. De ontwikkeling van een beleid, structurele maatregelen en afspraken die aansluiten bij of verandering brengen in de schoolomgeving zijn even noodzakelijk. Een gezondheidsbeleid op school houdt rekening met de huidige ontwikkelingen in onderwijsland. Aandacht voor vakoverschrijdende thema’s, een werkzame participatiecultuur, een behoeftegestuurd schoolbeleid, zorg voor het welzijn van de leerlingen en ondersteuning vanuit het maatschappelijk veld en de overheid maken er onlosmakelijk deel van uit. Groot probleem hierbij blijft de breedte van het thema gezondheid. Heel veel elementen werden wettelijk geregeld, afzonderlijk georganiseerd, uitgewerkt, eventueel omkaderd en worden gecontroleerd. Hierbij denken we aan HACCP-normen, zorgbeleid, schoolovereenkomst met het CLB, veiligheid en preventie, inentingen, … Hiervoor zijn aanpak en methodiek zeer verscheiden. Een school vertrekt best van een globaal kader (methodiek, instrumentarium en begeleiding) dat ruimte laat voor al deze invalshoeken. Binnen dit kader kan elke school zijn eigen accenten leggen betreffende visie, werking op maat vanuit behoeften en prioriteiten, … Deze elementen komen aan bod binnen ‘Het beleidsvoerend vermogen van een school’15 en vormen er een concreet thematisch ingevulde casus van.
15
VSKO – APB, Het beleidsvoerend vermogen van een school, studiedag voor begeleiders, juni 2006.
Dienst Vakoverschrijdende Thema’s, Een gezondheidsbeleid op school
blz. 13
3.2
Een stappenplan voor de realisatie van een gezondheidsbeleid
Schematisch kunnen de realisatiestappen16 voor een gezondheidsbeleid in een implementatiecirkel voorgesteld worden. Waar je als schoolgemeenschap instapt is niet belangrijk. Wie gestructureerd wil werken komt op termijn alle vermelde stappen tegen en ontdekt dat implementeren een cyclisch gebeuren is dat zichzelf voortdurend herhaalt.
Informeren, motiveren Verticaal integreren / leerlijnen opstellen
Visie ontwikkelen
Bevragen, meten, inventariseren
Evalueren en bijsturen
Uitvoeren
Sterke-zwakte analyseren
Als thema in lessen, actie, thema, project of schoolstructuur uitwerken.
Prioriteiten kiezen
Actieplan opstellen Doelstellingen bepalen
3.3
Informeren en motiveren: zoeken naar een draagvlak en betrokkenheid uitlokken
3.3.1
Verken de bereidheid tot vernieuwing
Weet iedereen wat een samenhangend gezondheidsbeleid en gezondheidsbevordering inhouden? Is men hier al deels mee vertrouwd, eventueel in uitgebouwde onderdelen ervan als zorgbeleid, cel leerlingenbegeleiding met aandacht voor welzijn en welbevinden, veiligheid op school, drugsbeleid, HACCP-normen, preventieve maatregelen als inentingen, … Is er bij de collega’s een gevoel van ‘ownership’? Belangrijk ook is de bereidheid van directie, coördinatoren en de meerderheid van het lerarenteam om te komen tot een samenhangend gezondheidsbeleid. Dit vereist niet alleen een morele steun van de schoolleiding maar ook eventueel het voorzien van faciliteiten zoals bijvoorbeeld lokalen, klasvrije leraren en betrokken externen bij piekmomenten.
3.3.2
Geef duidelijke informatie van bij het begin en op alle niveaus
Een permanente aandacht voor communicatie met actoren en partners blijft noodzakelijk. Via bestaande communicatie-, overleg en participatiestructuren zal de school moeten aangesproken en geactiveerd worden. Denk hierbij zeker aan de leerlingen en leraren op het klasniveau, directie, coördinatoren, administratief en onderhoudspersoneel op schoolniveau, ouders, schoolnabije ondersteuners (CLB en pedagogische begeleiding) in de schoolomgeving, eventueel aangevuld met externe partners voor didactische ondersteuning of gespecialiseerde vorming.
16
P. Wyckmans, E. Colson, Nascholingsproject 83063 ‘Ten voeten uit’ implementatie van vakoverschrijdende thema’s in het SO, VSKO - Pedagogisch Bureau 1997 - 2007
Dienst Vakoverschrijdende Thema’s, Een gezondheidsbeleid op school
blz. 14
Informatie kan verschillende vormen aannemen: -
-
3.3.3
info- en overlegmomenten op personeelsvergaderingen, leerlingenraden, participatieraad, pedagogische studiedag, workshops, opendeurdagen, infoavonden voor ouders; documenten in gedrukte of in digitale vorm op de schoolwebsite: nieuwsbrief, schoolkrant, voorstellingsbrochure, infopakketten, een blauwdruk van het gezondheidsplan, beschrijving van klasactiviteiten. het gezamenlijk ondertekenen van een intentieverklaring waarbij elke partner zijn engagement onderschrijft kan als werkvorm dienen voor een formeel startpunt van de actie, herkenbaar voor alle betrokkenen.
Zorg voor duidelijke verantwoordelijkheden
Een gezondheidsbeleid in een school krijgt best een ‘gelaat’. In grotere secundaire scholen kan dit de verantwoordelijkheid worden van één of twee personen, in kleinere scholen is het niet altijd mogelijk en zal de voorzitter van de ondersteunende stuurgroep deze taak best op zich nemen. Belangrijk is dat deze verantwoordelijke een officieel mandaat van de directie krijgt, dat duidelijk ook naar het lerarenteam werd gepreciseerd. Uitgebreide informatie en communicatie tussen alle geledingen van bij de aanvang zorgen ervoor dat het concept van gezondheidsbevordering en de gebruikte methodieken bekend worden en in een positief daglicht komen te staan. De kunst is om het gezondheidsbeleid te laten behoren tot de verantwoordelijkheid van iedereen. De stuurgroep zal dus voortdurend dienen te verduidelijken wie waar en met welke actie zijn steentje bijdraagt. Hiervoor is een heldere implementatiemethodiek nodig.
3.3.4
Begin bij het inschakelen van bestaande overlegstructuren
Goed werkende vakwerkgroepen kunnen nakijken welke aanknopingspunten binnen hun leergebied of –vak aan bod komen. In het secundair kan zo mee de gestructureerde schoolinspanning van het vakoverschrijdend thema ingevuld worden. Een nieuwe overlegstructuur oprichten is wellicht niet nodig. Bestaand overleg kan eventueel ‘bijgesteld’ worden als CLB, preventieadviseur, directie, enkele projectbetrokken leraren, ouders maar duidelijk als actieve gesprekspartners aan bod kunnen komen. Het bespreken van de diverse implementatiestappen, het verzamelen van prioriteiten, het vastleggen van planning, acties en activiteiten gespreid over een gans jaar, het opvolgen van de resultaten en het zo nodig bijsturen vormen de logische taakinvulling van deze stuurgroep. Communicatie met en actieve inbreng van schoolraad, oudercomité, personeelsvergadering, leerlingenraad en andere zorgen ervoor dat gezondheid op school de zaak is van iedereen van basis tot secundair.
3.3.5
Spreek externe partners aan
Wie een gezondheidsbeleid wil ontwikkelen en hiervoor concrete activiteiten op verschillende niveaus wenst uit te werken kan hiervoor externe partners aanspreken die vanuit hun functie of expertise voor ondersteuning kunnen zorgen. De meest bekende organisaties treft u in hoofdstuk 4.2 aan.
3.3.6
Betrek en motiveer actoren en partners via concrete activiteiten
Elke doelgroep, of het nu leerlingen, leraren, schoolpersoneel in het algemeen, ouders of lokale schoolbetrokkenen zijn, dien je aan te spreken en te motiveren op een specifieke wijze.
Dienst Vakoverschrijdende Thema’s, Een gezondheidsbeleid op school
blz. 15
Leerlingen -
een leerlingenparlement met een gezondheidsonderwerp als thema, … vast agendapunt op de leerlingenraad, … opname van concrete verantwoordelijkheid (vb. signaalfunctie hygiëne, sanitair), … redactie van de schoolkrantartikels, … beheer van een gezond ‘snoepkraam’ als ‘minionderneming’, ….
Leraren en ander personeel -
regelmatige feedback rond gezondheid op personeelsvergadering aandacht voor gezondheid op informele contacten, uitstappen, … nascholing, studienamiddagen positieve gezondheidsacties voor personeel nieuwsbrief uitwisseling met andere scholen
Ouders -
vast agendapunt voor oudervereniging, ouderraad contactmomenten, bijvoorbeeld infoavond nieuwsbrief activiteiten rond gezondheidsthematiek(en) op opendeurdagen ouders vanuit hun professionele of persoonlijke expertise als adviseur voor een gezondheidsbeleid(onderdeel)
Lokale schoolomgeving -
deelname aan het netwerk van het lokale LOGO activiteiten samen met buurtbewoners, bijvoorbeeld gezonde toog zoektocht naar sponsors toneelvoorstelling rond gezondheidsthema voor de buurt uitnodiging van lokale media bij schoolactiviteiten
3.4
Bevragen, meten of inventariseren: vertrekken van het eigen schoolniveau
3.4.1
Bevragen en meten
Wat leeft er bij leerlingen en bij leraren kan zichtbaar worden gemaakt door een bevraging op schoolniveau. Het is zeker niet altijd nodig. Vaak zijn Vlaamse cijfergegevens voldoende. Het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) zal op vraag graag zijn expertise inbrengen.
3.4.2
Inventariseren
Een inventarisatie van alle bestaande gezondheidsinspanningen op school is een werk van velen dat binnen een beperkte werkgroep of door enkele sleutelfiguren dient gecentraliseerd en bewaakt. Dit geeft de kans om een breed overleg tussen alle betrokken geledingen op te zetten: CLB, team, leerlingen, ouders, … Deze inventarisatie zal aandacht schenken aan de leerplannen van diverse leervakken, klassen-, schoolactiviteiten en projecten, de fysieke schoolomgeving, de school en de onderwijsorganisatie, het schoolklimaat, gehanteerde waarden en normen, de werking van de schoolnabije diensten en de lokale schoolomgeving. Het bijgevoegde blanco document op de volgende pagina kan scholen helpen deze discussie gericht te voeren. Het laat ook nadien duidelijk lacunes zien. Voor elk gezondheidsitem kan zo een synthese van de bestaande toestand opgemaakt: voeding, beweging, pesten, verkeer, veiligheid, gedragsondersteuning, …
Dienst Vakoverschrijdende Thema’s, Een gezondheidsbeleid op school
blz. 16
3.5
Noden vastleggen en prioriteiten bepalen
3.5.1
Omschrijf de behoeften van de school
De verzamelde informatie maakt noden en behoeften zichtbaar. Via informatie en bespreking in diverse groepen worden deze behoeften kenbaar gemaakt, verfijnd en worden mogelijke initiatieven bewust geformuleerd. Hiervoor bestaat een interessant schema (VIG) dat op een duidelijke wijze de bestaande inspanningen verbindt met doelgroep en realisatieluik. Het toont niveaus en luiken van het gezondheidsbeleid waarop nog kan gewerkt worden.
Dienst Vakoverschrijdende Thema’s, Een gezondheidsbeleid op school
blz. 17
GEZONDHEIDSASPECT: …………………………………………………
Doelgroepen
EDUCATIEF LUIK (organisatie curriculum, leerlingenbegeleiding, …)
STRUCTUREELORGANISATORISCH LUIK (schoolactiviteiten, leef-, leer- en werkomgeving, schoolklimaat, …)
REGELGEVEND LUIK (school- en arbeidsreglement, afspraken, houding, …)
Individuele leerling (preventief-curatief)
Klasgroep (gezondheidseducatie)
School (schoolgezondheidsbeleid)
Schoolomgeving (Logo’s, gemeente, netwerking)
3.5.2
Leg prioriteiten voor actie vast
Bespreek welke noden belangrijk zijn. Door gebruik te maken van bestaande methodieken kan de selectie beter worden gestructureerd en het overleg vergemakkelijkt. Betrek alle partners bij het vastleggen, mogelijk jaarlijks. Zo stijgt de betrokkenheid en het draagvlak. Hieruit vloeien activiteiten en mogelijk nieuwe methodieken voort.
3.6
Een actieplan opstellen
Bij het opstellen van een actieplan schenkt men best aandacht aan: -
-
3.7
De structuur: organisatie van de school, wijze van werken rond gezondheid, realisaties tot hiertoe, nood aan welke organisatievormen, opname en uitwerking in het schoolwerkplan en het schoolreglement, … De aanpak: hoe komt gezondheid leergebiedgebonden of vakoverschrijdend aan bod in het lessenpakket, wat willen we eigenlijk? De betrokkenheid van de medewerkers: oppervlakkig, grondig, ook van externen en welke dan? De betrokkenheid van de leerlingen: komt iedereen voldoende aan bod? De haalbaarheid: investering van mensen, middelen, materiaal en tijd? De drie realisatieluiken: evenwichtig en in onderlinge relatie? De doelstellingen: wat willen we bereiken? Wat moeten leerlingen na afloop kennen, kunnen en/of willen? De werking van het schoolteam: communicatie, sfeer, welbevinden, …? De evaluatie: soort, hoe, vraagstelling? Welke aspecten/gegevens? De continuïteit: hoe verder? Mogelijkheden na het project.
Evalueren en/of bijsturen
Om verder te kunnen -
-
Denk vooraf na over evaluatie op verschillende momenten; Leg al vanaf het begin, de opvolging van het proces, de tussentijdse toetsingsmomenten, … vast; Verzamel op regelmatige momenten informatie over de activiteiten en de resultaten van de uitgevoerde programma’s; Kijk naar de werking en het beleid rond gezondheid vanuit: • het proces (wat gebeurt er, hoe en waarom?), • het bereiken van de doelstellingen van de werking en van het beleid (bereiken we wat we wilden bereiken?) Meet eventueel succes door: • Enkel te doen wat nodig is in functie van de doelstellingen (proces, uitkomst of effect) • Het eenvoudig te houden en regelmatig feedback aan betrokkenen te geven; • Gebruik te maken van de analyse van de beginsituatie en zo je evaluatie te richten; • De resultaten uit te wisselen zodat overlegstructuren suggesties voor bijsturing en actie kunnen geven. • De werk- of stuurgroep ook beslissingsbevoegdheid te geven.
Het denken in het onderwijslandschap is voortdurend in beweging. Wie de kwaliteit van gezondheidsinspanningen wil evalueren zal dus extra letten op: -
uitbouw van een breed draagvlak op school participatie van alle geledingen prioriteiten (vanuit analyse eindtermen, metingen, enquêtes, …) medewerking van leerlingen en ouders aan planning en uitvoering concrete acties rond voeding en beweging structureel inbedden aandacht voor schoolexterne samenwerking en netwerking een holistische kijk op gezondheid
Dienst Vakoverschrijdende Thema’s, Een gezondheidsbeleid op school
blz. 19
3.8
Een samenhangend gezondheidsbeleid
Een samenhangend gezondheidsbeleid omvat inspanningen voor vier doelgroepen: de individuele leerling, de klas, de ganse school en zijn omgeving. Een samenhangend gezondheidsbeleid schenkt altijd aandacht aan drie luiken die samen de integratie van een gezondheidsbeleid op een school mogelijk maken: het educatieve, het strategisch-organisatorische en het regelgevend luik.
3.8.1
Inspanningen leveren voor de gezondheid van vier doelgroepen
3.8.1.1
Individuele leerlingen
Wanneer een leerling extra zorg nodig heeft bovenop de inspanningen voor de ganse groep wordt gedacht aan dyslexie, obesitas, slechthorendheid, suikerziekte, langdurige afwezigheid wegens ziekte, specifieke leerachterstand, individuele gedragsbegeleiding, … Soms is hiervoor het enquêteren of onderzoeken van een ganse klas- of jaargroep noodzakelijk. De grens met de doelgroep ‘klas’ is dus niet altijd duidelijk te herkennen. Meestal is de zorg- of graadcoördinator of een CLB-medewerker hierbij intens betrokken en worden de geleverde inspanningen en/of gemaakte afspraken geëvalueerd of bijgestuurd in een cel leerlingenbegeleiding of tijdens GOK- of zorgoverleg.
3.8.1.2
Klasgroepen
De inspanningen om eindtermen en ontwikkelingsdoelen zowel leergebied- en vakgebonden als leergebied- en vakoverschrijdend te realiseren worden hier verbonden met een aantal leervakken en leraren. Niet iedereen verricht dus hetzelfde werk. De voorbeeldfunctie van de leraar, aandacht voor pestgedrag in de klas, klassikale studiemethode-vorming, bekommernis voor het welzijn en welbevinden van iedereen maar vooral de zwakkere zijn enkele voorbeelden van verantwoordelijkheden voor iedere leraar als lid van het schoolteam. Dikwijls gaat het hier om preventief bedoelde acties.
3.8.1.3
De school als pedagogische leefgemeenschap
Gezondheidsinspanningen voor de hele schoolgemeenschap omvatten projecten als anti-pesten, geweldvrije school, peter en meterschap zowel bij leerlingen als leraren, een rookbeleid (zowel preventief als curatief, mogelijk ook voor het personeel) een automatenbeleid, een geïntegreerd drugbeleid, … Denk in de eerste plaats aan de mensen die deze pedagogische leefgemeenschap vormen: alle leerlingen, het pedagogisch personeel, de directieleden, het middenkader: graadcoördinatoren, verantwoordelijke voor preventie en veiligheid, zorgcoördinator, technische adviseurs e.a., maar ook aan het administratief en ondersteunend personeel en de verantwoordelijken voor het onderhoud. Gezondheidsinspanningen hebben ook te maken met materiaal (leerplannen, educaties, didactische middelen, materiële inrichting en uitrusting, …) en middelen nodig voor de realisatie van deze inspanningen (aankoop van materialen, vorming van doelgroepen, betrekken van externe experten of ondersteuning, …).
3.8.1.4
De schoolomgeving
Een gezondheidsbeleid wordt ook gekoppeld aan de schoolbuurt, het verkeer in de onmiddellijke omgeving, het overleg met het LOGO, de gemeente, … Netwerking met andere scholen aangestuurd door de pedagogische begeleiding, Europese projectwerking, toetreding tot andere netwerken vormen een verdere verdieping en verbreding van gezondheid op school.
Dienst Vakoverschrijdende Thema’s, Een gezondheidsbeleid op school
blz. 20
3.8.2
Een gezondheidsbeleid ontwikkelen bestaande uit drie luiken
Inspanningen verdeeld over deze drie luiken (een educatief, een strategisch-organisatorisch en een regelgevend luik) vullen het implementatieproces op een cyclische manier in, gelijktijdig en eventueel doorheen de verschillende graden. Een gestructureerd beleid toont pas zijn kracht en efficiëntie wanneer acties herhaald worden en op verschillende niveaus elkaar kunnen versterken. Wanneer deze drie luiken gelegd worden op de vier doelgroepen ontstaan er overlappingen, worden relaties gelegd tussen niveaus en komen soms verschillende doelgroepen tegelijk aan bod. Een gezondheidsbeleid op een school wordt zo verdiept en verbreed. Bij gebruik van het bijgevoegd document (blz. 18) voor één gezondheidsitem zal dit snel duidelijk worden.
3.8.2.1
Het educatieve luik
In de klas staat het overbrengen van kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes centraal. Binnen verschillende lessen, in vakoverschrijdende of vakoverstijgende inspanningen en via projectwerk wordt hier aandacht besteed aan gezondheidsthema’s waarbij specifiek educatief materiaal van externen kan gebruikt worden. Op schoolniveau wordt de horizontale en de verticale samenhang bewaakt via jaarprogramma’s en curricula. Belangrijk is hier dat boodschappen uit verschillende vakken en leergebieden elkaar niet ontkrachten of tegenspreken. Bewustmaking Leerlingen schrijven mee aan de schoolkrant of geven ze uit; Leerlingen en leraren verzorgen mededelingen op de internetsite van de school; Contacten leggen met lokale media, pers, lokaal radio- of tv-station, … Initiatieven ter verbetering van het schoolklimaat Tussen- of naschoolse sportieve activiteiten waaraan leerlingen meewerken; Gezondheidsthema’s bespreken op de leerlingenraad. Schoolactiviteiten Met de zorg voor leraren en leerlingen in het achterhoofd aandacht schenken aan: voedingaanbod, Winkeltje met gezonde tussendoortjes, drankaanbod, rookstopcursus, … Uitwerken en opvolgen van een leerlijn Komen tot een coherent en flexibel curriculum over jaren en graden heen.
3.8.2.2
Het strategisch-organisatorische luik met aandacht voor de infrastructuur
De organisatie en de bewaking van het implementatieproces en het stappenplan (zie 3.2 blz 14) vind hier plaats en er wordt aandacht besteed aan meer algemeen-pedagogische aandachtspunten als de (aanwezige) teamgeest op school, het gehanteerde waardepatroon en de participatiecultuur. De school kan zich misschien beter minder baseren op het ongezonde gedrag van leerlingen als wel trachten de determinanten in kaart te brengen die dat ongezond gedrag veroorzaken: sociale achtergrond, peer groep, schoolomgeving om dan via duidelijke prioriteiten hieraan te werken. Onderzoek toont ook aan dat schokeffecten en vermanende en negatieve gezondheidsboodschappen geen blijvende invloed uitoefenen. Enkele elementen die op dit niveau aan bod kunnen komen: Initiatieven ter verbetering van het schoolklimaat Aandacht voor een kindvriendelijke speelplaats. Lange termijninspanningen Vrijroosteren van collega’s voor gezondheidsoverleg; Middenkader creëren voor gezondheidsinspanningen: zorgcoördinator, gezondheidscoördinator, leerlingenbegeleider, anti-pestverantwoordelijke; Vaste CLB-contactpersoon met vaste aanspreekuren in een eigen lokaal. Dienst Vakoverschrijdende Thema’s, Een gezondheidsbeleid op school
blz. 21
Nascholing Zowel voor inhoudelijke gezondheidsbevordering.
bijscholing
als
voorstelling
van
methodieken
in
verband
met
Overzichten en bevraging Inventarisatie van geleverde inspanningen, in welke klas, op welk niveau; Bevraging van leraren, leerlingen, ouders bij wijze van niet-formele evaluatie; Het coördineren van klas- en schoolactiviteiten, de inrichting, faciliteiten en het aanbod op school en het maken van afspraken zijn elementen van de inspanning op schoolniveau. Structureel overleg Cel Leerlingenbegeleiding; Horizontaal en verticaal overleg. Zorg voor een gezonde leef-, leer- en werkomgeving Aandacht voor een gezonde infrastructuur (hygiëne, voedselbereiding, sanitair, zwembad, …); Inspanningen in verband met een gezonde logistiek. (maaltijden, …) De school staat niet op zich, zij is een onderdeel van de maatschappij en vormt op zich een minimaatschappij. Grote hoeveelheden kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes komen mee van thuis, vanuit vrije tijdsbeleving en door kennismaking via de media. Netwerking Een netwerking rond gezondheidsbeleid kan je opzetten met schoolnabije diensten als pedagogische begeleiding, nascholing en CLB. Overleg en samenwerking met externen Informatie doorgeven of structureel overleg voeren met Logo’s, met de politie, met de Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW),… en samenwerken met lokale sportclubs (brede school), … Participatie Sluit dicht bij de leerlingen aan door ook ouders en anderen in het overleg en de planning te betrekken. (Werkgroep gezondheid)
3.8.2.3
Het regelgevend luik
De wettelijke regelgeving voor scholen, vervat in HACCP-normen, wetgeving in verband met preventie en veiligheid vaak ondersteund door interne of externe preventieverantwoordelijken en ondersteund door technische adviseurs(-coördinatoren) wordt hier niet hernomen. Zij behoort al tot de dagelijkse schoolverantwoordelijkheden. We vermelden enkele schoolspecifieke invalshoeken: Een positieve aanpak van gezondheidsthema’s Een positieve taal in het schoolreglement en dito benadering van gezondheidsthema’s op school halen dikwijls meer uit dan het belerende vingertje of een negatieve omschrijving. Consequente houding tegenover overtredingen en sancties De gevolgde procedures dienen door iedereen voldoende gekend te zijn. Interne afspraken en regelgeving Gezondheidsthema’s in school-, labo-, werkplaats- en arbeidsreglementen opnemen met aandacht voor de maatregel en de procedures van opvolging, eventuele sancties. (roken, alcoholgeneesmiddelen en druggebruik, snoepen en eten op school en in klaslokalen, …) De visie van de school en centrale principes worden best opgenomen in het opvoedingsproject. Het spreekt vanzelf dat zij in het schoolwerkplan kunnen geconcretiseerd worden en in het samenwerki1ngscontract met het CLB beschreven met aandacht voor opgenomen engagementen.
Dienst Vakoverschrijdende Thema’s, Een gezondheidsbeleid op school
blz. 22
4
ONDERSTEUNING EN BEGELEIDING
4.1
Ontwikkelde ondersteuning en begeleiding van het VSKO
Wie wil werken aan ‘Gezondheid op School’ binnen een geïntegreerd kader kan vragen stellen per e-mail aan de verantwoordelijke medewerkers of pdf-documenten opladen vanuit de bestaande site ond.vsko.be Per onderwijsniveau basis-, buitengewoon en secundair onderwijs kan u op de websites van VVKBaO, VVKBuO en VVKSO dezelfde documenten via directe linken opladen.
4.1.1
Algemeen voor alle onderwijsniveaus
Gezondheidseducatie wordt opgevolgd door de dienst ‘Vakoverschrijdende thema’s’ die overleg hierover met BaO, BuO, SO en CLB en de bisdommen voert in de permanente overlegcommissies ‘Bewegingsopvoeding’, ‘Relationele en Seksuele Vorming’ en de ad hoc werkgroep ‘Gezondheid op school’. Vragen stellen Coördinatie gezondheidsbeleid:
[email protected] of
[email protected] Digitale inventarisatie eindtermen SO gezondheid:
[email protected] Implementatie gezondheidsbeleid op school, zelfevaluatiedocument:
[email protected] Werkgroep relationele vorming:
[email protected] Werkgroep bewegingsopvoeding:
[email protected] Veiligheid en preventie:
[email protected] Bestaand materiaal opladen Visietekst: Gezondheid in het katholiek onderwijs Een gezondheidsbeleid op een katholieke school, brochure 25 p. Een samenhangend gezondheidsbeleid, schematisch overzicht
4.1.2
Voor het basisonderwijs
Gewoon basisonderwijs Vragen stellen Kleuteronderwijs
[email protected] Bewegingsopvoeding
[email protected] Wereldoriëntatie
[email protected] Veiligheid en preventie
[email protected] en de overleggroepen veiligheid en preventie van de verschillende bisdommen. Bestaand materiaal opladen Gezondheidsplan voor kleuters – analyse ontwikkelingsplan. VVKBaO analyse LO leerplandoelen bewegingsopvoeding. VVKBaO analyse WO leerplandoelen wereldoriëntatie Buitengewoon basisonderwijs Vragen stellen Schoolbeleid en gezondheid
[email protected] Veiligheid en preventie, I-Risk een dynamisch risicobeheersingsprogramma VSKO, webapplicatie VVKBuO
[email protected]
Dienst Vakoverschrijdende Thema’s, Een gezondheidsbeleid op school
blz. 23
Bestaand materiaal opladen Gezondheid in het BuBaO, leergebied LO en wereldoriëntatie type 2 en 8
4.1.3
Voor het secundair onderwijs
Gewoon secundair onderwijs Vragen stellen Schoolbeleid en gezondheid
[email protected] Bestaand materiaal opladen Een leerlijn gezondheid in het secundair onderwijs aansluitend bij het opvoedingsproject van een school Alfabetische trefwoordenlijst in relatie tot gezondheid op school in de Mededelingen VVKSO Gezondheidseducatie als vakoverschrijdend thema, eerste graad van het secundair onderwijs, VVKSO-VSKO-PB, Brussel 1997, 56 blz. Gezondheid in het leerplan LO 1ste graad SO. Vakoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen gezondheidseducatie in de 1ste graad. Inventariseren van vakoverschrijdende eindtermen gezondheidseducatie met aparte applicaties voor elke graad van het secundair en per graad een eenvoudig samenvattingsbestand (webapplicatie in Excel, vooraf bevragen bij
[email protected] ) Realiseren van vakoverschrijdende eindtermen gezondheid op verschillende niveaus in de eerste graad SO. Gezondheid in het leerplan Lichamelijke Opvoeding 2de graad SO. Gezondheid in het leerplan chemie 2de graad SO. Vakoverschrijdende eindtermen gezondheidseducatie in de 2de graad. Gezondheid in het leerplan Lichamelijke Opvoeding 3de graad SO. Vakoverschrijdende eindtermen gezondheidseducatie in de 3de graad SO Het vak lichamelijke opvoeding in ‘De vrije ruimte’, 3de graad ASO Buitengewoon secundair onderwijs Vragen stellen Schoolbeleid en gezondheid
[email protected] Bestaand materiaal opladen Ontwikkelingsdoelen gezondheidseducatie in het BuSO – OV 3
4.2
Ondersteunende organisaties
www.cm.be Christelijke Mutualiteiten voor informatiefolders en didactisch materiaal in regionaal gespreide centra voor gezondheidsvoorlichting en –promotie. www.consument.vlam.be Vlaamse Agro-Marketing voor alle informatie in verband met groenten en fruit van Vlaamse bedrijven en hun informatietijdschrift Nutrinews. www.gezondopschool.be voor de implementatie van een ‘gezondheidsbeleid op school’. Hier kan u de dvd ‘een gezondheidsbeleid op school’ met 6 schoolvoorbeelden bekijken. www.kbs-frb.be Koning Boudewijnstichting voor het project ‘gezond eten op school’.
Dienst Vakoverschrijdende Thema’s, Een gezondheidsbeleid op school
blz. 24
www.ond.vlaanderen.be/dvo voor alle leergebiedgebonden eindtermen gezondheid in het basisonderwijs en alle vakoverschrijdende eindtermen gezondheid secundair onderwijs. www.rodekruisvlaanderen.be Ondersteunende materialen en opleidingen zie Opleidingen en Website Jeugd Rode Kruis www.sensoa.be Vlaams service- en expertisecentrum voor seksuele gezondheid en hiv. www.svs.be Stichting Vlaamse schoolsport o.a. project ‘fitte school’ www.vad.be Vereniging voor Alcohol- en andere drugproblemen voor didactisch materiaal, methodieken en schoolondersteuning in verband met acties rond genotsmiddelen. www.vig.be Vlaams Instituut voor gezondheidspromotie voor modellen, didactische middelen en projectmatige begeleiding of schoolondersteuning in verband met gezondheid. www.vlor.be Vlaamse Onderwijsraad, voor het project ‘Gezondheid op school’ en contacten met de Vlaamse gezondheidscoördinator Greet Caris (
[email protected] ) www.vsv.be Vlaamse Stichting Verkeerskunde voor didactisch materiaal en schoolondersteuning inzake verkeer en mobiliteit http://www.vclb-koepel.be/nw/index.htm Vrije Centra voor Leerlingenbegeleiding voor ondersteunende vragen, methodieken, begeleiding
4.3
Recente lectuur
BOEDTS M., Het opstarten van een gezondheidsbeleid op school met het DIGG in een sturende rol, in Caleidoscoop, CLB jg 19 nr2 maart-april 2007, p. 30-33 BOEDTS M., SWEERTVAEGHER S., Gezonde eetgewoonten en medicatiegebruik op school, in Caleidoscoop, CLB jg 19 nr 2 maart-april 2007, p. 34-36 MOENS O., Werken aan een gezondheidsbeleid op school, Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie, Brussel 2006, 16 blz MOENS O., Werken aan een gezondheidsbeleid op school, in Caleidoscoop, CLB, jg 18 nr 6 december 2006, p. 8-11 VANHOUTTE St., DELPLANCKE D., REEKMANS S., (G)een vuiltje aan de lucht, Werken aan een gezond binnenmilieu in de school, in Zorgbreedte, jg 3 nr 13, 2006-2007, p. 7-15 VICTOIR A., VAN DEN BERGH O., VAN DEN BROUCKE St., Een gezondheidsbeleid op school, in Impuls, jg 37 nr 2, december 2006, p. 75-84 VICTOIR A., Scho(o)l. Gezondheid, in Caleidoscoop, CLB, jg 18 nr 6, december 2006, p. 75-84 WYCKMANS P., Een gezondheidsbeleid op elke school, Forum jg. 38 nr. 1, januari 2007 p. 18-22
Dienst Vakoverschrijdende Thema’s, Een gezondheidsbeleid op school
blz. 25