(Een Eenvoudige) Evangelische Dogmatiek (Bijbelleer). Inhoudsopgave (Een Eenvoudige) Evangelische Dogmatiek (Bijbelleer).....................................................................1 Voorwoord....................................................................................................................................... 1 Gebruiksaanwijzing......................................................................................................................... 2 Inleiding........................................................................................................................................... 2 Religie of godsdienst?................................................................................................................. 2 Ware Godsdienst......................................................................................................................... 3 Deel 1....................................................................................................................................................3 Hoofdstuk 1 God Openbaart Zichzelf. ................................................................................................ 3 Vragen .............................................................................................................................................3 God kennen...................................................................................................................................... 6 God niet kennen.......................................................................................................................... 7 Het woord van God..................................................................................................................... 7 Gebruikte Teksten,...........................................................................................................................8 Gebruikte Literatuur ...................................................................................................................... 8 Hoofdstuk 2 God leren kenen...............................................................................................................9 Het kennen van God is ten dele..................................................................................................... 11 Waarom is het kennen van God belangrijk....................................................................................11 Gebruikte Teksten,.........................................................................................................................12 Gebruikte Literatuur ..................................................................................................................... 12 Dichter Kloos Willem Kloos 1859 – 1938 Ik ben een God in het diepst van mijn gedachten W. van Brakel Redelijke godsdienst ............................................12 Hoofdstuk 3 God als persoon............................................................................................................. 12
Voorwoord Het is altijd mijn verlangen geweest, een eenvoudige Bijbelleer (dogmatiek) te schrijven; die gericht is op de praktijk. Bijbelleer of Dogmatiek, is een systematische weergave, van wat wij nu eigenlijk geloven, zeggen, en in Wie wij geloven.[1]Het is bedoeld, voor mensen die niet theologisch geschoold zijn, maar toch graag willen weten hoe en wat Gods bedoelingen zijn. Eigenlijk kan je zeggen; dat dit leerboek, een eenvoudig dogmatisch werk is. De vaktermen, zijn zoveel mogelijk vermeden, of staan in de voetnoten, onder aan de bladzijde. Het kan gebruikt worden, als naslag werk, maar ook om de geloofsleer, systematisch te bestuderen. Kortom het is een heel praktisch boek. Veel materiaal heb ik gebruikt, in mijn lessen op de Toerustingschool van de E.B.S.[2]. Om zoveel mogelijk mensen te laten genieten, van deze stof; heb ik besloten om het eerst, als een online versie op de webpagina te zetten. De bedoeling is dat het later, in boekvorm wordt uit gegeven. Mijn verlangen is om niet alleen de lezers te dienen, maar bovenal de Heere God de eer te geven die Hem toekomt. Dit boek is ook opgedragen aan mijn lieve vrouw Wilma,
Emmeloord 10-10-2005 Harry Kamphuis Predikant van de Vrije Zendingsgemeente Nijetrijne en Docent Bijbelleer van de ETS.
Gebruiksaanwijzing. De leerstof van de Evangelische Bijbelschool, wordt eerst in vraag en antwoord behandeld.[3] Dit is ook de stof die op het examen terug komt. Daarna volgt er een Theologische verdieping. Het tweede deel van het hoofdstuk, bevat dus verrijkingsstof. De volgorde[4] en de benaming van de hoofdstukken zijn over genomen uit de Reader van de Evangelische Bijbelschool. Ik hoop dat mijn studenten van de verschillende Toerustingscholen optimaal profijt van zullen hebben, bij het bestuderen van de stof. De teksten zijn zoveel mogelijk uit de statenvertaling genomen. De Nieuwe vertaling is vaak in de voetnoten te vinden.
Inleiding Jacobus 1;26,27
Wie meent dat hij God dient, terwijl hij zijn tong niet kan beteugelen, zit op een dwaalspoor, en heel zijn godsdienst is vergeefse moeite. Voor God, de Vader, is alleen dit reine, zuivere godsdienst: weduwen en wezen bijstaan in hun nood, en je in acht nemen voor de wereld en onberispelijk blijven.
Religie of godsdienst? Religie of godsdienst lijkt een heel moeilijk te omschrijven begrip. De psychologie, filosofie, sociologie en antropologie zullen het begrip anders benaderen als de Theologie. Maar zelfs godsdienstwetenschappers verschillen vaak onderling. Paul Tillich omschrijft religie als een systeem van geloof en praktijken gericht op het 'ultieme'. Er zijn verschillende vormen van religies 1. Non theïstische = Het bestaan van een god of goden staat niet centraal in de religieuze beleving. 2. Monotheïstisch = Het dienen van een god. 3. Polytheïstisch = Het dienen van veel goden 4. Pantheïsme = een god of goden vallen samen met de natuur. 5. Animisme = het vereren van geesten (bijv voorouders)
Ware Godsdienst Het lijkt dus, een hachelijke onderneming, om een duidelijke omschrijving te geven. Maar als wij, eenvoudig de heilige Schrift na spreken. Komen wij tot de volgende omschrijving: “De ware Godsdienst is het dienen en grootmaken van de ware God, zoals hij zich o.a. openbaart in de Bijbel.” De bijbel geeft niet vele wegen, maar slechts een weg tot God en Zijn dienst. In Joh 14:6 lezen wij: “ Jezus zei: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij.” Naar mijn gevoelen heeft Godsdienst te maken met de praktijk van het geloof. Dat is mijn passie en grote opdracht. Mijn studenten niet alleen een kennis over en van de Here te geven, maar mijn wens is dat deze kennis bovenal zal leiden tot een wedergeboren hart en een totale overgave aan de Eeuwige God Jahwe Adonai, die te prijzen is tot in eeuwigheid. Ik hoop en bid dan ook, dat er commando’s zullen opstaan in Nederland, die het Woord van Hem zullen brengen.”Eigenlijk, is dit niets anders dan ook Voetius[5] verwoorde in zijn Praktijk der Godzaligheid. In het voorwoord[6] staat te lezen : “Aan zijn onderwijs gaf hij een op de praktijk gerichte gestalte want theologie was naar zijn inzicht niet een zaak van speculatie, maar een discipline om gelukzalig te leven in de dienst van God.”
Deel 1
Hoofdstuk 1 God Openbaart Zichzelf. Vragen 1. Hoe kunnen wij God kennen? Antwoord: God kan gekend worden in de natuur. Hij kan ook gekend worden in de Schrift. (Door bijzondere Zelfopenbaring,[7]) 2. Kan God ten volle gekend worden in de natuur? Antwoord: Nee er is slechts een beperkte mate van Gods kennis mogelijk. 3. Waar vind je dat in de Bijbel. Antwoord: Zowel in het Oude- (Psalm 19:2-5) alsook in het Nieuwe Testament (Rom. 1) 4. Wat staat er in Psalm 19:2-5 [8] Antwoord: “De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt Zijner handen werk. De dag aan den dag stort overvloediglijk spraak uit, en de nacht aan den nacht toont wetenschap. Geen spraak, en geen woorden zijn er, waar hun stem niet wordt gehoord. Hun richtsnoer gaat uit over de ganse aarde, en hun redenen aan het einde der wereld; Hij heeft in dezelve een tent gesteld voor de zon.” 5. Hoe wordt deze kennis in psalm 19 voorgesteld? Antwoord:Als een verkondiging van Gods naam door middel van de Schepping. 6. Zijn daar de volken (heidenen) van uitgesloten? Antwoord: Nee, deze verkondiging wordt over de hele aarde verstaan en begrepen. 7. Wat wordt verstaan? Antwoord: Dat er een Schepper is achter de schepping. 8. Want wat is de aard van deze verkondiging? Antwoord: Er wordt gesproken over de heerlijkheid van God en over de werken van Zijn handen. 9. Wat moeten wij verstaan onder het begrip heerlijkheid? Antwoord: In het Hebreeuws betekent het Woord Kabod (=heerlijkheid) zwaar zijn gewichtig of belangrijk. 10. Hoe kan dit woord ook in algemene zin worden verstaan? Antwoord: Zwaarte of met gewicht worden neergedrukt. 11. Wat ligt dan voor de hand als het woord kabod de betekenis heeft van zwaarte? Antwoord: Het wijst dan op de verhevenheid en grootheid van God. 12. Waar verwijst de grootheid en verhevenheid van God naar in deze psalm? Antwoord: naar het doelgerichte en ordelijke karakter van de Schepping en Haar Schepper. 13. Welke gedachte doet dat in je opkomen? Antwoord: Dat door de schepping, Gods grootheid en majesteit ontdekt worden. 14. Wat staat er over de kennis geschreven in Rom. 1:20-21 Antwoord: 20 “Want Zijn onzienlijke dingen worden, van de schepping der wereld aan, uit de schepselen verstaan en doorzien, beide Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, opdat zij niet te verontschuldigen zouden zijn. 21 Omdat zij, God kennende, Hem als God niet hebben verheerlijkt of gedankt; maar zijn verijdeld geworden in hun overleggingen en hun onverstandig hart is verduisterd geworden;” 15. Wat kan je zeggen van deze tekst in betrekking tot psalm 19?
Antwoord: Het ligt in het verlengde ervan. 16 Wat wordt onderstreept in deze tekst? Antwoord: Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid. 17. Waar worden die in gezien ? Antwoord: Ook in de schepping. 18 Wat kan de mens met het verstand doorzien of begrijpen? Antwoord: De verhevenheid van God. 19 Om welke eigenschappen bij de schepping gaat het niet zozeer? Antwoord: Liefde en genade. 20. Waar worden deze mee in verband gebracht? Antwoord: Met Gods geliefde volk Israël 21. Waar zien wij de liefde en genade van God ten volle geopenbaard? Antwoord: In het leven en de persoon van de Here Jezus Christus. 22. Wat kan je nog meer in Hem vinden of zien? Antwoord: Zijn verhevenheid en majesteit. 23 Wat gebeurt er als wij dit alles alleen met ons verstand willen doorgronden? Antwoord: Een puur afstandelijk (onwedergeboren) Godsbeeld. 24 Hoe omschreef Blaise Pascale de god[9] waarvan je het bestaan met het verstand kan beredeneren? Antwoord: Als de god van de filosofen. 25. Hoe heeft God zich geopenbaard? Antwoord: In Jezus Christus. 26 Maar God is toch onzichtbaar[10]? Antwoord: Christus wordt het uitgedrukte beeld van Zijn heerlijkheid genoemd. 27. Waar vinden wij dat terug in de Bijbel? Antwoord: In Hebr. 1:3 “Dewelke, alzo Hij is het Afschijnsel Zijner heerlijkheid, en het uitgedrukte Beeld Zijner zelfstandigheid, en alle dingen draagt door het woord Zijner kracht, nadat Hij de reinigmaking onzer zonden door Zichzelven te weeg gebracht heeft, is gezeten aan de rechterhand der Majesteit in de hoogste hemelen;” 28. Waarom is voorzichtigheid geboden als het gaat om de Godsbewijzen? Antwoord:”De geseculariseerde wereld[11] neemt dit niet aan omdat zij niet een Schepper en Heer boven zich dulden.” 29 Hoe kunnen wij deze godsbewijzen beter opvatten? Antwoord: Beter, zoals Calvijn[12] ze noemt: “getuigenis inzake het Godsbestaan.” 30 Hoe openbaart God zich nog meer? Antwoord: Door de wet (Lees Woord) 31 Waar vinden wij dat geschreven in de Bijbel? Antwoord: Psalm 19:8en 9 “De [13] wet des HEEREN is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis des HEEREN is gewis, den slechte wijsheid gevende. 9 De bevelen des HEEREN zijn recht, verblijdende het hart; het gebod des HEEREN is zuiver, verlichtende de ogen”.
32. Hoe leren wij dus de God van Israël kennen? Antwoord: Uit de Schrift. 33. Hoe staat het in de psalmberijming van 1773? Antwoord: “Maar ’s Heeren wet nochtans, verspreidt volmaakter glans, daar zij het hart bekeerd” 34 Waarom zijn wij niet in staat ons een duidelijk beeld van God te vormen? Antwoord: In de eerste plaats komt dit dat mensen niet bereid zijn om aan te nemen dat God bestaat en in de tweede plaats, omdat wij door de schepping slechts een zeer incompleet beeld van God hebben. 35. Waar kan deze zekere Gods kennis uit de natuur toe leiden? Antwoord: tot het vergoddelijken van het geschapene. 36 Waar vinden wij dit in de bijbel terug? Antwoord: ROM 1:21-23 “21 want hoewel ze God kennen, hebben ze hem niet de eer en dank gebracht die hem toekomen. Hun overpeinzingen zijn volkomen zinloos en hun onverstandig hart is verduisterd. 22 Terwijl ze beweren wijs te zijn, zijn ze dwaas 23 en hebben ze de majesteit van de onvergankelijke God ingewisseld voor beelden van vergankelijke mensen, vogels, lopende en kruipende dieren. 24 Daarom heeft God hen in hun lage begeerten uitgeleverd aan zedeloosheid, waarmee ze hun lichaam onteren.” 37. Op grond waarvan zullen deze heidenen die niet in staat zijn geweest ( Helemaal niet in aanraking zijn geweest) het evangelie aan te nemen geoordeeld worden. Antwoord: Of ze God hebben gezien als de Schepper achter de schepping of dat ze gruwelijke schepselen hebben gediend als goden (=afgoderij) 38 Waar staat hun oordeel beschreven? Antwoord: Openbaring 20:12 Ik zag de doden, jong en oud, voor de troon staan. Er werden boeken geopend. Toen werd er nog een geopend: het boek van het leven. De doden werden op grond van wat in de boeken stond geoordeeld naar hun daden. 39. Waarom worden met deze doden niet de gelovigen bedoeld. Antwoord: Heidenen zijn dood in zonden en misdaden. Gelovigen zijn levend gemaakt door de Geest en worden niet als doden genoemd. 40 Stel: uw buurvrouw zegt: Ik ontmoet God in de Schepping. Bijbelstudie heb ik niet nodig! Wat zou u antwoorden? Antwoord: Als God al zo groot is dat hij iets in de schepping te zeggen heeft over wie Hij is dan wil ik nog veel meer over hem weten en dan wil ik Hem ook dienen en met mijn hart lief hebben. 41. Op welke wijze zou u de aanwezigheid van God in de schepping aanhalen, wanneer u het evangelie probeert duidelijk te maken aan een ongelovige? Antwoord: Ik zou de grootheid van God proberen te laten zien hoe machtig de en indrukwekkend de Bergen zijn, of hoe wijds de zee is.
God kennen Wij Kunnen God kennen door: 1. De natuur, of de schepping: Rom. 1:20 Zijn onzichtbare eigenschappen, zijn vanaf de schepping van de wereld zichtbaar in zijn werken, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid zijn
voor het verstand waarneembaar. Er is niets waardoor zij te verontschuldigen zijn, De natuur laat iets zien van de almacht en heerlijkheid van de Schepper. Job 12:7-9, Ps. 8:4, Ps. 19:2-5, Jes. 40:26, Hand 14:17, Hand 7:25-27. 2. De kracht, en openbaring van de Heilige Geest, in Het Woord[14] Elk woord is door God gesproken en geblazen zoals er staat in 2 Tim 3:16 “Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven en de persoonlijke onderwijzing”. 1Joh 2:27 “Wat uzelf betreft: de zalving die u van hem ontvangen hebt is blijvend, u hebt geen leraar nodig. Zijn zalving leert u alles naar waarheid, zonder bedrog. Blijf daarom in hem, zoals zijn zalving u geleerd heeft.” 3. Straks de Here God, persoonlijk te ontmoeten, in de hemel.1 Kor 13:12 “Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ik zelf gekend ben”. Wij spreken dan van[15] onderscheiden soorten van kennis·: 1. Een oer- of natuurlijke kennis (Rom. 1:20) 2. Een verlichte[16] of geestelijke[17] kennis.(Ef. 1:18)[18] 3. Een hemelse of volmaakte kennis. (1 Kor 13:12) De natuurlijke kennis is ook weer te onderscheiden. In: 1. De natuur. De Schepping. 2. De geschiedenis His = zijn Story = verhaal. 3. Het menselijk lichaam.[19]
God niet kennen Het is onmogelijk dat de natuurlijke, niet wedergeboren mens, iets begrijpt van God. Dan is er sprake, van een verduisterde kennis, of verstand. (Efeze) 4:18 [20]
Het woord van God Graag wil ik Dr. Pettinggill aan het woord laten[21] als het gaat om de vraag: In welke betekenis is de Bijbel het Woord van God? In de 19 e Psalm, vers 8/10, worden zes titels voor de schrift genoemd, die elk een kenmerk en een uitwerking noemen. De schrift wordt gedefinieerd als: 1. de wet des Heren. 2. de getuigenis des Heren. 3. de bevelen des Heren. 4. het gebod des Heren. 5. de vreze (d.i. de eerbied) des Heren.
6. de rechten (St. vert.) des heren. In Psalm 119 staan tien nemen voor het woord van God en wel: 1. de wet des Heren 2. de getuigenissen des Heren
(vs. 1). (vs. 2).
3. de bevelen des Heren.
(vs. 4).
4. de inzettingen des Heren.
(vs. 5).
5. de geboden des Heren
(vs. 6).
6. de paden des Heren
(vs. 15)
7. het woord des Heren
( vs. 16)
8. de wonderen van Gods wet
(vs. 18 )
9. de verordeningen des heren
(vs. 20 )
10. de wonderen van God
(vs. 27.)
De uitdrukking “ de wet des Heren”slaat niet uitsluitend op de wetgeving op de Sinaï. Het is meer een algemene term voor de wetgeving op de Sinaï. Het is meer de term voor de “Schrift”David bezat alleen de vijf boeken van Mozes, die in de Bijbel de “Torah” worden genoemd. Deze namen hebben dezelfde betekenis als ons woordje “de Schrift” In hoofdzaak worden dus zes speciale eigenschappen van de schrift genoemd, die ieder de eeuwen door hun uitwerking in het leven van miljoenen van Gods kinderen niet hebben gemist. Het is waar dat de wet des Heren volmaakt en volledig is en de ziel bekeert dat de getuigenis des Heren zeker is, en eenvoudige mensen wijsheid geeft ( Ps. 19:8 st vert) dat de bevelen des heren waarachtig zijn en het hart verheugen; dat het gebod des Heren zuiver is en “de ogen verlicht”(vs 9 St. vert) dat de vreze des Heren rein is en bestaat tot in eeuwigheid ( vs 10) en dat de rechten des Heren waarheid zijn en tezamen rechtvaardig. Dat deze dingen inderdaad zo zijn, is even zeker als dat twee en twee vier is.
Gebruikte Teksten, Jacobus 1;26,27 blz.2 Joh 14:6 blz. 2 Psalm 19:2-5 blz.3 Rom. 1:20-21 blz.3 Hebr. 1:3 blz. 4 Psalm 19:8en 9 blz. 4 (Job 12:7-9, Ps. 8:4, Ps. 19:2-5, Jes. 40:26, Hand 14:17, Hand 7:25-27.) blz. 4 2 Sam 22:31. Ps 18:31 blz.5 2 Tim 3:16 blz. 5 1Joh 2:27 blz. 5 1 Kor 13:12 blz.6 Ef. 1:18 blz 7 1 Kor 13:12 blz 7 Ef. 4:18 blz. 6 Psalm 119
Gebruikte Literatuur Statenvertaling met kanttekeningen de Gereformeerde dogmatiek van Dr. C. Steenblok Paul Tillich Voetius 7 juni 1664 ΤΑ ΑΣΚΗΤΙΚΑ sive Exercitia pietatis Inleiding Voetius Dr. C.A. de Niet Institutie Calvijn boek 1 h1 Kersten Gereformeerde Dogmatiek
Dr. Pettinggill Just a Word Millard J. Erickson Christian Theology
Hoofdstuk 2 God leren kenen. 1. Is het verwerven van kennis over God wel zinvol? Antwoord: Ja, omdat wij dan weten wat Hij van ons vraagt en hoe wij Hem kunnen dienen en grootmaken. Maar ook wat het plan van God is met deze wereld en Zijn koninkrijk. 2. Remt het ons geloof niet ? Antwoord: Nee wij worden juist opgebouwd in ons geloof en worden machtig in de schrift. 3.Is het veelvuldig nadenken over God niet bedreigend voor ons geloof in God? Antwoord: Nee, ons geloof wordt er alleen maar sterker van. 4. Wat is van groot belang in de Bijbel? Antwoord: Het verwerven van kennis van God. 5. Op wat is het woord kennen in ons spraak gebruik op gericht? Antwoord: Het verwerven van kennis. 6. Welk woord wordt in het Hebreeuws gebruikt voor kennen? Antwoord: Jada 7. Wat is de betekenis ervan? Antwoord: Het is kennis in de zin van omgang hebben met. 8. Waartoe roept de Heilige Schrift ons op? Antwoord: om met ons gehele hart de Here God te kennen. 9. wat is hierin ook besloten? Antwoord: het lief hebben van God. 10 Waarvoor is deze kennis van groot belang? Antwoord: voor ons heil en het heil van deze wereld. 11. Welke personen hebben ons deze kennis gebracht of brengen ze nog? Antwoord: Jezus Christus en de Heilige Geest.
12. Wat is het einddoel van ons leven? Antwoord: een diepe en intense kennis van God te verkrijgen. 13. Door welke Bijbelse gedachte wordt dit onderstreept? Antwoord: dat kennis van God niet alleen tot het leven leidt, maar zelfs het leven is. In het kennen van God ligt ons behoud. 14. Welke tekst onderstreept deze gedachte? Antwoord: Jes., 11:9 “Men zal nergens leed doen noch verderven op den gansen berg Mijner heiligheid; want de aarde zal vol van kennis des HEEREN zijn, gelijk de wateren den bodem der zee bedekken.[22]” 15. kan je nog een tekst noemen? Antwoord: Jer. 31:34 En zij zullen niet meer, een iegelijk zijn naaste, en een iegelijk zijn broeder, leren, zeggende: Kent den HEERE! want zij zullen [23] Mij allen kennen, van hun kleinste af tot hun grootste toe, spreekt de HEERE; want [24]Ik zal hun ongerechtigheid vergeven, en hunner zonden niet meer gedenken.[25] 16. wat is een kenmerk van het komende vrederijk? Antwoord: Dat de gehele schepping God zal kennen. 17. Waarom is het kennen van God belangrijk als het gaat om ons behoud? Antwoord: Wij kunnen alleen het eeuwige leven krijgen als wij God kennen en zijn Zoon Jezus Christus. 18 Aan welke tekst in het Nieuwe testament moet je dan denken? Antwoord: Joh 17:3 “En dit [26] is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enigen waarachtige God, en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt”.[27] 19 Waartoe spoort dit ons aan? Antwoord: ernst te maken met het kennen van God. 20. Waarom? Antwoord: Hierin ligt immers ons doel van ons leven en de enige oplossing voor de ellende van deze wereld. 21 Welke grondhouding moet dit teweegbrengen Antwoord: Onze kennis van God mag nooit afstandelijke kennis zijn die uitsluitend betrekking heeft op ons verstand, maar een kennis die zowel ons hart als ons verstand betrekt bij de liefde tot God. 22. Wat kunnen wij van God kennen? Antwoord: Wat De Here ons persoonlijk wil openbaren in de natuur, Zijn Woord en wat Hij er aan wil toevoegen aan bijzondere openbaring. 23 Wat kan je zeggen over dat kennen? Antwoord: Het is een gedeeltelijke kennis, niet de volmaakte hemelse kennis die wij in de toekomst zullen ontvangen. 24 Is God een onderdeel van het Heelal? Antwoord: Nee principieel moeten wij zeggen dat het heelal in hem is. De Bijbel leert dat alle dingen in Hem zijn en dat buiten hem duisternis is. (Buitenste duisternis) 25. Welke twee eenzijdigheden bespeuren wij binnen de wereld religies? Antwoord: 1. God als onderdeel van de schepping 2. God staat los van deze wereld. 26. Waar vinden wij de eerste eenzijdigheid? Antwoord: Vaak in het polytheïsme (veel godendom) Goden bezitten zelfde eigenschappen als
mensen. 27. Waar vinden wij de tweede eenzijdigheid? Antwoord: Bij de oosterse godsdiensten De Brahmanen wijzen erop dat God onkenbaar is. De Jood Philo wijst erop dat God losstaat van de menselijke onvolmaaktheid. 28. Wat kan je zeggen van de Bijbelse oplossing. Antwoord In deze leer zijn beide aspecten gecombineerd. 29. Wat houdt het precies in? Antwoord 1. God is slechts gedeeltelijk kenbaar (Hij was er al voor dat het Heelal geschapen werd Hij is groter dan ons bestaan. 2. In de tweede plaats wil die machtige God zich laten kennen. Hij openbaart zich als de vader Zoon en heilige Geest. ( Openbaringseenheid ) Terwijl hij toch de onzienlijke God is die in wezen een is en geest is. (Wezenseenheid) 30 Welke tekst kan je in dit verband noemen? Joh 1:18 Niemand[28].heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die[29] in den schoot des Vaders is, Die heeft Hem ons verklaard.[30] 31 Welke godsbeelden komt u zoal tegen in het postmoderne en multiculturele Nederland. Eigenlijk beide Ik ben een God in het diepst van mijn gedachten[31] 32 Waarin verschillen de diverse godsbeelden met de God van de Bijbel?
Het kennen van God is ten dele In de vorige les hebben wij gezien dat God zijn heerlijkheid openbaart in de natuur en Zijn Woord. God bepaald zelf wat Hij van Zichzelf laat kennen[32]. Dit is het zogenaamde uitdrukkende grondbeeld.[33] De kennis in de schepselen die hiermee overeenkomt noemen wij het uitdruksel of uitgedrukte beeld.[34] De openbaringseenheid kan worden waar genomen. De wezenseenheid (God) echter niet. Wat van de wezenseenheid betreft : Een tekst die dat bewijst staat in Joh 1:18. Niemand heeft ooit God gezien;[35] de eniggeboren Zoon, Die in den schoot des Vaders is, Die heeft Hem ons verklaard. De genoemde teksten in voetnoot 35 zeggen allemaal dat een zondig mensen kind niet in staat is de heerlijkheid van God te aanschouwen. Oook engelen kunnen de heerlijkheid van God niet zien ze bedekken met hun vleugels hun gelaat. Zie bijv Jes 6 :1b,2 zo zag ik den Heere, zittende op een hogen en verheven troon, en Zijn zomen vervullende den tempel. 2 De serafs stonden boven Hem; een iegelijk had zes vleugelen; met twee bedekte ieder zijn aangezicht, en met twee bedekte hij zijn voeten, en met twee vloog hij. [36]( zie vervolg) Wat de openbaringseenheid betreft : 1. De Vader wordt gezien door engelen Matth. 18:10 Ziet toe, dat gij niet een van deze kleinen veracht. Want Ik zeg ulieden, dat [37] hun engelen, in de hemelen, altijd zien het aangezicht Mijns Vaders, Die in de hemelen is.[38] ( Er is geen directe wel een indirecte aanwijzing dat mensen de Vader hebben gezien. Ik kom hier straks nog op terug) 2. Jezus is het vlees geworden Woord, het uitgedrukte beeld van de Heerlijkheid van de
onzienlijke God. 1Joh 1:1,2 Hetgeen van[39] den beginne was, hetgeen wij gehoord hebben, hetgeen wij gezien hebben met onze ogen, hetgeen [40]wij aanschouwd hebben, en[41]. onze handen getast hebben, van het Woord des levens; 2 (Want het Leven is geopenbaard, en wij hebben het gezien, en wij getuigen, en verkondigen ulieden dat eeuwige Leven, Hetwelk bij den Vader was, en ons is geopenbaard.[42]) 3. De Heilige Geest wordt in ieder geval gezien als in de gedaante van een duif. Matth. 3:16b de hemelen werden Hem geopend, en hij zag den Geest Gods nederdalen, gelijk een duive, en op Hem komen.[43]
Waarom is het kennen van God belangrijk. 1. Omdat de HEERE dat wil Kennen doe je niet alleen met je verstand maar ook met je hele hart. Levav = Het centrum van je leven, van het puntje van je grote teen tot je neus. God zoekt het hart van de mens. Spr. 23:26 Mijn zoon! geef mij uw hart, en laat uw ogen mijn wegen bewaren. Wij mogen daarom ook hem zoeken met heel ons hart. Kl. 2:18 Hun hart schreeuwde tot den Heere. 2. Om Hem te dienen Godsdienst is niet in de eerste plaats een wetenschap, maar een oefening van het hart, dus van je hele leven. Het gaat om uw redelijke eredienst. God de eer geven en Hem onvoorwaardelijk dienen. Rom. 12:1 Ik bid u dan, broeders, door de ontfermingen Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levende, heilige en Gode welbehagelijke offerande, welke is uw redelijke godsdienst. 3. Om behouden te worden Jezus wijst heel duidelijk ons op een exclusieve weg. Joh 14:6 Jezus zeide tot hem: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader, dan door Mij. Niet andere wegen of Goden leiden ons tot het Vader hart van God. Maar alleen Jezus is de weg tot de Vader. Tot de eeuwige God Jahwe Adonai, Elohim. De God van Israël (Abraham Isaäk en Jacob. 4.Om heilig en onberispelijk te zijn voor hem. Ef 1:4. Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, vóór de grondlegging der wereld, opdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor Hem in de liefde; 5. Om het eeuwige leven te ontvangen. Joh 5:24 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die Mijn woord hoort, en gelooft Hem, Die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven, en komt niet in de verdoemenis, maar is uit den dood overgegaan in het leven. Zie ook Joh. 17:3 “En dit [44] is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enigen waarachtige God, en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt”
Gebruikte Teksten, Blz.8 (Jes 11:9 ; Jes 54:13; Joh 6:45 ; Jer 33:8. ; Micha 7:18.; Hand 10:43.; Jer 31:34) Blz. 9 Joh 17:3 Jes 53:11. Jer 9:23 Joh 1:18 Ex 33:20. Deut 4:12. Joh 6:46. 1 Tim 6:16. 1 Joh 4:12 Matt 11:27. Blz. 10 Ex 33:20. Deut 4:12. Joh 6:46. 1 Tim 6:16. 1 Joh 4:12 Ps 34:8. Mathh. 18:10 Joh 1:1 Luk 24:39. Joh 20:27 Matth. 3:16b Blz. 11 Spr. 23:26 , Rom. 12:1 Joh 14:6 Ef 1:4. Joh 5:24 Joh. 17:3
Gebruikte Literatuur Dichter Kloos Willem Kloos 1859 – 1938 Ik ben een God in het diepst van mijn gedachten
W. van
Brakel Redelijke godsdienst
Hoofdstuk 3 God als persoon. 1. Waar wordt in deze les aandacht aan besteed? antwoord. God als persoon. 2. Waar hebben veel mensen moeite mee? antwoord. Met het precieze Godsbeeld. 3. Waar hebben ze vooral moeite mee? antwoord. Dat God een persoon is. 4. Hoe wordt Hij dan gezien. antwoord. Als een onpersoonlijke levenskracht. 5. Welke invloed is duidelijk merkbaar? antwoord. Van de Oosterse godsdiensten. 6. Hoe wordt Hij daar ook wel geïdentificeerd? antwoord. Met het universum. 7. Hoe wordt deze visie ook wel omschreven? antwoord. Als het pantheïsme 8. Wat houdt dat in? antwoord. Alles is God en God is alles. 9. Wat is onze Christelijke visie? antwoord. God is een persoon. 10.Waarom hebben mensen daar zo”n moeite mee? antwoord. Omdat er veel onrecht is op deze wereld. 11.Wat is de vraag die ze stellen? antwoord. Hoe kan er er een God van liefde bestaan die het onrecht toelaat. 12.Wat is dan een aantrekkelijk alternatief? antwoord. Een onpersoonlijke krachtbron, die minder persoonlijk betrokken is bij het gebeuren op aarde. 13.Wanneer dienen wij goed te beseffen wat het verschil is tussen een onpersoonlijke en een persoonlijke God? antwoord. Juist als het gaat over goed en kwaad. 14.Wat is het kenmerk in deze van een onpersoonlijke god? antwoord. Hij maakt geen keuze tussen goed en kwaad. 15.Wanneer behoort het kwade ook tot het goddelijke? antwoord. Als God identiek is aan deze wereld. 16.Waarom is volgens hen het kwade noodzakelijk?
antwoord. Om het goede te bewerken. 17.In hoeverre vindt u het terecht dat mensen Gods bestaan ontkennen op grond van het lijden in deze wereld? antwoord. Ik vind het onterecht omdat de mens zelf gekozen heeft voor de vijand van God en gezondigd heeft. Daardoor is er ziekte dood en ellende in de wereld gekomen. 18.Welk probleem hebben wij als wij verdedigen dat God een persoon is? antwoord. Wij hebben alleen de mens als voorbeeld. 19.Wat dienen wij onmiddellijk op te merken? antwoord. Dat God als persoon oneindig veel groter is dan onze menselijke persoonlijkheid. 20.Is er desondanks toch een vergelijking mogelijk? antwoord. De Bijbel zelf geeft aan dat Wij ( liever Adam noot van de schrijver) naar het beeld van God geschapen zijn. 21.Waar staat dat in de Bijbel? antwoord. Gen 1:26 22.Welke vier bekende persoonlijkheidskenmerken noemt het boek? antwoord. A. Zelfbewustzijn. B. Vrije wil C. Handelen. D. Relationeel 23.Wat is de meest specifieke tekst als het gaat om het zelfbewustzijn van God? antwoord. IK BEN DIE IK BEN ex. 3:14 24.Welke tekst bewijst dat God uniek is? antwoord. Jes. 40:18 Met wie wil je God vergelijken, hoe is hij uit te beelden? 25.Wat is een centraal thema in de schrift? antwoord. De soevereiniteit van God. 26.Noem eens twee teksten in dit verband antwoord. Jes. 43:15 Ik ben de HEERE, uw Heilige; de Schepper van Israël, ulieder Koning antwoord. Jes. 44:6 Zo zegt de HEERE, de Koning van Israël, en zijn Verlosser, de HEERE der heirscharen: Ik en de Eerste, en Ik ben de Laatste, en behalve Mij is er geen God. 27.Waardoor wordt God niet geremd? antwoord. Door de zonde. 28.De mens wel, bewijs dit eens met een tekst. antwoord. Rom. 7:19 14 Want wij weten, dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde. 15 Want hetgeen ik doe, dat ken ik niet; want hetgeen ik wil, dat doe ik niet, maar hetgeen ik haat, dat doe ik. 16 En indien ik hetgene doe, dat ik niet wil, zo stem ik de wet toe, dat zij goed is. 17 Ik dan doe datzelve nu niet meer, maar de zonde, die in mij woont. 18 Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is wel bij mij, maar het goede te doen, dat vind ik niet. 19 Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik. 20 Indien ik hetgene doe, dat ik niet wil, zo doe ik nu hetzelve niet meer, maar de zonde, die in mij woont. 21 Zo vind ik dan deze wet in mij: als ik het goede wil doen, dat het kwade mij bijligt. 29.Waaruit blijkt nog meer dat God een persoon is? antwoord. Hij wil een relatie aangaan en ons lief hebben.
Inleidende stof God als persoon Theologische begrippen
•Metafysica •Ontologie •Transcendentie. •Immanentie
Metafysica
•Betekent Wat na de natuur (fysica) komt, wat de natuur overstijgt. •Het hier en hierboven. Onderwerpen zijn: •Wat betekent zijn. •Waarvoor, waarom. •Manieren van zijn. God als persoon Ontologie
•On = Zijn
en
logos = leer
•Objectief gegeven •Meetbaar •Onafhankelijk van menselijk kennen. •Het fenomeen doet zich aan je voor zoals het is. Niet zo als je het interpreteert . (empirisch) Transcendentie
•= (letterlijk) Het voorbij - stijgen. Of boven iets staan
•God staat boven en buiten Zijn schepping. •Hij kan deze als object beschouwen enb behandelen Immanentie
•God is persoonlijk en wil een persoonlijke relatie. •Hij intervenieert .
Voor de verrijkingsstof deze keer wil ik graag verwijzen naar de inleiding
[1] Belijden [2] Evangelische Bijbel [3] Zie
in dit verband ook de Gereformeerde dogmatiek van Dr. C. Steenblok.
[4] Niet alleen [5] In
wat de hoofdstukken betreft maar ook zijn de Delen leerjaren.
zijn boek 7 juni 1664 TA ASKHTIKA sive Exercitia pietatis
[6] Dr. [7] *
School
C.A. De Niet
Bijgevoegd door H.Kamphuis
[8] Teksten
zijn uit de Statenvertaling de meest veilige vertaling.
[9] Bewust
met kleine letter geschreven
[10] Zie
bijv. Hebr. 11:27
[11] Heidenen [12] Institutie eerste boek [13] 2
hoofdstuk 1
Sam 22:31. PS 18:31.
[14] De schrift is theopneust door [15] Kennis
God geblazen
bronnen.
[16] Bij Kersten
theologia staddii.
[17] Zaligmakende kennis Joh
17:3 en 1 Joh 2:20 en 27
[18] Namelijk verlichte
ogen uws verstands, opdat gij moogt weten, welke zij de hoop van Zijn roeping, en welke de rijkdom zij der heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen; [19] The traditional
loci of general revelation are three : nature, hystory and the constitution of the human being. Millard J. Erickson Christian Theology blz 154 [20] “Verduisterd
in het verstand, vervreemd zijnde van het leven Gods, door de onwetendheid, die in hen is, door de verharding huns harten” [21] Just a
Word.
[22] NBV Jes
11:9 Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil op heel mijn heilige berg. Want kennis van de HEER vervult de aarde, zoals het water de bodem van de zee bedekt [23] Jes 54:13. [24] Jer
Joh 6:45.
33:8. Micha 7:18. Hand 10:43.
[25] Jer
31:34 NBV Men zal elkaar niet meer hoeven te onderwijzen met de woorden: “Leer de HEER kennen,” want iedereen, van groot tot klein, kent mij dan al – spreekt de HEER. Ik zal hun zonden vergeven en nooit meer denken aan wat ze hebben misdaan. [26] Jes 53:11.
Jer 9:23.
[27] “Het eeuwige leven,
dat is dat zij u kennen, de enige ware God, en hem die u gezonden hebt,
Jezus Christus.” [28] Ex
33:20. Deut 4:12. Joh 6:46. 1 Tim 6:16. 1 Joh 4:12
[29] Matt 11:27. [30] Joh
1:18 Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die de enige Zoon, die zelf God is, die – Andere handschriften lezen: ‘de enige Zoon, die’.eaan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen. [31] Dichter [32] W.
Kloos Willem Kloos 1859 - 1938
van Brakel Redelijke godsdienst blz. 2
[33] Theologia archetypa, [34]
prototypa Θεολογια,αργετυπα πρϖτοτυπα
Theologia ectypa, Θεολογια εκτυπα
[35] Zie
ook teksten Ex 33:20. Deut 4:12. Joh 6:46. 1 Tim 6:16. 1 Joh 4:12
[36] Boven hem stonden serafs. Elk van hen had zes vleugels, twee om het gezicht en twee om het onderlichaam te bedekken, en twee om mee te vliegen.
[37] Ps 34:8. [38] Mathh.
18:10 Waak ervoor ook maar een van deze geringen te verachten. Want ik zeg jullie: hun engelen in de hemel aanschouwen onophoudelijk het gelaat van mijn hemelse Vader [39] Joh
1:1.
[40] Joh
1:14. 2 Petr 1:16.
[41] Luk
24:39. Joh 20:27
[42] Wat er was vanaf het begin, wat wij gehoord hebben, wat wij met eigen ogen gezien en aanschouwd hebben, wat onze handen hebben aangeraakt, dat verkondigen wij: het Woord dat leven is. 2 Het leven is verschenen, wij hebben het gezien en getuigen ervan, we verkondigen u het eeuwige leven dat bij de Vader was en aan ons verschenen is.
[43] Matth.
3:16b en zag hij hoe de Geest van God als een duif op hem neerdaalde.
[44] Jes 53:11.
Jer 9:23.