Een animatiefilm maken met eenvoudige hulpmiddelen Een animatiefilm maken is een leuke en creatieve computer-activiteit die perfect kan aansluiten bij de taallessen. De technische benodigdheden zijn minimaal: een computer met minimaal Windows XP en het gratis programma Windows Movie Maker (wordt meestal mee geïnstalleerd met Windows XP) en een eenvoudige digitale camera of webcam. Het meest van allemaal heb je je creativiteit en een flinke portie geduld nodig. Het maken van de animatiefilm valt uiteen in 5 fases: 1. 2. 3. 4. 5.
Schrijven van scenario / bedenken van een idee Maken of samenzoeken van de decor en figuren Foto’s nemen voor de animatie Foto’s importeren en samenbrengen tot een filmpje Nabewerking: toevoegen van geluid, muziek en titels
Hoeveel tijd je er aan zal besteden zal grotendeels afhangen van je eigen ambities. Maar reken toch minstens 3 keer 50 minuten voor een eenvoudig filmpje van enkele seconden met bestaande poppetjes of lego-figuurtjes.
De voorbereiding Wil je een filmpje met een verhaal (in verschillende scènes), met zelfgemaakte klei of plasticine-figuren, met decors, … dan zal er al heel veel tijd kruipen in de voorbereiding. Hoe meer de leerlingen zelf doen, hoe authentieker het filmpje overkomt.
Scenario Wil je de leerlingen zelf een verhaal laten bedenken dan helpt het om hen te beperken in hun keuzes. Geef ze een thema waarrond ze moeten werken, leg het aantal hoofdpersonages vast, … Het zal het verhaal eenvoudiger van opzet en makkelijker realiseerbaar maken. Een leuke opdracht is bijvoorbeeld werken rond spreekwoorden met dieren. Toen kwam de aap uit de mouw. Oude koeien uit de gracht halen. Of kies een sprookje, maar doe ze er een ander einde aan verzinnen. Roodkapje en de boze wolf die samen een Italiaans restaurant starten met spaghetti met stukjes oma-gehakt. Hou het verhaal kort en met een grappige pointe. Moppenboeken zijn een prima bron van korte scenario’s en in elke klas zitten er wel een aantal kinderen die er eentje thuis hebben liggen.
Figuren en decorstukken maken of verzamelen Het maken van figuurtjes met plasticine is bijzonder moeilijk en vraagt speciale, stevige plasticine. Wil je je er toch aan wagen volg dan de tips die je vindt in het boek Animatie technieken, Inspirerende handleiding voor het maken van animatiefilms van Mary Murphy uitgegeven door Libero. Je krijgt echter prima resultaten door figuurtjes uit zelfhardende klei te maken of met kosteloos materiaal. Met plasticine kan je tijdens het maken van het filmpje kleine bewegende details maken die de onbeweeglijke figuren toch levendig maken. Tip Zorg er voor dat alle figuurtjes en decorstukken die je gebruikt heel stevig blijven staan. Niks is erger dan een figuurtje dat midden in een reeks foto’s omver valt en z’n positie verliest. Ook voor decorstukken kan je perfect aan de slag met kosteloos materiaal. Gebruik acryl-verf om verpakkingsdozen van een dekkend laagje verf te voorzien. Deze verf is te koop bij zowat alle verkopers van kantoorbenodigdheden die aan scholen leveren. Om een mooie achtergrond te bekomen kan je de binnenkant van een grote kartonnen doos beschilderen. Mooier is nog een groot papier zonder plooien in een halve rond achter de figuren en decorstukken te zetten. Doordat er geen plooien zijn, geeft het een ruimtelijk effect. Bij het maken van decorstukken en figuurtjes in klei, kan je de verschillende talenten van de leerlingen aanspreken. Sommigen zijn beter in boetseren, anderen werken liever vlak, sommigen kunnen prima lettertjes uitknippen die je kan gebruiken voor een geanimeerde titel, … Wil je weinig tijd spenderen aan knutselen kan je ook lego-figuurtjes gebruiken. Het maken van animatiefilmpjes met lego werd enkele jaren geleden erg populair. Je vindt massa’s filmpjes op YouTube en daar kan je ook terecht voor een geestige handleiding: http://www.youtube.com/watch?v=YtTrMiOkScs&feature=related Bijkomend voordeel van het gebruiken van lego-figuurtjes en –ondergrond is dat je kan afgaan op de “noppen” om telkens even grote stapjes te zetten in de animatie (meer daarover later). En zoals steeds: gebruik je creativiteit: het is prima mogelijk om zelfgemaakte figuren te combineren met bestaande speelgoedobjecten. Zo kan je kleifiguren laten rondrijden in speelgoedauto’s of op bezoek gaan in een poppenhuisje.
Op deze manier maak ik mijn opstelling voor het maken van een stop-motion filmpje.
Het klaarzetten van de opnamestudio Neem vooraf tijd om alles klaar te zetten. Misschien moet je de handleiding van je fototoestel er eens bij nemen om een paar instellingen op te zoeken. Plaatsing Denk goed aan de schikking van de klas. Niet alle leerlingen kunnen tegelijk meewerken, dus ben je aangewezen op werken in groepjes. Je kan tussen de scènes wisselen van “animator”. Toch is het goed om de animatie een duidelijk zichtbare plaats te geven zodat de leerlingen die niet actief animeren kunnen meekijken zonder de camera of het decor om te stoten. Zet je decor en de grondplaat waarop je zal animeren op een plaats waar je er makkelijk aankan van links, rechts en boven. Dat maakt de kans dat de camera beweegt weer kleiner. Een tafel waar je rond kan lopen is beter dan een tafel tegen de muur. Belichting Probeer direct daglicht te vermijden. De verschillen in lichtinval wanneer een wolk voor de zon schuift, of tussen verschillende tijden van de dag als je je werk onderbreekt kunnen storend zijn. Hoe meer je gebruik kan maken van kunstlicht als primaire lichtbron hoe beter.
TIP: Bureaulampen die je met een klem kan vastzetten op de tafel, kan je makkelijk net onder de camera manouveren. Zo blijven ze buiten beeld en geven ze toch een goede belichting. Nog beter is een combinatie van verschillende lichtjes die je net buiten beeld zet. Gecombineerd met de kunstlicht verlichting van de klas, zullen er weinig schaduwen zijn in je decor. Gebruik nooit de flits van de camera. Hierdoor is het contrast te groot tussen overbelichte delen en donkere schaduwen. Schakel de flits uit op je fototoestel (aangegeven met een bliksem). Fototoestel Je kan echt elk fototoestel gebruiken. Mijn eerste experimenten deed ik heel wat jaren geleden met een 0,3 megapixel webcam. De fototoestellen zijn nu véél beter. Bega echter niet de vergissing om aan hoge kwaliteit foto’s te nemen. Foto’s van 3 megapixel of meer maken de verwerking tot een filmpje heel traag en je hebt de kans dat je computer vast loopt. Kies dus op je camera voor een lage resolutie. 1 megapixel is voldoende en zelfs “VGA” voldoet. TIP: witbalans Deze tip lijkt voor gevorderden maar kan de kwaliteit opkrikken, het is echter geen ‘must’. Op de meeste fototoestellen kan je ook de witebalans instellen (White Balance). Wellicht zal je even moeten zoeken naar de instelling, maar het loont de moeite. De witbalans bepaalt welke kleurtonen zullen overheersen. Wanneer je in een ruimte met TL-lampen foto’s schiet zullen de foto’s er blauw-groenig uitzien. Je fototoestel zal dit zelf ontdekken en compenseren door de gele en rode tinten te benadrukken. Dit doet je fototoestel bij elke foto apart. Bij ons animatiefilmpje willen we echter dat de kleuren gedurende de hele reeks foto’s zo gelijk mogelijk blijven. Door op het toestel in te stellen dat je werkt bij gloeilampen, TL-buis, direct zonlicht, … zal het toestel die kleur-benadering vasthouden gedurende de hele reeks, waardoor de kleuren gelijk blijven. Zet je fototoestel op een statief dat je goed vastzet. Je kan de onderkant van de driepoot zelf vastkleven op de vloer van de klas om hem zeker niet om te stoten. Eenvoudiger is om het toestel met een opgerold plakbandje (of ducktape) vast te kleven op iets stevigs.
Extra benodigdheden Klusserstape In de grootwarenhuizen vind je heel stevige, brede (grijze of witte) plakband. De buitenkant van deze plakband is van plastic en de kleefkracht is erg groot. Doordat deze zo makkelijk afscheurt kan je er prima iets stevig vastkleven voor een korte tijd. Schilderstape Schilderstap hecht minder hard en is daarom prima geschikt om decorstukken op hun plaats te houden zonder de ondergrond te beschadigen. Kleefklei Van het merk Pritt is er een soort kleefklei die aan kauwgom doet denken genaamd Poster Buddies. Je kan er posters mee aan de muur hangen zonder die te beschadigen. Die kleefbolletjes zijn ook prima bruikbaar om poppetjes in verschillende stadia van hun animatie even vast te kleven aan een ander object Visdraad Doorzichtige visdraad gebruik je om objecten in de lucht te laten hangen. Zolang je niet gaat flitsen blijven deze nagenoeg onzichtbaar op de foto’s.
Animeren Een stop-motion-filmpje bestaat zoals u weet uit een hele reeks foto’s die snel achter elkaar getoond worden om een vloeiende beweging te simuleren. Het is nodig dat de stapjes tussen de foto’s gelijkmatig zijn doorheen de hele film om de snelheid te bewaren. Een minimum van vijf foto’s per seconde is nodig om van beweging te kunnen spreken. Dat betekent dus dat je voor één minuut bewegende animatiefilm driehonderd foto’s nodig zijn. Leer de leerlingen dat ze de sluiterknop van het toestel eerst half moeten indrukken voor de scherpstelling en dan doordrukken voor het nemen van de foto.
De animatie Laat de animatie van één figuur binnen één zelfde scene door één leerling uitvoeren. Zo kan die leerlingen de grootte van de stappen best inschatten. Laat andere figuren door een andere leerling uitvoeren. Let vooral op, dat ze tijdens het verzetten van de figuurtjes (de voet van) de camera niet aanraken. Wanneer de camera is verschoven is het meestal noodzakelijk om de scene opnieuw te beginnen. Bepaal een duidelijk signaal wanneer de handen uit het decor moeten zijn. Het is bijna onvermijdelijk dat er af en toe toch eens een hand achterblijft in een hoekje van een foto, maar goede afspraken kunnen dat voorkomen. Probeer de beweging niet lineair te maken, laat te figuurtjes in een boogje lopen, of laat hun lichaam wat heen en weer waggelen bij het stappen. Dit kan je door een stukje kleefklei onder de voet te plakken. Kunnen de armen van je figuurtje meebewegen (b.v. lego-mannetjes) gebruik dan ook die beweging.
Varieer in perspectief maar let op met zoomen Wanneer je een filmpje de hele tijd van op dezelfde positie filmt, dan ziet het er snel saai uit. Door te variëren in kijkhoek en afstand tussen de figuur wordt het plots een stuk interessanter. Let op: verplaats de camera (en de voet) maar wees voorzichtig met de zoom-knop. De inzoombewegingen zijn niet alleen onnatuurlijk, ze zijn ook heel moeilijk te controleren. Plaats je camera dus eens boven, dichtbij, ver af, links, rechts, … van de actie. Laat je figuurtjes eens uit je beeld lopen, … Het is een prima moment om de leerlingen iets over het medium film te vertellen.
De foto’s verwerken tot een filmpje Importeren van de foto’s Het is het veiligst om je foto’s eerst van je fototoestel naar je harde schijf. Daarna start je Microsoft Movie Maker. Het kan zijn dat er nog een collectie open staat met aanwezig foto’s of video. Indien je die foto’s niet nodig hebt, kan je ze aanduiden en verwijderen (druk op de delete-knop op je toetsenbord). Klik dan op Foto’s importeren in het Filmtaken-menu dat je links ziet.
Het filmpje maken De foto’s zitten nu in het project, onze “collectie” maar we moeten ze zeer snel achter elkaar plaatsen in een reeks, om de beweging te simuleren. Gelukkig kunnen we vooraf bepalen hoe lang elke foto mag getoond worden, zodat elke foto exact even snel te zien is. Het snelst dat je een foto kan tonen is 0,125 seconden of anders gezegd: 8 foto’s per seconde. Dit zal nooit een heel vlotte en zachte beweging opleveren, daarvoor heb je minstens het dubbele nodig. Maar het zorgt er wel voor dat je makkelijker aan een echt filmpje kan werken. De standaardinstelling aanpassen doe je door in het menu te kiezen voor Extra opties Klik door naar het tabblad “Geavanceerd” en zet Speelduur op 0,125 of 0,250 seconden (4 beelden per seconde).
Nu we de standaard speelduur van de foto hebben ingesteld gaan we de foto’s achter elkaar plaatsen op de tijdlijn.
Misschien krijg jij nog het Storyboard te zien. Dat pas je beter aan naar het bekijken van de Tijdlijn.
Nu kan je je filmpje voor het eerst bekijken. Druk daarom in het voorvertoningsvenster op de rechter kant op play om het filmpje te zien.
Dit is het magische moment dat je figuurtjes echt tot leven komen. En nu kan je al evalueren of je filmpje goed is, of dat je (een stuk) opnieuw moet doen. Wees kritisch, het toevoegen van geluid, dialoog, titels, … gaat een gebrekkige animatie niet oplossen. Beter nu aanpassen dan later spijt te hebben dat je dat niet deed.
Tijd om op te slaan Het is heel belangrijk om tijdig op te slaan. Windows movie maker is een programma dat wel eens vastloopt. Er zijn 2 manier waarop je je film kan opslaan:
Opslaan als MovieMaker project: Wanneer je in het menu kiest voor Bestand project opslaan, dan sla je het filmpje op in de huidige toestand. Dit project zal je later kunnen openen en aan verder werken, alsof je de computer gewoon even verlaten had. Vergelijk het met een Word document dat op je computer staat: je kan het later openen en wijzigingen in aanbrengen. Maar dit soort bestand kan je niet delen op bv. YouTube. Opslaan als film (Film afwerken) Wanneer je deze optie kiest zal het programma pas echt de definitieve versie van de film maken. Het programma past alle effecten toe, plakt titels samen met je filmpje, en voegt alle audio samen. Dit kan je vergelijken met een afdruk van je Word bestand op papier. Het ziet er hetzelfde uit als het project, maar je kan er geen wijzigingen meer in aanbrengen. Dit bestand gebruik je om je filmpje te delen op het internet of via e-mail, maar je behoudt het project om later nog aanpassingen te doen.
Weg met de “stomme film” Het echte animatiewerk is nu achter de rug. Maar het filmpje blijft een beetje doods zonder geluiden, eventuele dialoog en muziek. Helaas zijn de mogelijkheden van Windows Movie maker op dat vlak erg beperkt. Je kan slechts één soort geluid per keer toevoegen, ofwel muziek, ofwel geluidseffecten, ofwel dialoog. Gelukkig is er een “work around”. We zullen na het toevoegen van de geluidseffecten het filmpje afwerken en vervolgens dit “afgewerkte” bestand opnieuw voorzien van dialoog…
Stap 1: Zoek de geluiden voor je animatie Een goede plek om geluiden voor je animatie te zoeken is freesounds.org . Daar moet je je registreren en je moet aan het eind van de filmpjes de auteurs van elk geluid vermelden. Maar de geluiden zijn gratis én van hoge kwaliteit. Geef de Engelse term in voor wat je zoekt, en dit resulteert gewoonlijk in een hele lijst van geluidsfragmenten die je kan downloaden (en opslaan in de map waar je je filmpje bewaart).
Stap 2: Voeg de geluidseffecten toe Nu is het slechts een kwestie van de geluiden te importeren en ze op de juiste plaats op de tijdlijn te plaatsen. Klik daarvoor in de linkerkolom “Filmtaken” op “audio importeren”
Je ziet de geluiden nu in de collectie verschijnen. Je kiest het geluid dat je nodig hebt en sleept het op de tijdsbalk naar het juiste moment. Door op de playknop de klikken kan je horen of het geluid op een gepast moment start en stopt.
Als een geluidsfragment te lang duurt, kan je het inkorten door de uiteinden van het fragment naar binnen te slepen.
Laat MovieMaker het filmpje een eerste keer “afwerken” zodat we een extra geluidslaag kunnen toevoegen We kunnen helaas maar één laag geluid toevoegen per keer. Dus maken we al een voorlopig afgewerkt product van ons filmpje. Dat filmpje zullen we vervolgens opnieuw importeren en voorzien van een extra geluidsband. Je kiest hiervoor in het linkermenu “Filmtaken” voor “Opslaan op deze computer”
Geef een naam en locatie op. Wanneer het filmpje door de computer werd samengesteld, kan je het al eens bekijken in Windows Media Player. Wanneer je terug keert naar Windows Movie Maker kan je je project nogmaals opslaan als reserverkopie. Hierna kies je voor Bestand Nieuw project
Merk op dat de tijdlijn leeggemaakt werd, maar de foto’s en afbeeldingen nog steeds in de “collectie” staan. We zullen nu het zonet afgewerkte filmpje importeren en op de tijdslijn plaatsen. Kies in het linker Filmtaken-menu voor Video importeren Kies het filmpje dat je in de vorige stap netjes hebt “afgewerkt”.
Merk op dat de collectie nu leeggemaakt wordt en dat Windows Movie Maker je geïmporteerde film in stukjes (scènes) hakt. Voeg de scènes nu toe aan je tijdlijn (in de juiste volgorde) door ze allemaal te selecteren en naar de tijdlijn te slepen.
Dialoog inspreken Je kan rechtstreeks in het programma dialogen (laten) inspringen door op het micro-icoontje net boven de tijdslijn te klikken. Je kan onmiddellijk zien hoe luid de micro gaat. Het is niet goed als hij tot in het rood gaat bij spraak, maar het geluidsniveau mag ook niet té laag zijn.
Wanneer er géén beweging is in het metertje kan dit liggen aan: -
Defecte micro Micro in verkeerde ingang Geluidsniveau van opname (te regelen in audio-instellingen) staan op 0 Geen microfoonversterking.
De laatste 2 problemen los je op door: Klik in Windows op de start-knop alle programma’s bureauaccesoires Entertainment Volumeregeling Kijk eens hoe ver het metertje staat bij Microfoon. Zorg dat dempen NIET aangevinkt staat en klik ook eens op Geavanceerd.
In dit volgende menu “Microfoonversterking” aanvinken kan een stil signaal opkrikken.
Eens je het metertje ziet bewegen, kan je de leerlingen de dialogen “live” laten inspreken. Zet de “cursor” op de juiste plek op de tijdslijn en spreek in. Wanneer je op stoppen klikt, zal gevraagd worden hoe het ingesproken geluidsbestand moet bewaard worden.
Als je een piepend geluid krijgt of met veel echo, kan je kiezen om de luidsprekers te dempen. Zo wordt het geluid van het afspelende filmpje niet nog eens mee opgenomen door de micro.
De ingesproken tekst zal nu onder je filmpje op de tijdlijn verschijnen. Beluister en bekijk het filmpje. Is de dialoog te stil en onverstaanbaar, dan kan je het volume van de dialoog verhogen. Dat doe je door met je rechtermuisknop te klikken op het geluidsfragment en te kiezen voor volume.
Afwerken, importeren, soundtrack toevoegen Op de ondertussen gekende manier gaan we het filmpje dat ondertussen geluidseffecten en dialoog heeft afwerken en weer importeren in een nieuw project zodat er muziek aan toegevoegd kan worden. Op de website: dig.ccmixter.org kan je muziek downloaden die gedeeld wordt onder een “creative commons” licentie. Dit wil zeggen dat je die mag gebruiken onder de voorwaarden die je bij elke filmpje ziet. Meestal betekent dit naamsvermelding van de auteur en vermelding van de naam van het lied en de auteur +website in de aftiteling. Maak ook onderscheid tussen commercieel en niet-commercieel gebruik. Meer over creative commons op http://klascement.info/help/wat-iscreative-commons/ Sla het geluidsbestand op, importeren en plaats het onder je filmpje op de tijdslijn.
Titels aan het begin en eind Met behulp van stop-motion kan je heel leuke titels maken. Door de letters uit te knippen en één voor één te bewegen kan je hele creatieve titels maken. Dit proces is wel vrij tijdrovend. Sneller (maar minder leuk) zijn de standaardtitels die je kan maken met Movie Maker. Klik in het linkermenu “Filmtaken” voor “Titels of verantwoording maken” en in het volgende menu voor Titel aan het begin van de film toevoegen. Op de volgende pagina krijg je de mogelijkheid om een hoofd- en ondertitel in te geven. Daarnaast kan je de animatie waarmee de titel verschijnt, de lettertypes en de kleuren aanpassen naar eigen goeddunken.
Heb je alle instellingen naar wens aangepast, kies je voor gereed, “titel aan film toevoegen” Herhaal hetzelfde voor een aftiteling met de medewerkers aan het einde van de film.
Klaar! Nog één maal je film afwerken en je film is definitief klaar. Je bent nu klaar om het te delen met de wereld.
Je filmpje op YouTube plaatsen Maak een YouTube account aan of meld aan bij je bestaande YouTube account. Surf naar YouTube.com en klik bovenaan op aanmelden en volg de stappen die gevraagd worden. De deelnemers van deze sessie kunnen aanmelden met
[email protected] en paswoord: stopmotion Uiteraard is het niet de bedoeling dat u deze account later nog gebruikt om filmpjes te uploaden!!
Eens je aangemeld bent klik je op uploaden
Klik op de knop Uploaden en zoek het afgewerkte bestand op je harde schijf. Terwijl je filmpje naar YouTube geüpload wordt, heb je tijd om de andere velden in te vullen.
Op een bepaald moment krijg je dan de bevestiging dat je filmpje goed en wel op YouTube is geplaatst en zie je de link waarmee je het filmpje kan delen.