een deur zijn voor anderen
THEMABEZINNING 2012
OKRA-Algemeen Haachtsesteenweg 579, PB 40 1030 Schaarbeek 02 246 44 47,
[email protected]
Samenstelling en redactie: Hugo Verhenne Luc Vandenabeele Piet Elsen Jean-Paul Vermassen
Een deur zijn voor anderen Bundel bij de themabezinning 2012-2013 1. Inleiding op de themabezinning 2012-2013 2. Basistekst 3. Samen ontgrendelen. Gesprekstekst 4. Een getuigenis en een verhaal bij de basistekst 5. De deur open. Korte bezinnings- en gespreksteksten 6. Onze deur open. Woord- en gebedsdienst 7. Een power point 8. Romans met een zingevende dimensie
Samenstelling en redactie: Hugo Verhenne, Luc Vandenabeele, Piet Elsen en Jean-Paul Vermassen
2
1. Inleiding op de themabezinning Een deur zijn voor anderen De deur open houden voor anderen. Anderen een deur laten zijn voor ons Deze krachtige beelden inspireren OKRA-ZINGEVING in 2012 en 2013. Twee jaar lang reikt OKRA-Algemeen materiaal en methodieken aan om in de OKRAbeweging te focussen op deze belangrijke thematiek van de open deuren. Vroeger heette dit de lentebezinning, de laatste tijd kreeg het de naam van themabezinning. En nu krijgt het weer een andere verpakking: een thematische werking in OKRA-ZINGEVING voor twee werkjaren. Altijd komt het op hetzelfde neer: twee jaar lang zal OKRA inspelen op de actualiteit in samenleving en Kerk. Maak je het niet ook mee vandaag: dat zowel in samenleving als Kerk zoveel deuren gesloten worden? In de samenleving kunnen rijken niet delen met armen. Speculanten trekken zich niets aan van de gevolgen van hun financiële spelletjes voor de gewone mensen. Het westen en de islam blijven het wederzijds moeilijk hebben met elkaar. De Kerk trekt ook te weinig conclusies uit de pedofiliecrisis, alhoewel er stappen in de goede richting gezet worden. In de katholieke Kerk wordt het priestertekort steeds scherper voelbaar. En vooral: de kerkelijke leiding gaat zo traag in het openen van de toegang tot het priesterambt en in het volwaardig inschakelen van mannen en vrouwen in het kerkelijk beleidswerk. OKRA wil met het thema Een deur zijn voor anderen op een positieve wijze inspelen op deze tweeledige uitdaging. OKRA blijft opkomen voor de sociale waarden van gelijkwaardigheid, rechtvaardigheid en solidariteit. OKRA blijft mee werk maken van een samenleving waarin mensen de deuren open zetten voor elkaar. OKRA wil als open christelijke beweging zich ook blijven inzetten voor een open christelijk geloof en voor een Kerk met open deuren. OKRA komt op voor een hartelijke, open Kerk die niet veroordeelt en uitsluit en die zich niet opsluit in een kleine kring van gelijkgezinden. Godsdienstige en kerkelijke wetten moeten in dienst staan van de gelovigen en geloofsgemeenschappen. OKRA wil dat leken voluit doorgroeien in de uitbouw van de zingeving en de zorg in de eigen OKRAwerking. Hoe kan OKRA in regio’s en trefpunten zelf de deuren open zetten voor nieuwe senioren, voor andersdenkenden en andersgelovigen? Hoe kan OKRA diezelfde openheid uitdragen in de samenleving? Dat kan op de typische wijze van OKRA: open christelijk, wederzijds respectvol, met actieve betrokkenheid van zoveel mogelijk senioren. Kom, we zetten de deuren open. Jean-Paul Vermassen, Algemeen pastor OKRA Jan Vandecasteele, Algemeen secretaris OKRA Brussel, januari 2012
3
2. Een deur zijn voor anderen: basistekst 1. Woord vooraf Deze themabezinning valt niet zomaar uit de lucht. Ze kadert in een proces dat OKRA aflegt. Een proces dat begon bij de start van OKRA. De letters van OKRA hebben een betekenis. Openheid is dus een uitdrukkelijke doelstelling van OKRA. In het voorjaar 2011 organiseerde OKRA-Algemeen een forumdag over zingeving die aansloot bij het pinksterverhaal. Het pinkstert in OKRA (het verslag van deze forumdag vind je op www.okra.be). Dat pinksteren vertaalt zich in nieuwe wegen van zingeving. Tegelijk onderstreepten de deelnemers aan de forumdag dat zingeving moet aansluiten bij de andere deelwerkingen van OKRA (academie, zorg, belangenbehartiging, reizen…). De tekst zet aan tot bezinning en engagement. Je luistert niet naar een intellectuele uitleg, maar het laat je denken en doen. Je kan een bezinnende halve dag organiseren, maar je kan ook een gedachte ter bespreking uitnemen. Moge openheid de rode draad van elk trefpunt en van elk lid worden. Een open communicatie over het levenseinde past in de optie voor een houding van openheid. Tot slot: openheid is een geschenk dat je van anderen krijgt en leert. Openheid is eveneens een houding waar je in oefent en waar je Kerk en de maatschappij toe oproept. Nog dit: hieronder staan nu en dan richtvragen. Een bezinningsbegeleider kan ze zelf beantwoorden. Maar hij kan de vragen ook richten naar de groep en iedereen uitnodigen tot antwoorden. Sommige richtvragen kunnen aan bod komen op een bestuursvergadering waar de richting van OKRA vorm krijgt.
2. Openheid, een diepe levensdroom: ook de ander opent mijn deur 2.1. Openheid, openstaan voor een ander: een algemeen-menselijke droom Uitgangspunten - De ander is een uitnodiging tot liefde. Uiteraard is elke baby omwille van zijn kwetsbaarheid een uitnodiging tot liefde, die vrij gemakkelijk wordt beantwoord. Waarom zou de meest zorgbehoevende en dus de meest kwetsbare (oudere) mens (de dementerende senior bijvoorbeeld) een last zijn? Waarom zou de meest zorgbehoevende senior omwille van zijn kwetsbaarheid geen oproep zijn tot geduldig, moedig zacht liefhebben? Maar hoe ver gaan we werkelijk in het zien van elke ander als uitnodiging tot liefde? De werkloze, de vreemdeling, de kansarme, de andersgelovige, de niet-gelovige… al deze mensen als uitnodiging tot liefde zien, is een stevige opdracht.
4
- De ander is een verrijking voor mezelf. “De ander is voor mij de mens in armoede, omdat hij mij leert in te gaan tegen mijn neiging om te veroordelen en vooroordelen te koesteren. In het geduldig luisteren naar mensen in armoede leerde ik dat je nooit kunt oordelen omdat je nooit de hele geschiedenis van mensen kent, nooit ten volle de mens kent.” (Luc Vandenabeele) Denk aan mensen die zo anders zijn dan jou en die je verrijken en oproepen om jezelf bij te sturen. Hoeveel andere mensen blijken een verrijking te zijn in je leven? Zie je wie deze mensen zijn? - Liefde is op zijn best als het anders-zijn van de ander niet alleen aanvaard wordt maar ook een bron van eigen groei en geluk is. Vaak wordt het woord respect versmald tot de ander aanvaarden. De ander ‘mag zijn wie hij is’. Maar kan respect en openheid je op weg zetten zodat je dankzij dialoog met de ander elkaar kan verrijken? Zeker op het vlak van levensvisie is de edele gedachte ‘Geloven, da’s toch elk zijn gedacht’ te vaak de weg om te zwijgen over het zoeken naar de zin van het leven. - De ander heeft zijn rechten. Daardoor zijn mijn rechten te vervullen tot zover niemand tekort wordt gedaan. Dit is heel concreet: heb je het recht op het laatste woord? Heb je het recht op een voorbehouden plaats in OKRA? Geven wij in tijden van crisis aan de komende generatie het recht op leven op deze door ons bedreigde planeet? Hoe komen wij tegemoet aan de rechten van de ander? - Openheid als liefde voor de ander is een opdracht, een vaak lastige opdracht. De ander is een opdracht, soms een karwei. Maar daarom nog geen hel. - Je naar de ander richten, stelt jezelf in vraag, stuurt en schaaft je bij. Dat kan niet zonder een beetje te sterven en niet zonder iets van jezelf (van je ideeën, van je tijd, van je vrijheid, van je rijkdom…) op te offeren. - De ander is zelfs hemel en aarde, heel de schepping waarvoor je kan openstaan. Moeder aarde doet je groeien. Deze moeder kiest voor vruchtbaarheid, terwijl wij rendement verkiezen. We gebruiken en verbruiken de aarde om winst te maken. De aarde, onze moeder, geeft ons haar vruchten en bronnen en wij verbruiken ze. We delen deze vruchtbaar te weinig met anderen en zijn te weinig dankbaar. Tijdens zomerse wandelingen even halt houden om moeder aarde te danken, kan zinvol zijn. Passende houdingen - Luisteren vanuit meeleven en inleven. Luisteren is geloven in de rijkdom van de ander ondanks zijn onmacht en kwetsbaarheid. Luisteren is de eerste vorm van loslaten: van eigen gedachten, voorstellen, gewoontes, waardepatronen. Luisteren is niet een probleem willen oplossen in plaats van de ander. Raad geven is niet hetzelfde als oplossen in de plaats van de ander. Luisteren is de persoon helpen zichzelf te begrijpen. Luisteren is zalig, omdat je zo een wederzijds geschenk bent voor elkaar.
5
- Niemand veroordelen. Een mens is meer dan zijn fouten. Hoeveel mensen worden vandaag niet uitgesloten door de kwetsende woorden ‘Ze hebben het zelf gezocht’. Met zo’n oordeel help je niemand. Te vaak blijven pijnlijke woorden onuitgesproken hangen in families en in trefpunten. Papieren woorden zijn nog pijnlijker. Hoe kunnen wij open staan voor vergeving? - Dankbaarheid en waardering vanuit het geloof dat de ander een verrijking betekent. Soms is het te vanzelfsprekend wat een ander voor jou of voor OKRA doet. Zorg daarom mee voor een cultuur van dankbaarheid en waardering, voor zowel wie koffie schenkt als wie het woord voert. Het aantal uren en kilometers dat iemand investeert, drukt de waarde van de inzet niet uit. Wel de bezieling, het enthousiasme, de gedrevenheid waarmee de taken gebeuren. - Respect Respect in de ruime betekenis, zoals hierboven beschreven, betekent zoveel meer dan de ander laten bestaan. - Kansen geven Er is geen groter geschenk dan gemeend laten blijken dat je de ander nodig hebt. De aangeleerde angst om de ander lastig te vallen, de aangeleerde neiging om je plan te trekken, smelt wanneer de ander iets mag doen voor jou en daardoor gelukkig is. Richtvragen 1. Wie stond/staat open voor jouw talenten? Wie liet/laat gemeend blijken dat hij/zij jou nodig heeft? Wat betekent dit voor jou nu? Wat betekende dit voor jouw levensloop? 2. Welke mensen – hoe anders zij ook waren - hebben jouw leven op verrijkt (door hun voorbeeld, een sprekende gedachte…)? Hoe werd je daardoor rijker? Wie ben je daardoor geworden? 3. Hoe kan je meer werk maken van elkaar te bedanken en waarderen in OKRA? 4. Waarom vind je luisteren soms moeilijk? Wat helpt je dan? 5. Waarom doet luisteren en beluisterd worden zo’n deugd? Hoe stimuleert je dat? 6. Hoe kan je openstaan voor verzoening en vergeving in het besef dat dit niet altijd mogelijk is? 2.2. Openheid, openstaan voor een ander: een Bijbelse droom Jezus van Nazareth - Hij zocht de totaal andere op en waardeerde ze: Zacheüs , de zieke zondaar, de goede moordenaar… - De totaal andere, de vreemde, de mens van geen tel zocht Jezus op: de herders, de bedelaars, de melaatsen, de zieken. De herders werden geminacht omdat zij de gebedsdiensten niet bijwoonden, de zieken omdat ziek zijn een straf was…
6
- Hij stelde de totaal andere als voorbeeld: de Barmhartige Samaritaan, de Verloren Zoon. - Hij, Jezus, identificeerde zich met mensen van geen tel: Ik ben de goede herder (terwijl herders geminacht werden); de Emmaüsgangers ‘Zijt Gij dan de enige vreemdeling?’. Bij Zijn geboorte was er geen plaats in de herberg, Hij werd de gekruisigde. Jezus was van geen tel. - Hij ging in tegen wetten en afspraken van uitsluiting en veroordeling: de overspelige vrouw… Liefde staat boven elke wet. - In het Oud Testament kan je God nog zien als de totaal Andere. In het Nieuw Testament is God in Jezus in alles aan de mens gelijk behalve in de zonde. Een te grote tegenstelling tussen God en mens staat ver van de menswording van God. Het pinksterverhaal - Het wordt ons aangeleerd en voorgeleefd om open te staan voor een ander, anders kunnen wij het niet. Ook het geloof gaat uit van het gegeven dat wij niet in de eerste plaats door eigen kracht open staan voor de ander. De Geest maakt ons tot open mensen en gemeenschappen, zegt het pinksterverhaal. Pinksteren is daarbij niet zozeer het moment van weer durven uitkomen voor je identiteit in de hoop dat je mensen kunt overtuigen. Het is de durf hebben om in communicatie, in open dialoog te spreken met anderen. Het is de kunst verstaan om mensen met een andere taal of gedachte te beluisteren en te verstaan. Het behoort tot de christelijke identiteit om in dialoog te treden. - Openheid is angst overwinnen en ingaan tegen tegenstand dankzij verbondenheid, dankzij het groep vormen van de apostelen met Maria. Het gebeurt op vele plaatsen dat mensen die enthousiast groep vormen, meer aankunnen, meer aandurven. Zij zijn aantrekkelijk voor nieuwe mensen. - Christelijk geloof is geloven in het open graf. Geen enkel dood punt mag het laatste zijn. OKRA staat open voor mensen die op een dood punt dreigen te geraken in hun leven. Mensen in rouw, mensen in eenzaamheid, mensen als mantelzorgers… - God is groot omdat Hij kan klein zijn. Het christelijk geloof is geen geloof in een almachtige God, hoog boven, ver weg in de hemel. We geloven in een God die liefde is en daarom kwetsbaar kind geworden is, daarom door de knieën gaat bij de voetwassing, daarom het lijden niet uit de weg gaat. God maakt zich klein omdat Hij nabij wil zijn. In de nabijheid van God en mens is alles te overwinnen, zelfs de dood. Het is een evangelische opdracht om zoals God te zijn. Je zal groot zijn als je je kunt klein maken. - Liefde, zoals met Pinksteren, is zich riskeren vanuit diep vertrouwen. (Bedevaartthema; themabezinning 2011) Richtvragen 1. Wat betekent de levenshouding van ten volle openstaan van Jezus van Nazareth voor ‘rare’, vreemde mensen die niet meetellen voor jouw 7
leven en voor OKRA? Wat betekent voor jou leven als Jezus van Nazareth vandaag? 2. Ken jij groepen die leven en handelen vanuit die keuze van Jezus? 3. Zie jij deze keuze van Jezus gebeuren in OKRA? In de Kerk vandaag? 2.3. Openheid, openstaan voor anderen, een OKRA-droom Onze naam (OKRA) is onze ziel Je kan slechts in groep leven met een open geest. Zich groeperen in OKRA is meer dan zich verzamelen uit sympathie. Er zijn belangrijke deelwerkingen van OKRA die openstaan voor de meest kwetsbaren in de samenleving: belangenbehartiging voor mensen met de kleinste pensioenen; zorg en zorgrecht voor de zorgbehoevende senior…
3. Openheid, openstaan voor anderen, zeker een realiteit - Openheid heeft in OKRA vele gezichten: het huisbezoek, mensen welkom heten aan de feestelijke deur, ideeën samenleggen in het bestuur, opkomen voor een ander als verantwoordelijke belangenbehartiging… - Openstaan voor God als de Ander gebeurt niet alleen door mooie, zingevende woorden aan het begin van een activiteit. Het gebeurt vooral door de manier van samen zijn en welkom heten van iedereen. Richtvragen 1. Ervaar jij OKRA als een groep die openstaat voor iedereen? Waarin ervaar je dat? 2. Wat zou er voor kunnen zorgen dat OKRA nog meer openstaat voor alle mensen?
4. Openheid, openstaan voor anderen… de realiteit is helaas vaak anders 4.1. Mensen, groepen, volkeren staan tegenover elkaar - De middenklasse staat soms tegenover de werkzoekenden in uitspraken als: ‘als je wil werken, vind je wel werk’. - De Vlamingen staan soms tegenover de allochtonen. ‘Als vreemdelingen meer rechten hebben dan Vlamingen, dan kan dit niet juist zijn’. Maar ook vreemdelingen hebben rechten. - De eerste wereld staat tegenover de derde wereld: de eerste westerse wereld is vooral geïnteresseerd in de grondstoffen van de derde wereld, maar het recht op menselijkheid in derde wereld is minder evident. 8
- Wanneer we groepen van mensen veralgemenen tot dé werklozen, dé vreemdelingen, dé jonge gasten vandaag, dan plaatsten wij ons tegenover de ander en lukt de maatschappelijke dialoog niet meer. 4.2. Weerstand tegen openheid - Angst: wie bang is voor nieuwe ideeën in OKRA, staat niet open voor die ideeën en durft geen risico te nemen. - Onzekerheid: de economische crisis maakt duidelijk dat mensen onzeker worden en in die onzekerheid zien ze de ander(bijvoorbeeld de vreemdeling) als een bedreiging. - Eigen gelijk: overtuigd zijn van het eigen gelijk houdt mensen tegen om van anderen te leren. - De drang naar profilering en de drang om de eigen identiteit bevestigd te zien. Het is een bijzonder moeilijke opdracht om uit te komen voor wie je bent en tegelijk open te staan voor een andere mening, zelfs als je gelooft dat die ander een verrijking kan zijn. Uitkomen voor je overtuiging, je geloof lijkt automatisch over te komen als gebrek aan respect voor anderen. - Moeite met veranderingen: ook wanneer nieuwe mensen tot OKRA toetreden, is het wennen aan de andere. 4.3. De OKRA-realiteit is soms anders Onze Onze Onze Onze Onze
moeite om open te staan voor mensen in kansarmoede. moeite om open te staan voor mensen met een andere nationaliteit. moeite om open te staan voor jonge senioren. moeite om open te staan voor nieuwe bewoners in de buurt. goede bedoelingen, zoeken en proberen ten spijt.
4.4. Onze, vaak begrijpelijke, persoonlijke moeite om open te staan - Hoe moeilijk is het om open te staan voor kinderen en kleinkinderen die een andere weg van geluk gaan? Als wij maar zouden kunnen geloven, vertrouwen dat ze gelukkig zijn op hun manier. - Hoe moeilijk is het om weer open te staan voor mensen die ooit iets verkeerd gezegd hebben en de relatie een nieuwe kans te geven? - Hoe moeilijk is het om open te staan voor een nieuwe vorm van Kerk-zijn?
5. De Kerk en openheid 5.1. Vijftig jaar Vaticaans concilie - De verantwoordelijkheid van leken: sinds het tweede Vaticaans concilie worden leken meer gewaardeerd in de kerk en krijgen zij meer verantwoordelijkheid. 9
Nochtans is het begrijpelijk dat velen verlangen dat deze tendens van meer verantwoordelijkheid voor leken sterker zou doorgetrokken worden. - De openheid voor andersdenkenden onder andere het verhaal van oecumene (Assisi, Taizé…). - Dienst aan de wereld: de Kerk dient de wereld en geeft een antwoord op menselijke noden. Toch dreigt de Kerk zich in deze tijd te veel te bekommeren om zichzelf als Kerk. - Een nieuwe, verstaanbare (volks)taal 5.2. De Kerk sluit zijn deuren - Door morele, pijnlijke veroordelende wetten, zoals de pijn die de pauselijke encycliek Humanae Vitae veroorzaakte. - De liturgische grendels: geen communie voor echtgescheidenen; geen plaats voor de vrouw in de liturgie. - Het beleid staat ver van de werkelijkheid. De cultuur van dialoog en overleg ligt zo moeilijk in de Kerk. Te vlug komen sommigen voor de dag met het principe dat de Kerk geen democratie kan zijn omwille van de grondwet van het evangelie. Deze grondwet kan echter op vele manieren verstaan worden. Als de Kerk de deur vergrendelt, dan sluiten mensen begrijpelijk de deur van de Kerk achter zich. De Geest kan de Kerk openbreken - Een sacrament is nooit van moeten, steeds van ont-moeten! Niet ieder OKRAlid moet eucharistie vieren. Elke OKRA-viering moet oproepen om voor iedereen open te staan en Pinksteren te herbeleven. Zo open zijn als God, als Jezus. - OKRA is de eigentijdse zingever van vandaag en van de toekomst… en niet alleen omdat er minder priesters zijn. - De Geest doet ons in de eerste plaats luisteren, zelfs als er geen oplossing te vinden is. Nabijheid overwint alles. Bekommer je in de eerste plaats niet om het juiste woord, maar wel om het gepast en meelevend luisteren. Laat zeker ruimte om te luisteren naar de waarom-vragen van het leven. Waarom moet een mens lijden? Waarom wordt een mens geboren? Verontwaardiging en verwondering zijn twee belangrijke bronnen van het ontdekken van de zin van het leven. Richtvragen 1. Ook leken kunnen zingevers zijn in OKRA, in de Kerk, omdat ze een zinvolle bijdrage hebben, niet om het priestertekort op te vangen. Hoe sta jij tegenover leken als zingever? 2. Zin geven is niet alleen een aparte activiteit. Het heeft te maken met omgaan met de natuur, met elkaar, met de toekomst. Zin geven moet ingebed zijn in alle deelwerkingen van OKRA. Zie jij dat zo? Ervaar je dat zo? Of heeft zingeving slechts een plaats in aparte zingevingsmomenten? 10
3. SAMEN ONTGRENDELEN Met de vernieuwde kijk op zingeving zet ook OKRA de deuren wagenwijd open. Om het nog krachtiger te zeggen: ontgrendel je leefwereld. Het zal niet zo eenvoudig zijn en enige hardnekkigheid vergen. Immers er zitten verschillende verroeste en knellende hang- en maalsloten op je leefwereld. Ontgrendel echter geduldig, open, nederig en teder die sloten om jezelf maar vooral anderen ademruimte en menselijke warmte te schenken. Daarvoor gaat OKRA de weg van de acht ontgrendelingen. Eerste ontgrendeling De ikke-ikke-grendel. Een grendel die iedereen meekrijgt van de vooruitgangsen consumptiemaatschappij. Daardoor verlangen mensen naar meer, meer dan er is. Laten wij door onze ontgrendeling maken dat wij mensen worden die mildheid kennen. Mensen worden die pijn verzachten; die teleurstelling doen verbleken; die woede doen vervliegen. Mensen worden die zuurheid en betweterij verbannen en solidariteit een plaats geven. Nemen wij de ikke-ikkegrendel weg voor meer daadkracht en inzet. Tweede ontgrendeling De ontgrendeling van de menselijke relaties. Breek de banden om jezelf en stap naar de andere: de mensen die je lief en hartig zijn, de buren en de brede leefgemeenschap. Vorm sociale netwerken die niet uitsluitend uit sms, telefoon, fax, e-mail of Facebook voortkomen. Leg contacten van lijfelijke en geestelijke aanwezigheid in de gezelligheid die elke menselijke geborgenheid biedt. Derde ontgrendeling De ontgrendeling naar andere generaties. Wees je bewust dat je tegelijk leerling en meester bent. Van de jongeren en de middengeneratie leer je het evangelische adagio ‘Zie, maak alles nieuw’ een plek te geven in je leven. Aan die generaties kan je de ervaring van het leven meegeven. Oudere generaties hebben de rijkdom van te weten wat lief en leed betekenen. Leermeester en leerling zijn, kan een zinvol engagement worden. Vierde ontgrendeling De ontgrendeling van het zuiver materiële. Deze ontgrendeling kan leiden naar een spiritualiteit van de ouderdom. Daal af in jezelf en haal het gruis en de ruis weg. Blijf zoeken naar de zin van het zijn. Herinner je met kritische kijk en ervaring de waarden van je jeugd en zoek wat deze nog aan vervulling kunnen schenken. Dat betekent dat je wat je toen dacht, voelde, deed, naar vandaag vertaalt. Misschien besef je dat geloven en hopen, liefhebben en verzoening dieper doorgedrongen zijn dan je je realiseerde. Zijn dat niet de vroegere vier akten die je eertijds elke dag moest bidden? De ontgrendeling naar het evangelische kan een alternatief zijn voor de overrompelende informatie die soms op het nietende niets lijkt en vaak maar een prothese blijkt van echt menselijke kennis. Vijfde ontgrendeling Ontgrendeling naar het mondiale. Ervaar het mens-zijn niet langer als een vaag beginsel. Stap over landkaarten, zeeën en oceanen, rassen en kleuren heen om te ontdekken dat iedereen fundamenteel gelijk is. Ontgrendel het-bange-blanke11
zijn. Durf een open kijk op het wereldvenster aan te nemen en weet dat elke menselijke culturele ontmoeting verrijking, zinvolheid en zingeving schenkt. Maak van multiculturaliteit een ontdekkingstocht die de oplossing van problemen niet wegmoffelt onder vooroordelen en verworven privileges. Zesde ontgrendeling Ontgrendeling naar de zwakkere medemens. ‘Wat jij aan de minsten van de mijnen hebt gedaan…’ zijn woorden die hoger reiken dan vele menselijke vluchten. Bevestig armoede als een fundamenteel onrecht zowel in de derde als in de vierde wereld. Ontgrendel het schraperige, het veroverende en het oeverloze hunkeren naar meer dat diep in de menselijke kleinheid ligt. Zevende ontgrendeling Ook de Kerk heeft haar grendels: de grendels van geboden en verboden, regels om de regels soms. Actief Kerk willen zijn, is helpen aan de ontgrendeling ervan. We dromen van een Kerk waarin wij ons goed voelen, waarin wij vrij en blij ons betere zelf kunnen worden, waarin we uitgenodigd worden als christen gelovige. Dit alles wars van elk juridisme, elk triomfalisme en elke geslotenheid. Maar wel vanuit het eigen zoeken met gevoelige, begrijpende en liefdevolle vingertoppen om zo de weifelende, de andersdenkende, de verdwaalde te kunnen raken, niet om hem te winnen, maar om hem te beminnen met de woorden van Jezus Christus ‘heb elkander lief’. Achtste ontgrendeling OKRA ontgrendelen. Niet een duister, donker, lichtloos clubje zijn maar gericht op wat OKRA wil zijn: met aandacht voor open ontmoeting , christelijk geïnspireerd, op een respectvolle manier en gericht op actie. Dit is geen theorie. Dit krijgt vorm in een trefpunt door een hartelijke gast te zijn op bijeenkomsten van OKRA, door belangbehartiger te zijn van zo velen, door een aangename blije gezel of gezellin te zijn voor weemoedigen en eenzamen. Met andere woorden: stel je open voor allen waar je vereniging mee vormt en voor allen die een beroep doet op jou. Dat alles op de negen deelwerkingen van OKRA: OKRAACADEMIE, OKRA-BEDEVAARTEN, OKRA-BELANGENBEHARTIGING, OKRACULTUUR, OKRA-REIZEN, OKRA-SPORT, OKRA-ZORG, OKRA-ZORGRECHT en OKRA-ZINGEVING.
12
4. Een getuigenis en een verhaal We kunnen toch niet eindeloos blijven wachten op Rome De grote omslag in het denken heeft zich al voltrokken 1980. Ik was pas afgestudeerd in godsdienstwetenschappen in Leuven en gedreven door de hervormingsgeest van het Tweede Vaticaans Concilie. Ik vertel met enthousiasme aan mijn vader dat de gehuwde mannen en vrouwen klaar staan om in te treden in de leiding van de parochies. Mijn vader antwoordt overtuigd en stug: “Als ze dat toelaten, is de Kerk helemaal om zeep”. 2010. Mijn vader ziet dat er in eigen parochie en overal in zijn omgeving geen inwonend priester meer is. Hij vraagt me: “Hoe lang gaat het nog duren vooraleer ze je wijden? Waarom laat de kerkelijke leiding in godsnaam de plaatselijke geloofsgemeenschappen leegbloeden?” Deze persoonlijke ervaring is een metafoor. De voorbije jaren heb ik overal diezelfde omslag in de geesten van de mensen meegemaakt. Waar ik kwam in parochies, dekenaten en sociale bewegingen, overal voelde ik dezelfde evolutie: in de hoofden van de mensen zijn de kerkbeelden veranderd. De inwerking van Vaticanum II heeft zijn vruchten afgeworpen. Vooral bij de 55-plussers in OKRA trof me de harde kritiek op het vasthouden aan de oude kerkgestalten van Rome. Bij de jongeren had ik als godsdienstleraar al vroeger een nog diepere verandering geconstateerd: niet alleen de Kerk was voor hen een probleem, ook God, Jezus en het evangelie werden fundamenteel bevraagd. Trouw aan het leven in de plaatselijke geloofsgemeenschappen De laatste vijftig jaar heeft er zich een diepgaande ommekeer voltrokken in de geesten van de gelovigen. Open en vrijmoedige christenen beseffen steeds duidelijker dat ze zich niet op glad ijs begeven, maar dat ook zij evenwaardig in de traditie van het christelijke geloof en de Kerk staan. Ook van deze hervormingsgezinde christenen mag Rome blijven spreken. Zij willen in dialoog met Rome gaan. Ze kunnen respect opbrengen voor de eigen rol van de paus. Maar wat de christenen die vrij het woord nemen echt niet kunnen, is hun geweten en hun geloofszin ontrouw zijn. Wat ze echt niet kunnen, is de zorg voor hun plaatselijke gemeenschap opgeven. Ze kunnen toch niet hun diepste pastorale roeping en de roep van hun gemeenschap loochenen? De nieuwe voorgangers en geloofsgemeenschappen hebben ontdekt dat het heilzaam werkt en dat de gelovigen het accepteren: zelf als gemeenschap, als gehuwde mannen en vrouwen gestalte geven aan verkondiging en diaconie, gebed en viering, zegen en sacrament, leiding in parochie en bisdom. Het bewustzijn is gerijpt dat zij op hun wijze in het hart van de traditie van de Kerk staan. Dat ze in wezen de diepste geest van het kerkelijk ambt respecteren: de zorg voor eenheid tussen gelovigen en kerkgemeenschappen, samen de kritiek van het evangelie weerstaan en in taal, teken en levensstijl een verwijzing naar de levende Jezus zijn. Vanuit dit verscherpte bewustzijn en mede door het tekort aan priesters oude stijl gaan de nieuwe gidsen en gemeenschappen in een versneld tempo hun weg. Ze blijven hopen op Rome voor een officiële inordening. Maar wachten kunnen ze niet meer. Wachten hoeven ze ook niet meer. 13
Richtvragen 1. Ben je akkoord met de verzuchting van dit getuigenis: we kunnen niet langer wachten op Rome? Of heb je er bedenkingen en vragen bij? 2. Hoe moet het volgens jou verder met de Kerk? Wat kan de bijdrage van OKRA zijn? Het verhaal van de pastoor met vijftien parochies Er was een pastoor die vijftien parochies had. Ooit begonnen met één. Dan twee, vier en zeven. En hij zag er nog meer aankomen. Bij het vertrek van een collega kreeg hij er nog zeven parochies bij. Hoe zou hij dat in godsnaam kunnen aanpakken: pastoor zijn van vijftien parochies? Hij zag het niet meer zitten. Hij had zoveel vragen en onzekerheden. Hoe zou hij uit zijn innerlijke strijd geraken? Hij vroeg advies aan een gepensioneerde curiekardinaal. De pastoor vertelde de kardinaal over zijn gewetensstrijd. Over zijn bisschop die hem vroeg om nog slechts in twee kerken eucharistie te vieren, om geen woordof gebedsdiensten op zondag toe te laten in de andere kerken, om leken geen sacrament te laten toedienen. Alle sacramentele vieringen in de vijftien parochies waren voor de pastoor zelf. Met de voorbereiding erbij was dat een voltijdse bezigheid. De pastoor zuchtte bij de kardinaal dat hij al 69 jaar oud was. Wat moest er na hem gebeuren? Hij hoorde dat het bisdom nog meer parochies zou bijeenvoegen en in nog minder kerken de eucharistie zou toelaten op zondag. De gelovigen moesten elkaar maar met auto’s ophalen om samen naar centraal gelegen kerken met eucharistie te rijden. Waar zou dat eindigen? Alleen nog een eucharistie in de provinciesteden? En dan met bussen daar naartoe? Priester zijn, mijmerde de pastoor tegenover de kardinaal, wat betekent dat nog vandaag? Hij had geen tijd meer voor ontmoetingen met mensen, geen kans meer om eenzamen nabij te zijn en zieken te bezoeken, geen kans meer om met verenigingen contacten te onderhouden. Hij voelde zijn geloofsgemeenschappen verkillen en verbrokkelen. Het ongenoegen van vele gelovigen over de gang van zaken in de Kerk viel hem zwaar. De pastoor vertelde de kardinaal hoe hij zich chronisch moe voelde. De woordvoerders van het bisdom konden het kerkelijke personeelsbeleid mooi verdedigen: dat er geen priestertekort was maar een teveel aan cultusplaatsen in verhouding tot het dalende aantal gelovigen, dat vieren in een volle kerk zoveel sterker zou zijn dan vieren in een kwartvolle kerk, dat het ging om de verhoging van de kwaliteit van de geloofsgemeenschappen. De harde feiten waren anders. Ging het in het bisdom niet vooral om het redden van het klassieke priestermodel? Het officiële verhaal klonk de pastoor cynisch in de oren. De resterende priesters bezweken immers steeds meer onder de stijgende werkdruk. En het vuur in de vitale geloofsgemeenschappen werd gedoofd omdat lekengidsen en -voorgangers geen serieuze plaats krijgen. Het maakte de pastoor radeloos. Temeer omdat meer vooruitstrevende pastoors de richtlijnen van het bisdom niet zo nauw namen. Ze lieten in de vitale parochies leken preken en voorgaan in woord- en gebedsdiensten op zondag. Ze lieten leken de zegen uitspreken over gehuwden en ze mochten ook kinderen dopen. Mannen en vrouwen deden de ziekenzalving in sociale verenigingen en woonzorgcentra. Verboden? Ongeldig? De priesters vertelden over ‘nood die wet 14
breekt’. Ook Jezus en Paulus hadden destijds de gesloten joodse wetten geopend voor een nieuwe christelijke geloofsdynamiek, zo argumenteerden zij. Zijn sacramenten niet geldig van zodra het gaat om gelovige vieringen die waarachtige Gods- en Jezusontmoetingen zijn en die gemeenschapsstichtend zijn? Zo betoogden de vooruitstrevende priesters. De pastoor vertelde uitgebreid en openhartig over wat hem bedrukte. Hij hoopte dat de kardinaal hem zou bevrijden van zijn twijfels. Wat moest hij doen? Gehoorzaam zijn aan de officiële kerkelijke richtlijnen? Of ook de vrijheid nemen om in geweten en gebed nieuwe wegen te gaan? Wat was het beste voor de toekomst van de Kerk en het evangelie? Wat zou Jezus hierover zeggen? Wat zou de wil van God zijn? Kon de curiekardinaal hem helpen? De kardinaal was een nuchter en realistisch man. Nee, de richtlijnen van Rome zullen op korte tijd niet veranderen, aldus de kardinaal. Er is geen enkel teken dat het onderliggende denken over God en Kerk aan het veranderen is in het Vaticaan. Integendeel. Adviezen en aanbevelingen van de plaatselijke kerken, het haalt allemaal niets uit in Rome. Men kan beter stoppen met verwachtingen te koesteren ten aanzien van een versoepeling op een korte termijn in de Roomse standpunten. Tegelijk kwam de kardinaal onverwacht uit de hoek: “Op langere termijn zijn de standpunten van Rome niet houdbaar. Het draagvlak ebt verder weg. Natuurlijk blijft een kleine militante groep gelovigen en priesters strikt Rome volgen. Dat belet niet dat de grote groep van christenen al lang en steeds meer andere wegen gaat op verschillende levensdomeinen. Ook in het pastorale werk stippelen de mondig geworden christenen steeds meer de weg uit die ze menen te moeten gaan in de lijn van het evangelie en als antwoord op de nieuwe uitdagingen van de tijd.” De kardinaal richtte zich tot de pastoor met deze raad: “Laat je voortaan leiden door je zorg om je mensen, doe wat het geloof van je christenen en geloofsgemeenschappen kan versterken, laat je pastoraal geëngageerde leken doorgroeien in hun sacramentele toewijding aan Jezus en zijn evangelie en zorg ervoor dat ze de verbondenheid met de Kerk blijven behartigen. Beste pastoor, zie de werkelijkheid en heb vertrouwen. Besef dat de evolutie ter plaatse alsmaar verder doorgaat, ondanks alle institutionele remmingen. De vele pastoraal geëngageerde leken zijn geloof en Kerk zo genegen.” Maar liggen de nieuwe ontwikkelingen wel in de lijn van wat Jezus wou en wat Gods wil is, wou de pastoor nog weten? De kardinaal antwoordde met grote rust en een wijds perspectief: zal Jezus op het einde der tijden ons niet ondervragen, zoals hij dat in Matteüs 25 deed? “Heb je me met bezoek en gebed omringd en heb je me een kruisje gegeven en gezalfd met olie als ik ernstig ziek was? Heb je naar mij geluisterd en voor mij een woord van barmhartigheid en vergeving uitgesproken als ik gekweld werd door schuldgevoelens en wroeging en berouw toonde? Heb je mijn vriendschap en liefde gezegend als ik je erom vroeg?” De kardinaal ging opgewonden verder: “Jezus zei het telkens weer tegen de Schriftgeleerden en hogepriesters in zijn tijd: de gelovigen en de geloofsgemeenschappen zijn er niet voor de godsdienstige wet, de godsdienstige wet is er voor de gelovigen. Beste pastoor, maak je dus maar geen zorgen. Het aantal priesters blijft dalen. Maar het priestertekort bevordert de groei van de verantwoordelijkheid van christenen in economie en politiek, in sociale organisaties, zorgsector en onderwijs. En zie en hoor hoeveel gelovigen vandaag de nieuwe pastorale bedieningen en ambten warm onthalen en ondersteunen. De 15
nieuwe, vrije christenen zullen meer dan ooit doorgaan. Ze kunnen niet anders: in geweten en in de feiten.” De pastoor van de vijftien parochies trok met een gevoel van vrede naar huis. Een last viel van zijn schouders. Hij mocht het over een andere boeg gooien. Zoveel had de kardinaal hem duidelijk gemaakt. De pastoor keek met nieuwe ogen naar zijn vijftien parochies. Hij zou meedoen met wat duizenden christenen dezer dagen vroegen in de petitieactie Gelovigen nemen het woord. Maar hij wou nog verder gaan. De geloofsgemeenschappen zouden voortaan zijn gids zijn. Hij kon zich niet laten leiden door wereldvreemde en onhaalbare officiële kerkelijke richtlijnen. Hij zou niet langer meer de rusteloos zwervende bedienaar van de eredienst zijn. Er brak een nieuwe tijd aan voor de pastoor van de vijftien parochies. Hij voelde zich weer echt priester: bruggenbouwer tussen gelovigen en geloofsgemeenschappen. Richtvragen 1. Wat vind je van dit verhaal? Ga je akkoord met de boodschap ervan? Heb je er bedenkingen en vragen bij? 2. Hoe moet het volgens jou verder met de Kerk? Wat kan de bijdrage van OKRA zijn?
16
5. Korte bezinnings- en gespreksteksten Het evangelie opent de deur van godsdienst en samenleving Het evangelie doet de deur open: voor kwetsbaren en zieken, voor mensen in armoede en achtergestelden, voor mensen - om welke reden ook - uitgesloten. Het evangelie houdt de deur open: voor verloren zonen, voor arbeiders van het elfde uur, voor overspelige vrouwen. Het evangelie slaat de deur niet dicht: voor mensen die niet honderd procent in orde zijn met de godsdienstige wetten: niet in orde met de sabbatwetten, niet orde met de reinheidswetten. Jezus is gekomen om gesloten deuren te openen: de deur van een gesloten samenleving, de deur van een gesloten politiek, de deur van een gesloten Kerk of godsdienst. Hijzelf was een open deur: voor allen. Hij was een mens die bij anderen deuren opende. Ook Zijn godsdienstige taal was open en vol vrije ruimte. Hij sprak opdat ook godsdienstige leiders God niet langer zouden opsluiten achter de deur van hun groot gelijk. God is alleen maar een open deur, zo klonk zijn bevrijdend woord.
Richtvragen 1. Ben je akkoord of niet akkoord met deze tekst? 2. Wat betekent dit voor de OKRA-werking? 3. Wat heeft deze tekst jou te zeggen? 17
Wie opent onze deur? Openen wij onze deur voor anderen? Of openen anderen onze deur? Openen wij eerst onze deur voor anderen? Voor onze kinderen en kleinkinderen. Voor buren. Voor mensen in armoede. Voor mensen van een andere origine. Voor OKRA-leden die anders denken en geloven. Of openen anderen eerst onze gesloten deuren? Kleinkinderen maken ons weer jong. Buren maken ons contactrijker. Mensen in armoede doen ons anders nadenken over de samenleving. Mensen van elkders leren ons gastvrijheid. Andersdenkenden en andersgelovigen openen onze denkbeelden. Anderen veranderen ons. Ze openen onze afbakeningen en grenzen. Ze breken onze vooroordelen stuk. Ze slaan een brug van vriendschap. Anderen openen eerst onze gesloten deur. En zo openen wij verder onze deur. Kom, laten we eerst de anderen ontmoeten. Laten we eerst naar anderen gaan. Laten we ze een kans geven. Zij zullen onze deur openen.
Richtvragen 1. Ben je akkoord of niet akkoord met deze tekst? 2. Wat betekent dit voor de OKRA-werking? 3. Wat heeft deze tekst jou te zeggen? 18
Ik ben de deur van de schaapstal Ik ben de deur, zegt Jezus. Ik ben de deur van de schaapstal. Een schaapstal heeft geen deur. Er is alleen een deuropening. Zo gezien krijgt het beeld van Jezus nog meer betekenis. Ik ben de deur van de schaapstal wil dan zeggen: ik zorg ervoor dat alle schapen binnen zijn, ik zorg ervoor dat er geen schapen weglopen, verloren lopen, ik wacht en waak aan de deuropening ik bescherm de schapen tegen rovers en wolven. Ik ben de deur, zegt Jezus. Ik ben bereid om risico’s te lopen voor jullie. Ik ben bereid om mijn leven op het spel te zetten. Zoveel geef ik om jullie. Zoveel geven goede herders om hun kudde. Een goede herder zijn, het is geen romantisch of vroom beeld. Het is een scherpe, uitdagende beeldspraak. Welke politieke en kerkelijke leider kan het zeggen over zichzelf? “Ik ben de deur voor mijn kudde, ik ben de deur voor alle schapen.”
Richtvragen 1. Is Jezus’ beeld een haalbaar ideaal? 2. Wat is jouw mening over politiek en maatschappelijk leiderschap vandaag? 3. Wat is jouw mening over kerkelijk leiderschap vandaag? 19
Wanneer openen wij onze deur? Wanneer openen wij onze deur voor wie honger heeft? Wanneer openen wij onze deur voor wie dorst heeft? Wanneer openen wij onze deur voor wie naakt is? Wanneer openen wij onze deur voor wie ziek is? Wanneer openen wij onze deur voor wie vreemdeling is? Wanneer openen wij onze deur voor wie in de gevangenis zit? Naar Matteüs 25
Richtvragen 1. Wat betekent dit voor de OKRA-werking? 2. Wat heeft deze tekst jou te zeggen? 20
God, Gij kiest voor huizen met open deuren God, Gij kiest voor huizen met vele deuren, Gij kiest voor huizen met vele kamers, elke kamer met een deur naar een andere kamer. God, Gij kiest voor huizen met open deuren, Gij kiest voor huizen met een open deur in elke kamer. Wie uw huis binnengaat, mag in elke kamer binnenkomen. God laat zo ook ons huis zijn, een huis met vele kamers, elke kamer een deur naar een andere kamer, een huis met open deuren, open deuren in elke kamer. God, laat zo ook uw Kerk zijn, nergens een ruimte zonder deuren, nergens kamers zonder deuren naar andere kamers. God, Gij zijt de God van ontvankelijke huizen, huizen met open deuren. Maak ook onze huizen toegankelijk en ontvankelijk. Zet ook onze deuren open.
21
Hoe ver staat onze deur open? Voor onze ommekeer Een klein gewetensonderzoek
Voor wie hebben wij het moeilijk om onze deur open te doen, open te houden?
Wie zouden we de deur willen wijzen? Voor wie zouden we in een eerste neiging willen of durven de deur dichthouden of dichtgooien?
Aan wiens deur zouden we liever of gemakkelijker voorbij kunnen of willen lopen?
Voor wie zouden we de deur weer op een kier moeten zetten? Voor wie zouden we deur weer moeten openen?
Voor wie zijn we te weinig open deur?
22
Waarom niet elkaar tot geschenk zijn van erkenning en bevestiging?
Allen houden we onze deuren vaak dicht. Allen leven we vaak achter gesloten deuren. Uit angst, uit zorg voor veiligheid, uit zelfbehoud. Maar waarom niet de een en de ander nu eens ik, dan jij onze deur openen voor elkaar, de ander binnenlaten met de ander in gesprek gaan? Waarom niet - in multiculturele contacten onze deur voor elkaar openen? Eerst wij, dan zij de ene etnische groep voor de ander, de ene cultuur voor de ander de ene godsdienst voor de ander. Waarom niet in de Kerk de een voor de ander, een kans, een verrijking? Kerkelijke leiders voor het Volk Gods en voor plaatselijke geloofsgemeenschappen. Gelovigen voor kerkelijke verantwoordelijken. Elkaar tot geschenk van erkenning en bevestiging. Naar elkaar bewegen in dienst van wat het evangelie in de wereld sterker kan maken, van wat geloofsgemeenschappen vitaal kan houden en maken.
Richtvragen 1. Is dit ook jouw ideaal? 2. Wat kan, mag en moet je doen als er geen toenadering mogelijk is tussen kerkelijk beleid en plaatselijke geloofsgemeenschappen? 3. Wat kan OKRA doen bij moeilijke multiculturele contacten? 23
De De De De
deuren deuren deuren deuren
van van van van
de samenleving openen? de godsdiensten openen? OKRA openen? je leven openen?
Dat is volgens Jesaja: Wat onrechtvaardig is ombuigen tot gerechtigheid, waar mensen gekneld worden ze ruimte geven en waar ze worden verdrukt vrijheid brengen. Met wie honger heeft jullie brood delen, arme zwervers en vreemdelingen in jullie huizen opnemen, aan havelozen kleding geven, en jullie niet onttrekken aan de zorg voor je verwanten. Dan zal het licht doorbreken van een nieuwe samenleving en het geluk zal met allen zijn. Houd niemand onder de knoet. Wijs niemand met de vinger. Vertel over niemand kwaad. Zorg voor de armen als voor jullie gezin. Geef te eten aan wie honger heeft. Waar dit gebeurt zal de nacht een klaarlichte dag worden. Het maatschappelijk onbehagen zal verdampen. Tevredenheid van allen om allen zal als een bron zijn die niet meer uitdroogt. Vrij naar Jesaja 58, 6-11
24
Wat een zegen: godsdiensten met open deuren Mijn hart is een open ruimte, mijn hart heeft vele kamers, mijn deuren staan open voor velen. Mijn hart kan de vorm aannemen: van van van van van van
een weiland voor de gazellen, een klooster voor de monniken, een tempel met hindoebeelden, de ka’ba voor de moslimpelgrims, de stenen tafelen met de joodse geboden, de bladzijden van de heilige Schriften.
Mijn geloof is het geloof van de liefde. Ik volg de reizigers van de karavaan van de liefde. Liefde is mijn geloof, liefde is hoe wij met God verbonden moeten zijn. Vrij naar Ibn Arabi. Ibn Arabi was een van grote Arabische denkers. Hij was bekend in Spanje en het hele Midden-Oosten, ten tijde van Franciscus.
25
De deur tussen mij en de ander openen het is zo kostbaar maar niet altijd gemakkelijk, aldus de joodse filosoof Levinas ‘Het ik’ moet zichzelf meer tussen haakjes kunnen plaatsen en laten voorbijsteken door de ander. De ander is met ‘het ik’ meer in staat dan het ik zelf met ‘het ik’. De ander verdient een hoge achting om het vermogen om ‘het ik’ te openen. Daarom schrijven we de Ander best met een hoofdletter. De Ander is niet iemand zoals ik, staat niet op gelijke hoogte met mij. De Ander staat boven mij. De Ander is mijn meester, mijn leraar, degene die mij iets bijbrengt wat ik nog niet heb. Niet alles komt van binnen mij. De Ander voegt iets toe aan mezelf. De Ander maakt mij anders. Een open en sociaal mens zijn? Het veronderstelt enige ingehoudenheid tegenover onze ingebouwde zijnsdrang, tegenover onze planningsdrift. Er zijn andere waarden dan alleen de eigen waarden. Er is een andere gecentreerdheid dan de eigen ik-gerichte gecentreerdheid nodig om een goed mens te zijn en een goede samenleving uit te bouwen. Er is tegenover de ander een traag tempo nodig, een houding en besef van niet-weten, omdat de Ander net anders denkt en gelooft dan wij. De Ander lijkt zelfs eerst de niet-interessante voor ons, iemand bij wie we niet zo’n belang hebben. Wij weten het al, wij weten het beter. Maar in de ontmoeting valt een nieuw licht op mijn weten en zijn: net de Ander die zo anders is, voegt iets toe aan ons, verruimt ons, verrijkt ons. De Ander breekt ons uit de eigen beperkte kring, opent onze ogen en tilt ons omhoog tot een wijder uitzicht.
Richtvragen 1. Ben je akkoord of niet akkoord met deze tekst? 2. Wat betekent dit voor de OKRA-werking? 3. Wat heeft deze tekst jou te zeggen?
26
Kerk zoals Jezus wou Zorg dat de kleinen erbij horen. Zorg dat rijken en machtigen van harte delen. Zo vormde Jezus kring met mensen. Geen ongelijkheid tussen mensen. Geen onrecht in de samenleving. Zo is Kerk zoals Jezus wou. Luisteren naar de stem van alle gelovigen. De wet aanpassen aan nieuwe situaties. Zo droomde Jezus zijn joodse godsdienst. Geen God die we menen te kennen. Geen God de we kunnen opleggen aan anderen. Iedereen met een roeping en bezieling heeft toegang tot het ambt. Een kerkelijk leergezag met medezeggenschap van het Volk Gods. Zo is Kerk zoals Jezus wou. Barmhartig voor mensen die een omweg maken in hun leven. Eerst voor onszelf veeleisend zijn in de liefde. Iedereen met zorg voor iedereen: ‘Wat ge wilt dat aan u geschiedt, doe dat ook voor de ander’. Zo zag Jezus de moraal voor mensen. De anderen niet verketteren. De anderen niet stenigen. Zo is Kerk zoals Jezus wou.
27
De vrouw in de kerk
Ze opent de zondagsviering. Met kalmte. Met warme woorden. Ze gaat voor in gebed. Vanuit haar ziel. Vanuit haar hart. Ze preekt. Met wijsheid. Met gloed. Ze legt jonge mensen de handen op. Vol helende beweging. Vol van zendingskracht. God, vrouwen in uw Kerk, ze brengen met zoveel overgave uw Aanwezigheid in ons midden, ze laten met zoveel kracht uw Jezus en Zijn evangelie voor ons oplichten, ze planten met zoveel warmte Uw Geest in onze gemeenschap. God, zijn voor U toegewijde en ingewijde vrouwen niet een evenwaardige verwijzing naar Jezus Christus, even sterk als mannelijke priesters een verwijzing zijn? Zijn vrouwen - als voorgangers in diaconie en verkondiging gebed, viering en leiding voor U niet een even krachtig teken en sacrament van Jezus’ aanwezigheid in ons midden? Vandaag horen vrouwen bij Jezus zoals ze toen bij hem hoorden. God-dank!
28
Hier herleeft het Volk van God Een huis waar gemeenschap ontstaat. Een huis dat zich niet meer laat inperken. Leken voorgangers met waarachtigheid en woordkracht. Mensen zingend: ‘wek onze zachtheid op.’ Kinderen met hun levensverhalen op de Bijbelverhalen. Hier schrijft de Schrift toekomst voor mensen. Het tafelgebed vol kracht gezongen door heel de kerk. Brood en wijn rondgedeeld door kinderen. Een vrouw legt jonge mensen de handen op. Ze spreekt zegen uit over groei naar volwassenheid: Kom, Schepper, Geest. Hier wordt Kerk weer teruggeschonken aan gelovigen. Hier herleeft het Volk van God. Oude dromen worden waargemaakt: ambt weer in dienst van gemeenschapsopbouw en niet meer ten dienste van zichzelf. Mensen gaan naar buiten: tot herkenning gekomen, tot broeder- en zustergemeenschap opgeroepen. Wat een Geestkracht! Wat een ervaring! Wat een zaligheid! Zo’n hoopvol teken! Hier moet God wel heel dankbaar om zijn. Welke gegronde reden zou een kerkelijk leiderschap kunnen vinden om dit te verbieden? Wat zou er - in Godsnaam - tegen kunnen zijn om zo in de traditie van de levende Jezus te staan, om zo het evangelie te vieren en door te vertellen? Waarop nog wachten om steeds meer en overal die weg te gaan: met woorden die trouw blijven aan het grote begin, met vrijheid die hier en nu verrijzen doet.
29
6. De deur open. Woord- en gebedsdienst Openingslied: ZINGT VOOR DE HEER VAN LIEFD’ EN TROUW (Strofe 1 en strofe 4) Openingsgebed God, Gij kiest voor huizen met vele deuren, Gij kiest voor huizen met vele kamers, elke kamer met een deur naar een andere kamer. God, Gij kiest voor huizen met open deuren, Gij kiest voor huizen met een open deur in elke kamer. Wie uw huis binnengaat, mag in elke kamer binnenkomen. God laat zo ook ons huis zijn, een huis met vele kamers, elke kamer een deur naar een andere kamer, een huis met open deuren, open deuren in elke kamer. God, laat zo ook uw Kerk zijn, nergens een ruimte zonder deuren, nergens kamers zonder deuren naar andere kamers. God, Gij zijt de God van ontvankelijke huizen, huizen met open deuren. Maak ook onze huizen toegankelijk en ontvankelijk. Zet ook onze deuren open. Vandaag en alle dagen ons nog gegeven. Amen.
30
Bede om onze ommekeer Laten we het even stil maken en bidden elk in de stilte van het eigen hart. Dat wij mensen mogen worden met de deur open voor anderen. Welke concrete stappen zouden we kunnen of moeten zetten? Wanneer openen wij onze deur? Wanneer openen wij onze deur voor wie honger heeft? Wanneer openen wij onze deur voor wie dorst heeft? Wanneer openen wij onze deur voor wie naakt is? Wanneer openen wij onze deur voor wie ziek is? Wanneer openen wij onze deur voor wie vreemdeling is? Wanneer openen wij onze deur voor wie in de gevangenis zit? Naar Matteüs 25 Eerste lezing: woorden van Ibn Arabi Wat een zegen: godsdiensten met open deuren. Mijn hart is een open ruimte, mijn hart heeft vele kamers, mijn deuren staan open voor velen. Mijn hart kan de vorm aannemen: van een weiland voor de gazellen, van een klooster voor de monniken, van een tempel met hindoebeelden, van de ka’ba voor de moslimpelgrims, van de stenen tafelen met de joodse geboden, van de bladzijden van de heilige Schriften. Mijn geloof is het geloof van de liefde. Ik volg de reizigers van de karavaan van de liefde. Liefde is mijn geloof, liefde is hoe wij met God verbonden moeten zijn. Vrij naar Ibn Arabi Ibn Arabi was de een van de grote Arabische denkers. Hij was bekend in Spanje en het hele Midden-Oosten ten tijde van Franciscus. Lied: DE HEER DIE LEEFT, ZJ 702 (Strofe 1 en strofe 5) Evangelielezing: Joh. 10,7-10
31
Korte nabeschouwing bij het evangelie Ik ben de deur, zegt Jezus. Ik ben de deur van de schaapstal. Een schaapstal heeft geen deur. Er is alleen een deuropening. Zo gezien krijgt het beeld van Jezus nog meer betekenis. Ik ben de deur van de schaapstal wil dan zeggen: ik zorg ervoor dat alle schapen binnen zijn, ik zorg ervoor dat er geen schapen weglopen, verloren lopen, ik wacht en waak aan de deuropening ik bescherm de schapen tegen rovers en wolven. Ik ben de deur, zegt Jezus. Ik ben bereid om risico’s te lopen voor jullie. Ik ben bereid om mijn leven op het spel te zetten. Zoveel geef ik om jullie. Zoveel geven goede herders voor hun kudde. Een goede herder zijn, het is geen romantisch of vroom beeld. Het is een scherpe, uitdagende beeldspraak. Welke politieke en kerkelijke leider kan het zeggen over zichzelf? “Ik ben de deur voor mijn kudde, ik ben de deur voor alle schapen.” Voorbeden Voor OKRA en voor onze plaatselijke OKRA-werking. Dat we een sociale beweging kunnen zijn met open deuren. Laat ons bidden in de stilte van ons hart. Voor de politici en maatschappelijke verantwoordelijken. Dat ze een open samenleving mogen uittekenen: ruimte en respect van allen voor allen. Laat ons bidden in de stilte van ons hart. Voor de grote Kerk en voor onze plaatselijke geloofsgemeenschappen. Dat ze het licht van het evangelie laten schijnen: God is er voor allen, God wil met allen op weg gaan groeiend in mildheid en volmaaktheid. Laat ons bidden in de stilte van ons hart. Onze Vader Bidden we samen het Onze Vader. Als een Vader wil God zijn voor alle mensen. Als broeders en zusters met de deur open voor elkaar, 32
zo droomde ook Jezus over de wereld. Bezinningstekst Openen wij onze deur voor anderen? Of openen anderen onze deur? Openen wij eerst onze deur voor anderen? Voor onze kinderen en kleinkinderen. Voor buren. Voor mensen in armoede. Voor mensen met een andere origine. Voor OKRA-leden die anders denken en geloven. Of openen anderen eerst onze gesloten deuren? Kleinkinderen maken ons weer jong. Buren maken ons contactrijker. Mensen in armoede doen ons anders nadenken over de samenleving. Mensen uit andere landen leren ons gastvrijheid. Andersdenkenden en andersgelovigen openen onze denkbeelden. Anderen veranderen ons. Ze openen onze afbakeningen en grenzen. Ze breken onze vooroordelen stuk. Ze slaan een brug van vriendschap. Anderen openen eerst onze gesloten deur. En zo openen wij verder onze deur. Kom, laten we eerst de anderen ontmoeten. Laten we eerst naar anderen gaan. Laten we ze een kans geven. Zij zullen net onze deur openen. Lied: DE NACHT LOOPT TEN EINDE ZJ 115 (Strofe 1 en strofe 6) Slotgebed God, open onze deur: voor kwetsbaren en zieken, voor mensen in armoede en achtergestelden, voor mensen – die om welke reden ook – uitgesloten worden. Open onze deur: voor verloren zonen, voor arbeiders van het elfde uur. God, in het evangelie slaat Jezus de deur niet dicht: voor mensen die niet honderd procent in orde zijn met de godsdienstige wetten: niet in orde met de sabbatwetten, niet in orde zijn met de reinheidswetten. 33
Hij is gekomen om gesloten deuren te openen: de deur van een gesloten samenleving, de deur van een gesloten politiek, de deur van een gesloten Kerk of godsdienst. God, mogen ook wij een open deur worden: open voor allen; mensen die bij anderen deuren openen. Mag godsdienstige taal open zijn en vol van vrije ruimte. Dat wij U niet langer zouden opsluiten achter de deur van ons eigen groot gelijk. God, Gij zijt alleen maar een open deur, zo klonk Jezus’ bevrijdend woord. Mogen ook wij zo vrij en bevrijdend spreken. Vandaag en alle dagen. Amen.
34
7.
Een PowerPoint
Om het thema Een deur zijn voor anderen in te leiden of te illustreren is er een korte PowerPoint-presentatie beschikbaar. Interesse ? Hierbij wat meer info: • De presentatie duurt zeven tot acht minuten. • De presentatie bestaat uit twintig foto’s met een aantal korte teksten die het thema illustreren. • (klassieke) Muziek op de achtergrond maakt het geheel af en zorgt voor goede sfeer. Deze muziek is niet voorzien bij de presentatie. Wellicht vind je zelf een mooi stukje muziek. • Te gebruiken bij de start van een bezinning of apart op een bezinningsbijeenkomst. • Je kan de presentatie bekomen bij het regiosecretariaat: beschikbaar op cd of e-mail. • Voor een dataprojector, nodig voor de projectie, kan je eveneens terecht bij je regiosecretariaat.
35
8. ROMANS MET ZINGEVENDE DIMENSIE Bij deze keuze van boeken werd gezocht naar zachtheid, nauwkeurigheid en openheid. Zachtheid als een soort goedheid tegenover onszelf. Nauwkeurigheid als een middel om helder te kunnen zijn, zonder daar bang voor te zijn, zoals een wetenschapper niet bang is om in een microscoop te kijken. Openheid als het vermogen om de dingen los te laten en zich open te stellen. Historische romans Godsdienst en kerken in Europa in de loop van de geschiedenis met daarin vooral de rol en de houding van gelovigen tegenover de starre structuren. Sebastiano Vassalli, De heksenschim, Wereldbibliotheek 1992, 303 blz. Een roman uit Italië – 1590, mensen in de storm van de Inquisitie, godsdienst als brandstapel. Bergljot Hoback Haff, De prijs der reinheid, Uitgeverij Ooievaar 1997, 404 blz. Een religieuze sfeertekening van de Middeleeuwen. Duivelarij in een klooster. Een roman uit Noorwegen. Sarah Dunant, In ongenade, Archipel, 2009, 462 blz. Toneel van het verhaal: een klooster in Ferrara 1570. Een roman uit GrootBrittannië. Ulrike Schweikert, De heks en de heilige, Archipel, 2003, 417 blz. Een schilderij van Breughel gepenseeld met woorden. Een roman uit Duitsland. Umberto Eco, De naam van de roos, Bert Bakker, 1984, 522 blz. Datgene waarover men niet kan theoriseren moet men vertellen. Een verhaal uit 1327 in een Italiaans klooster. Een roman uit Italië. Antonio Orejudo, Dopersvuur, Arbeiderspers, 2005, 212 blz. Een roman over de Wederdopers (1535). Een roman uit Spanje. Maarten ’t Hart, Het psalmenoproer, Arbeiderspers 2006, 283 blz. Een verhaal over de gereformeerde kerken in Nederland tussen 1773 en 1811. Een roman uit Nederland. Luigi Malerba, De maskers, Arbeiderspers, 1997, 244 blz. Roman ten tijde van de verkiezing van Adrianus VI, de enige paus afkomstig uit de Nederlanden. Een roman uit Italië. Romans over Rouwverwerking Leo Pleysier, Wit is altijd schoon, De Bezige Bij, 1989, 136 blz. Een niet-droevige roman over rouw, taal en afkomst en liefde voor een moeder. Een roman van bij ons.
36
P.F. Thomése, Schaduwkind, Contact 2004, 103 blz. Een kind zonder ouders is wees. Maar hoe heten vader en moeder van een gestorven kind? Een boek uit Nederland. Ann Hood, De breiclub, Archipel, 2007, 346 blz. Troost vind je soms waar je het niet verwacht. Een verhaal uit de Verenigde Staten. A.B. Yehoshua, De vijf jaargetijden van Malcho, Wereldbibliotheek 1991, 352 blz. Ter herinnering aan Channa. Een verhaal uit Israël. David Grossman, Een vrouw op de vlucht voor een bericht, Cossee 2009, 687 blz. Een roman die een leven niet kon redden, maar zelf een redding is. Een roman uit Israël. Michel Rostuin, De zoon, Mauria 2011, 173 blz. Een roman over verlies, maar vooral een verhaal over vreugde na verdriet. Romans over Godsgewijden Jennifer Haigh, De verloren waarheid, Artemis & Co, 2011, 318 blz. Een actuele, genuanceerde roman over het seksueel misbruik binnen de katholieke kerk in de Verenigde Staten. Geen zwart-wit verhaal. Brigitte Raskin, De eeuw van de ekster, Meulenhoff 1994, 475 blz. Het levensverhaal van een Vlaamse scheutist-missionaris in China en hier. Een verhaal uit België. Leo Pleysier, De gele rivier is bevrozen, De Bezige Bij, 1993, 144 blz. Het verhaal van een Vlaamse missiezuster in China. Verrassend authentiek. Een Vlaamse roman. Alain van Crugten, Onverstoorbare stromen, Aristos 1997, 399 blz. Het verhaal van een gebroken seminarist. Een roman uit Franstalig België. William Brodrick, Het zesde klaaglied, Luitingh-Sijthoff 2003, 411 blz. Het verhaal van een uitgetreden Augustijnermonnik in tijden van oorlog en jodenvervolging. Romans over kerken, godsdiensten en sekten Jan Siebelink, Knielen op een bed van violen, De Bezige Bij 2004, 445 blz. Vreemd gaan met God. Een boek over het zwart calvinisme. Een roman uit Nederland. Jan Siebelink, Engelen van het duister, De Bezige Bij 2001, 368 blz. Een vervolg op Knielen op een bed van violen. Een roman uit Nederland. Alissa York, Vreemde ogen, Meulenhoff 2007, 369 blz. Een roman over de mormonen uit Canada.
37
Désanne van Brederode, Stille Zaterdag, Querido 2011, 251 blz. Een strikte katholiek en een protestantse burgemeester vinden elkaar (niet?). Uit Nederland. Tahmima Anam, Een deugdzaam man, Artemis & Co 2011, 325 blz. Een indringende roman over geloof, oorlog en liefde in Bangladesh. Een roman over religieus fundamentalisme in opkomst. Een roman uit Bangladesh. Francesco Pacifico, Geschiedenis van mijn puurheid, Anthos 2011, 276 blz. Over een toonbeeld van katholicisme en fanatiek zijn. Tot alles op losse schroeven komt te staan. Italiaans. Ayelet Waldman, Zomerse fuga, Anthos 2010, 395 blz. Hoe reageren een joodse en een katholieke familie op een overlijden. Uit de Verenigde Staten. Pearl Abraham, De zevende bedelaar, Meulenhoff 2004, 342 blz. Een bevreemdende roman. De voor ons moeilijk te begrijpen weg van het joodsorthodoxe geloofsleven. Een heel sterke vertelkracht. Een joods-Amerikaanse roman. Marilynne Robinson, Thuis, Arbeiderspers 2009, 319 blz. Een spiritueel boek maar niet op een zeverige of zweverige wijze. Een verhaal over schuld. Verenigde Staten. Marilynne Robinson, Gilead, Arbeiderspers 2003, ong. 300 blz. Een verhaal over vergiffenis. Verenigde Staten. Maarten ’t Hart, De vlieger, Arbeiderspers 1998, 227 blz. Een vader ontwikkelt een heel nieuwe theologie van verzoening en vergeving die hem in conflict brengt met de dominee en de ouderlingen van de gereformeerde kerk. Uit Nederland. Maarten ’t Hart, De Jacobsladder, Arbeiderspers 1986, 206 blz. Een familie midden de droeve maar vermakelijke kerkscheuring in Maassluis. Nederlandser kan niet. Romans over humaniteit en multiculturaliteit Willem Jan Otten, Ons mankeert niets, Van Oorschot 1994, 197 blz. Een roman over dokters met humane gewetensvragen. Uit Nederland. Shifra Horn, Ode aan de vreugde, Archipel 2006, 316 blz. Twee mensen vechten voor geluk en hun dromen in een woelig Israël. Een Israëlitische roman. Abraham Verghese, De heelmeesters, De Bezige Bij 2009, 611 blz. Een ode aan geneeskunde in dienst van de mens. Van Indisch-EngelseEthiopische oorsprong. Sebastian Barry, De geheime schrift, Querido 2008, 324 blz. Een roman over psychiatrie. Zo menselijk. Om te koesteren. En het geloof daarin. Uit Ierland. 38
Jasmin Darznik, De goede dochter, Artemis & Co 2011, 315 blz. Drie generaties Iranese vrouwen strijden voor vrijheid. Een Iranese roman. Angeles Caso, Tegen de wind in, Orlando 2010, 259 blz. Een roman over solidariteit tussen Afrikaanse vrouwen op de Kaapverdische eilanden die emigreren. Een Spaanse roman. Marie NDiaye, Drie sterke vrouwen, De Geus 2010, 285 blz. Drie verhalen, drie vrouwen, die hun waardigheid als levensideaal stellen. Een Frans-Senegalese roman. Kuwana Haulsey, Engel van Harlem, De Geus 2007, 352 blz. Het humaan verhaal over de eerste vrouwelijke zwarte arts in New York. Een stem uit de Verenigde Staten. Lloyd Jones, Tweedehands wereld, De Bezige Bij 2011, 319 blz. Een multiculturele ontmoeting. Meteen een ode aan de kracht van het moederschap. Jones is Nieuw-Zeelander. Dave Eggers, Wat is de Wat, Rothschild & Back 2007, 461 blz. Een meer dan sterk verhaal over een Soedanese vluchteling. Een roman uit de Verenigde Staten. Chimamanda Ngozi Adichie, Een halve gele zon, Atlas 2006, 543 blz. Herinner je je de oorlog in Biafra en de ellende van mensen? Een roman uit Biafra. V.S. Naipaul, Een bocht in de rivier, Arbeiderspers 1981, 328 blz. Een van de eerste echte mondiale romans over Congo. Wat is het aandeel van België daarin? Een stem uit Trinidad. Richard Mason, De verlichte kamers, De Bezige Bij 2008, 507 blz. Een roman over ouder worden en beginnende dementie. Uit Zuid-Afrika. Twee satires Dimitri Verhulst, De intrede van Christus in Brussel, Contact 2011, 174 blz. Een boek dat ergert en stimuleert tegelijkertijd. Uit België. Mhammed Hassif, Onze Lieve Vrouw van Alice Bhotti, Contact 2011, 301 blz. Een combinatie van islamitische rituelen en katholiek onwankelbaar geloof leidt tot mirakels en moeilijkheden. Grappig, ontroerend en soms ontluisterend. Uit Pakistan.
39