Een open deur voor elke kleur Werken aan toegankelijkheid van het CAW voor etnisch-culturele minderheden
Katelijn Van Horebeek
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
1
Eerste druk, september 2004 “Een open deur voor elke kleur. Werken aan toegankelijkheid van het CAW voor etnischculturele minderheden” Auteur Katelijn Van Horebeek Eindredactie Ludo Serrien, Peter De Koster, Gerard Van Menxel Uitgave Steunpunt Algemeen Welzijnswerk vzw, Berchem en Vlaams Minderhedencentrum vzw, Brussel Vormgeving en drukwerk Copymatic, Berchem Ontwerp omslag en druk De Prins, Mechelen Deze publicatie is te bestellen bij Steunpunt Algemeen Welzijnswerk vzw Diksmuidelaan 50 2600 Berchem 03/366 15 40 03/385 57 05
[email protected] www.caw.be
2004 Gehele of gedeeltelijke overname uit deze publicatie is toegestaan mits volledige bronvermelding.
2
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Vooraf
"Het algemeen welzijnswerk moet zich richten tot alle burgers maar met bijzondere aandacht voor personen die een verhoogd risico hebben op verminderde welzijnskansen” meldt het decreet algemeen welzijnswerk uit 1997. We krijgen vanuit onderzoek, registratie en omgevingsanalyses het signaal dat de CAW’s onvoldoende toegankelijk zijn voor etnisch-culturele minderheden, terwijl deze duidelijk een doelgroep voor het algemeen welzijnswerk zijn. Met deze publicatie hoop ik een bijdrage te leveren aan het uitwisselen van knowhow rond het werken aan een toegankelijk CAW voor etnisch-culturele minderheden. Je vindt hier zowel voorbeelden en ervaringen uit de CAW’s als literatuur, weblinks en contactadressen die bruikbaar zijn in de eigen zoektocht naar gepaste hulpverlening binnen het autonoom algemeen welzijnswerk aan allochtonen, vluchtelingen, mensen zonder papieren en woonwagenbewoners. Aan de lezer om deze informatie te vertalen naar zijn of haar specifieke werkcontext!
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
3
4
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Woorden van dank
Deze publicatie kon slechts tot stand komen dankzij de hulp van vele personen. Uiteraard gaat onze dank in het bijzonder naar Mieke Vogels en Adelheid Byttebier, die als Vlaams minister voor Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking, de opdracht gaven voor dit project. Annemie de Groote, secretaris van de Interdepartementale commissie etnisch-culturele minderheden, bood me de mogelijkheid voor het gebruik van de gegevens uit het eerste projectjaar en moedigde me aan om te werken aan een vervolg. Dat kon er komen dankzij de toekenning van een verlenging door de Vlaamse regering. Ik kon de ervaringen uit het eerste projectjaar verder uitdiepen en delen met de betrokkenen. Het bood ook de ruimte voor deze rapportage. Zonder de bereidwillige medewerking van vele personeelsleden, projectverantwoordelijken en directies van de Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW), was dit rapport nooit tot stand gekomen. Met hen had ik gesprekken over hun werk met etnischculturele minderheden. Ik leerde van hun ervaringen en deelde hun enthousiasme om te werken aan een kleurrijke samenleving. Mijn grootste dank gaat naar hen. Jan Vos en Ludo Serrien van het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, vond ik bereid om tijd vrij te maken voor het coachen van dit project, het lezen van teksten, de eindredactie en het verdragen van mijn ‘lichte aandrang’ om het project in zijn verschillende facetten zo goed mogelijk onder de aandacht te brengen. Van velen kreeg ik belangrijke inhoudelijke, juridische, taalkundige, communicatieve en structurele commentaren. Gert Henckens, Simonne Auman, Johan Geets, Dimitry Neuckens, Helen Blow en Miguel De Clerck, bedankt voor het doorworstelen van de papieren die maar uit de printer bleven komen. Voor de ondersteuning bij de finishing touch en de laatste loodjes bedank ik ook nog Gerard Van Menxel en Peter de Koster. Piet Janssen en Pascale Creten van het Vlaams Minderhedencentrum ben ik dankbaar voor de vele informatie, de ondersteuning, het delen van hun inzicht in de minderhedensector maar ook voor de fijne samenwerking. Johan Vangenechten, collega in het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk voor het project Netwerk Mensenhandel, bedank ik voor de steun, het aanreiken van allerhande informatie en de boeiende gedachtenwisselingen. Katelijn Van Horebeek Berchem, 21 september 2004
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
5
Inhoud Vooraf
........................................................................................................ 3
Woorden van dank ............................................................................................ 5 Inhoud
........................................................................................................ 6
1. Situering ........................................................................................11 1.1 Opzet ...................................................................................................... 13 1.1.1 Aanleiding .............................................................................................. 13 1.1.2 Leeswijzer ............................................................................................. .13 1.2 Werkwijzer en referentie-kader .................................................................... 14 1.2.1 Keuzes en beperkingen ............................................................................ 14 1.2.2 Gevolgde werkwijze ................................................................................. 14 1.3
Begrippen................................................................................................ 15
1.3.1 Toegankelijkheid ..................................................................................... 15 1.3.2 Etnisch-culturele minderheden .................................................................. 17 1.3.3 Het algemeen welzijnswerk ....................................................................... 18
2. De initiatieven ................................................................................ 21 2.1 Beschrijvingen van initatieven ..................................................................... 23 2.1.1 Ontsluiting van de beschrijvingen .............................................................. 23 2.1.2 Structuur van de beschrijvingen ................................................................ 27
Projectbeschrijvingen PROVINCIE WEST-VLAANDEREN ................................................................28 1. ADVIESCENTRUM VOOR ALLOCHTONEN, CAW MIDDENKUST .......................................... 28 2. SPECIFIEK ONTHAAL EN AMBULANTE BEGELEIDING AAN ETNISCH-CULTURELE MINDERHEDEN,VREEMDELINGENWERKING, CAW DE VIERSPRONG .................................. 32 3. RESIDENTIËLE OPVANG ALLOCHTONE MANNEN (TRANSITHUIS EN NAZORG), VREEMDELINGENWERKING, CAW DE VIERSPRONG ..................................................... 35 4. INLOOPCENTRUM DEN INSTAP IN ROESELARE, CAW MIDDEN WEST-VLAANDEREN ............... 37 5. BEGELEID WONEN VAN ASIELZOEKERS, CAW STIMULANS ............................................ 40 6. DRAAIBOEK VREEMDELINGEN, HULPVERLENING AAN ETNISCH-CULTURELE MINDERHEDEN IN REGIO KORTRIJK, CAW STIMULANS EN CAW PIRAMIDE .............................................. 42 7. HULPVERLENING AAN ETNISCH-CULTURELE MINDERHEDEN, CAW STIMULANS ...................... 44 8. RESIDENTIËLE OPVANG VAN ASIELZOEKERS, CAW STIMULANS ....................................... 47
6
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
9. WERKEN AAN TOEGANKELIJKHEID VOOR EN VIA JONGEREN EN KINDEREN, JIAC MENEN, CAW STIMULANS ............................................................................................. 49
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN ............................................................... 52 10. BEGELEID WONEN VOOR JONGE ASIELZOEKERS EN NIEUWKOMERS, CAW ARTEVELDE ............. 52 11. DIVERSITEITSBELEID 2003 - 2005, CAW ARTEVELDE ............................................... 54 12. INTERCULTURALISERING VAN DE RESIDENTIËLE OPVANG, CAW ARTEVELDE ........................ 59 13. MOBIELE EN AMBULANTE HULPVERLENING BINNEN EEN INTERCULTUREEL TEAM, BIJSTANDSTEAM, CAW ARTEVELDE............................................................................................ 62 14. TRANSITHUIS, CAW ARTEVELDE .......................................................................... 66 15. ONTHAAL VLUCHTELINGEN, SOCIAAL CENTRUM, CAW WAASLAND ................................... 68 16. DIVERSITEIT BINNEN DE FORENSISCHE UNIT, CAW ’T DAK-TELEDIENST ........................... 72 17. INLOOPCENTRUM “KRUISPUNT”, CAW ’T DAK-TELEDIENST ........................................... 74
PROVINCIE ANTWERPEN .......................................................................... 76 18. BEGELEIDING EN OPVANG SLACHTOFFERS INTERNATIONALE MENSENHANDEL, PAYOKE VZW EN ASMODEE, CAW DE TERP........................................................................ 76 19. BEREIK EN BEGELEIDING VAN KWETSBARE JONGEREN, TRAJECT 2, JACPLUS, CAW METROPOOL .............................................................................. 80 20. CREATIEVE GROEPSWERKING, SOCIAAL CENTRUM DE MUTSAARD, CAW DE MARE................ 83 21. ERF-PROJECT, SAMENWERKING CONSULENTENBUREAU EN PSC, CAW DE TERP .................. 85 22. GESPREKSGROEPEN MET SLACHTOFFERS VAN MENSENHANDEL, CONSULENTENBUREAU EN ASMODEE, CAW DE TERP ................................................................................. 87 23. INDIVIDUELE PSYCHOSOCIALE BEGELEIDINGEN AAN ANDERSTALIGEN, CONSULENTENBUREAU, CAW DE TERP ............................................................................................... 90 24. INTERCULTURALISERING SLACHTOFFERHULP, CAW DE MARE......................................... 92 25. INTERSECTORAAL NETWERK PSYCHOSOCIALE ZORG / CROSSCULTURELE METHODIEK VOOR VLUCHTELINGEN IN ANTWERPEN MET O .A. VERTEGENWOORDIGING VAN CAW DE MARE EN CAW DE TERP ............................................................................................... 94 26. MEDET-FOON, CAW METROPOOL ......................................................................... 96 27. MODEM, EEN SAMENWERKINGSVERBAND TUSSEN CAW DE TERP, CAW METROPOOL, CAW DE MARE ............................................................................................ 100 28. ONTHAAL VLUCHTELINGEN, SOCIAAL CENTRUM DE MUTSAARD, CAW DE MARE ................. 102 29. PROJECT ANDERS INGEKLEURD, CAW DE TERP ...................................................... 104 30. TELEFONISCH TOLKEN, JUSTITIEEL WELZIJNSWERK ANTWERPEN, CAW METROPOOL ........... 106 31. THEMA, CAW METROPOOL .............................................................................. 107 32. VINDPLAATSGERICHTE WERKING JAC PLUS, CAW METROPOOL .................................... 110 33. VLUCHTELINGENWERKING, PROTESTANTS SOCIAAL CENTRUM, CAW DE TERP ................... 112 34. ADVIESGROEP HULPVERLENING AAN ETNISCH-CULTURELE MINDERHEDEN, CAW HET WELZIJNSHUIS .................................................................................................. 116 35. BEGELEID WONEN VOOR JONGVOLWASSENEN, CAW HET WELZIJNSHUIS ......................... 118
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
7
36. RECHTSHULPVERLENING AAN VREEMDELINGEN BINNEN JUSTITIEEL WELZIJNSWERK, CAW DE KEMPEN ................................................................................................. 121 37. VORMINGSAANBOD AAN ANDERSTALIGEN BINNEN JUSTITIEEL WELZIJNSWERK IN DE STRAFINRICHTINGEN VAN DE NOORDERKEMPEN, CAW DE KEMPEN ....................................... 124
PROVINCIE LIMBURG ............................................................................126 38. ALLOCHTONE VRIJWILLIGERS IN HET VLUCHTHUIS HASSELT, CAW ’T VERSCHIL ................. 126 39. BEGELEID WONEN EN RESIDENTIËLE OPVANG DOOR CAW SONAR IN DE LOKALE OPVANGINITIATIEVEN VAN DE GEMEENTEN GENK EN OPGLABBEEK ........................................... 129 40. OPLEIDING JEUGDADVISEURS BINNEN BUURTHUIS, JAC HASSELT, CAW ’T VERSCHIL .......... 131 41. INTEGRALE BEGELEIDING VLUCHTELINGEN, ASIELZOEKERS, MENSEN ZONDER PAPIEREN, INTEGRAAL WELZIJNSWERK, CAW SONAR ............................................................ 133 42. PSYCHOSOCIALE HULPVERLENING AAN VLUCHTELINGEN, FEDASIL-PROJECT BINNEN CAW SONAR 137
PROVINCIE VLAAMS-BRABANT ................................................................140 43. INTERCULTURELE HULPVERLENING, VLUCHTHUIS LEUVEN, CAW LEUVEN .......................... 140 44. STUURGROEP HULPVERLENING AAN ALLOCHTONEN, CAW LEUVEN .................................. 143 45. VLUCHTELINGENONTHAAL, CADENS, CAW LEUVEN ................................................... 147 46. SAMENWERKINGSAKKOORD WETSWINKEL CAW HAGELAND, LOKAAL STEUNPUNT DIEST EN ONTHAALBUREAU ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS DIEST .............................................. 149
BRUSSEL ...........................................................................................152 47.DENKTANK – HERPROFILERING, DE HALLEN, CAW MOZAÏEK ........................................ 152 48. HULPVERLENING AAN JONGEREN IN DE PROSTITUTIE, ADZON, CAW MOZAÏEK ................... 154 49. OPVANG VAN ASIELZOEKERS EN VAN MENSEN ZONDER PAPIEREN, ASIEL, CAW MOZAÏEK ...... 156 50. WELKOM, CAW ARCHIPEL................................................................................ 163
3. Analyse en beschouwingen ..........................................................167 Inleiding
..................................................................................................... 169
3.1 Stimulansen voor een toegankelijk CAW ....................................................... 170 3.1.1 Stimulansen vanuit de doelgroepen .......................................................... 170 3.1.2 Stimulansen binnen het CAW ................................................................... 171 3.1.3 Stimulansen uit data-analyse (onderzoek, bevraging, omgevingsanalyse, registratie, evaluatiegegevens) ................................................................ 172 3.1.4 Stimulansen uit organisaties die bekend zijn met de doelgroepen ................. 172 3.1.5 Stimulansen van de overheid ................................................................... 173 3.1.6 Samenvattend: stimulansen voor het werken aan een toegankelijk CAW ....... 174 3.2 Hoe werken aan een toegankelijk huis? ........................................................ 175
8
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
3.2.1 De (potentiële) cliënt .............................................................................. 175 3.2.2 De Taal ................................................................................................. 180 3.2.3 De medewerker...................................................................................... 184 3.2.4 Het beleid van het CAW ......................................................................... 188 3.2.5 Samenwerken ....................................................................................... 195 3.2.6 De overheid ......................................................................................... 201 Besluit
..................................................................................................... 204
4. Literatuur en bijlagen................................................................... 209 Bijlage 1: Literatuur ....................................................................................... 212 Bijlage 2: Weblinks ......................................................................................... 220 Bijlage 3: Verklarende lijst van de afkortingen ................................................... 228 Bijlage 4: Informatie autonoom algemeen welzijnswerk ...................................... 229 Bijlage 5: Werkvormen in het autonoom algemeen welzijnswerk, volgens de indeling opgenomen in het AWW- registratiesyteem ............................. 230 Bijlage 6: Informatie minderhedensector ........................................................... 234 Bijlage 7: Concept overleggroep interculturalisering CAW’s .................................. 236 Bijlage 8: Contactlijst netwerk interculturalisering CAW’s ..................................... 238
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
9
10
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
1. Situering
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
11
12
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
1.1 Opzet 1.1.1. Aanleiding Dit dossier is het resultaat van het project ‘Inventarisering toegankelijkheid van het algemeen welzijnswerk voor etnisch-culturele minderheden’, uitgevoerd binnen het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk van 1 november 2003 tot 31 oktober 2004. Dit project was een vervolg op een eerste project ‘Bevordering toegankelijkheid van het algemeen welzijnswerk voor allochtonen’ dat liep van 21 december 2002 tot 31 oktober 2003. Opdrachtgever voor beide projecten was de Vlaamse minister voor Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking, Mieke Vogels (2003-2004) en Adelheid Byttebier (2003-2004). Het project werd gesubsidieerd door de het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap met een cofinanciering en inhoudelijke inbreng door het Vlaams Minderhedencentrum. Voor dit project werden medewerkers uit de autonome Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW) bevraagd. Hieruit bleek dat er op verschillende wijzen in Vlaanderen en Brussel gewerkt werd aan toegankelijkheid. Bovendien was men vaak niet op de hoogte van initiatieven in andere CAW’s. Om hieraan tegemoet te komen werd een uitwisselingsdag georganiseerd in november 2003. Medewerkers van CAW’s en medewerkers uit de Minderhedensector deden een eerste aanzet om informatie, kennis en ervaringen uit te wisselen. Het project werd met een jaar verlengd om de informatie uit het eerste werkingsjaar te verwerken en te valoriseren naar hulpverlening en beleid. Deze publicatie is daarvan een onderdeel. Het toont een momentopname. Een dwarsdoorsnede van een evoluerende hulpverlening in het autonoom algemeen welzijnswerk in Vlaanderen, verankerd in een sociale geschiedenis en evoluerend binnen de eigentijdse maatschappelijke ontwikkelingen. 1.1.2. Leeswijzer In dit dossier vind je een rijke verzameling van mogelijkheden, ideeën, ervaringen en aanknooppunten om te werken aan een CAW dat toegankelijk is voor etnisch-culturele minderheden. Het spectrum is breed en kleurrijk: van startende of bescheiden initiatieven tot ‘gevestigde’ projecten; soms minder, vaak meer ingrijpend op de lokale samenleving; met een aanpak die gaat van een categoriale benadering tot een geïntegreerde aanpak; gefinancierd door projectgelden of ingebouwd in het reguliere aanbod;gesitueerd in de context van de grootstad of van een eerder landelijk gebied. Deel 1 geeft toelichting bij de gevolgde werkwijze en het gehanteerde begrippenkader. We staan ook even stil bij de beperkingen die we ondervonden en keuzes die zich opdrongen. Kern van dit rapport is deel 2: een ‘grabbelpot’ van initiatieven en projecten voor het werken met etnisch-culturele minderheden. Ons overzicht is zeker niet volledig en we beoogden evenmin een evaluatie van de projecten. Wel bieden we aan de geïnteresseerde lezer de kans om zijn of haar horizon te verbreden als het gaat over werken met etnisch-culturele minderheden in het welzijnswerk. Wie meer informatie wil, vindt bij ieder initiatief contactgegevens. Bij de beschrijvingen wordt een overzicht gevoegd om wat ordening aan te brengen in de veelheid van initiatieven. Een eerste aanzet voor een nadere typologie. In het derde deel volgt een analyse en een bespreking van de getraceerde informatie. We formuleren er een aantal voorstellen ter verbetering. De bijlagen bevatten een literatuurselectie, een lijst van weblinks, contactgegevens en informatie over de Overleggroep interculturalisering.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
13
1.2 Werkwijze en referentie-kader 1.2.1 Keuzes en beperkingen De doelstelling van dit project is een inventaris te bieden van initiatieven in het algemeen welzijnswerk die de toegankelijkheid bevorderen voor etnisch-culturele minderheden. We selecteerden initiatieven volgens meerdere criteria: een diversiteit van werkvormen, de spreiding over CAW-regio’s en de identiteit van de CAW’s zelf. Ook de diversiteit binnen de doelgroep vormde een leidraad. We presenteren hier niet enkel succesverhalen. Wat minder vlot loopt, biedt vaak de beste leerschool. We behandelen de aanbodzijde, de hulpverlening en haar organisaties. Allicht zijn er waardevolle initiatieven niet beschreven. Naast onze inhoudelijke criteria noopten de beperkte middelen en mogelijkheden ons ook tot het maken van keuzes. Tijd is immers een beperkende factor. Je vindt in deze publicatie daarom geen volledige kaart van initiatieven uit Vlaanderen en Brussel op het vlak van toegankelijkheid van de CAW’s maar wel een staalkaart. Naast de aanbodzijde, blijven andere invalshoeken buiten beschouwing: De vraagzijde: wat verwachten mensen, die tot de zogenaamde etnisch-culturele minderheden behoren, van het algemeen welzijnswerk? Initiatieven en acties in belendende sectoren zoals geestelijke gezondheidszorg, Kind en Gezin, de bijzondere jeugdzorg, de eerstelijnsgezondheidszorg, het onderwijs e.a. Methodiekontwikkeling en –ondersteuning.
1.2.2 Gevolgde werkwijze We hanteerden een uitgebreide mondelinge en kwalitatieve bevraging om een inzicht te krijgen in de initiatieven. Diverse kanalen werden gebruikt om onze gesprekspartners te vinden: jaarverslagen, beleidsplannen, contactpersonen en verwijzing door andere gesprekspartners. Langs de Nieuwsbrief van het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk en door directe communicatie met de directies ontvingen alle CAW’s een oproep om initiatieven te signaleren rond de toegankelijkheid van het CAW voor etnisch-culturele minderheden. We verzamelden een honderdtal contactpersonen waaruit we een 60-tal personen selecteerden voor een gesprek. Uiteindelijk leidde dit tot gesprekken in 49 werkingen. De hoofddoelstelling was om een breed spectrum van initiatieven in de sector in beeld te brengen. Al was de keuze soms noodgedwongen arbitrair toch namen we een aantal selectiecriteria in acht zoals de ligging en de grootte van het CAW, de diversiteit van de deelwerkingen, de intensiteit gaande van kleine ingrepen tot projecten, reguliere projecten en meer categoriaal werkende deelwerkingen, recente initiatieven en oude rotten in het vak, het innovatief element in relatie tot de werksoort. We beschouwen elk initiatief als work in progress voor een relatief toegankelijker werking voor etnisch-culturele minderheden. Met relatief bedoelen we: in verhouding tot de werksoort, deelwerking, context van het CAW, de omgeving van het CAW. We onthouden ons van enige beoordeling van de initiatieven. Een normatief kader vonden we niet opportuun voor dit project. We hebben het hier over practices, niet over good c.q. bad practices. We gaan er vanuit dat elk leerproces verloopt met ups en downs. Bovendien is wat op het ene ogenblik goed lijkt even later misschien weer achterhaald. Het leren uit ervaringen is wél essentieel om te werken aan een meer toe-
14
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
gankelijk CAW. Een logisch gevolg van dit uitgangspunt is een grote heterogeniteit onder de voorgestelde initiatieven. Na een selectie werden de gesprekspartners gecontacteerd voor een telefonische bevraging. Het gesprek werd gestructureerd aan de hand van een vragenlijst maar werd niet beperkt tot deze vragen. Vooral interessante elementen die in het gesprek aan bod kwamen, vormden de leidraad. Van ieder gesprek werd volgens een uniforme structuur een verslag gemaakt. Ieder verslag werd door de betrokken gesprekspartner gelezen, aangevuld of herwerkt. In deze fase ontvingen de CAW’s een tweede oproep om na te kijken of er belangrijke initiatieven ontbraken in de lijst van reeds bevraagde initiatieven. De respons van de CAW’s was goed. Slechts enkele CAW’s reageerden niet. Sommigen meldden geen specifieke initiatieven te hebben omdat ze in te beperkte mate betrokken zijn op onze thematiek. Wél gaven ze aan dat vorming en intervisie plaats vindt rond de doelgroep. De beschrijvingen van de initiatieven bevinden zich in deel 2. De interviews en de beschrijvingen van de initiatieven werden gestructureerd rond volgende richtvragen, die ons een aanzet voor typologie moesten opleveren: 1. Wat zorgt ervoor dat CAW’s tot actie komen om te werken aan toegankelijkheid voor etnisch-culturele minderheden? Wat werkt stimulerend? 2. Welke soort acties worden door de CAW’s genomen om deze toegankelijkheid te verbeteren? Hoe krijgen deze gestalte? De antwoorden werden op hun herkenbaarheid getoetst bij medewerkers van het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, het Vlaams Minderhedencentrum en de medewerkers van drie CAW’s, met name CAW Leuven, CAW Artevelde en CAW Sonar. De resultaten werden voorgelegd aan de stuurgroep van het eerste projectjaar. In het tweede projectjaar werden de basisteksten voorgelegd aan een leesgroep. De interviews in het eerste projectjaar waren aanleiding voor een Uitwisselingsdag, die in Malle werd gehouden op 20 november 2003. Deze uitwisselingsdag was eveneens een middel tot verwerking en toetsing van de verkregen informatie. De genodigden waren medewerkers van de CAW’s – en in het bijzonder de door ons geïnterviewde personen - evenals de op het algemeen welzijnswerk betrokken medewerkers van de minderhedensector. De uitwisseling vond plaats in de vorm van marktsessies en werkgroepen met de bedoeling van elkaar te leren en inspiratie op te doen. Op deze dag waren een honderdtal aanwezigen.
1.3 Begrippen 1.3.1 Toegankelijkheid Een goed toegankelijke hulpverlening moet voldoen aan een reeks voorwaarden, de bekende “Vijf B’s” zoals beschreven door Stephan Parmentier (1998): 1. Bereikbaarheid van de hulpverlening: bv. een evenwichtige spreiding en een goede lokalisering van de hulpverlening. 2. Beschikbaarheid van de hulpverlening: bv. spreekuren op nuttige tijdstippen, opbouwen van een meer continue relatie met de doelgroep. 3. Betaalbaarheid van de hulpverlening: gratis of betaalbare prijzen. 4. Bruikbaarheid van de hulpverlening: enerzijds doorgedreven specialisatie in bepaalde inhouden, anderzijds het ontwikkelen van speciale methodieken voor deze doelgroep.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
15
5. Begrijpbaarheid van de hulpverlening: bv. verstaanbaar taalgebruik, contacttaal die goed gehanteerd wordt door cliënt en hulpverlener, werken met tolk, intercultureel bemiddelaar of cultuurcoach. Op elk van deze voorwaarden kan worden ingegrepen om de toegankelijkheid te verbeteren of te verminderen. Uiteraard gaat het om meer dan fysieke toegankelijkheid en grijpt het meer toegankelijk maken in op alle aspecten van het hulpverleningsproces. Uit een literatuurstudie distilleerde Leen Sannen (2003) welke drempels van toegankelijkheid van welzijnsvoorzieningen ervaren worden vanuit het perspectief van (kans)armen en etnisch-culturele minderheden. Sannen onderscheidt drie clusters van drempels, die verder onderverdeeld kunnen worden, samengebracht in onderstaand schema. Schema: Mogelijke drempels tot welzijnsvoorzieningen Drempels
Voorbeelden
A. Drempels m.b.t. voorzieningen 1. Bestuurlijk-organisatorisch a) Intern-organisatorisch
b) Globale structuur welzijnssector
2. Wetgeving
Interne organisatie (bureaucratiseren, schaalvergroting, anonimiseren, reglementering, besparingen, onduidelijke doelstelling voorzieningen, fysieke ontoegankelijkheid, territoriale bereikbaarheid)
Doorgedreven informatisering
Te lage personeelsbezetting -> afroming, wachtlijsten
Hoge instapvoorwaarden
Financiële drempel
‘winkelmodel’
te beperkt aanbod -> wachtlijst
gebrek aan informatie, onbekendheid voorziening
versnippering aanbod
aanbod niet afgestemd op vraag
categoriale voorzieningen
doelgroepomschrijving
ingewikkelde regelgeving
afroming door resultaatsverbintenissen
voorkeur voor hulpverlening door verwanten
anticipatie op discriminatie
vooroordelen, wantrouwen en machteloosheid
overlevingscultuur
isolement
gemis basisvaardigheden
situationele drempels
B. Drempels m.b.t. de hulpvragers
16
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
C. Drempels m.b.t. de relatie hulpverlener-hulpvrager 1. Sociaal-culturele drempels
2. Psychologische drempels
3. Drempels t.g.v. het kampen met meervoudige problemen
differentiële cliënt
sociale
positie
hulpverlener-
discriminatie
professionalisering hulpverlening
te hoge verwachtingen t.a.v. de cliënt
Matheüseffect
Gevoelens van schaamte, onmacht, stigmatisering
Leven in het hier en nu
Wantrouwen, gestoorde communicatie en faalangst
Bindingsangst
Financiële machtsbalans
Verschillende beeldvorming
Op meer dan één hulpverlener aangewezen
Gebrek aan afstemming tussen hulpverleners
Moeilijk om hulpvragen te categoriseren
Nood aan ‘mentale ruimte’
Bron: Leen Sannen (2003), Drempels naar welzijnsvoorzieningen: de cliënt aan het woord. Literatuurstudie en diepte-interviews bij kansarmen en etnisch-culturele minderheden, HIVA, Leuven, p 36
Een ‘drempel’ die door Sannen niet werd beschreven, is deze met betrekking tot de hulpverlener of dienstverlener. Het is de hulpverlener als persoon die investeert in het dagelijks werken met de cliënt. In de hulpverlening is het de combinatie van attitude, vakmanschap, ervaring, engagement, persoonlijkheid van de hulpverlener die ervoor zorgt dat hulpverlening werkt of niet. In het werken aan toegankelijkheid dient men dus ook oog te hebben voor de medewerker als persoon en hoe deze te ondersteunen zodat deze optimaal kan functioneren, en er bijgevolg zo goed als mogelijk kan staan voor zijn of haar cliënt. 1.3.2 Etnisch-culturele minderheden We hanteren de terminologie van het Vlaams Minderhedendecreet van 28 april 1998: etnisch-culturele minderheden: het geheel van de allochtonen, de vluchtelingen en de woonwagenbewoners en de niet tot voornoemde groepen behorende vreemdelingen die zich in België bevinden zonder wettig verblijfsstatuut en die wegens hun noodsituatie opvang of bijstand vragen; allochtonen: personen die zich legaal in België bevinden, ongeacht of zij de Belgische nationaliteit hebben, en die tegelijkertijd aan de volgende voorwaarden voldoen
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
17
1.minstens één van hun ouders of grootouders is geboren buiten België; 2.zij bevinden zich in een achterstandspositie vanwege hun etnische afkomst of hun zwakke sociaal-economische situatie; vluchtelingen: personen die zich in België bevinden en die aan één van de volgende voorwaarden voldoen o zij zijn door België als vluchteling erkend op basis van het Internationaal Verdrag betreffende de status van vluchtelingen, ondertekend in Genève op 28 juli 1951; o zij hebben in België asiel aangevraagd en hun aanvraag werd niet definitief afgewezen. woonwagenbewoners: personen met een nomadische cultuur, die zich legaal in België bevinden en die traditioneel in een woonwagen wonen of gewoond hebben, in het bijzonder de autochtone voyageurs en de zigeuners, en degenen die met deze personen samenleven of er in de eerste graad van afstammen; vreemdelingen zonder wettig verblijf. 1.3.3 Het algemeen welzijnswerk De term “algemeen welzijnswerk” is in het begin van de jaren 1990 door de overheid ingevoerd met het oog op een grondige herstructurering van het landschap van kleinschalige welzijnsvoorzieningen (Serrien, 2000). Een hele reeks van voorzieningen, die op de ‘eerste lijn’ toegankelijk zijn voor de meest uiteenlopende doelgroepen of voor de bevolking ‘in het algemeen’, werden gegroepeerd in één sector. Sectoren die opgingen in het algemeen welzijnswerk zijn onder meer de thuislozenzorg, vluchthuizen, jongerenadviescentra, de sociale centra, de centra voor levens- en gezinsvragen, slachtofferhulp, justitieel welzijnswerk,… Deze hervormingsperiode duurde bijna een decennium en kende een voorlopig eindpunt met het decreet betreffende het algemeen welzijnswerk van 19 december 1997. Het decreet hanteert als definitie: ”Algemeen welzijnswerk: de sociale dienst- en hulpverlening die ter beschikking staat van alle personen van wie de welzijnskansen bedreigd of verminderd worden ten gevolge van persoonlijke, relationele, gezins- of maatschappelijke factoren” Het algemeen welzijnswerk groepeert op zijn beurt enkele ‘subsectoren’: 1. de “Centra voor Tele Onthaal”, die niet opgenomen werden in de ‘nieuwe’ centra voor algemeen welzijnswerk; 2. de “ingebouwde centra voor algemeen welzijnswerk”, of de vroegere sociale centra van de ziekenfondsen; 3. de “autonome centra algemeen welzijnswerk”, die de ‘particuliere’ of ‘private’ welzijnsorganisaties omvatten. In dit onderzoek beperken we ons tot de Autonome Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW). Er zijn in Vlaanderen en Brussel 27 CAW’s, die elk actief zijn in één van de 21 CAW-regio’s. De kernopdrachten van het algemeen welzijnswerk kristalliseren zich rond vier grote clusters (Serrien, 2000): 1. Het realiseren van een bereikbaar en toegankelijk onthaal, met inbegrip van informatie- en adviesverstrekking, eerste opvang, eerste probleemdefiniëring. 2. Het toeleiden naar de maatschappelijke voorzieningen en d.m.v structurele- en preventieve acties wijzen op de eventuele tekorten in het functioneren van deze voorzieningen.
18
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
3. Het aanbieden van de nodige hulpverlening en begeleiding met de gepaste werkvormen en methodieken. 4. Het oriënteren en verwijzen naar de gepaste zorgsectoren en zo nodig wijzen op de eventuele functionele tekorten in deze voorzieningen of sectoren. De differentiatie in het algemeen welzijnswerk is groot (zie Bijlage 4). Een CAW kan een veelheid van werkvormen omvatten waarbinnen het zijn hulpverleningsaanbod uitbouwt: crisishulpverlening, residentiële opvang, opvang voor slachtoffers van mensenhandel, nachtopvangcentra, inloopcentra, begeleid wonen, straathoekwerk, mobiele hulpverlening, schuldbemiddeling, jongerenadviescentra, algemeen ambulante hulpverlening, ambulante hulpverlening voor asielzoekers, selectie interlandelijke adoptie, gezins- en relatiebegeleiding, seksualiteit en geboorteregeling, scheidingsbemiddeling, ontmoetingsruimten, slachtofferhulp, justitieel welzijnswerk en hulpverlening aan seksuele delinquenten. Als we het over toegankelijkheid van het CAW hebben, zijn de drie kerntaken van het CAW belangrijk: onthaal, begeleiding en preventie. ‘Onthaal en vraagverduidelijking’ is een belangrijke kerntaak wanneer je kijkt naar toegankelijkheid. Deze kerntaak verwijst een reeks activiteiten van het CAW ‘aan het begin’ van een hulpverleningsproces, en dient in brede zin opgevat te worden. Uit dit concept wil ik vooral de pro-actieve, outreachende naast de receptieve vormgeving accentueren: meer nog dan bij andere doelgroepen, moet in het onthaalconcept goed bekeken worden hoe de (potentiële) cliënt tot bij de hulpverlener terecht komt. Als we het beeld van een huis nemen om het concept CAW vorm te geven in al zijn werkvormen en deelwerkingen, dan moet de potentiële cliënt wel tot aan de ‘voordeur’ raken, anders is er niet eens sprake van hulpverlening. Er moet in het onthaalconcept plaats zijn voor de methodieken van beweging van hulpvrager en hulpverlener naar elkaar toe. Voor bepaalde doelgroepen kan dit gerust in een receptief model, voor anderen is dit geen gepast kader en moet een pro-actieve wijze gezocht worden. Ook moet de functie vraagverduidelijking tegen het licht van andere culturen en talen gehouden worden: om de hulpvraag te verduidelijken, moeten ook gepaste middelen ingezet worden om elkaar letterlijk en figuurlijk goed te begrijpen. Begeleiding is de kerntaak die omschreven wordt als gebaseerd op de expertise in het omgaan met en het ontrafelen van zeer divers aangebrachte welzijnsvragen en het uitwerken van gepaste oplossingen. Het is een persoonlijke, relationele en praktisch gerichte hulp, die de hulpvrager vaardiger maakt in het opnemen van zijn rollen in de samenleving. Het is hulp die gericht is op het functioneren in het gewone dagelijks leven. Bij deze kerntaak zal een ‘vertaling’ nodig zijn om te kijken hoe het dagelijks leven er uit ziet voor de cliënt met een andere of gelijke taal, verblijfsstatuut, cultuur; waar de gelijkenissen en de verschillen zitten en waarin dus een verschillend dan wel gelijkaardig aanbod moet gedaan worden. Het vraaggestuurde is ook hier weer een belangrijk element. Ook de hulpverlening moet een bijdrage leveren tot het voorkomen van problemen. Hiervoor worden preventieve acties opgezet. Onder meer door beleidssignalering aan andere sectoren, instanties en overheden met het oog op structurele veranderingen en belangenbehartiging van de cliënten. Iedere hulpverlener ervaart vanuit zijn of haar ervaring en cliëntgericht werken waar het structureel schort in de samenleving. Hun signalen moeten gehoord, gebundeld worden en kunnen leiden tot maatschappelijke acties. Een structurele aanpak kan garant staan voor het verminderen van uitsluitingsmechanismen, i.c. voor etnisch-culturele minderheden.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
19
20
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
2. De initiatieven
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
21
22
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
2.1 Beschrijvingen van initiatieven Voor deze inventaris kozen we voor een brede kijk om een zo ruim mogelijk scala van projectbeschrijvingen te verkrijgen: “Laat duizend bloemen bloeien”. We streven geen objectiviteit na maar een doorleefde weergave van de projecten. Ons overzicht is ook statisch. Een momentopname die achterhaald wordt door dagdagelijkse ontwikkelingen in het werkveld. We peilden bij onze gesprekspartners naar de ontstaansgeschiedenis, contexten, omkadering, mogelijkheden voor bestendiging, kritische succesfactoren, knelpunten en verwachtingen. Zo vulden we een korf met vruchten van allerlei smaken, rijpheid, vormen en kleuren. Je vindt in dit hoofdstuk vooral ideeën. Materiaal om over na te denken, op te pakken, te bevragen, toe te passen en bij te schaven in functie van de eigen context. 2.1.1 Ontsluiting van de beschrijvingen Het ontsluitingsraster op de volgende pagina’s biedt een leidraad en een overzicht van de initiatieven. Daarna geven we voor elke provincie en CAW-regio een alfabetisch gegroepeerd overzicht. Een eerste criterium is het niveau waarop de actie zich situeert: dat van de (potentiele) cliënt, de medewerkers, de deelwerking, het CAW, een samenwerkingsverband en de overheid. Elk initiatief kan acties opnemen op verschillende niveaus. Daarna volgt een identificatie van de doelgroep binnen de etnisch-culturele minderheden waarop het initiatief zich richt. Omwille van de hanteerbaarheid vereenvoudigen we de categoriseringen, ook al betekent dit een vereenvoudiging van de juridische bepalingen in het minderhedendecreet: Allochtonen, migranten: mensen uit een etnisch-culturele minderheid die hier al een langere tijd of heel hun leven verblijven, met een permanent verblijfsstatuut. Vluchtelingen, asielzoekers:mensen uit een etnisch-culturele minderheid die een tijdelijk verblijfsstatuut hebben. Mensen zonder papieren. Woonwagenbewoners. Om de doelgroepen binnen het algemeen welzijnswerk te kaderen, geven we aan tot welke doelgroep de (deel)werking zich richt: De gehele bevolking, met inbegrip van de buurtgerichte werkingen. Thuislozen. Justitie-betrokkenen: mensen die via de ingangspoort justitie toegeleid worden naar het algemeen welzijnswerk. Kansarmen. Mannen en/of vrouwen. Jongeren. Werkingen die zich exclusief richten tot de doelgroep etnisch-culturele minderheden. In de laatste kolom van het overzicht vind je de paginaverwijzing voor ieder initiatief.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
23
24
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
25
26
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
2.1.2 Structuur van de beschrijvingen Elk initiatief word beschreven aan de hand van een vaste structuur om een redelijk leesbaar geheel te bekomen. We realiseren ons dat hierdoor een aantal nuances verloren gingen. De projectbeschrijvingen zijn opgesteld of verwerkt door CAW-medewerkers. De ingevulde fiches zijn zeer divers van inhoud en stijl - soms zeer beknopt en soms zeer uitgebreid – maar we hebben ervoor gekozen om zo dicht mogelijk bij deze beschrijvingen te blijven van onze respondenten. Wij hebben daarom aan de inhoud, de formulering en de schrijfstijl niets gewijzigd. Diversiteit lijkt ons in deze materie geen beletsel. Voor de duidelijkheid hanteren we een vaste structuur: Gesprekspartner We vermelden hier onze informant(en) met naam en functie. Aanzet, ontstaansgeschiedenis Hoe is het initiatief gegroeid? Wie gaf het mee gestalte? Welke knelpunten en welke doelstellingen leidden tot de actie? Welke historische elementen of omgevingsfactoren speelden een rol? Doelstelling Wat beoogt het initiatief? Welke hulpverlening biedt men aan? Welke zijn de succesfactoren? Doelgroep Op welke doelgroep is het initiatief gericht? Wat is de link met de doelgroep etnischculturele minderheden? Hoe specifiek is de doelgroep? Welke andere criteria gelden? Inhouden en methodieken Wat is het aanbod? Hoe tracht men dit te realiseren? Wat bepaalt de methodiek? Samenwerkingsverbanden Met welke voorzieningen, contactpersonen, andere deelwerkingen wordt er samengewerkt? Wie speelt een rol in het uitwerken van het initiatief? Wie levert een betekenisvolle bijdrage? Middelen Wordt het initiatief gefinancierd met reguliere middelen of met projectmiddelen? Welke niet-reguliere financiering worden aangesproken? Wat zijn de kansen op continuëring? Ervaringen Welke lessen trekt men uit het project? Hoe wordt het geëvalueerd? Wat zijn sterktes, wat zijn zwaktes? Welke knelpunten treden op? Welke resultaten worden geboekt? Welke verwachtingen heeft men naar de toekomst? Wat liep mis in het verleden? Welke bijsturingen waren noodzakelijk? Wat kunnen nieuwe initiatiefnemers hiervan leren? Contactgegevens Praktische gegevens voor contactname (wie, functie, adres, telefoon, fax, e-mail, website) Aanspreekbaarheid Waarvoor is de contactpersoon aanspreekbaar? Dit kan zijn: beperkte mondelinge informatie, bereidheid tot intervisie, bereidheid tot supervisie, bereidheid tot een lezing, bereidheid tot coaching,…. Beschikbaar materiaal Welk materiaal kan je opvragen? Dit varieert van schriftelijke informatie, brochure, rapport, jaarverslag, een publicatie, didactisch materiaal, voorbeeldmateriaal,…
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
27
2.2 Projectbeschrijvingen
PROVINCIE WEST-VLAANDEREN
1. ADVIESCENTRUM VOOR ALLOCHTONEN, CAW MIDDENKUST Gesprekspartner: Doris Gielen, hulpverleenster Aanzet, probleemstelling Meer dan twintig jaar geleden werd vanuit de Protestantse sociale dienst in Oostende een sociale dienst voor vreemdelingen opgericht. Deze werd in eerste instantie opgericht ten behoeve van de aan de kust gestrande Engelsen, maar gaandeweg werd de doelgroep meer en meer voor vluchtelingen en asielzoekers. Aanvankelijk behoorde het initiatief tot de integratiesector. In 2000 werd het luik eerstelijns hulpverlening geïntegreerd in CAW Middenkust. Doris Gielen, maatschappelijk werkster, is in 1996 in het centrum beginnen werken. Zij werd juridisch ondersteund door Nick Vanderscheuren. Anne Demuysere, graduaat orthopedagogie, is het Adviescentrum voor allochtonen (ACA) komen versterken sinds december 2003. Zij staat in voor individuele hulpverlening en beleidsvoorbereidend werk. Doelstelling Eerstelijnshulpverlening bieden aan etnisch-culturele minderheden. In de praktijk werd vooral de juridische hulpverlening uitgebouwd. Veel aandacht gaat naar het verblijfssatuut. Voor andere problematieken worden mensen in de mate van het mogelijke doorverwezen en toegeleid naar andere diensten. Doelgroep In principe alle etnisch-culturele minderheden en Belgen die vragen hebben rond vreemdelingenrecht. In de praktijk komen er vooral asielzoekers, nieuwkomers (o.a. gezinsherenigers en gezinsvormers) en mensen zonder papieren. Er zijn relatief weinig allochtonen in de regio, deze worden minder bereikt. Inhoud & Methodieken Aanbod van het ACA is hoofdzakelijk juridisch-administratieve hulpverlening rond vreemdelingenrecht. Daarnaast wordt actief doorverwezen binnen het CAW en daar buiten. Er is concrete samenwerking met Caritas (Caritas zorgt voor huisvesting, OCIV voor de juridische opvolging en het ACA voor de plaatselijke hulpverlening) en voor repatriëring via IOM voor de regio Zuid West-Vlaanderen. Er wordt ook noodhulp voorzien via een fonds. (Dit houdt hotelcheques, luiers, voedselpakketten en andere basale zaken in). Er kan voor basale noden ook doorverwezen worden naar ‘netwerk noodopvang Oostende’ voor mensen zonder papieren. Momenteel is het ACA nog gelokaliseerd in de vroegere gebouwen van de Sociale Dienst voor Vreemdelingen, waardoor men ook beroep kan doen op de knowhow van de collega-werkingen in het gebouw. De Sociale Dienst voor Vreemdelingen organiseert diverse projecten: steunpunt zelforganisaties, onderwijs-infopunt, ict– computerklas, steunpunt tewerkstelling, socio-culturele participatie en sportparticipatie, Stedelijke Minderhedenadviesraad en integratiedienst, meisjeswerking. Ook Link, het onthaalproject voor nieuwkomers vind je in de Sociale Dienst voor Vreemdelingen.
28
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Het personeel maakt nu deel uit van het Ambulant Begeleidingsteam van CAW Middenkust. De evolutie in de fusie maakt dat doorverwijzingen vlotter verlopen. Men is nog in volle aanpassing om verder naar elkaar te groeien en zo het CAW in zijn geheel ook toegankelijker te maken voor etnisch-culturele minderheden. Men probeert allochtone werknemers aan te trekken, momenteel via het artikel 60 en WEB+. Dit wordt als een verrijking ervaren. Toegankelijkheid is groot, mensen komen van heel België met vragen, omdat het centrum al 20 jaar bestaat en gekend is binnen de doelgroep. Men verwijst elkaar door naar het ACA. Het ACA beschikt over een zeer goede juridisch-administratieve kennis. Naast eerstelijns hulpverlening ondersteunt Doris ook advocaten in West-Vlaanderen vanuit haar kennis over de materie. Nodige kennis ontwikkeld als basis voor de omgang met andere culturen: nodig om basis te kennen als achtergrondinformatie, zodat je weet wat je kan toetsen, hoe de wereldbeleving en betekenisgeving van deze mens voor je kan zijn. Ook belangrijk om als hulpverleenster te weten hoe naar de positie van de vrouw en de man-vrouwrelatie gekeken wordt. Tevens kennis hebben van de kleine dingen uit het dagelijkse leven, van omgangsvormen. Door deze kennis kan je de hulpverlening inhoudelijk en qua vorm beter afstemmen op de hulpvraag van de client. Het is belangrijk via een goed netwerk (Oostends Permanent Overleg Migranten OPOM) de verschillende diensten te kennen die rond deze doelgroep werken, zodat men elkaar kent, en men ook goed weet wie welk mandaat en welke positie heeft. Je moet oog hebben voor de opdrachten van de verschillende diensten, zodat je hier goed mee kan omgaan. Werken met anderstaligen: Er wordt gewerkt in de contacttalen Engels, Frans, Duits. Verder wordt er beroep gedaan op familie, vrienden en kennissen van de cliënt. Er wordt ook beroep gedaan op Ba’bel, maar meer voor gestructureerde gesprekken. Het belangrijkste is de attitude, de wil om elkaar te verstaan, desnoods met handen en voeten. Doorverwijzing naar psychologische of psychosociale hulpverlening is niet evident voor anderstaligen. Voor een psycholoog wordt doorverwezen naar Exil in Brussel; in Oostende lukt het soms voor een begeleiding in het Frans of Engels, waarbij Doris de hulpverlener brieft met betrekking tot culturele achtergronden. Voorstelling van het CAW en deze hulpverlening in de onthaalklassen maatschappelijk oriëntatie van het onthaalbureau Oostende door de medewerkster. Er worden geen huisbezoeken gedaan, tenzij grote uitzonderingen en dan alleen in de regio van CAW Middenkust. Contacten met zelforganisaties: bij uitnodigingen voor feesten en dergelijke, wordt een delegatie per beurtrol van de vroegere Sociale Dienst voor Vreemdelingen gestuurd, per twee mensen, als vertegenwoordiging van de dienst. Momenteel maakt het ACA daar nog informeel deel van uit. Het is wel een belangrijk middel om voeling te houden met wat leeft bij de mensen. Belangrijk om een realistische houding aan te nemen tav de situaties van de cliënten; niet alle cliënten kunnen geregulariseerd of erkend worden. Het is dan ook belangrijk een gesprek over de realistische mogelijkheden met de cliënt te hebben in de begeleiding.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
29
Samenwerkingsverbanden Steun wordt ervaren voor de juridische dossiers vanuit het juridisch netwerk op het VMC en jurist Nick Vanderschuren op de stedelijke integratiedienst van Gent. Belangrijke andere samenwerking in de regio verloopt via het Oostends Permanent Overlegplatform Migranten (OPOM) waarin de Diensten Vreemdelingenzaken van de regio groot-Oostende, Dienst Burgerlijke Stand, OCMW’s, Politie en Zeevaartpolitie, VDAB en het CAW vertegenwoordigd zijn. Caritas Internationaal en IOM. Middelen Personeel: reguliere financiering vanuit CAW voor twee personeelsleden; één werknemer met statuut art. 60§7 voor administratieve ondersteuning voor de Caritasdossiers; één WEB+ medewerker voor het onthaal; parttime tewerkstelling volgens de sociale maribel voor de bedeling van noodhulp. Ervaringen Goed draaiende deelwerking. Mensen van heel Vlaanderen vinden hun weg naar Oostende. Draaglast is hoog, materie die je ook niet loslaat daarbuiten. Ook in privé-situaties klampen mensen je aan. Goede collegiale back-up is noodzakelijk. Nood om stil te staan bij het werk, ook buiten het concrete werk: bv. werken rond visie, deontologie, handvatten zoeken binnen het CAW om beter met deze problematieken om te gaan; vorming rond bv. slechtnieuwsgesprekken, omgaan met agressie, bemiddelen. Het kost soms tijd om dit structureel in te passen, maar levert inhoudelijk op termijn wel veel efficiënter werk op. Vorming is noodzakelijk op twee terreinen: inhoudelijk (voornamelijk juridisch) en rond hulpverlening (attitudes, methodieken.) Je moet kunnen omgaan met verschillende culturen. Voor signalering heeft Doris veel te weinig tijd naast de individuele dossiers om dit te bundelen. Dit zal nu opgenomen worden door Anne. Ze mist een persoon die onderhandelbare dossiers meeneemt en kan gaan verdedigen in Brussel bij de betrokken diensten. Ook dit zal nu opgenomen worden door Anne. Momenteel wordt er veel samengewerkt met OCIV; ze mist een contactkanaal tussen Steunpunt Algemeen Welzijnswerk en OCIV voor informatie-uitwisseling en samenwerking. Contactpunt van IOM voor vrijwillige repatriëring. Frustratie door het niet serieus nemen van hulpverleners die met deze materie werken door de officiële diensten (Dienst Vreemdelingenzaken, CommissariaatGeneraal voor de vluchtelingen). Hulpverleners zijn ook professionele werkkrachten. Indien men echt geïnteresseerd is in de basiswerkers, dient er ook echt geluisterd te worden en niet pro-forma. Nood aan een kanaal waar de basiswerkers hun informatie kunnen samenvoegen en laten doorstromen naar de overheid vnl. in Brussel. Wat aanvraag MVV betreft, sociaal verslag van hulpverlener zou sterk punt moeten vormen, wij zijn realistisch en niet idealistisch, wij werken met mensen niet met papieren dossiers. Het menselijke in het oog houden, niet enkel de mens laten samenvallen met de juridische situatie! Gevaar hiervoor dreigt bij overbevraging en louter afhandelen van papieren. Te weinig middelen om de grote hoeveelheid dossiers goed op te volgen; om knelpunten te signaleren, opvolging te verzorgen voor gegroepeerde signalen.
30
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Nood aan samenwerking rond racismebestrijding. In de registratie: ook oog hebben voor de verschuiving van de statuten van cliënten. De advocatuur is onvoldoende opgeleid rond vreemdelingenrecht; daardoor neemt het ACA de rol op van supervisor (op vraag van cliënten) en adviseur (enkel op vraag) voor de advocaten uit de wijde regio.
Contactgegevens Doris Gielen / Anne Demuysere CAW Middenkust Adviescentrum allochtonen St-Catharinapolderstraat 33 8400 Oostende Tel.: 059/50.78.51 • Tel.: 059/80.11.12 • Tel.: 059/70.17.37 Fax: 059/51.22.68 Gsm: 0473819930 E-mail:
[email protected] E-mail:
[email protected] Website: SDV www.sdv.be
Aanspreekbaarheid Wij zijn bereid om telefonisch informatie uit te wisselen en advies te geven aan collega’s. Bereidheid tot intervisie. Beschikbaar materiaal Wij steunen vooral op de publicaties van het VMC (zeer begrijpbare en duidelijke taal). Wij hebben ook een aantal eigen teksten, maar daar moet nog aan gewerkt worden.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
31
2. SPECIFIEK ONTHAAL EN AMBULANTE BEGELEIDING AAN ETNISCH-CULTURELE MINDERHEDEN, VREEMDELINGENWERKING, CAW DE VIERSPRONG Gesprekspartners: Liesbeth Curinckx, hulpverleenste en Yasmine Karaman, hulpverleenster Aanzet, probleemstelling In 1987 vroeg de Vereniging der Vlaamse Onthaaltehuizen (één van de voorlopers van het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk) om ook politiek vluchtelingen op de vangen in de diverse opvangcentra. Na een paar jaar werd door onze organisatie beslist om de asielzoekers apart op te vangen omdat dit toch een specifieke deskundigheid vergde én vanwege het racisme en problemen met de Vlaamse bewoners van de onthaaltehuizen. In 1992 werd dit omgebouwd in 2 transithuizen (één voor mannen, één voor vrouwen). Er kwam een heterogener publiek. In 1999 was er de fusie met CAW De Viersprong. In maart 2002 sloot het transithuis voor vrouwen vanwege een kleinere vraag en reorganisatie van de deelwerkingen. In 2002 werden de ambulante en residentiële deelwerkingen samengevoegd en ontstond de vreemdelingenwerking met drie onderdelen: Residentiële werking (het transithuis voor 6 mannen) Nazorg voor de mannen die weggaan uit het transithuis Ambulante hulpverlening Doelstelling Huidige doelstelling van de ambulante werking: onthaal bieden in verband met hulpvragen die gerelateerd zijn aan mensen van een andere origine Doelgroep Alle etnisch-culturele minderheden; bereik van woonwagenbewoners is er niet. Ook mensen van Belgische origine evenals mensen van een andere origine die niet tot de kansengroepen op zich behoren, worden tot de doelgroep gerekend. Inhoud & Methodieken De Vreemdelingenwerking is een onthaalwerking rond alle thema's van het dagelijks leven en eventueel ook begeleiding. D.w.z.: praktische, materiële, juridische, administratieve en psychosociale begeleiding. Nederlandse taallessen in kleine groep door vrijwilligers. Contactpunt van IOM voor repatriëring. Principe: De hulpverlener tracht door te verwijzen, en waar geen doorverwijzing mogelijk nemen zij dit zelf op. Werken in contacttaal, telefonische tolkendiensten Ba’bel of Brussel-Onthaal of zelf meegebrachte tolk uit vrienden- of familiekring. Psychosociale begeleiding: bij kennis van contacttaal indien mogelijk doorverwijzing naar CGGZ, vaak nemen ze zelf deze begeleiding op want doorverwijzing is niet evident. Een dergelijke begeleiding loopt niet gemakkelijk, vaak in zeer eenvoudige taal, alle mogelijke items, doelstelling is vaak ondersteunend luisteren naar het verhaal van de cliënt. Permanentie: 10-12 en 14-16u dagelijks, maar strikt; daarna zoveel mogelijk op afspraak – de dienst ziet het tevens als een 'opvoedende' taak om hieraan te houden Aanbod individueel, soms voor het gezin.
32
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Vrijwilligers ingeschakeld voor de receptie, taallessen, meegaan naar diensten als dit nodig is en als de hulpverlener hiervoor niet de tijd heeft. Samenwerking met de vrijwilligersdienst van het CAW loopt goed: goede screening van vrijwilligers door hen, opvolging ook door de vrijwilligersdienst, er wordt geen specifieke teamvergadering vrijwilligers-hulpverleners georganiseerd want er is voldoende persoonlijk contact en bijsturing informeel mogelijk. Op het 'Vreemdelingenoverleg', een overlegvergadering met alle actoren in de regio groot-Brugge die rond etnisch-culturele minderheden, en voornamelijk vluchtelingen en asielzoekers werken, wordt momenteel een regionaal 'draaiboek' uitgewerkt met interessante adressen etc voor de hulpverlening aan deze doelgroep. Er wordt geen 'werving' of actieve toeleiding gedaan naar de dienst. Doorverwijzingen komen voornamelijk vanuit OCMW's en via contacten met het Opvancentrum van Westende. Eén keer werd in de lessen maatschappelijke oriëntatie voor nieuwkomers in het onthaalbureau uitleg gegeven over het CAW, doch dit is om onduidelijke redenen doodgebloed. Twee jaar geleden ging de dag van de asielzoeker door gericht op diensten die zijdelings met deze mensen te maken hebben (sensibilisering, informering) vanuit het vreemdelingenoverleg. Momenteel wordt vanuit dit kanaal een dag van de vreemdeling gepland voor juni 2004, gericht op mogelijke doorverwijzers. Samenwerkingsverbanden CAW-deelwerking vreemdelingenwerk werkt nauw samen met CAW-deelwerking vrijwilligerswerk, gezien de drie afdelingen Vreemdelingenwerking draaien op 2 werknemers en 15-tal vrijwilligers. Participeren in het ‘vreemdelingenoverleg Groot-Brugge’ Middelen Reguliere enveloppefinanciering: 2 FTE doen alle taken in de ambulante werking, het transithuis en de nazorg, ondersteund voor het onthaal en de nederlandse taallessen door een 15-tal vrijwilligers. Andere: subsidies van Caritas, en IOM per afgewerkt dossier. Ervaringen Overbevraging van de dienst. We weten binnen het eigen CAW onvoldoende van de andere deelwerkingen zodat we moeilijk kunnen doorverwijzen of samenwerken in begeleidingen. Er is momenteel geen sociale tolkendienst in de regio, zodat er geen tolken beschikbaar zijn. De vrijwilligers hebben het soms moeilijk met de druk van de cliënten rond hun verwachtingen en acute vragen – hulpverleners ervaren dit ook wel; soms moeilijk om af te bakenen en de grenzen aan te geven van de mogelijkheden binnen de hulpverlening. We hebben geen zicht hoe er rond deze doelgroep in andere CAW’s gewerkt wordt. Graag intervisie met de CAW's met analoge CAW-deelwerkingen: werken rond interculturele communicatie, rond de specifieke thema's rond etnischculturele minderheden, uitleg over hoe elke werking dan concreet werkt (bv intake, structuur, organisatie, onthaal, vrijwilligers, …), samenwerking rond bepaalde topics, … Er is geen regionaal integratiecentrum, noch –dienst in Brugge. Er is wel een provinciaal integratiecentrum, maar geen steunpunt in Brugge, maar daar wordt momenteel weinig beroep op gedaan. Het is niet duidelijk wat het aanbod van het PIC kan betekenen voor de Vreemdelingenwerking.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
33
We missen concrete opvang van mensen zonder papieren en een visie hierop. Ook is de financiële motivering ons niet duidelijk.
Contactgegevens CAW De Viersprong Vreemdelingenwerking Liesbeth Curinckx Yasmine Karaman Dimitri Dewulf Spinolarei 10A 8000 Brugge Tel.: 050/44.37.78 Fax: 050/44.37.73 E-mail:
[email protected] Website: www.deviersprong.be/index.htm
Aanspreekbaarheid Mondelinge informatie, bereidheid tot een lezing/voordracht, bereidheid tot intervisie. Beschikbaar materiaal beperkte schriftelijke informatie, brochure, jaarverslag, algemene informatie (artikels, wetgeving,..).
34
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
3. RESIDENTIËLE OPVANG ALLOCHTONE MANNEN (TRANSITHUIS EN NAZORG), VREEMDELINGENWERKING,
CAW DE VIERSPRONG
Gesprekspartners: Liesbeth Curinckx, hulpverleenster en Yasmine Karaman, hulpverleenster Aanzet, ontstaansgeschiedenis Zie ambulante werking Vreemdelingenwerking CAW De Viersprong. Doelstelling Doelstelling van de residentiële werking (“Transithuis”): geïntegreerde hulpverlening bieden aan 6 mannelijke kandidaat vluchtelingen die ontvankelijk verklaard zijn en een intensieve begeleiding nodig hebben rond zelfredzaamheid in de Belgische samenleving (maatschappelijke oriëntatie, Nederlandse taallessen, budgetbegeleiding, huisvesting zoeken). Doelstelling van de nazorg: beperkte begeleiding van oud-cliënten uit het Transithuis. Doelgroep Transithuis: 6 mannelijke kandidaat-vluchtelingen die ontvankelijk verklaard zijn, vaak komende uit een LOI of uit Westende, die een specifieke ondersteuningsvraag hebben vanuit problematische zelfredzaamheid. Nazorg: ex-bewoners van het transithuis met bijzondere ondersteuningsnood. Inhoud & Methodieken Intensieve begeleiding op vlak van zelfredzaamheid en toeleiding naar Nederlandse taallessen, tewerkstelling, verdere huisvesting, onderwijs, budgetbegeleiding. Budgetbegeleiding bij mensen uit de nazorg. Nederlandse taallessen in kleine groep door vrijwilligers. Contactpunt van IOM voor repatriëring. Principe: doorverwijzing waar het kan, anders wordt het zelf opgenomen. Werken in contacttaal, telefonische tolkendiensten Ba’bel of Brussel-Onthaal of eigen tolk uit vrienden- of familiekring. Psychosociale begeleiding: bij kennis van contacttaal indien mogelijk doorverwijzing naar CGGZ, vaak nemen ze zelf deze begeleiding op want doorverwijzing is niet evident. Een dergelijke begeleiding loopt niet gemakkelijk, in zeer eenvoudige taal, alle mogelijke items, doelstelling is ondersteunend luisteren naar het verhaal van de cliënt. Vrijwilligers worden ingeschakeld voor taallessen, gaan mee naar diensten als dit nodig is en als de hulpverlener hiervoor niet de tijd heeft. Samenwerkingsverbanden CAW-deelwerking Vreemdelingenwerking werkt nauw samen met CAW-deelwerking Vrijwilligerswerk, gezien de drie afdelingen Vreemdelingenwerking draaien op 2 werknemers en 15-tal vriijwilligers. Participeren in het ‘Vreemdelingenoverleg Groot-Brugge’. Middelen Reguliere enveloppefinanciering van het CAW. Ervaringen Algemeen: zie ambulante werking van de deelwerking.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
35
Specifiek voor het residentiële luik van de Vreemdelingenwerking: De residentiële plaatsen zijn steeds bezet. Combinatie van de drie deelopdrachten door beperkt personeel is niet eenvoudig, men is steeds overvraagd. Huisvesting voor de cliënten blijft chronisch probleem (naast lange wachtlijsten ook racisme, hoge prijzen, weinig aanbod, weinig medewerking van huisbazen en verhuurkantoren op de privé-markt).
Contactgegevens CAW De Viersprong Vreemdelingenwerking Liesbeth Curinckx Yasmine Karaman Dimitri Dewulf Spinolarei 10A 8000 Brugge Tel.: 050/44.37.78 Fax: 050/44.37.73 E-mail:
[email protected] Website: www.deviersprong.be
Aanspreekbaarheid Mondelinge informatie, bereidheid tot een lezing/voordracht, bereidheid tot intervisie. Beschikbaar materiaal Beperkte schriftelijke informatie, brochure, jaarverslag, algemene informatie (artikels, wetgeving,..).
36
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
4. INLOOPCENTRUM DEN INSTAP IN ROESELARE, CAW MIDDEN WEST-VLAANDEREN Gesprekspartners: Mieke Masscho, hulpverleenster en Johan Vandamme, stafmedewerker Aanzet, probleemstelling Traditioneel is Roeselare een regio waar weinig etnisch-culturele minderheden verblijven. Hierin is verandering gekomen sinds ongeveer 1998, toen heel wat vluchtelingen uit Kosovo in Roeselare aankwamen. Later volgden vluchtelingen vanuit de exSovjetrepublieken en Oost-Europa. Stilaan kleuren ook mensen van Afrikaanse herkomst het straatbeeld. Eveneens vluchtelingen uit Iran, Irak en Afghanistan meldden zich aan. Vrij veel van deze vluchtelingen vonden de weg naar de televestiaire (materiële hulpverlening binnen ons laagdrempelig onthaal-aanbod) van het CAW. Dit zorgde aanvankelijk voor een overrompeling en heel wat praktische problemen die met taal en cultuur samenhangen. Doelstelling Aanvankelijk: de toegankelijkheid van de televestiaire (en van de ruimere werking: onthaal, begeleiding) bevorderen door taalproblemen zoveel mogelijk weg te werken. Recent: de toegankelijkheid en de participatie van allochtonen in de werking verhogen; het versterken van de laagdrempeligheid door een meer gedifferentieerd en op maat van de doelgroep uitgebouwd onthaal, in casu inloopcentrum. De televestiaire wordt – naast de uitbouw van een ontmoetingsruimte – een onderdeel van het inloopcentrum. Doelgroep De televestiaire is bedoeld voor mensen met beperkte financiële middelen, zowel voor autochtonen als voor etnisch-culturele minderheden. Hierbij wordt weinig onderscheid gemaakt in subdoelgroepen. De doelgroepen die bereikt worden – naast autochtonen – zijn: vluchtelingen, nieuwkomers, mensen zonder papieren, allochtonen. Het gaat vooral om mensen uit de voormalige Sovjet-Unie, veelal binnen een tijdelijk statuut of onwettig verblijf. Qua leeftijdsgroep wordt een heterogeen publiek bereikt, wel gaat het veelal om gezinnen met kinderen. Over de ontmoetingsruimte kan nog niets gezegd worden, aangezien dit een heel recent initiatief is binnen de werking (opgestart half oktober 2003). Het is alvast de bedoeling dat etnisch-culturele minderheden een volwaardige plaats hierbinnen krijgen. Inhoud & Methodieken Concreet hulpverleningsaanbod: praktische en materiële hulpverlening als laagdrempelig onthaalmodel gericht naar ons doelpubliek. Wij hanteren de inclusiegedachte, waarbij wij ervoor willen zorgen dat alle onderdelen van onze werking ook toegankelijk worden voor deze specifieke doelgroep van etnisch-culturele minderheden. Het is wel zo dat zij het meest beroep doen op die materiële ondersteuning, en langskomen op de onthaalmomenten. Aangezien er in de regio nog steeds relatief weinig mensen uit etnisch-culturele minderheden zijn, wordt er niet voor geopteerd om een specifiek aanbod uit te werken. Wel zijn mensen welkom binnen het reguliere aanbod, zowel in het inloopcentrum als binnen onthaal en begeleiding. Zeer recent is de televestiaire opgenomen binnen het nieuw opgestarte inloopcentrum Den Instap. De ontmoetingsruimte wordt opengehouden door vrijwilligers met ondersteuning van een beroepskracht. Het is de bedoeling om ook hier allochtone vrijwilligers in te schakelen opdat deze ontmoetingsruimte maximaal toegankelijk zou zijn voor allochtonen. Vanuit vragen van de doelgroep, willen we samen met hen activiteiten organiseren. Hierin staan zelforganisatie centraal, samen met creëren van de con-
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
37
dities waarin dit allemaal mogelijk wordt. Het inloopcentrum wil tevens een laagdrempelig onthaal zijn, waar mensen terecht kunnen met een hulpvraag. Mensen worden aangesproken om een schriftelijke vertaling te maken van het ‘reglement’ van de televestiaire en van de folders van het inloopcentrum zodat dit aan anderstaligen duidelijk gemaakt kan worden en zij op die manier ook merken dat er inspanningen gedaan worden om de taalbarrière te overbruggen. Dit maakt dat zij zich meer welkom voelen. Voor dit vertaalwerk werden bezoekers van allochtone afkomst aangesproken. Momenteel zijn 3 vrijwilligsters van Armeense oorsprong binnen de activiteiten van Den Instap betrokken. Zij tolken voor cliënten die Armeens of Russisch spreken. We kunnen op hen beroep doen binnen onthaal en een deelaspecten van begeleiding. Het werken met allochtone vrijwilligers is het eerste resultaat van ons ‘intercultureel’ vrijwilligersbeleid, waarbij voor een aantal activiteiten gericht op zoek gaan naar dergelijke allochtone vrijwilligers. Autochtone en allochtone vrijwilligers werken samen, met ondersteuning van een beroepskracht. Dit vergroot het wederzijds begrip en respect voor elkaar en werkt heel integrerend. Samenwerkingsverbanden Binnen de ambulante werking Roeselare staan voor de vrijwilligers (als ondersteuning en coaching) hulpverleners en plaatselijke vrijwilligersverantwoordelijke steeds ter beschikking. Met volgende derden wordt er eveneens samengewerkt: Provinciaal Integratiecentrum, dienst vreemdelingenzaken stad Roeselare, Elim (vrijwilligersorganisatie die rond vluchtelingen werkt). Op deze diensten wordt vooral beroep gedaan voor informatie en advies. Middelen Betaald personeel: voor de werking van het inloopcentrum is een hulpverlener voor 1/4de vrijgesteld. Daarnaast werken in Den Instap een 20-tal vrijwilligsters. Financieel: reguliere enveloppefinanciering AWW; de opstart en uitbouw van het inloopcentrum kon gerealiseerd worden dank zijn een projectsubsidie van de Koning Boudewijnstichting en een serviceclub. Ervaringen Er kan gemakkelijker contact gelegd worden met nieuwe mensen. Door de aanwezigheid van vrijwilligers van niet-Belgische origine kunnen cliënten vragen/problemen beter voorleggen doordat de taalbarrière deels wegvalt; mensen voelen zich meer op hun gemak, er zijn meer kansen om een vertrouwensband te laten groeien. De Armeense vrijwilligsters zijn goed opgenomen in de vrijwilligersploeg, wat de weerstanden en vooroordelen t.a.v. etnisch-culturele minderheden bij de vrijwilligers doet afnemen. Het vinden van allochtone vrijwilligers is niet zo evident: zo mogen bijvoorbeeld vluchtelingen die geen arbeidskaart hebben, in feite ook geen vrijwilligerswerk doen. Toch hebben wij principieel iemand die een beroepsprocedure lopen heeft bij de raad van state als vrijwilligster aanvaard, ondanks het feit dat dit in principe niet mag. Wij hebben de bevoegde minister hieromtrent enkele maanden terug reeds aangeschreven, en haar van ons voornemen ingelicht, maar tot op heden hebben wij geen antwoord gekregen. Wij hebben dit gedaan in functie van onze signaleringsopdracht. Een tolk is een derde persoon die aanwezig is bij het contact tussen hulpverlener en cliënt. Dit kan soms een belemmering zijn voor cliënten om vertrouwelijke in-
38
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
formatie te vertellen. De communicatie wordt er ook omslachtig door, hulpverlener en cliënt kunnen niet rechtstreeks bij elkaar toetsen of ze elkaar goed begrepen hebben. Bij een aantal vrijwilligers leeft een zeker wantrouwen, machteloosheid, angst en onbekendheid met de cultuur en omgangsvormen van allochtonen. Dit leidt soms tot racistisch getinte reacties. Daar moeten wij als organisatie alert voor zijn. Deze zaken worden besproken op overleg met de vrijwilligsters, of desnoods individueel aan de hand van de afsprakennota. Een aantal jaren terug hebben wij voor onze vrijwilligers een vormingsnamiddag georganiseerd rond het thema ‘Culturen als buren’, en zijn wij met hen op bezoek geweest naar een asielcentrum, juist om alle vooroordelen en weerstanden weg te werken. Het werken met een allochtoon doelpubliek, en het werken met allochtone vrijwilligers vraagt een ernstige investering in je organisatie.
Contactgegevens Johan Vandamme Stafmedewerker CAW Midden West-Vlaanderen Nijverheidsstraat 11 8800 Roeselare Tel.: 051/26.98.04 Fax: 051/26.98.01 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid Gezien ons beperkt aanbod, lijkt mij ons bijdrage eerder beperkt te kunnen zijn. Hetgeen wij doen kadert binnen de visie van de organisatie en de inclusiegedachte. En over die visie en het inclusief werken mogen wij steeds aangesproken worden. Beschikbaar materiaal Wij hebben geen echt materiaal ter beschikking tenzij de vertaalde folder van ons inloopcentrum.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
39
5. BEGELEID WONEN VAN ASIELZOEKERS, CAW STIMULANS Gesprekspartner: Rudy Schollaert, coördinator residentiële opvang en directielid CAW Stimulans Aanzet, ontstaansgeschiedenis De vroegere ambulante hulpverlening aan asielzoekers toegewezen aan Caritas was gelokaliseerd bij het Migrantencentrum in Kortrijk. Sedert het Vlaams Minderhedendecreet van 1998, mogen zij geen 1e lijnshulpverlening doen. Vanuit Caritas zocht men de laatste jaren dus naar andere oplossingen in het Kortrijkse om de rechtstreekse hulpverlening te voorzien aan deze doelgroep. Door onze samenwerking met OCIV was ons centrum de voor de hand liggende keuze. Doelstelling De organisatie van een menswaardig onthaal voor asielzoekers. Doelgroep Asielzoekers die zich in de ontvankelijkheidsfase van de asielprocedure bevinden. Inhouden en methodieken Voor het menswaardig onthaal voor asielzoekers streven we een geïndividualiseerde begeleiding na. De kleinschalige opvang in een huis in de straat zorgt ook voor minder weerstand bij de plaatselijke bevolking dan grootschalige projecten. Dit bevordert ook het contact tussen de autochtone en allochtone bevolking en draagt zo bij tot de sensibilisatie omtrent deze problematiek. Deze huizen, met meerdere studio’s verspreid over de verschillende huizen, worden gehuurd door Caritas (in totaal 10 studio’s). Wij bieden het hele jaar door extramurale begeleiding aan tegelijkertijd 10 à 12 asielzoekers die in de regio Kortrijk wonen in studio’s (= max. 12 bedden) van Caritas. In 2004 wordt dit aantal uitgebreid. Enerzijds is er begeleiding in praktische zaken (wegwijs in de gemeente, contacten met lokale besturen, activiteiten, doktersbezoeken, ..) Anderzijds is er de specifieke begeleiding aan asielzoekers: Opvolging van hun asielprocedure: toelichten van de procedure, voorbereiding van de interviews. Samenwerkingsverbanden Advocatuur OCIV Caritas Ba’bel / Sociale Tolkendienst van het PIC West-Vlaanderen. VDAB OCMW’s Onderwijs (zowel voor volwassenen als regulier) Lokaal Steunpunt Migrantencentrum Welzijnsdienst Kortrijk
40
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Middelen CAW Stimulans krijgt hiervoor: 50 euro per volwassen persoon in begeleiding per maand. 25 euro per kind in begeleiding per maand. Ervaringen Bevordert de integratie. Qua taal en cultuur betekende de samenwerking een enorme verrijking. Anderzijds kan de taal tevens een barrière vormen in de hulpverlening. Het enorme wisselende publiek zorgde wel soms voor praktische problemen en zorgt voor een verhoging van de werkdruk, vooral op administratief vlak en door de betalingsmodaliteiten. Het mededelen van de negatieve beslissing en hieraan gekoppeld de stopzetting van uitbetalingen, vergt serieus wat zin voor relativering en objectiviteit van de werknemers.
Contactgegevens
CAW Stimulans Deelwerking Mannenopvang Izegemsestraat 64 8500 Kortrijk Tel.: 056/35.78.51 Fax: 056/35.50.36 E-mail:
[email protected] Website: www.cawstimulans.be
Aanspreekbaarheid Beperkte mondelinge informatie. Beschikbaar materiaal Hiervoor verwijzen we naar: OCIV Gaucheretstraat 164 1030 Brussel Tel.: 02/274.00.20 Website: www.ociv.org Caritas Internationaal hulpbetoon Liefdadigheidsstraat 43 1210 Brussel Tel.: 02/229.36.11 Website: www.caritas-int.be
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
41
6. DRAAIBOEK VREEMDELINGEN, HULPVERLENING AAN ETNISCH-CULTURELE MINDERHEDEN IN REGIO KORTRIJK, CAW STIMULANS EN CAW PIRAMIDE Gesprekspartner: Rudy Schollaert, coördinator residentiële opvang en directielid CAW Stimulans. Aanzet, probleemstelling De vroegere hulpverlening aan etnisch-culturele minderheden was in groot-Kortrijk gelokaliseerd bij het Migrantencentrum. Sedert het Vlaams Minderhedendecreet 1998, mogen zij geen 1e lijnshulpverlening meer doen. Er moest dus gezocht worden naar andere oplossingen in het Kortrijkse om de rechtstreekse hulpverlening te voorzien aan deze doelgroep. Dit leidde tot de opmaak van het draaiboek door het netwerk vreemdelingen, onder coördinatie van de integratiedienst Stad Kortrijk. Doelstelling Afspraken maken rond samenwerking en taakafbakening rond de hulp- en dienstverlening in de regio Kortrijk voor etnisch-culturele minderheden; informatie-uitwisseling. Doelgroep Hulp- en dienstverleners die werken rond etnisch-culturele minderheden. Inhoud & Methodieken Er bestond reeds een ‘Netwerk Vreemdelingen’ in het Kortrijkse, waarbij de CAW’s nu ook zijn aangesloten. Momenteel zetelen hierin de volgende partners: Integratiedienst Stad Kortrijk, OCMW Kortrijk, VDAB Kortrijk, Regionaal Onthaalbureau Kortrijk, Lokaal Steunpunt Migranten, CAW Stimulans en CAW Piramide. Dit overlegorgaan komt een zestal keer per jaar samen, met als doel te kijken welke partners welk aspect van de hulpverlening opnemen, informatie uit te wisselen rond het thema en beleid. Uit het overleg met het ‘Netwerk Vreemdelingen’ werd het ‘Draaiboek Vreemdelingen’ opgesteld, een lijvig document waarin alles rond etnisch-culturele minderheden is terug te vinden voor de regio. Ook de afspraken qua taakafbakening vind je hierin terug, bv. voor juridische hulpverlening aan etnisch-culturele minderheden kan je terecht bij het OCMW van Kortrijk, voor psychosociale ondersteuning kan je terecht in het CAW. Samenwerkingsverbanden Netwerk Vreemdelingen is een samenwerkingsverband van OCMW, Integratiedienst van de stad, VDAB, Onthaalbureau Nieuwkomers, Lokaal Steunpunt Provinciaal Integratiecentrum en de CAW’s van de regio Kortrijk. Middelen Geen bijkomende middelen voorzien. Ervaringen Positief: Duidelijke neerslag van de samenwerkingsafspraken, goede communicatie en taakafbakening.
42
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Contactgegevens Netwerk Vreemdelingen Kortrijk p.a. Stad Kortrijk – integratiedienst O.-L.-Vrouwestraat 45 8500 Kortrijk Tel.: 056/23.94.29 Fax: 056/25.92.68 E-mail:
[email protected] Website: via www.kortrijk.be
Aanspreekbaarheid Mondelinge informatie. Beschikbaar materiaal Het draaiboek is te consulteren op www.kortrijk.be (Eens op de site neem je de link / rubriek ‘de stad’, vervolgens organisatie en dienstverlening -> stadsdiensten -> burger en welzijn -> welzijn -> integratie en dan ‘informatie’ voor het ‘draaiboek’, of ‘overleg’ voor ‘netwerk vreemdelingen’). Je kan ook rechtstreeks het draaiboek downloaden van www.drk.be/admin/module_drs/upload/pdf%20DRAAIBOEK%20(deel%201+2)-11.pdf
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
43
7. HULPVERLENING AAN ETNISCH-CULTURELE MINDERHEDEN, CAW STIMULANS Gesprekspartner: Rudy Schollaert, coördinator residentiële opvang en directielid CAW Stimulans Aanzet, ontstaansgeschiedenis Vanuit het beleidsplan 2003 – 2005 werd een strategische doelstelling geformuleerd, met name ons CAW toegankelijk maken voor allochtonen en dit geldend voor elke werkvorm binnen CAW Stimulans. Stilaan vindt de doelgroep de weg naar het CAW, voornamelijk illegalen en asielzoekers. Doelstelling De toegankelijkheid voor allochtonen verhogen. Specifieke subdoelstelling: onthaal aanpassen aan de doelgroep allochtonen. Doelgroep Onder ‘allochtonen’ worden hier bedoeld (in termen van het Vlaams minderhedendecreet): de etnisch-culturele minderheden zoals allochtonen, nieuwkomers, asielzoekers en illegalen. Inhoud & Methodieken Ambulante hulpverlening aan asielzoekers, allochtonen, mensen zonder papieren verbeteren door het volgen van vorming geënt op de hulpverlening aan allochtonen. “Werkgroep allochtonen” in het CAW is groeiende. Dit nieuwe platform heeft als doelstelling: o
informatie uit te wisselen per thema
o
alle deelwerkingen bereiken
o
juridische informatie verwerken
o
casuïstiek brengen
o
toelichten van de gevolgde vorming en de werking hierop afstemmen.
Er wordt in het CAW ook nagedacht over hoe de competenties van medewerkers in kaart te brengen op het vlak van interculturele hulpverlening om dan te kijken welke keuzes gemaakt moeten worden qua aanvulling van deze competenties door vorming en opleiding. Aanwezigheid op het overleg van het Integratieplatform Kortrijk: platform van alle zelforganisaties en welzijnsvoorzieningen uit de regio: uitwisseling van informatie, zeer algemene zaken. Dit heeft 2 keer per jaar plaats. Onthaalmodellen zullen herbekeken worden. Samenwerkingsprotocol met OCIV: binnen de deelwerking Mannenopvang worden 7 bedden voorbehouden aan asielzoekers. Samenwerkingsprotocol tussen Caritas Internationaal en de deelwerking Mannenopvang: Mannenopvang zorgt voor de extra-murale begeleiding van een 10-tal cliëntsystemen van asielzoekers, waarbij Caritas Int. zorgt voor de huisvesting. Omgaan met anderstaligen: er worden tolken gezocht via oud-cliënten vanuit de mannenopvang, het migrantencentrum geeft namen van vrijwilligers door, er is een VLOD-student van niet-Belgische origine die een 5-tal talen kent. Ba’bel of de Sociale tolkendienst wordt soms gecontacteerd, maar eerder door de ambulante diensten.
44
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Samenwerkingsverbanden OCIV, Caritas Internationaal Netwerk Vreemdelingen Kortrijk Integratieplatform Kortrijk Middelen Reguliere financiering. Ervaringen Geen goed instrument in het CAW aanwezig voor het in kaart brengen van de ‘interculturele competenties’ van de medewerkers. Vraag naar Steunpunt Algemeen Welzijnswerk om hierin te ondersteunen. Onmacht van de hulpverlening rond de situatie bij uitgeprocedeerden. Enerzijds dient dit naar de overheid gesignaleerd, anderzijds hoe hiermee omgaan als hulpverlener. Werken met niet-professionele tolken: nadeel is dat je er niet altijd kan op rekenen; voordeel is dat deze mannen de nieuwe cliënt meeneemt in het Kortrijkse en op die manier veel meer informatie rond integratie kunnen bieden dan een professionele tolk of Ba’bel (soort peergroup-werking). Let wel: het inschakelen van niet-professionele tolken wordt enkel aangewend bij de vertaling van praktische informatie, niet bij de psychosociale begeleiding en/of het asielverhaal. Er is te weinig tot geen uitwisseling over wat er rond de doelgroep in andere CAW’s gebeurt, men moet het warm water zelf terug uitvinden. Er is ook vraag naar methodiekontwikkeling en kennisuitwisseling hierover. Regelmatige intervisie wordt gewenst: men zou inhoudelijke thema’s kunnen uitwerken en blijven uitwisselen. Ook dient ruimte gegeven te worden aan nieuwe initiatieven op de werkvloer, om zaken uit te proberen. Op intervisiemomenten kan er feedback gegeven worden. Er wordt naar het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk gekeken om dit te trekken. Ook wordt er gevraagd of er ondersteuning kan geboden worden over hoe er aan toegankelijkheid kan gewerkt worden binnen het CAW. Rond juridische informatie heeft men voldoende steun aan de juridische helpdesk en de website van het VMC aangevuld met onze lokale contacten met OCIV en het Lokaal steunpunt Migrantencentrum. Ook wordt ervaren dat er nog vorming nodig is rond het werken met tolken; evenals rond psychosociale begeleiding van de doelgroep.
Contactgegevens Rudi Schollaert coördinator - directielid CAW Stimulans – Mannenopvang Izegemsestraat 64 8500 Kortrijk Tel.: 056/35.78.51 Fax: 056/35.50.36 Website: www.cawstimulans.be E-mail:
[email protected] openingsuren: ma – vrij 7u30 - 19u30 Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
45
Aanspreekbaarheid Beperkte mondelinge informatie. Beschikbaar materiaal Momenteel nog geen materiaal beschikbaar.
46
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
8. RESIDENTIËLE OPVANG VAN ASIELZOEKERS, CAW STIMULANS Gesprekspartner: Rudy Schollaert, coördinator residentiële opvang en directielid CAW Stimulans Aanzet, ontstaansgeschiedenis In 1998 deed het Steunpunt (toen nog “Thuislozenzorg”) een oproep aan de CAW’s tot samenwerking met de OCIV-conventie. Dit project werd toen tijdens een vergadering op OCIV i.s.m. Thuislozenzorg voorgesteld. CAW Stimulans ging op dit voorstel in en gaande weg werden we een vaste partner binnen OCIV. Doelstelling De organisatie van een menswaardig onthaal voor asielzoekers binnen de mannenopvang. Doelgroep Mannelijke asielzoekers, +18 jaar, die zich in de ontvankelijkheidsfase van de asielprocedure bevinden. Inhouden en methodieken We streven een geïndividualiseerde begeleiding na. De kleinschalige opvang in een huis in de straat zorgt ook voor minder weerstand bij de plaatselijke bevolking dan grootschalige projecten. Deze opvang bevordert ook het contact tussen de autochtone en allochtone bewoners en draagt zo bij tot de sensibilisatie omtrent deze problematiek. Wij reserveren het hele jaar door 7 bedden voor opvang aan asielzoekers binnen de reguliere werkvorm Mannenopvang. Bij de begeleiding van de asielzoekers wordt er resoluut gekozen voor een begeleiding gelijkaardig aan die van de autochtone bewoners. Enerzijds is er begeleiding in praktische zaken (wegwijs in de gemeente, contacten met lokale besturen, activiteiten, doktersbezoeken). Anderzijds is er de specifieke begeleiding aan asielzoekers: opvolging van hun asielprocedure: toelichten van de procedure, voorbereiding van de interviews. Samenwerkingsverbanden advocatuur OCIV Caritas Ba’bel / Sociale Tolkendienst van het PIC West-Vlaanderen VDAB OCMW’s Onderwijs (zowel voor volwassenen als regulier) Lokaal Steunpunt Migrantencentrum Welzijnsdienst Kortrijk Middelen Dagprijs conform protocol VVSG
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
47
Ervaringen Analoge ervaringen zoals in Begeleid Wonen voor Asielzoekers Specifiek voor deze werkvorm: Binnen het opvangcentrum zorgen we in de bewonersgroep voor een weerspiegeling van de maatschappij. Het samenleven zorgt ervoor dat verschillende vooroordelen doorprikt worden. Qua taal en cultuur betekende de samenwerking een enorme verrijking voor zowel bewoners als begeleiders. Anderzijds kan de taal tevens een barrière vormen in de hulpverlening.
Contactgegevens CAW Stimulans Deelwerking Mannenopvang Izegemsestraat 64 8500 Kortrijk Tel.: 056/35.78.51 Fax: 056/35.50.36 E-mail:
[email protected] Website: www.cawstimulans.be
Aanspreekbaarheid Beperkte mondelinge informatie. Beschikbaar materiaal Hiervoor verwijzen we naar: OCIV Gaucheretstraat 164 1030 Brussel Tel.: 02/274.00.20 www.ociv.org
48
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
9. WERKEN AAN TOEGANKELIJKHEID VOOR EN VIA JONGEREN EN KINDEREN, JIAC MENEN, CAW STIMULANS Gesprekspartner: Patrick Masson, verantwoordelijke werking Menen Aanzet, probleemstelling Menen is een stad die te maken heeft met grote kansarmoede, hoofdzakelijk onder de autochtonen. Er is een relatief beperkte aanwezigheid van allochtonen. De afdeling is in het begin gestart als JAC, maar in hoofdzaak gericht op kansarme jongeren (in tegenstelling tot veel andere JAC’s in Vlaanderen). Er was veel nood aan hulpverlening op verschillende fronten, het JAC kreeg ook een CLG-erkenning. Ook meer en meer volwassenen vonden de weg naar het centrum. Door de jaren heen werd de onthaalen begeleidingsfunctie uitgebouwd. Doelstelling Het JAC bereikt vooral kansarme jongeren in Menen en Wervik en via hen de ouders. Doelgroep Kansarmen, autochtoon en allochtoon. Inhoud & Methodieken Jongerenontmoetingshuis: is een mengvorm van straathoekwerk en inloopcentrum. Oorspronkelijk bleek een grote groep jongeren zich tijdens buitenschoolse momenten te vervelen en rond te hangen. Er bleek geen aanbod te zijn voor deze jongeren tussen 12 en 18 jaar. Ook bleek er een drugsproblematiek te spelen. Er wordt een aanbod gedaan voor deze niet-georganiseerde jongeren in een oud paviljoen van een gemeenschapsschool. Op woensdagnamiddag worden er ook diverse activiteiten aangeboden. De medewerkers proberen waar nodig toe te leiden naar jeugdwerk, sociaalartistiek project en hulpverlening. Voornamelijk in Menen zijn hier spontaan een groep Noord-Afrikaanse jongeren heen gekomen. Filmproject “Marseille on arrive”: dit groeide vanuit het jongerenontmoetingshuis. Een aantal allochtone jongeren integreerde niet goed in de groep. Door gezamenlijk een socio-culturele activiteit te doen, was het de bedoeling te werken aan een betere groepscultuur. De jongeren hebben met artistieke begeleiders een kortfilm gemaakt over hoe zij het leven zagen. Dit filmpje is zelfs uitgezonden op televisie (Canvas, Terzake 28.12.2002), met grote plaatselijke beroering tot gevolg. Schoolopbouwwerk: o
Speel-o-theek: Aanbod van ontlenen van speelgoed en educatief materiaal aan kansarme gezinnen. Er worden zowel Belgische, als allochtone gezinnen, als gezinnen die verblijven in het Opvangcentrum voor Asielzoekers in Menen, bereikt.
o
De Babbeldoos: Taalstimuleringsproject, gericht op kinderen uit de eerste jaren van het lager onderwijs. De ouders worden ook uitgenodigd. Eerst gericht op Vlaamse autochtone kansarme gezinnen, maar later kwamen ook allochtone kinderen. Hun ouders werden dan ook uitgenodigd. Momenteel bestaat de groep uit bijna de helft Vlaamse autochtonen en de helft allochtone kinderen.
o
Vanuit deelwerking schoolopbouwwerk wordt actief meegewerkt aan de uitbouw van het ‘gelijkekansenonderwijs’ via het Lokaal OverlegPlatform Basisonderwijs Menen.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
49
Algemeen onthaal: doordat de kinderen diverse werkingen van het JIAC Menen bezochten, kwamen de vragen van de ouders hier na verloop van tijd ook terecht, en werd er doorverwezen naar het algemeen onthaal. Kledijdienst: hier komen vooral de vrouwen uit etnisch-culturele minderheden. Van hieruit wordt af en toe ook beroep gedaan op administratieve en financiële hulpverlening. Taal- en tolkproblemen: hiervoor kan beroep gedaan worden op vrijwilligers die via het Migrantencentrum Kortrijk komen. Het Migrantencentrum zorgt ook voor bijscholing en vorming rond interculturele kennis en vaardigheden, juridische kennis. Men is aangesloten bij de telefonische tolkendienst Ba’bel, maar heeft er nog geen beroep op gedaan. Er wordt waar mogelijk gewerkt in contacttalen, of gezocht naar een tolk in familie- of vriendenkring. Zeer recent werd aangesloten bij de nieuw opgerichte provinciale tolkendienst. Ondersteuning wordt verder ad hoc gezocht door het contacteren van andere organisaties, zoals Migrantencentrum Kortrijk, Medet-foon, Opvangcentrum voor Asielzoekers in Menen (voornamelijk rond concrete casuïstiek). Samenwerkingsverbanden Migrantencentrum Kortrijk (Lokaal Steunpunt Kortrijk van het PIC - Provinciaal Integratie Centrum West-Vlaanderen) werd aangesproken om een netwerk in Menen uit te bouwen. Voorlopig is dit niet haalbaar. Middelen Voornamelijk projecten die lokaal en experimenteel gesubsidieerd zijn (gemeentefonds, preventiecontract, cultuur), naast een hoeveelheid reguliere CAW-middelen. Ervaringen Nood aan een structureel overleg rond de doelgroep in Menen. Er wordt momenteel geroeid met veel projectgelden, maar dit is van tijdelijke aard. Het is nodig om dit structureel in te bedden. Men is sterk afhankelijk van de publieke opinie bij het lokaal beleid, en dit thema ligt politiek nu zeer gevoelig. Om zaken te realiseren moet men zeer creatief werken in de marge. In gesprek met het Migrantencentrum Kortrijk werd gesteld dat JIAC Menen een goede start heeft voor toegankelijkheid voor etnisch-culturele minderheden: het aanbod behelst zowel volwassenen, jongeren en kinderen; er is mogelijkheid tot kortdurende projecten en langdurige begeleidingen; er is een aanbod van onthaal, over begeleiding en preventie en signalering; er wordt vaak vertrokken vanuit het socio-culturele om zo ook mogelijkheid te bieden naar hulpverlening. Het is noodzakelijk om niet enkel het ‘problemen’-bordje uit te hangen. Knelpunten waren er wel rond de culturele drempels, kennis rond de posities van man en vrouw, er moet nog meer werk gemaakt worden van bekendmaking en beeldvorming. Bijkomende competentieverwerving is nodig.
50
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Contactgegevens CAW Stimulans Patrick Masson Afdelingshoofd JIAC Menen Koningstraat 5-7 8930 Menen Tel.: 056/51.44.13 Fax: 056/51.04.19 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid Beperkte mondelinge informatie. Beschikbaar materiaal Videoband ‘Marseille on arrive’.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
51
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
10. BEGELEID WONEN VOOR JONGE ASIELZOEKERS EN NIEUWKOMERS, CAW ARTEVELDE Gesprekspartner: Frances Van Belle, teambegeleider Aanzet, probleemstelling Begeleid Wonen voor jongvolwassenen kreeg begin 2002 veel aanvragen voor de begeleiding van niet-begeleide minderjarige asielzoekers vanuit het Opvangcentrum voor Asielzoekers van het Rode Kruis in Deinze. Hiervoor werden extra middelen gezocht en sedert mei 2003 gevonden voor 9 plaatsen. Doelstelling Aanbieden van een integrale, ambulante begeleiding, op vraag van de jonge asielzoeker, naar het verwerven van autonomie, vertrekkende vanuit het (werken naar) zelfstandig wonen. Doelgroep Jonge asielzoekers en nieuwkomers (tussen 16 en 25 jaar). Inhoud & Methodieken De ingangspoort voor de begeleiding is het wonen van de jongere. De jongeren worden aangemeld bij Begeleid Wonen voor Jongeren; de begeleiders nemen zowel autochtone als allochtone jongeren in begeleiding – er is geen ‘categoriaal werker’, maar dossiers worden gespreid over alle hulpverleners. Doorverwijzing via Opvangcentrum voor asielzoekers, ’t Huis Aalst, Transithuis (deelwerking CAW Artevelde) en andere diensten die met deze doelgroep werken. Voorwaarden: o Mogelijkheid tot het verwerven van een inkomen en het huren van een woning. o De begeleiding heeft een tijdelijk karakter: er moet een zeker mate van zelfstandigheid aanwezig zijn en het autonoom functioneren moet op termijn haalbaar zijn. o Een psychiatrische problematiek, mentale handicap of zware verslaving mogen het zelfstandig wonen niet ernstig belemmeren. o Bereidheid tot vrijwillig engagement. Nauwe samenwerking met het Transithuis, een andere deelwerking van CAW Artevelde rond de procedure en het opvolgen van de juridische kant van het dossier van de jongere. Er is gemiddeld één contact met de jongere per week. Er wordt gewerkt met tolken van de Tolk- en vertaalservice Gent, Ba’bel; maar ook vaak om praktische redenen met derden; of eenvoudig Nederlands, Frans, Engels (in combinatie met “body language”). Er wordt vertrokken vanuit het hier en nu, de noden die de jongere op dit ogenblik aangeeft. Er wordt dus in eerste instantie minder belang gehecht aan het vluchtverhaal. Hier is ruimte voor als de jongere dit wil.
52
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Middelen Enveloppesubsidiëring voor de doelgroep 18-25, daarnaast ook extra subsidiëring voor de jonge asielzoekers (de middelen werden gehaald uit het pilootproject verruiming begeleid wonen). Ervaringen De begeleiding van deze specifieke doelgroep vergt nog het verder opbouwen van specifieke knowhow. Er wordt ervaren dat deze begeleidingen wel zwaarder zijn dan de begeleidingen van niet-asielzoekers. Vaak zijn deze jongeren nog minderjarig en daardoor zijn er veel andere problemen waar een oplossing voor moet gezorgd worden (verzekeringen, huis zoeken, bankrekening, scholen zoeken). Ook op legaal vlak stellen zich nog enkele problemen i.v.m. voogdijschap. De aard van de begeleidingen is anders. Het nieuwe van de doelgroep maakt dat er nog veel dient geïnvesteerd te worden in opleidingen en vorming. De begeleidingen vergen momenteel ook meer tijd dan de andere begeleidingen en zijn dus ook relatief duurder. Taal en communicatie zijn niet altijd eenvoudig. Het begint met het zoeken naar een tolk in de juiste taal, maar daarnaast ook achtergrondkennis van de leefwereld van de jongere in het land van herkomst, het uitleggen van westerse cultuurgebonden evidenties (hoe neem je een bus, wat is een doktersbriefje, wat is een apotheek,…). Het feit dat er niet altijd een duidelijk perspectief is voor de jongere maakt de begeleiding soms ook onzeker. De concrete gevolgen zijn nog niet duidelijk in de begeleidingen, gezien de begeleidingen met deze jongeren nog van recente aard zijn. Het vertalen van documenten is niet zo eenvoudig te organiseren (is ook duur). Maatschappelijke hindernissen: het zelfstandig wonen van jonge asielzoekers en nieuwkomers is niet maatschappelijk aanvaard (bv. woning zoeken); overheid voorziet niets; privé-huizenmarkt is zeer weigerachtig; de banken! Om een rekening te openen moet je "goede papieren" hebben. Al naar gelang de bank worden er verschillende eisen naar identiteitspapieren gesteld.
Contactgegevens CAW Artevelde Begeleid Wonen Jongvolwassenen Frances Van Belle (teambegeleider) Holstraat 23 9000 Gent Tel.: 09/225.08.61 Fax: 09/223.75.70 E-mail:
[email protected] E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid (Voorlopig) enkel mondelinge info. Beschikbaar materiaal Geen specifiek materiaal.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
53
11. DIVERSITEITSBELEID 2003 - 2005, CAW ARTEVELDE Gesprekspartner: Simonne Auman, coördinator Aanzet, ontstaansgeschiedenis De zoektocht rond interculturalisatie is een proces dat reeds voor de fusie tot CAW gestart werd, binnen de opvangcentra waar vrouwen opgevangen werden (Cfr initiatief interculturalisering van de residentiële opvang, CAW Artevelde). Dit project leidde tot een keuze om, vertrekkend vanuit de ervaringen van de basiswerkers in de betrokken deelwerkingen, het diversiteitsbeleid uit te breiden naar de hele organisatie. Doelstelling CAW Artevelde wil de toenemende diversiteit in de samenleving in de organisatie laten weerspiegelen teneinde de toegankelijkheid van het CAW te verhogen voor een 'divers' publiek en een kwaliteitsvolle hulpverlening te voorzien voor elke cliënt, vanuit respect voor diversiteit. Creëren van een draagvlak voor diversiteitsbeleid binnen CAW Artevelde. Bereiken van de doelgroep ECM. Gepaste en kwaliteitsvolle hulpverlening bieden. Uitbreiden van ideeëngoed en methodieken naar andere minderheidsgroepen. Doelgroep Alle minderheidsgroepen: etnisch culturele minderheden, holebi's, … Verloop, inhouden en methodieken Er werd vooreerst een visie geëxpliciteerd die door de externe procesbegeleider (van stedelijke integratiedienst) in alle deelwerkingen van CAW Artevelde toegelicht werd: Individuele diversiteit als uitgangspunt. Niet-essentialistische visie op groepen en culturen. Gemeenschappelijkheid. Gelijkberechtiging en anti-discriminatie. Emancipatorisch werken. Belang van interactie. Volgende methodieken werden gehanteerd om het diversiteitsbeleid dat gericht is op een verandering in het denken over en omgaan met diversiteit gestalte te geven. Supervisie In 2 deelwerkingen die zich in een verschillende fase van omgaan met etnischculturele minderheden bevinden werden de voltallige teams gedurende 8 werkdagen, gespreid over één jaar, gesuperviseerd door Ico Maly van de stedelijke integratiedienst en Sultan Balli van Medetfoon en Thema. Volgende aspecten kwamen hierin aan bod: Visieontwikkeling en beeldvorming rond de doelgroepen. Vorming. Casusbesprekingen. Opbouwen van een informatiebibliotheek. Behandelen van specifieke behoeften van teamleden.
54
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Procesgroep: Denktank op organisatieniveau waarin 22 mensen, 20 creatieve enthousiaste afgevaardigden van elke deelwerking (basiswerkers – geen teamcoördinatoren) en twee allochtone medewerkers op basis van hun deskundigheid in intercultureel bemiddelen 6 maal per jaar gedurende een halve dag diversiteitsthema's bespreken hierin begeleid door een supervisor, een externe procesbegeleider en in aanwezigheid van de diversiteitsverantwoordelijke van het CAW. Doelstelling: verbeteren van de toegankelijkheid van het CAW voor ECM en andere minderheidsgroepen, en optimaliseren van de kwaliteit van de hulpverlening door: Informatieuitwisseling o.a. over het proces van de supervisiegroep. Inventariseren van de ervaren drempels in de toegang tot de hulpverlening. Brainstormen over verbeteren toegankelijkheid: ‘denktank’: adviserend orgaan. Non-discriminatieverklaring herbekijken voor de brede groep minderheden. Signaleren van noden, formuleren van aanbevelingen voor het ondersteunen van de medewerkers in het werken rond deze doelgroepen (Wat hebben wij nodig als hulpverleners om met deze doelgroep goed te kunnen werken). Recente aanbevelingen vanuit de procesgroep: Vorming 'werken met een tolk' in alle deelwerkingen. Uitdrukkelijke profilering in en buiten CAW Artevelde met betrekking tot de keuze om te werken vanuit een diversiteitsdenken. Het ontwerpen en dragen van een soort “Keurmerk” in publicaties, locaties,… dat duidelijkheid biedt voor cliënten en doorverwijzers. Stuurgroep Overlegorgaan van externe projectmedewerkers (Ico Maly Sultan Balli, Karolien Vranckx), de teambegeleiders van de supervisieteams, de kwaliteitscoördinator en de twee coördinatoren van het CAW. De stuurgroep heeft een dubbele functie: Ondersteuning van het proces: problemen, discussies die niet opgelost (kunnen) worden op teamniveau en besluiten van de teams worden geanalyseerd en adviezen worden aangeboden. Een beleidsontwikkelende rol: hoe kan de visie op diversiteit in overeenstemming gebracht worden met de visie en het beleid van de organisatie. Gebruik van de diversiteitsscan De hierdoor verzamelde gegevens moeten toelaten om het verdere diversiteitsbeleid uit te stippelen. Personeelsbeleid Er wordt gewerkt aan het diversifiëren van het Personeelsbeleid: Alle functies worden uitdrukkelijk opengesteld voor allochtone kandidaten: o De advertenties worden ook doorgestuurd naar de integratiecentra. o NB. Er wordt binnen het CAW momenteel niet met allochtone vrijwilligers gewerkt. Er is geen specifieke actie rond. Als er vrijwilligers gezocht worden, evenals de vacatures, worden die ook naar de integratiediensten gestuurd. Ondersteuningsmogelijkheden bij de selectieprocedure: o Een allochtone medewerker is aanwezig bij de sollicitatie om te tolken, bemiddelen. o Een team kan uitdrukkelijk kiezen voor een allochtone medewerker.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
55
Aanwervingscriteria: o De allochtone sollicitant die niet de gevraagde opleiding heeft maar wel over potentiële vaardigheden beschikt en eventueel bereid is bijscholing te volgen kan in aanmerking komen voor een vacature. o De meerwaarde voor een team wordt ingeschat (inbreng van andere taalen cultuurkennis). o Telkens wordt er gekeken naar de specifieke job en de teamsamenstelling en het geheel aan competenties in het team. Het inwerken van de collega: o Dit verloopt tot nu toe niet anders dan bij de autochtone medewerkers. Hiervoor is een procedure voorzien. Wel is er een tijd een intervisiegroep geweest voor allochtone medewerkers, samen met het SID. Dit bestaat al een tijdje niet meer, gezien er nog weinig vraag was van de medewerkers zelf. o Elk team tracht wel bv. racistische opmerkingen en vooroordelen mee op te vangen (zowel van bv. leveranciers, sommige doorverwijzers en cliënten) en is hier alert voor. Procedures: Het diversiteitsdenken wordt mee opgenomen bij het uitwerken van allerhande procedures. Tijdens functioneringsgesprekken kan dit gegeven ook een plaats krijgen Er is momenteel geen procedure die aangeeft hoe men met racisme door een hulpverlener of andere werknemer moet omgaan, maar dit zou wel op een bepaalde manier tot ontslag kunnen leiden. Er werd voorzien in een vertaling (diverse talen) van cliëntgebonden documenten (wet op de privacy, huisreglement,…). Samenwerkingsverbanden Tolk en vertaalservice Gent, Stedelijke integratiedienst, Sultan Balli (Medetfoon, CAW Metropool). Middelen De Stedelijke Integratiedienst van de Stad financiert de procesbegeleiding. De werktijd van de CAW-medewerkers is voor rekening van het CAW. Ervaringen Wat zijn belangrijke aspecten om een project rond diversiteit te doen slagen? Financiële injectie. Externe input door een partner die een structurele inhoudelijke kwalitatieve inbreng kan doen, en bij wegvallen, zou er binnen de organisatie toch gedurende een 5-tal jaar een medewerker moeten zijn die dit project dan verder kan trekken. (knelpunt: prioriteiten in het geheel van de opdrachten van het CAW). Motivatie van binnen de organisatie. Mandaat krijgen van het bestuur. Middelen aanpassen aan de grootte van het project én naar de verscheidenheid van de werkvormen (algemeen welzijnswerk heeft zeer veel terreinen waarop het actief moet zijn, zoals verslavingszorg, psychiatrische problematiek, onderdak, inkomen, wetgeving…). Structurele inbedding voorzien voor het werken rond diversiteit.
56
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Participatie van de doelgroep (is tot op heden te weinig aan bod gekomen). Knelpunten en mogelijkheden ervaren bij het werken aan toegankelijkheid in CAW Artevelde: De hoeveelheid van problematieken die in een CAW binnenkomen (alle problematieken, alle linken met de 2e lijn). Er is meer tijd nodig voor een begeleiding van anderstaligen: werken in een andere taal, werken met een tolk. Er is reeds een overbevraging van het CAW door autochtone cliënten; de nieuwe instroom, die o.m. afkomstig is uit het stilleggen van de eerstelijnswerking van integratiediensten komt hier nog eens bovenop. Er worden geen quota gesteld op basis van het afkomstig zijn uit een ECM, maar op de groepering van individuele inhoudelijke problematieken binnen een groep bv maximaal 6 zwaarverslaafden bij elkaar, niet meer dan 5 verschillende talen tegelijk in één groep (met meer tolken werken is niet werkbaar) - In sommige deelwerkingen wordt er wel sneller aangegeven dat iets niet werkbaar is, dan in andere; persoonlijke competenties of competenties van het team maken de toegankelijkheid dus ook groter of kleiner. Tolken die in een vast urenschema aanwezig zijn zoals bijvoorbeeld in het Transithuis, verhogen de toegankelijkheid. Knelpunten, mogelijkheden en verwachtingen naar andere voorzieningen vanuit het CAW: Allerlei veranderingen (fusies AWW, wijziging opdrachten minderhedensector) maken dat samenwerking niet steeds even vlot verloopt: veel aandacht gaat naar interne processen en de kennis van de andere sector is vaak onvoldoende geactualiseerd. Programmatie op basis van omgevingsanalyse is noodzakelijk. Grotere toegankelijkheid veronderstelt meer middelen. Verwachtingen tav Steunpunt Algemeen Welzijnswerk: inbreng naar vorming (uitwisselingsdag, link met andere CAW's om ervaringen op dat vlak te delen), signalen naar overheid ondersteunen, mogelijkheid bieden tot ervaringsuitwisseling. Vorming rond de ondersteuning van allochtone medewerkers. Enerzijds vanuit de verwachtingen tav hun plaats in het team: het appeleren van de collega’s, het verschil inbrengen. Maar hoe lang blijf je ‘allochtoon’ in het team? Wanneer versmelt je met het team, gaat de groepsdynamiek zijn gang, en gaat het ‘effect’ verloren voor de toegankelijkheid voor de doelgroep? Anderzijds is het voor ons belangrijk om te weten of we allochtone medewerkers extra moeten ondersteunen, en zo ja, wat hierbij belangrijk is, en wat voorzien moet worden, hoe dit vorm kan krijgen, wat wordt beter niet gedaan ? Dit kan vanuit Steunpunt Algemeen Welzijnswerk voorzien worden, of eventueel vanuit de minderhedensector, of samen. We verwachten van het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk dat zij zelf ook een visie ontwikkelen op toegankelijkheid rond etnisch-culturele minderheden en een duidelijke profilering hierrond naar de CAW’s. Men wil zich op dit vlak ook ondersteund voelen door het Steunpunt.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
57
Contactgegevens Simone Auman Coördinator CAW Artevelde Prinsenhof 56 9000 Gent Tel.: 09/235.25.23 Fax: 09/235.25.29 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid Mondelinge informatie Beschikbaar materiaal Artikel: Ico Maly, ‘Dirigeren van verschillen… Hulpverlening en diversiteit op de werkvloer: een toekomstperspectief’, Tolk- en Vertaalservice Gent vzw, 2003
58
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
12. INTERCULTURALISERING VAN DE RESIDENTIËLE OPVANG, CAW ARTEVELDE Gesprekspartner: Simone Auman, coördinator Aanzet, ontstaansgeschiedenis Reeds vóór de schaalvergroting in het algemeen welzijnswerk gestart werd begon de zoektocht naar omgaan met diverse culturen in de opvangcentra voor vrouwen. Concrete aanleiding hiervoor was de vaststelling dat de integratiecentra, begin jaren ’90, een apart opvangcentrum voor migrantenvrouwen wilden oprichten. De integratiecentra waren van mening dat de hulpverlening in de opvangcentra onvoldoende afgestemd was op de noden van migrantenvrouwen. Na veel overleg werd de optie om een nieuw opvangcentrum op te richten verlaten en omgebogen naar een onderzoeksproject. Dit zou peilen naar de kwaliteit van de hulpverlening aan migrantenvrouwen in de opvangcentra. Op basis van de bevindingen zouden aanbevelingen voor een optimalisering van de hulpverlening geformuleerd worden. Doelstelling In eerste instantie wou men zicht krijgen op de toegankelijkheid van de hulpverlening aan allochtone vrouwen in brede zin: komen deze vrouwen terecht in deze hulpverlening, is dit de hulpverlening waar deze vrouwen nood aan hebben, voldoet deze aan hun hulpvragen? Doelgroep Doelgroep van het project waren in de opvangcentra verblijvende vrouwen van alle vreemde culturen, geëvolueerd uit de in het begin meest aanwezige groep, de Turksen Arabischsprekenden. Verloop, Inhoud en methodieken Het onderzoek werd gedaan door het IPRA Research, UIA o.l.v. Jan Blommaert (eindrapport 1997). De vier betrokken centra (Vluchthuis Gent, Vrouwenopvangcentrum Klemenswerk, Crisisopvang De Schelp – nu binnen CAW Artevelde – en Vrouwenopvangcentrum Emmaüs Assenede – nu binnen CAW Visserij) en de integratiecentra werkten hiervoor intensief samen. Twee allochtone onderzoekers deden een participerend onderzoek in de centra en werden intensief ondersteund door IPPRA. In een eindrapport werden de bevindingen mbt het onderwerp beschreven. Daarnaast werden aanbevelingen geformuleerd voor de verbetering van de toegankelijkheid van de opvangcentra en de optimalisering van de hulpverlening . Het mag duidelijk zijn dat de invloed van de twee allochtone onderzoeksters van groot belang is geweest in de werkingen. Door hun participatie brachten ze een kennis van culturen en omgangsvormen in die zowel voor de medewerkers als voor de nietallochtone cliënten belangrijk was. Samenwerkingsverbanden De integratiecentra en integratiedienst van Gent. CAW Visserij. Middelen Projectfinanciering vanuit VFIK, SIF en stedenfonds, naast de reguliere enveloppefinanciering. Ervaringen Het was opvallend dat de kennis die opgedaan werd in functie van hulpverlening aan allochtone vrouwen ook van toepassing was voor het werken met autochtone vrouwen! Dit werd vooral ervaren binnen individuele begeleidingen.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
59
Zowel medebewo(o)n(st)ers als hulpverleners leerden beter omgaan met culturele verschillen. Enerzijds kreeg men meer zicht op het ‘andere’ in de praktijk (vreemd eten, wat betekent de Ramadan concreet,.), anderzijds kreeg men zicht op de herkenbaarheid van de problemen (bv. mishandeling binnen de Vlaamse cultuur en mishandeling binnen de Arabische cultuur gaat allebei over mishandeling, de vrouw die eronder lijdt). Het onderzoek leerde dat hulpverlening toegankelijker maken voor allochtonen betekent dat ook de hulpverlening voor niet-allochtone cliënten aan kwaliteit wint. De ervaringen in het crisisopvangcentrum ontkrachtten grotendeels de mythe als zouden migrantenvrouwen per definitie niet terecht kunnen in een gemengde opvang. Wel bleek het belang van het creëren van een aantal randvoorwaarden: voldoende privacy, beveiliging, niet zomaar binnen en buiten kunnen lopen in het centrum, tijd krijgen om te bidden, mogelijkheid tot ander eten, tot andere tijdstippen van maaltijden. Ook het feit dat de partner en/of de familie steeds betrokken worden bij de hulpverlening (daarom niet rechtstreeks bij gesprekken met de opgenomen cliënt) werd als een belangrijk positief element ervaren binnen de (migranten)gemeenschap. Uit het rapport kwamen een aantal aanbevelingen : o
Het toevoegen van intercultureel bemiddelaars was duidelijk een meerwaarde om te werken naar een toegankelijke hulpverlening. Hierbij werden twee modellen naar voor gebracht. Het minimale: Intercultureel bemiddelaars binnen de opvangcentra om de toegankelijkheid van de hulpvervlening te verbeteren. Het maximale: binnen elke deelwerking van het CAW is minstens één allochtone hulpverlener. Concreet werd er gestart met ondersteuning van VFIK-middelen via de stedelijke integratiedienst met 2 intercultureel bemiddelaars voor de 4 centra.
o
De familie van de vrouw moet betrokken worden in de hulpverlening.
o
Er moet gewerkt worden met tolken bij anderstaligen.
o
Personeel dient opgeleid te worden om te werken met tolken.
o
Men moet kennis hebben van de cultuur en er moet oog zijn voor het vieren van de feesten en andere typische aangelegenheden uit de andere culturen.
o
Er moet een budget voorzien worden voor verschillende voeding.
o
Het domino effect: Tijdens het verloop van het project, begonnen ook vanuit de mannenopvangcentra vragen te komen aan de intercultureel bemiddelaars. Zij vroegen ondersteuning bij de hulpverlening aan hun allochtone cliënten.
Naar aanleiding van het onderzoeksproject bestaat er een blijvend structureel overleg waarin de 2 CAW’s, de Stedelijke Integratiedienst en de private Lokale Integratiecentra (ING) participeerden. Het project werd verder formeel opgevolgd in een zeswekelijks overleg van de vrouwenopvangcentra, de intercultureel bemiddelaars en de stedelijke integratiedienst. Als vervolg op dit onderzoek bleef de inzet van twee voltijdse intercultureel bemiddelaars. Na verloop van tijd werden met niet gereglementeerde projectsubsidies 2 halftijdse allochtone hulpverleners in CAW Artevelde (in het Bijstandsteam) en 1 voltijdse hulpverleenster (team budgetbegeleiding) in CAW Visserij aangeworven. De intercultureel bemiddelaars werken ondertussen als hulpverlener in het vast kader van het CAW. Anticiperend op de onvermijdelijke afloop van het project
60
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
werden de interculturele bemiddellaars gestimuleerd om te solliciteren op openstaande betrekkingen. Na afloop van dit project, werd in het CAW nagegaan hoe de interculturalisering kon verbreden. SID Gent heeft met mankracht en financiële middelen dit streven verder ondersteund. Zie het initiatief ‘Diversiteitsbeleid 2003-2005’ van CAW Artevelde. Knelpunten specifiek in het residentiële werken t.a.v. etnisch-culturele minderheden Werken met verschillende tolken tegelijk in een methodiek zoals het bewonersoverleg is niet eenvoudig. Communicatie tussen de bewoners verloopt moeilijker. Verschillen tussen bewoners worden duidelijker binnen het samenwonen en samenleven. Dit geeft wrijvingen maar ook veel leerervaringen voor de bewoners. Het is wel een ideale leerschool voor integratie voor iedereen. De hulpverlener in de residentiële sector moet van alle markten thuis zijn: zowel voor individuele begeleidingen, als in groepsbegeleidingen. Dit vergt veel vaardigheden. Daarnaast moet er een grote bereidheid zijn om zichzelf in vraag te stellen. De groep met ook ECM is een nog heterogenere groep. De allochtone medewerker mag niet terechtkomen in categoriaal werken. Alle collega’s moeten met de doelgroep werken. Als dit niet gebeurt, dan wordt de allochtone collega overbelast, werkt hij/zij geïsoleerd, en stroomt de know-how onvoldoende door. Hier moet echt een bewakingsfunctie zijn, op alle niveaus, gezien het vaak wel gemakkelijker, sneller lijkt om een Turkse cliënt te laten begeleiden door een Turkse hulpverlener, dan door een niet-Turkssprekende collega met een tolk. Ook op niveau van de deelwerkingen moet men waken voor dit fenomeen.
Contactgegevens Simone Auman Coördinator CAW Artevelde Prinsenhof 56 9000 Gent Tel.: 09/235.25.23 Fax: 09/235.25.29 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid Beperkte mondeling informatie. Beschikbaar materiaal Eindrapport V.F.I.K. project 307 Begeleiding van migrantenvrouwen en - meisjes in centra voor residentieel welzijnswerk, Chris Bulcaen, Jan Blommaert, jan 1997.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
61
13. MOBIELE EN AMBULANTE HULPVERLENING BINNEN EEN INTERCULTUREEL TEAM, BIJSTANDSTEAM, CAW ARTEVELDE Gesprekspartner: Lieven Vernaeve, teambegeleider, CAW Artevelde Aanzet, ontstaansgeschiedenis Het Bijstandsteam heeft zich de afgelopen jaren geprofileerd als een mobiel en ambulant alternatief in de zorgvoorzieningen rond de problematiek van thuisloosheid. Het team ontstond halfweg de jaren ’90 vanuit het regionale overleg van de onthaalcentra, de crisisopvang en het OCMW van Gent. Het Bijstandsteam diende zich vooral te richten op de meest kwetsbare en moeilijk bereik-/begeleidbare personen. Vanuit een onderzoek (IPRA, UFSIA, 1996) naar de behoefte aan categoriale hulpverlening voor allochtone vrouwen, werden aan het bestaande Bijstandsteam twee allochtone hulpverleensters toegevoegd. Resultaten wezen immers niet alleen op de noodzaak aan interculturele bemiddeling binnen de bestaande residentiële voorzieningen, maar tevens op een tekort aan specifieke ambulante hulpverlening voor allochtone vrouwen. Samen met het project interculturele bemiddelaars binnen de residentiële settings en de crisishulpverlening, gaf het bijstandsteam de eerste vorm aan het proces van interculturalisatie in het Gentse Algemeen Welzijnswerk. Een uitbreiding van doorverwijzers, netwerking met centra gericht op allochtonen en intensieve samenwerking met tolken- en integratiediensten, was hiervan een gevolg. Ondertussen is door de fusieoperatie binnen het algemeen welzijnswerk het Bijstandsteam volledig ingebed in CAW Artevelde. Momenteel staat het team, met de opgebouwde ervaring van de afgelopen jaren, vrij ver in de visie, methodiek en hulpverlening aan allochtone hulpvragers. Doelstelling Het hulpverleningsaanbod richt zich op alle hulpvragers (autochtoon, allochtoon) die door omstandigheden terecht zijn gekomen in een psychosociale noodsituatie met betrekking tot wonen. Hulpvragen worden in kaart gebracht, kortdurende en intensieve begeleidingen aangeboden, bemiddeling en/of doorverwijzing op maat bewerkstelligd. Volgende algemene doelstellingen staan voorop: het via ambulante en mobiele hulpverlening integreren van zijn cliënteel in een eigen woon- en leefmilieu; er voor zorgen dat door een aanbod binnen het hulpverleningskader, maatschappelijk kwetsbaren in een volgens hen positievere leefcontext functioneren; het blijvend zoeken naar aangepaste methodieken om onvoorwaardelijk hulpverlening aan zogenaamde lastige cliënten aan te bieden, in individuele begeleidingsprocessen; het signaleren naar de bredere maatschappelijke omgeving van de kwetsbaarheid van de beoogde doelgroep; het delen van de opgebouwde kennis en deskundigheid, in het bijzonder de interculturele expertise, met diverse diensten betrokken op deze doelgroep. Meer concreet zijn de operationele doelstellingen de volgende: via een actieve individuele begeleiding de basisvoorzieningen voor de maatschappelijk meest kwetsbaren toegankelijker maken; een waardevol ambulant alternatief aanbieden (o.a. via de noodstudio) aan cliënten die in eerste instantie een residentiële opname in een onthaalcentrum vragen; ondersteuning en begeleiding bieden aan cliënten na een verblijf in een onthaalcentrum;
62
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
het ambulant begeleiden van daklozen; ingrijpen op de complexe problematiek van thuisloosheid en een juiste begeleide doorverwijzing realiseren. Doelgroep Het bijstandsteam richt zich naar alle kansarme volwassen personen die: duidelijk een hulpvraag hebben, gekaderd in een multicomplexe problematiek van thuisloosheid; moeilijk bereikbaar zijn en te kennen geven nergens meer geholpen te worden; er niet meer in slagen zich zelfstandig in hun woon-, werk- of leefmilieu te handhaven; de specifieke methodiek van het Bijstandsteam nodig hebben; een huisvestingsprobleem hebben, zonder woonst zijn hetzij momenteel, vroeger of dreigend in de nabije toekomst. Het team is gericht op problematieken in een multiculturele context, naast autochtoon cliënteel. Inhouden en methodieken De ambulante en mobiele, vindplaatsgerichte en actieve hulpverleningsmethodiek van het Bijstandsteam kenmerkt zich als volgt: zeer laagdrempelig: geen intake, dagelijkse permanentie, geen afspraken nodig, directe beluistering hulpvraag; mobiel: zeer flexibel qua methodiek bij de cliënt thuis, mee naar andere diensten, op de dienst zelf, vindplaatsgericht; intensief: meerdere contacten per week mogelijk, afhankelijk van de noden van de cliënt en mogelijkheden hulpverlener, in complexe schrijnende situaties; kortdurend: een begeleidingsperiode van maximum 3 maanden, inspelend op een acute situatie; eventueel doorverwijzing na stabilisatie en wat op langere termijn dient opgenomen te worden; vraaggestuurd vanuit de cliënt: vertrekkend vanuit zijn/haar duidelijke hulpvraag; belang van context: uitbouwen van een netwerk op materieel, financieel, sociaal vlak, vertrekkend vanuit de huisvestingssituatie als ingang; gedeelde verantwoordelijkheid: cliënten sterk activeren zelf beslissingen te nemen, verantwoordelijkheid te dragen, acties te ondernemen; samenbrengen van beider (hulpverlener/hulpvrager) kennis en kunde om gewenst resultaat te bereiken; positieve benadering: steeds op zoek gaan naar aanwezige positieve krachten en zaken die goed lopen voor de cliënt. Samenwerkingsverbanden Zeer ruime samenwerking met allerlei diensten uit alle diverse levensdomeinen van de cliënten en hun gezin of systeem. Alle diensten die hulpbronnen kunnen zijn voor de cliënt. Belangrijke rol en taak bij het bemiddelen tussen diensten en cliënten of als coördinator in overleg of bij ronde tafelgesprekken met hulpverleners en cliënt. Middelen 1 voltijdse medewerker reguliere middelen; 2 deeltijdse medewerkers via Stedenfonds (voorheen SIF);
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
63
Ondersteuning door teambegeleider binnen CAW Artevelde (reguliere financiering van het CAW). Ervaringen Het uitgangspunt bij interculturele hulpverlening is te starten vanuit gelijkenissen en overeenkomsten; geen focus op verschillen in culturen, wel op gemeenschappelijkheid en focus op de persoon. Aandacht hebben voor het gevaar van categoriale hulpverlening binnen het team; het gevaar dreigt op logische doorverwijzing van bijvoorbeeld Turkse cliënten naar Turkse medewerker. Grote alertheid hiervoor is nodig gezien de verwachtingen van de cliënt (‘ik kan spreken in mijn eigen taal’), de doorverwijzers (‘ik verwijs door omdat het iemand van jouw cultuur is’) en opmerkingen van collega’s (‘waarom zou ik met een tolk werken?’). Daarom is opleiding en vorming voorzien in het werken met tolken voor medewerkers noodzakelijk. Het is belangrijk om gewoon te starten en nadruk te leggen op het doen! Het proces gaat sneller wanneer een team versterkt wordt met allochtone medewerkers; aandacht voor een blijvende discussie en bespreking van het thema onder de collega’s blijft niettemin verder nodig. Een valkuil is ‘cultuur’ als een feit beschouwen: “het is nu eenmaal zo, gezien de cultuur”. Hierin lopen allochtone hulpverleners soms vast en gebruiken het ook soms als verdedigingsmiddel. Cultuur is echter een dynamisch gegeven dat evolueert. Gezien de onbekendheid voor allochtone hulpvragers met de hulpverlening is het duiden van grenzen in een professionele hulpverleningsrelatie zeer belangrijk! Het risico is reëel dat men (doorverwijzers, collega’s) er vanuit gaat dat de allochtone hulpverlener de specialist is die alles weet over die bepaalde cultuur. Tevens wordt cultuur te vaak gebruikt als excuus of reden voor een of ander gedrag/situatie, terwijl het een individuele problematiek betreft van iemand. Het is wel positief dat er door de aanwezigheid van een allochtone collega bijzondere aandacht uitgaat naar bepaalde feestdagen, aangepaste infrastructuur,… De nadruk op het begrip diversiteit in cliënteel, brengt ons in de zoektocht naar aangepaste hulpverlening reeds jarenlang veel verder dan een focus op allochtoon of autochtoon!
Contactgegevens Bijstandsteam CAW Artevelde Pekelharing 6 9000 Gent Tel.: 09/223.95.64 Fax: 09/225.31.66 E-mail:
[email protected]
64
Medewerkers: Yves De Jonckheere Fatima Chioua Lekhli Lütfiye Carnier Marleen Poelvoorde Teambegeleider: Lieven Vernaeve
[email protected]
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Aanspreekbaarheid Bereid tot informatie, voorstelling team, lezing. Beschikbaar materiaal Jaarverslag voor OCMW/stedenfonds.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
65
14. TRANSITHUIS, CAW ARTEVELDE Gesprekspartner: Simone Auman Aanzet, ontstaansgeschiedenis Jaren geleden nam Oikonde vzw, een onthaaltehuis voor thuislozen, met het Transithuis een initiatief voor een hulpverleningsdienst met een specifiek aanbod voor asielzoekers. Oorspronkelijk konden asielzoekers er ook residentieel verblijven. Inmiddels werd het Transithuis een deelwerking van CAW Artevelde waar categoriale ambulante eerstelijns hulpverlening aan vreemdelingen met om het even welk statuut geboden wordt. Doelstelling Verzekeren van een laagdrempelige, toegankelijke hulpverlening teneinde de individuele rechten van de doelgroep te helpen verzekeren. Doelgroep Vluchtelingen en asielzoekers, ongeacht het verblijfsstatuut, mensen zonder papieren. Inhouden en methodieken Juridische hulpverlening, administratieve ondersteuning, psychosociale hulpverlening, informatie en advies. Informeren, sensibiliseren, bemiddelen zowel naar de doelgroep als naar de burgers en maatschappelijke voorzieningen. Samenwerkingsverbanden Met andere deelwerkingen binnen het CAW, openbare diensten en allerlei instanties teneinde de doelgroep op de meest efficiënte wijze te helpen. Middelen Middelen stedenfonds. Wijze lessen Knelpunten: Meestal uitzichtloze situaties: er zijn weinig toekomstperspectieven voor de cliënten. Hierdoor ontstaan frustraties bij cliënten en hulpverleners. Taal en cultuur verschillen, communicatie dient meestal via tolken te verlopen. Beperkt in middelen en tijd. De onduidelijke houding vanuit de overheden inzake vreemdelingenrecht, zoals interne dienstnota’s. Sterktes: Laagdrempelig. Veelzijdige eerstelijns hulpverlening. Door de adviserende en doorverwijzende rol hoeven de hulpverleners geen cliënten te weigeren, dit in tegenstelling tot organisaties die financiële of materiële hulp aanbieden. Ontvoogdende houding t.a.v cliënten. Vertrekken vanuit een positief mensbeeld en vanuit de leefwereld van de cliënt. Basis is een realistische houding (zowel qua verwachtingen als mogelijkheden, zowel bij cliënten als hulpverleners) om op die manier een kwaliteitsvolle hulpverlening te garanderen.
66
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Contactgegevens Transithuis CAW Artevelde Meibloemstraat 96 9000 Gent Tel.: 09/227.58.24 Fax: 09/236.55.19 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid Mondelinge informatie, vorming mbt specifieke onderwerpen. Beschikbaar materiaal Jaarverslagen.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
67
15. ONTHAAL VLUCHTELINGEN, SOCIAAL CENTRUM, CAW WAASLAND Gesprekspartner: Nadine Van Rysselberghe, teamverantwoordelijke Aanzet, probleemstelling Vluchtelingen, asielzoekers en migranten hebben steeds de weg naar het Sociaal Centrum gevonden. In het team Algemene Ambulante Hulpverlening (nu Onthaalteam) schommelde het aandeel van allochtone hulpvragers de laatste jaren tussen de 40 en 50%. In Teledienst, de materiële hulpverlening, lag het percentage van de hulpvragers van vreemde origine nog hoger. In tegenstelling tot de beginperiode van het Centrum ligt nu vooral de klemtoon op asielzoekers en in mindere mate op migranten. Doelstelling Missie: CAW Waasland is een laagdrempelige, pluralistische, autonome en geëngageerde organisatie, die het welzijn van jongeren en volwassenen wil bevorderen en hen ondersteunen om tot hun recht te komen in hun dagelijkse leefomgeving en in de ruimere samenleving. Dit wordt gerealiseerd door: o
een algemeen onthaal en
o
psychosociale hulpverlening aanbieden,
o
signaleren en wijzen op gewenste veranderingen,
o
vooruitziend handelen op probleemsituaties.
Visie: elke mens is uniek en heeft recht op respect, bestaanswaardigheid, bestaanszekerheid, zelfbeschikkingsrecht en toekomstperspectief. Hij moet benaderd worden vanuit zijn ontwikkelingskansen en de eigen competenties om problemen op te lossen om zo op een volwaardige wijze te participeren aan de samenleving. Hij moet tot zijn recht kunnen komen binnen zijn sociale omgeving met respect voor zijn ideologische overtuiging. Binnen de hulpverlening zetten we de waarden ‘openheid’, ‘discretie’, ‘veiligheid’, ‘vrijwilligheid’ en ‘betrouwbaarheid’ centraal. Doelgroep CAW Waasland richt zich bij voorkeur naar inwoners van het bestuurlijk arrondissement Sint-Niklaas en wil een bijzondere aandacht geven aan maatschappelijk kwetsbare personen en bevolkingsgroepen, waaronder ook etnisch-culturele minderheden. Inhoud & Methodieken In onze vestigingsplaats werken we momenteel met twee teams, nl. een onthaalploeg en een begeleidingsteam. De onthaalploeg neemt verschillende functies op: naast aanmelding en ontvangst van cliënten staat dit team ook in voor vraagverduidelijking, formuleren van hulpverleningsvoorstellen, crisishulpverlening, toewijzing, geven van informatie en oriënterend advies, bemiddelend optreden, belangenbehartiging, interne en externe doorverwijzing, praktische dienstverlening en nazorg. Hulpvragers die een langdurige(re) psychosociale begeleiding nodig hebben worden, na intake door de onthaalploeg, verwezen naar het begeleidingsteam. De allochtone cliënten komen vaak met specifieke vragen naar onze dienst. Van de hulpverlener wordt hier dan ook bijzondere kennis en vaardigheden verwacht, namelijk:
68
o
grondige kennis inzake verblijfsvergunningen, regularisatie- en repatrieringsmogelijkheden, naturalisatie beroepsmogelijkheden om verder op het Belgisch grondgebied te verblijven,…
o
kennis van en respect voor verschillende culturen en het hanteren van diverse talen (Nederlands, Frans, Engels en Duits).
o
Inzicht in ontwortelingsproblematiek.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Cliënten kunnen zich persoonlijk aanmelden, maar ook per telefoon, mail, fax of brief. De meeste cliënten komen op afspraak. Ons permanentiesysteem laat echter ook toe dat hulpvragers, al dan niet in crisis, zonder afspraak kunnen langskomen en dit tijdens de daguren. De afspraken gaan meestal door op het Centrum zelf, maar ook huisbezoeken zijn mogelijk. Hulpverleners vergezellen (allochtone) cliënten ter ondersteuning soms ook naar andere diensten. Hoewel elke hulpverlener van de onthaalploeg in contact komt met allochtone clienten (vooral tijdens de permanenties), dient gezegd dat zij niet allen over die bijzondere kennis en vaardigheden, zoals hierboven vermeld, beschikken. De hulpverlening aan allochtonen is een specifieke opdracht voor twee collega’s (samen 1,25 VTE). De anderen beschikken o.a. via worden besproken en waar ruimte de noodzakelijke basisinformatie. met relevante contactpersonen en kan ingewonnen worden.
teamvergaderingen waar individuele dossiers gemaakt wordt voor informatieoverdracht over Iedereen beschikt bijvoorbeeld over een lijst diensten waar rond specifieke items informatie
Hierin is ook de basishouding van alle medewerkers belangrijk: respect voor de mensen, tijd en ruimte maken voor de cliënten en bereidheid om de dingen die we niet weten uit te zoeken. De instroom van de etnisch-culturele minderheden is niet zozeer te wijten aan bekendmakings- of sensibiliseringsactiviteiten, maar vooral aan mond aan mond reclame: er zijn verschillende figuren die binnen hun gemeenschap toeleiden naar het Centrum. Zoals reeds gesteld wordt ervaren dat de toegankelijkheid bevordert wordt als de hulpverlener in het CAW bereid is om Frans, Engels en Duits als contacttaal te hanteren. Toch dienen wij regelmatig beroep te doen op tolken. De tolken worden voornamelijk gevraagd via de Provinciale Tolkendienst. Bij lokale tolken stelt zich soms het probleem dat zij moeite hebben met hun opdracht gezien zij uit dezelfde gemeenschap komen en elkaar vaak privé kennen. Tussenkomst van een tolk ligt eenvoudiger voor het regelen van praktische zaken dan bij psychosociale begeleiding. Midden 2003 is de materiële hulpverlening (vestiaire en meubeldepot) stopgezet. De redenen voor deze sluiting waren divers: materiële hulpverlening behoort enerzijds niet tot de kerntaken van het CAW en anderzijds kostte de organisatie ervan ons handenvol geld. Bovendien was door de oprichting van diverse kringloopcentra in de regio onze rol op dit vlak meer en meer uitgespeeld. Samenwerkingsverbanden Er is een goede samenwerking met verschillende organisaties zoals het Lokaal Steunpunt Integratiecentrum, PICO, Overleg Asielcoördinatoren (o.a. OCMW, Stad SintNiklaas en CAW), VLOS (Vluchtelingen Onthaal Sint-Niklaas), “asielveldwerker” van Sint-Niklaas, de Regenboog. Middelen Reguliere financiering van het CAW. Bijkomende financiering vanuit Caritas Internationaal voor begeleiding van asielzoekers en vanuit IOM per dossier van vrijwillig gerepatrieerden. Ervaringen De hulpverlening aan deze doelgroep is met de jaren veel zwaarder geworden: de materie werd ingewikkelder en de situatie voor de cliënten uitzichtlozer. Het frustreert de hulpverleners en ze zoeken naar een kanaal hoe ze het beleid hierover
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
69
kunnen signaleren. Er zou werk moeten gemaakt worden van meer coherentie, meer duidelijkheid en minder hiaten in de wetgeving. Ook wordt gevraagd om intervisie voor hulpverleners die rond deze doelgroep werken, gezien in het centrum elke hulpverlener zich steeds meer dient te specialiseren in een specifieke materie en het team wel een beetje steun heeft, maar dat ook elke hulpverlener nood heeft aan uitwisseling met een collega die dezelfde specialisatie heeft. Bijvoorbeeld zoals dit bij de intervisie voor HV die samenzitten rond schuldbemiddeling. Er zijn ook vragen naar hoe in andere CAW’s rond deze materie gewerkt wordt (bv. juridische hulpverlening aan ECM). Ook het thema hoe omgaan met mensen zonder papieren wordt hier aangebracht. De vraag wordt gesteld of het Steunpunt hier niets kan in opnemen: intervisie enerzijds, signalering (en bundelen van de signalen van de CAW’s) naar het beleid anderzijds. Een ander knelpunt is de moeizame doorstroming van de mensen uit de doelgroep naar de tweede lijn hulpverlening, in casu geestelijke gezondheidszorg. Binnen het sociaal centrum verliep de doorstroming vanuit onthaal – juridische en administratieve hulpverlening naar psychosociale begeleiding vaak via Katia, omdat zij in beide teams zat. Maar de problemen die te zwaar zijn horen thuis in 2 e lijn, waar de doorverwijzing strandt door de anderstaligheid, de structuren van 2 e lijn (organisatie van afspraken etc), door de attitude van de hulpverleners. Deze problematiek speelt ook voor autochtone kansarmen. Enkel een dienst in Sint-Niklaas, en geen middelen voor filialen in de rest van de regio, maakt de toegankelijkheid moeilijk voor mensen buiten Sint-Niklaas. Er is geen jurist waar we beroep op kunnen doen in het CAW. Mogelijks zoeken of er één jurist door verschillende CAW’s kan aangetrokken worden voor 2elijnsondersteuning op vlak van vreemdelingenrecht, zodat de hulpverleners bij deze persoon casuïstiek individueel kunnen bekijken. Het spreidingsplan zorgt voor problemen. Vluchtelingen die in onze regio gevestigd zijn, zijn vaak toegewezen aan een OCMW soms zeer ver buiten de regio. Hulpverlening bestaat er dan vaak ook in om constant te onderhandelen zodat clienten tenminste krijgen waar ze recht op hebben. Dit is zeer arbeidsintensief.
Contactgegevens Sociaal Centrum CAW Waasland Prins Albertstraat 35 9100 Sint-Niklaas Tel.: 03/776.82.71 Fax: 03/766.20.18 E-mail:
[email protected]
70
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
We zijn bereikbaar op werkdagen tussen 8u30 en 12u30 en van 13u30 tot 17u30. Op dinsdag en donderdag zijn we open tot 20u. Tijdens de avondspreekuren enkel consultaties op afspraak. De medewerkers met een specifieke opdracht naar allochtonen zijn: Sofie Cappaert. Zij staat in voor de opvang van alle nieuwe allochtone cliënten en begeleiding van allochtonen met hulpvragen die vooral van practische/administratieve aard zijn. Sofie volgt ook de vergaderingen van IOM, Caritas, Migrantenraad, overleggroep Asielzoekers,… op. Katia Van Osselaer. Zij staat in voor psychosociale begeleiding van allochtonen. Aanspreekbaarheid Zoals reeds gesteld bereid tot volgen van intervisie en deelname aan signaleringsactiviteiten. Inzet voor andere CAW’s kan indien opdracht binnen het eigen CAW niet in het gedrang komt. Beschikbaar materiaal Jaarverslagen en diverse boeken, publicaties en brochures m.b.t. het thema.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
71
16. DIVERSITEIT BINNEN DE FORENSISCHE UNIT, CAW ’T DAK-TELEDIENST Gesprekspartners: Stefan Kaesteker, coördinator Forensische Unit CAW ‘t DakTeledienst en Hans Knop, medewerker Provinciaal Integratiecentrum Oost-Vlaanderen Aanzet, ontstaansgeschiedenis De openheid van het CAW voor etnisch-culturele minderheden, vertaalde zich in 2003 onder meer in het positief actieplan. De opdracht van het provinciaal integratiecentrum Oost-Vlaanderen (PICO) voor projecten binnen het Algemeen Welzijnswerk vond zijn vertaling naar een proefproject binnen de forensische unit, gelet de populatie daar (in potentie) aanwezig is. Momenteel wordt deze doelgroep onvoldoende bereikt. Dit initiatief werd nog versterkt door de tewerkstelling van een islamgeleerde als stafmedewerker om de voorstellen rond diversiteit te implementeren. Doelstelling De verhoging van de toegankelijkheid en bereikbaarheid van de forensische diensten (slachtofferhulp en justitieel welzijnswerk) zowel naar het cliënteel toe als naar de vrijwilligerswerking en het beleid toe. bereikbaarheid verhogen van slachtofferhulp voor allochtone slachtoffers; aanbod verbeteren en op gang brengen voor de uitgebreide allochtone groep binnen de gevangenis; allochtonen binnen de vrijwilligerswerking. Doelgroep Cliënten en personeelsleden van de Forensische Unit. Inhouden en methodieken SWOT-analyse door PICO. Actieplan door PICO. Implementatie door Forensische Unit (Justitieel welzijnswerk en SH). Procesbegeleiding door M. Boulaatour stafmedewerker met ondermeer bevraging van doelpopulatie, netwerkvorming. Samenwerkingsverbanden PICO Stafmedewerker CAW Middelen Extra middelen zijn noodzakelijk maar begroting in functie van actieplan. momenteel geen projectfinanciering; mogelijkheden worden onderzocht. Ervaringen SWOT-analyse was reeds belangrijk proces op zich. Actieplan wordt momenteel geschreven. Aanwerving stafmedewerker is meevaller. Het vraagt uitgesproken engagement van de dienst en heel veel transparantie en eerlijke communciatie.
72
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Contactgegevens CAW ‘t Dak-Teledienst OLV-Kerkplein 30 9200 Dendermonde Tel.: 052/25.99.52 Fax: 052/25.99.57 Website: www.dak-teledienst.be Mohamed Boulaatour CAW-stafmedewerker E-mail:
[email protected] Rita De Vis Directie E-mail:
[email protected] Stefaan Kaesteker Forensische Unit Tel.: 052/25.99.55 Fax: 052/22.54.81 E-mail:
[email protected] Provinciaal Integratiecentrum Oost-Vlaanderen vzw Hans Knop Mercatorstraat 75 9100 Sint-Niklaas Tel.: 03/778.00.81 Fax: 03/776.54.30 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid Bereid tot informatie. Beschikbaar materiaal In voorbereiding.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
73
17. INLOOPCENTRUM “KRUISPUNT”, CAW ’T DAK-TELEDIENST Gesprekspartners: Rita De Vis, directie en Johan Luwaert, coördinator (tot 1/4/04) Kruispunt Aanzet, ontstaansgeschiedenis Het “Kruispunt” is gegroeid vanuit de nood aan zinvolle dagbesteding voor de thuisloze cliënten van onze opvangcentra van hetzelfde CAW. Geleidelijk aan werd het inloopcentrum georiënteerd naar mensen die vragen stellen naar materiële hulpverlening tegen een sociaal tarief. De materiële hulpverlening werd gezien als eerste stap in een ruimere psychosociale hulpverlening. De OCMWs uit het arrondissement Dendermonde verwezen mensen uit etnisch-culturele minderheden naar het Kruispunt door. Het project ging op 7 mei 1999 officieel van start. Doelstelling Laagdrempelige preventieve vorm van hulpverlening en ontmoetingsplaats voor kansarmen uit regio Dendermonde: Verbreken van isolement Aanbieden van zinvolle dagbezigheid Aanbieden materiele hulpverlening Aanbieden van info en advies Doelgroep Kansarmen regio Dendermonde. 45% van de cliënten van onze voedselbedeling (onderdeel materiele hulpverlening) maakt deel uit etnisch-culturele minderheden. In de praktijk gaat het om allochtonen, vluchtelingen en mensen zonder papieren. Verder staan alle andere activiteiten ook open voor etnisch-culturele minderheden. Inhouden en methodieken Het aanbod vanuit het inloopcentrum is voedselbedeling, verkoop van luiers, waspoeder enz. tegen sociaal tarief, warme maaltijd tegen sociaal tarief. Er worden ontspanningsactiviteiten georganiseerd en men kan ook terecht voor vrije inloop. Het onthaal gebeurt via hulpverleners van de eerstelijnsdienst van het CAW, de Kastanje. Het laagdrempelig onthaal en aanbod van materiele hulpverlening wordt gebruikt als mogelijke ingangspoort voor verdere mogelijke hulpverlening: mogelijkheid tot informatie, advies en begeleiding door hulpverleners van onze eerstelijnsdienst de Kastanje, het aanbieden van een zinvolle dagbezigheid, mogelijkheden bieden voor het doorbreken van het isolement van de cliënt. Samenwerkingsverbanden Eerstelijnsdienst van het CAW (De Kastanje) en de onthaaltehuizen van het CAW. Middelen Geen externe projectfinanciering noch reguliere financiering. Het project wordt gefinancierd met eigen middelen. Ervaringen Zwaktes: géén reguliere financiering. Aanbod materiele hulpverlening loopt goed, maar toegang en zicht krijgen op achterliggende problemen is héél wat moeilijker vanwege taalproblemen en cultuurverschillen.
74
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Voor andere vragen dan materiele hulpverlening worden de cliënten doorverwezen naar onze eerstelijnsdienst de Kastanje.
Contactgegevens Martine Goossens Coördinator CAW ’t Dak-Teledienst Weggevoerdenstraat 35 9200 Dendermonde Tel.: 052/34.30.46 Tel.: 052/41.16.11 E-mail:
[email protected] Website: www.dak-teledienst.be/kruispunt/index.html
Aanspreekbaarheid Steeds bereid tot verstrekken van info. Beschikbaar materiaal Zie brochure CAW / repertorium inloopcentra.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
75
PROVINCIE ANTWERPEN
18. BEGELEIDING EN OPVANG SLACHTOFFERS INTERNATIONALE MENSENHANDEL, PAYOKE VZW EN ASMODEE, CAW DE TERP Gesprekspartner: Solange Cluydts, coördinator Payoke vzw Aanzet, probleemstelling Payoke werd in 1988 opgericht voor laagdrempelige hulpverlening aan prostituees van het Schipperskwartier in Antwerpen. Door dit werk kwam Payoke in aanraking met slachtoffers van gedwongen prostitutie en internationale mensenhandel. De specificiteit van de problematiek van de mensenhandel en van de populatie die het slachtoffer van dergelijke bloeiende misdaadtak is, leidde tot de creatie van gespecialiseerde opvangstructuren voor de begeleiding van slachtoffers mensenhandel. Deze opdracht werd in België toevertrouwd aan drie vzw’s: Pag-Asa (Brussel) en Surya (Luik) werden voor dit doeleinde opgericht in 1995; Payoke, dat reeds in 1991 actief was op dit domein, zag zich in deze rol bevestigd. De opdracht van Payoke als gespecialiseerd opvang- en begeleidingscentrum voor slachtoffers van de internationale mensenhandel kadert binnen de Wet van 13 april 1995 (houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie) en de ministeriële omzendbrieven van 7 juli 1994 (betreffende de aflevering van verblijfs- en arbeidsvergunningen aan vreemdelingen, slachtoffers van mensenhandel) en de omzendbrief van 13 januari 1997 (omtrent de bijstand van slachtoffers van mensenhandel die door het afleggen van een verklaring of het indienen van een klacht wensen mee te werken met de bevoegde instanties in de strijd tegen de mensenhandel) en de omzendbrief van 17 april 2003 (wijziging van de richtlijnen van 13 januari 1997). Asmodee is het onthaaltehuis waar de residentiële opvang plaats heeft. Asmodee is een deelwerking van CAW De Terp. Doelstelling Onthaal, opvang en gespecialiseerde begeleiding van slachtoffers mensenhandel. Psychosociale en administratieve begeleiding. Bewerkstelligen van hun emancipatie met het oog op een mogelijke (re)integratie in de samenleving. Juridische ondersteuning van slachtoffers mensenhandel. Permanent evalueren van de situatie van slachtoffers mensenhandel en aanbevelingen formuleren in verband met deze problematiek aan de betrokken overheden. Doelgroep Slachtoffers van internationale mensenhandel, die medewerking verlenen aan onderzoek door justitie tegen mensenhandelaars volgens de wet van 1995, art 77bis: “Slachtoffers mensenhandel zijn mannen, vrouwen en kinderen die door gebruik van listige kunstgrepen, geweld, bedreigingen of enige andere vorm van dwang naar België worden gehaald om hen werk te doen verrichten waarvan derden de winst opstrijken.” Het gaat meestal over meerderjarigen, soms ook over minderjarigen. Minderjarigen worden begeleid in samenwerking met de Bijzondere Jeugdzorg.
76
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Inhoud en methodieken Cliënten worden aangemeld via politie, mond-aan-mondreclame, OCMWs, opvangcentra en diensten mensen zonder papieren uit heel België. Na de intake door het juridisch-administratief team, waarbij bekeken wordt of de cliënt in aanmerking komt voor het statuut slachtoffer van mensenhandel, kan de begeleiding mits het fiat van Justitie en het akkoord voor een begeleidingscontract van start gaan voor de duur van de procedure. Voor mensen die toch niet in aanmerking komen wordt doorverwijzing gezocht. Ook voor bij seponeringen. De begeleiding kan integratie inhouden, of ondersteuning bij stappen naar repatriëring. De juridisch-administratieve opvolging loopt altijd via Payoke; de psychosociale opvang kan ook via lokale diensten gerealiseerd worden mits ondersteuning vanuit Payoke. Hiervoor wordt samengewerkt met OCMW's, onthaalbureaus, CAWafdelingen (slachtofferhulp, gezins- en relationeel welzijnswerk, thuislozenzorg), opvanghuizen van Kind en Gezin, integratiediensten of centra, telkens afhankelijk van de plaatselijke situatie. Deze diensten kunnen ook ondersteuning vragen aan de netwerk-medewerkster van Payoke. Concreet voorziet Payoke en Asmodee in: Juridische ondersteuning (advies en begeleiding binnen de gerechtelijke procedure, contacten met politiediensten, justitie en advocatuur, in rechten treden in naam van de slachtoffers en/of in naam van Payoke). Administratieve ondersteuning (aanvragen van verblijfsdocumenten, aanvragen van arbeidskaarten, schikkingen met het OCMW, mutualiteitaansluiting enz.). Psychosociale begeleiding (verwerken van de opgelopen trauma’s, een optimale vormgeving zoeken van het leven, uitwerken van een haalbaar toekomstproject. Ambulante begeleiding – het gaat hierbij om slachtoffers die niet in Asmodee verblijven (ondersteunen in de dagelijkse leefomstandigheden, oplossen van allerlei praktische problemen in de organisatie van het dagelijks leven). Residentiële opvang - vanuit Asmodee (bieden van veiligheid, ondersteuning bij het verwerken van traumatische ervaringen, aanbieden van individueel begeleidingspakket met aandacht voor sociale vaardigheiden, vertrouwd maken met nomen en waarden die in onze maatschappij gangbaar zijn): o Residentiële opvang in leefgroepverband voor vrouwen, bestaande uit bedbad-brood en activiteiten dagelijks leven in de groep: wassen, koken, schoonmaken, … o Duur van het verblijf: 3 maanden, soms verlengd. 10 begeleidingsplaatsen en 2 plaatsen voor crisisopvang. o Veiligheidsmaatregelen voor de residentes, gezien hun statuut. o Instroom gebeurt via Payoke. o Vrouwen leven samen in de leefgroep, hebben elk hun beurt om te koken, poetsen. Begeleiding ondersteunt hen met het eigen maken van deze vaardigheden. o Intense samenwerking met Payoke voor de maatschappelijke integratie van de vrouwen. o Vrijwilligers ondersteunen bij activiteiten in het dagelijks leven, zoals mee gaan winkelen, mee gaan naar het zwembad, mee gaan naar de dokter en andere concrete praktische dagdagelijkse zaken.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
77
o Groepswerking met de bewoonsters onder leiding van een medewerkster Consulentenbureau, i.f.v. drempelverlaging psychosociale hulpverlening en traumaverwerking (cfr. andere beschrijving). Informatie en vorming (publieke opinie sensibiliseren rond de problematiek, correcte informatie verschaffen over de opvang- en begeleidingmogelijkheden van slachtoffers mensenhandel, inspelen op vragen die gesteld worden rond de problematiek, aanbevelingen formuleren in verband met deze problematiek aan de betrokken overheden). Er is ook enig nazorg voorzien om de mensen nog even op weg te helpen na het aflopen van hun procedure slachtoffer mensenhandel. De hulpverlening in Payoke vindt vooral plaats op de kantoren, waar 2 dagen permanentie is. Er is ook mogelijkheid voor afspraak. De hulpverleners gaan ook op huisbezoek en waar nodig mee naar diensten. Residentiële hulpverlening van Asmodee heeft plaats op een confidentieel adres. Het meegaan naar diensten wordt soms ook opgenomen door de vrijwilligers van het centrum. Vrijwilligers worden bij aanvang eerst goed gescreend voor ze starten. Er is een driemaandelijkse vrijwilligersvergadering waarop een thema kan besproken worden of ook de situatie van een cliënt. In geval van acute crisis, kan beroep gedaan worden op de GSM-permanentie, die samen met Asmodee wordt gerealiseerd. Rond de talen wordt vaak in een contactvorm gewerkt. Zo spreekt men in het team Nederlands, Frans, Engels, Spaans, Italiaans en basis Russisch. Daarnaast doet men beroep op betaalde tolken of de sociale tolkendienst (Antwerpen) voor vertalingen, tolken ter plekke of tolken per telefoon. Voor telefonisch tolken doet men ook beroep op Ba’bel. Men ervaart dat telefonisch tolken een beter contact van de hulpverlener met de cliënt mogelijk maakt, wat minder het geval is bij een aanwezige tolk. Samenwerkingsverbanden Netwerk mensenhandel Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, met 2 FTE medewerkers ½ T in Payoke; ½ T in Pag-Asa (opvang slachtoffers mensenhandel in Brussel) en 1 FT structureel medewerker in Steunpunt Algemeen Welzijnswerk. Ba’bel – Vlaamse telefonische tolkendienst. Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding die de coördinatie van de drie gespecialiseerde centra opneemt. Dienst vreemdelingenzaken, politie- en inspectiediensten, parketten in België met OCMW's, onthaalbureaus, andere CAW's en CAW-afdelingen (slachtofferhulp, GRW, thuislozenzorg, opvanghuizen van Kind en Gezin, integratiediensten of centra, telkens afhankelijk van de plaatselijke situatie. Middelen Payoke: reguliere financiering, projectsubsidies, giften, veiligheidscontract, structurele financiering Nationale Loterij. Asmodee: reguliere financiering CAW. Ervaringen Payoke is de enige erkende dienst in Vlaanderen voor opvang en begeleiding van slachtoffers mensenhandel. De instroom wordt bepaald in het kader van de omzendbrief van 1995 en is dus pas mogelijk als cliënten klacht willen indienen en meewerken met het gerecht in het kader van een onderzoek mensenhandel.
78
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Doorverwijzing naar psychologische en psychiatrische hulpverlening verloopt moeizaam. Hiervoor werd tevens een project opgezet samen met het Consulentenbureau. Leefgroepwerking met vrouwen met eenzelfde achtergrond als slachtoffer mensenhandel heeft als voordeel dat men steun heeft aan lotgenotes, men leert van elkaar. Geïntegreerde gespreksgroep in functie van vooroordelen en angst voor psychologische begeleiding verminderen, verlaagt de drempel tot deze vormen van hulpverlening door samenwerking met andere deelwerking van het CAW. Indien cliënten een bijkomende drugsproblematiek hebben, kan men nergens hulpverlening vinden: de anderstaligheid blijkt dan een groot probleem voor de methodieken uit de drugshulpverlening (groepsgerichte processen gaan niet); men wenst niet/kan niet werken met tolken. Problemen reeds ervaren met cliënten uit Albanië, Roemenië, Bulgarije, Hongarije. Dit knelpunt geldt niet alleen voor slachtoffers mensenhandel, maar tevens voor andere anderstalige hulpvragers. Onbekendheid, vooroordelen rond hulpverlening worden besproken met de cliënt, en toeleiding georganiseerd waar mensen de vaardigheden niet hebben om de stap zelf te zetten. Aanbod uit de verschillende sectoren dient voor de cliënten verduidelijkt te worden: grote versnippering van voorzieningen, wie doet wat. Hulpverleners, vrijwilliger en netwerkmedewerkster van Payoke ondersteunen cliënt en andere hulpverlener/dienstverlener om tot gepast hulpverleningsaanbod te komen. Hulpverleners van andere diensten worden gesensibiliseerd en ondersteund om het luik psychosociale hulpverlening voor slachtoffers mensenhandel op te nemen. Ze kunnen terecht met vragen over de gerelateerde juridische vragen, rechten van hun cliënt tav hulp- en dienstverlening, tewerkstelling. Op nationaal vlak is er een breed net van wetgeving dat als voorbeeld dienst voor andere Europese lidstaten. Daarnaast blijft het een taak van de sociale sector (i.c. de gespecialiseerde centra) om politiediensten, inspectie en parketten wakker blijvend te sensibiliseren op dit terrein.
Contactgegevens Solange Cluydts Coördinator Payoke Leguit 4 2000 Antwerpen Tel.: 03/201.16.90 Fax: 03/233.23.24 E-mail:
[email protected] Website: www.payoke.be
Aanspreekbaarheid Informatie, intervisie, supervisie, lezing. Beschikbaar materiaal Folder. Bibliotheek beschikbaar, op afspraak te bezoeken (niet uitlenen).
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
79
19. BEREIK EN BEGELEIDING VAN KWETSBARE JONGEREN, TRAJECT 2, JACPLUS, CAW METROPOOL
Gesprekspartner: Gerlinde Daems, coördinator Aanzet, probleemstelling Vanuit het Jeugdpreventiebeleid werd gesteld dat kwetsbare jongeren nog onvoldoende de weg vinden naar de hulpverlening voor het escaleert. Daarom werd er vanuit het Grootstedenbeleid een project opgestart onder de Stad Antwerpen gedurende de periode 2000-2003. Het is de bedoeling dat de werking in het laatste jaar inbedding zoekt bij het Algemeen Welzijnswerk, waarop de stap werd gezet naar JAC Plus (Jongerenadviescentrum onder CAW Metropool, Antwerpen). Doelstelling Toegankelijk maken van de hulpverlening voor maatschappelijk kwetsbare jongeren. Doelgroep Onder kwetsbare jongeren worden zowel autochtone jongeren als jongeren uit etnischculturele minderheden bedoeld. In praktijk blijkt dat bijna de helft van de bereikte jongeren van een andere dan Belgische origine is; het gaat zowel om jongeren die een permanent verblijfsstatuut hebben, als om jongeren met een precair verblijfsstatuut. Het gaat om minderjarige jongeren 12 – 18 jaar, met nadruk op de leeftijd van 12 à 15 jaar omdat op dat ogenblik nog preventief kan gewerkt worden. Inhoud & Methodieken Aanbod: opvoedingsondersteuning, georiënteerd vanuit de jongere. In totaal voor maximum een jaar: o Kennismaking (liefst samen met de ouders) om te kijken of de verwachtingen van beider zijde matchen. o Opstart, tenzij de jongere een te zware problematiek heeft (psychiatrisch, drugsgerelateerd). o De begeleiding bestaat uit 3 maand intensief werken met de jongere en zijn/haar omgeving. Intensief is minimaal twee keer per week een contact met de jongere. Er wordt vertrokken van wat de jongere wil aanpakken. Rond deze thema’s wordt de omgeving gemobiliseerd (vrienden, leerkrachten, verenigingen). Het gaat om het uitbouwen van netwerken om de knelpunten aan te pakken. o De eerste vier weken van de begeleiding is verkenning met als einddoel het praktisch uitwerken van een concreet actieplan, aan de hand van de hulpvraag van de jongere (dit kan verschillen van de vraag van de omgeving of de ouders). o De begeleiding wordt afgerond met een afsluitingsgesprek waarin aan de hand van concrete feiten wordt geëvalueerd. Met de jongere worden de resultaten bekeken, en wordt gekeken hoe het ‘geleerde’ kan doorgetrokken kan worden naar de toekomst. o Na de begeleiding volgt een periode van 9 maanden ‘nazorg’. o Jongere en ouders zijn vaak bang dat de reguliere hulpverlening intervenieert en alles overneemt, zodat de mensen zelf de controle verliezen over hun leven. Net waar ze voor vrezen wordt vaak werkelijkheid door het lange wachten voor er acties ondernomen worden. Wanneer er inderdaad intensievere problemen zijn, ziet Traject 2 zich als een brugfunctie, waarbij er gewerkt wordt aan probleeminzicht. Er wordt niet interventionistisch gewerkt vanuit Traject 2, met als bedoeling de jongere en zijn gezin terug op
80
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
weg te helpen zodat ze op eigen kracht verder kunnen of hen eventueel voor te bereiden op reguliere hulpverlening. Zelfbeschikking blijft op de voorgrond staan. Bij het afsluiten van een begeleiding, is er oog voor de tevredenheid van de cliënt: het is belangrijk om op een positief contact te kunnen terugkijken wanneer het de eerste stap in de hulpverlening is. Om de allochtone jongeren beter te bereiken werden allochtone medewerkers aangeworven en werd er contact opgenomen met allochtone zelforganisaties in Antwerpen. Helaas merken we dat dit de instroom van allochtone jongeren niet verhoogt. Om te weten wat de reden hiervoor is, zou verder onderzoek moeten gedaan worden. Grootste instroom komt via scholen en CLB’s, dan via de Jeugdbrigade, Comité Bijzondere Jeugdzorg, Protestants Sociaal Centrum, PINA (Stedelijk Onthaalbureau voor Nieuwkomers) en vanuit de onthaalwerking van JAC Plus. Samenwerkingsverbanden Er wordt samengewerkt met alle mogelijke organisaties waar het belangrijk is voor de jongere, gezien het hebben van een netwerk als belangrijke doelstelling wordt gezien. Middelen Projectmiddelen van het Stedenfonds, in de toekomst nog onzeker welke subsidiëring volgt. Ervaringen Projectsubsidiëring werkt moeilijk voor zaken die eigenlijk structureel zouden moeten ingebed zijn. Na 2004 stopt de subsidiëring. Het is momenteel ook niet duidelijk of het CAW de nodige fondsen zal vinden om het project te laten voortbestaan. Met deze doelgroep is het nog steeds moeilijk om preventief te werken. Er wordt door etnisch-culturele minderheden zoveel mogelijk opgevangen binnen de eigen sociale structuur tot het niet meer lukt. Op dat ogenblik zijn problemen vaak al te zwaar geëscaleerd en zit het in de juridische sfeer. Ook samenwerking met straathoekwerk voor doorverwijzing levert weinig op. Op een intense manier kunnen werken gedurende beperkte tijd, om daarna van meer op een afstand de jongere te ondersteunen wordt positief ervaren. Project is welzijnsgericht en vrijwillig: Werken binnen de vrijwillige sfeer, waarbij sterk vanuit de jongere gewerkt wordt om te enten op zijn beleving.
Contactgegevens Gerlinde Daems coördinator Traject 2 CAW Metropool Appelstraat 23 2140 Borgerhout Tel.: 03/235.89.20 Fax: 03/236.51.42 E-mail:
[email protected]
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
81
Aanspreekbaarheid Als Traject 2 in 2005 verder gecontinueerd wordt, zal er ruimte zijn om uit te wisselen over het project en de methodiek. Beschikbaar materiaal T2 beschikt over een folder in verschillende talen en een inhoudelijk concept.
82
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
20. CREATIEVE GROEPSWERKING, SOCIAAL CENTRUM DE MUTSAARD, CAW DE MARE Gesprekspartner: Lieve Geukens, hulpverleenster Aanzet, probleemstelling Vanuit het algemeen onthaal van De Mutsaard werd ervaren dat doorverwijzing inzake psychosociale problemen van de vluchtelingen, mensen zonder papieren niet goed verliep. Eén van de knelpunten hierbij waren de methodieken die gehanteerd werden in het gezins- en relationeel werken, nl. het werken vanuit het gesprek, in het Nederlands, onvoldoende kennis vanuit diverse culturen. Doelstelling Aanbod bieden voor psychosociale begeleiding van vluchtelingen op non-verbale manier. Drempel voor psychosociale hulpverlening verlagen en verhogen van de toegankelijkheid ervan, door organisatie ervan op eerste lijn. Doelgroep Vluchtelingen, nieuwkomers en asielzoekers met psychosociale begeleidingsnood. Inhoud & Methodieken Sedert een tweetal jaren gegroeid vanuit het algemeen onthaal van Sociaal Centrum De Mutsaard, dus goede bekendheid met de dagelijkse realiteit van de cliënt en kennis van verschillende culturen. De creatieve therapie biedt de mogelijkheid om binnen een therapeutisch kader op non-verbale wijze psychische hulp te verlenen. Het is een alternatief of aanvulling op de bij ons meer klassieke verbale therapie. Vluchtelingen en asielzoekers, die afkomstig zijn uit een niet westerse cultuur of uit sociale klassen waar een sterk verbaal gerichte hulpverlening niet gewoon is en waar het consulteren van een psycholoog of therapeut als stigmatiserend ervaren wordt, voelen zich vaak beter bij creatieve therapie. Het taalprobleem wordt hier vaak gedeeltelijk overbrugd en cliënten voelen zich veilig bij het communiceren. Experimenteel project: 3 groepswerkingen, waarbij de contacttaal Frans of Engels is, 2 voor volwassenen en één voor vluchtelingenjongeren. Wekelijkse of tweewekelijkse namiddagen in een vaste groep. Participatie en ondersteuning vanuit het Netwerk Psychosociale Zorg voor Vluchtelingen Antwerpen: deelname aan intervisiegroep (casus- en methodiekbespreking) en vormingen. Samenwerkingsverbanden Netwerk Psychosociale zorg voor Vluchtelingen Antwerpen. Haven (team van het Antwerps Minderhedencentrum de Acht). Middelen Reguliere financiering van het CAW. Ervaringen Goede kennis van de achtergronden van de cliënten door jarenlange ervaring. Zoektocht om via non-verbale elementen toch te kunnen werken rond het psychisch lijden van vluchtelingen.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
83
Risico’s bij hulpverlening aan vluchtelingen: overnemen van de sturing door de hulpverlener. Beroep kunnen doen op intervisie is noodzakelijk. Ruimte gekregen binnen de eigen voorziening voor experiment; nood aan reguliere middelen bij positieve evaluatie. Hulpverlening rond allochtonen en hulpverlening rond vluchtelingen kennen elkaar bijna niet; nood aan kennismaking, profilering, samenwerking. Nood aan een forum waar men uitwisseling kan ondersteunen, methodiekontwikkeling kan stimuleren, een kanaal creëren om de overheid te sensibiliseren. Naast het experimentele kader, is er ook nood aan een theoretische ondersteuning voor methodiekontwikkeling. Geen gevoel van betrokkenheid van het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk t.a.v. de inspanningen van de sector. Nood aan uitwisseling met andere CAW’s rond deze thematiek.
Contactgegevens Lieve Geukens Maatschappelijk assistent - Creatief therapeute Sociaal Centrum De Mutsaard CAW De Mare Maurits Sabbelaan 57 2020 Antwerpen-Kiel Tel.: 03/247.88.20 Fax: 03/247.88.92 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid Beperkte mondelinge informatie. Intervisie binnen Netwerk Psychosociale hulpverlening /crossculturele methodieken Antwerpen voor groepswerk. Beschikbaar materiaal Geukens, Lieve, ‘Ontsluierende lotgenoten’, eindwerk opleiding creatieve therapie, Balans, mei 2004.
84
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
21. ERF-PROJECT, SAMENWERKING CONSULENTENBUREAU EN PSC, CAW DE TERP Gesprekspartners: Saren Swinnen (Consulentenbureau) en Tetty Rooze (Protestants sociaal centrum) Aanzet, probleemstelling Vanuit het werken met vluchtelingen en asielzoekers als eerstelijnsdienst werd het Protestants Sociaal Centrum (PSC) geconfronteerd met de moeizame toegankelijkheid van de psychosociale hulpverlening op eerste en tweede lijn. Doelstelling Vluchtelingen kunnen gebruik maken van de psychosociale hulpverlening in de regio. Er zijn een aantal plaatsen voorbehouden aan cliënten van het PSC binnen het consulentenbureau voor psychosociale hulpverlening. Er wordt regelmatig overleg gepleegd tussen de twee diensten voor doorverwijzing van cliënten van het PSC naar diensten voor psychosociale hulpverlening op eerste en tweede lijn. De drempel voor doorverwijzing van het PSC naar het Consulentenbureau wordt verlaagd. Doelgroep Vluchtelingen. Inhoud en methodieken Duur van het project: mei 2003 – november 2003, aan 5u/week, in concreto werkt Saren Swinnen reeds op het Consulentenbureau, waar ze 5u meer zal werken, voor het project. Er wordt gekeken of de doorverwijzing van een cliënt naar het Consulentenbureau (CB) kan verlopen samen met de hulpverlener van het PSC, zodat de vertrouwensband kan doorgegeven worden. De hulpverlening gaat soms door in het CB, waar men een rustige fysieke en psychologische ruimte kan creëren; soms gaat het door in het PSC, als de drempel voor de cliënt te hoog is om zich naar het CB te verplaatsen. Saren overlegt telefonisch met het PSC, waarbij ze advies geeft in casuïstiek wanneer men vermoed dat een cliënt psychosociale hulp nodig heeft. Ze zoekt naar doorverwijzingmogelijkheden naar 1e en 2e lijnsdiensten psychosociale hulpverlening voor de concrete cliënt in de Antwerpse regio. Er wordt gezocht naar een ‘vertaalslag’ naar psychosociale begeleiding op 1 e en 2e lijn. Dit houdt niet alleen het werken met een tolk in, maar evenzeer werken rond de financiële barrière en het werken rond cultuurverschillen in hulpverlening. Samenwerkingsverbanden PSC en Consulentenbureau binnen CAW De Terp. Middelen Projectfondsen van het European Refugee Fund. Samenwerking loopt van mei tot november 2003, voor 5 u/week. Ervaringen Door de nauwe samenwerking tussen beide deelwerkingen kan er korter op de bal gespeeld worden.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
85
Het is in deze korte periode duidelijk dat er op een verschillende manier gewerkt wordt in het PSC en in het Consulentenbureau; de verschillen kunnen benoemd en besproken worden. Er is meer realiteitsinbedding van de psychosociale begeleiding in het CB door de samenwerking met het PSC. Doordat het project zo’n kort verloop heeft, is het onduidelijk hoe de informatie vanuit het CB zal ingebed worden in het PSC i.f.v. toekomstige doorverwijzingen. De vraag wordt gesteld of mensen uit een andere culturele context hetzelfde psychosociale hulpverleningsaanbod willen krijgen; of deze westerse kijk op hulpverlening een even adequaat hulpaanbod genereert voor vluchtelingen en asielzoekers. Concrete afspraken moeten gemaakt over wie wat doet, wie waarvoor verantwoordelijk is en wat verwacht kan worden, evenals rond het leren kennen van elkaars hulpverlening. Valkuil voor de eerstelijnswerking is dat ze te weinig tijd hebben en daarom sneller zelf contact opnemen met andere diensten, en de cliënt te weinig begeleiden om eigen verantwoordelijkheid op te nemen (dit begeleiden naar verantwoordelijkheid vergt immers ook tijd). Valkuil van de tweedelijnsdiensten en de vroegere CLG’s is dat ze de verantwoordelijkheid teveel laten liggen bij de cliënt en te weinig andere diensten rond de cliënt contacteren.
Contactgegevens Saren Swinnen Consulentenbureau CAW De Terp Jozef De Bomstraat 27 2018 Antwerpen Tel.: 03/237.76.60 Fax: 03/237.62.07 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid Beperkte mondelinge informatie. Beschikbaar materiaal Momenteel geen schriftelijk materiaal voorhanden.
86
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
22. GESPREKSGROEPEN MET SLACHTOFFERS VAN MENSENHANDEL, CONSULENTENBUREAU EN ASMODEE, CAW DE TERP Gesprekspartners: Leen Lemmens, coördinator consulentenbureau / Saren Swinnen, psychologe, begeleidster groepsproces Aanzet, probleemstelling Vanuit CAW De Terp werd gesteld dat, in functie van het fusieproces sedert 1999, deelwerkingen dienden met elkaar samen te werken. Willekeurig werden ‘duo’s deelwerkingen’ samengenomen, zo ook Payoke - Asmodee (opvang slachtoffers mensenhandel) en het Consulententeam (een traditionele dienst voor psychosociale begeleiding vanuit verschillende psychotherapeutische richtingen o.a. experiëntieel, psychodynamisch, contextueel gericht). Vanuit deze opdracht ging men op zoek naar een gemeenschappelijke actie. De teamcoördinatoren gingen tijdens de zomer van 2001 samen zitten om te kijken wat de beide teams voor elkaar konden betekenen. Een eerste project was de nood van Payoke aan supervisie op het vlak van psychosociale begeleiding van de prostitutiewerking. Dit team werd afgebouwd en dus werd de supervisie stopgezet. Een tweede project was de samenwerking met Asmodee, de residentiële opvang voor slachtoffers van mensenhandel. In Asmodee had men geconstateerd dat veel vrouwen toch nood hadden aan psychosociale, psychologische of psychiatrische hulpverlening, doch dat de vrouwen hiervoor niet over de drempel van dergelijke diensten raakten. Ook konden vrouwen in dergelijk multicultureel gezelschap slechts beperkt ervaringen uitwisselen over voor hen belangrijke onderwerpen, gezien de lotgenotes vaak verschillende talen spreken. Er werd gekozen om rond deze thematiek op zoek te gaan. Doelstelling Mogelijkheid bieden om ervaringen uit te wisselen over voor de doelgroep belangrijke onderwerpen, om zodoende het isolement en de eenzaamheid te doorbreken en solidariteit en eigen kracht te vinden. Bewust maken van vragen voor individuele psychosociale begeleiding en zodoende drempelverlagend werken voor individuele begeleiding. Doelgroep Slachtoffers van mensenhandel die verblijven in de residentiële opvang Asmodee. Inhoud en methodieken Werkvorm is een themagroep, rond thema’s die de groepsleden en begeleiders aanbrengen vanuit de dagelijkse werkelijkheid en de eigen beleving. De begeleiders van het Consulentenbureau kiezen hieruit een thema in functie van de haalbaarheid en de veiligheid binnen de gegeven context. Alle vrouwen die verblijven in Asmodee worden verwacht in de groepssessies, tenzij grondige redenen. Hiervoor zorgen de medewerkers van Asmodee. Wel zijn de vrouwen soms afwezig vanwege Nederlandse taallessen, afspraken voor hun dossier. De groep start met het creëren van een veilige ruimte op fysiek en psychologisch vlak. Er wordt moeite gedaan om elkaar te verstaan: de begeleiders tolken Frans en Engels, er wordt beroep gedaan op tolken en Ba’bel. Momenteel heeft men ervaring tot 4 talen tegelijk tolken. Het is wel complex, maar op deze manier wordt ook relationeel een signaal gegeven dat de vrouwen de moeite waard zijn om moeite voor te doen. Dit geldt zowel van de begeleidsters naar de vrouwen, als tussen de vrouwen onderling.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
87
De sessies zijn begrensd in tijd en ruimte: de groep heeft plaats in de lokalen van Asmodee, gezien de vrouwen er zich veilig voelen. Ze gaan tweewekelijks door, gedurende twee uur, met een korte pauze. Er gaan telkens 10 sessies door, daarna volgt een evaluatie, inhoudelijk en financieel. De begeleiding gebeurt telkens met twee personen, wat een duidelijke therapeutische meerwaarde betekent: o Het geven van feedback aan elkaar draagt bij tot de kwaliteit. o Er wordt veel meer informatie gezien en gehoord, wat bijdraagt tot een betere kijk en aanpak van het groepsgebeuren. o Men kan de rollen op deze manier ook opsplitsen: soms tolkt de ene begeleidster, terwijl de andere de therapeutische rol opneemt; de ene begeleidster kan eerder steunend zijn, de andere begrenzend. o Men kan direct overleggen wanneer dit acuut nodig is. De begeleidsters zijn beiden experiëntieel geschoold, doch hebben beide affiniteit met meer gestructureerde therapie. Er wordt zowel verbaal als met non verbale methodieken (collages, tekeningen) gewerkt, afhankelijk van het thema. Samenwerkingsverbanden Samenwerking tussen twee deelwerkingen van CAW De Terp, Asmodee en Consulentenbureau; informatie werd bij diverse voorzieningen en hulpverleners vergaard, voor men begon met deze methodiek (de methodiek werd gaandeweg ontwikkeld). Middelen Reguliere middelen vanuit de beide deelwerkingen, weliswaar op projectbasis verlengd. Ervaringen Uit de feedback van de deelneemsters blijkt dat de themagroep ook een effect heeft op het dagelijks leven in Asmodee, gezien de vrouwen elkaar beter leren kennen op deze manier. De medewerkers van Asmodee merken dat de residentes minder hoogoplopende conflicten hebben en dat er meer communicatie tussen de vrouwen is. Men is toleranter naar elkaar, er is meer een onderhandelingssfeer. De vrouwen ervaren steun en erkenning van de begeleiding en van elkaar, ook vanuit het (h)erkennen van de persoonlijke geschiedenis van de vrouwen. De vrouwen hebben een correcter beeld van de psychologische hulpverlening in België. De taal vormt een grotere moeilijkheid dan aanvankelijk ingeschat. De inspanning die Asmodee doet om tolken te vinden voor de sessies zijn uiterst noodzakelijk om de groep verder te zetten. De begeleidsters moeten een goed team vormen, gezien de vrouwen soms weinig grenzen hebben en de relatie tussen de therapeuten vaak op de proef wordt gesteld. Vertrouwen in elkaar en een goede communicatie tussen de begeleidsters is dus noodzakelijke voorwaarde. Gezamenlijke supervisie wordt als positief ervaren, evenals het werken vanuit hetzelfde theoretisch referentiekader Bij groter verloop van deelneemsters wordt de veiligheid bemoeilijkt voor de groep. Door het opzetten van dit experiment, hebben beide deelwerkingen elkaar beter leren kennen. De toegankelijkheid van het Consulentenbureau verhoogd: enkele cliënten vonden reeds de weg, ook vanuit andere instroomkanalen. Men ervaart een goede samenwerking tussen de diensten. Tevens heeft dit proces gemaakt
88
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
dat men binnen het Consulentenbureau geprikkeld wordt om na te denken rond de doelgroep etnisch-culturele minderheden, de specifieke thema’s krijgen hun plaats ook op teamvergaderingen en denkdagen. Er is nu ook gekozen voor een therapeutstagiair van Turkse origine in het Consulentenbureau. Bij het werken met deze doelgroep wordt vanuit het consulentenbureau wel ervaren dat er meer overlegd dient te worden en soms meer verslaggeving moet gebeuren.
Contactgegevens Leen Lemmens, Coördinator Saren Swinnen, Psychologe Consulentenbureau CAW De Terp Jozef De Bomstraat 27 2018 Antwerpen Tel.: 03/237.76.60 Fax: 03/237.62.07 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid Mondelinge informatie en bereidheid tot een lezing indien de tijd het toestaat; deelname aan intervisie binnen het netwerk psychosociale zorg voor vluchtelingen mogelijk. Beschikbaar materiaal Artikel hierover in manuscript te verkrijgen.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
89
23. INDIVIDUELE PSYCHOSOCIALE BEGELEIDINGEN AAN ANDERSTALIGEN, CONSULENTENBUREAU, CAW DE TERP Gesprekspartners: Leen Lemmens en Saren Swinnen, Consulentenbureau Aanzet, probleemstelling Vanuit de contacten met het PSC, Payoke en Asmodee, Artsen Zonder Grenzen e.a. worden de laatste tijd meer anderstalige cliënten aangemeld. Hiervoor zoekt het consulentenbureau de nodige know-how en ondersteuningsvormen. Doelstelling Psychosociale hulpverlening aan anderstaligen realiseren. Doelgroep Etnisch-culturele minderheden, maar weinig allochtonen. Inhoud & Methodieken Er wordt gewerkt in contacttalen Engels, Frans en Duits, naargelang de hulpverlener de taal machtig is. Verder wordt er beroep gedaan op tolken. Inhoudelijk wordt er vertrokken vanuit de basisopleiding van de consulent, aangevuld met kennis via vorming, studiedagen, lectuur, intervisie, vanuit antropologische hoek, crossculturele hulpverlening, oog voor context, non verbale methodieken. Participatie aan het Antwerps Netwerk Psychosociale zorg / crossculturele hulpverlening voor vluchtelingen, zowel voor intervisie, als voor het leggen van contacten voor doorverwijzingen, knelpunten aankaarten, op de hoogte blijven van methodieken, beleidsmaterie. Er wordt meer contact opgenomen met andere organisaties i.v.m. de dagelijkse context van de cliënt, vb. informatie rond de asielprocedure, rond achtergrondinformatie (religie, land van herkomst, politieke situatie, leefwijze, manvrouwvisie). Het werken met tolken is een aparte methodiek: o Je zit er met drie personen, de tolk is niet louter een medium. o Je moet rekening houden met beïnvloeding. o Je moet een duidelijk kader scheppen met de tolk (beroepsgeheim, opdracht). o Je moet soms rekening houden met het geslacht van de tolk en de cliënt inzake werkbaarheid. o Je moet oog hebben voor debriefing van de tolk. o Afhankelijk van het onderwerp en de persoon kan je een life-tolk of telefonisch tolken kiezen. Samenwerkingsverbanden Andere deelwerkingen van CAWs die werken rond vluchtelingen, nieuwkomers, asielzoekers zoals PSC, Payoke en Asmodee; andere organisaties rond deze doelgroepen zoals Artsen zonder Grenzen. Intervisie via o.m. het Antwerps Netwerk Psychosociale zorg en de crossculturele hulpverlening voor vluchtelingen. Middelen Reguliere middelen van het CAW.
90
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Ervaringen Opleiding van tolken voor sociaal tolken is nodig. Ook is opleiding van de hulpverlener nodig om te kunnen werken met life-tolken, evenals met de telefonische tolk van Ba’bel. In de subsidiëring moet een aparte post voorzien worden voor het betalen van tolken; ook CAW’s dienen na te denken over het recht van de mens om zich verstaanbaar te kunnen uitdrukken Cfr. het zoeken hiernaar binnen CGGZ’s in Vlaanderen en de terugbetaling van een psychosociale tolk als mensenrecht in Canada. Het werken binnen projecten geeft problemen op vlak van betrouwbaarheid en continuïteit, wat net essentieel is - zeker voor deze doelgroep. Binnen de begeleiding met etnisch-culturele minderheden word je als hulpverlener geconfronteerd met zeer veel agressie van de cliënt, openlijk of onderhuids, vanuit het onrecht dat de cliënt vanuit zijn situatie ervaren heeft. Schuldgevoelens worden bij de hulpverlener fel geappeleerd. Hiervoor dient een goede ondersteuningsstructuur uitgewerkt worden, met intervisie, psycho-educatie rond de mechanismen die hier spelen, en geen categoriale hulpverlening, maar een gemengde populatie voor elke hulpverlener. Risico op burn-out is reëel. Er is zeer weinig tijd om te lezen, om een methodiek te ontwikkelen en er een artikel over te schrijven buiten het begeleidingswerk.
Contactgegevens Leen Lemmens Coördinator Consulentenbureau CAW De Terp Jozef De Bomstraat 27 2018 Antwerpen Tel.: 03/237.76.60 Fax: 03/237.62.07 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid Beperkte mondelinge informatie. Beschikbaar materiaal Momenteel geen materiaal beschikbaar.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
91
24. INTERCULTURALISERING SLACHTOFFERHULP, CAW DE MARE Gesprekspartner: Sofie Andries, projectmedewerkster Aanzet, probleemstelling Bij het opmaken van de jaarverslagen kwam het team slachtofferhulp van CAW De Mare tot de vaststelling dat specifieke doelgroepen moeilijk bereikt werden. Eén van deze doelgroepen waren slachtoffers van andere origine. In een overleg met de directie werd dit besproken. Een kabinetsmedewerker adviseerde een project hierover in te dienen. De hypothese was dat de toegankelijkheid zou verbeteren voor allochtone slachtoffers indien er ook allochtone vrijwilligers zouden werken. Er werd dan ook uitgegaan van een nauwe samenwerking tussen Medetfoon (telefonische hulpverlening aan allochtonen door vrijwilligers) en slachtofferhulp. Men koos in eerste instantie voor de doelgroep Turkse en Marokkaanse allochtonen. In het Antwerpse is immers een grote vertegenwoordiging van deze doelgroep en de dienst bereikte deze doelgroep slechts in beperkte mate. In een latere fase kon gewerkt worden naar andere bevolkingsgroepen. Het project startte in december 2002. Er werd aangevangen met bevraging van de sector en onderzoek over het wegblijven van allochtone slachtoffers. Tegelijkertijd bleek het zeer moeilijk te zijn allochtone vrijwilligers te rekruteren. Rond de vrijwilligerspijler werd, samen met Medetfoon, gezocht naar mogelijkheden om alsnog allochtone vrijwilligers in te schakelen, mogelijk mensen die reeds actief zijn binnen hun werking. Het project legt zich nu toe op drie peilers: De hulpverlener: Er is andere hulpverlening nodig dan de westerse vorm ontwikkeld vanuit de westerse kijk op hulpverlening. Men dient meer te vertrekken vanuit praktische hulpverlening. Er wordt gezocht naar mogelijkheden om allochtone hulpverleners/vrijwilligers in te schakelen. Op teamniveau: Er wordt vorming gegeven rond interculturele communicatie en culturele achtergronden en gezinsstructuren in de doelgroep. Het werken met tolken krijgt hierbij ook speciale aandacht. Er wordt supervisie gegeven rond concrete casuïstiek. Cliënten: Slachtofferhulp blijkt te weinig bekend bij de doelgroep waardoor bekendmaking dus noodzakelijk is. Men richt zich hiervoor naar de doorverwijzers (politie, huisartsen, scholen, onthaalbureau. Doelstelling Toegankelijkheid verbeteren voor allochtone slachtoffers van een recent trauma. Doelgroep Allochtone slachtoffers van een recent trauma (evenals mensen uit diens omgeving: getuigen, vrienden, klasgenoten, familieleden), ongeacht het feit of van dit misdrijf aangifte werd gedaan. Inhoud en methodieken Hulpverlening aan de cliënt: slachtofferhulp en -begeleiding: praktische, administratieve en juridische hulpverlening, psychosociale begeleiding als opvolging, evt. doorverwijzing. Cliënten kunnen individueel of in gezinsverband ondersteuning krijgen. Er is ook debriefing mogelijk in groep. Doorverwijzers en intermediairen informeren en sensibiliseren: zelforganisaties, politiediensten, integratiecentrum De Acht. Overlegvormen hiervoor zoeken.
92
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Vorming en supervisie aan het team slachtofferhulp, zoeken naar aangepaste methodieken voor allochtonen binnen deelwerking slachtofferhulp. Zoeken naar mogelijkheden om te werken met allochtone vrijwilligers. Samenwerkingsverbanden In het eerste projectjaar intensieve supervisie en samenwerking met Sultan Balli. In het tweede jaar samenwerking met Medetfoon. Samenwerking met andere deelwerkingen De Mare: Sociaal Centrum, CeBag in functie van bevragen van hun knowhow over het werken met mensen van allochtone origine. Middelen Een projectsubsidiëring. Ervaringen Werken met allochtone vrijwilligers lukt niet, gezien er geen allochtone vrijwilligers binnen deze methodiek willen werken (willen wel meewerken als dit anoniem kan, maar geen huisbezoeken, bij de politie meegaan, geen persoonlijk contact met het slachtoffer). Weinig structureel overleg rond allochtonen in het Antwerpse: verschillende diensten ontwikkelen methodieken, maar werken op eilandjes. Weinig actieve en structurele deelname van partners uit de stuurgroep om input en knowhow te leveren want te weinig middelen. Dit gebeurt enkel ad hoc. De voorzieningen hebben een drukke agenda en een veelheid aan actiepunten.
Contactgegevens Sofie Andries Centrum Slachtofferhulp CAW De Mare Lodewijk De Raetstraat 13 2020 Antwerpen Tel.: 03/247.88.30 Fax: 03/247.88.39 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid De aanspreekbaarheid is groot. Steeds interesse in intervisie, overleg, denkgroep met collega's. Beschikbaar materiaal Wordt gemaakt tegen het einde van het projectjaar.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
93
25. INTERSECTORAAL NETWERK PSYCHOSOCIALE ZORG / CROSSCULTURELE METHODIEK VOOR VLUCHTELINGEN IN ANTWERPEN MET O.A. VERTEGENWOORDIGING VAN CAW DE MARE EN CAW DE TERP Gesprekspartner: Lieve Geukens + inhoudelijk SIF-verslag 2002 Aanzet, probleemstelling Vanuit het registratieonderzoek dat in 2000 in het kader van het ‘Netwerk Psychosociale zorg voor Vluchtelingen’ van de vzw Casa Chile - Solidaridad y Desarollo in Antwerpen werd uitgevoerd, bleek duidelijk dat slechts een onbeduidend aantal vluchtelingen en asielzoekers zich bij GGZ diensten als cliënten aandienden (1 à 9 cliënten per jaar voor alle GGZ). De toegankelijkheid en doorverwijzingsmogelijkheden waren en zijn zeer beperkt. Doelstelling Toegankelijkheid verbeteren van de psychosociale hulpverlening en specifiek voor de GGZ aan vluchtelingen in de regio Antwerpen: Registratie en uitwisseling organiseren zoadat men zicht krijgt op de betrokken actoren, contacten leggen en uitwisseling bevorderen. Deskundigheid bevorderen. Afstemmen van begeleidings- en behandelingsaanbod. Coherent aanbod van hulpverlening en consultatiemogelijkheden op eerste en tweede lijn kunnen bieden. Ontwikkelen van sociale kaart voor verwijzers en hulpverleners. Preventief kunnen werken door problemen tijdig vast te stellen en crisissen te voorkomen. Vormingsbehoefte in overleg bepalen en vormingsaanbod organiseren. Beleidsgerichte voorstellen uitwerken. Doelgroep Vluchtelingen en asielzoekers als doelgroep voor de hulpverlening. De doelgroep voor het netwerk zijn alle diensten in Antwerpen die met vluchtelingen werken op eerste, tweede en derde lijn. Inhoud & Methodieken Leden van het netwerk: 1e, 2e en 3e lijnsdiensten rond psychosociale hulpverlening aan vluchtelingen zoals diensten van het basiswerk vluchtelingenwerk (CAW en niet aangesloten Basiswerk/Integrale zorg), GGZ diensten, dienst voor slachtoffers van mensenhandel, opvangcentra voor vluchtelingen, preventieve zorg voor vluchtelingen, gezondheidszorg vluchtelingen, medisch basiswerk, inburgeringsdienst, psychiatrie, CLB’s, ondersteuningsdienst (Haven vzw), diensten die groepswerk met vluchtelingen organiseren, taalbemiddelingsdiensten. Nauwe samenwerking met hogescholen voor tolkenopleiding. Intervisiegroepen op dinsdag en donderdag voor casus- en methodiekbesprekingen en als signaalfunctie. Actueel houden van de sociale kaart voor vluchtelingen en asielzoekers in Antwerpen. Realisatie van diverse studie- en vormingsinitiatieven: Trauma, Taal en tolkenproblematiek, Creatieve therapie, Bezoek aan Clinique l’Exil, Denkdag methodiekontwikkeling. Ondersteuning van het ontwikkelen vanuit de praktijk van methodieken.
94
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Werkgroep om ook beleidsstimulerend werken lokaal, provinciaal, Vlaams en federaal niveau. Samenwerkingsverbanden Het netwerk is op zich een samenwerkingsverband. Nauwe samenwerking met hogescholen voor tolkenopleiding. Middelen SIF Antwerpen (2000-2002) en overgang naar European Refugee Fund-middelen 2003 (onder GGZ). Ervaringen Sectoroverstijgend initiatief waar de Antwerpse CAW-deelwerkingen rond vluchtelingen aan pariticiperen. Bevordert de doorverwijzingsmogelijkheden en toegankelijkheid van de psychosociale hulpverlening op de verschillende lijnen. Realisatie van intervisiegroepen, sociale kaart, studie- en vormingsinitiatieven wordt door de sector als ondersteunend ervaren. Graag meer samenwerking met de integratiesector. Graag ondersteuning van de werkgroep beleid vanuit het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk.
Contactgegevens Netwerk: p/a VAGGA – Vluchtelingenteam Steenbokstraat 1A 2018 Antwerpen Tel.: 03/287.01.85 Fax: 03/287.01.89 E-mail:
[email protected] Coördinatie: Marie-Claude Gevaert Tel.: 03/231.43.52 Fax: 03/232.32.28 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid Mondelinge informatie. Intervisiemogelijkheid. Beschikbaar materiaal Sociale kaart Netwerk Psychosociale zorg / crossculturele methodiek voor vluchtelingen.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
95
26. MEDET-FOON, CAW METROPOOL Gesprekspartner: Gert Henckens, HRM-medewerkster CAW Metropool Aanzet, probleemstelling Steunpunt voor allochtone meisjes en vrouwen had een onderzoek gedaan, waaruit bleek dat een groep allochtone vrouwen zeer geïsoleerd leefden, en niet door de hulpverlening bereikt worden. Hieruit groeide het idee dat dit via telefonisch contact misschien wel kon. Een stuurgroep werd opgericht, een project voor experimentele projectsubsidie werd aangevraagd en bekomen. In eerste instantie werd er voor de uitwerking van het project gekeken naar Teleonthaal, gezien deze dezelfde methodiek hanteren voor autochtonen. Men kwam echter niet tot een samenwerking. Daardoor is men dan toch met een categoriale hulplijn gestart in samenwerking met andere organisaties waarbinnen acties ter verhoging van de toegankelijkheid voor etnisch-culturele minderheden worden opgezet. In het eerste werkjaar (2000-2001) werkte men samen met Pandora-werkingen. Vanaf het tweede werkjaar werd en wordt samengewerkt met CAW Metropool (toen Markant). Daarbij liggen twee werkdomeinen: het Centraal Algemeen Ambulant Onthaal voor Volwassenen (CAAO) en voor jongeren (JAC+). Doelstelling Het uiteindelijke streefdoel van het project is dat allochtonen met hun noden en problemen daadwerkelijk terecht kunnen binnen de diverse nulde- en eerstelijnsdiensten en hulpverleningsinstanties. De zorg binnen elke hulpverleningsdienst moet goed bereikbaar en geschikt zijn voor allochtone cliënten. De zorg aan elke cliënt dient te voldoen aan dezelfde kwaliteitseisen ongeacht diens herkomst of culturele achtergrond. Deze doelstelling heeft het project trachten te bereiken door enerzijds het bieden van laagdrempelige hulpverlening in eigen taal (de hulplijn Medet-foon) voor anderstalige allochtonen. Anderzijds door het opstarten van een interculturaliseringsproces binnen de reguliere hulpverleningsdiensten opdat allochtonen die Nederlands spreken en geconfronteerd worden met de problematiek waarrond deze werkingen hulp bieden, met hun hulpvraag daar terecht kunnen. Doelgroep Telefonische hulplijn: Arabisch- en Turkssprekende mannen en vrouwen rechtstreeks via de telefonische hulplijn. De bellers kunnen vanuit heel Vlaanderen en Brussel telefoneren. Toegankelijkheid van het onthaal: alle etnisch-culturele minderheden van Antwerpen. Inhoud & Methodieken Telefonische hulplijn: o Arabisch- en Turkssprekende mannen en vrouwen uit Vlaanderen en Brussel kunnen bellen naar de hulplijn voor eerstelijnsadvies algemeen welzijnswerk. o Laagdrempelige telefonische hulpverlening. o Te bereiken tijdens de permanentie-uren (ma, di, do, vrij 9u-13u en woe 19u-21u). o Anonimiteit en geheimhouding zijn belangrijke peilers. o Werken met allochtone vrijwilligsters: Na een basisopleiding en stageperiode worden de vrijwilligsters permanent begeleid via individuele gesprekken en vormingsbijeenkomsten. o Allochtone vrijwilligsters worden opgeleid om de doelgroep de kans te bieden in de eigen taal, binnen een vertrouwde sfeer en met (h)erkenning en
96
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
begrip voor de persoonlijke en culturele achtergrond telefonisch hun verhaal te laten doen. o Laagdrempelige psychosociale hulp en emotionele ondersteuning, informatie en advies over allerlei vormen van hulpverlening. o Medet-foon-medewerksters geven ook advies over de reguliere hulpverlening om de beller wegwijs te maken in het netwerk van Vlaamse dienst- en hulpverleningsinstanties. o Medet-foon wordt ook regelmatig gecontacteerd door hulpverleners uit verschillende organisaties met consultvragen over het eigen allochtoon cliënteel. o Medewerkers worden gevraagd een bijdrage te leveren aan studiedagen en/of conferenties die door andere organisaties zijn georganiseerd. Interculturalisering onthaal aanbod CAW Metropool (centraal algemeen ambulant onthaal en jongerenonthaal). De volgende fasering wordt gehanteerd voor de uitvoering van activiteiten ter inkleuring van het onthaalaanbod: terreinverkenning, formuleren van voorstellen, voorstellen uitvoeren – evalueren - bijsturen en overdracht. De activiteiten situeren zich op drie terreinen: 1. Acties om de doelgroep te sensibiliseren: o Ondersteunen van poractieve bekendmakingacties. o Folders en flyers in verschillende talen vertalen. o Via een schrijven vanuit Medet-foon het onthaalaanbod bekend maken. o De Antwerpse bellers op een actieve manier doorverwijzen naar het onthaal. 2. Acties om de competenties van de onthaalmedewerkers te verhogen: o Coachen en vorming aanbieden aan de onthaalmedewerkers. 3. Acties om de kwaliteit van de organisatie en randvoorwaarden van de dienstverlening te verhogen: o Het (basis)vormingspakket interculturaliseren. o De sociale kaart uitbreiden. o Geschikte voorlichtingsmaterialen ter beschikking stellen. o De beschikbaarheid van tolken verhogen. o Het registratiesysteem en de accommodatie kritisch bekijken in functie van de doelgroep. Overdracht van ervaringen en inzichten Gezien het project Medet-foon ten einde loopt in oktober 2004, zullen de ervaringen, inzichten en goede praktijken in een ‘draaiboek’ neergeschreven worden. Ook worden de ervaringen en inzichten rond interculturalisering overgedragen via deelnamen aan diverse overleg- en stuurgroepvergaderingen, bijdragen aan studiedagen en –momenten, ondersteuning van thesisstudenten, interviews aan dag-, weeken vakbladen. Medet-foon blijft in afwachting van een ‘kenniscentrum interculturalisering’ ook de taak van telefonische help-desk voor hulpverleners opnemen.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
97
Ook wordt gewerkt aan netwerkontwikkeling: nauwer overleg met bestaande projecten en werkingen die actief zijn rond de thema’s interculturalisering, sociaal tolken en interculturele competentie binnen de welzijns-, gezondheids- en minderhedensector. Allochtoon vrijwilligersbeleid Huidige vrijwilligsters die de telefoon bedienen zullen verder ondersteund en begeleid worden tot eind 2003. Een herprofilering van de allochtone vrijwilligsters dient zich aan omdat vanaf januari 2004 het telefonisch onthaal (ook van anderstalige bellers) zal waargenomen worden door professionele hulpverleners van CAW Metropool. Twee mogelijke nieuwe functies kunnen door de allochtone hulpverleners worden opgenomen binnen het werkveld van het Autonoom Algemeen welzijnswerk. Vrijwilligster sociale tolk. Allochtone vrijwillige preventiemedewerkster. Draagvlakontwikkeling binnen CAW Metropool Voor de effectieve inbedding van deze praktijken is het nodig dat er de nodige draagvlakontwikkeling plaatsvindt binnen CAW Metropool. In het projectjaar 2003-2004 zal het project naast de projectuitvoerder(s) mede gedragen worden door de twee directeuren (algemeen directeur en operationeel directeur), de clustercoördinator onthaal en door een medewerker van de Human resource management cel. Ieder zal vanuit zijn verantwoordelijkheid de voortgang en de implementatie van de ontwikkelde deskundigheid binnen het centraal algemeen onthaal en in de ruimere werking van het CAW opvolgen, stimuleren en ondersteunen. Middelen Jaarlijkse hernieuwde experimentele projectsubsidiëring van de Vlaamse Gemeenschap, Minderhedenbeleid (1999-2004). Samenwerkingsverbanden Allochtone vrijwilligers, welzijns-, gezondheids- en dienstverleningsorganisaties in heel Vlaanderen; Pandora-werking; deelwerking centraal algemeen ambulant onthaal (volwassenen) en deelwerking JAC + (jongeren) binnen het eigen CAW. Ervaringen Er is een registratiesysteem uitgewerkt om het bereik op te volgen. In het eerste projectjaar zijn er tijdens 167 permanentie-uren 256 telefonische contacten geweest; tijdens het tweede projectjaar zijn er 726 contacten geweest gedurende 605 permanentie-uren. Deze werden tijdens het tweede jaar uitgebreid. Verdere gegevens zijn in de werkingsverslagen terug te vinden. Aanbod van de telefoonlijn trok zowel mannen als vrouwen aan, waarbij we merken dat mannen eerder sociale en juridische vragen stellen als ingang, vrouwen hebben meer directe vragen vanuit psychosociale en relationele noden. Organisatievorm van de hulpverlening werd aangepast: telefonisch contacteren blijkt laagdrempeliger te zijn. Ondersteuning van de reguliere voorzieningen (interculturalisering), en tegelijk een 'categoriale' werking, (telefonische hulpdienst) bij afwezigheid van medewerking van de reguliere telefonische hulpdiensten. Grotere vertrouwdheid door allochtone vrijwilligers. De vrijwilligers komen uit de doelgroep, waardoor de beller zich kan identificeren met de hulpverlener.
98
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Telefonische anonieme hulpverlening is gewaarborgd, waardoor de schaamte minder is. Met de hulpverlener worden diens competenties bekeken, hoe de beeldvorming van de HV is naar etnisch-culturele minderheden, welke visie de HV zelf heeft met het werken met tolken. Er zou moeten multidisciplinair kunnen gewerkt worden in de CAW's, met een maatschappelijk werker, psycholoog, arts en psychiater om de casussen in zijn totaliteit te kunnen begeleiden. Structureel kan dit niet binnen een CAW. Er zijn nog steeds te weinig mogelijkheden op het vlak van tolkendiensten: te weinig, onvoldoende kwalitatieve tolken, te weinig afstemming tussen de verschillende tolkendiensten; tolken moeten een goede opleiding krijgen om gepast te kunnen tolken, en hulpverleners dienen een opleiding te volgen om goed een gesprek/begeleiding te kunnen doen met een tolk erbij. We missen een doelgroepspecifieke ondersteuning naar de sector vanuit het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, evenals een kanaal voor signalering naar en van de overheid rond deze thema’s, waardoor het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk beter gestoffeerd naar de overheid kan stappen. Instrumenten uit het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk worden niet op voorhand gecheckt rond interculturalisering (Cfr. vb. intake-instrument van Baert). We missen een beleid rond interculturalisering in het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk.
Contactgegevens Gert Henckens CAW Metropool Grote Steenweg 169 2600 Berchem Tel.: 03/244.17.90 E-mail:
[email protected]
Sultan Ballı CAW Metropool Vrijdagmarkt 11 2000 Antwerpen Tel.: 03/232.01.99 Gsm: 0486/14.94.54 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid Beperkte mondelinge informatie. Beschikbaar materiaal Literatuur: werkingsverslag Medetfoon 01/11/00 - 31/11/01 werkingsverslag Medetfoon november 2001 - Oktober 2002 aandachtspuntenlijst bij psychosociale hulpverlening aan allochtonen (zie TheMA)
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
99
27. MODEM, EEN SAMENWERKINGSVERBAND TUSSEN CAW DE TERP, CAW METROPOOL, CAW DE MARE Gesprekspartner: Gie Janssens (CAW De Terp) Aanzet, probleemstelling In het geïntegreerd wijkcentrum (GWC) ’t Pleintje in Deurne-Zuid werd vanuit het buurthuis ook gewerkt rond individuele hulpverlening. De overheid gaf echter aan dat deze functie niet langer door RISO en Integratiecentrum mocht opgenomen worden. Het Algemeen Welzijnswerk werd geresponsabiliseerd. Met projectmiddelen vanuit de provincie en eigen middelen van de CAW’s werd niet alleen de ModeM-hulpverlening in ’t Pleintje overgenomen door het Algemeen Welzijnswerk, maar werd er een tweede werking opgestart in het GWC De Wijk (Antwerpen-Noord) en een aanzet gemaakt om binnen een bestaande werking op het Kiel een ModeM-punt uit te bouwen. Doelstelling Wijkgericht onthaal voor inwoners van de buurt in een multi-problemsituatie, zowel allochtonen en autochtonen, met als uiteindelijk doel te werken naar casemanagement en toeleiding. Doelgroep Wijkbewoners die maatschappelijk kwetsbaar zijn uit de wijken Deurne-Zuid, Antwerpen-Noord en Kiel. Dit zijn zowel (generatie-)kansarme Belgen, allochtonen, vluchtelingen, asielzoekers, nieuwkomers en mensen zonder papieren. Inhoud & Methodieken Aansluitend bij de buurtwerking en hun algemeen onthaal, het opnemen van hulpvragen van buurtbewoners, ondersteunen en uitbouwen van case-management en toeleiden naar en van verdere hulpverlening: vertrekken vanuit 'gezonde' stukken van de cliënt. De cliënten van ModeM worden in het kader van het GWC vaak aangesproken op hun competenties. duo-aanpak: 2 hulpverleners, één van allochtone origine (i.c. Marokkaanse origine), één van autochtone origine. Hulpverleners in de wijk zijn de vaste ondersteuningspersoon, maar nemen zo min mogelijk zelf de hulpverlening op. Centrale teambegeleiding en intervisie over de ModeM-punten en CAW-grenzen heen. Hulpverleningsaanbod in een niet-hulpverleningscontext. huisbezoeken en meegaan naar andere diensten, tevens onthaal op buurtcentrum. men werkt tijdens de kantooruren. Samenwerkingsverbanden De 3 Antwerpse CAW's, deelwerkingen: wijkgericht onthaal, RISO en De Acht - tevens wijkgericht andere organisaties o.a. K&G (Samik), Basiseducatie. Middelen Vaste middelen van CAW's: 0,5 FTE hulpverlener De Terp (Antwerpen-Noord), 1 FTE hulpverlener De Mare (combineert hulpverlening vanuit een algemeen onthaalpunt met ModeM-begeleidingen); Projectmiddelen via CAW Metropool van Provincie Antwerpen: 1,5 FTE hulpverlener (3 x 1/2T). Ervaringen Het team heeft de ontwikkelde methodiek uitgewerkt en uitgeschreven. De samenwerking tussen de verschillende diensten loopt goed.
100
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
ModeM is een stimulans voor het herbekijken van de eigen deelwerkingen van de CAW’s. Financiering blijft een structureel probleem. Niet voor alle dienstwerkingen is het even evident om mensen te mobiliseren om uit hun kantoor te komen en naar de mensen te gaan. ModeM moet veel energie steken in het zich kenbaar maken, profilering,… Er is geen professionele vertaal- en tolkendienst voorhanden, dus men zoekt in de eigen omgeving mensen die de taal van de cliënt spreken (familie, vrijwilligers in het centrum, doelgroepvrijwilligers, …) Dit is niet altijd kwalitatief werken. Het doorverwijzen is nog een zoeken. Contactgegevens ModeM Deurne-Zuid (GWC ’t Pleintje) Sint-Rochusstraat 106 te 2100 Deurne Tel.: 03/320.26.70 Fax: 03/320.26.71 E-mail:
[email protected] contactpersonen: Sylvia Hubar en Salima Zekhnini ModeM Antwerpen Noord (GWC De Wijk) Willy Vandersteenplein 1 te 2060 Antwerpen Tel.: 03/669.83.64 Fax: 03/236.84.78 E-mail:
[email protected] contactpersonen: Fatima El Farkouch (
[email protected]) en Paulina Koeman (
[email protected]) ModeM Antwerpen-Kiel Waarlooshofstraat 5 te 2020 Antwerpen Tel.: 03/238.32.67 E-mail:
[email protected] contactpersoon: Sofie Van der Heyden (
[email protected]) Contactpersoon voor de 3 CAW’s: Gie Janssens (CAW De Terp) Ketsstraat 9 te 2018 Antwerpen Tel.: 03/270.31.90 Fax: 03/270.31.99 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid Medewerkers zijn bereid om mondelinge informatie te geven en kunnen ook aangesproken worden om voor een groep hun werking toe te lichten (in de vorm van een gesprek, niet als lezing). Intervisie, supervisie, coaching zijn zeker niet mogelijk binnen de werkuren. Indien hierrond toch vragen zijn, best contact opnemen met Sylvia Hubar (’t Pleintje). Beschikbaar materiaal Er is een ModeM-rapport waarin de methodiek werd uitgeschreven.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
101
28. ONTHAAL VLUCHTELINGEN, SOCIAAL CENTRUM DE MUTSAARD, CAW DE MARE Gesprekspartner: Lieve Geukens, hulpverleenster Aanzet, probleemstelling Sociaal centrum De Mutsaard heeft altijd een grote groep vluchtelingen onder de cliënten geteld, maar is uiteindelijk over een 25-tal jaren heen door spontane toestroom geëvolueerd tot een centrum met 100% cliënten uit etnisch-culturele minderheden. Doelstelling Ondersteunen van het leven in België op vlak van wonen, schoolgaan, juridischadminstratieve regelgeving en psychosociaal welzijn. Doelgroep Voornamelijk vluchtelingen, asielzoekers en mensen zonder papieren vinden hun weg naar het centrum. Inhoud & Methodieken De ingangspoort voor de hulpverlening is voornamelijk het juridischadministratieve luik. We bieden integrale hulpverlening. Dit wil zeggen dat we alle problemen van cliënten in hun samenhang bekijken en naargelang de aard van de problematiek zullen begeleiden, toeleiden, onthalen, verwijzen of met andere diensten zullen samenwerken. Het hulpverleningsproces verloopt meestal individueel, op de dienst of eventueel op huisbezoek. Een gespecialiseerde dienst als noodzakelijk ervaren: juridisch-administratieve kennis noodzakelijk rond de procedures rond asiel, rond gezinshereniging, rond vrijwillige repatriëring, omgaan met het vluchtverhaal en voorbereiding op interviews Met de cliënt wordt tevens de aspecten rond huisvesting, mogelijkheden tot tewerkstelling en scholing, cursussen Nederlands bekeken en er is ruimte voor het psychosociale. We hebben een specifiek aanbod psychosociale hulpverlening. Dit kan individueel of er is mogelijkheid tot deelname aan een groepsaanbod waarbij via creatieve therapie aan het psychosociaal welzijn van de deelnemers wordt gewerkt. Samenwerkingsverbanden Er is een nauwe samenwerking met vzw Haven, nu deelwerking van Integratiecentrum De Acht in Antwerpen, rond de specifieke problematiek van vluchtelingen, asielzoekers en mensen zonder papieren. Zij zijn een overlegplatform van alle voorzieningen rond deze doelgroep, en tracht ook beleidsgericht te werken. Samenwerking met Bureau voor consultatie en juridische bijstand voor doorverwijzing naar de advocatuur en ondersteuning van de medewerkers op juridisch vlak. Participatie aan het netwerk psychosociale hulpverlening voor vluchtelingen in Antwerpen. Het centrum is ook erkend als samenwerkingspartner van IOM (International Organisation of Migration) voor vrijwillige repatriëring; medewerker zetelt in de Raad Van Beheer van OCIV; samenwerking met KOSOVA (Koepel Sociaal Verhuurkantoren Antwerpen) (zetelend in de Algemene Vergadering)
102
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Middelen Reguliere CAW-middelen. Er werken 6 maatschappelijk assistenten en 3 administratieve krachten. Ervaringen Gespecialiseerde werking, 100% toegankelijkheid van deze deelwerking. Problematische doorstroming naar de rest van het CAW. Moeilijke doorverwijzing op het psychosociale vlak: andere deelwerkingen of voorzieningen op dit terrein zijn veel te weinig toegankelijk.
Contactgegevens Sociaal Centrum De Mutsaard CAW De Mare Maurits Sabbelaan 57 2020 Antwerpen-Kiel Tel.: 03/247.88.20 Fax: 03/247.88.92 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid Te bespreken. Beschikbaar materiaal Folder.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
103
29. PROJECT ANDERS INGEKLEURD, CAW DE TERP Gesprekspartner: Gie Janssens, inhoudelijk coördinator CAW De Terp Aanzet, ontstaansgeschiedenis Het initiatief werd genomen door De Acht (integratiesector). Zij namen contact met ons op met een dubbele vraag. 1. In de praktijk uitproberen van het draaiboek ‘Vrouw Vrouwelijk’, een vormingspakket voor allochtonen i.v.m. relatie en communicatie dat werd opgemaakt door Sultan Balli, met veel aandacht voor niet-verbale technieken. De vraag was om deze vorming te geven aan een groep Turkse vrouwen. 2. Vraag aan het Algemeen Welzijnswerk om vormingsgroepen te begeleiden, voor zowel kansarme (samengebracht door RISO) als allochtone vrouwen (samengebracht door De Acht), met als bedoeling dat de hulpverlening van het AWW toegankelijker wordt voor deze doelgroepen. De achterliggende doelstelling voor De Acht was de interculturalisering van het AWW. In concreto gingen 3 groepen door: een groep Turkssprekende vrouwen met relatieproblemen. een groep Zwart-Afrikaanse alleenstaande vrouwen met als contacttaal Frans. een groep kansarme Nederlandssprekende vrouwen. Doelstelling Het was de oorspronkelijke doelstelling om op basis van de ervaringen met die eerste groepen, de verdere samenwerking te evalueren. In die evaluatie kwamen we vrij snel tot de meer omvattende vraag: ‘Welk aanbod kan De Acht hebben m.b.t. de interculturaliseringsvraag van De Terp?’ Er werd dan beslist dat vooral De Acht zou nadenken over hun aanbod, hierin gestoffeerd vanuit een beperkt onderzoek binnen De Terp (een interview met enkele coördinatoren). Dit is nu verder onderwerp van gesprek. Inhouden en methodieken Bij de groep van Turkse vrouwen werd het vormingspakket ‘Vrouw Vrouwelijk’ gebruikt. Bij de Zwart-Afrikaanse vrouwen werd gebruik gemaakt van de opleidingsmap ‘Oefenschool voor kansarme ouders’, een vertaling van de oudercursussen van de Gezinsbond naar deze doelgroep. Bij de groep kansarme Nederlandstalige vrouwen werd vooral ingegaan op de thema’s die door de deelneemsters werden aangebracht. Samenwerkingsverbanden CAW De Terp Integratiecentrum De Acht RISO (via het Buurthuis) Middelen De vormingsmedewerkers deden dat binnen hun reguliere opdrachten, zodat er geen bijkomende kosten waren. Ervaringen Belang van duidelijke afspraken vooraf. In de loop van de samenwerking werd duidelijk dat de doelstellingen bij De Acht verder gingen dan die van De Terp.
104
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Groepswerk is niet de gepaste wijze om deze doelgroepen toe te leiden naar individuele hulpverlening en dus ook niet om de toegankelijkheid van het AWW te verhogen voor deze groepen. Het is onze conclusie dat dit de omgekeerde weg is. Groepswerk is een passende methodiek voor deze doelgroepen. De groepjes kunnen best samengesteld worden vanuit een omgeving waarin deze mensen vertrouwen hebben (zoals in deze situatie het buurthuis of de werking van De Acht). Het is ook zinvol de expertise van onze vormingsmedewerkers in deze groepsbegeleidingen in te zetten, maar het is niet de weg om de toegankelijkheid van het AWW te verhogen. Interculturalisering van De Terp blijft een opdracht maar kan niet gerealiseerd worden via deze omweg.
Contactgegevens Mia Gys verantwoordelijke vorming CAW De Terp Ketsstraat 9 2018 Antwerpen Tel.: 03/270.31.90 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid Beperkte mondelinge informatie. Beschikbaar materiaal Momenteel geen materiaal ter beschikking.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
105
30. TELEFONISCH TOLKEN, JUSTITIEEL WELZIJNSWERK ANTWERPEN, CAW METROPOOL Gesprekspartner: Ward Wilboorts, coördinator Aanzet, probleemstelling Taalproblemen met anderstalige naastbestaanden van gedetineerden. Doelstelling Hulpverlener en cliënt begrijpen elkaar. Doelgroep Anderstalige naastbestaanden. Inhoud & Methodieken Werken met de telefonische tolkendienst Ba’bel, na het volgen van een (gratis) vormingsdag bij deze dienst. Samenwerkingsverbanden Ba’bel, telefonische tolkendienst. Middelen Gratis voor CAW en cliënt. Ervaringen Zeer positieve ervaringen, belangrijk, essentieel hulpmiddel om te kunnen werken. In de gevangenis kan nog niet met Ba’bel worden gewerkt, omdat Justitieel Welzijnswerk geen toelating heeft om in de gesprekslokalen te telefoneren.
Contactgegevens Justitieel Welzijnswerk Antwerpen (JWA) Hulpverlenersteam CAW Metropool Tolstraat, 21 Antwerpen Tel.: 03/238.59.33 Fax: 03/248.78.60 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid Beperkte mondelinge info. Beschikbaar materiaal Te bevragen bij Ba’bel.
106
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
31. THEMA, CAW METROPOOL Gesprekspartner: Gert Henckens, coördinator Aanzet, probleemstelling Vanuit de sociale dienst van het Centrum voor Buitenlandse Werknemers (nu integratiecentrum De Acht) werd vastgesteld dat veel migranten een hulpvraag kwamen stellen die eigenlijk door het aanbod in de reguliere voorzieningen moest beantwoord worden. De nood werd gevoeld om de toegankelijkheid van andere organisaties te verbeteren voor allochtonen. Het project TheMA startte in 1992 en liep tot 2002. Voor het project werden mensen gedetacheerd uit de verschillende organisaties en sectoren: CGGZ, CLG, CBW leverden elk personeelsleden die de knowhow die binnen TheMA werd opgebouwd, ook dienden over te dragen binnen het eigen team. Doorheen de jaren evolueerde de wijze van werken: de eigen praktijk van hulp- en dienstverlening aan cliënten werd geleidelijk afgebouwd, en het accent lag steeds meer op het overdragen van deskundigheid onder de vorm van co-begeleiding, cultuurcoaching en vorming geven in andere organisaties. Doelstelling Toegankelijkheid van reguliere dienst- en hulpverlenende organisaties voor allochtonen verbeteren. Doelgroep In de eerste fase rechtstreekse hulpverlening ten behoeve van Turkse en Marokkaanse migranten. In tweede fase onrechtstreekse van de brede doelgroep etnisch-culturele minderheden via deskundigheidsbevordering van hulpverleners. Inhoud & Methodieken a) hulpverlening aan allochtone cliënten in de beginfase: Laagdrempelig onthaal in individuele gesprekken/consultaties. Sociale en juridische dienstverlening en psychosociale hulpverlening. Vraagverduidelijking en gepaste, actieve toeleiding naar reguliere diensten. Casemanagement en trajectbegeleiding binnen een systeembenadering. Crisisinterventie. Huisbezoeken. Groepswerk rond thema's als gezondheidszorg, stress, depressie, psychosomatiek, relaxatie, psychosociale problemen, praatgroepen over opvoeding, relaties. Bemiddeling binnen het cliëntsysteem. Samenwerking stimuleren van verschillende diensten en 'lijnen' rond een cliëntsysteem. Belangrijk hierbij is de multidisciplinaire werking gezien migratie de knelpunten feller doet uitkomen in een begeleiding. Binnen TheMA konden de juridische, sociale, psychologische aspecten opgenomen worden, het medische en psychiatrische luik diende ingevuld door externen (cfr structuur AWW).
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
107
b) ondersteuning aan andere organisaties om de toegankelijkheid te verbeteren van hun werking voor allochtonen/ etnisch-culturele minderheden door deskundigheidsbevordering van de individuele hulpverleners of teams hulpverleners onder de vorm van: Vorming: lezingen, trainingsprogramma’s en jaaropleiding. Co-begeleiding. Cultuurcoaching. c) uitschrijven van een methodiek: Uitgave van de methodiek: “Kleurrijke Maatzorg”. Er werd een programma ontwikkeld voor een jaaropleiding voor basishulpverleners die hulpverlening bieden aan allochtonen en andere etnisch-culturele minderheden. Deze werd gegeven door medewerkers van TheMA en externe deskundigen. Thema's die hierbij aan bod kwamen zijn o.a. migranten en vluchtelingen, migratieprocessen, racisme en discriminatie, interculturele communicatie, werken met tolken, allochtone jongeren, traditionele geneeswijzen en zwarte magie, werken in multiculturele teams. Daarnaast werd, in samenwerking met het project Medet-foon, ook een "aandachtspuntenlijst voor hulpverleners" opgemaakt. De richtvragen, opgenomen in de lijst, kunnen ervoor zorgen dat de hulp- en dienstverlening qua vorm en inhoud beter aansluit bij de leefwereld van de doelgroep etnisch-culturele minderheden. De aandachtspuntenlijst is uitgegeven onder de vorm van een bureauonderlegger. Samenwerkingsverbanden TheMA: samenwerkende organisaties: Centrum voor Buitenlandse Werknemers (nu: De Acht, integratiecentrum Antwerpen), CGGZ: Interaktie Akademie en CrisisInterventieCentrum, CLG (nu CAW-deelwerkingen): De Oever/Parentesis en De Mutsaard Middelen Projectmiddelen van 1993 tot 2002. Ervaringen Individuele cliënten zijn rechtstreeks en onrechtstreeks geholpen door een integraal hulpaanbod. Gevoeligheid bij de hulpverlening aan allochtonen is bij individuele hulpverleners in verschillende sectoren wel verhoogd. TheMA heeft onvoldoende structureel kunnen bijdragen bij de toegankelijkheid voor etnisch-culturele minderheden van de welzijnsvoorzieningen. Samenwerking tussen de verschillende diensten en ‘lijnen’ was niet evident ten gevolge van verschillende visies binnen het samenwerkingsverband. Multidisciplinair kunnen werken wordt als noodzakelijk ervaren binnen een migratiecontext (juridisch, pedagogisch, psychologisch, sociaal, medisch, psychiatrisch), maar is in de praktijk slechts organisatieoverschrijdend te realiseren.
108
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Contactgegevens Gert Henckens CAW Metropool Grote Steenweg 169 2600 Berchem Tel.: 03/244.17.90 Fax: 03/244.17.98 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid Beperkte mondelinge informatie. Beschikbaar materiaal Literatuur: " Kleurrijke maatzorg: een inleiding" door TheMA. Bureau-onderlegger ‘aandachtspuntenlijst interculturalisering’ Beknopt verslag: Jaaropleiding hulpverlening aan allochtonen.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
109
32. VINDPLAATSGERICHTE WERKING JAC PLUS, CAW METROPOOL Gesprekspartner: Phil Daniëls, hulpverleenster Aanzet, probleemstelling Uit een analyse van de registratie na de fusie van JAC Plus in 2001 zagen we dat de doelgroep jongeren uit etnisch-culturele minderheden niet goed bereikt werd. Doelstelling Groter bereik van de doelgroep allochtone jongeren door JAC Plus (doelgroepen worden bereikt door onthaalteam en door Traject 2). Doelgroep Jongeren uit etnisch-culturele minderheden (12 – 25 jaar). Inhoud & Methodieken In 1998 is er een basisonderzoek geweest over vindplaatswerk vanuit het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk door Danny Lescrauwaet “De toegankelijk van de Antwerpse Jongerenadviescentra voor maatschappelijk achtergestelde jongeren.” Dit onderzoek hebben wij als basis genomen. Zoektocht naar een vaste, stabiele partnerorganisatie die oog en oor is, en ruimte geeft om samen op zoek te gaan. Eerst is men partners gaan zoeken in het brede werkveld, waar de doelgroep aanwezig is. Hier bleek het professioneel jeugdwerk een structureel partnerschap te kunnen bieden. KIDS (Kansen in de Stad) overkoepelt een aantal organisaties uit het jeugdwerk die de doelgroep bereiken. De jeugdwerkers gaven aan dat ze op hun werkplek heel wat hulpvragen zien. JAC Plus besloot naar de ‘vindplaats’ te stappen. Heel concreet werden twee collega’s van JAC Plus halftijds ‘gedetacheerd’ naar twee vindplaatsen: JOB in AntwerpenBorgerhout en Tumajo in Antwerpen-Kiel. Phil is in maart 2002 na alle voorbereidingen reëel gestart als hulpverlener in JOB. JOB is een jongerenwerking gericht op Marokkaanse jongeren en met Marokkaanse begeleiding. Kennismakingsfase, onderdompelen in de partnerorganisatie. In de eerste fase is de medewerkster van JAC Plus vooral gaan observeren in de werking, zodat men elkaar kon leren kennen. Dit ‘snuffelen’ en aftasten heeft maandenlang geduurd. Ze heeft zich ingepast in de werking van de samenwerkingspartner, en ondervonden wat de gewoontes van het huis waren. Hiervoor is de basisattitude respect nodig, het proces aangaan om vertrouwen op te bouwen, een duurzame relatie aan te gaan. Er is een grote flexibiliteit nodig, alsook de nodige stevigheid, maturiteit en knowhow als hulpverlener. Door in een omgeving te komen die totaal anders is dan je eigen roots, wordt je identiteit getoetst aan alle kanten. Je ervaart aan den lijve wat het is om in een minderheidspositie te zitten. Het is een zoekproces naar je positie, je eigenheid en de gelijkenissen met de groep. Opbouw van wederzijds vertrouwen. Door mee te draaien tijdens het vrije tijdsaanbod en te vertrekken vanuit praktische vragen, evenals de jongeren te informeren zonder dat ze een uitdrukkelijke vraag stellen, groeit het vertrouwen. Het is wel belangrijk om je duidelijk te profileren als hulpverlener met mogelijkheid voor persoonlijke gesprekken, niet als jeugdwerker. Concreet volgden enkele jongeren de opleiding ‘jongerencoach’, waarbij bleek dat dit niet zo evident was. Door het ondersteunen van de jongeren bij hun opleidingsopdrachten, vb. het ‘hertalen’ van de sociale kaart, het erkennen dat er weinig rekening gehouden wordt met hun cultuur, groeien de mogelijkheden. De medewerkster ging ook mee bij problemen tussen een jongere die de opleiding volgde en het CLB, bemiddelde, behartigde de belangen van de jongere en samen bekwamen ze een oplossing voor het probleem.
110
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Persoonskenmerken van de medewerker wegen vaak door in de aanvaarding en het verwerven van een plaats in de werking waarbij men te gast is. Samenwerkingsverbanden JAC Plus met JOB, Tumajo en KIDS; netwerking met PSC en Haven. Middelen Reguliere middelen en projectmiddelen. Ervaringen Projecten werken niet om dergelijke initiatieven op te bouwen; Voor het werken met deze doelgroep moet men een proces durven aangaan en zich engageren. Het is belangrijk om betrouwbaar te zijn. De methodiek projectwerking, waar snel resultaat dient geboekt te worden, slaat hierdoor niet goed aan. Er is nood aan een perspectief op langere termijn, ook het opbouwen van een vertrouwensrelatie duurt vrij lang. Jeugdwerkers geven aan dat ze zich vaak gebruikt voelen door de diverse projecten die op hen beroep doen. Ook hier is zorg voor continuïteit nodig. De beide organisaties moeten ook leren omgaan met verschillen in de organisatiecultuur en verschillende verwachtingen t.o.v. elkaar. De medewerker op de vindplaats moet zich hiervan goed bewust zijn. Ook de moederorganisatie dient zich hiervan bewust te zijn. De medewerker op de vindplaats moet zich gesteund weten in het eigen team, maar zelf ook over voldoende bagage beschikken om in deze eenzame positie te werken. De beginperiode is moeilijk omdat er nog geen vertrouwen is.
Contactgegevens JAC Plus, onthaalteam CAW Metropool Korte Nieuwstraat 26 2000 Antwerpen Tel.: 03/232.27.28. E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid Alle vragen kunnen overwogen worden. Beschikbaar materiaal Momenteel is er geen materiaal beschikbaar.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
111
33. VLUCHTELINGENWERKING, PROTESTANTS SOCIAAL CENTRUM, CAW DE TERP Gesprekspartner: Tetty Rooze, coördinatrice Vluchtelingenwerking Aanzet, probleemstelling Het PSC is gegroeid vanuit de protestantse kerken die zich gericht hebben op het werken rond armoede en sociale uitsluiting. Vanuit deze werking, die zich in eerste instantie op Belgische armgemaakte of armgeraakte mensen richtte, evolueerde er een vluchtelingenwerking, die vanaf 1986 eigen activiteiten startte. Momenteel heeft het PSC 2 werkingen: Het Open Huis is een Vereniging waar armen het woord nemen. Naast verschillende groepsactiviteiten is er ook een gespreks/consultatiemoment op maandag voor mensen van Belgische origine en mensen met een definitieve verblijfsverblijfsvergunning. Zij maken deel uit van APGA (Antwerps Platform van Generatie Armen) en zijn op Vlaams niveau lid van het Vlaams Forum. De Vluchtelingenwerking: hier maken naast de individuele hulpverlening ook groepswerkingen rond vrouwen en jongeren deel van uit. De vluchtelingenwerking is opgenomen binnen CAW De Terp sedert de fusiebeweging van het algemeen welzijnswerk eind jaren 90. Doelstelling Bieden van integrale hulp aan mensen in een precair verblijfsstatuut (vluchtelingen, asielzoekers, mensen zonder papieren). De hulpverlening aan allochtonen valt voor het PSC onder de hulp aan ‘nieuwe Belgen’. Opkomen tegen armoede en sociale uitsluiting. Doelgroep van het Vluchtelingenwerk Mensen in een precair verblijfsstatuut. Inhoud & Methodieken Visie van het PSC: Het PSC wil samen met de mensen strijden tegen het onrecht dat mensen wordt aangedaan. Daarom is het PSC een open organisatie met vrijwilligers uit alle lagen van de bevolking, afkomstig uit verschillende landen en culturen. Het PSC vertrekt vanuit het standpunt dat je moet vertrekken vanuit de verhalen van de mensen zelf, de mensen als onderdeel van hun omgeving: woonen familiesituatie, straat, buurt. Het PSC spreekt mensen aan op hun eigen mogelijkheden, probeert in de buurt ook een inbreng te doen voor de herwaardering van het buurtleven. Terwijl de werking van het Open Huis gebaseerd is op de preventiemethode vanuit de ‘Urban Mission’, werkt de vluchtelingendienst ook interventiegericht. Het PSC wil een ‘luisterplaats’ zijn, waar mensen hun verhaal kunnen vertellen, en waar hun verhaal ‘hertaald’ kan worden om tot actie te komen, cfr. De Empowermentbeweging. Men wil zoeken naar de menselijke waardigheid, om vanuit een overlevingsstructuur terug naar zelfwaarde te werken. Een aanknopingspunt hiervoor is cultuur en cultuurbeleving; vertrekkende vanuit het kennismaken met de eigen cultuur, te zoeken naar de eigen identiteit die samenhangt met de cultuur, kijken naar wat hiervan te hertalen is naar de nieuwe leefsituatie om terug eigenwaarde en fierheid te vinden. Het is de bedoeling om via creativiteit te activeren, het denkproces op gang te brengen, terug te kunnen denken en werken aan een toekomst, perspectieven te bieden aan deze en volgende generaties. Een voorbeeld hiervan is het tewerkstellingsproject Betet Skara, een weefhuis. Dit is gegroeid vanuit de Assyrische christenen, gevlucht uit Turkije, die aanvankelijk geen aansluiting vonden in België. Door te zoeken naar hun culturele identiteit en vaardigheden, werd een proces gestart van het leren kennen van de eigen cultuur,
112
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
met oog voor overdracht naar de volgende generatie, waarbij duidelijk werd dat de vaardigheid weven in een ander kader aangepast diende te worden. Er werd tevens een cursus bedrijfsbeheer georganiseerd in de eigen taal, evenals een project rond schoolopbouwwerk, zodat men weer perspectieven kreeg. Een belangrijke peiler van de werking van het PSC is het werken met veel vrijwilligers: deze komen niet (meer) uitsluitend uit de kerken, maar in toenemende mate uit de doelgroep zelf. De inzet, ervaring en motivatie van deze mensen mag niet onderschat worden. Hun engagement levert een eigen dynamiek op en is een uitdaging op zich vanwege de diverse achtergronden. Ook het ‘betaalde’ team is multicultureel. In eerste instantie is dit geëvolueerd uit het aannemen van mensen in het WEP-plus-statuut in het ‘witte’ team, een bewuste keuze om deze kansen aan te nemen voor de doelgroep. Deze persoon werd als volwaardig teamlid opgenomen. Dit vloeide op natuurlijke wijze over in een steeds meer gekleurd team. De collega’s geven aan dat ze het belangrijk vinden om als mens en vanuit hun werk gewaardeerd te worden, niet omwille van hun kleur en achtergrond. Als er knelpunten zijn in het team, wordt dit ervaren als onderdeel van het samenwerken met mensen met verschillende karakters en stijlen, zoals dat overal is waar mensen samenwerken. Er wordt opgemerkt dat dit niet zo geproblematiseerd moet worden. Er wordt voor het vluchtelingenwerk gekozen om te vertrekken vanuit individuele ondersteuning. Drie maal per week is er een open permanentie. Daarnaast is er een mogelijkheid voor gesprekken op afspraak. Men kan terecht met vragen en problemen op juridisch, psychosociaal, administratief en materieel vlak, meestal gelinkt aan vragen over de verblijfssituatie. Naast het individuele werk, is er groeps- en integratiewerk. Het PSC ondersteunt zelforganisaties via informatie en vergaderruimtes, heeft een groep vluchtelingenjongeren en een vrouwenwerking. De jongerenwerking bestaat uit individuele hulpverlening en groepswerking, een achttal jaar geleden gestart vanuit de nood aan opvang voor minderjarige alleenstaande asielzoekers. Nu is deze verruimd naar alle jongeren met een precair verblijfsstatuut tot 25 jaar. Er is instuif op woensdag- en vrijdagmiddag; er zijn buitenschoolse groepsactiviteiten vertrekkend vanuit hun vragen waarmee gewerkt wordt aan de uitbouw van sociale netwerken en vrijetijdsbesteding. Tevens is er een huiswerkklas. De vrouwenwerking is uitgegroeid tot een ontmoetingsplek voor vrouwelijke vluchtelingen van vele verschillende nationaliteiten, migrantenvrouwen uit Marokko en Turkije en kansarme Belgische vrouwen. Er worden naai- en taallessen, vormingsmomenten, multiculturele werktafels en sport aangeboden, evenals een lotgenotengroep. De bedoeling van deze lotgenotengroep is vrouwen een kans te geven lotgenotes te ontmoeten, hun omgeving te verkennen, zich leren thuis voelen in het land van toevlucht, de mogelijkheid bieden tot contacten met andere (vrouwen)groepen, het bespreekbaar maken van culturele traditionele waarden en verschillen, waardoor ze op een sterkere manier kunnen inburgeren in de Westerse samenleving. Ook kunnen de vrouwen op die manier informatie doorgeven aan vrouwen die minder naar buiten (kunnen) komen, via het eigen informele netwerk. Er wordt gewerkt met een intercultureel vrijwilligersteam als bemiddelaars en tolken om de taal- en cultuurbarrières te overwinnen. Daarnaast wordt er af en toe beroep gedaan op Ba’bel. De tolken van het eigen netwerk krijgen ook vorming binnen het onthaalteam en er is een nauwe samenwerking met hen en de hulpverleners waarbij er ook oog is voor de persoon van de tolk, een “menselijke opvolging”. Samen met de hulpverlener is er plaats voor debriefing. Voor de tolken is dit vrijwilligerswerk ook een opstap naar tewerkstelling en een mogelijkheid om te leren over onze maatschappij.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
113
Er zijn ook twee ondersteuninginitiatieven die de werking ondersteunen (de Voedselbank en de winkel met tweedehands kleding en andere huisraad ’t Frakske), waar mensen materiële ondersteuning kunnen krijgen. Medewerkers hebben vaak te maken met de onmacht die de situatie van deze mensen kenmerkt. Om niet uitgeblust te raken, is humor uitermate belangrijk, evenals het delen in het team van de kleine dingen die wel goed lukten naast de zaken die niet goed lopen. Belangrijk is om bepaalde onrechtvaardigheden te blijven plaatsen in hun maatschappelijke context en dit te signaleren. Er wordt ook vorming gevolgd die ingebracht wordt in het team. Men heeft veel aan de vorming gehad van Sjef De Vries, die de methodiek ‘solution focused therapy’ aanreikte. Dit houdt in dat mensen ondersteund worden in leren om in het hier en nu kleine stappen te nemen en van daaruit samen verder te gaan, naast het in tweede instantie ruimte geven aan de frustratie. Ondersteuning wordt ook ervaren vanuit o.a. Haven voor het juridische luik. Het team heeft een ‘verhalentraditie’, aansluitend op de orale verhaaltraditie: een collega begint een verhaal te vertellen en deelt daarmee een ervaring. Daarna wordt rond dit thema stilgestaan, ervaringen worden uitgewisseld en samen bekijkt het team hoe ze ermee kunnen omgaan. Samenwerkingsverbanden Vanuit de vluchtelingenwerking wordt samengewerkt met Haven vzw, OCIV, IOM, PICUM (Platform ‘International Cooperation on Undocumented Migrants’), Commissie Migranten van de VPKB (Vereniging van Protestantse Kerken in België) en daardoor met Kerkwerk Multicultureel Samenleven van de RK kerk, Netwerk Urban Mission (de Nederlandstalige afdeling van een internationale beweging die gevormd wordt door mensen en initiatieven zoals het PSC). Middelen De reguliere financiering van de vluchtelingenwerking verloopt via CAW De Terp sinds januari 2002; daarnaast zijn er projectfinancieringen vanuit het Sociaal Impuls Fonds (SIF), Koning Boudewijnstiching, CGKR, de Provincie Antwerpen, Lionsclub, giften vanuit de Protestantse kerken en anderen, de opbrengst van de tweedehandswinkel ’t Frakske. Ervaringen Het PSC-vluchtelingenwerking is als deelwerking van een CAW vanuit de eigen specifieke historiek en keuzes uitermate laagdrempelig voor de doelgroep. Anderzijds is het PSC-Vluchtelingenwerking is nog vrij recent in het CAW opgenomen, en zoekt nog naar het contact. Men ervaart dat men elkaar nog te weinig kent vanuit elkaars historiek, zodat kennis, knowhow en visie nog niet voldoende doorstromen. Er werden reeds contacten gelegd op de werkvloer met Consulentenbureau. Dit proces heeft tijd en ruimte nodig, maar is lopende. Er is nood aan een kanaal dat de ervaringen van de basiswerkers bundelt en signaleert naar de overheid. Dit wordt gedeeltelijk gevonden in vzw Haven en via het integratiecentrum De Acht. Men ervaart dat integratiecentra en integratiediensten te weinig voeling blijven hebben met de mensen zelf en op die manier over de hoofden heen werken. Het is belangrijk dat zij ook aangeven aan de overheid dat er teveel projectmatig gewerkt wordt, en dat er meer accent op het proces moet gelegd worden. Er moet ook meer oog zijn voor het stimuleren van de gemeenschappen etnisch-culturele minderheden in hun knowhow en potentiële mogelijkheden: tijd nemen om te spreken met de mensen, hen aan het denken zetten en zelf met voorstellen van aanpak laten komen.
114
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Er is nood aan meer wetenschappelijk onderzoek rond armoede (beleving) overlevingstrategieën bij vluchtelingen en bij mensen zonder papieren maar er dient gewaakt te worden dat onderzoek en research rond deze doelgroepen voldoende geënt blijven op de basiswerkingen. Eventuele adviezen of bevindingen zouden verwerkt moeten worden in de doelstellingen van het basiswerk met indien nodig bijkomende steun van de overheid.
Contactgegevens Protestants Sociaal Centrum CAW De Terp Lange Stuivenbergstraat 54 2060 Antwerpen Tel.: 03/235.34.05 Fax: 03/272.20.85 E-mail:
[email protected] Contactpersonen: Coördinatie Vluchtelingenwerk: Tetty Rooze Coördinatie Open Huis: Wim de Weerd Contactpersoon Vrijwilligers: Lut Degerickx Contactpersoon Vrouwenwerk: Marleen Germer (0496/32.66.011) Contactpersoon Jongerenwerk: Marijke D'Herde (0494/12.34.43) Contactpersoon Vorming en sensiblisatie: Marie Bamutese
Aanspreekbaarheid In beperkte mate willen we informatie geven rond de doelgroep en het samen werken met hen. We draaien al mee in intervisiegroepen van het intersectoraal netwerk psychosociale hulpverlening aan vluchtelingen Antwerpen (zie verder in dit hoofdstuk). Beschikbaar materiaal PSC – “Engagement 2003, Visie en missie in het PSC”. PSC – “Informatiebrochure 2002”. Info brochures: Vreemde namen op de bel, rond nieuwkomers in België. De Assyrische gemeenschap.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
115
34. ADVIESGROEP HULPVERLENING AAN ETNISCH-CULTURELE MINDERHEDEN, CAW HET WELZIJNSHUIS Gesprekspartner: Luc Van Oost, directie CAW Het Welzijnshuis Aanzet, ontstaansgeschiedenis Op basis van de omgevingsanalyse werd in het beleidsplan gekozen voor een meer bewust doelgroepenbeleid. Eerst werd een kader voor doelgroepenbeleid goedgekeurd. Binnen dat kader werd op CAW-niveau vanaf januari 2004 gekozen voor de doelgroep etnisch-culturele minderheden; er is geen bepaalde duur vooropgesteld. Het CAW stelt vast dat bepaalde deelwerkingen, zonder pro-actief te werken, vrij toegankelijk zijn voor deze doelgroep. Het gaat hierbij over JWW en het Vluchthuis, waar de helft of meer van het cliënteel bestaat uit etnisch-culturele minderheden. Het CIC krijgt ruim één derde ECM over de vloer; het bewust aantrekken van een medewerkster van allochtone origine werkte drempelverlagend en bracht interculturele deskundigheid in het team. Ook Begeleid Wonen voor Jongvolwassenen maakte in haar personeelsbeleid eenzelfde keuze voor haar project naar jonge allochtonen toe; gezien het expliciete karakter van dat project is het bereik van ECM een evidentie. Het Algemeen Opvanghuis ‘De Zavelweg’ telt eveneens zonder noemenswaardige problemen zeer geregeld ECM onder haar bewoners. In de andere deelwerkingen, met name het Ambulante Algemeen Welzijnswerk, de Neutrale Ontmoetingsruimte, het JAC en Slachtofferhulp, is het bereik laag tot verwaarloosbaar. Ondermeer deze grote verschillen in toegankelijkheid en onze onmogelijkheid om een degelijke verklaring te geven, spoorden ons aan om eerst in 2004 het terrein goed te verkennen, alvorens in 2005 tot beleidskeuzes over te gaan. Doelstelling Verbeteren van de toegankelijkheid van CAW Het Welzijnshuis voor etnisch-culturele minderheden. Doelgroep Allochtonen, nieuwkomers, vluchtelingen, asielzoekers, woonwagenbewoners. Het woord ‘doelgroep’ kan in dit geval zeer misleidend de indruk geven dat het om een goed af te bakenen groep gaat, of ook verkeerdelijk het gevoel geven dat men over dezelfde mensen spreekt. Door deze zeer brede invulling zullen we voortdurend waakzaam moeten zijn. Inhoud en methodieken Keuze voor een procesmatige aanpak, in samenwerking met het provinciaal integratiecentrum PRICMA en het lokale steunpunt Mechelen. Men wil werken via de DIALOOG-methode, waarbij in dialoog gegaan wordt met de doelgroep, en gezocht wordt naar wat vraag en aanbod kunnen zijn. Het concrete plan is dat er een klankbordgroep wordt samengesteld van mensen uit diverse etnisch-culturele minderheden, die zich persoonlijk engageren om een aantal bezoeken te doen aan de diverse deelwerkingen van het CAW. De groep zou door het PRICMA verzameld worden, en telkens wordt met een groepje mensen die geïnteresseerd zijn in een bepaalde deelwerking een bezoek voorbereid, op bezoek gegaan, de deelwerking stelt zich voor, en de klankbordgroep duidt
116
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
knelpunten en geeft aanbevelingen. Uit deze analyse kan het CAW de hulpverlening bijsturen en toegankelijker maken. Samenwerkingsverbanden CAW werkt hiervoor samen met PRICMA. PRICMA neemt hiervoor contact op met mensen die zij kennen uit de etnisch-culturele minderheden, hetzij vanuit zelforganisaties, hetzij niet georganiseerd. Middelen Het staflid inhoudelijk beleid behartigt dit dossier centraal. Alle deelwerkingen maken met hun voltallige team de nodige tijd vrij voor de ontmoetingen in 2004. Een middelendiscussie zal plaatsvinden in het kader van beleidsbeslissingen in 2005. Ervaringen Gezien de realisatie hiervan nog niet gebeurd is, kan dit nog niet geëvalueerd worden.
Contactgegevens Leen Quadflieg CAW Het Welzijnshuis Stafmedewerker Guido Gezellestraat 54 2830 Willebroek Tel.: 03/860.90.10 Tel.: 015/33.08.41 Fax: 03/866.35.91 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid Elke vraag wordt overwogen. Beschikbaar materiaal Autoanalyse voor de deelwerkingen, ter voorbereiding van de dialoog.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
117
35. BEGELEID WONEN VOOR JONGVOLWASSENEN, CAW HET WELZIJNSHUIS Gesprekspartner: Luc Vandervorst, coördinator thuislozenzorg Aanzet, probleemstelling Het herhaaldelijk signaal dat de hulpverlening voor een groep jongvolwassen - die geconfronteerd werden met verschillende problemen op verschillende levensdomeinen niet bereikte. Dit signaal werd geformuleerd door de vzw Mechels Overleg en Organisatie van Jeugdwelzijnswerk, OCMW Mechelen (Dienst Woonnoodhulp), het Dagcentrum De Sleutel, het Straathoekwerk (vanuit het CGGZ Mechelen) en Het Justitiehuis. Vanuit dit signaal werd een actie opgestart binnen het oorspronkelijke VFIK later SIF/ Gemeentefonds, nu met toelage van de Stad Mechelen. In eerste instantie werd de vraag geformuleerd door het Jeugdhuis Rzoezie, die zich richtte op een categoriale werking rond de Marokkaanse jongvolwassenen. Dit werd geweigerd door de overheid. Bij uitbreiding naar een niet-categoriale werking en goedkeuring van het project, werd het CAW en de dienst Thuislozenzorg daarna betrokken omdat men het als een mogelijke uitvoerder van dit project zag gezien de affiniteit met de doelgroep. Op 1 juni 1994 startte het project effectief met de indiensttreding van 2 projectwerkers. Doelstelling Onthaal en begeleiding bieden aan jongvolwassen (18 – 25 jaar), autochtoon en allochtoon, in Mechelen die geconfronteerd worden met verschillende problemen op verschillende levensdomeinen en in feite thuisloos zijn. Doelgroep Jongvolwassenen (18 – 25 jaar) in Mechelen die geconfronteerd worden met verschillende problemen op verschillende levensdomeinen en in feite thuisloos zijn, autochtone én allochtonen jongvolwassenen zowel mannen als vrouwen; illegale jongeren worden echter niet opgenomen in de residentiële werkingen. Dit is een keuze van het CAW. Inhoud & Methodieken Gestart op 01/06/1994. Het initiatief werd eind 2003 door de Stad Mechelen erkend als project voor een duur van drie jaar (2004–2006). Er wordt gekeken vanuit de kernproblematiek van thuisloosheid als een ‘proces van ontankering’, met als concrete insteek de woonproblematiek en het zelfstandig kunnen wonen. Binnen het algemeen maatschappelijk werk wordt gekozen voor de maatzorg methodiek (vertrekkende vanuit de hulpvraag van de jongere zelf) omdat deze het best een antwoord biedt op de verbintenisproblematiek. Deze methodiek wordt vanuit de ervaring van de projectwerkers - met een aantal specifieke accenten gehanteerd. In onze werkwijze stellen wij niet de problematische jongere centraal, maar focussen op de ondersteuning bij het alleen wonen. Veel jongeren zijn immers niet gemotiveerd, worden overal op hun problemen aangesproken en zijn al op tal van plaatsen mislukt. Eenzelfde werkwijze zou nog meer weerstand oproepen. Een allochtone collega is werkzaam in het project. Eerst vormden de twee personeelsleden van het project een apart team, later zijn ze geïntegreerd in het team thuislozenwerking. Op deze manier kan een behoorlijke teamondersteuning gerealiseerd worden. Dit is ook noodzakelijk opdat de allochtone hulpverlener niet zou overspoeld worden door het aantal hulpvragen.
118
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Vindplaatsgericht werken wordt als een belangrijke methodiek gezien. Hiervoor wordt met organisaties die dicht bij de doelgroep staan, contact opgenomen. Dit is bv het straathoekwerk, intermediairen, andere jongeren die reeds positieve ervaring met deze hulpverlening hebben. De allochtone jongeren kijken niet naar de werking, maar wel naar de personen. Daarom is netwerken van groot belang om de doelgroep te bereiken. Samenwerking met Steunpunt Tewerkstelling, Jeugdhuis Rzoezie, Straathoekwerk, het onthaalbureau voor nieuwkomers in Mechelen en de vluchtelingendienst die vroeger deel uitmaakte van PRICMA wordt sedert anderhalf jaar gerealiseerd aan de hand van kennismakingsbezoeken en case-besprekingen. Dit zal verder moeten uitgebouwd worden omdat ook blijkt dat de profilering van de diensten van het CAW naar de doelgroep onduidelijk blijft. Er moet ook een structureel overleg met de doorverwijzers plaatsvinden op regelmatige basis om op tijd bij te sturen waar nodig. Dit structureel overleg is momenteel afgesproken met o.m. Het Justitiehuis, Dagcentrum De Sleutel. Samenwerkingsverbanden CAW Het Welzijnshuis – Thuislozenzorg. CAW Het Welzijnshuis – Jongeren Advies Centrum Kommaf. Straathoekwerk Mechelen. Migrantensector (Steunpunt tewerkstelling). vzw Mechels Overleg en Organisatie van Jeugdwelzijnswerk (waarbij ook Jeugdhuis Rzoezie betrokken is). OCMW Mechelen. Middelen Middelen van de Stad Mechelen voor de loonkosten en aanvullende middelen van het CAW Het Welzijnshuis voor de werkingskosten. 2 VTE voor het project, die een plaats hebben en ondersteund worden binnen het team thuislozenzorg. Ervaringen Het in bereik brengen van laagdrempelige hulpverlening aan autochtone en allochtone thuislozen jongvolwassenen mag als behaald worden beschouwd maar blijft een opdracht die specifieke aandacht vereist. Tijdelijkheid van het project (tot 31 12 2003): Het systeem van projectsubsidiering (VFIK – SIF - Gemeentefonds – Stadsbegroting) vormt ernstige belemmering in de werking: onvoldoende subsidie, tijdelijke contracten, onzekerheid continuering project vanuit het Beleid van de stad Mechelen biedt weinig perspectief, remt de ontwikkeling en werkt op lange duur demotiverend. Medewerkers kiezen voor een vastere werkaanbieding en de competenties gaan verloren voor de werking. Het blijft noodzakelijk om permanent te investeren in netwerken, maar het gebrek aan perspectief na 31 december 2003 maakt dit niet eenvoudig. Ook is veel energie gegaan naar de fusie-beweging van het CAW de laatste jaren, waardoor de externe contacten op een lager pitje stonden. De afbouw van het straathoekwerk in Mechelen vanwege het stopzetten van de SIF-subsidies is een probleem voor het bereiken van de doelgroepen. De samenwerking met het Straathoekwerk in Mechelen heeft ups and downs gekend. De afbouw ervan en het ontbreken van samenwerking was soms moeilijk. Een grote groep allochtone jongeren doet beroep op de projectmedewerker; een maximumcapaciteit moet bewaakt worden voor het bieden van kwalitatieve hulp-
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
119
verlening. In het jaarverslag 2002 vinden we dat van de 27 begeleidingen dat jaar, er 14 autochtonen en 12 allochtonen zijn (1 onbekend). Ook een groep allochtonen die ouder is (+25 jaar) wenst beroep te doen op de allochtone medewerker. Doorstroming naar andere deelwerkingen van het CAW of naar het OCMW blijft echter niet evident. Daar dient dus verder aan de toegankelijkheid gewerkt te worden. Allochtone hulpverleners hebben doorgaans een zeer groot verantwoordelijkheidsbesef naar de eigen gemeenschap en nemen vaak teveel persoonlijk op, waardoor ze snel overvraagd worden. Er dient gezocht te worden op welke wijze de doorverwijzingsmogelijkheden verbeterd kunnen worden en hoe deze hulpverleners ondersteund kunnen worden. Huisvesting vinden voor deze doelgroep blijft problematisch. De samenwerking met de stad Mechelen laat te wensen over, en wij zouden dit graag verbeteren en zagen onze wensen ten dele vervuld door in de overeenkomst 2004 –2006 een structureel overleg in gebouwd te zien. We zouden graag de preventie/signaalfunctie beter uitbouwen (kan binnen CAW). De dienst Thuislozenzorg heeft een samenwerkingsovereenkomst met de Tolkenpool in Mechelen en nam in 2003 kennis van de werking van Ba’bel. Het is onze vaststelling dat een groep ‘thuisloze jongeren’ of ‘zwerfjongeren’ moeilijk te bereiken is en specifiek maatschappelijk werk vraagt. Deze jongeren kan je zeker thuisloos noemen in de zin van het ontbreken van significante banden (ook soms met de hulpverlening). Deze werkvorm heeft echter nooit veel steun gehad vanuit de minderhedensector/steunpunt als poging om een doelgroep in het bereik van de maatschappelijke dienstverlening van het algemeen welzijnswerk te brengen. In de beginjaren hebben we op lokaal vlak wel veel steun gekregen van De Sleutel, Het Justitiehuis, OCMW Mechelen, Jeugdhuis Rzoezie.
Contactgegevens CAW Welzijnshuis Luc Vandervorst Teamverantwoordelijke Thuislozenzorg Wollemarkt 32 2800 Mechelen Tel.: 015/27.62.02 E-mail:
[email protected] Projectmedewerkers: Bachir Maaroufi, Agnes De Groote, Cindy Aerts.
Aanspreekbaarheid Mondelinge informatie. Beschikbaar materiaal Folder werking.
120
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Jaarverslag.
36. RECHTSHULPVERLENING AAN VREEMDELINGEN BINNEN JUSTITIEEL WELZIJNSWERK, CAW DE KEMPEN Gesprekspartner: Hugo Jansen, jurist Aanzet, probleemstelling JWW De Kempen werkt in vier gevangenissen: Turnhout, Hoogstraten, Wortel en Merksplas (enkel mannen). De aanwezigheid van etnisch-culturele minderheden is in alle ge-vangenissen hoog. In de gevangenis van Merksplas zijn meer dan de helft van de onge-veer vierhonderd veroordeelden vreemdelingen zonder recht op verblijf of met een pre-cair verblijfsstatuut (asiel, regularisatie, gezinshereniging…). Daarnaast zijn er gemiddeld een vijftiental vreemdelingen die niet (meer) een straf uitzitten, maar wel worden vastgehouden op instructie van de Dienst Vreemdelingenzaken (in afwachting van een eventuele repatriëring). Uit een studie in de gevangenis van Merksplas, in samenwerking met JWW Turnhout, bleek dat er bij deze groep een hoge behoefte was aan rechtshulp. Op basis hiervan werd het project rechtshulpverlening in 1998 opgestart. Aan de groep allochtonen, die sterk aanwezig is in de vier gevangenissen, wordt geen specifiek aanbod rechtshulp gedaan, maar zij vallen wel onder het reguliere aanbod van hulp- en dienstverlening vanuit het Justitieel Welzijnswerk (via het aanbod van trajectbegeleiding.) Doelstelling Bieden van rechtshulpverlening aan vreemdelingen. Doelgroep Gedetineerden met een precair verblijfsstatuut, voornamelijk in de strafinrichting van Merksplas. Inhoud & Methodieken Ten gevolge van de invoering van het “strategisch plan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden” van de Vlaamse overheid, en gezien de Noorderkempen één van de drie pilootregio’s is, kan elke gedetineerde beroep doen op het aanbod van trajectbegeleiding vanuit het Justitieel Welzijnswerk met het oog op een zo gericht mogelijk aanbod van hulp- en dienstverlening. Ook de groep vreemdelingen met een precair of zonder verblijfsstatuut, heeft toegang tot de trajectbegeleiding. Hun vragen en bekommernissen situeren zich meestal rond hun verblijfssituatie en de weerslag daarvan op hun detentie en proce-dures van vrijstelling. Daarom ontwikkelde JWW Turnhout een specifiek aanbod. Enerzijds krijgen alle trajectbegeleiders ondersteuning en vorming van de mede-werker rechtshulp bij het beantwoorden van courante vragen. Anderzijds worden de wat complexere vragen door de medewerker rechtshulp zelf opgenomen. Hij bezoekt daartoe de betrokken vreemdelingen in de gevangenis. De tussenkomst kan bestaan uit informatie, doorverwijzing, contactname met en bemiddeling bij officiële instanties (gemeente, Dienst Vreemdelingenzaken, consulaat, gerechtelijke diensten). Aan de vreemdelingen die ter beschikking staan van de Dienst Vreemdelingenzaken wordt een pro-actief aanbod gedaan: de medewerker rechtshulp nodigt hen systematisch uit voor een gesprek, in samenwerking met twee vrijwillige medewerk(st)ers, en geeft gerichte ondersteuning bij repatriëring.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
121
Er wordt noodgedwongen gewerkt met contacttalen Frans en Engels, voor andere talen wordt vaak beroep gedaan op collega-gedetineerden, uiteraard mits akkoord van de betrokken vreemdeling. Vanuit de gevangenis kan niet met de telefonische tolkendienst Ba’bel gewerkt worden, omdat in het gesprekslokaal geen telefoon is voorzien. Ook over culturele achtergronden is onvoldoende informatie bekend. Binnen JWW wordt er ook gewerkt met vrijwilligers. Enkele vrijwilligers zijn specifiek gericht op anderstaligen. Ze gaan in opdracht van JWW naar de gedetineerden met een bepaalde opdracht, en nemen daarnaast de tijd voor een ruimer gesprek rond vragen en bekommernissen van de vreemdeling. Het zijn mensen die Frans en Engels spreken, en enkele ook Spaans of Duits. Er was een tijd geleden ook een Russisch sprekende vrijwilligster. Regelmatig vindt terugkoppeling plaats met de betrokken hulpverlener/trajectbegeleider die dan verder opvolgt. Samenwerkingsverbanden Vlaams Minderhedencentrum. Gevangenissen Noorderkempen. Middelen Reguliere enveloppenfinanciering van het CAW. Ervaringen De opsplitsing van etnisch-culturele minderheden, zoals door het Minderhedendecreet, wordt niet weerhouden in het gevangeniswezen en JWW. Hier zal er een andere benadering zijn op basis van de taal: Nederlandstalig of anderstalig. Verder zal de inhoud rond de rechtshulpverlening verschillend zijn afhankelijk van het verblijfsstatuut. Er is dus ook geen zicht op de specifieke aanwezigheid van woonwagenbewoners en trekkende bevolkingsgroepen. Taal en communicatieve problemen blijven een belangrijk knelpunt: geen mogelijkheid om beroep te doen op tolken, geen mogelijkheid om de telefonische tolkendienst Ba’bel te gebruiken binnen de gevangeniscontext. Er is binnen het JWW onvoldoende kennis en inzicht rond het werken met etnisch-culturele minderheden, omgaan met andere culturen enz. Door het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk wordt nu wel gewerkt aan een gericht vormingsaanbod naar de medewerkers van het JWW. Justitieel Welzijnswerk werkt binnen een gevangeniscontext. Dit betekent dat de concrete verbetering van de situatie van gedetineerden van etnisch-culturele minderheden vooral afhankelijk is van factoren binnen het dagelijks leven, en dus samenhangt met bv. de verhoudingen met het justitiepersoneel, het gevangenisleven. Dit is iets anders dan het werken binnen JWW aan een grotere toegankelijkheid.
Contactgegevens Hugo Jansen Medewerker Rechtshulp Justitieel Welzijnswerk CAW De Kempen Stationstraat 82 2300 Turnhout Tel.: 014/40.21.90 Fax: 014/43.11.57 E-mail:
[email protected]
122
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Aanspreekbaarheid Bereid tot doorgeven informatie, medewerking vormingsaanbod binnen het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk Beschikbaar materiaal Gerichte nota's over deelaspecten.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
123
37. VORMINGSAANBOD AAN ANDERSTALIGEN BINNEN JUSTITIEEL WELZIJNSWERK IN DE STRAFINRICHTINGEN VAN DE NOORDERKEMPEN, CAW DE KEMPEN Gesprekspartner: Guy Dens, Annik Aerts en Team organisatie maatschappelijke dienstverlening, Justitieel Welzijnswerk Turnhout Aanzet, probleemstelling Binnen de gevangenissen wordt rond etnisch-culturele minderheden en in het kader van het vormingsaanbod het onderscheid gemaakt vanuit de taal : Nederlandstaligen en anderstaligen, vanuit het gegeven dat dit praktische aanpassing vergt in het cursussenaanbod en in de communicatie in het dagelijks leven. Niet-Nederlandstalige inkomenden worden omwille van de taal uitgesloten van een (groot) gedeelte van het onderwijs- en vormingsaanbod en het functioneren op de arbeidsvloer in de penitentiaire instellingen verloopt vaak moeilijker. Doelstelling Cursusaanbod aanbieden voor anderstaligen Doelgroep Gedetineerden die geen of onvoldoende Nederlands machtig zijn; dit is een zeer heterogene groep: Franstaligen uit Wallonië en Brussel, vreemdelingen zonder verblijfsvergunning, vreemdelingen die zich na detentie in Vlaanderen willen en kunnen vestigen, … Onder deze niet-Nederlandstaligen vindt men laag geschoolden, hoger geschoolden (meer dan 10 jaar onderwijs in hun land van herkomst), analfabeten, … Voor al deze mensen geldt hetzelfde; het niet kennen van de Nederlands taal vormt een ernstige handicap om zich te kunnen handhaven in de strafinrichting en om op een bevredigende manier (voor alle partijen) te kunnen deelnemen op de sectie en op de arbeidsvloer. Inhoud & Methodieken Tijdens de voorbije jaren werden er in de gevangenissen van de Kempen – voornamlijk in de strafinrichting Van Merksplas – vormingsinitiatieven genomen, gericht op de Nederlandse taal : o
Een groepsonthaal voor anderstaligen waarbij in vier samenkomsten de deelnemers vertrouwd werden gemaakt met verschillende thema’s uit het dagelijks leven in de gevangenis. Er werd een minimale basis Nederlands gegeven en er werd gepolst naar de interesse voor een volgende module ‘Nederlands op de gevangenisvloer’. In opvolging van dit groepsonthaal werd er individueel contact genomen met de aanwezigen om hen te polsen rond en te motiveren voor deelname aan cursussen Nederlands. Met het oog op de komst van trajectbegeleiders werd gestopt met deze ‘onthaalklas voor anderstaligen’. Trajectbegeleiders zullen in de toekomst individueel anderstalige gedetineerden vertrouwd maken met het hulp- en dienstverleningsaanbod in de gevangenis.
o
Het aanbod ‘Nederlands op de gevangenisvloer’ houdt een cursus in van 60u, gedurende 1O weken, door Centrum Basiseducatie Noorderkempen.
o
De module Nederlands voor Beginners wordt gegeven door hetzij het Centrum voor Volwassene vorming (CVO) of het Centrum Basiseducatie (CBE), afhankelijk van de graad van scholing. Deze module omvat 180 uren.
Tijdens de voorbije periode werd er een beperkt cursusaanbod voorzien, enkel voor anderstaligen: o o
124
Computer voor Franstaligen Frans voor Engelstaligen
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Een aantal cursussen werden ook toegankelijk gemaakt voor anderstaligen: o o o o o
Kinderactiviteit: creatieve namiddag voor kinderen en hun ouders. De relatie tussen vader en kind staat centraal. Lichaamsontspanning Schaakavonden en gezelschapsspellenavonden Andere activiteiten rond ontspanning en sport Bibliotheek
Samenwerkingsverbanden Het aanbod wordt verzorgd door diverse partners uit de wereld van onderwijs, cultuur, ontspanning, sport en de strafinrichting zelf. Justitieel Welzijnswerk van CAW De Kempen staat in voor de organisatie van de activiteiten. Middelen Reguliere werkingsmiddelen Evaluatie In de Kempen is het aantal aanbodverstrekkers voor activiteiten aan anderstalige gedetineerden zeer beperkt. Ondanks de groeiende populatie én spreiding over meerdere gevangenissen van anderstaligen in de strafinrichtingen blijft het zeer moeilijk om een minimaal aanbod voor andertaligen te garanderen. De onthaalklas voor anderstaligen in Merksplas werd de voorbije jaren geëvalueerd als een interessante methodiek om te groeien naar een traject voor anderstaligen in de strafinrichting. Met de komst van de trajectbegeleiders werd besloten dit project stop te zetten.
Contactgegevens Guy Dens teamverantwoordelijke Organisatieondersteuning Justitieel Welzijnswerk CAW De Kempen Stationstraat 82 2300 Turnhout Tel.: 0479/80.88.37 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid mondelinge informatie Beschikbaar materiaal Duidingsbladen vormingsinitiatieven
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
125
PROVINCIE LIMBURG
38. ALLOCHTONE VRIJWILLIGERS IN HET VLUCHTHUIS HASSELT, CAW ’T VERSCHIL Gesprekspartner: Ester Meeuwis, teamverantwoordelijke Aanzet, probleemstelling Het werken met (autochtone) vrijwilligers was de basis van het ontstaan van het vluchthuis. Er waren twee oorzaken waarom het vluchthuis de laatste tijd de stap zette naar het werken met allochtone vrijwilligers: de groeiende aanvraag van vrouwen uit etnisch-culturele minderheidsgroepen en de aanvraag van stagiaires van de opleiding intercultureel bemiddelaar om ervaring op te doen in het vluchthuis. Doelstelling Betere werking in het vluchthuis rond ECM en het samenleven bevorderen tussen autochtone en vrouwen uit etnisch-culturele minderheden in het vluchthuis. Doelgroep Vrouwen die het slachtoffer zijn van partnergeweld, mensenhandel of uithuwelijking. Hierbij zien we ook een groot aandeel cliënten uit etnisch-culturele minderheden (allochtonen, vluchtelingen en nieuwkomers). Vrijwilligsters uit etnisch-culturele minderheden. Inhoud & Methodieken Een actief wervingsbeleid voor allochtone vrijwilligers werd niet gehanteerd. Bij de aanvraag van de eerste stagiaires werd goed nagedacht hoe deze vrijwilligers begeleid dienden te worden. Dit verloopt grotendeels zoals bij de autochtone vrijwilligers. De vrijwilligsters draaien op regelmatige basis mee in de werking van het vluchthuis, na een opleiding. Doen aan activiteiten mee en tolken, zijn luisterend oor. Concreet gaat het momenteel over 2 Turkse vrijwilligsters die actief meedraaien in de groepen (en één partner die klusjes doet voor het Vluchthuis) van de 5 vrijwilligers. De aanvraag als vrijwilligster wordt na een intakegesprek op het team bekeken. De vrijwilligster volgt dan een opleiding, georganiseerd door Pandora, telefonische hulpverlening rond partnerrelatieproblemen en het Vluchthuis zelf. Deze bevatten een communicatie-opleiding, het voorstellen en uitleggen van de werking van het vluchthuis, profilering van het hulpverleningswerk en -attitude, er is een 'proefperiode' voorzien van 24u meewerken (verspreid over een aantal dagen). Hierna volgt een gesprek met de vrijwilligster. Er is ook een onthaalbrochure voor vrijwilligers, met hierin duidelijke argumentering voor de reden van de regels van het huis. Deze wordt regelmatig herwerkt en geactualiseerd. De vrijwilligster engageert zich om op regelmatige basis mee te werken in het Vluchthuis. Er wordt gezorgd voor een goede opname van de vrijwilligers in het team. Zo worden supervisie gezamenlijk gehouden met het team, is er tussendoor overleg met hen, staan 2 vrijwilligsters regelmatig gezamenlijk in een groep. De vrijwilligster draait mee in de groep, doet mee aan activiteiten, ze kan individueel met cliënten spreken, bemiddelt bij conflicten vanuit het culturele en taalgebonden samen met de groepswerkers. Eén vrijwilligster is ook bij crisismomenten beschikbaar voor het vluchthuis om de taal- en culturele context te ondersteunen.
126
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Naast op allochtone vrijwilligers, wordt ook frequent beroep gedaan op de vertaalen tolkservice van het PRIC. Deze tolken worden ook gevraagd om in het groepsgesprek te tolken. Er wordt ervaren dat het zeer belangrijk is om alle stappen in het hulpverleningsproces en alle stappen rond het leven in het Vluchthuis zeer concreet moeten uitgelegd worden, met telkens een uitgebreide motivering erbij. Expliciete uitleg en duidelijkheid wordt als zeer belangrijk ervaren in het samenleven met mensen uit diverse culturen. Dit geldt zowel voor de cliënten als de allochtone vrijwilligsters. Er is een goede integratie in de buurt (overigens een etnisch-culturele minderheden-rijke buurt), goed nabuurschap, allochtone buurvrouwen komen soms gewoon een babbel doen voor eigen advies, om werk te vragen, om spullen te geven… Bij opening van de nieuwe woonst werd een opendeurdag gehouden voor de buurt met uitleg. Contextueel gedachtegoed wordt ervaren als zeer zinvol bij de psychosociale begeleiding van de vrouwen. Vroeger, bij kleiner huisvesting, werd een quotum gehanteerd van 2 ECM op 10 cliënten. Bij verhuis naar grotere woonst is dit quotum geschrapt. Samenwerkingsverbanden Het vluchthuis werkt voor opleiding en scholing van de vrijwilligsters samen met vzw Pandora. Er is een goede samenwerking met PRIC voor tolken en juridische info. Middelen Reguliere middelen CAW. Ervaringen Er wordt ervaren dat zowel het verhuizen naar een groter, ruimer pand en de aanwezigheid van de allochtone vrijwilligers bijdragen tot een goede leefbaarheid in het vluchthuis. Er wordt nu geen quotum meer gezet op het aantal vrouwen uit ECM. Turkse vrouwen kunnen veel kwijt bij de Turkse vrijwilligers, die dan toeleiden naar het team. Er wordt ervaren dat de Turkse vrouwen zich beter voelen sinds de Turkse vrijwilligsters meewerken. Ook voor de begeleiding is het een verlichting van de werkdruk. Er kan korter op de bal gespeeld worden, escalatie wordt vermeden, conflicten sneller opgelost. Goede opvolging is nodig rond hulpverleningsvaardigheden bij de vrijwilligers: afstand en nabijheid (niet meenemen van vrouwen in je privéleven, geen partij trekken in de problemen van de vrouw, eigen keuzes laten maken), concrete afspraken hoe met het appèl van de vrouwen wordt omgegaan (alle vragen eerst op het team brengen). Moeilijker om Maghrebijnse vrijwilligers te vinden. Doorstroming van ECM-vrouwen moeilijk door schrijnend tekort aan huisvesting, zeker voor deze doelgroep. De kinderwerking werd door minder middelen deels afgebouwd, vraag naar voltijdse kinderwerkster, gezien door de grotere accommodatie ook meer kinderen worden opgenomen met hun moeder. Meer 'vrouwkracht' door de werking met de vrijwilligsters en de ruimere huisvesting is het mogelijk om de toegankelijkheid te verhogen. Grotere herkenbaarheid bij vrouwen van eigen taalgroep De competenties van het team worden door de allochtone vrijwilligers verhoogd.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
127
Contactgegevens Ester Meeuwis Teamverantwoordelijke Vluchthuis Hasselt CAW ’t Verschil Postbus 80 3500 Hasselt Tel.: 011/60.69.81 Fax: 011/60.69.55 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid Beperkte mondelinge informatie.
128
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
39. BEGELEID WONEN EN RESIDENTIËLE OPVANG DOOR CAW SONAR IN DE LOKALE OPVANG-INITIATIEVEN VAN DE GEMEENTEN GENK EN OPGLABBEEK Gesprekspartners: Johan Huygen, directielid en My de Wilde, coördinator Begeleid Wonen Aanzet, ontstaansgeschiedenis In samenwerking met respectievelijk het OCMW van Genk en het OCMW van Opglabbeek heeft CAW Sonar de begeleiding opgenomen voor asielzoekers in beide gemeenten, onder de vorm van het beheren en begeleiden van een Lokaal Opvang Initiatief (LOI). LOI Genk werd gestart in april 2001. LOI Opglabbeek werd gestart in mei 2003. Doelstelling Woonbegeleiding bieden aan asielzoekers in het kader van de materiële hulpverlening die de OCMW’s in het kader van het federaal spreidingsplan moeten voorzien tijdens de ontvankelijkheidsfase van de asielprocedure. Doelgroep Asielzoekers in de ontvankelijkheidsfase die toegewezen werden aan de betrokken gemeente. Inhoud & Methodieken Doorverwijzing via het OCMW van de betrokken gemeente. De sociaal-juridische begeleiding gebeurt door het OCMW. Het CAW neemt woon- en leefgroepbegeleiding op, evenals vrijetijdsbesteding en kleine praktische zaken. Het LOI Genk is een leefgroepwerking, met 21 bewoners (‘bedden’), onder de vorm en methodieken van een opvangcentrum. Op maandag en vrijdagvoormiddag wordt er in het LOI een cursus Engels gegeven. Iedere donderdag en vrijdagvoormiddag een cursus Nederlands. Voor de bewoners van het LOI worden regelmatig uitstappen georganiseerd. Ook de mogelijkheden tot sport en vrijetijdsbesteding worden toegelicht. Het LOI Opglabbeek is een vorm van gemeenschapswonen in twee appartementen, voor 2 en 3 personen. De methodieken die hier gehanteerd worden zijn degene van begeleid wonen. LOI Opglabbeek valt ook onder het team Begeleid Wonen. De woonbegeleiding houdt in dat deze mensen 2x per week bezoek krijgen van een begeleider, waarbij het samenwonen en de vrijetijdsbesteding gecoacht wordt. Middelen Het personeelkosten worden gedragen door het OCMW. Het CAW neemt de taken op in opdracht van het OCMW. Samenwerkingsverbanden CAW Sonar en respectieve OCMW’s van Genk en Opglabbeek. Ervaringen De LOI’s hebben een ander doelpubliek; in de organisatie van het CAW worden de doelgroepen van het CAW hier niet gemengd opgevangen. In Begeleid Wonen, noch in het logementswonen of in het project bemoeizorg, is verder weinig ervaring met etnisch-culturele minderheden. Af en toe is er één allochtoon tussen de autochtonen, waarbij er geen onderscheid wordt gemaakt tussen de origine voor de begeleiding.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
129
Contactgegevens Johan Huygen Directielid CAW Sonar Aardlaan 28 3600 Genk Tel.: 089/35.27.10 Fax: 089/35.27.10 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid Te bespreken.
130
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
40. OPLEIDING JEUGDADVISEURS BINNEN BUURTHUIS, JAC HASSELT, CAW ‘T VERSCHIL Gesprekspartner: Sandra Heeren, verantwoordelijke project jeugdadviseurs. Aanzet, probleemstelling Jeugdadviseurs is in het algemeen een methodiek om jongeren, naast het geven van een opleiding, ook bekend te maken met de werking van een JAC en met de medewerkers ervan. De drempel om het JAC binnen te stappen als de jeugdadviseur een probleem heeft, wordt op die manier verlaagd, maar jeugdadviseurs verwijzen andere jongeren ook gemakkelijker door naar het JAC. Na een evaluatie van de vorige opleidingen jeugdadviseurs viel op dat vooral jongeren uit het ASO en TSO bereikt werden. De “maatschappelijk kwetsbare jongeren” vielen op één of andere manier uit de boot. Er werd beslist om de werving van de volgende opleiding meer toe te spitsen op niet-georganiseerde jongeren. Er werd gekozen om de werving te laten doorgaan binnen jeugd- en buurthuizen. Eén van deze jeugdhuizen was gelegen in een buurt met veel allochtone jongeren. Zo zou deze groep het JAC ook beter leren kennen en een betere doorstroming krijgen naar het JAC. Doelstelling Beter bereik van niet-georganiseerde jongeren realiseren via niet-georganiseerde jeugdadviseurs. Doelgroep Jongeren uit jeugd- en buurthuizen. Inhoud & Methodieken Er werd contact opgenomen met alle buurtwerkingen en jeugdhuizen uit het Hasseltse om het project voor te stellen. De meeste werkingen bleken geïnteresseerd, maar uiteindelijk bleef er slechts 1 buurtwerking over die besloot om op het aanbod in te gaan. Deze buurtwerking ligt in een multiculturele wijk waar ook jongerenwerkers van de stad Hasselt actief zijn. Er werd overleg gepleegd met de verantwoordelijke van het buurthuis en met de jongerenwerkers van de buurt om te kijken hoe de nietgeorganiseerde jongeren bereikt konden worden. In het buurthuis werd de voorstelling gegeven van de opleiding jeugdadviseur. Hierop kwamen een 10-tal geïnteresseerden af. Uiteindelijk kozen 5 jongeren om de cursus te volgen. Deze werd aangepast aan hun mogelijkheden. De verwachtingen van de jongeren werden beluisterd, bv. de opleiding, die normaal doorgaat tijdens een weekend, werd nu gegeven op weekenddagen, maar zonder overnachting. De inhoud werd flexibel aangepast, steeds met de doelgroep voor ogen. Samenwerkingsverbanden In Petto, jongerenwerkers stad Hasselt. Middelen Reguliere middelen. Ervaringen Het is nodig om voldoende tijd uit te trekken om de jongeren te motiveren aan de opleiding deel te nemen. Methodieken moeten aangepast worden aan de verwachtingen en mogelijkheden van de doelgroep. De methodieken binnen de opleiding jeugdadviseur zijn onvoldoende aangepast aan deze specifieke doelgroep. Het is een opleiding waarbij ge-
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
131
bruik gemaakt wordt van gesprekken, rollenspelen. De begeleider merkte dat het vlot en genuanceerd gebruiken van het Nederlands, het durven voor een groep staan, het zich inleven in de ander niet evident waren. Het realiseren van follow-up momenten verloopt ook bij deze groep zeer moeilijk. Positieve ervaringen: de jongeren leerden het JAC op een andere manier kennen en zullen ook sneller contact opnemen bij problemen. Ze weten wie er werkt en dat ze ook vrienden in nood kunnen doorverwijzen.
Contactgegevens Sandra Heeren, verantwoordelijke project jeugdadviseurs. Caw ’t Verschil JAC Hasselt Guldensporenplein 3 3500 Hasselt Tel.: 011/22.73.90 Fax: 011/21.31.29 E-mail:
[email protected] Website: www.jaclimburg.be .
Aanspreekbaarheid Mondelinge en schriftelijke informatie. Beschikbaar materiaal Beperkte schriftelijke informatie.
132
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
41. INTEGRALE BEGELEIDING VLUCHTELINGEN, ASIELZOEKERS, MENSEN ZONDER PAPIEREN, INTEGRAAL WELZIJNSWERK, CAW SONAR Gesprekspartner: Jean-Marie Schepers, teamverantwoordelijke Integraal Welzijnswerk Aanzet, probleemstelling Kort na de oprichting van de dienst in de jaren 70 werd deze geconfronteerd met kansarmen, zowel autochtonen als allochtonen. Als eerstelijnsdienst algemeen maatschappelijk werk zagen wij het als onze opdracht ons te richten tot kansarmen. Daar kansarmoede de grenzen van geloof, cultuur, nationaliteit of afkomst overstijgt, hebben we de groep van etnisch-culturele minderheden steeds als een onderdeel van onze doelgroep beschouwd. Binnen de hulpverlening maken we dan ook geen onderscheid tussen allochtonen en autochtonen. Caritas Internationaal zocht in die periode diensten die hulp wilden bieden aan vreemdelingen, waarop onze dienst zich aansloot. In de eerste fase werd er voornamelijk hulp geboden aan bootvluchtelingen (hoofdzakelijk in de werking in Tongeren). Later zijn er zich grote groepen vluchtelingen zich komen vestigen in en rond Sint-Truiden. Gaandeweg werd deze doelgroep meer en meer bereikt (mond-aan mond-reclame). Doelstelling Bieden van integrale hulpverlening op alle terreinen van het dagelijks leven voor kansarme mensen, ongeacht de etnische achtergrond (kerntaken onthaal en begeleiding). Doelgroep Kansarmen, ongeacht de afkomst. In de groep etnisch-culturele minderheden worden voornamelijk de vluchtelingen, nieuwkomers, asielzoekers en mensen zonder papieren bereikt. Woonwagenbewoners worden niet bereikt. Inhoud & Methodieken CAW Sonar kiest voor een toegankelijke onthaalwerking verspreid over de provincie Limburg. De onthaalwerking is uitgebouwd op 5 filialen (Hasselt, Maasmechelen, Overpelt, Sint-Truiden en Tongeren). Er is geen specifieke dienst of deelwerking voor de doelgroep, noch specialisaties binnen het team (mede omwille van de spreiding van het team over vestigingsplaatsen over de hele provincie). Doorheen de jaren zijn er diverse aspecten binnen de hulpverlening naar voor getreden: o Administratieve hulpverlening: invullen, bespreken, verduidelijken en opstellen van brieven, formulieren,... o Financiële hulpverlening: het team Integraal Welzijnswerk beschikt over 10 erkende schuldbemiddelaars en een juriste. o Juridische hulpverlening: hulpverleners geven info, advies, ondernemen acties. Indien nodig kan er beroep gedaan worden op de juriste. o Materiële hulpverlening: via De Kamelotjes (zie verder). o Psychosociale hulpverlening: vanuit de visie dat de persoon in zijn totaliteit dient benaderd te worden is de psychosociale hulpverlening in al de vorige facetten systematisch aanwezig, zonder expliciet benoemd te worden. Er wordt niet therapeutisch gewerkt. Langdurige begeleidingen of ondersteuningen zijn geen uitzondering. Het team Integraal Welzijnswerk coördineert 4 tweedehands kleding- en huisraadmagazijnen (de Kamelotjes) waar voornamelijk maatschappelijk kwetsbaren tot het cliënteel behoren. De magazijnen staan voor iedereen open. Tegen een kleine vergoeding kan men er kleding, speelgoed en huisraad bekomen. De dage-
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
133
lijkse werking wordt gedaan door vrijwilligers die gesuperviseerd worden door beroepskrachten. Naast de typische winkelactiviteiten hebben de vrijwilligers oog en oor voor de noden en behoeften van hun cliënteel. Indien nodig kunnen zij de clienten doorverwijzen naar een beroepskracht. Als partner van Caritas Internationaal Hulpbetoon participeren we in het opvangproject dat in januari 1999 werd afgesloten tussen het kabinet van maatschappelijke integratie en het Overlegcentrum voor Integratie van Vluchtelingen (OCIV). De diensten van Caritas staan in voor: o het zoeken van geschikte woningen; o het opvolgen van verhuringen; o het toekennen van financiële steun. Het aanbod van IWW bestaat uit: o het bezorgen van de financiële steun, gekoppeld aan begeleiding van de besteding ervan; o opvolging en bemiddeling inzake onderwijs; o materiële hulp (installeren in de woning); o ondersteuning bij praktische zaken, wegwijs maken in de buurt en gemeente; o psychosociale hulp; o juridische ondersteuning samen met OCIV; o administratieve hulpverlening. Deze ondersteuning en begeleiding wordt opgenomen voor een 6 à 7-tal gezinnen kandidaat-asielzoekers. Permanentie: per filiaal 4 verschillende momenten, waaronder ook een avondpermanentie in 4 van de 5 filialen. Het aanbod wordt hoofdzakelijk op de dienst zelf gerealiseerd, direct in de permanentie of op afspraak waar mogelijk. Visie op hulpverlening aan etnisch-culturele minderheden: we geloven in de groeikansen van mensen en hun eigen competenties om problemen op te lossen. We opteren voor een vrijwillige hulp- en dienstverlening waarin de privacy, de zelfwerkzaamheid en de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt ten volle wordt ondersteund. De attitude van de hulpverlener is essentieel: respect, ruimte geven aan het verhaal, plaats geven aan de persoon, bereid zijn in een andere taal te werken. Vanuit de intake wordt de cliënt in zijn totaliteit benaderd, rekening houdend met zijn persoonlijke beleving, zijn familiale situatie, de ruimere context waarin hij leeft, zijn verleden, zijn financiële, materiële en administratieve situatie, zijn lichamelijke toestand. Er wordt steeds gekeken vanuit een integrale benadering en er wordt gewerkt vanuit een concrete, praktische vraag. Er wordt een vertrouwensrelatie opgebouwd. Dan pas kan de cliënt komen met andere vragen rond psychosociale thema's, zorgen over de achtergeblevenen in het thuisland. Doorverwijzing loopt moeilijk. Flexibiliteit binnen de mogelijkheden. Er wordt een grote analogie in het werken met kansarmen van Belgische origine ervaren. Er wordt hoofdzakelijk gewerkt in een contacttaal (Engels, Frans, Duits) - zelden wordt de tolkendienst aangesproken, wel wordt er regelmatig gewerkt met familie, vrienden of kennissen om te tolken.
134
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Als partner van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) voorziet het team IWW in de informering over en begeleiding en ondersteuning aan ‘vreemdelingen die vrijwillig wensen terug te keren naar hun thuis- of buurland’ in het kader van het REAB (Reïntegration and Emigration of Asylumseekers ex-Belgium). Deze repatriëringsmogelijkheid voorziet dat asielzoekers die vrijwillig terugkeren naar hun thuis- of buurland, dit kunnen doen met de steun van de Belgische overheid. De overheid draagt de kosten van de terugreis. We bereiken onze kandidaten voor vrijwillige repatriëring ook via bekendmaking bij andere diensten. Momenteel ontvangen afgewezen kandidaat-asielaanvragers bij de beslissing van het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen ook een begeleidend schrijven waarin zij op de hoogt gebracht worden van de partners van IOM. In de schoot van het platform ‘Maatschappelijk Overleg Regio Sint-Truiden’ werd een werkgroep opgericht voor het uitwerken van een sociale kaart met als doel een handige wegwijzer te ontwikkelen voor een vlotte samenwerking en doorverwijzing naar andere diensten. De inhoud bestaat uit: Een overzicht van het hulp- en dienstverleningsaanbod aan vluchtelingen in de regio, aangevuld met gespecialiseerde organisaties buiten de regio Een beknopt en praktisch informatiepakket over verschillende domeinen van de vluchtelingenthematiek. Het voorzitterschap werd waargenomen door een medewerkster van het team IWW. Samenwerkingsverbanden Er is een samenwerkingsverband met Caritas Internationaal (Babel) en OCIV. Tevens is de dienst partner van IOM. Ondersteuning wordt ook ervaren vanuit de samenwerking met PRIC en het VMC. Het IWW is lid van de raad van beheer van OCIV, van de Limburgse Cel Vluchtelingen, van de werkgroep ‘Sociale kaart vluchtelingen SintTruiden’, lid van het Limburgs Steunpunt OCMW’s-Vluchtelingen. Middelen Reguliere CAW-middelen: over alle teams heen 13 personen over 8,4 voltijdsequivalenten (VTE) maatschappelijk werkers, 1 juriste en 1 administratief medewerk(st)er. Vestiging Hasselt: 1,5 VTE, Maasmechelen: 1 VTE, Overpelt: 1 VTE, Sint-Truiden: 2 VTE, Tongeren: 1,8 VTE, Centraal: 1,1 VTE. Ervaringen Het bereik van de doelgroep etnisch-culturele minderheden verschilt per vestigingsplaats. In Overpelt zal men ongeveer 20 % ECM bereiken, terwijl in SintTruiden ongeveer de helft van het cliënteel een ECM-achtergrond heeft. Men ziet veel alleenstaande jongere mannen als cliënteel, en slechts ongeveer 10% vrouwen. (NB Het betreft hier een schatting). Overbevraging van de dienst qua werk. Verschillende opvatting over "hulpverlening" - "verwachting als raadgever en (onvoorwaardelijke) belangenbehartiger" blijft vaak spelen: hoge verwachtingen versus beperkte mogelijkheden en kader van de westerse hulpverlening. Model Baert voor intake wordt als te omslachtig ervaren, vergt teveel tijd. Doorstroming naar psychosociale, psychologische en psychiatrische hulpverlening is problematisch (en acties hiervoor op cliëntenniveau werden opgegeven wegens geen slaagkans) - zowel naar andere deelwerkingen van AWW, als naar andere sectoren.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
135
We missen: o intervisie vanuit de specificiteit van deze doelgroepen in het algemeen welzijnswerk. o een forum waar de CAW-(deelwerkingen) gehoord worden en elkaar kunnen vinden en waar standpunten kunnen geformuleerd worden om door het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk naar buiten gebracht te worden en te sensibiliseren. o de betrokkenheid van het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk rond deze thematiek, en een informatiekanaal binnen het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk om de CAW’s en alle deelwerkingen op de hoogte te houden van wat reilt en zeilt rond dit thema specifiek voor het algemeen welzijnswerk.
Contactgegevens Jean-Marie Schepers Teamcoördinator Team Integraal Welzijnswerk CAW Sonar Ursulingenstraat 7 3800 Sint-Truiden Tel.: 011/68.86.00 E-mail:
[email protected] Er zijn ook filialen in Hasselt, Maasmechelen, Overpelt en Tongeren.
Aanspreekbaarheid Te bespreken. Beschikbaar materiaal Te bespreken.
136
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
42. PSYCHOSOCIALE HULPVERLENING AAN VLUCHTELINGEN, FEDASIL-PROJECT BINNEN CAW SONAR Gesprekspartners: Linda Lanaken, hulpverleenster GRW Hasselt en Johan Huygen, directielid Aanzet, probleemstelling Sedert april 2001 organiseert CAW Sonar het groepsgebeuren binnen het Lokaal Opvanginitiatief van het OCMW te Genk. In de jaren ervoor werd via de crisisopvang, de dienst Begeleid Wonen en de dienst Integraal Welzijnswerk van het CAW veelvuldig gewerkt met kandidaat-vluchtelingen. Vanuit deze ervaring werden de begeleidingsnoden vastgesteld rond psychosociale hulpverlening en maatschappelijke oriëntatie. Daarnaast is binnen het CAW Sonar en in de ambulante begeleidingsdiensten heel wat ervaring aanwezig inzake psychosociale begeleiding en therapeutisch werken met diverse doelgroepen. Het project loopt in 2002-2003 en 2003-2004. Doelstelling Het vormingsaanbod ‘maatschappelijke oriëntatie’ binnen Limburg toegankelijk maken voor een bredere groep bewoners van de LOI’s in de regio Limburg. Inzake de verdieping van de individuele en psychosociale begeleiding, de hulp aan bijzonder kwetsbare groepen ingevolge een traumatische ervaring in het thuisland. Het ontwikkelen van methodieken en het organiseren van vorming op het niveau van: o Het herkennen van traumaproblematiek binnen de eerstelijnsdiensten die het meest frequent contact hebben met de doelgroep. o Communicatietechnieken die de ‘taaldrempel’ binnen een begeleiding hanteerbaar kunnen maken voor de hulpverlener. o Het toegankelijker maken van bestaande tweedelijnsvoorzieningen voor de doelgroep. Het ontwikkelen van netwerken van bestaande diensten in de regio waarnaar de doelgroep zeer gericht kan doorverwezen worden. Doelgroep Primaire doelgroep: Kandidaat-vluchtelingen verblijvend in asielcentra en Lokale Opvanginitiatieven in Limburg. Secundaire doelgroep: hulpverleners en begeleiders van kandidaat-vluchtelingen. Inhoud & Methodieken Maatschappelijke oriëntatie In de Lokale Opvanginitiatieven en Opvangcentra wordt het opleidingsaanbod bekendgemaakt aan de asielzoekers. Dit kan gebeuren via folders en mondelinge overdracht door de hulpverleners van het Lokaal Opvanginitiatief of Opvangcentra of door de begeleidster van de cursus. Daarnaast leggen de projectmedewerkers rechtstreeks contacten met de begeleiding binnen de diverse LOI’s om het aanbod bekend te maken en om de regionale organisatie van de vorming concreet mogelijk te maken. Er worden 5 regionale steunpunten georganiseerd.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
137
Binnen de huidige werking bestaat er reeds een uitgebreid opleidings- en animatieaanbod. Het komt er voornamelijk op aan dit te verbreden naar andere gemeenten en de nodige vrijwilligers te kunnen werven om een breder activiteitenaanbod te kunnen opzetten. Voor de bewoners van de LOI’s in de regio Genk werd reeds in samenwerking met het opleidingscentrum Alternatief een cursus Maatschappelijke Oriëntering opgezet. Deze cursus wordt iedere dinsdag en donderdagnamiddag gegeven. In november 2003 ging deze cursus ook in Hasselt van start zodat meer kandidaatvluchtelingen bereikt werden. Een derde vestiging werd nog niet gevonden. Er zijn gesprekken gaande om dit in de zeer nabije toekomst te realiseren. Psychosociale hulpverlening Via mond aan mondreclame bekend maken van diensten waarop de doelgroep beroep kan doen. Met behulp van het netwerk tussen betrokken diensten kan de doelgroep door hulpverleners in contact worden gebracht met de juiste diensten. Het netwerk werd zeer concreet opgestart in de vorm van een stuurgroep, voorbeelden van good practice werden aangereikt. De bereidheid om de problematiek aan te pakken is binnen het netwerk zeer groot. Het bestaande netwerk wordt verstevigd en er wordt ingespeeld op zeer concrete (vormings)behoeften die leven binnen het netwerk. Daarnaast worden concrete procedures en kwaliteitsnormen afgesproken rond bv. doorverwijzing vanuit de 1ste lijn naar de 2de lijn. De organisatie van de hulpverlening naar deze doelgroep is een behoefte die in onze regio zeer sterk wordt aangevoeld. Vanuit de 1ste lijn leeft duidelijk de behoefte om trauma-problematieken te kunnen doorverwijzen naar de 2 de lijn. Binnen de 2de lijn leeft zeer duidelijk de vraag om bv. te kunnen rekenen op een kwaliteitsvolle doorverwijzing vanuit de 1ste lijn en naar hulpmiddelen om begeleidingen effectief en efficiënt te kunnen opbouwen. Het project kiest voor duurzame oplossingen door bestaande diensten in een netwerk samen te brengen en bestaande expertise te versterken te verbreden naar de doelgroep. Er werden een aantal hulpverleners van verschillende organisaties zoals OCMW’s, LOI’s, CGG’s gecontacteerd waarmee een stuurgroep werd opgericht. In overleg met de betrokkenen werden de meest voorkomende problemen en vragen over het werken met vluchtelingen genoteerd. Er wordt gewerkt aan een vormingsaanbod. Dit is reeds gedeeltelijk voorbereid via de contacten die werden gelegd met een aantal specialisten en een trainingscentrum (Pharos, Nederland) om informatie te geven op de stuurgroep van het project en om het inhoudelijke aanbod reeds af te toetsen aan de behoeften van de mogelijke deelnemers. Het voorgaande project sloot in november 2003 af met een eerste concreet vormingsinitiatief naar de begeleiders van de LOI’s in de regio Limburg. Binnen het CAW zijn we van start gegaan met het oprichten van een werkgroep, die zal bestaan uit medewerkers van het CAW. Deze werkgroep heeft tot doel om een beter zicht te krijgen op de werking van de verschillende diensten die werken met kandidaat-vluchtelingen. In deze werkgroep kunnen ook vragen uitgewisseld worden en samen naar oplossingen gezocht worden. Hierdoor wordt de kennis van de hulpverleners naar het aanbod vergroot en zal de doorverwijzing van de kandidaat-vluchtelingen vlotter verlopen. Samenwerkingsverbanden VZW Alternatief organiseert de opleiding Maatschappelijke Oriëntering voor de doelgroep.
138
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Middelen Projectsubsidie Europees Vluchtelingenfonds 2002-2003 en 2003-2004.
Contactgegevens Johan Huygen Directielid CAW Sonar Aardlaan 28 3600 Genk Tel.: 089/35.27.10 Fax: 089/35.27.10 E-mail:
[email protected] CAW Sonar, afdeling Fedasil Hulpverlening op maat aan kandidaat-vluchtelingen Aardlaan 28 3600 Genk Tel.: 089/30.73.97 Fax: 089/35.27.10 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid Concreet te bespreken.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
139
PROVINCIE VLAAMS-BRABANT
43. INTERCULTURELE HULPVERLENING, VLUCHTHUIS LEUVEN, CAW LEUVEN Gesprekspartner: Gert Huijskens, begeleidster, lid stuurgroep hulpverlening aan allochtonen CAW Leuven Aanzet, probleemstelling Al vrij lang hebben vrouwen uit etnisch-culturele minderheden de weg gevonden naar het vluchthuis van Leuven. Ondertussen maken deze vrouwen gemiddeld 75 % uit van de groep. Hulpverlening diende zich dus aan te passen aan de noden van deze vrouwen met hun kinderen. Doelstelling Antwoord zoeken op de hulpvraag van deze vrouwen, binnen een residentiële setting. Doelgroep Er wordt geen onderscheid gemaakt onder de vrouwen, allochtoon of autochtoon, onder welk juridisch statuut dan ook. Het centrale criterium voor opname is dat deze vrouwen slachtoffer zijn van geweld. Er komen zowel allochtone vrouwen 1 e, 2e 3e generatie, als partners van buitenlandse studenten aan de KULeuven, als ‘Mail-orderedbrides’. Inhoud & Methodieken Actief werven van allochtone collega’s en stagiaires via de sociale school. Tot nog toe heeft men al enkele allochtone stagiaires gehad, maar er kwam nog geen plaats vrij om in te vullen door een allochtone collega. Ook werd ervaren in het CAW dat het niet eenvoudig is om mensen van allochtone origine aan te werven. Geen quota op etnisch-culturele minderheden. Wel wordt er gekeken om in de groep niet meer dan 1 vrouw op te nemen die zich noch in het Nederlands, Frans of Engels kan uitdrukken. Deze keuze drong zich op gezien de begeleiding ervoer dat de frustratie bij de medebewoonsters anders te hoog werd. De groep bestaat uit maximum 8 vrouwen en 10 kinderen. Goede samenwerking met de tolkendienst van de integratiedienst van Leuven en met Ba’bel, de Vlaamse telefonische tolkendienst. Hier wordt intensief beroep op gedaan. Elke anderstalige cliënte heeft minstens 1 keer per week een gesprek met een tolk erbij rond begeleidingsaspecten (opvoedingsondersteuning, emotionele onderwerpen, relationele zaken, …). Ba’bel wordt frequent gecontacteerd voor tolkdiensten rond praktische items. Er is een budget voorzien voor het tolken. In het dagelijkse samenleven wordt ruimte gemaakt voor andere culturen:
140
o
Er is een non-discriminatieverklaring opgenomen in het huisreglement.
o
Basisinformatie voor de cliënten is ook ertaald in het Turks en Arabisch en hangt op het prikbord: het takenblad, het poetsblad, wie is wie, het adres van de Marokkaanse slager. Op deze manier wordt het ook zichtbaar gemaakt.
o
Er hangt een feestkalender voor alle godsdiensten.
o
Er is aandacht voor de gebruiken, rond de feesten. Bv. net zoals voor Kerstmis is er ook voor het Offerfeest een ‘dubbel-eetgeld’-budget. Evenals feest voor besnijdenis van zoontjes.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
o
Er bestaat de mogelijkheid om ritueel geslacht vlees te gebruiken. Dit is een vaste waarde in het vluchthuis.
o
Er is specifiek kookgerei bv. couscousière, stenen pot voor couscous.
o
Vast abonnement Franstalig weekblad.
o
De vrouwen worden steevast gestimuleerd om cursus Nederlands te volgen. Hiervoor zijn contacten met Open School (= centrum basiseducatie in Leuven).
Cliëntdocumenten werden vertaald in het Turks, Arabisch, Frans en Engels: o Huisreglement. o Veiligheidscontract (de vrouw ondertekent een veiligheidsengagement o.a. adres geheim houden). o Stappenblad: welke stappen moet een vrouw allemaal ondernemen om in orde te zijn met alles (juridisch, administratief). o Rond financiën in het Nederlands, Frans, Arabisch en Turks: standaardblad voor de OCMW’s, onkostenverrekening in het vluchthuis, schuldbekentenis. De medewerkers van het vluchthuis scholen zich bij rond de hulpverlening aan etnisch-culturele minderheden door het deelnemen aan studiedagen en kortere vormingscycli (4-tal dagen), georganiseerd door diverse voorzieningen. Ook werd er door 2 medewerkers deelgenomen aan de taalcursus Hulpverleningstaal Engels, georganiseerd door het CAW zelf gegeven door het CLT. Het vluchthuis participeert aan de werkgroep hulpverlening aan allochtonen van het CAW. Het vluchthuis neemt deel aan de intervisiegroep van PRIC-Vlaams Brabant rond hulpverlening aan allochtonen. Intervisie op teamniveau rond allochtone thema’s o.l.v. Sultan Balli. Er zijn contacten gelegd om uit te wisselen rond hulpverlening aan allochtone vrouwen met Vrouwenopvang Utrecht (Nederland), waar intensief gewerkt werd aan het interculturaliseringsproces. (N.v.d.r. dit ging door op 1 maart 04, in de schoot van de stuurgroep hulpverlening aan allochtonen van CAW Leuven). Bemiddeling wordt ervaren als een methodiek die bij deze doelgroep goed werkt. Er zijn in Leuven geen specifieke organisaties die bemiddelen binnen een andere culturele context. In de praktijk wordt er gewerkt met iemand uit het netwerk van de client die op dat moment door beide partijen aanvaard wordt. Het vluchthuis neemt het stuk van de vrouw op, de andere bemiddelaar neemt het stuk van de familie of de man op. Deze bemiddelaar kan iemand zijn van het OCMW, van de familie, een priester, een imam. Doorverwijzen voor therapie of psychosociale begeleiding komt weinig voor. Dit is anders voor 2e en 3e generatievrouwen die goed Nederlands spreken. Intensieve begeleiding in sociale vaardigheden. Intensieve pedagogische begeleiding naar de kinderen toe, uitzoeken welke school best aansluit bij de noden van het kind, afspraken Kind en Gezin met allochtone tolk, gesprekken met moeders door kinderbegeleidsters eventueel met tolk. Zoektocht naar/Samenwerking met allochtone huisarts. Middelen Reguliere financiering van het CAW.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
141
Samenwerkingsverbanden OCMW, Integratiedienst Stad Leuven (vrouwenwerking en tolkendienst), taalopleidingen, deelwerking Vluchtelingenonthaal CAW Leuven. Ervaringen Het vluchthuis is gekend binnen de allochtone gemeenschap en wordt blijkbaar aanvaard als hulpverleningsvorm. Het feit dat dit een voorziening is waar enkel vrouwen en kinderen worden opgevangen zal hierbij toedragen. Het vluchthuis staat ook bij doorverwijzers bekend voor het toegankelijk zijn voor etnisch-culturele minderheden en deze profilering leidt ertoe dat veel naar hen wordt doorverwezen voor vrouwen uit etnisch-culturele minderheden.
Contactgegevens Gert Huijskens (begeleidster) Lieve Desmet (teamverantwoordelijke) Vluchthuis CAW Leuven P/a Lepelstraat 9 3000 Leuven Tel.: 016/20.12.73 Fax: 016/20.27.37 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid Te bespreken. Beschikbaar materiaal Jaarverslag. Huisreglement en cliëntdocument in Frans, Arabisch, Turks en Engels. Nederlandstalige flyer met enkele woorden in het Arabisch en Turks.
142
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
44. STUURGROEP HULPVERLENING AAN ALLOCHTONEN, CAW LEUVEN Gesprekspartner: Peter Brepoels, beleidsmedewerker Aanzet, probleemstelling Drie jaar geleden werd binnen het CAW vastgesteld dat er weinig allochtonen in de werkingen gezien werden, behalve bij vergevorderde problemen in de neutrale bezoekruimte en het vluchthuis. Het CAW kon haar preventieve rol t.a.v. etnischculturele minderheden dus blijkbaar niet waarmaken. Men vroeg zich af wat hieraan kon gedaan worden. Parallel waren er projectmogelijkheden vanuit niet-gereglementeerde toelagen, rond de toegankelijkheid van de dienstverlening aan allochtonen. Een project werd aangevraagd om een rondgang te doen bij alle deelwerkingen om een inventaris te maken rond de reële toegankelijkheid en bereik van ECM. Hiervoor werd uiteindelijk gedurende één werkingsjaar één VTE aangeworven, in de praktijk 3 medewerkers na elkaar. Om dit project te ondersteunen werd tevens een stuurgroep opgericht, met mensen van binnen en buiten de organisatie. Na één jaar was de ontgoocheling groot dat de toelage stopgezet werd. Enigszins haaks hierop nam de stuurgroep toch het besluit te blijven vergaderen. Er lag immers een concrete agenda voor. In de stuurgroep zitten nog steeds mensen uit de integratiesector, allochtonen die ervaring hebben met hulpverlening, een medewerker die met vluchtelingen werkt op het OCMW, medewerkers uit bijna alle deelwerkingen van CAWLeuven, een beheerder en de beleidsmedewerker. Doelstelling Drempels voor allochtonen naar hulpverlening verlagen. Kwaliteit van de hulpverlening aan allochtonen verhogen. Doelgroep Met allochtonen wordt in CAW Leuven de groep etnisch-culturele minderheden bedoeld; het gaat niet alleen om de Turkse en Marokkaanse mensen. Het gaat over de brede groep etnisch-culturele minderheden in het werkgebied van CAW Leuven. Inhoud & Methodieken De stuurgroep stimuleert de toegankelijkheid voor etnisch-culturele minderheden, interculturalisering en overleg hierover in en tussen de deelwerkingen, en behoort tot de "dwarse activiteiten". Het gaat om een aantal procedures en beleidsdoelstellingen opgenomen in respectievelijk het kwaliteitsplan en het beleidsplan. De etnisch-culturele minderheden moeten een plaats krijgen in de formele beleidsinstrumenten. Operationalisering van de doelstellingen adhv volgende doelen/maatregelen: Teams aansporen om actief op zoek te gaan naar allochtone stagiairs. Openstaande vacatures verspreiden via mailinglist naar organisaties uit de integratiewereld. Allochtone sollicitanten met een geschikt curriculum worden uitgenodigd voor een interview, ook als hun brief niet goed is. We opteren ervoor eventuele allochtone collega’s in te schakelen als hulpverleners, en dus niet als bemiddelaars of tolken. Duidelijke en doordachte functieomschrijvingen voor allochtone hulpverleners. Werken met een peter- of metersysteem wat de inwerking van allochtone hulpverleners betreft. Aanpassingen aan software i.f.v. allochtone medewerkers. Investeren in opleidingen Nederlandse taal voor allochtone medewerkers.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
143
Allochtone medewerkers extra mogelijkheden bieden in de vorm van uitwisseling. Investeren in opleidingen interculturele gespreksvoering voor alle medewerkers. Betere integratie van CAWLeuven in het allochtone netwerk in het werkgebied. Bekendmakingsacties in zelforganisaties en organisaties waarin allochtonen verenigd zijn. Intakeprocedures en instrumenten screenen op relevantie en hiaten m.b.t. allochtonen. Voorzien in coaching voor interculturele hulpverlening. Inschrijving in begroting van een bedrag om tolken en bemiddelaars te betalen. Goede informatiedoorstroming m.b.t. hulpverlening aan allochtonen, binnen en buiten de organisatie. Respect als basiswaarde opnemen in huisreglementen van residentiële diensten. In externe vacatures expliciet vermelden dat we allochtone medewerkers zoeken. Allochtoon opnemen in selectieteam wanneer allochtone kandidaten solliciteren. Taallessen Frans, Engels, Duits promoten bij alle medewerkers. Huisartsen inlichten over de stappen die we zetten m.b.t. de interculturalisering van de werking. Arabische of Turkse tijdschriften in wachtruimte. Deelname aan experimenteel overlegmodel allochtone jongeren. Werkwijzen over het hele CAW: Overleg tussen de deelwerkingen. Aanwervings- en tewerkstellingsbeleid en VTO-beleid vanuit diversiteitsdenken: realisatie van de aanwerving van enkele allochtone stagiaires, verspreiding van de vacatures naar zelforganisaties en aanverwanten, aanwervingsprocedure waarbij specifieke vraag staat vermeld naar allochtone kandidaten. Visie-ontwikkeling rond dit thema aansturen vanuit de stuurgroep. Bekendmakingsacties in de zelforganisaties: vergaderingen in zelfaorganisaties met een tolk, waarbij uitleg gegeven wordt over het hulpverleningsaanbod en over de vacatures van het CAW. Alle medewerkers hebben cursus interculturele communiciatie gevolgd vanuit het TOPOI-model (door PRIC-Vlaams Brabant). Cursus Engels voor gevorderden werd gevolgd door medewerkers verschillende deelwerkingen (1u1/2 per week). Aankleding wachtruimtes: folders in volledig of enkele zinnen Frans, Engels, Arabisch, Turks werden gevonden bij ministerie van onderwijs, ministerie van Tewerkstelling & gelijke kansenbeleid, UNIZO (allochtone ondernemers). Respect als basisvoorwaarde voor verblijf in residentiële voorzieningen werd in de huisreglementen ingeschreven, zodat medewerkers op basis hiervan kunnen ingrijpen indien nodig. Visie rond opname van mensen zonder papieren in de residentiële centra: de keuze werd nu gemaakt dat in de residentiële centra pas opgenomen wordt indien de cliënt een perspectief heeft in België. Dit wordt bekeken samen met de antenne Vluchtelingenonthaal. Indien de situatie uitzichtloos is, wordt er niet opgenomen. De ambulante diensten ondersteunen de cliënt, ongeacht het statuut.
144
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Samenwerkingsverbanden Stuurgroepleden van buiten het CAW: OCMW, VDAB, Provinciaal integratiecentrum en de Stedelijke integratiedienst van de Stad Leuven zijn vertegenwoordigd. Daarnaast volgen enkele allochtonen met hulpverleningservaring de stuurgroep op. Stuurgroepleden van binnen het CAW: Alle deelwerkingen van het CAW zijn in principe vertegenwoordigd, behalve De Puzzel (in herstructurering bij de start vd werkgroep - zal in e latere fase aansluiten), De Meander (antennepost met enkel autochtone cliënten) en Team reclassering (zeer klein team). De beleidsmedewerker van het CAW zit de vergadering voor. Middelen Er was een projectfinanciering (experimentele toelage van het Vlaams ministerie van Welzijn) gedurende het eerste jaar. Daarna werd het project ingebed in de reguliere enveloppefinanciering van het CAW. Ervaringen Sterk punt: samenwerking en integratie van beleid in formele beleidsinstrumenten. Bijsturing gebeurde: meer oog voor de proceskant van het gebeuren. Resultaat van de acties rond de toegankelijkheid van CAW Leuven zijn nog niet duidelijk. CAW Leuven wenst met de registratie een nulmeting te doen per 1 januari 2004, om dan verder te reële toegankelijkheid te kunnen opvolgen. Er is momenteel geen gepast registratiesysteem: het is nu te onnauwkeurig om de doelgroep etnisch-culturele minderheden eruit te halen en zodoende een 'nulmeting' te doen. De sociale huisvesting voor etnisch-culturele minderheden is nog steeds problematisch; ook hier is er geen gepast registratiesysteem om een nul-meting te doen. Tewerkstelling van allochtone hulpverleners in het CAW is nog niet gelukt. Veel sectoren betalen beter dan het AWW, en allochtone hulpverleners zijn gegeerd. We missen de signalering rond etnisch-culturele minderheden vanuit het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk; die dit eventueel samen met VMC kan opnemen. We missen intervisie en een forum met de andere CAW’s: knelpunten toetsen en oplossingen zoeken, inspiratie zoeken bij andere CAW's, succesverhalen horen en kijken waaraan dit ligt, hoe dit werkt en wat transfereerbaar is. We missen een centraal kanaal dat aangeeft wat er aan vorming bestaat rond dit thema voor CAW(afdelingen), hoe kunnen interculturele vaardigheden doorstromen in de hele organisatie, wat werkt er bij andere centra? We vinden het belangrijk dat directies ondersteunend blijven, gesensibiliseerd blijven worden, aangepord worden om verder te werken aan toegankelijkheid, interculturalisering, diversiteitsdenken; ook in functie van de tewerkstelling van etnisch-culturele minderheden, die bij economisch crisis het eerst uit de boot vallen. We vinden het belangrijk dat de allochtone gemeenschappen zelf ook in de dialoog met het algemeen welzijnswerk op Vlaams niveau betrokken blijven en niet alleen de minderhedensector! Ook allochtone zelforganisaties, allochtone parlementariërs en volksvertegenwoordigers kunnen betrokken worden (soort klankbordgroep). We vinden het belangrijk dat er een kanaal, een dialoog is met het Vlaams Minderhedencentrum en de Minderhedensector.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
145
Contactgegevens Peter Brepoels Beleidsmedewerker CAW Leuven Lepelstraat 9 3000 Leuven Tel.: 016/29.81.66 Fax: 016/29.81.63 E-mail:
[email protected] Website: www.cawleuven.be
Aanspreekbaarheid Af te spreken. Beschikbaar materiaal Beperkte schriftelijke informatie.
146
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
45. VLUCHTELINGENONTHAAL, CADENS, CAW LEUVEN Gesprekspartners: Peter Brepoels, beleidsmedewerker en Myriam Devrooy, hulpverleenster Aanzet, probleemstelling Het vluchtelingenonthaal bij het onthaalbureau voor nieuwkomers en de integratiedienst is gegroeid uit het vroegere vluchtelingenonthaal van het Centrum Maatschappelijk Werk (CMW) van Cadens. Sinds het project toegankelijkheid bevorderen voor allochtonen in CAW Leuven, en de daaruit voortvloeiende stuurgroep, wordt meer aandacht voor deze deelwerking ervaren bij de collega-deelwerkingen. Doelstelling Laagdrempelig onthaal voor etnisch-culturele minderheden. Doorstroming bevorderen naar andere deelwerkingen. Bekendmaken van CAW Leuven bij de doelgroep etnischculturele minderheden. Doelgroep Alle doelgroepen etnisch-culturele minderheden. Inhoud & Methodieken Vindplaatsgerichte locatie: Onthaal en begeleiding vanuit het CAW Leuven aan etnisch-culturele minderheden in het gebouw bij de stedelijke integratiedienst en het onthaalbureau voor nieuwkomers. 3 x 1/2 dag per week open voor permanentie, daarnaast op afspraak. Specifieke kennis van het vreemdelingenrecht, asielprocedure etc. Aanbod naar cliënten rond het specifiek juridische luik; andere hulpverleners kunnen ook beroep doen op het Vluchtelingenonthaal om zelf informatie te vragen rond deze materie. De instroom van de cliënten gebeurt rechtstreeks, waarbij vaak de juridische problematiek de ingangspoort is, en tevens een integrale psychosociale begeleiding mogelijk is;of de instroom van de cliënt gebeurt via een andere (deel-)werking, waarbij het Vluchtelingenonthaal het specifieke rond het vreemdelingenrecht opneemt. Twee van de drie personeelsleden werken ook op het volwassenenonthaal van Cadens, CAW Leuven. Informatie kan beter circuleren tussen de verschillende hulpverleners van het vluchtelingenonthaal en het volwassenenonthaal; iedereen wordt nu betrokken in de activiteiten rond etnisch-culturele minderheden, waardoor men gevoeliger wordt voor deze thema’s. De noodzaak wordt door de medewerkers zelf ervaren om zodoende meer specifiekere competenties uit te breiden, zoals bijvoorbeeld het volgen van de taalcursus. Werken met de telefonische tolkendienst Ba’bel. Ba’bel is een groot hulpmiddel, en voornamelijk goed bruikbaar voor hulpverlening rond praktische zaken, administratie, informatie. Voor live-tolken en intercultureel bemiddelaars kan men ook beroep doen op de stedelijke integratiedienst van Leuven in hetzelfde gebouw. Voor de bekendmaking van het CAW wordt samengewerkt met Open School Leuven, Casa Blanca en Onthaalklassen voor nieuwkomers. Hier gaat het personeel de werking van het CAW voorstellen in de klassen. Cadens-Vluchtelingenonthaal werkt ook samen met Caritas Internationaal en OCIV voor de lokale begeleiding van een kleinschalig opvangproject. Cadens doet hiervoor de begeleiding van de cliënten. Hierbij worden ook vrijwilligers ingeschakeld
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
147
waarbij deze het peter- en meterschap opnemen voor een gezin vluchtelingen en hen ondersteunen naargelang de vraag en nood. Dit kan bijvoorbeeld huistaakbegeleiding zijn, het wegwijs maken in de streek enz. Momenteel is het verblijf van Caritas Int. gelegen in Tienen (dit is niet in de regio van CAW Leuven, maar werd in afspraak met CAW Hageland toch verder opgenomen). De cliënten komen voor de begeleiding wel naar Leuven. Er wordt vanuit het Vluchtelingenonthaal geparticipeerd aan de intervisiegroep hulpverlening aan etnisch-culturele minderheden, georganiseerd door PRIC Vlaams-Brabant (An Van Boxel). Samenwerkingsverbanden Stedelijke integratiedienst Leuven, PRIC Vlaams Brabant, OCIV, Caritas Int Middelen Reguliere enveloppefinanciering vanuit het CAW. Ervaringen Aanwezigheid bij een andere dienst waar veel mensen uit etnisch-culturele minderheden komen: aansluiting bij een categoriale voorziening. Dit heeft ook het risico dat men deze deelwerking vanwege zijn specificiteit soms vergeet in de algemene werking van het CAW. Betere kennis- en informatiedoorstroom tussen de hulpverleners in het volwassenenonthaal, sensibiliseren van de collega's die niet specifiek met etnisch-culturele minderheden werken, stimulans tot ontwikkelen interculturele vaardigheden en kennis. Ook de stuurgroep hulpverlening aan allochtonen wordt ervaren als een stimulans op dit vlak (zie beschrijving hiervan in deze bundel). Draagkracht voor de hulpverlener wordt verbreed indien deze met een gemengde doelgroep kan werken. Knelpunten in de ondersteuning van het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk zijn de gebrekkige registratie tot nu toe en het hiaat in de doelgroepgerichte ondersteuning rond asielzoekers, een kanaal dat vroeger wel bestond maar werd stopgezet.
Contactgegevens Cadens Vluchtelingenonthaal CAW leuven Dieststesteenweg 42 3010 Kessel-Lo Tel.: 016/46.49.61 Tel.: 016/47.43.79 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid Te bespreken. Beschikbaar materiaal Jaarverslag van CAW Leuven met een deel over Vluchtelingenonthaal. Flyer.
148
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
46. SAMENWERKINGSAKKOORD WETSWINKEL CAW HAGELAND, LOKAAL STEUNPUNT DIEST EN ONTHAALBUREAU ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS DIEST Gesprekspartner: Godelieve Winckelmans, directie Aanzet, probleemstelling De drie partners constateren in hun werking dat allochtonen met tal van juridische vragen zitten rond hun statuut (vluchteling, regularisatie, arbeidskaart …). Anderzijds worden zij geconfronteerd met dezelfde problemen als autochtonen (huur, familiale problemen, sociale zekerheid…). Het Lokaal Steunpunt Diest (LSD) en het onthaalbureau zijn voor deze doelgroep zeer vlot toegankelijk, er is een zeer lage drempel, maar de medewerkers beschikken niet over de noodzakelijke juridische kennis. Bovendien is individuele hulpverlening niet langer hun opdracht. De wetswinkel beschikt over de noodzakelijke juridische vaardigheden, maar de doelgroep vindt zeer moeilijk de weg. Er is de taalbarrière, maar ook en vooral het cultuurverschil. De bestaande samenwerking, doorverwijzen met telefonische dossierbespreking, werd door alle partijen als onvoldoende ervaren en werkte niet drempelverlagend genoeg. Doelstelling Etnisch-culturele minderheden met juridische vragen beter bereiken. Doelgroep Etnisch-culturele minderheden regio Diest. Inhoud & Methodieken Voorbereidende fase oktober 2002. Werkbezoek aan PRIC Limburg. voorstellingsbezoek in de moskee in Diest aan de imam en de islamitische ontwikkelingsvereniging. Werkbezoek met het oog op doorverwijzing aan een advocate gespecialiseerd in vreemdelingenrecht. Operationele fase november 2002. De juriste van de wetswinkel komt in het LSD een spreekuur houden, elke eerste vrijdag van de maand van 14 tot 16 uur, na het vrijdaggebed. Tijdens dit spreekuur is zo mogelijk een medewerker van LSD of onthaalbureau aanwezig. Tijdens dit spreekuur worden een bureau, een computer en een kopieermachine ter beschikking gesteld. Zijn er tussentijdse dringende zaken dan wordt verwezen naar het wekelijkse spreekuur van de wetswinkel in het CAW op donderdag. De telefonische contacten tussen de medewerkers blijven ten allen tijde mogelijk. De consultaties gaan door onder de naam wetswinkel caw Hageland. Samenwerking CAW Hageland Wetswinkel, Lokaal steunpunt Diest, Onthaalbureau anderstalige nieuwkomers Diest. OCIV, DVZ, PRIC Hasselt, VMC voor juridische informatie.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
149
PRIC Vlaams Brabant voor vorming. Middelen Reguliere middelen + Toelage Provincie Vlaams-Brabant (convenant). Ervaringen CAW Hageland is een klein CAW, met weinig personeel en mogelijkheden, over een grote regio verspreid. Dit beïnvloedt de mogelijkheden. Er is een grote flexibiliteit en inzet nodig van de werknemers, men moet creatief zijn met een minimum aan middelen; hulpverleners moeten polyvalent zijn. Indien de overheid meer acties rond toegankelijkheid voor etnisch-culturele minderheden verwacht, moet hiervoor ook financiering komen. Er is geen echte staf in dit kleine CAW, dus er is een grote vraag om te leren uit de acties van grotere CAW’s om niet het warm water opnieuw te moeten uitvinden. Weliswaar zullen de initiatieven in andere CAW’s moeten getransponeerd worden naar de lokale situatie. Graag dus mogelijkheden een maximum van informatiedoorstroming, met een minimum van tijdsinvestering mogelijk maken. Een website van het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk met hierop relevante publicaties van andere CAW’s lijkt interessant, met duidelijke referenties van namen, adressen en e-mails om gericht contact op te kunnen nemen. In Diest is er dankzij samenwerking met verschillende diensten een initiatief uitgebouwd, maar in andere delen van het werkingsgebied is de samenwerking met andere dienst- en hulpverlening niet goed lopend. Zeker wanneer OCMW en een stad niets willen opnemen, is het voor het CAW niet mogelijk om acties te ontwikkelen ten behoeve van de doelgroep. Vraag naar concrete ondersteuning rond interculturalisering nodig, bv. naar knowhow rond begeleiding van allochtone werknemers (negatieve ervaring hiermee). Kan het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk een ondersteunende rol spelen? Taal blijft een knelpunt: men behelpt zich in het Engels, Frans en Duits als contacttaal. Voor het Turks en Arabisch kan men binnen het LSD beroep doen op een Turkssprekende en Arabischsprekende werknemer als tolk. Er is echter maar één persoon die dit kan opnemen. Bij andere talen of wanneer men geen beroep kan doen op deze man, moet men noodgedwongen vragen om familie, buren, kinderen of kennissen mee te brengen. Dit is echter voor de hulpverlening op zich niet aangewezen. Er wordt weinig beroep gedaan op Ba’bel. Cliënten zouden het moeilijk hebben met de onbekende telefonische tolk.
Contactgegevens Godelieve Winckelmans directie CAW Hageland M. Theysstraat 7 3290 Diest Tel.: 013/33.52.61 E-mail:
[email protected]
150
Iris Van Bael juriste wetswinkel CAW Hageland zitdag op dinsdag in Aarschot Statiestraat 24 Tel.: 016/56.45.63 zitdag op donderdag in Diest M. Theysstraat 7 Tel.: 013/33.52.61 zitdag op vrijdag in Tienen Leuvenselaan 133 Tel.: 016/81.37.78
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Aanspreekbaarheid beperkte mondelinge informatie, bereidheid tot een lezing. Beschikbaar materiaal Beperkte schriftelijke informatie, brochure, jaarverslag.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
151
BRUSSEL
47. DENKTANK – HERPROFILERING, DE HALLEN, CAW MOZAÏEK Gesprekspartner: Tine Van Hecke, hulpverleenster Aanzet, ontstaansgeschiedenis Laatste twee jaar is er een daling van de instroomcijfers in deze deelwerking. Bij de omgevingsanalyse bleek dat de doelgroep, Nederlandstaligen in Brussel, fel verminderd was, maar dat de doelgroep etnisch-culturele minderheden nog onvoldoende ondersteund wordt vanuit de deelwerking. Daarom is men aan het nadenken over op welke manier deze doelgroep beter bereikt kan worden. Doelstelling Mensen uit etnisch-culturele minderheden vinden hun weg voor hulpverlening naar De Hallen. Competentieverhoging personeel; zoeken naar andere methodieken om de hulpvrager te bereiken. Doelgroep Allochtonen, vluchtelingen, nieuwkomers. Inhoud & Methodieken Verbetering interculturele competenties van de teamleden: o Taallessen Frans. o Informatieuitwisseling: Met WKJ's, Discussiesalon interculturele koppels o Bijscholing rond culturele verschillen en vooroordelen, gevolgd door 2 medewerkers. o Er wordt beroep gedaan op een aantal mensen uit een aantal diensten in de omgeving, om feedback te geven op de werking en voorstellen tot bijsturing te doen. Men wil het aanbod meer bekendmaken aan de potentiële hulpvragers over de dienst- en hulpverlening. Juriste werkt deeltijds in een andere deelwerking die gericht is naar etnischculturele minderheden, Asiel. Zo kennen de cliënten haar en kunnen ze ook komen in de lokatie De Hallen. Vorming aan allochtone moeders op school (samenwerking schoolopbouwwerk Brussel) in de vorm van naar ouders gerichte opvoedingsondersteuning, eenmalig, werd gegeven in eerste trimester 2003-2004. De evaluatie dient nog gebeuren. Over andere sporen wordt nog nagedacht. Intussen doet de mondelinge reclame onder allochtonen goed zijn werk en vinden meer en meer allochtonen hun weg naar ons onthaal. Middelen Gewone CAW-enveloppefinanciering.
152
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Ervaringen We zitten nog in een evolutie en merken dat we hier en daar onze werking dienen aan te passen. Bijvoorbeeld: de toestroom van ‘vaste cliënten’ wordt groot, waardoor hierrond nieuwe afspraken dienen gemaakt te worden.
Contactgegevens Betty De Blay Teamcoördinator CAW Mozaïek Grétrystraat 1 1000 Brussel Tel.: 02/227.02.00 Fax: 02/227.02.10 E-mail:
[email protected] Website: www.dehallen.org
Aanspreekbaarheid Zeker aanspreekbaar, maar zelf nog in uitwerkingsfase. Beschikbaar materiaal Het grootste deel van ons materiaal hebben we uitgeleend bij het steunpunt opvoedings-ondersteuning van de provincie Limburg.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
153
48. HULPVERLENING AAN JONGEREN IN DE PROSTITUTIE, ADZON, CAW MOZAÏEK Gesprekspartner: Olivier Sebrechts Aanzet, ontstaansgeschiedenis Adzon is gesticht geweest in 1992 om hulp te bieden aan jongeren in de prostitutie, hoofdzakelijk jongens, actief in de homobuurt (Beurs - Fontanasplein). Herwig Teugels en priester Johny De Mot, van de parochie Goede Bijstand (in dezelfde buurt gelegen), zijn de stichters. Er bestond toen geen enkele organisatie gericht naar deze jongeren, bovendien was een groot aantal onder hen HIV positief. Doelstelling Adzon was aanvankelijk een plaats waar de jongeren altijd terecht konden, om even te rusten tijdens hun werk op straat, om een deel van de dag door te brengen, te douchen, te eten en allerhande activiteiten mee te doen. Een soort ersatzfamilie. Sindsdien verlopen de begeleidingen veel gerichter, blijven de jongens minder lang op de aanloopkamer, hebben ze meer punctuele vragen en behoeften. De hoofddoelstelling van Adzon is de levenskwaliteit van deze jongeren te helpen verbeteren door hun zelfredzaamheid, emancipatie, zelfwaardegevoel en zelfrespect, hun sociale integratie te bevorderen, ze te bewegen, te motiveren, te helpen het kluwen van problemen waarin ze zich bevinden te ontwarren en er probleemoplossend aan te werken. De begeleidingen zijn vraaggericht en op het ritme van de jongeren. Doelgroep Aanvankelijk waren het hoofdzakelijk kansarme Belgen, maar de laatste jaren maakt die groep nog maar 10% uit van het doelpubliek. 50% van de jongens zijn van Maghrebijnse oorsprong. We zien ook een grote groep vanuit Oost-Europa met een precair verblijfstatuut (Roemenië, Bulgarije, Macedonië,..) De meeste jongeren zijn tussen 18 en 24 jaar tot 28. Eens in de dertig kunnen ze moeilijker overleven als prostitué. Meeste Belgen zijn overgeschakeld op internet voor het zoeken naar klanten, daar proberen wij ook op in te spelen door internet permanentie en hulpverlening uit te bouwen. Deze laatste groep heeft over het algemeen andere noden dan de straatprostituees. Inhouden en methodieken Het multidisciplinaire team biedt een laagdrempelig onthaal en psychosociale begeleiding via straathoekwerk, centrumwerk, preventie- (o.a. medische consultatie) en internetwerk. Straat: werkers gaan driemaal per week jongeren opzoeken op straat, in café’s en openbare plaatsen. Er wordt gewerkt aan een vertrouwensband die noodzakelijk is om samen problemen aan te pakken. Er wordt gepraat en vooral geluisterd. Condooms en informatiefolders worden uitgedeeld. Centrum: de jongeren kunnen ook terecht in aanloopkamer waar ze zichzelf kunnen en mogen zijn en waar ze in contact komen met leeftijd- en lotgenoten. Er is een computer waarmee zij informatie op het internet kunnen opzoeken. Er wordt dieper op de hulpvragen ingegaan en voor wie dit wenst wordt een psychosociale begeleiding geboden. Preventie: één keer per week is er een soa-consultatie. De jongens kunnen zich laten testen op HIV, hepatitis B en C en syfilis. Voor de consultatie gaan de preventiewerkers de straat op, zij spreken de jongens aan en maken het aanbod bekend. Zij delen condooms en glijmiddel uit. Internet: een Europees onderzoek in 2001-’02 toonde aan dat in België veel jongens werken op het net en dat zij heel wat vragen hebben. Adzon heeft sinds maart 2003 een website voor jongens en mannen die geld verdienen via seksuele contacten met mannen en een “internet-permanentie” waarbij elke week een wer-
154
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
ker van Adzon aanwezig is op de meest bezochte chat- en datingsites om de jongens de kans te geven rechtstreeks met hem te communiceren. Samenwerkingsverbanden Andere deelwerkingen van het CAW Mozaïek, andere organisaties die werken rond (mannelijke) prostitutie in Europa en in België: Pasop en Boysproject, Icar, Espace P. Artsen Zonder Grenzen (Elisa centrum), BWR, Org. die straathoekwerk verrichten in Brussel centrum: Dune, Diogenes, Jeugd en Stad. Vlastrov en Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, OCIV, CGK, CGG, Brussels Aidsoverleg, VDAB en ORBEM, OCMW’s, Ziekenhuizen (vnl. St-Pieters en AZ-VUB), Steunpunt Mensen Zonder Papieren, Modus Vivendi, SMES. Middelen Algemeen budget binnen enveloppe toegekend door Vlaamse Gemeenschap en VGC. SOA consultatieproject met bijzondere steun van de VGC, kleine punctuele steun voor projecten ingediend bij Stad Brussel voor gezondheidspreventie en internethulpverlening. Ervaringen De sterkte van Adzon is zijn goede inplanting en het vertrouwen dat over de jaren opgebouwd is geweest in het milieu, de ervaring en de erkenning in de sector. Eén van de moeilijkheden is de grote groep illegalen: moeilijk te bereiken, schichtig, vluchtig (verschijnen en verdwijnen), spreken vaak geen westerse taal en hebben veel taboes op homoseksualiteit. We proberen dus op methodologisch vlak zoveel mogelijk bij te leren en aan te passen. Door hun precair verblijfstatuut kan er moeilijk gewerkt worden aan hun integratie. De jongeren willen over het algemeen helemaal niet erkend worden als prostitué en hebben geen politieke eisen i.v.m. hun prostitutie.
Contactgegevens Olivier Sebrechts (teamcoördinator) Adzon CAW Mozaïek Kolenmarkt 33 1000 Brussel Tel.: 02/513.94.02 E-mail:
[email protected] of
[email protected] Website: www.adzon.be
Aanspreekbaarheid Te bespreken. Nuttige informatie is steeds welkom, interessante lezingen, voordrachten en werkervaringen zeker ook! Beschikbaar materiaal Folders en brochures voor doelgroep, jaarrapporten van vorige jaren beschikbaar voor geïnteresseerden, boeken en tijdschriften te consulteren, maar worden niet uitgeleend.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
155
49. OPVANG VAN ASIELZOEKERS EN VAN MENSEN ZONDER PAPIEREN, ASIEL, CAW MOZAÏEK Gesprekspartner: Chris Pauwels, teamcoördinator Aanzet, ontstaansgeschiedenis San Damiano, opvang voor mensen zonder papieren in het centrum van Brussel, voldeed niet meer voor de erkenning voor deze opvang en moest de deuren sluiten. Niettemin meenden Johny Demot, priester van de Bijstandskerk in Brussel, en Herwig Teugels dat er de nood was aan een professionele opvang van vluchtelingen en mensen zonder papieren. Daarop werd in 1999 Mozaïek-Asiel opgericht. Doelgroep De doelgroep van Mozaïek-Asiel is tweeledig. Het gaat zowel over asielzoekers als over mensen zonder wettig verblijf. We willen instaan voor de opvang van alleenstaanden (mannen of vrouwen), koppels of gezinnen met kinderen. Uit een voorafgaand onderzoek van de noden (maart-april 1999) is gebleken dat de meeste asielzoekers alleenstaanden zijn, maar dat mensen met kinderen het moeilijkst onderdak vinden. Daarom hebben we besloten voorrang te geven aan mensen met kinderen. Wat de asielzoekers betreft, wil het project zich allereerst richten naar nieuwkomers, naar mensen die in de ontvankelijkheidsfase zitten of een asielprocedure opstarten. Voor de mensen zonder wettig verblijf staat de werking open voor iedereen zolang de persoon in kwestie bereid is op een korte tijd een project voor zichzelf uit te tekenen. Dat hierbij ook de terugkeermogelijkheden moeten worden afgewogen, is vanzelfsprekend. De keuze voor beide doelgroepen is ingegeven: vanuit het tegengaan van stigmatisatie: een gezamenlijke opvang van asielzoekers en mensen zonder papieren laat toe voor de buitenwereld te verhullen wie al dan niet (il)legaal is. vanuit financiële redenen: de opvangkosten van mensen zonder wettig verblijf worden door de overheid niet vergoed. Door de opvang van asielzoekers in de ontvankelijkheidsfase maken we het geheel levensvatbaarder vermits er hiervoor wel een dagprijs kan worden gevraagd via een conventie die het Overlegcentrum voor de Integratie van Vluchtelingen (OCIV) in samenwerking met het Steunpunt voor het Algemeen Welzijnswerk (Steunpunt Algemeen Welzijnswerk) heeft afgesloten met de overheid. vanuit de Brusselse realiteit: Brussel is de draaischijf van het asielbeleid in België, het is het administratief centrum van alles wat met vluchtelingen en de asielprocedure te maken heeft. Brussel behoudt voor vreemde culturen een specifieke aantrekkingskracht en vele asielzoekers keren naar de hoofdstad terug, zeker eens ze uitgeprocedeerd zijn. Brussel heeft de meeste mensen zonder papieren op zijn grondgebied -dat heeft de regularisatiecampagne duidelijk gemaakt. vanuit de bezorgdheid voor het welzijn van deze doelgroep: asielzoekers hebben vaak een heel traumatische ervaring achter de rug. Ze hebben extra nood aan ondersteuning omdat ze de cultuur en het land niet kennen, omdat ze recht hebben op een goede omkadering bij een vrij ondoorzichtige procedure; omdat hun vraag om asiel au-serieux dient te worden genomen en ze de kans moeten krijgen zich op een goede manier te kunnen voorbereiden. vanuit de toestand van dakloosheid waarin een deel van deze doelgroep zich bevindt: er is een grote nood aan opvangplaatsen, vooral voor de mensen zonder papieren.
156
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
vanuit het recht op een bedenkingsperiode voor de mensen zonder papieren: ze moeten de kans krijgen hun precaire situatie te analyseren en te evalueren, ondersteund door professionelen. vanuit een bekommernis naar de kindvluchtelingen: het zijn vooral de kinderen die vaak het meest ontworteld raken en die extra nood hebben aan een goede omkadering. Opvoedingsondersteuning is voor deze doelgroep uiterst belangrijk. Doelstelling De doelstelling van Mozaïek-Asiel is de mensen op een dergelijke manier op te vangen en te huisvesten dat ze hun oorspronkelijk gezinsleven in het vluchtland zo gewoon mogelijk kunnen verder zetten, en hen van daaruit te begeleiden in hun gemaakte levenskeuzen, opdat de belemmeringen die hun menselijke waardigheid in het gedrang brengen zo sterk mogelijk kunnen worden afgebouwd. Subdoelstellingen: Het bieden van opvang aan een beperkt aantal asielzoekers en mensen zonder wettig verblijf. De mensen waardig onthalen, hen tot rust laten komen na een meestal vrij turbulente periode in hun leven. De doelgroep een kwaliteitsvolle woning ter beschikking stellen, zodat ze zich beter kunnen thuis voelen in hun vluchtland. Het gezinsleven en de zelfredzaamheid van de bewoners zo veel mogelijk bevorderen. De betrokkenen wegwijs maken in de asiel- of regularisatieprocedure, hen de juiste informatie bieden, hen ondersteunen op administratief vlak. Hun dossier van kortbij opvolgen en met hen de nodige stappen zetten. De asielzoekers en mensen zonder papieren begeleiden, met hen mee zoeken naar een haalbaar toekomstproject en hen daar ook kritisch op bevragen. Dit alles gedurende een beperkte periode om dichtslibbing te voorkomen. De bewoners laten kennismaken met de andere doelgroepsleden en werken aan een groepsverbondenheid. De bewoners stimuleren tot het deelnemen aan vormings- en opleidingsmogelijkheden zodat hun verblijf, wat de beslissing van overheidswege ook moge zijn, steeds een meerwaarde heeft gehad voor henzelf of hun land van herkomst. Inhoud en methodieken Vertrekkende vanuit de doelstelling willen we opteren voor volgende principes: Het bieden van opvang aan een beperkt aantal asielzoekers en mensen zonder wettig verblijf. De mensen waardig onthalen, hen tot rust laten komen na een meestal vrij turbulente periode in hun leven. De doelgroep een kwaliteitsvolle woning ter beschikking stellen, zodat ze zich beter kunnen thuis voelen in hun vluchtland. Het gezinsleven en de zelfredzaamheid van de bewoners zo veel mogelijk bevorderen. De betrokkenen wegwijs maken in de asiel- of regularisatieprocedure, hen de juiste informatie bieden, hen ondersteunen op administratief vlak. Hun dossier van kortbij opvolgen en met hen de nodige stappen zetten.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
157
De asielzoekers en mensen zonder papieren begeleiden, met hen mee zoeken naar een haalbaar toekomstproject en hen daar ook kritisch op bevragen. Dit alles gedurende een beperkte periode om dichtslibbing te voorkomen. De bewoners laten kennismaken met de andere doelgroepsleden en werken aan een groepsverbondenheid. De bewoners stimuleren tot het deelnemen aan vormings- en opleidingsmogelijkheden zodat hun verblijf, wat de beslissing van overheidswege ook moge zijn, steeds een meerwaarde heeft gehad voor henzelf of hun land van herkomst. We gaan er bij het hulpverleningsconcept vanuit dat de basiswerking wordt gedragen door de gesubsidieerde werkkrachten (4,5 FTE). Vrijwilligers worden ingeschakeld ter ondersteuning en uitdieping van de werking. Daarom kiezen we voor een kleinschalige opvangformule. Een vierentwintigtal personen lijkt ons een werkbaar aantal. We vinden een juist evenwicht in de opname van 16 asielzoekers en 8 mensen zonder papieren. Daarnaast zijn er nog 10 plaatsen voor mensen zonder papieren bij samenwerkende partners (onthaalhuizen, gemeenschapshuizen, beschut wonen en congregaties). We bieden de mensen een opvang van beperkte termijn. We wensen geen al te lange verblijven te installeren. Voor de asielzoekers betekent dit tot na de beslissing over het ontvankelijkheidsonderzoek. Er wordt een begeleidingsovereenkomst opgemaakt voor de duur van dit onderzoek. Elke 2 maanden gebeurt een evaluatie van het verblijf met de begeleider en de bewoner(s). Bij een positieve beslissing hebben deze mensen recht op financiële steun van het O.C.M.W. Bij een negatieve beslissing kunnen de mensen in beroep gaan bij de Raad van State. Hiervoor zijn specifieke centra voorzien, er wordt dan ook gevraagd om te vertrekken. Voor de mensen zonder papieren wordt gewerkt met begeleidingsovereenkomsten van telkens drie maanden. De verlenging van de overeenkomsten is gebonden aan een evaluatie. Er wordt een maximum verblijf voorzien van 9 maanden, gezien de lange wachttijden op het antwoord tot regularisatie. We wensen geen 24-uren-permanentie uit te bouwen, maar wel een ruime dagelijkse aanwezigheid en bereikbaarheid te garanderen.We bieden geen dienst waar een 24-uren-permanentie in moet worden voorzien. Dit is met het personeelsbestand dat ons is toegewezen voor deze opdracht niet haalbaar. Vandaar dat de mensen die er zullen wonen vrij zelfstandig moeten kunnen leven. De begeleid wonen formule laat toe de permanentie te beperken. We richten ons voornamelijk op de daguren en garanderen meestal een aanwezigheid tussen 9.00u. en 18.00u. Op vrijdag is er aanwezigheid tussen 9.00u. en 22.00u. Dit betekent voor de opnamepolitiek dat we enkel mensen zullen accepteren waarbij er perspectief zit in hun situatie. Onze voorkeur gaat uit naar gezinnen met kinderen. We geven voorrang aan mensen met kinderen, aangezien het voor hen het moeilijkst is om een geschikt onderkomen te vinden. Daarnaast is er voor deze mensen ook de moeilijkheid van het vinden van een school en hebben ze meer nood aan sociale en medische begeleiding. Het meest doorslaggevend criterium bij de opname is echter de mogelijkheid of bereidheid van de aanmelders om een concreet project uit te werken. We accepteren enkel mensen waarbij er perspectief zit in hun situatie. We kiezen hiervoor omdat we ons willen hoeden voor dichtslibbing. Het is niet de bedoeling een doorlopende opvang van iemand te doen die toch geen toekomstperspectief heeft. Dit heeft consequenties voor het opnamebeleid. De intake wordt een heel belangrijk werkinstrument. Goede samenwerkingsverbanden met betrouwbare partners kunnen eveneens helpen. . . De asielzoekers worden enkel toegewezen door OCIV (Overlegcentrum Integratie Vluchtelingen). Wat de mensen zonder papieren betreft, kan iedereen zich aanmelden. Met eenieder wordt gepeild worden naar de situatie van de betrokkene en
158
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
dit op verschillende terreinen: administratief, juridisch, medisch, sociaal, relationeel, psychisch, dagbesteding. Na de intakeprocedure zal het team beslissen of het de aangemelde al dan niet opneemt. Het intakeformulier zal bij opname voor de begeleider de basis vormen van het dossier dat hij voor elke bewoner aanlegt en waarin alle stappen met de betrokkene worden opgeschreven en alle relevante informatie wordt vermeld. Wanneer er wordt overgegaan tot opname zal er met de persoon een begeleidingsovereenkomst worden opgesteld waarin de begin- en einddatum worden vermeld en waarin ook wordt gewag gemaakt dat de persoon voor zichzelf na een bedenkingsperiode een project dient vorm te geven. Het verblijf veronderstelt ook een begeleiding van de bewoners: beiden gaan hand in hand. Wat de opvang betreft, kiezen we voor een begeleid wonen systeem, waarbij de bewoners verspreid gehuisvest worden op verschillende locaties. Sommigen zullen met verschillenden in één huis wonen, anderen eerder zelfstandig, op studio' s of appartementen. We garanderen elke bewoner minstens een individuele gemeubelde kamer met de nodige sanitaire voorzieningen. De residenten kunnen ook gebruik maken van alle gemeenschappelijke ruimten die op de centrale ontmoetingsplaats (Olivetenhof 2-4, te 1000 Brussel) voor hen worden voorzien: keuken, TV -zaal en living. Op dit adres zijn ook de burelen gevestigd waar individuele gesprekken kunnen plaatsvinden. Op vrijdag wordt een gemeenschappelijke warme maaltijd voorzien voor de bewoners. De andere dagen nemen de bewoners de maaltijden in de eigen leefruimte. Iedereen staat in voor de eigen huishoudelijke taken: wassen van kledij, onderhoud wooneenheid, linnengoed. Elke bewoner heeft recht op zakgeld, leefgeld en een wasjeton. Het bedrag van het zak- en leefgeld is gebaseerd op de bedragen geadviseerd door de tweedelijnsopvang voor vluchtelingen en asielzoekers. We willen de bewoners informeren over de verschillende mogelijkheden en hen doorheen een begeleidingsproces helpen een eigen keuze te maken. Elke bewoner die wordt opgevangen krijgt een degelijke begeleiding en omkadering. Een individuele begeleider zal hiervoor instaan. Hij voert met elke bewoner regelmatig gesprekken en probeert te komen tot een toekomstproject met de betrokkene. Het is echter duidelijk dat de bewoner de keuze voor zijn eigen leven invult. De werker is enkel procesbegeleider. Hij heeft als taak de bewoner de juiste informatie aan te reiken die nodig is om tot een keuze te komen. Dat hij hierbij de hete hangijzers niet uit de weg gaat ligt voor de hand. Zo zullen gesprekken over terugkeer aan bod komen. De begeleiding situeert zich binnen een integrale aanpak. Daarbij proberen we zoveel mogelijk de maatzorgmethodiek te hanteren. Toch zijn er een aantal zaken die terugkomen bij elke begeleiding. Zo bijvoorbeeld de centrale plaats die de juridisch-administratieve begeleiding inneemt. De juridischadministratieve opvolging neemt zoals gezegd een centrale plaats in in de begeleiding. De reden daarvoor is dat het psycho-sociaal welzijn van een familie en het vertrouwen dat men ontwikkelt in onze werking begint met het vertrouwen dat hun asielprocedure voor de vluchtelingen en regularisatieprocedure of andere voor de mensen zonder papieren,om hun verblijf in België te verzekeren, goed wordt opgevolgd. Voor deze opvolging wordt intens samengewerkt met onze jurist die ons acht uur per week op de bureau vervoegt. Tegelijk willen we de andere begeleidingsaspecten niet verdringen. De begeleider heeft aandacht voor alle andere belangrijke levensdomeinen: het gezin; vorming, basiseducatie en werk; de zoektocht naar huisvesting bij een vertrek; integratie in Brussel en België, met voldoende aandacht voor deelname aan culturele aangelegenheden; onderwijs; gezondheid; nabegeleiding. Er is minimaal 1 contact per week met de bewoner, afwisselend op Asiel en aan huis. Belangrijke problematieken van de bewoners met de aanpak hiervan, zijn de volgende: o om te beginnen is er dagbesteding, vorming en onderwijs. Een boeiende daginvulling voorkomt dat mensen ten prooi vallen aan een onophoudelijk
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
159
piekeren over de onzekerheid van hun verblijf in België. Het geeft hen het gevoel op een nuttige manier bezig te zijn in het gastland wat een positieve invloed kan hebben op hun stresshuishouding. Omdat de doelgroepen niet legaal kunnen worden tewerkgesteld, proberen we hen te motiveren voor een vorming. De meeste bewoners volgen een taalcursus Nederlands of Frans. Voor het leeuwenaandeel van de andere vormingen komt onze doelgroep niet in aanmerking omdat ze nog niet de juiste papieren hebben of omdat ze de taal nog niet genoeg meester zijn. Toch is er een lichtpuntje wat dit betreft: in september 2002 werd het Samira project opgericht, een initiatief dat vormingen organiseert voor mensen in de asielprocedure. Twee van onze bewoners hebben hieraan vol enthousiasme meegedaan en waren na afloop een mooi certificaat en een hoop kennis rijker. o Voor de kinderen en de jongeren van asielzoekers proberen we zo snel mogelijk een school te vinden waar de kinderen terecht kunnen in de onthaalklassen. Asiel heeft contact met een organisatie, die hulp biedt bij de zoektocht. Er bestaat een zeer goed contact met de St-Jorisschool, die elk jaar circa acht plaatsen vrijhoudt voor de kinderen tussen 3 jaar en 12 jaar. o Voor de kinderen van mensen zonder papieren, die hier meestal reeds langere tijd verblijven en hier al naar school gaan, stelt het probleem voor het vinden van een gepaste school, zich minder. o Wat ontspanning betreft, werken we heel goed samen met Hobo. Dit is een project voor de geïntegreerde thuislozenzorg, die tal van activiteiten aanbiedt. De culturele en sportieve ontspanningsactiviteiten hebben veel succes. Enkele bewoners toonden ook reeds interesse voor het tewerkstellingsproject Prefix van Hobo. o In alle begeleidingen gaat ook specifieke aandacht naar het psychologische en lichamelijke welzijn van deze mensen. De doelgroepen blijken zeer frequent nood te hebben aan medische behandelingen of psychologische begeleiding. Vaak waren de gezondheidsvoorzieningen in het land van herkomst niet goed of onvoldoende toegankelijk en komen de mensen in slechte gezondheid aan in België. Van een aantal klachten vermoeden we dat ze psychosomatisch zijn. De slopende onzekerheid en de stress die zowel de asiel- als de regularisatieprocedure met zich meebrengen hebben een enorme invloed op de lichamelijke gezondheid van onze bewoners. Asielzoekers hebben veelal te lijden onder de traumatische gebeurtenissen in het thuisland en de vlucht. Het spreekt dan ook voor zich dat het werken op alle levensdomeinen van een persoon een noodzakelijke aanvulling is op de medische behandeling. Het team van Asiel fungeert daarbij als een eerste belangrijke uitlaatklep waar de bewoners stoom kunnen aflaten, maar er ook op kunnen vertrouwen dat hun dossier in goede handen is. In sommige gevallen verwijzen we door naar een dienst geestelijke gezondheidszorg. o Vooral de asielzoekers hebben vaak te maken met een negatieve beslissing. Het is de taak van de gezinsbegeleider om het gezin hier zo veel mogelijk op voor te bereiden en om de mogelijke alternatieven te bespreken. De ervaring is dat de meeste asielzoekers in beroep gaan tot bij de Raad van State. Vanaf 03-01-2002 echter, zullen asielzoekers die in beroep gaan bij de Raad van State gevraagd worden om zich te melden in één van de vier daarvoor voorziene federale centra. Dit heeft als gevolg dat MozaïekAsiel niet langer de definitieve beslissing in de asielprocedure samen met het gezin zal kunnen bespreken. De vraag is in hoeverre deze mensen begeleid zullen worden in de voor hen voorziene centra. Onze onthaalfunctie voor asielzoekers enerzijds en het Huisvestingsproject voor mensen zonder papieren anderzijds bestaat in de eerste plaats in het bieden van een tijdelijke huisvesting. Wanneer de bewoners een positief
160
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
antwoord ontvangen op hun asiel- of regularisatievraag, moeten zij zo snel mogelijk een eigen woonst vinden zodat Mozaïek-Asiel zijn plaatsen opnieuw kan openstellen. Dit is echter geen gemakkelijke opdracht voor deze specifieke doelgroepen. We proberen hen dan ook zoveel mogelijk bij te staan in hun zoektocht. We willen geen dubbel werk verrichten. We opteren om zoveel mogelijk samenwerkingsverbanden met andere diensten aan te gaan, ook indien nodig met NGO’s in de herkomstlanden van de bewoners. Ervaringen Kleinschalig werken is belangrijk als je de intensieve begeleiding wil kunnen realiseren. De cliënten wonen in gezinsvorm, net zoals in het thuisland. Residentiële opvang is niet aangewezen voor deze doelgroep die vaak hoogopgeleid en zelfstandig zijn. Als begeleider wordt je veel geconfronteerd met onmacht; je moet ook veel slechtnieuwsgesprekken doen met weinig perspectief. Het is dus van groot belang om de medewerkers hierbij te ondersteunen. In Asiel wordt onder meer supervisie voorzien met een supervisor die goed bekend is met de problematiek van de doelgroep (Toon Gailly, CW Laken). Dit gaat elke drie weken door, waarbij telkens aan de hand van een casusbespreking gewerkt wordt. Het is belangrijk om je te realiseren dat je doelstelling bij deze doelgroep haalbaar maakt;je kan niet iedereen helpen die een vraag stelt – het risico op burn-out is anders zeer groot. Asiel verwacht van het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk dat ze meer oog heeft voor het vertegenwoordigen van deze doelgroepen bij het beleid, en dat er een betere communicatie voorzien wordt van en naar de CAWs hierover. Asiel verwacht van het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk het voorzien in vormingen rond mensen zonder papieren en asielzoekers, waarbij het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk dit zelf niet hoeft te organiseren, maar een doorgeefluik kan zijn en hierover communiceert.
Contactgegevens Chris Pauwels Teamcoördinator Asiel CAW Mozaïek Olivetenhof 2-4 1000 Brussel Tel.: 02/502.27.44 Fax: 02/502.32.78 E-mail:
[email protected] Website: http://mozaiek.vgc.be/Asiel.htm
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
161
Aanspreekbaarheid Beperkte mondelinge informatie, verdere vragen kunnen bespreken worden naargelang tijd en mogelijkheden Beschikbaar materiaal Brochure; jaarverslag; tekst website; huisreglement in het Nederlands, Frans, Engels; opvangcontract in het Nederlands, Frans, Engels; draaiboek integratie in de buurt (in opmaak), op maat van de cliënt (van winkels, artsen in de buurt tot de asielprocedure). Dit zal vertaald worden in het Frans, Engels en Russisch.
162
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
50. WELKOM, CAW ARCHIPEL Gesprekspartner: Jeannine Van Der Wilt, maatschappelijk werkster Aanzet, probleemstelling Eind jaren 1960 werd een aanbod gedaan voor de migrantenbevolking in Molenbeek, vanuit een opvanginitiatief voor jongeren: een opleidingsonderdeel, bicultureel onderwijs en een sociale dienst. Deze sociale dienst is in '99 gefusioneerd met CAW Archipel, maar is nog steeds gehuisvest in het gebouw waar ook het Regionaal Integratiecentrum Foyer, alsook Preventief Zorgcentrum Foyer zitten. In eerste instantie bereikte de dienst hoofdzakelijk de Marokaanse en Turkse bewoners van Molenbeek. De laatste jaren hebben ook de politiek vluchtelingen, asielzoekers, nieuwkomers en illegalen hun weg naar het centrum gevonden. Doelstelling Laagdrempelige hulpverlening aan etnisch-culturele minderheden. Doelgroep Voor honderd procent ECM, vanuit de ligging van het centrum in een migrantenbuurt en de historiek van het centrum. Inhoud & Methodieken De deelwerking Welkom bestaat uit 5 Maatschappelijk werkers, 1 jurist, 2 onthaalmedewerkers en is een specifieke deelwerking voor etnisch-culturele minderheden. Er wordt eerstelijns hulpverlening geboden: juridische hulpverlening, administratieve hulpverlening, schuldbemiddeling voor de cliënten van de dienst, psychosociale begeleiding (in beperkte mate). Permanentie, alle dagen, voormiddag en namiddag, (in de vakantie enkel in de voormiddag), direct eerste opvang door het onthaal en door een maatschappelijk werker van permanentie, daarna op afspraak indien nodig. Ligging in de wijk waar de cliënten wonen. Het personeel heeft een uitgebreide talenkennis: Engels, Frans, Turks, Arabisch, Italiaans, Spaans. Eén medewerkster heeft een basiskennis Russisch. Verder kan men in hetzelfde gebouw beroep doen op de intercultureel bemiddelaars (Russisch, Roemeens, Albanees-Servisch, Koerdisch-Turks, Marokkaans Arabisch) voor bemiddelen en vertalen, geven van vorming en informatie aan de hulpverlener over de cultuur. Er is een goede samenwerking met diensten in hetzelfde gebouw: Preventief zorgcentrum Foyer, Dienst rechtsbescherming Foyer en de andere diensten van het Regionaal Integratie Centrum Foyer - men weet dat men daar terecht kan met vragen, ondersteuning krijgt. Men is tevreden dat men vanuit de dienst beroep kan doen op de vormingen van het VMC en het OCIV (vorming rond de wetgeving, Intervisiegroep Roma vanuit woonwagenwerk VMC, Intervisiegroep rond Hulpverlening aan migranten). De hulpverlening gebeurt in het gebouw hoofdzakelijk - men kijkt naar de mogelijkheden van de cliënt, die zelf moeten opnemen wat ze kunnen. Daar waar men ziet dat dit niet lukt, zal men eventueel mee op verplaatsing gaan naar een andere dienst, of op huisbezoek. Wegens de stijgende werkdruk, wordt zoveel mogelijk getracht om waar mogelijk door te verwijzen, wat niet evident is.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
163
De hulpverlening is gericht op het individu en op het gezin. Goede teamwerking is essentieel voor voldoende draagkracht van de medewerkers: luisteren naar elkaar, betrokkenheid bij de gevoelens van de medewerker, samen oplossingen zoeken, informele contacten en acuut tijd vrijmaken op ogenblikken dat dit nodig is. De aanpak bij de verschillende deelgroepen van etnisch culturele minderheden wordt als verschillend gezien, blijkt uit de ervaringen van de hulpverleners. Veel hangt samen met de scholingsgraad in het land van herkomst: bijvoorbeeld: hoe hoger de scholingsgraad, hoe vlotter op weg te helpen vanuit het centrum. Veel hooggeschoolde politiek vluchtelingen zijn vlotter op weg te helpen naar andere diensten dan allochtonen van de 2e generatie die laaggeschoold zijn. Ook de situatie van Roma-zigeuners is vaak zeer precair ; men ervaart een zeer lage scholingsgraad en grote kansarmoede. Anderzijds, daar waar men kan spreken over kansarmoede, is de aanpak bijna gelijklopend met de doelgroep kansarmen van Belgische origine. Wel komt hier bovenop de factor (latent) racisme en de beperkte kennis van de taal. Respect van de cliënt moet soms 'afgedwongen' worden, Grenzen moeten soms duidelijk gesteld worden over wat wel en niet kan ten aanzien van een hulpverlener. Doorverwijzingen slagen eerder als men meegaat vanuit de dienst, men op voorhand telefoneert, een briefje meegeeft, diensten dichter in de buurt zijn, de scholingsgraad van de cliënt hoger is. Samenwerkingsverbanden Er is een nauwe samenwerking met de verschillende diensten van het Regionaal integratiecentrum Foyer (in hetzelfde gebouw). Middelen Reguliere enveloppefinanciering AWW: 3 1/2 VTE maatschappelijk werker, 1 VTE jurist, 1 VTE onthaalmedewerkers. Men kan tevens beroep doen op de diensten in huis aanwezig. Ervaringen De cliënten zijn allemaal afkomstig uit etnisch-culturele minderheden. Moeilijke doorverwijzing naar andere reguliere diensten (OCMW, Ziekenkas, Kinderbijslagfonds). De drempel naar andere voorzieningen blijkt te hoog voor de clienten. Mogelijke hypothesen hierover zijn: o de cliënt vindt vlot de weg naar Welkom en wil hier geholpen worden, heeft vertrouwen vanwege mond-aan-mond-reclame, doorheen het 35-jarig bestaan van het centrum. Welkom is goed gelegen in de omgeving van het cliënteel, de opendeur, permanentie-uren zijn bekend en heel ruim. o andere diensten hebben geen goede naam op toegankelijkheid - weinig geduld met de doelgroep en de taal- en cultuurverschillen. o Bij andere diensten ervaart men minder openheid en bereidheid, moeilijk telefonisch te bereiken hulpverleners omwille van geïnformatiseerde doorschakelsystemen. Er wordt een forum gemist waar men zaken kan signaleren vanuit de ervaringen van de hulpverleners met de cliënten (bv. problemen bij begrafeniskosten voor illegale mensen, problemen rond huisvesting en vinden van een goede, betaalbare woningen). Er is geen kanaal waar men van andere CAW’s kan horen over hoe zij problemen oplossen rond deze doelgroep (casuïstiek en structureel) en hier wordt nood aan gevoeld.
164
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Men staat onmachtig t.o.v. de ontoegankelijkheid van diensten waarmee men moet samenwerken. Hoe kan de dienst/anderen een grotere toegankelijkheid bewerkstelligen bij andere reguliere diensten waar men mee dient samen te werken? Er gaat veel tijd naar administratief werk voor de cliënten, oa invullen van formulieren voor de verschillende administraties. Situaties van cliënten zijn soms ontzettend schrijnend en doorwegend op de draagkracht van de hulpverlener. Je mag als medewerker niet bang zijn om rond te lopen in Molenbeek, anders kan je niet werken in het centrum.
Contactgegevens Jeannine Van Der Wilt maatschappelijk werkster Welkom CAW Archipel Mommaertstraat 22 1080 Brussel Tel.: 02/414.24.23 Fax: 02/414.16.97 E-mail:
[email protected]
Aanspreekbaarheid Bereidheid tot mondelinge informatie. Beschikbaar materiaal Jaarverslag. Een stagiaire deed onderzoek rond zelfredzaamheid van cliënten tijdens haar stage in Welkom; verslag in Welkom.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
165
166
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
3. Analyse en beschouwingen
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
167
168
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Inleiding In dit deel gaan we in op hefbomen in het werken aan een toegankelijk CAW voor etnisch-culturele minderheden. We pogen een antwoord te bieden vanuit de gesprekken met de CAW-medewerkers en andere bevoorrechte getuigen in het werkveld van het algemeen welzijnswerk en de minderhedensector. Vooraf nog enkele kanttekeningen. 1. CAW’s leveren gevarieerde inspanningen om hun toegankelijkheid voor etnischculturele minderheden te verhogen. Ze werken vanuit de basis en/of vanuit het beleid van het CAW, vanuit een expliciete of een impliciete visie, met kleinere en/of grotere acties, meer of minder zichtbaar. De sector heeft duidelijk op een actief zoekende manier heel wat deskundigheid opgebouwd. Door medewerkers van de CAW’s te interviewen over dit thema, kwamen heel wat vragen aan de oppervlakte: naar procesmatige en inhoudelijke ondersteuning bij het werken aan een toegankelijk CAW; naar een platform voor het samenbrengen van praktijkervaringen naar het beleid; naar een forum voor uitwisseling tussen verschillende CAW’s; naar mogelijkheden voor ervaringsuitwisseling, casusbesprekingen en methodiekontwikkeling onder collega’s die met dezelfde materie bezig zijn; naar begeleiding bij en inhoudelijke bijdrage voor visieontwikkeling. Men heeft het gevoel dat er vanuit de verschillende beleidsniveaus niet altijd gezien wordt welke inspanningen er wel degelijk geleverd worden. Het gebrek aan ondersteunende platforms speelt hierbij zeker een rol. Er is een duidelijke vraag naar ondersteunende faciliteiten. Er is nood aan aandacht, erkenning, ondersteuning tot actie rond de huidige en de toekomstige hulpverlening aan etnisch-culturele minderheden. Want, hoewel er al heel wat bedrijvigheid is, er is nog veel werk aan de winkel. 2. Een tweede grote vaststelling bij deze verkenning van het werkveld is de grote complexiteit en diversiteit van de structuren en werkvormen van elk CAW. Dit heeft een grote invloed op het werken rond toegankelijkheid voor etnisch-culturele minderheden. Het gegeven “CAW” bestaat nog maar sedert enkele jaren en de onderlinge diversiteit is groot. Men kan dus niet spreken over “het” CAW. De profilering, intern en naar buiten, blijkt vaak (nog) niet zo duidelijk. Het CAW is momenteel een huis dat naargelang de regio een verschillende vorm en grootte heeft. Het ene CAW heeft verschillende voordeuren, het andere kiest voor één duidelijke inkom. Soms bestaan er verbindingen van de ene “kamer” (deelwerking) naar de andere en soms kan men enkel via de buitendeuren in een ander “kamertje” binnen. De geschiedenis en de cultuur van de deelwerkingen, de fase waarin het fusieproces zich bevindt en de gevolgde fusiestrategie beïnvloeden sterk de toegankelijkheid van een CAW als geheel en op niveau van de deelwerkingen. Op basis van globale registratiegegevens stellen we vast dat bepaalde CAW’s een groot aandeel cliënten uit etnisch-culturele minderheden hebben. Bij nader toezien blijkt dat hoofdzakelijk één deelwerking, die quasi categoriaal werkt, deze cliënten vanuit een specifiek hulpverleningsaanbod bereikt, terwijl de andere vormen van de
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
169
hulpverlening in andere deelwerkingen zelden cliënten uit deze doelgroepen over de vloer krijgen. In dit geval kan men bezwaarlijk over een “toegankelijk CAW” spreken. Door de fusie is er anderzijds heel wat knowhow over specifieke doelgroepen samengevoegd, wat kansen biedt voor de andere deelwerkingen in het CAW. 3. Een derde opvallend gegeven is de onduidelijkheid in de terminologie om de doelgroepen te benoemen. Doorheen de gesprekken stellen we vast dat het begrip “etnisch-culturele minderheden” voornamelijk een papieren term is. In het werkveld wordt gesproken over “allochtonen”, “migranten”, “vreemdelingen”, “vluchtelingen”, “mensen zonder papieren” maar telkens met een verschillende inhoud. De “woonwagenbewoners” worden meestal niet tot de bereikte doelgroepen gerekend. Wel vonden we een deelwerking gericht op de schippersbevolking, maar deze maakt dan weer geen deel uit van de etnischculturele minderheden. Zeer concreet navragen over welke doelgroep men het heeft, is zeker geen overbodige luxe. De definitie van “allochtoon”, zoals uitgewerkt in het Vlaams Minderhedenbeleid, blijft voor verwarring zorgen. In deze definitie is men pas allochtoon, indien men naast de criteria van de afstamming ook aan het criterium van de sociaal-economische achterstelling voldoet. Dit blijft een punt van discussie, ook op het vlak van de cliëntregistratie. Dit definitieprobleem verdient in de nabije toekomst voldoende aandacht. De doelgroep “etnisch-culturele minderheden” is zeer verscheiden. Het is een kunstmatige samenstelling van zeer uiteenlopende categorieën van mensen met verschillende origines, culturelen, opleidingsniveaus en competenties, achtergronden, visies, wensen en noden. Om de processen te benoemen in het werken met deze doelgroepen, worden de begrippen “toegankelijkheid”, “interculturaliseren”, “diversiteitsbeleid” door elkaar gebruikt. Deze woorden dekken vaak verschillende inhouden, soms dezelfde inhouden. Ook hier is het verder verduidelijken van het begrippenkader aan te raden. Met deze bedenkingen in het achterhoofd, vragen we ons af wat CAW’s motiveert om de toegankelijkheid te vergroten en hoe ze dit proberen te realiseren.
3.1 Stimulansen voor een toegankelijk CAW Wat motiveert de CAW’s om te werken aan de toegankelijkheid voor deze doelgroepen? Wat zijn mogelijke “triggers”, kritische succesfactoren? De impulsen voor acties kunnen vanuit het CAW zelf komen. Er lopen stimulansen vanuit de basis naar het beleid van het CAW en er zijn bewegingen vanuit het beleid naar de basis en van de ene deelwerking naar de andere. Extern wordt het CAW door de overheid geprikkeld, door wetgeving en financieringsmogelijkheden, evenals door andere organisaties die met de doelgroepen werken en door de doelgroepverenigingen zelf.
170
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
3.1.1 Stimulansen vanuit de doelgroepen Wanneer er in de omgeving veel etnisch-culturele minderheden aanwezig zijn, is de kans groter dat men in de werking een aanbod voor hen uitbouwt. Zo is bijvoorbeeld in Molenbeek en de wijk Antwerpen-Noord de doelgroep duidelijk in het straatbeeld aanwezig. CAW-werkingen zijn hier toegankelijk. In Brussel-centrum werd een organisatie voor mensen zonder papieren stopgezet in de wijk waar een CAW actief is. Dit CAW nam de taak van deze werking op zich en creëerde een hulpaanbod. Als het aandeel van etnisch-culturele minderheden in een algemene doelgroep toeneemt zal men het hulpverleningsaanbod voor deze doelgroepen moeten aanpassen. Zo bestond de doelgroep in de mannelijke prostitutie in Brussel oorspronkelijk vooral uit kansarme Belgische jongeren. Momenteel bestaat het voor 90% uit etnischculturele minderheden. Een ander voorbeeld vind je bij de werkingen voor kansarmen in Limburg. Hier wordt gekozen om vanuit de doelgroepwerking aan kansarmen het aanbod geïntegreerd te richten zonder onderscheid van etniciteit. Een aantal cliënten vinden hun weg naar de hulpverlening van het algemeen welzijnswerk, zonder pro-actieve werking vanuit het CAW. Ze komen er terecht via mond-aanmond reclame of via doorverwijzing, bijvoorbeeld in het kader van de asielprocedure. Er blijkt een (gedeeltelijk) passend hulpaanbod te zijn, zoals materiële hulpverlening, juridisch-administratieve hulpverlening rond vreemdelingenrecht, seksespecifieke hulpverlening aan vrouwen, huisvesting en woonbegeleiding. In deze (deel)werkingen zien we vaak dat er, door de aanwezigheid van de cliënten in de reeds geboden hulpverlening, gezocht wordt naar een meer gepast antwoord op de hulpvraag. De deskundigheid wordt (verder) uitgebouwd, men gaat op zoek naar passende methodieken of men gaat zelf beroep doen op de andere deelwerkingen in de eigen organisatie. Door vertrouwd te raken met de doelgroep geeft men aanzetten om een meer gepast hulpverleningsaanbod te ontwikkelen. Zo zien we dat de vroegere “sociale centra” en de “televestiaires” een aanbod hadden, waarop etnisch-culturele minderheden vaak een beroep deden. Het aanbod bestond vooral uit praktische en materiële hulpverlening (voeding, kledij, huisraad, klusdiensten) en juridisch-administratieve hulpverlening. Via dit laagdrempelige aanbod kan de cliënt vertrouwen in de hulpverlener krijgen, waardoor men meer gevoelige thema’s naar voor durft brengen. Deze verbreding van de eerste hulpvraag kan leiden tot een ontwikkeling van een gepast psychosociale begeleidingsvorm, of een doorverwijzing binnen het CAW. De populatie in residentiële centra veranderde in de loop der jaren. Men moest zoeken naar een gepast aanbod voor deze sterk veranderde populatie. In sommige vrouwenopvangcentra evolueerde het aandeel van vrouwen uit etnisch-culturele minderheden naar 80%, soms met een vijftal verschillende talen. Zowel een gepast individueel aanbod als het samenleven in een multicultureel gezelschap zijn vraagstukken. Een gelijkaardige zoektocht zien we in andere residentiële centra en in enkele deelwerkingen begeleid wonen, waar een instroom van asielzoekers het resultaat is van samenwerking met OCIV-Vluchtelingenwerk Vlaanderen, Caritas en LOI’s. Vanuit de zelforganisaties worden eveneens stimulansen gegeven. Zo bevroeg bijvoorbeeld het Steunpunt Allochtone Vrouwen en Meisjes hun leden over hun noden en behoeften. Op basis van deze resultaten werd een appèl gedaan op onder meer het algemeen welzijnswerk. Ook vanuit jeugdhuizen van allochtone jongeren komen dergelijke initiatieven. 3.1.2 Stimulansen binnen het CAW De persoonlijke affiniteit en gevoeligheid van bepaalde CAW-medewerkers voor de etnisch-culturele minderheden is een drijvende kracht achter tal van initiatieven. Deze stuwende krachten houden het thema toegankelijkheid in al zijn facetten in het centrum onder de aandacht. Ze zijn noodzakelijk voor het geven van impulsen tot actie,
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
171
het ontwikkelen van methodieken, het creëren van een draagvlak rond de thematiek. Ze spelen een belangrijke rol in het welslagen van projecten en initiatieven, evenals bij het inbedden van de opgebouwde knowhow in het CAW. Door de fusie tot CAW werden soms zeer verschillende werkingen onder één dak samengevoegd. In sommige centra had dit tot gevolg dat deelwerkingen onderling actiever beroep doen op elkaar en meer gaan samenwerken. Voorbeelden hiervan zijn: psychosociale begeleiding van een cliënte in een vluchthuis door het gezins- en relationeel werk van hetzelfde CAW; samenwerking rond het verblijfsstatuut van een cliënt in het begeleid wonen met het ambulant vluchtelingenonthaal; begeleiding van groepsgesprekken door hulpverleners uit het gezins- en relationeel werk binnen de vrouwenopvang. Vanuit dit fusieproces worden stimulansen gegeven om werksoortoverschrijdend te werken, wat soms uitmondt in initiatieven gericht op etnisch-culturele minderheden. Sommige CAW’s beklemtonen een expliciete visie en starten van daaruit actie voor etnisch-culturele minderheden. Voor hen staat de ondersteuning van de individuele rechten van cliënten centraal staat of een prioritaire keuze voor kansarme groepen, waar etnisch-culturele minderheden inbegrepen zijn. In sommige centra of deelwerkingen (voornamelijk met vluchtelingen) is deze expliciete keuze ook ingegeven vanuit een religieuze bewogenheid. 3.1.3 Stimulansen uit data-analyse (onderzoek, bevraging, omgevingsanalyse, registratie, evaluatiegegevens) CAW’s stellen op basis van signalen uit de omgevingsanalyse of het eigen jaarverslag vast dat etnisch-culturele minderheden weinig bereikt worden. Door wetenschappelijk onderzoek, bevragingen vanuit projecten, voorlopige registratiegegevens en projectevaluaties werden bepaalde (deelwerkingen van) CAW’s zich bewust van de noden van etnisch-culturele minderheden of van de geringe instroom van de doelgroep. Op basis van dergelijke ‘feitelijke’ gegevens werd actief gezocht naar verbetering van de toegankelijkheid in brede zin. Dit werd in verschillende CAW’s vertaald in de beleidsplannen. Zo heeft een onderzoek met aanbevelingen over de vrouwenopvang gestimuleerd tot het ontwikkelen van een interculturaliseringsproces. Binnen slachtofferhulp werd een analyse van het eigen jaarverslag de aanzet tot een interculturaliseringsproces in de deelwerking. 3.1.4 Stimulansen uit organisaties die bekend zijn met de doelgroepen Een zeer belangrijke vorm van activering gaat uit van andere organisaties. Het kan resulteren in grotere initiatieven en projecten, maar net zo goed om cliëntgerichte contacten. Het kan zowel over één dienst gaan, als over een clustering van diensten die op het CAW beroep doen. Vaak gaat het om organisaties die geen of een partieel individueel hulpverleningsaanbod hebben, maar wel werken met de doelgroepen: opbouwwerk en buurtontwikkeling, integratiecentra en integratiediensten, onthaalbureaus voor nieuwkomers, OCIVVluchtelingenwerk Vlaanderen, Caritas Internationaal, asielcentra van het Rode Kruis en Fedasil, LOI’s, Artsen Zonder Grenzen. Zij menen dat het CAW een aanbod kan doen naar hun doelgroep en vragen hierover overleg en samenwerking. Vaak biedt deze derde partij ook ondersteuning aan op het vlak van methodieken, kennisontwikkeling of concrete situaties om dit te realiseren, zodat het CAW of de betrokken deelwerking zich gesteund weet.
172
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Een OCMW of een ander CAW kan ook vragende partij zijn voor complementaire hulpverlening aan hun eigen aanbod of om samen te werken rond de doelgroepen etnischculturele minderheden. Omwille van een gewijzigde regelgeving in de minderhedensector gingen een aantal dienstverlenende projecten t.a.v. etnisch-culturele minderheden bij CAW’s aankloppen om hun project verder te zetten onder de vleugels van het CAW. Op deze manier wordt ook de knowhow binnengebracht en stimulansen gegeven. Een specifieke taak zien we hierbij weggelegd voor de integratiecentra en, afhankelijk van het lokaal beleid, ook bepaalde integratiediensten. Zij hebben als opdracht om reguliere voorzieningen te sensibiliseren, te stimuleren en te ondersteunen bij het werken aan toegankelijkheid voor etnisch-culturele minderheden. Zij kunnen de brug slaan tussen de doelgroepen en de CAW’s in het zoeken naar een gepast hulpaanbod op de hulpvragen. CAW’s kunnen inhoudelijke ondersteuning vragen bij het werken met deze doelgroepen. Integratiecentra en integratiediensten groeien recent ook naar het ondersteunen van deze “inclusieve” processen binnen reguliere organisaties. Tenslotte kunnen sectorondersteunende organisaties belangrijke impulsen geven. Reeds in 1987 werd door de toenmalige Vereniging der Vlaamse Onthaaltehuizen in het kader van de conventie van OCIV-Vluchtelingenwerk Vlaanderen opgeroepen om mee te werken aan de opvang voor asielzoekers. Een oproep die nog tot op heden haar effect heeft. 3.1.5 Stimulansen van de overheid Vanuit de overheid kwamen er bescheiden financiële stimulansen onder meer in de vorm van positieve actieplannen, diversiteitsplannen, niet-gereglementeerde projecten vanuit het Vlaamse minderhedenbeleid of het federale vluchtelingenbeleid. Hierbij werd de doelgroep door de overheid hetzij als potentiële cliënt, hetzij als potentiële werknemer gezien. Dit is voor sommige CAW’s de aanleiding om gericht werk te maken van de toegankelijkheid. In bepaalde situaties wordt ook na zulke tijdelijke financiële injectie gekozen om verder te werken. In andere situaties valt het initiatief stil. Ook wetgeving en regelgeving buiten het algemeen welzijnswerk heeft een invloed. Zo bepaalde het Vlaams minderhedendecreet dat de categoriale eerstelijnshulpverlening moest stopgezet worden. Het is de opdracht van de “reguliere sectoren” om een aanbod te hebben voor iedereen, ook voor etnisch-culturele minderheden. Enkele deelwerkingen van integratiecentra en integratiediensten moesten een andere sector opzoeken waarbinnen zij hun werking konden verder zetten. De fusieopdracht in het algemeen welzijnswerk bood hier mogelijkheden, zij het voor slechts enkele initiatieven. In bepaalde regio’s werden naar aanleiding van deze bepaling netwerken binnen de reguliere hulpverlening geactiveerd om het probleem van doorverwijzing en taakverdeling op te nemen. De samenlevingsopbouw heeft een analoge decretale opdracht en afbakening t.a.v. het algemeen welzijnswerk. Het project ModeM in Antwerpen was het resultaat van onderlinge samenwerking. De regelgeving m.b.t. de opdrachten van OCMW’s in het kader van de asielprocedure zorgde er voor dat CAW’s enkele taken inzake opvang van vluchtelingen en asielzoekers actiever op zich namen. Sommige Lokale opvanginitiatieven (LOI’s) worden zelfs begeleid door een CAW-deelwerking. In bepaalde regio’s komt men nu ook meer in aanraking met asielzoekers. Dit is een gevolg van de spreiding van deze doelgroep over alle gemeenten in België. Hulpvragen zijn zichtbaar in de directe omgeving. Het CAW kan hierop inspelen en het aanbod aanpassen. Vanuit de specifieke wetgeving voor slachtoffers van mensenhandel is een deelwerking die binnen het algemeen welzijnswerk valt, voor 100% voorzien voor etnisch-culturele minderheden. Ter ondersteuning van deze centra nam het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk het project “netwerk slachtoffers mensenhandel” onder de vleugels.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
173
Tenslotte zijn er ook stimulansen in het kader van sectorspecifieke regelgeving m.b.t. het algemeen welzijnswerk. Zo werden via omzendbrieven richtlijnen gegeven hoe een omgevingsanalyse opgebouwd moet zijn, een jaarverslag of de beleidsplannen. Men vraagt expliciet aandacht voor de doelgroepen etnisch-culturele minderheden. Steeds meer opdrachten komen langs verschillende poortjes binnen in het CAW, terwijl dat geconfronteerd blijft met een uiterst beperkte enveloppe. Dit is een knelpunt. Een programmatie is wenselijk. De overheid moet hierbij rekening houden met de uitdagingen van de toekomst en oog hebben voor een goede spreiding over Vlaanderen. Het “CAW-Witboek 2004” geeft van deze uitdagingen een nauwkeurige analyse 1.
3.1.6 Samenvattend: stimulansen voor het werken aan een toegankelijk CAW
1
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, CAW-Witboek 2004: voor een sterkere eerste lijn in de Vlaamse welzijnszorg, Berchem, mei 2004
174
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
3.2 Hoe werken aan een toegankelijk huis? Hoe komt een CAW tot actie ? Wat zijn de knelpunten waarop men een antwoord wil formuleren? Welke soort acties ? Acties worden ondernomen op verschillende niveaus. Ze worden gericht op de potentiele cliënt, op de taalbarrière, op de medewerkers, op het beleid, op samenwerken met verschillende partners en op de verschillende overheden.
3.2.1 De (potentiële) cliënt 3.2.1.1 Ervaren knelpunten De CAW’s zijn niet of onvoldoende bekend bij etnisch-culturele minderheidsgroepen. Dit kan erg verschillen naargelang de werking. Soms zijn bepaalde deelwerkingen van één CAW bekend, andere minder of niet. De doelgroepen kunnen bevooroordeeld zijn ten aanzien van de hulpverlening. Sommige thema’s zijn taboegeladen. Men heeft negatieve of geen ervaring met de hulpverlening. Er bestaan soms onrealistische verwachtingspatronen. Het is voor cliënten niet eenvoudig om in een niet-vertrouwde omgeving hulp te gaan vragen. Het zijn drempels die de cliënt moet nemen om zijn hulpvraag te stellen. De potentiële cliënten behoren tot zeer diverse culturen, met zeer verscheiden achtergronden op het vlak van scholingsgraad, sekse, migratieverhalen, leeftijd en hebben zeer diverse vragen. 3.2.1.2 Acties Vindplaatsgerichte bekendmaking van het aanbod en profilering van het CAW of een deelwerking Bij de bekendmaking van het aanbod legt het CAW het accent op het pro-actief werken vanuit het CAW naar de doelgroep. Men gaat naar een Lokaal Steunpunt Integratiecentrum, zelforganisaties, de moskee, een buurtwerking of jeugdwerking, om uit te leggen waar het CAW voor staat en waarvoor men een beroep kan doen op het CAW. Op verschillende plaatsen gaat een CAW-medewerker regelmatig of occasioneel uitleg geven over de werking van het CAW in de lessen maatschappelijke oriëntatie in het Onthaalbureau Nieuwkomers. Mondelinge toelichting en het leren kennen van een medewerker maken de drempel naar het CAW lager. Het CAW vertaalt onthaalbrochures of een flyer in verschillende talen. Dit materiaal wordt gelegd op plaatsen waar de doelgroepen regelmatig komen: in nachtwinkels, het onthaalbureau, het integratiecentrum, het buurtcentrum. Werken met tussenpersonen Door een goede samenwerking met andere diensten en in het kader van lokale netwerken wordt de hulpvraag van de cliënt opgevangen (lang) vóór de poort van het CAW, in een Lokaal Steunpunt, een buurtwerking. Deze tussenpersoon beluistert de cliënt, het probleem wordt eventueel reeds (gedeeltelijk) ontrafeld en de intermediair vergemakkelijkt de stap naar de hulpverlener. Het voorzien in een trajectbegeleiding of case-management door deze intermediair ondersteunt het slagen van deze toeleiding. De tussenpersoon en het CAW kennen elkaar en de intermediair heeft zicht op het aanbod van het CAW. Deze tussenpersoon kan vanuit een professioneel of nietprofessioneel kader betrokken zijn op de cliënt. Hij of zij is een opbouwwerker, een arts, de trajectbegeleider in het onthaalbureau nieuwkomers, imam, pastoor of een vrijwilliger in het vluchtelingenwerk.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
175
Kinderen en jongeren kunnen als tussenpersoon fungeren voor hun ouders. Enkele CAW’s richten hun aanbod naar kinderen en jongeren via het jeugdwerk, opvoedingsondersteuning of speel-o-theken. Via deze ingangspoort worden de ouders vertrouwd met de voorziening. De drempel is dan lager om de stap te zetten naar het CAW voor hun eigen hulpvragen. Bij het doorverwijzen naar een andere voorziening of deelwerking haken cliënten regelmatig af. Het begeleiden van het traject naar de hulpverlening, het opvolgen hiervan en casemanagement wordt ook ervaren als een belangrijk aspect voor laagdrempelige hulpverlening, zoals bijvoorbeeld het buurtgerichte onthaal. Gebruik van technische hulpbronnen voor een laagdrempelig onthaal. Technische hulpmiddelen worden gehanteerd om een laagdrempelig onthaal te realiseren. Een CAW ondersteunde het telefonisch onthaal voor arabisch- en turkssprekenden. In bepaalde deelwerkingen is een webstek voorzien en een chatpermanentie, waarbij een hulpverlener voor de jongeren aanwezig is op bepaalde uren. Werken aan welzijn via het aansluiten op niet-hulpverleningsgerichte activiteiten en positieve belevingen van potentiële cliënten. Bepaalde CAW-deelwerkingen werken met activiteiten die zich situeren in een sociocultureel kader. Mensen zitten hier niet in een hulpverleningskader, maar kunnen hierdoor wel kennismaken met hulpverleners en het aanbod. We denken hierbij aan het maken van een film over de eigen leefwereld met Maghrebijnse jongeren, het werken rond de eigen identiteit bij bepaalde vluchtelingengroepen, het inschakelen van buurtbewoners in het buurtgericht onthaal. Via het werken met socioculturele activiteiten worden mensen niet vastgepind op hun problematische situatie en is er meer ruimte om de mens in zijn totaliteit te benaderen. Hierdoor wordt een hulpvraag soms beter bespreekbaar. Vindplaatsgerichte hulpverlening. Bepaalde CAW-deelwerkingen hebben hun werkplek (deels) op een plaats waar (dichtbij) de doelgroep te vinden is. Dit kan gaan om een lokaal steunpunt van een integratiecentrum, een dienst vreemdelingenzaken van de gemeente, een onthaalbureau nieuwkomers, in een jeugdwerking. De CAW-medewerker doet ter plekke een aanbod en gaat eventueel samen met de hulpvrager op stap. We zien dat hiervoor soms structureel wordt samengewerkt met een partnerorganisatie uit een andere sector, die de doelgroep beter bereikt. Materiële en praktische hulpverlening bewust een plaats geven als ingangspoort. Over de taak van het CAW en materiële en praktische hulpverlening lopen de meningen in het werkveld uiteen. Bepaalde CAW’s hechten veel belang aan het aanbieden van praktische en materiële hulpverlening. Dit kan gaan om voedselpakketten, kleding, luiers, klein meubilair, klusjesdienst, gebruik van wasmachines. Zij zien dit als een laagdrempelige kennismaking met het aanbod en kiezen ervoor om dit te behouden. Soms is dit aanbod gekoppeld aan het algemeen ambulant onthaal. Andere CAW’s houden dit bewust gescheiden en wensen de cliënt ruimte te bieden om zijn keuzes vrij te maken. Het aanbod vanuit inloopcentra ligt in deze lijn. Bij deze CAW’s is het de tendens om “televestiaires”, “telediensten’” en andere deelwerkingen die zich vooral richten op materiële en praktische hulpvragen af te stoten en over te
176
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
dragen aan caritatieve vrijwilligersorganisaties of kringloopcentra. Daardoor vervaagt de band tussen deze zeer concrete en andere vormen van hulpverlening. Enkele CAW’s bieden internetmogelijkheid en huiswerkondersteuning voor kinderen en jongeren. Door middel van dit laagdrempelig aanbod kunnen ze kennismaken met het CAW. Vanuit dit aanbod kunnen gemakkelijker andere vragen gesteld worden. Inrichting en organisatorische aanpassingen van de voorziening. CAW’s bevorderen de toegankelijkheid door allerlei uiteenlopende praktische acties. Deze zorgen ervoor dat cliënten zich gerespecteerd voelen in hun eigenheid. het aangepast aankleden van de wachtruimte (niet te extravagant) vertalen van documenten keukenmateriaal zoals wok, rijststomer en couscouspan aangepaste voeding voorzien bv. halalvoeding het vieren van feestdagen uit de verschillende religies rekening houden met de vastenperiode permanentie-uren aanpassen aan de doelgroep, in combinatie met afspraken Aandacht voor de inrichting leidt er toe dat bewoners van een residentiële voorziening meer ruimte en meer privacy hebben. Zo doen zich ook minder conflicten tussen verschillende culturen voor. 3.2.1.3 Bespreking en suggesties De cliënt heeft een eerste aanzet van vertrouwen in het CAW wanneer hij of zij iemand kent die positieve ervaringen heeft met het CAW of een vertrouwenspersoon heeft die hem naar een CAW doorverwijst. Werken met tussenpersonen die de cliënt toeleiden naar het CAW kan een middel zijn om vooroordelen te doorbreken. De intermediair haalt het CAW uit het onbekende. Voor de verdere profilering van het CAW kunnen voorstellingen van het CAW gedaan worden bij de doelgroepen door een medewerker van het CAW. Een vertaalde brochure of flyer kan ondersteuning bieden. Meer informatie over communicatie met etnischculturele minderheden, kan is te vinden de studie rond etnocommunicatie. Deze wordt afgerond in najaar 20042. Als een cliënt hulpverleners kent buiten de hulpverlenende context, kan dit een opstap bieden om de hulpverlener aan te spreken en een vraag te stellen. CAW’s dienen m.a.w. een pro-actief beleid te voeren. Praktische en organisatorische aanpassingen zorgen ervoor dat cliënten zich meer vertrouwd voelen in het CAW. Om een brug te leggen tussen CAW’s en etnisch-culturele minderheden is een opdracht weggelegd voor de actoren in de minderhedensector. Zij kunnen een zicht geven op welke groepen georganiseerde minderheden in de regio actief zijn en hoe deze te contacteren, welke aandachtspunten er leven, wat deze groepen beweegt en andere achtergrondinformatie die nodig is wanneer men voor een groep gaat spreken. Ook kunnen zij de doelgroepen mobiliseren en ondersteunen in hun emancipatorisch proces
2
zie www.verbalvision.be.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
177
zodat zij zelf het CAW kunnen aanspreken met vragen rond het hulpaanbod en de toeleiding naar het CAW. Niet alle mensen uit etnisch-culturele minderheden zijn te vinden binnen het georganiseerde en/of het erkende verenigingsleven. Verder nadenken over hoe men deze “nietgeorganiseerde mensen” kan bereiken en informeren is noodzakelijk. We hebben te maken met een zeer grote diversiteit aan mensen. Niet iedereen kan bijvoorbeeld lezen. Niet iedereen is laag opgeleid. Er zijn mensen die hier reeds lange tijd zijn, anderen zijn nog maar net in België. Bij het contacteren van zelforganisaties moet men ook rekening houden met hun verscheidenheid: er zijn zelforganisaties met een eerder politieke getintheid en er zijn zelforganisaties die het culturele benadrukken. Zorgen voor goede public-relations, goede communicatie mag niet losstaan van het hulpverleningsaanbod. Zoniet ontstaat het risico op een draaideureffect: iedereen het huis in en het huis weer uit bij gebrek aan kwalitatieve, maar ook kwantitatieve, hulpverlening. De samenhang tussen de verschillende niveaus van acties mag niet uit het oog verloren worden.
178
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
3.2.1.4 Samenvattend: acties rond de potentiële cliënt
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
179
3.2.2 De Taal 3.2.2.1 Ervaren knelpunten Men kan de doelgroepen bereiken en een aanbod hebben dat aansluit bij een hulpvraag. Maar wanneer men geen gemeenschappelijke taal spreekt, kan de cliënt ook geen beroep doen op gepaste hulpverlening. Het komt voor dat het CAW aangeeft dat men het Nederlands als voertaal en als toegangscriterium hanteert. Anderstalige cliënten blijven zo verstoken van hulpverlening. Andere voorzieningen hanteren een groepsnorm: er worden bijvoorbeeld niet meer dan vier verschillende contacttalen gesproken binnen de leefgroepwerking. Vaak heeft het CAW of de deelwerking onvoldoende talenkennis in huis heeft voor een behoorlijke communicatie met de cliënt. Sommige hulpverleners zijn te onzeker om in een andere taal dan hun moedertaal een begeleiding te doen. 3.2.2.2 Acties Talenkennis binnenhalen in het CAW Werken in een contacttaal (vaak Frans, Engels of Duits) werkt drempelverlagend, ook al is deze nog zo gebrekkig. Enkele CAW’s laten de medewerkers deelnemen aan taalcursussen, binnen het CAW worden georganiseerd (bijvoorbeeld een cursus Frans en een cursus Engels voor gevorderden) of buitenshuis (bijvoorbeeld een cursus Spaans en een cursus Russisch in avondonderwijs). Sommige centra hebben medewerkers met een andere moedertaal dan het Nederlands in huis. De CAW’s en deelwerkingen gaan zeer verschilllend om met deze competenties. In het ene CAW kiest men ervoor dat deze anderstalige hulpverlener met een gemengd cliënteel werkt, net als de Nederlandstalige collega’s. Deze keuze is gefundeerd in een expliciete visie op geïntegreerd werken, op het doorgeven van know-how en op de draagkracht van de hulpverlener. In een ander CAW komen de cliënten die dezelfde taal spreken als de hulpverlener telkens terecht bij deze persoon. Inschakelen van tussenpersonen Vaak vertalen kinderen, familieleden, kennissen of mede-cliënten. Dit wordt aangegeven als “behelpen”. Men beseft wel dat dit de nodige risico’s inhoudt inzake emotionele lading, relationele betekenis van het tolken voor een ouder, familielid of kennis. Dit kan ook van invloed zijn op de correctheid van de vertaling. In bepaalde deelwerkingen doet men een beroep op anderstalige vrijwilligers die de deelwerking kennen, soms doordat ze zelf (vroeger) cliënt waren. Men tracht deze vrijwilligers te coachen in het werken als tolk (verwachtingen uitspreken, ondersteuning en debriefing waar nodig). Veel deelwerkingen werken samen met professionele tolkendiensten en vertaalservices. Ze beschouwen dit als noodzakelijk voor het werken met de anderstalige doelgroepen. CAW’s werken met de telefonische tolkendienst Babel en met live-tolken vanuit een lokale of regionale tolk- en vertaalservice. Vaak ondersteunen integratiecentra of integratiediensten deze werkingen. De telefonische tolkendienst Babel is (tot nu toe) voor de CAW’s een gratis dienstverlening. De live-tolken zijn in bepaalde regio’s te betalen en in andere regio’s niet. Sommige CAW’s voorzien hiervoor budgetten, andere niet. De meningen over de wijze waarop deze hulpbron gehanteerd moet worden lopen uit elkaar. De ene is meer voor telefonisch tolken, de ander meer voor een ter plaatse
180
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
aanwezige tolk. Ook over hoe en wanneer best met een tolk gewerkt wordt valt nog een boom op te zetten. Vaak geeft men de inhouden van het gesprek aan als criterium voor het al dan niet inzetten van een tolk, de keuze voor de telefonische dienst of een live-tolk. Regelmatig geeft men aan dat werken met Babel veel meer mogelijkheden schenkt om betere hulpverlening te bieden. Dit is zeker het geval in regio’s waar men niet op een tolk- en vertaalservice beroep kan doen. CAW’s ervaren een grote verbetering in vergelijking met vroeger. Er blijven nog een aantal knelpunten, ondanks de verbetering van de laatste jaren. Men kan niet overal beroep doen op ter plaatse aanwezige tolken. Er moet meestal op afspraak gewerkt worden. De telefonische tolkendienst is niet 24u/24u beschikbaar. Niet alle talen zijn (vlot) beschikbaar. Binnen de gevangenismuren, waar Justitieel Welzijnswerk zijn werkterrein heeft, kan men nog steeds geen beroep doen op Babel, noch op een (professionele) livetolk. Door het wettelijk kader waarbinnen men de hulp moet verlenen kan men geen gebruik maken van een telefoon; men kan als hulpverlener ook geen tolk meenemen in de gevangenis. Op bepaalde plaatsen doet men beroep op de intercultureel bemiddelaars. Eén CAW kan hier beroep opdoen door de nauwe samenwerking met een organisatie van de eerstelijnsgezondheidszorg. Een ander CAW werkte een tijd met intercultureel bemiddelaars in het kader van een onderzoek, maar is hier later van afgestapt en heeft deze geschoolde mensen aangenomen als hulpverleners. Nog een ander CAW kan beroep doen op de integratiedienst voor interculturele bemiddelaars. Deze mensen vertalen, bemiddelen, geven vorming aan hulpverleners vanuit hun culturele invalshoek. Zoeken naar non-verbale werkvormen. Hulpverleners zoeken naar non-verbale werkvormen om zo de taalbarrière te omzeilen. Op die wijze proberen ze de cliënt een middel te bieden om zich te kunnen uitdrukken. Hiermee wordt in verschillende contexten geëxperimenteerd: bv. in de psychosociale begeleidingscontext, waar de nood om zich te uiten zeer prangend is, maar ook bij de vorming van jeugdadviseurs. 3.2.2.3 Bespreking en suggesties Toegankelijkheid van de hulpverlening is ook een kwestie van begrijpbaar zijn. In de eerste plaats door een gemeenschappelijke taal te spreken. Het Nederlands spreken is niet voor elke cliënt uit een etnisch-culturele minderheid een probleem. Afhankelijk van de aard van de hulpvraag is het al dan niet belangrijk dat je de taal waarin de hulpverlening verloopt in al zijn nuances moet beheersen. Cliënten stimuleren om Nederlands te leren blijft belangrijk. We beseffen dat dit tijd vergt, een goed taalaanbod, de nodige mentale capaciteiten en de nodige mentale ruimte. Bepaalde aspecten van het leven kunnen moeilijk met de juiste nuance in een andere taal dan de moedertaal overgebracht worden. De hulpverlener rest vaak niets anders dan een pragmatische oplossing te vinden. Deze zoektocht om de taalbarrière te overbruggen is voor het vertrouwen in de hulpverleningsrelatie een belangrijk aspect. Dit blijkt dynamiserend te werken.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
181
Slechts voor een beperkt aantal werkvormen is het zinvol om zelf een tolk in huis te hebben voor enkele veelvoorkomende talen. Voor een groot deel van de talen is het weinig interessant. Een autonome tolk- en vertaaldienst die regionaal live sociaal tolken kan bieden, evenals een telefonische tolkendienst kunnen een oplossing vormen om de taalproblemen binnen de hulpverlening te overbruggen. Beide vormen vullen elkaar aan naargelang de thematiek, de problematiek en de hulpverleningsmethodiek waarrond gewerkt wordt in de CAW-werking. Dit aanbod moet kwantitatief en kwalitatief zijn. Het aanbieden van tolken alleen is echter niet voldoende. De hulpverleners dienen ook de competenties te ontwikkelen om met een tolk te werken, en de tolken dienen opgeleid om binnen de hulpverlening te tolken. Een goede ondersteuningsstructuur voor de tolken is noodzakelijk. Dergelijke structuur heeft oog voor de organisatie van het tolken, voor de verschillende aspecten van het werken met en als sociaal tolk, het statuut van sociaal tolk, de verloning, evenals voor debriefing van tolken. Het is noodzakelijk dat de overheid de structuren ondersteunt die een kwalitatief en kwantitatief tolkenaanbod kunnen organiseren waarvan de CAW’s gebruik kunnen maken. We moeten ook rekening houden met de gevolgen voor de CAW’s van de financiële tussenkomst voor het werken met een tolkendienst. Indien deze diensten gesubsidieerd worden door de overheid, is het een ander kostenplaatje voor het CAW dan als dit niet het geval is. Als het CAW deze ondersteuning zelf betaalt, zal hiervoor in het CAW-budget ruimte moeten voorzien zijn, wat momenteel niet altijd het geval is. Dit heeft gevolgen voor het bieden van gepaste hulpverlening. De sector doet een beroep op intercultureel bemiddelaars. Deze kunnen de taalbarrière overbruggen, maar richten zich vooral op het ondersteunen van cliënt en hulpverlener vanuit de mogelijke culturele barrières. Er zijn verschillende visies op de zinvolheid en op het werken met intercultureel bemiddelaars. We verwijzen verder naar Verstraete (2000, 2003) voor beschouwingen en onderzoek hierover3 4 . Binnen de hulpverlening zal men verder zoeken naar de betekenis van het verhaal, vanuit de persoonlijke, familiale, historische, religieuze en culturele achtergronden van de cliënt. Die zijn bij elke cliënt verschillend en dienen individueel onderzocht te worden. Betekenissen zullen anders liggen bij een Chinese laaggeschoolde vrouw van middelbare leeftijd uit het platteland dan bij een jonge Kongolees die in België zijn postdoctoraat heeft afgewerkt. Naast de oplossingen om de taalbarrière te overbruggen via de taal, zien we ook dat medewerkers creatief zoeken om de cliënt te begrijpen en een taal erbij te geven: letterlijk met handen en voeten, met creatieve therapie en expressie. De cliënt, jongere of jeugdadviseur in spé kan met tekeningen, klei, collages, foto’s, een video, duplopopjes, lichaamswerk en ander materiaal iets weergeven van zijn verhaal.
3
Van Regenmortel, T. & Demeyer B. (HIVA), Verstraete G. & Renty P. (RUG), ‘Samenwerkingsverband voor de bevordering van de toegang voor etnisch-culturele minderheden en armen tot algemene voorzieningen in de welzijnssector.’ Eindrapport juli 1999-maart 2000. . 4 Verstraete G. ‘De toekomst is anders. Diversiteit en interculturele bemiddeling’, Weliswaar nr. 48, 2003 p. 8–10.
182
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
3.2.2.4 Samenvattend: acties rond taal
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
183
3.2.3 De medewerker 3.2.3.1 Ervaren knelpunten In het werken met etnisch-culturele minderheden dient de hulpverlener zelf drempels te overbruggen. Bij een (eerste) confrontatie met een cliënt met een andere etnischculturele achtergrond, is er heel wat onzekerheid en onbekendheid. Men wordt geconfronteerd met de eigen vooroordelen en onmacht, met hoe men zelf omgaat met het vreemde in de ander en in zichzelf. Prikkelt dit mijn creativiteit en engagement of blokkeer ik hierop? Welke ideeën, welke visie heb ik zelf over de hulpverlening aan deze mensen? Hulpverleners vragen zich af of ons westers hulpverleningsconcept of bepaalde aspecten ervan, wel gepast is voor een (deel van) de cliënten uit etnisch-culturele minderheden. De verwachtingen van cliënten zijn soms van die aard dat de hulpverlener dit niet kan waarmaken. Bijvoorbeeld cliënten die aangeven dat de hulpverlener op de hoogte is van hun situatie en dus hun vertegenwoordiger ten aanzien van alle instanties in België. Een goed hulpverleningsaanbod bieden aan de cliënt is een zoektocht. Heb ik wel de nodige deskundigheid in huis voor deze cliënt, en wat is dat dan? Hoe kan ik in ons werkveld deskundiger worden voor de doelgroep etnisch-culturele minderheden? Moeten we zoeken naar andere methodieken? Begrijp ik de vraag van deze cliënt wel goed, zijn of haar vraag achter de vraag? Hoe moet dit als ik voor zo’n diverse groep sta, met zo’n diverse gewoontes, normen en waarden, naast de problematieken waarmee we hier geconfronteerd worden? Je wordt sterk geconfronteerd met de grenzen van de hulpverlening. Soms is het moeilijk om als hulpverlener machteloos toe te moeten kijken op schrijnende situaties van cliënten waaraan je niets kan doen. Hoe ga ik om met deze beperkingen? Kan ik bij het voelen van de onmacht terecht in mijn team? Kan ik terecht voor intervisie of supervisie? Van wie kan ik leren hiermee om te gaan? Hoe kan ik omgaan met de vele aangrijpende verhalen van deze mensen? Hoe vind ik een gepast evenwicht tussen afstand en nabijheid? Vanuit de cliënt is het contact met een medewerker (een vrijwilliger, iemand van het onthaal, een begeleider, een clusterhoofd) van primordiaal belang. Hierin worden de eerste kiemen gelegd voor het vertrouwen dat noodzakelijk is om hulpverlening te realiseren. Wanneer de cliënt zich niet welkom voelt door de attitude van de medewerker, is het goed mogelijk dat hij afhaakt. De medewerker wordt op dit vlak rechtstreeks beïnvloed door zijn werkcontext (zijn team, de deelwerking, de locatie, het CAW) en de keuzes die daar gemaakt worden. CAW’s en hun medewerkers kunnen het moeilijk hebben met de doelgroepen op basis van negatieve ervaringen in het verleden zoals negatieve ervaringen met een allochtone werknemer of agressie tussen cliënten. 3.2.3.2 Acties Werken aan deskundigheidsbevordering Het CAW werkt via verschillende trajecten en op verschillende domeinen aan de knowhow van de hulpverleners om een gepast hulpverleningsaanbod aan te reiken. Er bestaat een open aanbod vormingen, studiedagen, cursussen, opleidingen, intervisie en supervisie. De minderhedensector, hogescholen, vormingsinstellingen en individuele deskundigen bieden deze aan.
184
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Een deelwerking of een CAW kan kiezen voor een aanbod op maat om de deskundigheid te bevorderen. Medewerkers raadplegen literatuur en experimenteren met nieuwe methodieken. Men nodigt deskundigen uit het eigen CAW of van buitenaf uit om informatie te geven, te ondersteunen in de concrete werking, advies te geven over mogelijkheden tot verbetering. Een team kan kiezen voor cultuurcoaching. Een deskundige volgt casusbesprekingen mee vanuit een “culturele bril” en geeft zijn of haar kijk. Een medewerker kan kiezen voor het inschakelen van een co-begeleider vanuit cultuurperspectief. Deze deskundige kan samen met hem of haar enkele begeleidingsgesprekken doen. Op deze manier leert de medewerker on-the-job. In de vorming komen specifieke thema’s rond etnisch-culturele minderheden aan bod, zoals interculturele communicatie, omgaan met diversiteit, omgaan met racisme, het vreemdelingenrecht in al zijn aspecten, psychosociale hulpverlening aan vluchtelingen. Medewerkers benadrukken dat een goede algemene opleiding en bijscholing als hulpverlener onontbeerlijk is, zoals een goede basishouding als hulpverlener, werken met groepen, het hanteren van oplossingsgerichte strategieën, klantvriendelijk onthaal, kennis van sociale kaart. In realiteit blijkt het niet zo evident om zowel tijd te maken voor bijscholing als een hoge caseload te combineren. Ondersteuningsvormen voor de hulpverlener. Supervisie en intervisie (vanuit de minderhedensector of vanuit een intersectoraal verband) bieden de kans om met collega’s die rond analoge thematiek bezig zijn, van gedachten te wisselen. Dit kan vertrekken vanuit een thema’s en/of vanuit gevalsbesprekingen. Deze werkvormen geven de mogelijkheid om de deskundigheid te verfijnen, maar ook om ervaringen uit te wisselen en steun te ervaren als hulpverlener aan deze doelgroepen. Men leert collega’s uit andere diensten kennen en de drempel om deze te contacteren rond een bepaalde cliënt verlaagt. Op deze wijze worden ook netwerken gevormd. Dit aanbod bestaat niet in alle regio’s, maar is wel gewenst. Gesprekspartners benoemen het eigen team als een plek waar je met elkaar de leuke en minder prettige zaken moet kunnen delen, waar humor een belangrijke ondersteuning is, waar je je goed en gesteund moet kunnen voelen en er ruimte is voor informele contacten. Een goede teamsfeer draagt bij tot een betere draagkracht van de hulpverlener. Ook de werkorganisatie binnen het team speelt een rol in het comfort als hulpverlener. Wanneer je de enige bent die binnen je team werkt met etnisch-culturele minderheden, voelt het soms eenzaam aan. Het “gemengd werken”, het werken met een “gemengd instroomteam”, wordt als ondersteunend ervaren. Je kan er meer zaken delen, je kan overleggen en indien nodig kan een cliënt terecht bij een collega. 3.2.3.2 Bespreking en suggesties Om de drempel van toegankelijkheid bij de hulpverlener te verlagen, zien we verschillende mogelijke acties: deskundigheidsbevordering in al zijn facetten, erkenning en ondersteuningsmogelijkheden voor de medewerker. Hier ligt de link met de acties op niveau van het CAW-beleid, waar we in het volgende deel op terugkomen. De deskundigheidsbevordering van de medewerkers speelt zich af op verschillende domeinen.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
185
Een eerste domein is de attitude: omgaan met verschillen, omgaan met andere culturen, interculturele communicatie, omgaan met racisme. Ook thema’s als klantvriendelijkheid, goed telefonisch onthaal passen binnen dit kader. Een tweede domein zijn de inhouden. Naast de algemene inhouden voor kwalitatieve hulpverlening in een CAW, zijn er de specifieke inhouden gerelateerd aan etnischculturele minderheden. Het aanbod hierin omvat onder andere alles rond het vreemdelingenrecht en zijn evoluties in brede zin, opvoeding en gezinsrelaties binnen de islam, geschiedenis en evolutie van migratiegolven in België, migratieprocessen, visie en uitgangspunten van interculturele hulpverlening, psychosociale hulpverlening aan vluchtelingen, leren werken met sociale tolken. Ook cultuurcoaching en co-begeleiding rekenen we bij deze specifieke inhouden waarbij de culturele component de invalshoek van de deskundige is. Deze wordt toegevoegd aan de teambespreking of aan de hulpverleningsgesprekken met de cliënt. Een derde domein is het ontwikkelen en verfijnen van methodieken waarmee een beter hulpaanbod kan voorzien worden: non-verbale methodieken als “extra-taal”, werken met groepen (jongeren, vrouwen, lotgenoten), trajectbegeleiding. Het beschikken over een ‘sociale kaart’ voor specifieke hulpvragen van etnischculturele minderheden is een bron van deskundigheidsbevordering. Dit overzicht van hulpbronnen voor het werken met deze doelgroepen is voldoende concreet en recent bijgewerkt. Een regionaal zorgnetwerk kan hier de nodige dynamiek in brengen. Er zijn tal van opleidingscentra en organisaties die een open aanbod en een aanbod op maat voorzien. Daarnaast kan het uitwisselen van knowhow en ervaringen binnen de eigen sector gebeuren. Deze publicatie met de contactgegevens binnen de verschillende CAW’s is bedoeld als hulpmiddel hiervoor. Methodiekontwikkeling in de sector moet ook verder aangepakt worden. We ervaren dat de bruikbaarheid van onze hulpverlening soms nog te wensen over laat. De “hulpverlener als persoon” verdient ook de nodige aandacht. Deze onderschatte factor in het werken aan toegankelijkheid van het CAW is vaak de drijvende kracht achter een initiatief. De gevoeligheid, het engagement, de bekommernis van één persoon of enkele personen zorgt ervoor dat een signaal omgezet wordt in actie, in methodiek, in een meer gepast aanbod. Heel wat “persoonlijk kapitaal” werd geïnvesteerd in de activiteiten die de deelwerking en het CAW ten goede komen. In dergelijke projecten werken vaak zeer geëngageerde medewerkers. Wanneer een dergelijk project wegvalt, betekent dit vaak een aderlating voor de knowhow binnen het CAW. De toegankelijkheid van een deelwerking kan sterk verminderen als een dergelijke motor wegvalt. We moeten ons dan ook op organisatieniveau de vraag stellen hoe dit kan opgevangen worden, op welke wijze het CAW de competenties en capaciteiten toch kan verankeren. De balans draagkracht-draaglast van de hulpverlener speelt een rol in de mate van toegankelijkheid. Het werken met deze doelgroepen kan soms zeer frustrerend zijn. De medewerker loopt niet alleen tegen de eigen deskundigheidsgrenzen aan. Hij wordt ook geconfronteerd met de fundamentele grenzen van de hulpverlening. Wanneer de draagkracht en de draaglast bij de hulpverlener niet meer in balans is, zal de hulpverlening hier onder lijden. Voldoende alertheid voor signalen van werknemers is hier op zijn plaats, om te kijken hoe ondersteund kan worden. Zorg voor de cliënt kan niet zonder zorg voor de hulpverlener. Burnout moet in dit kader benoemd worden. De cliënt doet vaak een sterk beroep op de hulpverlener en de confrontatie met vaak schrijnende verhalen draagt een risico in op overtrokken engagement.4
4
Haans, T, ‘Het labyrint van Ares. Werkbelasting door hulpverlening aan geweldsoverlevenden’, Pharos, 1998
186
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Mogelijke aandachtspunten zijn hierbij acties die de medewerker erkenning bieden en ondersteunen in zijn werk: een goede teamsfeer, informele contacten met collega’s, humor, naast voldoende hulpbronnen om het werk naar voldoening te kunnen doen (zoals bron voor juridische info, casebesprekingen, evenwichtige verdeling van caseload en samenwerking tussen de medewerkers, goede werkorganisatie, een forum om structurele aspecten te signaleren). Een goede inbedding van de hulpverlening aan etnisch-culturele minderheden in het CAW en de verbreding van het draagvlak in de organisatie rond dit thema zijn andere zaken waarnaar gekeken kan worden. 3.2.3.3 Samenvattend: acties rond de medewerker
v
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
187
3.2.4 Het beleid van het CAW 3.2.4.1 Ervaren knelpunten Hulpverleners die met minderheidsgroepen werken geven aan dat andere geledingen in het CAW weinig tot niet betrokken zijn bij deze mensen. Men mist een klankbord en gemeenschappelijke actie binnen het eigen CAW. Men voelt zich niet geruggensteund in het dagelijks werk en de beslissingen die men telkens moeten nemen rond cliënten. Regelmatig is de oorzaak te vinden in een gebrek aan een visie, die gedragen wordt door de gehele organisatie. Men is vaak op zichzelf aangewezen en de dreiging van een geïsoleerde positie binnen de organisatie is reëel. Sommige deelwerkingen zijn niet spontaan geïnteresseerd in de toegankelijkheid voor etnisch-culturele minderheden. Andere deelwerkingen worden dan weer overspoeld door deze cliënten en moeten inboeten op kwalitatieve hulpverlening. Vaak slaagt men er niet in om door te verwijzen naar andere deelwerkingen, ondanks geleverde inspanningen. Bepaalde diensten werken niet langer met vrije permanenties omwille van chronische overvraging. De keuze om geen permanenties te doen buiten de kantooruren kan soms leiden tot verminderde toegankelijkheid. Deelwerkingen die een toegankelijke werking hebben uitgebouwd voor etnischculturele minderheden signaleren dat ze regelmatig cliënten krijgen doorverwezen vanuit een CAW uit verdere regio’s dat niet of minder toegankelijk is. Als gevolg van dergelijk doorverwijzingsbeleid kunnen de toegankelijke deelwerkingen ook moeilijker een praktisch haalbare en toegankelijke werking behouden. De billijkheid (fairness) rond het opnemen van verantwoordelijkheid ten aanzien van deze doelgroepen wordt erg op de proef gesteld. Specifiek bepaalde vrouwenopvangcentra en vluchthuizen hebben last van dergelijk mechanisme. Een ander knelpunt zijn de diverse projecten rond etnisch-culturele minderheden die met groot enthousiasme en energie worden opgestart, maar die na het afronden ervan in de kast verdwijnen. De inbedding van dergelijke projecten in het CAW is vaak onvoldoende gerealiseerd waardoor knowhow verloren gaat. Hetzelfde fenomeen zien we wanneer een vaste kracht met veel ervaring rond deze doelgroepen het CAW verlaat. Ook hier valt vaak veel kennis en vaardigheden weg en vermindert de toegankelijkheid. In de dagelijkse werking voelt men de keuzes in het beleid van een CAW op financieel vlak. Er zijn bijvoorbeeld niet altijd budgetten voor tolken en specifieke benodigdheden (halalvoeding, kookmateriaal, vieren van andere dan de katholieke feestdagen) voorzien. Het CAW heeft beperkingen en voelt tegelijkertijd een toenemende maatschappelijke druk om aan de toegankelijkheid voor etnisch-culturele minderheden te werken. Het is balanceren op een slappe koord. 3.2.4.2 Acties Visie of geen visie, that’s the question Een aantal CAW’s is expliciet bezig met visieontwikkeling rond deze soms nieuwe doelgroepen in het CAW en hoe ze zich hierop willen verhouden. Thema’s als personeelsbeleid, aanwervingen, doorstroming van kennis, vaardigheden en methodieken, voorstellen voor vorming, opnamebeleid, financiering, komen er met betrekking tot etnisch-culturele minderheden aan bod. Een groot deel van de CAW’s is hier nog niet expliciet mee bezig.
188
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Soms vertrekt de visie-ontwikkeling op hulpverlening aan etnisch-culturele minderheden vanuit het CAW vanuit losstaande activiteiten en evolueert men van daaruit naar een gemeenschappelijk platform. Enkele gesprekspartners wijzen erop dat het wel goed is dat acties vanuit betrokkenheid groeien, maar dat de hele organisatie inclusief het beleid de keuze voor de doelgroep ook moet dragen. Toegankelijkheid van het CAW is niet afgelopen bij enkele acties die hier en daar in de organisatie gebeuren zonder een coherent kader. De beleidskeuzes m.b.t. personeel, financiën, vorming, missie moeten dit weerspiegelen. Het thema in het takenpakket van staf- of beleidsmedewerker Sommige CAW’s kiezen ervoor om een staf- of beleidsmedewerker het thema expliciet te laten behartigen binnen de organisatie, onder de noemer “interculturalisering’” “toegankelijkheid”, “diversiteitsbeleid” of “hulpverlening aan allochtonen”. Het CAW kiest hiermee duidelijk om rond de doelgroepen te werken. Werkgroep rond hulpverlening aan etnisch-culturele minderheden Enkele CAW’s hebben een werkgroep hulpverlening aan allochtonen, stuurgroep diversiteitsbeleid, werkgroep interculturalisering of analoog instrument uitgewerkt. Het is hun bedoeling deze thematiek in de breedte van het CAW in te bedden. Het denken en doen moet op alle niveaus gebeuren. Deze groepen hebben diverse werkwijzen en dynamiek, zijn pas opgestart of draaien al een paar jaar. De ene groep kiest eerder rond de inhoudelijke ontwikkeling, informatiedoorstroming en casusbesprekingen. Een andere groep kiest resoluut voor de technisch-organisatorische kant en werkt beleidsvoorbereidend. Nog een andere groep kiest voor de beide aspecten. Integraal of categoriaal werken Sommige CAW’s hebben een eerder integraal aanbod voor etnisch-culturele minderheden; andere CAW’s organiseren een deelwerking specifiek voor etnisch-culturele minderheden. Dit is niet altijd het resultaat van een bewuste keuze, maar eerder historisch gegroeid. Sommige CAW’s wegen expliciet de voor- en nadelen van beide benaderingen af om hun keuze te bepalen. Bouw- en verhuisplannen brengen dergelijke overwegingen soms op tafel. Het gaat hier telkens om algemeen ambulante werkingen voor etnisch-culturele minderheden, waar men vooral juridisch-administratieve hulpverlening aanbiedt en specifieke kennis aanwezig is voor het hele CAW. Non-discriminatieregel Bepaalde vluchthuizen, mannenopvangcentra en inloopcentra leggen het respecteren van diversiteit of een non-discriminatieafspraak vast in het huisreglement. Op deze wijze maakt het CAW duidelijk aan personeel en aan de cliënten dat discriminatie niet getolereerd wordt en dat vanuit deze visie zal gereageerd worden. Deelwerkingoverschrijdende activiteiten In een bepaald CAW zet het beleid van het centrum deelwerkingen, één met hogere toegankelijkheid, één met lagere toegankelijkheid, aan om een deelwerkingoverschrijdend project te ondernemen. Op deze manier leert men elkaar beter kennen en werkt men samen rond de cliënten. Dit verhoogt blijkbaar de toegankelijkheid van de minder toegankelijke deelwerking. Een ander CAW kiest ervoor om samen een vormingsaanbod taalcursussen uit te werken dat toegankelijkheidsbevorderend en deelwerking-overschrijdend is.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
189
Beide initiatieven werden opgezet om de fusie te bevorderen van het betrokken CAW, maar hebben ook positief effect op de toegankelijkheid voor etnisch-culturele minderheden. Allochtone vrijwilligers, medewerkers en stagiaires: keuzes in het personeelsbeleid In sommige CAW’s werken ook “gekleurde” medewerkers, naast ”witte” medewerkers, in verschillende statuten. Sommige CAW’s hebben hiervoor expliciet gekozen, vanuit het standpunt dat de organisatie de maatschappij moet weerspiegelen of vanuit de idee dat dit zal bijdragen aan een grotere toegankelijkheid van het CAW. In andere centra is dit eerder toevallig gegroeid. De CAW’s die hiermee ervaring hebben, spreken telkens van een verrijking voor het team, zowel voor de hulpverlening aan de cliënten bij onder meer taal- en cultuurduiding, als om zelf de cultuurgevoeligheid aan te scherpen. Anderzijds is niet iedereen het er over eens is of dit een must is voor een geslaagde hulpverlening aan etnischculturele minderheden. Er zijn echter ook CAW’s die graag een betaalde allochtone collega zouden aanwerven, maar deze niet vinden. Er zijn verschillende visies over de kwaliteiten en/of diploma’s die een dergelijke sollicitant moet hebben om aangeworven te worden. Men kan eerst kijkt naar het diploma en dan naar de culturele achtergrond. Anderen nuanceren dit en kijken naar de aanwezige en potentiële competenties en de mogelijkheid tot het volgen van opleidingen tot een diploma on-the-job. Interculturele competenties in de organisatie in kaart brengen Enkele CAW’s brachten in het kader van de Positieve Actieplannen in 1999-2001 hun mogelijkheden en beperkingen op het vlak van interculturele competenties in kaart. Een uitgebreide SWOT-analyse5 is een interessant instrument hiervoor. Vorming, training en opleiding Een professionele goede hulpverlening aan de doelgroep etnisch-culturele minderheden heeft keuzes inzake vorming, opleiding en training nodig. De CAW’s realiseren dit in verschillende vormen. In de meeste CAW’s verlopen deze keuzes niet gecoördineerd, maar op het persoonlijk initiatief van de medewerker, eventueel van het team. Er is ook duidelijke vraag naar uitwisseling en kennisontwikkeling rond dit thema tussen de CAW’s onderling. Aantrekken van externe deskundigen en ervaringsdeskundigen Om in het CAW te werken rond toegankelijkheid, interculturalisering of diversiteit, kiezen enkele CAW’s ervoor om externen te vragen naar ondersteuning. Dit kan op verschillende wijzen gestalte krijgen: een klankbordgroep die het CAW doorlicht inzake toegankelijkheid, door met groepen vrijwilligers van diverse culturele origine op bezoek te gaan in het CAW om een kritische analyse te geven; medewerkers van een integratiedienst die het CAW ondersteunen in het proces rond verbeteren van de toegankelijkheid en werken rond diversiteit;
5
Verstraete, Ghislain en Renty, Peter, ‘Welzijnswerk in een interculturele samenleving’, 2001
190
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
aanwezigheid van deskundigen uit integratiedienst in de stuurgroep rond hulpverlening aan allochtonen; een lijst met contactpersonen, deskundigen die kunnen gecontacteerd worden voor advies bij begeleidingen. 3.2.4.3 Bespreking en suggesties Inspanningen voor het werken aan toegankelijkheid in het CAW leveren het meeste op als deze vertrekken vanuit een duidelijke visie. Het CAW maakt een expliciete keuze voor deze doelgroep. Men bevraagt, bespreekt en formuleert een kijk op hulpverlening aan etnisch-culturele minderheden in de organisatie. Er komen ook keuzes naar voor rond bijvoorbeeld categoriaal of integraal werken binnen het CAW. Bij het expliciteren van een visie heb je een toekomstbeeld voor ogen, waarheen je wil evolueren. Oude keuzes worden tegen dit licht geplaatst en herbekeken. Om deze visie effectief in acties om te zetten, is een breed draagvlak in de organisatie nodig. Zowel de medewerkers als het management zullen hieraan moeten meewerken. Er moet zowel oog zijn voor de acties en impulsen van de basis naar de top, als andersom. Vaak zien we nu al dat deze bewegingen zich vaak simultaan voordoen: geengageerde medewerkers stimuleren de organisatie vanuit hun ervaring met de etnisch-culturele minderheden, beleidswerkers sturen aan via hun kanalen. Goede communicatie en gezamenlijk denken en werken is hier onontbeerlijk. Werken aan de toegankelijkheid voor etnisch-culturele minderheden in een organisatie is een vorm van veranderingsmanagement. Net zoals andere veranderingen is het een proces dat stapsgewijs aangestuurd moet worden, met een goede communicatie naar alle geledingen van de organisatie. Het is ook een integraal proces dat effecten heeft op alle domeinen in de organisatie. Een goed algemeen beleid is ook ondersteunend voor deze doelgroepen, maar daarnaast is er ook een onderdeel specifieke vertaling voor etnisch-culturele minderheden nodig. Een ‘nulmeting’ in de vorm van een onderzoek, een bevraging, een omgevingsanalyse, registratie, signalering van bepaalde problemen is noodzakelijk voor een goede beeldvorming. Het meten van de beginsituatie en van de evolutie van de toegankelijkheid van het CAW voor deze doelgroepen is geen sinecure. Knelpunt bij de cliëntregistratie bijvoorbeeld is dat nationaliteit als enkel criterium slechts een deel van de doelgroep weergeeft. De definitie van de doelgroep dient nog voldoende uitgeklaard. Wanneer behoort een cliënt tot deze doelgroep? Zoals de hulpverlener hem definieert of zoals de cliënt het zelf definieert? Aan het CAW-registratiesysteem “Tellus” werden enkele wijzigingen aangebracht in het item etnisch-culturele minderheden. Deze worden bijgestuurd zodat dit instrument bruikbaar wordt voor nulmeting en indicator voor opvolging van de acties voor een toegankelijk CAW. Keuzes worden gemaakt vanuit deze beeldvorming. Door middel van beleidsplannen kan het management richting geven aan het CAW-beleid van de komende jaren. Doelstellingen en acties worden geformuleerd om dit te kunnen realiseren. De overheid vroeg specifiek bij het opmaken van vorig beleidsplan 2003-2005 aandacht voor de toegankelijkheid van de CAW’s voor deze doelgroepen. Veel CAW’s hebben dit opgenomen en acties ondernomen. Voor het beleidsplan 2006-2008 zal het accent liggen op de evaluatie en bijsturing hiervan. Ook wanneer bepaalde keuzes niet gemaakt worden, is het belangrijk dit te signaleren naar het beleid (CAW-beleid, lokaal beleid, Vlaams beleid) zodat betrokkenen kunnen reageren. De nodige kanalen binnen de sector voor uitwisseling rond methodieken en beleidsignalering van CAW-overstijgende knelpunten rond toegankelijkheid en interculturalisering bleken nog niet (voldoende) gevonden. We proberen vanuit het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk via de overleggroep interculturalisering hiervoor een forum te bie-
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
191
den. Het concept van deze overleggroep en de daarbij horende contactpersonen van het netwerk interculturalisering bevindt zich in bijlage nr.8. Medewerkers en beleid in het CAW moeten blijvend geactiveerd worden rond het thema. Een beleidsmedewerker die het thema diversiteit, interculturalisering of toegankelijkheid in zijn of haar takenpakket heeft kan dit opnemen. Een stuurgroep met interne betrokkenen en externen kan een voedende achterban betekenen. Deze groep kan informeren, ondersteunen en feedback geven. De interne betrokkenen houden een vinger aan de pols binnen de organisatie, stimuleren elkaar en de collega’s in de dagelijkse werking. De externe betrokkenen kunnen van met voldoende afstand en voldoende nabijheid blinde vlekken tonen en inhoudelijke of strategische voeding geven. De koppeling van een interne motor en een externe motor lijkt met het meeste resultaat te draaien. Voor de interne kant kunnen medewerkers uit de verschillende teams, een stafmedewerker en iemand uit het directieteam de trekkende rol opnemen. Voor de externe stimulans kan een procesbegeleider, iemand die de link kan leggen met een aantal doelgroepen (bijv. uit een integratiecentrum of –dienst, uit een onthaalbureau; iemand uit de doelgroepen) en/of ervaringsdeskundigen de nodige inbreng doen. Het CAW kan op planmatige wijze met behulp van de managementsmiddelen van de organisatie werken aan zijn toegankelijkheid. Er zijn impulsen nodig zodat men niet indommelt of afhaakt tijdens het proces. Ook in andere organisaties zoals scholen 6 blijkt dit nodig. In deze veranderingsprocessen is het van belang dat de aandacht zowel naar het proces als naar de inhoud gaat. De organisatie moet integraal betrokken worden: alle medewerkers moeten de gepaste plaats krijgen in het proces. Het gaat hier dan zowel om de betaalde als vrijwillige medewerkers van het CAW. Vrijwilligers nemen diverse taken op binnen het CAW. Men zal hen dus ook moeten betrekken. CAW’s werken zowel met autochtone vrijwilligers als vrijwilligers uit etnisch-culturele minderheden. Met betrekking tot de doelgroepen gaan deze vrijwillige medewerkers onder andere met de doelgroep naar andere organisaties om papieren in orde te maken, leren hen de streek kennen, bezoeken hen in de gevangenis, leren hen Nederlands, vertalen en tolken, doen het onthaal, bezorgen het voedselpakket, staan in voor crisisopvang. Andere vrijwilligers kregen nog weinig te maken met deze minderheidsgroepen. De vrijwilligers van de diensten slachtofferhulp bijvoorbeeld hebben over het algemeen momenteel nog zeer weinig met deze doelgroepen contact gehad. Ook keukenpersoneel en onthaalmedewerkers mogen niet vergeten worden, evenals de administratie, die ook invloed hiervan zullen ondervinden. We denken hierbij bijvoorbeeld aan halal-voeding, ontvangst van een anderstalige, subsidiëring rond bijvoorbeeld mensen zonder papieren, betaling van de tolk. Ook de Raad van Bestuur mag niet ontbreken in het gezamenlijke proces. De toegankelijkheid voor etnisch-culturele minderheden heeft op ieders taak een bepaalde invloed, bij de een al meer dan de ander. Integraal betekent dat het werken aan toegankelijkheid een proces is dat invloed heeft op alle aspecten van de organisatie. Het CAW dient zowel het opnamebeleid als het financieel beleid, het personeelsbeleid, het beleid rond vorming, training en opleiding, het algemeen beleid, kwaliteitsbeleid, gebouwen en infrastructuur te toetsen aan de noden van etnisch-culturele minderheden, net zoals aan de noden van andere doelgroepen. Het personeelsbeleid van het CAW kan, op verschillende manieren invloed hebben op de toegankelijkheid van het CAW voor etnisch-culturele minderheden. De aanwezigheid van personeel van andere culturele origine in diverse geledingen van de organisatie van het CAW verhoogt de kans op een grotere aanwezigheid van et-
6
De Mets, J (Red.), ‘Inkleuren. Een werkboek voor diversiteit in het hoger onderwijs’, 2003
192
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
nisch-culturele minderheden bij het cliënteel. Deze aanwezigheid leidt niet automatisch tot een grotere toegankelijkheid! De herkenbaarheid van cultuur kan een grotere uitnodiging voor de cliënt uit etnisch-culturele minderheid zijn, maar evengoed een grotere drempel inhouden, afhankelijk van de precieze achtergrond van de hulpverlener, de specifieke hulpvraag, de plaats van de hulpverlener in de eigen gemeenschap. Sommige auteurs zijn het niet eens dat het aanwerven van een allochtone medewerker een must is voor een geslaagde hulpverlening aan etnisch-culturele minderheden7. Men kan anderzijds kiezen voor een “gekleurd” personeelsbestand vanuit de idee dat het CAW als maatschappelijke instelling in haar personeelsbestand ook de weerspiegeling moet bieden van de diversiteit aan personen in de maatschappij waarvan ze deel uitmaakt.8 Een CAW kan in de aanwervingprocedure en de inwerkingprocedure een aantal aspecten extra bekijken. Voor de bekendmaking van vacatures kan men bijkomende circuits voor de doelgroepen gebruiken, zoals websites en radio. De criteria van diploma kunnen omgebogen worden naar het in huis hebben van bepaalde competenties en de mogelijkheid om on-the-job het benodigde diploma te verwerven. Een buitenlands diploma verdient aandacht. Veel hoogopgeleide vluchtelingen blijken geregistreerd als laaggeschoolden door het niet erkend zijn van hun diploma’s in België. Bij het inwerken en coachen van de nieuwe werknemer is het aangewezen dat de verantwoordelijke hierbij de plaats, opdracht en inbedding van deze werknemer in het team opvolgt en mee bewaakt. Zo voorkomt men een categoriale werking binnen het team en kan de kennis en knowhow van de teamleden circuleren. Dit risico zien we zowel voor de medewerker van andere origine als de autochtone medewerker die interculturele competenties ontwikkeld heeft. Werken in een geïntegreerd team waarbij hulpverleners zowel allochtone als autochtone cliënten moeten begeleiden, heeft verschillende voordelen. Men vermijdt isolement en men verstevigt de draagkracht van de hulpverlener. De kennis over interculturele hulpverlening kan beter doorstromen omdat elke hulpverlener zich eigenaar voelt van dit thema. Een ander middel voor doorstroming van zowel knowhow als cliënten is het organiseren van een “gekleurd instroomteam”. Het intaketeam bespreekt zowel cliënten van het vindplaatsgerichte onthaal voor de doelgroep etnisch-culturele minderheden als cliënten binnen het algemeen onthaal. Op deze manier kunnen cliënten toegewezen worden aan de meest gepaste hulpverlener. Het inventariseren van de interculturele competenties9 van personeelsleden is een instrument dat zowel richting kan geven aan een beleid rond vorming, training en opleiding (VTO) als aan het personeelsbeleid. Een goed beeld krijgen van de aanwezige knowhow in het team en in de organisatie ondersteunt keuzes bij aanwerving van personeel en bij deskundigheidsbevordering. Het deelwerkingoverschrijdend werken kan het draagvlak verbreden voor de toegankelijkheid voor etnisch-culturele minderheden. Als de bewoners van de kamers binnen het huis CAW elkaar beter leren kennen en weten wat er in elk kamertje te vinden is, dan kunnen ze meer gangetjes maken van de ene kamer naar de andere, ten voordele van de cliënten. Door samen actie te ondernemen leert men elkaars competenties kennen. Teams kunnen dan vanuit het ene 7
zie ook Verstraete, Gh., ‘De toekomst is anders’, Weliswaar, 2003, nr. 48, p 8-10
8
‘Samenleven in diversiteit. Gedeeld burgerschap en gelijke kansen in een kleurrijk Vlaanderen. Actualisering beleid t.a.v. etnisch-culturele minderheden 2004-2010.’ Vlaamse Gemeenschap, 26 maart 2004 9
Interculturele Competentie is meer dan het (leren) omgaan met cliënten uit verschillende culturen. Het is een combinatie van houdings- en vaardigheidsaspecten die leidt tot algemene verbreding en verdieping van hulpverleningsmogelijkheden en helpt om meer plezier en vaardigheid te krijgen in het werken met etnischculturele minderheden. (Jesserun, 1997)
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
193
kamertje beroep doen op kennis, vaardigheden uit een ander kamertje. Dwarsverbindingen leggen en de schotten weghalen tussen de deelwerkingen geeft een beter zicht op wat men in huis heeft. Vaak gaat men eerst buiten het CAW zoeken naar knowhow, maar vergeet men om binnen het eigen CAW de competenties te valoriseren. Activiteiten die tot doel hebben de fusie te faciliteren, kunnen hieraan bijdragen, zoals: medewerkers in verschillende onthaalwerkingen (algemeen en doelgroepspecifiek) laten werken; koppels deelwerkingen vormen die de opdracht krijgen om samen een cliëntgerichte activiteit te doen om elkaar beter te leren kennen en een gezamenlijk aanbod te creëren dat tegemoetkomt aan de doelgroepen; stimuleren om een deelwerkingoverschrijdend aanbod te ontwikkelen rond vorming of het uitwisselen van specifieke knowhow bijvoorbeeld i.v.m. vreemdelingenrecht, groepswerking, vorming rond trauma aan groepsbegeleiders, taallessen. Om een samenwerking goed te laten lopen tussen deelwerkingen van het CAW zijn taakafbakening en goede afspraken nodig. Deze moeten ook geëvalueerd en indien nodig bijgestuurd worden. Keuzes om te werken aan de toegankelijkheid voor etnisch-culturele minderheden hebben een weerslag op het financieel beleid. Er zullen echter gericht extra middelen en personeelsuren moeten voorzien worden om deze activiteiten terdege uit te bouwen. Het aanpassen van werkwijzen, methodieken, infrastructuur, volgen van opleidingen, werken met tolken kost geld. Dit moet gehaald worden uit de gewone enveloppefinanciering van het CAW of uit extra fondsen. Projectmatige middelen kunnen een hulp zijn, maar hebben ook belangrijke nadelen. Projecten zijn vaak van korte duur. Processen met deze doelgroepen hebben op de werkvloer vaak tijd nodig om resultaten te kunnen geven. Men moet het nodige vertrouwen opbouwen. Wanneer men weinig tijd heeft, kan niet verwacht worden dat (potentiële) doelgroepen zich zwaar engageren. Om zich te willen engageren is een vooruitzicht op goede inbedding bij het einde van het project een belangrijk vooruitzicht. Als dit niet voorhanden is, treed er ‘engagements-moeheid’ op en is de kans op slagen van het project minimaal. Partnerorganisaties die verschillende keren betrokken zijn in onderzoeken en projecten rond de doelgroepen, zoals de jeugdwerkingen met allochtone doelgroepen worden het soms beu. CAW’s moeten een duidelijke visie communiceren over wat men met het project wil bereiken en hoe dit structureel gecontinueerd zal worden om voldoende engagement te creëren in samenwerkingsovereenkomsten en het vanuit financieel en inhoudelijk oogpunt rendabel te maken. Op het financieel vlak moet er dus oog zijn voor het weloverwogen en gecoördineerd geven van projectmatige financiële injecties, vanuit een duidelijke gedragen visie, een goede inbedding en met zorg voor de tijd die processen nodig hebben.
194
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
3.2.4.4 Samenvattend: actie rond CAW beleid
3.2.5 Samenwerken 3.2.5.1 Ervaren knelpunten De sociale sector is een ingewikkeld kluwen, zelfs voor degenen die erin gepokt en gemazeld zijn. Wie doet wat? Waar en hoe te bereiken? Welke doelgroepen kunnen er terecht? Welke intakeprocedures worden gevolgd? Onder welke voorwaarden kan je ergens terecht? Het vreemdelingenrecht verandert voortdurend. Dit heeft gevolgen voor het werken met etnisch-culturele minderheden. Hoe kan je goede en betrouwbare informatie vinden om je cliënt te helpen? Cliënten gaan soms voor hetzelfde probleem bij verschillende soorten diensten aankloppen, zodat iedereen allerlei ongecoördineerde acties onderneemt en in elkaars vaarwater komt. Verschillende diensten worden met hetzelfde knelpunt geconfronteerd rond een groep cliënten, maar hebben de tijd niet om hier apart iets rond te signaleren. Er is geen rechtshulpverlening rond vreemdelingenrecht in de regio sedert de opdrachtwijziging van het integratiecentrum. Wie gaat dit nu opnemen? 3.2.5.2 Acties CAW’s werken samen met diverse organisaties rond de doelgroep etnisch-culturele minderheden. Het gaat hierbij zowel om reguliere organisaties als organisaties die zich specifiek richten tot etnisch-culturele minderheden of hun specifieke thema’s. Samenwerking gebeurt op niveau van de cliëntdossiers. Hulp- en dienstverleners zoeken elkaar op om informatie uit te wisselen, om de aanpak en strategie in het dossier
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
195
te bespreken, om taken af te bakenen, om te ondersteunen in het werken met de client, om door te verwijzen rond een specifiek onderdeel van de hulpvraag. Een hulpverlener legt contacten met een of meerdere hulpverleners in andere diensten, heeft een één-op-één- overleg of een overleg met verschillende partijen. Soms verloopt dit in de vorm van minder of meer intensieve telefonische contacten. We denken hier bijvoorbeeld aan de CAW-medewerker die correcte recente informatie nodig heeft in verband met de specifieke vraag over de gezinshereniging van de cliënt. Deze kan de juridische helpdesk van het VMC raadplegen, samenwerken met een advocaat, of zich laten coachen door de jurist van een integratiecentrum. Een ander voorbeeld is het ouderpaar dat tijdens hun asielprocedure met depressieve klachten naar het CAW komt. Hierbij kan contact gelegd worden met het OCMW, met de advocaat, met de school van de kinderen, met het Commisariaat-Generaal voor de Vluchtelingen, met de ambassade, met een psychiater van een CGGZ en er kan gewerkt worden met een sociaal tolk. Naar aanleiding van sommige acute situaties wordt gekozen om ad hoc overleg te plegen en een knelpunt aan te pakken. Bijvoorbeeld naar aanleiding van opvang van illegalen in Zeebrugge, of naar aanleiding van problemen in een bepaalde buurt. Er is meer structurele samenwerking. Medewerkers van verschillende organisaties uit dezelfde regio zitten aan tafel in een vaste overlegstructuur. Men kan elkaar informeren over acties in de eigen organisatie, afspreken rond taakafbakening, protocollen bespreken en toelichten rond doorverwijzing en intakeprocedure, gezamenlijke vorming organiseren, gezamenlijke sensibilisering en actie voeren rond de thema’s etnisch-culturele minderheden en wetgeving. Een aantal CAW’s nemen ook taken op uit het minderhedenbeleid van de gemeente of stad en zetelen in dergelijk overleg voor feedback. In deze context zien we dat CAW’s vaak aan tafel zitten met mensen uit het OCMW, de VDAB, de dienst vreemdelingenzaken van de gemeente, integratiediensten en integratiecentra, soms ook met politiediensten of met vrijwilligersorganisaties rond etnischculturele minderheden. De samenstelling van deze groep hangt vaak af van de thema’s en de lokale situatie inzake betrokkenheid rond etnisch-culturele minderheden. Een ander voorbeeld zijn de intervisie- en supervisiegroepen. Aan de hand van casuïstiek bespreken de deelnemers een aantal thema’s. Er is ook plaats voor emotieventilatie en het bieden van steun aan elkaar, evenals voor vorming en uitwisseling rond methodieken. Een integratiedienst kan dergelijke groepen trekken en de randvoorwaarden opnemen zoals de locatie organiseren, verslag nemen, uitnodigen, het zoeken van een begeleider etc. In sommige regio’s neemt één sector binnen een intersectoraal netwerk deze taken op zich. In verschillende regio’s is er een grote nood bij hulpverleners om te kunnen participeren aan dergelijke groepen, maar is er geen aanbod. Men wil graag uitwisselen met andere hulpverleners die etnisch-culturele minderheden begeleiden. Soms is er een specifieke vraag naar hulpverleners die binnen de context van een CAW werken, anderen vinden het belangrijk om er hulpverleners te vinden uit de eigen regio die met etnisch-culturele minderheden werken. Bepaalde organisaties sloten convenanten af rond taakafbakening en wederzijdse hulpen dienstverlening. Een OCMW en het doelgroepgericht onthaal voor asielzoekers van het CAW spreken af dat het OCMW de mensen begeleidt die ook toegewezen waren aan dat OCMW en het CAW de cliënten begeleidt die niet aan dat OCMW werden toegewezen. Een ander convenant werd afgesloten met de stedelijke integratiedienst rond de ondersteuning die geboden wordt rond het werken aan diversiteit binnen het CAW. Er werden ook middelen hiervoor vrijgemaakt. In Vlaanderen en Brussel werken CAW’s in Antwerpen, Brussel en Oost-Vlaanderen samen met het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk voor project Mensen Zonder Papieren.
196
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
In het kader van een aantal projecten – en soms structureel – kiezen organisaties voor specifieke partnerschappen. We denken bijvoorbeeld aan partnerschappen van CAWwerkingen met organisaties waar etnisch-culturele minderheden over de vloer komen zoals: onthaalbureaus waar men de nieuwkomers binnen de lessen maatschappelijke integratie uitleg komt geven over het CAW; vindplaatsgerichte hulpverlening in jeugdwerkingen van allochtone jongeren; aan onthaalantennes in buurtwerkingen en het preventief zorgcentrum van Kind en Gezin; het informeren en adviseren van de doelgroepen in een lokaal steunpunt van een integratiecentrum; het bieden van woonbegeleiding aan cliënten die logement kregen binnen de context van een andere organisatie zoals een LOI, OCIV-Vluchtelingenwerk Vlaanderen of Caritas3. 3.2.5.3 Bespreking en suggesties Net zoals bij autochtone mensen, is het samenwerken met verschillende diensten rond etnisch-culturele minderheden noodzakelijk. Verschillende soorten diensten en medewerkers kunnen mogelijke partner zijn in een samenwerkingsverband. Andere CAW’s en deelwerkingen Andere hulp- en dienstverlenende organisaties aan (potentiële) cliënten: o Reguliere organisaties zoals bijvoorbeeld OCMW, VDAB, Politiediensten, Kind en Gezin, wijkgezondheidscentra, CGGZ; o categoriale organisaties zoals bijvoorbeeld Rode Kruiscentra, Voorziening bijzondere jeugdzorg voor niet-begeleide buitenlandse minderjarigen, LOI, onthaalbureau’s. Integratiediensten en –centra vanuit hun ondersteunende rol naar de organisaties Intermediairen zoals bijvoorbeeld imam, predikant of priester
medewerker
vluchtelingenvrijwilligerswerk,
Doelgroepen zelf Het spreekt voor zich dat de samenstelling van de samenwerkingsverbanden afhankelijk is van de doelstellingen die men nastreeft. Bijvoorbeeld kunnen voor structureel overleg politiediensten aanwezig zijn, maar niet wanneer men cliëntbesprekingen plant, gezien het beroepsgeheim van de hulpverleners en de meldingsplicht van de politiemedewerkers waaraan beiden gehouden zijn. Er zijn verschillende niveaus waarop men kan samenwerken: op niveau van de cliënt, op verschillende beleidsniveaus, op niveau van methodieken. Op niveau van de cliënt is samenwerking noodzakelijk om de integrale hulp te bieden. Het gaat vaak om complexe hulpvragen: vragen op vlak van verblijfsstatuut, gezinshereniging, huisvesting, opvoeding tussen culturen, relaties, tewerkstelling en opleiding, (geestelijke) gezondheid. Hiervoor moeten vaak verschillende diensten of deelwerkingen aangesproken worden en moet de cliënt voor een deel van zijn hulpvraag vaak doorverwezen worden. Om het knelpunt van het “verloren lopen in de sociale sector” te omzeilen, zijn trajectbegeleiding en casemanagement methodieken die hier kunnen ondersteunen. Samenwerken tussen hulp- en dienstverleners is dus een must om informatie uit te wisselen, voor een soepele doorverwijzing, voor het afstemmen van de hulp- en dienstverlening en voor het optimaal benutten en vergroten van de aanwezige deskundigheid. Wel dient men de privacy van de cliënt in het oog te houden.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
197
Op niveau van methodiekontwikkeling biedt samenwerking eveneens kansen. ModeM, het wijkgericht onthaal in enkele Antwerpse buurten werd binnen een samenwerkingsverband geboren. De participanten van het netwerk wisselen uit rond bestaande en te ontwikkelen methodieken en werkwijzen. De uitwisselingsdag van 20 november 2003 in het kader van dit project ‘toegankelijkheid van het CAW voor etnisch-culturele minderheden’ is hiervan een voorbeeld. Dit kon slechts tot stand komen door de samenwerking met de medewerkers in de verschillende CAW’s. Samenwerken op structureel niveau tussen verschillende organisaties die (ook) actief zijn rond etnisch-culturele minderheden kan sectoraal of intersectoraal gebeuren, lokaal, regionaal of regio-overstijgend, afhankelijk van de doelstellingen en thema’s van de overlegmomenten. Om thema’s rond de doelgroepen te bespreken, hoeft niet altijd een apart overleg gecreëerd te worden voor etnisch-culturele minderheden. Voor knelpunten die ook andere doelgroepen treffen, zoals bijvoorbeeld sociale huisvesting kunnen de andere overlegvormen deze punten agenderen. Een doelgroepspecifiek netwerk inzake hulp- en dienstverlening wordt is niettemin een meerwaarde: het vergroot de deskundigheid in de eigen organisatie en vergroot de toegankelijkheid voor deze doelgroepen.10 In een samenwerkingsverband kan je verschillende soorten doelstellingen bereiken. Je moet zicht krijgen op de sociale kaart van hulp- en dienstverlening voor etnischculturele minderheden, en specifiek in je regio. In principe zouden alle reguliere voorzieningen voor deze doelgroepen toegankelijk moeten zijn, maar de realiteit is heden (nog) anders. Kennismaking met elkaars werking en zicht krijgen op de competenties is een must. CAW’s, onthaalbureaus, integratiecentra hebben vaak geen goed zicht op elkaars opdrachten. Informatie rond de regelgeving, werkwijzen en procedures, toekomstperspectieven zou al verhelderend zijn. Intermediairen kunnen bij dergelijk overleg aanwezig zijn om op basis van deze informatie de cliënten naar de gepaste voorziening door te verwijzen. Men kan overleg plegen over taakafbakening, zodat in de regio geweten is naar wie je kan doorsturen voor welk hulpaanbod. Afstemming is nodig om blinde vlekken in de hulpverlening op te vangen. In sommige regio’s kunnen cliënten met een vraag rond vreemdelingenrecht nog steeds niet terecht. Een draaiboek rond hulp- en dienstverlening aan etnisch-culturele minderheden kan een hulpmiddel zijn voor het praktische luik, maar ook als leidraad voor het inventariseren van de hiaten in de hulp- en dienstverlening. Een integratiecentrum of integratiedienst zou hierin het voortouw kunnen nemen en de puzzelstukken bij elkaar leggen. Om een goede doorverwijzing te realiseren is het maken van afspraken of protocollen over de wijze van toeleiding een noodzaak. Een specifiek element hierin is het zorgen voor een tolk bij het intakegesprek. Welke specifieke informatie heeft de intaker nodig, zoals bijvoorbeeld informatie rond verblijfsstatuut en procedure, contacttaal, gezinssituatie en verblijfplaats. Voor het bespreken van structurele knelpunten is een forum nodig waar beleidssignalering op de agenda staat. Hier geldt het subsidiariteitsprincipe: eerst lokaal signaleren en kijken of via die weg oplossingen gevonden worden. Als dit niet gaat, moet een regio-overstijgend forum plaats bieden aan het thema. Indien dit sectorspecifiek is, moet er ook een sectorgebonden forum zijn waar het knelpunt kan voorgelegd worden. Bij de bevraging wrong hier het schoentje. Rond deze thematiek bleek geen overleggroep te bestaan op sectorniveau. Men voelde zich niet gehoord op niveau van het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk. Door de overleggroep interculturalisering trachten we op sectoraal vlak hieraan tegemoet te komen.
10
Tankir, T., Schilderman, T., Huijbregts, V., ‘Samen werkt het beter. Praktische informatie over zorgnetwerken in de hulpverlening aan vluchtelingen’. Stichting Pharos, 2001
198
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Overleg met als doelstelling deskundigheidsbevordering rond hulpverlening aan etnisch-culturele minderheden is ook een belangrijke hulpbron voor hulpverleners. Dit kan onder de vorm van intervisie, supervisie of vormingsinitiatieven. De deelnemers kunnen kiezen om vanuit een thema te werken, zoals omgaan met afstand en nabijheid, omgaan met crisissen, burnout. Deze topics kunnen dan specifiek aan de casuïstiek rond deze doelgroepen opgehangen worden. Het soort hulpverleningsaanbod kan de samenstelling van de deelnemers in de leergroep bepalen, bv. psychosociale en psychologische hulpverlening, juridische hulpverlening, opvoedingsondersteuning, eerstelijnshulpverlening. Samenwerking met andere sectoren op het vlak van methodiekontwikkeling moet bekeken worden. Met betrekking tot de psychosociale, psychologische en psychiatrische hulpverlening aan asielzoekers kan een project gezamenlijk uitgewerkt worden met de diensten die in contact komen met de asielzoekers enerzijds, en de werkingen die zich met psychosociale, psychologische en psychiatrische hulpverlening bezighouden anderzijds. Deskundigheidsbevordering in de vorm van intervisie en supervisie kan ook georganiseerd worden op het niveau van organisatieontwikkeling en het proces van toegankelijkheid voor etnisch-culturele minderheden. Secundaire traumatisering bij hulpverleners die de zorg voor oorlogs- en geweldsgetroffenen opnemen heeft invloed op het institutionele niveau.11 De kwantitatieve instroom van etnisch-culturele minderheden en de mate van diversiteit binnen deze groepen heeft invloed op de organisatie, het aanbod enz van de organisaties. In deze soort leergroepen ligt het accent op het omgaan met groeps- en organisatieprocessen. De vormgeving van deze samenwerkingsverbanden is divers. ad-hoc werkgroepen ontstaan naar aanleiding van een acuut thema; structurele overleggroepen komen op regelmatige tijdstippen bij elkaar, met vaste vertegenwoordigers van de organisaties; intervisie en supervisie waarbij de partners een analoge leervraag hebben; partnerschappen bieden een samenwerkingsmogelijkheid om een meer toegankelijke hulpverlening te bieden aan etnisch-culturele minderheden. De partnerorganisatie kan specifieke kennis doorgeven aan het CAW. Het CAW kan bewust worden wat haar tekorten zijn door signalen van de partnerorganisatie. Er is mogelijkheid tot uitwisseling van personeel. Bij beide partnerorganisaties is een groot engagement nodig. Uitzicht op een win-win-situatie voor beiden is een voorwaarde tot slagen van dergelijke onderneming; intranet kan ook voor uitwisseling van informatie en deskundigheidsbevordering zorgen, evenals interactieve websites. De integratiecentra en de integratiediensten kunnen samenwerkingsverbanden faciliteren: Bepaalde integratiediensten hebben op dit vlak de mogelijkheid tot regie. Integratiecentra kunnen (mee) zorgen voor inhoudelijke input vanuit hun ervaring met de doelgroepen. De minderhedensector kan de doelgroepen en intermediairen enerzijds en de CAW’s anderzijds met elkaar in contact brengen en hen uitnodigen tot dialoog.
11
Haans, Ton, ‘Het labyrint van Ares. Werkbelasting door hulpverlening aan geweldsoverlevenden.’ Stichting Pharos, Utrecht, 1998
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
199
De minderhedensector kan lokaal overleg rond de doelgroepen, intervisie en supervisie op cliëntniveau en organisatieniveau… helpen organiseren of hiertoe uitnodigen. In samenwerkingsverbanden moet ook een plaats geboden worden aan de zelforganisaties. Welke taak zien zij hier voor zichzelf en voor het CAW? Hoe zien zij dit evolueren? Wat zijn hun reële mogelijkheden? Momenteel blijkt er nog weinig samenwerking zodat dialoog dringend nodig is. Over muurtjes kijken van zowel de sectoren als de taal- en landsgrenzen is nodig. De internationale context heeft rechtstreekse invloed op het werken met deze doelgroepen. Nederland of Groot-Brittannië hebben een andere geschiedenis met etnischculturele minderheden. Op bepaalde domeinen werd al langer expertise opgebouwd. Je vindt er kenniscentra die methodieken ontwikkeld hebben, vorming en opleiding geven zoals in Nederland de organisaties Mikado, Forum en Pharos. 3.2.5.4 Samenvattend: acties rond samenvatting
200
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
3.2.6 De overheid 3.2.6.1 Ervaren knelpunten Het vreemdelingenrecht is een zeer specifieke tak van de rechtsspraak, die specialisatie vergt om kwalitatieve hulpverlening te bieden. Zicht krijgen op de mogelijkheden op sociaal en medisch vlak, afhankelijk van welk verblijfsstatuut de cliënt heeft, is niet eenvoudig. Op de werkvloer worden de gevolgen van veranderende wetgeving zichtbaar. Hoe kunnen deze gevolgen geduid worden aan de respectieve overheden zodat het beleid kan aangepast worden? Hoe komen beleidskeuzes tot stand? Hoe kan hierop ingespeeld worden? De doelgroepen zelf ondervinden aan de lijve wat beleidsveranderingen concreet in het dagelijks leven betekenen. Gezien zij als etnisch-culturele minderheden leven binnen de context van een andere dominante cultuur, is het gehoor krijgen niet evident. Hoe kan deze informatie doordringen tot op beleidsniveau? In de CAW’s is de doelgroependiscussie niet altijd ten gronde gevoerd. Is het een keuze van de CAW’s om al dan niet te werken aan hun toegankelijkheid voor etnischculturele minderheden? Of is het een verantwoordelijkheid die ze moeten opnemen, gestuurd door de overheid? Als er meer mensen naar het CAW komen, moet het CAW zich hierop kunnen verhouden om een kwantitatieve en kwalitatieve hulpverlening te kunnen blijven bieden. Veranderingen in een organisatie kosten extra middelen en energie. Ziet de overheid dit ook en geeft ze hiervoor bijkomende middelen? 3.2.6.2 Acties Beleidsmakers trachten zicht te krijgen op de situatie van etnisch-culturele minderheden door onderzoeksopdrachten te geven aan onderzoeksinstellingen. Ze willen een beeld krijgen van de consequenties van hun beleidsvoering of objectieve gegevens over gesignaleerde knelpunten. Onderzoek rond de toegankelijkheid van welzijnsvoorzieningen voor armen en etnisch-culturele minderheden door het HIVA (Leuven) en CICI (Gent), het onderzoek door het team van Albert Martens om het vorige minderhedenbeleid te evalueren, het onderzoek van Jan Blommaert e.a. over de hulpverlening aan allochtone vrouwen in de vrouwenopvangcentra kunnen we hieronder tellen. Projectsubsidies bieden kansen om methodieken te ontwikkeling, beeldvorming te verfijnen, acties aan te moedigen enzovoort. Deze komen via verschillende departementen, zoals bijvoorbeeld Welzijn, Justitie, Impulsfonds migrantenbeleid, Stedenfonds, Europees Vluchtelingenfonds, ICEM. Daarnaast vinden we nog subsidies via de Koning Boudewijnstichting, het prins Filipfonds, het Prinses Matilde fonds. In de regelgeving worden impulsen gegeven om te werken aan toegankelijkheid voor etnisch-culturele minderheden van de reguliere voorzieningen. We denken hierbij aan de actualisering van het Vlaams Minderhedenbeleid 2004-2010, waarbij het accent ligt op een samenleving in diversiteit en de verschillende beleidsniveaus geappelleerd worden op hun verantwoordelijkheid in deze materie. Het werkveld bracht een problematiek zoals mensenhandel onder de aandacht. De wetgeving in verband met deze hedendaagse vorm van slavernij werd uiteindelijk aangepast.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
201
3.2.6.3 Bespreking en suggesties Er zijn verschillende overheden die een rol spelen en invloed hebben in het werken met etnisch-culturele minderheden: lokaal beleid, provinciaal, gewestelijk, federaal, europees, internationaal. Op elk niveau zijn er verschillende mogelijke acties. Afstemming tussen de verschillende overheden laat vaak te wensen over, evenals tussen de verschillende sectoren. Overheden kunnen door middel van het geven van onderzoeksopdrachten de beeldvorming verfijnen rond etnisch-culturele minderheden, zodat op basis van objectieve gegevens zichtbaar wordt waar knelpunten en kansen zich voordoen. Deze onderzoeken kunnen mee een stimulans geven voor bepaalde beleidskeuzes. Ook kan geevalueerd worden wat de effecten zijn naar aanleiding van bepaalde beleidsbeslissingen. De structurele subsidiëring van de sector algemeen welzijnswerk is een enveloppefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap. Deze enveloppe is grotendeels gebaseerd op de situatie van de verschillende deelwerkingen voor de fusies tot CAW (voor 1997). Er is echter geen rekening gehouden met nieuwe uitdagingen en doelgroepen die nu ook hun weg naar het CAW moeten vinden. De doelgroepen etnisch-culturele minderheden konden vroeger, voor het Vlaams Minderhedendecreet van 1998, voor hulpverlening vaak terecht in de minderhedensector. Gezien hun opdracht nu ligt op tweedeen derdelijnsondersteuning van medewerkers en organisaties, kunnen deze doelgroepen officieel niet meer terecht bij de minderhedensector. Het CAW heeft echter niet in elke regio de mogelijkheden om een aanpassing te doen in zowel het kwantitatief als kwalitatief aanbod voor deze doelgroepen. Slechts hier en daar is een deel van de eerstelijnshulpverlening naar een CAW overgeheveld, zoals bijvoorbeeld in Brussel en Oostende. Een structureel overleg tussen beide sectoren is er niet geweest. De overheid dient een regisserende rol op te nemen. Het algemeen welzijnswerk doet beroep op allerlei projectsubsidies van diverse overheden en privé-initiatieven. De mate waarin hierop beroep kan gedaan worden is in de loop der jaren wel steeds selectiever geworden, evenals de criteria waaraan men moet voldoen. De afstemming tussen de projectsubsidies onderling is meestal niet gecoördineerd en er is onvoldoende inhoudelijke afstemming tussen structurele subsidies en projectsubsidies. Er zijn ook werkingen waarbij de projectsubsidies de structurele subsidies overstijgen, wat op het vlak van continuïteit geen goede zaak is. De CAW werkingen zijn onvoldoende aanwezig in alle gemeenten van de CAW-regio. De problematische spreiding van werkingen van een CAW is een knelpunt. Ook de etnisch-culturele minderheden ervaren deze fysieke drempel van het CAW. Er is nood aan een duidelijke programmatie zodat men zicht krijgt op de dekking over heel Vlaanderen en de knelpunten onder de aandacht kan brengen. De overheid moet ook hier een regiefunctie opnemen. Inzake wet- en regelgeving rond de doelgroepen zijn er ook nog knelpunten. De vreemdelingenwetgeving is bijvoorbeeld zeer ingewikkeld en vergt een groet specialisatie. In de opleidingen komt deze materie slechts zijdelings aan bod. Hierdoor is niet elk CAW toegerust met de nodige deskundigheid rond dit thema. Dit kan soms ook een drempel betekenen voor de toegankelijkheid van een CAW. De gevolgen van wet- en regelgeving op de verscheiden groep etnisch-culturele minderheden worden op voorhand niet altijd goed overzien. Consulteren van en terugkoppeling uit de praktijk is dan ook een must. Zo heeft bijvoorbeeld de nieuwe wetgeving rond dienstencheques of de wetgeving rond vrijwilligerswerk soms absurde effecten op bepaalde doelgroepen etnisch-culturele minderheden. Wetgeving en regelgeving kan een stimulans zijn om te evolueren naar een samenleving in diversiteit. Sensibilisering, voorbeeldfunctie en financiële stimuli zijn nodig vanuit de overheid. Dit beleid moet ook inspelen op evoluties in de maatschappelijke context, keuzes maken en de door hen gesubsidieerde voorzieningen aanspreken.
202
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Het lijkt ons belangrijk dat niet enkel de voorzieningen die werken met de doelgroepen, maar ook de doelgroepen zelf gehoord worden. Een aanzet wordt gedaan via de zelforganisaties en hun koepel, het Minderhedenforum. Het is geen evidentie om als minderheid gehoord te worden binnen een andere dominante cultuur, waarbij je vaak niet kan terugvallen op verworvenheden van de andere bevolkingsgroepen zoals bijvoorbeeld het stemrecht. Maar het zijn uiteindelijk de betrokken mensen zelf die kunnen aangeven wat bijvoorbeeld het effect van beleidsbeslissingen op hen is. Samen nadenken over mogelijke oplossingen van beleidsthema’s die hen rechtstreeks aangaan is noodzakelijk. Ook op dit niveau is dialoog belangrijk. 3.2.6.4 Samenvattend: acties rond de overheid
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
203
Besluit Vanuit het decreet algemeen welzijnswerk in 1997 hebben de CAW’s etnisch-culturele minderheden binnen hun doelpubliek. Ondanks heel wat inspanningen, moet aan de toegankelijkheid voor deze doelgroepen nog verder gewerkt worden. In de vorige hoofdstukken werden diverse mogelijkheden aangereikt om te werken aan een toegankelijker CAW voor etnisch-culturele minderheden. Alvast werd duidelijk dat zowel de CAW’s, organisaties betrokken op de doelgroepen, de doelgroepen zelf en de overheid een stimulerende rol kunnen opnemen om daadwerkelijk deze toegankelijkheid te realiseren. Centra Algemeen Welzijnswerk kunnen een veelheid aan acties ondernemen om te werken aan hun toegankelijkheid. Deze initiatieven kaderen best binnen een visie en hebben een draagvlak binnen de diverse deelwerkingen van het CAW. Elk CAW zal zijn uitgangspositie moeten kennen op het vlak van toegankelijkheid. Omgevingsanalyses, registratie en onderzoeken kunnen hiervoor een aanzet geven. Conclusies moeten getrokken worden en doelen geformuleerd in de beleidsplannen. De evaluatie en bijsturing dient verder opgevolgd. Inhoudelijk kunnen verschillende zaken bijdragen tot een toegankelijk CAW. De CAW’s kunnen pro-actief werken om de cliënten te bereiken. Het CAW kan hiervoor samenwerken met intermediairen en partnerorganisaties voor en door de doelgroepen zelf. Gezien het zeer diverse doelgroepen betreft, zullen ook diverse acties moeten ondernomen worden. Indien er sprake is van een taalbarrière, kan het CAW beroep doen op een sociale tolkendienst, op taalcursussen en/of op non-verbale methodieken in de hulpverlening. Als tolken moeten worden betaald, zal het CAW ook middelen moeten voorzien. Voor een kwalitatieve hulpverlening, kan het CAW de deskundigheid bevorderen bij medewerkers. Dit kan zowel gaan om algemene hulpverleningsmaterie (zoals cliëntregistratie, ouderbegeleiding, actief luisteren, groepen begeleiden, psychotrauma, klantvriendelijk onthaal, relatieproblemen, huurwetgeving, systeemdenken, handelingsplanning, omgaan met verschillende perspectieven) als om specifieke materie rond deze doelgroepen (werken met sociaal tolken, asielwetgeving, interculturele communicatie, omgaan met racisme). CAW-medewerkers beschikken over een sociale kaart in functie van hun doelgroepen. Voor bepaalde cliënten kunnen methodieken als trajectbegeleiding en casemanagement nodig zijn om de gepaste hulpverlening te bekomen. Op organisatorisch vlak kan een CAW wijkgericht onthaal organiseren, ruimte maken voor niet-katholieke feestdagen, aangepaste voeding voorzien, flyers en cliëntdocumenten vertalen. Om gepaste hulpverlening aan cliënten te bieden, moet er ook gepaste omkadering zijn voor de hulpverlener. Goede teamwerking en teamorganisatie, inbedding van de hulpverlening aan etnisch-culturele minderheden in de organisatie en plaats voor erkenning door het CAW-beleid zijn belangrijke hulpbronnen voor de medewerker. Deelwerkingoverschrijdend werken en gebruik maken van de (interculturele) competenties in het hele CAW kan ondersteunend werken naar de toegankelijkheid voor etnisch-culturele minderheden.
204
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Aanspreken en samenwerken met andere organisaties die betrokken zijn op de doelgroepen kan ook een hulpbron zijn voor een toegankelijk CAW. Dit kan onder de vorm van netwerkverbanden of partnerschappen. Het proces van zoeken naar een hulpverlening die toegankelijk is voor de mensen uit etnisch-culturele minderheden moet niet en kan niet alleen gegaan worden. De ondersteuningsstructuur Steunpunt Algemeen Welzijnswerk heeft ook een opdracht binnen dit thema. Het SAW kan de knowhow en ervaringen uit de CAW’s samen te brengen en laten uitwisselen. Ondersteuning van methodiekontwikkeling en beleidssignalering rond deze doelgroepen in het algemeen welzijnswerk moet een plek hebben. De overleggroep interculturalisering is hiervoor een mogelijk kanaal. Dit is echter niet voldoende. De andere overleg- en werkgroepen in het SAW kunnen ook een bijdrage leveren aan thema’s en knelpunten rond de toegankelijkheid voor etnischculturele minderheden. Het SAW zal het inclusief werken in de praktijk nog verder moeten realiseren. Impulsen vanuit de praktijkervaring zullen nodig blijven om het denken en handelen rond de doelgroepen op gang te houden. Specifieke aandacht zal ook nodig blijven voor een aantal thema’s die eigen blijven aan sommige etnischculturele minderheden. Het Steunpunt ondersteunt bij de CAW-registratie. Op de agenda van deze werkgroepen staat reeds het formuleren van een bruikbare definitie en het toepassen van registratiegegevens bij het evalueren en bijsturen van de hulpverlening. Andere organisaties kunnen een bijdrage leveren aan een toegankelijk CAW. Deze organisaties kunnen specifiek werken met etnisch-culturele minderheden of onder hun cliënteel een redelijke groep etnisch-culturele minderheden hebben. We verstaan hieronder collega-CAW’s en deelwerkingen, reguliere organisaties zoals bijvoorbeeld OCMW, VDAB, Politiediensten, Kind en Gezin, wijkgezondheidscentra, CGGZ; categoriale organisaties zoals bijvoorbeeld Rode Kruiscentra, Voorziening bijzondere jeugdzorg voor niet-begeleide buitenlandse minderjarigen, LOI, onthaalbureaus …; Intermediairen zoals bijvoorbeeld medewerker vluchtelingenvrijwilligerswerk, imam, predikant of priester. Er kan samengewerkt worden op niveau van de cliënt, van methodieken of van het beleid. Deze voorzieningen kunnen op verscheiden manieren bijdragen leveren aan een toegankelijker CAW. Ze kunnen het CAW noden signaleren van de doelgroepen en een bijdrage leveren aan de omgevingsanalyse. Organisaties kunnen cliënten toeleiden. Deze voorzieningen kunnen met het CAW uitwisselen over hun ervaring en knowhow. Een CAW kan in samenwerking met een andere dienst een complementair aanbod bieden. Hiervoor zijn profilering en taakafbakening, afspraken rond intake, informatieoverdracht en doorverwijzing zijn zeker nodig. Samen kunnen methodieken ontwikkeld worden en rond deskundigheidsbevordering kunnen de handen in elkaar geslagen worden. Het creëren van een zorgnetwerk, waarin medewerkers van verschillende diensten uit een regio structureel samenkomen om de hulp- en dienstverlening concreet te bespreken, biedt hiervoor een platform. Ook kunnen in de schoot daarvan intervisie en supervisiegroepen opgericht worden. De minderhedensector kan specifieke taken opnemen bij het werken aan een toegankelijk CAW.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
205
De minderhedensector ondersteunt diverse bedrijven, diensten en voorzieningen bij het werken aan toegankelijkheid. Ze kunnen deze ervaring en kennis inbrengen bij het proces van het CAW. Momenteel worden in deze sector methodieken ontwikkeld om dergelijke processen te begeleiden. De minderhedensector heeft ook als opdracht emancipatorische processen te ondersteunen bij de doelgroepen. Hierdoor heeft ze ook de mogelijkheid om de brug te slaan met het algemeen welzijnswerk en beiden tot dialoog te stimuleren. Ook kan de minderhedensector de doelgroepen vertrouwd maken met over het aanbod in het algemeen welzijnswerk en eventueel doorverwijzen. Het CAW kan via hun kanalen de doelgroepen bereiken voor het pro-actief werken. Anderzijds kan de minderhedensector het CAW informeren over de doelgroepen. Ze kan een bijdrage leveren voor de omgevingsanalyse. Ook kunnen integratiecentra en integratiediensten de randvoorwaarden creëren voor intervisie, supervisie en cultuurcoaching in hulp- en dienstverlenende organisaties rond etnisch-culturele minderheden. Ook voor het profileren en maken van afspraken rond dienst- en hulpverlening kan de minderhedensector katalysator zijn. De etnisch-culturele minderheden kunnen zelf een invloed hebben op het werken aan toegankelijkheid door hun hulpvragen als cliënt te (blijven) stellen, door bekend te maken via zelforganisaties wat hun noden zijn, door hun eigen deskundigheid in te brengen, door het gesprek aan te gaan met het CAW rond de toegankelijkheid, door mee te werken aan een toegankelijk CAW - als vrijwilliger, als werknemer, als lid van de raad van beheer, in een klankbordgroep. De overheid heeft een belangrijke taak in het werken aan een toegankelijk algemeen welzijnswerk voor etnisch-culturele minderheden. Wetgeving en regelgeving evenals de subsidiëring beïnvloeden rechtstreeks de mogelijkheden van het CAW. De vereenvoudiging van wet- en regelgeving is een reeds lang geuite wens. Daarnaast heeft de verouderde enveloppefinanciering van de sector op deze doelgroepen een belemmerend effect. Er is nood aan regie en programmatie. Bepaalde regio’s worden door het algemeen welzijnswerk nog steeds niet bediend. Ook etnisch-culturele minderheden moeten dus elders gaan. Taakafspraken rond de doelgroepen worden vaak regionaal afgesproken, gezien ook hier geen duidelijke profilering tussen sectoren is. Afstemming tussen de diverse beleidsniveaus en departementen onderling is een noodzaak. De overheid kan een opdracht opnemen in het structureel ondersteunen van sociale tolkendiensten en hun statuut. Ook de uitbouw van de Nederlandse taallessen tot een goed toegankelijk, kwalitatief én kwantitatief aanbod dient ondersteund door de overheid. Onderzoek rond hulpverlening en rond doelgroepen kan door de overheden gestimuleerd worden, zodat een beter beeld gevormd kan worden van noden en aanbod op structureel vlak. Ook kan participerend actieonderzoek het ontwikkelen van methodieken verder ondersteunen. De overheid dient verder de dialoog te ondersteunen tussen voorzieningen en doelgroepen. Ook dient ze zelf te participeren aan dergelijk dialoog om een vinger aan de pols te houden bij wat er in de praktijk gebeurt. De overheid moet sensibiliseren en een voorbeeld geven voor zijn maatschappelijke voorzieningen. Maar “Koken kost geld”. Het is onmogelijk om veranderingsprocessen door te voeren, zonder daar middelen voor vrij te maken. Financiële stimulering is vooral in het begin van een verandering nodig. Dit mag echter niet zonder een goede coördinatie, een
206
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
duidelijke visie en goede inbeddingsmogelijkheden gebeuren. Anderzijds is het niet omdat er geen extra middelen zijn, dat je niet kan werken aan een toegankelijk CAW. Kleine ingrepen maken soms al een wereld van verschil.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
207
208
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
4. Literatuur en bijlagen
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
209
210
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Literatuur Weblinks Verklarende lijst met afkortingen Info autonoom algemeen welzijnswerk Werkvormen algemeen welzijnswerk Info minderhedensector Concept overleggroep interculturalisering CAW’s Contactlijst netwerk interculturalisering
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
211
Bijlage 1: Literatuur
212
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
213
214
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
215
216
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
217
218
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
219
Bijlage 2: Weblinks Dit overzicht is verre van volledig. Ook verandert het wereldwijde web voortdurend, dus kunnen adressen snel achterhaald zijn. Niettemin was deze informatie te interessant om U te onthouden. Doelgroepspecifieke sites www.newintown.be New in Town is een website rond nieuwkomers in België. Deze site richt zich tot personen die nieuwkomers omringen (vrienden, kennissen, familie, ...) en tot professionele hulpverleners die hen begeleiden. New in Town wil concrete en gepersonaliseerde informatie aanbieden en vertrekt daarbij vanuit het verblijfsstatuut van de nieuwkomer. Deze site werd opgestart door het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding met de steun van Mevrouw Marie Arena, Federaal Minister voor Maatschappelijke Integratie en Interculturaliteit, en met de financiële hulp van het Impulsfonds voor het Migrantenbeleid. www.kifkif.be Kritische interculturele site van Vlaanderen. Ze bieden dossiers en diverse fora, organiseren debatten. De vzw Kif Kif heeft tot doel het samenleven in diversiteit te bevorderen en een interculturele kruisbestuiving tot stand te brengen tussen mensen en organisaties met verschillende achtergronden. Daarnaast wil Kif Kif een bijdrage leveren aan de emancipatorische en interculturele bewustmaking bij zowel ‘allochtonen’ als ‘autochtonen’. Ook wil de vereniging de multimedia onder al haar aspecten toegankelijker te maken voor bovengenoemde actoren. De vzw Kif Kif ontvangt geen structurele ondersteuning. Hun werking wordt grotendeels door vrijwilligers gedragen, die soms door een tijdelijke projectmedewerker worden bijgestaan. www.samv.be Webstek van Steunpunt Allochtone Meisjes en Vrouwen. Deze organisatie heeft als kerntaak het onderbouwen van het emancipatie- en participatieproces van allochtone meisjes en vrouwen door a) in te spelen op specifieke noden en behoeften en b) het zichtbaar maken van deze groep binnen een multiculturele samenleving. Bijzondere aandacht gaat naar de allochtone meisjes- en vrouwenverenigingen. users.pandora.be/rzoezie Website van Jeugdhuis Rzoezie in Mechelen. Je vindt er hun visie en concrete initiatieven op het werken met de jongeren van hoofdzakelijk Marokkaanse origine naar een samenleving in diversiteit. Het jeugdhuis is erkend als Werking Kansarme Jeugd. www.minderhedenforum.be Het Forum van Organisaties van Etnisch-culturele minderheden is een koepel van verenigingen van etnisch-culturele minderheden. Het Forum ontwikkelt gezamenlijke vi-
220
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
sies en standpunten en is de gesprekspartner voor de overheid voor alle materies die de etnisch-culturele minderheden aanbelangen. home2.pi.be/tmachiel Op deze site vind je informatie over Zigeuners en Voyageurs en over het woonwagenwerk van Vlaanderen. De site wordt beheerd door Toon Machiels, medewerker van het Vlaams Minderhedencentrum. www.picum.org Het Platform voor Internationale Samenwerking inzake Migranten zonder Verblijfsvergunning stelt zich tot doel het respect voor de rechten van migranten zonder papieren die in Europa verblijven te bevorderen. PICUM-leden zijn personen die betrokken zijn in humanitaire activiteiten aangaande migranten zonder verblijfsvergunning en/of die actief zijn in niet-gouvernementele organisaties (NGO's). Bijzondere leden zijn NGO's waarvan de activiteiten geheel of gedeeltelijk verband houden met migranten zonder verblijfsvergunning in Europa. Taal en tolken www.ba-bel.be Webstek van Ba bel, telefonische tolkendienst voor tal van maatschappelijke voorzieningen in Vlaanderen. www.gent.be/gent/wonen/migrante/TGV Website van de Tolk- en vertaalservice Gent www.pic-wvl.be/TOLK voorblad.htm Sociale Tolkendienst van het Provinciaal Integratiecentrum West-Vlaanderen vzw. Methodieken en inhouden van de hulpverlening Opleidingsinstituten Bij de partnerorganisaties kan je ook een vormingsaanbod en literatuur vinden (zie p. 223-224) www.cimic.be Webstek van het Centrum voor Intercultureel Management en Internationale Communicatie. CIMIC is het resultaat van een samenwerkingsverband tussen de diverse groepen die van dichtbij te maken krijgen met de nieuwe mondiale werkelijkheid: culturele organisaties, de ngo-wereld, de bedrijfswereld en de academische wereld. Voornaamste partners zijn de Katholieke Hogeschool Mechelen en AFS Interculturele Programma's. www.forum.nl Instituut voor multiculturele communicatie te Utrecht (Nederland). Het instituut wordt gesubsidieerd door het Nederlandse ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. In de loop van 2004 zal het zijn kennis en ervaring inzake interculturalisatie overge-
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
221
dragen aan een Landelijk Expertisecentrum Diversiteitsmanagement. FORUM zal een substantiële bijdrage leveren aan de oprichting hiervan. www.mikado-ggz.nl MIKADO is het Nederlandse landelijke kenniscentrum op het gebied van de interculturele geestelijke gezondheidszorg, opgericht om praktijk, wetenschap en beleid beter op elkaar af te stemmen. MIKADO richt zich op hulpverleners, onderzoekers en beleidsmakers. www.pharos.nl Pharos is het Nederlandse landelijke kenniscentrum voor vluchtelingen en gezondheid. Als kenniscentrum bevordert het de gezondheid van vluchtelingen door de kwaliteit van de zorg aan hen te verbeteren. Pharos doet dit samen met vluchtelingen en organisaties in de zorg. Pharos draagt specialistische, praktijkgerichte kennis over, zowel nationaal als internationaal. www.steunpuntico.be Het Steunpunt ICO, Universiteit Gent, heeft als doelstelling een coherente en wetenschappelijke onderbouwde ondersteuning te bieden aan organisaties in het onderwijs en daarbuiten, zowel in de Vlaamse Gemeenschap als internationaal. www.interculturelecommunicatie.com Nederlandstalige website voor iedereen die op het terrein van interculturele communicatie, interetnische relaties, minderhedenstudies, interculturele hulpverlening management en intercultureel onderwijs bezig is. Deze webstek werd geconstrueerd door Prof.dr. W. Shadid, bijzonder hoogleraar in het vakgebied van de interculturele communicatie aan de Universiteit van Tilburg en tevens verbonden aan het departement van Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie van Universiteit Leiden. Specifieke juridische informatie www.vreemdelingenrecht.be Website over het vreemdelingenrecht van het Vlaams Minderhedencentrum en het Tijdschrift voor Vreemdelingenrecht, in samenwerking met de Koning Boudewijnstichting en met de steun van het Europees Vluchtelingenfonds. www.wvc.vlaanderen.be/juriwel/minderheden/index.htm Juridische webstek van de Vlaamse overheid. Overzicht regelgeving minderheden. Beleid van de organisatie Voor informatie rond interculturalisering, werken aan toegankelijkheid voor etnischculturele minderheden, diversiteitsmanagement of intercultureel management kan je ook kijken bij het aanbod van de vormingsinstituten en de minderhedensector.
222
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
www.welzijnversterkt.nl/diversiteit Welzijn Versterkt Diversiteit is een project dat zich primair richt op de bijdrage van het uitvoerend werk aan het oplossen van diversiteitvraagstukken. Niet de ontwikkeling van nieuwe methodieken en instrumenten staat centraal, maar de integratie van de bestaande kennis in de uitvoeringspraktijk van de uitvoerende instellingen. NIZW (Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn) en FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling hebben ervoor gekozen de trekkersrol gezamenlijk in te vullen in dit project. www.x-s2.nl X-S2 (spreek uit access to) is het Nederlandse landelijk kennisnetwerk voor lokaal sociaal beleid en welzijnsbeleid op het vlak van herstructurering en interculturalisering. U vindt op deze site een dossier interculturalisering. Het netwerk ontstond in 2001 op initiatief van vijf landelijke kennisinstituten: het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW), het Verwey-Jonker Instituut, het Landelijke Centrum Opbouwwerk (LCO), het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP) en FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling. Eind 2001 werd X-S2 een zelfstandige stichting. X-S2 wordt gefinancierd door het ministerie van VWS. www.managementsite.net/content/html/100.asp Link naar algemene managementsite waar je o.a. materiaal vindt over verandermanagement. Het is een vrij initiatief. Samenwerking met partnerorganisaties Minderhedensector : integratiecentra en integratiediensten Vlaams Minderhedencentrum
www.vmc.be
PIC West-Vlaanderen
www.pic-wvl.be/
PICO (Oost-Vlaanderen)
www.picovzw.be/
PRICMA (afdeling Kempen)
www.digidak.be/Pricma/
PRIC Limburg
www.limburg.be/pric/
PRIC Vlaams-Brabant
www.vlaamsbrabant.be/levenenwonen/minderheden
De Acht (Antwerpen)
www.de8.be
Intercultureel Netwerk Gent
www.ingent.be/
RIC Foyer (Brussel)
www.foyer.be
Centre Bruxellois d'Action Interculturelle
www.cbai.be
Ce.R.A.I.C. (Centre Régional d'Action Interculturelle du Centre)
www.ceraic.be
CAI Namur (Centre d'action interculturelle de la Province de Namur)
www.agenda-respect.be/fr/associations/centresregionaux/cai/
Stedelijke integratiedienst Gent
www.gent.be/integratiedienst/
DIA (Dienst Integratie Antwerpen)
burgerzaken.antwerpen.be/integratie
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
223
Onthaalbureaus voor Nieuwkomers PINA, Stad Antwerpen
burgerzaken.antwerpen.be/integratie/pina.htm
Kom-Pas, centrum voor anderstalige nieuwkomers, Stad Gent
www.gent.be/gent/wonen/migrante/Kom_pas
Andere partnerorganisaties www.azg.be Artsen zonder grenzen www.caritas-int.be Website van Caritas International België dat 'nieuwe migranten' begeleidt en zorgt voor huisvesting. www.ociv.org Website van het Vluchtelingenwerk Vlaanderen (vroeger het Overlegcentrum voor Integratie van Vluchtelingen). www.redcross.be/fr_actieterreinen.htm Het Rode kruis is onder andere actief in de opvang van asielzoekers www.belgium.iom.int De Belgische website van The International Organization for Migration (IOM). www.kms.be Beweging voor interculturele samenlevingsopbouw van de Vlaamse kerkgemeenschap www.medimmigrant.be Het Medisch Steunpunt Mensen Zonder Papieren wil de gezondheidszorg waarborgen voor mensen zonder wettig verblijf en hen oriënteren naar een zinvol en realistisch verblijfsperspectief. Dit gebeurt zowel via individuele hulpverlening als een structurele werking. De vzw Medisch Steunpunt Mensen Zonder Papier wordt gesteund door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. www.orientatiepunt.be Site van Oriëntatiepunt Gezondheidszorg Oost-Vlaanderen met een on-line vragenformulier, standaarddocumenten voor zorgverstrekkers, thematische informatie en op termijn een materialenbank. Het Oriëntatiepunt biedt ook een telefonische helpdesk, vorming over de procedures die toegang geven tot de gezondheidszorg voor mensen met een precair verblijfsstatuut, brochures, medische identificatiepas, werkt aan beleidssignalering.
224
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
www.vvsg.be Website van de Vereniging van Steden en Gemeenten, ondersteuningsstructuur van de OCMW’s Overheid www.wvc.vlaanderen.be/minderheden Vlaams Minderhedenbeleid www.mi-is.be Webstek van het Federaal beleid voor Maatschappelijke Integratie. www.fedasil.be Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers. www.dofi.fgov.be Dienst Vreemdelingenzaken van de Belgische overheid. http://europa.eu.int/pol/justice/index_nl.htm Via deze overzichtspagina tal van links naar beleidsteksten ivm grondrechten (waaronder ook bestrijding van discriminatie en racisme) maar ook andere als asielbeleid etc.. Duiding www.11.be/ Noord-Zuid portaalsite www.diversiteit.be of www.gelijkekansen.be Webstek van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, autonome openbare dienst, opgericht bij wet van 15 februari 1993, ontstaan uit de politieke wil van het Parlement en de regering, naar aanleiding van de voorstellen van het Koninklijk Commissariaat voor het Migrantenbeleid en van de opkomst van extremistische strekkingen met als hoofdopdrachten Racismebestrijding Opvolgen van het integratiebeleid Vreemdelingenrecht en nieuwe migraties Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Bestrijding mensenhandel Vorming – Documentatie – Sensibilisatie
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
225
www.gelijkebehandeling.nl Doelstelling: Toegankelijk maken van informatie en documentatie over gelijke behandeling en discriminatiebestrijding Attenderen op actuele kwesties, discussies en bijeenkomsten die belangrijk (kunnen) zijn in het licht van gelijke behandeling en discriminatiebestrijding Samenhang verhelderen tussen de non-discriminatiegronden: ras, godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, geslacht, (homo- of hetero)seksuele gerichtheid, leeftijd, handicap/chronische ziekte of ''welke grond dan ook'' De weg wijzen naar organisaties en instanties die zich met gelijke behandeling en discriminatiebestrijding bezig houden. De focus is gericht op Nederland. Men ontsluit waar mogelijk ook informatie en documentatie bij internationale organisaties (met name de Europese Unie en de Verenigde Naties) en in andere landen. Onderzoeksinstellingen rond etnisch-culturele minderheden cici.rug.ac.be Het Centrum voor Interculturele Communicatie en Interactie (CICI) werd opgericht binnen de vakgroep Vergelijkende Cultuurwetenschap in nauwe samenwerking met de vakgroep Studie van de Derde Wereld. Men biedt een overzicht van denkwerk en onderzoeksprojecten die betrekking hebben op interculturaliteit, conflict en identiteit. Het toegepast onderzoek spitst zich vooral toe op twee onderzoeksdomeinen: welzijn en visuele antropologie. www.ua.ac.be/main.asp?c=*OASES&n=1479&ct=OAOZMIGR De Onderzoeksgroep Armoede, Sociale uitsluiting en de Stad (OASeS) maakt deel uit van de Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen van de Universiteit Antwerpen. Belangrijkste onderzoeksthema: armoede en andere vormen van sociale uitsluiting (indicatoren van armoede, het dagelijkse leven van de armen, life-events en sociale mobiliteit), migraties en allochtonen, stedelijk beleid, sociale huisvesting, sociale economie en arbeidszorg, sociale netwerken. www.steunpuntgelijkekansen.be Het Steunpunt Gelijkekansenbeleid is een expertisecentrum rond gelijke kansen en focust op vrouwen, allochtonen, holebi's en ouderen. Het Steunpunt werd opgezet in het kader van het programma Steunpunten Beleidsrelevant Onderzoek van de Vlaamse Overheid en is een samenwerkingsverband tussen de Universiteit Antwerpen en het Limburgs Universitair Centrum www.hiva.be Aan het HIVA wordt wetenschappelijk beleidsgericht onderzoek verricht over problemen van werknemers, kansarmen en risicogroepen, sociale organisaties en bewegingen in de samenleving. De onderzoeksactiviteiten worden georganiseerd in vier sectoren: (1) arbeid en organisatie, (2) onderwijs en arbeidsmarkt, (3) sociaal en economisch beleid en (4) duurzame ontwikkeling.
226
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
www.ercomer.org ERCOMER (European Research Centre on Migration and Ethnic Relations) is een Europees onderzoekscentrum met als belangrijkste thema het vergelijkend onderzoek rond internationale migratie, etnische verhoudingen, racisme en etnische conflicten in de Europese context. Het centrum is een onderdeel van de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht. www.kubrussel.ac.be/onderwijs/psw/onderzoek/ipsom.htm#Minority studies: Het Instituut voor Politieke Sociologie en Methodologie (IPSOM) werd opgericht in 1994 en beoogt zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek te verrichten naar sociaal relevante onderwerpen. Het IPSoM bestrijkt daartoe twee sociaal theoretische onderzoekslijnen (Minderhedenstudies en Verkiezingsonderzoek) en een methodologische onderzoekslijn. www.iseo-eur.com Het Instituut voor Sociologisch-Economisch Onderzoek (ISEO) van de Erasmus Universiteit Rotterdam is in 1986 opgericht. De start viel samen met het begin van het, in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken uit te voeren, omvangrijke meerjarige project Toegankelijkheid en Evenredigheid. Dit project beoogt een beschrijving en analyse te geven van de positie van etnische minderheden in diverse maatschappelijke sectoren, zoals onderwijs, arbeid, huisvesting, sociale zekerheid en gezondheidszorg. In de afgelopen dertien jaar heeft het ISEO zich ontwikkeld tot een van de belangrijkste kenniscentra over allochtonen en andere groepen, die een kwetsbare positie innemen in de Nederlandse samenleving.
Statistische gegevens Op vele van de eerder besproken sites zijn statistieken te vinden. We vermelden nog enkele specifiek statistische sites die cijfergegevens bevatten over de bevolking in het algemeen of over ECM in het bijzonder. http://statbel.fgov.be/home_nl.asp Nederlandstalige homepage van het Nationaal Instituut voor de Statistiek. http://aps.vlaanderen.be/ Website van de Administratie Planning en Statistiek van de Vlaamse overheid. Een portaalsite die toegang geeft tot alle beschikbare Vlaamse statistieken en waar eveneens online databases worden aangeboden.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
227
Bijlage 3: Verklarende lijst van de afkortingen AWW
Algemeen Welzijnswerk
Ba’bel
Vlaamse (telefonische) tolkendienst Babel
Caritas Int
Caritas Internationaal Hulpbetoon
CAW
(Autonoom) Centrum Algemeen Welzijnswerk
CGGZ
Centrum voor Geestelijk Gezondheidszorg
CHS
Centrum Hulp aan Slachtoffers
CLB
Centrum voor Leerlingenbegeleiding
CLG
Centrum voor Levens en Gezinsvragen (Nu : Gezins- en relationeel Werk – GRW)
CMW
Centrum voor Maatschappelijk Werk (oude benaming)
ECM
Etnisch Culturele Minderheden
FTE of VTE
Fulltime equivalent of Voltijdsequivalent
GRW
Gezins- en relationeel Werk
ICEM
Interdepartementale Commissie Etnisch-culturele minderheden
IOM
International Organisation on Migration
JAC
Jongerenadviescentrum
JWW
Justitieel Welzijnswerk
LOI
Lokaal Opvang Initiatief (door de OCMW’s in het kader van de opvang van asielzoekers)
OCIV
Overleg Centrum voor Integratie van Vluchtelingen (recent veranderd van naam in Vluchtelingenwerk Vlaanderen)
OCMW
Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn
PIC West-Vlaanderen
Provinciaal Integratiecentrum West-Vlaanderen
PICO
Provinciaal Integratiecentrum Oost-Vlaanderen
PRIC
Provinciaal Integratiecentrum
SAW
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk
TOPOI-model
Model van Edwin Hoffman (2002) voor interculturele gespreksvoering (Taal, Ordening, Personen, Organisatie, Inzet)12
VDAB
Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling
VMC
Vlaams Minderhedencentrum
VTO-beleid
Beleid inzake Vorming, Training en Opleiding
12
Cf literatuurlijst
228
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Bijlage 4: Informatie autonoom algemeen welzijnswerk
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
229
Bijlage 5: Werkvormen in het autonoom algemeen welzijnswerk, volgens de indeling opgenomen in het AWW- registratiesyteem Algemeen Ambulant
Algemeen ambulant aanspreekpunt voor volwassenen met kleine en grote hulpverleningsvragen. Naast een eerste opvang in het kader van een ruime onthaalfunctie (informatie, advies, praktische hulp, vraagverduidelijking) biedt de werking, doorgaans na een intake, ook systematische begeleidingen aan of zorgt het voor een doorverwijzing naar de juiste dienst. Een waaier van problematieken kan aan bod komen: relaties, sociale administratie, financies, zingeving, werk, huisvesting, vrije tijd, gezondheid (verslaving)... Meestal wordt gewerkt met spreekuren zonder afspraak. Doorgaans wordt veel belang gehecht aan een integrale aanpak. Soms wordt ook met filialen gewerkt.
Algemeen Opvang centrum voor mannen
Een opvangcentrum voor mannen biedt residentiële opvang en nazorg aan thuisloze mannen vanaf 18 jaar. Tijdens het verblijf van beperkte duur streeft men ernaar de thuisloze opnieuw voldoende zelfstandigheid bij te brengen om op eigen benen te kunnen staan.
Ambulante hulp intrafamiliaal geweld.
Geen specifieke werkvorm, cfr gezins- en relatiebegeleiding
Asielzoekers ambulant
Specifiek maar polyvalent aanspreekpunt voor asielzoekers.Naast de specifieke ondersteuning rond asielprocedure biedt men ook een onthaal en mogelijke begeleiding aan rond de belangrijkste levensdomeinen (huisvesting, relaties, sociale administratie, inkomen, ..) Meestal wordt gewerkt met spreekuren zonder afspraak. Doorgaans wordt veel belang gehecht aan een integrale aanpak.
Begeleid wonen
Ambulante vorm van begeleiding, bedoeld voor volwassenen (dikwijls thuislozen), waarbij vooral aandacht gaat naar het ondersteunen en ontwikkelen van sociale vaardigheden i.f.v. zelfstandig wonen (financies, administratie, werk, relaties..).
Begeleid zelfstandig wonen voor jongeren
Ambulante vorm van begeleiding voor thuisloze jongvolwassen (18-25 jarigen), waarbij vooral het ontwikkelen van vaardigheden i.f.v. zelfstandig wonen (relaties, werk, financies, administratie, wonen..) centraal staan. De jongere huurt zelf een kamer.
Crisishulpverlening ambulant
Kortstondige ambulante hulpverlening aan volwassenen in crisissituaties. Er wordt gezocht naar het beheersbaar maken van de crisis en streeft naar een geschikte oplossing van de hulpvraag (opname in een onthaalcentrum, verder ambulante begeleiding, begeleid wonen, ...).
Crisisopvang jongeren residentieel
Zeer kortstondige (residentiele) opvang en/of ambulante hulpverlening aan minderjarigen in crisissituaties. Bedoeling is de crisis te beheersen en daarna eventueel door te verwijzen naar gepaste hulpverlening (ambulant, begeleid zelfstandig wonen,..)
Crisisopvang residentieel
Zeer kortstondige residentiële opvang aan volwassenen en eventuele vergezellende kinderen in crisissituaties. Er wordt gezocht naar het beheersbaar maken van de crisis en streeft naar een geschikte oplossing van de hulpvraag (opname in een ander onthaalcentrum, ambulante begeleiding, zelfstandig wonen, ...).
230
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Gezins en relatiebegeleiding
Ambulante begeleiding inzake gezin, persoon en relaties . Doelgroep: alle personen wiens welzijnskanen zijn bedreigd ten gevolge van persoonlijke, relationele, gezin of maatschappelijke factoren. Begeleiden van mensen op verschillende vlakken, bv met a) psychische moeilijkheden zoals traumaverwerking, depressies, zelfmoord, eenzaamheid, identiteit, rouwverwerking, zelfbeeld, psychosomatische klachten, angst, ... b) Relationele problemen: partnerrelatie, partnerkeuze, partnergeweld, ouder-kind, opvoedingsproblemen, holebi's, c) Gezinsproblemen: multiproblemgezinnen, opvoedingsproblemen, d) echtscheiding en scheidingsproblemen:verwerking van scheiding, beslissing rond scheiding, scheidingsbemiddeling, ouderschapsbemiddeling, en e) Zingevingvragen.
Hulpverlening seksuele delinquenten
Hulp- en dienstverlening aan daders van seksueel misbruik. Het gaat erom de persoonlijke, relationele en maatschappelijke ontwikkeling van daders van seksueel misbruik te begeleiden en hun reïntegratie in de maatschappij te bevorderen met het voorkomen van recidive als mogelijk effect. De HSD teams werken zowel met doorverwijzingen vanuit justitie, geregeld door een Samenwerkingsakkoord (8/10/98), als met vrijwillige aanmeldingen.
Inloopcentrum
Inloopcentra bieden dagopvang aan thuislozen en andere achtergestelde groepen. Men kan er terecht voor: materiële dienstverlening (bv wasgelegenhied, eten,..), toeleiding naar hulpverlening (doelgroepgericht onthaal), ontmoeting en ontspanning.
Jongeren Advies Centrum
Een laagdrempelig ambulant aanspreekpunt voor minderjarige en meerderjarige jongeren, waar ze met alle vragen terecht kunnen en waar ze desgevallend begeleid kunnen worden. Voor alle jongeren tussen 12 en 25 jaar.
Justitieel Welzijnswerk
De centra voor justitieel welzijnswerk bieden vroeghulp, detentiebegeleiding en reclasseringshulp aan het justitiecliënteel en hun naastbestaanden. De hulp- en dienstverlening is er wezenlijk op gericht cliënten te helpen en te motiveren om gebruik te maken van de gevarieerde maatschappelijke voorzieningen op het vlak van welzijn, gezondheid, sociale zekerheid, huisvesting, onderwijs en vorming, tewerkstelling en opleiding, cultuur en vrije tijd.Een groot deel van de activiteiten spelen zich af in de gevangenis. Het toegankelijk maken van maatschappelijke voorzieningen voor gedetineerden veronderstelt een eigensoortige aanpak
Mobiele hulpverlening
Mobiele hulpverlening omvat ambulante hulpverlening die buiten het centrum plaats vindt. (bv huisbezoeken, eigen milieu..)
Nachtopvangcentrum
Overnachtingsmogelijkheid bieden aan thuislozen die geen sociale begeleiding wensen. Doelgroep: Thuislozen die op straat leven, chronisch thuislozen. Naast bed, bad en brood is geen verdere begeleiding voorzien.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
231
Neutrale ontmoetingsruimte
De neutrale ontmoetingsruimte biedt een gespecialiseerde begeleiding en ondersteuning bij het herstel of behoud van ouder-kind relaties in conflictueuze situaties na scheidingen. Een afzonderlijke ruimte is hiervoor voorzien.
Opleiding en tewerkstelling Opvang slachtoffers mensenhandel
Specifieke (residentiële of ambulante) opvang voor slachtoffers van mensenhandel. De doelgroep heeft een specifiek verblijfsstatuut in het kader van de procedure mensenhandel. Doelstelling is vermijden dat mensen terecht komen in allerlei situaties van misbruik.
Opvangcentrum gemengd
Residentiële opvang voor thuisloze koppels en gezinnen, gericht op doorstroming. Deze opvangvorm voorkomt dat gezinnen uiteengerukt worden: de mannen naar een AOC, de vrouwen en kinderen naar een VOC. Cliënten worden begeleid om zo snel mogelijk terug op eigen benen te staan.
Opvangcentrum jongeren
Residentiële werking die zich richt tot thuisloze jongeren van 18 jaar tot 25 jaar (soms ook min-18). De werking is gericht op doorstroming. Doel is de jongeren, via een geëigende methodische aanpak, voldoende zelfstandigheid bij te brengen.
Opvangcentrum voor vrouwen
Vrouwenopvangcentra bieden residentiële opvang aan voor vrouwen en hun kinderen die zich bevinden in een noodsituatie of niet beschikken over een (wenselijke) opvang en verblijfplaats. Veel voorkomend is de problematiek van het partnergeweld en mishandeling. De mede-opvang van kinderen legt zeer eigen accenten in de werking. Het adres is voor de buitenwereld bekend. Cliënt worden begeleid om zo snel mogelijk terug op eigen benen te staan.
Projecten Justitie
Projecten in het kader van de alternatieve gerechtelijke maatregelen
Rechtshulp
Eerstelijns juridische hulpverlening.
Scheidingsbemiddeling
De scheiding en ouderschapsbemiddelaar helpt mensen ethisch en efficiënt onderhandelen over meningsverschillen en/of conflicten in een scheiding opdat zij zelf tot een overeenkomst kunnen komen. De bemiddeling is een inspanningsverbintenis en geen resultaatsverbintenis. De bemiddelaar kan niet garanderen dat de bemiddeling leidt tot een schriftelijke overeenkomst.
Schuldbemiddeling
Vanuit ambulante of residentiële context voor cliënten met overmatige schulden mondeling of schriftelijk bij schuldeisers bemiddelen ifv het tot stand brengen van een afbetalingsplan of schuldvermindering. Doorgaans is schuldbemiddeling ook gekoppeld aan budgetbegeleiding of budgetbeheer.
Seksualiteit en geboorteregeling
Ambulante begeleiding inzake seksualiteit en geboorteregeling. Hierbij kunnen bv volgende thema's aan bod komen: Seksuele identiteit: seksueel functioneren, seksuele identiteit, seksueel geweld. Gezinsplanning: fertiliteit, kinderloosheid, begeleiden van al dan niet gewenste zwangerschappen, verwerking van abortus,
232
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Selectie interlandelijke adoptie
Kandidaatadoptanten worden beoordeeld op hun bekwaamheid of geschiktheid tot het adopteren.De Dienst geeft hierover een advies aan Kind en Gezin.
Slachtofferhulp
Slachtofferhulp richten zich tot alle slachtoffers van misdrijven, nabestaanden van zelfdoding en nabestaanden van dodelijke verkeersslachtoffers, zowel tot volwassenen als tot kinderen. Ook na rampen kunnen slachtoffers terecht bij Slachtofferhulp voor ondersteuning. Slachtofferhulp doet geen crisisopvang. Slachtofferhulp werkt met vrijwilligers: project "burgers voor burgers". Slachtoffers komen bij Slachtofferhulp terecht op eigen initiatief of op doorverwijzing (politie, ziekenhuizen,..).Slachtofferhulp biedt: individuele begeleiding rond de effecten van het slachtofferschap: praktisch (bv. schadefondsdossier), juridisch, emotioneel, relationeel en soms groepsopvang (bv debriefing)
Straathoekwerk
Het straathoekwerk richt zich tot kwetsbare (thuislozen, verslaafden,..) groepen die door de klassieke voorzieningen nauwelijks bereikt worden. De straathoekwerker gaat deze mensen opzoeken in hun eigen 'biotoop': de straat, winkelcentra, cafés,... Hij wint het vertrouwen door te luisteren naar de vraag van de thuisloze en door hem bij te staan met raad en daad. Straathoekwerk legt veel nadruk op een integrale aanpak (persoon op al zijn levensdomeinen)
Teledienst
Materiële of praktische hulpverlening of diensten die worden aangeboden aan mensen die in nood zijn: bv. meubelvoorziening, voedsel, hulp bij verhuizing, klusjesdienst, boodschappen, vervoer ...
Vluchthuis
Vluchthuizen hebben een werking die vergelijkbaar is met opvangcentrum voor vrouwen, maar leggen eigen accenten door zich specifiek op mishandelde vrouwen te richten. Er is sprake van bedreiging (fysiek, psychisch en/of seksueel). Het onderduiken staat centraal. Het adres is geheim.
Zorgwonen
Zorgwonen is een vorm van woonbeleiding voor oudere en / of zorgbehoevende thuislozen, waarin wordt samengewerkt met de thuisverzorging.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
233
Bijlage 6: Informatie minderhedensector
234
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
235
Bijlage 7: Concept overleggroep interculturalisering CAW’s Aanleiding Vanuit de bevraging van het project ‘inventarisering toegankelijkheid van het algemeen welzijnswerk voor etnisch-culturele minderheden’ (maart 2003 – november 2003) werd gesignaleerd dat er een forum gevraagd werd om structureel rond de thema’s etnisch-culturele minderheden / toegankelijkheid / interculturalisering / diversiteit in het algemeen welzijnswerk uit te wisselen; dit zowel tussen de CAWs, als van de CAWs naar het SAW en andersom, als naar de beleidsmakers. In het vervolgproject ‘bevorderen van de toegankelijkheid van het algemeen welzijnswerk voor etnisch-culturele minderheden’ wordt plaatsgemaakt voor een dergelijk forum, naast opdrachten rond deskundigheidsbevordering, inclusief werken in het SAW rond etnisch-culturele minderheden, CAW-beleidsplannen en beleidsnetwerken. De Overleggroep Interculturalisering wordt opgestart tijdens dit project, maar zal een blijvend overleg zijn – dus ook na het aflopen van het project. Na november 2004 zal Jan Vos vanuit het SAW deze overleggroep opvolgen. Doelstellingen Het thema van deze overleggroep is de toegankelijkheid voor etnisch-culturele minderheden en interculturalisering van het CAW. We willen uitwisseling mogelijk maken op verschillende niveaus : tussen de CAWs, tussen de CAWs en het SAW, tussen de minderhedensector (via o.a. VMC) en het algemeen welzijnswerk. We willen het als een netwerk van contactpersonen zien, waarbij we leren uit elkaars ervaringen en knelpunten, waarbij we denkprocessen en visieontwikkeling een plaats willen geven, elkaar inspireren en materiaal uitwisselen. Het is de bedoeling een forum te bieden voor terugkoppeling en een overlegmogelijkheid te bieden rond het thema voor o.a. het toetsen van beleidsthema’s met de sector, het informeren van en over het beleid, het adviseren van het CAW-overleg en te informeren vanuit externe vertegenwoordiging voor het algemeen welzijnswerk (bv. Babel, OCIV, ..). Samenstelling Per CAW is een vaste gemandateerde persoon aanwezig die in het CAW deze thematiek kan opvolgen en kan zorgen voor informatiedoorstroming en het aanspreken van overlegkanalen en directie. Vanuit het SAW komen Jan Vos en Katelijn Van Horebeek. Ook zal telkens een stafmedewerker van het Vlaams Minderhedencentrum, Pascale Creten, aanwezig zijn, om informatie uit te wisselen vanuit en naar de minderhedensector. Naargelang de agenda kunnen ook andere betrokkenen uit SAW, een CAW, minderhedensector of andere sector uitgenodigd worden. Mandaat van de overleggroep interculturalisering De overleggroep bepaalt haar eigen agenda. Ze vertolkt het standpunt van de sector. Ze kan adviserend optreden naar het CAW-overleg.
236
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Informatiedoorstroming Op de verschillende niveaus van organisaties is doorstroming van de informatie een aandachtspunt. De aanwezige CAW-afgevaardigden verzorgen de communicatie met hun CAW. Aan de afwezige CAWs zal het verslag doorgemaild worden aan de directie. Het SAW voorziet de staf en briefing om de betrokken informatie door te geven. Het VMC voorziet dit agendapunt op hun interne werkgroep welzijn. Het SAW en VMC hebben een driemaandelijks overlegmoment met directie en twee stafleden waar dit ook aan bod zal komen. Praktische afspraken Frequentie Het is onze bedoeling dat deze overleggroep 2 keer per jaar een hele dag samenkomt. Tussendoor kan per mail rond deze thema's overlegd, gebriefd of geraadpleegd worden. Indien nodig kan de overleggroep (of een deel ervan) rond een specifiek thema ad hoc samenkomen. Agenda De agenda wordt bepaald door de overleggroep, op basis van de inbreng van de leden. Voorzitter Jan Vos, stafmedewerker Steunpunt Algemeen Welzijnswerk zal het overleg voorzitten. Dagverslag Tot het einde van het project zal Katelijn Van Horebeek, projectmedewerkster toegankelijkheid van het algemeen welzijnswerk voor etnisch-culturele minderheden, het verslag maken. Nadien zal dit in beurtrol door de deelnemers gebeuren. Mailinglijst Er wordt een lijst voorzien met alle (mail)adressen van de deelnemers zodat de leden elkaar kunnen contacteren. Ook zal men tussen de overlegmomenten door geïnformeerd worden rond topics, studiedagen, beleidskeuzes e.d. die te maken hebben met het thema.
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
237
Bijlage 8 : Contactlijst netwerk interculturalisering CAW’s
238
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
239
240
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
241
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk – Een open deur voor elke kleur
1