Schoolgids
Onze deur staat voor u open!
Voorwoord “Een plek waar je jezelf echt thuis voelt, waar er oprecht aandacht is voor elkaar en waar we uitgaan van ieders unieke talenten.” De Tuindorpschool is een eigentijdse school die trots deel uitmaakt van de wijk Tuindorp. Een plek waar ieder zich welkom voelt. Dit kan alleen door elkaar echt te zien. De kinderen, de ouders en de teamleden. We zijn een school in beweging, een school die leeft. Een school waar het besef is dat uw kind geen onderdeel meer is van alleen de wijk, maar onderdeel uit maakt van de wereld. Door ons onderwijs hierop af te stemmen groeit uw kind op als een bewuste wereldburger. Het kiezen van een basisschool voor uw kind(eren) doet u in principe voor acht jaar. Het is dan van belang dat u zich als ouder(s)/verzorger(s) kunt vinden in de manier waarop een school het onderwijs aanbiedt. We hopen u met deze schoolgids een duidelijk beeld te geven van onze school en ons onderwijs zodat het duidelijk is waarvoor u kiest. Deze gids zal ook digitaal te vinden zijn op onze website: www.tuindorpschoolhengelo.nl. Op de site vindt u tevens actueel nieuws over de school, de jaarkalender, data van activiteiten e.d. Mocht u uw kind(eren) nog niet op onze school aangemeld hebben, dan hopen wij dat de inhoud van de gids voor u een reden zal zijn om eens nader met ons kennis te maken. U bent van harte welkom om een afspraak te maken. Tot ziens! namens het team, Annemiek van Oosten, locatieleider
Contactgegevens van de school Tuindorpschool Beckumerstraat 15 7553 VB Hengelo Tel.: 074 2912754 Email:
[email protected]
Contactgegevens van het bestuur Stichting MarCanT Oostermaat 1a 7623 CS Borne Tel.: 074-8528235 Email:
[email protected]
Schoolgids 2015-2016
2
Inhoudsopgave 1. De school en het team 1.1 Directie 1.2 Groepssamenstelling en groepsbezetting 1.3 Interne begeleiding (IB) 1.4 Vertrouwenspersoon 1.5 Opleiden in de school 1.6 Bibliotheek op School (BOS) 2. Uitgangspunten 2.1 Pedagogische uitgangspunten 2.2 Onderwijskundige uitgangspunten 2.3 Levensbeschouwelijke uitgangspunten 3. Vakken en vakgebieden 3.1 Groep 1 en 2 3.2 Groep 3 t/m 8 3.2.1 Rekenen 3.2.2 Taal 3.2.3 Spelling 3.2.4 Technisch lezen 3.2.5 Begrijpend lezen 3.2.6 Schrijven 3.2.7 Wereldoriëntatie 3.2.8 Verkeer 3.2.9 Creatieve vorming 3.3 Groep 7 en 8 3.3.1 Engels 3.4 Groep 1 t/m 8 3.4.1 Levensbeschouwelijke vorming 3.4.2 Bewegingsonderwijs 3.4.3 Computergebruik 3.5 Huiswerk 4. De organisatie van ons onderwijs 4.1 De instroom 4.1.1 Integraal kindcentrum (IKC) 4.2 Doubleren – vervroegd doorstromen 4.3 Vervolgonderwijs 4.4 Schooltijden 4.5 Vakanties en vrije dagen 4.6 Rapportage 5. Leerlingenzorg 5.1 Leerlingbegeleiding 5.1.1 Procedure leerlingenzorg 5.1.2 Externe contacten leerlingbegeleiding 5.2 Speciale zorg 5.2.1 Dyslexie 5.2.2 (Hoog)begaafdheid 5.3 Toetsen en observaties 6. De ouders en de school 6.1 Medezeggenschapsraad (MR)
5 5 5 5 5 6 6 7 7 7 9 10 10 10 10 10 11 12 12 13 13 14 14 14 14 15 15 15 15 15 17 17 17 17 17 17 18 18 19 19 19 20 20 20 21 21 22 23
Schoolgids 2015-2016
3
6.2 Ouderraad (OR) 7. Huishoudelijke zaken 7.1 Op de fiets naar school 7.2 Pleinwacht 7.3 Indeling van het schoolplein 7.4 Schoolreis/schoolkamp 7.5 Gymkleding 7.6 Vulpen 7.7 Verzekering 7.8 Klachtenregeling 8. Namen 8.1 Medewerkers 8.2 Medezeggenschapsraad 8.3 Ouderraad
23 24 24 24 24 24 25 25 25 25 26 26 26 26
Schoolgids 2015-2016
4
1. De school en het team 1.1 Directie De directie bestaat uit een directeur en een locatieleider. De directeur van onze school is Alois Hilbers. Omdat hij tevens directeur is van twee andere basisscholen, is hij niet iedere dag aanwezig op onze locatie. De locatieleider van onze school is Annemiek van Oosten. Zij is aanwezig op maandag en woensdag t/m vrijdag.
1.2 Groepssamenstelling en groepsbezetting De Tuindorpschool heeft vier combinatiegroepen met elk één of twee groepsleerkrachten: Groep 1/2: - Maandag t/m woensdag: Lizzy Jouvenaar - Donderdag en vrijdag: Frederieke van de Pol Groep 3/4: - Maandag t/m vrijdag: Jedidja Dogger Groep 5/6: - Maandag en dinsdag: Jacobien Kleyweg - Woensdag t/m vrijdag: Marjolein Nguyen-Katuin Groep 7/8: - Maandag t/m woensdag: Martijn Rietdijk - Donderdag en vrijdag: Annemiek van Oosten
1.3 Interne begeleiding (IB) De interne begeleiding (IB) heeft als taak de kwaliteit van de leerlingenzorg en het onderwijs op school te bewaken en verder te ontwikkelen. Ook is zij samen met de directie verantwoordelijk voor de professionele ontwikkeling van het team en/of van teamleden. Op het gebied van leerlingenzorg geeft de IB-er leiding aan het team en op onderwijskundig gebied begeleidt zij leerkrachten in de school. Om de kwaliteit van de leerlingenzorg en het onderwijs op school te blijven ontwikkelen, doet de IB-er onderzoek of baseert zij zich op onderzoek van anderen. Ze geeft leiding aan veranderingsprocessen en begeleidt het team bij vernieuwingen op het gebied van de leerlingenzorg. Ten aanzien van onderwijskundige vernieuwingen adviseert de IB-er de directie en ontwikkelt ze hier samen met de directie en het team beleid op. Verder is de IB-er verantwoordelijk voor het optimaal laten functioneren van het zorgsysteem en voor het zorgen van een breed vangnet voor onderwijs en zorg. Dit doet ze door een goede afstemming te zoeken tussen de school, interne en externe personen en middelen en extern participerend instellingen en instanties. Jacobien Kleyweg vervult de taak van de IB-er voor de Tuindorpschool.
1.4 Vertrouwenspersoon De vertrouwenspersoon is degene bij wie leerlingen, ouders/verzorgers en medewerkers terecht kunnen als het gaat om persoonlijke kwesties en/of situaties, waarin iemand zich – op school – niet veilig voelt. Deze niet-veilige situaties ontstaan bijvoorbeeld bij pesten, agressie, discriminatie en ongewenste intimiteiten (zoals ongewenste seksueel getinte opmerkingen en/of aanrakingen tijdens de les, in de school of op het schoolplein). Zowel leerlingen als volwassenen kunnen dit bij een ander doen of hier het slachtoffer van worden. Het is goed om daar met iemand over te praten. Ook als de ander het niet met opzet heeft gedaan, mag er naar de vertrouwenspersoon worden gegaan. Zij zorgt ervoor dat de klacht zorgvuldig en in vertrouwen wordt behandeld. De vertrouwenspersoon van onze school is Lizzy Jouvenaar. Aan het begin van het schooljaar gaat zij alle groepen langs om hier de leerlingen over te vertellen.
Schoolgids 2015-2016
5
1.5 Opleiden in de school De Tuindorpschool is een opleidingsschool. Dat wil zeggen dat wij als school stagiair(e)s krijgen die op de pabo het traject ‘Opleiden in de school’ volgen. Kenmerkend voor dit traject is dat studenten twee dagen stage lopen – in plaats van één – en behalve op de pabo ook les krijgen op de stageschool. De opgedane kennis kan dan snel in de praktijk worden toegepast. De lessen en de stagebegeleiding worden verzorgd door de schoolopleider. Lizzy Jouvenaar is de schoolopleider van onze school.
1.6 Bibliotheek op School (BOS) Het project Bibliotheek op School (BOS) is opgezet om de samenwerking van basisscholen met de lokale bibliotheek te versterken om zo te bevorderen dat op scholen toegang is tot een actuele en ruime collectie boeken, die op een aantrekkelijke manier gepresenteerd wordt. Er is veel aandacht voor leesbevordering, onder andere door dagelijks vrij lezen in te plannen, boeken te promoten in de klas en ouders bij het lezen te betrekken. Leesbevordering en taalstimulering zijn voorwaarden voor een rijke leeromgeving. Leesbevordering versterkt de techniek en het begrip, waardoor leesplezier en leesinteresse groeien. Voorlezen draagt bij aan de ontwikkeling van een gevarieerde woordenschat, het prikkelt de fantasie en het verhoogt de saamhorigheid. Bovendien is het een rustpunt in de dagelijkse activiteiten. Onze schoolbibliotheek heeft naast boeken ook digitale media. Via een leerlingportal zoeken de leerlingen niet alleen boeken, dvd’s en luisterboeken, maar krijgen ze ook toegang tot die beschikbare digitale media. De Tuindorpschool heeft twee leescoördinatoren: Jedidja Dogger en Annemiek van Oosten.
Schoolgids 2015-2016
6
2. Uitgangspunten Onze visie bestaat uit drie elementen: Pedagogisch; Onderwijskundig; Levensbeschouwelijk.
2.1 Pedagogische uitgangspunten Zien/gezien worden Wij streven ernaar van de Tuindorpschool een plek te maken waar iedereen zich welkom voelt. Dit kan alleen door elkaar echt te zien. De leerlingen, de ouders en de teamleden. Door gezien te worden, ervaar je dat je ertoe doet. En iedereen doet er toe! Eigentijds Wij zijn een eigentijdse school die met de tijd mee blijft gaan. Leerlingen zijn niet alleen onderdeel van de school of de wijk waarin ze wonen, maar maken onderdeel uit van de wereld. Door ons onderwijs hierop af te stemmen, worden leerlingen voorbereid op een toekomst in de wereld waarin wij vandaag de dag leven. Ondernemend De Tuindorpschool is een school in beweging, een school die leeft. We zijn ondernemend vanuit passie, drijfveer en overtuiging; we streven ernaar ons onderwijs altijd te optimaliseren. Dit door onderzoek te doen en nieuwe kennis en inzichten te verbinden aan en/of toe te passen in de praktijk. Voor het optimaliseren van het onderwijs is een goede communicatie van belang. Zowel richting leerlingen en ouders als onderling. Een goede communicatie, samenwerking, openheid en transparantie maakt het mogelijk deze optimalisatie te (blijven) realiseren. Krachtgericht Iedereen is gelijk, maar tegelijkertijd ook uniek. De diversiteit die daardoor ontstaat is iets moois; ieder individu heeft zijn/haar eigen talenten. Wij vinden het belangrijk dat iedereen zichzelf mag zijn en dat leerlingen hun eigen identiteit en talenten ontdekken. Door krachtgericht te zijn, willen wij hen helpen hun eigen identiteit en talenten te ontwikkelen. Analyse van successen Ons streven is dat iedereen bij ons op school groeit. Niet alleen door te kijken naar datgene wat misschien nog niet zo goed gaat, maar juist ook door te reflecteren op eenieders successen. Wat maakte het een succes? Waar ligt je kracht? Als leerlingen zich hier bewust van zijn, kunnen ze deze succesfactoren inzetten om verder te groeien. Wij willen ze graag helpen in dit proces.
2.2 Onderwijskundige uitgangspunten Iedereen is uniek Bij goed onderwijs staat voorop dat alle leerlingen leren. Niet alle leerlingen leren op dezelfde manier en niet alle leerlingen hebben baat bij dezelfde aanpak. Op onze school wordt goed naar deze verschillen in onderwijsbehoeften gekeken en zoveel mogelijk op deze behoeften afgestemd. Dit heet handelingsgericht werken. Volgen, doelen stellen, eraan werken en evalueren Om handelingsgericht te werken beschrijft de leerkracht zijn/haar plan van aanpak in een groepsplan. Wie heeft wat nodig om de door de leerkracht gestelde lesdoelen te behalen? Hierop worden de lessen
Schoolgids 2015-2016
7
aangepast zodat er zoveel mogelijk passende instructie kan worden gegeven. Daarnaast wordt er elke dag gecontroleerd en geëvalueerd of de gestelde lesdoelen zijn behaald. In de klas Wij vinden het belangrijk dat leerlingen weten waarom ze iets leren. Wij werken dan ook volgens het IGDImodel (Interactieve Gedifferentieerde Directe Instructie), zie figuur 2.1. Elke les begint met het benoemen van het lesdoel. Leerlingen waarvan wordt verwacht dat zij de stof al beheersen of snel doorhebben gaan na een korte instructie direct aan het werk. Hiernaast is er een groep leerlingen die het basisaanbod aan instructie krijgt en dit verwerkt. Na deze basisinstructie wordt er nog een korte herhaling of verlengde instructie gegeven aan leerlingen die de lesstof nog moeilijk vinden. Tot slot volgt een evaluatiemoment met de gehele groep of het lesdoel behaald is. Een sterk punt van deze werkwijze is dat de leerlingen van de leerkracht horen of met elkaar bespreken wat zij gaan leren en dat dit aan het einde van de les ook meteen gecontroleerd wordt. Daarnaast wordt de uitleg in kleine stappen gedaan waarbij de leerkracht eerst voordoet en hardop vertelt hoe hij tot een oplossing komt.
Figuur 2.1 Het IGDI-model met drie instructiegroepen
Schoolgids 2015-2016
8
Samen staan we sterk Coöperatief leren ook wel samenwerkend leren. De gedachte achter samenwerkend leren is dat zowel de sterke leerlingen als de leerlingen die moeite hebben met de stof, hiervan leren. De sterke leerling, omdat hij/zij de stof op een hoger niveau leert beheersen. De andere leerling, doordat hij/zij uitleg krijgt en wordt aangemoedigd. Daarnaast is het creëren van betrokkenheid een doel. Alle leerlingen zijn op hetzelfde moment actief en door de vele werkvormen blijft het voor hen spannend en uitdagend. Wij streven ernaar om in elke les een coöperatief element terug te laten komen.
2.3 Levensbeschouwelijke uitgangspunten De Tuindorpschool is een open christelijke school. Dit betekent: dat alle leerlingen – ongeacht levensbeschouwelijke achtergrond – op school worden toegelaten. dat we de leerlingen willen leren open, onbevangen, maar ook kritisch naar de wereld om hen heen te kijken. Het ‘open christelijk’ staat voor de volgende aspecten: In de omgang met elkaar laten we ons inspireren door waarden als naastenliefde, vergeving en zorg voor de wereld om ons heen. De wijze waarop we met elkaar christelijke feestdagen, zoals Kerst en Pasen, vieren. Het gebruik van onze levensbeschouwelijke methode (Trefwoord).
Schoolgids 2015-2016
9
3. Vakken en vakgebieden 3.1 Groep 1 en 2 Jonge kinderen leren door te spelen. Alle ontwikkelingsgebieden worden door spel aangesproken en gestimuleerd: de cognitieve ontwikkeling, de spraak-taalontwikkeling, de motorische ontwikkeling (fijn en grof) en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Kinderen ontwikkelen zich vooral als: ze veel concrete ervaringen opdoen; ze betrokken bezig kunnen zijn; ze zelf de activiteit als betekenisvol ervaren; het spel een ruime plaats krijgt in het activiteitenaanbod; ontwikkelingsgebieden in samenhang aan bod komen. Dit betekent voor het onderwijs in groep 1/2 dat er een rijke leeromgeving moet worden gecreëerd en dat de onderwijsdoelen die behaald dienen te worden, het beste verpakt kunnen worden in spel en in door de leerkracht aangeboden situaties en materialen. Hierbij wordt rekening gehouden met de belevingswereld van het jonge kind. Dit wordt onder andere gedaan door het aanbieden van hoeken – zoals een bouwhoek, een huishoek en themahoeken en door het aanbieden van verschillende ontwikkelingsmaterialen – zoals puzzels, lotto’s, etc. Ook wordt er veel tijd aan de motorische ontwikkeling besteed, zowel tijdens vrij spel binnen en buiten als tijdens gerichte spel- en gymlessen, waarbij muziek-, dans-, drama ook aan bod komen. Binnen de seizoenen wordt er gewerkt met verschillende thema’s. Hierbij wordt het observatie-instrument KIJK ingezet om het kind goed te volgen en het aanbod spelenderwijs af te stemmen op niveau van het kind. De leerkracht speelt mee om te sturen en/of het spel tot een hoger niveau te brengen. De methode Schatkist wordt als hulpmiddel ingezet. Fonemisch en gecijferd bewustzijn staan wekelijks op de planning. Er wordt alle ruimte gegeven het kind kind te laten zijn.
3.2 Groep 3 t/m 8 3.2.1 Rekenen Op onze school wordt gebruik gemaakt van de rekenmethode De wereld in getallen. Deze rekenmethode biedt ‘evenwichtig rekenonderwijs’, een combinatie van het beste uit het traditionele en het realistische rekenonderwijs. Dit houdt in dat er zowel aandacht is voor oefenen, herhalen en automatiseren als voor het verwerven van begrip en inzicht. Er wordt gebruik gemaakt van herkenbare situaties en contexten en er vindt tijdens de lessen veel interactie plaats. De methode is opgebouwd volgens de ‘dakpanconstructie’: introductie, begripsvorming, oefenen en automatiseren. Tijdens de instructie is er eerst aandacht voor een oriëntatie, waarna er wordt gewerkt aan begripsvorming. Vervolgens komt het oefenen en automatiseren aan bod tijdens het zelfstandig werken en het werken aan de weektaak. Binnen de methode is er veel ruimte voor differentiatie. Er worden drie niveaus aangeboden: het minimum- (één ster), basis- (twee sterren) en plusniveau (drie sterren). Alle leerlingen kunnen zo op hun eigen niveau werken.
3.2.2 Taal Voor het vak taal wordt gebruik gemaakt van de methodes Veilig Leren Lezen (groep 3) en Taal actief (groep 4 t/m 8).
Schoolgids 2015-2016
10
De methode Veilig Leren Lezen is een taal-leesmethode waarbij aandacht is voor zowel de mondelinge als de schriftelijke taalontwikkeling. De volgende leerlijnen komen hierbij aan bod: Mondelinge communicatie Boekoriëntatie en verhaalbegrip Woordenschat Technisch lezen Spellen Begrijpend lezen Functioneel lezen en schrijven De leerstof wordt aangeboden in twaalf kernen, ieder met een betekenisvol thema. Wanneer leerlingen in groep 3 komen, kunnen er grote verschillen zijn in niveau. Binnen de methode wordt daarom de leerstof ook op verschillende niveaus aangeboden: Maanniveau: de basisgroep volgt de methode en krijgt na de verwerking opdrachten op hetzelfde niveau (verbreding). Raketniveau: zij zijn de snelle methodevolgers en krijgen na de verwerking iets uitdagender vervolgopdrachten (verdieping). Sterniveau: de risicoleerlingen volgen de methode en krijgen verlengde instructie en/of begeleide verwerking door de leerkracht. Zonniveau: de sterke leerlingen krijgen bij elke kern een eigen lees- en werkboekje met teksten en opdrachten die zelfstandig gelezen en gemaakt kunnen worden. Op deze manier kunnen alle leerlingen op hun eigen niveau worden aangesproken. De methode Taal actief is een taalmethode waarin – volgens een vaste opbouw – aandacht is voor vier leerstofdomeinen, namelijk: woordenschat taal verkennen spreken & luisteren schrijven Er wordt binnen deze methode volgens het IGDImodel gewerkt (zie paragraaf 2.2 Onderwijskundige uitgangspunten). Bovendien staat strategisch leren centraal; binnen elk leerstofdomein krijgen de leerlingen strategieën aangereikt die ze tijdens de lessen leren toepassen. Taal actief biedt veel ruimte voor differentiatie. Ieder lesdoel is op drie niveaus uitgewerkt: het drempelniveau (één ster), het basisniveau (twee sterren) en het verrijkingsniveau (drie sterren). Op deze manier kunnen alle leerlingen op hun eigen niveau worden aangesproken.
3.2.3 Spelling Voor groep 3 zijn de spellingslessen inbegrepen in de Veilig Leren Lezen methode (zie paragraaf 4.2.2 Taal). In de groepen 4 t/m 8 wordt gebruik gemaakt van de methode Taal actief (spelling), welke parallel loopt aan de taalmethode; er worden dezelfde thema’s gebruikt en er is een voortdurende wisselwerking tussen het leren van woorden, zinnen en teksten (taal) en het correct leren schrijven van woorden (spelling). Net als de taalmethode, werkt ook de spellingsmethode volgens het IGDI-model en staat strategisch leren centraal. Bovendien worden dezelfde drie niveaus gehanteerd, zodat alle leerlingen op hun eigen niveau kunnen werken.
Schoolgids 2015-2016
11
Naast de methode wordt er sinds het schooljaar 2014-2015 ook gewerkt met het visueel-auditief dictee. Iedere dag worden er vijf tot tien woorden aangeboden, waarbij de te gebruiken strategie of regel expliciet wordt benoemd. Het woord wordt op het bord geschreven, zodat de leerlingen het goede voorbeeld zien, en daarna weggehaald, waarna de leerlingen het woord zelf op moeten schrijven. Vervolgens komt het woord weer op het bord te staan, zodat iedereen zijn/haar eigen spelling kan controleren.
3.2.4 Technisch lezen Het technisch lezen start in groep 3 met de methode Veilig Leren Lezen (zie paragraaf 4.2.2 Taal). In groep 4 t/m 6 wordt gebruik gemaakt van de methode Estafette om aan het technisch lezen te werken. Het accent ligt daarbij op: correct lezen (foutloos lezen van woorden, zinnen of teksten); vlot lezen (naast het correct lezen van woorden, dit ook in een vlot tempo kunnen doen); vloeiend lezen (een tekst zonder haperingen en met een goede intonatie lezen); leesplezier. In groep 7/8 gaat het om het onderhouden van het lezen. Hier wordt geen methode voor gebruikt. Het project ‘Bibliotheek op School’ (zie paragraaf 1.6 Bibliotheek op School (BOS)) – dat in schooljaar 2015-2016 van start zal gaan – zorgt voor een doorgaande lijn in het leesonderwijs.
3.2.5 Begrijpend lezen De daadwerkelijke begrijpend lezen-lessen starten in groep 5. Hier wordt op voorbereid door in de groepen 1 t/m 4 aandacht te besteden aan begrijpend luisteren. Voor de expliciete begrijpend lezen-lessen wordt vooral gebruik gemaakt van de methode Nieuwsbegrip en het Cito hulpboek. Nieuwsbegrip is een online methode waar iedere week een nieuwe tekst op komt te staan over een actueel onderwerp, met daaraan leesbegrip- en woordenschatoefeningen gekoppeld. Deze tekst en oefeningen worden op verschillende niveaus aangeboden, waardoor alle groepen – maar ook individuele leerlingen – op hun eigen niveau kunnen worden aangesproken. Nieuwsbegrip maakt gebruik van een verschillende leesstrategieën die leerlingen helpen een tekst te begrijpen. De leerkracht speelt een belangrijke rol bij het eigen maken van deze strategieën. Hij/zij legt de strategie uit en doet deze hardop denkend voor om te laten zien hoe je een leesstrategie gebruikt om een tekst te doorgronden. Dit sluit goed aan bij de afspraken die we schoolbreed hebben gemaakt op het gebied van begrijpend lezen (zie verderop in deze paragraaf). Als aanvulling op de methode Nieuwsbegrip maken we ook gebruik van het Cito hulpboek om leerlingen voor te bereiden op de wijze waarop teksten worden aangeboden en vragen worden gesteld in de Citotoetsen die ieder jaar worden afgenomen.
Begrijpend lezen is een speerpunt van onze school. Schoolbreed zijn er afspraken gemaakt over de aanpak, waaronder het gebruik van strategieën, het modelen (= hardop denkend voordoen) door de leerkracht en het toepassen van begrijpend lezen bij andere teksten/vakken.
Schoolgids 2015-2016
12
3.2.6 Schrijven Voor het leren schrijven wordt er vanaf groep 3 gebruik gemaakt van de methode Pennenstreken, een methode die aansluit bij de Veilig Leren Lezen-methode. Met deze methode kan zowel het blokschrift als het gebonden schrift worden aangeboden. De methode wordt ingezet tot en met groep 6, waarbij er steeds andere accenten worden gelegd tijdens de schrijflessen: Groep 3: accent op het aanleren van letters en de juiste verbindingen Groep 4: accent op het aanleren van de hoofdletters Groep 5 en 6: accent op het vlot en leesbaar schrijven van langere teksten In de groepen 7 en 8 wordt er toegewerkt naar het ontwikkelen van een eigen handschrift. Hier wordt geen methode meer voor gebruikt.
3.2.7 Wereldoriëntatie Wereldoriëntatie is de overkoepelende term voor de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuur. Deze vakken zullen vanaf groep 5 expliciet aan bod komen. In de voorgaande groepen wordt er al wel aandacht aan besteed, bijvoorbeeld door middel van afleveringen van het educatieve programma Huisje Boompje Beestje. Aardrijkskunde Voor het vak aardrijkskunde maken we gebruik van de methode De Blauwe planeet. Voor elk leerjaar zijn er acht hoofdstukken van vier lessen: een kijk-, topografie- en informatieles, afgesloten met een toetsles. De hoofdstukken zijn verdeeld in de thema’s ‘aarde’, ‘stad’, ‘platteland’ en ‘verbindingen’, welke elk twee keer per jaar aan bod komen. Ieder leerjaar worden deze thema’s echter meer uitgediept en in een bredere context aangeboden: Groep 5: de leerlingen kijken naar de thema’s vanuit de directe omgeving. Groep 6: de leerlingen kijken naar de thema’s vanuit heel Nederland. Groep 7: de leerlingen kijken naar de thema’s vanuit Europa. Groep 8: de leerlingen kijken naar de thema’s vanuit de wereld. Geschiedenis Voor het vak geschiedenis maken we gebruik van de methode Wijzer door de tijd. Voor elk leerjaar zijn er zes hoofdstukken van vier lessen: drie basislessen en een toetsles. In ieder hoofdstuk wordt een afgerond geheel van de geschiedenis behandeld, zoals de Romeinse tijd, de Middeleeuwen, de Gouden Eeuw, etc. Door middel van kindgerichte teksten en functionele illustraties in het lesboek en gevarieerde opdrachten in het werkboek, wordt de basislesstof aangeboden. In de toetsen wordt door middel van kennis-, inzichten vaardigheidsvragen nagegaan in hoeverre de leerlingen deze basisstof beheersen. Na deze toetsles is er de mogelijkheid om in een vijfde en eventueel zesde les deze basisstof te herhalen – indien deze nog niet voldoende wordt beheerst – en/of te verdiepen. Natuur Voor de natuurlessen wordt op dit moment gebruik gemaakt van het educatieve programma Nieuws uit de natuur, waarbij in iedere aflevering een ander natuuronderwerp wordt behandeld. In het schooljaar 2016-2017 zal er gekeken worden naar een nieuwe natuurmethode.
Schoolgids 2015-2016
13
3.2.8 Verkeer Voor de verkeerslessen maken we gebruik van materialen van de verkeerseducatielijn van Veilig Verkeer Nederland. Groep 5/6: Op Voeten en Fietsen Groep 7/8: Jeugd VerkeersKrant Per schooljaar verschijnen acht nummers van het lesmateriaal. In elk nummer wordt een verkeersthema behandeld. In twee jaar komen alle thema’s aan bod die belangrijk zijn voor respectievelijk groep 5/6 en groep 7/8. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van verschillende soorten opdrachten en werkvormen, zoals stripverhalen, foto’s met opdrachten, puzzels en interviews. Naast het werken met de Jeugd VerkeersKrant wordt er één keer in de twee jaar in groep 7/8 ook een schriftelijk en praktisch verkeersexamen afgenomen. Deze examens vinden plaats in april.
3.2.9 Creatieve vorming Er wordt op onze school aandacht besteed aan de creatieve vorming, door lessen handvaardigheid, tekenen, muziek en dramatische vorming aan te bieden. Vanaf groep 5 worden er creatieve middagen georganiseerd, waarin verschillende technieken worden aangeboden. Denk hierbij aan kleien, textiele werkvormen, houtbewerking, drama, etc. Hiervoor wordt ook hulp van ouders gevraagd. Tekenen en muziek worden binnen de eigen groep gegeven door de groepsleerkracht. Onze school heeft een cultuurcoördinator. Deze zorgt in samenwerking met scholen uit de wijk en de gemeente voor een rijk kunst- en cultuur aanbod. Ieder jaar wordt dit vormgegeven vanuit een bepaald thema. Voor het komend schooljaar is gekozen voor het thema ‘architectuur’.
3.3 Groep 7 en 8 3.3.1 Engels In de bovenbouw laten we de leerlingen in aanraking komen met de Engelse taal. We maken hiervoor gebruik van de methode Let’s do it! en de digitale methode Groove me. Let’s do it! is een eerste oriëntatie op het Engels, maar tegelijkertijd wordt er ook geprobeerd een goede basis te leggen voor de verdere taalontwikkeling. Het ontwikkelen van de communicatieve vaardigheden – luisteren, spreken, lezen en schrijven – staat hierbij op de eerste plaats. Daarnaast is er echter ook aandacht voor een het ontwikkelen van een elementair grammaticaal-structureel inzicht en voor woordenschat. De taalontwikkeling wordt gestimuleerd door verschillende soorten werkvormen en oefeningen, zoals dialogen, (luister)teksten, invuloefeningen, opdrachten, etc. In de digitale methode Groove me vormt muziek de basis van alle lessen. Iedere les wordt gestart met een lied, welke wordt gebruikt om leerlingen Engels te leren. Hierbij komen alle vaardigheden – luisteren, spreken, lezen en schrijven – aan bod. Er wordt in de lessen niet alleen aandacht besteed aan het lied zelf en/of de woorden uit het lied, maar ook aan woorden die passen binnen het thema van het lied. Doordat de methode elk jaar gedeeltelijk wordt vernieuwd, blijft de methode actueel en aansprekend voor de leerlingen.
Schoolgids 2015-2016
14
3.4 Groep 1 t/m 8 3.4.1 Levensbeschouwelijke vorming Voor de levensbeschouwelijke vorming maken wij gebruik van de methode Trefwoord. Dit is een methode die kinderen wil begeleiden en ondersteunen bij het verkennen, bewustmaken en verrijken van hun wereld. Verschillende levensvragen – zoals Wat is eerlijk?, Waar is mijn overleden opa? en Waarom pesten mensen elkaar? – komen hierbij aan bod. Dit zijn levensvragen van alle tijden, waarop verhalen uit verschillende tradities in de loop der eeuwen ook een antwoord op zochten. Met behulp van deze verhalen en eigentijdse bronnen kunnen leerlingen geïnspireerd raken en aan het denken worden gezet, waarna er met elkaar in de klas op gereflecteerd kan worden. De leerlingen worden uitgedaagd om zelf keuzes te maken voor hun handelen, met als doel hun houvast, vertrouwen en perspectief te geven op weg naar de toekomst.
3.4.2 Bewegingsonderwijs In groep 1/2 staat bewegingsonderwijs dagelijks op het rooster. Er wordt hierbij gespeeld op het schoolplein en er worden activiteiten gedaan in het speellokaal. De lessen van groep 3 t/m 8 vinden plaats in de gymzaal (Jan van der Heijdenstraat). Tijdens deze lessen is er aandacht voor toestellen en verschillende spelvormen. Groep 5 t/m 8 zal daarnaast een aantal zwemlessen krijgen. Bij mooi weer wordt er ook op het plein of op het grasveld gegymd. In de groepen 6 t/m 8 wordt daarnaast deelgenomen aan verschillende toernooien, zoals voetbal, atletiek en zwemmen.
3.4.3 Computergebruik De computer wordt geïntegreerd in verschillende vakken. Bij een aantal methodes hoort oefensoftware. Hiermee kunnen de leerlingen de geleerde stof nog eens extra en/of op een andere wijze inoefenen. Bovendien kan er op het eigen niveau van de leerling worden geoefend, doordat je dit als leerkracht in kunt stellen of doordat het niveau zich automatisch aanpast aan het handelen van de leerling. Leerlingen van nu hebben voldoende vaardigheden om te werken met computers. Wij vinden het wel belangrijk dat leerlingen leren om op een gerichte manier – onder toezicht van de leerkracht – van het internet gebruik te maken.
3.5 Huiswerk Vanaf groep 5 krijgen leerlingen regelmatig huiswerk mee. In de meeste gevallen gebeurt dit klassikaal. Denk hierbij aan samenvattingen van de zaakvakken, topografie, spellingswoordjes, etc. Naarmate de leerlingen in een hogere groep komen, neemt de hoeveelheid huiswerk toe. Dit ter voorbereiding op het huiswerk dat zij zullen krijgen op het voortgezet onderwijs. In enkele gevallen kan het voorkomen dat er individueel huiswerk wordt meegegeven, om bijvoorbeeld extra te oefenen met een bepaald vak/onderdeel. Dit gebeurt dan in overleg met ouders.
Schoolgids 2015-2016
15
Ook in groep 3 en 4 kan er af en toe huiswerk worden meegegeven, bijvoorbeeld oefenleesbladen of rekenautomatiseringsoefeningen. Bovendien is het ook hier mogelijk dat – indien wenselijk – individueel huiswerk wordt meegegeven. Dit zal eveneens in overleg met ouders gebeuren.
Schoolgids 2015-2016
16
4. De organisatie van ons onderwijs 4.1 De instroom Zodra een kind vier jaar is, mag het naar de basisschool. In overleg met ouders en onderbouwleerkracht worden afspraken gemaakt voor een aantal ‘wen-ochtenden’ in groep 1. De datum van instroom wordt eveneens in overleg bepaald. Kinderen die vóór 1 januari vier jaar worden, gaan aan het eind van het schooljaar normaal gesproken door naar groep 2. Kinderen die na 1 januari vier jaar worden, komen in de zogenaamd 0-groep en gaan aan het eind van het schooljaar naar groep 1. Natuurlijk gebeurt dit in overleg met de ouders.
4.1.1. Integraal kindcentrum (IKC) Een integraal kindcentrum (IKC) is een voorziening voor kinderen van tenminste 0-12 jaar, waar zij gedurende de dag komen om te leren, spelen, ontwikkelen en ontmoeten. Alle ontwikkelingsterreinen van kinderen komen aan bod. Onze school vormt een IKC met Openbare Daltonschool Hengelo-Zuid, de Peutertuin (peuterspeelzaal van Spring), kinderopvang SKE en buitenschoolse opvang Smallsteps.
4.2 Doubleren – vervroegd doorstromen In principe doubleren leerlingen niet. Mocht het toch nodig zijn, dan laten we ouders dit in een zo vroeg mogelijk stadium weten (begin tweede helft van het jaar). Zitten blijven kan alleen t/m groep 5. Omgekeerd kan het zo zijn dat het duidelijk is dat een leerling een grote voorsprong heeft op zijn/haar klasgenoten. In een enkel geval is het dan mogelijk dat we een leerling vervroegd laten doorstromen naar een hogere groep.
4.3 Vervolgonderwijs In groep 8 wordt bekeken naar welke vorm van voortgezet onderwijs de leerling het beste kan gaan. Naast leerresultaten en CITO-scores e.d., is ook de instelling en de wens van de leerling van groot belang. In nauw overleg met de ouders en de leerling proberen we tot de juiste keuze te komen. We vinden het niet belangrijk hoeveel leerlingen bijvoorbeeld naar het VWO of VMBO gaan, maar wel dat een leerling naar díe school gaat, waar hij/zij zich het beste thuis voelt.
4.4 Schooltijden Sinds september 2014 wordt er met een continurooster gewerkt. Dit betekent dat de leerlingen tussen de middag niet naar huis gaan en er op school gezamenlijk wordt gegeten. Groep 1 t/m 4 Maandag, dinsdag en donderdag Woensdag Vrijdag
8.30 u. - 14.30 u. 8.30 u. - 12.15 u. 8.30 u. - 12.00 u.
Groep 5 t/m 8 Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag Woensdag
8.30 u. - 14.30 u. 8.30 u. - 12.15 u.
Schoolgids 2015-2016
17
4.5 Vakanties en vrije dagen Hieronder treft u een overzicht van de vakanties en vrije dagen aan. Buiten deze dagen behoort uw kind normaal gesproken op school te zijn. In bijzondere gevallen hanteren we de ‘Richtlijnen verlof buiten de schoolvakanties’ van de Gemeente Hengelo. Deze richtlijnen zijn op school aanwezig en kunt u altijd ter inzage krijgen. Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Goede Vrijdag Tweede Paasdag Meivakantie Tweede Pinksterdag Extra vrije dag Zomervakantie
19 okt. 2015 t/m 23 okt. 2015 21 dec. 2015 t/m 1 jan. 2016 29 feb. 2016 t/m 4 maart 2016 25 maart 2016 28 maart 2016 25 april 2016 t/m 6 mei 2016 16 mei 2016 15 juli 2016 18 juli 2016 t/m 26 aug. 2016
Het team heeft ook een aantal studie(mid)dagen. Deze worden elk jaar opnieuw gepland. U wordt hiervan tijdig op de hoogte gebracht.
4.6 Rapportage Tijdens de tienminutengesprekken wordt u als ouder op de hoogte gebracht van de vorderingen van uw kind(eren). Deze gesprekken vinden drie keer per jaar plaats. Bij het eerste tienminutengesprek gaat het erom u te informeren hoe uw kind(eren) de eerste weken in de nieuw groep heeft/hebben ervaren. Bij de tweede en derde tienminutengesprekken gaat het over de vorderingen en worden de toetsresultaten besproken, aan de hand van het rapport. De leerlingen van groep 3 t/m 8 krijgen twee keer per jaar een rapport. De leerlingen van groep 1 en 2 krijgen nog geen rapport. De leerkrachten houden de ontwikkeling bij op de zogenaamde observatielijsten. Verder worden er in deze groepen enkele toetsjes afgenomen. Deze observatie en toetsresultaten zullen tijdens de tienminutengesprekken met ouders besproken worden. Natuurlijk is er tussentijds ook gelegenheid om te informeren naar de vorderingen van de leerlingen en zullen de leerkrachten van hun kant – als daar aanleiding toe is – ouders op de hoogte houden.
Schoolgids 2015-2016
18
5. Leerlingenzorg 5.1 Leerlingbegeleiding We proberen leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden in hun ontwikkeling. Deze leerlingenzorg is opgezet om moeilijkheden vroegtijdig te ontdekken, zodat achterstanden kunnen worden vermeden of zo klein mogelijk gehouden kunnen worden. Bij de meeste leerlingen loopt de leerlingenzorg tot en met punt vier (zie procedure in paragraaf 5.1.1). Het contact met de ouders is hierbij meestal telefonisch, middels een gesprek en/of op de rapportavonden.
5.1.1 Procedure leerlingenzorg 1. Elke leerling wordt vanaf groep 1 geobserveerd door de leerkracht. Het gemaakte werk wordt beoordeeld en ook worden er toetsen afgenomen die bij de verschillende methodes horen. Dat laatste geldt vanaf groep 3. 2. Methodeonafhankelijke toetsen: Vier keer per jaar worden er toetsen afgenomen die niet bij een bepaalde methode horen. Deze toetsen (voornamelijk van CITO) geven een beeld hoe de leerling het vergeleken met het landelijke gemiddelde doet. 3. Aan de hand van deze toetsen worden groepsbesprekingen gehouden. Dit is een bespreking met de groepsleerkracht(en) van de leerling en de intern begeleider. Besproken wordt dan welke leerlingen uitvallen en wat de leerkracht denkt te kunnen doen. Hieruit kan komen dat een leerling extra hulp krijgt. Extra hulp in de klas: vaak betekent dit dat de leerling aan de instructietafel komt zitten na de uitleg van de les. Hier krijgt hij/zij nogmaals de instructie of de moeilijkheden worden op een andere manier uitgelegd. Voor deze extra hulp wordt een plan van aanpak gemaakt. Hierop staat wat het probleem is, wat de leerkracht wil bereiken, hoe hij/zij dat wil aanpakken en welke tijd hij/zij daarvoor nodig heeft. Extra hulp buiten de klas: op dit moment hebben wij de mogelijkheid om remedial teaching (RT) aan te bieden buiten de klas. De leerling wordt dan voor korte tijd uit de klas gehaald en gaat alleen of in een klein groepje mee met een andere leerkracht (RT-er). De RT-er oefent dan de leerstof waar de leerling moeite mee heeft. Ook hier wordt een plan van aanpak voor gemaakt. Wanneer een leerling RT buiten de groep krijgt, wordt dit van tevoren met ouders besproken. Na een periode van zes tot acht weken worden de groepsbesprekingen geëvalueerd en wordt nagegaan of alles wat is afgesproken ook is gedaan en of de RT door moet gaan of kan stoppen. 4. Bij de volgende groepsbespreking wordt nagekeken wat het effect is van alle hulp. Meestal kan de RT stoppen. Soms blijven er vragen aangaande de ontwikkeling van een leerling liggen. Deze vragen kunnen wij inbrengen tijdens de bespreking van het School Ondersteunings Team (SOT). In dit team zit een orthopedagoog, maatschappelijk werker en JGZ verpleegkundige. Echter, ouders zouden kunnen aansluiten evenals andere hulpverleners. Voor een SOT-overleg wordt altijd de toestemming van de ouders gevraagd. 5. Uit een SOT-overleg kan de beslissing voortvloeien om over te gaan tot een groot onderzoek.Dat onderzoek kan alleen plaatsvinden als de ouders hiervoor toestemming geven. De orthopedagoog bekijkt de hele ontwikkeling van de leerling en geeft advies. Soms betekent dit dat de leerling met een eigen programma verder kan op onze school. In sommige gevallen is een verwijzing naar een andere vorm van onderwijs beter voor de leerling. Het advies wordt altijd met de ouders besproken in aanwezigheid van de intern begeleider, de leerkracht en de orthopedagoog. 6. Wanneer besloten wordt om een leerling door te verwijzen naar een andere vorm van onderwijs, moet het complete dossier naar de Commissie van Arrangementen (CvA) worden gestuurd. Zij geven advies aan de Toelaatbaarheidscommissie. Wanneer de Toelaatbaarheidscommissie akkoord gaat, kan er overgegaan worden tot overplaatsing.
Schoolgids 2015-2016
19
5.1.2 Externe contacten leerlingbegeleiding
Orthopedagoog in dienst van MarCanT De orthopedagoog wordt ingeschakeld voor het afnemen van didactische en psychologische onderzoeken, alsmede voor het adviseren van het team.
School Ondersteunings Team (SOT) Het SOT komt drie keer per jaar bij elkaar om de leerkrachten te ondersteunen bij hulpvragen omtrent leerlingenzorg (zie ook paragraaf 5.1.1. Procedure leerlingenzorg).
Jeugd GezondheidsZorg (JGZ) In groep 2 worden de leerlingen met hun ouders uitgenodigd voor een uitgebreid geneeskundig onderzoek door de schoolarts en de assistent. Onderzocht worden onder andere de ogen, de oren, de houding, het bewegen en de lichamelijke ontwikkeling. Ook wordt er gesproken over bedplassen, het functioneren van de leerling thuis en op school en komen de leefgewoonten zoals eten, slapen, enz. aan de orde. In groep 7 worden de leerlingen door de verpleegkundige onderzocht. Vooraf wordt de ouders gevraagd een vragenlijst in te vullen. Bij dit onderzoek zal aandacht besteed worden aan het gezichtsvermogen, lengte en gewicht, leefgewoonten en hygiëne. Tevens wordt met de leerkracht over het functioneren van de leerling in de groep gesproken. In de overige groepen kunnen naar aanleiding van een eerder onderzoek door de schoolarts, op verzoek van de ouders of op verzoek van de leerkracht alle leerlingen voor een extra onderzoek worden uitgenodigd. Dit onderzoek betreft onder andere het gehoor, het zien, de lichaamshouding, de schrijfmotoriek, slaapproblemen en het gedrag. Naar aanleiding van één van de genoemde onderzoeken kan een schoolverpleegkundige ook op huisbezoek gaan. Daarnaast heeft de verpleegkundige contact met de IB-er. Naast het geven van voorlichting en advies bij de onderzoeken van de leerlingen, werkt de JGZ ook mee aan groepsvoorlichting. Men verzorgt ouderavonden, koffieochtenden en cursussen zoals ‘Opvoeden zo’. Verder kunnen de medewerkers adviezen aan scholen en gemeente geven over zaken als veiligheid, meubilair en hoofdluis. De JGZ is bereikbaar onder het telefoonnummer: 0900 - 333 888 9
5.2 Speciale zorg 5.2.1 Dyslexie Wij hanteren op school het landelijke protocol dyslexie. Dit betekent dat er van groep 1 t/m 8 op gezette tijden een signalering plaatsvindt. Alle uitval wordt besproken met de IB-er en de orthopedagoog. Als er sprake is van uitval op lees- en/of spellinggebied, dan krijgt uw kind extra hulp. Dit kan aanpassing van de lesstof zijn, vergroten van de leermaterialen, RT of extra instructie. Dit wordt per leerling bekeken. Mochten wij het vermoeden hebben van dyslexie, dan worden de ouders hiervan op de hoogte gebracht. Zij kunnen de leerling aanmelden bij een (zelfgekozen) instelling die deskundig is op het gebied van dyslexieonderzoek. (Dit in verband met vergoede zorg.) Omdat een leerling die dyslectisch is veel instructie en oefening nodig heeft, kan begeleiding door bijvoorbeeld een logopediste een goede aanvulling zijn van de begeleiding op school. De school laat geen onderzoek doen met als doel een dyslexieverklaring te krijgen. Mochten ouders toch een dergelijk onderzoek op prijs stellen, dan moeten zij hiertoe zelf het initiatief nemen en het onderzoek zelf bekostigen.
Schoolgids 2015-2016
20
5.2.2 (Hoog)begaafdheid Wij hebben oog voor alle leerlingen. Zowel leerlingen die wat moeite hebben met leren als de leerlingen die wat meer aankunnen. Op basis van signalen van de leerling, die door de ouders en leerkrachten worden opgepikt, en de prestaties van de leerling, kan er overgegaan worden tot het invullen van het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid (DHH). Hierbij is de IB-er betrokken en zij zal de ouders uitnodigen om de bevindingen en verdere voortgang te bespreken. Tijdens dit schooljaar willen we gaan werken met een zogenaamde plusgroep. In deze groep willen we leerlingen meer uitdaging bieden door hen aan te spreken op ‘hogere orde denkvaardigheden’. De concrete uitwerking van deze plusgroep is nog in ontwikkeling.
5.3 Toetsen en observaties De ontwikkeling van alle leerlingen wordt door ons systematisch gevolgd. Dit noemen wij ons leerlingvolgsysteem. We hebben daarvoor verschillende instrumenten. Een eerste belangrijk instrument zijn de observaties van de leerkracht. We vinden het belangrijk om goed naar een leerling te kijken. Hoe speelt hij/zij? Hoe gedraagt de leerling zich in de kring? Hoe gaat de leerling te werk? Als een leerling start in de kleutergroep, zijn deze observaties van grote waarde voor ons. We worden hierbij ondersteund door het leerlingvolgsysteem en KIJK! – een leerlingvolgsysteem voor de kleutergroepen. Elke leerling wordt regelmatig getoetst. Dat gebeurt volgens een toetsrooster. Veel van onze methoden hebben eigen toetsen. Met die toetsen sluiten we een bepaald onderdeel af en gaan we na in hoeverre de leerlingen de leerstof beheersen. Daarnaast gebruiken we methodeonafhankelijke toetsen, zoals de AVI-leestoetsen en de DMT-leestoets (waarbij de leerlingen zoveel mogelijk woorden in één minuut moeten lezen). Verder maken we gebruik van toetsen voor rekenen/wiskunde, begrijpend lezen, spelling en woordenschat van het Cito. Aan de hand van de toetsresultaten kunnen we zien hoe een leerling, een groep of de school presteert in vergelijking tot andere scholen in Nederland. Al deze toetsresultaten slaan we op in het leerlingvolgsysteem, waardoor we de schoolloopbaan van een leerling dor de jaren heen kunnen volgen. Een leerling die verhuist en naar een andere school gaat, krijgt alle gegevens mee. Dat maakt dat de overstap naar die school soepeler kan verlopen. Eind groep 7 maken de leerlingen de entreetoets. Hiermee wordt al een voorlopige indicatie voor het voortgezet onderwijs gegeven. Wij gebruiken deze toets vooral om te bekijken welke lesstof in groep 8 nog extra aandacht moet krijgen. De leerlingen van groep 8 maken elk jaar de Cito-eindtoets. Deze toets is niet bepalend voor de keuze van de vervolgschool, maar kan hierin wel ondersteunend zijn. Voor iedere leerling wordt een leerling-dossier bijgehouden. Daarin worden gegevens opgenomen over het gezin, besprekingen, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, handelingsplannen en toets- en rapportagegegevens van de verschillende leerjaren. Het leerling-dossier is door de ouders altijd in te zien.
Schoolgids 2015-2016
21
6. De ouders en de school Wij vinden het belangrijk dat de ouders en de school goede contacten met elkaar hebben. We hechten er veel waarde aan om zaken aangaande de leerlingen zo snel mogelijk aan elkaar door te geven. Dat kunnen soms kleine dingen zijn, die echter wel belangrijk zijn voor het functioneren van de leerling. U kunt bellen, mailen of even langskomen wanneer er iets is. Verder kunt u altijd een afspraak maken voor een gesprek. Daarnaast geven we de contacten met de ouders vorm door ouderavonden en tienminutengesprekken. Door het jaar heen organiseren we ook momenten waarbij ouders op een informele manier in de klas van hun kind(eren) kunnen kijken. Maandelijks worden ouders op de hoogte gehouden van de laatste nieuwtjes door middel van de nieuwsbrief. Ook op de website (www.tuindorpschoolhengelo.nl) en op Facebook (Tuindorpschool Hengelo) is actuele informatie te vinden. De betrokkenheid en hulp van ouders wordt door ons zeer op prijs gesteld. Dat kan door participatie in de Medezeggenschapsraad (MR) of de Ouderraad (OR), maar ook door te helpen bij bijvoorbeeld het lezen, crea-activiteiten, sportdagen e.d.
Schoolgids 2015-2016
22
6.1 Medezeggenschapsraad (MR) Het is wettelijk verplicht dat er aan elke school een Medezeggenschapsraad (MR) verbonden is. Deze raad vormt een schakel tussen de ouders en het bestuur van de school. Zij houdt zich bezig met allerlei bestuurlijke en beleidsmatige zaken betreffende de school. Heeft u vragen omtrent schoolse zaken waar u niet uitkomt met het team, dan kunt u altijd de MR raadplegen (
[email protected]). De samenstelling van de MR vindt u in hoofdstuk 8 ‘Namen’.
6.2 Ouderraad (OR) Het doel van de Ouderraad (OR) is het samen met het team organiseren van allerlei activiteiten die naast het normale onderwijs plaatsvinden. Op deze wijze kunnen ouders meewerken aan een optimaal functioneren van de school. Eén keer per twee maanden wordt er vergaderd over allerlei zaken, die gericht zijn op de organisatie van diverse activiteiten, zoals: Sinterklaas, kerstviering, avondvierdaagse, sportwedstrijden, de Koningsspelen, de laatste schooldag, enz. Er wordt ieder jaar om een vrijwillige ouderbijdrage gevraagd. De hoogte van dit bedrag wordt per schooljaar vastgesteld. De samenstelling van de OR vindt u in hoofdstuk 8 ‘Namen’.
Schoolgids 2015-2016
23
7. Huishoudelijke zaken 7.1 Op de fiets naar school Leerlingen die ver weg wonen, mogen op de fiets naar school komen. De anderen kunnen beter lopend komen, zodat er zo min mogelijk schade aan de fietsen kan ontstaan. Voor eventuele schade of diefstal is de school niet aansprakelijk. Wilt u er op letten dat uw kind(eren) niet fietsen op het schoolplein en dat de fietsen in de fietsenstalling worden gezet? Ons advies is: woont u niet te ver van school, laat de fiets dan thuis!
7.2 Pleinwacht Een kwartier voor schooltijd en in de pauzes is er toezicht op het plein. Om 8.25 u. gaat de bel en gaan de leerlingen naar binnen. Bij regen, sneeuw of stormachtig weer mogen de leerlingen wat eerder naar binnen. De leerlingen van groep 1 en 2 worden door de leerkracht opgehaald om naar binnen te gaan.
7.3 Indeling van het schoolplein Groep 1 en 2 maken gebruik van het kleuterplein rond de zandbak. Het overige gedeelte is bestemd voor de leerlingen van de groepen 3 t/m 8.
7.4 Schoolreis/schoolkamp Ieder jaar gaan de leerlingen op schoolreis. De jongste leerlingen maken een uitstapje in de buurt, de oudere leerlingen trekken er wat verder op uit. Groep 7 en 8 gaat drie dagen op kamp. We streven ernaar de schoolreizen en het kamp betaalbaar te houden. De prijzen zijn bij benadering: Groep 1 t/m 6: € 25, Groep 7 en 8: € 55,-
Schoolgids 2015-2016
24
7.5 Gymkleding De gymkleding kan bestaan uit een gympakjes of een T-shirts met sportbroek. Het dragen van binnengymschoenen is verplicht. Dit kunnen gym- of balletschoenen zijn met stroeve zolen. Voor de leerlingen van groep 1 en 2 het liefst gymschoenen zonder veters. Wilt u schoeisel en kleding alstublieft merken? Alle leerlingen krijgen een gymtas van school, waarin zij hun gymspullen kunnen opbergen. Bij mooi weer kunnen we gebruik maken van het veldje aan de Julianalaan. Omdat we geen mogelijkheden hebben om ons daar om te kleden, vragen we u dan rekening te houden met de kleding op die dag. Het zal zoveel mogelijk van te voren worden gecommuniceerd.
7.6 Vulpen Het schrijven met een vulpen bevordert de ontwikkeling van een goed handschrift. Vanaf groep 4 schrijven de leerlingen met een vulpen, die ze van school krijgen. In verband met het stimuleren van het eigen handschrift in groep 7 en 8, wordt hier wat soepeler omgegaan met het gebruik van een vulpen.
7.7 Verzekering De school heeft een collectieve ongevallenverzekering afgesloten voor alle leerlingen. Deze verzekering is uitsluitend van kracht gedurende de schooltijden, excursies en schoolreizen. We hebben geen verzekering afgesloten voor schade aan eigendommen van leerlingen. Daarvoor zijn we dus niet verzekerd. Ook niet wanneer uw kind iets kwijtraakt. Het is dus zeer wenselijk dat u zelf een W.A.verzekering heeft. Het bestuur heeft een W.A.-verzekering afgesloten voor de leerkrachten en meewerkende ouders.
7.8 Klachtenregeling Het bestuur van onze school heeft zich aangesloten bij de landelijke klachtencommissie, welke is ingesteld door de Besturenraad. Als u klachten heeft op het gebied van seksuele intimidatie, pesten, geweld, agressie, kindermishandeling, etc., dan kunt u hierover een klacht indienen. Maar ook over het gegeven onderwijs of bestuursbesluiten heeft u klachtrecht. De handelwijze is als volgt: De ouder(s) of verzorger(s) benaderen de groepsleerkracht van het kind. In geval van blijvende onvrede kan contact gezocht worden met de directie. Indien er dan nog geen oplossing gevonden is, wordt het Bestuursmanagement van onze stichting ingeschakeld (dhr. Van Faassen) U kunt uw klacht schriftelijk indienen bij het bestuur: Stichting MarCanT t.n.v. E. van Faassen Oostermaat 1a 7623 CS Borne
Schoolgids 2015-2016
25
8. Namen 8.1 Medewerkers Schoolleiding Alois Hilbers (directeur) Annemiek van Oosten (locatieleider) Interne begeleiding Jacobien Kleyweg Vertrouwenspersoon Lizzy Jouvenaar ICT-coördinator Evelien Siertsema Conciërge Sibolt Siertsema
8.2 Medezeggenschapsraad Voorzitter Jeroen Schnitzler Penningmeester Marijke Ottink Leerkrachtgeleding Marjolein Nguyen-Katuin Annemiek van Oosten
8.3 Ouderraad Voorzitter Anne-Marie van Paick Secretaris Marjolein de Lange Penningmeester Marijke Ottink Mirjam Pierik Leden Lars de Veen Heleen Stoffers Cherie Mae Nijhuis Alice Steen Maureen Meijer Jacobien Kleyweg (leerkracht)
Schoolgids 2015-2016
26
Schoolgids 2015-2016
27