EEN BEETJE ANNIE voorstelling van FRANK COOLS advies: Ineke Nijssen
LESMAP
Wat je vooraf moet of mag weten…
Kleine verhaaltjes van Annie M.G. Schmidt: een beetje leuk en een beetje droevig, een beetje stout en een beetje grappig, een beetje zus en een beetje zo, een beetje van dit en een beetje van dat, een beetje vertellen, een beetje zingen… Een beetje Annie.
Frank Cools Frank Cools is een gedreven podiumkunstenaar. Hij zingt, acteert, vertelt, schrijft, componeert,... zowel voor kinderen als volwassenen. Zijn voorstellingen maakt hij het liefst met niets in de handen, niets in de mouwen. Hij duikt graag in grote teksten: Chaucer, Tsjechov, Annie M.G. Schmidt, Toon Tellegen,... En hij duikt graag in oude muziekjes. Niet de voor de hand liggende. Eerder de hoekomt-hij-daar-nu-bij muziekjes. Al flink wat jaren vinden zijn voorstellingen vlot hun weg naar culturele centra, theaters en vertelfestivals in Vlaanderen en Nederland. Frank Cools studeerde aan de conservatoria van Gent en Antwerpen. Hij is 'Master in Drama'. Twee seizoenen speelde hij bij Theater Malpertuis in Tielt. Daarna was hij 10 jaar lang presentator en programmamaker bij VRT Radio 1. De drang om opnieuw te gaan spelen werd eind jaren '90 bijzonder groot. Daarom richtte hij zelf een productiehuis op. Het zou een plek worden waar hij eigenzinnig z'n ding kan doen. Soms alleen, soms in uitstekend gezelschap: Ineke Nijssen, Frans Van der Aa, Raf Walschaerts, Wouter Deprez... Cools is ook docent aan de afdeling Drama van School of Arts, Hogeschool Gent.
www.frankcools.be Reacties op de voorstelling zijn welkom:
[email protected]
Annie M.G. Schmidt Anna Maria Geertruida Schmidt werd op 20 mei 1911 geboren in Kapelle, een dorpje in Nederland. Haar vader was daar dominee. Annie werd thuis altijd ‘zus’ genoemd. Op de middelbare school kreeg ze voor Nederlands eens een 2 op 10. Ondanks dat slechte cijfer werd ze later toch bibliothecaresse. Ze trouwde in 1948 en kreeg een zoon Flip. Al in 1938 waren haar eerste gedichten verschenen, maar haar eerste boek kwam pas in 1950 uit. Ze woonde een paar jaar in Frankrijk, vanwege de gezondheid van haar man. Na zijn overlijden ging ze weer in Nederland wonen. Annie M.G. Schmidt heeft heel veel geschreven. Naast boeken, verhalen en gedichten voor kinderen, schreef ze ook voor volwassenen: liedjesteksten, cabaret, toneelstukken, radio- en televisieprogramma’s. In de jaren ’50 schreef ze ieder jaar een bundel gedichten voor kinderen. Deze gedichten zijn speels, gaan vaak over gekke dingen die gebeuren met deftige mensen of over kinderen die rebelleren. Ook schreef ze in die periode acht boekjes over Jip en Janneke: korte verhaaltjes over de belevenissen van twee kleuters. In haar andere kinderboeken gebeuren de meest wonderlijke dingen. Er komen vreemde figuren in voor zoals dieren die kunnen praten, koningen die op een stepje willen rijden… In 1965 kreeg ze als eerste schrijver de Nederlandse Staatsprijs voor Kinder- en Jeugdliteratuur. Zo kreeg ze de naam ‘de echte koningin van Nederland' . De kroon op haar werk ontving ze in 1988: Astrid Lindgren (je weet wel, ‘Pipi Langkous!’) reikte haar de Hans Christian Andersenprijs uit, de belangrijkste internationale onderscheiding voor kinder- en jeugdliteratuur. In de nacht na haar vierentachtigste verjaardag overleed Annie M.G. Schmidt op 21 mei 1995. Dit zijn enkele van haar bekendste boeken: Het fluitketeltje en andere versjes (1950) De versjes uit ‘Dit is de spin Sebastiaan’ (1951) Jip en Janneke (verhaaltjes, 5 delen, 1953-1960) Abeltje (1953) De A van Abeltje (1955) Ik ben lekker stout (versjes, 1955) Wiplala (kinderboek van het jaar 1957) Het beertje Pippeloentje (versjes, 1958) Wiplala weer (1962) Heksen en zo (sprookjes, 1964) Minoes (1970) Zilveren Griffel 1971 Pluk van de Petteflet (1971) Zilveren Griffel 1972 Floddertje (1973) Otje (1980) Zilveren Griffel 1981 Ziezo De 347 kinderversjes (1987) Tante Patent (1988) Jorrie en Snorrie (1990) Beestenboel (versjes, 1995) Kinderboekenprijs 1996 Ibbeltje (1996) Misschien wel echt gebeurd De 43 sprookes en verhalen (1997) Officiële website: www.annie-mg.com
Wat je achteraf in de klas nog kan doen…
Dit waren de teksten:
De prinses en het egeltje Prins Piramente Rekenen op rijm De ridder van Vogelenzang Het verhaal van tante Mathilde Het toverstokje Het meisje met nylon haren Zwartbessie Wat is dat, mevrouw Van Gelder? Margootje Sebastiaan Wat voor weer zou het zijn…
(Alle teksten uit de voorstelling zijn te vinden in de verzamelbundel “Ziezo” van Annie M.G. Schmidt. Het boek is uitgegeven bij Querido.)
Opdracht:
Herinner jij je nog welke verhalen verteld werden? Herinner jij je nog welke liedjes werden gezongen? Wat was jouw favoriete verhaal of lied? Waarom? Ken jij nog andere teksten van Annie M.G. Schmidt die je niet hoorde?
Lees nog eens goed de volgende tekst. Daarna volgt een opdracht. ‘DE RIDDER VAN VOGELENZANG’ Er leefde een ridder in Vogelenzang, al heel lang geleden, verschrikkelijk lang, die draken versloeg voor een roos en een zoen, zoals men dat nu nog maar zelden ziet doen. Die dappere ridder van Vogelenzang! Maar ’s avonds in ’t donker dan was hij zo bang! Dan lag hij te beven tot kwart over zeven, want altijd in ’t donker dan hoorde hij leven! En iedere nacht, om zijn angst kwijt te raken, probeerde hij vrolijke rijmpjes te maken, en telkens begon hij van voren af aan: Wat heb ik vandaag voor heldhaftigs gedaan? Vijf draken verslagen, één jonkvrouw gered! Acht monsters onthoofd en daarna nog geplet! Een spin doodgetrapt en haar poot afgezet! Tien heksen vermoord en bewaard als skelet! Waarom lig ik dan zo te trillen in bed? En prompt overdag, als de hemel ging klaren, versloeg hij weer draken, alsof ’t kevertjes waren, die dappere ridder van Vogelenzang. Maar ’s avonds in ’t donker dan werd hij weer bang. Dan ging hij weer rijmen van voren af aan: Wat heb ik vandaag voor plezierigs gedaan? Mijn harnas gepoetst en mijn zwaard ingevet. Mijn vrouw toegeknikt want z’ had koffie gezet. Mijn dochter gekust en gekriebeld daarnet. En ‘k zong met m’n zonen van Retteketet. Waarom lig ik dan zo te trillen in bed? Om één uur des nachts werd het meestal te bar! Dan raakte die ridder totaal in de war! Dan jankte hij zachtjes, bij ieder geluid en lag maar te prevelen, stil voor zich uit:
Eén jonkvrouw verslagen, vijf draken gered… O, ik zeg het niet goed! ‘k Ben verward tot met met! Mijn vrouw doodgetrapt en haar poot afgezet! Acht monsters gekust en gekriebeld in bed! Mijn dochter vermoord en bewaard als skelet! Een heks toegeknikt want z’ had koffie gezet! Ik weet het niet meer en ik hoor weer geluid… ‘k Ben bang in het donker! Wie haalt me d’r uit? Mama!
opdracht: Naar aanleiding van dit lied kan er een kringgesprek volgen:
- Wat hebben jullie onthouden uit het lied ‘De ridder van Vogelenzang’? (Vogelenzang is trouwens een plaatsje in Nederland, niet ver van Amsterdam.) - Wat doet deze ridder om zijn angst kwijt te raken? (rijmpjes verzinnen) - Ben jij zelf ook wel eens bang in het donker? - Wat doe jij dan om die angst kwijt te raken? - Misschien kan je nu een volgende keer ook rijmpjes proberen te verzinnen?
Lees nog eens goed de volgende tekst. Daarna volgt een opdracht.
REKENEN OP RIJM Zeven zoete zuurtjes zaten in een fles, maar ééntje rolde in de goot. Nu zijn er nog maar… Zes zoete zuurtjes. Daar kwam een heel oud wijf, die heeft er eentje weggepikt. Toen waren er nog… Vijf zoete zuurtjes. Toen kwam mijn nicht Marie, die heeft er twee gekregen. Toen waren er nog… Drie zoete zuurtjes. Toen kwam de kruidenier, die bracht voor mij een zuurtje mee. Toen waren er weer… Vier zoete zuurtjes, en toen kwam tante Mien, die deed zes zuurtjes in de fles. Toen waren het er… Tien zoete zuurtjes. Ik at ze op, alleen. Nu is het hele flesje leeg. Nu heb ik er geen een.
opdracht: Misschien kan de hele rekenles op rijm gebeuren? Alvast een paar ideetjes: Beste kinderen, denk maar niet dat we gaan tekenen. Neen, we gaan samen gezellig rekenen. Hola daar! Maak maar niet té veel plezier. We beginnen met 2 x 2 is … Jaja, ik zie het wel. Je lacht. Kijk: 4 + 3 + 1 = …. Het is ongetwijfeld een leuk idee heel veel te rijmen in om het even welke les.
Lees nog eens goed de volgende tekst. Daarna volgt een opdracht. WAT IS DAT, MEVROUW VAN GELDER? Wat is dat, mevrouw Van Gelder, houdt u beren in de kelder? Bruine beren in de kelder van uw huis? Als het nu konijntjes waren of een aantal ooievaren maar ’t zijn echte bruine beren, da ’s niet pluis! Kijk es hier, meneer Verhagen, moet ik u permissie vragen? Houdt u bij uw eigen zaken, alstublieft! Kom vooral geen stap meer nader, ’t zijn de beren van mijn vader, en ik heb ze alle zeven even lief! Wel, ik kan u dit vertellen: Ik ga de politie bellen! En de brandweer! ’t Wordt een hele zware straf! Hoor ’s hier, meneer Verhagen, als u dat probeert te wagen, stuur ik alle zeven beren op u af! Als u even hier wilt kommen, zal ‘k ze voor u laten brommen: Grrr! Grrr! Grrr! Grrr! Hau! Hau! Grrr! Hoort u dat, meneer Verhagen? Hebt u nu nog iets te vragen? O welnee, mevrouw Van Gelder, nu niet meer… Goedendag, mevrouw Van Gelder, wat zijn uw gordijntjes helder, veel genoegen met de beertjes in uw huis! Wel, tot ziens, meneer Verhagen. Prettige vakantiedagen, en de hartelijke groeten bij u thuis. Grrr!
opdracht: Bedenk zelf 2 personages. Zoek kleren uit voor die personages, een bril, een hoed, of… Bedenk een onderwerp waarover ze ruzie zouden kunnen maken… Spelen maar!