Een bedrijfsmiddel: drempel van 250 € wordt verhoogd naar 1.000 € Indien
uw
onderneming
klein
materieel,
klein
gereedschap
of
kantoormaterieel aankoopt, dan moet u de keuze maken om deze goederen als gewone onkosten te beschouwen of te boeken als een investering waarop wordt afgeschreven. De bedrijfsleiding zal daarbij haar keuze baseren
op
subjectieve
elementen.
Op het vlak van de Btw-wetgeving is dergelijke subjectieve beoordeling niet mogelijk. Daar werd een objectieve drempel ingebouwd.
Voorbeeld U koopt bv. een gsm van € 300 die u voor 80% zakelijk gebruikt en voor 20% privé. De btw op de aankoop en het abonnement is dan ook slechts voor 80% recupereerbaar. Wijzigt het gebruik daarna in bv. 40% zakelijk en 60% privé, dan moet u strikt genomen de btw op de aankoop herzien, lees: corrigeren, tenzij het gaat om investeringen van minder dan € 250 exclusief btw.
Wanneer is er sprake van een bedrijfsmiddel? Op
het
vlak
van
de
Btw-wetgeving
worden
als
bedrijfsmiddelen
beschouwd [1]: de lichamelijke goederen (vrachtwagens, computers, gebouwen,
• …); • •
de zakelijke rechten (vruchtgebruik, …); diensten; die bestemd zijn om op een duurzame wijze te worden gebruikt als werkinstrumenten of exploitatiemiddelen binnen de onderneming. Hieruit kan worden afgeleid dat alle goederen en diensten die langer dan een jaar voor het uitoefenen van de activiteit worden gebruikt, op het vlak van Btw als een "investering" worden beschouwd en dat ongeacht de aanschaffingswaarde.
Op dit principe bestaat echter één belangrijke uitzondering:
klein materieel, klein gereedschap en kantoorbehoeften worden slechts als bedrijfsmiddel beschouwd van zodra de eenheidsprijs (exclusief Btw) 250 € of meer bedraagt. Verpakkingsmiddelen (flessen, zakken, tonnen, …) worden nooit beschouwd als bedrijfsmiddelen, zelfs indien ze kunnen worden herbruikt. Verhoging drempel van 250 € naar 1.000 € Nieuw is dat vanaf 1 januari 2014 de voormelde drempel van 250 € wordt verhoogd naar 1.000 €.
Voorbeeld Vennootschap BA ADVIES is een aanbieder van bedrijfsadministratieve diensten. De vennootschap is dringend toe aan de modernisering van haar IT-uitrusting investeringen:
en
doet
op
3
januari
2014
de
volgende
o 1 printer voor 500 € exclusief Btw 3 computers voor 850 € exclusief Btw per stuk 1 server voor 10.000 € exclusief Btw De zaakvoerder van de vennootschap is van oordeel dat het materieel ongeveer 5 jaar kan gebruikt worden voor de ondernemingsactiviteiten en beslist om het aangekochte kantoormaterieel boekhoudkundig en fiscaal af te schrijven over dezelfde termijn. Het aangekochte kantoormaterieel mag dan wel boekhoudkundig en op het vlak van de vennootschapsbelasting als een investering worden beschouwd, op het vlak van Btw wordt slechts enkel en alleen de server als een "bedrijfsmiddel" beschouwd. Dat de printer en de computer worden geactiveerd op de balans, maakt daarbij geen verschil uit. Sinds 1 januari 2014 is dat € 1.000. Dat werd onlangs inderdaad bekendgemaakt. Die gsm mag al een mooie smartphone worden dus... Er is immers geen btw meer te herzien voor zgn. bedrijfsmiddelen onder de € 1.000 exclusief btw. Uiteraard blijft de btw slechts aftrekbaar volgens het beroepsgebruik. Let op! Zodra het bedrijfsmiddel nog uitsluitend privé gebruikt wordt (100%), is er sprake van een zgn. onttrekking en niet van een herziening. Er moet in zo’n geval m.a.w. wel een btw-correctie gebeuren.
Waarom van belang voor de
praktijk? Of er voor Btw-doeleinden al dan niet sprake is van een bedrijfsmiddel, is van belang voor het: •
invullen van de juiste vakken in de Btw-aangifte
•
bijhouden van de tabel voor bedrijfsmiddelen
•
herziening van de Btw Zo moet de aanschaffing van bedrijfsmiddelen cfr. de Btw-regels worden vermeld in vak 83 van de Btw-aangifte. Naast het invullen van vak 83 in de aangifte, dient de onderneming ook een zogenaamde tabel van bedrijfsmiddelen bij te houden. Dergelijke tabel moet het de Btw-controleur mogelijk maken de aftrek van de Btw en de (eventuele) herzieningen op de aangeschafte bedrijfsmiddelen gemakkelijk te controleren. Dergelijke bedrijfsmiddelentabel is aan geen specifieke vormvoorschriften onderworpen. Opgelet: de tabel is zeker niet gelijk aan de afschrijvingstabel tenzij daaruit al de nodige elementen voor een eventuele herziening zouden blijken (wat in de praktijk meestal niet het geval is). Dat de eenheidsprijs van 250 € naar 1.000 € wordt verhoogd voor welbepaalde
bedrijfsmiddelen
is
vooral
interessant
wanneer
een
onderneming bijvoorbeeld één of meerdere computers, iPad’s, ... aankoopt. Dergelijke investeringen zullen niet meer op de bedrijfsmiddelentabel moeten worden opgenomen en dus niet meer onderheving zijn aan een herziening van Btw.
BTW Technisch Voor de toepassing van de regeling die bepaalde verrichtingen gelijk stelt met 'leveringen onder bezwarende titel' (art. 12, § 1 WBTW) en de regeling inzake de herziening van de BTW (art. 48, § 2 WBTW), worden niet als "bedrijfsmiddel" aangemerkt : "klein materieel, klein gereedschap en kantoorbehoeften, wanneer de prijs of, bij ontstentenis van een prijs, de normale waarde, per in de handel gebruikelijke eenheid, lager is dan 250 EUR" (art. 1, 1° BTW-MB nr. 1). Dit bedrag van 250 EUR wordt met ingang van 1 januari 2014 opgetrokken naar 1.000 EUR (MB van 4 december 2013, BS 9 december 2013, tweede editie). Volgens een persbericht van de ministerraad moet deze verhoging tot gevolg hebben dat de "als bijzonder ergerlijk ervaren administratieve last" bestaande uit het bijhouden van een "herzieningstabel" in het kader van de BTW, wordt "getemperd, en smartphones, tablets, notebooks, e.d., niet langer worden geviseerd" (persbericht van 24 oktober 2013).