EDUCATIEBOEKJE Zorgtraject diabetes
Leidraad tot aanpak van uw diabetes type2
Versie 5 mei 2010 In bruin: Te bespreken om weg te laten owv: te moeilijk, onduidelijk
0
Inhoudsopgave Het zorgtrajectcontract 1.Identificatiegegevens······ 2. Insulineschema·······
2.1 Insuline 2.2 Aanpassingsschema 2.3 Hypo- hyperglycemie
3.Medicatieschema Orale anti- diabetica 4. Educatie 5.Materiaal 6. Doelstellingen 6.1 Algemene doelstellingen 6.2 Persoonlijke doelstellingen 7. Opvolgingsschema Follow Up en grafieken 8.Behandelingsdoelen 9. Bepaling van het voetrisico 10. Verwikkelingen 10.1 Acute complicaties: Hypo- hyperglycemie 10.2 chronische complicaties
11. Nuchter blijven 12. Leven met diabetes 12.1 Voeding 12.2 Lichaamsbeweging – fysieke inspanning 12.3 Alcohol en roken 12.4 Mond en tandhygiëne
12.5 Diabetes en seksualiteit
13.Diabetes en rijbewijs 14.Diabetes en reizen 15. Diabetes en ramadan en vasten 16. Diabetes en ziekte / heelkundige ingrepen 17. Notities zorgverstrekkers 18. Notities patiënt 19. Bijkomende informatie 19.1 anderstaligen 19.2 VDV 20. Bronnen
Gelieve deze map bij elke raadpleging van arts, endocrinoloog, educator mee te brengen.
Inleiding
Een tijdje geleden werd bij u de diagnose diabetes gesteld. Wellicht was deze mededeling voor u niet zo aangenaam en rijzen er heel wat vragen:”Wat nu? Kan of moet ik daar nu iets aan doen. Ongeveer 8% van de Belgische bevolking, lijdt aan diabetes. En elke patient heeft zijn geschiedenis en behandeling. Soms weet je niet meer wat je van al die circulerende verhalen mag geloven. Een diabetes behandeling is echter voor iedereen verschillend. Suikerziekte vraagt om een behandeling op maat. Het is een behandeling “ à la carte”. Daarom hebben we voor speciaal jou dit boekje ontworpen : met je eigen specifieke doelstellingen en behandelplan. We hopen dat het een leidraad mag zijn in de actieve aanpak van jouw diabetes. We zullen u graag hierbij helpen.
. Wat is diabetes?
Het verhaal in een notendop Diabetes is een ziekte met een teveel aan suiker in het bloed. Suikerhoudende voedingsmiddelen ook Koolhydraten genoemd zitten in onze voeding in brood, rijst, aardappelen, pasta. Ook fruit en melkproducten bevatten suiker. Via de darm komt suiker in het bloed onder de naam Glucose. Suiker in het bloed noemen we glycaemie. Glucose levert aan de cellen van ons lichaam de energie die nodig is om goed te functioneren. Men vergelijkt suiker daarom met brandstof voor de wagen. Het hormoon insuline is het sleuteltje dat de poortjes van onze cellen openzet om deze brandstof uit het bloed binnen te laten in de cellen.. Bij diabetes zit het probleem in de sleuteltjes: in de insuline. -Enerzijds is er een tekort omdat de alvleesklier die insuline maakt uitgeput is en te weinig insuline maakt. -Anderzijds werkt de insuline niet zo goed omdat het lichaam minder gevoelig is voor de insuline.
De hoeveelheid insuline die het lichaam maakt is onvoldoende om de suiker uit het bloed in de cellen binnen te laten. De cellen krijgen te weinig energie en voelt men zich moe. De bloedsuiker of glycaemie blijft hoog.Hoge bloedsuikers beschadigen op termijn de bloedvaten. Aanvankelijk zullen pilletjes de productie van insuline kunnen verhogen en de gevoeligheid voor insuline verbeteren. Maar na enige tijd werken die medicamenten niet meer en moet men overgaan op insuline. Omdat insuline door de maagsappen afgebroken wordt, moet het worden ingespoten. Het kan dus niet langs de mond worden ingenomen.
Het zorgtrajectcontract U sloot een diabeteszorgtrajectcontract af met uw huisarts. Een contract maakt dat u rechten en plichten heeft:
Uw rechten: -
diabeteseducatie
-
Vergoeding van glucometer, lancetten, strips en lancethouder ( 150 strips, 100 lancetten per 6 maanden, 1 glucometer per 3 jaar)
-
Tussenkomst podologie: 2x per jaar (remgeld te betalen)
-
Tussenkomst diëtist(e): 2x per jaar (remgeld te betalen)
-
Afschaffing remgeld bij raadpleging huisarts en endocrinoloog voor 4 jaar
Uw plichten: -
Diabeteszorgcontract tekenen
-
GMD bij huisarts
-
Actieve deelname aan het zorgplan aan de hand van uw persoonlijke doelstellingen
Diabeteseducatie is verplicht in volgende gevallen: -
Start van insulinetherapie of incretine-memetica
-
Overgang van 1 naar 2 injecties
-
Onvoldoende metabole controle
-
Hernieuwing van uw glucometer
1.Identificatiegegevens Mevr./ Mr. ……………………………………………………………………………………………………. Adres…………………………………………………………………………………………………………... ………………………………………………………………………………………………………….. Tel: ……………………………………………………………………………………………………………..
Huisarts: ……………………………………………………………………………………………………… Tel: ……………………………………………………………………………………………………………
Endocrinoloog: …………………………………………………………………………………………… Tel: …………………………………………………………………………………………………………..
Educator:……………………………………………………………………………………………………... Tel: .…………………………………………………………………………………………………………….
Thuisverpleegkundige:……………………………………………………………………………………. Tel.: ………………….…………………………………………………………………………………………
Diëtiste:……………………………………………………………………………………………………….. Tel:......................................................................................................................................................
Voetverzorg(st)er:……………………………
Podoloog:……………………………………
Tel:...............................................................
Tel: ………………………………………………
Start zorgtraject: ………………………………………Einddatum……………………………………..
2.Insulineschema/ Incretineschema:
2.1 Insuline/incretine: Insuline
8u
12u
2.2 Aanpassingschema:
Als
dan
(nog in te vullen)
2.3 Symptomen hypo- hyperglycemie HYPOglycemie: -
Plots opkomend Hongergevoel Bleek zijn Duizeligheid, licht gevoel in het hoofd Zweten Koude voeten Angst Zweten Onscherp zien
HYPERglycemie: -
Veel plassen Veel dorst Vermageren Slaperigheid Droge tong Treed langzaam op
17u
22u
Orale anti-diabetica of bloedsuikerverlagende medicatie Naast uw dieet en lichaamsbeweging neemt medicatie die uw bloedsuiker verlaagt een belangrijke plaats in.Het is dan ook van het grootste belang om te weten wanneer u deze best inneemt en welke mogelijke bijwerkingen deze mogelijk kunnen hebben. 1 . Medicatie die de werking van je insuline verbeteren. - biguanides vb. Glucophage,Metformax,Merck Metformine. - mogelijke nevenwerkingen : diarree , krampen , misselijkheid , metaalsmaak . - mag niet gegeven worden bij lever en nierproblemen - glitazones vb. Actos ,Avandia. (attest medisch adviseur nodig) - Deze medicatie word meestal samen met andere suikerverlagende medicatie gegeven, maar meestal niet samen met insuline ! - mogelijke nevenwerkingen : gewichtstoename , vochtopstapeling . - mag niet gegeven worden bij leverproblemen en gekend hartfalen. Inname tijdens of vlak na de maaltijd !
2 . Medicatie die je insuline productie stimuleert in je pancreas. - sulfonylurea vb.Amarylle,Daonil,Uni Diamicron,Euglucon,Glurenorm. - glinides vb.Novonorm. - DPP-iv inhibitor vb. Januvia. Inname 15 tot max 30 minuten voor de maaltijd - mogelijke bijwerkingen : Deze medicatie kan “hypo’s “veroorzaken. - Wanneer je een pil vergeten bent voor de maaltijd dan mag je pas je volgende pil in nemen voor de volgende maaltijd om hypo’s te vermijden.Nooit dubbele dosis nemen. 3 . Medicatie die de opname van de koolhydraten in de darm vertraagt . - glucosidaseremmer vb. Glucobay - mogelijke bijwerkingen : winderigheid , darmproblemen.
4 . Combinatieproducten . - sulfonylurea en metformin . Vb.Glucovance,Avandamet. Belangrijk! Indien je bloedsuikerwaarden abnormale waarden aangeven, contacteer je diabetesverleegkundige of arts , mogelijk moet je medicatie aangepast worden. nooit je medicatie wijzigen zonder overleg met je behandelende arts . indien je nuchter moet zijn voor een bloedname of onderzoek , geen medicatie innemen .
3.Medicatieschema: Medicatie
8u
12u
17u
voor tijdens na
voor Tijdens na
voor tijdens na
22u
4.Educatie: Opstarteducatie
1 2 3 4 5
Verlenging Opstarteducatie
2010
2011
6 7 8 9 10
2012
2013
2014
Opvolgeducatie 1 Opvolgeducatie 2 Extra educatie bij problemen 1 Extra educatie bij problemen 2 Extra educatie bij problemen 3 Extra educatie bij problemen 4
Dieetconsult 2010 Consult 1 Consult 2
2011
2012
2013
2014
5.Materiaal Glucometer:……………………………………………………………………………………………. Lancetten:……………………………………………………………………………………………… Strips:…………………………………………………………………………………………………
Alle 6 maanden: 3 x 50 stripjes en 100 lancetten Datum
Strips
Lancetten
6.Doelstellingen 6.1 Algemene doelstellingen Een goede aanpak van uw suikerziekte verzekert u een langer én gezonder leven. Deze aanpak houdt verwikkelingen, die ontstaan door het dichtslibben van bloedvaten, ook langer tegen. 6.2 Persoonlijke doelstellingen Uw persoonlijke doelstellingen vormen de leidraad voor de aanpak van uw suikerziekte. Op basis van onderstaande doelstellingen maken u en uw huisarts een concreet zorgplan voor uw zorgtraject: Gezonde leefstijl met aandacht voor Regelmatig bewegen Stoppen met roken Gezonde voeding Gewicht Opvolgen en behandelen, zo nodig met geneesmiddelen, van Bloedsuiker Cholesterol en vetten in het bloed Bloeddruk Het dichtslibben van bloedvaten voorkomen met medicatie Overgewicht Tabakgebruik: stoppen met roken Bloedonderzoek: HbA1c1 Controle bij uw huisarts om eventuele verwikkelingen op te sporen: Ondervraging (risico op hartlijden , zenuwpijnen,..) Onderzoek van de voeten Bloed- en urineonderzoek Oogonderzoek bij de oogarts Inenting tegen griep en pneumokokken2 Beter begrijpen van uw ziekte en de geplande zorg, met de hulp van diabeteseducatie
(1Hemoglobine
A1c geeft aan of uw bloedsuiker gedurende de voorbije 3 maanden goed geregeld
was ²door suikerziekte vermindert uw afweer tegen griep en infectieziekten; griep kan uw suikerziekte ontregelen )
7. Opvolgingschema
Grafiek Gewichtsverlies
% = kg
Streefdoel:
+5 = …..
0 = …..
-5 = …..
-10 = .….
1
2 3 2010
4
1
2 3 2011
4
1
2 3 2012
4
1
2 3 2013
4
1
2 3 2014
4
1
2 3 2015
4
Grafiek Roken
aantal sigaretten per dag
Streefdoel:
40 35 30 25 20 15 10 5 0 1
2
3
4
1
2010
2
3
4
1
2011
Grafiek Lichaamsbeweging
2
3
4
1
2012
2
3
4
1
2013
2
3
4
1
2014
aantal keer per week
2
3
4
2015
Streefdoel:
0 1 2 3 4 5 6 7 8 1
2
3
4
1
2010
Grafiek Bloeddruk 180 170 160 150 140 130 120 110
2
3
2011
4
1
2
3
2012
4
1
2
3
2013
4
1
2
3
2014
4
1
2
3
2015
Streefdoel:
4
1
2
3
4
1
2010
2
3
4
1
2011
2
3
4
1
2012
2
3
4
1
2013
2
3
4
1
2014
Grafiek HbA1c
2
3
4
2015
Streefdoel:
12 11 10 9 8 7 6 5 4 1
2
3
4
1
2010
2
3
4
1
2011
2
3
4
1
2012
2
3
4
1
2013
2
3
2 3 2010
4
1
2014
Cholesterol
1
4
2
3
4
2015
Streefdoel:
1
2 3 2011
4
1
2 3 2012
CIJFERS CHOLESTEROL NOG IN TE VULLEN
Grafiek BMI INVOEGEN?
4
1
2 3 2013
4
1
2 3 2014
4
1
2 3 2015
4
8.Behandelingsdoelen (na te zien ahv raadgeving endocrinologen) Diabetes is meer dan suiker alleen! Spreek met uw arts u persoonlijke behandelingsdoelen af en de arts noteert ze in de linkerkolom van het follow up document blz. 9
blz. kan fout zijn zwak
prima
goed
matig
> 10
5-10
2-5
lichaamsbeweging dagelijks
3x /wk
1-2x /wk
nuchtere bloedsuiker (mg/dl)
80-110
110-140
140-180
HbA1c (%)
<7
7-8
8-9
roken
neen
verminderd
bloeddruk (mm Hg)
< 130/80
< 140/90
< 150/95
cholesterol (mg/dl) < 180
180-220
220-250
triglyceriden (mg/dl)
150-180
180-200
vermagering bij overgewicht
<2
(% daling van gewicht) nooit
> 180
>9
ja
> 150/95
> 250
> 200 < 150
_ < betekent minder dan; > betekent meer dan _ HbA1c = maat voor suikerregeling van laatste 2 à 3 m (de opgegeven waarden gelden voor laboratoria met normaalwaarden tussen 4 en 6) _ cholesterol mag hoger zijn bij hoge "goede" HDL-cholesterol
9. Bepaling van het voetrisico Diabetes spaart de voeten niet! Raapleeg uw voetverzorg(st)er en/of podoloog en arts Evalueer jaarlijks het risico op voetwonde
zorgvuldige inspectie op huid en nagelafwijkingen evaluatie van statiekafwijkingen -hamertenen -overrijdende tenen -hallux valgus -Charcot voet opsporen van verminderde gevoeligheid) opsporen van perifeer vaatlijden -zijn er klachten van claudicatio of rustpijn -arteria dorsalis pedis en arteria tibialis posterior voelbaar. (beide niet voelbaar = perifeer vaatlijden)
9.1Bepaal de risicogroep Raster om de risicoscore te bepalen (uit: Diabetespas. Gent: VDV, 2003) Risicogroep
0
1
2a
2b
3 (één van deze)
Neuropathie
neen
ja
ja
ja
-
Orthopedische misvorming
neen
neen
licht
zwaar
Charcot
Vaatlijden
neen
neen
neen
neen
ja
Vroegere voetwonde of amputatie
neen
neen
neen
neen
ja
Risico
laag matig hoog
zeer hoog
extreem hoog
9.2 Podoloog – Voetverzorg(st)er Risicogroep Consultatie Voetzorg
0
1
2a
2b
3
1x/12 mnd.
1x/6 mnd.
1x/6 mnd.
1x/6 mnd.
1x/3 mnd.
voetverzorger podoloog
podoloog
voetkliniek
voetkliniek
maatwerk
maatwerk
maatwerk
Inlegzolen
geen
Schoenen
confectie
Medische controle
1x/12 mnd.
comfort
confectie (semi)orthopedisch (semi)orthopedisch (semi)orthopedisch 1x/6 mnd.
1x/3 mnd.
1x/3 mnd.
1x/3 mnd.
9.3 Een voetwonde ? Raadpleeg onmiddellijk uw arts! Doorverwijzing naar de diabetische voetkliniek voor een grondige beoordeling en verder advies (debridement, chirurgie, advies wondzorg..) via een multidisciplinaire raadpleging met o.a. een endocrinoloog, orthopedist, schoenmaker, podoloog, schoentechnieker, vaatchirurg en verpleegkundige.
9.4VOETVERZORGING VOOR DIABETESPATIENTEN � was dagelijks uw voeten met lauw water en een milde zeep � droog goed met een zachte handdoek, ook tussen de tenen � knip uw nagels recht en maak gebruik van een kartonnen vijltje � gebruik geen warmwaterkruik of elektrisch deken omwille van het risico op verbranding � loop nooit blootsvoets � draag sokken zonder gaten of plooien. Let op voor te strakke elastieken � koop degelijke schoenen: zachte bovenkant, voldoende teenruimte, stevige zool, geen hoge hakken � schoeisel moet goed passen
10. Verwikkelingen Naast de symptomen die veroorzaakt worden door diabetes zijn er ook nog een heleboel complicaties die kunnen optreden door de ziekte of door een slechte controle ervan. Diabetes mellitus is een systeem ziekte: het tast alle organen in het lichaam aan. Maar niet enkel de duur van de ziekte of de glycemie zijn bepalend voor de complicaties maar ook uw bloeddruk, cholesterolgehalte, gezond gewicht en stoppen met roken spelen hierin een belangrijke rol. 10.1 Acute complicaties ( verder uit te schrijven) Wat te doen bij hypo-, of hyperglycemie: (nog verder in te vullen)
- Ketoacidose - diabetisch coma: - hyperglycemisch coma - hypoglycemisch coma
10.2 Complicaties op langere termijn - Cardiovasculaire aandoeningen - rethinopathie - nefropatie -neuropathie
11.Nuchter blijven Bij bepaalde onderzoeken/ interventies dient U nuchter te blijven. (nuchtere bloedafname, radiologische onderzoeken met contraststof, gastro- en coloscopie, kleine chirurgische ingrepen , o.a. cataractchirurgie, etc..) Bij type 2 diabetes In het kader van orale antidiabetica: ’s morgens GEEN orale antidiabetica, ook wanneer U nog een ontbijt mag nemen en het onderzoek pas in de namiddag doorgaat. UITZONDERINGEN: Novonorm is ultrakortwerkend: indien nog een ontbijt mag genomen worden, mag ook Novonorm nog ingenomen worden Metformine dient de avond voor het onderzoek gestopt te worden als er risico is voor plotse achteruitgang van de nierfunctie (vb: onderzoeken met contrast, chirurgische ingreep) na het onderzoek mogen de orale antidiabetica terug opgestart worden UITZONDERINGEN: Indien gekende nefropathie : metformine pas opnieuw opstarten als een bloedname 2 dagen na het onderzoek een creatinine <1,5mg/dl toont. In het kader van Insulinetherapie: U mag thuis, voor het onderzoek, de pilletjes en de insuline NIET gebruiken. Tracht onderzoeken bij insulineafhankelijke diabetespatiënten zo vroeg mogelijk op de ochtend te plannen, zodat U na het onderzoek een uitgesteld ontbijt kunnen nemen, met de normale ochtenddosis van de orale antidiabetica en/of insuline. Bij complexere interventies (o.a. coloscopie, cataractchirurgie) lijkt een daghospitalisatie meer aangewezen, daar het glycemiebeleid dan gemakkelijker bijgestuurd kan worden.
12. Leven met diabetes 12.1Voeding 12.2 Lichaamsbeweging – fysieke inspanning 12.3 Alcohol en roken 12.4 Diabetes en Mondhygiene Een goede mondhygiëne en tandverzorging is voor mensen met diabetes belangrijk. Door diabetes heeft meer kans op vorming van tandplak en het ontwikkelen van mondinfecties. Ontstekingen in de mond kunnen de suiker ontregelen. Een slechte glycaemiecontrole bevordert dan ook weer tandvleesontstekingen. Maar een goed verzorgd gebit gaat echter ook bij u een levenlang mee. Wat moet u doen: *Voeding Verzorg uw voeding volgens de voorschriften van de dietiste : Snoep verstandig, stop met roken en mijd suikerhoudende voeding en alcohol. *De tandarts Ga minstens 2 maal per jaar naar de tandarts. Neem een afspraak kort na de maaltijd om mogelijke hypo’s te voorkomen. Het kan immers gebeuren dat je niet onmiddellijk na een tandverzorging mag eten. *Ontstekingspreventie Om ontstekingen in de mond te voorkomen: -Poets de tanden na iedere maaltijd indien mogelijk. -Verwijder minstens 1 maal per dag op grondige wijze de tandplak. Hiervoor gebruikt uniet alleen de tandenborstel maar eveneens tandzijde of een inter-dentaal borsteltje. Aanvullend spoelen met mondwater is een goede gewoonte. - Een goede tandenborstel wordt 4 maal per jaar vernieuwd en is niet hard. -Koop een goede fluorhoudende tandpasta .
12.5 Diabetes en seksualiteit Seksuele verlangens horen bij het leven en bevrediging ervan draagt bij aan uw kwalitieit van leven en zelfrespect. Het is geweten dat diabetes een spelbreker kan zijn en uw sexueel leven kan verstoren, zeker als de diabetes reeds lang bestaat. Bij de meeste mannen gaat dan om erectieproblemen. Dit kan te wijten zijn aan bloedvat- of zenuwbeschading .Maar vaak speelt ook het schrikbeeld mee : zin in sex hebben, en het lukt niet …Het probleem is in de geneeskunde welbekend. Praat erover met uw huisarts. Hij zal met u de meest geschikte behandeling bespreken.
Bij de vrouw uiten sexuele stoornissen zich vaak in “geen zin om te vrijen”Een onderliggende, al dan niet gekende depressie, kan hiervan de oorzaak zijn. Een vaginale schimmelinfectie of vaginale droogte is bij diabetici bekend .Schaam u dus niet hierover met uwhuisarts te spreken. Zowel mannen als vrouwen kunnen baat hebbene bij de hulp van een sexuoloog of psycholoog.
13.Diabetes en rijbewijs Voor het bekomen van een rijbewijs moet men op erewoord verklaren vrij te zijn van aandoeningen die een invloed kunnen hebben op de 'algemene lichamelijke en geestelijke rijgeschiktheid'. Een persoon die diabetes heeft kan en mag deze verklaring niet ondertekenen, maar moet het advies van een arts vragen, die dan in eer en geweten moet nagaan of deze persoon al dan niet geschikt is om een motorvoertuig te besturen. Dit advies of goedkeuring is ook nodig voor wie al een rijbewijs heeft en pas nadien diabetes krijgt.
Praktische richtlijnen: 1. Iedereen met diagnose diabetes: rijbewijs aanpassen binnen de 4 werkdagen na diagnose 2. Rijgeschiktheidsattest aanvragen bij arts Voor privé-rijbewijs (groep 1; rijbewijs A3, A, B of B+E): - behandeling met medicatie die geen hypo's veroorzaakt (metformine) of enkel levensstijlaanpassingen: huisarts - behandeling met medicatie die hypo's veroorzaakt of insuline: endocrinoloog
Voor professioneel rijbewijs (groep 2): - op basis van advies en endocrinoloog en oogarts: keurende arts 3. Rijbewijs afhalen bij gemeente, dienst bevolking Inleveren: - rijgeschiktheidsattest - 2 pasfoto's - oud rijbewijs Vernieuwing (privé)rijbewijs is kostenloos vanaf november 2009 4. Geldigheidsduur Voor privé-rijbewijs (groep 1; rijbewijs A3, A, B of B+E): - jonger dan 48 jaar: maximum 5 jaar - tussen 48 en 50 jaar: maximum tot 1 dag voor de 53° verjaardag - ouder dan 50 jaar: maximum 3 jaar Voor professioneel rijbewijs (groep 2): - maximum 3 jaar 5. Autoverzekering - kopie rijgeschiktheidsattest en/of recto verso kopie aangepast rijbewijs aangetekend opsturen - geen toeslag op premie
14. Diabetes en Reizen Niets verhindert u van op reis te gaan. Maar enkele zaken verdienen op voorhand uw aandacht. Overloop het onderstaand lijstje systematisch en breng de nodige zaken in orde: De Papieren *Paspoort. + reis-verzekering (neem van beiden een kopie.) * Medicatielijstje Stop een medicatielijstje in uw portefeuille . Neem eventueel een een doktersverslag mee (met de laatste uitslagen), voor het geval u iets overkomt en u een dokter nodig hebt. Zoek vooraf uit waar u medische hulp kan krijgen op de plaats van bestemming.
*Doktersverklring injectiemateriaal De noodzaak van spuitjes en naaldjes moet met een medisch attest bevestigd zijn als u hiermee over de grens gaat of per vliegtuig reist. *Vaccinatieboekje Laat u zonodig, tijdig vaccineren Mogelijke nevenwerkingen van het vaccin kunnen dan tijdig verholpen worden. *Diabetes- Identificatiekaartje : Verwittig de verantwoordelijke van de reisorganisatie dat u diabetes hebt en leg hem uit wat te doen in geval van hypoglycaemie
De Medicamenten *Neem een ruime hoeveelheid tabletten of insuline als u naar het buitenland gaat, omdat ze niet overal verkrijgbaar zijn *Neem uw medicijnen mee in de handbagage, liefst verspreid over meerdere personen i.v.m. kans op verlies of diefstal * insuline kán bevriezen in het bagageruim van een vliegtuig; bewaar het koel en donker (z.n. in een insuline-tasje)in de handbagage *Glucagon * gebruikt u insuline, neem dan glucagon mee en zorg dat er iemand is die dat kan in spuiten
Zelfcontrolemateriaal *Neem een extra hoeveelheid zelfcontrole-materiaal mee; Als u anders gaat eten in het buitenland of andere activiteiten doet dan thuis, zult u wellicht vaker meten * Zorg voor uw materiaal in uw eigen handbagage, én laat ook iemand anders een deel van uw materiaal meenemen.
Snelwerkende suikers *Zorg ervoor steeds enkele tabletten druivensuiker bij te hebben. Suikerhoudende dranken kunnen immers in de luchthaven om veiligheidsredenen worden afgenomen. * Voorzie u eveneens van een pakje droge koeken. * Een maaltijd-vervangende repen in uw handbagage kan nodig zijn in geval van oponthoud of lange tocht. Voedingsgewoonten: Stel u tijdig op de hoogte van de voedingsgewoonten in een vreemd land, Overleg zo nodig met uw huisarts, dietiste of educator hoe u daarmee kunt omgaan. Aktiviteiten Als uw vakantie-aktiviteiten heel anders zijn dan thuis, meet dan uw glucose vaker zodat u uw voeding, beweging of medicatie kunt aanpassen. Vermijd, zo mogelijk, alleen te gaan zwemmen of de bergen in te gaan Voeten Met goed passende en goed ingelopen schoenen kunt u blaren vermijden. Neem iets mee ter voorkoming of behandeling van blaren, bv. Compeed* Loop zo min mogelijk blootsvoets (zeker niet op heet zand!) Zo er toch een wondjes optreedt, reinig, ontsmet en dek het zorgvuldig af. Bij mogelijke infectie zoekt een lokale arts op. Tijdsverschil gaat u verder dan 2 uur oost- of westwaarts, en gebruikt u insuline, overleg dan vooraf met uw arts hoe u uw insuline-schema op de heen- en terugreis aanpast. Een bijkomende insulinepen met snelwerkende insuline, kan dan overwogen worden . Ziekte In het buitenland ziek worden is extra vervelend; Vermijd water, ijs (-blokjes), ongeschild fruit en ongekookte voedingsmiddelen als u niet zeker bent Neem bij braken en diarree contact op met een arts
Bel bij vragen of problemen zonodig uw diabetes-team: Tel :
15. Diabetes en ramadan en vasten Moslims die vasten tijdens de ramadan moeten zich onthouden van eten, drinken, gebruik van orale medicatie, en het roken van zonsopgang tot na zonsondergang.In De Koran worden diabetici uitgesloten van de verplichting van de vasten (Heilige Koran, Al-Bakarah, 183-185), vooral als het vasten kan leiden tot schadelijke gevolgen voor het individu. Patiënten met diabetes vallen onder deze categorie, omdat hun chronische stofwisselingsziekte een hoog risico vormt op diverse complicaties als het patroon en de omvang van hun maaltijd en vochtinname sterk veranderd. Patiënten die aandringen op vasten moeten zich bewust zijn van de daaraan verbonden risico's en zich houden aan de aanbevelingen van hun zorgverleners om de vastenperiode veilig door te komen. Elke aanbeveling hieromtrent is individueel verschillend voor elke diabeet. 1à2 maanden voor de ramadan gaat u bij uw huisarts langs en uw arts bespreekt met u de mogelijke risico’s van het vasten wanneer u beslist aan de ramadan deel te nemen en uw ervaring met vroegere vastenperiodes. Uw arts oordeelt enkel of het medisch verantwoord is deel te nemen aan de ramadan. U krijgt informatie rond uw dieet en medicatie Risico’s verbonden aan het vasten van diabetes type 2 -
Hypoglycemie Hyperglycemie Diabetisch ketoacidose Uitdroging Trombose
Bepalende factoren die uw risico verhogen tot: -
-
-
ZEER HOOG RISICO: o Ernstige hypoglycemie in de laatste 3 maanden voor de ramadan o Voorgeschiedenis van terugkerende hypoglycemie o Pt die zich niet bewust zijn van hypoglycemie o Aanhoudende slechte glycemiecontrole o Ketoacidose in de laatste 3 maanden voor ramadan o Acute ziekte o Hyperglycemisch coma in de laatste 3 maanden voor ramadan o Zware lichamelijke arbeid o Dialyse HOOG RISICO o Matige hyperglycemie o Nierinsufficiëntie o Gevorderde macrovasculaire complicaties o Alleenwonend o Ouderdom met slechte gezondheid o Andere geneesmiddelen die van invloed kunnen zijn GEMIDDELD RISICO o Goed gecontroleerde patiënten behandeld met kortwerkende insuline LAAG RISICO o Goed gecontroleerde patiënten met alleen dieet, metformine of thiazolidinedion die verder gezond zijn
De totale dosering van uw medicatie moet worden aangepast in combinatie met het gewichtsverlies of winst die zich kunnen voordoen tijdens de ramadan. Voldoende vochtinname en lichaamsbeweging zijn onontbeerlijk. Glycemiecontroles: -
Eerste 4 dagen dagelijks dagcurve Dan 1/week dagcurve 3 dagen na Suikerfeest dagcurve
Raadpleging bij uw huisarts -
1à 2 maanden voor ramadan Na 4dagen dagcurve Na 2 weken Na dagcurve na Suikerfeest
De nodige glycemiecontroles uitvoeren is in deze periode zeker zo belangrijk.De eerste 4 dagen van de ramadan geeft dikwijls een duidelijk beeld hoe uw lichaam zal reageren in de vasten. Wanneer u bij uw huisarts op raadpleging gaat kan uw arts de dagcurves evalueren en uw medicatie aanpassen aan de voor u meest geschikte dosis.
Wanneer u een hypoglycemie heeft tijdens het moment van vasten moet u heel goed begrijpen dat er geen enkele andere manier is om uw bloedsuikerspiegel terug op peil te brengen dan met koolhydraten!
16. Diabetes en ziekte WAT DOET U ALS U ZIEK BENT Als een bijkomende ziekte (bv. griep) uw diabetes dreigt te ontregelen…… In geval van ziekte kunnen de volgende 5 regels u houvast geven: regel 1: Stop bij ziekte nooit uw tabletten of insuline! * elk acuut gebeuren in uw lichaam activeert stress-hormonen * stress-hormonen werken de insuline tegen en doen de glucose oplopen regel 2: Bij zelfcontrole: meet bij ziekte minstens 4 x daags uw bloedglucose Indien geen zelfcontrole: waarschuw dan uw huisarts als u meer dorst hebt, en meer moet plassen en drinken dan normaal regel 3: Eet zo normaal mogelijk, drink minstens 2½ liter vocht (water, thee of bouillon) * koolhydraten zijn nodig als energiebron, ook en juist als u ziek bent * uitdroging voorkomen is belangrijk regel 4: Pas zonodig de insuline-dosis aan bij te hoge glucose-waarden, volgens de Voorschriften die uw diabetes-team met u heeft afgesproken Gebruikt u alleen tabletten, ga er dan vooral mee door! regel 5: Neem contact op met uw huisarts of internist als: * u braakt en niets kunt binnenhouden * uw glucosewaarden hoog blijven of hoger worden * hypo’s doet * uw conditie onvoldoende verbetert * als u ongerust bent en behoefte hebt aan advies
Telefoonnummers van uw HUISARTS: HUISARTSENPOST: INTERNIST:
17. Notities zorgverstrekkers
18. Notities patiënten
19. Bijkomende informatie 19.1 anderstalige brochure diabetes type2: Turks – Nederlands Arabisch – Nederlands Hindoestanen www.novonordisk.nl
19.2 patiëntenvereniging Vlaamse Diabetesverenging – VDV Ottergemsesteenweg 456 9000 Gent
E-mail :
[email protected]
Diabetes Infolijn 0800/96.333 (gratis nummer)
20. Bronnen: - www.zorgtraject.be - Diabetessite HPO vzw - Diabetespas, VDV - www.slotervaartziekenhuis.nl/diabetes/DiabetesenRamadan - American Diabetes Association: Recommendations for Management of Diabetes During Ramadan Response to Al-Arouj et al.Tarik A. Elhadd, MD and Abdullah A. Al-Amoudi, MD -Diabetesproject Aalst -Aanbeveling Diabetes Mellitus type 2 Domus Medica
Een uitgave van de Huisartsenkring Pallieterland en Omgeving. www.hpovzw.be