-2-
Citroglycerine 101 Editora(a)l
p. 5
Daar is de lente!
p. 6
Borgloon
p. 14
Journée de L’Amicale
p. 20
La fin du liquide LHS-2 en vue?
p. 22
25 jaar DS-SM Club
p. 40
Magritte
p. 38
Kalender / Calendrier 2011
p. 47
Coverfoto: montage • vrij naar Magritte
-3-
Président / Voorzitter: • Marc Stelleman – rue du Poirier 11 B – 7191 Ecaussines-Lalaing Tél.: 067/33.04.87, gsm: 0477/72.34.71 / e-mail:
[email protected] Ondervoorzitter / Vice-Président: • Paul Depoorter, Diksmuidse Heerweg 394, 8200 St.Andries-Brugge. Tel.: 050/39.74.60, gsm: 0477/41 25 85 / e-mail:
[email protected] • Jean-Marc Ancion, Rue Vinave 67 - 4460 Grâce-Hollogne. Tél.: 04/233.49.61, gsm 0475/52.78.46 /
[email protected] Secretaris / Secrétaire: • Walther Apers, Savooistraat 128, 9600 Ronse.
[email protected] Tel.: 055/30.40.50, gsm: 0475/800.845 Redactie / Redaction Citroglycerine: • Marc Roelandt, Rédacteur en chef / Hoofdredacteur d’Overschielaan 29 - 1850 Grimbergen. Tel. 02/269.86.48, gsm: 0472/903.908 / e-mail:
[email protected] • Leo Van de Velde, fotoredactie Tel.: 0486 96 56 56 / e-mail:
[email protected] Ontwerp en opmaak / Création et mise en page: • Leo Van de Velde Tel.: 0486 96 56 56 / e-mail:
[email protected] Clubshop en Penningmeester / trésorier: • Annie Verstraete, Veerstraat 8, 2240 Viersel
[email protected] Tel.: 03/475.25.32, gsm: 0479/39.57.40 Website: www.dssmclub.be • Vincent De Potter, webmaster, Oude Houtlei 142, 9000 Gent. Tel.: 0476/31.87.29 /
[email protected] Technisch raadgever / Conseiller technique • fr. Carl Dufays: Tél.: 071/52 21 34 ou gsm: 0479/202 602 /
[email protected] • nl. Gunter Temmerman: Tel.: 015/41 91 97 (‘s avonds) /
[email protected] Regionale verantwoordelijken / Responsables régionaux: • Antwerpen: Günther Götzfried, 03/449 11 56 (
[email protected]) • Brabant: Marc Roelandt, 02/269 86 48 (
[email protected]) • Hainaut-Namur: Carl Dufays, 071/52 21 34 • Liége-Luxembourg: Jean-Marc Ancion, 04/233 49 61 (
[email protected]) • Limburg: Jurgen Stelten, 011/66 28 50 (
[email protected]) • Oost-Vlaanderen: Vincent De Potter, 0476/31.87.29 (
[email protected]) • West-Vlaanderen: Paul Depoorter, 050/39 74 60 (
[email protected]) Het jaarlijks lidgeld bedraagt 40 Euro, na 1 juli 20 Euro. Te storten op KBC rek.nr.: 738-1113031-75 van DS/SM Club Belgium. La contribution annuelle s’élève à 40 euros (20 euros dès le mois de juillet) à verser au compte du KBC: 738-1113031-75 du DS/SM Club Belgium. IBAN: BE05 7381 1130 3175 / BIC: KREDBEBB Overname van artikels toegestaan mits bronvermelding. De artikels in Citroglycerine verbinden slechts de schrijvers ervan. Reproduction d’articles possible en mentionnant la source. Les articles dans le Citroglycerine n’engagent que leurs auteurs. Wie doet wat / qui fait quoi spécifiquement? Classic Car Insurance: Walther Apers (
[email protected]) Réprésentati(e)ion FBVA : Marc Roelandt (
[email protected]) Réprésentati(e)ion l’ABCC: Marc Roelandt (
[email protected]) & Paul Depoorter (
[email protected]) Registre/registratie Chapron: Vincent De Potter / De Potter Vincent (
[email protected]) Registre/registratie SM: Marc Roelandt (
[email protected]) & Annie Verstraete (
[email protected])
-4-
Marc Stelleman
Editoriaal Het seizoen 2011 voor onze club is reeds goed uit de startblokken geschoten, en twee uitstappen zijn er het bewijs van. Ik neem de gelegenheid te baat om Jean-Marc Ancion te bedanken en zeker ook Jacques Tilquin, die ons de kans hebben gegeven het Magritte Museum te bezoeken. Wij waren daar met welgeteld 111 personen, als dit geen succes is ? De clubactiviteiten trekken meer en meer volk aan, en de organisatoren van de uitstap in Borgloon zullen mij niet tegenspreken, want wij zaten met 80 man in het restaurant, en een hondertal personen heeft aan het geheel van de dag deelgenomen. Zo verder doen, zou ik zeggen ! Dit is ook aanmoedigend voor de organisatoren, zeg ik steeds. Dus graag tot binnenkort. Afsluiten doe ik met nogmaals een dankwoord aan de heer en mevrouw Van der Laan voor hun warme onthaal. Veel leesgenot.
La saison 2011 de notre club est déjà bien lancée et nous avons eu l’occasion de participer à de bien belles organisations. Je profite de l’occasion qui m’est donnée de remercier Jean-Marc et aussi, et surtout, Jacques Tilquin, qui nous ont permis de visiter ce magnifique musée qu’est le musée Magritte. Le succès de foule était au rendez-vous puisque nous étions tout simplement 111 personnes ce jour-là. Les activités du club rassemblent décidément de plus en plus de monde. Ce ne sont pas les organisateurs de la sortie à Borgloon qui me contrediront puisque là aussi ce ne sont pas moins de 80 convives qui ont partagé le repas mais près d’une centaine était présente sur l’ensemble de la journée. Continuons comme cela ! Je le répète souvent, c’est très encourageant pour les organisateurs. Donc, à très bientôt, j’espère. Je terminerai en remerciant une nouvelle fois Monsieur et Madame Van der Laan pour leur merveilleux accueil chez eux. Bonne lecture.
-5-
Daar is de lente !
vrij naar Magritte
Daar is de lente, daar is de zon….. meestal moeten we ons in maart en april tevreden stellen met een waterzonnetje of een paar zonnige uren die enkel achter glas aangenaam aanvoelen, meestal wordt er verlangend uitgekeken naar het eerste terrasje, maar de manier waarop de lente dit jaar haar intrede deed is op zijn zachtst gezegd uitzonderlijk te noemen en zal de statistieken weer wat cijfers rijker maken… lange zonnige dagen, onwaarschijnlijk hoge temperaturen en jammer genoeg ook een keerzijde die in de Hoge Venen al honderden hectaren natuurgebied in de as legde. Alsof een seizoen werd overgeslagen. Ze zijn waarachtig de maartse buien en aprilse grillen vergeten….. De ijsheiligen weten vast niet wat hen overkomt. Door al die warmte en droogte komt de natuur maar moeilijk op gang, maar één goede regenbui is voldoende om alle mogelijke tinten groen tevoorschijn te toveren. Niet alleen komt de natuur terug tot leven, ook het clubleven is weer in volle beweging. Over het startschot, dat gegeven werd op de beurs in Brugge deed Frederik in onze vorige editie reeds verslag. De bijhorende foto’s spraken voor zich. “The Goddess of 1967” was als thema een schot in de roos en de “roze godin” is niet onopgemerkt gebleven. In meer dan één verslag, tijdschrift of artikel, nationaal en internationaal
werd melding gemaakt van deze uitzonderlijke auto die dit jaar de show stal op onze stand. Bravo Frederik, Dirk en Paul, jullie schreven weer een stukje geschiedenis voor de Club !! Slechts twee weken later bracht de club ons van Brugge naar Brussel. Toen we bij het opstellen van het programma voor 2011 op zoek gingen naar een leuk, interessant en/of ongewoon idee voor de familiedag kregen we van onze ondervoorzitter Jean-Marc Ancion een voorstel dat te mooi was om waar te zijn. Als medewerker bij de Maatschappij Electrabel Suez , die sponsor is van het Magritte museum kreeg hij 100 gratis toegangskaarten van zijn baas, de Heer Jacques Tilquin. Als je weet dat één toegangsticket normaal $13,- kost, werd dit aanbod met open armen aangenomen. Toen bij de voorbereiding het parkeerprobleem in hartje Brussel ter sprake kwam werd ook nog de mogelijkheid geboden om gebruik te maken van de parkeergarages van het Electrabel complex in de Boomkwekerijstraat, op wandelafstand van het Koningsplein. Het was dus met niet weinig trots dat we de uitnodigingen voor de familiedag op de post deden. En, het is met evenveel
-6-
‘ Ik schilder om de wereld een beetje beter te begrijpen’, zei Magritte zelf. ‘Mijn werken zijn vaak geheimzinnig. Maar de wereld is ook zo geheimzinnig...’
trots dat wij naderhand kunnen zeggen dat het aanbod door jullie gewaardeerd werd. Op zondag 13 februari 2011 werd de DS/SM Club Belgium door niet minder dan 113 personen vertegenwoordigd bij de ingang van het Magritte museum. Ik moet bekennen dat ik ook bij de eersten was om onze deelname te bevestigen. Natuurlijk weet ik dat Magritte één van de belangrijkste Belgische kunstenaars in de moderne geschiedenis is. Natuurlijk weet ik dat “Ceci n’est pas une pipe” van zijn hand is. Maar, was dat niet zowat alles wat ik van hem wist ??? Nu weet ik dat René Magritte één van de weinige schilders is waar een volledig museum aan gewijd is en dat hij één van de belangrijkste surrealisten van de vorige eeuw is. Met een geheel eigen stijl en een aantal beroemde werken heeft hij richting gegeven aan de surrealistische stroming. Nog steeds - bijna 40 jaar na zijn dood - is er wereldwijd veel belangstelling voor het werk van Magritte. ‘Ik schilder om de wereld een beetje beter te begrijpen’, zei Magritte zelf. ‘Mijn werken zijn vaak geheimzinnig. Maar de wereld is ook zo geheimzinnig...’
vrij naar Magritte
With Their Dog After The War”. De warme chocomelk en de gezellige babbel achteraf konden niet beletten dat beelden van bolhoeden, wolken, bomen… nog lang op ons netvlies achtergebleven zijn. Hartelijk dank Jean-Marc voor deze bijzondere namiddag.
Eigenlijk schilderde Magritte doodgewone dingen. Maar hij zette ze meestal op plaatsen waar je ze niet verwacht. Daardoor wordt het schilderij geheimzinnig. Het roept vragen op. Dat is wel het minste dat je van het werk van Magritte kunt zeggen. Minutenlang kun je naar één werk staan kijken, je afvragend wat hij wil uitdrukken. Dan heb je nog de namen die hij aan zijn werken geeft… wat speelde zich in dat hoofd af ??? Moet iemand een beetje gek zijn om zo’n genie te zijn of zijn genieën altijd een beetje gek??? Ik weet het niet, maar wat die man gemaakt heeft is geniaal !!! soms vraag je je af of je nu naar een schilderij aan het kijken bent dan wel naar een foto. Perfectionisme tot in de kleinste details. Om stil van te worden. Ook het gebouw waarin het Magritte Museum is ondergebracht is de moeite waard. Het ligt op een buitengwoon fraaie plaats in Brussel : op het Koningsplein, niet ver van de Grote Markt en het Koninklijk Paleis, in het huis Altenloh, een neoclassicistisch gebouw uit de 19de eeuw. Het museum maakt deel uit van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten en vervolledigt op het Koningsplein het Museum voor Oude Kunst, het Museum voor Moderne kunst, het Wiertzmuseum en het Meuniermuseum. Wisten jullie trouwens dat hij ook op andere artiesten indruk heeft gemaakt ? Zozeer zelfs dat niet minder dan Paul Simon er een lied heeft aan gewijd : “René And Georgette Magritte -7-
DS/SM Club, of wat dacht je ?
Weer of geen weer, nog winter of al lente, het eerste weekend van maart is de club steevast te vinden in Antwerp Expo, nog steeds beter bekend als het Bouwcentrum. Sinds jaar en dag is het Antwerp Classic Salon (in 2011 reeds voor de 34e keer) een vaste waarde op de kalender van de Club. Het administratieve gedeelte, waar ook dit jaar weer Günther voor tekende, is ondertussen een routine geworden, maar de keuze van de auto’s bezorgt ons elk jaar weer een paar slapeloze nachten. Bij deze willen wij van de gelegenheid gebruik maken om al die leden die gedurende de voorbije jaren volledig belangeloos hun trots ter beschikking stelden voor een weekendje keuren, strelen, bewonderen, en ja soms wordt er wel eens een beetje kwijl weggeslikt bij het zien van al dat moois. Ook nu weer onze welgemeende dank aan Frederic Van Cauwenbergh bij wie we alweer mochten aankloppen voor een pareltje uit zijn collectie : een prachtige ID uit de beginjaren !! en aan Walther Apers die zijn SM een weekendje Antwerpen cadeau deed…
De ploeg van zondag
-8-
Antwerpen Niettegenstaande het concept ieder jaar hetzelfde is : onze stand met één DS, één SM en Günther die een glaasje wijn aanbiedt, ieder jaar opnieuw is het een deugddoende ervaring en kijken we uit naar dat weekend. We missen diegene die ons vorig jaar een bezoekje brachten en dit jaar niet en zijn we altijd weer verheugd als Gilbert Vermaercke op zaterdagochtend als eerste onze stand aandoet !!!
Karina van de BOCC in “habit d’époque”
Gilbert is niet alleen ons oudste clublid, hij is ook onze trouwste beursbezoeker. Afspraak volgend jaar hé Gilbert !! Zaterdag kwam Eddy Muyldermans, ons kersvers nieuwste bestuurslid een handje toesteken en ook hij heeft genoten van de gezellige drukte van allen die langskwamen en even tijd maakten voor een aangename babbel. Vele handen maken licht werk en dankzij de hulp van Frans Tant en Eddy Wuyts konden we op zondagavond terugkijken op een geslaagd beursweekend. Wij hopen dat de bezoekers er evenveel van genoten hebben als wijzelf.
-9-
De voorbije jaren waren we al enkele malen gaan aankloppen bij de familie Van der Laan in Borgloon om op zijn medewerking beroep te doen voor het ter beschikking stellen van één van zijn talrijke “specialekes” Zo konden we vorig jaar zijn DS Prestige bewonderen op de beurs in Antwerpen en zijn Traction Avant 15-6 cabriolet Worblaufen op Citroën Story in Zolder. Tijdens één van de diverse bezoeken ter gelegenheid van het halen en brengen van zijn wagens vertelde hij ons dat alle leden van de club welkom waren voor een bezoekje aan zijn uitzonderlijke verzameling. Dit kwam uiteraard niet in dovemansoren terecht en de prachtige omgeving gekoppeld aan de speciale collectie wagens bracht ons al snel bij “de bloesemrit” op 10 april. Dat vooral onze mannen van deze dag genoten hebben bij het ontdekken van zoveel moois in de stallingen van de familie Van der Laan hoeft geen betoog maar het prachtige weer heeft er hopelijk voor gezorgd dat ook de partners met positieve gevoelens op deze dag terugkijken.
Anne-Marie is blij ...
Bij deze alvast nogmaals onze hartelijke dank aan de familie Van der Laan voor het openstellen van hun huis en hun hart op deze mooie lentedag. Dit is alweer een voorbeeld van wat onze club zo uniek maakt !!! De wagens liggen aan de basis, maar de mensen vormen het hart en brengen de club tot leven. De voorbije uitstappen gemist ??? Of kijken jullie al uit naar nog meer moois en leuks ?? Geen nood, de komende activiteiten brengen ons weer naar alle windstreken van ons kleine maar o zo boeiende landje. Hopelijk zien we elkaar binnenkort (weer)! Annie
en Günther is er ook bij !
Jong geleerd, is oud gedaan: de kleinzoon van Theo en Margreet. - 10 -
Alle goede dingen bestaan uit drie.
- 11 -
- 12 -
Lezersbrief
Haspengouw Bloesem-rit Borgloon en omstreken Een lid van de Belgische Citroën DS SM club heeft een prachtige rit georganiseerd. Het begon allemaal bij hem thuis. In de keuken stond koffie (limonade) en taart. Je kon lekker in de tuin zitten, want de zon scheen. Op de grote oprit stonden allemaal auto’s. De organisator zelf heeft ook een heleboel mooie oldtimers. Die konden de gasten dan ook bewonderen. De rit is begonnen. De oprit loopt langzaam leeg. Er staan nog maar een paar auto’s en... Vrrr, vrrr. Daar start een auto niet! Wat nu? We liepen de oprit af, maar gelukkig startte hij al. De rit is begonnen. Iedereen is vertrokken. We komen langs mooie velden vol met bloemen, mooie gebouwen en landschappen. We waren op weg naar het Stroopmuseum! Eenmaal aangekomen bij het stroopmuseum parkeerde alle mensen hun auto’s. We liepen gezamenlijk naar het museum toe. We gingen mee met de gids. Hij vertelde eerst wat dingen over stroopfabrieken en fruitbedrijven. Toen wat over het transport. Er waren allemaal transportbanden, schroeven en ander transportmateriaal. We gingen naar binnen en we zagen grote koperen ketels waar de stroop in gemaakt werd. In het museum was een tijdelijke tentoonstelling die “Bloesemimpressies, De naakte waarheid” heette. Er stonden beelden, er hingen schilderijen en er waren bijzondere dingen zoals een kamertje met een lampje op het plafond. Er hingen allemaal brillen aan visdraad te zweven. Doordat het licht door de brillen scheen, kwam er een mooi licht uit de bril. De rit ging verder, langs mooie gebieden. Het was een hele mooie rit. Op een gegeven moment kwamen we in een dorpje waar familie de Theije een lekkere wafel nam. Toen we uiteindelijk aankwamen (we waren eventjes verdwaald geraakt dus iets te laat) Was de rest al aan het eten. We schoven aan en aten onze buiken vol. Het was heel mooi en leuk. Even in het kort: een geslaagde dag ! Maarten de Theije – 11 jaar
- 13 -
Sortie mémorable à Borgloon Le 10 avril 2011 est une date à inscrire dans les annales du DS/SM club. Je vais vous expliquer les raisons de ce succès. En ce beau dimanche ensoleillé de printemps, sans doute choisi pour la circonstance, le club a programmé une première sortie des plus attirantes. Beaucoup de membres ont compris l’intérêt de cette randonnée et nous nous sommes retrouvés à 78 personnes dans 39 Citroën de la gamme DS et SM plus rutilantes les unes que les autres. La famille Van Der Laan nous avait fait l’honneur de nous recevoir amicalement et très chaleureusement dans leur grande maison (ancienne ferme restaurée). Le propriétaire nous faisait découvrir, en ouvrant tous ces garages (anciennes granges de l’ancienne ferme), un véritable trésor d’anciennes voitures rares. Ce passionné restaure lui-même ses véhicules avec une grande rigueur. Tous les amateurs que nous sommes avons donc apprécié à sa juste valeur ce que veut dire « collection de voitures anciennes ». Pour ceux qui le désiraient, un autre type de restauration nous était offert par nos hôtes : une collation composée de délicieuses tartes nous était proposée avant le départ vers d’autres découvertes. Quelques minutes de déplacement pour nous rendre à la fabrique de sirop en tout genre. Un guide particulièrement compétent nous expliquait de façon très vivante la renaissance de cette entreprise crée en 1876 et qui pendant 6 générations produisit des sirops artisanaux connus dans toute la Belgique et même au-delà de nos frontières. Si vous voulez en savoir beaucoup plus sur cette spécialité, je vous suggère de consulter leur site internet www.loonsestroop.be qui est très instructif et fort bien construit. Suite à cette visite et quelques pots de sirop achetés, une ballade de 35 km nous faisait découvrir une splendide région couverte d’arbres fruitiers en fleur. Un paysage presque féerique ornait cette vaste campagne du Limbourg. On comprend pourquoi cette région est en pleine expansion, fier de son présent et confiante dans son avenir. Ce petit parcours se terminait au restaurant De Horne à Heers dans un cadre pittoresque et verdoyant. Là tous les participants profitèrent d’un excellent repas où l’on pouvait se retrouver entre amis et échanger plein de bonnes paroles sur cette nouvelle saison qui s’annonçait bien. Nous remercions de tout cœur les courageux organisateurs qui nous ont fait vivre une palpitante et instructive journée. Nous espérons tous que la prochaine sortie soit tout aussi surprenante. Citroënement vôtre, Philippe.Majot.
- 14 -
- 15 -
Ce qu’aurait pu devenir la 24
La division automobile Panhard a été sacrifiée, faute d’être rentable. Pourtant, de nombreux projets, y compris chez Citroën, auraient peut-être permis de développer une auto hybride, à l’image de ce que fait Peugeot avec Citroën. Un zeste de Panpan, une pincée de Citron et le tour aurait été joué. Encore aurait-il fallu que la volonté soit là… Si, au soir du 19 septembre 1967, les chaînes Panhard cessent définitivement leur activité, la société n’est pas enterrée pour autant. Avenue d’Ivry, on continuera à produire des camionnettes 2CV, des Ami 6 et même des Méhari… jusqu’à ce que les terrains soient revendus pour y construire des logement sociaux, une partie des bâtiments administratifs abritant le siège social de la Société Mécanique des Constructions Panhard & Levassor.
Car, au sein du bureau d’études Citroën, on ne cachait pas son admiration pour cette voiture et pour le travail des ingénieurs de Panhard dont certains ont, d’ailleurs, rejoint avec succès la marque aux chevrons. Et plusieurs projets ont été développés pour tenter d’infléchir la volonté du patron et lui prouver que le développement d’une 24 encore plus performante était viable, et surtout envisageable à peu de frais.
Car c’est surtout dans la production de véhicules militaires (chars AMX, automitrailleuses, …) que Panhard va s’avérer une entreprise rentable, repliée à Marolles-en-Hurepoix, dans une usine ultra-moderne édifiée en 1973.
Une 24 à châssis DS
Des engins militaires qui utilisent encore des dérivés du moteur de Delagarde, mais dans des versions quatre cylindres qui ont toujours été refusés à l’automobile. Pourtant, et contrairement à ce que l’on aurait pu croire, la disparition de la 24 aurait pu être retardée, si Pierre Bercot en avait eu la volonté.
Premier projet, une 24CT légèrement rallongée à l’avant (+32,8 cm) et à la carrosserie remaniée : jupe avant profilée pour éviter les turbulences, carénage des passages de roues, léger profilage du passage de roue arrière avec l’adjonction d’un minuscule becquet, extracteurs d’air sur les ailes avant…Mais une 24CT qui adoptait un châssis de DS en acier, permettant un élargissement de la voie avant avec le montage des trains roulants d’une DS qui, en l’occurrence, adoptait les freins à disques à l’avant et des tambours à
- 16 -
l’arrière. Deux mécaniques étaient prévues : soit un dérivé du moteur DS, dans sa version 2.175 cm³ légèrement gonflée à 124 ch SAE, soit le moteur étudié alors par Walter Becchia et qui, pour une cylindrée de 1.987 cm³, offrait une puissance phénoménale de 143 ch SAE à 5.500 tr/min. Il faut dire que ce monstre était un quatre cylindres à double arbre à cames en tête, à quatre soupapes par cylindre (en 1965 !) et qu’il était gavé par deux carburateurs Weber double corps. Parallèlement, cette auto devait recevoir la direction à rappel asservi DIRAVI et les suspensions hydropneumatiques Citroën.
DS et la 24CT ! Et les passages de roues arrière très volumineux sur la 24CT acceptaient les roues arrières de DS, sans modification. C’était une union heureuse. » Cette auto a été étudiée en 1967, alors que Jacques Né et son équipe planchaient sur celle qui allait devenir la SM. Parmi ses collaborateurs, on comptait alors M. Pajot, ex-Panhard, qui va ainsi jeter les premières bases de cette Citroën-Panhard dont les premiers essais laissent augurer le meilleur : « nous dépassions allégrement les 200 km/h. A cette époque,
Le bureau d’études Citroën, Jacques Né en tête, était enthousiaste à l’idée de faire aboutir ce projet : « le mariage de la carrosserie Panhard avec le châssis DS Citroën s’est fait avec une grande facilité. Par exemple, les voies arrière (1,30 m) étaient identiques sur la - 17 -
la société Chausson sortait encore des carrosseries complètes de 24CT et BT. Mais ses dirigeants savaient, comme tout le monde, que les jours de ces modèles étaient comptés. Aussi, ma proposition de faire survivre cette carrosserie (après quelques légères modifications d’adaptation) sur une nouvelle Citroën les combla d’aise. Ils étaient sûrs de pouvoir ainsi amortir leur chaîne de fabrication. Leur enthousiasme était tel qu’ils étaient prêts à consentir un prix de fabrication imbattable. Très encouragé par ces conditions inespérées, je croyais de plus en plus dans l’avenir de ce modèle. Et ma proposition de construire ce modèle en série avait été beaucoup poussée par MM. Grosseau, Magès et Altéra. Malheureusement, au dernier moment, Pierre Bercot a tout arrêté ».
Du 240 km/h avec un V6 Exit donc cette véritable GT. Pour autant, le bureau d’études poursuit ses recherches dans le plus grand secret. Toujours sous la férule de Jacques Né. Cette fois, on est en 1970 et, sous couvert de réaliser un véhicule pouvant servir de banc d’essais au développement de la SM, c’est un châssis type 2CV qui reçoit une carrosserie de 24CT modifiée, avec des ailes avant élargie pour laisser place à des gros extracteurs d’air (et à deux radiateurs… latéraux), des côtés de caisse carénés et, surtout, pour permettre l’installation du… V6 Maserati de 2.670 cm³ pour une puissance de ….240 ch ! La suspension est du type SM, tout comme la direction à rappel asservi, les freins à disques sur les quatre roues et la roue de secours est placée à l’avant, comme sur une DS. Le réservoir affiche une capacité de 110 litres et il est placé à l’arrière. L’intérieur est un mélange de SM et de DS et il a permis de tester un certain nombre de solutions, comme les sièges réglables en tous sens avec subtilité qui ne sera jamais retenue par la suite, les appuis-tête montés sur … glissières fixées au pavillon ! Ce prototype, gavé par trois carburateurs double corps Weber a effectivement aligné de nombreux kilomètres et était donné pour une vitesse de pointe de …240 km/h. De quoi donner bien des regrets.
Source : Hors-série Gasoline n° 13 septembre-octobre 2000 Photos : Bernard Vermeylen – Panhard, ses voitures d’après-guerre Olivier de Serres – Citroën SM
- 18 -
De loopbaan van het oudste DS/SM Clublid Gilbert Vermaercke uit Welden/Oudenaarde. 1ste Citroën 2 pk, occasie, Bouwjaar 1954, helemaal hersteld en ermee gereden tot 1965. _____________________________________________ 2de Citroën Ami 6-Break. Bouwjaar 1966. Nieuw gekocht, bij Garage Bossuyt. Dienst als depannage tot 1976. ______________________________________________
Wie doet het hem na ? Op 4 mei is hij zo oud/jong geworden/gebleven. 82 jaar ! Over vele jaren heeft Gilbert Vermaercke met een groot aantal Citroënwagens gereden. Gilbert was getrouwd met de intussen vijf jaar geleden overleden Gerarda Ketsman, een schat van een vrouw. Geboren op 04/05/1929, is Gilbert Vermaercke, met zijn 82 jaren absoluut het oudste clublid in de DS/SM Club. Wie doet het hem na ??? “Hiernaast al mijn Citroën-wagens die ik in die 60er jaren gebruikt heb, allemaal als werkwagen en ceremonie-auto. Nog in mijn bezit is de zwarte DSpecial als ceremoniewagen en voor oldtimeruitstappen. Ik had ook een Peugeot 205 / Bouwjaar 1992. Dat mag toch wél . . . ? Die auto is nog steeds in bezit van de familie : mijn dochter Patricia gebruikt hem als Inkoopwagen. In die tijd was ik in de VVKClub Limburg, en “Gentse Retrowielen” - en werd dan driemaal Oldtimer-kampioen : 1985 -1986 en 1987. En dit allemaal met de CItroën ID 19, Bouwjaar 1962. Wie doet me dit na . . . AUB ?” zegt Gilbert !
3de Citroën DSpecial. Bouwjaar 1972. Gekocht uit faling. Een jaar oud. Herschilderd : ZWART. Als elegante DS, die al die jaren dapper reed en dit vandaag nog . _____________________________________________ 4de Citroën GS-Break. Occasie-overname. Diende als depannage-wagen in zijn garage van 1976-1983. Werd dan verkocht. _____________________________________________ 5de Citroen AK-400. Bouwjaar 1972. Hersteld na ongeval. Vernieuwd voor een reis naar de Côte Azur. Reis succesvol. Auto werd later verkocht. _____________________________________________ 6de Citroën ID 19. Bouwjaar 1962. Gered van schroothoop. Werd dan gans gerestaureerd. Uitstappen met Oldtimers tot jaar 1966. _____________________________________________ 7de Citroën Visa. Bouwjaar 1983, 2 cylinder. Nieuw gekocht van Garage Bossuyt. Wagen voor zijn echtgenote Gerarda. Auto is gebotst in 1995. Perte totale.
Artikel van Günther H. Götzfried
Garage Snoeckx BVBA Bredabaan 196 2170 Merksem.
tel.: 03/ 645 95 13 Fax: 03/ 647 32 52 - 19 -
Journée de l’Amicale ABCC 15 mai 2011 Lion de Waterloo (2006), domaine de Bokrijk (2007), citadelle de Namur (2008), siège de Citroën Place de l’Yser (2009), circuit de Zolder (2010)….. Ces lieux ont un point commun : celui d’avoir rassemblé, au cours des dernières années, les passionnés que nous sommes autour de nos prestigieuses voitures à l’occasion d’un Jumble ou encore d’une Citroën Story. En 2011, le choix de l’ABCC s’est porté sur le musée Mahymobile pour l’organisation de sa «Journée de l’Amicale ». Ce musée est implanté dans l’ancienne usine textile Ernaelsteen, bâtiment racheté en 1997 par la ville de Leuze pour y installer le futur musée communal de l’automobile. Lors d’une précédente activité du club, nos membres avaient déjà eu le plaisir de découvrir les quelque 300 véhicules exposés de façon permanente dans ce musée. Petit bond dans le passé pour vous rappeler que Ghislain Mahy achète en 1944 sa première voiture, une Ford T, sans se douter à l’époque qu’elle constituera la première pièce d’une immense collection (1000 véhicules en l’an 2000), unique au monde par sa diversité et qui retrace l’histoire mondiale de l’automobile de 1895 à nos jours. Ne se lassant jamais d’admirer de belles mécaniques, nos membres ont à nouveau pris la route de Leuze en Hainaut pour répondre présents à l’invitation de l’ABCC ce dimanche 15 mai. Et grand bien leur en a pris car la visite valait vraiment le déplacement. Au cours de la journée, les visiteurs avaient tout le loisir de déambuler sur le parking du musée où se côtoyaient plus de 120 véhicules, notamment des SM, DS, 2CV, GS, CX, AMI 8, AMI 6
qui, faut-il le rappeler, fêtait en avril son 50ème anniversaire et à qui une place d’honneur avait donc tout naturellement été réservée. Ensuite, chacun avait le loisir de (re) découvrir les modèles exposés tout au long de l’année ainsi que la collection de miniatures, tout en prenant le temps d’une pause pour savourer un piquenique « maison » ou un casse-croûte proposé sur place. Dans son invitation, l’ABCC nous signalait, qu’à titre exceptionnel, la direction du Musée avait accepté de nous laisser parcourir une autre partie du musée, jusque-là jamais ouverte au public. Avant de pénétrer dans cet antre, nous étions loin de nous douter que c’était une véritable caverne d’Ali Baba, regorgeant de trésors cachés, qui allait s’ouvrir à nous. Par petits groupes, nous avons donc sillonné plusieurs salles pour découvrir des véhicules de toutes marques et de tous âges, sortis de granges, de containers, ou de Dieu sait où. Certes, ces voitures ne se présentaient pas toutes à nous dans ce qu’on appelle un état concours, loin de là, mais peu importe ! Nous aurions voulu que cette visite exceptionnelle dure bien plus qu’une demi-heure tant nos yeux étaient inondés et impressionnés. Des modèles rares et moins rares, des marques probablement inconnues pour certains (moi évidemment !) sont jalousement conservés dans les murs du musée, comme des dossiers classés « Top Secret ». Et tout cela en nombre puisqu’environ 1100 véhicules ont été recensés, même si tous n’étaient pas visibles (certaines salles n’étant pas accessibles). Pour ne citer que quelques exemples, nous avons repéré une très belle Ford Capri, une très vieille BMW décapotable, une Pacer,
- 20 -
comme celle conduite par Coluche dans le film « l’Aile ou la Cuisse », une Anglia qui m’a rappelé les aventures de Harry Potter, plusieurs modèles de chez Minerva, Buick, Chrysler, Fiat, Citroën, Renault,….. En quelques mots, disons que nous en avons eu plein la vue et que nous avons réellement été privilégiés car apparemment, il semble que la Direction du musée ne soit pas prête à ouvrir l’accès à ces salles. Espérons qu’elle change d’avis un jour et qu’elle donne l’occasion à d’autres de s’émerveiller devant tous ces trésors…. N’oubliez pas notre prochaine activité, le 3 juillet à Maldegem. Myriam & Luc Photos : Frédéric Taburiaux et Marc Roelandt
- 21 -
La fin du liquide LHS-2 en vue ? Depuis quelques mois, les propriétaires d’une DS/ID d’avant le mois d’août 1966 semblent avoir des difficultés pour obtenir le liquide hydraulique approprié, le fameux LHS-2 vendu dans les bidons rouges.
En effet, le LHS-2 n’est plus produit par aucune firme et, suivant certaines sources, Total l’envisagerait seulement pour une commande groupée de 10.000 litres ! Dans certains pays comme les Etats Unis et l’Australie, on a recours à l’huile Castrol RR 363 comme substituant. Ce liquide est employé dans les Rolls Royce Silver Shadow et Bentley T qui sont équipées du correcteur d’assiette à l’arrière, suivant le système Citroën. Le but de cet article est de voir quelles sont les alternatives actuellement disponibles, avec les points positifs et négatifs. Si vous avez dans ce domaine des expériences à nous communiquer, faites-le en écrivant à la rédaction.
Les débuts de l’hydropneumatique chez Citroën Pour Paul Magès, qu’on a appelé, à juste titre, le père de l’hydraulique, tout a commencé en 1942 par la réalisation d’un répartiteur de freinage pour le camion T45. Ce répartiteur, dont le principe est une pompe haute pression à tiroir, a été monté ensuite sur le fourgon TUB (qui préfigurait le fourgon Type H). Pendant l’occupation, le bureau d’études continuait à travailler sur le projet TPV (toute petite voiture = 2 CV) pour laquelle on recherchait une suspension particulièrement légère et souple en rapport avec la structure de la voiture. Pour y arriver, on essayait des suspensions à barres de torsion multiples et même des suspensions sur caoutchouc conçues avec le concours de Michelin. Paul Magès, cependant, revient à son idée initiale : des ressorts pneumatiques contenant un gaz comprimé à haute pression par un liquide hydraulique. Une fois l’idée est définie, il faut encore trouver les matériaux appropriés !
- 22 -
Garage Dirk
OOSTERLINCK NV
Zuidleiestraat 2, 9880 Aalter T: 09 / 374 52 02 F: 09 / 374 59 88
[email protected] Volledige restauratie met originele onderdelen Restauration complète avec des pièces d’origine
- 23 -
Le liquide employé est du liquide de frein Lockheed, auquel on ajoute du di acétone-alcool, pour permettre des variations de viscosité en fonction de la température. Pour les membranes, aucun caoutchouc ne résiste. Michelin propose dix sortes de matières différentes, et ce sera finalement le caoutchouc synthétique des chambres à air “Airstop” qui tient le mieux. Pour le gaz, c’est l’azote qui sera retenu, sa neutralité en cas de fuite supprime tout risque de feu ou d’explosion. Le liquide LHS de couleur rouge, pour ne pas le confondre avec les liquides de frein classiques plus ou moins incolores, sera désigné différemment selon les marques : Antar FH 6, Lockheed HD 19, Stop SP 19, BP Energol Hydraulic C.F., Shell Donax D et Pentosin Rouge.
changer régulièrement, ce liquide arrive à corroder les tuyaux et autres éléments métalliques, particulièrement dans des conditions humides. En cas de fuite, un effet secondaire était d’agir comme décapant pour la peinture ! Il suffit de regarder la traînée d’huile qui a attaqué la peinture sur le bidon !
La traction 15-H La première voiture Citroën dotée d’une suspension hydropneumatique à l’arrière était la traction 15-H proposée en avril 1954. Une 15 classique coûtait 859.920 FF et la 15-H coûtait 940.000 FF soit un supplément de 9,30 %. Cette suspension uniquement à l’arrière était ultérieurement également disponible sur l’ambulance HY. Citroën a habitué le grand public à une nouveauté technique qui allait se répéter dans la DS 19 ! Ceci a également permis aux mécanos de la marque de se familiariser avec tous les éléments du circuit hydraulique.
commandes deviennent molles, les vitesses ne passent plus, la suspension devient trop molle, le démarreur ne veut plus rien savoir et, ce qui est plus grave, une flaque rouge s’étend sous la blessée ! En plus, dans toute la France en 1955, aucun garagiste n’est capable de réparer une DS ; il n’existe pas de manuel, il n’y a pas un seul imprimé. Quels éléments sont en cause pour les fuites hydrauliques ? Il y a d’abord les joints de faisceaux des tubes reliant les différents organes hydrauliques entre eux. Au départ ces joints d’étanchéité toriques devaient être montés à la main mais, pour des raisons de prix de revient, on décide de les mouler tout de suite sur le métal. En plus, les joints livrés en série ne sont pas conformes au cahier des charges. Un des chimistes de Javel trouve la cause principale des ennuis : le liquide hydraulique devient oxydant à partir de 40° C. On le changera et les pépins cesseront comme par enchantement. Le liquide sera encore changé en 1961 et remplacé en 1964 par le LHS-2, ne causant en principe plus d’ennuis pour les éléments en caoutchouc. Le LHS était à l’origine du liquide de frein Lockheed 70R1 et, ensuite, il y a eu sur le marché américain le liquide approuvé suivant la norme 70R2 et 70R3 qu’on appelait DOT3. Le liquide RR363 approuvé pour les Rolls et Bentley est un liquide de frein DOT3 produit par Castrol. Après le DOT3, l’industrie américaine a produit le DOT4, le DOT5 et le DOT 5.1. Les différences entre ces liquides étant principalement le point d’ébullition.
Ce liquide s’avéra problématique, puisque hygroscopique de nature, donc absorbant l’humidité. A défaut de le
Les liquides LHS et LHS-2. Avec le lancement de la DS 19 au Salon de Paris en octobre 1955, Citroën montrait son savoir-faire avec une voiture ayant dix ans d’avance sur ses concurrentes et ceci a été dû à l’application de l’hydraulique dans divers domaines : la suspension, le changement de vitesses, la direction et le freinage. Mais l’euphorie est de courte durée pour les premiers propriétaires … au moment le plus imprévu, les - 24 -
Il est maintenant impératif de vous donner deux consignes. La première concerne le DOT5 : ceci est un liquide à base de silicones, dont l’usage est fortement conseillé par certains puisque le DOT5 n’est pas hygroscopique. Mais on oublie ou on ignore un désavantage important, à savoir la formation de mousse qui absorbe quand même de l’humidité, qui est transportée dans le système en formant des bulles d’air et de l’eau dans les endroits où il y a peu d’écoulement comme aux freins arrière. Il est fortement conseillé de remplacer tous les éléments en caoutchouc, et de
faire un rinçage complet, si on passe du liquide LHS2 au liquide DOT5.
Et maintenant, que dois-je faire ? (chanson connue)
La deuxième consigne : ne mélangez jamais le liquide DOT5 avec du liquide LHS, LHS-2 ou RR 363 !
A défaut de pouvoir se procurer du LHS2, plusieurs solutions existent :
Certains restaurateurs, ayant une réputation établie comme le Suisse Othello, ont d’abord conseillé pendant des années l’usage du DOT5, mais le déconseillent maintenant formellement. Dans le cas d’Othello, c’est en démontant des composants comme pompe et bloc hydraulique et sphères, qu’il a constaté les dégâts causés par le liquide à base de silicones. Il faut également bien être conscient que le silicone attaque certains caoutchoucs, et que la plupart des propriétaires 1. ne savent pas ce qui a été remplacé sur leur voiture au fil des années ; 2. ignorent la qualité des joints, etc. fournis en caoutchouc, provenant soit d’un ancien stock, soit d’une refabrication en Asie !
A. Du liquide de frein. Employez du liquide de frein DOT3, DOT4 ou DOT 5.1 en y ajoutant entre 9 et 10 % d’huile de ricin, également connu en pharmacie et en droguerie. L’huile de ricin est une huile végétale obtenue à partir de graines de ricin. L’huile de ricin a été très utilisée avant la seconde guerre mondiale comme lubrifiant pour les moteurs à explosion (e.a. Castrol) et même jusque dans les années 1980 en compétition: en effet elle a une excellente tenue à haute température et une onctuosité exceptionnelle, cependant, comme elle s’oxyde rapidement et forme des boues, elle a laissé la place aux huiles minérales. Ce mélange est appliqué avec succès aux Etats Unis depuis 1956. Le liquide - 25 -
DOT4 semble être le plus propice. L’huile de ricin étant grasse, elle sert à inhiber la formation de rouille dans les tuyaux. En-dessous de moins 20 ° Celsius, il faut vidanger le système et mettre du liquide de frein pur. Un inconvénient est que ce liquide reste fortement hygroscopique. Si vous vous décidez d’essayer ce mélange, faites d’abord un essai dans un bocal en verre et vérifiez le lendemain si le mélange est resté homogène !!!
B. De l’huile de graines de navet. Je vous vois déjà sourire, mais souvenezvous de la DS 1957 jaune australienne, immatriculée DS.1957, qui était présente au cinquantenaire de la DS en 2005, à Saint-Quentin-en-Yvelines. Son propriétaire s’appelle Bob Dircks, il est designer industriel de profession et il roule tous les jours environ 110 km pour se rendre sur son lieu travail. En moyenne sa DS fait donc entre 24.000 et 32.000 km par an. Elle est donc une des plus vieilles DS en usage journalier au monde !
Comme le LHS-2 était difficile à trouver en Australie, et comme le liquide RR 363 devenait cher à l’usage, il a décidé de le remplacer par cette huile végétale. Cette huile est compatible avec tous les caoutchoucs synthétiques modernes. Elle n’est pas hygroscopique du tout, mais elle a un degré de viscosité inférieur, ce qui veut dire qu’elle est plus épaisse à des températures basses. Pour ceux qui ont des doutes quant à la décomposition de cette huile végétale, il est recommandé de la changer plus régulièrement, en principe tous les deux ans. Plusieurs DS en Australie et en Italie l’emploient sans connaître des problèmes. Un dernier point fort : un bidon de 25 litres ne coûte que 32,50 € + TVA !
C. passer au liquide vert LHM. Pour en finir avec les problèmes qui se posent avec le liquide LHS-2, puisque ce liquide est soit très difficile à trouver, ou soit se vend à des prix astronomiques, une dernière solution seraît de passer au liquide LHM. Ceci est vite expliqué, mais pas fait aisément ! Le réservoir du LHM est peint en vert, les membranes dans les sphères et tous
les tubes et joints en caoutchouc ainsi que les cafetières sont spécifiques pour le LHM.
un réservoir LHM d’occasion et la modification des sphères pour passer au LHM.
Pour une simple ID on estime la modification à 100 heures de travail, et il faut remplacer tous les joints dans la pompe à haute pression, le régulateur de pression, le correcteur d’assiette, les cylindres de suspension, le maîtrecylindre de frein, les étriers de frein et les cylindres de frein à l’arrière. En plus, le raccord tournant du conduit de frein à l’arrière doit être remplacé par un flexible moderne. Et il faut quatre nouvelles cafetières et modifier les sphères pour passer au LHM.
Puisqu’il y a eu au fil des années différents types de pompes haute pression, boîtes de vitesses et étriers de frein, la solution la plus simple est de prendre une voiture équipée au LHM, comme doneur d’organes, et de tout tranférer sur votre voiture. Un point positif pour conclure cet article : à défaut de liquide LHS-2, les fournisseurs connus vous proposent du Castrol RR 363, coûtant environ 22 € le litre. ATTENTION : toutes les recommandations dans cet article vous sont données de bonne foie, l’utilisation de liquides alternatifs se fait à vos risques et perils !
Pour une DS à boite hydraulique on estime la modification à plus de 300 heures de travail, et on doit démonter complètement le bloc hydraulique. Remplacer tous les tubes et joints dans : la pompe à haute pression, le régulateur centrifuge, le régulateur de débrayage, le cylindre de débrayage, la crémaillère, le correcteur d’assiette, les cylindres de suspension, les étriers de frein, les cylindres de frein à l’arrière, les conduits de frein, le couvercle de la boîte de vitesses et finalement quatre cafetières. Ceci vous coûtera 940 € en pièces détachées neuves ! Sans oublier
Les expériences d’un utilisateur : Marc Stelleman Cela fera bientôt 22 ans que je possède mon ID de 1963. Achetée au premier propriétaire, la voiture totalisait 47500 km d’origine. Aujourd’hui, elle en compte 57000. J’admets qu’elle ne roule pas beaucoup. Pourtant, c’est toujours un plaisir. Depuis 22 ans, je n’ai jamais dû me tracasser. Elle a toujours été au rendez-vous, notamment lorsqu’il a fallu partir pour Paris en 2005. Des nouveaux pneus, et hop, c’était parti. Mais j’oubliais, j’ai aussi ajouté un peu de LHS-2. En effet, cela fait 22 ans que la belle laisse toujours traîner quelques tâches d’huile de suspension. En 1989, il a fallu réparer une conduite de retour à l’avant et remplacer le correcteur de hauteur arrière. Ensuite, j’ai toujours connu quelques gouttes à l’arrière mais je n’ai jamais rien changé si ce n’est un raccord tournant, il y a quelques années. Il faudrait probablement changer les cafetières. J’ai toujours
- 26 -
fait l’appoint de LHS-2 mais sans me soucier de la marque. J’ai toujours tout mélangé. Afin d’éviter les grosses tâches, j’ai pris l’habitude, depuis plusieurs années, de baisser la voiture manuellement et ça me réussit car je dois vraiment rarement remettre de l’huile de suspension. Je me souviens du break 1966 de Jean-Pierre Beth qu’il avait passé au silicone. Après avoir remplacé tout ce qui était nécessaire, la voiture était toujours aussi confortable. Je me suis toujours dit que c’était probablement cela la solution. Alors si le LHS-2 devient vraiment introuvable, j’y penserai sérieusement. Ce qui m’a toujours le plus frappé avec le LHS-2, outre la direction qui chuinte, c’est l’odeur particulière. Elle est vraiment typique et cela fait 22 ans que c’est comme cela. Je suppose que les propriétaires de véhicule équipé du LHS2 ont la même impression que moi. Il ne m’est, en tous cas, jamais venu à l’idée de passer au LHM. Il y a trop de charme à rouler au LHS, d’autant qu’il me semble apporter encore plus de souplesse à la voiture. Alors, à tous, bonne route.
15 de ICCCR in Harrogate, YORKSHIRE Van 9 tot 12 augustus 2012
15 ième ICCCR à Harrogate, dans le YORKSHIRE Du 9 au 12 août 2012
Aanzienlijke kortingen op de ferries !
Des remises importantes sur les ferries !
• tot 31 december 2011 geldt het tarief van 82 € (wagen
• jusqu’au 31 décembre 2011 le tarif d’application est
•
•
•
•
•
met chauffeur) en 12 € (passagier ouder dan 16 jaar) ; daarna kan de prijs in 2012 oplopen tot 104 € en 20 €, afhankelijk van het aantal inschrijvingen ! vijf nachten op de camping zijn inbegrepen in de prijs (van woensdag namiddag tot maandag morgen) ; ter plaatse zijn alle faciliteiten voorzien, zelfs restaurants en een supermarkt ; Harrogate is een historisch kuuroord, daarom is er een ruime keuze aan hotels en Bed & Breakfast’s. Het ligt op 35 km van York en 25 km van Leeds ; er vaart een nachtferry van Zeebrugge naar Hull, vanaf daar is het juist 100 km op rustige wegen naar Harrogate ; gedurende de volledige maand augustus 2012 geeft P&O een korting van 20% op het tarief ; vanuit Calais/Boulogne/Duinkerke varen verschillende ferrymaatschappijen naar Dover, en er is de Eurotunnel naar Folkestone. Vanaf daar moet je nog 440 km rijden over autostrades en A-wegen ; reken hiervoor tussen 5 en 7 uur reistijd. P&O geeft ook 10% korting op de overtocht Calais-Dover gedurende de volledige maand augustus 2012. Let wel op : het is nu nog te vroeg om de ferry voor 2012 te boeken !
•
•
• Nieuwe annulatieregeling : iedereen die boekt en betaalt
82 € (voiture et chauffeur) et 12 € (passager ayant plus de 16 ans) ; ensuite le prix pourra monter en 2012 jusque 104 € et 20 €, suivant le nombre d’inscriptions ! cinq nuits sur le camping sont compris dans le prix (du mercredi après-midi jusqu’au lundi matin) ; toutes les facilités sont prévues sur place, même des restaurants et un supermarché ; • Harrogate est une ville thermale historique, pour cette raison vous y trouverez un choix d’hôtels et Bed & Breakfast’s. La ville est située à 35 km de York et 25 km de Leeds ; il y a un ferry de nuit entre Zeebruges et Hull, à partir de là il faut rouler 100 km sur des routes calmes jusque Harrogate ; • pendant tout le mois d’août 2012 P&O accorde une remise de 20 % sur le tarif; à partir de Calais/Boulogne/Dunkerque plusieures compagnies font la traversée vers Douvres, et il y également l’Eurotunnel vers Folkestone. Ensuite il faut compter encore 440 km sur des autoroutes et de nationales ; prévoyez entre 5 et 7 heures de temps de voyage. P&O accorde aussi une remise de 10% sur la traversée Calais-Douvres pendant tout le mois d’août 2012. Attention : il est encore trop tôt pour réserver la traverse ! Nouvelle règle en cas d’annulation : chaque participant qui réserve et paie avant le 31 mai 2012, peut annuler jusqu’à cette date (sans devoir en donner la raison). La somme sera entièrement remboursée (sauf les frais de carte de crédit ou autres frais bancaires).
voor 31 mei 2012, kan tot die datum annuleren (zonder een reden te moeten opgeven). De betaalde som wordt integraal terugbetaald (behalve kredietkaartkosten of andere bankkosten).
• Voor meer inlichtingen, surf naar www.icccr2012.org.uk
Pour de plus amples renseignements, surfez vers www.icccr2012.org.uk
- 27 -
25 jaar DS-SM club
88 - 28 -
Derde deel ! laatste episode Vijf jaar geschiedenis van DS/SM Club Door Günther G. Götzfried
Nr. 88 - Februari 2008 Karambolage Volgens mij is dit een van de mooiste onderwerpen en thema’s. Een ontdekking. Het was Leo Van de Velde die jaren geleden een boek van een Zwitser ontdekte, een zekere Arnold Odermatt, en zijn zoon Urs Odermatt, die dit boek uiteindelijk verwezenlijkt heeft.
Dat die foto’s, zoals in het boek verschenen, zò goed overkwamen dat je er een heel groot boek mee kon vullen, dat heeft ons verbaasd. En vermoedelijk ook onze leden. Dat grote artikel hebben we in februari 2008 gepubliceerd. Beginnend op de voorpagina. Ik raad jullie aan om zeker dit nummer eens uit de kast terug te halen. Want, DSsen kunnen ook botsen. Of worden aangereden. En dat hebben we getoond. CX tegen telefoonmasten !!!!! Volkswagen tegen een Peugeot Break. Een mooi verhaal.
Michael SchmittKult Aansluitend in datzelfde nummer : het overlijden van Michael SchmittKult. Grote foto’s die we kregen en Leo heeft daar een bijzondere kunstenaar op een bijzondere wijze laten zien. En zo jong . . . Kijk ook eens op bladzijde 14 en volgende.
Een Filmpje voor Yoplait ! Om vier uur ’s morgens naar Brussel rijden. Midden in het Centrum. Vlak voor het Groot Godshuis. Ijskoud die ochtend. 70 mensen aan het werk. Uitzweten in Brussel. Zes oude auto’s van vlaamse mensen en één camera . . . En ik ben blij dat ik een goed boekwerk uit Zwitserland kan verkondigen. Die zoon was het dus die ik zover heb “gekregen” dat we heel dit boek mochten publiceren. Met “alleenrecht”. Quel honneur ! “Dannckche schöoooon” heet dat in Zwitsers dialect. Vader Arnold Odermatt was in die jaren 1959 - 1970 politieagent in een kleine omgeving achter het Vierwoudstedenmeer. Zijn opdracht : van elke gebotste of beschadigde auto een of meer foto’s te maken.
Foto’s uit een vensterraam, een herhaalde botsing tussen een 2PK en een Lancia. Mijn DS stond op de hoek en moest niets doen. Maar had wel een Frans nummer voor én achter gekregen. Toen ik nog serieus reportages maakte, had ik op een halfuur alles gedaan. Inclusief het interview. Zij deden het met ongeveer 70 mensen. En uiteindelijk werd het een Zweedse reclame voor Yoplait en absoluut niets waard. Toch nog eens lezen en naar de opnames kijken . . .
- 29 -
We doen alles om jullie een goed tijdschrift te geven. En dat om de drie maanden. Vanaf het begin 25 jaar geleden tot vandaag. Ons tijdschrift is dé expressie voor onze leden. En als ik nog één pagina verder ga in dit bewuste nummer dan ontdek ik de vernedering van de Franse staat met hun Route Nationale 7. Wat een grap. Dan kunnen we evengoed thuis blijven. Of in Deutschland bv. met onze Franse DSsen gaan rijden. En toch zullen we steeds naar Frankrijk rijden. . . We hebben daar zo onze lange ervaringen. Niet in Deutschland . Onze club heeft een aantal jaren geleden iets moeten ondergaan dat natuurlijk niet zo maar te verwerken was : er gingen een paar mensen, vooral van Limburg en Brugge en Boom uit onze club weg. We misten ze. Maar de maanden en ook jaren die dan volgden hebben we geen leden verloren maar veel meer leden gekregen. Veel nieuwe leden kwamen uit Vlaanderen. Maar vooral vanuit Wallonië. Wij hebben daarvoor nooit echt veel reclame gemaakt. Zij kwamen met veel plezier en overtuiging naar ons.
Voor jullie. Met zeldzame foto’s : gevonden, gekregen en ook gekocht ! Een verhaal dat velen van onze jongere leden nooit hebben beleefd. Zij hebben dat dan in 2008 in“Citroglycerine” gevonden. En omdat het in Parijs begon en DSsen betrokken waren, in brand werden gestoken en omgekanteld. Het was “oorlog”. En ook in België werd tussen links en rechts gevochten. In Leuven. Nog eens lezen. Ook de ouderen.
Charles de Gaulle Dat deze Franse Generaal ook weer eens in “Citroglycerine” moest verschijnen was een must. Myriam Jalet heeft dit stevige artikel geschreven. Het verscheen helemaal in het zwart. Ja, omdat Charles de Gaulle dood was. Op 9 november 1970 overleden. In Colombey-lesDeux-Eglises. Citroglycerine leert jullie veel. Geniet daarvan.
Zo hebben we op deze manier dan ook prachtige medewerkers gekregen uit Wallonië om bijvoorbeeld ook uitstappen naar/in Wallonië te organiseren. Deze mensen die allen van de Franse kant komen, kwamen ook naar uitstappen in Vlaanderen. En met welke overtuiging. Wij zijn dus in feite meer gegroeid dan dat we voordien leden hadden. En meer nog : het club-tijdschrift werd perfect tweetalig. Die mensen uit Wallonië schrijven teksten. Iets dat ik zeker nooit kon doen. “A cause de ma langue.”. En toen waren ook geen vlamingen ter beschikking die het Nederlands konden vertalen naar het Frans. Wij hebben dus als club een vooruitgang geboekt die we nooit hadden verwacht. Paul is daarom ook erg blij. Paul ? Ja. Paul Depoorter ! De nieuwe leden waren aktief. Zij werkten mee aan het tijdschrift. Aan de uitstappen. Zoals : Myriam Jalet en haar Luc en Jean-Marc Ancion en zijn Fabienne. Die vier personen schrijven regelmatig artikels in het tijdschrift. Andere nieuwe leden uit dezelfde “streek” werken ook samen met ons. Uiteraard in het Frans. En zij organiseren ook “sorties”. Ik ben daar blij mee. Wij hebben de leden die de club hebben verlaten, zeker niet boos bekeken. Als we ze vandaag zien – ik dan toch zeker, maar ook anderen uit de club – zijn we nog altijd vriendelijk tegenover hen. Zelfs met hun voorzitter zitten we samen in restaurants en op beurzen. Er wordt weer gepraat. Er werd zelfs weer een gezamenlijke uitstap (met een Zeeuwse DS-club) met de “verloren” leden georganiseerd. Zo kan dat blijven..Een merk is een merk. Twee clubs. In een heel klein land ! Het moet kunnen .
Nr. 89 - Mei 2008 1968 in Parijs en de wereld Dertig jaar geleden – 1968 - was de grote opstand in Parijs. Een revolutie die toen over de hele wereld werd gevolgd. In “Citroglycerine” werd er een groot artikel over gepubliceerd.
89 Rétromobile in Paris En in hetzelfde nummer ook een artikel over Rétromobile 2008 in Paris, geschreven door Charlotte Sombreffe. Ikzelf heb deze dame nog niet ontmoet . . . Of toch ? Onze club gaat vooruit. Langs Waalse kant vooral .
Le Jumble In dat jaar hadden we ook Le JUMBLE, in Namur. Nooit in mijn leven was ik daar boven. Een ervaring van jewelste. In
- 30 -
een stads-landschap dat het mooiste was dat ik ooit heb gezien. En de nieuwe C5 werd daar ook gepresenteerd. !!!! Voor het eerst . . .
we hadden ook véél meer regen. Maar dat was echt hét feest . . . Voor mij toch.
Beurs Antwerpen
Voor het eerst ging onze club naar de “Conservatoire” in het noorden van Paris, in Aulnay-sous-Bois. Op 20 juni. Juist voorbij het vliegveld Charles de Gaulle. Ja, we konden eindelijk alle auto’s zien die ook de huidige firma Citroën voor zichzelf heeft bijgehouden. Zoals wij onze auto’s verzorgen, doet Citroën dat ook. Een unieke ervaring voor iedereen.
Dat we ook over Antwerpen schreven was natuurlijk normaal. Tenslotte is de Beurs in Antwerpen een groot feest. Veel auto’s in mooie zalen. Maar duur vanwege de inrichters. Wij doen ons best om jullie op onze Citroën-stand te ontvangen. Geef ons een sein vooraf . . . Annie en Walter Bogaerts zijn de bazen. Ik GHG help een beetje.
Binche
De “Conservatoire” van Citroën
91
Nr. 91 - november 2008
En om nog een andere uitstap uit Wallonië in de lente te herinneren : we waren in Binche bij de Gilles. En men werd gefotografeerd als een rare vogel in het “kleed” van een Gilles. Mooie tentoonstelling. En een prachtige burcht. En dat er geen pannenkoeken waren, ja dat nemen we erbij...
Dat nummer was weer vorzien met de jaarlijkse kalenderbestellingen : datum 2009. De kalender van Leo Van de Velde. De belangstelling hiervoor van over de hele wereld vergroot de mogelijkheden. Van over heel de wereld komen vele bestellingen voor die kalender. Simpel is het niet. En goedkoop ook niet. Bpost heeft de prijs extreem verhoogd. Niet wij !!!!! Wereldwijd.
Nr. 90 - Augustus 2008
Nr. 92 - Februari 2009
ICCCR 2008 in Italië: Ciao Belgio
Zo langzaam komen wij aan het einde van onze vijf jaar geschiedenis. Ik constateer nu duidelijk dat we nog veel rijper met onze club zijn geworden. We hebben veel meer mensen die iets meer willen doen dan gewoon lid te zijn. Dit is een prachtig verschijnsel. Als je opvolgers hebt die meegaan met de geschiedenis.
Het waren hete dagen voor dit feest. Onze leden die naar Italië vertrokken hebben veel gepresteerd en geïnvesteerd. Italië is ook niet dicht bij huis. Integendeel. Toch zijn uit vele landen de leden gekomen. Opmerkelijk weinig Nederlanders, heb ik begrepen. Marijke Couché-Depaepe heeft de teksten geschreven. Dank je wel ! Mijn herinnering : ons ICCCR in Chevetogne in 1998 was groter, had veel meer auto’s, je moest veel te voet wandelen en
90
92
90 jaar Automobiles Citroën
André Citroën heeft voor ons veel gepresteerd : nog vandaag inspireert deze man de huidige nieuwe modellen. Het is wel niet helemaal waar maar ik voel dat zo. “Wat zou André Citroën zeggen ?” is een zin die ik constant gebruik. Tot en met de C6 en de DS3. Of het aanvaard wordt door de klanten . . . ! Dat moet je lezen. In nr. 92. !
Expo-DS in het nieuw . . . Dat was de titel van een, die ik veertig jaar geleden in het Zwitserse Verkehrs-Museum in Luzern ontdekt heb. En op deze basis hebben we een groter artikel kunnen publiceren in “Citroglycerine”. Wat was dat voor een DS ? Een exemplaar waar je kunt doorkijken. Alle delen van de techniek van de DS waren/zijn doorgesneden. Zichtbaar. Tot - 31 -
de wielen en de banden ! Ik vond die auto in het duitse Essen terug op de expo.Twintig jaar later. En een tijd later had ik alle onderwerpen in handen. Weer eens iets te lezen dat past in onze wereld. Doen.
Nr. 93 -Mei 2009 “Une ombre derrière la porte” Enkele maanden later, na verschijnen van dit artikel op bladzijde 20, kregen we van Frankrijk een teken dat deze film (eindelijk) getoond ging worden op de Waalse (of Vlaamse ?) televisie. Bijna alle belangstellenden en leden van onze club met een DS hebben ernaar gekeken. Iemand die zeker heeft gekeken was Lucien Theuninck uit Moeskroen : het was zijn DS die in de hele film een hoofdrol speelde.
93
Lucien is ook de man die nogal wat aan onze auto’s kan werken. Van oud maakte hij veel DSsen nieuw. Zelf rijdt hij ook nog in verschillende DS modellen. Zij staan allemaal in zijn hangar.
“Zweven door de jaren heen”
En wat vind ik in dit nummer ? Een artikel dat ik zou hebben geschreven over mijn “Zweven door de jaren heen”. Ik was dat artikel al lang vergeten, en moet het zelf nog eens lezen. Ja, die geschiedenis voor mij was bijna de helft van mijn leven. Heel mijn vrouwelijke omgeving heb ik “misbruikt” daarvoor. Inclusief onze (hond) Pim. En ik heb me er toen ook even zelf op een beeld bijgezet. Dit artikel was de eerste aanzet om wegens mijn ouderdom (70) een paar stappen terug te zetten... Ik heb niet te klagen, maar 70 jaren zijn verdomd lang en ik had toen reeds willen stoppen met die auto’s in de club. Echt. Maar een paar leden in de club zijn aan mijn “frak” blijven trekken en nee dus, ik kan in feite ook deze liefde nog altijd niet opgeven . . .
Nr. 94 - augustus 2009
overlijden verkocht ? Wie kan me dat JUIST vertellen ? Nota van de redactie : het zijn er welgeteld 759.111 ! En deze prachtige, meestal zwarte auto, vierde zijn jubileum in Arras. In het noorden van Frankrijk ten zuiden van Lille. Het stadje zal de aanwezigheid van al die Tractions en zijn liefhebbers nooit vergeten. Bijna het hele stadje was erbij betrokken. Velen, die zelfs geen Traction hadden, waren erbij. Ook vanuit België. Jullie kunnen ook deze tekst nalezen als jullie het tijdschrift uit de kast halen.
SM Royale 2009 in Apeldoorn In de laatste tijd waren weer behoorlijk veel SM’s te zien in ons tijdschrift. En dat is goed zo. Waarom ? Omdat de SM na de DS, of zelfs gelijk is aan de DS. Maar helaas zijn er van de SM slechts 12.920 exemplaren gebouwd. Laat ze rijden. Deze auto’s moeten rijden. Ze hebben lang genoeg stil gelegen. Het is vandaag een perfecte auto. Even goed als onze DS. De toenmalige problemen vanaf 1970 zijn voorbij. Er waren mensen die dat hebben verholpen. Niet die van Citroën. Of wél? Laat ze nu rijden. En wij hebben ook deze mensen bij ons in de club. Hevige chauffeurs.
Parijs en mijn DS Degenen die mijn (bijna) echte verhaal gelezen hebben konden daarmee lachen. De helft van dit artikel was echt, de andere niet. Het begon echt met een mail van Gilles Lazare, Limo Coach Services. De rest werd een beetje aangekleed. Met smaak en liefde. En tenslotte met een ontgoocheling.
94
Oudenaarde
Zoals ergens in deze teksten verteld werd hebben we nog steeds contacten met de andere Citroclub “Citrosfeer”. Met Filip Dereyghere als voorzitter en o.a. als organisator in Oudenaarde. Wij, leden van de DS/SM club werden gevraagd om ook aanwezig te zijn. Wat dan ook gebeurde. Behalve ik, die één dag vòòr de ontmoeting mijn been gebroken heb. Ik had er spijt van. En pijn . . . Filip wist ervan dat ik niet kon komen !
75 jaar Traction Avant 75 jaren en vandaag nog steeds een jonge auto. De eerste echte auto die de wereld veroverde. Nog steeds zijn de mensen verliefd op deze auto. In vele landen. Hoeveel Tractions Avant heeft (André) Citroën ook na zijn
Met een DS op het dak van “VillaVanthilt” Dat was een onderwerp voor ons. Marcel Vanthilt, TV beroemdheid, kreeg een programma waar onze DS op een centrale plaats kwam te staan : namelijk op het dak van een - 32 -
glazen kast, waar de mensen naartoe trokken om Marcel Vanthilt live te zien. Ik heb bijna alle “Villa’s” gevolgd met de DS op het dak..
met het gebruik van het hele bouwwerk. En de rondrit door de grote stad met honderd Citroën-auto’s was wel ook uniek. De 100 geparkeerde oude en jonge Citroën-producten in de grote hal waren onze grote show. Luc Lion, Public-Relations, heeft er heel veel voor overgehad om het ons allen gezellig te maken. Nog steeds draag ik die sjaal van 90 jaar Citroën. In de winter, maar ook in de zomer.
La Prestige, meermaals aanwezig in onze club
Een maand (juni/juli) in Gent en de tweede maand (augustus) in Hasselt. “Citroglycerine” heeft daar met liefde een tekst over geschreven. Omdat er genoeg te zeggen was. Voor mij en van hem. Marcel . . .En we hebben daarvan genoten. Mijn nieuwsgierigheid was wel meer de toestand van “de DS op het dak”. “Niet meer veel waard of niks zelf” . . . vertelde me de eigenaar : een reclameman die de hele tent had mee helpen opbouwen. Meer nog : ”En jij gelooft dat dit een perfecte DS zou zijn ? Lezen, lezen, het hele verhaal.
Nr. 95 - november 2009 En weer werd een nieuwe kalender van Leo Van de Velde voor 2010 verwacht. En weer was het een prachtige kalender. Onze Marc (Roelandt) lag onder zijn eigen SM met een pistool in de hand om, in het decor van New York, een andere gangster dood te schieten. Wat een mens alles meemaakt. Die kalender van 2010 moet je zelf thuis bewonderen. Je hebt hem toch nog ?
95
In de loop der jaren vanaf 1980 heb ik nogal veel gezocht naar én gelezen over DSsen. De Prestige’s waren nauwelijks te zien. En toch verzamelde ik wat ik kon krijgen over deze voor mij geheimzinnige DS-versie. Het was nooit veel. Links een foto in een tijdschrift en rechts een klein tekstje. Een auto met tussenruit : dat was een sensatie in die jaren. Maar er waren meer voordelen voor deze auto waarvan de prijs wel zo hoog was dat weinigen zich dit Citroën-model konden veroorloven. De eerste persoon die ik kende – en goed - was onze huidige voorzitter Marc Stelleman : en die heeft jaaaren geleden een “Prestige” gekocht. En niet gereden ! En dan kwam Theo van der Laan.. . . . De eerste foto’s daarvan staan in het nummer 95 .
Nr. 96 - februari 2010 Natuurlijk moest zulk onderwerp in verschillende nummers verschijnen. Er staat veel in het eerste artikel maar er is nog veel meer te vertellen. Dus, we gingen door in het februarinummer 96. Met ook nogal grote foto’s en details. Ook hebben we een rekening gepubliceerd van een aankoop : “voiture Citroën DS 21 Pallas Hydraulique “Prestige” avec Radio + Interphone”. Total 225.000 Francs.
96
90 jaar Citroën
Het was een groot feest in Brussel, in Amsterdam, maar ook in Parijs. En waar nog allemaal . . .? Het meeste geld werd uitgegeven in Parijs. Maar volgens mijn herinnering was het Ijzerplein in Brussel het meest geschikt - 33 -
Ook werd binnen de club nogal hevig gepalaverd over het aantal Prestige’s die ooit door Citroën gemaakt werden. Mijn versie was die van het Duitse Citroënclublid, Martin Kraut, die het op 180 exemplaren bracht. Hij heeft een gesprek gehad met de toenmalige commerciële baas van Chapron, Monsieur Palut, die beweerde dat er niet meer, maar ook niet minder dan 180 DS “Prestiges” geleverd werden. Een andere mening kwam van onze ex-voorzitter die gegevens heeft gekregen dat er niet meer, maar ook niet minder dan 467 exemplaren afgeleverd werden. Wie nu gelijk heeft mag een pintje drinken op zijn eigen rekening. En zo blijven we dan maar bezig. Maar ik raad jullie aan om nog eens deze twee artikels te lezen over die zeer aparte DS “Prestige”. Misschien komt er nog een derde die nog eens een ander getal naar voren brengt. Het kan . . . En Mr. Henri Chapron zou het beter geweten hebben . . . Wie zijn wij ?
Een nieuwe DS Cabrio !
Xsara WRC rond het circuit geraced. 40 GSsen en 40 SMs waren aanwezig om hun 40ste verjaardag te vieren. Er was een museum met de aantrekkelijkste Citroën- en Panhard-collectiewagens. En nog vele andere dingen waren te bewonderen. Veel mensen ook. Ook een exemplaar van de “speciale” DS3 waarvoor de bezoekers grote belangstelling hadden en er mee mochten rijden. Alleen die zondag. En uiteraard alle mogelijke Citroën-auto’s uit de oude autotijd. Van alle modellen. Mooie DSsen, sportieve DSsen. Twee dagen feest . . .
97
Nr. 97 - mei 2010
De “Prestige” op de beurs In de vorige twee nummers van “Citroglycerine” heb ik er veel woorden - én cijfers – over geschreven. Wat is een “Prestige” ?.Sommigen zullen het nu weten. Het is een DS die zich nauwelijks onderscheidt van een normale DS. De tussenruit is al doorschijnend. Dat hebben wij dan op de beurs in Antwerpen in maart zeer duidelijk aan onze “klanten” en bezoekers verteld. En als zij het hadden begrepen dan stonden ze voor deze uitzonderlijke auto stil : bewonderend dat zoiets ooit ook gemaakt werd. Voor heel rijk volk . . . dachten wij erbij.
Wij hebben niet alleen een jaarlijkse auto-expositie in Antwerpen, ook in Ciney in Wallonië. Drie jaren geleden heeft Paul Depoorter in Brugge voor het eerst aan een beurs deelgenomen. En in 2010 heeft Paul zijn “eigen” auto laten komen : een ID 19 van 1967, Cabriolet. Met verkort chassis, zoals een “Bossaert” ! Op verschillende meetings reed Paul dan met deze rode Cabrio-DS rond.
Grote meeting in Zolder : een succes ! Onder de hoede van de Amicale van de Belgische Citroënclubs werd op 24 en 25 april 2010 in Zolder een groot feest georganiseerd. Het weer was in orde. En dus was het deze twee dagen een op- en afgaan binnen het Circuit van Zolder. De boxen op de piste waren gevuld met alle mogelijke onderdelen, boeken, tekeningen etc. Vanuit Frankrijk kwamen verschillende voertuigen uit de Conservatoire Citroën. Racing-piloten zoals Marc Duez, Fred Bouvy, Bernd Casier, Vincent Vosse, Robert Droogmans, Steve Vanbellingen en Kurt Mollekens hebben met de moderne ZX Rally-Raid en
- 34 -
Die auto van Theo van der Laan is trouwens na de beurs niet direct naar de eigenaar teruggebracht. Er was een klein probleempje en dat heeft Walter Bogaerts prachtig hersteld. Dank je, Walter.
Nr. 99 - november 2010
Een prachtige Citroglycerine-voorpagina met een toffe jonge jongen in een HY Citroën op Zolder. Never look back ! Aangezien het grote feest (alweer) in de maand april in Zolder doorging kon een fotograaf een prachtige foto maken die dan ook in het volgende mei-nummer op de voorpagina stond. Je bent heel jong en je wil een auto. Zo’n 5-6 jarige jongen, dat waren wij allemaal. Mijn eerste auto was een “1:43 “Schuco”. Een Amerikaans-achtige slee, die één truc had : hij kon nooit van de tafel vallen. Het was een blauwe.
Bijna 100 nummers van de DS/SM Club. Geniet er ook van de volgende 100 jaar . . . In het nummer 99 staat Michaël Kalifa Jackson en zijn SM op de voorpagina.
99
Als ik jullie kan overtuigen, dan gaan jullie dit laatste nummer van “Citroglycerine” zelf in handen nemen. En beginnen lezen.
Enkele jaren later had ik weer zo’n droom : wat koop ik me later als ik groot ben ? Een auto of een paard ? Ik koos voor… het paard. Geeft niks : mijn leven was voor auto’s voorzien. God handelt soms heel anders dan je zelf wilt. Het was een prachtige uitstap naar Kortrijk en omgeving. En wie heeft een lang artikel geschreven over deze sortie ? Myriam en Luc. Beiden zijn franstalig, maar Myriam is tweetalig-frans/nederlands. Soms vergeet ik dat en ga haar uit de weg omdat mijn frans nooit goed was – maar nu helemaal niet meer functioneert. Ja, en dan komt deze lieve jonge dame af en dan is het vlaams . . . Myriam heeft ook in dit nummer weer een prachtig lang – franstalig – artikel geschreven over de sortie rond Kortrijk en Deerlijk. Ik moet mijn frans toch weer opvijzelen. . . . Mijn nederlands kan ik dan ook even verbeteren. Ja, ik met mijn Zwitserdüütsch dat terug komt . . .
Nr. 98 - augustus 2010
Ondertussen hebben jullie het nummer 100 (februari 2011) reeds ontvangen en gelezen. Veel clubleden hebben in die 25 jaren aan dit driemaandelijks clubblad meegewerkt. Foto’s gestuurd, teksten geschreven, suggesties gedaan ! Zij zijn bedankt. GHG
Van Spa naar Stavelot Zaterdag-voormiddag kwamen we bijeen in de Voerstreek. Zicht over de hele halve wereld. ! De zon scheen. Het terrasje voedde ons. En vreemde Hollanders vonden onze auto’s de mooiste van de wereld! Ver weg glimt een spitse kerktoren. We rijden naar Spa en gaan zwemmen of in de bomen touwklimmen. En dan volgt een aangename avond. Een wilde avond.
98
Zaterdagavond hebben we allemaal gedineerd én gedanst in Spa. Zo vrolijk zag ik onze “bende” al lang niet meer. Zo vrolijk en zo fatsoenlijk. En zo vroeg gaan slapen . . . En ook nog een trip naar Terneuzen. Aan de oever van de Schelde. Een prachtige ontspannen rit. Er waren DSsen en ook veel SM’s. De zon scheen. En daar in Terneuzen was het de tweede keer dat we onze mosselen niet op een fatsoenlijke tijd kregen. Ooit hebben we met onze Citroën-groep en met DSsen en ook veel SM’s een hele tijd moeten wachten in Kalmthout. In het zonnige terrasjes-restaurant zeer lang op onze mosselen moeten wachten, oei oei. Een lange tijd ! Is dat altijd zo met mosselen in deze wereld ? Dan liever oesters of zoiets de volgende uitstap !!!! Hé . . .
- 35 -
100
Time for a break.
René Magritte Le 13 février marquait l’ouverture de nos activités par notre traditionnelle journée familiale placée cette année sous le signe de la culture. Au programme : visite du Musée Magritte. Tout comme pour Van Gogh à Amsterdam, ce musée complètement dédié à René Magritte (1898-1967) a ouvert ses portes au public le 2 juin 2009 à Bruxelles, dans l’hôtel Altenloh, un palais de la Place Royale, où nous nous sommes donc retrouvés.
Günther Götzfried
Paul Depoorter
Marc Roelandt
Marc Stelleman
Jean-Marc Ancion
Walter Bogaerts
- 38 -
avons pu bénéficier d’une visite très enrichissante qui nous a permis de découvrir la vie de l’artiste, son parcours, ses œuvres, ses caractéristiques et de mieux comprendre sa peinture ô combien interpelante. Parmi les anecdotes, histoires et éclaircissements reçus durant la visite, certains me reviennent à l’esprit. C’est ainsi par exemple que nous apprenons que sa mère s’est suicidée en se jetant dans un cours d’eau. Cette image de sa mère flottant sur l’eau, avec sa robe qui lui couvre le visage, pourrait expliquer une série de peintures de gens couvrant leur visage d’une pièce de tissu, même si Magritte a toujours détesté cette explication.
Le 13 février marquait l’ouverture de nos activités par notre traditionnelle journée familiale placée cette année sous le signe de la culture. Au programme : visite du Musée Magritte. Tout comme pour Van Gogh à Amsterdam, ce musée complètement dédié à René Magritte (1898-1967) a ouvert ses portes au public le 2 juin 2009 à Bruxelles, dans l’hôtel Altenloh, un palais de la Place Royale, où nous nous sommes donc retrouvés. Cet édifice néo-classique de cinq étages compte 2500 m² et renferme les plus grandes œuvres du célèbre peintre belge, l’un des plus importants artistes du 20ème siècle, véritable icône du surréalisme et de l’art moderne. Parmi ces œuvres, citons entre autres Le Jockey perdu, La condition humaine, Le Fils de l’homme, L’homme du large,… Outre les tableaux et dessins de l’artiste, les visiteurs peuvent également découvrir des aspects moins connus de son œuvre : photographies, tracts, affiches, manifestes, bouteilles peintes et, surtout, des films à la fois poétiques et hilarants. Dans ce musée, c’est le temps qui tient lieu de fil conducteur. En effet, l’exposition suit l’ordre chronologie de la vie du peintre. Très bizarrement (mais finalement n’est-ce pas normal dans cet univers ?), le parcours débute au dernier étage du musée avec la période constructiviste de Magritte, sa découverte de la peinture métaphysique de De Chirico et ses premières œuvres surréalistes comme, par exemple, Le Joueur secret, l’Usage de la parole ou encore Magie noire.
son « surréalisme ensoleillé» inspiré par les impressionnistes ainsi que les tableaux provocateurs de sa « période vache » qui firent scandale dans l’aprèsguerre : L’Incendie, Titania, La Famine.
Les Amants L’Oiseau de ciel
Enfin, le premier étage – et donc le dernier du parcours – intitulé «Le domaine enchanté» regroupe quelques-uns des grands tableaux de Magritte, mais aussi les motifs obsessionnels de son œuvre : L’oiseau de ciel, L’Empire des lumières ou encore l’impressionnante montagne en forme d’aigle du Domaine d’Arnheim.
Magie noire
Nous apprenons également que L’Oiseau de ciel avait été commandé en 1965 à René Magritte par Gilbert Périer, collectionneur d’art averti et président de la Sabena à l’époque. Cette huile sur toile mondialement connue deviendra l’emblème de la compagnie aérienne entre 1966 et 1973. Par sa technique et sa maîtrise, Magritte semble avoir déposé L’Oiseau de ciel sur le fond de la toile uni, tout en lui conférant un profil stylisé le rapprochant de l’avion.
L’étage suivant présente les aspects méconnus de Magritte : son travail de publicitaire, son engagement auprès des communistes,
Dans L’Oiseau de ciel on retrouve un thème cher à Magritte : la colombe dont le corps est devenu ciel, et qui sera également l’élément central de
Domaine d’Arnheim La visite se termine par une salle de cinéma où sont projetés des films consacrés au peintre. Au cours de cet après-midi, nous
- 39 -
Nous apprenons également que L’Oiseau de ciel avait été commandé en 1965 à René Magritte par Gilbert Périer, collectionneur d’art averti et président de la Sabena à l’époque. Cette huile sur toile mondialement connue deviendra l’emblème de la compagnie aérienne entre 1966 et 1973.
- 40 -
trois autres œuvres majeures : Le Retour, Le Baiser et La Grande Famille. Dès 1966, l’image de cette colombe fut reproduite pour illustrer les annonces, dépliants publicitaires, affiches, cartes de voeux, horaires et tarifs, sans oublier la queue des avions de la Sabena. L’Oiseau de ciel a définitivement quitté son nid sabenien pour 3,4 millions d’euros, clôturant la vente aux enchères des oeuvres d’art de feu la compagnie aérienne belge. Pour L’homme du large, Magritte s’est inspiré du personnage de Fantômas (mais, j’ai eu beau chercher, Magritte n’a jamais peint cet homme du large à bord d’une DS !). noirceur de la nuit. Et puis il y a cette fenêtre éclairée au premier étage qui nous pousse à nous interroger sur ce qu’il peut bien se passer dans cette maison. Cette toile, comme tant d’autres, est tout à fait déroutante.
L’homme du large
L’Empire des lumières Cet article dans notre Citroglycérine n’a évidemment pas pour but de couvrir la vie et les œuvres de Magritte mais tout simplement de nous remémorer quelque peu l’aprèsmidi au cours duquel nous avons sillonné les allées du musée. Après la visite, c’est à la cafeteria du musée que nous nous sommes retrouvés pour échanger nos commentaires et
L’une des principales caractéristiques que l’on peut retenir de Magritte est qu’il peint des choses existantes et qu’il les associe de manière tout à fait inattendue. C’est cette association totalement irréelle qui fait que tout devient étrange dans sa peinture, comme dans un rêve. Magritte excelle dans les assemblages insolites, il marie humour et angoisse. Il avait aussi l’habitude de donner à ses tableaux des titres n’ayant rien à voir avec le sujet représenté. L’auteur de La Trahison des images (ou Ceci n’est pas une pipe) adorait remettre en question la représentation, cultiver le paradoxe et installer le doute au cœur de la réalité.
La Trahison des images Une de mes toiles préférées est L’Empire des Lumières. Cette toile déborde de mystère. Cependant, à première vue, rien d’irréel : une maison au bord de l’eau, un ciel nuageux, un arbre….Et pourtant….Le ciel est bleu comme par une belle journée alors que la maison est plongée dans une nuit profonde où seul un réverbère donne une touche de lumière. Tout à fait illogique. L’eau reflète non pas le ciel mais la
toutes sortes de nouvelles, sans oublier nos sempiternelles conversations autour de nos voitures. Et c’est par le rail, comme à l’aller, que Luc et moi avons parcouru le chemin du retour, façon quelque peu surréaliste de participer à cette première sortie DS A bientôt pour d’autres aventures, Myriam
- 41 -
Rennes-la-Janais
vertrekpunt van de Tour de France van de Amiclub op 8 juli. point de depart du Tour de France de l’Amiclub le 8 juillet prochain. De lancering van de CITROËN Ami 6 betekende ook de start van het productiecentrum van Rennes-La-Janais, dat zou uitgroeien tot een van de belangrijke fabrieken van het Merk. Dit centrum heeft sinds zijn inhuldiging tal van CITROËN-modellen op zijn assemblagelijnen zien passeren : Ami 6, Ami 8, GS/GSA, Visa, BX, XM, Xantia, Xsara, C5 en C6, ... Om de 50e verjaardag van de Ami 6 te vieren, zal de site op 8 juli het vertrekpunt zijn van een heuse ronde van Frankrijk, georganiseerd door de Amiclub Frankrijk. 50 jaar Ami zal gevierd worden door eigenaars van een CITROËN Ami 6, Ami 8, Ami Super en M35 samen te brengen en hen te laten genieten van een reis van 2.600 km in 14 etappes. Le lancement de la CITROËN Ami 6 a également marqué les débuts du centre de production de Rennes-La-Janais qui allait devenir une des usines de fabrication majeures de la Marque. Ce centre a vu passer sur ses lignes de montage nombre de véhicules de la marque CITROËN – Ami 6, Ami 8, GS/GSA, Visa, Bx, Xm, Xantia, Xsara, C5 et C6, … - depuis son inauguration.
Pour célébrer le cinquantenaire de l’Ami 6, le site sera, le 8 juillet prochain, le point de départ d’un tour de France organisé par l’Amiclub de France. Regroupant des possesseurs de CITROËN Ami 6, Ami 8, Ami Super et M35, les 50 ans de l’Ami 6 seront fêtés par un périple de 2600 km et 14 étapes.
Wervik - in het teken van de Citroën Traction Avant. Op zondag 21 augustus 2011 vindt voor de 11e keer de Internationale Oldtimer Meeting van Wervik plaats. Dit statisch treffen op en rond de stadsdomeinen Oosthove in het centrum van Wervik wordt aanzien als het grootste gratis oldtimertreffen uit België en Noord Frankrijk, en lokt jaarlijks ruim 450 oldtimers van alle slag : oldtimer wagens van alle merken en modellen (voor 1985), antieke traktoren, vintage sportbolides, legervoertuigen, antiek land- en tuinbouwmateriaal, oude moto’s en bromfietsen, er is ook een ruime wisselstukken-, miniaturen- en oldtimer-curiosabeurs met ruim 70 stands binnen en in open lucht. Dit evenement vormt hét trefpunt voor oldtimer-fanatici uit binnen- en buitenland, en telde vorig jaar ruim 8000 bezoekers. De inkom is gratis voor iedereen, deelname met een oldtimer is bovendien volledig gratis (wie vooraf inschrijft kan onder bepaalde voorwaarden een gratis middagmaal ontvangen, meer info op www.oldtimermeeting.be), standplaatsen voor beursstands zijn gratis (beperkt aantal plaatsen binnen en overdekt buiten, onbeperkt aantal plaatsen in open lucht).
- 42 -
GS
Hitteschild voor DS19/ID19 tot 1962 Het hitteschild over de uitlaatcollector van de DS 19 en de ID 19 tot 1962 (eerste neus) is niet langer voorradig, en daarom voorziet de oostenrijkse DS Club een reproduktie van dit onderdeel. Indien je belangstelling hebt, neemt contact op met Jörg Daniel Schmickl, op dit adres : jds.
[email protected] Neem ook een kijkje op: https://picasaweb. google.com/lh/sredir?uname=jds.vienna&target =ALBUM&id=5600362742078665073&authke y=Gv1sRgCPGko4_Qt7zKUg&invite=CK6R_ MoP&feat=email
Pour commémorer que la Citroën GS a été élue “Voiture européenne de l’année” en 1971, notre ami et collectionneur français Alain Abadi va entreprendre un tour à travers l’Europe centrale, à bord de sa GS à drapeaux, au mois de juillet 2011.Cette GS figurait au stand de l’ACI lors du Rétromobile à Paris en 2010. Des escales sont prévues à Berlin, Varsovie, Gdansk, Prague et Berne. Mais la première halte se fera à Bruxelles le samedi 9 juillet ! Nous avons l’intention de l’accueillir déjà à la frontière franco-belge avec quelques GS/GSA/GS Birotor, et de poursuivre la route ensemble jusque Bruxelles. Si vous êtes intéressé, demandez le déroulement exact de la journée à Marc
[email protected] De Citroën GS werd in 1971 verkozen tot “Europese wagen van het jaar”. Om dit te herinneren zal onze franse vriend en verzamelaar Alain Abadi een tocht ondernemen door centraal Europa, in de maand juli 2011, aan boord van zijn GS met vlaggen beschilderd. Deze GS stond op de stand van de ACI op de beurs Rétromobile 2010 in Parijs. Er zijn haltes voorzien in Berlijn, Warschau, Gdansk, Praag en Bern. Maar de eerste halte is in Brussel op zaterdag 9 juli ! Het is de bedoeling hem te ontvangen reeds aan de frans-belgische grens met enkele GS/GSA/GS Birotor modellen, en zo samen door te rijden naar Brussel. Heeft u belangstelling, vraag dan het juiste verloop van de dag aan Marc
[email protected]
Miniatures Bouclier thermique pour DS19/ID 19 jusque 1962
Le fabricant de miniatures « Saint Hubert 92 - La haute Couture de la miniature » situé à Gennevilliers près de Paris, vient de lancer un set de circuit électrique, avec deux DS 19, dans un beau coffret.
Le bouclier thermique au dessus du collecteur d’échappement de la DS 19 et de l’ID 19 jusque 1962 (premier nez) n’étant plus disponible, le Club DS autrichien prévoit une reproduction de cette pièce.
Les voitures sont en fait des miniatures Norev à l’échelle 1:43 modifiées. Il y a également un large choix entre la Traction Avant 15 Six, Peugeot 203, Renault 4 CV, Renault Dauphine … Consultez également le site http://www.sthubert92.com/ De makers van miniaturen «Saint Hubert 92 - La haute Couture de la miniature » gelegen in Gennevilliers bij Parijs, brengen een nieuwe slot car raceset op de markt, met twee DS 19, in een mooi koffertje.
Si vous êtes intéressé, prenez contact avec Jörg Daniel Schmickl, à cette adresse : jds.vienna@ gmail.com Regardez également le lien suivant : https://picasaweb.google.com/lh/ sredir?uname=jds.vienna&target=ALBUM &id=5600362742078665073&authkey=G v1sRgCPGko4_Qt7zKUg&invite=CK6R_ MoP&feat=email
De wagens zijn in feite miniaturen van Norev op schaal 1 :43 en aangepast. Er bestaat een ruime keuze tussen andere modellen zoals de Traction Avant 15 Six, Peugeot 203, Renault 4 CV, Renault Dauphine … Bekijk ook de website http://www.sthubert92.com/
- 39 43 -
Eddy, nieuw bestuurslid Sinds april heeft de club er een nieuw bestuurslid bij, in de persoon van Eddy Muyldermans uit Humbeek. Eddy was op zijn achttiende reeds eigenaar van een Traction Avant, en is later overgestapt op en DS 23 Borg Warner, en heeft nu een SM en ook een CX. Een Citroënliefhebber in hart en nieren !
Eddy, Nouveau dans le comité du Club Depuis le mois d’avril, Eddy Muyldermans a rejoint le comité du Club. Etant déjà propriétaire d’une Traction Avant à ses dix-huit ans, il s’est acheté plus tard une DS 23 Borg Warner, et possède actuellement une SM ainsi qu’une CX. Un vrai citroëniste !
Project ‘DS24’. Mooi gewaagd.
Deze prachtige reïncarnatie van de DS 1967 kwamen we op het internet tegen. ‘DS24’ is een project van studenten, je kan een filmpje bekijken op http://vimeo.com/17938291 of zoeken op ‘DS24’.
- 44 -
Vakantie voor Citroënrijders in Frankrijk met aantrekkelijke kortingen!
Nieuwe leden - Nouveau membres 366 N 819 N 820 F 821 N 822 N 823 N 824 N 825 N 826 F 827 N 828 N 829 N 830 N
Hotel La Truffière, gelegen op de grens van de Lot en de Dordogne. Een gezellig familliehotel met groot zwembad, een tennisbaan en basketbalaccomodatie, jeu de boulesbaan en een groot park. Boekjes met autotochten, fietstochten en wandelingen Zie voor verdere informatie onze site: www. truffiere-vacances.com Bij reservering of informatie citroënarrangement vermelden! Voor Citroënrijders 10% korting op onze arrangementen bij een verblijf van minimaal 5 dagen. U moet dan wel met uw Citroën naar ons hotel in Frankrijk komen
Dick D’HAENE Bart HELSEN Michael FITTERER Niek OTTE Marnik JACOBS Jean-Marie DE WULF Arjo DE JONG Wim SUFFYS Stéphane GHISTE Paul VANDER LAENEN Hans VAN DER HARING Maarten DEWILDE Ludwig CALLENS
Zwevegem Herselt Saint-Gilles Rotterdam Leopoldsburg Sint-Kruis-Brugge Den Haag Lauwe Louvain-la-Neuve Westerlo Hilvarenbeek Aalst Wommelgem
Soyez les bienvenus au club ! – Welkom in de club !
HOTEL LA TRUFFIÈRE D 820 46600 Gignac Tel. 0033 5 65 27 01 01
[email protected]
- 45 -
Te koop / A vendre CITROEN CX GTI 1982 leder + airco ! Prachtige auto van 1e eigenaar 156.000 km Volledig gerestaureerd door CQS Tienen met voor 13.000 € facturen Nieuwe uitlaat Nieuwe velgen + Michelin TRX banden ( waarde 1500€) Nieuwe hemelbekleding Géén spatje roest + Dinitrol behandeling 6 nieuwe veerbollen Nieuwe koppeling Nieuwe radiator 4950€
Bellen naar 0473/85.57.27 / Eddy Muyldermans
- 46 -
Kalender 2011 Calendrier onder voorbehoud van wijzigingen ! - sous réserve de modifications éventuelles ! 10, 11 en 12 juni : beurs in Ciney en internationaal SM weekend in Venetië 3 juli : rit in Maldegem 18 september : rit in Louvignies 9 oktober : rit in Brugge 19 november : algemene ledenvergadering in Asse
10, 11 et 12 juin : bourse à Ciney et week-end international SM à Venise 3 juillet : sortie à Maldegem 18 septembre : sortie à Louvignies 9 octobre : sortie à Bruges 19 novembre : assemblée générale des membres à Asse
- 47 -