2
Citroglycerine 104 Editora(a)l
p. 5
Dank u Günther!
p. 6
Familiedag
p. 8
Othello
p. 14
Auto retro
p. 18
Liquide Rouge
p. 22
Rosalie
p. 32
Te koop / a vendre
p. 44
3
Président / Voorzitter: • Marc Stelleman – rue du Poirier 11 B – 7191 Ecaussines-Lalaing Tél.: 067/33.04.87, gsm: 0477/72.34.71 / e-mail:
[email protected] Ondervoorzitter / Vice-Président: • Paul Depoorter, Diksmuidse Heerweg 394, 8200 St.Andries-Brugge. Tel.: 050/39.74.60, gsm: 0477/41 25 85 / e-mail:
[email protected] • Jean-Marc Ancion, Engreux 101, 6663 Mabompré. Tél. : 061/ 50 30 93, gsm 0475/52.78.46 / e-mail:
[email protected] Secretaris / Secrétaire: • Walther Apers, Savooistraat 128, 9600 Ronse.
[email protected] Tel.: 055/30.40.50, gsm: 0475/800.845 Redactie / Redaction Citroglycerine: • Marc Roelandt, Rédacteur en chef / Hoofdredacteur d’Overschielaan 29 - 1850 Grimbergen. Tel. 02/269.86.48, gsm: 0472/903.908 / e-mail:
[email protected] • Leo Van de Velde, fotoredactie Tel.: 0486 96 56 56 / e-mail:
[email protected] Ontwerp en opmaak / Création et mise en page: • Leo Van de Velde Tel.: 0486 96 56 56 / e-mail:
[email protected] Clubshop en Penningmeester / trésorier: • Annie Verstraete, Veerstraat 8, 2240 Viersel
[email protected] Tel.: 03/475.25.32, gsm: 0479/39.57.40 Website: www.dssmclub.be • Vincent De Potter, webmaster, Oude Houtlei 142, 9000 Gent. Tel.: 0476/31.87.29 /
[email protected] Technisch raadgever / Conseiller technique • fr. Carl Dufays: Tél.: 071/52 21 34 ou gsm: 0479/202 602 /
[email protected] • nl. Gunter Temmerman: Tel.: 015/41 91 97 (‘s avonds) /
[email protected] Regionale verantwoordelijken / Responsables régionaux: • Antwerpen: Günther Götzfried, 03/449 11 56 (
[email protected]) • Brabant: Marc Roelandt, 02/269 86 48 (
[email protected]) • Hainaut-Namur: Carl Dufays, 071/52 21 34 • Liège/Luxembourg : Jean-Marc Ancion, 061/50 30 93 (
[email protected]) • Limburg: Jurgen Stelten, 011/66 28 50 (
[email protected]) • Oost-Vlaanderen: Vincent De Potter, 0476/31.87.29 (
[email protected]) • West-Vlaanderen: Paul Depoorter, 050/39 74 60 (
[email protected]) Het jaarlijks lidgeld bedraagt 40 Euro, na 1 juli 20 Euro. Te storten op KBC rek.nr.: 738-1113031-75 van DS/SM Club Belgium. La contribution annuelle s’élève à 40 euros (20 euros dès le mois de juillet) à verser au compte du KBC: 738-1113031-75 du DS/SM Club Belgium. IBAN BE05 7381 1130 3175 BIC KREDBEBB Overname van artikels toegestaan mits bronvermelding. De artikels in Citroglycerine verbinden slechts de schrijvers ervan. Reproduction d’articles possible en mentionnant la source. Les articles dans le Citroglycerine n’engagent que leurs auteurs. Wie doet wat / qui fait quoi spécifiquement? Classic Car Insurance: Walther Apers (
[email protected]) Réprésentati(e)ion FBVA : Marc Roelandt (
[email protected]) Réprésentati(e)ion l’ABCC: Marc Roelandt (
[email protected]) & Paul Depoorter (
[email protected]) Registre/registratie Chapron: Vincent De Potter / De Potter Vincent (
[email protected]) Registre/registratie SM: Marc Roelandt (
[email protected]) & Annie Verstraete (
[email protected])
4
Marc Stelleman
Editoriaal Les années passent et se ressemblent en tous cas sur le fait que, cette année encore, le club vous proposera un ensemble d’activités qui, je l’espère, pourront vous satisfaire. A ce jour, l’ensemble du calendrier n’est pas encore fixé. Cependant, je peux déjà épingler les différentes bourses, le Jumble du 22 avril, l’ICCCR, une sortie dans la région de Dinant et, une nouvelle fois, les moules à Terneuzen le 7 octobre. Bloquez, d’ores et déjà, vos agenda.
In de voorbije jaren is er toch steeds één constante geweest in ons clubleven : wij hebben steeds getracht u een mooi geheel van activiteiten aan te bieden, die bij u in de smaak vallen. Voor dit jaar staat de kalender nog niet helemaal vast. Maar dit zijn in elk geval de hoogtepunten : de beurzen waaraan wij deelnemen, de Jumble op 22 april, de ICCCR, een uitstap in de buurt van Dinant, en nogmaals mosselen gaan eten in Terneuzen op 7 oktober
En ce début d’année, je voudrais, particulièrement, attirer votre attention sur le Jumble du 22 avril. Celui-ci aura lieu à Ronquières, à 500m de chez moi, mais ce n’est pas le plus important. Ce qu’il l’est beaucoup plus est qu’il s’agira du dernier Jumble auquel Monsieur Luc Lion participera en tant que Directeur des Relations Publiques de Citroën Belux. Je pense qu’une participation massive au Jumble, qui cette année est ouvert à toutes les Citroën du début à la DS5, serait une belle manière de remercier Monsieur Lion pour le soutien qu’il porte à notre club (et aux autres clubs) depuis tant d’années.
In het bijzonder wil ik even jullie aandacht trekken op de Jumble van 22 april. Deze heeft plaats in Ronquières, en toevallig dus op 500 m van mijn deur, maar dat is niet het belangrijkste. Het wordt namelijk de laatste Jumble waaraan Mijnheer Luc Lion als Directeur van de Public Relations van Citroën Belux zal deelnemen. De beste manier om aan Mijnheer Lion onze dank te tonen voor de steun die hij voor onze club (en ook voor de andere clubs) gedurende jaren heeft betekend, bestaat erin massaal deel te nemen aan deze Jumble, die open staat voor alle Citroënmodellen vanaf het begin tot en met de DS5.
Alors verrouillez la date dans votre mémoire. En plus, vous verrez que le site du plan incliné est splendide et révélateur des incroyables choses que l’homme peut réaliser.
Blokkeer dus deze datum in uw agenda. En u zal merken hoe mooi de site van het hellend vlak is, en waartoe het menselijk vernuft in staat is.
Je vous dis à très bientôt et bonne lecture.
5
Graag tot leesplezier.
binnenkort,
en
nog
veel
Het verhaal van onze Citroglycerine! … en Günther Götzfried.
Is het jullie ook al opgevallen dat er in de laatste edities steeds minder en minder artikels van zijn hand verschenen zijn ?? Missen jullie ook de verhalen over van alles en nog wat, maar altijd over Citroën, in zijn onmiskenbaar “Güntheriaans” ?? Ja, inderdaad, na al die jaren en nu hij reeds geruime tijd op tram 7 meerijdt is voor Günther het moment gekomen om langzaam maar zeker af te bouwen en enkel nog te genieten van de schrijfsels van anderen. In naam van het voltallige bestuur en ook in naam van alle leden die door de jaren heen plezier beleefden aan zijn verhalen willen wij bij deze een oprechte “dank U wel” zeggen voor al die deadlines die gehaald werden, al die artikels, al die foto’s.
Het blad bevatte 20 pagina’s in A5 formaat waaraan veel plak- en knipwerk te pas was gekomen. Op één artikeltje na was het volledige tijdschrift in het Frans, het werk van Thierry Pirmez, de eerste secretaris. Vanaf het tweede nummer, dat verscheen in maart 1986, kent de levensloop van het tijdschrift vier kenmerkende periodes waarin redactie en lay-out in verschillende handen overgaan. Het is ook vanaf dit tweede nummer dat Marc Roelandt de redaktie op zich neemt. Hij wordt daarvoor bijgestaan door Luc Plas als vaste tekstschrijver. Tot en met nummer 6 is de lay-out in handen van Piet De Koster die in oktober 1987 de fakkel doorgeeft aan Kris Serré die het uitzicht van de nummers 7 tot en met 14 voor zijn rekening neemt.
Al die jaren? ja, maar hoeveel eigenlijk?? En hoe is het allemaal begonnen? Tijd dus om even in de archieven te duiken en de hulp van Marc Roelandt in te roepen om het verhaal van onze vertrouwde Citroglycerine na 26 jaar en 103 nummers even op een rij te zetten. Het eerste nummer werd boven de doopvont gehouden in augustus 1985 en heette D.S.M JOURNAL-CLUB.
6
“ Günther Götzfried: journalist, vormgever, auteur & mediaspecialist in één man. Bezieler van diverse tijdschriften en magazines zoals De Post, Eos, Uit-Magazine en het alom geprezen Citroglycerine!” Juli 1988 is weer een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van ons blad. Vanaf dan zal het tijdschrift onder de naam “CITROGLYCERINE” bij de leden in de bus vallen. Ondertussen is het Peter Willemijns die voor de lay-out zorgt en vanaf nummer 15, wij zeggen en schrijven dan november 1989, is het dit vaste team: redactie Marc Roelandt, lay-out Peter Willemijns en teksten Luc Plas, dat voor de volgende 10 nummers garant staat. De komst van Wim Coessens, die vanaf nummer 25 (mei 1992) als hoofdredacteur het team komt versterken luidt een tweede grote periode in de geschiedenis van het tijdschrift in. Zonder Luc, maar met Marc als redacteur en Peter voor de lay-out worden de volgende 14 nummers met de regelmaat van de klok elk kwartaal in elkaar gebokst.
met meestal wel ergens een leuke instinker of een grappige knipoog (bv n° 97), maar altijd met een prachtige foto én een leuke postzegel. Marc Roelandt is dan hoofdredacteur en Günther is de vaste leverancier van artikels en foto’s. Onder het motto “never change a winning team” maken zij de volgende 7 jaar elk kwartaal een nieuw tijdschrift.
In november 1995 is het weer tijd voor nieuw bloed in de ploeg en ditmaal is het Günther Götzfried die zijn bijdrage komt leveren. Hij brengt niet alleen nieuwe ideeën mee maar ook een omvangrijke beroepservaring als Journalist-VormgeverAuteur-Media-Specialist voor diverse al dan niet autogerelateerde tijdschriften en magazines. “DE POST”, “EOS”, “UIT MAGAZINE” zijn enkele van de periodieken waarop Günther zijn creatieve of redactionele stempel heeft gedrukt.
De komst van de computer heeft de samenwerking wel makkelijker gemaakt, maar toch komt er nog veel “hand”werk aan te pas : alle teksten worden woord voor woord door Marc nagelezen. Elke editie weer wordt er voor gezorgd dat er een evenwichtig aanbod is van zowel Nederlandstalige Vanaf nummer 39 bestaat het vaste Citroglycerine-team als Franstalige artikels. uit Günther Götzfried (hoofdredacteur en lay-out) en Marc Leo geeft alles een plaatsje en zorgt ervoor dat foto’s en artikels het best tot hun recht komen. Roelandt (redacteur). Maar liefst 33 opeenvolgende edities slagen zij erin om 4 x per Dat onze redactie keer op keer schitterend werk levert hoeft jaar de deadline te halen en een tijdschrift vol verrassende, geen betoog maar ook de bijdragen van onze voorzitter en grappige, ontroerende, technisch verantwoorde, leerrijke…. (bestuurs)leden zijn onmisbaar. artikels en verhalen te maken. Steeds alert en steeds met een Zo is er geen tijdschrift zonder editoriaal en kan Marc regelmatig rekenen op Myriam, Annie, Eddy, Jean-Marc, zevende zintuig gespitst op een goed verhaal… Frederik, Paul, Marie en vele anderen die hun clubervaringen Samen met Leo Van de Velde kwam er niet alleen verjonging met ons willen delen. in het team maar ook technische vernieuwing. In februari 2004, vanaf nummer 72 kreeg het tijdschrift haar gekleurde Dank je wel Citroglycerine-team !! kaft !! Altijd opnieuw een staaltje van creatieve kundigheid Dank je Günther!
7
Familiedag 19.02.2012
Een geslaagde en lekkere dag ! Voor de familiedag stond dit jaar een wandeling aan het meer van Overmere-Donk op het programma, gevolg door (hoe kan het ook anders) pannenkoeken eten in het CC De Venne in Uitbergen. Mede dankzij het waterzonnetje dat in de namiddag scheen, kwamen er een zestigtal deelnemers opdagen. En de pannenkoeken smaakten. Een welgemeende proficiat aan Walter en Annie die alles in goede banen hebben geleid, en aan Kris die het bakken voor zijn rekening nam.
Une journée familiale réussie ! Pour la journée familiale cette année, le choix était tombé sur un promenade autour du lac à Overmere-Donk, suivi par ce qui est devenu une vraie tradition au sein de notre club : un gôuter aux crêpes. Les conditions climatiques étant plutôt favorables, nous avons pu compter une soixantaine de participants. Et les crêpes étaient délicieuses ! Un grand merci à Walter et Annie pour la parfaite organisation de l’ensemble, et à Kris qui s’est dévoué dans la cuisine.
8
9
Koning Winter
The Cotswolds
Wie dacht (of misschien wel hoopte) dat hij ons vergeten was komt bedrogen uit. Plots en ongemeen hard deed Koning Winter dan toch nog zijn intrede. Met staalblauwe luchten, soms een snijdende wind, soms een heldere zon, maar vooral met krakende vriestemperaturen. Als slagroom op de ijstaart kregen we ook sneeuw, niet lang, niet veel, een paar uur slechts, maar wel voldoende om het ganse land lam te leggen. Onze noorderburen lijden aan een andere soort acute koortsaanval : de elfstedenkoorts ….. komt hij d’er of komt hij d’er niet ??? De bouwvakkers zijn uit het straatbeeld verdwenen en hebben plaats gemaakt voor de mannen van de pechverhelping die overuren draaien om iedereen rijdend te houden. Deze winterprik mag dan voordelen hebben voor de één en nadelen voor de ander, over één ding zijn we het met z’n allen eens : dit is geen weer om onze
diva’s uit stalling te halen. De massa’s zout die onze wegen “tooien” zijn een gruwel voor elke oldtimer-liefhebber.
Voor een club die slechts twee modellen van het Citroën gamma vertegenwoordigt, twee modellen die al 37 jaar uit productie zijn, is dit een ware Over onze diva’s gesproken : het is alweer opsteker !! En dit kan alleen in stand van oktober geleden dat we het Zand gehouden worden door de inbreng van in Brugge innamen. Het is net alsof het velen, maar, vooral, door jullie, de leden vorig weekend was… maar nee, we zijn !! Jullie, die er meestal bij zijn op de bijna vier maanden verder. Na Brugge uitstappen maar ook jullie, die we niet sloten we in november het jaar af met dikwijls mogen verwelkomen, zijn de de Algemene Ledenvergadering. echte kracht van ONZE club !! Het was niet zonder trots dat onze voorzitter de aanwezigen kon mededelen dat het goed gaat met onze club. We kunnen terugkijken op een zeer geslaagd 2011 !! Voor de uitstappen die georganiseerd werden mochten we keer op keer velen van jullie verwelkomen en een groot aantal leden vond de weg naar de verschillende beurzen waarop we onze vaste stek hebben. En last but not least, wij hebben het jaar afgesloten met 210 leden !!
10
Voor het bestuur een reden te meer om te proberen er weer een fijn, goed gevuld jaar van te maken. Dat we onmiddellijk de daad bij het woord wilden voegen, hebben jullie gemerkt op de beurs in Brugge waar Frederik Pillaert zonder twijfel de mooiste stand van de hele beurs had opgesteld !!! De Concorde op de achtergrond en de prachtige witte SM van Claude en Anne op de voorgrond vormden het ideale decor voor een gezellig weekend
waar Paul en Frederik voor iedereen klaarstonden met een hapje en een drankje. Wij hopen op een talrijke opkomst voor de familiedag en jullie hebben het vast al vernomen dat er op 22 april een jumble op het programma staat, dat we in oktober weer mosselen gaan eten in Terneuzen en dat we in november het jaar weer afsluiten met de traditionele Algemene Ledenvergadering. Voeg hierbij nog de vaste waarden van onze stand in Antwerpen en Ciney en we krijgen een menu waar Jeroen Meus jaloers op kan zijn. Over de verrassingen die we nog in petto hebben laten we jullie nog lekker in spanning sudderen… De SM-rijders zetten in het weekend van 25 mei weer met hopelijk een talrijke vertegenwoordiging koers naar Keulen waar dit jaar de Internationale SM meeting plaatsvindt, en hét evenement van 2012 wordt ongetwijfeld het ICCCR in Harrogate, Yorkshire !! Als Citroën- én Engelandliefhebbers waren we er twee jaar geleden als de kippen bij om ons in te schrijven. Toen we in november een weekje vakantie hadden lag de kans voor het grijpen om twee vliegen in één klap te slaan : op prospectie naar Harrogate en een lang gekoesterde wens in vervulling zien gaan . We namen de nachtboot Zeebrugge Hull, de ideale manier om uitgerust in Yorkshire aan te komen. Er heerst een leuke, ontspannen sfeer op het schip, eten kan in verschillende gelegenheden tegen verschillende prijzen en, wat vooral belangrijk is, na een slaapmutsje, kun je gewoon je kajuit opzoeken en lekker slapen. Wanneer je dan ’s ochtends wakker wordt heb je België ver achter je gelaten en kun je uitgeslapen en fit het prachtige landschap van Yorkshire gaan ontdekken. Uitgeslapen zijn is wel nodig, want van zodra je de boot afrijdt moet je in “Links-Modus” gaan. Op de “roundabouts” valt het nog mee, maar bij rechts afslaan is wel enige aandacht geboden. Over de afstand Hull Harrogate doe je ca. twee uur en “The Great
The Cotswolds
Yorkshire Showground”, de plek waar in augustus 2012 alles in het teken zal staan van de dubbele chevron, is makkelijk bereikbaar via de A661. Het uitgestrekte, licht glooiende terrein ligt er nu verlaten bij en het is moeilijk je voor te stellen dat binnen enkele maanden de Citroën gekte hier zal losbarsten. In het Regional Agriculture Center doen we ons tegoed aan “afternoon tea and applecrumble” (ter plaatse gemaakt met streekproducten) en rijden daarna door naar het centrum van Harrogate op zoek naar een plaats om te overnachten. Geen straat zonder B&B, het komt er alleen op aan de juiste keuze prijs/kwaliteit te maken. Na onze ontdekkingstocht in en om Harrogate vangen we ’s anderendaags de ca. 800 km lange terugtocht aan om op zaterdag in Dover de boot terug naar het vasteland te nemen. Een bezoek aan Fountains Abbey is een must op het programma. Indrukwekkend, groots.
kleuren, eindeloze landschappen, prachtige huizen, vergroeid in de omgeving. Er wordt nog tijd gemaakt voor een bezoek aan Oxford waar de drukte in schril contrast staat met de rust van de “countryside”. Het was zo overweldigend, ik popel al om terug te gaan. De boot is reeds geboekt en het hotel gereserveerd, dus Harrogate : here we come !
Het nuttige aan het aangename koppelen met een weekendje Parijs er bovenop? Op boekenjacht op Rétromobile, een bezoek aan 42, Champs Elysées en zelfs even window shoppen in de Galeries Lafayette (al moet ik wel eerlijk toegeven dat ik Walter hier enkel kon toe overhalen om even op te warmen…). Vertrokken met -17° op de thermometer. Door de sneeuw van de voorbije dag pikken we een klein uurtje later dan voorzien Marc op. De vrieskou zorgt voor een Onderweg bezoeken we ook pittoreske bevroren ruitensproeier waardoor we stadjes met verborgen tuinen, waar de het eerste deel van de rit elke parking rust en de stilte je overvallen, komen moeten aandoen om de voorruit proper we op de wekelijkse markt terecht, te maken. Eens goed en wel de grens snuffelen we rond in de “charity over liggen de wegen er droog bij en shop” in de hoop iets leuks op de blijft ook de voorruit proper genoeg kop te tikken en eten we Chicken- om veilig Parijs binnen te rijden. curry in de lokale pub (gelukkig Ondanks de opgelopen vertraging is wordt er die avond niet gevoetbald). Marc nog mooi op tijd om ons landje In de Cotswolds gaat een droom in te vertegenwoordigen op de jaarlijkse vervulling. De Cotswolds in de herfst : vergadering van de ACI (Amicale onbeschrijfelijk mooi, schitterende Citroën Internationale). Daar worden 11
beslissingen genomen ivm internationale evenementen.
Fountains Abbey
de
Marc zullen we pas op zondagmorgen aan het ontbijt terugzien, want na de vergadering is er een souper voorzien. Goed ingeduffeld gaan we met de metro tot op de Champs Elysées waar we een bezoekje brengen aan het Citroën-gebouw op n° 42 waar op elke verdieping een paradepaardje uit het huidige aanbod rondjes draait, bereid zich langs alle kanten te laten bewonderen….. Te voet helemaal tot aan de Arc de Triomphe en terug en zelfs nog even een “ommetje” naar de Lafayette om een warm luchtje te scheppen. ’s Avonds eten we samen met de deelnemers van de Ficcsm (Fédération Internationale des Clubs Citroën SM) waar Eddy Muyldermans voor ons de honneurs waarneemt. Een leuk weerzien met de Engelse delegatie en met een uitnodiging voor de internationale meeting in Engeland (Bristol) in 2013 op zak, gaan we door de vrieskou terug naar
Met deze bus wil je meteen terug naar school 12
ons hotel. Op zondag worden we wakker in een wit Parijs. Onderweg naar de beurshallen worden we voorbij gestoken door een sliert oldtimers in alle merken en kleuren. Met bewondering voor hun moed om zich door deze weersomstandigheden te wagen, maar stiekem toch blij dat die van ons droog en veilig thuis in de garage staat. De Citroënstand is een echte blikvanger. Alle clubs zijn vertegenwoordigd, elk met hun model, van oud en héél oud naar héél nieuw (DS 5 én Survolt). Alles onder één Citroën-vlag. Ook onze missie is geslaagd al moet ik wel zeggen dat we volgende keer een trolley gaan meenemen ipv onze vracht te dragen….. Als je het resultaat van onze boekenjacht wil zien moet je naar de beurs in Antwerpen komen !! Hadden wij in de heenreis even spijt gevoeld dat we toch niet de TGV genomen hadden, dan waren we na het verhaal van Frederik en Dalila wat blij dat we met onze goeie ouwe vierwieler waren gekomen: van zes uur ’s morgens onderweg om tegen 5 uur in de namiddag in Parijs aan te komen een regelrechte thriller…. (maar ja, de trein : altijd een beetje reizen nietwaar…..) !
Een SM na een vitaminekuur
Hopelijk hebben we in de volgende editie volop last van lente-kriebels, maar voor nu wens ik iedereen veel warmte en weinig startproblemen !! Tot de volgende !!! Annie
13
J’ai rencontré Othello !
“la Suisse est le pays d’Othello, cet orfèvre de la DS dont un bon nombre d’entre nous a déjà entendu parler ou, à tout le moins, a visité le site” (www.citrothello.net). En 2011, fin juillet, nous avons décidé d’aller passer une semaine à la montagne. Nous avons eu la chance de pouvoir profiter d’un appartement mis à notre disposition au Col des Mosses, en Suisse dans le canton de Vaud.
En effet, l’autre voiture est une DS19 de 1967. La mécanique et le compartiment moteur ont été rénovés. Magnifique ! Othello me fait remarquer qu’il a conservé le DY3, mais monté des chemises et pistons de 21, ce qui confère à ce moteur une très bonne puissance et fiabilité. Les moteurs des DS20 sont toujours moins usés au niveau de l’embiellage que les 21 (DX2), donc mieux à reconditionner. Il a placé un alternateur à la place de la dynamo. En fait, il a le souhait de fiabiliser les voitures qu’il restaure. Il l’a, également, équipée de la climatisation. Ca l’a réconcilié avec la DS, dit-il. Juste à côté, dans un autre garage, se trouve une DS de 1956, une des toutes premières. La voiture revient des Etats-Unis, elle porte le numéro 000425. Othello adore des modèles bien spécifiques et rares. Là aussi, la restauration a été totale et le résultat est magnifique. La voiture est neuve, presque mieux qu’à la sortie de l’usine. A côté, dans un autre garage, se trouve une DS Prestige qui appartient à un client belge, membre de notre club, et qui attend son tour pour une restauration. Il a déjà restauré d’autres voitures pour ce client et est, notamment, occupé avec un cabriolet mais, pour ce véhicule, c’est lui qui voyage et il assure le service à domicile ! Dans le dernier garage, se trouve le châssis d’une DS qui a vu son moteur prendre quelques chevaux de plus. Tout cela a pris du temps mais on voit arriver la fin. Tiens, il y a aussi une
Mais, me suis-je dis, la Suisse est le pays d’Othello, cet orfèvre de la DS dont un bon nombre d’entre nous a déjà entendu parler ou, à tout le moins, a visité le site. J’ai, donc, pris contact par mail avec notre homme, qui a gentiment accepté de me recevoir, sachant qu’il habitait dans le canton voisin, celui de Fribourg. Nous avions convenu que je lui rende visite le mardi 26 juillet. Il faisait ensoleillé, ce qui n’était pas plus mal. Dès mon arrivée, je constate qu’il est au travail. Deux voitures, des DS, se trouvent dans son garage en sous-sol et il est occupé avec le moteur de l’une des deux. Il s’agit d’un cabriolet Chapron Le Caddy de 1961. La voiture est magnifique. La carrosserie a été restaurée dans les pays de l’Est mais ça aurait pu être mieux fait, d’après Othello. Notre homme démonte pièce par pièce. Chaque boulon part pour être zingué. Chaque pièce est sablée au besoin et thermo laquée, procédé plus résistant que la peinture (on dit aussi époxy). Chaque élément défectueux est remplacé. C’est un travail de « fou ». Mais le résultat est époustouflant.
14
N° 425...
15
cloison de DS Prestige. Il m’avoue qu’il a bien l’intention de s’en fabriquer une un de ces jours. Et enfin, il y a là son SM, rouge de Grenade, avec toit ouvrant Chapron. Elle, aussi, a subi une restauration. Splendide ! Il possède encore un break qui était en carrosserie. Je n’ai, donc, pas pu le voir. Ce n’est pas un break ID comme les autres, puisque c’est le plus vieux break DS au monde, portant le numéro 3300015, du premier jour de fabrication. Lorsque je quitte l’endroit, j’ai la tête pleine de souvenirs que je n’oublierai jamais. Quelle précision dans la restauration. Je ne suis pas certain que c’est donné à tout le monde d’aller aussi profondément dans une restauration. Bienheureux sont ceux qui ont la chance de pouvoir confier leur voiture à ce passionné. C’est du grand art, de l’orfèvrerie… Bien sûr, nous n’avons pas parlé du prix de telles restaurations, mais ce n’est pas là le plus important. Qu’en pensez-vous ? Merci Monsieur Othello pour cette visite et je vous tire mon chapeau. Marc Stelleman.
16
www.citrothello.net
Garage Snoeckx BVBA Bredabaan 196 2170 Merksem.
tel.: 03/ 645 95 13 Fax: 03/ 647 32 52
17
Auto Retro Brugge 21 & 22 januari 2012
18
Snel, sneller, snelst...
19
Op 21 & 22 januari was het terug Auto Retro, de 32e editie in de beurshalle te Brugge. Het thema van dit jaar was “60 jaar Lotus”. Er waren dus veel sportwagens aanwezig. Alle regionale clubs waren aanwezig, dus wij ook. Om met alle andere krachtige sportwagens te kunnen concurreren, wou ik zelf ook wat extra paardenkracht neerzetten op onze clubstand. Daarom had ik gekozen voor de Rally DS van Philippe Swimberghe en een SM 1971 Blanc Meije van Claude Bertrand. Een SM vind ik persoonlijk het mooist in wit. Niet alleen omdat die er extra elegant uitziet maar ook omdat zij er zo sportiever uitziet. De kleuren van de blauwe DS Rally en een witte SM had ik al een tijdje in mijn gedachten omdat ons logo ook deze kleuren heeft. Wat later kreeg ik te horen dat de Rally DS van Philippe niet aanwezig kon zijn op de beurs van Brugge. Dus besloot ik naar iets extra’s te zoeken om bij de SM te plaatsen. Zo kwam ik bij een grote poster die ik op een houten paneel bevestigd had en met clips opgehangen boven de SM. Ik had al eens eerder op het internet enkele studiefoto’s gezien van de nieuwe huidige DS5. Eén van die foto’s was van een DS5 samen met de Concorde en twee andere SM’s.
De foto’s zijn van Citroën zelf, de fotograaf Laurent Nivalle is de persoon waarvan ik toestemming heb gekregen. Laurent Nivalle Photography heb ik leren kennen via een men’s magazine “Inter Section” dat alles rond design, auto’s en ontwerpen publiceert. In één van die driemaandelijkse tijdschriften was eens een artikel over een Citroën C6 naast een concept car Citroën GT. De C6 was toen compleet zwart van de lichten, ruiten, wielen tot een zwarte matte lak. De foto’s waren zo mooi op circuit genomen dat ik beginnen verder zoeken ben waar die vandaan kwamen. Ook wie deze C6 onder handen had genomen. Zo ontdekte ik het Citroën design studio waar ze alle nieuwe concept modellen ontwerpen. Via Laurent Nivalle zijn eigen backstage foto’s heb ik sommige ontwerpen kunnen volgen van de Hypnos tot de Survolt en de DS reeks van vandaag. Het laatste studiemodel dat ik heb gezien “de Citroën Tubic” is dan weer een minibus met een grote luxe uitvoering binnenin, zelfs terug met hydropneumatische ophanging! Ook zijn er foto’s aanwezig van een DS 21 Pallas en een SM bovenop het dak van de ontwerp studio. Vele foto’s werden daar genomen als eerste van een afgewerkt model. Nu terug naar de foto die ik heb gebruikt op de beurs in brugge, de DS5 werd
gepubliceerd op een andere manier, buitenshuis! Binnenin de DS5 heb je een cockpit gevoel en de looks van een SM, daarvoor werd waarschijnlijk gekozen om een fotoreeks te maken door Laurent Nivalle met een witte DS5, enkele witte SM’s en de fameuze Concorde. Omdat de poster duidelijk genoeg moest zijn en het paneel nogal groot was moest de foto veel vergroot worden. Hierdoor kon de kwaliteit verloren gaan. De oplossing was contact zoeken met Laurent Nivalle en hem vragen naar de originele foto. Ook ben ik terug onderdelen gaan huren voor standbouw en verlichting. Een primeur op de beurs was de nieuwe banner voor de clubstand van Leo Van de Velde. Een grote vlag met een DS oude en nieuwe neus samen met een SM, beide al eens gezien als geslaagde mooie foto’s op een eerdere kalender. Naast ons logo in het midden een opschrift “Join the Club” ! Grote opkomst van leden en andere nieuwsgierigen vonden de banner en de poster zeer geslaagd. Met hulp en aanwezigheid van Paul Depoorter verliep alles vlot. Op zondag waren zelf Marc Roelandt, Annie verstraete en Walter Bogaerts aanwezig om een handje te helpen. Merci aan Claude Bertrand voor het uitlenen van de SM. Pilaert Frederik.
… en Frederik op post bij de witte SM
Marc aan de borrelhapjes … 20
Auto Retro Brugge Voorbereiding en opbouw van een mooie stand . Dank aan alle medewerkers! 21
Rouler en DS liquide rouge venant de possesseurs d’ID, généralisent en disant “je mets ceci ou cela à la place du LHS et ça marche très bien”. Je serais curieux de voir à quelle fréquence ils remplacent leurs joints quand c’est possible, ou leurs organes quand les tiroirs sont usés. Mais c’est sûr, ils ne remarquent rien en roulant! Les blocages divers et les fuites internes doivent être légion, mais la pompe HP est là pour compenser... Au fait, pourquoi les ouïes sur les ailes ont elles été introduites à l’AM 60 sur DS, et non sur ID? On lit “pour refroidir le moteur”. Peut-être, mais la motorisation n’est pas si différente. Plus probable est: “pour refroidir le LHS”.
Le liquide rouge. Brrr. La terreur des garagistes, qui ne veulent surtout pas travailler là dessus: tout être normalement constitué a donc tendance à le fuir. Mais inversement, quel plaisir de rouler dans une trois paliers au look rétro et préservant son originalité! Alors? Quand on admet qu’il n’y a plus de LHS/LHS-2 neuf, disponible aujourd’hui sur étagère, quelles solutions pratiques offrir à ceux qui veulent éviter la conversion au liquide vert, qui dénaturerait la valeur historique de leur véhicule? Comment reproduire de nos jours les qualités d’origine du LHS? Quel produit utiliser concrètement?
1. DS ou ID? Je me suis amusé à un petit calcul de comparaison entre une ID simple (sans options direction assistée ou autre) et une DS boîte de vitesses hydraulique: • Sur la DS, il y a 12 organes de commande (exemple, correcteur de hauteur, bloc...) et 6 organes d’exécution (cylindre de suspension, d’embrayage...), certains en plusieurs exemplaires (2 correcteurs de
hauteur, 5 pistons de boite...) et chacun comportant des tiroirs (= robinet/ interrupteur hydraulique) ou/et des pistons (verins). Il y a au total 50 pistons et tiroirs sur la DS (à 1 ou 2 près). Il y a là dedans une vingtaine de tiroirs, c’est à dire dont le jeu de fonctionnement est de l’ordre du micron (le plus célèbre est le grand tiroir de passage de vitesse dans le bloc) et qui sont donc rodés au cas par cas dans leur chemise, fonctionnement sans joint. La lubrification et la viscosité du fluide est primordiale pour eux. • Sur une ID, il en a 8 (pompe monopiston, 4 cylindres de suspension et 1 piston dans le conjoncteur, 2 correcteurs d’assiette). • Sur la DS, 3 commandes hydrauliques sont en contact direct avec l’homme (“asservissement”): le doseur de frein, le levier de vitesse et le volant. • Sur une ID: aucune. Un mauvais liquide (vieux, contaminé ou inadapté) se ressent bien plus sur la DS. Mais les conséquences en termes d’usure et de fuite sont les mêmes sur ID. C’est la raison pour laquelle l’immense majorité des témoignages,
22
Mes dernières investigations tendent à montrer que la levée en température, et donc l’augmentation de la fluidité du LHS rendent les commandes hydrauliques moins agréables. Et il parait que c’était encore plus vrai avec le “LHS1”:l’huile végétale utilisée alors était encore plus sensible aux variations de température que le lubrifiant de synthèse du LHS-2. Conclusion: Sur une ID, l’incidence du fluide se remarque moins, mais les dégâts sont les mêmes s’il l’on ne respecte pas les bases. Sur une DS boîte hydraulique, le fluide est capital. Surtout à chaud (passage des vitesses).
2. Les alternatives au LHS-2, une page se tourne... Les possesseurs de DS et ID fonctionnant aujourd’hui encore avec ce fluide rouge et ne désirant pas la convertir au minéral (LHM) ont aujourd’hui les choix suivants:
1- Mettre du LHS-2 a) mettre du vieux LHS-2 (Lockheed, BP, Fina etc...), et à condition d’en trouver, est trop risqué car les poly-glycols ne se
conservent qu’une vingtaine d’années en bidons fermés, et se transforment chimiquement. Leur PH devient trop important à chaud et une prise d’eau est possible;les polyglycols sont hygroscopiques: ils absorbent l’eau. b) mettre du LHS-2 refabriqué par Pentosin. Il n’est ceci dit plus disponible depuis quelques années, il est très cher si on en trouve et est finalement déjà assez vieux pour certains stocks. c) mettre du LHS-2 re-re-fabriqué tout récemment par Pentosin (pour une dernière fois...), disponible depuis d’octobre 2011 exclusivement pour un revendeur allemand (der Fransoze) à hauteur de 4500 litres. Après cela, à cause de composants spécifiques aujourd’hui introuvables il n’y aura probablement plus jamais de LHS-2.
2- Mettre un fluide alternatif compatible et miscible 2.1 DOT pur Une DS au DOT pur (3 ou 4) tient environ 5/6 ans pour les organes hydrauliques. Au dela, leur usure est telle que des problèmes du passage de vitesse et de fonctionnement des hauteurs voient le jour: usure prématurée des tiroirs, dont l’ajustement nécessite impérativement lubrification et viscosité adaptée. Le choix le moins pire est le “Igol Ruban Bleu”, vendu sous le nom de “LHS” chez certains revendeurs pourtant sérieux, Hydrosphère par exemple. Arnaque? Non, juste que l’acronyme “LHS” est utilisé chez Igol pour Liquide Hydraulique Synthétique (ce qui est exact pour un liquide de frein). Une autre possibilité “la moins pire”, proposée chez des vendeurs ayant pignon sur rue, est le RR363, liquide “LHS” pour Rolls Royce de chez Castrol, qui est un DOT 4.
de ricin avec du liquide de frein DOT3 ou 4 à hauteur de 10% pour avoir une fluidité proche du LHS-2. Problème, tous les liquides de frein actuels (nous sommes loin du Lockheed des années 50) ne sont pas correctement miscibles avec l’huile de ricin. Deuxième problème, le ricin fige assez vite avec le froid. Le point de trouble est vite atteint aux alentours de 0°C, et le liquide s ‘épaissit. Donc, si vous avez un liquide qui se mélange bien au ricin et que votre voiture reste au chaud, cette solution est acceptable. Exemple: le Pentosin “super DOT4” ne se mélange pas au ricin. Par contre le Pentosin DOT 3, le Igol Ruban Bleu, ou le Bendix 55+ se mélangent parfaitement au ricin. NB: pour info, le ricin s’achète en pharmacie.
2.3 DOT + PAG Enfin, une recette prometteuse a été mise au point en 2011: mettre 20% d’huile polyalkylène glycol (PAG 150) dans du DOT 3 ou 4. Cette huile n’est hélas disponible au grand public que sous une forme: un additif lubrifiant
2.2 DOT + ricin Beaucoup d’entre nous ont lu dans le remarquable ouvrage “les secrets du bureau d’études” la recette de Paul Magès datant de 1956 pour les autos importées aux USA: mettre de l’huile
23
pour compresseur de climatisation auto fonctionnant au fluide R134a.
Pourquoi utiliser du PAG?
Le PAG est un lubrifiant 100% synthétique déjà présent dans les liquides de frein actuels à hauteur de 10 à 20%, car certaines exigences (embrayage) nécessitent une bonne lubrification. Les qualités lubrifiantes du PAG sont exceptionnelles, il est compatible avec les poly-glycol et son point d’écoulement est bas. Son point d’ébullition est haut et son VI semblable au DOT ou LHS-2. Bien sûr, il est compatible avec les joints EPDM et nitrile. Le problème, il n y a pas de norme précise pour ces additifs, et il faut donc les tester avant au cas par cas. A ce jour, celui qui donne les meilleurs résultats est le PAG 150 de « liqui moly ». Mélangé à du Ruban Bleu ou du 55+, il n’atteint pas son point de trouble à -20°C! A ce stade de l’exposé, vous vous demandez peut-être comment concrètement faire ces mélanges d’apprentis sorcier? Rien de plus simple.
3. Comment jouer les apprentis chimistes
de PAG150). Peu importe l’ordre, mais je préfère verser le ricin (ou PAG) dans le liquide que l’inverse.
3.1 Vérifier au préalable la compatibilité DOT retenu/ additif (ricin ou PAG)
Il faut ensuite mélanger votre potion avec une tige propre (en métal de préférence, un tournevis propre fait l’affaire) en observant le résultat (d’où la carafe transparente en verre). Quand le mélange est homogène, sans présence de fils ou d’irisation, il est prêt à être versé. Vous faites cela le nombre de fois nécessaire en fonction de la contenance de votre récipent pour remplir le réservoir de l’auto (5L). Je conseille de ne préparer le mélange qu’au moment de le verser dans la voiture (ou quelques jours avant s’il est conservé en récipient fermé): c’est important car le DOT est hygroscopique est prend l’humidité de l’air très facilement. Autre raison: un bidon de DOT se conserve 1 an à partir du moment où celui ci a été ouvert, mais peut se conserver plus de 20 ans s’il n’a jamais été ouvert. Je préconise donc aussi d’acheter liquide de frein en petites doses (250ml ou 1l) plutôt que par gros bidons de 5L: afin de ne pas entamer un bidon que l’on utiliserait pas entièrement.
Si vous utilisez comme DOT de base du Ruban Bleu (ou Bendix 55+), ne vous posez pas de questions, il se mélangera parfaitement au ricin ou au PAG. En revanche, si vous utilisez un liquide de frein autre que ceux cités (et testés par moi même sous toutes leur coutures mélangés au ricin et PAG), il faudra tester vous-même -au moins- sa bonne compatibilité au ricin. Pour cela: prenez un verre avec couvercle (pot de yaourt par exemple) et faites votre mix (j’utilise des seringues pour doser de petites quantités). Mélangez et observez: s’il vous parait difficile de faire disparaître les filaments, c’est déjà mauvais signe. Il faut ensuite observer un temps de repos de 3 jours puis vérifier si le ricin est remonté en surface (séparation). Si ce n’est pas le cas, secouez le pot pour voir si le mélange est toujours homogène et sans particules. Si tout est OK, vous pouvez “valider” ce liquide de frein.
3.2 les modalités pratiques du mélange Magès dit dans ses souvenirs sur les DS USA: “j’ai mis un quart de ricin et j’ai secoué, le mélangé est resté uniforme...” Mais en 1956, nous étions très très loin des DOT 3 et 4 d’aujourd’hui, le Lockheed était un polyglycol primitif quasiment sans additifs. C’était donc un liquide très sec. Pas de norme DOT, donc pas de miscibilité obligatoire (donc peu de diluant solvant). Même sans ricin, un DOT4 actuel ne bloque plus le système de la DS à froid comme pouvait le faire le Lockheed. Pour faire le mélange de nos jours, il ne faut surtout pas secouer...ou verser le ricin dans le reservoir. Je conseille d’utiliser un bocal en verre d’environ 1L (personnellement j’ai utilisé la carafe d’une vielle cafetière). Pour le dosage, soit on utilise un verre ou bocal gradué (type cuisine) et on verse la quantité requise (pour 1l de liquide de frein: 10cl de ricin ou 20cl
4. Quelques vérités Le LHS rouge des débuts de la DS est bien loin du LHS-2, et sa réputation actuelle est surfaite, souvent par ignorance et/ou par des personnes qui
24
ne l’utilisent pas. • Aucun problème avec ce fluide si on respecte les intervalles de vidange, que la voiture est entretenue et qu’elle roule régulièrement. • Le LHS-2 est hygroscopique comme tous les liquides de frein (poly-glycol), et il attaque les peintures comme tous les liquides de frein. Donc, il se vidange régulièrement comme tous les liquides de frein. • Il ne faut pas utiliser de liquide de frein pur, sauf en cas d’urgence. Ceci est écrit noir sur blanc par Citroën dans les manuels depuis le début de la DS. Sa fluidité est trop faible (problèmes de fonctionnement) et sa lubrification bien insuffisante (problèmes d’usure). • Il faut 4 à 5 ans (en fonction de l’usage bien sûr) pour user de manière conséquente les organes hydrauliques d’une DS avec du DOT pur. La pompe HP en premier, puis les correcteurs et tous les organes à tiroir. • Aucun liquide de frein pur n’a la prétention de remplacer du LHS-2, dont la formulation est complexe (lubrifiant, anti mousse, anti oxydants, point d’écoulement très bas etc...). • Le DOT 5.1 à base d’esters boriques est peut-être le meilleur liquide de frein, mais c’est le moins bon comme base pour se substituer au
LHS-2: composition différente, trop fluide, trop hygroscopique. • Plus on avance dans les DOT, plus ils sont hygroscopiques, mais mieux ils se comportent à très haute température en présence d’eau. (il sont étudiés pour le freinage seul, pas pour la DS!)
Nieuwe leden - Nouveau membres 841N 842F 843F 844N 845N 846N 847N
• Le DOT 5 est à base de silicones. Tout est déjà dit dessus, c’est une “solution” à oublier. Le RR363 de Castrol est un liquide de frein à la norme DOT3 prévu pour les anciennes RR à suspension type Citroën , il ne remplace pas le LHS-2 (trop fluide). Acceptable pour les ID.
NARRAINA Laurens GIJSEN Pierre DEGHILAGE Jean DIERICKX Dennis PENNEWAERT Hans STOFFELEN Daniel DUTRE Mathieu
Overijse Liège Sirault Brasschaat Aaigem Wilsele Sint-Niklaas
Soyez les bienvenus au club ! – Welkom in de club !
• Un liquide de frein a une viscosité moyenne de 8 mm²/s (à 40°C), le LHS-2 entre 15 et 16, le LHM aux alentours de 20. • L’huile de ricin a une viscosité moyenne de 600 mm²/s et le PAG 150...de 150 mm²/s. Il faut donc 2 fois plus de PAG 150 que de ricin pour obtenir la viscosité requise d’environ 15 mm²/s. Donc: 10% pour le ricin, 20% pour le PAG 150. • La découverte et les essais du mix DOT/PAG sont récents, et manquent de recul et d’expérience sur DS ou ID… expérimentations toujours en cours. Mais tous les calculs et les tests effectués lui donnent quelques points d’avance par rapport au mélange DOT/ricin. A condition de trouver et d’utiliser le « bon » PAG... • Les fluides végétaux (colza) sont à prendre avec des pincettes (point d’écoulement trop haut, problèmes avec certains joints). Et je parle ici de liquide hydraulique végétal industriel, pas d’huile de friteuse. • Les fluides hydrauliques industriels base eau/glycol (anti feu) contiennent trop d’eau, et ne sont pas tous compatibles avec l’EPDM (caoutchouc synthétique).
5. Ce que je vais faire sur ma DS 1961 Ayant terminé mes stocks de LHS2 d’origine, puis de Pentosin, j’envisage d’acheter la nouvelle production de LHS-2 de chez Cipere (disponible en Novembre 2011), qui sera très probablement la dernière. Ensuite, je passerai au mélange Igol Ruban Bleu + 20% PAG 150 de « liqui moly » Naturellement vous interprétez cet article à vos risques et périls, il n’est que le reflet de mes essais et mes opinions, c’est votre responsabilité à vous qui est engagée au moment du choix du liquide.Vous pouvez aussi consulter en anglais les conclusions de Mark L. Bardenwerper sur:http://citroen.cappy-fabrics.com Auteur : Claude – extrait du site Le Nuancier DS novembre 2011
25
Citroën op het Autosalon Januari 2012
Opendeurdag.
Het was terug op de koppen lopen tijdens het Autosalon. Naast heel veel volk was er ook mooi blik op wielen te zien: scooters, moto’s, auto’s, ... nieuw én oud.
Op de stand van Citroën was het gezellig druk, met de DS3, DS4, DS5, C6, een matzwarte C5 en de elektrische C-Zero. En natuurlijk de alom bekende andere modellen.
Onbetaalbaar mooi. 26
Aan de overkant van de stand vonden we een hele mooie DS Cabriolet, en een prachtige E-type, niet van Citroën maar net als de DS Cabriolet onbetaalbaar mooi.
Uit de oude doos, toen het salon nog een salontje was. Links achteraan Citroën...
Waar een wiel is, is een weg.
27
Andrea croonenberghs 1968 >> 2011
Hetzelfde model, dezelfde outfit, hetzelfde decor, zoveel jaar later.
De auto is zo’n strijkijzer. Een mossel. Een oude Citroën DS in elk geval, iedereen heeft daar een andere naam voor. Mijn vader hechtte veel belang aan het uitzicht van zijn wagen. Hij moest niet noodzakelijk duur zijn, maar wel een speciaal kantje hebben. Zelf vind ik hem ook mooi. Mocht hij nog bestaan, ik zou overwegen er eentje te kopen. Als kind werd ik er misselijk in. Er hing dan wel zo’n rubberen staartje aan, zogezegd om de statische electriciteit weg te leiden, wat de misselijkheid moest tegengaan, maar ik heb mijn broer toch wel eens ondergekotst. Op de achtergrond staat mijn ouderlijk huis. Eind 2010 vernamen we dat het zou worden afgebroken. Daar zijn mijn broer, mijn zus en ik heel erg van geschrokken. Het huis heeft intussen enkele foute ingrepen ondergaan, maar het blijft een prachtige modernistische woning uit de jaren 60. Omdat mijn ouders erg bezig waren met architectuur, interieur en alles wat artistiek was, besefte ik als kind al dat ik in een bijzonder mooi en ruim huis woonde. Het was het visitekaartje van mijn vader, die architect was.
Dat huis zit op een of andere manier in mijn vezels. Elke vierkante centimeter ervan kan ik me herinneren. Geregeld droom ik er nog van. Een student architectuur uit de buurt zet zich inmiddels in om het te laten beschermen, maar zover is het dus nog niet? Als kind was ik vooral heel actief. Ik ging naar de tekenacademie, zat bij de scouts, volgde ballet, muziekschool, dictie en voordracht. Met acteren, presenteren en zingen verdien ik de kost, maar ik blijf het moeilijk vinden om één richting te kiezen. Ik zou best wel eens andere paden willen verkennen. Zo heb ik alle tafels ontworpen die in mijn huis staan. Net als mijn ouders hou ik van maatwerk. Op een dag doe ik daar iets mee.
De Standaard Magazine 28.01.2012
28
15 ième ICCCR à Harrogate, dans le YORKSHIRE Du 9 au 12 août 2012
15 de ICCCR in Harrogate, YORKSHIRE Van 9 tot 12 augustus 2012 • nieuw tarief : tot 1 april kost de wagen + chauffeur 80
pond (93 €), een bijkomende passagier ouder dan 16 jaar, blijft 10 pond (12 €)
• je kan inschrijven via de website of op de beurzen
• nouveau tarif : jusqu’au 1er avril, la voiture + chauffeur •
coûte 80 livres (93 €), un passager ayant plus de 16 ans, reste 10 livres (12 €)
CitroMobiel in Haarlemmermeer op 5 en 6 mei, of RétroExpo in Ciney op 26, 27 en 28 mei
inscriptions possibles par le site ou aux bourses CitroMobiel à Haarlemmermeer les 5 et 6 mai, ou RétroExpo à Ciney les 26, 27 et 28 mai
• tot 31 mei geldt de annulatieregeling met terugbetaling
• l’annulation + remboursement reste possible jusqu’au
•
boeken voor de overtocht naar Engeland bij P&O Ferries.
•
Opgelet : enkel via de website van de ICCCR bekom je 10 % korting op het gewone tarief. Ga naar www.icccr2012.org.uk , klik op de engelse vlag en zoek FAQ (frequently asked questions). Daarin Transportation questions – getting to the event – ferries & the tunnel Dan zijn er twee mogelijkheden : >> I’m travelling from France … via Calais-Dover .. click here >> I’m travelling from Northern Europe … via Zeebrugge-Hull … click here
31 mai
• réservation de la traversée en bateau chez P&O Ferries. • Attention : obtention d’une réduction de 10 % sur le tarif
normal, uniquement par le site de l’ICCCR Surfe vers www.icccr2012.org.uk , clique sur le drapeau français et cherche FAQ (frequently asked questions). Ensuite Questions concernant le transport– comment arriver au rallye – ferries & tunnel Là il y a deux possibilités : >> je viens de France … par Calais-Dover ... cliquez ici >> je viens de l’Europe du nord … par Zeebrugge-Hull … cliquez ici
http://icccr2012.org.uk 29
God Save the Queen.
Misschien is het jullie niet ontgaan dat hare gracieuze majesteit Elisabeth II, op 6 februari werd gevierd omdat zij reeds zestig jaar op de troon zit ; zij moet dit nog drie jaar volhouden, om het record van haar betovergrootmoeder Victoria te breken ! De engelse koninklijke familie heeft zich jarenlang verplaatst in Daimlers, en nu in Rolls Royces, dus wat is het verband tussen de royals en ons geliefkoosde merk Citroën ?
te maken, en om alles tot in het detail te kunnen afwerken, wordt een 11 légère cabriolet eveneens ter beschikking gesteld. Misschien nog een pittig detail : de franse regering ging er van uit dat Citroën het volledige bedrag van de faktuur zou betalen, omdat zij er publicitair voordeel bij hadden ! Maar de zuinige bestuurders van Michelin
Citroën navraag op Buckingham Palace of de cabriolets nog eens mochten uitlgeleend worden. Waarop prompt het antwoord kwam dat de cabriolet met de nummerplaat F.1938 inderdaad nog steeds in hun bezit was, en dat het Britse filiaal hem mocht komen ophalen. En zo werd de Royal Toy car van Elisabeth op kosten van Citroën gerestaureerd,
Wel, in 1934 had André Citroën de bedoeling de electrisch aangedreven speelgoedauto’s C6 voor kinderen te vervangen door een nieuwe versie ‘traction avant’. Helaas kwam de neergang van het merk einde 1934 roet in het eten gooien, en zou de fabriek nooit meer speelgoedauto’s maken. Dan komt het jaar 1938, waarin de britse vorsten een staatsbezoek brengen aan Frankrijk in de maand juni. De franse regering wil aan de prinsessen Elisabeth en Margaret twee speelgoedauto’s schenken, en met name de Citroën Traction Avant cabriolet. Deze twee auto’s passen bij de poppen Marianne en France genaamd, die met hun volledige garderobe en accessoires (alles samen 350 stuks luxeartikelen van de grote merken zoals Vuitton, Hermès, Lancôme) geschonken worden door de franse jeugd. De franse carrossier AEAT uit Levallois krijgt de opdracht om deze twee auto’s
dachten er anders over. Uiteindelijk moest de krant Le Journal een publieke inschrijving lanceren, wat dan ook weinig resultaat opleverde. Met als gevolg dat AEAT zelfs stopte met de bouw van de twee miniaturen ... vermoedelijk heeft Citroën dan toch betaald. Ter voorbereiding van de viering van 50 jaar Traction Avant in 1984, deed de Public Relations afdeling van
30
en tentoongesteld op de beurs Rétromobile in 1984. Wat er van de tweede cabriolet met de nummerplaat M.1938 is geworden staat niet vast, volgens sommige geruchten zou deze zich ondertussen in Australië bevinden. Bron : L’Album de la Traction EPA 1978 en CitroExpert nr 86 – maart/april 2011
ABCC Citroën Jumble : Citroën vogue à Ronquières Mis en service depuis 1968, le Plan incliné de Ronquières est depuis lors une curiosité technique jamais égalée. En effet, cet énorme ouvrage d’art rachète une différence de niveau de 68 mètres entre le bief supérieur (un pont-canal soutenu par 70 colonnes de deux mètres de diamètre) et le bief inférieur du nouveau canal Charleroi-Bruxelles. Le Plan incliné s’étend sur 1431 mètres et supporte deux bacs métalliques totalement indépendants de 91 mètres de long sur 12 mètres de large pesant chacun environ 5000 tonnes et pouvant transporter un bateau de 1350 tonnes ou bien quatre péniches de 300 tonnes.
l’histoire et la construction du Plan incliné de Ronquières par le biais d’un film explicatif et enfin, vous accéderez au panorama au sommet de la tour et profiterez d’une vue imprenable sur la région environnante dite des “Petites Ardennes”. Outre sa fonction de pavillon d’accueil, le Visitor Centre du Plan incliné vous permet également d’observer la sortie et l’entrée des bateaux dans les bacs et ce, depuis des passerelles de verre surplombant le site et accessibles depuis des ascenseurs panoramiques.Enfin, montez à bord d’un bateau pour le franchissement du plan incliné !
Dimanche 22 avril 2012 de 10.00 h. à 18.00 h. bienvenue à toutes les Citroën et Panhard
En dépit de son grand âge, cet ascenseur à bateaux est aujourd’hui encore un outil moderne en matière de franchissement de dénivelés importants : la manœuvre est relativement rapide (environ 40 minutes) et, contrairement à une écluse classique, ce système n’entraîne que très peu de perte d’eau. Dans des décors 3 D munis d’écrans géants, d’automates et de techniques audiovisuelles modernes, le parcours-spectacle « Un bateau, une vie » vous invite à plonger dans le monde de la batellerie. Vous découvrirez ainsi en compagnie d’une famille de bateliers toutes les facettes de ce métier passionnant mais ô combien éprouvant ! Découvrez ensuite
31
Grâce au parrainage de Citroën Belux, votre participation vous coûtera seulement 12 € par voiture, passagers compris. • la visite du parcours spectacle « Un bateau, une vie » • l’accès au panorama • le franchissement du plan incliné en bateau • animation pour les enfants • la plaque de rallye (garantie pour toutes les préinscriptions)
Info sur www.ABCC.be
Rosalie, la voiture des records ! Le surnom de ‘Rosalie’ donné par Yacco à tous les modèles Citroën engagés de 1931 à 1936 dans sa quête de records, a immédiatement été adopté par le grand public. Il désigne dans la gamme Citroën les modèles 8, 10 et 15 CV, prédécesseurs de la Traction. En 1933, lancée dans un insensé carrousel, une Citroën 8 CV équipée par Yacco a parcouru sur le circuit de Montlhéry quelque 300.000 kilomètres. Démonstration par l’exemple : c’est pour prouver qu’une mécanique robuste et bien huilée peut effectuer un kilomètrage inouï, que la société des huiles Yacco se lance à partir de 1925, sur l’autodrome de Montlhéry, à la conquête de records automobiles. Entre campagne publicitaire et epopée sportive, l’aventure durera une douzaine d’années. Au premier janvier 1937, Yacco détiendra 85 % des meilleures performances internationales et pourra afficher son slogan: “Yacco, l’huile des records du monde”. Entre-temps, si les débuts se sont faits avec des modèles Voisin, Yacco a trouvé dans le catalogue Citroën de vraies bêtes de concours. En 1930, la C6 avait raflé tout le podium du Grand Prix du Maroc. Yacco décide donc en 1931 d’acheter une C6 F de série et modifie sa carrosserie pour s’attaquer à une première salve de records. Avec un sens marketing aussi aigu que celui d’André Citroën, l’équipe Yacco décide d’affubler le bolide d’un petit nom. Ils tirent au sort dans un chapeau et le papier pioché porte le prénom de Rosalie. Ce sera le nom de baptême de toutes les Citroën utilisées par Yacco, 9 modèles entre 1931 et 1936, et deviendra le nom générique de cette famille de véhicules Citroën. Comme la Rosalie 2, en réalité C6 G de série, qui passe au printemps 1932 la barre des 130.000 km, en 54 jours à 104 km/h de moyenne. Mais s’annonce déjà 1933, année du plus retentissant des exploits.
Conquise par les chevrons, Yacco achète auprès d’un concessionaire parisien un modèle 8 CV, la plus petite cylindrée de la gamme Citroën lancée en octobre 1932. La Petite Rosalie entre en scène sur le ciment bosselé de Montlhéry. Le 15 mars 1933, à 13h29, la ronde infernale commence. Version automobile de “On achève bien les chevaux”.
En mai 1934, quand il lève le voile sur la 7, révolutionnaire traction avant monocoque, André Citroën démodé d’un coup tout ce que l’industrie automobile peut alors proposer. Coup de maître. Mais la naissance de la lignée des Traction, c’est aussi la chronique d’une disparition, celle des Rosalie. Sa carrière a été brève, proposé seulement depuis octobre 1932.
La plus grande hantise, c’est la bielle coulée. Se relayant pour des séances de conduite de cinq heures, les pilotes Citroën sont sous la stricte surveillance de l’Automobile Club de France (ACF), qui appliquent à la lettre le règlement international. Il stipule que les seuls organes pouvant être changés (joints, colliers de serrage ou bougies) doivent être embarqués. Sont aussi distingués le record mondial, meilleure performance au monde, quelle que soit la cylindrée, et le record international, meilleure performance réalisée dans une catégorie donnée (la Petite Rosalie appartient à la catégorie F, des cylindrées comprises entre 1.000 et 1.500 cm³).
Berline quatre portes ou coach décapotable, conduite intérieure ou coupe de ville, en 6 cylindres pour la 15 CV (2.650 cm³), en 4 cylindres pour les 8 et 10 CV (1.452 et 1.767 cm³), la Rosalie a été produite en deux ans à plus de 80.000 unités. Malgré un nouvel habillage fin 1934 – dû à Flaminio Bertoni- et la survivance des versions utilitaires 7U et 11U, chacune commercialise à plus de 7.000 exemplaires entre 1935 et 1941, la Rosalie a vécu, étoile filante éclipsée par la star Traction.
Des records pour la Petite Rosalie? Comme s’il en pleuvait. Quand, estimant la démonstration suffisante, André Citroën et César Marchand l’arrêteront dans sa course folle, l’increvable aura parcouru 300.000 km, en 134 jours, à 93,5 km/h de moyenne ! Au passage elle accroche 106 records mondiaux et 181 records internationaux. L’exemplaire d’origine a malheureusement été perdu, mais il en existe quelques répliques.
32
Source : le Double Chevron n° 41 - 2003
2012 : les 80 ans de la Citroën Rosalie à Montlhéry. Le weekend des 19 et mai 2012, l’anniversaire de la Rosalie sera célébré au circuit mythique de Montlhéry près de Paris. C’est là précisément ou la ‘petite Rosalie’ a battu pas moins de 106 records internationaux, après avoir parcouru 300.000 km. Plus d’information sur le site : www.citroen-rosalie.com
2012 : de 80 jaar van de Citroën Rosalie op Montlhéry. Tijdens het weekend van 19 en 20 mei 2012, wordt de verjaardag van de Rosalie gevierd op het mytische circuit van Montlhéry, bij Parijs. Het is op deze plek dat de ‘Petite Rosalie’ niet minder dan 106 internationale rekords heeft gebroken, na het afleggen van 300.000 km. Meer info op de website : www.rosalie-citroen.com
33
Rosalie en de records ! André Citroën wordt vaak geciteerd als een genie wat communicatie betreft, en hij verstond de kunst om op alle manieren over zijn auto’s te doen spreken. Maar het idee van de Rosalies en hun records kwam voor één keer niet van hem. Het krediet hiervoor gaat naar de verantwoordelijke voor publiciteit van het oliemerk Yacco, César Marchand. Om de eigenschappen van hun smeeroliën in de verf te zetten, laat hij een Citroën 15 PK zescylinder met een koetswerk zoals een sportieve éénzitter, rondjes rijden op het circuit van Montlhéry bij Parijs. Aan het stuur vijf chauffeurs die mekaar aflossen om 25.000 km non-stop te rijden aan 108 km/h. Dit elf dagen lang tot de wagen wordt afgevlagd en er champagne mag gedronken worden ... en dan vertrekt César Marchand weer met de wagen om nog verschillende rondjes aan volle snelheid te doen,
zonder de mechaniek te breken. Dit was dan weer publiciteit voor Citroën, omdat dit huzarenstukje gefilmd werd, en in de bioscoopzalen bij het andere nieuws werd vertoond. Waarom deze prestatie niet verdubbelen, of verviervoudigen ? En zo vertrok enkele weken later deze wagen weer, deze keer om 100.000 km af te leggen ... die er uiteindelijk 134.866 werden in 54 dagen. De bekendheid van dit avontuur is zo groot dat het publiek de naam overneemt die Yacco had gegeven aan haar Citroën recordwagens : Rosalie. Het geheel van de wagens 8 PK, 10 PK en 15 PK krijgt in de volksmond de bijnaam Rosalie, en zij worden met buitengewone prestaties geassociëerd. Rosalie rijmt op Montlhéry ...
wie het record zou breken ... maar geen enkele andere constructeur durft de uitdaging aangaan ... behalve Yacco met een nieuwe Rosalie 8 PK met een viercylinder, vanwaar de bijnaam ‘petite Rosalie’. Om de recordpoging van 300.000 km tot een goed einde te brengen zijn er zeven piloten en 134 dagen op de piste nodig van maart tot juli 1933. Vanaf dan heten alle Citroën recordwagens bij Yacco Rosalie, tot de Rosalie 9, die een Traction 11 AL is, en op de gewone wegen het record breekt van 100.000 km in iets meer dan twee maand.
André Citroën biedt dan één miljoen frank, wat een enorm bedrag was, aan
Rosalie en Annie …
34
35
Ombouw alternator citroen ID / DS naar versie met geïntegreerde regelaar . Onze technische redacteur Gunter Temmerman heeft onlangs de oude alternator vervangen door een splinternieuw exemplaar, en laat u in zijn ervaringen delen.
en dient nu niet meer : aan u om het te behouden voor optionele instrumenten of later te verwijderen ! - vijs rechts de onderste draad van de regelaar : fiche op EXC aansluiting : deze draad gaat in de bundel en komt Waarom vervangen ? Meestal omdat de oude stuk gaat, en er aan de alternator terug uit op de EXC aansluiting : deze een modernisering niet altijd slecht is ! Mijn doel is gewoon draad wordt overbodig, ofwel gewoon afknippen of zie : om mensen die dit van plan zijn en dit zelf willen doen een heropbouw handleiding te geven , daar dit voor de meesten absoluut - vijs de middenste draad los : zelfde als vorige draad niet simpel is ! - vijs nu de bovenste draad los : de draad met klein oogje Deze alternator is sinds een goed jaar overal op verkoopssites en rode markering is de draad van het verklikkerlampje van handelaars in DS-stukken, en wordt verkocht zonder batterij : deze hebben we terug nodig !! handleiding of schema. De alternator wordt naargelang - maak nu op de alternator alles los : enkel de dikkere kabel het verkoopspunt verkocht als zijnde een 65 of 70 Ampère met de rubber erover en het oog van M6 : batterijkabel : ( origineel is rond de 28 à 30 A ). wordt opnieuw gebruikt - vijs nu de alternator kompleet uit : verplooi het kleine Electrische schema’s voor de DS of ID zijn er met honderd, armpje zodat hij genoeg kan wegdraaien om de riemen en allemaal zijn ze verschillend ! De eraf te halen ! draadbundels van de D-modellen zijn een echt kluwen, - schroef nu de voet van de alternator af en houd deze bij u . daarom moeten deze raadgevingen met aandacht gelezen en gevolgd worden. BESLISSING Hij wordt geleverd met de voet eraan, dus zogenaamd klaar Hier dient u te bekijken wat u wenst te doen of niet : als voor montage, maar deze voet is slecht gemaakt en de uw werk snel dient te gebeuren of u wenst later alles netjes alternator staat er scheef op : daarom ook de verwisseling te herinstalleren bij andere grotere werken, dan kan u de van de voet . Deze alternator komt met een dubbele poulie draden die niet meer nodig zijn gewoon afknippen, met voor de 2 riemen zodat het er op het eerste zicht standaard uitzondering van de + draad met platte fiche , die dient blijft uitzien . zorgvuldig afgetaped en geïsoleerd te worden !! Richtprijs : 199 € incl BTW bij Tom Verheyden.
Heeft u echter de tijd en wenst u proper en onzichtbaar werk te leveren, dan is het aan te raden om de draadbundel(s) waar u mee bezig bent, af te winden, dus ontdoen van zijn stoffen tape omhulsel, en dit tot aan de Y ter hoogte van de bobine ! Op deze manier kan u de overbodige draden er gewoon uit nemen, de + netjes isoleren en dubbel afgetaped in de bundel inwinden. U kan nu één nette nieuwe draadkabel maken.Voor dit opnieuw intapen wacht u best tot de alternator is geplaatst.
1) Benodigdheden : - laken voor bescherming vleugel - steek/ring/pijp sleutels 7 / 8 / 10 / 11 / 12 / 14 - soldeerbout en krimpkousen (voor degelijk en net werk) - kabelschoenen : oogschoentje M5 rood : 2 st. - krimpkous zelfde maat als bedrading - stoffen isolatieband ( gebruik geen klassieke isoleer tape !! ) - knip- strip- punttang en kabelschoen tang - multimeter
2) Uit te voeren werken in volgorde A) Demontage en sortering - maak batterijklemmen los, Min-pool altijd eerst !! - verwijder batterij - schroef oude spanningregelaar los (drie bouten) - knip de draad met het oogje naar de – batterijborn af net naast het lood. Niet meer nodig - leg batterijkader weg - verwijder op de spanningregelaar de linkse aansluiting met platte fiche : de draad is een + voeding van het contact
B) Heropbouw - neem de nieuwe alternator, deze staat scheef op zijn slecht gemaakte voet - schroef de voet van de nieuwe alternator en zet de oude voet eronder. - dit gaat vlot: zet de rondelletjes onder het beugeltje ipv ertussen !! - bekijk de aansluitklemmen : we gebruiken klem B+ en D+ de andere niet. nieuwsgierig? : de W+ klem is voor auto’s zonder verdeler : stuurt toerenteller ! - vijs het platte fiche plaatje van de D+ klem af : gebruik een oog in de plaats !! - monteer nu de nieuwe alternator : let erop de batterijkabel
36
er niet onder te steken !! - presenteer nu de overblijvende kabels en leg ze netjes hoe ze moeten liggen . - meet nu met de kabel met het rode oogje tot aan de D+ klem, ontspannen , en knip af ! - soldeer hier nu een oog van M5 aan ! ( ik heb een oude oog gedemonteerd van zijn oude draad en dan netjes met het rode markeerhoesje er terug over, aan de draad gesoldeerd!) - plaats nu batterij terug ; plaats kader terug en sluit alles aan (kilometertellerkabel!) - nu kunt ge netjes de bundel terug inwinden met de stoffen tape er op lettend dat de draden die aan de batterij+klem toekomen er op hun plaats uitkomen ! Let er ook op dat de draden die naar de kontakten op de motor gaan terug kunnen ingeschoven worden !! - de bundel kan nu aan de chauffage in zijn klem gehangen worden en vastgeschroefd op de respectievelijke klemmen op de alternator. EINDE ? NEEN : zie volgend hoofdstuk !! Behalve voor de ID/DS modellen die geen startknop op de batterij hebben, voor deze is het klaar! ID/DS modellen met startknop en HY versnellingsbakken ! Op deze modellen is de relaisfunctie op de startermotor doorverbonden met de toevoer kabel ! Het starten gebeurt doordat een spoeltje in de startknop op de + batterijklem wordt dichtgetrokken, en daarmee de batterij met de kabel naar de starter verbindt ! Bij deze modellen staat er dus geen spanning op de kabel naar de starter, bij latere modellen zonder startknop wel ! Hier wordt de starter traditioneel door de + gestart en is er dus een aparte draad naar de starterrelais ! Voor de modellen met startknop is er dus een massasturing nodig !! Dat betekent dat door de kontaktsleutel /startfunctie, of door de versnellingspook-schakelaar bij een HY bak, massa vloeit ! Deze massa komt normaal van de spanningsregelaar, en als de motor draait, en de alternator geeft spanning, verandert deze massa in + pool en wordt de startfunctie zo beveiligd ! Bij onze nieuwe alternator gaat dat echter niet meer : deze blokkeert dat ! Dus : aparte massa aanleggen.
37
Werkwijze massa starter : - maak de – klem van de batterij terug los - demonteer het instrumentenpaneel ( vergeet de kilometerkabel niet los te maken en zet een waspeld achter beide moeren van de kabel !! - zoek aan het kontakt (versie mechanische bak) of aan de pookschakelaar (versie HY versnellingsbak) naar de losse bruine draad (vrouwtje voor een grote pen !) - trek deze draad eraf en isoleer deftig (staat + op bij werking alternator) - zoek rechts naast de stuurkolom naar de houder van de pinkerrelais - demonteer deze houder, kleef plakbandstripje in pijpsleutel zodat de moer niet valt !! - verwijder houder : hier vind u de algemene massa-aansluiting ! - maak een draad met een oogje M5, en een kabelschoen voor een dikke pen. Maak de draad lang genoeg om tot zijn respectievelijke plaatsen te gaan! - koppel de batterij terug aan. - sluit deze draad aan en test kort of de startfunctie werkt (bij een HY boite dient het kontakt niet op te staan !) - monteer terug het instrumentenpaneel. - Start nu de motor, en test met de multimeter de alternator (ong. 14,4 V ) - nog een laatste check of alles vaststaat, en u kan de motorkap sluiten !
Goede reis ! Gunter Temmerman, technisch raadgever DS/SM Club
Entrez dans l’histoire De l’histoire naît la légende .... Le Conservatoire Citroën et le service des archives historiques. Inauguré en 2001, le Conservatoire Citroën a pour mission de conserver, inventorier et valoriser le patrimoine de la Marque. Depuis 2003, nous organisons et développons le service des archives historiques. A ce titre, nous : • préservons ces trésors de connaissances de l’oubli, • les inventorions, • les exploitons et répondons ainsi à nos clients et passionnés de la Marque, • les exposons lors d’événements ou de manifestations.
De la légende naît la passion ! Nourrir votre curiosité. Une passion, celle d’un simple amateur, d’un collectionneur averti ou d’un authetique historien, se construit avant tout sur la curiosité. Les amoureux de la marque aux chevrons éprouvent cette soif insatiable de connaissances. Si vous êtes de ceux-là, alors tout compte pour vous, chaque détail aussi modeste soit-il, chaque information même secondaire prend un caractère rigoureusement essentiel. C’est pour vous aider à retracer l’histoire de votre marque préférée que nous avons conçu les Dossiers Documentaires. La richesse de leur iconographie comblera toutes vos attentes.
Satisfaire votre envie de savoir. Brochures commerciales, affiches de l’époque, tarifs, notices techniques … c’est tout cela que vous trouverez dans les Dossiers Documentaires du Conservatoire Citroën. Ces documents authentiques qui ont valeur d’histoire sont indispensables à une restauration de qualité ou à qui veut tout connaître de son modèle favori.
Une légende toujours en marche ! Une vingtaine de titres existent déjà, du Type A jusque l’Ami 6, d’autres titres sont en preparation ainsi que des dossiers thématiques traitant des usines Citroën à leur creation, de la fameuse Croisière Jaune. Pour consulter le catalogue des dossiers documentaries disponibles, surfez vers
www.citroen.be/fr/home/#/fr/conservatoire-citroen/ Conservatoire Citroën Case courier AN 081 Bd André Citroën – BP 13 F – 93601 Aulnay-sous-Bois CEDEX Tél. : +31 1 56 50 80 22 Fax : + 33 1 56 50 80 23
[email protected] 38
Les numeros de chassis longs sur une SM. Quand vous importez une Citroën de l’étranger, il est primordial d’avoir la carte grise originale, sans quoi la voiture ne sera pas immatriculée. Le numéro de châssis mentionné sur les documents, doit correspondre avec le numéro frappé dans le longeron de la voiture et avec le numéro sur la plaquette du constructeur ; ce numéro de châssis sera également repris sur la vignette 705 délivrée par la Douane. Voici la théorie, la pratique peut être différente, que se soit avec des voitures immatriculées neuves en Belgique ou avec des voitures importées. Sur les 12.920 exemplaires construits, il y a quatre séries différentes de numéros de châssis. Prenons le numéro fictif 1234 comme exemple. Le numéro de châssis peut commencer avec :
00SB1234 (carburateurs) 01SB1234 (carburateurs) 00SC1234 (injection) 00SD1234 (automatique). La façon de dénominer la SM en France et en Belgique varie. Ce qu’on retrouve sur la carte grise française, et l’attestation de date éditée par le Conservatoire des Automobiles Citroën, est Modèle SM Type SB série SB n°de série 00SB3921 (donc le numéro court) feb.001. Idem sur la plaquette. feb.002 En Belgique on mentionne sur la carte grise et l’attestation de conformité d’origine, Type SM n°de châssis 00SB3921 (donc également le numéro court). Mais sur le longeron de chassis est frappé : SB-SB-00SB3921 dans la plupart des cas (feb. 003) ; Walter Bogaerts a
cependant déjà vu des SM en Belqique et aux Pays Bas, d’origine italienne, où est frappé le numéro court ! feb.004 Récemment des SM étaient refusées au contrôle technique, parce que la carte grise mentionnait le numéro court, tandis que le numéro long était frappé. Et ceci pa iniquement pour des voitures importées, mais également pour des voitures vendues neuves en Belgique. Trois possibilités se présentaient : • Une voiture d’origine belge, avec un numéro de châssis court sur la carte grise donnait parfois des problèmes au contrôle technique ; • Une voiture importée, où la Douane avait rempli le numéro de chassis court sur la vignette 705, et sur la carte grise, donnait également des problèmes au contrôle technique ; • Une voiture d’origine belge, ou une importée avec le numéro de châssis long rempli sur la vignette 705, et sur la carte grise, ne donnait pas de problèmes au contrôle technique. En vue de résoudre ce problème, nous avons écrit à la Fédération Belge des Véhicules Anciens, en leur demandant d’intervenir auprès du GOCA (les stations de contrôle technique) et la DIV (Mobilité et Transport). La première réponse du GOCA était que le constructeur (Citroën) confirmait que les numéros frappés présentait cette structure : chevrons SB-SB-OOSB1234 chevrons, ce que nous savions déjà ! Après la FBVA nous a informés que les stations avaient reçu des consignes, pour accepter également des voitures avec le numéro de châssis court. Marc
39
ABCC Citroën Jumble : Citroën vaart in Ronquières Sinds zijn oprichting in 1968, wordt het Hellend Vlak van Ronquières beschouwd als een opmerkelijke technische bezienswaardigheid : dit reusachtige bouwwerk op het Kanaal Charleroi-Brussel strekt zich uit over 1431 meter en overbrugt een hoogteverschil van 68 meter. De twee bakken van het Hellend Vlak, die onafhankelijk van mekaar werken, zijn 91 m lang en 12 m breed en wegen ongeveer 5000 ton Zij kunnen elk een schip van 1350 ton vervoeren ofwel vier aakjes van 300 ton. In weerwil van zijn hoge leeftijd mag deze scheepslift vandaag nog steeds als een modern werktuig worden beschouwd voor de overbrugging van belangrijke hoogteverschillen : het manoeuvre verloopt vrij snel (ongeveer 40 minuten) en verbruikt veel minder water dan een klassieke sluis. Laat u onderdompelen in het dagelijkse leven van een binnenschippergezin met het spektakelparcours “Een boot, een leven” in 3D decors met reuzenschermen , automaten en hedendaagse audiovisuele technieken (rondleiding met
infrarode koptelefoon). Ontdek ook via een filmprojectie de geschiedenis en de bouw van dit uitzonderlijke waterwerk. Ten slotte, profiteer van een uitstekende uitzicht op de regio vanaf het panorama op de top van de toren. Naast de toegang tot het onthaalpaviljoen krijgen de bezoekers in het Visitor’s Centre ook de kans om het inen uitvaren in de bakken te observeren. Daarvoor zijn de loopbruggen voorzien die u bereikt via panoramische liften. Neem plaats aan boord van onze boot en geniet van de versassing van het Hellend Vlak ! Zondag 22 april 2012 van 10.00 u. tot 18.00 u. Alle Citroëns en Panhards welkom Dankzij de sponsoring van Citroën Belux, kost uw deelname slechts 12 € per wagen, passagiers inbegrepen. • het bezoek aan het spektakelparcours « Een boot, een leven » • de toegang tot het panorama • de versassing van het hellend vlak per boot • kinderanimatie • de rallyplaat (zeker voor alle voorinschrijvingen)
Info: www.ABCC.be
40
C-Zero Electric Odyssey Twee jonge franse ingenieurs zijn de volgende uitdaging aangegaan : indien een elektrische auto rond wereld kan rijden, kan iedereen er ook dagelijks zijn boodschappen mee doen !
Buiten de technische uitdaging wordt dit ook een menselijk avontuur, omdat Xavier en Antonin met alle volkeren van de wereld in contact zullen komen. Zo rijden zij dwars door de USA, over de Rocky Mountains, steken dan over naar Japan, volgen de zijderoute tussen China en Kazakstan, om dan via Oost-Europa terug in Frankrijk toe te komen.
Daarom is op 11 februari is een Citroën C-Zero in Straatsburg vertrokken om als eerste electrische serievoertuig rond de wereld te rijden : 25.000 km afleggen in acht maanden, doorheen 17 landen en met een verbruik van slechts 250 € aan electriciteit ! De doelstelling is het imago van de electrische voertuigen bij het grote publiek te verbeteren, door aan te tonen dat deze manier van verplaatsen aangepast is aan de dagelijkse noden. Het grote publiek heeft vooral onthouden dat de autonomie van deze volledig electrische voertuigen in de beste omstandigheden slechts ongeveer 150 km bedraagt.
Iedereen die langs de route die zij nemen woont, kan zich opgeven als “plugger” om zijn electrisch stopcontact ter beschikking te stellen. Meer hierover kan je vinden op de website
www.electric-odyssey.com
De C-Zero zal inderdaad niet in één ruk rond de wereld kunnen rijden : indien de batterijen zo gemiddeld om de 110 km zullen moeten opgeladen worden, betekent dit ongeveer 250 maal stoppen onderweg om bij de gewone burger, gedurende ongeveer 6 uur aan het stopcontact te hangen !
41
De originele Citroën DS door Jan de Lange en John Reynolds Een compleet overzicht van de evolutie van de Citroën DS. Alle produktiemodellen van 1955 tot en met 1975 worden tot in detail beschreven. Meer dan 200 speciaal voor dit boek gemaakte kleurenfoto’s tonen het koetswerk, het interieur en het mechaniek. Niet alleen identificatie en productiegegevens van Franse modellen, maar ook van elders geassembleerde varianten. Bevat de antwoorden op de vragen die liefhebbers en kenners al jaren tevergeefs stellen. De herdruk van dit schitterende boek uit 1996, is nu in onze clubshop te koop voor 40 €. Niet in de boekhandel te verkrijgen ! Contact : Annie Verstraete – tel.03/475.25.32
[email protected]
Citroën et les Concorde du Musée de l’Air et de l‘Espace ! Le 28 novembre 2011, CFORUM a organisé une séance photo avec la complicité du Musée de l’Air et de l’Espace du Bourget. La séance avait pour but de réaliser une série de photos comparables aux mythiques photos de la SM et du Concorde.
Et enfin une auto qui n’avait jamais rencontré l’avion qui lui avait donné son nom : une CX Concorde au tissus de siège rouge provenant de la première classe de l’avion éponyme. Denis Huille, Responsable du Conservatoire Citroën d’Aulnay nous avait fait l’honneur de nous prêter une magnifique Citroën SM rouge de Rio.
Pour réaliser cet événement, CFORUM a bénéficié du soutien de ses partenaires habituels, le SM Club de France et la Concession Citroën de Chartres appartenant au Groupe Lamirault. Grâce à cela la séance s’annonçait remarquable avec la présence d’autos classiques et exceptionnelles, anciennes, récentes et modernes : un mélange des genres inhabituels qui est la marque de fabrique de CFORUM.
CFORUM est d’autant plus fier de ce prêt que la date du 28 novembre 2011, correspond jour pour jour au dixième anniversaire de la création du Conservatoire le 28 novembre 2001 : une magnifique occasion de commémorer cette date ! Cette séance s’annonçait prometteuse et CFORUM avait sollicité le prêt d’une DS5 pour les photos. Thierry Metroz, Directeur du Style Citroën, a répondu immédiatement présent ! Mais cela n’était rien comparé à la surprise dévoilée vers 13H30, sortant lentement, encore bâché de son camion protecteur ... c’est à cet instant que les présents ont retenu leur souffle en découvrant ....TUBIK, le concept car dévoilé pour la première fois au salon de Francfort en septembre et jamais encore dévoilé à un public français !
Les autos présentées étaient donc : les classiques : Break Ami 8 , Méhari, Pluriel les modernes : C 4 II, DS3, DS5 les récentes : Xantia Activa les exceptionnelles : une palette de 6 SM de toutes les couleurs. La séance a permis aussi d’admirer des autos prestigieuses venues pour l’une du Nord de la France et pour l’autre de Bretagne. Il s’agissait de : - 2 Citroën SM Opéra sur les 8 construites - 1 Citroën SM Cabriolet Mylord (7 exemplaires) - 1 Citroën DS découvrable 4 portes construite en un unique exemplaire
La magie de cette journée a été possible grâce à la spontanéité de chacun et cette passion automobile qui nous anime tous !
42
Nouveau / Nieuw le Gîte Le tunnel de Saule Un gîte bioclimatique en bois massif.
Een bioklimatische gîte in massief hout gebouwd.
Entièrement meublé pour 9 personnes (3 chambres avec bain ou douche privatif, et une chambre 3 personnes).Tous les lits sont des 90cm x 200 cm, qui peuvent être accolés ou séparés. Terrasse, jardin, grande pièce de vie, TV, Radio-CD, bibliothèque, jeux de société, table de ping-pong, et bientôt une piste de pétanque.
Volledig bemeubeld voor 9 personen (3 kamers met private douche of bad, en een kamer voor 3 personen). Alle bedden meten 90 cm x 200 cm, en kunnen apart of samen geplaatst worden. Terras, tuin, grote leefruimte, TV, radio-CD, bibliotheek, gezelschapsspelen, ping-pongtafel, en binnenkort ook een petanquepiste.
Il y a une cuisine toute équipée au niveau vaisselle et équipement (lave-vaisselle, micro-ondes, four traditionnel, plaque vitrocéramique, frigo congélateur, grille-pain, mixer, percolateur, ...) Les repas ne sont pas inclus dans la location. Nos amis les animaux ne sont pas acceptés. Pour les draps de lits, apportez les vôtres (3 couettes de 240 X 220, 3 couettes 140 x 200).
Er is een volledig uitgeruste keuken met vaatwerk en uitrusting (vaatwasmachine, microgolfoven, klassieke oven, vitroceramische kookplaat, ijskast/diepvriezer, broodrooster, mixer, percolator,…) Maaltijden zijn niet in de huurprijs inbegrepen. Huisdieren zijn niet toegelaten. Beddenlakens moeten zelf meegebracht worden (3 donsdekens van 240 x 220 cm, 3 donsdekens van 140 x 200 cm).
A voir ou à faire dans la région... - de nombreuses ballades pédestres au départ du village, - des circuits VTT à partir de Houffalize (10 KM) - du kayak - le site naturel du confluent des deux Ourthes - les ruines du château de La Roche - Bastogne, lieu de mémoire et ses musées - Le Grand-Duché de Luxembourg
Te zien of te doen in de streek … - talrijke wandelingen die in het dorp vertrekken - mountainbike routes vanuit Houffalize (10 km) - kayakken - de plek waar de twee Ourthes samenvloeien - de ruines van het kasteel van La Roche - Bastogne, een herdenkingsplaats met zijn musea - het Groot-Hertogdom Luxemburg
Les coordonnées: Gîte Le tunnel de Saule Engreux, 101 6663 Mabompré (Houffalize) Tél. 061/50.30.93 Fabienne Dejardin :
[email protected]
Onze gegevens : Gîte Le tunnel de Saule Engreux, 101 6663 Mabompré (Houffalize) Tel. 061/50.30.93 Fabienne Dejardin :
[email protected]
Comment nous trouver? Très simple: Autoroute E25 direction Luxembourg, sortie n° 52 Mabompré. Au T à la sortie d’autoroute, à gauche vers Mabompré. A la maison avec un sapin sur le pignon, à droite et suivre les directions Adeps ou Engreux.
Hoe er geraken ? Zeer eenvoudig : Autoweg E25 richting Luxemburg, afrit n° 52 Mabompré. Aan de T op het einde van de afrit, links naar Mabompré. Aan het huis met een den op de gevel, naar rechts en de pijlen Adeps of Engreux volgen.
A très bientôt en Ardennes, Jean-Marc et Fabienne.
Tot binnenkort in de Ardennen, Jean-Marc en Fabienne
43
Te koop / A vendre A VENDRE une série de brochures diverses de
GEZOCHT : kinnebak voor DS eerste neus TE KOOP : DS Familiale 1970, met franse papieren –
l’époque, publiées par les Relations Publiques Citroën: • “Ici commence l’aventure” 1981 • “Aérodynamique” 1980 • “La sécurité automobile” 1981 • “Tremery” 1982 • “2 CV évolution technique” 1980 • “CX Injection électronique” • “La croisière jaune” • “Citroën CX Diesel Description technique” • “Hydraulique haute pression” 1977 • “Naissance d’une automobile” 1974 • “Citroën LN Description technique” • “Citroën Visa - Allumage électronique intégral” • “Dates” 1977
restauratieobject Nettoprijs 2.000 Euro - Eddy Wuyts 0498/24.57.85
CHERCHE : jupe avant pour DS premier nez A VENDRE : DS Familiale 1970, avec documents français – à restaurer complètement Prix net : 2.000 Euros - Eddy Wuyts 0498/24.57.85
A VENDRE : ID 19 B 1968 très fiable, de seconde main, avec 140.000 km authentiques. Couleur gris nocturne, intérieur vieil or. Châssis sain, bel intérieur (tissu du ciel à remplacer). Carrosserie présentable, sauf rouille au bas des portières, ne posant pas de problème pour le contrôle technique. Nouvelle batterie et nouveau démarreur. Prix demandé : 7.750 euros
Etienne Guisset –
[email protected]
A VENDRE : 1. • • • • •
Citroën HY de 1972 équipé chassis allongé et mobilhome. Châssis : très sain Carrosserie : présentable et facilement reconditionnable Pneus : très bons Moteur : très bon 1,6 Pièces : pompe à essence, maître cylindre de frein, habillage siège
2. • • • • • •
Citroën CX 25GTI de 1985 Châssis : très sain Carrosserie : coin pare-chocs droit et aile AVD à remplacer. Gris bleu Pneus : très bons Moteur : excellent, embrayage et alternateur neufs Garnissage : intérieur GTI et cuir noir TBE Entretien : 167.000 km avec dossier garage
3. • • • • • • •
Citroën XM 3,0 V6 Pullman de 1993 Chassis : très sain Carosserie : superbe, Gris foncé Pneu : très bons Moteur : excellent Garnissage : velours état neuf Full option, AC à revoir Entretien : 150.000 km avec dossier garage complet
TE KOOP : Zeer betrouwbare ID 19 B van tweede eigenaar, 140.000 originele kilometers. Kleur Gris Nocturne, interieur Vieil Or. Gezond chassis, mooi interieur (de hemelbekleding moet vervangen worden). Koetswerk ziet er goed uit, echter roest aan de onderkant van de deuren (geen probleem voor de technische keuring). Nieuwe batterij en starter. Vraagprijs : 7.750 Euro. Roelandt Marc – 02/269.86.48 – 0472/903.908
[email protected]
TE KOOP : SM injectie, kleur Bleu Delta met zwart lederen interieur en grijze tapijten. Airco en nieuwe Luminition ontsteking, 4 goede Avon CR28 banden. Koetswerk in perfecte staat, en mechaniek steeds strikt onderhouden. Prijs : 32.000 Euro - Bel naar Duncan Hall (in het engels) op 0497/575.811
A VENDRE : SM injection, couleur Bleu Delta avec intérieur en cuir noir et tapis gris. Climatisation et nouvel allumage Luminition, 4 bons pneus Avon CR28. Carrosserie en état parfait, mécanique rigoureusement entretenue. Prix : 32.500 Euros - Appelez Duncan Hall (en anglais) au 0497/575.811
Jean-Marc Ancion 061/50.30.93 ou 0475/52.78.46
44
TE KOOP : DS 23 Pallas 1974 carburator, Borg Warner automaat, ex Agfa Gevaert directiewagen met chauffeur. Zwart, bruin lederen interieur, airco, 139.000 km gereden. Prijs : 20.000 Euro - mail naar
[email protected] of bel 03/449.11.56
A VENDRE : DS 23 Pallas 1974 carburateur, boîte automatique Borg Warner, voiture de direction conduite par chauffeur de chez Agfa Gevaert. Noire, intérieur cuir Tabac brun, fait 139.000 km. Prix : 20.000 Euros - encvoyez un mail à
[email protected] ou appelez 03/449.11.56
A VENDRE : DS 1961 blanche , il s’agit d’un modèle rare, avec le tableau de bord de 1955 et déjà le régulateur centrifuge et en 12 volts. Avec les ‘cendriers’ dans les ailes avant. Elle est en très bon état de conservation et n’a pas de rouille. Eric Stevenart (Mettet) tél. 071/72.79.83
[email protected]
TE KOOP : Witte DS 1961, het zeldzame model met het dashboard van 1955 en reeds de centrifugaalregelaar en 12 volt. Met de ‘asbakken’ in de voorvleugels. Wagen in zeer goede staat bewaard, zonder roest. Eric Stevenart (Mettet) tel. 071/72.79.83
[email protected]
TE KOOP : Panhard 24 CT Prijs voor de wagen is 7.000 Euros. Alles is vernieuwd geweest. Kas zelf is perfect, wagen rijdt zeer goed maar carrosserie behoeft wat aandacht. Deze wagen blijkt als eerste 24 in België geleverd te zijn begin ’64 en heeft in Place de l’Yser gestaan. Een paar détails tonen ook aan dat deze Panhard deel uitmaakt van de eerste modellen die er toen verkocht werd. Wagen is altijd in België gebleven. Pascal Van Huffel Mobile : +32 (0)473 65 87 66
45
46
Garage Dirk
OOSTERLINCK NV
Zuidleiestraat 2, 9880 Aalter T: 09 / 374 52 02 F: 09 / 374 59 88
[email protected] Volledige restauratie met originele onderdelen Restauration complète avec des pièces d’origine 47