Editie 2013
De ideale start
borstvoeding
borstvoeding de ideale start
Voorwoord Borstvoeding, een bewuste keuze. Je bent zwanger en je voelt je gelukkig. Jij en je partner groeien naar jullie nieuwe baby toe en je neemt er zelfs alle mogelijke zwangerschapskwaaltjes bij. Uiteraard wil je je kindje de best mogelijke start in het leven geven. Daarom is het belangrijk om jullie nu al goed te informeren over borstvoeding. Zo ben je straks beter voorbereid. Nadenken over borstvoeding leidt soms tot tegenstrijdige gevoelens. Enerzijds is het heel bijzonder dat je als moeder je kindje in zijn eerste levensperiode op natuurlijke wijze kan voeden. De band die je zo met je baby hebt, is enig. Anderzijds schrikt het altijd paraat staan voor je baby je misschien af, en denk je als vrouw ook aan je figuur. Misschien denk je dat de vorm van je borsten zal veranderen door borstvoeding te geven of dat je tepels niet geschikt zijn voor borstvoeding, of misschien ben je bang dat je partner je minder aantrekkelijk zal vinden. Praat over je gevoelens ten opzichte van borstvoeding, zowel over de positieve als over de negatieve. Informeer je over borstvoeding zodat je een antwoord krijgt op al je vragen en onzekerheden. Tijdens de zwangerschap heb je de tijd om alles eens op een rijtje te zetten, zodat jij en je partner een houvast hebben om de juiste voedingskeuze voor jullie baby te maken.
Inhoud Inleiding
4
Nog even wennen - p. 4 borstvoeding, een goed begin tips voor de partner zoek steun in je omgeving
Hfst. 1
Wat gebeurt er met je lichaam? - p. 8 hoe wordt moedermelk gemaakt? hoe komt de moedermelk vrij uit de borst? hoe meer je baby drinkt, hoe meer melk je aanmaakt
Hfst. 2
De kracht van moedermelk - p. 12 het belang van borstvoeding de evenwichtige samenstelling van moedermelk
Hfst. 3
Borstvoeding geven - p. 16 een goede voorbereiding de eigenlijke start de voeding van de moeder mogelijke problemen bij het geven van borstvoeding
Hfst. 4
Afkolven en bewaren van moedermelk - p. 42 wanneer afkolven? hoe afkolven? bewaren, ontdooien en opwarmen
p. 50 - Borstvoeding en werk hoe combineer je dat?
Hfst. 5
p. 54 - Veelgestelde vragen
Hfst. 6
p. 68 - Bijzondere situaties een te vroeg geboren baby een tweeling na een keizersnede fysiologische geelzucht bij baby’s
Hfst. 7
p. 74 - Afbouwen van en stoppen met borstvoeding je wil gedeeltelijk stoppen met borstvoeding je wil volledig stoppen met borstvoeding je moet plots stoppen met borstvoeding
Hfst. 8
p. 78 - Adressen
Hfst. 9
p. 80 - Trefwoordenlijst
Hfst. 10
5
Inleiding
Nog even wennen
Inleiding σσ Borstvoeding, een goed begin Natuurlijk weet je niet precies hoe alles zal verlopen, zeker niet bij je eerste baby. Alles is nieuw en misschien voel je je onzeker. Denk niet te snel dat borstvoeding niet zal lukken. Je hebt gewoon tijd nodig om te wennen aan de baby in je armen en aan je borst. Vraag tijdens je verblijf op de kraamafdeling hulp aan de vroedvrouw bij het aanleggen. Zodra je thuis bent, kan je rekenen op hulp van de regioverpleegkundige van Kind en Gezin, en eventueel op hulp van je vroedvrouw. Probeer op een rustige manier vertrouwd te raken met jouw natuurlijke gave om je baby zelf te voeden. Door de borstvoeding is het contact met je baby heel intens. Dat geeft je een voorsprong bij het opbouwen van een relatie met je baby. Zo wen je makkelijker aan de nieuwe rol in je leven, de rol van moeder zijn. Gun je partner ook de tijd om te wennen aan de nieuwe situatie. Vergeet niet dat je partner geen bolle buik had, geen kindsbewegingen voelde en niet direct last had van hormonale veranderingen. Daardoor heeft hij de zwangerschap niet op dezelfde manier ervaren als jij. Als moeder ontwikkel je tijdens de zwangerschap vaak al een intens gevoel van verbondenheid met je baby. Hou er rekening mee dat je partner op dat vlak een achterstand heeft in te halen.
5
σσ Tips voor de partner Als partner kan je weliswaar zelf geen borstvoeding geven, maar je kan wel een aanzienlijke bijdrage leveren om borstvoeding mogelijk te maken. Onderzoeken bewijzen immers dat partners een grote invloed hebben op de duur van borstvoeding. Het is enorm belangrijk dat je je betrokken voelt bij de voedingskeuze voor je baby en dat je op de hoogte bent van alle aspecten ervan, zodat je je partner kan steunen bij het geven van borstvoeding, ook als het even wat moeilijker gaat. Bij borstvoeding is je baby vanaf de start op mama aangewezen. Daarmee neemt zij enigszins een voorsprong in het opbouwen van een relatie met jullie kind. Vlak na de geboorte kan dat soms minder aangename gevoelens bij je opwekken. Je bent misschien jaloers op je partner omdat ze zo’n intieme band heeft met jullie kind; je voelt je wat uitgesloten uit het hele gebeuren; je mist aandacht en misschien heb je diep vanbinnen het gevoel dat de borsten van je partner alleen van jou zijn. Dat zijn normale gevoelens, waarvoor je je niet hoeft te schamen. Tracht ze te herkennen en probeer ze op een positieve manier in te vullen. Praat erover met je partner en zoek samen naar oplossingen. Je partner moet zich realiseren dat jij ook tijd nodig hebt om je thuis te voelen in je nieuwe rol. ‘Ouder’ worden vraagt immers tijd. Aarzel dus niet om op bepaalde momenten alleen met jullie baby bezig te 8
zijn. Er zijn veel manieren om een hechte band te krijgen: knuffelen, troosten, wiegen, spelen en zingen. Je kan jullie baby bij mama brengen als het tijd is om te voeden, je kan de luier verversen, een bad geven, jullie baby overnemen tussen twee voedingen in enzovoort. Jullie baby heeft meer nodig dan borstvoeding alleen, en al die andere bezigheden kunnen worden verdeeld. Het zal je partner bovendien een goed gevoel geven dat zij niet alleen de verantwoordelijkheid draagt. En dat ze af en toe het zorgen voor jullie baby ook aan jou kan overlaten. Jouw helpende hand bij huishoudelijke taken is meer dan welkom om je partner de nodige rust te geven. Dat komt niet alleen haar, maar ook de borstvoeding en jullie baby ten goede. Gevoelens spelen bij borstvoeding een grote rol. Jouw houding is zeker van belang. Informeer je dus al voldoende tijdens de zwangerschap van je partner, zodat je haar de nodige steun kan bieden op momenten dat ze onzeker is.
σσ Zoek steun in je omgeving Samen de verantwoordelijkheid dragen voor je kind is ideaal. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je letterlijk alles samen moet doen. Misschien ben je, gewild of niet gewild, alleenstaande moeder. Ook dan is het erg belangrijk om steun te zoeken in je omgeving: je moeder, zus, een goede vriendin, een moedergroep, … Praat met iemand die ervaring heeft met borstvoeding en die je steunt in je keuze. Gaat het een keertje minder goed
en begin je onzeker te worden, dan doet een goed gesprek met iemand die aanvoelt hoe belangrijk het voor jou is om borstvoeding te geven, vaak wonderen. Borstvoeding geven gaat alleen goed als je rustig en ontspannen bent en het een prettig gevoel geeft aan jou en je baby. Maar oefening baart kunst. Hoe meer je het doet, hoe vlotter het zal gaan. Ervaar je als vrouw en als mama dat je het kan, dan geeft je dat een stimulans om verder te doen en erin te geloven. Het is misschien niet altijd even makkelijk, maar je mag er terecht trots op zijn dat je je baby het beste kan geven. Verken je kindje zo veel mogelijk. Lichaamscontact is een waardevolle ervaring en werkt meestal ontspannend voor jou en je baby. Soms reageert je baby anders op lichaamscontact dan je verwacht. Probeer over die gevoelens te praten met je partner of je steunfiguur. Dat zal je helpen om alles beter te relativeren en meer zelfvertrouwen te krijgen. Tijd, geduld en liefde leren je op de juiste manier om te gaan met je baby. Je wil zo veel mogelijk bezig zijn met je baby en op een ontspannen manier van je kindje genieten. Dat is normaal, maar vergeet ook niet af en toe tijd te nemen voor jezelf en voor je partner. Een blik of een teder gebaar kan soms al volstaan om elkaar het gevoel te geven: de ander is er voor mij, ik kan erop rekenen.
7
Hoofdstuk 1 Wat gebeurt er met je lichaam?
Wat gebeurt er met je lichaam? Al vanaf het begin van de zwangerschap merk je dat je borsten veranderen. Door de uitbreiding van het melkklierweefsel worden ze zwaarder en voller. Tijdens de laatste maanden worden de tepel en de tepelhof groter, donkerder en vaak ook gevoeliger. Er is ook een toename van de bloedtoevoer. Dat zie je door de aftekening van de aders door de huid van je borsten. Je kan het melkklierweefsel het best vergelijken met een bos van 15 tot 20 bomen. In de tepel monden melkkanaaltjes uit die op de stam van een boom lijken. De kanaaltjes vertakken zich verder en eindigen in de melkkliertjes, die je je kan voorstellen als de bloesem van de boom. In die melkkliertjes wordt de melk gemaakt. Rond die kliertjes bevinden zich spiertjes die samentrekken en de melk naar de tepel stuwen. Dat gebeurt onder invloed van hormonen. In het proces van borstvoeding zijn er twee hormonen belangrijk: prolactine of de melkmaker, en oxytocine of de melkgever. Beide hormonen worden gemaakt in de hypofyse in de hersenen. melkproducerende cellen: maken melk door prolactine
σσ Hoe wordt moedermelk gemaakt? Tijdens de 5de zwangerschapsmaand maken de borsten onder invloed van het hormoon prolactine al een beetje melk aan. De prolactine en dus ook de melkproductie worden echter nog onderdrukt door de hormonen van de placenta. Na de geboorte vallen die hormonen weg en stijgt het gehalte aan prolactine in het bloed. Vanaf dat moment kan de productie van moedermelk ongehinderd stijgen. Zuigt je baby aan de borst, dan worden de zenuwuiteinden in de tepel en de tepelhof geprikkeld. De hersenen krijgen het sein om prolactine aan te maken. Dat hormoon stimuleert op zijn beurt de melkkliertjes om melk aan te maken. Hoe meer en hoe krachtiger je baby zuigt, hoe meer prolactine er afgescheiden wordt en hoe meer melk er gemaakt wordt. Enkele dagen na de bevalling is het gehalte aan prolactine heel hoog. Dat zorgt voor meer toevoer van bloed naar de borsten. Bouwstoffen voor de aanmaak van melkproductiereflex
hypofyse
(voorkwab)
prolactine
melkkliertjes
tepel
spiercellen: trekken samen door oxytocine
melkkanaaltjes tepelhof
melkklier
11
moedermelk worden vanuit het bloed afgegeven in de melkkliertjes. Afvalstoffen die vrijkomen bij dat productieproces, worden afgevoerd via lymfevocht, dat nu talrijker aanwezig is in de borst. De hogere hoeveelheid bloed en lymfevocht in de borst veroorzaakt een gespannen, soms pijnlijk gevoel. Dat wordt stuwing genoemd.
σσ Hoe komt de moedermelk vrij uit de borst? Leg je je baby aan, dan zal hij eerst de melk krijgen die tussen de voedingsbeurten werd opgeslagen in de melkkanaaltjes en de melkkliertjes. Aangezien het vet de kans heeft gehad om zich vast te hechten aan de wanden van de kanaaltjes en de melkkliertjes, zal de eerste melk vooral magere, suikerrijke melk zijn. Die melk wordt ook voormelk genoemd. Doordat de baby drinkt, komt er ondertussen oxytocine vrij in de hersenen. Dat hormoon zorgt ervoor dat de spieren rond de melkkliertjes krachtig samentrekken, waardoor er verse melk door de melkkanaaltjes naar de tepel geperst wordt. Het vrijkomen van de moedermelk wordt de toeschietreflex of loslaatreflex genoemd. Dankzij deze reflex wordt de melk vanuit de kliertjes door de kanaaltjes gestuwd, komen de aangehechte vetten vrij en mengen ze zich met de moedermelk. Die vetrijkere melk wordt achtermelk genoemd. Terwijl je baby aan de ene borst drinkt, krijg je ook in de andere borst een of meerdere toeschietreflexen. Daardoor kan de andere borst een beetje gaan 12 12
lekken en wordt de voormelk al gedeeltelijk vermengd met achtermelk. De achtermelk levert de meeste energie, die je baby nodig heeft om te groeien. Om die achtermelk te krijgen, moet je baby krachtig en voldoende lang drinken.
Soms duurt het één tot drie minuten of zelfs langer voor de melk toeschiet. Je ziet vaak aan je baby wanneer dat het geval is. Zodra de melk begint te stromen, begint je baby rustiger en gelijkmatiger te zuigen en meestal hoor je hem slikken. Vaak ervaar je de toeschietreflex ook zelf. Veel moeders voelen zich dan ontspannen, maar niet iedereen beleeft dat op dezelfde manier. Het gevoel kan vooral de eerste weken van de borstvoeding kort prikkelend of zelfs even pijnlijk zijn. In je buik kan je je baarmoeder voelen samentrekken. Misschien merk je er ook helemaal niets van. Wees dan niet ongerust, want het houdt geen verband met het voeden. Bovendien kan oxytocine al vrijkomen als je nog maar aan je baby denkt of als je je baby hoort huilen. Op dat moment kunnen je borsten ook gaan lekken.
toeschietreflex
hypofyse
(achterkwab)
σσ Hoe meer je baby drinkt,
hoe meer melk je aanmaakt
Leg je je baby vaak aan de borst en wordt de tepel goed geprikkeld, dan is er doorgaans een goede hormoonaanmaak en een goede melkproductie. Als je je baby vaak voedt tijdens de eerste weken, heb je een betere melkproductie als je baby al wat ouder is. Vooral het hormoon oxytocine, dat aan de basis ligt van de toeschietreflex, hangt sterk samen met emoties. Vermoeidheid, stress of spanningen in een relatie kunnen het toeschieten van de melk afremmen en de melkproductie doen dalen. Ook bij een moeder die onzeker is over haar eigen kunnen, zal borstvoeding moeilijker gaan. Zorg daarom voor voldoende rust en ontspanning en informeer je over borstvoeding, zodat je zelfvertrouwen toeneemt. Als partner heb je een grote invloed op het verloop van de borstvoeding. Ervoor zorgen dat de omstandigheden in huis optimaal zijn, zodat moeder en kind in alle rust kunnen ontspannen tijdens en na de borstvoeding, verhoogt in belangrijke mate de kans op slagen!
oxytocine
gladde spiertjes rond de melkklier
13
Hoofdstuk 2 De kracht van moedermelk
De kracht van moedermelk σσ Het belang van borstvoeding
▶▶Je kan volop genieten van de voeding en van het
Uitgebreid onderzoek heeft aangetoond dat borstvoeding heel wat voordelen heeft in vergelijking met kunstvoeding, niet alleen voor je baby, maar ook voor jezelf, je gezin en de samenleving. Bovendien is het zo dat hoe langer je borstvoeding geeft, hoe groter het gezondheidsvoordeel is voor moeder en kind. Ook op lange termijn is het belang van borstvoeding ter preventie van chronische aandoeningen aangetoond.
▶▶Als je minstens 3 maanden uitsluitend
□ Voor jezelf: Moedermelk is altijd klaar, altijd op de juiste temperatuur en altijd beschikbaar. Geef je borstvoeding, dan herstelt je baarmoeder makkelijker. Door het zuigen aan de tepel komt oxytocine vrij. Dat hormoon zorgt voor het samentrekken van de baarmoeder, zodat die haar oorspronkelijke vorm sneller terugkrijgt. Bovendien beperkt borstvoeding de kans op postnatale bloedingen. Bij het begin van de borstvoeding merk je dat die samentrekkingen soms pijnlijke buikkrampen veroorzaken. Dat zijn de naweeën. Geef je de borst, dan bereik je sneller je oorspronkelijke gewicht. Borstvoeding geven vraagt meer energie. Door het zogen worden je vetreserves, die tijdens de zwangerschap aangelegd werden, opgebruikt. Borstvoeding zorgt voor een intense gevoelsmatige en lichamelijke beleving. Voed je je kindje zelf, dan geeft dat een gevoel van voldoening:
contact met je kind.
borstvoeding geeft, loop je minder risico om premenopauzale borstkanker en eierstokkanker te ontwikkelen. ▶▶Je hebt mogelijk minder kans op osteoporose (= botontkalking) en heupfracturen in de postmenopauzale periode. □ Voor je kind:
▶▶Moedermelk is rijk aan afweerstoffen die je baby
tijdens de eerste maanden beschermen tegen allerhande infecties. Studies hebben aangetoond dat borstvoeding de kans op of de ernst van diarree, middenoor- en hersenvliesontstekingen, lucht- en urineweginfecties en darminfecties vermindert. Hoe langer je baby aan de borst gevoed wordt, hoe groter de voordelen zijn. ▶▶Borstvoeding oefent en ontwikkelt ook de kaak- en tongspieren van je baby. ▶▶Borstvoeding lijkt te beschermen tegen allergie. Baby’s die uitsluitend borstvoeding krijgen, hebben minder kans om atopisch eczeem (één van de meest voorkomende vormen van eczeem) of een voedselallergie te ontwikkelen in het eerste levensjaar. ▶▶Moedermelk is lichter verteerbaar dan kunstvoeding. De hoeveelheid en de samenstelling zijn altijd aangepast aan de behoefte van je baby.
15
▶▶Hij heeft daardoor minder last van maag- en darmproblemen.
▶▶Er zijn sterke argumenten die doen vermoeden dat
borstvoeding de kans op overgewicht bij kinderen en adolescenten doet verminderen, maar meer onderzoek is zeker noodzakelijk. ▶▶ Borstvoeding zorgt voor een innig contact en verstevigt het gevoel van veiligheid bij je kind en de band tussen moeder en kind. ▶▶Een aantal studies wijzen ook op een beschermend effect van borstvoeding tegen wiegendood en tegen insulineafhankelijke suikerziekte. Dat moet echter nog verder worden onderzocht. ▶▶Borstvoeding garandeert een optimale hygiënische voeding. □ Voor je gezin en de samenleving: Naast individuele voordelen zijn er belangrijke sociale, ecologische en economische voordelen.
▶▶Krijgt je kindje borstvoeding, dan is het minder vaak
ziek en kost het dus minder aan het gezin en aan de gezondheidszorg. ▶▶Borstvoeding geven bespaart kosten, want kunstvoeding is behoorlijk duur. ▶▶Geef je borstvoeding, dan creëer je minder verpakkingsafval.
16 16
σσ De evenwichtige samenstelling
van moedermelk
Moedermelk is het beste wat je je baby kan geven. Ze is gedurende de volledige borstvoedingsperiode en bij elke voeding afgestemd op de behoefte, de groei, het afweersysteem en de omgeving van je baby. Zo bevat je melk bijvoorbeeld meer eiwitten en beschermende stoffen als je baby te vroeg geboren is.
Hoewel de hoeveelheid antistoffen nu lager is dan in het colostrum, blijft de beschermende werking van belang, zelfs als je met borstvoeding doorgaat na zes maanden.
De samenstelling van de melk is afhankelijk van vrouw tot vrouw, varieert van dag tot dag, is verschillend in de loop van de dag en zelfs in de loop van de voeding. Aan het begin van een voeding bevat de heldere melk veel water en melksuiker (voormelk), daarna wordt de melk dikker en bevat ze meer vetten (achtermelk). Die vetrijke melk levert de meeste energie, die je baby nodig heeft om te groeien. Vlak na de geboorte (dag 1 tot 5) geven je borsten een gelige, stroperige vloeistof die het colostrum wordt genoemd. Colostrum heeft een heel specifieke samenstelling en bevat heel veel voedingsstoffen, zoals eiwitten, vitamines en mineralen. Hoewel het om kleine hoeveelheden melk gaat, is die vloeistof rijk aan antistoffen. Die antistoffen beschermen je baby tegen infecties. Geleidelijk aan gaat het colostrum over in rijpe moedermelk. Rijpe moedermelk bevat meer vetten en suikers en minder eiwitten dan colostrum.
17
Hoofdstuk 3 Borstvoeding geven
Borstvoeding geven σσ Een goede voorbereiding □ Informatie Borstvoeding geven moet je leren. Door jullie als koppel voldoende te informeren tijdens de zwangerschap krijgen jullie meer zelfvertrouwen, wennen jullie aan het idee en kunnen jullie omgaan met kleine probleempjes. Weet wel dat het in het begin niet altijd rozengeur en maneschijn zal zijn. Een wisselende gemoedstoestand tijdens het begin van het ouderschap is volkomen normaal. Daarom is het belangrijk dat je op voldoende steun uit je omgeving kan rekenen. Betrek ook je partner bij je zoektocht naar informatie. Jullie kunnen je op verschillende manieren informeren: praat met een ervaren persoon van een borstvoedingsorganisatie of met de deskundigen die je zwangerschap en bevalling hebben begeleid. Volg een informatieavond over borstvoeding. Lees boeken of folders, bekijk een dvd, zodat je begrijpt hoe borstvoeding werkt. Op de website www.kindengezin.be krijg je heel wat informatie over borstvoeding. Willen jullie weten waar een informatieavond wordt georganiseerd in jullie streek? Ook dat kan je vinden. Surf dan naar onze website of bel naar de Kind en Gezin-Lijn: 078 150 100.
17
□ Raak vertrouwd met je lichaam Hou ook rekening met de lichamelijke aspecten. Een natuurlijke start van de borstvoeding en het juist aanleggen van je baby spelen een grotere rol bij het vermijden van tepelkloven dan om het even welke lichamelijke voorbereiding. De grootte en de vorm van de tepel en van de borsten zijn niet van belang om borstvoeding te doen slagen.
Heel wat vrouwen voelen zich niet op hun gemak bij het idee om zelf te voeden en zijn bang om hun borsten aan te raken. Daarom is het zinvol om je borsten af en toe zacht te masseren. Tijdens de zwangerschap zijn er geen extra maatregelen nodig voor de verzorging van je borsten. De zwangerschap op zich veroorzaakt al een verandering van je borsten en tepels. De gewone dagelijkse hygiëne is dus voldoende. Je kan je borsten wel het best zonder zeep reinigen, zodat je tepels niet uitdrogen. Rond de tepel bevinden zich immers kliertjes die een vette stof afscheiden en die zo de huid soepel houden. Draag een goed passende beha die niet knelt. Eventuele lekken tijdens de zwangerschap kunnen worden opgevangen met kompressen. Vervang ze wel regelmatig. Een natuurlijke en prettige manier om je borsten voor te bereiden op het voeden, is ze te stimuleren tijdens het liefdesspel met je partner. Soms blijkt tijdens de zwangerschap dat de tepels zich bij aanraking niet oprichten (vlakke tepels) of dat bij druk op de tepelhof de tepel naar binnen trekt of plat wordt (ingetrokken tepels). Je kan dat zelf controleren door de tepelhof tussen duim en wijsvinger vast te nemen; de tepel moet naar voren komen. Toch sluiten vlakke of ingetrokken tepels borstvoeding niet uit. Heb je vragen of twijfels? Bespreek ze met je behandelend arts, gynaecoloog, regioverpleegkundige of vroedvrouw.
18
� Wat als je straks weer aan het werk gaat? Bedenk op tijd wat je van plan bent als je weer gaat werken. Het is het beste om borstvoeding te blijven geven, maar dan moet je nagaan hoe je dat kan combineren met je werk. Vraag op tijd raad aan ervaren collega’s, aan je werkgever of aan je vakbondsorganisatie. Breng hen op de hoogte en benut de mogelijkheden die je geboden worden. Meer over de combinatie van borstvoeding en werken vinden jullie op p. 51.
σσ De eigenlijke start □ Onmiddellijk na de bevalling Vlak na de geboorte is het beste tijdstip om je baby een eerste keer aan te leggen. Zo zal de melkproductie goed op gang komen en zorgen voor een goede start. Na een normale bevalling is een voldragen baby gedurende ongeveer een uurtje wakker en alert. Leg je je baby onmiddellijk op je buik, dan zie je dat hij zelf met zijn mondje zoekt naar de borst. In het begin zal hij misschien alleen maar wat likken en snuffelen aan de tepel. Geef hem de tijd, dan zal hij spontaan beginnen te happen. Denk eraan dat de eerste dagen oefendagen zijn. Je produceert de eerste dagen kleine hoeveelheden colostrum. Door je baby vaak aan te leggen kan hij zijn drinktechniek oefenen en krijgt hij alles wat hij nodig heeft. Soms kan het even duren voor de borstvoeding echt op gang komt. 21
□ Goed aanleggen Het is belangrijk dat je meteen leert je baby op een goede manier aan te leggen. Dat zal mogelijke problemen zoals tepelkloven en pijnlijke tepels voorkomen. Borstvoeding geven lukt het best als moeder en kind ontspannen zijn, in een rustige omgeving. Zorg voor een prettige houding. Leg je baby met zijn buikje tegen jouw buik aan en ondersteun hem goed met je arm. Zorg ervoor dat zijn neusje mooi ter hoogte van de tepel ligt, zodat hij de tepel en de tepelhof makkelijk kan grijpen. Met je andere hand kan je de borst ondersteunen om je baby te helpen de tepel te grijpen. Streel met de tepel de lippen van je baby en hij zal spontaan zijn mond opendoen. Dat wordt de zoekreflex genoemd. Die aanraking hoeft maar lichtjes te zijn, want als de tepel tegen de lippen geduwd wordt, zal je baby het signaal niet herkennen en zijn mondje niet openen. Is je baby’s mondje wijd open, trek hem dan stevig naar je toe en zorg ervoor dat hij zowel de tepel als een groot deel van de tepelhof in zijn mondje heeft. Zuigt je baby alleen op de tepel, dan worden de melkkanaaltjes dicht gezogen en komt er geen melk, waardoor hij onrustig wordt. De kans op kloven is dan ook groter. Is je baby goed aangelegd, dan is zijn onderlip naar buiten gekruld en zuigt hij ritmisch met diepe teugen. Je hoort hem slikken (meestal kan je het zien bij de oortjes), zijn neusje is vrij en hij kan goed ademen. Het is niet nodig om met je vinger op je borst te duwen. Zo loop je immers de kans dat je 22
slecht aanleggen
goed aanleggen
Als partner kan je het borstvoeding geven niet overnemen van de moeder. Je kan haar wel helpen om de baby correct aan te leggen. De vetgedrukte woorden zijn observatiepunten bij correct aanleggen. Vooral als je zwaardere borsten hebt, kan het soms nuttig zijn om de borst te ondersteunen, omdat pasgeborenen vaak nog de kracht missen om de tepel goed in de mond te houden. Dat doe je door je borst te laten rusten in je handpalm of door een rolletje te maken van een gastendoekje en dat onder je borst te plaatsen. Je kan ook een sjaal gebruiken als ondersteuning. Op die manier blijft de tepel makkelijker ter hoogte van het mondje van je baby en kan hij de tepel beter vasthouden.
een melkgang dichtdrukt en trek je de tepel naar voren, met kans op tepelkloven. Als je je baby correct aangelegd hebt, heeft hij zijn neusje vrij om te ademen. Als het neusje van je baby te dicht tegen je borst zit, kan je je baby anders positioneren door hem met zijn beentjes iets verder onder je arm en langs je middel heen naar achteren te schuiven. Zo drukt zijn kin iets meer in je borst en komt zijn neusje vrij. 23
□ Aangepaste houding Probeer een houding te vinden die voor jou het prettigst en het meest ontspannen is. Wissel af en toe van houding. Zo worden verschillende melkkanaaltjes gestimuleerd en leeggedronken. Dat voorkomt borststuwing of borstontsteking. Er zijn verschillende houdingen mogelijk, maar jij en je baby moeten altijd buik aan buik liggen. Je kan zittend of liggend voeden. 1. Zittend voeden a. Op je schoot (madonnahouding) Ga rechtop zitten in een gemakkelijke stoel of zetel en zorg voor voldoende ondersteuning voor je schouders en rug. Sommige moeders vinden het ontspannend om met de knieën opgetrokken te zitten. Een voetenbankje is dan handig. Hou je baby in je armen en ondersteun zijn rug en hoofdje heel goed. Zorg ervoor dat zijn buikje tegen jouw buik of borst ligt. Zijn neusje moet goed ter hoogte van je tepel liggen. Als je een borstvoedingskussen gebruikt, zorg er dan voor dat het kussen stevig rond je lichaam zit. Vermijd dat je baby afglijdt tussen je buik en het kussen. b. In de doorgeschoven houding Deze houding lijkt op de madonnahouding, maar je ondersteunt je baby met de andere arm: om je baby te voeden aan je rechterborst ondersteun je je baby met je linkerarm. Je rechterhand ondersteunt je rechterborst. Om te voeden aan je linkerborst ondersteun je je baby met de rechterarm. Je linkerhand onder-
24
steunt je linkerborst. In deze houding heb je wat meer controle over het hoofdje van je baby. Je baby ligt op het kussen met zijn buik tegen jouw buik. De hand waarmee je je kind ondersteunt, komt niet verder dan zijn oortjes: zijn hoofdje moet nog voldoende achterwaarts kunnen bewegen. Het is ook in deze houding belangrijk dat het neusje van je baby ter hoogte van de tepel ligt. Deze houding is aan te raden bij baby’s die wat extra steun en sturing nodig hebben tijdens de borstvoeding (premature baby’s, luie of slaperige baby’s, baby’s met een zwakke zuigkracht, ...), maar is ook handig als je gewoon een hand vrij wil houden.
op je schoot (madonnahouding)
in de doorgeschoven houding
de ‘rugbyhouding’ (of bakerhouding)
op je zij
op je rug
25
c. In de ‘rugbyhouding’ (of bakerhouding) Leg een kussen naast jou. Het lichaam en de benen van je baby liggen onder je arm en steken langs je zijde naar achteren, waar ze gedeeltelijk op het kussen liggen. Het hoofdje en het lichaam van je baby worden ondersteund door je hand en je onderarm. Zorg er ook voor dat jouw arm goed ondersteund is. Dit is een aangename houding na een keizersnede, bij premature baby’s, bij moeders met zware borsten, bij kinderen die lucht slikken, bij luie en slaperige baby’s, of bij het voeden van een tweeling. 2. Liggend voeden a. Op je zij Dit is een aangename houding vlak na de bevalling, zeker na een keizersnede, bij een pijnlijke knip of bij een nachtvoeding. Ga op je zij liggen met een kussen onder je schouder en achter je rug en eventueel met een arm onder je hoofd. Leg je baby met zijn buikje tegen jouw buik en met zijn neusje ter hoogte van de tepel. Vermijd dat je baby wegrolt door een rolletje achter zijn rug te leggen. b. Op je rug Ga op je rug liggen, gesteund met kussens onder je hoofd en je schouders. Leg je baby met zijn buikje een beetje schuin op je buik en met zijn hoofdje op je borst. Ondersteun zijn voorhoofd met je hand, zodat hij goed kan ademen. Zijn neus mag niet op je borst rusten.
26
Een gedeelte van zijn lichaam kan ondersteund worden door een kussen dat naast je ligt. Dit is een goede houding voor een moeder met een krachtige toeschietreflex of met een overvloedige melkproductie, of bij baby’s die zich vaak verslikken en/of last hebben van oprispingen.
□ Voeden op verzoek Om voeden op verzoek te kunnen toepassen, is het belangrijk dat je baby dag en nacht bij jou is. Op die manier leer je je baby vanaf het begin goed kennen. Dit wordt ook ‘rooming-in’ genoemd. Dat samenzijn is voor alle vrouwen belangrijk en niet alleen voor moeders die borstvoeding geven. Als je je baby bij jou op de kamer hebt, raak je gewend aan de geluidjes en herken je snel de momenten dat hij onrustig wordt en een knuffel of voeding nodig heeft. Borstvoeding geven is een proces van vraag en aanbod. Hoe meer je baby drinkt, hoe meer melk er gemaakt wordt. Moedermelk is licht en makkelijk verteerbaar en het is normaal dat je baby de eerste weken om de twee à drie uur wil eten. Wacht je vier tot vijf uur met voeden, dan zullen je borsten gespannen aanvoelen. Je baby heeft dan moeite om te drinken door de snelle stroming van de moedermelk. Bovendien zal je melkproductie door de stuwing verminderen. De eerste veertien dagen na de geboorte heeft je baby acht tot twaalf voedingen per 24 uur nodig.
Na enkele weken vinden de meeste baby’s hun ritme en komen ze op gemiddeld zes tot acht voedingen per 24 uur. Het voedingsritme verschilt van baby tot baby. Drinkt je baby vanaf de start zeven voedingen, komt hij goed bij, en is hij alert en levendig, dan hoef je je geen zorgen te maken. Elke baby is anders. Een slaperige baby die zich niet of niet vaak genoeg meldt, moet om de twee tot drie uur wakker gemaakt worden voor de voeding. Zo krijgt hij toch de nodige voedingsstoffen. Doe zijn kleertjes uit, doe hem een schone luier aan, masseer zijn voetjes en zet hem overeind op je schoot. Het minimale aantal voedingen in de eerste maanden is zes tot acht per 24 uur. In het begin zal elke baby nachtvoeding moeten krijgen. Als je meermaals per nacht moet opstaan om te voeden, kan dat uitputtend zijn. De onderbroken nachtrust wordt enigszins gecompenseerd door een nevenwerking van het hormoon oxytocine dat vrijkomt tijdens de borstvoeding. Dat hormoon zorgt ervoor dat de kwaliteit van je slaap beter is nadat je borstvoeding gegeven hebt. Probeer de nachtvoedingen voor jezelf en je baby zo aangenaam mogelijk te laten verlopen. Zorg voor een comfortabele zetel, gedempt licht, enzovoort. Tijdens het voeden mag je je baby ook bij jou in bed nemen. Leg hem na het voeden wel terug in zijn wiegje. Naarmate je baby ouder wordt, zal hij minder (nacht)voedingen nodig hebben. Sommige baby’s gebruiken vanaf de leeftijd van 5 à 6 maanden borstvoeding als excuus om aandacht te
28
krijgen. Let daarom goed op het verschil tussen het zuigen om te eten en het oppervlakkig zuigen. Een baby die telkens opnieuw vervalt in korte en oppervlakkige zuigbewegingen zodra hij aan de borst wordt gelegd, heeft waarschijnlijk geen honger.
� Wanneer heeft je baby honger? Bij sommige baby’s is er na enkele weken nog geen ritme. Voor je baby begint te huilen, kan je aan verschillende subtiele tekens merken of je baby honger heeft. Als je baby honger heeft, geeft hij vaak de volgende subtiele tekens: ▶▶Hij likt aan zijn handjes en zijn oogjes zijn nog gesloten. ▶▶Hij balt zijn vuistjes. ▶▶Hij likt aan zijn lipjes, draait zijn hoofdje en zoekt de borst. Hij brengt zijn handjes naar zijn mondje. ▶▶Hij maakt een gespannen indruk. ▶▶Hij huilt. Bij twijfel raden we je aan om contact op te nemen met de regioverpleegkundige van Kind en Gezin.
Denk er ook aan dat huilen niet altijd betekent dat je baby honger heeft. Als je baby huilt of overstuur is, is het moeilijker om hem aan te leggen. Om je baby correct te kunnen aanleggen, moet je hem eerst troosten.
□ De fopspeen De zuigreflex is een van de primitieve reflexen die elke jonge baby heeft en die al tijdens de zwangerschap aanwezig is. Na de geboorte zal de baby reflexmatig zuigbewegingen maken en zijn hoofdje draaien in de richting van de prikkel als je zijn wang of de streek rond zijn mond aanraakt. Op die manier kan een baby nutritief zuigen aan de borst en kan hij aan zijn (voedings)behoeften voldoen. Tussen de voedingen in blijft de reflex bestaan, wat vaak onterecht doet vermoeden dat een baby na de voeding nog honger heeft. Sommige baby’s hebben een sterke zuigbehoefte en willen graag langer zuigen, ook al hebben ze geen honger. Het is niet altijd eenvoudig om een onderscheid te maken tussen de verschillende vormen van zuigen. Een hongerige baby zal de tepel en de tepelhof volledig in de mond nemen, terwijl een niet-hongerige baby alleen wat speelt met de tepel. Vooral in de eerste levensweken is het belangrijk de baby zo veel mogelijk aan te leggen om de melkproductie goed op gang te brengen. Als de baby uit honger naar de tepel zoekt en de fopspeen ter vervanging aangeboden krijgt, zal hij even gesust zijn, maar dat verandert niets aan zijn hongergevoel. Op die manier wordt de melkproductie ook niet voldoende gestimuleerd. Daarom is het raadzaam om de eerste levensweken geen fopspeen te geven en de baby aan de borst
te leggen als hij tekenen van honger vertoont. Het gebruik van een fopspeen is niet zonder nadelige gevolgen. Onderzoek heeft aangetoond dat bij kinderen die vaak een fopspeen gebruiken, meer middenoorontstekingen voorkomen, en dat ze later problemen kunnen hebben met de inplanting van hun definitieve gebit. Veelvuldig gebruik van een fopspeen leidt ook tot taalproblemen, vooral wat articulatie betreft. De nadelige gevolgen kunnen deels vermeden worden door al tijdens het eerste levensjaar het gebruik van de fopspeen af te bouwen. Dat doe je door je baby alleen een fopspeen te geven om hem te laten inslapen en de fopspeen uit zijn mondje te halen zodra je baby slaapt. Een fopspeen tijdens het spelen wordt afgeraden.
□ De groeispurt Heeft je baby zijn ritme gevonden, dan is het best mogelijk dat hij na enkele weken dat hele schema weer in de war stuurt. Na een uur of anderhalf uur begint hij te huilen alsof hij rammelt van de honger. Dat zijn de regeldagen of de groeispurt. Je baby geeft dan aan dat hij groeit en meer voeding nodig heeft. Laat hem gewoon vaker zuigen, waardoor je meer melk aanmaakt. De hoeveelheid moedermelk wordt automatisch aangepast aan wat je kind nodig heeft. Na enkele dagen zal je baby zijn normale ritme hernemen. Denk eraan dat de groeispurt van voorbijgaande aard is. De regeldagen komen ongeveer na 10 dagen, na 3 weken, na
29
6 weken, na 3 maanden en tussen die periodes als je baby een verhoogde behoefte heeft. Extra rust stimuleert de melkproductie en zal je sneller door die moeilijke dagen heen helpen.
� Hoe lang moet je voeden? Het is moeilijk te bepalen hoelang een voeding duurt. Elke baby drinkt in zijn eigen tempo en volgens zijn eigen behoefte. Laat je baby zuigen tot hij verzadigd is en spontaan loslaat. Hou er rekening mee dat het enkele minuten kan duren voor de toeschietreflex goed werkt en de melktoevoer goed op gang komt. De ervaring leert dat een voeding gemiddeld tien tot vijftien minuten per borst in beslag neemt. Drinkt je baby de eerste tien minuten krachtig, dan heeft hij de meeste melk uit de borst genomen. Wil hij langer zuigen, dan kan dat gerust. Korter laten zuigen en de tijd chronometreren heeft geen zin.
� Hoe weet ik of mijn baby genoeg krijgt? Je kan niet zien hoeveel je baby drinkt, dus het is logisch dat je je afvraagt of hij wel genoeg krijgt. Hou er gewoon rekening mee dat je baby na de geboorte beter niet meer dan 7% van zijn lichaamsgewicht kan verliezen. Na ongeveer twee weken heeft hij dat gewicht doorgaans teruggewonnen. Als dat niet zo is, maak je dan niet te veel zorgen. Meer rusten en je baby wat vaker aanleggen, kan al heel wat oplossen. Kinderen die borstvoeding krijgen, volgen een
30
andere groeicurve dan kinderen met kunstvoeding. Als je borstvoeding op verzoek geeft, groeit je baby de eerste drie maanden sneller. Nadien vertraagt zijn groei een beetje, waardoor baby’s die borstvoeding hebben gekregen, tussen 6 en 12 maanden gemiddeld iets kleiner zijn en wat minder wegen dan baby’s die kunstvoeding gehad hebben. Dat is volkomen normaal en heeft geen negatieve gevolgen voor de latere groei. Je baby krijgt genoeg voeding als: ▶▶hij gemiddeld 6 tot 8 keer per 24 uur drinkt (de eerste weken 8 tot 12 keer). ▶▶je hem ritmisch hoort zuigen en slikken tijdens de voeding. ▶▶hij minstens 6 plasluiers per dag heeft en de urine kleurloos tot lichtgeel is. ▶▶hij er levendig, tevreden en gelukkig uitziet. ▶▶hij in de eerste vijf tot zes weken 3 à 5 ontlastingsluiers per dag heeft. Het gewicht van je baby mag geen obsessie worden. Wegen voor en na elke voeding heeft geen zin, aangezien de samenstelling van moedermelk wisselt in de loop van de dag en het volume daardoor niets zegt over de voedingswaarde. Het maakt je alleen maar nodeloos onzeker. Een wekelijkse controle volstaat, op voorwaarde dat je baby levendig is en minstens 6 plasluiers per dag heeft. Voer niet te snel kunstvoeding in, want dan drinkt je baby minder aan de borst, met als gevolg dat de melkproductie vermindert.
□ Bied beide borsten aan Om de melkproductie maximaal te stimuleren, kan je de eerste weken het best je beide borsten aanbieden bij een voedingsbeurt. Als een borst tussen twee voedingsbeurten erg gespannen raakt, heeft dat een remmende invloed op de melkproductie. Geef je baby de kans om zelf de voeding aan de eerste kant te beëindigen voor je de tweede borst aanbiedt. Op die manier krijgt hij voldoende van de meer calorierijke achtermelk. De borst die je als laatste aanbiedt bij een voeding, bied je de volgende voeding als eerste aan. Sommige baby’s hebben de melk van beide borsten nodig om goed te gedijen, andere hebben na een poosje voldoende aan één borst per voeding. Door een gezonde, goed drinkende baby zelf de duur van de voeding te laten bepalen, kan hij voldoen aan zijn eigen energiebehoefte. Een moeder die door een medische ingreep maar één borst beschikbaar heeft, hoeft zich geen zorgen te maken: voeden aan uitsluitend één kant is mogelijk.
�
Hoe neem je je baby van de borst?
Meestal geeft je baby zelf aan wanneer hij genoeg heeft en laat hij de borst los. Soms is het nodig je baby zelf van de borst te nemen, bijvoorbeeld bij pijn of als hij alleen op de tepel sabbelt. Door het zuigen van de baby is er in zijn mond een vacuüm ontstaan, en de zuigkracht moet eerst gebroken worden voor je je baby van de borst neemt. Je kan dat doen door
je pink in de mondhoek van je baby te steken en zijn onderkin lichtjes naar beneden te drukken. Als er lucht in zijn mond komt, zal je baby de borst loslaten en kan je hem er makkelijk afnemen. Doe je dat niet en trek je je baby van de borst af, dan wordt de tepel uitgerekt. Dat is niet alleen pijnlijk, maar het kan ook de huid van je tepel beschadigen. □ Bijvoeding in de eerste weken na de geboorte Een gezonde, voldragen baby heeft in principe de eerste 6 maanden geen andere voeding dan moedermelk nodig. Onmiddellijk na de bevalling aanleggen en voldoende en goed aanleggen is de enige boodschap. Ook al drinkt hij de eerste dagen slechts kleine hoeveelheden colostrum, die ‘eerste melk’ is ontzettend waardevol voor je baby omwille van de hoge concentratie aan beschermende stoffen. De kleine porties zijn voldoende tot de melkproductie goed op gang komt. Dat gebeurt door je baby vaak en goed aan te leggen. Het is normaal dat een baby na de geboorte gemiddeld 7% van zijn lichaamsgewicht verliest. Vaak zijn baby’s pas na 2 weken weer op hun geboortegewicht. Meestal is het niet nodig om bijvoeding te geven. Als je baby in de eerste weken niet voldoende bijkomt, moet er worden nagegaan wat de oorzaak daarvan kan zijn: je legt de baby niet goed of niet vaak genoeg aan, je bent ongerust of voelt je gespannen,
31
de baby hapt niet goed aan, … Geef alleen bijvoeding op voorschrift van je arts. Als je baby naast borstvoeding ook kunstvoeding krijgt, zal hij minder aan de borst drinken, met als gevolg dat je melkproductie vermindert. Bovendien kunnen sommige baby’s de eerste weken moeilijkheden krijgen om op de juiste manier aan de borst te drinken als ze regelmatig een flesje aangeboden krijgen. Het drinken aan een fles verloopt immers anders dan het drinken aan de borst: andere tongbewegingen, andere stand van het mondje enzovoort. De term ‘tepelverwarring’ of ‘zuigverwarring’ is geen definitie op zich, maar verwijst naar de moeilijkheden die sommige baby’s kunnen hebben, na flesvoeding, om de juiste aanhaptechniek en het juiste zuigpatroon te verwerven die nodig zijn voor een succesvolle borstvoeding. Het gebruik van kunstmatige spenen nadat een baby al enkele weken goed aan de borst gedronken heeft, zou minder invloed hebben.
32
σσ De voeding van de moeder Als je borstvoeding geeft, moet je evenwichtig en gevarieerd eten. Je hebt voldoende energie nodig om te herstellen van je bevalling. Eet je niet goed, dan gaat de melkproductie wel verder, maar worden je eigen lichaamsreserves aangesproken. Vermoeidheid, neerslachtigheid en snel afvallen zijn daarvan het resultaat.
� Wat kan ik het best eten en drinken? Per dag heb je wat extra calorieën nodig. Die krijg je door wat meer melkproducten, voldoende vlees, ei of vis, een grote portie groenten, minstens twee stukken fruit, aardappelen en brood te eten. Melkproducten zorgen voor calcium (kalk) en fosfor. Eieren, vis en vlees leveren vooral eiwitten. Vitamines en mineralen zitten in groenten en fruit. Na enkele weken drinkt een baby ongeveer 1 liter per dag. Dat vocht komt uit jouw lichaam. Je zal dus vaker dorst hebben. Drink zeker voldoende om je eigen vochtreserves aan te vullen; de melkproductie zelf wordt daar niet door beïnvloed. Kies voor water, melk, bouillon of lichte thee. Wees matig met cola, thee en koffie, want die bevatten cafeïne. Die stof maakt je baby onrustig en prikkelbaar en kan slapeloosheid veroorzaken. De gevoeligheid voor de werking van cafeïne is individueel verschillend. Aan vrouwen die borstvoeding geven, wordt aangeraden om per dag niet meer dan 4 kopjes koffie of 2 kopjes koffie en 3 kopjes thee te drinken. De borstvoedingsperiode is zeker geen goed moment om te starten met een dieet (zie hoofdstuk 6). De vetreserve die je hebt opgebouwd tijdens de zwangerschap, wordt tijdens het voeden opgebruikt en verdwijnt dus vanzelf. Onnodige tussendoortjes mag je wel weglaten.
33
� Wat als ik geen vlees eet?
Als je geen vlees eet, moet je ook een evenwichtige voeding nastreven en een optimale vleesvervanger kiezen. Als de lacto- of ovovegetarische voeding van de zogende moeder evenwichtig is samengesteld, zijn er geen risico’s op voedingstekorten. Goede vleesvervangers zijn tofoe, tempé, mycoproteïne, eieren, vis of een combinatie van plantaardige eiwitbronnen, zoals peulvruchten en granen. Die bevatten voldoende ijzer, eiwitten en vitamine B. Eet bij de maaltijd ook altijd groenten of fruit, omdat vitamine C de opname van ijzer bevordert. Ben je niet zeker, bespreek dan je voedingsgewoonten met een arts of een diëtiste om tekorten op te vangen en mogelijke risico’s te voorkomen. Veganisme, waarbij niets van dierlijke voedingsmiddelen wordt gegeten, is af te raden voor moeders die borstvoeding geven. Zuigelingen van zogende veganistische moeders hebben meer kans op ernstige tekorten aan vitamines en mineralen. Zij vertonen ook vaker groeistoornissen.
� Is er iets wat ik niet mag eten? Over de voeding van een vrouw die borstvoeding geeft, doen veel fabeltjes de ronde. Het eten van uien, look enzovoort zou bij de baby krampen veroorzaken. Dat is nooit wetenschappelijk aangetoond. Krampen komen ook voor bij kinderen die geen borstvoeding krijgen. Heel wat vrouwen eten alles
zonder dat hun baby daarvan hinder ondervindt. Het weglaten van bepaalde voedingsmiddelen beperkt de voeding van de moeder onnodig. Eet in het begin gewoon wat je gewend bent. Je merkt gauw genoeg welke voedingsmiddelen je baby minder goed verdraagt of lust. Er zijn stoffen in je voeding, zoals vanille en look, die een bepaalde smaak of geur aan je moedermelk geven. De smaak van de moedermelk varieert dus naargelang van de voedingsmiddelen die je eet. Maak je daarover geen zorgen, je baby ervaart dat meestal als positief. Beschouw het als een voorproefje voor je baby om smaken te leren kennen.
� Zijn er voedingsmiddelen die de melkproductie bevorderen? Van sommige voedingsmiddelen, zoals donker bier, bepaalde kruidentheeën en kruidenmengsels, wordt gezegd dat ze de melkproductie bevorderen. Dat is nooit wetenschappelijk aangetoond. De stimulerende werking lijkt eerder psychologisch te zijn. Matig gebruik kan geen kwaad. Donker bier bevat alcohol en wordt om die reden afgeraden. Wees wel voorzichtig met medicinaal gebruik van kruiden, omdat ze ook een negatieve invloed kunnen hebben. Zo zou het gebruik van salie de melkproductie remmen.
35
σσ Mogelijke problemen bij het geven
van borstvoeding
Denk je aan borstvoeding geven, dan komen er beelden in je op van een idyllisch samenzijn met je baby, maar soms loopt het niet zoals verwacht. Door je vooraf voldoende te informeren over borstvoeding en door je baby correct aan te leggen, kan je veel problemen voorkomen.
□ Borststuwing 3 à 5 dagen na de bevalling voel je dat de melkproductie goed op gang komt. Je borsten worden zwaarder en zijn soms erg gespannen. Die stuwing is niet alleen te wijten aan de melkproductie, maar ook aan een versterkte doorbloeding van de weefsels (= bloedstuwing). Soms gaat borststuwing gepaard met pijnlijke borsten, een licht verhoogde lichaamstemperatuur of hoofdpijn. Dat is een volkomen normale reactie en is ook maar tijdelijk. Stuwing kan zich later ook nog voordoen en wordt dan melkstuwing genoemd. Ze wijst vaak op een onevenwicht tussen vraag en aanbod, bijvoorbeeld door een voeding over te slaan. De stuwing gaat soms gepaard met koorts en ernstig gezwollen, soms glanzende borsten die pijnlijk zijn bij aanraking. Als de stuwing niet verholpen wordt, kan ze leiden tot borstontsteking en loopt de melkproductie terug. Stuwing kan je voorkomen door je baby onmiddellijk na de geboorte aan te leggen en hem daarna te voeden zo vaak en zolang als hij wil. 36
� Wat kan ik doen? ▶▶Ondersteun je borsten voldoende met een goed
passende, niet-spannende beha. ▶▶Leg je baby goed aan en wissel regelmatig van houding. ▶▶Voed je baby op verzoek en leg hem vaak aan. Zo is de stuwing minder sterk. ▶▶Verlicht de pijn met een warme of koude douche, warme of koude kompressen. Gebruik warmte vóór het voeden en koude na het voeden. Zoek uit wat jij het prettigst vindt. ▶▶Als je borsten erg gespannen zijn, kan je baby het moeilijk hebben om correct aan te happen en voldoende borstweefsel in zijn mond te nemen. Masseer je borsten en tepelhof en probeer met je hand wat melk uit je borst te kolven voor je je baby aanlegt. ▶▶Vraag tijdens je verblijf op de kraamafdeling hulp aan de vroedvrouw bij het aanleggen. Zodra je thuis bent, kan je contact opnemen met de regioverpleegkundige van Kind en Gezin.
□ Te weinig melk Direct na de geboorte zorgen je hormonen ervoor dat je borsten melk gaan produceren. De meeste moeders maken vanaf de vijfde dag meer dan voldoende melk aan voor hun baby. 1 à 2 weken later zal je melkproductie niet langer hormonaal bepaald worden, maar bepaalt je baby hoeveel melk je produceert. Als je je baby vaak en goed aanlegt, zal je melkproductie
stijgen. Als hij niet vaak of niet lang drinkt, zal je melkproductie dalen. Op geregelde tijden zal je baby zeer frequent borstvoeding vragen om je melkproductie te stimuleren. Door hem vaker te voeden, ga je na enkele dagen vanzelf meer melk aanmaken. Frequente voedingen zijn dus geen teken dat je te weinig melk hebt! Hoe kan je dan wel weten of je baby voldoende melk krijgt? Je kan gerust zijn over je melkproductie als je baby 6 tot 8 natte luiers per dag heeft, als hij tijdens de eerste zes weken 3 à 4 maal per dag stoelgang maakt, en als hij voldoende bijkomt. Als je baby niet goed bijkomt, is het raadzaam wat meer te rusten en hem vaker aan te leggen. Let er ook op dat je je baby goed aanlegt en laat hem voldoende lang drinken, zodat hij ook de vettere achtermelk krijgt. Heb je een slaperige baby, maak hem dan wakker voor zijn voeding door bijvoorbeeld zijn luier te verversen. Probeer enkele dagen volledig voor je baby beschikbaar te zijn. Stel het bezoek even uit, zoek hulp voor huishoudelijke taken en blijf vooral vertrouwen hebben in jezelf. Een combinatie van onvoldoende gewichtstoename, ondanks frequent aanleggen en pijnlijke tepels, wijst meestal op een probleem bij aanleggen van de baby of bij de manier waarop hij aanhapt. Laat een voeding observeren door een deskundige, zoals een regioverpleegkundige, een vroedvrouw of een lactatiekundige om mogelijke problemen bij te sturen.
Heb je twijfels? Praat er gerust over met je regioverpleegkundige of met iemand van een borstvoedingsorganisatie.
37
□ Tepelkloven Tepelkloven zijn pijnlijke wondjes aan de tepel die ontstaan door het zuigen van de baby. Ze worden meestal veroorzaakt door: ▶▶ het niet goed aanleggen of aanhappen van je baby ▶▶irritatie ▶▶het onvoldoende droog houden van je tepels.
� Hoe voorkom ik tepelkloven? ▶▶Zorg dat je zelf comfortabel zit of ligt. ▶▶Leg je baby goed aan. Laat hem niet alleen op de
tepel zuigen, maar ook op een groot deel van de tepelhof (zie p. 21). ▶▶Hou je aan een normale lichaamshygiëne. Bij borstvoeding wordt aangeraden je borsten alleen te reinigen met zuiver water, want door zeep of andere reinigingsproducten te gebruiken gaat de tepel uitdrogen. ▶▶Hou de huid droog, draag een katoenen beha en gebruik zoogkompressen. ▶▶Vermijd stuwing. Staat de borst gespannen, dan kan je baby moeilijk drinken. Masseer in dat geval de tepelhof en druk hem leeg vóór je je baby aanlegt. ▶▶Breek de zuigkracht met je vinger als je je baby van de borst neemt (zie ook p. 29).
38
Blijf die adviezen volgen, ook als je toch last krijgt van tepelkloven. Daarnaast kunnen de volgende tips helpen: ▶▶Leg je baby eens aan in een andere houding, zodat de pijnlijke kant minder belast wordt. ▶▶Laat na de voeding je tepel goed drogen. Wrijf een druppel moedermelk over de tepel en laat die aan de lucht drogen. Moedermelk bevat stoffen die de genezing bevorderen. ▶▶Geef je baby eerst de minst pijnlijke kant om aan te zuigen, zodat hij minder krachtig zuigt aan de pijnlijke kant. ▶▶Leg je baby liever wat vaker en korter aan. Dan is hij minder hongerig en zal hij rustiger zuigen. ▶▶Wrijf vóór het aanleggen een koud kompres over de tepel. Dat heeft een verdovend effect. ▶▶Laat je borsten genieten van licht, lucht en warmte. Dat doet ze goed. ▶▶Ga ook bij bloedende kloofjes door met borstvoeding. ▶▶Gebruik eventueel een tepelhoedje, maar doe dat niet te vaak. Het kan de borstvoeding doen mislukken. ▶▶Heb je echt een pijnstiller nodig, vraag dan eerst raad aan je arts. Er zijn pijnstillers die je mag nemen als je borstvoeding geeft. Zoek op tijd hulp en laat je voeding observeren door een deskundige. Borstvoeding geven hoeft geen pijn te doen!
□ Verstopt melkkanaal Als een of meer melkkanaaltjes verstopt zijn, raken ze geblokkeerd. Je ziet op de borst dan een harde rode plek. Een verstopt melkkanaal kan leiden tot een borstontsteking en ontstaat meestal door: ▶▶te volle borsten of borsten die niet goed leeggedronken worden, te weinig voedingen en/of het overslaan van voedingen ▶▶druk op je borst door te strakke kleding, een te strakke beha, te strak ondergoed ▶▶met je vinger te vaak op je borst te drukken tijdens het voeden.
� Wat kan ik doen als een melkkanaaltje
verstopt is?
▶▶Masseer de borst vóór en tijdens de voeding voorzichtig in de richting van de tepel.
▶▶Geef eerst de pijnlijke borst aan je baby. Verander
eens van houding. Zo wordt de borst goed leeggedronken. ▶▶Voed vaker en neem er je tijd voor. ▶▶Wissel de houding van je baby af bij elke voeding. ▶▶Neem voldoende rust. ▶▶Stop niet met borstvoeding, want dat kan stuwing veroorzaken. ▶▶Gebruik warmte als pijnverzachter vóór je je baby aanlegt, koude na het voeden. ▶▶Vermijd knellende kleding. ▶▶Neem alleen pijnstillers op voorschrift van je arts.
□ Spruw
� Wat is spruw? Spruw is een schimmelinfectie in de mond. Het uit zich onder andere door witte vlekjes in de mond van de baby. De schimmelinfectie wordt veroorzaakt door een gist, de Candida albicans. Die gist is altijd aanwezig in het maag-darmkanaal en in het baringskanaal. Meestal veroorzaakt de aanwezigheid van de schimmel geen klachten. Soms ontstaat er een overvloed van die gistcellen en veroorzaakt dat een ontstekingsreactie. 39
Mogelijke symptomen van spruw bij de baby:
▶▶geïrriteerde slijmvliezen in de mond- en keel-holte, waarbij vaak witte stippen te zien zijn
▶▶witte beslagen tong (niet te verwarren met gewone melkaanslag)
▶▶de baby weigert de borst, laat de borst
� Wat kan ik doen als mijn baby spruw heeft? Een schimmelinfectie bij de baby of bij de moeder is geen reden om te stoppen met borstvoeding. Jij en je kindje hebben er wel alle belang bij om jullie zo snel mogelijk te laten behandelen.
herhaaldelijk los
▶▶parelmoerachtige lippen of parelmoerachtig mondslijmvlies
▶▶klikkend geluid tijdens het drinken ▶▶luieruitslag ▶▶winderigheid ▶▶de baby gedraagt zich anders, bijvoorbeeld onrustig, slaapt korter.
Mogelijke symptomen bij de moeder: ▶▶rode tepels ▶▶pijnlijke tepels ▶▶branderig gevoel aan de tepels ▶▶jeuk aan de tepels ▶▶beschadigingen of kloofjes aan de tepel ▶▶witte stippen in de huidplooien van de tepel die je niet kan wegwrijven ▶▶stekende pijn in de borst, vooral tijdens en na het voeden, die verder kan uitstralen naar de schouders of naar de rug ▶▶glimmende en/of schilferige tepelhof. Soms heeft de moeder geen uiterlijke of voelbare symptomen.
40
Medicatie Bij vermoeden van spruw is het noodzakelijk een arts te consulteren. Hij zal een schimmeldodend middel voorschrijven voor je baby en voor jezelf. Het is belangrijk dat zowel jij als je baby behandeld wordt, ook als een van jullie geen schimmelinfectie lijkt te hebben. Dat is noodzakelijk omdat jullie elkaar anders blijven besmetten. De behandeling kan op zijn vroegst stopgezet worden veertien dagen na het verdwijnen van de symptomen. Als de schimmelinfectie erg hardnekkig is of als je last hebt van ernstige pijn in je borst, kan de dokter een sterker middel voorschrijven. Antibiotica nemen om een schimmelinfectie te behandelen, heeft geen zin.
Hygiëne De Candida albicans is een sterke gist die in verschillende omgevingen kan overleven. Daarom is het belangrijk om op de hygiëne te letten en zo veel mogelijk besmettingsbronnen te vermijden. ▶▶Was je handen vaak, vooral voor en na de voeding en na het verversen van de luier. ▶▶Aangezien de infectie via seksueel contact kan worden doorgegeven, is het mogelijk dat je partner ook behandeld moet worden. ▶▶Laat na de voeding je tepels aan de lucht drogen. ▶▶Vochtige zoogkompressen zijn een ideale voedingsbodem voor de schimmel. Vervang ze dus zo vaak mogelijk (na elke voeding). Katoenen zoogkompressen moet je iedere dag 5 minuten uitkoken. ▶▶Doe iedere dag een schone beha aan. ▶▶Gebruik zo weinig mogelijk zeep. ▶▶Als je kolft, moet je de kolf iedere dag schoonmaken en steriliseren, net als flessen, spenen en fopspenen. ▶▶Vermijd bij vermoeden van spruw het inmasseren van een druppel moedermelk op de tepels. Moedermelk is immers een voeding voor de Candida albicans, waardoor die zich kan vermeerderen. Speelgoed dat in aanraking komt met de mond van de baby, moet regelmatig goed en heet afgewassen worden, bijvoorbeeld in de vaatwasser op 60 °C.
Aandachtspunten ▶▶ In de periode dat moeder en kind behandeld worden, kan vers afgekolfde moedermelk zonder risico aan de baby gegeven worden. Die moedermelk mag echter niet bewaard of ingevroren worden, omdat invriezen de schimmel niet doodt. ▶▶ Theoretisch bestaat het risico dat de baby opnieuw geïnfecteerd zou worden als hij na het beëindigen van de behandeling moedermelk drinkt die in een periode van de spruwinfectie afgekolfd werd. Het is dus raadzaam om in de infectieperiode niet te kolven met het doel moedermelk te bewaren. ▶▶ Antibiotica doden bacteriën en maken daarbij geen onderscheid tussen goede en slechte bacteriën. Na het gebruik van antibiotica is in de darmen het evenwicht van de darmflora verstoord en krijgen schimmels de kans om overmatig te groeien. Als je toch antibiotica neemt, wees dan alert op de symptomen van spruw. ▶▶ Veel vrouwen hebben tijdens de zwangerschap last van een vaginale schimmelinfectie. Als die niet of niet lang genoeg behandeld wordt, kan de huid van de baby tijdens de bevalling besmet raken en vervolgens de tepel besmetten. Daarom is het aan te raden om tijdens de zwangerschap de schimmelinfectie goed te laten behandelen. Aangezien de schimmelinfectie tijdens de zwangerschap weer gauw de kop kan opsteken, kan de behandeling het best in de laatste maand gebeuren.
41
□ Borstontsteking (mastitis) Een borstontsteking komt meestal voor als je baby enkele weken oud is, maar kan op om het even welk moment van de borstvoedingsperiode ontstaan. Er zijn verschillende oorzaken mogelijk. Een van de eerste tekens is een pijnlijke, rode, harde zone op je borst. Vaak voel je je grieperig en heb je koorts. Raadpleeg dan je arts. � Wat kan ik doen bij een borstontsteking?
▶▶Stop niet met borstvoeding. ▶▶Rust voldoende in bed, zoek hulp voor het huishouden en praat erover met iemand die je vertrouwt. ▶▶Verzacht de pijn met warme kompressen of een warme douche. De warmte zal de melk ook beter doen stromen. ▶▶Leg eventueel koude kompressen op je borst na het voeden om de pijn te verminderen. ▶▶Leg je baby in verschillende houdingen aan en geef hem eerst de pijnlijke borst, zodat die goed leeggedronken wordt. ▶▶Zorg voor een goede hygiëne. ▶▶Vermijd druk op je borst en draag geen knellende kleding.
42
▶▶Als het voeden te pijnlijk wordt, kan je eventueel
een pijnstiller nemen. Vraag altijd eerst raad aan je behandelend arts. Soms schrijft hij een antibioticum voor. Bepaalde soorten antibiotica mag je nemen als je borstvoeding geeft.
Als je die adviezen volgt, geneest de borstontsteking. Een slecht verzorgde borstontsteking kan echter tot een borstabces leiden. In geval van een borstabces moet je dringend een arts raadplegen.
Hoofdstuk 4 Afkolven en bewaren van moedermelk
Afkolven en bewaren van moedermelk De redenen waarom je gaat afkolven, kunnen erg uiteenlopend zijn. Kan je een keertje niet zelf voeden of ben je van plan opnieuw te gaan werken? Misschien is je baby te vroeg geboren en mag hij nog niet aan de borst of mag hij nog niet mee naar huis. Of is je baby wat lui aan de borst en moet je de melkproductie zelf stimuleren. Mogelijk heb je door omstandigheden eventjes onvoldoende melkproductie en ga je die verhogen door af te kolven na de borstvoeding. De gevoelens waarmee je eraan begint, hebben een invloed op het welslagen van de onderneming. Er zijn verschillende manieren om je melk af te kolven. Welke de beste is, hangt samen met de reden waarom, hoe vaak en waar je kolft. Daarbij komt nog je persoonlijke voorkeur: het kan prima gaan met de ene kolf, maar veel minder goed met de andere. Hou rekening met de volgende tips:
▶▶Leer af te kolven door het vaak te doen. Geloof in jezelf: oefening baart kunst.
▶▶Ga lekker en ontspannen zitten en zorg dat je alles bij de hand hebt.
▶▶Kolf op een rustige plaats en in een behaaglijk warme ruimte.
▶▶Bereid je zowel psychisch als lichamelijk voor op
het kolven. Masseer je borsten en tepels. Zet je baby of een foto van je baby bij je. Dat zal het toeschieten van je melk vergemakkelijken. Een warm
bad of douche kunnen ook ontspannend werken en de toeschietreflex bevorderen. ▶▶Maak je niet te snel ongerust. In het begin is het normaal dat je maar enkele druppels of een kleine hoeveelheid kolft. ▶▶Neem evenveel tijd om af te kolven als om een voeding te geven. ▶▶Weet dat de hoeveelheid afgekolfde melk verschilt van keer tot keer. ▶▶Maak je niet ongerust als de melkproductie wat terugloopt. Zeker als je gedurende een langere periode afkolft, is dat normaal. Als je je melkproductie opnieuw extra wil stimuleren, kan je je baby vaker aanleggen, enkele dagen vaker afkolven, enkele minuten langer kolven nadat de melk gestopt is met stromen, en extra rusten. ▶▶Neem de tijd om je borsten vooraf te masseren. Dat helpt bij alle afkolfmethoden. ▶▶Was altijd je handen vóór je begint en werk met proper en steriel materiaal. ▶▶Melk afkolven om de melkproductie te controleren is niet ideaal. Het geeft namelijk geen juist beeld van je melkproductie. Een goed drinkende baby haalt meer melk uit je borst dan een afkolftoestel. ▶▶Heb je veel moedermelk en heb je vaak last van lekkende borsten, dan kan je dat probleem niet oplossen door dagelijks de overtollige melk af te kolven. Bespreek met je regioverpleegkundige of vroedvrouw hoe je dit het best aanpakt.
45
σσ Wanneer afkolven? ▶▶Wanneer je het best afkolft is afhankelijk van de
reden waarom je wilt afkolven. ▶▶Heb je maar af en toe melk nodig voor je baby, dan kan je telkens kleine hoeveelheden melk afkolven, bijvoorbeeld onmiddellijk nadat je je baby gevoed hebt. Op die manier kan je een voeding bij elkaar sparen. Het beste moment om te beginnen oefenen met afkolven is wanneer de melktoevoer goed op gang is gekomen. Dit is vanaf 2 à 4 weken na de geboorte. Let wel op dat je de afgekolfde melk op de juiste manier bewaart. Meer uitleg daarover vind je op p. 48. ▶▶Als je baby te vroeg geboren is en niet zelf aan de borst kan drinken, kan je de borstvoeding op gang brengen door af te kolven, bij voorkeur met een dubbelzijdige kolf. Overdag moet je minstens om de twee tot drie uur kolven en ‘s nachts eenmaal om een goede melkproductie te krijgen en in stand te houden. Dat is even vaak als wanneer je baby normaal aan de borst gevoed zou worden. ▶▶Hoe vaak en wanneer je kan afkolven als je gaat werken, is afhankelijk van je werktijden en van je werksituatie. Werk je elke dag en op vaste tijden, dan zal het afkolven vlug routine worden. Heb je wisselende werktijden of werk je maar enkele dagen per week, dan kan je op de dagen dat je niet werkt, je baby zelf blijven voeden. Werk je overdag, dan kan je je baby ’s morgens en ’s avonds zelf voeden en overdag naar behoefte kolven
46
op het werk. Op vrije dagen en tijdens het weekend voed je je baby zelf. Door je baby zo vaak mogelijk zelf te voeden, blijft de melkproductie beter op peil.
σσ Hoe afkolven? Er zijn verschillende afkolfmogelijkheden. We stellen er enkele voor.
□ Afkolven met de hand Je kan het best afkolven met de hand als het om kleine hoeveelheden melk gaat. Het is de goedkoopste en meest natuurlijke manier van afkolven. Het is een manier die wat oefening vraagt. Vrouwen die vertrouwd zijn met manueel afkolven, kunnen vaak een hele voeding kolven op die manier. Je kan de melk het best opvangen in een wijd kommetje.
� Hoe afkolven met de hand? Het is belangrijk je borsten goed voor te bereiden bv. met warmte, massage, tepelstimulatie, schudden, strelen, enz. Hou er rekening mee dat je enkele minuten voorbereiding nodig hebt om de melk te doen stromen. Aanvankelijk lekt de melk druppel per druppel, maar door verder te masseren en kolven, zal de melk in verschillende straaltjes tegelijkertijd toeschieten.
afkolven met de hand
cilinderkolf
knijpkolf
piston- of zuigkolven
batterijkolf
elektrische kolf
1. Neem de borst in de hand. Leg je duim boven de tepel en de wijs- en middelvinger onder de tepel, ongeveer 2,5 tot 4 cm van de tepel af. De vingers moeten een ‘C’ vormen. 2. Druk nu de vingers richting borstkas. Zorg dat je de vingers niet spreidt. Als je grote borsten hebt, is het raadzaam de borst eerst op te tillen. 3. Rol duim en vingers tegelijk naar voren, alsof er vingerafdrukken gemaakt moeten worden.
Vermijd knijpende, trekkende en/of glijdende bewegingen, want die kunnen het borstweefsel beschadigen. 4. Herhaal deze beweging ritmisch: plaats, druk, rol, … 5. Verplaats duim en vingers om de tepel heen, zodat de borst goed geledigd wordt. Het afwisselend masseren, strelen en schudden van de borsten stimuleert de toeschietreflex.
47
□ Afkolven met een afkolftoestel Welk type kolf je kiest, hangt af van waarom, hoe vaak en waar je afkolft. Lees altijd goed de handleiding als je voor het eerst gaat kolven. Handkolven a. Cilinderkolven De kolven bestaan uit een fles waarin een cilinder op en neer wordt bewogen, waardoor er een vacuüm in de fles gecreëerd wordt en er zuigkracht ontstaat. De zuigkracht kan je naar behoefte regelen door aan de cilinder te trekken. De melk stroomt rechtstreeks in de cilinder. Het is belangrijk dat de kolf nauwkeurig aansluit op de tepelhof en dat de tepel mooi centraal in de opening van de cilinderkolf komt. Sommige merken hebben losse opzetstukken, waarmee je de trechtermond goed passend kan maken. Dit type kolf is goed schoon te maken, maar je hebt er beide handen voor nodig. b. Knijpkolven Er bestaan verschillende modellen knijpkolven. De knijpkolf met handgreep is vrij handig in gebruik. De zuigkracht is niet apart regelbaar. Als je vaak een knijpkolf gebruikt, kan je je polsen overbelasten. c. Piston- of zuigkolven Bij dit soort kolven wordt de zuigkracht opgewekt door een zuiger (piston) uit te trekken. De zuigkracht is goed te bepalen en de melk komt onmiddellijk in
48
het flesje terecht. Dit type kolf is echter niet met één hand te bedienen. Automatisch kolven Met deze toestellen kan je 1 of 2 kanten tegelijk afkolven. Dubbelzijdig kolven geeft een betere stimulatie van de melkproductie en bespaart tijd. De kolven zijn met één hand te bedienen. Het geluid kan voor sommigen storend overkomen. a. Batterijkolven Dit zijn kolven waarbij een motor zorgt voor het vacuüm. Deze kolven zijn geschikt voor kortdurend gebruik. Sommige types van deze kolven hebben een hoog verbruik aan batterijen. Sommige kolven bestaan ook met een adapter voor het stroomnet. b. Elektrische kolven Als je langdurig of vaak moedermelk moet afkolven, zijn elektrische kolven aan te raden. Ze hebben een constant zuigritme en een instelbare zuigkracht en je kan er dubbelzijdig mee kolven, wat tijd bespaart en vaak meer melk oplevert dan beide borsten apart af te kolven. Sommige apparaten onthouden zelfs het ritme waarmee je wil kolven. De regioverpleegkundige van Kind en Gezin, de vroedvrouw of een medewerker van een borstvoedingsorganisatie kunnen je vertellen waar je dit apparaat kan huren.
Onderhoud en hygiëne Het onderhoud van een borstkolf is zeer belangrijk. Instructies voor onderhoud en reiniging zijn meestal bij het apparaat gevoegd en moeten goed gelezen en gevolgd worden. Eerst spoel je alle onderdelen die met de melk in aanraking zijn geweest, af met koud water. Hoe langer je wacht hoe moeilijker de melkresten verdwijnen. Het echte reinigen kan later: was alle onderdelen van de kolf in warm water met afwasmiddel. Meestal kunnen de harde kunststof onderdelen van een borstkolf goed uitgekookt worden. Zachte kunststof of rubberen onderdelen, zoals sluitringen, worden meestal korter gekookt. Koude sterilisatie kan ook. Hierbij wordt gebruik gemaakt van bruistabletten die je bij de apotheker kan kopen. Tot je baby 6 maanden is, steriliseer je dagelijks. Daarna steriliseer je één keer per week. Vergeet ook het potje waarin de moedermelk
Soort gebruik
wordt afgekolfd en de bewaarpotjes niet te steriliseren. Als je aan afkolven denkt, kan je het best nagaan of je toch niet rechtstreeks borstvoeding kan blijven geven. Het vraagt immers een extra tijdsinvestering om af te kolven en het materiaal te onderhouden, naast flesjes geven. De borstvoeding, die vaak ook een rustmoment voor de moeder is, vervalt. Bovendien gaat het intense contact met je baby voor een stuk verloren bij het kolven. Als je om een bepaalde reden moet beginnen te kolven, probeer je baby dan toch nog zo vaak mogelijk rechtstreeks aan te leggen. Kan je het niet alleen, vraag dan advies aan de regioverpleegkundige van Kind en Gezin of aan iemand van een van de verschillende borstvoedingsorganisaties. Je vindt de adressen op p. 78.
Kolven met de hand
Handkolf
x
x
Elektrische kolf
Dubbelzijdig elektrische kolf
x
x
Occasioneel gebruik Een keer weg zonder baby Dagelijks gebruik Combinatie BV en werken
(x)
Medische redenen Premature baby in ziekenhuis
x
Te weinig melkproductie
(x)
Ernstige tepelkloven
x
x
Borstontsteking
x
x
x
x: meest aangewezen manier van kolven (x): mogelijke manier van kolven
49
De regioverpleegkundige kan je ook doorverwijzen naar een vroedvrouw of een lactatiekundige.
σσ Bewaren, ontdooien en opwarmen
□ Bewaren Werk altijd proper en hygiënisch en was eerst je handen. Afgekolfde moedermelk wordt opgevangen in een afsluitbaar gesteriliseerd potje of flesje of in steriele moedermelkbewaarzakjes. Op kamertemperatuur kan je de melk maximaal 4 uur bewaren. Je kan de afgekolfde melk het best zo snel mogelijk in de koelkast (0 - 4 °C) zetten. Hoe sneller de melk afgekoeld wordt, hoe kleiner het verlies aan vitamines, cellulaire componenten en andere unieke eigenschappen van moedermelk die voor het kind uitermate belangrijk zijn. Als de afgekolfde melk bestemd is om te gebruiken binnen 3 dagen na het afkolven, heeft bewaren in de koelkast (0 - 4 °C) de voorkeur. Je kan de melk het best achteraan in de koelkast zetten en niet in de deur of groentelade, zodat ze ook tijdens het openen van de koelkast optimaal gekoeld blijft. Als je de melk hygiënisch hebt afgekolfd, is ze zo tot maximaal 72 uur houdbaar. Als je baby opgenomen is in het ziekenhuis, kan je het best de richtlijnen van het ziekenhuis volgen voor het bewaren en het vervoeren van moedermelk. Gebruik zo veel mogelijk verse melk, want de voedingswaarde en de beschermende stoffen in
50
moedermelk blijven optimaal als de melk niet wordt ingevroren of verhit. Als het de bedoeling is om de afgekolfde melk langer dan 72 uur te bewaren, kan je de melk het best zo snel mogelijk na het afkolven afkoelen onder stromend water, invriezen en bewaren op zeer lage temperatuur om de verliezen te beperken. Handig daarvoor zijn flesjes, potjes of moedermelkbewaarzakjes. Gebruik altijd steriel materiaal. Dek ze altijd af en vergeet niet de datum erop te vermelden. Invriezen kan in een diepvriezer met vier sterren of in het vriesvak van een koelkast. In een diepvriezer bij een temperatuur van -18 °C of lager kan ingevroren moedermelk drie tot zes maanden worden bewaard. In het vriesvak van een koelkast blijft de ingevroren moedermelk 1 maand goed. Invriezen verandert de samenstelling enigszins, maar de antistoffen en andere beschermende stoffen blijven grotendeels behouden. Bovendien kunnen de smaak, het uitzicht en de geur van moedermelk veranderen als ze een poosje bewaard wordt. De kwaliteit van de melk verandert daardoor echter niet.
Weetje: Gemiddeld drinken borstgevoede baby’s 60 tot 120 ml per voeding, 8 tot 10 keer per dag. Je kan de moedermelk dus best bewaren in kleine porties van 60 à 120 ml zodat je minder moet weggooien en je de ingevroren melk snel kan ontdooien.
□ Ontdooien Ontdooi bevroren moedermelk bij voorkeur traag, achteraan in de koelkast en niet in de deur of de groentelade. Heb je toch snel een portie nodig, dan kan je die ontdooien onder stromend water dat langzaam van koud naar handwarm gaat. Zet de kraan niet te heet, anders worden er meer beschermende cellen vernietigd. Ontdooi de moedermelk niet op kamertemperatuur. Gebruik ontdooide moedermelk binnen 24 uur en vries ze niet opnieuw in. Ontdooide moedermelk ziet er vaak iets anders uit dan vers gekolfde melk. Dat is normaal en heeft geen gevolgen voor de beschermende stoffen in de melk. Als je de moedermelk invriest in kleine hoeveelheden of in moedermelkbewaarzakjes is ze sneller ontdooid.
□ Opwarmen Warm moedermelk langzaam op tot 37 °C in een pan met warm water (au bain-marie) of in een flessenverwarmer. Verhit de melk niet hoger. Als de melk te warm is, kan je baby zijn mond of slokdarm verbranden. Bovendien verliezen de antistoffen, de anti-infectieuze stoffen en de eiwitten in de melk hun kwaliteit bij een temperatuur boven de 50 °C. Gebruik liever geen microgolfoven, want dan wordt de melk al gauw te heet. In een microgolfoven wordt de melk ongelijkmatig verwarmd, waardoor ze bijvoorbeeld aan de rand van de fles nog lauw is, terwijl ze in het midden al heet is.
Als het in noodgevallen toch nodig is om moedermelk op te warmen in de microgolfoven, hou dan rekening met de volgende tips:
▶▶Zet de oven op het laagste vermogen. ▶▶Verwarm de melk kortstondig. Hoelang een fles
met moedermelk in de microgolfoven opgewarmd moet worden, is afhankelijk van de hoeveelheid melk en het vermogen van de microgolfoven. ▶▶Voor een gelijkmatige verwarming in de microgolfoven is het belangrijk de melk halverwege even zachtjes te schudden of het flesje te rollen tussen je handen, en dat nogmaals te doen als de melk op temperatuur is. Start met 15 seconden, schud de melk even en warm ze dan nog eens 15 seconden op. ▶▶Laat de opgewarmde fles 1 minuut rusten en rol vervolgens het afgesloten flesje tussen je handen. Zo meng je de inhoud goed na het opwarmen en verdeel je de warmte over de hele fles. ▶▶Controleer altijd de temperatuur van de melk voor je ze aan je baby geeft, door enkele druppels op de binnenkant van je pols te laten vallen. Vraag meer info over afkolven en bewaren van moedermelk aan je regioverpleegkundige.
51
Hoofdstuk 5
Borstvoeding en werk
Borstvoeding en werk σσ Hoe combineer je dat? Je vraagt je wellicht af of het mogelijk is om borstvoeding met je werk te combineren. Dat kan zeker, maar het is afhankelijk van je werksituatie en van wat je zelf wil. De ene vrouw kiest ervoor om na de zwangerschap iets langer thuis te zijn, terwijl de andere sneller weer aan het werk wil gaan. Toch zijn er heel wat mogelijkheden voor vrouwen die borstvoeding willen geven, zoals borstvoedingsverlof, borstvoedingspauzes en ouderschapsverlof. Sommige vrouwen vinden het onmogelijk om borstvoeding en een baan te combineren. Ze stoppen dan met borstvoeding en starten met kunstvoeding. Andere vrouwen ervaren borstvoeding geven na het werk als een gezellig moment van ontspanning en intens samenzijn met hun baby. Wil je borstvoeding met je werk combineren, dan vereist dat een extra inspanning, creativiteit en goede afspraken. Werk je in de privésector of bij een federaal bestuur, dan heb je het recht om het werk even stil te leggen terwijl je je kind borstvoeding geeft of melk afkolft. Dat zijn borstvoedingspauzes. Soms liggen je werk en de kinderopvang niet zo ver uit elkaar, zodat zelf voeden ook mogelijk is. Werk je minstens 4 uur per dag, dan heb je recht op één pauze van een
halfuur. Werk je minstens 7,5 uur, dan heb je recht op 2 pauzes. Je hoeft die pauzes niet aansluitend te nemen. De duur van de pauze is inbegrepen in de arbeidsdag. Je moet ze dus wel dezelfde dag opnemen. Je kan de pauzes opnemen tot 9 maanden na de geboorte. Spreek met je werkgever af wanneer je borstvoedingspauzes wil nemen. Het tijdstip kan herzien worden. Kom je niet tot een akkoord, dan vallen de pauzes onmiddellijk voor of na de tijdstippen van de rustpauzes die in het arbeidsreglement staan. Breng je werkgever 2 maanden vooraf op de hoogte met een aangetekende brief of een attest. Die termijn kan je in onderling overleg inkorten. Je hebt pas recht op borstvoedingspauzes als je een attest voor borstvoedingspauzes hebt van Kind en Gezin/ONE (onze Franstalige tegenhanger) of je arts. Dat attest moet elke maand hernieuwd worden. Vanaf het moment dat je werkgever op de hoogte is, tot een maand na het laatste attest van Kind en Gezin/ONE of van het laatste medisch attest ben je beschermd tegen ontslag.
Je mag tijdens de pauzes gebruikmaken van:
▶▶een lokaal dat de werkgever ter beschikking stelt ▶▶een lokaal van de opvangvoorziening van je kind ▶▶je eigen huis ▶▶andere lokalen: gemeentelokalen, winkelruimten, … waar borstvoeding mogelijk is.
De werkgever moet voorzien in een onopvallende, goed verluchte, goed verlichte, propere en behoorlijk verwarmde plaats waar je de mogelijkheid hebt om in aangepaste omstandigheden te kolven of te voeden. Dat lokaal beschikt ook over een zetel, stromend water, elektriciteit en een koelkast. Zorg ervoor dat je op een rustige en hygiënische wijze kan afkolven en breng zelf al het nodige materiaal mee. De afgekolfde moedermelk moet je in een koelkast kunnen bewaren of in een daarvoor bestemde geïsoleerde tas met koelelementen. Ga je pas op een later tijdstip weer werken, dan krijgt je kind misschien al vaste voeding en drinkt het alleen nog ’s morgens en ’s avonds moedermelk. Een andere mogelijkheid is om deeltijds te gaan werken, zodat je de meeste voedingen thuis kan geven.
Het is belangrijk dat je samen met je partner en je werkgever bespreekt wat je zelf wil en wat mogelijk is. Je kan vooraf ook al eens nagaan hoe andere (ervaren) collega’s het gedaan hebben. Raadpleeg eventueel een vakbondsorganisatie of vraag raad aan de regioverpleegkundige of aan een medewerker van een borstvoedingsorganisatie (zie p.78).
Hoofdstuk 6 Veelgestelde vragen
Veelgestelde vragen � Hoelang kan ik borstvoeding geven?
� Zijn mijn borsten niet te klein?
Je kan doorgaan met borstvoeding zolang jij en je kindje ervan genieten. En dat kan uiteraard ook langer dan 6 maanden. Vanaf dan moet er wel vaste voeding bijgegeven worden, maar borstvoeding kan nog lang aan de melkbehoeften van je kindje voldoen.
De grootte van je borsten speelt geen rol bij het geven van borstvoeding. Die heeft niets te maken met de hoeveelheid melkklierweefsel, maar met het aanwezige vetweefsel.
Moedermelk blijft zich aanpassen aan de behoeften van je kind. Ze blijft een bron van beschermende stoffen, zelfs als je nog maar een enkele keer per dag borstvoeding geeft. Vanaf 6 maanden zal je baby leren kruipen en lopen. Borstvoeding versterkt op dat moment de weerstand tegen de bacteriën en andere ziektekiemen waarmee je baby in contact komt. Het ontdekken van de wereld kan voor je kindje bovendien erg vermoeiend en soms zelfs beangstigend zijn. Voor het kind is het fijn om dan dicht bij zijn moeder te zijn. Dit maakt hem niet aanhankelijker, integendeel, hij zal vanuit deze veilige geborgen omgeving gemotiveerd zijn om op avontuur te gaan. Met het ouder worden zal je kind geleidelijk aan wel meer andere voeding eten en steeds minder om borstvoeding vragen. De meeste kinderen zullen zelf stoppen met borstvoeding tussen 18 maanden en 3 jaar. Laat je niet ontmoedigen door niet-begrijpende blikken als je een groter kind borstvoeding geeft, maar geniet van die innige momenten zolang het voor jullie beiden wenselijk is. 57
� Verandert de vorm van mijn borsten door
borstvoeding te geven?
Nee. Of je borstvoeding geeft of niet, je borsten veranderen sowieso door de zwangerschap.
� Mag ik de melk die ik opvang in een borstschelp
(ook lekglaasje genoemd), aan mijn baby geven?
De melk die je tussen de voedingen opvangt in de lekglaasjes, mag je niet aan je baby geven. Als je voortdurend lekglaasjes draagt, blijft de melk constant op lichaamstemperatuur. Kiemen overleven en vermenigvuldigen zich tussen 5 °C en 55 °C. De kans op besmetting is dus groter in die melk. Bovendien heeft het voortdurend dragen van lekglaasjes een kolvend effect, waardoor de lekkage in stand wordt gehouden.
� Heb ik wel genoeg melk? Borstvoeding werkt volgens het proces van vraag en aanbod. Als je je baby voldoende en goed aanlegt, maak je voldoende melk aan. Zelfs ondervoede vrouwen in ontwikkelingslanden maken voldoende melk aan. De melkproductie wordt wel negatief beïnvloed door een gebrek aan evenwicht in vraag en aanbod, door het niet goed aanleggen, door vermoeidheid enzovoort.
58
� Hoe is de ontlasting bij een baby die
borstvoeding krijgt?
De eerste dagen na de geboorte zal je baby een zwarte, kleverige ontlasting hebben. Dat noemen we het meconium. Vanaf de derde dag is de kleur van de ontlasting lichter en wordt ze minder kleverig: dat is de overgangsontlasting. Als je baby voldoende borstvoeding krijgt, zal hij vanaf dag vier of vijf een gele ontlasting hebben, die luchtig tot vloeibaar is, 3 à 5 maal per dag. Soms is de ontlasting vlokkig, zaadachtig of schuimend. De kleur varieert tussen groen en mosterdkleur, afhankelijk van jouw voeding of van het voedingspatroon van je baby. Vanaf vier weken kan het aantal ontlastingsluiers dalen tot gemiddeld 2 à 4 per dag. Sommige baby’s slaan zelfs enkele dagen over en hebben maar 1 à 2 ontlastingsluiers per week. Als de ontlasting zacht en geel blijft, en je baby tevreden is en goed groeit, is er geen reden tot ongerustheid. Als de ontlasting groen tot bruin gekleurd is én je baby ongelukkig lijkt of onvoldoende in gewicht bijkomt, kan een gewichtscontrole, en eventueel een medische controle, nodig zijn.
� Heeft mijn kindje altijd honger als het huilt? Nee. Huilen is voor je baby de enige manier om te laten weten dat er iets niet in orde is. Dat hoeft echter niet altijd honger te zijn. Als je baby na de voeding huilt, ben je snel geneigd te denken dat het aan jou ligt.
Sommige baby’s kunnen echter onrustig zijn, of ze nu borstvoeding of kunstvoeding krijgen. In het begin is het vaak moeilijk om na te gaan waarom je baby huilt. Heeft hij misschien een natte of vuile luier? Heeft hij het te warm of te koud? Wil hij geknuffeld worden? Heeft hij pijn, bijvoorbeeld door krampen? Of is het gewoon zijn ‘huiluurtje’? Veel baby’s hebben vooral in de late namiddag en ’s avonds hun vaste huilmoment, dat echter niet altijd beperkt blijft tot een uurtje. Tijdens dat huiluurtje zijn ze moeilijk te troosten. Zelfs vaker aanleggen lijkt niet altijd te helpen. Als je baby huilt, word je soms onzeker. Kijk en luister naar je kind en maak je niet onmiddellijk zorgen. Twijfel je aan bepaalde zaken, praat er dan over met je regioverpleegkundige. Zij heeft wellicht nog enkele handige tips.
� Moet ik rusten als ik borstvoeding geef? Vooral tijdens de eerste maanden vergt het moederschap veel energie, ongeacht of je borstvoeding of kunstvoeding geeft. Zeker de eerste weken lijkt het alsof je weinig anders doet dan voeden en verzorgen. Gun jezelf daarom voldoende rust. Stop enkele weken voor de bevalling met werken. Dat is geen overbodige luxe. Als je oververmoeid bent, kan de melkproductie afnemen. Probeer dat te vermijden door voldoende te slapen en tijd te nemen voor jezelf. Alleen jij kan immers borstvoeding geven aan je baby! Vraag aan je partner, familie of vrienden om een deel van het
tip Zet gerust op het geboortekaartje dat jij en je baby op bepaalde tijdstippen rusten of organiseer een babyborrel. Zo concentreer je het bezoek op één moment. Sta je er alleen voor, vraag dan aan familie of vrienden om een handje te helpen.
59
huishoudelijke werk over te nemen. Zie eens wat meer door de vingers, want je maakt jezelf ook moe door te veel te verwachten. Je wil dat alles snel weer zoals voorheen op rolletjes loopt, maar geef jezelf en je baby ook even de tijd ... Zorg in ieder geval voor extra rust overdag om de onderbroken nachten te compenseren. Profiteer ervan om zelf ook een dutje te doen als je baby slaapt. Dat is moeilijker als er nog andere kinderen zijn. Laat je andere kind of kinderen dan regelmatig door iemand anders opvangen. Probeer het voeden als een rustmoment te beschouwen: neem er de tijd voor en voed liggend of ontspannen zittend. Na de borstvoeding zorgen de hormonen voor een ontspannen, loom gevoel. Luister naar de signalen van je lichaam. Bezoek is fijn, maar zorg voor een goede spreiding.
� Beschermt borstvoeding tegen zwangerschap? Het geven van borstvoeding is geen volledig veilig voorbehoedsmiddel. Er is namelijk geen enkel voorbehoedsmiddel dat 100% absolute veiligheid biedt. Het geven van borstvoeding kan onder zeer strikte voorwaarden een bepaalde bescherming bieden tegen een nieuwe zwangerschap. De richtlijnen moeten correct gevolgd worden bij die methode. Bespreek het met je arts. De LAM (Lactational Amennorhea Method) is een bewust gekozen en natuurlijke methode van anticonceptie. Bij LAM gelden de volgende voorwaarden:
60
▶▶Je hebt nog geen menstruatie: bloedverlies tot de
56ste dag na de bevalling wordt niet beschouwd als menstruatie. Als het bloeden na de bevalling minstens twee weken gestopt is en je nadien opnieuw bloed verliest, heb je wel je menstruatie. ▶▶Je geeft uitsluitend borstvoeding met minstens één nachtvoeding. De tijd tussen de borstvoedingen bedraagt overdag maximaal 4 uur en ’s nachts maximaal 6 uur. Je mag je baby geen fopspeen geven om voedingen uit te stellen. Je mag evenmin bijvoeding geven (dus ook geen water of thee) en je mag niet afkolven. ▶▶Je baby is nog geen zes maanden oud. In de praktijk wordt meestal een voorbehoedsmiddel aanbevolen. Daarvoor heb je de keuze tussen hormonale en niet-hormonale voorbehoedsmiddelen. Overleg met je arts welk middel voor jou het meest geschikt is. Hormonale voorbehoedsmiddelen bevatten ofwel de hormonen oestrogeen en progesteron, ofwel alleen progesteron. Uit onderzoek is gebleken dat vooral een hormonaal voorbehoedsmiddel met de combinatie van oestrogeen en progesteron de melkproductie kan onderdrukken. Bovendien kan oestrogeen nadelige effecten hebben op de baby als het via de moedermelk opgenomen wordt. Een voorbehoedsmiddel dat alleen progesteron bevat, zou geen nadelige effecten hebben op de baby, noch op de melkproductie. In de praktijk wordt dat meestal door artsen voorgeschreven tijdens de eerste maanden na de bevalling.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert om pas met hormonale voorbehoedsmiddelen te starten zes weken na de bevalling, als het risico voor de baby kleiner is en als de melkproductie volledig op gang gekomen is.
� Kan ik borstvoeding geven als ik opnieuw
zwanger ben?
Ja. Medisch gezien is daartegen geen bezwaar. Tijdens de toeschietreflex komt er wat oxytocine vrij, maar borstvoeding verhoogt de kans op vroeggeboorte niet. Gedurende de zwangerschap vermindert de melkproductie meestal wel. Aangezien je baby al andere dingen eet naast moedermelk, vormt dat geen probleem. Ook de smaak van de melk verandert gedurende de zwangerschap. Daarom willen sommige baby’s de borstvoeding vaak niet meer. Onder invloed van de nieuwe zwangerschap kan je wel last hebben van pijnlijke tepels. Dat is een normaal verschijnsel, maar het kan voor jou onaangenaam zijn.
� Kan je verschillende kinderen tegelijk de
borst geven?
Tandemvoeden is het voeden van verschillende kinderen die geen meerling zijn. Zo kan een moeder die zwanger is, voor haar kind aangeeft dat het met borstvoeding wil stoppen, besluiten het oudere kind borstvoeding te blijven geven nadat de baby geboren is. Door de nieuwe zwangerschap is de samenstelling van de moedermelk opnieuw afgestemd op de behoefte van de pasgeborene, maar ze blijft zeer geschikt voor je oudste kind.
61
� Hebben drugs een invloed op borstvoeding?
Als je gaat tandemvoeden, laat dan in het begin altijd eerst de baby drinken voor je het oudere kind aanlegt. Reserveer ook niet één borst per kind, maar wissel van borst omdat dat de oog-handcoördinatie bevordert. Je kan verschillende voedingspatronen uitproberen, zoals de baby en het oudere kind tegelijk voeden, variëren wie wanneer gedurende de dag wordt gevoed, of het oudere kind vaste voedingstijden geven waarop het kan rekenen, tot je erachter komt wat voor jullie het beste werkt.
Ja. Drugs, zoals heroïne, marihuana, cocaïne, lsd en ecstasy, komen in de moedermelk terecht en zijn zeer schadelijk voor je baby en voor jezelf. Druggebruik tijdens de zwangerschap en de borstvoeding kan echt niet! Gebruik je toch drugs, spreek er dan over met je arts en wend je tot een van de gespecialiseerde centra.
� Heeft roken een invloed op de borstvoeding
� Mag ik alcohol drinken als ik borstvoeding geef?
en op mijn baby?
Ja. Rook je tijdens de zwangerschap en als je borstvoeding geeft, dan rookt je baby mee. Nicotine en andere giftige stoffen komen in je moedermelk en zo bij je baby terecht. Roken is slecht voor jou en voor je baby. Ook je partner, andere huisgenoten en bezoekers dragen daarin dezelfde verantwoordelijkheid als jij. Roken remt bovendien de melkproductie af. Het is raadzaam te stoppen met roken of toch minder te gaan roken. De voordelen van borstvoeding wegen nog altijd op tegen de nadelen van het roken. Rook nooit vlak voor of tijdens een borstvoeding en nooit in de nabijheid van een baby!
Wees voorzichtig met alcohol, want deze stof komt in je moedermelk en dus ook bij je baby terecht. Bij een speciale gelegenheid 1 glas bier of wijn drinken kan echt geen kwaad. Regelmatig alcohol drinken of meer dan 1 glas alcohol drinken terwijl je borstvoeding geeft, is niet goed voor de gezondheid je kindje. Een baby die alcohol via de moedermelk binnen krijgt wordt suf, gaat minder goed drinken en de groei kan hierdoor beperkt worden. Ook de slaap kan verstoord zijn en de psychomotorische ontwikkeling kan vertraagd zijn. Door alcoholgebruik kan de melkproductie verminderen. Beperk het risico voor je baby zoveel mogelijk: 1. Vermijd alcohol gedurende de eerste drie maanden. 2. Reserveer alcohol voor een speciale gelegenheid. 3. Kies een drank met een laag alcoholgehalte.
62
4. Drink slechts 1 glaasje of neem zelfs een kleinere portie. 5. Eet voor en tijdens het drinken van alcohol. 6. Wacht twee tot drie uur met het geven van borstvoeding nadat je een glaasje hebt gedronken. Geef, indien je baby eerder om voeding vraagt, eventueel vooraf afgekolfde alcoholvrije moedermelk. 7. Wil je echt eens feesten zonder op je alcoholge-
bruik te letten, bouw dan op voorhand een voorraadje op van afgekolfde alcoholvrije moedermelk. Vergeet ook niet een goede opvang te regelen voor je baby voor de periode dat je weggaat tot je weer nuchter bent.
� Heeft mijn baby nog iets extra’s nodig naast borstvoeding? Moedermelk levert alle voedingsstoffen die nodig zijn voor de groei en de ontwikkeling van je baby. Toch is het raadzaam om baby’s die borstvoeding krijgen, extra vitamine K en vitamine D toe te dienen. Vitamine K is belangrijk voor de bloedstolling. Die vitamine is in té lage hoeveelheid aanwezig in moedermelk, vandaar dat extra toediening wenselijk is. Vitamine D is ook in lage en wisselende hoeveelheden aanwezig in moedermelk. Vitamine D is belangrijk voor de groei en de ontwikkeling van het beendergestel. Je kunt het best vitamine D geven zolang je uitsluitend borstvoeding geeft. De kraamkliniek of je regioverpleegkundige zal je daarover advies geven. Ook al neem je zelf vitaminepreparaten in, het gehalte aan vitamine K en D in de moedermelk zal daardoor niet veranderen en dus onvoldoende blijven. Extra fluoride is niet nodig. Vanaf de doorbraak van het eerste tandje kan je het best de tandplak verwijderen door je baby’s tanden te poetsen. Bij de eerste tandjes gaat dat het makkelijkst met een zachte tandenborstel en een erwtje kindertandpasta.
63
Eventueel kan in het begin een vingertandenborstel gebruikt worden. Vraag advies aan je arts of regioverpleegkundige en volg zijn/haar richtlijnen.
� Mijn baby wil ineens niet meer drinken.
Wat nu?
Het gebeurt dat je baby op een gegeven moment de borst weigert: hij heeft honger, huilt en protesteert heftig. Probeer dan na te gaan wat de oorzaak zou kunnen zijn. Heb je hem goed aangelegd? Heeft hij ergens pijn? Is zijn neusje verstopt? Schiet de melk niet snel genoeg toe of is er net te veel melk die te snel komt? Heeft je moedermelk een bepaalde smaak? Zijn er veranderingen in mama’s geur door bijvoorbeeld andere zeep of andere voeding? Wordt hij afgeleid door andere personen of geluiden? Soms is er een onderliggende medische oorzaak. Wees alert, pak de oorzaak aan indien mogelijk en raadpleeg zo nodig je arts. Als er geen directe oorzaak te vinden is, kan je proberen om je baby wat af te leiden. Beweeg bijvoorbeeld ritmisch tijdens het voeden en probeer verschillende houdingen uit. Veel huidcontact kan een positieve invloed hebben. Kolf intussen de melk af om de productie op peil te houden en geef ze met een flesje of een kopje. Zoek eventueel een rustige omgeving op. Vormt maar één borst het probleem, probeer dan verder te voeden aan de andere borst. Een voedselweigering kan enkele uren tot dagen duren en ze doorbreken vraagt vaak veel geduld. Praat erover met een ervaren persoon.
64
� Wat na een heelkundige ingreep aan de borst? Of je na een borstoperatie nog borstvoeding kan geven, hangt volledig af van de aard van de ingreep. Als het klierweefsel en de melkkanaaltjes vrijwel intact gebleven zijn, is er geen probleem. Meestal levert een kleine borstoperatie geen moeilijkheden op, maar elke ingreep is zo specifiek dat het raadzaam is om tijdens je zwangerschap al advies te vragen aan je gynaecoloog of je behandelend arts. Zo nodig neemt hij contact op met de (plastisch) chirurg die de ingreep heeft uitgevoerd. Als jonge vrouw is het raadzaam om dat aspect voor de operatie met je arts te bespreken en duidelijkheid te krijgen met het oog op borstvoeding die je mogelijk later wil geven.
� Wat als de baby tandjes krijgt? Het krijgen van tandjes (gemiddeld rond 6-7 maanden) vormt geen probleem bij het geven van borstvoeding omdat een baby niet kan drinken en kauwen tegelijkertijd. Tijdens het drinken aan de borst ligt de tong over de onderkaak en dus ook over de tandjes heen. Als je baby toch bijt, is dat meestal op het einde van de voeding. Als je merkt dat je baby niet meer voluit drinkt, kan je hem het best van de borst halen om te voorkomen dat hij begint te bijten. Op het moment dat je baby bijt, zal je een schrikreactie vertonen. De meeste baby’s schrikken dan ook en zullen niet snel geneigd zijn om nog eens te bijten. Als je baby herhaaldelijk bijt, kan je hem het best na het bijten onmiddellijk van de borst halen. Je zegt hem rustig dat je niet wil dat hij bijt en je stopt de voeding. Je baby zal snel het verband ‘bijten = einde voeding’ leggen, waardoor het ongewenste gedrag zal stoppen. Als een baby tanden krijgt, zwelt zijn tandvlees op en wordt het pijnlijk. Hij kan anders aan de borst gaan drinken om de pijn te verzachten. Het is ook mogelijk dat hij de borst weigert als hij veel pijn heeft. Om de pijn te verzachten, kan je hem vlak voor een voeding iets kouds geven om op te kauwen. Zodra zijn tandjes zijn doorgekomen, verdwijnen die ongemakken vanzelf.
� Moet ik me zorgen maken als mijn baby
voeding teruggeeft?
Regurgiteren of oprispen betekent dat de maaginhoud terugvloeit naar de slokdarm. Dat is normaal en vaak te wijten aan de onrijpheid van het maag-darmstelsel van je baby. Naast de anatomische structuur kunnen andere factoren de oprispingen mee veroorzaken, zoals een sterke toeschietreflex, te snel wisselen van borst, een te grote melkproductie of een baby die te krachtig zuigt. Er is geen verschil in het voorkomen van regurgitaties bij borstvoeding en bij kunstvoeding. Doordat moedermelk lichter verteerbaar is dan kunstvoeding, wordt de maag sneller geledigd, wat de kans op regurgitaties mogelijk vermindert. Vooral tijdens de eerste levensmaanden komen oprispingen voor. De baby laat voeding uit de mond lopen of geeft kleine gulpjes voeding terug, vaak korte tijd of lange tijd na de maaltijd, soms de hele dag door. De baby heeft er weinig last van: hij eet goed, groeit goed en ontwikkelt zich normaal. Wees niet ongerust over de hoeveelheid die of het aantal keren dat je kindje teruggeeft. Het is zeker niet nodig om de moedermelk af te kolven en in te dikken, of om te stoppen met borstvoeding. Enkele algemene tips die de oprispingen wat kunnen verminderen: ▶▶Laat je baby rustig drinken. ▶▶Laat je baby niet te lang huilen voor de voeding. ▶▶Dring geen voeding op. Voed op verzoek. Dat
65
betekent ook dat je het best de baby kan laten bepalen hoelang hij aan de borst drinkt. Wissel zelf niet te snel van kant. ▶▶Verander de houding waarin je voedt. ▶▶Hou je baby na de voeding even rechtop. Gun hem de tijd om een boertje te laten. Vaak komt er samen met een boertje wat melk mee. Leg dus uit voorzorg een slabbetje of doekje op je schouder. ▶▶Beweeg je baby na de voeding zo weinig mogelijk. Dat is niet het moment om te spelen. ▶▶Zorg voor een rustige omgeving. Als je baby te vaak teruggeeft en andere tekenen vertoont, zoals pijn, vaak huilen, echt braken (het al dan niet met kracht teruggeven van grote hoeveelheden voeding), weinig gewichtstoename of trage ontwikkeling, kan er een onderliggend probleem zijn. Raadpleeg je arts of de regioverpleegkundige.
� Wat als ik een tepelpiercing heb? Een piercing in de tepel kan de borstvoeding (ernstig) verstoren. Als je borstvoeding geeft, is je dagelijkse hygiëne nog belangrijker dan anders. Zorg dat het piercinggaatje al goed genezen is als je met de borstvoeding start. Er kunnen wel enkele melkkanaaltjes afgesloten zijn door de piercing. Dat heeft geen invloed op het voeden, maar het kan wel een verstopt melkkanaaltje en een borstontsteking veroorzaken. Daarom kan je de piercingring het best al weghalen tijdens je zwangerschap. Als je een
66
piercing hebt of als je van plan bent om er een te laten aanbrengen, vraag dan zeker eerst raad aan je behandelend arts.
� Mag ik geneesmiddelen nemen? Als je geneesmiddelen neemt, komen die altijd in mindere of meerdere mate in de moedermelk terecht. Sommige geneesmiddelen hebben geen effect op je baby, andere zijn wel schadelijk. Veel risico’s hangen af van het geneesmiddel zelf. Dat is zelfs voor artsen een moeilijk onderwerp. Soms is overleg met een lactatiekundige of een collega van het Antigifcentrum nodig. Slik zeker nooit geneesmiddelen op eigen houtje en vraag altijd raad aan je arts. Als je arts om een of andere reden toch geneesmiddelen voorschrijft, wijs hem er dan op dat je borstvoeding geeft. Voor heel wat geneesmiddelen kunnen minder schadelijke varianten voorgeschreven worden.
� Wanneer kan borstvoeding echt niet? Er zijn een aantal situaties waarin borstvoeding echt niet mogelijk is, ook al is het de beste voeding. In de volgende situaties kan borstvoeding niet: ▶▶als je baby een bepaalde stofwisselingsziekte (zoals galactosemie) heeft. ▶▶als jij besmet bent met het hiv-virus. In ontwikkelingslanden is bij hiv-positieve moeders borstvoeding toch nog de beste keuze. ▶▶ als je geneesmiddelen moet nemen die voor jou
onontbeerlijk zijn, maar die je baby kunnen schaden, bijvoorbeeld chemotherapie (kankermedicijnen). ▶▶bij overmatig alcoholgebruik. ▶▶bij druggebruik (zie p. 60). ▶▶bij actieve onbehandelde tbc. ▶▶bij de toepassing van radioactieve middelen voor therapeutische doeleinden, bijvoorbeeld bestralingen als kankertherapie. ▶▶als je een acute CMV-infectie hebt en je baby prematuur is (minder dan 1500 gram). Van de volgende situaties wordt ten onrechte gedacht dat ze een contra-indicatie zijn. Ze vormen echter pas een contra-indicatie als ze samen met een van de hierboven vermelde situaties voorkomen: ▶▶hepatitis B: als jij drager bent van het hepatitis B-virus, wordt je kind onmiddellijk na de geboorte gevaccineerd en worden op hetzelfde ogenblik antistoffen toegediend. De kans op overdracht op het kind is daardoor uitgesloten. ▶▶hepatitis C.
▶▶Bij herpes-simplexletsels op de borst volstaat het
om direct contact te vermijden. Als het herpesblaasje ver verwijderd is van de tepelhof, kan je er een pleister op plakken. Als het blaasje zich in de buurt van de tepel bevindt, kan je je baby tijdelijk alleen aan de andere borst aanleggen en de melk van de geïnfecteerde borst afkolven en weggieten tot het letsel is genezen. ▶▶Bij de toepassing van radioactieve middelen voor diagnostische doeleinden (bijvoorbeeld een NMRscan) moet de borstvoedingsperiode een tijdje onderbroken worden. Je kan de moedermelk tijdelijk afkolven en weggieten. De duur van de onderbreking is afhankelijk van het gebruikte radioactieve
In de volgende situaties moet je goed opletten.
▶▶Als je antibiotica neemt, is dat geen reden om de
borstvoeding te stoppen. Sommige antibiotica zijn wel schadelijk, maar ze kunnen worden vervangen door minder schadelijke varianten. ▶▶Als je kampt met een postnatale depressie, hoeft dat niet het einde van de borstvoeding te betekenen. Het gebruik van bepaalde antidepressiva is verenigbaar met borstvoeding.
67
product tijdens het onderzoek. Je kan het best advies vragen aan de radioloog of je behandelend arts.
� Welke invloed heeft milieuvervuiling op moedermelk?
De afgelopen jaren is de belangstelling voor schadelijke stoffen uit het milieu gegroeid. Moedermelk van vrouwen uit onder meer België zou het hoogste gehalte aan milieuvervuilende stoffen bevatten. Het gaat vooral om giftige stoffen, zoals dioxines, pcb’s, insecticiden, onkruidverdelgers (zoals DDT) en zware metalen (lood, kwik, enzovoort) die helemaal niet of slecht worden afgebroken in de natuur. Die stoffen stapelen zich gedurende het hele leven op in het vetweefsel van het lichaam van de moeder en komen in de moedermelk terecht. Daardoor wordt de baby al vanaf de zwangerschap blootgesteld aan die stoffen. Over de giftigheid van de blootstelling aan dioxines en pcb’s e.d. voor de baby tijdens de zwangerschap en de borstvoeding zijn er nog heel wat vragen en onzekerheden. Onderzoek toont aan dat de postnatale blootstelling aan pcb’s en dioxines via de borstvoeding weinig effect heeft op de groei en de ontwikkeling van zuigelingen en kinderen, maar dat de blootstelling tijdens de zwangerschap wel een belangrijke rol speelt. Het is dus duidelijk dat er maatregelen moeten worden genomen om die stoffen in het milieu te verminderen.
68
Ondanks het ongewenste gehalte aan die stoffen in moedermelk zijn er momenteel geen redenen om borstvoeding af te raden wegens vervuilende stoffen. Zes maanden borstvoeding geven draagt minder dan 5% bij aan de totale belasting gedurende een heel leven. De voordelen van borstvoeding wegen ruimschoots op tegen de eventuele nadelen van vervuilende stoffen. Een beperking van de voedselkeuze tijdens de borstvoeding heeft weinig zin. Het is vooral belangrijk om gevarieerd te eten en niet te veel dierlijke vetten te gebruiken. Ga zeker niet op dieet terwijl je borstvoeding geeft, want stoffen zoals dioxines en insecticiden komen dan vrij uit het vet en worden met de moedermelk meegegeven. Een beetje afvallen, zoals dat na een zwangerschap bij veel vrouwen gebeurt, is normaal en kan geen kwaad. Rook niet in de omgeving van je baby en wees voorzichtig met (chemische) stoffen zoals pesticiden, insecticiden, ontvetters, vlekkenmiddelen, producten om hout te behandelen, lijm, verf en oplosmiddelen.
Hoofdstuk 7 Bijzondere situaties
Bijzondere situaties σσ Een te vroeg geboren baby Ook voor een te vroeg geboren baby is borstvoeding de beste keuze. De antistoffen die erin zitten, zijn voor hem heel belangrijk, omdat zijn lichaam die stoffen nog niet zelf kan aanmaken. Moedermelk is ook licht verteerbaar, zodat het kwetsbare spijsverteringsstelsel van je baby niet belast wordt. Ze bevat ook verschillende stoffen die de rijping van de darm bevorderen. Bovendien heeft je moedermelk een andere samenstelling dan als je langer zwanger was gebleven. Ze bevat meer antistoffen, meer eiwitten, meer calorieën en meer zouten. Je melk is aangepast aan de hogere behoefte van je baby, die niet de kans heeft gekregen om langer te groeien in je baarmoeder. Dat is zo vanaf 32 weken zwangerschap. Bij een heel laag geboortegewicht of naargelang de conditie van je baby wordt op de prematurenafdeling soms een supplement met extra voedingsstoffen toegevoegd aan de afgekolfde melk, om in de grotere behoefte van je baby te voorzien. Moedermelk beschermt ook tegen infecties waarvoor een te vroeg geboren baby extra gevoelig is. Ligt je baby op de prematurenafdeling en kan hij nog niet (goed) aan de borst drinken, denk dan niet dat je zelf niets voor hem kan doen. Het tegendeel is waar! Ga samen met je partner zo vaak en zo lang als het kan naar je baby om hem te voeden, hem vast te houden, hem te strelen, tegen hem te praten en
hem te knuffelen. Het gaat bij je baby niet alleen om de borstvoeding, maar ook om jullie nabijheid, jullie gehechtheid, en de geborgenheid die jullie bieden. Huid-op-huidcontact is voor een baby, en zeker voor een te vroeg geboren baby, heel waardevol voor de borstvoeding en de gehechtheid. De baby wordt met alleen een luier aan op de blote borst van mama of papa gelegd en daarna warm toegedekt. Dat wordt kangoeroeën genoemd. Hoe je baby gevoed wordt, hangt af van de zwangerschapsduur, zijn gewicht en conditie. De zuig-slikreflex ontwikkelt zich pas rond 32 weken zwangerschap. Sommige prematuurtjes zijn zelf sterk genoeg om aan de borst te zuigen. Anderen kunnen het niet alleen en dan moet er melk afgekolfd worden. Soms worden ze gevoed via een infuus, soms via een sonde, een fles, een cupje of via vingervoeden. In principe kan dat met afgekolfde moedermelk. Zes- tot achtmaal per 24 uur kolven helpt om de melkproductie op peil te houden. We streven naar 600 ml afgekolfde moedermelk per dag, zelfs als je baby op dat moment minder melk nodig heeft, om de melkproductie op langere termijn goed op peil te kunnen houden. Het is heel belangrijk dat je baby de gelegenheid krijgt om zelf aan je borst te zuigen zodra hij aan-
71
geeft dat hij eraan toe is. Hoe eerder hij zelf gaat drinken, hoe sneller hij mee naar huis mag. Vraag gerust aan de verpleegkundige van de prematurenafdeling om je daarbij te helpen. Voel je niet schuldig als het echt niet lukt. Je weet immers dat je al het mogelijke hebt geprobeerd.
σσ Een tweeling Een tweeling borstvoeding geven is net zo goed mogelijk als aan één baby borstvoeding geven. De melkproductie wordt immers vanzelf op de vraag afgestemd. Een tweeling zuigt meestal vaker, zodat je meer melk hebt. Bereid je al tijdens de zwangerschap voor op de komst van een tweeling, want de zorg voor twee baby’s tegelijk zal veel tijd en energie vragen. Organiseer dus zeker hulp. Concreet is het belangrijk om het levensritme van elk kind te volgen. Vaak merken ouders in het begin dat beide kinderen op aparte tijdstippen willen drinken. Je vindt het misschien zelf ook eenvoudiger om je baby’s een voor een te voeden, omdat je nog moet wennen aan het geven van borstvoeding. Je kan je ene baby voeden terwijl de andere nog slaapt of terwijl iemand anders zijn luier ververst. Dat brengt mee dat je de tijd kan nemen voor elk kind afzonderlijk. Na wat oefenen zie je het misschien
72
zitten om ze samen te voeden. Samen voeden kost minder tijd en is makkelijker als beide kinderen gelijktijdig wakker zijn. Het is verstandig om de baby’s in het begin per voeding of per dag van borst te wisselen, want vaak drinkt het ene kind actiever dan het andere. Na verloop van tijd ontwikkelt elk kind misschien een voorkeur voor een eigen kant. Voed je ze apart, kijk dan naar de aanlegmethodes vanaf p. 22. Er bestaan verschillende manieren om je baby’s aan te leggen als je ze samen voedt. Je kan daarbij in het begin best wat hulp gebruiken:
▶▶‘Rugbyhouding’: zie p. 24.
▶▶Parallelhouding:
de eerste baby ligt in een normale houding en de tweede in de rugbyhouding, onder je arm dus. ▶▶Kruishouding: je eerste baby ligt in een normale zittende houding en de tweede ligt kruiselings over het lichaam van de eerste baby. Hun ruggetjes worden ondersteund door jouw armen. Je ondervindt zelf welke manier voor jou en je baby’s de beste is. Zowel jij als je baby’s moeten daarbij een goed gevoel hebben.
‘rugbyhouding’ of bakerhouding
parallelhouding
kruishouding
73
Je baby’s vinden al gauw een eigen voedingsritme. Op bepaalde tijdstippen kunnen baby’s een groeispurt hebben. Dat is ook zo voor meerlingen. Sommige moeders voeden hun baby’s op verzoek, andere voeden op regelmatige tijdstippen. Bepaal zelf wat haalbaar is. Maar denk ook aan jezelf en zorg dat je voldoende rust en slaap krijgt. Luister naar de signalen van je lichaam. Ook bij tweelingen is huid- en oogcontact belangrijk. Je denkt er misschien niet altijd aan, maar oogcontact tussen moeder en kind tijdens het voeden is belangrijk om de band te bevorderen. Zie je het echter na alle inspanningen niet meer zitten om je tweeling volledig borstvoeding te geven, dan kan je kiezen voor afwisselend borstvoeding en kunstvoeding. Je melkproductie zal dan teruglopen, maar er is nog altijd voldoende moedermelk voor de baby’s. Zo kan je ze om de beurt borstvoeding geven. Dat gedeeltelijke voeden kan emotioneel een moeilijk moment zijn voor jezelf, want je hebt toch al een sterke band met je beide baby’s gecreëerd. Maar als je de taak van het voeden met iemand kan delen krijg je wat meer rust. Heb je vragen? Neem dan contact op met je regioverpleegkundige van Kind en Gezin.
σσ Na een keizersnede Borstvoeding na een keizersnede is perfect mogelijk, want de melkproductie komt op dezelfde manier op gang als na een gewone bevalling. Het is echter
74
mogelijk dat de melkproductie iets trager op gang komt, bijvoorbeeld door pijn, vermoeidheid, emoties die ervaren worden na een (ongeplande) keizersnede door het uitstellen van de eerste borstvoeding na de geboorte. Het is bij een keizersnede daarom heel belangrijk om huidcontact te maken met je baby en je baby zo snel mogelijk na de geboorte aan te leggen en bij jou te houden. Ook bij een keizersnede is het van belang je baby zo snel mogelijk na de geboorte aan te leggen. Door het zuigen van je baby zal je baarmoeder sneller samentrekken en vlugger herstellen. Als je op voorhand weet dat je baby met een keizersnede geboren zal worden, kan je met je arts of gynaecoloog de manieren van verdoving bespreken. Zo kan je misschien het moment waarop je baby geboren wordt, toch bewust meemaken en hem onmiddellijk in je armen houden. Door de ingreep zal je in het begin wat ongemakken ondervinden. Zitten en draaien gaan nog moeilijk en je voelt pijn ter hoogte van de hechting. Liggend voeden en de rugbyhouding worden door de meeste moeders als de comfortabelste houdingen ervaren. Hoe je dat doet, kan je lezen op p. 24. Aarzel niet om hulp te vragen, want in het begin kan het moeilijk zijn om je baby alleen op te tillen.
σσ Fysiologische geelzucht bij baby’s
□ Observatie
Een pasgeboren baby heeft veel speciale rode bloedlichaampjes die de zuurstof moesten transporteren terwijl de baby nog in de buik van de moeder zat. Na de geboorte ademt een baby op eigen kracht en moeten andere rode bloedlichaampjes de zuurstof in het lichaam verdelen. De speciale rode bloedlichaampjes worden op dat moment afgebroken, omdat ze nutteloos zijn geworden. Bij de afbraak hiervan ontstaat de afvalstof bilirubine. De lever van een pasgeborene is echter nog niet rijp genoeg om die grote hoeveelheid bilirubine af te breken. Daardoor verdwijnt niet alle bilirubine via de urine en de ontlasting, maar blijft er een gedeelte opgestapeld onder de huid. Dit veroorzaakt een geel uitzicht van de huid en van het wit van de ogen. Dit wordt fysiologische geelzucht genoemd.
Het ’geel zien’ bij baby’s is niets om zich zorgen te maken. Het treedt op tussen de 3e en 5e dag. Bij prematuur geboren baby’s waarbij de lever vaak nog minder rijp is, treedt de icterus (geelzucht) sneller, heftiger en langer op. Indien het bilirubinegehalte in het bloed erg stijgt kan dit mogelijk gevaarlijk zijn voor de baby, zeker bij heel hoge waarden. De eerste dagen na de geboorte wordt de kleur van de huid en het wit van de oogjes van de baby goed geobserveerd. Ook de algemene toestand van de baby: goed drinken, normaal slaappatroon, actieve baby en goede gewichtsevolutie, is van belang. Als het bilirubinegehalte in het bloed te hoog is, wordt een baby onder een lamp gelegd. Dit licht zorgt voor een snellere afbraak van de bilirubine. Blijft de geelzucht toenemen, is de baby suf, is er geen goede gewichtsevolutie en heeft hij weinig stoelgang, laat je baby dan nakijken door de behandelend arts.
□ Voeding Borstvoeding noch flesvoeding hebben op ‘het geel zien’ een negatieve invloed. Het is absoluut geen reden om te stoppen met borstvoeding. Integendeel, colostrum bevordert de eerste ontlasting en gaat zo helpen om de bilirubine sneller uit het lichaam te verwijderen. Soms kunnen baby’s die borstvoeding krijgen enkele weken geel blijven zien zonder noemenswaardige problemen.
Daarnaast zijn er tal van situaties waarin borstvoeding mogelijk is, maar niet altijd vanzelfsprekend is. Ben je in zo’n situatie, vraag dan gerust advies aan je regioverpleegkundige, je behandelend arts of gynaecoloog. Het doet ook goed om eens te praten met ouders die hetzelfde hebben meegemaakt. In België zijn verschillende borstvoedingsorganisaties actief. Voor een recente lijst kan je terecht bij Trefpunt Zelfhulp. Het adres vind je op p. 79 in deze brochure.
75
Hoofdstuk 8 Afbouwen van en stoppen met borstvoeding
Afbouwen van en stoppen met borstvoeding Als je om bepaalde redenen borstvoeding wil combineren met kunstvoeding, dan is dat mogelijk. Hou er wel rekening mee dat vanaf het moment dat je je baby kunstvoeding geeft, hij minder aangelegd wordt en de melkproductie daardoor vermindert.
σσ Je wil gedeeltelijk stoppen met borstvoeding Afhankelijk van je mogelijkheden en werksituatie kan je gedeeltelijk stoppen met borstvoeding. Dat kan een oplossing zijn als je thuis nog borstvoeding wil geven, maar niet als je op het werk bent. Een of meer voedingen worden dan vervangen door een fles. Heb je nog een voorraadje afgekolfde moedermelk in de diepvries zitten, geef dat dan eerst. Denk er wel aan dat er door de kleinere vraag minder melk geproduceerd zal worden. Om je melkproductie niet te snel te doen teruglopen, kan je een of meer borstvoedingen het best vervangen op een vast tijdstip.
σσ Je wil volledig stoppen met borstvoeding Als je vrijwillig beslist om volledig met borstvoeding te stoppen, kan je dat het best stap voor stap doen op het moment dat jij en/of je baby eraan toe zijn. Laat je niet leiden door je omgeving en voel je niet schuldig. Blijf je ervan bewust dat gedurende de - misschien korte - periode dat je baby moedermelk kreeg, je het beste aan je kind hebt gegeven.
Stoppen met borstvoeding is voor jezelf psychologisch een grote stap. Na de geboorte is dat een nieuw stadium in het scheidingsproces. Het is dus normaal dat je het er moeilijk mee hebt. Bedenk dat je baby nog klein is en hij jouw aandacht en knuffels nog hard nodig heeft. Je baby begint aan een nieuwe, mooie levensfase, die door jou en je partner gewoon anders wordt ingevuld. Ook voor je baby kan het afbouwen van borstvoeding een moeilijke periode zijn. Hij moet leren drinken uit een fles of beker en wennen aan een andere voeding en een nieuwe smaak. Dat verloopt niet altijd even vlot. Als je stopt met borstvoeding, kan je het best geleidelijk aan overstappen op een aangepaste zuigelingenvoeding. Vervang eerst één borstvoeding door een kunstvoeding. Bouw je borstvoeding vervolgens stap voor stap af, bijvoorbeeld door 1 tot 2 borstvoedingen per week te vervangen. Je kan werken volgens het schema op de volgende pagina. Voor elke stap trek je drie à vier dagen uit. Je gaat pas naar de volgende stap als je geen last meer hebt van pijnlijke stuwing. Je kan ook beslissen om bij een bepaalde stap te blijven en zo nog een tijd verder te gaan met borstvoeding, aangevuld met kunstvoeding. Als je dat wil, kan je door opnieuw vaker te gaan voeden, proberen om de melkproductie weer te verhogen en verder volledig borstvoeding te geven.
77
overstap van borstvoeding naar kunstvoeding bij
5 voedingen
stap
1
bv
bv
bv
kv
bv
stap
2
bv
kv
bv
kv
bv
stap
3
bv
kv
kv
kv
bv
stap
4
bv
kv
kv
kv
kv
stap
5
kv
kv
kv
kv
kv
Als je bijvoeding geeft, vermindert de melkproductie omdat je baby minder drinkt. Door dat geleidelijk aan te doen, kunnen je borsten langzaam wennen aan de verminderde melkproductie en zal je minder last hebben van gespannen borsten. Te snel afbouwen kan leiden tot stuwing of tot een borstontsteking. Start het afbouwen op een moment dat je baby niet ziek is of geen andere problemen heeft. Denk eraan dat het niet eenvoudig is om terug te komen op je beslissing om borstvoeding af te bouwen.
σσ Je moet plots stoppen met borstvoeding Misschien is het om medische redenen nodig om de borstvoeding plots af te breken. Daardoor zullen je borsten erg gespannen en gestuwd raken, wat
78
kan leiden tot een borstontsteking. Koude kompressen werken dan vaak verlichtend, hoewel dat voor iedereen anders is. Om de stuwing te verlichten, is het nodig om wat melk uit je borsten te masseren of te kolven. Breng eerst warmte aan (washandje met warm water, kersenpitkussen, warme douche, warm dompelbadje), masseer dan je gestuwde borsten van je borstkas naar de tepel toe en kolf dan met de hand of met een kolfapparaat. Je kan doorgaan met kolven tot je borsten weer behaaglijk en soepel aanvoelen. Het is niet nodig om je borsten leeg te kolven. Herhaal het telkens als je er behoefte aan hebt. Het kan verlichtend werken als je partner helpt met een zachte massage. Hij kan makkelijker je hele borst gelijkmatig masseren. Soms zijn er geneesmiddelen nodig om snel af te bouwen. Raadpleeg dan zeker je behandelend arts. Als jij en je baby het moeilijk hebben met het afbouwen van de borstvoeding, praat er dan over met je partner, een ervaren vriendin, de regioverpleegkundige van Kind en Gezin, je vroedvrouw of je behandelend arts.
Hoofdstuk 9 Adressen
Heb je twijfels of vragen of wens je alleen een luisterend oor, dan kan je altijd contact opnemen met een regioverpleegkundige van Kind en Gezin via de Kind en Gezin-Lijn. Kind en Gezin Hallepoortlaan 27 1060 Brussel Kind en Gezin-Lijn: 078 150 100 (nationaal tarief) elke werkdag tussen 8 en 20 uur e-mailen kan via de contactpagina op onze website www.kindengezin.be
België vzw Borstvoeding Secretariaat: Mieke Viaene Iepersestraat 89, 8890 Moorslede telefoon en fax: 051 77 18 03 e-mail:
[email protected] www.borstvoedingvzw.be Deze vereniging werkt met contactmoeders in alle provincies, bij wie je terechtkan met alle vragen. Naast advies vragen kan je er ook boeken, folders, enz. lenen.
80
VBBB (Vereniging voor Begeleiding en Bevordering van Borstvoeding) Infocentrum VBBB: Leemputstraat 57, 2600 Berchem telefoon: 03 281 73 13 e-mail:
[email protected] www.vbbb.be Deze vereniging verspreidt informatie over borstvoeding. Zij werkt mee aan wetenschappelijk onderzoek en aan de bewustmaking van de borstvoedingsproblematiek op wereldvlak. Contactgroep Geef borstvoeding een eerlijke kans Hilde Van Ommeslaeghe telefoon: 0479 34 35 65 e-mail:
[email protected] Marcia De Keyser telefoon: 0479 46 26 45 e-mail:
[email protected] Deze contactgroep is een initiatief van twee vroedvrouwen. Zij zijn vooral actief in de kraamkliniek van Ronse, maar er is ook een telefonische permanentie voor iedereen die vragen heeft over borstvoeding en zij geven een inforeeks ‘Borstvoeding: Hoe en Waarom?’ La Leche League Vlaanderen Koningin Astridlaan 155, 2800 Mechelen telefoon: 015 55 79 43 e-mail:
[email protected] www.lalecheleague.be Deze organisatie biedt naast informatiebijeenkomsten en telefonische hulpverlening een hele reeks brochures en boeken aan. Je kan er ook voor informatie in andere talen terecht.
Nederland Mammacafé vzw Maatschappelijke zetel: Sint-Jansstraat 32-38 1000 Brussel telefoon: 02 515 04 14 www.mammacafe.be e-mail:
[email protected] In een Mammacafé ontmoeten (toekomstige) mama’s elkaar. Er is een speel- en verzorgingshoek voor de kinderen en je vindt er een uitgebreide informatietafel met boeken en folders over borstvoeding, opvoeding en gezondheid. Meer informatie over de locaties en data vind je op de website. Trefpunt Zelfhulp E. Van Evenstraat 2 C, 3000 Leuven telefoon: 016 23 65 07 fax: 016 32 30 52 e-mail:
[email protected] www.zelfhulp.be
Stichting Zorg voor Borstvoeding Postbus 2047 2930 AA Krimpen aan de Lek telefoon: (0031)(0)0180-520633 e-mail:
[email protected] www.zorgvoorborstvoeding.nl La Leche League Nederland Postbus 212 4300 AE Zierikzee telefoon: (0031)(0)111-413189 e-mail:
[email protected] www.lalecheleague.nl Vereniging Borstvoeding Natuurlijk Postbus 119 3960 BC Wijk bij Duurstede telefoon: (0031)(0)343-576626 e-mail:
[email protected] www.borstvoedingnatuurlijk.nl
Antigifcentrum: telefoon: 070 245 245
81
Hoofdstuk 10 Trefwoorden
a
b
aanleggen 5, 18, 20, 21, 26, 28, 29, 34, 35, 36, 43, 56, 57, 65 achtermelk 10, 15, 29, 35 adressen 78 afbouwen 74-75 afkolven 42-48, 52, 58, 65 -en werk 44 -met batterijkolf 45, 46 -met cilinderkolf 45, 46 -met de hand 44, 45 -met knijpkolf 45, 46 -met elektrische kolf 45, 46, 47 -met pistonkolf 45, 46 afweerstoffen 13 alcohol 33, 60, 61, 65 allergie 13 antibiotica 38, 39, 40, 65 anticonceptie 58 antistoffen 15, 48, 49, 65, 69 batterijkolven 46 beha 18, 34, 36, 37, 39 bewaren 39, 43, 42, 48, 49, 52 bijvoeding 29, 30, 58, 76 bilirubine 73 bloedstuwing 34 borst -abces 40 -baby afnemen van de 29 -grootte 55 -ontsteking 22, 34, 37, 40, 47, 64, 76 -operatie 62 -stuwing 22, 34 -voedingsorganisatie 17, 35, 46, 47, 52, 73, 78 -voedingspauze 51 82
c d
e f g
cafeïne 31 chemotherapie 65 cilinderkolven 46 colostrum 15, 20, 29, 73 depressie 65 dieet 31, 66 dioxines 66 donker bier 33 drugs 60 duur 6, 29, 51, 65 elektrische kolven 46 eiwitten 15, 31, 33, 49, 69 fles 30, 39, 46, 47, 48, 49, 62, 69, 75 fluoride 61 fopspeen 27, 58 geboortegewicht 29, 69 geelzucht 73 geneesmiddelen 64, 76 giftige stoffen 60, 66 groeicurve 28 groeispurt 27, 72
h i k l
hiv 64 honger 26, 27, 36, 56, 62 hormonen 9, 34, 58 houding 7, 20, 22, 24, 34, 36, 37, 40, 62, 64, 70, 71,72 huilen 11, 26, 27, 56, 63, 64 hygiëne 18, 36, 39, 40, 47, 64 hypofyse 9, 11 ijzer 33 infecties 13, 15, 69 invriezen 39, 48 keizersnede 24, 72 knijpkolf 45, 46 kolftoestellen 46 -onderhoud 47 kompressen 18, 34, 36, 39, 40 koorts 34, 40 kruidenthee 33 kunstvoeding 13, 14, 28, 30, 51, 57, 63, 72, 75, 76 lekken 10, 11, 18, 43 lichaamscontact 7
m n o p
massage 44, 76 mastitis 40 meconium 56 medicatie 38 melkproducten 31 microgolfoven 49 melkproductie 9, 11, 19, 24, 27, 28, 29, 30, 31, 33, 34, 35, 43, 44, 46, 47, 56, 57, 58, 59, 60, 63, 69, 70, 72, 75, 76 milieuvervuiling 66 mineralen 15, 31, 33 mycoproteïne 33
r s
nachtvoeding 24, 26, 58 naweeën 13 nicotine 60 ontlasting 28, 56, 73 ontdooien 48, 49 opwarmen 48, 49 oxytocine 9, 10, 11, 13, 26, 59 pcb’s 66 pijnstiller 36, 37, 40 pistonkolf 46 prematuren 69, 70 problemen 34, 35 prolactine 9
t
v
regeldagen 27 rijpe moedermelk 15 roken 60 rooming-in 24 rugbyhouding 23, 24, 70, 71, 72 rust 26, 35, 37, 40, 49, 57, 72 samenstelling moedermelk 13, 15, 28, 48, 59, 69 schadelijke stoffen 66 slaperige baby 22, 24, 26, 35 spruw 37, 38, 39 start 19 stofwisselingsziekten 64 stoppen 74, 75, 76 stuwing 10, 22, 24, 34, 36, 37, 75, 76 tanden 61, 63 tandemvoeden 59 tepel 9-11, 18, 20, 21, 22, 27, 29, 34, 35, 36, 38, 39 -hoedje 36 -kloven 18, 20, 21, 36, 47 -piercing 64 tepelverwarring 30 te vroeg geboren 15, 43, 44, 69 toeschietreflex 10, 11, 24, 28, 43, 45, 59, 63 tweeling 24, 70, 72
w z
vaste voeding 52, 55 veganisme 33 vegetarische voeding 33 vermoeidheid 11, 30, 56, 72 verstopt melkkanaal 37, 64 verzorging 18 vetreserve 13, 31 vitamine 15, 31, 33, 48, 61 -B 33 -C 33 -D 61 -K 61 vlakke tepels 18 voeden op verzoek 24 voeding - moeder 30-31 voedselweigering 62 voorbehoedsmiddel 58-59 voorbereiding op borstvoeding 17 voordelen 13, 14, 60, 66 voormelk 10, 15 werken 19, 43, 44, 47, 51, 52, 57
zelfvertrouwen 7, 11, 17 zoekreflex 20 zuigverwarring 30
83
Geef je mening over de brochures van Kind en Gezin Beste ouders, Kind en Gezin maakt jaarlijks tal van brochures om je op een aangename manier informatie te verschaffen. Heb je echter nog suggesties? Vind je dat er zaken ontbreken? Of ben je gewoon tevreden? Wij willen dit graag weten. Vul daarom dit beoordelingsformulier in en geef het aan je regioverpleegkundige of aan een van onze medewerkers in het consultatiebureau. Met jouw hulp worden deze brochures nog beter!
‘Borstvoeding’ � Wat vind je van de foto’s?
te weinig, niet voldoende uitgediept net genoeg, ik weet nu alles wat ik moet weten te veel, ik raakte er niet doorheen veel informatie was overbodig
mooi eigentijds lelijk ouderwets neutraal
� Heb je nog vragen na het lezen van ‘Borstvoeding’?
mooi eigentijds lelijk ouderwets neutraal
...................................................................................................... ...................................................................................................... ......................................................................................................
� Wat vind je van het taalgebruik? eenvoudig moeilijk
normaal vlot
belerend
� Wat vind je van de bladschikking?
� Kon je de gezochte informatie
makkelijk terugvinden? ja nee
� Wat vind je in het algemeen van de publicaties van Kind en Gezin? ..................................................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................................................... Alvast bedankt!
Editie 2013 - 1ste druk
� Wat vind je van de informatie?
Tekst Kind en Gezin g Vormgeving en tekstverwerking LDV United g Fotografie www.fotostudio.be
borstvoeding de ideale start
Met dank aan: Lore, Dorien, Karin, Jacob, Lucas, Inge, Toos, Kirsten, Beri, Rita, Elijah, Delis, Hilde, Jutta, Uma, Bart, Serena, Pepijn, Lut, Lola, Lin, Laurens, Christophe, Arockia, Max, Lex, Dario, Anouk, Philippe, Wendy, Aliénor, Ilse, Oona, Tiemen, Greet, Luca, Elke, Seppe, Laurie, Zoë
D/2011/4112/3
06/2012
Verantwoordelijke uitgever: Kind en Gezin, Katrien Verhegge, administrateur-generaal - Vlaams agentschap Tekstovername mits bronvermelding toegestaan.