Editie 2:
Armoede
editie 2
armoede____
werkbladen
Na meer dan 25 jaar onderhandelen en redetwisten heeft de wereld acht doelstellingen die door alle leden van de Verenigde Naties, én door de Wereldbank én de Wereldhandelsorganisatie worden onderschreven: de Millennium Development Goals (mdg's). De wereld moet er in 2015 een stuk beter voorstaan dan in het vergelijkingsjaar 1990. Op 8 concreet aangegeven terreinen en met heldere meetpunten. Elk jaar moeten de landen rapport uitbrengen over de gemaakte vorderingen. En dan zou het 'per jaar beter' moeten gaan. Met behulp van 'Per Jaar Beter' controleren leerlingen of dat ook zo is, of we op de goede weg zijn, of we de gestelde millenniumdoelen ook gaan halen. In de werkbladen en op de bijbehorende webstek vinden ze de opdrachten én de benodigde informatie. * * * *
Wat is het doel? Wat was de situatie in 1990? En de situatie nu? Gaan we het doel in 2015 halen?
‘Per Jaar Beter’ is een project van het Centrum voor Mondiaal Onderwijs
en het Centre for International Development Issues Nijmegen
en komt tot stand met financiële ondersteuning van de Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling
© 2006 – CMO
Armoede Armoede is honger. Armoede is geen onderdak hebben. Armoede is ziek zijn en niet naar een dokter kunnen. Niet naar school kunnen en niet kunnen lezen. Geen werk hebben, bang zijn voor de toekomst, niet denken aan morgen. Armoede is een kind verliezen aan een ziekte die door vies water wordt veroorzaakt. Armoede is machteloosheid, niemand die voor je opkomt, gebrek aan vrijheid (http://www.povertynet.org). Een methode om armoede te meten, is te kijken naar wat mensen verdienen en wat ze besteden (inkomen en consumptie). Kun je van je inkomen kopen wat nodig is? Elk land heeft wel een ‘bestaansminimum’. Dat is wat iedereen nodig heeft om aan de basisbehoeften te voldoen. Dat bestaansminimum heet ook wel de ‘armoedegrens’. Die is niet overal en niet altijd hetzelfde. In Nederland ligt de armoedegrens vijf procent onder het niveau van een bijstandsuitkering. Het is genoeg om te wonen en te eten, maar het is geen weelderig bestaan. Met hetzelfde bedrag zou je b.v. in Oeganda tot de rijken behoren. De absolute armoedegrens is een afgesproken bedrag: 1 dollar of 1 euro per dag. Dat noemen we leven in extreme armoede. En eerlijk gezegd, dat is geen leven. Dat vinden ook alle landen die lid zijn van de Verenigde Naties (de VN). En dat hebben ze in het jaar 2000 dan ook vastgelegd in de Millenniumverklaring. In de Millenniumverklaring staan verschillende doelen. Voor armoede zijn de volgende doelen opgeschreven: 1. Het aantal mensen dat in extreme armoede leeft is in 2015 de helft van het aantal in 1990. 2. Dat geldt ook voor het aantal mensen dat honger heeft. Gaan we dat ook waarmaken? Dat gaan jullie onderzoeken! Niet voor alle landen van de wereld, maar wel voor een paar. Je hoeft ook niet zelf allerlei gegevens op te snorren. We hebben op de volgende werkbladen en op de bijbehorende internetpagina’s alles wat je nodig hebt bij elkaar gezet. Je moet het wel zelf bestuderen en er je eigen conclusies uit trekken. Dit onderzoek voer je uit in groepjes en de resultaten daarvan presenteer je aan de klas.
Je vindt informatie over Bolivia, Marokko, Oeganda en India. Over wat er goed gaat en wat er niet goed gaat in de bestrijding van de armoede en de honger. Het zijn alle vier landen in ontwikkeling, maar ze zijn wel heel verschillend. Nederland komt ook aan bod: wat doet Nederland om ontwikkelingslanden te helpen bij het halen van de doelstellingen? Lees de werkbladen goed door. Je vindt er telkens kleine stukjes tekst met een verwijzing naar de website voor meer informatie. Elke landenbeschrijving eindigt met de hoofdvraag. Op de laatste twee bladen wordt de onderzoeksopdracht uitgewerkt.
______________________________________________________________________1
editie 2
armoede____
werkbladen
Bolivia & Armoede •
Het gaat goed in Bolivia
De situatie in Bolivia laat de laatste jaren kleine verbeteringen zien. De mensen leven nu langer dan vroeger. Ook doordat de gezondheidszorg beter is geworden. Op steeds meer plaatsen in het land worden scholen gebouwd. Het onderwijs wordt ook steeds beter. Het aantal volwassenen dat kan lezen en schrijven is toegenomen tot ongeveer 85%. Dit is heel belangrijk voor de mensen omdat de kans op werk toeneemt. Ze kunnen bovendien beter geïnformeerd worden over de hygiëne, de gezondheidszorg en hun rechten. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp
Het gaat slecht in Bolivia De economie in Bolivia is en blijft voorlopig een zorgenkindje. Het gaat wel een klein beetje beter. Maar doordat de bevolking hard groeit, hebben de Bolivianen het geld grotendeels nodig om deze groei te ‘voeden’. De inkomens van de bevolking verbeteren in elk geval niet. Helaas gaat dat vooral ten koste van de kinderen. Één van de vijftien kinderen wordt niet ouder dan vijf jaar. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn ziektes die vrij makkelijk te voorkomen zijn, geen veilig drinkwater en een slechte hygiëne. Ook is er nog steeds te weinig voedsel voor de Boliviaanse bevolking; één op de vier indianenkinderen is zelfs ondervoed. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp
Bolivia – Info Voor Bolivia is het armoedeprobleem heel moeilijk op te lossen. De regering van Bolivia probeert de situatie te verbeteren door het geld in het land eerlijker te verdelen. Ze wil ook beter gaan luisteren naar de wensen van de Boliviaanse bevolking. In het verleden is dit veel te weinig gebeurd. Bolivia heeft hele hoge schulden aan het buitenland en daardoor maar weinig geld om de situatie op te lossen. Omdat Bolivia niet aan zee ligt, is het ook nog eens heel duur om producten in het buitenland te kopen of verkopen. Vooral op het platteland moet er nog veel werk gedaan worden voordat de situatie daar beter wordt. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp
______________________________________________________________________2
editie 2 •
armoede____
werkbladen
Bolivia – Armoede
Bolivia is één van de armste landen van Zuid-Amerika. Het grootste deel van de Boliviaanse bevolking heeft te weinig geld om de dagelijkse boodschappen te doen. Volgens de Boliviaanse overheid leeft ruim 60% van de bevolking in armoede. Dat zijn ruim vijf miljoen mensen. De helft van deze armen leeft zelfs in extreme armoede. De meeste armoede komt voor op het platteland, waar ook de indianen wonen. Er is nooit goed geluisterd naar deze groepen mensen. En er is dus ook nooit iets gedaan om hun problemen op te lossen. De leefomstandigheden zijn hierdoor verschrikkelijk slecht geworden. Nu wordt er wel gewerkt aan verbeteringen. Dan moet je denken aan; beter onderwijs voor iedereen, een betere gezondheidszorg, en meer basisvoorzieningen (veilig drinkwater, betere hygiëne). Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp
Het verhaal van Angelo
Een zwetende Angelo bukt om de aardappels tussen de lavendel op te pikken. Zijn familie is boer. Zijn volk, de Aymará, bewerkt de Boliviaanse hooglanden al jaren op dezelfde manier. Maar ondanks hun rijke geschiedenis hebben Angelo en zijn volk te maken met extreme armoede die van generatie op generatie wordt doorgegeven. De armoede heeft verschillende redenen. Ten eerste spreekt zijn volk geen Spaans waardoor het moeilijk is om ergens anders in Bolivia goed werk te vinden. Het onderwijs is vaak te duur voor de plattelandsbevolking. Ook is er een hoge werkeloosheid in deze gebieden. Angelo, zijn ouders en zijn vijf broertjes en zusjes hebben een zwaar leven met het bewerken van het ruwe terrein in het Andesgebergte. In een goede week verdient de familie van Angelo € 4,- per week met het verkopen van kaas en aardappelen op de markt. Dit is niet genoeg om het hele gezin van te onderhouden. Angelo heeft één voordeel dat zijn voorouders niet hadden. Angelo doet mee aan een sponsorprogramma van een organisatie voor ontwikkelingssamenwerking. Nu krijgt Angelo de middelen die hij nodig heeft om een eind te kunnen maken aan de erfenis van armoede. “Op een dag wil ik agrarisch ingenieur worden,” zegt Angelo. (bron: http://www.compassion.nl)
Opdracht: het onderzoek In de Millenniumverklaring staan twee doelstellingen op het gebied van armoedebestrijding. Je gaat onderzoeken of die doelen worden gehaald, of het ‘per jaar beter’ gaat: 1. Is het aantal extreem armen in Bolivia in 2015 nog maar de helft van het aantal in 1990? 2. Is het aantal mensen dat honger heeft in Bolivia in 2015 nog maar de helft van het aantal in 1990? Zie voor uitleg en de deelvragen de laatste twee pagina’s van deze werkbladen.
______________________________________________________________________3
editie 2
armoede____
werkbladen
Marokko & Armoede •
Het gaat goed in Marokko
Marokko is een land met veel mogelijkheden. Het land is rijk aan grondstoffen (waaronder fosfaat voor de kunstmestindustrie – zie foto) en recentelijk is er voor de kust van Westelijke Sahara (door Marokko bezet) olie ontdekt. Ook is er een welvarende visindustrie voor de Atlantische kust. Het land verdient goed aan de landbouwexport en het toerisme bloeit als nooit tevoren. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp
•
Het gaat slecht in Marokko
Marokko kent veel landloze boeren. Van de boeren die wel over eigen land bezitten, raakt het grondbezit steeds verder versnipperd omdat volgens islamitisch familierecht na het overlijden grond altijd onder alle kinderen verdeeld wordt. Maar zelfs als ze nog voldoende grond hebben, zijn de boeren vaak nog afhankelijk van irrigatie (= kunstmatige bevloeiing) omdat in het droge zuiden er maar eens in de zes jaar voldoende regenwater valt. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp
•
Marokko – Info
Ten tijde van de bezetting door Frankrijk (1904-1956) maakte de (Franse) regering al een onderscheid tussen Maroc util (nuttig Marokko) en Maroc inutil (waardeloos Marokko). Het ‘nuttige Marokko’ bestond grofweg uit het noordoostelijk deel van het land, de kuststreek. In dit deel ligt de vruchtbare bodem. Het ‘waardeloze Marokko’ bestond en bestaat uit de droge woestijnachtige gebieden achter het Atlasgebergte. In het ‘waardeloze Marokko’ bezit het grootste deel van de boeren geen eigen land. Ze werken als landarbeider op de landerijen van grote boeren. Alleen: de laatste tijd is er niet veel werk meer. Door een aantal jaren van droogtes zijn veel oogsten mislukt. Er is een massale werkloosheid op het platteland ontstaan. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp
______________________________________________________________________4
editie 2 •
armoede____
werkbladen
Marokko – Armoede
Sinds het aantreden van Koning Mohammed VI in 1999 is er veel veranderd in Marokko. Hij doet hard zijn best om de armoede in zijn land aan te pakken, maar moet opboksen tegen oude tradities (zoals corruptie) en tegen tegenwerkende lokale en regionale overheden die hun macht zien afbrokkelen. In Marokko zijn behoorlijk veel mensen arm. Vooral het leven in de minder vruchtbare plattelandsgebieden is hard en veel mensen trekken weg naar de steden in de hoop daar werk en inkomen te vinden. Velen van hen komen in sloppenwijken terecht en hebben moeite om het hoofd boven water te houden. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp
Het verhaal van Brahim
Brahim woont en werkt in een van de vele fondouks van Marrakesh. Een fondouk is een soort herberg waar in het verleden karavaanhandelaren konden verblijven. De kamertjes in de fondouks waren klein omdat men er toch niet langer dan één nacht hoefde te zijn. Nu zijn de fondouks permanent bewoond door gelukszoekers die niet zoveel geluk hebben. Brahim is vanuit een klein dorpje in de bergen naar deze fondouk getrokken om ‘het te gaan maken’. Hij was van plan om zijn familie later over te laten komen. Hij vond werk als schoenmaker, maar heeft het grootste deel van de dag niets te doen. Er zijn te veel schoenmakers, de concurrentie is te groot en de inkomsten daardoor laag. Hij woont, werkt en slaapt in een kamertje van 2 bij 2,5 meter. Licht heeft hij alleen als hij de deur openzet. Hij deelt zijn lot met tientallen anderen die net zo arm zijn als hijzelf en die net als hij dachten in de stad een goedbelegde boterham te kunnen verdienen. Het lot heeft anders bepaald.
Bayti - Marokko: Hulp voor kansarme kinderen
De organisatie Bayti werkt met kinderen die in moeilijke omstandigheden leven. De doelgroepen van Bayti zijn straatkinderen, kinderwerkers, verlaten en misbruikte kinderen, kinderen die seksueel zijn uitgebuit en kinderen die een misdaad hebben gepleegd. Bayti is opgericht in 1996. Kinderen die zich inschrijven voor het project van Bayti (Projet de Future), krijgen onderdak in een centrum waar ze 24 uur per dag ondersteuning en begeleiding krijgen. (Bayti is partner van Oxfam Novib: http://www.bayti.net/en/index.php)
Opdracht: het onderzoek In de Millenniumverklaring staan twee doelstellingen op het gebied van armoedebestrijding. Je gaat onderzoeken of die doelen worden gehaald, of het ‘per jaar beter’ gaat: 1. Is het aantal extreem armen in Marokko in 2015 nog maar de helft van het aantal in 1990? 2. Is het aantal mensen dat honger heeft in Marokko in 2015 nog maar de helft van het aantal in 1990? Zie voor uitleg en de deelvragen de laatste twee pagina’s van deze werkbladen.
______________________________________________________________________5
editie 2
armoede____
werkbladen
Oeganda & Armoede •
Het gaat goed in Oeganda
Oeganda is rijk aan natuurlijke hulpbronnen. Er zijn meren en rivieren vol met vis en bossen met bijzondere planten, dieren en tropische hardhoutbomen. Er wordt kobalt gewonnen en hier en daar zijn er goudmijnen. Er is vruchtbare landbouwgrond en voldoende regenval om allerlei verschillende soorten gewassen te verbouwen. Dat neemt niet weg dat Oeganda moeilijke jaren heeft gehad. Jaren van gewapende strijd en een economie die in puin ligt. Sinds de regering Museveni werk maakt van de armoedebestrijding wordt er vooruitgang geboekt. In de gele vaten staat Oegandees kobalt klaar om te worden verscheept Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp
•
Het gaat slecht in Oeganda
Het lijkt erop dat Oeganda het bewijs is dat armoede bestreden kan worden. Toch kun je een kanttekeningen plaatsen bij het succes van Oeganda. De positieve tendens is aan het afnemen. Voor het eerst sinds 15 jaar neemt het percentage van de bevolking dat onder de armoedegrens leeft toe, van 34% naar 38% rond 2000. De terugval kent een aantal oorzaken: conflicten, de koffieprijs, corruptie en een grote bevolkingsgroei zijn de belangrijkste. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp
•
Oeganda-Info
Uit de koloniale periode stammen de thee- en koffieplantages, waarvan vooral de koffieplantages geld in het laatje van de Oegandese economie brengen. In die tijd kent de gemiddelde Oegandees geen armoede. Het land brengt voldoende op om er goed en gezond van te leven. In 1962 wordt het land onafhankelijk van Groot-Brittannië. Het is het begin van een donkere, gewelddadige periode. Er heerst onveiligheid en economisch gaat het bergaf. De mensen overleven dankzij het feit dat ze zelf maïs, groenten en fruit kunnen verbouwen op kleine akkertjes, rondom hun huis. Maar geld om medicamenten te betalen of schoolgeld is er niet meer. En het geld dat ze hebben is geen cent meer waard. Voor 100 dollar heb je een miljoen Oegandese shillingen. Je kunt letterlijk en figuurlijk met een grote mand als portemonnee boodschappen doen. Het aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft, is in die periode 56%. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp
______________________________________________________________________6
editie 2 •
armoede____
werkbladen
Oeganda-Armoede
Een groot deel van de Oegandese bevolking leeft, net als in veel landen in Afrika, in armoede. Nog steeds, hoewel Oeganda grote successen kent in de armoedebestrijding. Het deel van de bevolking dat onder de armoedegrens leeft is in de jaren ’90 afgenomen van 56% tot 34%. Dat betekent echter dat nog steeds één op de drie inwoners van Oeganda onder de armoedegrens leeft. En zolas hierboven al is gezegd, stijgt de laatste jaren het aantal armen weer. Gek genoeg is dit een gevolg van de gestegen welvaart. De medische situatie is sterk verbeterd, het aantal aids-slachtoffers is sterk geslonken en er sterven minder kinderen. De bevolking groeit en dat schroeft het percentage armen in Oeganda omhoog. De economie kan de groei van de bevolking niet bijhouden. Tel daarbij op de gestegen corruptie en de betrokkenheid van Oeganda in gewapende conflicten en het is duidelijk dat het economisch klimaat er niet beter op is geworden. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp
Vrouwen en armoede
In Oeganda zijn het de vrouwen die op de akkers werken. Ze zijn de producenten van graan, groente en fruit. En in hun vrije tijd maken ze manden en matten voor gebruik thuis, zoals Amooti op de foto hiernaast. De Oegandese regering heeft oog voor de belangrijke rol van vrouwen in het productieproces en stimuleert vrouwenorganisaties. Ze kunnen leningen afsluiten of een training in projectmanagement volgen. De ervaringen worden met andere vrouwengroepen uitgewisseld. Vrouwen worden zo actief betrokken bij de bestrijding van armoede.
Prinses Máxima op bezoek in Oeganda
Het belang van ondersteuning voor kleinschalige organisaties wordt geïllustreerd door het werkbezoek van Prinses Maxima aan Oeganda in februari 2005. Ze voert gesprekken met vrouwelijke ondernemers en vertegenwoordigers van organisaties die zich bezig houden met het investeren in kleine bedrijven.
Opdracht: het onderzoek In de Millenniumverklaring staan twee doelstellingen op het gebied van armoedebestrijding. Je gaat onderzoeken of die doelen worden gehaald, of het ‘per jaar beter’ gaat: 1. Is het aantal extreem armen in Oeganda in 2015 nog maar de helft van het aantal in 1990? 2. Is het aantal mensen dat honger heeft in Oeganda in 2015 nog maar de helft van het aantal in 1990? Zie voor uitleg en de deelvragen de laatste twee pagina’s van deze werkbladen.
______________________________________________________________________7
editie 2
armoede____
werkbladen
India & Armoede •
Het gaat goed in India
In de jaren 90 hervormt India de economie. De regering geeft veel minder geld uit en bezuinigt op allerlei terreinen. Ze neemt verder verschillende maatregelen die voor de bedrijven in India gunstig zijn. Verder wordt de Indiase munt, de rupee, minder waard. Dat is niet zo gunstig voor de Indiase bevolking, want die kan met hetzelfde geld minder kopen, maar het gevolg is wel dat de Indiase goederen voor het buitenland goedkoper worden. Dat bevordert de export en daardoor komt er meer geld binnen. Voor buitenlandse bedrijven wordt het ook aantrekkelijker gemaakt om een vestiging in India te beginnen. De architect van de economische hervormingen is dr. Manmohan Singh. Singh is nu de eerste premier van India die niet uit de hindoe-gemeenschap afkomstig is: hij is een sikh. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp
•
Het gaat slecht in India
Eind jaren ’90 raakt de succesformule van het regeringsbeleid uitgewerkt. De regering komt geld te kort en ook de deelstaten hebben niet voldoende inkomsten en moeten dus bezuinigen op de uitgaven. Vanaf 2002 trekt de economie weer aan. Toch blijft de overheid zich verder terugtrekken. Ze laat zaken als onderwijs en gezondheidszorg steeds meer doen door particuliere bedrijven en instellingen. Maar die laten nogal eens een steekje vallen. Bovendien stijgt door het terugtreden van de overheid de werkloosheid. In India is een groot deel van de bevolking arm, maar niet overal is de armoede even groot. Op het platteland en in het zuiden en westen van het land is de armoede minder algemeen dan in het noordoosten. Onder vrouwen, Dalits, leden van lagere kasten en Adivasi (afstammelingen van de oorspronkelijke bewoners van India) is de armoede gemiddeld groter dan bij andere groepen. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp
•
India – Info
India is, met inmiddels meer dan een miljard inwoners, na China het meest bevolkte land van de wereld. Een kwart van de bevolking woont in de stedelijke gebieden. Ongeveer 35% van de bevolking leeft onder de armoedegrens van 1 dollar per dag en 80% moet rondkomen van minder dan 2 dollar per dag. De grootste armoede is geconcentreerd in de staten Bihar, Orissa en Madhya Pradesh. In de rangorde van de Human Development Index van 2003 staat India op nr. 127 van de 175 landen. India is erin geslaagd structurele hongersnood uit te bannen, de grote bevolkingsgroei terug te dringen, de invloed van het kastensysteem op de economische kansen enigszins te beperken en veel hoogopgeleide werkkrachten op te leiden, maar de armoede en de inkomensongelijkheid blijven groot. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp
______________________________________________________________________8
editie 2
armoede____
werkbladen
Informatietechnologie in India
Een softwareprogrammeur in India verdient rond de 500 euro per maand, terwijl zijn collega in Nederland 3000 euro krijgt. Het uitbesteden van softwareproductie aan bedrijven in India is veel goedkoper. In India is de IT-sector (informatietechnologie) dan ook sterk gegroeid. De dienstverlening wordt steeds beter van kwaliteit. Veel bedrijven in het Westen gaan ertoe over grote delen van hun IT-werkzaamheden naar India over te hevelen. Meer dan 60% van India’s software-export gaat naar de Verenigde Staten. Op dit moment komt nog maar 1% richting Nederland. Bedrijven als KLM, Philips, Shell, Unilever en ING doen zaken met Indiase IT-bedrijven.
Shiragami - armoede verdrijven tussen de theeplanten De Nilgiris of Blauwe Bergen vormen de grens tussen de Indiase deelstaten Kerala en Kamataka. In dit gebied leven veel mensen van de thee. Eén van hen is Shiragami, een vrouw van 36. Ze is getrouwd en woont met haar man en kinderen vlakbij de Nilgiri-plantage, aan de voet van de Nilgiris of Blauwe Bergen. Ze werkt hier al vanaf haar zeventiende. Haar werkdag als theeplukster begint om 7 uur ’s ochtends en duurt tot 4 uur ’s middags met een pauze van 11,30 tot 13.00 uur. Daarnaast doet ze het huishouden. Ze staat om 4 uur op om alvast wat in huis te doen en om voor haar man en kinderen het ontbijt en de lunch klaar te maken. Vanaf 6 uur wekt ze de kinderen, geeft ze hen te eten en brengt hen naar school. Ook na haar werktijd is er voor haar nog heel wat te doen, werk in huis, het avondmaal bereiden voor haar man en kinderen, de kinderen naar bed brengen en de was doen. Toch wil ze niet klagen. Vóórdat ze op de theeplantage kwam werken, moest ze met haar ouders mee om tegen een mager loon wegen aan te leggen. Ze moest zware stenen sjouwen. In 1993 kreeg de plantage een nieuwe eigenaar en veranderde van alles. De lonen gingen omhoog, vrouwen die moesten bevallen, mochten thuisblijven tot ze weer in staat waren om te werken terwijl hun loon werd doorbetaald. Er kwam méér personeel voor de kliniek op de plantage en voor de basisschool die voor de kinderen van de theeplukkers op de plantage was opgezet.
Opdracht: het onderzoek In de Millenniumverklaring staan twee doelstellingen op het gebied van armoedebestrijding. Je gaat onderzoeken of die doelen worden gehaald, of het ‘per jaar beter’ gaat: 1. Is het aantal extreem armen in India in 2015 nog maar de helft van het aantal in 1990? 2. Is het aantal mensen dat honger heeft in India in 2015 nog maar de helft van het aantal in 1990? Zie voor uitleg en de deelvragen de laatste twee pagina’s van de werkbladen.
______________________________________________________________________9
editie 2
armoede____
werkbladen
Wat doet Nederland? Ontwikkelingshelpers zoeken al jaren naar het ideale recept voor de armoedebestrijding. Belangrijke vragen hierbij zijn: Hoe zorg je ervoor dat mensen gelijke kansen hebben? Hoe kunnen we initiatieven van de bevolking ter plaatse ondersteunen? Eén ding is duidelijk; armoedebestrijding helpt alleen als er gedurende langere tijd aan gewerkt wordt. De Nederlandse minister voor Ontwikkelingssamenwerking, Bert Koenders, zet zich in om de Nederlandse bijdrage aan de millenniumdoelen zo goed mogelijk te besteden. Om te bepalen aan welke landen Nederland ontwikkelingshulp wil bieden, let de minister op een aantal zaken: 1. 2. 3. 4. 5.
Het moet een heel arm land zijn. Het land moet het geld goed besteden. Behaalt het land resultaten. Kan Nederland iets nuttigs bijdragen? De relatie met Nederland.
Nederland steunt de ontwikkeling van de landen in de derde wereld door samen te werken met partners. Deze partners kunnen zijn; internationale organisaties (zoals de Wereldbank en de VN), regeringen van ontwikkelingslanden, maatschappelijke organisaties, andere donorlanden, bedrijven, kennisinstellingen, burgerinitiatieven en stages/uitwisselingen voor jongeren. In de jaren negentig is Oeganda het bewijs dat goede armoedebestrijding mogelijk is. Het gaat er goed op het gebied van hiv/aids-bestrijding, armoedebestrijding, onderwijs en het voorzien in veilig drinkwater. De laatste jaren gaat het minder en dreigt het gevaar van terugval. Oeganda is sterk afhankelijk van ontwikkelingshulp. Ongeveer de helft van het geld, dat de Oegandese regering elk jaar kan uitgeven, komt van donoren. In 2005 heeft Nederland 41,5 miljoen euro besteed aan ontwikkelingshulp in Oeganda. Nederland is één van de grotere donoren van Bolivia (6de). Bovendien speelt Nederland een belangrijke rol in Bolivia bij de organisatie van de buitenlandse hulp. De Nederlandse hulp richt zich vooral op onderwijs, gezondheidszorg, politiek, mensenrechten en verbetering van de situatie van de inheemse bevolking. Verder is er aandacht voor energie, milieu, vrouwen en kinderen. India heeft zelf een punt gezet achter de ontwikkelingssamenwerking met de Nederlandse regering. Volgens de Indiase regering heeft het land zich zodanig ontwikkeld dat het minder afhankelijk kan worden van buitenlandse hulp. Wel wil ze graag dat de donoren hulp blijven geven aan maatschappelijke en hulporganisaties in India. Er zijn veel Nederlandse ontwikkelingsorganisaties actief in India. Deze richten zich onder andere op het basisonderwijs, water, milieu, vrouwenemancipatie, plattelandsontwikkeling, geestelijke gezondheidszorg en lokaal (= plaatselijk) bestuur. Marokko en Nederlandse overheid hebben geen directe ontwikkelingsrelatie. Wel bieden er veel Nederlandse organisaties ontwikkelingshulp aan Marokko. Nederland biedt via de Europese Unie sinds 2000 wel hulp aan Marokko. Deze hulp is gericht op de ontwikkeling van de hele regio. De inspanningen zijn gericht op de volgende gebieden; politiek en veiligheid, economie en financiën, sociale en humanitaire aangelegenheden. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp
______________________________________________________________________10
editie 2
armoede____
werkbladen
Opdracht: het onderzoek In de Millenniumverklaring staan twee doelstellingen op het gebied van armoedebestrijding: 1. Het aantal extreem armen is in 2015 nog maar de helft van het aantal in 1990. 2. Het aantal mensen dat honger heeft is in 2015 nog maar de helft van het aantal in 1990. De verklaring is het begin. Maar om de doelen te bereiken moet er in de verschillende landen veel werk worden verzet. ‘Hier’, in het Westen en ‘daar’ in het Zuiden. Het ‘Per-JaarBeter-onderzoek’ richt zich niet op de hele wereld, maar op vier landen: Bolivia, Marokko, Oeganda en India. De Millenniumverklaring geeft niet alleen de doelen, maar ook hoe je moet meten of de doelen worden gehaald. Elk land moet over een heleboel meetpunten (de prestatieindicatoren) rapporteren. We hebben gegevens uit die rapporten op de Per-Jaar-Beter-website bij elkaar gezet. Zo helder en overzichtelijk mogelijk. (http://www.cmo.nl/pjb/). Op de website vind je dus de Millenniumdoelstellingen, de prestatie-indicatoren, achtergrondinformatie over de vier landen in dit onderzoek en cijfers over de voortgang. Je vindt er alles wat je nodig hebt om het Per-Jaar-Beter-onderzoek te doen. Het werkt het handigst als de klas wordt verdeeld in groepen en elke groep een land voor zijn rekening neemt. Elke groep heeft al de hoofdvragen. Het antwoord ligt in de toekomst en je hebt geen glazen bol om vooruit te kijken naar het jaar 2005/2015. Dus je kunt ze niet zomaar beantwoorden. Door de hoofdvragen in deelvragen op te splitsen kom je dichter bij het antwoord. In dit onderzoek gebruik je daarvoor de ‘prestatie-indicatoren’ in vraagvorm: Deelvragen bij doelstelling 1: • Hoeveel procent van de mensen heeft in 1990 een inkomen onder het bestaansminimum van 1 Amerikaanse dollar per dag en hoe groot is dat percentage nu*? • Hoeveel procent van de mensen heeft in 1990 een inkomen onder het bestaansminimum dat door de eigen regering is vastgesteld (per land verschillend) en hoe groot is dat percentage nu*? • Wat was in 1990 de gemiddelde afstand tot de armoedegrens van 1 dollar en hoe groot is die afstand nu*? • Hoe groot is het gezamenlijke inkomen van de armste 20 procent van de bevolking in 1990? En nu*? Deelvragen bij doelstelling 2: • Hoeveel procent van de kinderen onder de 5 jaar heeft in 1990 ondergewicht? En nu*? • Hoe groot is het deel van de bevolking dat te weinig voedsel krijgt voor de dagelijkse energiebehoefte in 1990? En hoe groot is dat nu*?
* Als er ‘nu’ staat is dat misschien wel 2000, 2001, 2002 of 2003. Het gaat om de ‘nieuwste’ cijfers. ______________________________________________________________________11
editie 2
armoede____
werkbladen
De antwoorden op deze deelvragen geven een goed beeld van de vorderingen in de afgelopen jaren. Trek de lijn door naar 2015 en dan kun je waarschijnlijk wel voorspellen of de millenniumdoelen wel of niet gehaald gaan worden. Vergeet niet je conclusie goed te onderbouwen met argumenten.
Presentatie
Zoek een goede vorm om de resultaten van het onderzoek aan anderen te presenteren. Je kunt ervoor kiezen er een spreekbeurt van te maken, of een powerpointpresentatie. Het zou in de vorm van een artikel (voor bijvoorbeeld de schoolkrant) kunnen, of een pagina voor een (school)website. Misschien kun je iets met affiches of met een fototentoonstelling? Zie voor meer suggesties de bijlage op pag. 13-14. Stuur de presentatie in ieder geval naar het CMO. Misschien hebben we er een plaatsje voor op de Per-Jaar-Beter-website. Antwoorden op de deelvragen
.................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... Conclusie (met argumenten) De kans is groot/klein dat in Bolivia/Marokko/Oeganda/India de armoede is gehalveerd want:
.................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... De kans is groot/klein dat in Bolivia /Marokko/Oeganda/India in 2005 het aantal mensen met honger is gehalveerd want:
.................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... ....................................................................
______________________________________________________________________12
editie 2
armoede____
werkbladen
BIJLAGE Suggesties voor presentaties De vorm waarin jullie de resultaten van jullie onderzoek kunnen presenteren, is geheel vrij. We geven hieronder een overzicht van mogelijke presentatievormen, zoveel mogelijk toegespitst op het thema ‘armoede en honger’. De lijst is niet uitputtend, maar we komen een heel eind. Sommige vormen zijn makkelijker te realiseren dan andere. Een combinatie is natuurlijk ook mogelijk. Als jullie nog een briljant ander idee voor een presentatievorm hebt, mogen jullie die natuurlijk ook gebruiken. Aan jullie de keus. Hoorspel, rollenspel of drama In een hoorspel of gespeelde scène kunnen jullie van alles over armoede en honger kwijt. Jullie kunnen bijvoorbeeld naspelen hoe een arme familie al het mogelijke doet om aan meer inkomen te komen. Jullie kunnen doen alsof het 2015 is en dat jullie terugkijken op de afgelopen 15 jaar waarin al dan niet succesvol geprobeerd is om ervoor te zorgen dat de armoede met de helft is afgenomen, jullie kunnen het zelfs absurdistisch maken door een zoektocht te organiseren naar de laatste mens in jullie land die minder dan 1 dollar per dag verdient (en als die gevonden is, zijn de millenniumdoelstellingen voltooid), enz. enz. Schrijf wel alle rollen uit en oefen enkele keren van tevoren, voordat jullie het resultaat ‘op de planken’ brengen. Fotopresentatie of fotoverslag Een foto zegt vaak meer dan duizend woorden. Jullie kunnen proberen foto’s op internet te vinden of de ambassade van het onderzochte land schrijven. Jullie kunnen met de foto’s bijvoorbeeld een collage maken van de goede en slechte dingen die met armoede en honger te maken hebben. Jullie hebben immers al onderzocht en gelezen wat er goed en niet goed gaat in jullie land.
Powerpointpresentatie Jullie kunnen met tekst en beeld ook een Powerpoint-presentatie maken, met uitleg, jullie mening of met stellingen. Zorg dat de presentatie er mooi uitziet en dat de inhoud goed overkomt. Beide zijn in een presentatie belangrijk.
______________________________________________________________________13
editie 2
armoede____
werkbladen
Reeks stellingen Jullie kunnen jullie standpunt of bevindingen over de situatie in het land dat jullie onderzocht hebben ook toelichten aan de hand van een reeks stellingen. Het is echter niet makkelijk om goede stellingen te bedenken waarin jullie alles wat jullie kwijt willen kunnen stoppen. Stellingen zorgen er wel voor dat er een levendige discussie tot stand kan komen. Gastles Jullie kunnen de stellingen van hierboven ook verwerken in een gastles die jullie aan jullie klasgenoten geven. Maak een lesopzet voor ongeveer een half uur. Geef je klasgenoten informatie over armoede en honger en laat ze vragen stellen. Verzin een paar opdrachten waarmee ze met het door jullie gegeven materiaal aan de slag kunnen. Website Op Kennisnet vinden jullie een handig hulpmiddel om een website te maken: de Websitemaker. Hiermee kunnen jullie al snel een website in elkaar zetten. Kijk op http://websitemaker.scholier.kennisnet.nl/. Denk van tevoren goed na over wat jullie kwijt willen op jullie website. Denk ook goed na over de vormgeving. Op een beeldscherm is het lastig lezen; maak je teksten daarom niet te lang en hou de zinnen kort. Zorg ook voor voldoende plaatjes. Jullie kunnen ook links aanbrengen naar websites die meer informatie geven. En misschien kunnen jullie er animaties of filmpjes aan toevoegen?
Rap of lied Jullie kunnen de conclusies die jullie trekken over armoede en honger in het land dat jullie onderzocht hebben ook proberen te verwoorden in een rap of lied. Collage + mondelinge toelichting Een goede collage is niet makkelijk te maken. Want je moet maar net de teksten en foto’s vinden die precies aansluiten bij jullie conclusies. Wat jullie niet kunnen vinden voor jullie collage kunnen jullie verwerken in een mondelinge toelichting. Jullie kunnen bijvoorbeeld laten zien welke verbeteringen hebben plaatsgevonden in het land dat jullie onderzocht hebben. Of welke verslechteringen, als dat aan de orde is.
Dit zijn nog maar enkele voorbeelden van de mogelijke presentatievormen. Misschien bedenken jullie wel hele andere, zoals een spreekbeurt of een verzonnen verhaal over armoedebestrijding waarin jullie de conclusies verwerken. Aan jullie de keus om een spannende presentatie te bedenken waarin jullie conclusies goed naar voren komen. Succes!
______________________________________________________________________14
editie 2
armoede____
handleiding
VOOR LEERKRACHTEN Projectopzet Per Jaar Beter bestaat uit twee onderdelen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn: 1. De werkbladen (op papier) met informatie over het betreffende millenniumdoel, de situatie in de vier landen en de activiteiten van Nederland op dit vlak. In de werkbladen staan de onderzoeksopdrachten geformuleerd, die leerlingen groepsgewijs moeten uitvoeren, één land per groep. 2. De a. b. c. d. e. f. g. h. i. j.
website (http://www.cmo.nl/pjb/) met: aanvullende informatie over millenniumdoelen; aanvullende informatie over prestatie-indicatoren; de positieve ontwikkelingen per land de te nemen hindernissen per land concrete verhalen van mensen in het zuiden de gegevens per land op elk van de relevante prestatie-indicatoren landeninformatie algemeen en specifiek (rond het betreffende millenniumdoel) interactieve elementen als ‘vraag het de deskundige’ en e-mailformulieren verwijzingen downloadpagina
Verschenen en nog te verschijnen edities 1) Onderwijs 2) Armoede 3) Toegang tot veilig drinkwater 4) Kindersterfte 5) Eerlijk handel 6) Leefomstandigheden van krottenwijkbewoners 7) Hiv/aids 8) Duurzame ontwikkeling en natuurlijke hulpbronnen 9) Moederzorg 10) Schuldenvraagstuk 11) Malaria en andere ziekten 12) Overdracht van nieuwe technologieën
Doelgroep Leerlingen van de basisvorming in het voortgezet onderwijs (12-15 jaar) en hun Leerkrachten. De verschillende edities sluiten aan bij de vakken biologie (domein ‘mensen in hun omgeving’), aardrijkskunde (domein ‘De wereld’) en economie (domein ‘de leerling als burger’). Daarbij sluit Per Jaar Beter goed aan bij het TVS-model (toepassing, vaardigheden en samenhang), gezien het feit dat leerlingen zelfstandig onderzoek moeten doen en eigen conclusies moeten trekken.
______________________________________________________________________15
editie 2
armoede____
handleiding
Doelstellingen Leerlingen verdiepen zich in één of meer millenniumdoelstellingen. Aan de hand van concrete casestudies bekijken leerlingen de situatie in een land in Noord-Afrika, een land in Zuidelijk Afrika, een land in Azië of een land in Latijns Amerika. Daarnaast zien leerlingen wat Nederland aan het bereiken van de millenniumdoelstelling bijdraagt. Leerlingen onderzoeken zelfstandig de indicatoren die bij de betreffende millenniumdoelstelling horen. Leerlingen trekken zelf hun conclusies of de millenniumdoelstelling(en), op onderdelen en in zijn totaliteit, gehaald gaan worden.
Werkwijze Verdeel de klas in vier groepen, naar analogie van de vier landen. Als de groepen te groot worden, kunt u twee groepen ook onafhankelijk van elkaar aan hetzelfde land laten werken. Laat elke groep aan de slag gaan met inleidend werkblad 1. Vervolgens gaat de groep die zich bezig gaat houden met Bolivia aan de slag met de werkbladen 2 en 3, de groep voor Marokko met de werkbladen 4 en 5, de groep voor Oeganda met de werkbladen 6 en 7 en de groep voor India met de werkbladen 8 en 9. De teksten op de werkbladen vormen slechts een inleiding op het thema. Meer informatie kunnen de groepen vinden op de internetsite van het project: www.cmo.nl/pjb/ Daar vinden de leerlingen achtergrondinformatie over het land dat ze gaan onderzoeken, de successen en hindernissen die het land ondervindt bij zijn streven om het betreffende millenniumdoel te gaan halen en verhalen die weergeven welke uitwerking dat streven heeft op het dagelijks leven van mensen in dat land. Alle groepen lezen ter vergelijking met hun eigen land werkblad 10 over wat Nederland op het terrein van millenniumdoelen doet. Het onderzoek doen de groepen allemaal aan de hand van werkblad 11 en het verslag en presentatie aan de hand van werkblad 12. Werkblad 13 en 14 dienen als bijlage en geven leerlingen suggesties voor mogelijke presentatievormen. De al genoemde website geeft ook achtergrondinformatie en nieuws rondom de millenniumdoelen en bruikbare externe links.
______________________________________________________________________16
editie 2
armoede____
handleiding
Deel van de openingspagina van de website van Per Jaar Beter: http://www.cmo.nl/pjb/
E-mail-attendering
Het Centrum voor Mondiaal Onderwijs biedt u de mogelijkheid om geïnformeerd te worden over het verschijnen van nieuwe edities van Per Jaar Beter. Het enige dat u daarvoor hoeft te doen is een e-mail te sturen naar
[email protected] met als onderwerp ‘Houd mij op de hoogte van het verschijnen van nieuwe edities van Per Jaar Beter’.
______________________________________________________________________17
editie 2
armoede____
handleiding
Evaluatieformulier 1. Het gebruik van een editie van Per Jaar Beter • Hoe vaak gebruikt u Per Jaar Beter? • Hoe gebruikt u Per Jaar Beter? Als onderdeel van een reguliere les Als een speciale les geheel gewijd aan het onderwerp van PJB Anders: • Gebruikt u de aangereikte lessuggesties of ontwikkelt u (ook) eigen lessuggesties? Ik gebruik de aangereikte lessuggesties (onderzoeksopdracht) Ik gebruik ook eigen lessuggesties Ik gebruik alleen eigen lessuggesties 2. Redenen om Per Jaar Beter te gebruiken • Graag aanvinken wat voor u van toepassing is: Aandacht in de media Actualiteit van het onderwerp Sluit aan bij het niveau van mijn leerlingen Sluit aan bij de thema’s waarmee ik in de klas bezig ben Sluit aan bij het curriculum Anders: 3. Impact op de leerlingen • Vinden leerlingen het leuk om met PJB te werken? • Zo ja, waarom? • Bieden de PJB’s leerlingen de gelegenheid om een link te leggen tussen hun eigen leven en dat van mensen in het Zuiden? Hoe? • In welke mate kunnen leerlingen de denkbeelden en vaardigheden die ze ontwikkelen door te werken met PJB ook toepassen op andere verhalen/lessen over het Zuiden? • In welke mate verandert het werken met PJB de beeldvorming over het Zuiden? • Denkt u dat uw leerlingen meer geïnteresseerd zijn in het zoeken van aanvullende informatie over het Zuiden? • Zijn er enige tastbare resultaten die het resultaat zijn van het werken met PJB? 4. Enkele andere kwesties • Laat u exemplaren van PJB aan andere docenten zien? Gebruiken zij die ook? • Gebruikt u de informatie van de bijbehorende website? • Wijst u leerlingen op het bestaan van de website? 5. Enkele stellingen • Welke van de volgende stellingen kunt u onderschrijven? Werken met PJB heeft me meer vertrouwd gemaakt met derdewereldzaken Werken met PJB heeft mijn kennis van derdewereldzaken vergroot Werken met PJB heeft me aangezet tot het zoeken van aanvullende informatie/lesmateriaal over het Zuiden Werkende met PJB heb ik kennis kunnen nemen van verschillende standpunten en getuigenissen uit het Zuiden Geen van bovenstaande, aangezien ik al goed op de hoogte was van derdewereldzaken Dit evaluatieformulier is ook als Word-document te downloaden vanaf de website: http://www.cmo.nl/pjb
______________________________________________________________________18