Werkbladen Grafische Techniek Grafische theorie: Project 2
Beste GV2R-leerlingen Voor je ligt het eerste deel van het werkboek grafische theorie. Totaal krijg je 2 van deze werkboekjes, namelijk bij project 1 en 2. Het is de bedoeling dat het eerste werkboek aan het einde de Minorweek wordt ingeleverd, voorzien van bijlage. Je begrijpt natuurlijk dat de antwoorden niet handgeschreven, maar typografisch vormgegeven en uitgewerkt moet worden. De practicumopdrachten dienen op aparte vellen geplakt te worden en bij de opdracht gestopt worden. Op alle bijlage duidelijk vermelden wat het is. Uiteraard worden deze uitgewerkte opdrachten in een mapje gestopt en op tijd ingeleverd. Dit 2e werkboek bestaat uit 14 werkbladen met in totaal: 56 vragen à maximaal 2 pnt. per goed antwoord = 1 uittreksel + 1 checklist à maximaal 10 pnt. per compleet uittreksel = 7 practicumopdrachten à 10 pnt. per goede uitgevoerde opdracht = Vormgeving Deadline gehaald Totaal te behalen punten
Te behalen beoordeling: 0 t/m 116 punten = O (onvoldoende) 117 t/m 156 punten = M (matig) 157 t/m 196 punten = V (voldoende) 197 t/m 236 punten = G (goed)
De inleverdatum van het werkboek is: week 16 (18-22 april 2011)
116 pnt. 20 pnt. 70 pnt. 20 pnt. 10 pnt. 236 pnt.
Werkblad Grafische Techniek Grafische theorie: De voorbereiding Opdracht blz. 28/29 Inleiding: Het aanleveren van kopij is heel belangrijk. Toch wordt kopij aangeleverd met veel taalfouten. Ook tijdens het overtypen worden nogal eens fouten gemaakt. Deze moeten overgelezen worden en daarna gecorrigeerd, daarvoor gebruiken we correctietekens.
Opdracht 1. Corrigeer de bijgaande tekst a.d.h.v. de correctietekens. De correctietekens worden in de regel geplaatst, bij de fout. En voor de regel worden de verbeterde tekens geplaatst. De goede tekst:
De eerste vraag die de vormgever zich bij een opdracht moet stellen is: Welke functie moet dit product vervullen? Niet: Hoe moet het eruit zien: Laat staan: Hoe zal ik het er eens laten uitzien? Huib van Krimpen Vormgever
Voorbeeld: Een eerste vroeg die de vormgever Nog door jou te corrigeren tekst. De 1e vraag die de vormgeefer zig bij een opdragt moet stellen is Welke fuctie moet een produkt vervullen? Niet: Hoe kan het er uit zien: Laat staan: Hoe zullen wij het er eens uit laten zien! Huib van de Kimpen Vormgever
Opdracht 2. Corrigeer de bijgeleverde tekst (op de site) a.d.h.v. de correctietekens. Print de tekst uit. De correctietekens worden in de regel geplaatst, bij de fout. En voor de regel worden de verbeterde tekens geplaatst. Maak hier een scan van en plaats deze in je document. Maak ook de verbeterde tekst in je document.
Werkblad Grafische Techniek Grafische theorie: Kleurentheorie en kleurscheiding Vragen blz. 36 t/m 43 Inleiding: Kleurenafbeeldingen kunnen in de grafische industrie d.m.v. 4 kleuren gedrukt worden. Afgekort spreken we over CMYK.
Vr. 1
Wat zijn de primaire kleuren?
Vr. 2
Hoe worden primaire kleuren ook wel genoemd?
Vr. 3
Welke subtractieve kleuren zijn er?
Vr. 4
Hoe wordt een vier kleurendrukwerk ook wel genoemd?
Vr. 5
Wat zijn rasterhoeken en onder welke hoek worden de drukkleuren geplaatst?
Vr. 6
Geef het verschil aan tussen am-rasters en fm-rasters?
Vr. 7
Wat is een pantone kleurensysteem en waarvoor wordt dit gebruikt?
Vr. 8
Wat verstaan we onder: a. punttoename: b. UCR: c. Achromatische kleurverwijdering: d. Trapping:
Werkblad Grafische Techniek Grafische theorie: Paginaopmaak en opmaakprogramma’s Vragen blz. 54/55 Inleiding: Vormgeving kan niet gebeuren zonder opmaakprogramma’s. Het beheren van opmaakprogramma’s is dan ook de taak van de vormgever.
Vr. 1
Wat is het doel van opmaaksoftware?
Vr. 2
Welke opmaaksoftware is er op dit moment op de markt? Wat zijn de mogelijkheden van deze programma’s t.o.v. de huidige programma’s die we op school gebruiken.
Vr. 3
Wat zijn tekenprogramma’s en welke zijn er?
Vr. 4
Hoe worden bestanden uit tekenprogramma’s opgeslagen?
Vr. 5
Wat is het voordeel van een vectorbestand?
Vr. 6
Welke beeldbewerkingsprogramma’s zijn er?
Werkblad Grafische Techniek Grafische theorie: Bestandsformaten en de digitale workflow Vragen blz. 58/59 Inleiding: Een goed bestandsformaat vergemakkelijkt het gehele proces in de grafische industrie.
Vr. 1
Geef in het kort weer wat de volgende uitdrukkingen betekenen: Let op!!! Niet alleen de naam van de afkortingen. a. DCS:
b. EPS:
c. GIF:
d. JPEG:
e. PDF:
f.
PICT:
g. Postscript:
h. PSD:
i.
TIFF:
j.
Digitale workflow:
k. Prefligting:
l.
RIP:
Werkblad Grafische Techniek Grafische theorie: Druktechniek (diepdruk) Vragen en opdracht blz. 100 t/m 103 + 82/83 Inleiding: Een andere naam voor diepdruk is illustratiedruk. Veel tijdschriften en verpakkingen worden in diepdruk gedrukt.
Vr. 1
Omschrijf de techniek diepdruk.
Vr. 2
Waar wordt diepdruk vooral voor gebruikt?
Vr. 3
Hoe is diepdruk op papier of folie te herkennen?
Vr. 4
Wat zijn de voor – en nadelen van diepdruk?
Opdracht 1
Verzamel een stuk papier of folie gedrukt in diepdruk. Plak dit stuk papier of folie onder deze vragen.
Werkblad Grafische Techniek Grafische theorie: Druktechniek (zeefdruk) Vragen blz. 104 t/m 107 + 83 Inleiding: De draden van de zeefdrukramen zijn volgens schering en inslag geweven. Voor het bedrukken van bijzondere producten en op verschillende materialen wordt vaak voor zeefdruk gekozen.
Vr. 1
Wat is zeefdrukken?
Vr.2
Waarvoor wordt zeefdruk vooral gebruikt? Noem producten!!!
Vr. 3
Wat voor soorten zeefdrukpersen zijn er?
Vr. 4
Wat zijn de voor – en nadelen van zeefdruk?
Werkblad Grafische Techniek Grafische theorie: Druktechniek (hoogdruk/flexodruk) Vragen + opdracht blz. 108 t/m 111 + 80/81 Inleiding: De hoogdruk en flexodruk zijn druktechnieken die met een verhoogd beeld werken. Hoogdruk is een oude techniek die ook wel boekdruk werd genoemd. Flexodruk is echter zeer modern en wordt nog heel veel toegepast.
Vr. 1
Wat verstaan we onder boek – of hoogdruk?
Vr. 2
Hoe zien de drukvormen van hoogdruk en flexodruk eruit?
Vr. 3
Wat zijn de voor – en nadelen van deze druktechnieken? Let op!!!! Zowel voor hoogdruk als flexodruk.
Vr. 4
Hoe herken je aan drukwerk of dit flexodruk is?
Opdracht 1
Verzamel een bedrukt stuk papier of folie dat in flexo gedrukt is. Plak dit stuk papier of folie onder deze vragen.
Werkblad Grafische Techniek Grafische theorie: Soorten papier Opdrachten blz. 126 t/m 129 Inleiding: Bij keuze van papier en drukwerk moet je op zoek gaan naar de juiste papiersoorten. In dit hoofdstuk worden een aantal papiersoorten genoemd en daar gaan we eens naar kijken.
Opdracht 1.
Verzamel minimaal 10 verschillende soorten drukwerk (zoals folders, brochures, briefpapier etc. en probeer er eens achter te komen wat voor papier dit is.
Opdracht 2.
Bekijk de verschillende soorten drukwerk nogmaals en is de juiste papierkeuze gemaakt volgens jou? Waarop heb je het papier en drukwerk beoordeeld?
Plak het gevonden drukwerk op verschillende vellen en verwerk het in dit werkstuk.
Werkblad Grafische Techniek Grafische theorie: De keuze van papier Vragen blz. 130/131 Inleiding: Om de eigenschappen van papier te kunnen blijven waarborgen, moet men regelmatig controleren of het papier voldoet aan de gestelde eisen. Hierover gaan de volgende vragen.
Vr. 1
Wat wordt verstaan onder basisgewicht van papier en hoe wordt dat in Nederland aangegeven?
Vr. 2
In Nederland gebruiken we veel A-formaten voor papier. Wat heeft A4 voor een formaat en wat is A3 voor een formaat. Wat kan je hierbij constateren?
Vr. 3
Wat is een looprichting en hoe wordt het papier uit de papierrol gesneden voor langlopend en breedlopend papier?
Vr. 4
Voor wat voor soort producten wordt het papier dikker gemaakt d.m.v. lucht en hoe noemen we dit papier in Nederland? (let op, dit staat niet in de tekst)
Vr. 5
Er zijn natuurlijk nog veel meer eisen die men aan papier kan stellen. Welke vind jij de belangrijkste en waarom?
Werkblad Grafische Techniek Grafische theorie: Inkt en toner Vragen blz. 136 t/m 139 Inleiding: Ieder drukproces en/of materiaal heeft zijn eigen inkt. Daarbij is het belangrijk om te weten welke inkt gebruikt moet worden.
Vr. 1
Uit welke vier bestanddelen bestaan de meeste inkten?
Vr. 2
Op welke vijf manieren kan inkt drogen? Verduidelijk deze manieren.
Vr. 3
Wat bepaald de keuze van inkt?
Vr. 4
Het gebruik van toner is erg duur, hoe komt dat?
Vr. 5
Vertel iets over inkt en het milieu.
Werkblad Grafische Techniek Grafische theorie: De afwerking en het binden/vouwen Vragen en opdracht en vraag blz. 140 t/m 143 Inleiding: Al het voorgaande werk kan verloren tijd zijn indien er niet vooraf goede afspraken met de nabewerker zijn gemaakt.
Vr. 1
Wat is een dummy en waarvoor dient het?
Vr. 2
Wat is het verschil tussen een messen – en een tassenvouwmachine?
Opdracht 1.
Verzamel de volgende gevouwen vellen: a. 1 x parallel gevouwen folder b. 2x zigzag gevouwen folder c. 2x wikkel gevouwen folder d. Kruisslag gevouwen folder e. Een bijzondere folder met meerdere gecombineerde vouwslagen.
Plak deze folders onder deze vragen.
Werkblad Grafische Techniek Grafische theorie: Andere afwerkingen Opdracht en vragen blz. 152/153
Inleiding: Soms is afwerking een zeer gespecialiseerde werkzaamheid. Dit betekent dat deze bedrijven het vaak goedkoper kunnen produceren dan dat je het zelf kan. Dus wordt dit werk vaak uitbesteed.
Vr. 1
Welke afwerkingen kunnen plaats vinden op een rotatiepers?
Vr. 2
Wat is stansen?
Vr. 3
Vernissen en lamineren zijn 2 afwerkinggebieden, die drukwerk een fraaier aanzien geven. Geef het verschil aan tussen vernissen en lamineren.
Opdracht 1.
Verzamel een stuk gestanst materiaal, een gevernist product en een gelamineerd product.
Plak de gevonden materiaal onder deze vragen.
Werkblad Grafische Techniek Grafische theorie: Postenkosten in kaart brengen Opdracht blz. 168 t/m 177 Inleiding: Het is van groot belang om te weten of je aan een order iets gaat verdienen voordat je er mee gaat beginnen. En natuurlijk wil je achteraf weten of dat ook gelukt is.
Opdracht 1.
Maak een uittreksel van dit hoofdstuk, dit bestaat uit minimaal een half velletje A4.
Werkblad Grafische Techniek Grafische theorie: Kwaliteitscontrole Opdracht blz. 178 t/m 179 Inleiding: Kwaliteitscontrole is heel belangrijk om te zorgen dat je het product krijgt wat je wilt.
Opdracht 1
Maak een checklist voor kwaliteitscontrole. Gebruik als basis de gegevens van dit hoofdstuk. Vul dit aan met wat jezelf belangrijk vind. Het moet in tabelvorm, waarin je goed of fout kan afvinken.