Editie 1:
Onderwijs
editie 1
onderwijs
werkbladen
Na meer dan 25 jaar onderhandelen en redetwisten heeft de wereld acht doelstellingen die door alle leden van de Verenigde Naties, én door de Wereldbank én de Wereldhandelsorganisatie worden onderschreven: de Millennium Development Goals (mdg's). De wereld moet er in 2015 een stuk beter voorstaan dan in het vergelijkingsjaar 1990. Op 8 concreet aangegeven terreinen en met heldere meetpunten. Elk jaar moeten de landen rapport uitbrengen over de gemaakte vorderingen. En dan zou het 'per jaar beter' moeten gaan. Met behulp van 'Per Jaar Beter' controleren leerlingen of dat ook zo is, of we op de goede weg zijn, of we de gestelde millenniumdoelen ook gaan halen. In de werkbladen en op de bijbehorende webstek vinden ze de opdrachten én de benodigde informatie. * * * *
Wat is het doel? Wat was de situatie in 1990? En de situatie nu? Gaan we het doel in 2015 halen?
Versie 2005
‘Per Jaar Beter’
is een project van:
Centrum voor Mondiaal Onderwijs
Centre for International Development Issues Nijmegen
Per Jaar Beter komt tot stand met financiële ondersteuning van de Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling
© 2005 – CMO
Een meester of een juf voor alle kinderen graag! Stel je voor dat je niet kunt lezen en schrijven? Of rekenen? Hoe moet dat dan? In de bibliotheek heb je niets te zoeken. Reisinformatie lezen als je onderweg bent met de trein of bus? Een krant lezen? Vergeet het maar! Zelfs een ansichtkaartje schrijven gaat niet of een SMS-je of een telefoonnummer opzoeken in het telefoonboek. Voor heel veel kinderen is dat de werkelijkheid. De achterstand die ze daarmee oplopen halen ze meestal later niet meer in. Het spreekwoord is “jong geleerd, oud gedaan” maar het omgekeerde geldt ook. “Jong niet geleerd is oud ook niet gedaan”. 115 miljoen kinderen gaan niet naar school of vallen uit nog voor ze hebben leren lezen en schrijven. Naar school gaan is misschien niet altijd even leuk. In Nederland betekent ‘recht op onderwijs’ dat je verplicht bent om naar school te gaan. Maar je leert er ondertussen wel van alles. En met die kennis heb je meer kansen. Op een plek in de samenleving, op werk, op een goed leven. Kansen om te leren lezen, schrijven en rekenen moeten er voor alle kinderen op de wereld zijn. Dat vinden ook alle landen die lid zijn van de Verenigde Naties (de VN). En dat hebben ze in het jaar 2000 vastgelegd in de Millenniumverklaring. In de millenniumverklaring staan verschillende doelen. Deze Per Jaar Beter gaat over het onderwijs. In de Millenniumverklaring staan voor onderwijs de volgende doelen opgeschreven: 1. Alle kinderen van de wereld gaan in 2015 naar de basisschool. 2. In 2005 gaan er overal ter wereld evenveel meisjes als jongens naar een basisschool of school voor voortgezet onderwijs. Nou kun je wel van alles in een verklaring zetten, maar hoe gaat het met de uitvoering. Gaat het ook lukken? Wat doen al die landen eraan? En is dat wel genoeg? Dat gaan jullie onderzoeken! Niet voor alle landen van de wereld, maar wel voor een paar. Je hoeft ook niet zelf allerlei gegevens op te snorren. We hebben op de volgende werkbladen en op de bijbehorende internetpagina’s alles wat je nodig hebt bij elkaar gezet. Je moet het wel zelf bestuderen en er je eigen conclusies uit trekken. Dit onderzoek voer je uit in groepjes en de resultaten daarvan presenteer je aan de klas.
Je vindt informatie over Bolivia, Marokko, Oeganda en India. Over wat er goed gaat en wat er niet goed gaat in het onderwijs. Het zijn alle vier landen in ontwikkeling, maar ze zijn wel heel verschillend. Nederland komt ook aan bod: wat doet Nederland om ontwikkelingslanden te helpen bij het halen van de doelstellingen? Lees de werkbladen goed door. Je vindt er telkens kleine stukjes tekst met een verwijzing naar de website voor extra informatie. Elke landenbeschrijving eindigt met de hoofdvraag. Op de laatste twee bladen wordt de onderzoeksopdracht uitgewerkt.
______________________________________________________________________1
editie 1
onderwijs
werkbladen
Bolivia & Onderwijs •
Het gaat goed in Bolivia
Basisonderwijs is gratis en verplicht voor alle kinderen tussen de zes en veertien jaar. Meer dan de helft van de bevolking bestaat uit indianen. Er worden wel 12 verschillende indianentalen gesproken. Twee daarvan behoren nu ook tot de drie officiële talen: naast Spaans ook Quecha en Aymara. Het streven is om tweetalig les te geven, in het Spaans en een inheemse taal. Er wordt gestreefd naar meer aandacht voor de eigen inheemse culturen van de indianen binnen het onderwijs. Veel plannen dus om het onderwijs grondig te reorganiseren en te moderniseren. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp.
•
Het gaat slecht in Bolivia
Bolivia heeft veel gas in de grond die wordt gewonnen door buitenlandse bedrijven. Daar is veel om te doen. Veel Bolivianen leven onder de armoedegrens. De grote massa ziet dan ook niet graag dat de buitenlandse gasmaatschappijen er met de winst vandoor gaan. Rijkdom en armoede leveren grote problemen op. Rijke drugsbaronnen maken cocaïne van de ‘heilige cocabladeren’ van de arme indiaanse boeren. De regering probeert de drugsproductie te bestrijden. De drugsbaronnen zijn moeilijk aan te pakken. Het is makkelijker om het verbouwen van cocabladeren tegen te gaan. Maar het kauwen op cocabladeren hoort al eeuwen lang tot de gebruiken van de indianen. Het helpt goed tegen hoogteziekte in de bergen waar ze vooral wonen. Ze willen hun bladeren dan ook blijven verbouwen. Ook in het onderwijs zijn er nog genoeg problemen te overwinnen. In de steden is nog geen enkele school zover om meertalig onderwijs te geven. In de afgelegen gebieden gaan veel meisjes niet naar school, omdat de afstanden tussen huis en school te groot en gevaarlijk zijn. De onderwijsvernieuwingen gaan langzaam. Gebrek aan geld, corruptie, verzet door leraren en ouders zijn daar mede oorzaak van. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp.
Carlos wordt gewekt door de eerste zonnestralen die door de muren van adobeklei het huisje binnen dringen. Zijn moeder is al op weg naar de rivier om water te halen voor de thee. Carlos staat op en volgt zijn moeder naar de rivier om er zijn gezicht te wassen met het ijskoude water. Als hij terug komt, is de thee al klaar. Brood is er niet. Dit is zijn ontbijt. Hij stopt zijn schrift en potloden in zijn rugzak en is klaar om samen met zijn vrienden naar school te gaan. Nu zijn broer klaar is met school mag hij diens fiets gebruiken en hoeft hij niet meer uren te lopen. Het is 1,5 uur fietsen van zijn kleine dorp Huaripampa naar zijn school in het grotere dorp Villaque. Op de heenweg door de koude wind van de hoogvlakte en op de terugweg onder de brandende zon. Dat vindt hij zwaarder. De tocht gaat over rotsachtige grond, heuvels en door riviertjes. Even voor acht rijden de jongens onder de schoolpoort door. In keurige rijen stellen alle leerlingen zich op. Een meester zet een oude cassetterecorder aan waaruit het Boliviaanse volkslied klinkt. Hij geeft de maat aan en iedereen zingt mee. Ondertussen hijsen twee leerlingen uit de hoogste klas de vlag. Als de rood-geel-groene vlag wappert en de cassetterecorder zwijgt, is de nieuwe dag op zijn school ‘Collegio de 16 Julio’’ begonnen voor Carlos.
______________________________________________________________________2
editie 1 •
onderwijs
werkbladen
Bolivia – Info
In 1825 wordt Bolivia onafhankelijk. Bolivia is vernoemd naar de grootste vrijheidstrijder van Zuid-Amerika, Generaal Simon Bolivar (hiernaast op de afbeelding). Tot 1980 krijgt het land wel 200 staatsgrepen te verwerken. Regeringen worstelen met de grote armoede, corruptie en de omvangrijke drugsproductie in het land. Bolivia is een van de grootste gasproducenten van Zuid-Amerika. Maar het zijn de buitenlandse bedrijven die de gasvelden bezitten en er de winst van opstrijken. Dit leidt tot hevige protesten onder de bevolking. De meeste Bolivianen wilenl dat Bolivia zelf eigenaar van de gasvelden wordt en de winst in het land blijft. Het kleine, rijke deel van de bevolking vindt dat Bolivia niet zonder de investeringen van de buitenlandse bedrijven kan en dat het zo moet blijven. In 2003 komt Carlos Mesa aan de macht. Hij probeert de gemoederen tot bedaren te brengen met een nieuwe wet. De bedrijven moeten nu veel meer belasting over hun winst betalen. Voor de bevolking is deze wet niet voldoende, ze blijft eisen dat het land zelf eigenaar moet worden van de gasvelden. In juni 2005 laaien de protesten weer hoog op. Carlos Mesa wil geen gewelddadig ingrijpen en treedt daarom af. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp.
•
Bolivia – Onderwijs
Kinderen in Bolivia zijn vanaf hun vijfde jaar leerplichtig, maar toch gaan er veel niet naar school. Zij moeten vaak werken en op broertjes en zusjes passen. Bovendien wonen de indianenkinderen in de regenwouden of de bergen, waar amper toezicht is op de leerplicht. En het officiële onderwijs van Bolivia sluit niet goed aan bij het dagelijkse leven van de indianen uit de arme streken. Met nieuw lesmateriaal is dat allemaal anders geworden. De lesboeken zijn in de eigen taal van de indianenkinderen. En in de lessen worden hun eigen rituelen en andere dingen uit de eigen leefomgeving gebruikt. Zo leren de kinderen bij rekenen lama’s tellen in plaats van auto’s. Op deze manier leren de kinderen hun cultuur en leefomgeving te waarderen. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp.
Ongeveer 57% van de scholen geeft de leerlingen ontbijt op school. Een broodje of een banaan en een glas melk. Op de Boliviaanse hoogvlakte bestaat de dagelijkse hoofdmaaltijd uit wat aardappelen, waterige soep en soms wat vlees of kaas. Het gratis ontbijt is een belangrijke aanvulling op de voeding van de kinderen. En met een gevulde maag leren gaat beter dan met een lege, hongerige maag. Ook de kleine boeren in de omgeving profiteren van dit ontbijt op scholen. Ze kunnen nu meer producten, zoals bananen, verkopen en daarmee vergroten ze hun inkomsten.
Opdracht: het onderzoek In de Millenniumverklaring staan twee doelstellingen op het gebied van onderwijs. Je gaat onderzoeken of die doelen worden gehaald, of het ‘per jaar beter’ gaat: 1. Gaan alle kinderen van Bolivia in 2015 naar de basisschool? 2. Gaan er in 2005 in Bolivia evenveel meisjes als jongens naar een basisschool of een school voor voortgezet onderwijs? Zie voor uitleg en de deelvragen de laatste twee pagina’s van deze werkbladen.
______________________________________________________________________3
editie 1
onderwijs
werkbladen
Marokko & Onderwijs •
Het gaat goed in Marokko
Marokko heeft al vanaf 1963 een leerplichtwet. Vanaf de leeftijd van 7 jaar vallen kinderen onder die wet. In de steden gaat nu 97% van alle kinderen naar school. De klassenfoto hiernaast laat vrolijke jongens en meisjes zien op een school in Tanger. In het onderwijsbeleid van de regering in Marokko ligt de nadruk op deelname van meisjes aan het onderwijs en op het bereiken van kinderen op het platteland door er meer scholen te bouwen. In de wet staat dat scholen niet verder dan 2 kilometer lopen van de leerlingen moet liggen. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp.
•
Het gaat slecht in Marokko
De leerplichtwet in Marokko houdt in dat ouders gestimuleerd worden om hun kinderen naar school te sturen. Niet alle ouders doen dat. In de steden ligt het percentage hoog (97%), maar op het platteland ligt dat veel (wel 20%) lager. En kinderarbeid is nog steeds niet verboden in Marokko. Marokko kent het probleem van de meertaligheid: in Marokko wordt een eigen variant van het Arabisch gesproken, naast het klassiek Arabisch, waarin de Koran is geschreven. Verder is het Frans en het Berbers belangrijk. Er is niet genoeg onderwijsmateriaal voorhanden, zeker niet in de verschillende talen. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp.
•
Marokko – Info
In het Noordwesten van Afrika ligt Marokko. Slechts een smalle zeestraat scheidt dit land van Spanje en Europa. Marokko is een islamitisch land. De meeste mensen spreken Arabisch, of althans een Marokkaanse variant van het Arabisch, anderen spreken ook Berbers of Frans. Marokko is, net als Nederland, een koninkrijk. Marokko heeft van 1912 tot 1956 onder Frans koloniaal bestuur gestaan. En dat is nog steeds te merken. Veel Marokkanen spreken Frans en het is op school een belangrijk vak. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp.
•
Marokko – Onderwijs
Na Marokko’s onafhankelijkheid heeft de nieuwe regering het nodige gedaan op het gebied van onderwijs. Zo werd in 1963 de leerplicht ingevoerd. Het Frans is als officiële taal vervangen door het Arabisch en tegenwoordig mag er ook in het Berbers les worden gegeven. . . . Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp.
______________________________________________________________________4
editie 1
onderwijs
werkbladen
Tanger is een propvolle stad waar moeilijk woonruimte te vinden is. Daar zijn de afgelopen jaren veel plattelandsbewoners naartoe verhuisd. Alles is volgebouwd; speelplaatsen zijn er niet. Veel kinderen leven er op straat, dag en nacht. Ze zijn van huis weggelopen en gaan niet naar school. Ze lopen voortdurend kans om dealers tegen te komen die drugs verkopen of ronselaars die hen als prostituee willen laten werken of hen als slaaf verkopen. In 1995 richt Mounira el Alami in 1995 een opvangcentrum voor straatkinderen op: Darna. Dat betekent: ‘Ons Huis’. Hiervoor richt zij een leegstaand pand in. Sinds het door de eerste straatkinderen die er kwamen, is schoongemaakt en opgeknapt, kunnen 150 kinderen er de dag doorbrengen met spelen en leren. Ze doen veel verschillende dingen. Om er enkele te noemen: ze maken meubels, bakken aardewerk, maken en ontwikkelen foto’s, bakken brood en houden zich bezig met tekenen. Maar vooral leren ze om zelf hun bestaan in te richten en daarbij duidelijke doelen na te streven. ‘Darna’ is uitgebreid met een slaapzaal voor straatkinderen, een dagverblijf voor vrouwen en een kinderboerderij, waar kinderen die van het platteland komen, van alles leren over landbouw. De kinderen die Darna bezoeken, komen uit alle uithoeken van Marokko. Vooral ’s zomers komen er kinderen vanaf het platteland naar Tanger. Dan komen toeristen en Marokkanen die in Europa wonen en werken daar hun vakantie doorbrengen. De kinderen hopen dan een graantje mee te pikken van de euro’s die ze daar uitgeven door voor hen werk te doen. Darna is géén internaat waar kinderen maar af en toe of helemaal niet uit mogen. Ze mogen komen wanneer ze dat willen. De meeste doen dat bijna iedere dag en leren daar veel. Andere komen maar af en toe en ’s zomers vaak helemaal niet.
Opdracht: het onderzoek In de Millenniumverklaring staan twee doelstellingen op het gebied van onderwijs. Je gaat onderzoeken of die doelen worden gehaald, of het ‘per jaar beter’ gaat: 1. Gaan alle kinderen van Marokko in 2015 naar de basisschool? 2. Gaan er in 2005 in Marokko evenveel meisjes als jongens naar een basisschool of een school voor voortgezet onderwijs? Zie voor uitleg en de deelvragen de laatste twee pagina’s van deze werkbladen.
______________________________________________________________________5
editie 1
onderwijs
werkbladen
Oeganda & Onderwijs •
Het gaat goed in Oeganda
Sinds 1986 heeft Oeganda onder Museveni weer een stabiele regering die veel waarde hecht aan onderwijs. De regering heeft programma’s gestart om jongens én meisjes naar de basisschool te laten gaan. Er wordt veel gedaan om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Ouders worden aangespoord om hun kinderen naar school te sturen, ook de meisjes. Kinderen willen graag naar school. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp.
•
Het gaat slecht in Oeganda
Oeganda heeft sinds de onafhankelijkheid in 1962 enorm te lijden gehad onder gewapende conflicten. Sinds de komst van Museveni is de situatie min of stabiel maar in het noorden is nog steeds het ‘Weerstandsleger van de Heer’ actief, een rebellenleger dat angst en terreur zaait. Grote groepen mensen zijn op de vlucht. Op het platteland komt nog veel armoede voor. De bevolking groeit nog steeds, met onder meer als gevolg dat er een tekort aan scholen en gekwalificeerde docenten is. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp.
•
Oeganda-Info
In 1986, het jaar waarop Museveni de macht in Oeganda heeft overgenomen, gingen naar schatting 2 miljoen kinderen naar school. Dertien jaar later, in 1999, is dat al opgelopen tot 6 miljoen. Volgens de Oegandese regering moesten in 2003 alle kinderen naar de basisschool en dat is inderdaad gelukt: bijna 100% van alle kinderen gaat naar school. Een enorme prestatie. Al is er nog wel wat op aan te merken. Zo is op dit moment niet bekend hoeveel kinderen de basisschool ook inderdaad afmaken. De klassen zijn vaak enorm groot, met name in de laagste groepen zitten er soms wel 200 kinderen in één klas. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp.
______________________________________________________________________6
editie 1
onderwijs
werkbladen
Kangume Cissy Op de foto links zie je Kangume Cissy. Ze zit in de hoogste klas van de Kanyawara Lagere School (rechts). Net als alle schoolkinderen in Oeganda draagt ze een schooluniform. Haar school ligt in de buurt van haar dorp, dus ze hoeft niet zover te lopen. Ze is blootvoets. In het regenseizoen zijn de wegen modderig en laat ze haar schoenen thuis. Vooral op het platteland (het grootste gedeelte van Oeganda) moeten kinderen vaak grote afstanden lopen van huis en naar school. Ze hebben het er graag voor over.
•
Oeganda-Onderwijs
De kinderen in Oeganda gaan 7 jaar naar de basisschool. Daarna is er 4 jaar ‘lager’ voortgezet onderwijs, gevolgd door een 2 jaar ‘hoger’ voortgezet onderwijs, de Senior Secondary School. Als je dat allemaal met goed gevolg hebt doorlopen kun je nog 3 tot 5 jaar naar hogeschool of universiteit. In plaats van het lagere voortgezet onderwijs kun je ook een (meestal) 3-jarige beroepsopleiding volgen, bijvoorbeeld voor verpleegster of voor timmerman. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp.
Opdracht: het onderzoek In de Millenniumverklaring staan twee doelstellingen op het gebied van onderwijs. Je gaat onderzoeken of die doelen worden gehaald, of het ‘per jaar beter’ gaat: 1. Gaan alle kinderen van Oeganda in 2015 naar de basisschool? 2. Gaan er in 2005 in Oeganda evenveel meisjes als jongens naar een basisschool of een school voor voortgezet onderwijs? Zie voor uitleg en de deelvragen de laatste twee pagina’s van deze werkbladen.
______________________________________________________________________7
editie 1
onderwijs
werkbladen
India & Onderwijs •
Het gaat goed in India
In 1991 begint de regering van India de economie te hervormen. De regering neemt verschillende maatregelen en dat heeft effect. De economie trekt aan en India speelt een steeds grotere rol in de internationale handel. Vanaf 1992 voert de regering weer een actief beleid dat ervoor moet zorgen dat in 2000 alsnog alle kinderen tussen 6 en 14 jaar lager onderwijs volgen. De meeste inspanningen hiervoor worden geleverd door de regeringen van de 28 deelstaten van India. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp.
•
Het gaat slecht in India
Eind jaren ’90 raakt de succesformule van het regeringsbeleid uitgewerkt en gaat het minder goed met de economie. Ook komt de regering geld tekort en ook de deelstaten hebben niet voldoende inkomsten en moeten dus bezuinigen op de uitgaven. Daardoor wordt de doelstelling om alle kinderen tussen 6 en 14 jaar in 2000 lager onderwijs te geven, niet gehaald. Ook maken nog steeds niet alle kinderen die naar school gaan, hun school af. Opnieuw wordt het streefjaar opgeschoven, nu naar 2005. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp.
Mustafa is 8 jaar en hij woont in Moradabad, niet ver van New Delhi. Hij werkt in een kopergieterij. Daar stookt hij ovens waar het koper wordt gesmolten. Ook giet hij gesmolten koper in vormen, maakt hij vormen leeg en schuurt en polijst die met schuurmachines. Het is heet in de fabriek, meer dan 50 graden C. Het werk is ongezond en gevaarlijk. Arbeiders krijgen soms druppels en splinters metaal op hun lichaam. Die veroorzaken brandwonden en die laten littekens achter. De schuurmachines worden aangedreven met riemen. Als zo’n riem breekt, en dat gebeurt regelmatig, schieten de stukken alle kanten op. Zo is er altijd kans op ongelukken. Mustafa en zijn jonge collega’s werken bijna altijd gehurkt en daardoor groeien ze krom. En dan is er nog het gevaar van de chemische stoffen die in de fabriek worden gebruikt. Die komen in de lucht terecht en op alles in de werkplaats. De kans is groot dat je er ziek van wordt. Mustafa werkt al twee jaar in de fabriek. Hij is nooit naar school geweest en hij kan niet lezen en schrijven. Hij werkt omdat zijn familie niet rond kan komen van wat zijn vader verdient. Mustafa heeft nog drie broertjes.
•
India - Info
India heeft een eeuwenoude geschiedenis. De oudste sporen van beschaving zijn 40.000 jaar oud. Van alle kanten heeft het land invloeden ondergaan. En vanaf het begin van de 16e eeuw zijn er ook de Europeanen. Portugezen, Hollanders, Fransen en Engelsen hebben er allemaal hun vestigingen gehad aan de Indiase kusten. De Engelsen leggen heel India hun wil op. Tot 1947 blijft India een Britse kolonie.
______________________________________________________________________8
editie 1
onderwijs
werkbladen
India kent het kastenstelsel. Dat wil zeggen dat de Indiase samenleving sterk is verdeeld in rangen en standen. In India heten ze ‘varna’s’. Er worden vier varna’s onderscheiden. Bovenaan staan de Brahmanen (priesters), onderaan de Shudra's (de dienstbaren, slaven, werkvolk). Daartussen heb je nog de Kshatriya’s (de vorsten en ridders) en de Vaishya's (boeren en handelslieden). Eigenlijk is er nog een vijfde stand: die van de kastenlozen, de onaanraakbaren (dalits). In de loop van de geschiedenis zijn de varna’s weer opgedeeld in groepen en inmiddels is het kastensysteem een vrij ingewikkeld stelsel. Wat blijft is dat de kaste waarin je geboren bent van groot belang is voor de rest van je leven. En daar is niet iedereen gelukkig mee. Op de afbeelding hiernaast staat ‘Het Kastenstelsel is discriminatie op grond van werk en afkomst. Stop de diep gewortelde discriminatie Nu!’ Het kastenstelsel hangt samen met het hindoeïsme. Hindoes geloven dat je na een goed leven opnieuw geboren wordt in een hogere kaste. Wie niet goed leeft komt na zijn dood terug in een lagere kaste of als dalit. . . . . Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp.
• India – Onderwijs Het onderwijs in India is opgebouwd uit zeven jaar basisonderwijs, drie jaar middenschool, twee jaar hoger onderwijs en drie jaar universiteit. Het basis- en voortgezet onderwijs voor kinderen van vijf tot vijftien jaar is openbaar en er is leerplicht. Toch gaan lang niet alle jongeren naar school en verlaat de helft van alle leerplichtige kinderen al na vier jaar de school. Het onderwijs is weliswaar gratis, maar pennen en schooluniformen moeten door de ouders zelf worden betaald. Veel ouders hebben hier niet genoeg geld voor en ze kunnen hun kinderen ook niet missen bij het werk op het land of in het huishouden. Bovendien twijfelen ouders vaak aan het nut van het onderwijs. Srinivas (13 jaar) woont in de stad Bangalore, in het zuiden van India. Hij werkt als kleermaker. Zijn vader en moeder en zijn broer en zus hebben werk, maar rijk is de familie niet. Integendeel. Srinivas werkt al vanaf zijn zevende. Wel is hij naar school geweest. Als hij zeven jaar is, zwerft hij na schooltijd over straat op zoek naar werk. Hij komt een groep jongens tegen die op vuilnisbelten naar dingen zoeken die nog bruikbaar zijn. Die verkopen ze dan. Srinivas mag mee helpen zoeken en hij verdient daar ongeveer 45 eurocent per dag mee. Daarna begint hij het kleermakersvak te leren.
Opdracht: het onderzoek In de Millenniumverklaring staan twee doelstellingen op het gebied van onderwijs. Je gaat onderzoeken of die doelen worden gehaald: 3. Gaan alle kinderen van India in 2015 naar de basisschool? 4. Gaan er in 2005 in India evenveel meisjes als jongens naar een basisschool of een school voor voortgezet onderwijs? Zie voor uitleg en de deelvragen de laatste twee pagina’s van de werkbladen.
______________________________________________________________________9
editie 1
onderwijs
werkbladen
Wat doet Nederland? Voor de Nederlandse regering is armoedebestrijding het hoofddoel van ontwikkelingssamenwerking. Armoede kan onder andere worden bestreden door de mensen de kans te geven zich te ontwikkelen. Dat begint al vanaf de basisschool. Jammer genoeg gaan er nog veel te veel kinderen niet naar school of kunnen ze hun school niet afmaken. Daarom ondersteunt Nederland vooral ontwikkelingsprojecten op het gebied van onderwijs. In 2007 –is de bedoeling- wordt 15 procent van het totale budget voor ontwikkelingssamenwerking aan onderwijsprojecten besteed. Dat komt neer op ongeveer 600 miljoen euro. Het geld is voor een groot deel bestemd voor verbetering van het basisonderwijs, voor jongens en meisjes. EUR 600 miljoen lijkt een hoop geld, maar je kunt er niet met de hele wereld van samenwerken. Daarom heeft Nederland 16 partnerlanden geselecteerd. Bolivia en Oeganda horen daarbij. Ook werkt Nederland samen met een aantal internationale maatschappelijke organisaties, die zich bezig houden met onderwijsverbeteringen in ontwikkelingslanden. Novib-Oxfam en Plan Nederland bijvoorbeeld, doen namens Nederland mee aan de Global Campaign for Education, een actieplan om de regeringen te herinneren aan de millenniumdoelen op het gebied van onderwijs. In India draagt Nederland bij aan het District Primary Education Programme (DPEP). Dit programma richt zich op de kinderen van de allerarmste mensen. Er worden bijna 1,7 miljoen kinderen bereikt in zes districten. In drie daarvan financiert India het programma zelf. Zo laat het land zien dat het hun ernst is met de onderwijsvernieuwingen. Er wordt met name aandacht besteed aan onderwijs voor meisjes. In Oeganda gaat het geld naar het zogenaamde Poverty Action Fund, ingesteld door de Oegandese regering. Een gedeelte van dat fonds wordt besteed aan verbeteringen in het basisonderwijs. Tot nu toe zijn er 30 duizend nieuwe schoollokalen gebouwd, worden er 8 miljoen nieuwe schoolboeken gebruikt en zijn 30 duizend nieuwe leerkrachten opgeleid. In 1995 begint Bolivia met financiële steun van Nederland onderwijsprojecten in 314 gemeenten. Een belangrijke verbetering is het aanstellen van oudercomités op de 14.000 basisscholen. Deze comités zien toe op het aanstellen en functioneren van onderwijzers, de aanschaf van leermiddelen en computers en de bouw van nieuwe klaslokalen. De comités vertegenwoordigd de ouders, die zo meer betrokken zijn bij het onderwijs van hun kinderen. Ze hebben ook inspraak hoe het ontwikkelingsgeld het best besteed kan worden. Niet alleen de Nederlandse regering doet wat, maar ook de individuele Nederlander. Als de kinderrechtenorganisatie Unicef in 2006 de actie Den Haag Actief organiseert, wordt er € 690.396 ingezameld. Een gedeelte van dat geld gaat naar onderwijsprojecten in Marokko. 125 scholen doen mee, daarmee worden 60 duizend kinderen bereikt. Er komt een handboek voor onderwijzers zodat ze de kinderen beter kunnen leren lezen en schrijven. Lees meer, ga naar www.cmo.nl/pjb. Kies land en onderwerp.
______________________________________________________________________10
editie 1
onderwijs
werkbladen
Opdracht: het onderzoek In de Millenniumverklaring staan twee doelstellingen op het gebied van onderwijs: 1. Alle kinderen van de wereld gaan in 2015 naar de basisschool. 2. In 2005 gaan er overal ter wereld evenveel meisjes als jongens naar een basisschool of een school voor voortgezet onderwijs. De verklaring is het begin. Maar om de doelen te bereiken moet er in de verschillende landen veel werk worden verzet. ‘Hier’, in het Westen en ‘daar’ in het Zuiden. Het ‘PerJaar-Beter-onderzoek’ richt zich niet op de hele wereld, maar op vier landen: Bolivia, Marokko, Oeganda en India. De Millenniumverklaring geeft niet alleen de doelen, maar ook hoe je moet meten of de doelen worden gehaald. Elk land moet over een heleboel meetpunten (de prestatieindicatoren) rapporteren. We hebben gegevens uit die rapporten op de Per-Jaar-Beter-website bij elkaar gezet. Zo helder en overzichtelijk mogelijk. (http://www.cmo.nl/pjb/). Op de website vind je dus de Millenniumdoelstellingen, de prestatie-indicatoren, achtergrondinformatie over de vier landen in dit onderzoek en cijfers over de voortgang. Je vindt er alles wat je nodig hebt om het Per-Jaar-Beter-onderzoek te doen. Het werkt het handigst als de klas wordt verdeeld in groepen en elke groep een land voor zijn rekening neemt. Elke groep heeft al de hoofdvragen. Het antwoord ligt in de toekomst en je hebt geen glazen bol om vooruit te kijken naar het jaar 2005/2015. Dus je kunt ze niet zomaar beantwoorden. Door de hoofdvragen in deelvragen op te splitsen kom je dichter bij het antwoord. In dit onderzoek gebruik je daarvoor de ‘prestatie-indicatoren’ in vraagvorm: Deelvragen bij doelstelling 1: • Hoeveel kinderen staan ingeschreven op een basisschool in 1990 en hoeveel zijn dat er nu*? • Hoe hoog is het percentage leerlingen dat in klas 1 is begonnen en klas 5 heeft bereikt in 1990 en hoe hoog is dat nu? • Hoeveel jongen mensen tussen de 15 en 24 jaar zijn analfabeet in 1990 en hoeveel zijn er dat nu? * Als er ‘nu’ staat is dat misschien wel 2000 of 2001 of 2002. Het gaat om de ‘nieuwste’ cijfers. Deelvragen bij doelstelling 2: • Hoeveel procent van de schoolgaande kinderen is jongen en hoeveel is meisje in 1990? En op dit moment? • Hoeveel meisjes tussen de 15 en 24 jaar kunnen lezen en schrijven in 1990? En hoeveel zijn er dat nu? • Hoeveel jongens tussen de 15 en 24 jaar kunnen lezen en schrijven in 1990? En hoeveel zijn er dat nu?
______________________________________________________________________11
editie 1
onderwijs
werkbladen
De antwoorden op deze deelvragen geven een goed beeld van de vorderingen in de afgelopen jaren. Trek de lijn door naar 2005/2015 en dan kun je waarschijnlijk wel voorspellen of de millenniumdoelen wel of niet gehaald gaan worden. Vergeet niet je conclusie goed te onderbouwen met argumenten.
Presentatie Zoek een goede vorm om de resultaten van het onderzoek aan anderen te presenteren. Je kunt ervoor kiezen er een spreekbeurt van te maken, of een powerpoint-presentatie. Het zou in de vorm van een artikel (voor bijvoorbeeld de schoolkrant) kunnen, of een pagina voor een (school)website. Misschien kun je iets met affiches of met een fototentoonstelling? Zie voor meer suggesties de bijlage op pag. 13-14. Stuur de presentatie in ieder geval naar het CMO. Misschien hebben we er een plaatsje voor op de Per-Jaar-Beter-website. Antwoorden op de deelvragen
.................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... ....................................................................
Conclusie (met argumenten) De kans is groot/klein dat in Bolivia/Marokko/Oeganda/India alle kinderen in 2015 naar de basisschool gaan want:
.................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... De kans is groot/klein dat in Bolivia/Marokko/Oeganda/India in 2005 er evenveel jongens als meisjes naar de basisschool of een school voor voortgezet onderwijs gaan want:
.................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... .................................................................... ______________________________________________________________________12
editie 1
onderwijs
werkbladen
BIJLAGE Suggesties voor presentaties De vorm waarin jullie de resultaten van jullie onderzoek kunnen presenteren, is geheel vrij. We geven hieronder een overzicht van mogelijke presentatievormen, zoveel mogelijk toegespitst op het thema ‘(recht op) onderwijs’. De lijst is niet uitputtend, maar we komen een heel eind. Sommige vormen zijn makkelijker te realiseren dan andere. Een combinatie is natuurlijk ook mogelijk. Als jullie nog een briljant ander idee voor een presentatievorm hebt, mogen jullie die natuurlijk ook gebruiken. Aan jullie de keus. Hoorspel, rollenspel of drama In een hoorspel of gespeelde scène kunnen jullie van alles over onderwijs kwijt. Jullie kunnen bijvoorbeeld naspelen hoe een meisje uit het land dat jullie onderzocht hebben haar vader probeert te overtuigen om haar naar school te laten gaan. Je kunt doen alsof het 2015 is en dat jullie terugkijken op de afgelopen 15 jaren waarin al dan niet succesvol geprobeerd is in het land dat jij onderzocht hebt om ervoor te zorgen dat alle kinderen naar de basisschool gaan. Jullie kunnen het zelfs absurdistisch maken door een zoektocht te organiseren naar het laatste meisje in jullie land dat nog niet naar school gaat (en als ze gevonden is, zijn de millenniumdoelstellingen voltooid), enz. enz. Schrijf wel alle rollen uit en oefen enkele keren van tevoren, voordat jullie het resultaat ‘op de planken’ brengen.
Fotopresentatie of fotoverslag Een foto zegt vaak meer dan duizend woorden. Jullie kunnen proberen foto’s op internet te vinden of de ambassade van het onderzochte land schrijven. Jullie kunnen met de foto’s bijvoorbeeld een collage maken van de goede en slechte dingen die met de onderwijssituatie te maken hebben. Jullie hebben immers al onderzocht en gelezen wat er goed en niet goed gaat in jullie land.
Powerpointpresentatie Jullie kunnen met tekst en beeld ook een Powerpoint-presentatie maken, met uitleg, jullie mening of met stellingen. Zorg dat de presentatie er mooi uitziet en dat de inhoud goed overkomt. Beide zijn in een presentatie belangrijk.
______________________________________________________________________13
editie 1
onderwijs
werkbladen
Reeks stellingen Jullie kunnen jullie standpunt of bevindingen over de situatie in het land dat jullie onderzocht hebben ook toelichten aan de hand van een reeks stellingen. Het is echter niet makkelijk om goede stellingen te bedenken waarin jullie alles wat jullie kwijt willen kunnen stoppen. Stellingen zorgen er wel voor dat er een levendige discussie tot stand kan komen. Gastles Jullie kunnen de stellingen van hierboven ook verwerken in een gastles die jullie aan jullie klasgenoten geven. Maak een lesopzet voor ongeveer een half uur. Geef je klasgenoten informatie over het onderwijs in jullie land en laat ze vragen stellen. Verzin een paar opdrachten waarmee ze met het door jullie gegeven materiaal aan de slag kunnen. Website
Op Kennisnet vinden jullie een handig hulpmiddel om een website te maken: de Websitemaker. Hiermee kunnen jullie al snel een website in elkaar zetten. Kijk op http://websitemaker.scholier.kennisnet.nl/. Denk van tevoren goed na over wat jullie kwijt willen op jullie website. Denk ook goed na over de vormgeving. Op een beeldscherm is het lastig lezen; maak je teksten daarom niet te lang en hou de zinnen kort. Zorg ook voor voldoende plaatjes. Jullie kunnen ook links aanbrengen naar websites die meer informatie geven. En misschien kunnen jullie er animaties of filmpjes aan toevoegen?
Rap of lied Jullie kunnen de conclusies die jullie trekken over de onderwijssituatie in het land dat jullie onderzocht hebben ook proberen te verwoorden in een rap of lied. Collage + mondelinge toelichting Een goede collage is niet makkelijk te maken. Want je moet maar net de teksten en foto’s vinden die precies aansluiten bij jullie conclusies. Wat jullie niet kunnen vinden voor jullie collage kunnen jullie verwerken in een mondelinge toelichting. Jullie kunnen bijvoorbeeld laten zien welke verbeteringen hebben plaatsgevonden in het land dat jullie onderzocht hebben. Of welke verslechteringen, als dat aan de orde is.
Dit zijn nog maar enkele voorbeelden van de mogelijke presentatievormen. Misschien bedenken jullie wel hele andere, zoals een spreekbeurt of een verzonnen verhaal over het onderwijs waarin jullie de conclusies verwerken. Aan jullie de keus om een spannende presentatie te bedenken waarin jullie conclusies goed naar voren komen. Succes!
______________________________________________________________________14
editie 1
__onderwijs
_handleiding
VOOR LEERKRACHTEN Projectopzet Per Jaar Beter bestaat uit twee onderdelen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn: 1. De werkbladen (op papier) met informatie over het betreffende millenniumdoel, de situatie in de vier landen en de activiteiten van Nederland op dit vlak. In de werkbladen staan de onderzoeksopdrachten geformuleerd, die leerlingen groepsgewijs moeten uitvoeren, één land per groep. 2. De a. b. c. d. e. f. g. h. i. j.
website (http://www.cmo.nl/pjb/) met: aanvullende informatie over millenniumdoelen; aanvullende informatie over prestatie-indicatoren; de positieve ontwikkelingen per land de te nemen hindernissen per land concrete verhalen van mensen in het zuiden de gegevens per land op elk van de relevante prestatie-indicatoren landeninformatie algemeen en specifiek (rond het betreffende millenniumdoel) interactieve elementen als ‘vraag het de deskundige’ en e-mailformulieren verwijzingen downloadpagina
Verschenen en nog te verschijnen edities 1) Onderwijs 2) Armoede 3) Toegang tot veilig drinkwater 4) Kindersterfte 5) Eerlijk handel 6) Leefomstandigheden van krottenwijkbewoners 7) Hiv/aids 8) Duurzame ontwikkeling en natuurlijke hulpbronnen 9) Moederzorg 10) Schuldenvraagstuk 11) Malaria en andere ziekten 12) Overdracht van nieuwe technologieën
Doelgroep Leerlingen van de basisvorming in het voortgezet onderwijs (12-15 jaar) en hun Leerkrachten. De verschillende edities sluiten aan bij de vakken biologie (domein ‘mensen in hun omgeving’), aardrijkskunde (domein ‘De wereld’) en economie (domein ‘de leerling als burger’). Daarbij sluit Per Jaar Beter goed aan bij het TVS-model (toepassing, vaardigheden en samenhang), gezien het feit dat leerlingen zelfstandig onderzoek moeten doen en eigen conclusies moeten trekken.
______________________________________________________________________15
editie 1
__onderwijs
_handleiding
Doelstellingen Leerlingen verdiepen zich in één of meer millenniumdoelstellingen. Aan de hand van concrete casestudies bekijken leerlingen de situatie in een land in Noord-Afrika, een land in Zuidelijk Afrika, een land in Azië of een land in Latijns Amerika. Daarnaast zien leerlingen wat Nederland aan het bereiken van de millenniumdoelstelling bijdraagt. Leerlingen onderzoeken zelfstandig de indicatoren die bij de betreffende millenniumdoelstelling horen. Leerlingen trekken zelf hun conclusies of de millenniumdoelstelling(en), op onderdelen en in zijn totaliteit, gehaald gaan worden.
Werkwijze Verdeel de klas in vier groepen, naar analogie van de vier landen. Als de groepen te groot worden, kunt u twee groepen ook onafhankelijk van elkaar aan hetzelfde land laten werken. Laat elke groep aan de slag gaan met inleidend werkblad 1. Vervolgens gaat de groep die zich bezig gaat houden met Bolivia aan de slag met de werkbladen 2 en 3, de groep voor Marokko met de werkbladen 4 en 5, de groep voor Oeganda met de werkbladen 6 en 7 en de groep voor India met de werkbladen 8 en 9. De teksten op de werkbladen vormen slechts een inleiding op het thema. Meer informatie kunnen de groepen vinden op de internetsite van het project: www.cmo.nl/pjb/ Daar vinden de leerlingen achtergrondinformatie over het land dat ze gaan onderzoeken, de successen en hindernissen die het land ondervindt bij zijn streven om het betreffende millenniumdoel te gaan halen en verhalen die weergeven welke uitwerking dat streven heeft op het dagelijks leven van mensen in dat land. Alle groepen lezen ter vergelijking met hun eigen land werkblad 10 over wat Nederland op het terrein van millenniumdoelen doet. Het onderzoek doen de groepen allemaal aan de hand van werkblad 11 en het verslag en presentatie aan de hand van werkblad 12. Werkblad 13 en 14 dienen als bijlage en geven leerlingen suggesties voor mogelijke presentatievormen. De al genoemde website geeft ook achtergrondinformatie en nieuws rondom de millenniumdoelen en bruikbare externe links.
______________________________________________________________________16
editie 1
__onderwijs
_handleiding
Deel van de openingspagina van de website van Per Jaar Beter: http://www.cmo.nl/pjb/
E-mail-attendering
Het Centrum voor Mondiaal Onderwijs biedt u de mogelijkheid om geïnformeerd te worden over het verschijnen van nieuwe edities van Per Jaar Beter. Het enige dat u daarvoor hoeft te doen is een e-mail te sturen naar
[email protected] met als onderwerp ‘Houd mij op de hoogte van het verschijnen van nieuwe edities van Per Jaar Beter’.
______________________________________________________________________17
editie 1
__onderwijs
_handleiding
Evaluatieformulier 1. Het gebruik van een editie van Per Jaar Beter • Hoe vaak gebruikt u Per Jaar Beter? • Hoe gebruikt u Per Jaar Beter? Als onderdeel van een reguliere les Als een speciale les geheel gewijd aan het onderwerp van PJB Anders: • Gebruikt u de aangereikte lessuggesties of ontwikkelt u (ook) eigen lessuggesties? Ik gebruik de aangereikte lessuggesties (onderzoeksopdracht) Ik gebruik ook eigen lessuggesties Ik gebruik alleen eigen lessuggesties 2. Redenen om Per Jaar Beter te gebruiken • Graag aanvinken wat voor u van toepassing is: Aandacht in de media Actualiteit van het onderwerp Sluit aan bij het niveau van mijn leerlingen Sluit aan bij de thema’s waarmee ik in de klas bezig ben Sluit aan bij het curriculum Anders: 3. Impact op de leerlingen • Vinden leerlingen het leuk om met PJB te werken? • Zo ja, waarom? • Bieden de PJB’s leerlingen de gelegenheid om een link te leggen tussen hun eigen leven en dat van mensen in het Zuiden? Hoe? • In welke mate kunnen leerlingen de denkbeelden en vaardigheden die ze ontwikkelen door te werken met PJB ook toepassen op andere verhalen/lessen over het Zuiden? • In welke mate verandert het werken met PJB de beeldvorming over het Zuiden? • Denkt u dat uw leerlingen meer geïnteresseerd zijn in het zoeken van aanvullende informatie over het Zuiden? • Zijn er enige tastbare resultaten die het resultaat zijn van het werken met PJB? 4. Enkele andere kwesties • Laat u exemplaren van PJB aan andere docenten zien? Gebruiken zij die ook? • Gebruikt u de informatie van de bijbehorende website? • Wijst u leerlingen op het bestaan van de website? 5. Enkele stellingen • Welke van de volgende stellingen kunt u onderschrijven? Werken met PJB heeft me meer vertrouwd gemaakt met derdewereldzaken Werken met PJB heeft mijn kennis van derdewereldzaken vergroot Werken met PJB heeft me aangezet tot het zoeken van aanvullende informatie/lesmateriaal over het Zuiden Werkende met PJB heb ik kennis kunnen nemen van verschillende standpunten en getuigenissen uit het Zuiden Geen van bovenstaande, aangezien ik al goed op de hoogte was van derdewereldzaken Dit evaluatieformulier is ook als Word-document te downloaden vanaf de website: http://www.cmo.nl/pjb/
______________________________________________________________________18