BEELD EN GELUID
© STICHTING KENNISNET/ CMO
WERKBLADEN - 1
BEELD EN GELUID Tv-geschiedenis Nipkow vond in 1884 een manier uit om beelden via een draad te versturen. Hij gebruikte hiervoor een ronddraaiende schijf met gaten en fotocellen (dat zijn cellen die stroom beter doorgeven als ze in het licht komen).
De gaten in de ronddraaiende schijf zijn zo aangebracht dat steeds een gedeelte (een lijn van boven naar beneden) van het op te nemen voorwerp wordt afgetast. In het begin werd het beeld opgebouwd uit ongeveer 30 verticale beeldlijnen. John Logie Baird gebruikt in 1925 dit idee om draadloos beelden over te zenden. In 1926 geeft hij de eerste demonstratie in zijn laboratorium in Londen. Zie rechts een van de eerste tv-beelden. Met de uitvinding van de ionoscoop (het hart van de beeldbuis) raakt de ontwikkeling van de televisie in een stroomversnelling. Door uitvindingen van Farnsworh en Zworykin lukt het om elektronische televisies te maken. De opnamen worden gemaakt met een camerabuis en ze worden bekeken met een beeldbuis. Deze nieuwe techniek wordt verder verbeterd en op den duur zijn uitzendingen met meer dan 400 beeldlijnen mogelijk. Omdat het beeld opgebouwd is uit zoveel lijnen is de kwaliteit stukken beter. De beeldschermen worden steeds groter. Vanaf dan kunnen mensen samen naar de televisie kijken. Zo worden de Olympische Spelen van 1936 via een gesloten systeem uitgezonden. De Engelse BBC begint in 1936 twee maal per week uit te zenden. Er zijn dan nog maar enkele duizenden gezinnen met een tv. De uitzendingen zijn nog in zwart-wit, net als de films uit die tijd. In Nederland geeft Philips in 1938 een demonstratie op de Voorjaarsbeurs in Utrecht. Ook in de VS is men bezig met tv-experimenten. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog stokt de ontwikkeling van het nieuwe medium. Pas in 1948 hervat Philips de experimenten. In 1951 komen er regelmatig uitzendingen vanuit Bussum. Uitvinders werken samen met grotere bedrijven aan een nieuwe uitdaging: kleurentelevisie. In 1954 zijn in de VS de eerste uitzendingen in kleur. In een aantal Europese landen beginnen in 1967 kleurenuitzendingen. 1. Meet de grootte van een aantal beeldschermen. Wat is de verhouding breedte/hoogte? 2. Beschrijf de tv-zenders die je thuis kunt ontvangen. Maak een top 5. Met het oog op de toekomst
© STICHTING KENNISNET/ CMO
WERKBLADEN - 2
BEELD EN GELUID Door nieuwe technieken worden de apparaten steeds compacter. Ook gaan ze minder snel kapot en gebruiken ze minder stroom. Het beeld en geluid wordt steeds beter. Ook kunnen steeds meer apparaten samen met de tv gebruikt worden, zoals videorecorders, dvd-spelers en digitale camera’s. Steeds is de industrie bezig met het maken van tv’s van een steeds betere kwaliteit en meer mogelijkheden. Er komen steeds meer tv-zenders en er komen meer mogelijkheden om tv-signalen te ontvangen. De verschillen mogelijkheden om televisie te ontvangen zijn: * Via de ether (antenne op het dak) * Via de Centrale Antenne Inrichting (CAI) * Digitaal via de ether (Digitenne, DVB) * Via de satelliet (Schotelantenne) * Via internet (Breedband ADSL of kabelinternet) België en Nederland zijn de dichtst bekabelde landen van de wereld. Alleen verafgelegen huizen hebben geen kabel. De kabel kan gebruikt worden voor radio, televisie, internet, telefoon, bewaking en films op bestelling. Massamedium Televisie en radio verkleinen afstanden enorm. De mens kan in korte tijd zijn stem rond de wereld zenden. In rechtstreekse uitzendingen kan de tv laten zien wat ergens anders gebeurt. We maken kennis met mensen, dieren, landstreken die we nooit eerder gezien hebben. TV is al jaren een massamedium. Het bijzondere van tv is dat honderdduizenden, soms miljoenen mensen op hetzelfde moment naar hetzelfde programma kijken. Bij een belangrijke voetbalwedstrijd zijn de straten leeg. Volgens mediadeskundigen gaan tv en internet steeds meer op elkaar lijken. Je kunt bijvoorbeeld nu al sommige tvprogramma’s via internet bekijken. Zie bijvoorbeeld ‘uitzending gemist’ bij http://www.omroep.nl 3. In de toekomst zullen er apparaten komen die tv, internet, telefoon enzovoort zullen combineren. Hoe ziet jou “media-apparaat” van de toekomst eruit en wat kan je er allemaal mee? 4. Ga naar de site van beeld en geluid: http://www.beeldengeluid.nl. Bekijk enkele oude tv-uitzendingen. Noem verschillen met nu. 5. Kijk je liever samen of alleen naar de tv? Welke programma’s kijk je samen? Welke alleen? 6. Maak een televisiedagboek. Schrijf de programma’s op waar je deze week naar kijkt. Geef een korte beschrijving en je mening.
© STICHTING KENNISNET/ CMO
WERKBLADEN - 3
BEELD EN GELUID Tv in Nederland Erik de Vries doet vanaf 1930 in het laboratorium van Philips de eerste proeven met televisie. In 1935 vindt onder zijn leiding de eerste testuitzending plaats. In 1938 wordt televisie op de Jaarbeurs gepresenteerd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog worden weinig tv-experimenten gedaan. Na de oorlog gaat de Vries weer bij Philips werken. Van 1948 tot 1951 leidt hij 264 experimentele uitzendingen. Later werkt hij als tv-regisseur en als opleider van tv-regisseurs. Ook doet hij experimenten met kleurentelevisie. Officiële tv in Nederland Op dinsdag 2 oktober 1951 verzorgt de NTS (Nederlandse Televisie Stichting, voorloper van de NOS) vanuit haar studio in Bussum de eerste officiële televisie-uitzending in Nederland. Op het programma staan toespraken en het toneelspel De Toverspiegel. Tijdens het spel beleven de kijkers meteen een storing van 3 minuten. Er staan in Nederland 500 tv's. Het wonderkastje kost 1200 gulden (= € 545,-).
1951 cafézaal met tv
Een miljoen kijkkastjes Televisie wordt snel populair. In 1957 zijn er al 100.000 toestellen in gebruik, vier jaar later wordt het eerste miljoen bereikt. In 1958 wordt de zendtijd uitgebreid tot 12 uur per week. Twee jaar later wordt dat 18 uur en in 1962 kan er wekelijks al 30 uur televisie gekeken worden. De Nederlandse huiskamer gaat er heel anders uitzien. Centraal punt is nu het kijkkastje. Mensen die in het bezit van een toestel zijn, krijgen er opeens vele vrienden bij. T tv uit 1956
Een populaire uitzending doet hun huiskamers volstromen. Als in 1958 het eerste kijkersonderzoek gehouden wordt, zijn er al verschillende programma's die meer dan een miljoen kijkers trekken. Een bekend programma uit die tijd is 'Pension Hommeles', geschreven door Annie M.G. Schmidt en uitgezonden door de VARA. Ook Nederlandstalige showen spelprogramma’s worden erg populair. Van de serieuze programma's kan alleen het NTSjournaal (sinds 1956) zich in een even grote kijkdichtheid verheugen.
tv uit 1961
© STICHTING KENNISNET/ CMO
WERKBLADEN - 4
BEELD EN GELUID Kijkgeld Tv-maken is duur. Daarom voert de staat in 1956 kijkgeld in. Voor iedere tv moet 30 gulden (= € 13,61) kijkgeld per jaar betaald worden. Luistergeld (voor de radio) was in 1941 door de Duitsers ingevoerd. Een andere naam voor kijk- en luistergeld is omroepbijdrage. In 2000 is het kijk- en luistergeld afgeschaft. Het geld komt nu uit de Nederlandse schatkist. Hiervoor zijn de belastingen iets verhoogd. Een huishouden in Nederland betaalt (via de belastingen) ca. € 90 per jaar, voor drie televisienetten, vijf radiozenders en de internetsite van de omroepen. Andere inkomsten komen uit contributies van leden van diverse omroepen en vanaf 1967 uit reclame. De zendtijd breidde ieder jaar uit en er kwamen nieuwe tv-netten (Nederland 2 in 1964, Nederland 3 in 1988). Omroepverenigingen De eerste omroepverenigingen bestaan sinds de begintijd van de radio (1923). Een aantal groeperingen wil eigen programma’s op de radio. Er komen omroepverenigingen voor christenen, katholieken en arbeiders. Ook komt er een algemene omroepvereniging. Met het geld van het lidmaatschap worden de programma’s en de zenders betaald. Later geeft iedere omroepverenging een programmagids uit. Door de komst van de televisie zien de omroepen nieuwe mogelijkheden. Ze verenigen zich in de NTS (Nederlandse Televisie Stichting). Steeds meer groepen werden enthousiast om hun meningen te laten horen en zien! Er komen nu nog steeds nieuwe omroepverenigingen bij. Grote omroepverenigingen krijgen meer zendtijd dan de verenigingen met weinig leden. Naast de grote omroepverenigingen met leden zijn er een aantal omroepen zonder leden. Deze hebben culturele (NPS), educatieve (Teleac, NOT en RVU) of religieuze programma’s (OHM). De NOS is een overkoepelende stichting die onder andere nieuws en sport uitzendt. Commerciële zenders Vanaf 1989 is er een aantal commerciële zenders bijgekomen. Deze omroepen krijgen geen bijdrage van de Nederlandse staat zoals de publieke omroepen dat krijgen. Ze betalen hun programma’s met geld uit reclame, sponsoring, winkelprogramma’s, belspelletjes en sms-en. Deze zenders hebben als doel om winst te maken. Hoe meer mensen kijken, hoe meer geld ze voor hun reclametijd kunnen vragen. Daarom zenden ze vooral programma’s uit waar veel mensen naar kijken, zoals soaps, actieseries, spelletjes, muziekprogramma’s en tv-shows. 1. Maak een recensie van een aflevering van je favoriete tv-programma. 2. Zoekopdracht: wat betekenen de letters in AVRO, BNN, EO, KRO, NCRV, TROS, VARA, VPRO? 3. Bij sommige programma’s werken de omroepen samen. Zoek in een tvgids op welke dat zijn.
© STICHTING KENNISNET/ CMO
WERKBLADEN - 5
BEELD EN GELUID Tv-programma’s Goed nieuws, slecht nieuws Goed nieuws is geen nieuws. De meeste mensen zijn geïnteresseerd in overstromingen, bosbranden, orkanen, aardbevingen, ongelukken, oorlogen en moorden. Het nieuws kan elke dag via verschillende televisiezenders worden gevolgd. Het opvallende aan al die nieuwsuitzendingen is dat ze bijna allemaal dezelfde onderwerpen bevatten. Wat in een nieuwsuitzending komt, is voor de meeste kijkers ‘het’ nieuws. Omgekeerd: wat niet in een nieuwsuitzending komt, is geen nieuws. Een nieuwsuitzending bepaalt dus in grote mate waarover we ons druk over (behoren te) maken. Nieuwswaarde Journalisten en radio- en tv-makers vinden dat nieuws voor veel mensen interessant moet zijn. Maar niet iedereen vindt hetzelfde interessant. De samenstellers van nieuwsprogramma’s zoeken nieuws met de grootste nieuwswaarde. De nieuwswaarde is hoger als: • Het bericht gaat over iets wat pas gebeurd is, of nog aan de gang is. • De gebeurtenis belangrijk is. Meestal worden vervelende gebeurtenissen belangrijker gevonden dan goed nieuws. • De kijker erbij betrokken is. Omdat het ‘dichtbij’ is. Daarom komen er steeds meer ‘binnenlandse’ onderwerpen in het nieuws. Er zijn nieuwsprogramma’s die alleen maar nieuws uit Nederland laten zien. Sport in beeld en geluid Sinds de begintijd van de tv wordt er sport uitgezonden, bijvoorbeeld van de Olympische Spelen sinds 1936, Wimbledon sinds 1937. Het eerste verslag van een voetbalwedstrijd komt vanuit het Arsenalstadion in Londen (1937). Vooral voetbal trekt veel kijkers. Voor de eerste live-voetbalwedstrijd van Nederland tegen België (1953) moet de NTS (de voorloper van de NOS) 500 gulden betalen. De omroepen moeten nu fors betalen voor het uitzenden van een belangrijke voetbalwedstrijd (een wedstrijd van het Nederlandse elftal kost nu tussen de € 500.000 en € 900.000). Ze proberen dit met veel dure reclameblokken rondom de wedstrijden terug te verdienen. Andere programma’s Oorspronkelijk is tv in Nederland bedoeld om de mensen wat te leren. Televisie zou de wereld beter maken. De uitwisseling van informatie en beelden zou tot meer begrip leiden. Al spoedig blijkt dat de kijkers niet zitten te wachten op informatieve programma’s. Ze willen vooral geamuseerd worden. Later zijn er wel programma’s gekomen waar je wat van kunt leren. Bijvoorbeeld Teleac-cursussen, het Klokhuis en School-tv. 1. Wat is nieuws volgens jou? 2. Geef een voorbeeld van een ‘goed nieuws’-item. 3. Vergelijk het NOS-journaal, het Jeugdjournaal en het RTL4-nieuws. Maak van iedere nieuwsuitzending een lijst met onderwerpen. 4. Maak met behulp van een tv-gids een indeling van soorten tv-programma’s. Geef van iedere soort een voorbeeld.
© STICHTING KENNISNET/ CMO
WERKBLADEN - 6
BEELD EN GELUID Reclame Wat is reclame? Het woord reclame is afgeleid van het Latijnse woord ‘reclamare’ dat ‘steeds weer schreeuwen’ betekent. Denk maar een marktkoopman die luidkeels zijn producten, bijvoorbeeld fruit, aanprijst. Zijn bedoeling is om zoveel mogelijk te verkopen. Dit is ook de bedoeling van reclame. De maker van een product (= producent) probeert je zo ver te krijgen dat je alleen zijn merk aanschaft, of dat je een bepaald product gaat gebruiken. Het product moet dus opvallen tussen soortgelijke producten. Het product moet er goed uitzien en de verpakking moet er flitsend en herkenbaar uitzien. Om kopers over de drempel te halen en de concurrenten dwars te zitten, wordt regelmatig met de prijs gestunt. TV en reclame Sinds 1967 worden reclamespots op de Nederlandse tv uitgezonden. Behalve reclamespots zijn er nog andere vormen van reclame op tv. Sommige programma’s mogen gesponsord worden. Je ziet dan bij het begin van het programma: ‘Dit programma wordt mede mogelijk gemaakt door … ‘. Een andere vorm van reclame is sluikreclame. Bij sommige soaps en hobbyprogramma’s komen merknamen opvallend in beeld. Kijkcijfers en reclame Het is voor televisiemakers erg belangrijk te weten hoeveel mensen naar hun programma kijken. Daarom wordt dagelijks nagegaan hoeveel mensen naar een programma kijken. Als er heel veel mensen kijken, weten televisiemakers dat ze goed bezig zijn. Als er weinig mensen kijken, weten ze dat ze het programma beter moeten maken. Als de kijkcijfers te laag blijven, kan het gebeuren dat programma’s worden geschrapt. De kijkcijfers zijn ook belangrijk voor het bepalen van de prijzen van de reclamezendtijd. Als er veel mensen kijken, moet de adverteerder veel betalen. Als er weinig kijken minder. Stichting Ideële Reclame (SIRE) SIRE maakt onder andere op tv gratis reclame om problemen en gevaren in het dagelijks leven tegen te gaan. Bijvoorbeeld over eenzaamheid, kindermishandeling, drankmisbruik en de gevaren van vuurwerk.
1. Meet hoeveel minuten reclame tussen 18.00 en 19.00 op een van de Nederlandse tv-zenders wordt uitgezonden. 2. Via welke media of op welke manieren wordt er ook reclame gemaakt? 3. Veel gebruikte reclamewoorden zijn: gratis, uniek, vernieuwd en actie. Kijk rond 19.00 uur naar een blok reclamespots. Schrijf de typische reclamewoorden op. 4. Bedenk een product en een merknaam. Ontwerp een spotje voor je product. 5. Bedenk een goed doel. Maak hier een reclamespot voor.
© STICHTING KENNISNET/ CMO
WERKBLADEN - 7