Werkbladen voor leerlingen
Voornaam
Groep
Achternaam
Datum
Magneetpolen Leerdoel: Begrijpen hoe de positieve en negatieve magnetische polen duw- en trekkrachten kunnen aantonen.
1. Noem vijf voorwerpen die een magneet aantrekt. NIVEAU 1
2. Hoe worden de uiteinden van een magneet genoemd?
1. Aan welk soort metaal zal een magneet zich hechten? NIVEAU 2
2. Wat gebeurt er als gelijke polen van een magneet dicht bij elkaar geplaatst worden?
1. Aan welk soort metaal zal een magneet zich hechten?
NIVEAU 3
2. Wat gebeurt er als gelijke polen van een magneet dicht bij elkaar geplaatst worden? Welke krachten worden gegenereerd?
Som de geleerde sleutelwoorden op en beschrijf hun betekenis.
1
Werkbladen voor leerlingen
Voornaam
Groep
Achternaam
Datum
2
Een kompas maken Leerdoel: Een kompas kunnen maken en noord- en zuidpolen bepalen.
1. Noem twee dingen in je school die vanaf waar jij je nu staat/zit naar het noorden gericht zijn. NIVEAU 1
2. Als je op de Noordpool zou zijn, op welk uiteinde van de aardmagneet zou je dan staan?
NIVEAU 2
1. Noem twee dingen in je school die zich vanaf waar jij je nu bevindt in noordelijke richting bevinden. Als je je naar een ander deel van de school verplaatst, bevinden deze dingen zich dan nog steeds in noordelijke richting van jou?
2. Als je op de Noordpool zou zijn, op welk uiteinde van de aardmagneet zou je dan staan? Kun je uitleggen waarom?
1. Gebruik het kompas om naar het noorden te kijken en maak een schets van je klaslokaal, als een kaart. NIVEAU 3
2. Waarom denk je dat twee balletjes samen gebruikt worden om het kompas te maken.
Som de geleerde sleutelwoorden op en beschrijf hun betekenis.
Werkbladen voor leerlingen
Voornaam
Groep
Achternaam
Datum
3
Magnetische krachten in de balletjes Leerdoel: Begrijpen hoe de magnetische duw- en trekkrachten in de balletjes te verminderen.
1. Wat gebeurt er wanneer je twee sets met elk een waarde van -2 naast elkaar plaatst? NIVEAU 1 -2
-2
2. Wat gebeurt er als je twee sets, één met een waarde van +2 en de ander met een waarde van -2 naast elkaar plaatst?
+2
-2
1. Wat gebeurt er wanneer je twee sets met elk een waarde van -2 naast elkaar plaatst? Verklaar je antwoord. NIVEAU 2 -2
-2
2. Wat gebeurt er als je twee sets, één met een waarde van +2 en de ander met een waarde van -2 naast elkaar plaatst? Verklaar je antwoord.
+2
-2
1. Schrijf regels op om uit te leggen wat er met de sets gebeurd wanneer ze naast balletjes met verschillende waarden geplaatst worden. NIVEAU 3
2. Wat gebeurt er wanneer een balletje met een waarde van nul een andere bal met een waarde van nul raakt?
Som de geleerde sleutelwoorden op en beschrijf hun betekenis.
Werkbladen voor leerlingen
Voornaam
Groep
Achternaam
Datum
4
Magnetische levitatie Leerdoel: Begrijpen dat gelijke polen elkaar afstoten, en begrijpen wat magnetische levitatie inhoudt.
NIVEAU 1
1. Wat is de afstand tussen de zwevende staven? Kun je een manier bedenken om dit te meten? Leg dit hieronder met een schema uit.
1. Wat gebeurt er als je meer staven aan de buis toevoegt? NIVEAU 2
2. Wat is de totale zweefafstand met drie staven? Kun je een manier bedenken om dit te meten? Leg dit hieronder met een schema uit.
1. Als 3 of meer staven worden toegevoegd, is de ruimte tussen elke twee staven dan gelijk? Kun je een manier bedenken om dit te meten en je theorie te bewijzen? Beschrijf dit hieronder. NIVEAU 3
2. Kun je praktische toepassingen bedenken voor magnetische levitatie of veren?
Som de geleerde sleutelwoorden op en beschrijf hun betekenis.
Werkbladen voor leerlingen
Voornaam
Groep
Achternaam
Datum
5
Toevoeging van polariteiten Leerdoel: Begrijpen van de effecten van het verhogen en verlagen van de magnetische krachten in de balletjes.
1. Wat gebeurt er als je de balletjes dicht bij elkaar plaatst? NIVEAU 1 -1
+4
1. Wat gebeurt er als je de balletjes dicht bij elkaar plaatst? Verklaar je antwoord. NIVEAU 2 -1
+4
2. Teken en beschrijf een soortgelijke set met slechts twee balletjes die elkaar afstoten of duwkrachten vertonen.
1. Wat gebeurt er als je de balletjes dicht bij elkaar plaatst? Verklaar je antwoord. Hoe zou je de aantrekkingskracht tussen de balletjes verhogen of verlagen? NIVEAU 3 -1
+4
2. Hoe kun je er met meerdere staven voor zorgen dat twee balletjes elkaar afstoten? Teken je antwoord hieronder en geef een korte uitleg.
Som de geleerde sleutelwoorden op en beschrijf hun betekenis.
Werkbladen voor leerlingen
Voornaam
Groep
Achternaam
Datum
Eenvoudige constructies Leerdoel: Het maken van eenvoudige constructies.
1. Leg uit waarom een vierkant een zwakke geometrische figuur is. NIVEAU 1
1. Leg uit waarom een driehoek een sterke geometrische figuur is. NIVEAU 2
1. Leg (met schetsen) uit hoe je van een vierkant een veel sterkere figuur kunt maken.
NIVEAU 3
Som de geleerde sleutelwoorden op en beschrijf hun betekenis.
6
Werkbladen voor leerlingen
Voornaam
Groep
Achternaam
Datum
7
Regelmatige veelhoeken maken Leerdoel: Weten wat een regelmatige veelhoek is en hoe een reeks figuren te maken.
1. Teken 3-,4-,5- en 6-zijdige regelmatige veelhoeken en voorzie ze van een aanduiding. NIVEAU 1
1. Teken 3-,4-,5- en 6-zijdige regelmatige veelhoeken en voorzie ze van een aanduiding. NIVEAU 2
2. Teken 3-,4-,5- en 6-zijdige onregelmatige veelhoeken en voorzie ze van een aanduiding.
NIVEAU 3
1. Teken 3-,4-,5- en 6-zijdige regelmatige veelhoeken en voorzie ze van een aanduiding. Voeg in elke figuur de binnenhoeken toe.
Som de geleerde sleutelwoorden op en beschrijf hun betekenis.
Werkbladen voor leerlingen
Voornaam
Groep
Achternaam
Datum
8
3-dimensionale (3D) constructies Leerdoel: Begrijpen hoe met behulp van eenvoudige veelhoeken een constructie gevormd kan worden.
1. Leg uit wat een constructie is. NIVEAU 1
1. Leg uit wat een constructie is. NIVEAU 2
2. Teken hieronder een constructie. Voorzie een aantal eenvoudige figuren van een aanduiding.
1. Leg uit wat een constructie is.
NIVEAU 3
2. De kubus hieronder is geen sterke constructie. Hoe kun je deze constructie sterker maken? Tekenen je ideeën en leg uit waarom ze sterker gemaakt zijn.
Som de geleerde sleutelwoorden op en beschrijf hun betekenis.
Werkbladen voor leerlingen
Voornaam
Groep
Achternaam
Datum
9
Complexe 3D-constructies Leerdoel: Begrijpen hoe je 3D-figuren vormt.
1. Geef op de kubus hieronder de hoekpunten, ribben en vlakken aan en vermeld de totalen. NIVEAU 1
1. Geef op de piramide met een driehoekig grondvlak hieronder de hoekpunten, ribben en vlakken aan en vermeld de totalen.. NIVEAU 2
1. Teken op het zeshoekige prisma hieronder de hoekpunten, ribben en vlakken, tel ze en voorzie ze van een aanduiding. NIVEAU 3
Som de geleerde sleutelwoorden op en beschrijf hun betekenis.
Werkbladen voor leerlingen
Voornaam
Groep
Achternaam
Datum
10
Sterke constructies Leerdoel: Bouwen van een eenvoudige brugconstructie en begrijpen hoe een constructie sterker gemaakt kan worden.
NIVEAU 1
1. Teken het zijaanzicht van de uiteindelijke brug waaruit duidelijk blijkt hoe je de rijbaan van de brug versterkt hebt.
1. Teken het zijaanzicht van de uiteindelijke brug waaruit duidelijk blijkt hoe je de rijbaan van de brug versterkt hebt. Vermeld de duw- en trekkrachten die je waarneemt. NIVEAU 2
1. Teken het zijaanzicht van de uiteindelijke brug waaruit duidelijk blijkt hoe je de rijbaan van de brug versterkt hebt. Geef ten minste twee staven aan die “samengedrukt” worden en twee die “onder spanning” staan. NIVEAU 3
Som de geleerde sleutelwoorden op en beschrijf hun betekenis.
Werkbladen voor leerlingen
Voornaam
Groep
Achternaam
Datum
Bundelbruggen Leerdoel: Begrijpen wat een bundelbrug is en het effect van triangulatie op constructies begrijpen.
1. Teken hieronder een bundelbrug. NIVEAU 1
2. Wat is de belangrijkste vorm in een bundelbrug?
1. Teken hieronder een bundelbrug. Markeer een driehoek. NIVEAU 2
2. Leg uit waarom driehoeken zo belangrijk zijn.
1. Teken hieronder een bundelbrug. Markeer een driehoek.
NIVEAU 3
2. Welke materialen worden gebruikt voor de constructie van bundelbruggen?
Som de geleerde sleutelwoorden op en beschrijf hun betekenis.
11
Werkbladen voor leerlingen
Voornaam
Groep
Achternaam
Datum
12
Gebruik maken van duw- en trekkrachten Leerdoel: Bouwen van een constructie om magnetische duw- en trekkrachten aan te tonen.
1. Kun je uitleggen waarom de kaak zich niet sluit? NIVEAU 1
1. Kun je uitleggen waarom de kaak zich niet sluit? NIVEAU 2
2. Hoe kun je de kaak met slechts één extra staaf laten sluiten? Teken je antwoord.
1. Leg met behulp van de terminologie die je geleerd hebt uit waarom de kaak zich niet zal sluiten.
NIVEAU 3
2. Hoe kun je ervoor zorgen dat de kaak zich meer opent?
Som de geleerde sleutelwoorden op en beschrijf hun betekenis.
Werkbladen voor leerlingen
Voornaam
Groep
Achternaam
Datum
13
Oscillator Leerdoel: Begrijpen hoe duwkrachten te gebruiken om een heen en weer bewegende slinger te creëren.
1. Hoe lang blijft de middelste driehoek slingeren? Meet met behulp van een stopwatch de tijd in seconden. NIVEAU 1
1. Hoe lang blijft de middelste driehoek slingeren? Meet met behulp van een stopwatch de tijd in seconden. NIVEAU 2
2. Hoe denk je dat je deze tijd kunt verlengen?
1. Leg het begrip oscillatie uit. Kun je een voorwerp noemen dat heen en weer slingert?
NIVEAU 3
2. Geef in het onderstaande schema de verschillende betrokken krachten en de waarde van de magnetische krachten op de drie bovenste balletjes aan.
Som de geleerde sleutelwoorden op en beschrijf hun betekenis.
Werkbladen voor leerlingen
Voornaam
Groep
Achternaam
Datum
14
Draaiing en wrijving Leerdoel: Balletjes gebruiken voor verbindingen met lage wrijving.
1. Wat gebeurt er met het onderste deel als je de oranje constructie van het eerste model draait? NIVEAU 1
2. Wat zorgt ervoor dat de constructie langzamer gaat draaien en uiteindelijk tot stilstand komt?
1. Draai de twee delen van het eerste model in tegengestelde richtingen. Wat gebeurt er uiteindelijk? NIVEAU 2
2. Wat zorgt ervoor dat de constructie uiteindelijk langzamer gaat draaien en tot stilstand komt?
1. Het draaien van de oranje constructie van het eerste model zorgt ervoor dat ook het onderste deel gaat draaien. Als je meer staven toevoegt om de polariteit van het bovenste balletje versterken, wordt het effect dan sterker of zwakker? Waarom? NIVEAU 3
2. Zelfs als er tussen de balletjes helemaal geen wrijving zou zijn, zou het draaien uiteindelijk toch helemaal ophouden. Waarom?
Som de geleerde sleutelwoorden op en beschrijf hun betekenis.
Werkbladen voor leerlingen
Voornaam
Groep
Achternaam
Datum
15
Eenvoudige lagers Leerdoel: Begrijpen hoe eenvoudige lagers werken.
1. Leg uit waarom en hoe een eenvoudig lager werkt. NIVEAU 1
1. Leg uit waarom en hoe een eenvoudig lager werkt. NIVEAU 2
2. Waarom is de wrijving lager in een kogellager?
1. Teken de onderdelen van een eenvoudig lager en voorzie ze van een aanduiding.
NIVEAU 3
2. Wat zou er met de beweging van de constructie gebeuren als de wrijvingscoëfficiënt nul zou zijn?
Som de geleerde sleutelwoorden op en beschrijf hun betekenis.
Werkbladen voor leerlingen
Voornaam
Groep
Achternaam
Datum
Druklagers Leerdoel: Begrijpen hoe een druklager werkt.
1. Welk soort belasting wordt gebruikt voor een druklager? NIVEAU 1
2. Zou dit lager geschikt zijn voor een draaimolen? Waarom?
1. Welk soort belasting wordt gebruikt voor een druklager? NIVEAU 2
2. Teken op de onderstaande draaimolen de richting van de axiale belasting.
1. Welk soort belasting wordt gebruikt voor een druklager?
NIVEAU 3
2. Teken op de onderstaande draaimolen de richting van de axiale belasting. Waar worden druklagers nog meer voor gebruikt?
Som de geleerde sleutelwoorden op en beschrijf hun betekenis.
16
Werkbladen voor leerlingen
Voornaam
Groep
Achternaam
Datum
17
Toevoegen van een draaiende beweging Leerdoel: Begrijpen hoe een roterende beweging met magnetische druk- en trekkrachten te combineren.
1. Beschrijf wat er met de kaak gebeurt wanneer je het middelste deel draait. NIVEAU 1
2. Geef met behulp van pijlen op de onderstaande afbeelding de draaibeweging aan. Welke magnetische kracht is aanwezig - magnetische duw- of trekkracht?
1. Beschrijf welke bewegingen ontstaan wanneer je het middelste deel draait. NIVEAU 2
2. Geef met behulp van pijlen op de onderstaande afbeelding de draaibeweging aan. Welke magnetische kracht is aanwezig - magnetische duw- of trekkracht? Hoe weet je dat?
1. Beschrijf de beweging en de krachten die aanwezig zijn als je het middelste deel draait. Leg uit waarom dit gebeurt. NIVEAU 3
2. Geef op de onderstaande afbeelding de gegenereerde draaibeweging aan. Welke magnetische kracht is aanwezig - magnetische duw- of trekkracht? Hoe weet je dat?
Som de geleerde sleutelwoorden op en beschrijf hun betekenis.
Werkbladen voor leerlingen
Voornaam
Groep
Achternaam
Datum
18
Stuwende beweging Leerdoel: Begrijpen hoe met behulp van magnetische duw- en trekkrachten een stuwende beweging gecreëerd kan worden. Het creëren van een draaiende beweging met behulp van eenvoudige lagers.
1. Beschrijf welke beweging ontstaat als je het bovenste gedeelte draait. NIVEAU 1
2. Waarom is er tussen de twee delen een lager nodig?
1. Beschrijf welke beweging ontstaat als je het bovenste deel draait. Welke magnetische kracht veroorzaakt de beweging? NIVEAU 2
2. Waarom is er tussen de twee delen een lager nodig?
1. Leg uit waarom de twee delen samen slingeren en draaien.
NIVEAU 3
2. Wat zou met de beweging gebeuren als er geen wrijving in de lagers zou zijn? Is dit mogelijk?
Som de geleerde sleutelwoorden op en beschrijf hun betekenis.
Werkbladen voor leerlingen
Voornaam
Groep
Achternaam
Datum
Magnetische homopolaire motor Leerdoel: Begrijpen hoe een magnetische homopolaire motor gemaakt wordt.
1. Teken de onderdelen van een homopolaire motor en voorzie ze van een aanduiding. NIVEAU 1
2. Waarin lijkt deze motor op de kleine elektromotoren in speelgoedauto's?
1. Teken de onderdelen van een homopolaire motor en voorzie ze van een aanduiding. NIVEAU 2
2. Wat zou er gebeuren als je een batterij met meer vermogen gebruikt?
1. Teken de onderdelen van een homopolaire motor en voorzie ze van een aanduiding.
NIVEAU 3
2. Wat zou de draad sneller kunnen laten draaien?
Som de geleerde sleutelwoorden op en beschrijf hun betekenis.
19