DE BAAN OP! De jongeren organiseren zelf één of meerdere bedrijfsbezoeken. Ze verzamelen informatie over verschillende bedrijven en op basis hiervan kiezen ze met de hele klas het meest interessante bedrijf voor een bezoek. Nadat ze zelf telefonisch een afspraak hebben gemaakt, bereiden ze het bezoek voor: wat willen ze te weten komen, met wie willen ze praten, hoe gaan ze er geraken, wie doet wat, …? Na het bedrijfsbezoek volgt een evaluatie en een rapportage.
Een telefonische afspraak maken Inhoud
De jongeren zullen voor het bedrijfsbezoek een telefonische afspraak moeten maken. Aan de hand van een rollenspel aan de telefoon, stellen ze een ‘spiekbriefje’ op dat gebruikt kan worden bij het maken van de échte telefonische afspraak. Eén van de jongeren belt het gekozen bedrijf en maakt een afspraak.
Doelgroep
3de graad BSO Deeltijds Onderwijs
Vakgebied
Project Algemene Vakken
Materialen
werkbladen, telefoons en opnametoestel
Doelen
Functionele taalvaardigheid ₪ ingewonnen informatie mondeling kunnen gebruiken (ET3) ₪ zich mondeling duidelijk kunnen uiten (ET6)
Sociale vaardigheden ₪ doelgericht kunnen communiceren, bv. elkaars interpretatie kunnen aftoetsen en zo nodig kunnen afstemmen op elkaar (ET4)
www.cteno.be/sterke_schakels ₪ ₪ ₪ ₪ ₪ ₪
STERKE SCHAKELS
1
Lesschema
Lesschema fase
werkvorm
activiteit
materiaal
1
klassikaal
jongeren denken na op welke manier ze contact zullen nemen met het bedrijf en wat ze zullen vragen
2
per twee
jongeren doen een rollenspel waarbij ze een telefonische afspraak maken met elkaar voor een bedrijfsbezoek
3
klassikaal
jongeren beluisteren enkele gesprekjes uit vorige fase en bespreken dit
klassikaal
jongeren maken een ‘spiekbriefje’ met formuleringen voor het maken van een telefonische afspraak
4
per twee
jongeren testen het spiekbriefje uit door nogmaals rollenspel te doen
telefoon (één per duo)
5
individueel
jongeren maken een telefonische afspraak met het bedrijf dat ze gaan bezoeken
telefoon
De baan op!
telefoon (één per duo) opnametoestel werkblad 1-4
2
Lesbeschrijving
Lesbeschrijving ₪ Fase 1 Vraag aan de jongeren hoe zij meestal afspraken maken met hun vrienden (via telefoon, SMS, mail, …). Op welke manier gebeurt dat? Gaat het om korte berichtjes of lange gesprekken? Worden er agenda’s of kalenders boven gehaald? Welke informatie wordt er doorgegeven? Vraag hen vervolgens op welke manier ze contact zouden nemen met een bedrijf om een afspraak te maken voor een bedrijfsbezoek en wat de voordelen en nadelen zijn van een brief, mail of telefoongesprek. Stel voor om de afspraak via de telefoon te maken (zodat ze snel een antwoord krijgen). Denk met de jongeren na over het verloop van dergelijk telefoongesprek: wat moeten ze vragen en hoe? Sta even stil bij de verschillen tussen een telefoongesprek met een onbekende en met een bekende. Noteer op het bord de belangrijkste informatie die moet worden gevraagd en gezegd aan het bedrijf (bv. wie je bent, wat het doel is van het bezoek, wat je graag wil zien, met wie je wil spreken, concrete dag en uur afspreken). Vertel de jongeren dat iemand van hen straks zelf een afspraak mag maken met het bedrijf waar zij graag op bezoek willen gaan, maar dat jullie eerst samen een ‘spiekbriefje’ zullen maken dat daarbij gebruikt kan worden. ₪ Fase 2 Zeg de jongeren dat ze per twee een telefoongesprek gaan voeren waarbij één jongere werkgever speelt waarmee de andere jongere belt om een afspraak te maken voor een bedrijfsbezoek. Zet de jongeren per twee, geef hen werkblad 1 waarop de rollen beschreven staan (werkgever en jongere) en duidt aan wie welke rol opneemt. Geef aan de jongere die de de rol opneemt van werkgever, werkblad 2 met de agenda van de werkgever. Geef aan degene die de rol van jongere speelt werkblad 3 met de agenda van de school. Op elke kalender staan reeds een aantal afspraken en activiteiten ingevuld en zijn nog lege vakjes. Laat de jongeren met elkaar telefoneren om een gemeenschappelijke datum te vinden voor een bedrijfsbezoek, zonder op elkaars kalender te kijken. Benadruk dat degene die de rol van de jongere opneemt, niet mag vergeten om zichzelf (op gepaste wijze) voor te stellen aan de telefoon en om de andere belangrijke gegevens die op het bord staan, te vermelden. Wijs hen er ook op dat meerdere oplossingen mogelijk zijn. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van echte telefoons in de klas en wordt elk gesprekje opgenomen, zodat het achteraf kan beluisterd en besproken worden. Differentiatie ■ Overloop, indien nodig, vooraf even klassikaal de structuur van de kalender zodat iedereen begrijpt hoe die is opgebouwd. Maak daarbij gebruik van een lege kalender (werkblad 4). ■ Zet bij het groepswerk een zwakke leerling bij een sterkere leerling. Vraag de sterkere leerling vooraf om extra vragen en meer gesloten vragen te stellen indien de partner iets niet begrijpt of niet reageert. ■ Laat de zwakke leerling tijdens het rollenspel de rol opnemen van werkgever: in de mondelinge communicatie moet de werkgever vooral vragen beantwoorden terwijl de jongere ook vragen moet stellen en zichzelf moet voorstellen. ■ Vereenvoudig de mondelinge interactie door aan te geven dat het bedrijfsbezoek bijvoorbeeld enkel in de laatste week van oktober kan worden gepland. Op die manier moeten de jongeren minder gegevens met elkaar vergelijken. Anderzijds kan je de oefening ook moeilijker maken door bijvoorbeeld te zeggen dat het bezoek enkel kan gepland worden in de voormiddag tussen 9 en 11u. De baan op!
3
Lesbeschrijving
₪ Fase 3 Bespreek eerst klassikaal de oplossingen van de voorgaande opdracht. Ga na of de duo’s tot een oplossing zijn gekomen en hoe dit is verlopen. Wat ging moeilijk? Makkelijk? Hoe kwam dat? Beluister enkele gesprekjes. Sta stil bij de vragen en antwoorden die in het gesprek aan bod zijn gekomen en zoek samen naar goede formuleringen: ■ Op welke manier heeft de jongere zich voorgesteld? Was dat beleefd? Zoniet, hoe zou hij dat nog kunnen zeggen? ■ Heeft hij de bedoeling van het bezoek toegelicht? Heeft hij een concrete dag en tijdstip afgesproken? Hoe heeft hij dat gevraagd? Hoe zou je dat nog kunnen vragen? ■ Is de jongere niks vergeten te vragen? Zo ja, wat? Hoe zou je dat kunnen vragen? ■ Was alles duidelijk, begrijpelijk? Wat deed de jongere als iets niet duidelijk was? Laat de antwoorden zoveel mogelijk uit de jongeren komen. Laat de jongeren een ‘spiekbriefje’ opstellen op basis van deze bespreking. Bv. “Goedemiddag, u spreekt met een leerling van [naam school]. Wij zouden heel graag met onze klas op bezoek komen naar jullie bedrijf. Wij zijn vooral geïnteresseerd om .... te zien. Kan dat? Wanneer kunnen we afspreken?” Schrijf een aantal formuleringen op het bord. ₪ Fase 4 Vertel de jongeren dat ze een nieuwe afspraak moeten maken met de bedrijfsleider omdat er onverwachts iets is tussengekomen op de datum die is afgesproken. Zet ze opnieuw per twee en doe het rollenspel nog eens over, dit keer met het spiekbriefje bij de hand. Op deze manier kunnen de jongeren oefenen met de juiste formuleringen. Maak de opdracht voor de duo’s uitdagend door er een aantal factoren aan toe te voegen, bv. bedrijfsbezoeken kunnen enkel op dinsdag en donderdag, het bedrijf laat slechts kleine groepjes van maximum 10 leerlingen toe, het bedrijfsbezoek kan enkel in de voormiddag, bedrijfsbezoeken kunnen telkens in de derde week van de maand, … Laat de jongeren na deze opdracht indien nodig hun spiekbriefje aanpassen en/ of aanvullen. ₪ Fase 5 Vraag aan de jongeren wie de telefonische afspraak met het bedrijf wil en/ of durft maken. Wijs iemand aan en baseer je daarbij op de ervaringen in de voorbereidende taak. Zorg dat de jongere in kwestie zijn of haar ‘spiekbriefje’ bij de hand heeft. Indien nodig kan je de jongere introduceren bij het telefoongesprek. Bespreek nadien met de hele groep hoe dat verlopen is. Als er meerdere bedrijfsbezoeken gepland worden, laat dan telkens een andere jongere de telefonische afspraak maken. Het effectieve telefoongesprek wordt best gevoerd samen met de leerkracht die de jongeren zal begeleiden tijdens het bedrijfsbezoek.
De baan op!
4
Werkblad 1
Rollenspel: telefonische afspraak Opdracht Je speelt met twee een rollenspel. Eén van jullie twee is een werkgever. De andere is een jongere van de school. Jullie telefoneren met elkaar om een afspraak te maken voor een bedrijfsbezoek. Hier vinden jullie de twee rollen: werkgever en jongere. Lees de rol die jij gaat spelen.
ROL VAN WERKGEVER
Je werkt als diensthoofd in een groot bedrijf. Als er een school op bezoek komt in het bedrijf, moet jij altijd de jongeren rondleiden. Een rondleiding duurt ongeveer 2 uren. Op werkblad 2 staat jouw agenda voor de maand oktober. Daarop zijn al afspraken ingevuld. Op sommige dagen of dagdelen ben je nog vrij.
ROL VAN JONGERE
Je belt naar het diensthoofd van een groot bedrijf om te vragen of je met de klas het bedrijf kan komen bezoeken. Op werkblad 3 vind je de agenda van de school van de maand oktober. Daarop zijn al activiteiten ingevuld. Op sommige dagen of dagdelen zijn jullie nog vrij. Probeer een afspraak te maken.
De baan op!
5
De baan op!
8-14u: installatie nieuwe machine
29
Hele dag beurs Parijs
30
Hele dag: beurs Parijs
31
verlof
28
13-15u: vergadering
27
Hele dag: opleiding
Hele dag: opleiding
Hele dag: opleiding
23
24
22
17
Hele dag: opendeurdag
10
3
Vrijdag
21
16
9 8u30-12u30: aanwervingen 13-17u: vergadering
2
Donderdag
20
15
9-16u: werkvergadering Brussel
8
1
Woensdag
15u: afscheidsfeest collega
14
7
Dinsdag
14-17u: vergadering
13
9-12u: vergadering
6
Maandag
Oktober 2008
AGENDA WERKGEVER
25
18
11
4
Zaterdag
26
19
12
5
Zondag
Werkblad 2
6
14
21
28
20
27
7
13 9-11u: ontbijt op school
14u: bezoek interimkantoor
6
Maandag
Dinsdag
De baan op!
Namiddag: vrijaf
29
Namiddag: vrijaf
22
15 8u30-12u30: uitstap Namiddag: vrijaf
Namiddag: vrijaf
8
1
Woensdag
30
23 9-11u: bedrijfsbezoek Colruyt
16
9
2
Donderdag
Oktober 2008 Vrijdag
14-15u30: sport
31
14-15u30: sport
24
17 Hele dag: sportdag
14-15u30: sport
10
3
AGENDA SCHOOL
25
18
11
4
Zaterdag
26
19
12
5
Zondag
Werkblad 3
7
14
21
28
20
27
7
13
6
Maandag
Dinsdag
De baan op!
29
22
15
8
1
Woensdag
30
23
16
9
2
Donderdag
Oktober 2008
AGENDA
31
24
17
10
3
Vrijdag
25
18
11
4
Zaterdag
26
19
12
5
Zondag
Werkblad 4
8
