Ledenbulletin nr. 06-2008 Juni 2008 Inhoudsopgave Arbeidsvoorwaarden Geen verlenging als er toch gesproken is WGA-premie verhalen op bruto-loon? Geen openheid van zaken Verkeersboete toch verhalen op werknemer ZZP-er werkt voor oude werkgever: risico’s?
2 2 2 3 3
Economische zaken ABU verklaart oorlog aan malafide bureau’s Meer samen staat het mkb sterker
3 4
Fiscaal BTW op brandstof niet altijd aftrekbaar Heffingsrente weer omhoog Invoering Wet personenvennootschappen uitgesteld Kabinet schort verpakkingenbelasting op Meer auto’s? Meer bijtelling! Normbedragen gebruiken bij maaltijden Stop bijtelling auto niet te vroeg! Vaste vergoeding voor niet-regelmatige kosten Voordelen van omzetting van BPM in een kilometerprijs wegen niet op tegen nadelen
4 5 5 5 5 6 6 6 6
Lonen en loonberekeningen Minimumloon per 1 juli 1008 Lonen en salarissen 1 juli 2008
8 8
Overheid Alle pensioengegevens onder één knop Inwerkingtreding nieuwe Wet ruimtelijke ordening op 1 juli 2008 Kabinet trekt ruim één miljard extra uit voor WWI Kabinet wil doorwerken na 65 makkelijker maken Minder overtredingen illegale arbeid Wijziging aanvraagformulier bouwvergunning Werkgevers positief over hoofdlijnen advies-Bakker
8 9 9 10 10 11 12
Sociale verzekeringen Inhouding SV-loon Loonkostensubsidies en participatieplaatsen om mensen aan de slag te helpen Zwangerschapsuitkering voor vrouwelijke zelfstandigen Werkgevers kunnen re-integratiekosten makkelijker op derden verhalen
12 13 13 13
Bijlagen: Indexcijfers RWU 1991 maart 2008 Risicoregeling GWW maart 2008 Lonen Bouw 1 juli 2008 Salarissen UTA 1 juli 2008 Voor meer informatie over artikelen in deze ledeninformatie kunt u contact opnemen met eerstelijns advies 030 - 634 35 36.
Arbeidsvoorwaarden Geen verlenging als er toch gesproken is Als een werknemer met een contract voor bepaalde tijd toch doorwerkt na de overeengekomen periode, is er sprake van een stilzwijgende verlenging voor eenzelfde contractduur (maar maximaal één jaar). Die verlenging moet dan wel écht stilzwijgend zijn. Als u diverse pogingen tot contractverlenging heeft ondernomen die de werknemer heeft afgewezen, kan er volgens de Hoge Raad geen sprake meer zijn van stilzwijgende verlenging. De Hoge Raad behandelde een zaak waarbij een werkgever zijn werkneemster ruim voor het einde van haar jaarcontract een nieuw contract voor twee maanden had aangeboden. De werkneemster weigerde, maar de werkgever stuurde haar alsnog het contract voor twee maanden in de hoop dat zij zich zou bedenken. Toen het eigenlijke contract afliep, bleef de vrouw aan het werk totdat de werkgever na anderhalve maand aankondigde deze tijdelijke verlenging niet alsnog te willen verlengen. De werkneemster vond dat er sprake was van stilzwijgende verlenging voor eenzelfde duur als het vorige contract, namelijk een jaar en niet de twee maanden zoals de werkgever stelde. Zowel de rechtbank, het gerechtshof en uiteindelijk ook de Hoge Raad gaven haar ongelijk. Door de acties van de werkgever was het duidelijk dat zij er niet van uit mocht gaan dat haar contract met een jaar zou worden verlengd maar hooguit met twee maanden. Hoge Raad, 19 oktober 2007, LJN: BA6755, zaaknummer: C05/333HR
WGA-premie verhalen op brutoloon? U mag - zoals u waarschijnlijk wel weet - maximaal 50% van de gedifferentieerde WGA-premie verhalen op het loon van een werknemer. Maar moet die inhouding nu plaatsvinden op het brutoof op het nettoloon? Hierover heeft de rechtbank onlangs uitspraak gedaan. Volgens de Belastingdienst mag u de gedifferentieerde WGA-premie verhalen op het nettoloon van de werknemer. Maar de rechtbank in Haarlem vindt dat het verhalen van de premie een direct nadeel oplevert voor de werknemer (omdat hij minder loon uitbetaald krijgt) en dat de WGApremie daarom deel uitmaakt van het loon. Als u de gedifferentieerde WGA-premie verhaalt, is dat dus negatief loon. Daarom moet de te verhalen premie op het brutoloon in mindering worden gebracht. Tussentijd Houd er wel rekening mee dat de Belastingdienst tegen deze uitspraak in beroep zal gaan en dat er dus nog een en ander kan veranderen. Wacht het hoger beroep nog even af en verhaal in de tussentijd de gedifferentieerde WGA-premie nog gewoon op het nettoloon. De werknemer kan dan later eventueel de ingehouden WGA-premie opvoeren als negatief bedrag in zijn IB-aangifte, met verwijzing naar deze uitspraak van de rechtbank. Rechtbank Haarlem, 5 mei 2008, LJN: BD1359, zaaknummer: 07/3458
Geen openheid van zaken Een werknemer is in 1996 door zijn toenmalige werkgever op staande voet ontslagen wegens malversaties. Als hij in december 2007 solliciteert bij een bedrijf in de vastgoedbranche wordt hem gevraagd of hij in aanraking is geweest met justitie. De werknemer beantwoordt deze vraag ontkennend en wordt aangesteld als senior beheerder. In december 2007 confronteert de werkgever de werknemer met geruchten over het gebeurde in 1996. Enkele dagen later wordt de werknemer op staande voet ontslagen wegens het opzettelijk verstrekken van valse inlichtingen omtrent de wijze waarop zijn arbeidsovereenkomst in 1996 is beëindigd. De werknemer vordert in kort geding doorbetaling van zijn salaris. De kantonrechter overweegt dat niet is gebleken dat de werknemer opzettelijk valse inlichtingen heeft gegeven. De werknemer heeft geen volledige openheid betracht, maar dit vormt geen dringende reden voor ontslag op staande voet. De mededelingsplicht van een werknemer gaat tijdens een sollicitatiegesprek boven de onderzoeksplicht van de werkgever. Echter, in dit geval is het inmiddels elf jaar geleden dat de werknemer op staande voet ontslagen werd. Ledenbulletin juni 2008 Pagina 2 van 14
Bij het verkrijgen van een Verklaring omtrent het gedrag geldt dat de werknemer gedurende vier jaar niet moet voorkomen in de justitiële documentatie. Bij deze termijn wordt aangesloten. Door de weigering om openheid van zaken te geven heeft de werknemer echter wel de indruk laten ontstaan dat hij feiten heeft achtergehouden die hem ongeschikt maken voor de functie waarin hij is benoemd. Voorts heeft dit gedrag geleid tot verstoring van de arbeidsrelatie. De loonvordering van de werknemer wordt daarom slechts toegewezen tot de datum waarop de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbindt, zonder toekenning van een vergoeding. Kantonrechter Amsterdam, 3 maart 2008, JAR 2008/116
Verkeersboete tóch verhalen op werknemer Als een werknemer tijdens zijn werkzaamheden met een auto van de zaak een overtreding maakt in het verkeer, krijgt de werkgever als kentekenhouder daarvoor de boete op de mat. Lange tijd was niet duidelijk of de werkgever deze boete op de werknemer mag verhalen. De Hoge Raad heeft nu uitsluitsel gegeven. Twee jaar geleden deed het gerechtshof in Den Haag een opvallende uitspraak. Volgens de wet is de werkgever aansprakelijk voor schade die de werknemer tijdens de uitoefening van zijn dienstbetrekking aan zijn werkgever of derden toebrengt. De werknemer is alleen aansprakelijk als de schade het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid. Dat gold volgens het hof ook voor een verkeersboete voor een snelheidsovertreding. Pas als de werknemer meer dan tien kilometer per uur te hard reed, was er volgens het hof sprake van roekeloos gedrag. Werkgevers mochten boetes voor minder dan tien kilometer per uur dus niet op hun werknemers verhalen. Niet eerlijk De Hoge Raad heeft deze uitspraak van het gerechthof echter onlangs vernietigd. Werknemers die in een privéwagen rijden, moeten verkeersboetes altijd zelf betalen. Het zou niet eerlijk zijn als dat anders is voor werknemers met een auto van de zaak. Als de werkgever een boete krijgt omdat hij kentekenhouder is, mag hij de boete dus verhalen op de werknemer. Hoge Raad, 13 juni 2008, LJN: BC8791, zaaknummer: C06/232HR
ZZP-er werkt voor oude werkgever: risico's? De kans is in ieder geval groter dat de zzp-er in dit geval geen VAR-wuo (winst uit onderneming) of VAR-dga (directeur grootaandeelhouder) krijgt. Heeft de zzp-er reeds een VAR-wuo of VARdga gebruikt bij de oude werkgever, dan is deze gevrijwaard van loonheffing en premies werknemersverzekering. Maar het kan zijn dat de Belastingdienst de VAR wil herzien ingeval er bijvoorbeeld sprake is van een gezagsverhouding. Als achteraf toch sprake is van een arbeidsovereenkomst moet de opdrachtgever (oude werkgever) vanaf dat moment (dus niet over al verrichte werkzaamheden) premies en loonheffing inhouden en afdragen.
Economische zaken ABU verklaart oorlog aan malafide bureaus De Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU) wil dat malafide uitzendbureaus met harde hand worden aangepakt. Voorstellen daartoe heeft de brancheorganisatie op 15 mei overhandigd aan minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De ABU maakt zich zorgen over het imago van de branche nu het aantal malafide uitzendbureaus is gestegen tot ongeveer zesduizend. Zij concurreren oneerlijk met ondernemingen die hun zaakjes wel netjes op orde hebben en bovendien ontnemen zij de overheid 360 miljoen euro aan sociale premies en belastingen. De ABU wil daarom een wettelijk verplichte registratie voor iedere uitzendonderneming. Daarop volgt in het voorstel van de brancheorganisatie een vrijwillige certificering, waarmee bureaus kunnen aantonen dat ze belastingen en premies afdragen en enkel legale werknemers tewerkstellen. ABU-directeur Aart van der Gaag: "De focus van de overheidshandhavers kan dan Ledenbulletin juni 2008 Pagina 3 van 14
komen te liggen op de niet-geregistreerde bureaus en de bureaus die geen certificaat behalen. De pakkans en de hoogte van de boete moeten zodanig zijn dat het opstarten van een malafide bureau zeer onaantrekkelijk wordt." Minister Donner noemde de plannen sympathiek en deed de toezegging binnen enkele weken via een brief aan de Tweede Kamer met een inhoudelijke reactie te komen.
Meer samen staat het mkb sterker Een coalitie van CDA, PvdA en VVD wil dat de mogelijkheden van de Mededingingswet worden verruimd voor het midden- en kleinbedrijf. In concreto: kleine bedrijven moeten meer mogelijkheden krijgen om samen te werken tegen de grote jongens. Daartoe wil CDA-Kamerlid Jan ten Hoopen de zogenoemde bagatelregeling wijzigen. Nu is het bedrijven toegestaan om samen te werken als zij een gezamenlijk marktaandeel hebben van maximaal 5 procent en een omzet van 40 miljoen euro. Ten Hoopen wil dat opschroeven tot 10 procent en krijgt daarin de PvdA en de VVD mee. Het is de bedoeling dat zij met een initiatiefwetsvoorstel komen. Minister Van der Hoeven van Economische Zaken wil dat netjes afwachten, maar gaf tijdens een overleg met de Kamer toch al wat schoten voor de boeg. Het voorstel zou niet verenigbaar zijn met de Europese mededingingsregels. Daarnaast ziet zij het niet zo zitten om kwaad met kwaad te vergelden. Samenwerking tussen bedrijven is niet in het belang van de consument, meent zij. Bedrijven mogen weliswaar geen prijsafspraken maken, maar Van der Hoeven gaat ervan uit dat de prijzen in elk geval niet zullen dalen door samenwerking. Het mkb moet blij zijn met de verruiming die vorig jaar is doorgevoerd: van 8 bedrijven naar 5 procent en van 4,5 miljoen naar 40 miljoen. De indieners laten zich daardoor niet ontmoedigen. Het Europese mededingingsrecht kent immers uitzonderingsmogelijkheden. En meer samenwerken is misschien niet de meest chique oplossing, als kleintjes moet je toch wat.
Fiscaal Btw op brandstof niet altijd aftrekbaar Betaalt u na het tanken contant en trekt u vervolgens tóch de btw af? Dan neemt u een flink risico, want bij controle vordert de fiscus het gehele bedrag weer terug. Met terugwerkende kracht en inclusief boete. Veel bedrijven gaan te achteloos om met tankbonnen. Een klusbedrijf dat tussendoor een van zijn mensen met een briefje van twintig of vijftig euro op pad stuurt om snel te tanken. Hoe begrijpelijk het ook is, het levert wel een groot risico op. Want als niet na te gaan is door wie de brandstof is betaald, kan dat een heel vervelend fiscaal gevolg krijgen. Bedrijf moet brandstof betalen De Belastingdienst let namelijk scherp op de btw op brandstof. Die is niet aftrekbaar als contant wordt betaald na het tanken met een auto van de zaak, ook niet wanneer de tankbon vervolgens bij het bedrijf wordt gedeclareerd. De eis is immers dat de brandstof traceerbaar door – of namens – het bedrijf is betaald. Bij betaling met ‘plastic’ is dat automatisch het geval, maar bij een bon of factuur moeten de benodigde gegevens speciaal worden vermeld. Om problemen te voorkomen, is het daarom raadzaam voortaan alleen nog maar te werken met een tankpas, zakelijke pinpas of creditcard. Maak kopie van bonnen Een ander probleem dat hierbij de kop opsteekt is de beperkte houdbaarheid van de tankbonnen, ook van de exemplaren die wel correct met een pas zijn betaald. Niet zelden zijn ze al na een halfjaar vrijwel onleesbaar en soms zelfs al na een paar maanden. Aan te raden is daarom zo snel mogelijk een kopie te maken van deze bonnen.
Ledenbulletin juni 2008 Pagina 4 van 14
Heffingsrente weer omhoog Niet alleen het minimum(jeugd)loon stijgt op 1 juli, ook de heffings- en invorderingsrente gaat omhoog. De rente was in het eerste en tweede kwartaal van 2008 gedaald, maar die dalende lijn wordt nu dus alweer onderbroken. Voor het derde kwartaal van 2008, dus per 1 juli, heeft staatssecretaris De Jager van Financiën de heffings- en invorderingsrente vastgesteld op 5,15%. U betaalt heffingsrente aan de Belastingdienst over te weinig betaalde belasting. Als u te veel heeft betaald, moet de Belastingdienst juist heffingsrente aan u betalen. Invorderingsrente wordt in rekening gebracht als u een aanslag niet op tijd betaald heeft. Voor de volledigheid geven we u ook een overzicht van de percentages van de afgelopen twee en een half jaar: Jaar/kwartaal 1
2
3
4
2006
3,50% 3,75% 4,00% 4,25%
2007
4,70% 5,00% 5,25% 5,40%
2008
5,30% 4,75% 5,15%
Invoering Wet personenvennootschappen uitgesteld De Wet personenvennootschappen (WPV) als onderdeel van het Burgerlijk Wetboek zal naar verwachting niet op 1 juli 2008 in werking treden. Het ministerie van Justitie heeft laten weten dat de verdere parlementaire behandeling van de WPV niet voor het zomerreces te verwachten is. De WPV regelt dat de rechtsvormen vennootschap onder firma, openbare maatschap en stille maatschap komen te vervallen en worden vervangen door een openbare vennootschap. Naast de aanpassing van een aantal wetten om de invoering soepel te laten verlopen, wordt ook van de gelegenheid gebruik gemaakt om een aantal onderdelen te wijzigen om de uitvoerbaarheid te vergroten.
Kabinet schort verpakkingenbelasting op De verpakkingenbelasting is een administratief rampenplan. Daarvan lijkt het kabinet nu eindelijk ook overtuigd. Op de valreep is staatssecretaris De Jager tot inkeer gekomen: voorlopig wordt de uitvoering opgeschort totdat een uitvoerbare en controleerbare regeling is bedacht. Ondernemers hoeven dus nog geen gegevens bij de fiscus aan te leveren voor de verpakkingenbelasting. Eerder al werd de aanlevering van die gegevens uitgesteld van 1 januari naar 30 juni. Tot 1 oktober gaan werkgevers en het ministerie van Financiën zoeken naar een systeem dat de administratieve lasten minimaliseert.
Meer auto's? Meer bijtelling! Als een werknemer de beschikking heeft over een auto van de zaak, past u daarvoor de fiscale bijtelling toe. Dat is voor u natuurlijk niets nieuws. Maar wat moet u doen als een werknemer meerdere auto's van de zaak gebruikt? De rechtbank in Den Haag heeft hier duidelijkheid over gegeven. Een gewone werknemer zal niet vaak twee auto's van de zaak krijgen, maar een directeurgrootaandeelhouder (dga) kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat zijn BV meerdere auto's aanschaft waar hij vervolgens gebruik van kan maken. Als de dga alleenstaand is of als hij de enige in zijn gezin is met een rijbewijs, zal de Belastingdienst soms toestaan dat er slechts één keer bijgeteld wordt. Maar de dga moet dan natuurlijk wel een sluitende rittenadministratie voeren. Gebeurt dat niet en kan de Belastingdienst aantonen dat meerdere auto's voor meer dan 500 kilometer per jaar privé gebruikt worden, dan moet u ook meerdere keren de bijtelling toepassen, zo blijkt uit de uitspraak van de rechtbank. Rechtbank Den Haag, 29 februari 2008, LJN: BC6521, zaaknummer: AWB 06/9441 IB/PVV Ledenbulletin juni 2008 Pagina 5 van 14
Normbedragen gebruiken bij maaltijden Voor de vergoeding van een maaltijd met een meer dan bijkomstig zakelijk karakter mag u aansluiten bij de normbedragen zoals die gelden voor kantinemaaltijden. Dat heeft de Belastingdienst onlangs aangegeven. De vergoeding of verstrekking van een maaltijd met een meer dan bijkomstig zakelijk karakter kan onbelast blijven. Bij vergoeding van de maaltijd kunt de werkelijke kosten aan de werknemer vergoeden maar u mag dus ook aansluiten bij de normbedragen voor kantinemaaltijden. Hierbij geldt € 2,05 per lunch en € 3,90 per warme maaltijd. Het maakt in dat geval niet uit waar de werknemer de kosten heeft gemaakt, bijvoorbeeld in een restaurant, bij een bakker of zelfs in een supermarkt waar hij inkopen doet voor een lunch die hij direct opeet of de volgende dag mee van huis neemt.
Stop bijtelling auto niet te vroeg! Als een werknemer pas in de loop van het kalenderjaar een Verklaring geen privégebruik bij de Belastingdienst aanvraagt, is het niet verstandig om de - achteraf gezien - onterecht gedane bijtelling over de voorgaande maanden te gaan corrigeren. U heeft immers voor die maanden geen bewijs dat het niet-bijtellen rechtvaardigt. Een werknemer kan zich na een paar maanden realiseren dat hij de auto van de zaak niet of weinig privé gebruikt waardoor hij onder de grens van vijfhonderd privékilometers per jaar blijft. Dat zou betekenen dat u voor hem geen bijtelling wegens privégebruik van de auto hoeft te doen. Maar dat betekent ook dat de bijtelling over de afgelopen maanden niet nodig was geweest. De werknemer kan u in dat geval vragen één en ander te corrigeren maar dat kunt u beter niet doen. Voor de maanden waarin u geen bijtelling toepast, moet de werknemer namelijk kunnen bewijzen dat hij niet te veel privé rijdt, bijvoorbeeld via een sluitende rittenadministratie. Maar over de al verstreken maanden heeft hij dat vast niet goed bijgehouden. Het is dus verstandig om pas te stoppen met bijtellen vanaf het moment dat de werknemer over de Verklaring geen privégebruik beschikt. De werknemer zal de te veel berekende bijtelling over voorgaande maanden zelf via zijn aangifte inkomstenbelasting moeten verrekenen. En hij zal dan ook aan de fiscus moeten bewijzen dat hij in de betreffende maanden niet of weinig privé heeft gereden.
Vaste vergoeding voor niet-regelmatige kosten Aan werknemers die vaak dezelfde soort kosten maken, mag u - zoals u weet - een vaste kostenvergoeding geven. Er bestond echter discussie over de vraag of u een vaste kostenvergoeding ook mag geven voor variabele, niet-regelmatige kosten. De Hoge Raad heeft aan die onduidelijkheid nu een einde gemaakt. De Hoge Raad heeft besloten dat u in principe ook voor variabele, niet-regelmatige kosten een onbelaste vaste vergoeding mag geven. Eerder had het gerechtshof nog geoordeeld dat sterk variërende kosten (bijvoorbeeld voor zakenlunches) niet in aanmerking kwamen voor een onbelaste vaste kostenvergoeding, omdat er dan geen sprake is van relatief lage, regelmatige kostenbedragen. Maar de Hoge Raad vindt dat zulke variabele en niet-regelmatige kosten best voor een vaste kostenvergoeding in aanmerking kunnen komen, als tenminste aannemelijk is dat de kosten zich jaarlijks tot de veronderstelde omvang zullen voordoen. Hoge Raad, 16 mei 2007, LJN: BB7839, zaaknummer: 42151
Voordelen van omzetting van BPM in een kilometerprijs wegen niet op tegen nadelen Als de aanschafbelasting op nieuwe personenauto’s (Belasting van Personenauto’s en Motorrijwielen BPM) zou worden meegenomen in een kilometerprijs, neemt het autogebruik sterker af dan wanneer alleen de motorrijtuigenbelasting (MRB) wordt omgezet. Hierdoor vermindert de uitstoot van CO2 en vervuilende stoffen verder. De verkeersveiligheid verbetert en de files worden iets korter. De extra winst die de omzetting van ook de BPM oplevert, lijkt echter niet op te wegen tegen het verlies van maatschappelijk nuttige mobiliteit en tegen accijnsderving. Naarmate de kilometerprijs Ledenbulletin juni 2008 Pagina 6 van 14
hoger is, wordt steeds meer verkeer ontmoedigd, ook verkeer dat van vitaal belang is. Geredeneerd vanuit het oogpunt van alle maatschappelijke kosten en baten is er weinig reden om de BPM in het systeem van de kilometerprijs op te nemen. Dit concluderen het Centraal Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving (voorheen MNP en RPB) in het vandaag verschenen rapport ‘Effecten van omzetting van de aanschafbelasting op personenauto’s in een kilometerprijs’. De Minister van Verkeer en Waterstaat heeft de planbureaus, op verzoek van de Vaste Kamercommissie voor Verkeer en Waterstaat, gevraagd om gezamenlijk te onderzoeken wat de effecten zijn wanneer ook de BPM zou worden meegenomen in een kilometerprijs. Een concept van dit rapport lekte vorige week reeds uit. Het kabinet heeft eind november 2007 besloten tot de invoering van een kilometerprijs voor het wegverkeer. Het is de bedoeling dat in de jaren 2011 tot 2016 geleidelijk een nieuw systeem, Anders Betalen voor Mobiliteit, wordt ingevoerd, waarbij alle automobilisten per kilometer gaan betalen. Uitgangspunt is dat de automobilist gemiddeld niet meer autobelastingen gaat betalen. Om dit te bewerkstelligen, moet een deel van de bestaande autobelastingen worden afgeschaft, voor een bedrag dat gelijk is aan de opbrengst van de kilometerheffing. Winst voor het milieu Vanuit milieuoogpunt verdient het de voorkeur een hoog percentage van de BPM in de kilometerprijs mee te nemen. De milieuwinst die gepaard gaat met de invoering van de kilometerprijs, neemt toe naarmate een groter deel van de BPM in die heffing wordt meegenomen. Als een groter deel van de BPM wordt omgezet, neemt het autogebruik sterker af en neemt de uitstoot van CO2 en vervuilende stoffen verder af. Bij zo’n vérgaande omzetting moet echter rekening worden gehouden met een toename van het autobezit, omdat niet langer het bezit maar het feitelijk gebruik wordt belast. Deze toename dempt de effecten van de afname van het autogebruik, en daarmee de milieuwinst. De additionele milieuwinst bij een vérgaande omzetting neemt daarom af, vooral op de langere termijn. Verlies van maatschappelijk nuttige mobiliteit De kilometerprijs heeft niet alleen effect op het milieu, maar levert ook andere maatschappelijke kosten en baten op. Door de MRB om te zetten in de kilometerprijs en deze naar tijd en plaats te differentiëren, verbetert de doorstroming op het wegennet al in belangrijke mate. Wordt daarnaast de BPM meegenomen in een kilometerprijs, dan nemen de reistijdwinsten en de baten voor het milieu en de verkeersveiligheid nog wat verder toe. De extra winst bij omzetting van de BPM lijkt echter niet op te wegen tegen het verlies van maatschappelijk nuttige mobiliteit en accijnsderving. Naarmate de kilometerprijs hoger is, ontmoedigt dit immers steeds meer verkeer, ook verkeer dat van vitaal belang is. Dat betreft dan niet meer alleen het recreatieve en sociale verkeer, maar ook het woon-werkverkeer. Bij een omzetting van de BPM zijn maatschappelijke kosten groter dan baten Als je alle maatschappelijke kosten en baten tegen elkaar afweegt, is er weinig reden om de BPM in het systeem van de kilometerprijs te betrekken. In geen enkel geval zijn de maatschappelijke baten groter dan de maatschappelijke kosten. Bij een beperkte (25%) omzetting van de BPM in een kilometerprijs zijn de verschillen klein. Bij een vérgaande omzetting van de BPM nemen de maatschappelijke kosten duidelijk sterker toe dan de baten. Geleidelijke omzetting is wel degelijk uitvoerbaar Als de volledige BPM in één keer wordt omgezet in de kilometerprijs, zullen de gevolgen voor de automarkt en de rijksbegroting aanzienlijk zijn. Een geleidelijke introductie zal deze gevolgen verkleinen. Er zijn twee varianten van geleidelijke invoering mogelijk die verschillende voor- en nadelen hebben voor gezinnen, bedrijven en overheid. Bij de eerste variant vallen alleen nieuwe auto’s onder het nieuwe belastingregime. Deze variant zal betrekkelijk geringe effecten hebben op de automarkt en op de koopkracht. Structureel is er ook nauwelijks effect op de begroting, maar tijdens de ingroeifase is sprake van een omvangrijke derving van inkomsten voor de overheid. Bij de tweede variant wordt de BPM in enkele jaarlijkse stappen, maar wel meteen voor alle auto’s, omgezet in een kilometerprijs. Deze variant is voordelig voor alle toekomstige Ledenbulletin juni 2008 Pagina 7 van 14
autokopers (zij besparen rente) maar nadelig voor de huidige autobezitters. Deze laatsten betalen in de overgangsfase ‘extra’: zij hebben voor hun auto of motor BPM betaald, en gaan nu daarnaast meteen een kilometerprijs betalen. Omzetting van de BPM in de tweede geleidelijke variant leidt tot een onmiddellijke daling van de prijs van tweedehands auto’s.
Lonen en loonberekeningen Minimumloon per 1 juli Vanaf 1 juli gaat het bruto minimumloon met 1,62 procent omhoog. De minimumlonen worden twee keer per jaar aangepast aan de ontwikkeling van de cao-lonen. Wettelijk bruto minimumloon en minimumjeugdloon per 1-7-2008 % van het per maand per week per dag minimumloon 23 jaar en ouder 100% € 1.356,60 € 313,05 € 62,61 22 jaar 85 % € 1.153,10 € 266,10 € 53,22 21 jaar 72.5 % € 983,55 € 226,95 € 45,39 20 jaar 61.5 % € 834,30 € 192,55 € 38,51 19 jaar 52.5 % € 712,20 € 164,35 € 32,87 18 jaar 45.5 % € 617,25 € 142,45 € 28,49 17 jaar 39.5 % € 535,85 € 123,65 € 24,73 16 jaar 34.5 % € 468,05 € 108,00 € 21,60 15 jaar 30 % € 407,00 € 93,90 € 18,78 De bedragen van het minimumloon gelden voor een volledige werkweek. Meestal is dat 36, 38 of 40 uur per week. Voor wie minder uren werkt is het minimumloon evenredig lager. Leeftijd
Lonen en salarissen per 1 juli 2008 De lonen en salarissen voor bouwplaats- en UTA-medewerkers worden met ingang van 1 juli 2008 met 1,75% verhoogd. ./. Bijgaand zenden wij u een overzicht van de nieuwe lonen en salarissen.
Overheid Alle pensioengegevens onder één knop Alle pensioengerechtigden kunnen vanaf 2011 via een druk op de knop inzage krijgen in hun oudedagsvoorziening. Met de officiële oprichting van de stichting Pensioenregister is een proces ingegaan dat die 'toekomstdroom' mogelijk maakt. De stichting, een samenwerkingsverband van de Sociale Verzekeringsbank met zo'n 700 pensioenfondsen en verzekeraars, gaat alle Nederlandse pensioenregelingen via internet ontsluiten. Vanaf 1 januari 2011 volstaat voor alle werknemers één druk op de knop om een overzicht te krijgen van hun pensioenaanspraken. Dat geldt ook voor werknemers die veel verschillende banen hebben gehad en die hun pensioen derhalve geparkeerd zien bij diverse pensioenfondsen. "Nooit meer je pensioen kwijt, dat scheelt een hoop zorgen", zegt voorzitter Francine Giskes van de stichting Pensioenregister. "Om nu een totaaloverzicht van je inkomen na je pensioen te krijgen, dat is vaak een hele zoektocht. Zeker nu steeds minder mensen hun leven lang bij één baas werken. Dat zoeken is straks verleden tijd. En tegelijkertijd heb je dan eindelijk alles overzichtelijk op een rijtje."
Ledenbulletin juni 2008 Pagina 8 van 14
De oprichting van de stichting vond plaats op 7 mei. In de eerste fase van de bouw van het register gaat het om informatie over de AOW en collectieve pensioenregelingen, ook wel de eerste en tweede pijler genoemd. De bedoeling is om in een latere fase ook individuele regelingen in het register op te nemen.
Inwerkingtreding nieuwe Wet ruimtelijke ordening op 1 juli 2008 De Eerste Kamer heeft unaniem ingestemd met de Invoeringswet Wet Ruimtelijke Ordening (Wro). Hiermee is de laatste belangrijke stap gezet om de nieuwe Wro in werking te kunnen laten treden. Op 1 juli 2008 zal de nieuwe Wro inwerking treden. Volgens minister Cramer van Ruimte en Milieu “is dit een belangrijke mijlpaal in de uitgebreide procedure van de nieuwe wet en voor de ruimtelijke ordening in het algemeen”. “De nieuwe Wet ruimtelijke ordening voorziet in transparante, efficiënte en effectieve procedures”, stelt minister Cramer in een reactie op de stemming in de Eerste Kamer. De bestemmingsplanprocedure is bijvoorbeeld aanmerkelijk verkort ten opzichte van de huidige wet. Daarnaast biedt de nieuwe Wro aan gemeenten, provincies en Rijk de instrumenten om de aan hen toevertrouwde belangen slagvaardiger te behartigen. De nieuwe Wro betekent het einde van een ruimtelijke-ordeningsstelsel dat 40 jaar heeft gefunctioneerd, maar dat aan modernisering toe is. De komende twee maanden organiseert het ministerie van VROM, samen met IPO en VNG, onder het motto “Aan de slag met de nieuwe Wro” in alle provincies bijeenkomsten. Hierin gaat men, onder andere d.m.v. workshops, aan de gang met de praktische toepassing van de wet. Centraal staan inzichten en ideeën rond de toepassing van de Wro en er zal ook aandacht uitgaan naar diverse inhoudelijke thema’s, zoals het bestemmingsplanproces of de grondexploitatie. Vanaf 1 maart 2008 is de nieuwe Helpdesk Wro gestart. SenterNovem, een uitvoeringsorganisatie van de overheid, beheert de helpdesk. De helpdesk Durp wordt samengevoegd met de Helpdesk Wro. De website www.helpdeskdurp.nl blijft gewoon beschikbaar. De helpdesk Wro is bereikbaar via
[email protected] of telefonisch op werkdagen van 9.00 tot 12.00, tel. 070 - 37 35 040. Meer informatie: www.minvrom.nl – nieuws: Wet op de Ruimtelijke ordening.
Kabinet trekt ruim één miljard extra uit voor WWI Het kabinet heeft recent ruim een miljard euro extra uitgetrokken voor Wonen, Wijken en Integratie. Dat bedrag wordt verdeeld over de wijken, hun bewoners en het wonen. Wijken Voor de wijken komt deze kabinetsperiode 300 miljoen euro extra beschikbaar. Daarvan is 240 miljoen bestemd voor de wijken en 60 miljoen voor bewonersinitiatieven. Hoe de 240 miljoen over de wijken zal worden verdeeld, zal minister Vogelaar op korte termijn aan de steden bekend maken. Wonen Ook voor het wonen komt een flink bedrag beschikbaar. Tot en met 2013 komt er 900 miljoen euro bij om de huurtoeslag uit te kunnen keren aan de mensen die er voor in aanmerking komen. Dit extra budget is nodig op basis van huidige berekeningen. Die berekeningen zijn onder ander gebaseerd op een nog onverklaarde stijging van de uitgaven huurtoeslag door de Belastingdienst. In augustus 2008 levert de Belastingdienst informatie over de uitgaven, waaruit zal blijken of de stijging incidenteel of structureel is. Vanaf het einde van deze kabinetsperiode (in 2011, 2012 en 2013) zal een tijdelijke beperking van de gelden voor het besluit locatiegebonden subsidies (bls) ingaan. Het gaat om een bedrag van zo’n 90 miljoen euro per jaar, dat bedoeld is voor een bijdrage bij de grondexploitatie bij woningbouwproductie.
Ledenbulletin juni 2008 Pagina 9 van 14
Op korte termijn zet minister Vogelaar een onderzoek uit hoe de verhoudingen tussen de publieke en private partijen bij grondexploitatie er in de toekomst uit zouden moeten zien. Wat is de rol van de gemeenten, de marktpartijen en de corporaties daarbij? Zouden er meer public-privatepartnerships gezocht moeten worden? Minister Vogelaar is verheugd met de impuls: ‘Het is een mooie plus voor WWI waar we blij mee zijn. We kunnen ermee investeren in de wijken, die ons aan het hart gaan en de bewoners de huurtoeslag geven die zij nodig hebben om hun huur te kunnen betalen.’
Kabinet wil doorwerken na 65 makkelijker maken Om doorwerken na 65 makkelijker te maken, wil het kabinet dat mensen zelf kunnen kiezen of ze hun AOW op 65 jaar laten ingaan of pas later. Een latere ingangsdatum zou dan tot een hogere AOW-uitkering leiden. Dit staat in de kabinetsnotitie ‘Men is zo oud als men zich voelt’. Minister Donner en staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben de notitie naar de Tweede Kamer gestuurd. De notitie noemt de mogelijkheid van doorwerken na 65 en het eventueel afbouwen na die leeftijd van het werkzame leven als onderdeel van de cultuurverandering waarbij doorwerken tot 65 weer normaal wordt. De mogelijkheid van doorwerken na 65 heeft gevolgen voor een groot aantal aspecten van het arbeidsrecht en het sociaal recht. Het kabinet wil daarover met sociale partners in overleg. In de notitie schetst het kabinet zijn visie op vergrijzing en arbeidsparticipatie van ouderen. Het kabinet wil dat meer ouderen aan de slag gaan of blijven. Uit onderzoek blijkt dat steeds meer mensen daar positiever over denken. Bovendien is het nodig omdat de komende jaren steeds meer werknemers stoppen. Daardoor gaat kennis en expertise verloren en dreigen (grote) tekorten aan werknemers wat ten koste gaat van economische groei. Ook draagt het bij om de (stijgende) kosten van zorg en vergrijzing te dekken. Vervolgens schetst het kabinet concrete ideeën om doorwerken na de 65 (beter) mogelijk te maken. In de notitie schrijft het kabinet verder dat mensen die (willen) doorwerken na hun 65ste geen oneigenlijke concurrentie zouden mogen zijn voor werknemers onder de 65. Zo zou het wettelijk minimumloon ook voor 65-plussers moeten gaan gelden om te voorkomen dat ze onderbetaald worden en daardoor andere werknemers verdringen. Ook wordt het ‘verdringingsrisico’ tegengegaan als werknemers van boven de 65 ‘als eerste (binnen hun functiegroep) in aanmerking komen voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst’ als het economisch slecht gaat met het bedrijf. Het op vrijwillige basis langer doorwerken na de 65 en belemmeringen daarvoor, zijn al langere tijd onderwerp van gesprek tussen kabinet en Tweede Kamer en sociale partners. Tijdens het afgelopen voorjaarsoverleg riep het kabinet de sociale partners al op om cao’s kritisch tegen het licht te houden op belemmeringen op doorwerken na de 65 (zo bepalen veel cao’s dat bij de leeftijd van 65 automatisch ontslag volgt). Het kabinet wil de ontwikkelingen in cao’s op dit onderwerp goed volgen. De notitie gaat niet in op maatregelen om meer oudere werknemers onder de 65 aan de slag te krijgen en houden. Die maken deel uit van een pakket maatregelen om de (algehele) arbeidsparticipatie te verhogen waarover de commissie Arbeidsparticipatie (commissie Bakker) recent advies heeft uitgebracht..
Minder overtredingen illegale arbeid Bij de controles op illegale arbeid trof de Arbeidsinspectie in 2007 minder overtredingen aan dan in de jaren ervoor. Verder waren er vorig jaar bij ruim de helft van de geïnspecteerde bedrijven één of meer tekortkomingen op het gebied van de arbeidsomstandigheden. Het optreden van de Arbeidsinspectie blijkt effectief: bij hercontrole zijn de problemen bijna altijd opgeheven.
Ledenbulletin juni 2008 Pagina 10 van 14
Dit blijkt uit het jaarverslag van de Arbeidsinspectie over 2007. Het verslag laat zien dat de aanpak van illegale arbeid vruchten afwerpt. Het aantal overtredingen daalde, van 25 procent van de geïnspecteerde bedrijven in 2005, tot 23 procent in 2006 en 18 procent in 2007. Voor een deel komt dit door het vrije verkeer van werknemers, waardoor bijvoorbeeld Polen hier legaal kunnen werken. Strenge controles en hoge boetes spelen eveneens een rol. bouw doet zich een verschuiving voor naar illegaal werkende Bulgaren en Roemenen. De Arbeidsinspectie heeft speciaal gelet op onderbetaling van werknemers en stuitte op 75 vermoedelijke overtredingen. Betaling onder het wettelijk minimumloon blijkt echter lastig op te sporen en te bewijzen. In 2008 vinden speciale controles op onderbetaling plaats bij bedrijven waar veel mensen uit de nieuwe lidstaten van de Europese Unie werken (zoals Polen). De Arbeidsinspectie zet 24 extra inspecteurs in om illegale arbeid en onderbetaling aan te pakken. De werkomstandigheden in Nederland behoren tot de Europese subtop. Ons land loopt voorop als het gaat om veilige machines en bescherming tegen gevaarlijke stoffen. Werkdruk, agressie en geweld op het werk vragen extra aandacht. De Arbeidsinspectie schreef in 2007 voor ruim 6 miljoen euro aan boetes uit. Het aantal aangetroffen overtredingen is de laatste jaren stabiel en ligt rond de 55 procent. Wel blijken problemen actief aangepakt te worden: bij hercontroles is nog maar in 3 procent van de gevallen iets mis. Dit percentage lag enkele jaren geleden nog op 10 en daalt gestaag. Positief is ook dat werkgevers en werknemers in branches zelf steeds vaker maatregelen nemen om veilig en gezond te werken. Nu gaat het erom dat de ontwikkelde hulpmiddelen en veiligheidsvoorzieningen ook echt gebruikt gaan worden. Vorig jaar kreeg de Arbeidsinspectie iets vaker melding van ernstige ongelukken op het werk (2.300 tegenover 2.100 een jaar eerder). Vooral jonge werknemers en uitzendkrachten lopen een hoog risico. De meeste ongelukken gebeuren met machines, gereedschap, ladders en heftrucks. De kans op een ongeluk is het grootst in de bouw. In de vervoerssector is de kans op een ongeval gegroeid, vooral bij laden en lossen gaat het fout.
Het aantal klachten en tips dat bij de Arbeidsinspectie binnenkwam liep vorig jaar terug. Dit komt onder meer doordat werknemers tevredenen zijn over hun werkomstandigheden.
Wijziging aanvraagformulier bouwvergunning Het aanvraagformulier bouwvergunning zal worden aangepast. In het formulier dat vanaf 1 augustus 2008 moet worden gebruikt, is een aantal wijzigingen doorgevoerd in verband met de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Ook wordt het formulier aangepast aan de bepalingen uit de Wet bescherming persoonsgegevens. Door de aanpassingen in het nieuwe formulier wordt het voor gemeenten eenvoudiger om bij publicatie van de aanvragen op internet te voldoen aan de Wet bescherming persoonsgegevens. De volgorde van het formulier is zodanig aangepast dat splitsing van te publiceren en niet te publiceren gegevens eenvoudig mogelijk is. Ook voorziet het nieuwe formulier in de toestemming van de aanvrager voor publicatie van de gegevens. Het nieuwe formulier is tot stand gekomen in nauw overleg met de gemeente Nijmegen en het College bescherming persoonsgegevens. De nieuwe opzet zal als uitgangspunt worden gehanteerd voor de ontwikkeling van de nog te ontwikkelen formulieren voor de gebruiksvergunning en melding en voor de Omgevingsvergunning. In juli nieuw aanvraagformulier In de loop van juli zal het definitieve aanvraagformulier via de website van VROM beschikbaar komen. Tot 1 augustus blijft het huidige aanvraagformulier van kracht voor het aanvragen van een bouwvergunning.
Ledenbulletin juni 2008 Pagina 11 van 14
Concept aanvraagformulier en handreiking In het dossier Bouwregelgeving www.minvrom.nl, is onder publicaties een voorbeeld te vinden van het nieuwe aanvraagformulier. Ook is een handreiking opgenomen met aandachtspunten voor gemeenten bij publicatie van aanvragen op internet.
Werkgevers positief over hoofdlijnen advies-Bakker Het rapport van de commissie-Bakker biedt een uitdagend perspectief voor de toekomst van Nederland. Bakker komt met onconventionele oplossingen om een volstrekt nieuw probleem, krimp op de arbeidsmarkt, aan te pakken. Iedereen die kan werken, moet dat ook doen. Dat zeggen MKB-Nederland, LTO Nederland en VNO-NCW in reactie op het verschenen advies van de commissie, dat volgens hen een nieuwe kijk op de arbeidsmarkt geeft. Veel zaken in het advies-Bakker moeten nog worden uitgewerkt, maar de hoofdlijnen spreken aan, aldus de drie ondernemersorganisaties. Werkgevers én werknemers worden verantwoordelijk voor een benadering van werk naar werk, waardoor het huidige ontslagrecht met de preventieve toets en de soms zeer hoge ontslagvergoedingen verdwijnen. De duur van de WW wordt beperkt. Ook het stimuleren van doorwerken tot 65 jaar en het geleidelijk verhogen van de AOW-leeftijd spreken tot de verbeelding. Alleen zo kan in een vergrijzende samenleving het overheidshuishoudboekje op orde blijven. MKB-Nederland, LTO Nederland en VNO-NCW willen harde garanties dat voor bedrijven geen opeenstapeling van verplichtingen ontstaat, dat de bureaucratie vermindert en de kosten dalen. Heel belangrijk is dat maatregelen uitvoerbaar zijn voor kleine en middelgrote bedrijven en voor ondernemingen in de land- en tuinbouw. Aansprekend in dit verband is de beperking van de loondoorbetalingverplichting bij ziekte tot 1 jaar in plaats van 2 jaar, zoals nu het geval is. De ondernemersorganisaties vinden dat het in de nieuwe aanpak moet gaan om een effectieve arbeidsbemiddeling, met minimale bureaucratie en maximaal effect. Zij juichen een regionale aanpak en een grote rol voor de uitzendbureaus toe. De werkgeverskoepels vinden dat het kabinet nu snel met een oordeel over het rapport moeten komen. Het rapport moet geheel, in samenhang, worden behandeld. Selectief winkelen is uit den boze.
Sociale verzekeringen Inhouding SV-loon Inkomsten naast een WGA-uitkering Bij werknemers die naast een WGA-uitkering betaald werk hebben, worden de inkomsten ingehouden op de uitkering. Het deel dat UWV in mindering moet brengen, is het Sociale Verzekeringsloon, kortweg SV-loon, uit verrichte arbeid. In loonopgaves die UWV ontvangt, is echter vaak onduidelijk hoe het SV-loon van een werknemer is samengesteld. Daardoor ontstaat vertraging bij de verwerking van gegevens. Meer duidelijkheid over samenstelling SV-loon De werknemer levert bij UWV de loonstrook in voor het berekenen van de inhouding. UWV gaat aan de hand van de loonstrook na wat de werkgever aan loon voor verrichte arbeid betaalt. Dat gegeven vormt de basis voor het bepalen van de hoogte van de inhouding. Het kan zijn dat de werkgever behalve loon ook een loonaanvulling verstrekt. Verder bouwt de werknemer vakantietoeslag op en soms is sprake van een eindejaarsuitkering. Op loonstroken is het onderscheid tussen deze elementen vaak onduidelijk. Dat werkt fouten en vertraging in de hand bij het bepalen van de juiste inhouding.
Ledenbulletin juni 2008 Pagina 12 van 14
Aanleveren gegevens Voor het tijdig en correct inhouden van verdiensten naast de WGA-uitkering verzoekt UWV werkgevers duidelijk te maken wat het SV-loon uit verrichte arbeid is en welke eventuele aanvullingen de werknemer krijgt. Aangezien loonstroken meestal worden aangemaakt via een geautomatiseerd salarissysteem, zal daarvoor in veel gevallen een aanvullende opgave nodig zijn.
Loonkostensubsidies en participatieplaatsen om mensen aan de slag te helpen Mensen die lang langs de kant staan, krijgen een steuntje in de rug om aan de slag te komen. Werkgevers die werknemers in dienst nemen die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt of langer dan één jaar werkloos zijn, kunnen hiervoor een jaar lang subsidie krijgen. Voorwaarde voor zo’n loonkostensubsidie is onder meer dat het om een echte baan gaat: een bestaande vacature of een nieuwe baan die na dat jaar (in beginsel) voortgezet wordt. De subsidie is maximaal 50 procent van het minimumloon. Daarnaast komen er participatieplaatsen om mensen met een bijstandsuitkering en die moeilijker aan een baan komen, ervaring op te laten doen met behoud van uitkering. Zo kunnen ze een eerste stap zetten naar een echte baan. Zij krijgen scholing en een premie, zodat ze er ook financieel op vooruitgaan. Dit is de kern van het Wetsvoorstel stimulering arbeidsparticipatie (Stap), waarmee de ministerraad op voorstel van minister Donner en staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft ingestemd. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) krijgt hiermee de mogelijkheid om gericht loonkostensubsidies in te zetten voor uitkeringsgerechtigden die moeilijk aan een baan komen. Het wetsvoorstel biedt financiële ruimte om zo 90.000 WW’ers en/of (deels) arbeidsongeschikten aan de slag te krijgen. Participatieplaatsen staan straks open voor bijstandsgerechtigden, (deels) arbeidsongeschikten en mensen die langer dan één jaar in de WW zitten. Het kabinet wil met deze maatregelen in deze kabinetsperiode mensen aan de slag helpen die nu moeilijk aan het werk komen en daarmee de arbeidsparticipatie dichter bij de gewenste 80 procent in 2016 brengen. Er zijn veel vacatures en met de vergrijzing zal de vraag naar werknemers op termijn sterk groeien. Een duwtje in de rug door de overheid kan ervoor zorgen dat werkgevers, die steeds lastiger aan personeel kunnen komen, wél met in zee gaan met mensen die nu lange tijd langs de kant staan. Voor deze mensen betekent dit dat ze weer meedoen, er financieel op vooruitgaan en meer perspectief krijgen. De ministerraad heeft ermee ingestemd het Wetsvoorstel stimulering arbeidsparticipatie (Stap) voor spoedadvies naar de Raad van State te sturen. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.
Zwangerschapsuitkering voor vrouwelijke zelfstandigen Vrouwelijke zelfstandigen hebben met ingang van 4 juni 2008 een wettelijk recht op een zwangerschaps- en bevallingsuitkering van minimaal zestien weken. De uitkering in de zogeheten Zelfstandig en Zwanger-regeling (ZEZ-regeling) bedraagt maximaal het wettelijk minimumloon. Zelfstandigen die in het voorafgaande jaar minstens 1.225 uur werken, krijgen een uitkering op dit niveau. Voor zelfstandigen die minder dan 1.225 uur werken, hangt de uitkering af van de winst/inkomsten in het jaar voordat de uitkering wordt uitgekeerd. Het recht op een zwangerschaps- en bevallingsuitkering voor zelfstandigen is geregeld in de Wet arbeid en zorg. De regeling wordt uitgevoerd door de UWV en betaald uit de algemene middelen. De kosten bedragen dit jaar naar verwachting 14,5 miljoen euro en vanaf 2009 jaarlijks 27 miljoen euro.
Werkgevers kunnen re-integratiekosten makkelijker op derden verhalen Vanaf vrijdag 13 juni 2008 kunnen werkgevers die hun zieke werknemers weer aan de slag helpen, de kosten daarvan makkelijker verhalen op de eventuele veroorzaker van de ziekte of Ledenbulletin juni 2008 Pagina 13 van 14
handicap, de zogenoemde aansprakelijke derde. De kosten van de re-integratiemaatregelen moeten wel redelijk zijn. Ook het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en werkgevers die zelf het risico dragen van (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid kunnen de kosten van re-integratie gemakkelijker verhalen op een mogelijke veroorzaker. De wetswijziging waarin het makkelijker verhalen is geregeld, geeft werkgevers meer juridische duidelijkheid en stimuleert daarmee snellere re-integratie van zieke en arbeidsongeschikte werknemers. Tot voor kort bestond er in de praktijk veel onduidelijkheid over het verhalen van re-integratiekosten op derden. Werkgevers doen naar verwachting meer aan re-integratie als ze weten dat kosten makkelijker te verhalen zijn. Snellere re-integratie beperkt ook het inkomensverlies van de betrokken werknemers. Dat is ook in het belang van veroorzakers. Die hoeven minder inkomensschade te vergoeden wanneer de betreffende werknemers minder lang langs de kant staan.
Ledenbulletin juni 2008 Pagina 14 van 14