1
UNIVERSITEIT GENT
FACULTEIT ECONOMIE & BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2008-2009
ECONOMISCHE ANALYSE VAN DE BOUW VAN EEN NIEUW STADION: CASE ARTEVELDESTADION
Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de Bedrijfseconomie
Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn Onder leiding van Prof. Marc De Clercq Prof. Marc Maes
- PERMISSION Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of gereproduceerd worden, mits bronvermelding.
Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
I.
Woord Vooraf
Beste lezers,
Als Master in de lichamelijke Opvoeding met optie sportmanagement en zonder economische achtergrond, werd het ons aangewezen om een thesisonderwerp te kiezen die enkele raakpunten had met onze voorgaande studies. Daarnaast wilden we een ook actueel thema aansnijden dat dicht bij ons interessegebied ligt. Om deze redenen is de keuze gevallen op het analyseren van de impact van een nieuw stadion. Als Oost-Vlamingen en sport(voetbal)liefhebbers was het voor de handliggend dat we het nieuwe stadion van KAA Gent onder de loep zouden nemen, namelijk het Artevelde stadion. Als nieuwe studenten aan de Faculteit economie was het voor ons moeilijk om professoren te kennen die ons rond deze materie goed kunnen adviseren en begeleiden. Na enkele lessen algemene economie van Prof Dr Marc De Clercq kwamen we te weten dat onze eigen decaan nauw betrokken was bij het Arteveldeproject. We willen Prof Dr. Marc De Clercq hierbij bedanken voor zijn bereidwilligheid en appreciëren het enorm dat hij ons, onbekende studenten, direct wou begeleiden en steunen bij hun scriptie.
We wensen de lezers veel leesplezier.
II. Inhoudsopgave 1. Literatuur
1
1.1. Geschiedenis
1
1.2. In welke mate draagt het stadion bij tot de financiering van een club (budget)?
3
1.3. Redenen tot bouw nieuw stadion
6
1.4. Welke gevolgen heeft de bouw van een nieuw stadion?
7
1.4.1. Economische impact (impact op grond, inkomsten, tewerkstelling)
7
1.4.2. Novelty Effect (optimale capaciteit, toeschouwers toename)
11
1.4.3. Impact op resultaten
15
1.4.4. Positieve impact voor de sportvereniging
15
1.4.5. Kritiek
16
1.5. Wat komt er allemaal kijken bij de bouw van een nieuw stadion?
17
1.5.1. Multipurpose vs Single purpose
17
1.5.2. Renovatie vs Nieuwbouw
19
1.5.3. PPS vs traditionele financiering
19
1.5.4. Design
22
1.5.5. Key Succes Factoren
23
1.6. Korte schets huidige situatie KAA Gent
2. Methodiek
23
25
2.1. Onderzoeksvraag
25
2.2. Algemene plannen Arteveldestadion
25
2.3. Financiële structuur Arteveldestadion
26
2.4. Interviewtechniek
26
3. Resultaten
28
3.1. Beschrijving van plannen Arteveldestadion
28
3.2. Beschrijving financiële structuur Arteveldestadion
32
3.3. Interview
33
3.3.1. Extern
34
3.3.2. Intern
37
4. Discussie
39
4.1. Onderzoeksvraag
39
4.2. Voorspellingen
42
4.3. Raadgevingen
45
4.4. Beperkingen
46
III. Lijst van tabellen & figuren Figuren Figuur 1. Amsterdam ArenA stadion & Boulevard
17
Bron: http://www.highprofile.nl/bedrijven/sportaccommodaties/amsterdam-arena.html# Figuur 2. Kostvergelijking tussen PPS (PPP) en traditioneel gefinancierde projecten
21
Bron: Duffield et al. 2008 Figuur 3. Tijdsvergelijking tussen PPS (PPP) en traditioneel gefinancierde projecten
21
Bron: Duffield et al. 2008 Figuur 4. Foto Jules Ottenstadion
24
Bron: http://i152.photobucket.com/albums/s175/Chimaera1977/Otten-1.jpg Figuur 5. Foto’s Arteveldestadion en kantoren
29
Bron: http://users.skynet.be/fc277856/informatie/arteveldestadion2005.htm#bijkomende_info & http://media.photobucket.com/image/arteveldestadion/witn/belstadions/Arteveldestadion /AMS_0386_BNT_AAG_I.jpg Figuur 6. Financieringsstructuur
32
Bron: zie bijlage & interview
Tabellen Tabel 1. Waarde van alle Europese voetballanden en UEFA ranking (2002)
3
Bron: artikel T.Dejonghe & W.Lagae (2002) Tabel 2. Inkomstenbronnen 1ste klasseclubs Europese landen (2000-2001)
5
Bron: artikel T.Dejonghe & W.Lagae (2002) Tabel 3. Het gemiddelde toeschouwersaantal in de hoogste afdeling in enkele Europese competities(2001-2002) 6 Bron: artikel T.Dejonghe & W.Lagae (2002)
Tabel 4. Vergelijkende analyse van toeschouwersaantallen voor de bouw en respectievelijk 1,3 en 5 jaar in het nieuwe stadion 13 Bron: Howard & Crompton, 2003 Tabel 5. Voordelen van mondeling en schriftelijk bevraging
26
Bron: Baarda & De Goede, 1995 Tabel 6. Budgetanalyse van de G5 Bron: http://www.voetbalbelgie.be/nl/article.php?id=1722
40
IV. Werkstuk 1. LITERATUUR 1.1. GESCHIEDENIS De bouw van een sportfaciliteit is geen nieuw concept. Eeuwen geleden werden al gebouwen opgericht met als hoofddoel entertainment en sport. 2500 jaar geleden ontwikkelden de beschavingen van toen sportfaciliteiten voor gezondheidspromotie. De eerste faciliteiten werden gebouwd met als doel de militairen klaar te stomen voor de gevechten en om de rijken te entertainen. Deze gebouwen zijn de voorlopers van de huidige sportstructuren en complexen. Daarom wordt in wat volgt een korte schets gemaakt van de geschiedenis van sportfaciliteiten. Bron: Farmer et al. 1996
Egypte De Egyptenaren (1500 VC) ontwikkelden de faciliteiten ook met als hoofddoel de training van hun militairen. Zo werden er sportspecifieke complexen ontwikkeld voor sporten zoals gymnastiek en worstelen. China Ook de Chinezen (1100 VC) ontwikkelden enkele gebouwen ter promotie van sport en entertainment. De Chinezen waren het eerste volk dat een multifunctioneel en verlicht sportcomplex bouwden. Griekenland De Grieken waren de eersten die faciliteiten ontwikkelden die enkel voor sport dienden gebruikt te worden. In Griekenland zagen dan ook de eerste Olympische Spelen het licht. Hiervoor ontwikkelden de Grieken de eerste echte “Stadia”. Een stadion was toen een U1 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
vormig gebouw, waarbij meestal een heuvelzijde werd uitgehold (bv. Het Olympisch stadion in Athene met plaats voor 50 000 toeschouwers). Rome De Romeinen waren de pioniers op het gebied van beton- en gewelftechnieken, zo bouwden zij enkele “Circussen”. Het bekendste en grootste was Circus Maximus met plaats voor 200 000 toeschouwers. Deze gebouwen werden niet alleen gebruikt voor sportontwikkeling, maar ook voor wreed entertainment zoals gladiatorgevechten. Na de val van Rome werden geen grootste gebouwen meer opgetrokken, hiervoor was het wachten tot de 19e eeuw. 19e Eeuw & 20e Eeuw Door de populariteit van sporten zoals voetbal, baseball en rugby ontstond de nood om grote sportcomplexen te bouwen. Het was echter vooral in de 20e eeuw dat de grote en bekende stadions zoals Wembley Stadium , Yankee Stadium, het stadion van Turijn, enz… werden ontwikkeld. Soorten Stadia De verschillende soorten stadia worden geclassificeerd als volgt: -
Stadion: een stadion is een mono –of multifunctioneel stadion met plaats voor ongeveer 40 000 toeschouwers. Het is meestal een outdoor structuur.
-
Arena: een arena wordt gekenmerkt door een indoor structuur en wordt gebruikt voor sporten zoals basketball, hockey, … . Het gemiddelde aantal toeschouwers ligt rond 15 000.
-
Theather: een theater is ook een indoor gebouw, waarbij rekening wordt gehouden met akoestiek. Hier ligt het aantal zitplaatsen op ongeveer 2 000.
-
Auditorium: een auditorium is een U-vormig multifunctioneel gebouw (tussen 20 en 30 000 vierkante meter groot). 2
Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
-
Exhibitie hal: een moderne gesloten structuur waar kleine conventies worden gehouden.
1.2. IN WELKE MATE DRAAGT HET STADION BIJ TOT DE FINANCIERING VAN EEN CLUB (BUDGET)? In een ver verleden werd België als een echt voetballand beschouwd. De grote Belgische clubs (Anderlecht, Brugge, …) haalden toen nog Europese successen in een tijd waar geld nog niet zo’n grote rol speelde in het voetbal. Dat veranderde met het Bosman-arrest (1995): spelers konden nu “vrij” van de ene club naar de andere gaan en er ontstond aldus een vrije markt. Dit betekende natuurlijk ook dat de rijkere clubs de betere spelers konden aantrekken en leidde tot een uittocht van de getalenteerde spelers uit België. Het voetbal veranderde sindsdien in een sport waarin geld eigenlijk de allerbelangrijkste voorspeller van succes is. Het gevolg hiervan was dat België een ware degradatie van het voetbal kende en ondertussen eigenlijk al niet meer op de Europese voetbalkaart staat. De grote clubs uit België moeten strijden voor een plaatsje in de Europese competities. De ongelijkheid tussen grote en kleine voetballanden komt tot uiting in de totale inkomsten per land (zie tabel): Tabel 1: Waarde van alle Europese voetballanden en UEFA ranking (2002) Positie Voetballand Relatieve marktwaarde UEFA-ranking 1
Engeland
24%
2
2
Italië
17%
3
3
Spanje
14%
1
4
Duitsland
13%
4
5
Frankrijk
10%
5
6
Nederland
4%
7
9
België
2%
10 3
Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
Bron: artikel T.Dejonghe & W.Lagae (2002)
We zien dat de top 5 uit Europa (Engeland, Italië, Spanje, Duitsland, Frankrijk) een enorme kloof vormt met de andere landen. Meer zelfs, 78% van de totale inkomsten gaan naar deze 5 landen. Deze kloof wordt groter door de vetpotten (tv-gelden, winstbonussen) die in de Europese competities (vb. Champions League) kunnen opgestreken worden. Het is als het ware een vicieuze cirkel, de kleinere landen moeten heel hard strijden om toch maar een plaatsje in deze competities te veroveren. En als het ze niet lukt om zich te kwalificeren, maken ze geen kans op het geld dat uitgedeeld wordt in deze competities. Hierdoor worden ze verplicht om minder talentvolle spelers aan te trekken waardoor het het jaar erop nog moeilijker wordt om zich te kwalificeren. Wanneer we de inkomstenbronnen van de clubs bekijken zien we dat grote clubs op andere inkomsten teren dan de kleinere clubs. Niet alleen zijn alle inkomstenbronnen veel hoger dan bij de kleine landen, maar ook het relatieve aandeel ervan verschilt enorm. De inkomstenbronnen kunnen opgedeeld worden in: -
ticketting
-
tv-rechten
-
sponsoring
-
merchandising, catering & stadionverhuur
Onderstaande tabel geeft het relatieve aandeel van de 4 bronnen weer.
4 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
Tabel 2. Inkomstenbronnen 1ste klasseclubs Europese landen (2000-2001) Voetballand
Ticketting
Tv-rechten
Sponsoring
Merchandising, catering & stadionverhuur
Engeland
31%
39%
30%
-
Italië
16%
54%
13%
17%
Spanje
25%
51%
9%
15%
Duitsland
18%
45%
22%
14%
Frankrijk
16%
51%
18%
15%
Gemiddelde Grote landen
21%
48%
18%
12%
Portugal
42%
20%
18%
20%
Nederland
34%
12%
41%
12%
Schotland
42%
23%
35%
-
Denemarken
17%
4%
43%
36%
Noorwegen
40%
4%
43
13%
Zweden
33%
14%
28%
25%
Gemiddelde Kleine landen
35%
13%
35%
18%
Bron: artikel T.Dejonghe & W.Lagae (2002)
Het gemiddelde van de kleine landen beschouwen we als indicatie voor de relatieve inkomstenbronnen van Belgische clubs. 35% van het budget voor Belgische clubs zou dus uit de ticketting moeten komen en ook nog eens 35% uit sponsoring. Dit terwijl de grote clubs het leeuwendeel van hun inkomsten uit de verkoop van tv-rechten halen (48%). Dat is vooral te wijten aan de meer hoogstaande competitie in de grote landen, waardoor er een grotere afzetmarkt bestaat voor hun wedstrijdbeelden. Het totaal aantal toeschouwers is voor de kleine landen kleiner dan de grote landen, terwijl het relatieve belang ervan veel groter is. 5 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
Tabel 3: Het gemiddelde toeschouwersaantal in de hoogste afdeling in enkele Europese competities(2001-2002). Voetballand
Gemiddeld toeschouwers
Duitsland
33032
Italië
30747
Engeland
29619
Spanje
24691
Frankrijk
22688
Nederland
15564
België
9567
aantal
Bron: artikel T.Dejonghe & W.Lagae (2002)
Conclusie: Uit het artikel van Dejonghe et al. (2002) kan geconcludeerd worden dat Belgische clubs maar beter veel aandacht besteden aan hun stadion, aangezien het grootste deel van hun budget uit ticketting komt. Een andere grote inkomstenbron is sponsoring, een club houdt dus best ook rekening met haar imago. Een toename van het aantal toeschouwers zal dus sowieso een groter budget betekenen voor Belgische clubs. Bron: Dejonghe & Lagae, 2002
1.3. REDENEN TOT BOUW VAN EEN NIEUW STADION De voornaamste reden om te starten met de bouw van een nieuw stadion is de toename van het aantal supporters. Het huidige stadion is te klein geworden om alle supporters plaats aan te bieden en de vraag naar een groter complex dringt zich op. De ideale stadiongrootte zal bepaald worden door de grootte van de locale populatie, eventuele concurrentie (andere
6 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
clubs in de buurt) en de grootte van het product (voetbal). Ook de resultaten zouden hier een rol kunnen spelen (Farmer et al. 1996). Uit vele studies blijkt dat het bouwen van een stadion op zich een toename van het aantal toeschouwers als effect heeft (Baade & Sanderson, 1997; Coates & Humphreys, 2000, 2003; Noll, 1974; Greenberg & Gray, 1996; Danielson, 1995; Howard & Crompton, 2003; Hamilton & Kahn, 1997). Dit effect zou echter tijdelijk zijn en verdwijnen na een aantal jaren. Dit zogenaamde novelty effect werd veelvuldig onderzocht en zal later in deze scriptie aan bod komen. Daarnaast wordt een nieuwe sportfaciliteit soms gezien als een katalysator voor economische en maatschappelijke ontwikkeling (Nelson. 2001, 2002; Chema, 1996; Santo, 2005; Zimmerman, 1997; Tu, 2005; Carlino, 2004; Markerink, 2004). Het imago van de stad of gemeente wordt opgewaardeerd en de nieuwbouw zou dus ook sociale en culturele voordelen tot gevolg kunnen hebben. De gevolgen op vlak van maatschappelijke ontwikkeling, imago en de eventuele sociale en culturele effecten zijn moeilijk kwantificeerbaar, subjectief en dus weinig onderzocht. De economische impact van een nieuwe sportfaciliteit werd wel onderzocht en zal uitgebreid besproken worden in het vervolg van deze literatuurstudie.
1.4. WELKE GEVOLGEN HEEFT DE BOUW VAN EEN NIEUW STADION? 1.4.1. Economische impact (impact op grond, inkomen, tewerkstelling) In Europa werd de impact van een nieuw stadion op de locale economie nog niet veelvuldig onderzocht, er werd dan ook voornamelijk Amerikaanse literatuur gevonden. Het gaat in de artikels dus over Amerikaanse steden en Amerikaanse sporten (NHL, NBA, Baseball). In hoeverre de resultaten uit deze literatuur kunnen vergeleken worden met Europa, laat staan België, kan men onmogelijk beantwoorden.
7 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
Toch geven de conclusies die getrokken werden door de Amerikaanse onderzoekers op zijn minst een indicatie over de impact die een stadion op de locale economie zou kunnen hebben.
In Amerika werd er al heel wat onderzoek gedaan en er is ondertussen een algemene consensus ontstaan bij de meeste onderzoekers dat een nieuw stadion geen groei van het gemiddelde inkomen bewerkstelligt en ook de impact op het aantal jobs zou eerder beperkt zijn (Baade, 1988, 1990, 1996, 1997; Coates, 1999, 2001, 2003; Noll, 1997). Een nieuw stadion heeft nauwelijks een economische impact, maar sommige onderzoekers beweren dat er wel publieke, onmeetbare voordelen kunnen zijn (Zimmerman, 1997). Natuurlijk zijn er ook tegenstanders van de bewering dat er geen economische impact is. Zo beweerden Chema (1996) en Nelson (2001, 2002) dat de waarde van een nieuw stadion afhangt van de locatie waar gebouwd wordt. Ze gingen ervan uit dat men bij de eerder uitgevoerde studies alleen oudere stadions onderzochten, die net buiten de stad gebouwd werden en die dus nauwelijks invloed hadden op het centrum van de stad. Zo zou, volgens hen, een stadion in het centrum van de stad wel voor een toename van het regionale gemiddelde inkomen zorgen. De studie van Siegfried & Zimbalist (2000) zegt eveneens dat er een positief economisch effect kan ontstaan indien men het stadion niet als een alleenstaand project ziet. Het project van het nieuwe stadion moet een deel van een groter project zijn waar er heel het jaar door een economische bedrijvigheid aanwezig is. Zo is de site gedurende 365 dagen nuttig en niet enkel tijdens wedstrijddagen.
Wassmer et al. (2001) onderzocht de resultaten van Nelson en kwam tot het besluit dat er inderdaad een regionale toename van het gemiddelde inkomen tot stand komt rondom het stadion, maar hij wijt dit effect aan redistributie van het inkomen. Met 8 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
andere woorden, het geld wordt gewoon verplaatst van de ene regio naar de andere, maar het totale gemiddelde inkomen blijft constant. Zo kunnen we de Amsterdam ArenA case (Markerink, 2004) als voorbeeld zien van een stad die via de bouw van een nieuw stadion een achtergestelde, uitstervende wijk (Bijlmermeer) nieuw leven tracht in te blazen. Ook hier zou het dus volgens Wassmer (2001) om redistributie gaan en niet om totale economische groei.
Santo (2005) onderzocht de invloed van het soort stadion op de economie. Ook hij gaf als kritiek op de eerder uitgevoerde studies dat er vooral oude stadions waren onderzocht. De nieuwe generatie stadions zijn multifunctioneel en toeristische aantrekkingspolen en zullen dus meer economische ontwikkeling voortbrengen dan de oude, monofunctionele en “saaie” stadions. Santo vond wel enkele significante positieve resultaten, maar deze waren moeilijk te interpreteren en volgens de meeste onderzoekers onbetrouwbaar (bias).
De kritiek op al deze studies is dat het eigenlijk onmogelijk is om het exacte effect van een sportstadion op de economie te meten(Chema, 1996; Baade, 2005; Lavoie, 2005). Het is heel moeilijk om het effect van zoiets “kleins” als sport te differentiëren in de volledige economie. Net daarom zal de bouw van een stadion weinig economische ontwikkeling tot gevolg hebben: sport is een te klein onderdeel van de totale economie.
Waarom dan bouwen? Zoals eerder aangehaald, wordt een stadion gebouwd ten voordele van de club en haar supporters. Een nieuw stadion heeft een toename van het aantal toeschouwers
9 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
en dus ook van het budget van de club tot gevolg. Dit wordt verder besproken in het hoofdstuk Novelty Effect.
Volgens Zimmerman (1997) zijn er nog enkele voordelen van een nieuw stadion, maar zijn deze moeilijk meetbaar. Zo zou er een soort bevrediging ontstaan bij de inwoners die natuurlijk trots zijn om in een sportstad te wonen. De stad zou ook aantrekkelijker worden voor toeristen en bedrijven. Tu (2005) onderzocht deze hypothese aan de hand van de grondwaarde en vond inderdaad dat de waarde van eigendommen steeg in de nabijheid van een stadion. Ook Carlino (2004) zag dat huurprijzen stegen rondom het stadion. De resultaten van Tu (2005) en Carlino (2004) werden in twijfel getrokken en men beschouwde de lokale prijsstijging opnieuw als een gevolg van redistributie (Dehring, 2007). De prijs van grond rondom het stadion nam inderdaad toe, maar als gevolg hiervan zou er ook een regio zijn waar de prijs afnam.
Uit de literatuur kunnen we dus besluiten dat een nieuw stadion weinig economische ontwikkeling teweeg brengt. Er zou louter een verschuiving van rijkdom plaatsvinden en geen economische groei. De plaats van het stadion (centrum van stad) en de keuze tussen mono- of multifunctioneel zouden wel invloed kunnen hebben, maar op de totale economie blijft de impact dus beperkt. De voordelen zijn vooral weggelegd voor de club en de micro-economie in de nabijheid van het stadion. Ook onmeetbare voordelen zoals trots bij de inwoners en aantrekkelijkheid voor toeristen en bedrijven zouden echter kunnen plaatsvinden.
10 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
1.4.2. Novelty effect (optimale capaciteit, toeschouwerstoename) Algemeen Voor vele sportorganisaties zijn hun accommodaties een uitgangsbord naar de buitenwereld toe. Men pakt uit met grote futuristische accommodaties om aan te tonen hoeveel aanzien ze hebben. Daarom geven ze er dus ook veel aandacht aan. Naast de vernieuwings- en architecturale effecten is er nog een ander effect dat meespeelt bij het bouwen van nieuwe gebouwen die dienen voor de sportclub te huisvesten, namelijk het novelty effect. Dit novelty effect kan men linken aan economische en financiële aspecten, maar ook aan het aantal toeschouwers. Er wordt aangenomen dat wanneer een sportclub verhuist naar een nieuwe of vernieuwde accommodatie, dit een significante boost van bijkomende toeschouwers geeft, onafhankelijk het effect van de teamresultaten. (Baade & Sanderson, 1997). Dit heet men het stadium novelty effect. Hoe komt het nu dat er plots meer aanwezigen zijn in het nieuwe complex? Als verklaring kunnen we aanhalen dat nu niet alleen de harde, trouwe supporters komen supporteren voor hun favoriete ploeg, maar ook nieuwsgierige toeschouwers die een kijkje willen nemen in de vernieuwde arena. Deze mensen zijn uiteraard potentiële nieuwe supporters voor de club (Coates & Humphreys, 2000). Er zijn natuurlijk nog andere verklaringen te vinden in de literatuur. Sommige supporters kwamen niet meer naar hun favoriete club kijken omdat er te weinig comfort was in het koude, natte stadion waar ze weinig zicht hadden op het spel. Met een nieuw complex worden deze supporters terug naar het stadion gelokt met het grotere comfort, beter zicht op het veld en het rustiger kunnen genieten van het gebeuren. Dit is voornamelijk interessant voor vrouwen, oudere en jonge supporters die wegbleven van het gebeuren in het oude complex (Noll, 1974). Voorbeeld hiervan is het familiegevoel van Racing Genk. Het is niet enkel de mannelijke supporter die komt kijken naar de match, maar eveneens zijn vrouw met de jonge kinderen en de grootouders. 11 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
Het innoverende, verfrissende en originele aspect van iets nieuws trekt altijd mensen aan. Men kan deze lijn doortrekken naar een nieuw stadion. De innovatie trekt ook de media en potentiële sponsors aan. In hun kielzog volgen de supporters quasi vanzelf en vinden ze de weg naar het nieuwe stadion (Greenberg & Gray, 1996). Mediawatchers zullen zich wel afvragen waarom er zoveel aandacht wordt besteed aan dat nieuwe stadion en zullen dus zelf willen gaan kijken naar een match. Dezelfde redenering geldt voor sponsors. Waarom sponsort zo’n groot bedrijf die arena? En opnieuw zullen benieuwde mensen eens een wedstrijd in het nieuwe stadion willen volgen. Gezien deze positieve elementen, is het vanzelfsprekend dat er sommige voorzitters van sportverenigingen zullen denken: “ Laten we iets nieuws bouwen en de supporters zullen komen”. Dit was een veel voorkomende gedachte in de late jaren 90 (Howard & Crompton, 2003). Binnen het novelty effect is er ook nog een ander effect verweven, namelijk het “Honeymoon effect” bij het bouwen van een nieuwe arena. Dit is het een vergelijkbaar effect zoals het novelty effect, maar over een kortere periode. Daarom heten ze het ook de honeymoon periode die de sportclub heeft met haar supporters. Het aantal toeschouwers dat extra aanwezig is in het nieuwbouwstadion, zonder rekening te houden met de ploegresultaten, het novelty effect dus, werd door verschillende
personen
onderzocht.
Zo
onderzocht
Danielson
(1995)
de
toeschouwersaantallen bij clubs die een nieuw stadion hadden gebouwd. Hij deed dit bij respectievelijk de Baseball League, de American Football league en tenslotte de Basketbal Competitie. Er werd besloten dat de gemiddelde stijging van het aantal supporters na 3 jaar in het nieuwe stadion tussen 66% (Baseball League) en 4% (Basketbal) lag. Er was dus overal een gemiddeld positief effect (Danielson, 1995). In een andere studie werd nagegaan of de teams beter waren na de verhuis dan voor de verhuis. Het eerst jaar dat het team in zijn nieuwe arena speelde, hadden de 15 onderzochte teams een stijging van gemiddeld 22.2% ten opzichte van het laatste 12 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
jaar in het oude stadion. Als er vergeleken wordt tussen het laatste jaar in het oude stadion en het 3de jaar in het nieuwe stadion komen we nog op een winst van 17.8% uit. De vergelijking tussen pre en 5 jaar is niet representatief, want 1/3de van de clubs zijn afgehaakt met het onderzoek (Howard & Crompton, 2003). De resultaten van het onderzoek van Howard & Crompton (2003) worden hieronder voorgesteld.
Tabel 4. Vergelijkende analyse van toeschouwersaantallen voor de bouw en respectievelijk 1,3 en 5 jaar in het nieuwe stadion. pre - 1ste jaar gemiddelde N
pre - 3de jaar
+22,20% 15 teams
pre-5de jaar
+17,80% 14 teams
+22,80% 10 teams
Bron: Howard & Crompton, 2003
Een andere studie haalt veel spectaculairdere cijfers. Zo zeggen Coates & Humphreys (2003) dat het novelty effect ten opzichte van het aantal toeschouwers gemiddeld oploopt tot ongeveer 62%. Dit wil zeggen dat het eerste jaar in het nieuwe stadion 62% meer toeschouwers aantrekt dan het laatste jaar in het oude stadion. Vergelijkend kan er gezegd worden dat een club zoals KAA Gent (gemiddeld 11000 kijkers) het 1ste jaar in een nieuw stadion voor gemiddeld 17820 toeschouwers gaat spelen. Dit cijfer houden de meeste clubs enkele jaren aan (Coates & Humphreys, 2003).
Zoals eerder aangehaald, kunnen de teamresultaten een invloed hebben op het novelty effect. Bij goede resultaten wordt er verwacht dat er meer toeschouwers komen kijken en omgekeerd bij mindere resultaten. Hierover zijn er echter geen
13 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
duidelijk terugkerende resultaten en er kunnen eveneens grote verschillen ontstaan tussen de clubs onderling. Er is echter een factor die het Novelty effect kan laten verdampen in het niets. We spreken dan over het dramatisch verhogen van de ticketprijzen wanneer de club verhuist naar hun nieuwe faciliteit (Howard & Crompton, 2003). De ticketprijzen van de clubs die tussen 1997 en 2001 verhuisd zijn naar een moderne accommodatie stegen met 46.8% (Team Marketing Report, 2001). Vele clubeigenaars gaan er vanuit dat de fans deze verhoogde ticketprijzen wel willen betalen nu ze in een innoverend, mooi stadion zitten, maar niets is minder waar. De supporter is niet bereid de duurdere tickets te betalen en van een toename van het aantal toeschouwers in de nieuwe faciliteit is bij gestegen ticketprijzen nog nauwelijks sprake.
Duration van het novelty effect Als gevolg van cijfermatige studies over het novelty effect is er een bijkomende vraag ontstaan. Hoelang kan het novelty effect zijn nut bewijzen en supporters lokken naar het nieuwe stadion? In de literatuur heten ze dit de duration van het novelty effect (Howard & Crompton, 2003). Over deze duration zijn de onderzoekers het niet helemaal met elkaar eens. Noll (1974) onderzocht het effect bij de nieuwe Baseball stadiums in de Verenigde Staten en besloot dat de Duration tussen 7 en de 11 jaar was (Noll, 1974). Een andere studie zegt dat een nieuw stadion tussen 3 en 8 jaar op het novelty effect kan rekenen (Hamilton & Kahn, 1997). Een van de meest recente studies houdt het op 5 tot 10 jaar waar de clubs kunnen genieten van het novelty effect. De meer pessimistische onderzoekers zeggen duidelijk dat de duration heel tijdelijk is (Greenberg & Gray, 1996). Howard & Crompton hebben ook een onderzoek gedaan over de duration van het novelty effect. Men vergeleek het eerste jaar met 2de,3de en 5de jaar in het nieuwe stadion. Men kwam tot de conclusie dat het novelty effect het 14 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
1ste tot het 2de jaar een daling had van 7.5% en daarna bleef het aantal toeschouwers ongeveer gelijk.
1.4.3. Impact op resultaten Een interessante studie was deze van Quinn et al. 2003, waarin de impact van een nieuw stadion op de resultaten van het team werd onderzocht. Het zou namelijk mogelijk kunnen zijn dat de spelers beter gaan spelen in een nieuwe voetbaltempel. De toegenomen supporterskern zou het team een boost kunnen geven. De resultaten van het onderzoek van Quinn (2003) leverden geen significante verschillen op. Een nieuw stadion heeft dus geen impact op de resultaten van het team.
1.4.4. Positieve impact voor de sportvereniging Een vernieuwing van de accommodatie heeft natuurlijk niet tot doel enkel de maatschappij en de globale economie te stimuleren, maar ook de sportvereniging in kwestie een stap voorwaarts te laten zetten. Zo zal een nieuw stadion grotere interesse genieten van sportfans en meer media–aandacht generen. De hogere inkomsten uit ticketverkoop, dit zowel door de hogere prijzen als door het groter aantal supporters, zullen positief onthaald worden. De bedragen van de uitzendrechten zullen pijlsnel de lucht inschieten als diverse televisiestations vanuit deze originele locatie mogen uitzenden (Baade & Sanderson, 1997). Met een nieuw stadion zal het imago van de club een boost krijgen. Hierdoor zullen er nieuwe partners en sponsors aan de deur kloppen die betere contracten zullen aanbieden (Owen, 2006). Het betere imago en de grotere bekendheid zullen als gevolg hebben dat er rond het project meer toerisme zal ontstaan, meer gewinkeld zal worden en eventuele contracten zullen afgesloten worden tijdens diner- en eetgelegenheden (Bachelor, 2000). Deze economische voordelen, die financieel ten 15 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
gelde zullen gemaakt worden, zullen vloeien naar de club in kwestie die zo een deel van het geïnvesteerde geld zal terugverdienen.
1.4.5. Kritiek Veel studies zijn hard voor de overheden die nieuwbouwstadions steunen of subsidiëren. Ze vinden het onoordeelkundig omgaan met publieke fondsen (Baade & Sanderson, 1997; Rosentraub, 1997; Siegfried & Zimbalist, 2000; Zimbalist, 2000). Een andere kritiek kan men samenvatten als het substitutie-effect. Consumenten spenderen nu veel meer in het stadion, terwijl het consumentengeld vroeger verspreid werd over meerdere vormen van entertainment, zoals films, concerten, goede doelen, familie-uitstappen en andere vormen van cultureel entertainment (Coates & Humphreys, 2004; Siegfried & Zimbalist, 2000; Zimbalist, 2000). Om fondsen en subsidies los te krijgen van de overheid gebruiken veel clubleiders het argument dat er toeristen worden aangetrokken door het architecturale en mooie, nieuwe stadion. Net dit toerisme-effect van het nieuwe stadion wordt door de clubleiders en politici overschat (Noll & Zimbalist, 1997; Siegfried & Zimbalist, 2000; Zimbalist, 2000). De publieke fondsen die gaan naar het subsidiëren van nieuwe sportcomplexen creëren te weinig nieuwe jobs. Als men het aantal gecreëerde jobs vergelijkt met het aantal jobs die zouden voortvloeien indien de overheid een bedrijf subsidieert, is dat maar een klein aantal in vergelijking met het geïnvesteerde kapitaal. Daarnaast zijn de nieuwe jobs grotendeels seizoensafhankelijk en deeltijds (Baade, 2000; Baade & Sanderson, 1997; Zimbalist, 2000).
16 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
1.5. WAT KOMT ER ALLEMAAL KIJKEN BIJ DE BOUW VAN EEN NIEUW STADION? 1.5.1. Multipurpose vs. Single purpose Vroeger werden de stadions gebouwd met 1 functie, namelijk sportentertainment. Vandaag bestaat de trend om multifunctionele stadions te ontwikkelen. Naast puur sportentertainment wordt het stadion zo opgetrokken dat het tal van andere mogelijkheden biedt, zoals concerten, speciale events, enz. . Ook rondom het stadion wordt plaats voorzien voor faciliteiten die niet rechtstreeks met sport te maken hebben, zoals winkelcentra, bureaus, enz. Een concreet voorbeeld is de ArenA in Amsterdam (51 628 toeschouwers). (www.amsterdamarena.nl/business/). De keuze tussen mono- of multifunctioneel is dus heel belangrijk. Figuur 1. Amsterdam ArenA stadion & Boulevard
Bron: http://www.highprofile.nl/bedrijven/sportaccommodaties/amsterdam-arena.html#
17 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
Voor- & nadelen: Voordelen De voordelen van een multifunctioneel stadion zijn voor de handliggend, er zal namelijk een grotere diversiteit aan inkomsten ontstaan, waardoor de return of investment van het stadion niet alleen van de toeschouwers afhangt (Markerink, 2004; Santo, 2005). Daarnaast zal een aanzienlijke hoeveelheid inkomsten ontstaan uit het vergaren van sponsordeals, waarbij de club de sponsors gemakkelijker kan overtuigen met een grotere visibiliteit. Als extra troef om meer sponsordeals binnen te halen, kan de club de aanvullende media-aandacht uitspelen die automatisch wordt voortgebracht bij de opening van een nieuw stadion. Aangezien bij een sport zoals voetbal het stadion slechts eenmaal per 2 weken geütiliseerd wordt (nl. op de wedstrijddag thuis), is het aangewezen om het stadion nog extra uit te besteden voor commerciële doeleinden zoals concerten, vergaderingen en andere evenementen. Ook de eventuele winkelcentra in en rondom het stadion kunnen voor bijkomende recettes zorgen.
Nadelen Een multifunctioneel stadion zal, in vergelijking met een monofunctioneel stadion, voor extra onderhoudskosten zorgen. Extra werknemers, die ook nog eens over meer talenten dienen te beschikken, zullen onontbeerlijk zijn bij de talrijke projecten. Nog een belangrijk nadeel is de verminderderde zichtbaarheid & “gezelligheid” die ontstaat omdat men de faciliteit zo moet bouwen dat ze geschikt is voor een waaier aan activiteiten (Farmer, 1996).
18 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
1.5.2. Renovatie vs Nieuwbouw Bij de modernisatie van een sportfaciliteit zou men telkens een afweging moeten maken tussen het renoveren van de bestaande sportinfrastructuur of het plaatsen van een volledig nieuw sportcomplex. Renovatie lijkt minder aantrekkelijk, maar moet wel altijd overwogen worden. Het renoveren heeft als voordeel dat het minder duur is en het zorgt ervoor dat het verouderde stadion nog nuttig is zodat het een verlengde levensduur heeft. Tenslotte moet men geen extra ruimte gebruiken, wat een probleem kan zijn in druk bebouwde gebieden. Het nadeel van renovatie en tevens ook voordeel van nieuwbouw is dat het gebouw niet kan gebruikt worden tijdens de renovatie. Nieuwbouw kan eveneens nieuwe buurten laten ontwikkelen door de aanwezigheid van het nieuwe stadion en de bijhorende faciliteiten op zich. Als laatste voordeel kan nieuwbouw ook meer inkomsten regenereren dan renovatie (Miller, 1991). Anderson (2000) somt 4 voordelen op van nieuwbouw ten opzichte van renovatie. Ten eerste is het gewoonweg efficiënter om via een nieuw complex te voldoen aan de nieuwe standaarden en regels. Een tweede voordeel is dat het nieuwe gebouw meer kans heeft om meer te worden dan alleen maar een entertainmentgebouw dan bij een renovatie, ook de omliggende buurt kan een boost krijgen. Ten derde zal het nieuwe gebouw door het novelty effect meer toeschouwers lokken. Tenslotte heeft Anderson (2000) het nog over de “increasing cost theory”, hij stelt dat alleen de nieuwe stadions voldoende return krijgen om uit de kosten te geraken.
1.5.3. PPS vs traditionele financiering Publiek-private samenwerking wordt vandaag gezien als het financieringsinstrument bij uitstek voor de realisatie van grootschalige projecten. Vroeger werd een ruimtelijk project ofwel volledig privaat ofwel volledig met overheidsgeld gefinancierd. Een publiek-private financiering betekent dat een of meer publieke en een of meer private actoren samenwerken aan de realisatie van een met elkaar overeengekomen 19 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
project in een organisatorisch verband. De partners hebben elk een inbreng van middelen ter realisatie van het project en spreken af om de risico’s, kosten en opbrengsten te verdelen onder elkaar (Bult-Spiering, 2003).
Er zijn enkele typische vormen van PPS samenwerking, we definiëren enkel de meest voorkomende (Duffield, 2008): -
Design-Build-Finance-Operate/Maintain (DBFO/M): bij dit model zal de private partner zorgen voor het onderzoek & design, de bouw, de financiering en het managen van de infrastructuur gedurende een lange periode (lease). Na die leaseperiode wordt het gebouw overgedragen aan de overheidspartner.
-
Build-Own-Operate-Transfer (BOOT): de overheidspartner geeft toestemming aan de private partner om de infrastructuur te bouwen en te onderhouden gedurende een bepaalde periode, nadien wordt de overheid eigenaar van het gebouw.
-
Build-Own-Operate (BOO): de overheid geeft aan de private partner het recht op bouwen, financieren en onderhouden van een nieuwe infrastructuur. De eigendomsrechten blijven in handen van de private partner.
In een studie uitgevoerd door Duffield et al. (2008) werden een aantal infrastructuurprojecten ,gefinancierd met PPS, vergeleken met traditioneel (volledig door overheid) gefinancierde concepten. Uit de resultaten werd geconcludeerd dat PPS projecten veel beter de vooropgestelde kosten benaderden dan de traditionele gefinancierde projecten. De door de overheid volledig gesubsidieerde projecten brengen dus sowieso meer kosten met zich mee dan PPS-projecten.
20 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
Een tweede conclusie, en een nadeel van PPS-projecten, is dat er (vooral in de beginfase) meer tijd nodig is voor het uitvoeren van PPS in vergelijking met overheidsontwerpen. De kost- en tijdsvergelijkingen uit de studie worden hieronder voorgesteld. Figuur 2. Kostvergelijking tussen PPS (PPP) en traditioneel gefinancierde projecten
Figuur 3. Tijdsvergelijking tussen PPS (PPP) en traditioneel gefinancierde projecten
Bron: Duffield et al. 2008 21 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
Conclusie: Uit de studie van Duffield et al. (2008) kunnen we besluiten dat PPS-projecten wel degelijk enkele belangrijke voordelen hebben. De kosten en de risico’s kunnen gespreid worden over de partners en een PPS project is dus goedkoper dan een traditioneel concept. Maar het grotere aantal partners heeft ook tot gevolg dat er meer tijd nodig is om de plannen uit te voeren.
1.5.4. Design Er zijn volgens Farmer et al. (1996) 7 elementen waar men rekening mee moet houden bij de design van een sportfaciliteit. -
Ontwikkeling van de site: het gaat hier om de volledige ontwikkeling van de site en dus niet alleen van het stadion zelf. Parking, mobiliteit en andere zaken komen hierin dus ook aan bod.
-
Locatie: waar komt het gebouw, heeft men rekening gehouden met de omgeving? Denkt men ook aan minder voor de hand liggende zaken zoals bv. het zonlicht dat in het stadion valt?
-
Veiligheid: hier moet men de veiligheid, bewaking, mobiliteit in en net buiten het stadion, configuratie van de zitjes, toiletten, … beoordelen.
-
Terrein: welk soort veld gaat men aanleggen, welk soort gras zal men gebruiken? Daarbij dient men dus ook te denken aan de ontwatering van de bodem (drainage).
-
Media: zijn er voldoende middelen en plaatsen beschikbaar voor de media?
-
Ploeg faciliteiten: is er ook gedacht aan de eisen van het team: voldoende douches, toiletten, kleedkamers, … ?
-
Extra: zijn er ook faciliteiten beschikbaar voor administratie, onderhoud, … ? 22
Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
1.5.5. Key Succes Factoren Volgens Westerbeek et al. (2005) zijn er een 9-tal key succesfactoren waar rekening mee moet gehouden worden bij de bouw van een sportfaciliteit. Met andere woorden, als men bij de planning, design en verwezenlijking van het nieuwe stadion deze 9 factoren toepast, is de kans op slagen heel groot. Hieronder een opsomming van deze KSF’s. -
Sterk klantgericht leiderschap.
-
Vergelijk je met anderen. Neem een voorbeeld aan anderen.
-
Ontwikkel een duidelijk en gedetailleerd instructieplan.
-
Zoek het juiste projectteam, ervaring met dit soort projecten is een grote troef.
-
Stel haalbare doelstellingen op.
-
Zorg voor een duidelijke strategie & missie.
-
Zorg dat er voldoende aandacht is voor je project, lok de media.
-
Klopt het financiële plaatje?
-
Time management.
1.6. KORTE SCHETS VAN DE HUIDIGE SITUATIE KAA GENT Subtopper KAA (Koninklijke Atletiek Associatie) Gent speelt momenteel in het Jules Ottenstadion met 12919 zitplaatsen gelegen in de Warmmoezeniersweg in Gentbrugge. Het stadion bevindt zich net buiten het centrum van de stad, midden in een residentiële buurt. Het stadion werd opgetrokken in 1920 en is nadien uitgebreid. De twee hoofdtribunes werden pas gebouwd in 1999.
23 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
Figuur 4: Foto Jules Ottenstadion
Bron: http://i152.photobucket.com/albums/s175/Chimaera1977/Otten-1.jpg
KAA Gent haalde in het seizoen 2007-2008 en 2008-2009 een gemiddeld aantal toeschouwers
van
±
10600
(bron
EFS:
http://www.european-football-
statistics.co.uk/attn.htm). Vooral de laatste jaren nam het aantal supporters gestaag toe. Het budget van KAA Gent bedraagt om en bij de 9,2 miljoen euro. De laatste 10 jaar werd door voorzitter De Witte een schuldenberg van meer dan 22 miljoen euro afgebouwd waardoor de club nu financieel gezond is. De ambitie is om een stabiele subtopper (bij de eerste 4 à 5 clubs van het land horen) te worden en om elk seizoen mee te doen voor Europees voetbal.
Bron: wikipedia, kaagent.be
24 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
2. Methodiek 2.1. ONDERZOEKSVRAAG In deze scriptie zullen we onderzoeken of het inderdaad wel een goed idee is om een nieuw stadion te bouwen in Gent. We overlopen eerst de algemene plannen van het Arteveldestadion en bekijken ook het financiële plaatje. Hoe zit de financiële structuur in elkaar en wat kost het stadion aan de club, stad, … ? Er zullen ook 2 interviews afgenomen worden. Het eerste interview zal met de Schepen van Financiën en Sport van de stad Gent, Dhr. Christophe Peeters, zijn. Dit interview kan gezien worden als de mening van de publieke partner in de Publiek Private Samenwerkingsvorm. Het tweede interview zal afgenomen worden met de commerciële directeur van KAA Gent, Dhr. Patrick Lips, die bij elke stap van het project betrokken is. Door de antwoorden op de interviews, de algemene plannen en de financiële structuur van het Arteveldestadion te vergelijken met wat gevonden werd in de literatuurstudie hopen we een antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag. We zullen ook trachten enkele voorspellingen te maken, zoals toename van het aantal toeschouwers en budget en we zullen ook enkele aanbevelingen geven (wat wel doen, en wat zeker niet doen).
2.2. ALGEMENE PLANNEN ARTEVELDESTADION De beschrijving van de algemene plannen van het Arteveldestadion werd grotendeels uitgevoerd op basis van vrij beschikbare informatie op het internet. Ook uit de interviews en andere gesprekken werden bepaalde zaken overgenomen om een beter beeld te geven van de plannen.
25 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
2.3. FINANCIELE STRUCTUUR ARTEVELDESTADION Ook de financiële structuur is voor een deel afkomstig van de vrij beschikbare informatie op het internet en uit de interviews en gesprekken met betrokkenen van het project. Daarnaast was onze promotor Prof. Marc Declercq, die ook betrokken is bij het arteveldeproject, zo vrij om ons een schematisch overzicht van de financiële structuur ter beschikking te stellen. Dit schema werd herwerkt (aangepast aan de huidige situatie en overzichtelijker gemaakt) en kan teruggevonden worden in het hoofdstuk Resultaten. Het volledige schema zoals verkregen van Prof. Marc Declercq kan teruggevonden worden in de bijlage.
2.4. INTERVIEWTECHNIEK Bij het bevragen van een relatief kleine groep mensen of organisaties is het aangewezen om te werken met een interview. Uit het interview kan men snel informatie bekomen over attitude, opinie en kennis van het bevraagde onderwerp. Dit omdat een interview zeer persoonlijk is en de geïnterviewden zich beter mondeling kunnen uiten dan schriftelijk. De voordelen van mondelinge en schriftelijke bevraging staan in onderstaande tabel.
Tabel 5. Voordelen van mondeling en schriftelijk bevraging Mondeling
Schriftelijk
Minder voorbereiding
Goedkoop
Geschikt voor open en ingewikkelde vragen
Veel mensen bereiken
Emotionele opvang
Makkelijk te organiseren
Veel vragen
Anoniem
Goede controle op invulling
Minder gevoelig voor sociale wenselijkheid
Weinig onvolledig beantwoorde vragen
Bron: Baarda & De Goede, 1995 26 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
De ondervrager kan ook het gesprek sturen in de richting die hij zelf wilt. De interviewer moet wel de sociaal wenselijke antwoorden wegfilteren. Het interview kan gestructureerd of ongestructureerd verlopen. Bij een gestructureerd interview weten de interviewers vooraf welke informatie ze willen verkrijgen en liggen de antwoordmogelijkheden op voorhand vast. Een ongestructureerd interview (zoals in onze case) lijkt meer op een gewoon gesprek met open vraagstelling. Er zijn enkele vermijdbare effecten die zich kunnen voordoen bij het stellen van vragen. Het consistentie – effect (bv: de geïnterviewde heeft in die richting geantwoord bij een vorige vraag, dus voelt zich nu verplicht om weer in die richting te antwoorden), het leer- effect (bv: de geïnterviewde leert uit voorgaande vragen om zijn antwoord te formuleren bij de nieuwe vragen) en tenslotte het motivatie – effect (bv: de eerste reeks vragen krijgen een enthousiast antwoord, maar na verloop van tijd verzwakt de motivatie en inzet om degelijke antwoorden en informatie te geven). Aan een mondeling gesprek gaat een soort gesprekstactiek vooraf. Zo zijn het scheppen van vertrouwen, het niet bang zijn van stiltes tijdens een gesprek en het doorvragen op belangrijke, interessante onderwerpen, aandachtspunten die men tijdens heel het gesprek in het achterhoofd moet houden. In de scriptie zullen de antwoorden op de interviewvragen samengevat worden. Deze samenvatting kan teruggevonden worden bij het hoofdstuk Resultaten. De volledige interviews worden op een audio-CD gezet en toegevoegd aan de bijlage.
27 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
3. Resultaten 3.1. BESCHRIJVING VAN PLANNEN ARTEVELDESTADION In 2003 kondigde toenmalig Schepen Termont aan dat er een nieuw stadion in aantocht was. De nieuwe thuishaven zou de Groothandelsmarkt worden, een site die de laatste jaren nauwelijks gebruikt werd. De site is nagenoeg volledig vrij van woonwijken en dus ideaal om grote evenementen te organiseren zonder overlast te veroorzaken. De bouwlocatie ligt ook nog eens vlakbij de kruising van de E17 en de E40, wat een aardig voordeel geeft qua mobiliteit. Het is de bedoeling dat het arteveldestadion een multifunctioneel stadion wordt dat 24u op 24 en 7 dagen op 7 in gebruik wordt genomen. Naast het voetbal als main event denkt men er ook aan om in en rond het stadion voorzieningen aan te leggen voor distributie, horecazaken, commerciële activiteiten, kantoren en eventueel zelfs een dancing. Het stadion zal een ovale vorm krijgen met een commerciële rondgang (promenade) zodat de supporters zich gemakkelijk kunnen verplaatsen. Het stadion zal plaats bieden aan 20000 toeschouwers en deze capaciteit zou eventueel nog uitgebreid kunnen worden naar 40000. Er komen ook 20 skyboxes & meer dan 1000 business-seats. Onder het stadion komt een parking met 4500 plaatsen. Voor meer parkeerplaats kan bovendien uitgeweken worden naar het nabijgelegen, uitgestrekte parkeerterrein van Flanders Expo. Het Arteveldestadion zal een eco-stadion worden, er zal namelijk groene stroom opgewekt worden met zonnepanelen en ook het regenwater zal gebruikt worden om onder andere het veld te besproeien en het sanitair van water te voorzien. Aannemer is het bouwbedrijf Group BESIX en de architectuur is van de hand van studiebureau Bontinck: de glazen gevel wordt ingepakt in een metalen gaas en overkoepeld met een luifel van transparant metaal. Het stadion zal dus een apart en aantrekkelijk uiterlijk hebben, zoals te zien is op de foto’s hieronder.
28 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
Figuur 5: foto’s Arteveldestadion en kantoren
29 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
Bron: http://users.skynet.be/fc277856/informatie/arteveldestadion2005.htm#bijkomende_info & http://media.photobucket.com/image/arteveldestadion/witn/belstadions/Arteveldestadion /AMS_0386_BNT_AAG_I.jpg 30 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
Enkele cijfergegevens: •
Grootschalige kleinhandel: 12000 m²
•
Logistiek, distributie, opslag: 14000 m²
•
Dancing: 2000 m²
•
Hotel: 10000 m²
•
Kantoorruimte: 10000 m²
•
Totaal bebouwbare oppervlakte: 83300 m²
Bron: http://users.skynet.be/fc277856/informatie/arteveldestadion2005.htm#ontmanteling, http://www.voetbalbelgie.be/nl/article.php?id=10046
31 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
3.2. BESCHRIJVING FINANCIELE STRUCTUUR ARTEVELDESTADION Figuur 6. Financieringsstructuur Bouw van het stadion & omgeving ±80.000.000 euro Stad Gent
erfpacht, 99 jaar in schijven betaalbaar 12.300.000 euro
12.300.000 euro
AG SOB (stadsontwikkeling)
12.300.000 euro + 27.700.000 euro
nv Buffalo (dochteronderneming AG SOB)
40.000.000 euro
Arteveldestadion cvba Private partners
40.000.000 euro
- Optima Financial Planners - AA Gent
400.000 euro per jaar
- andere Overheid - nv Buffalo
40.000.000 euro
SPV cvba (aandeelhouders stadion) - AA Gent
Arteveldestadion II
- nv Buffalo - Optima Financial Planners
- andere partners
(verdere ontwikkeling site)
- Optima
Exploitatiemaatschappij stadion
32 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
Er zal worden gewerkt in een PPS-vorm (Publiek Private Samenwerking), waarbij overheid en private partner elk voor ±50% van het budget zullen zorgen. Het gaat hier om een speciale BOO-structuur (Build, Own, Operate), waarbij de private partner zorgt voor de bouw en exploitatie van het nieuwe gebouw, maar de eigendomsrechten niet volledig in handen krijgt. Zowel overheid als private partner zullen in een soort aandeelhoudersparticipatie de eigendomsrechten delen. De
gronden
van
de
Groothandelsmarkt
worden
door
Stad
Gent
via
een
erfpachtovereenkomst voor 99 jaar ter beschikking gesteld aan Arteveldestadion cvba. In ruil hiervoor krijgt de stad 12 miljoen euro die ze via nv Buffalo, een dochteronderneming van stadsontwikkeling, opnieuw in het project pompt. In totaal zorgt AG SOB (stadsontwikkeling) voor ±40 miljoen euro. Ook de private partner zal ongeveer hetzelfde bedrag in het project investeren. Het investeringsbedrijf Optima Financial Planners zorgt voor het leeuwendeel van dit bedrag. KAA Gent zal 300.000 euro per jaar betalen voor de huur van het stadion en ook nog eens 100.000 euro voor de exploitatie van het themacafé en de merchandisingshop. In een eerste fase worden het stadion en enkele kantoorgebouwen opgetrokken. Na de voorlopige oplevering van het stadion zal het cvba Arteveldestadion opgesplitst worden in een cvba SPV, die zich voornamelijk met de exploitatie van het stadion zal bezig houden, en een vennootschap Arteveldestadion II, die de verdere ontwikkeling van de site tot doel heeft. In de cvba SPV zullen stadsontwikkelingsbedrijf nv Buffalo en de private partners (AA Gent, Optima Financial Planners) participeren, de vennootschap Arteveldestadion II zal alleen private organisaties bevatten (Optima Financial Planners en andere).
3.3. INTERVIEW In wat volgt worden de antwoorden op de interviewvragen samengevat en weergegeven. Het volledige interview en de gestelde vragen zijn terug te vinden in de bijlage.
33 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
3.3.1. Extern Interview met schepen van financiën en sport: Christophe Peeters 1. Doel/missie van het nieuwe stadion
De huidige locatie voldoet niet meer. Er is vaak overlast voor de bewoners die vlakbij het stadion wonen. Daarom wordt uitgeweken naar een afgelegen terrein (Groothandelsmarkt) waar alleen enkele bedrijven in de buurt zijn.
De capaciteit van het huidige stadion is beperkt (12600 plaatsen). Daarnaast werd het stadion gebouwd in delen (zijtribunes pas sinds 1999), waardoor er geen mogelijkheid is om rondom het stadion te lopen en het een ongezellige indruk nalaat. Dit is natuurlijk onaangenaam voor de supporters en het heeft dus ook commerciële gevolgen. Daarom wordt gekozen voor een nieuw stadion met 20000 plaatsen met een volledige rondgang (promenade). Niet alleen zal het stadion veel aantrekkelijker zijn voor de supporters, ook commercieel gezien zal het een serieuze stap in de goede richting zijn. In de ring (promenade) rond het stadion zal er volop catering zijn, zodat de inkomsten groter en diverser zullen zijn dan in de huidige situatie.
Extra commerciële ontwikkeling: een ander doel is om het stadion permanent te laten draaien. Naast het stadion zullen enkele kantoren gebouwd worden voor de private partners (Optima Financial Planning). Aan de buitenkant van het stadion zal ook plaats zijn voor 12000 m² winkelruimte.
2. Waarom Publiek Private Samenwerking? Wanneer gekeken wordt naar het buitenland (Engeland, Frankrijk, …) zien we dat ook daar de overheid bijspringt bij de bouw van stadia. 50 tot 60% van de kosten worden gedragen door overheden. Ook bij de bouw van het 34 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
Arteveldestadion zal de Stad Gent voor ongeveer 50% van het budget zorgen. Uit het standpunt van de overheid wordt zowel de stadsontwikkeling bevorderd als de sociale component, die voetbal met zich meebrengt. 3. Hoe zit de financieringstructuur in elkaar? Zoals eerder aangehaald zal de overheid voor ongeveer 50% van het budget zorgen. De totale kost van het stadion werd geraamd op 83 miljoen euro, waarvan de stad ±40 miljoen euro voor haar rekening neemt. De gronden van de Groothandelsmarkt worden door de stad via erfpacht ter beschikking gesteld aan NV Buffalo een dochteronderneming van SOB (stadsontwikkeling), die ze “verkoopt” aan cvba Arteveldestadion (private partners: oa. Optima Financial Planners). Het geld dat door cvba Arteveldestadion doorgestort wordt, wordt door NV Buffalo opnieuw in het project gepompt. Na de bouw wordt de cvba Arteveldestadion opgesplitst in enerzijds een cvba SPV waarin het deel van de erfpacht met het gebouwde stadion zich bevindt en anderzijds een vennootschap Artevelde II die de ontwikkeling van het overige deel van het project (kantoren) zal uitvoeren. De stad zal via NV Buffalo een minderheidsparticipatie hebben in deze SPV cvba. 4. Vindt u dat het belastingsgeld hiermee goed besteed wordt? Het totale jaarlijkse budget van de stad Gent bedraagt 480 miljoen euro. Voor de bouw van het stadion moet men eenmalig 30 miljoen euro (10miljoen euro van de totale 40 miljoen komt uit de verkoop van de gronden van de Groothandelsmarkt) ter beschikking stellen. Nadien dient de stad geen (weinig) investeringen te doen, aangezien de exploitatie volledig door de club en de private partners zal gebeuren. Uiteindelijk valt deze kost mee, als men bekijkt hoeveel mensen men bereikt over de levensduur van het stadion. Andere projecten zoals concerten, opera, … kosten ook handenvol geld aan de stad. 35 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
5. Hoe verwacht u het geïnvesteerde geld te recupereren? De stad verwacht niet het geïnvesteerde geld te recupereren. Ze investeert om het sociale gebeuren en de stadsontwikkeling algemeen te stimuleren. 6. Is er rekening gehouden met buurtbewoners/bedrijven? Aangezien er ronddom het terrein van de Groothandelsmarkt geen bewoners zijn, diende men alleen rekening te houden met bedrijven in de buurt. Vooral het nabijgelegen UZ Gent heeft een grote invloed. De invalswegen zullen aangepast worden (extra rotondes en volledige aansluiting van de R4) zodat de levensbelangrijke toegang tot het ziekenhuis niet versperd wordt door supporters. Een ander gevolg van de nabijheid van een ziekenhuis, is dat er geen concerten in het stadion zullen gehouden mogen worden. 7. Is er rekening gehouden met de veiligheid? In samenspraak met brandweer, politie en de voetbalcel van Binnenlandse Zaken werden afspraken gemaakt ivm evacuatie, aantal trappen… Het nieuwe stadion zal het eerste in België zijn dat de nieuwe veiligheidsnormen van Binnenlandse Zaken volledig zal uitvoeren. 8. Verwacht u dat het stadion een toeristische aantrekkingspool zal worden? Er wordt niet meteen verwacht dat men van heinde en verre naar Gent zal komen om het nieuwe stadion te bekijken. Maar er zal natuurlijk extra volk komen. Er werd ook al aan geleide toeristische bezoeken gedacht, zoals bij buitenlandse stadia. 9. Werd een voorbeeld genomen aan andere stadions? Er werd inderdaad eens goed rondgekeken alvorens te starten met de planning. Zo werd een congres in London bijgewoond dat ging over stadions bouwen. Iets dichter bij de deur werd een voorbeeld genomen aan de stadions van Vitesse Arnhem en AZ Alkmaar. 36 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
10. Is er rekening gehouden met de crisis? De crisis was onmogelijk te voorspellen en heeft dus wel een impact gehad op de bouw. Zo raken de commerciële ruimtes moeilijker ingevuld en is het ook veel moeilijker om kredieten te lenen bij de banken. Om toch aan die noodzakelijke kredieten te geraken, werd te stad verplicht om bepaalde waarborgen te geven. 11. Zijn er zwakke punten aan het project? Het zwakke punt is de financiering. De private partners zorgen soms voor problemen, aangezien het project duurder blijkt uit te vallen dan voorspeld werd.
3.3.2. Intern Interview met commercieel directeur KAA Gent: Patrick Lips We namen verschillende malen contact op met Dhr. Patrick Lips en andere personen die nauw betrokken zijn bij het Artevelde-stadion. Mails, telefoneren, …, maar jammer genoeg bleek er voorlopig niet te mogen gecommuniceerd worden over het project. Er zijn blijkbaar enkele wijzigingen gebeurt die men voorlopig liever nog niet wenst te lekken. In de mail (zie bijlage) die we ontvingen van commercieel directeur van KAA Gent, Patrick Lips, wordt duidelijk gezegd dat er voor 1 september niets meer meegedeeld wordt. Daardoor kunnen we hier dus geen resultaat plaatsen, en zullen we ons in de discussie moeten baseren op de officiële informatie die onder andere te vinden is op het internet en in magazines. Ook uit informele gesprekken zullen we informatie gebruiken in onze discussie.
37 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
Onze scriptieverdediging valt tussen 30 augustus en 5 september. Indien het mogelijk is, trachten we nog een interview af te nemen met Dhr. Patrick Lips en zullen we dit meenemen naar de thesisverdediging.
38 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
4. Discussie 4.1. Onderzoeksvraag Onze centrale onderzoeksvraag betreft de vraag of het een goed idee is om een nieuw stadion te bouwen. We kunnen deze vraag meteen positief beantwoorden en halen de volgende redenen aan om dit te argumenteren:
Het Jules Ottenstadion voldeed niet meer aan de eisen:
Uit het interview met Dhr. Christophe Peeters bleek dat de buurtbewoners veel overlast ondervinden van de nabijheid van het Ottenstadion. Elke speeldag zorgen dronken supporters voor herrie en ongeregeldheden bij het buitenkomen van het stadion. Aangezien het stadion in een dichtbevolkte buurt gebouwd werd, zijn de eerste slachtoffers de buurtbewoners zelf. Door het volkse karakter van de omgeving rond het stadion is er ook een parkeer –en mobiliteitsprobleem ontstaan. Het bijbouwen van extra parkeerplaatsen is onmogelijk door plaatsgebrek, wat zowel nadelig is voor supporters en buurtbewoners. De aantrekkelijkheid en gezelligheid van het verouderde Ottenstadion laat te wensen over. Door de steile trappen, de afwezigheid van een verbinding tussen de tribunes, de gebrekkige catering-mogelijkheden en dergelijke is het voor vrouwen, kinderen, mindervaliden en ouderen niet vanzelfsprekend om naar het voetbal te komen kijken. Deze gebrekkigheden waren een gevolg van de onsamenhorige bouw van de tribunes (de zijtribunes werden pas gebouwd in 1999). De toeschouwersaantallen namen de laatste jaren gestaag toe, waardoor het oude stadion bij topwedstrijden afgeladen vol zat, en zelfs bij de “gewonere” wedstrijden de maximale capaciteit (12900) benaderd werd. Hierdoor worden inkomsten mislopen.
39 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
Stabiele subtopper worden:
Bij vergelijking van andere toppers en subtoppers uit de Belgische Jupiler-League kan men gemakkelijk concluderen dat KAA Gent een club is met de meest achtergestelde infrastructuur. KAA Gent wil zich profileren als lid van de G5 (Grote 5), waartoe ook RSC Anderlecht, Club Brugge, RC Genk, Standard Liège behoren. Een blik op de capaciteit van hun stadions leert ons dat KAA Gent ook hier achterop hinkt. Om een stabiele subtopper te worden, is het broodnodig om het budget omhoog te krijgen naar het niveau van de andere G5-clubs toe. Een blik op de budgetveranderingen leert ons veel. Tabel 6. Budgetanalyse van de G5 2000/0 1
2001/0 2
2002/0 3
2003/0 4
2004/0 5
2005/0 6
2006/0 7
2007/0 8
2000/01 vs 2007/08
19,8
22,3
25
22,31
25
27
29,0
40,0
102%
16
13,6
15
15
15
18
15,5
17,6
10%
Standard Club Brugge
10,5
10,5
15
16
16
16
16,0
16,0
52%
12,4
12,4
15
15
15
15
15,0
20,0
61%
KAA Gent
6,7
6,2
6
6,5
6,5
7,8
8,0
9,2
37%
Clubs Anderlecht Racing Genk
Getallen zijn in miljoen euro
Bron: http://www.voetbalbelgie.be/nl/article.php?id=1722 In de tabel is duidelijk te zien dat KAA Gent op grote afstand volgt. Om echt mee te kunnen spelen, zal het budget drastisch omhoog getrokken moeten worden. Zelfs in de groei lopen de andere clubs nog uit op KAA Gent (behalve RC Genk). Uit de tabel kunnen we ook afleiden dat het budget van een stabiele topper ongeveer 15 miljoen euro bedraagt. Dit betekent mathematisch dat KAA Gent haar budget zal moeten uitbreiden met 63%. Dejonghe & Lagae (2002) haalden in hun studie aan dat het budget van een voetbalclub een belangrijke determinerende voorspeller is van sportief succes. Het is niet toevallig dat de G5 ook in de Jupiler League nagenoeg altijd de eerste 5 plaatsen bezetten. Toch zijn er uitzonderingen, het mooie aan sport is dat niet alles voorspelbaar 40 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
is. Nemen we Standard Liège als voorbeeld van een uitzondering op de regel: Standard heeft duidelijk een kleiner budget dan RSCA Anderlecht, Club Brugge, RC Genk, maar domineerde de laatste twee jaren toch het Belgisch voetbal. Dit is een houvast voor een club als KAA Gent met een hopelijk toekomstig budget van om en bij de 15 miljoen euro. In de literatuur hebben we al opgemerkt dat het budget van een Belgische club grotendeels bestaat uit ticketing en sponsoring (elk 35%) (Dejonghe & Lagae, 2002). Indien men als club het budget dus wil uitbreiden, is een nieuw stadion altijd een goeie keuze. Een nieuw stadion zal niet alleen, door het novelty effect, meer toeschouwers aantrekken en dus de het ticketing-deel van het budget omhoogtrekken, maar het zal ook mogelijk worden om meer sponsors aan te trekken. Sponsors krijgen interesse voor het nieuwe project en zijn bereid een investering te doen voor de toegenomen visibiliteit. Het betere imago dat de club uitstraalt zal zich ook vertalen in grotere en kapitaalkrachtigere sponsors. Door deze factoren zal het budget van KAA Gent stijgen en de kloof dichten ten opzichte van de andere G5 clubs.
Voordelen voor de stad:
Het stadion wordt gefinancierd door stad en club in een PPS-structuur. Zoals gezien in de literatuurstudie heeft dit enkele voordelen (Duffield et al. 2008), de kosten worden gespreid over de partners. Nadeel is dat het langer duurt om contracten te sluiten door het grotere aantal partners. Voetbalclub KAA Gent moet slechts 400.000 euro huur per jaar investeren om gebruik te mogen maken van de nieuwe faciliteiten. De stad en de private partners zorgen voor het bouwbudget, waarbij ze elk 50% vertegenwoordigen. De private partners kunnen nu het stadion exploiteren en zorgen zo voor hun return of investment. Iedereen haalt dus voordeel uit deze structuur, want ook voor de stad zullen er enkele positieve gevolgen optreden:
41 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
-
Het imago van de stad zal positief beïnvloed worden door haar steun aan het project. Stad Gent zal zich nog meer profileren als een sportstad, denk maar aan de site van de blaarmeersen, basketbaltopclubs, volleybal, … .
-
Het stadion zal veel media aandacht krijgen zodat er veel kijklustigen zullen afzakken naar Gent. Dit zal niet alleen positief zijn voor de buurt rond het stadion en de club, maar ook het oude stadsgedeelte zal hier wel bij varen. Doordat het stadion buiten het stadscentrum ligt zal er weinig overlast zijn en wordt de binnenstad beschermd tegen negatieve gevolgen.
-
De buiten gebruik geraakte gronden van de Groothandelsmarkt zullen opnieuw floreren, waardoor ook dit deel van de stad zijn nut kan bewijzen. Het Jules Ottenstadion kan ten gelde worden gemaakt voor residentiële bouwprojecten. De oorspronkelijke buurtbewoners zullen opgelucht ademhalen bij het vooruitzicht van een rustige woonwijk.
4.2. VOORSPELLINGEN In wat volgt zullen we enkele voorspellingen van de toeschouwers -en budget toename doen, die ongetwijfeld zullen voortvloeien uit het nieuwe stadion.
Toeschouwers
In de literatuur hebben we al gezien dat er zoiets bestaat als het novelty effect, dit is een toename van het gemiddeld aantal toeschouwers onafhankelijk van de resultaten bij het verhuizen naar een nieuwe sportfaciliteit. Ook bij KAA Gent zal dit het geval zijn. Uit de studie van Coates & Humphreys (2003) halen we dat de gemiddelde toename 62% zal zijn. KAA Gent haalde vorige seizoen een gemiddeld aantal toeschouwers van 10.896 (bron: www.voetbalbelgie.be). Indien we Coates & Humphreys toepassen op dit aantal, een
42 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
toename van 62%, zou KAA Gent in het nieuwe stadion voor gemiddeld 17.651 toeschouwers spelen. Bij topwedstrijden tegen de G5, waarbij het stadion nu uitverkocht is (12.600 plaatsen), zal KAA Gent 20.412 supporters kunnen aantrekken wat eveneens een uitverkocht Artevelde-stadion zal betekenen. Deze voorspelling is natuurlijk niet exact, want het is mogelijk dat het oude Ottenstadion voor toppers nog meer toeschouwers-potentieel heeft.
Budget
Zoals hierboven al besproken zal de toename van het budget noodzakelijk zijn om een stabiele subtopper te worden. Uit de studie van Dejonghe & Lagae (2002) bleek dat Belgische clubs 35% van hun budget uit ticketing halen. Als we het budget van KAA Gent bekijken (9,2 miljoen euro), wordt op dit moment 3,2 miljoen euro uit de ticketing gehaald. De 3,2 miljoen euro weerspiegelt dus het gemiddeld aantal toeschouwers van het huidige Ottenstadion (10.896). In het voorgaande stuk spraken we van een toename van het gemiddelde aantal toeschouwers tot 17.651, indien we de simpele regel van 3 toepassen komen we tot de volgende berekening: 3,2 miljoen euro = 10.896 supporters 1 supporter = 294 euro 17.651 supporters (voorspelling gemiddelde in Arteveldestadion) = 5,2 miljoen euro Uit ticketing alleen zal er dus een minimale toename van het budget zijn van 2 miljoen euro. Ticketing zal op zichzelf al een uitbreiding van het budget van KAA Gent tot gevolg hebben van 9,2 miljoen euro naar 11,2 miljoen euro. Dit is een minimale voorspelling, want er zijn nog andere moeilijk voorspelbare factoren die een invloed kunnen hebben op het budget: -
Catering: Door het gemoderniseerde stadion met een mooie promenade die helemaal binnenin het stadion loopt, zal het gemakkelijker en gezelliger worden 43
Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
voor de toeschouwers om dranken & eten te consumeren. De grotere bereikbaarheid zal een toename van inkomsten uit catering tot gevolg hebben en dus ook een impact hebben op het budget. -
Merchandising: Een toename van het aantal toeschouwers, het mooier uitstallen van de gadgets en de grotere visibiliteit van de clubshops, zal ervoor zorgen dat ook de merchandising (verkoop shirts, sjaals, …) een verhoogde omzet zal behalen.
-
Sponsoring: Zoals al enkele malen aangehaald trekt een nieuw stadion, nieuwe en grotere potentiële investeerders aan. Investeerders willen veel visibiliteit, aangezien een nieuw stadion veel media-aandacht krijgt zullen de sponsors sneller tevreden zijn en hun doelstellingen beter bereiken en bereid zijn om nog hogere investeringen te doen. Met andere woorden, er is een positieve vicieuze cirkel. Het budget van KAA Gent zal opnieuw een extra boost krijgen. Uit Dejonghe & Lagae (2002) bleek dat ook sponsoring voor 35% van het budget zorgt. Aangezien sponsoring op zichzelf voor 35% instaat, zal een verhoging van de sponsorinkomsten een grote financiële injectie zijn voor een club als KAA Gent.
-
Luxe-segment: Buiten de klassieke supporter worden ook faciliteiten voorzien voor zakenlui en de meer op luxe gestelde personen (business-seats, loges, skyboxen). Voor deze extra plaatsen kan KAA Gent grotere inkomsten genereren.
-
Ticketprijs: Uit het onderzoek van Team Marketing Report (2001), bleek dat de ticketprijzen van Amerikaanse teams die verhuizen naar een nieuw complex toenamen met 46,8%. Ook KAA Gent kan haar ticketprijzen iets duurder verkopen zonder veel toeschouwers te verliezen. Ook al stijgt de ticketprijs bv. met maar 1%, het zal wel 1% meer inkomsten opbrengen. Maar een te grote toename van de ticketprijs wordt afgeraden (zie verder). Uit de laatste berichten zou KAA Gent haar ticketprijs niet merkbaar doen stijgen in het nieuwe complex.
-
TV-gelden: Een nieuw stadion is aantrekkelijker voor tv-uitzendingen. Hoe meer een club rechtstreeks op tv komt, hoe meer tv-gelden ze ter beschikking krijgt. Opnieuw kan een vicieuze cirkel opgemerkt worden; meer tv-geld meer
44 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
inkomsten beter spelers aantrekken hoger klassement meer op tv hogere tv-gelden …
Economisch
Uit de literatuur halen we dat een nieuw stadion weinig of geen economische impact tot gevolg heeft (Baade et al. 1988, 1990, 1996, 1997). Toch bestaat er volgens sommige onderzoekers wel wat economische vooruitgang en dan vooral bij multifunctionele in plaats van monofunctionele stadions (Santo, 2005). Wassmer (2001) en Dehring (2007) verklaarden dit fenomeen als economische redistributie; de ene regio wint aan inkomsten, terwijl een andere verliest. De totale economie van de stad zou nagenoeg gelijk blijven. Ook bij KAA Gent verwachten wij dat dit fenomeen zich zal voordoen. De Groothandelsmarkt zal floreren met de nieuwe commerciële ruimtes, de verbeterde mobiliteit en door de nabijheid van het multifunctionele stadion op zichzelf. Maar andere regio’s zullen daardoor minder goed boeren, er zal een verschuiving van rijkdom plaatsvinden.
4.3. RAADGEVINGEN Uit de algemene plannen, het interview en enkele onofficiële gespreken kunnen we besluiten dat over alle design elementen uit de literatuurstudie blijkbaar grondig is nagedacht. De site zal volledig ontwikkeld worden tot parkings en mobiliteit toe. Alleen de nabijheid van het Universitair Ziekenhuis kan nog voor problemen zorgen. Volgens Dhr. Peeters zou het Artevelde-stadion de nieuwe regels inzake veiligheid, uitgevaardigd door de voetbalcel van Binnenlandse Zaken, volledig volgen. Dus ook met dit design-element werd rekening gehouden. Nemen we dan eens een kijkje naar de Kritische Succes Factoren (KSF). Ook hier wordt met de meeste factoren rekening gehouden. Zo hebben ze onder andere een voorbeeld genomen aan andere stadions, zoals Vitesse Arnhem en AZ Alkmaar. Het project45 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
team lijkt ons uitermate geschikt om de plannen tot een succesvol einde uit te voeren, er is namelijk heel wat ervaring aanwezig bij de projectleden. De enige twee KSF’s die niet volledig nagevolgd worden zijn de financiële planning en time management. Er zou namelijk nog wat discussie zijn over de kleine cijfertjes in het contract tussen de PPS-partners. Maar toch zien ze allebei de toekomst rooskleurig en het budget zal ongetwijfeld rondkomen. Een tweede kleine opmerking is dat de einddoelstellingen qua timing onhaalbaar lijken. We hebben het hier over de realistische kijk op de ingebruikname van het stadion (2010). Dit is een datum die moeilijk haalbaar zal blijken te zijn. De vertraging zal financiële gevolgen hebben voor KAA Gent, namelijk elk jaar dat niet in het nieuwe stadion kan gespeeld worden betekent een verlies aan inkomsten en de inhaalbeweging op vlak van budget zal vertraging oplopen.
Een goede suggestie van ons aan KAA Gent is de stijging van de ticketprijzen binnen de perken te houden. Uit de literatuur (Howard & Crompton, 2003) is namelijk gebleken dat het novelty effect kan verdwijnen bij een te hoge stijging van deze prijzen. Het is normaal vanuit het oogpunt van KAA Gent om de ticketprijzen te laten toenemen, want het grotere comfort, beter omgeving, kortom de extra luxe van het nieuwe stadion mag doorgerekend worden via een kleine stijging aan de gewone supporter. Het luxe-segment, die gebruik zullen maken van de skyboxen, loges en business-seats, zijn minder afhankelijk van de prijsstijgingen. Deze zullen net blij zijn dat er eindelijk voldoende comfort en uitstraling is.
4.4. BEPERKINGEN Aan elk werkstuk zijn er beperkingen en negatieve elementen. We spreken kort onze tekortkomingen. Het leeuwendeel van onze literatuur bevat Amerikaanse studies, in hoeverre kunnen we de conclusies uit deze onderzoeken transfereren naar Europa? Het is dus mogelijk dat verkeerde data werden gebruikt bij bijvoorbeeld de voorspellingen. 46 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
Bij alle artikels worden gemiddelden genomen en wordt veralgemeend, terwijl onze scriptie specifiek KAA Gent bestudeerd. Er zullen altijd wel afwijkingen zijn van deze gemiddeldes, een exacte voorspelling is dus uit den boze. De economische gevolgen van een nieuw stadion zijn nog altijd niet duidelijk, het is eigenlijk onmogelijk om de exacte impact van een stadion op de totale economie te differentiëren. De exacte plannen zijn momenteel niet beschikbaar, dus het is goed mogelijk dat we nog belangrijke informatie mislopen en dus onze conclusies niet volledig realistisch zijn.
47 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
V. Referenties Anderson P, 2000, Sports Facilities Reports, National Sports Law Institute of Marquette University Law School, Milwaukee Baade R.A, 1988, Sports Stadiums and Area Development: A Critical Review, Economic Development Quarterly Baade R.A, 1990, Stadiums and Professional Sports on Metropolitan Area Development, Growth and Change Baade R.A, 1996, Professional Sports as Catalysts for Metropolitan Economic Development, Journal of Urban Affairs Baade R.A, 2000, Home field advantage? Does the metropolois or neighborhood derive benefit from a professional sports stadium?, The economics and politics of sports facilities Baade R.A & Sanderson A.R, 1997, The Employment Effect of Teams and Sports Facilities, Sports, Jobs and Taxes: The Economic Impact of Sports Teams and Stadiums Baade R.A, Baumann R, Matheson A, 2005, Selling the Big Game: Estimating the Impact of Mega Events through Taxable Sales, Paper 05-10 Department of Economics Baarda D.B. & De Goede M.P.M, 1995, Methoden en Technieken, Stenfert Kroese Bachelor L.W, 2000, Stadiums as Solution Sets: Baseball, Football, and Downtown Development, The Economics and Politics of Sports Facilities Bult-Spiering M, 2003, Publiek Private Samenwerking: De Interactie Centraal Carlino G. & Coulson N.E, 2004, Compensating Differentials and the Social Benefits of the NFL, Journal of Urban Economics Chema T.V, 1996, When Proffesional Sports Justify the Subsidy, A Reply to Robert A. Baade, Journal of Urban Affairs
1 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
Coates D. & Humphreys B.R, 1999, The Growth Effects of Sports Franchises, Stadia and Arenas, Journal of Policy Analysis and Management Coates D. & Humphreys B.R, 2000, The Stadium Gambit and Local Economic Development, Regulation Coates D. & Humphreys B.R, 2001, The Economic Consequences of Professional Sports Strikes and Lockouts, Southern Economic Journal Coates D. & Humphreys B.R, 2003, The Effect of Professional Sports on Earnings and Employment in the Services and Retail Sectors in U.S. Cities, Regional Science and Urban Economics Coates D. & Humphreys B.R, 2003, Novelty Effects of New Facilities on Attendance at Professional Sporting Events, UMBC Economics Department Working Paper Coates D. & Humphreys B.R, 2004, Caught Stealing: Debunking the Economic Case for D.C. Baseball, Cato Institute Briefing Papers Danielson M.N, 1995, Home team: Professional Sports and the American Metropolis, Princeton Dehring C.A, Depken C.A, Ward M.R, 2007, The Impact of Stadium Announcements on Residential Property Values: Evidence from a Natural Experiment in Dallas-Ft Worth Dejonghe T. & Lagae W, 2002, Het Europese voetbal: een economische benadering en analyse, Economische Didactiek Duffield C, Raisbeck P, Xu M, 2008, Report on the Performance of PPP Projects in Australia when Compared with a Representative Sample of Traditionally Procured Infrastructure Projects, The University of Melbourne Farmer P.J, Mulrooney A.L, Aamon R, 1996, Sport Facility Planning & Management Greenberg M.J. & Gray J.T, 1996, The Stadium Game, Marquette University Law School Hamilton B. & Kahn P, 1997, Baltimore’s Camden Yards Ballparks, Sports, Jobs & Taxes 2 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
Howard D.R. & Crompton J.L, 2003, An Empirical Review of the Stadium Novelty Effect, Sport Marketing Quarterly Lavoie M. & Rodriguez G, 2005, The Economic Impact of Professional Teams on Monthly Hotel Occupancy Rates of Canadian Cities: A Box-Jenkins Approach, Journal of Sports Economics Markerink H.J. & Santini A,2004, The Development of Stadiums as Center of Large Entertainment Areas. The Amsterdam ArenA Case, SYMPHONYA Miller D, 1991, New Life for Old Buildings, Athletic Business Nelson A.C, 2001, Prosperity or Blight? A Question of Major League Locations, Economic Development Quarterly Nelson A.C, 2002, Locating Major League Stadiums Where They Can Make a Difference: Empirical Analysis with Implications for All Major Public Venues, Public Works Management & Policy Noll R.G, 1974, Attendance and Price Setting, Government and the Sports Business Noll R.G. & Zimbalist A, 1997, Sports Jobs and Taxes: The Economic Impact of Sports Teams and Stadiums Owen J.G, 2006, The Intangible Benefits of Sports Teams, Public Finance and Management Quinn K.G, Bursik P.B, Borick C.P, 2003, Do New Digs Mean More Wins? The Relationship Between a New Venue and a Professional Sports Team’s Competitive Success, Journal of Sports Economics Rosentraub M.S, 1997, Stadiums and Urban Space, Sports, Jobs & Taxes Santo C, 2005, The Economic Impact of Sport Stadiums: Recasting the Analysis in Context, Journal of Urban Affairs Siegfried J.J. & Zimbalist A, 2000, The Economics of Sport Facilities and Their Communities, Journal of Economic Perspectives 3 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
Team Marketing Report, 2001 Theeboom M, Dekens F, Dom E, Vertonghen J, 2008, Handboek Sportbeleidsplanning, Politeia Tu C.C, 2005, How does a new sports stadium affect housing values? The case of FedEx Field, Land Economics Wassmer R.W, 2001, Metropolitan Prosperity from Major League Sports in the CBD: Stadia Locations or Just Strength of the Central City? A Reply tot Arthur Nelson, Economic Development Quarterly Westerbeek H, Smith A, Turner P, Emery P, Green C, Van Leeuwen L, 2005, Managing Sport Facilities and Major Events Zimbalist A, 2000, The Economics of Stadiums, Teams and Cities, The Economics and Politics of Sports Facilities Zimmerman D, 1997, Subsidizing Stadiums: Who Benefits, Who Pays?, Sports, Jobs and Taxes: The Economic Impact of Sports Teams and Stadiums
4 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
VI. Bijlage Mail van Patrick Lips ivm interview: Beste, Pas na 1 september wordt opnieuw gecommuniceerd over dit project. mvg, P.Lips Com.dir.KAA Gent ----- Original Message ----- From: "Sam Persyn" <
[email protected]> To: "Patrick Lips" <
[email protected]> Subject: Kort interview
[Verberg aangehaalde tekst]
Beste Mr. Lips, Heeft U, of iemand anders die nauw betrokken is bij het morgen een uurtje vrij voor een kort interview?
Artevelde-project,
Bedankt op voorhand, Mvg, Sebastiaan & Sam
1 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
Interviewvragen Extern:
Extern , De Heer Christophe Peeters
Beste, Als studenten Master Bedrijfseconomie, afgestudeerde Master Lichamelijke Opvoeding optie sportmanagement en Gentenaars hebben wij gekozen voor een toepasselijke thesis: Economisch analyse van de bouw van een nieuwe stadion, case: Arteveldestadion. Als voorzitter van KAA Gent bent u nauw betrokken bij het het project Arteveldestadion. Hieromtrent zouden wij enkele vragen aan jou willen stellen. Alvast vooraf bedankt voor tijd te maken voor eenvoudige studenten, ook al weten wij dat tijd een heel dierbaar iets is voor jou.
- Wat is het doel/missie van het nieuwe Arteveldestadion? - Waarom is er gekozen voor publiek/private samenwerking? - Hoe zit de financieringsstructuur in elkaar? Zijn er zware investeringen van jullie kant? - Vind u dat het belastingsgeld hiermee goed besteed wordt? Waarom geld in KAA Gent investeren en niet in andere projecten? ( bv meer sociale projecten)
- Hoe verwacht u het geïnvesteerde geld te recupereren? Of is dit niet noodzakelijk? - Is er rekening gehouden met buurtbewoners/bedrijven? - Is er rekening gehouden met de veiligheid? - Verwacht u dat het stadion een toeristische aantrekkingspool zal worden? - Verwacht u economische voordelen, dit zowel direct door KAA Gent als indirect? - Was het noodzakelijk om een nieuw stadion te bouwen? - Zullen er bedrijven bijkomen/wegtrekken door het nieuwe stadion? - Verwacht u extra bewoners in de buurt? Of andere opvallende tendens? - Zal de buurt een boost krijgen dankzij het stadion? 2 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
- Zijn er tegenstanders van het project? Waarom? - Is er rekening gehouden met de crisis? - Ziet u mogelijke externe opportuniteiten/bedreigingen? - Wat beschouwt u als sterkte/zwakte van het project?
3 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
Interviewvragen Intern:
Intern, De Heer Patrick Lips
Beste, Als studenten Master Bedrijfseconomie en afgestudeerde Master Lichamelijke Opvoeding optie sportmanagement hebben wij gekozen voor een toepasselijke thesis: Economisch analyse van de bouw van een nieuwe stadion, case: Arteveldestadion. Als commercieel directeur van KAA Gent bent u nauw betrokken bij het het project Arteveldestadion. Hieromtrent zouden wij enkele vragen aan jou willen stellen. Alvast vooraf bedankt voor tijd te maken voor eenvoudige studenten, ook al weten wij dat tijd een heel dierbaar iets is voor jou.
- Wat is het doel/missie van het nieuwe Arteveldestadion? - Heeft iemand van de projectleiding ervaring bij dergelijke projecten ? - Is het noodzakelijk dat er uitgebreid wordt? En waarom? - Mogen wij het business model inkijken van het nieuwe stadion en van het nieuwe AA Gent? Bv met Kosten/baten analyse en dergelijke. Eventueel met verduidelijking van u.
- Hoe is de financiering geregeld? ( in business model) - Rekent u erop dat de ploegresultaten verbeteren en dat er zo meer inkomsten zullen zijn? Wat bent u van plan met die extra inkomsten? ( in business model)
- Na hoeveel jaar is het stadion winstgevend? (breakeven) ( in business model) - Waar verwacht u voornamelijk meerinkomsten? (percentages) ( in business model) - Zijn er al vooraf contracten afgesloten met partners? (ivm skyboxen, concerten, … zodat men vooraf al weet of het rendabel is) ( in business model)
- Zullen er naast/rond het stadion ook economische activiteiten starten? Welke? (concurrentie met andere shoppingcentra?) ( in business model)
- In welke rol heeft het Artevelde stadion in het Business model van KAA Gent? 4 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
- Zullen de ticketprijzen stijgen? - Zijn er bepaalde marketingstrategieën gepland om het stadion te promoten? - Hebben jullie een vb genomen aan andere stadions en modellen? Dit op zowel Financieel als Bouwkundig vlak?
- Waarom is er gekozen voor een publiek/private samenwerking? - Is er gezocht naar de optimale capaciteit? Op wat baseert u zich daarbij? - Ziet u mogelijke externe opportuniteiten/bedreigingen? - Wat beschouwt u als sterkte/zwakte van het project? - Is de toekomst van KAA Gent verzekerd ook bij het niet behalen van de doelstellingen? - Heeft u rekening gehouden met het novelty effect op vlak van supportersaantallen & op vlak van economische progressie?
- Heeft u studies uitgevoerd omtrent de buurt? (bewoners/bedrijven) - Zijn/waren er tegenstanders bij het project? Waarom? - Zal de veiligheid voor de buurtbewoners/bedrijven gegarandeerd worden? - Zal er extra werkgelegenheid ontstaan door de bouw van het stadion? Dit zowel direct door AA Gent of indirect.
- Wordt het nieuwe stadion architecturaal hoogstaand? Zal het een toeristische aantrekkingspool worden?
Hartelijk dank voor het beantwoorden van de vragen.
Alvast sportieve groeten Sebastiaan en Sam.
5 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
Financiële structuur Artevelde-stadion:
6 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn
Antwoorden interview:
7 Economische analyse van de bouw van een nieuw stadion: case Arteveldestadion Sebastiaan De Geyter & Sam Persyn