SEPTEMBER 2008 NUMMER 5 JAARGANG 6
EB BULLETIN Algemene opiniërende (achtergrond)informatie op het gebied van Employee Benefits
Fiscaal besluit inzake internationale aspecten van pensioen In een besluit van 31 januari 2008 (publicatienr. CCP2007/98M) heeft de staatssecretaris van Financiën een aantal eerder genomen fiscale besluiten inzake internationale aspecten van pensioen geactualiseerd en samengevoegd.
Het besluit behandelt: pensioenopbouw voor inkomende werknemers; pensioenopbouw voor uitgaande werknemers; waardeoverdracht vanuit het buitenland; waardeoverdracht naar het buitenland; belastingheffing over pensioenuitkeringen aan (ex-)werknemers die in Nederland pensioen genieten uit hoofde van een Nederlandse pensioenregeling waarvoor hij tijdens de opbouw in het buitenland geen fiscale tegemoetkoming heeft genoten. In dit artikel behandelen wij de pensioenopbouw voor inkomende werknemers. In volgende artikelen zullen wij de andere onderwerpen behandelen.
INKOMENDE WERKNEMERS Werknemers die tijdelijk in Nederland komen werken, zullen in het algemeen hun pensioenopbouw in het land van herkomst willen voortzetten. Ter bevordering van de arbeidsmobiliteit heeft de staatssecretaris in dit besluit opnieuw de voorwaarden gepubliceerd waaronder de voortzetting van de buitenlandse pensioenregeling, met toepassing van de omkeerregel, mogelijk is.
INHOUD:
FISCAAL BESLUIT INZAKE INTERNATIONALE ASPECTEN VAN PENSIOEN DE JUISTE ZORGVERZEKERING VOOR EXPATS KORT EN KLEIN
EB BULLETIN
|
ALGEMENE OPINIËRENDE (ACHTERGROND)INFORMATIE OP HET GEBIED VAN EMPLOYEE BENEFITS
Bij inkomende werknemers wordt een onderscheid gemaakt tussen: werknemers die tewerk worden gesteld vanuit een andere EU-lidstaat; werknemers die tewerk worden gesteld vanuit een niet-EU-lidstaat.
INKOMENDE WERKNEMERS VANUIT EEN ANDERE EU LIDSTAAT De aanwijzing als fiscaal erkende pensioenregeling is gebaseerd op de EU-richtlijn 98/49 inzake de bescherming van rechten op aanvullend pensioen van werknemers die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen. De aanwijzing geldt niet alleen als er sprake is van een detachering in de zin van EEG Verordening 1408/71, maar ook als daar geen sprake van is. Bijvoorbeeld als er sprake is van een overplaatsing binnen buitenlands concernverband, waarbij de werknemer uit dienst treedt bij de in het buitenland gevestigde vennootschap en in dienst treedt bij de in Nederland gevestigde vennootschap. Er moet sprake zijn van een voortzetting van de buitenlandse pensioenregeling. Er is ook sprake van een voortzetting in de situatie waarin de volgende drie momenten in de tijd samenvallen: het moment van indiensttreding bij de uitzendende werkgever; het moment van toetreding tot de buitenlandse pensioenregeling; en het moment van de tewerkstelling in Nederland. Voor de fiscale erkenning van de buitenlandse pensioenregeling gelden de volgende voorwaarden: a.
De Nederlandse werkgever en de werknemer zetten de opbouw van de aanspraken voort ingevolge de buitenlandse pensioenregeling.
b.
De belastingwetten van de EU-lidstaat van herkomst komen naar aard en strekking
c.
De voort te zetten regeling is een aanvullende pensioenregeling en valt niet onder de
overeen met de Nederlandse loon- en inkomstenbelasting. Verordening nr. 1408/71 (Sociale verzekering). d.
De uitvoerder van de voortgezette buitenlandse pensioenregeling is een in het buitenland gevestigde levensverzekeraar of pensioenfonds waar de pensioenregeling reeds was verzekerd of een door het Ministerie van Financiën aangewezen pensioenuitvoerder. Een toegelaten uitvoerder kan ook de werkgever zijn als dat volgens de wetgeving van de betreffende lidstaat is toegestaan. Die werkgever moet dan wel zijn onderworpen aan een vorm van overheidstoezicht (een voorbeeld daarvan is de boekreserve op de balans van een in Duitsland gevestigde werkgever).
Verz o ek to t aan wi j z i n g De aanwijzing geldt niet automatisch. Werkgever en werknemer moeten bij de Belastingdienst Buitenland in Heerlen verzoeken om een aanwijzing van de voortgezette pensioenregeling als fiscaal zuivere pensioenregeling. Bij dat verzoek moeten zij verklaren dat aan de hiervoor onder a. tot en met d. gestelde voorwaarden is voldaan. De belastingdienst toetst niet of aan genoemde voorwaarden is voldaan, tenzij de dienst over aanwijzingen beschikt dat niet aan de voorwaarden is voldaan. Het is ook mogelijk dat werkgever en werknemer verzoeken om een inhoudelijke toetsing. Als men daar om verzoekt moet aanvullende informatie worden verstrekt (genoemd bijlage 1 van het Besluit). Een aanwijzing geldt overigens slechts voor een periode van maximaal vijf jaar.
NUMMER 5
|
SEPTEMBER 2008 JAARGANG 6
2
EB BULLETIN
|
ALGEMENE OPINIËRENDE (ACHTERGROND)INFORMATIE OP HET GEBIED VAN EMPLOYEE BENEFITS
G el i j k e f i s c al e b e h a n d e l i n g Het fiscale gevolg van de aanwijzing is dat Nederland de vrijstelling van pensioenaanspraken en de aftrek van de eigen bijdrage van de werknemer ten laste van het bruto loon verleent in dezelfde mate en tot hetzelfde bedrag als hetgeen de wetgeving in de EU-lidstaat van uitzending voorschrijft. De gedachte achter deze begrenzing is om in het uitzendende land de uitgezonden werknemers en niet-uitgezonden werknemers fiscaal gelijk te behandelen. Het uitgangspunt van fiscale gelijke behandeling op de werkvloer is hier voor de toepassing van de Nederlandse wetgeving losgelaten.
WERKNEMERS AFKOMSTIG UIT NIET-EU-LIDSTATEN Voor deze groep gelden deels andere voorwaarden. Deze voorwaarden staan in bijlage 2 van het Besluit. De belangrijkste wijzigingen voor deze groep ten opzichte van het oude besluit van 24 september 2002, publicatienr. CCP2002/1640M, zijn de volgende. De introductie van een gedeeltelijke aanwijzing als fiscaal erkende pensioenregeling. In het verleden bestond het risico dat een buitenlandse regeling in zijn geheel als onzuiver werd gekwalificeerd omdat de fiscale faciliteit in het uitzendende land ruimer was dan in Nederland, bijvoorbeeld omdat de beschikbaar gestelde premie in de buitenlandse regeling hoger was dan wat volgens de Nederlandse fiscale wetgeving is toegestaan. Nu kan in die situatie de regeling worden aangewezen als een zuivere regeling voor zover de beschikbare premie binnen de grenzen van de Nederlandse loonbelasting valt. Het meerdere wordt dan belast als loon. In de aanwijzing wordt uitdrukkelijk het voorbehoud gemaakt dat bij een wijziging van de pensioenregeling op meer dan ondergeschikte punten en bij wetswijzigingen opnieuw een verzoek tot aanwijzing dient te worden ingediend.
Wet o p d e l o o n b e l a s t i n g Een belangrijk verschil met de regeling voor werknemers uit EU-lidstaten is dat de regeling voor werknemers uit niet-EU-lidstaten wordt getoetst aan de fiscale spelregels voor pensioenregelingen zoals die zijn vastgelegd in de Wet op de loonbelasting. Het resultaat van de pensioenopbouw moet vergelijkbaar zijn met het resultaat van een pensioenopbouw overeenkomstig de Nederlandse loonbelasting en moet daarmee in een redelijke verhouding staan (zie hiervoor de mogelijkheid van een gedeeltelijke aanwijzing).
Verz o ek to t aan wi j z i n g Net als bij werknemers afkomstig uit EU-lidstaten geldt ook hier de aanwijzing niet automatisch en moeten werkgever en werknemer verzoeken om een aanwijzing als fiscaal erkende pensioenregeling.
GEDEELTELIJKE AFKOOP NA AFLOOP TEWERKSTELLING IN NEDERLAND Als de werknemer na afloop van de tewerkstelling in Nederland zijn pensioenaanspraken ingevolge de buitenlandse regeling afkoopt, leidt dat volgens de Nederlandse fiscale wetgeving tot belastingheffing en heffing van revisierente. Dit acht de staatssecretaris niet gewenst als de werknemer gebruik maakt van een in de buitenlandse pensioenregeling voorziene, gebruikelijke afkoopmogelijkheid. De staatssecretaris staat afkoop toe voorzover de afkoop betrekking heeft op pensioenaanspraken die gerelateerd zijn aan buiten Nederland doorgebrachte diensttijd.
NUMMER 5
|
SEPTEMBER 2008 JAARGANG 6
3
EB BULLETIN
|
ALGEMENE OPINIËRENDE (ACHTERGROND)INFORMATIE OP HET GEBIED VAN EMPLOYEE BENEFITS
BELASTINGVERDRAGEN Het besluit geeft beleid van het ministerie voor de uitvoering van de Nederlandse fiscale wetgeving, in casu de loonbelasting, weer. Voor de fiscale behandeling van inkomende werknemers zijn echter ook de door Nederland met andere landen gesloten belastingverdragen van belang. Als een belastingverdrag fiscaal meer ruimte biedt voor de inkomende werknemer dan dit besluit, dan gaat de toepassing van het belastingverdrag voor. In een aantal belastingverdragen is een en ander bepaald inzake de fiscale erkenning van elkanders pensioenregelingen.
SLOT Nederland kent een ‘toptarief’ van 52%. Toepassing van de fiscale omkeerregel voor pensioenen is met name aantrekkelijk als de pensioenuitkeringen te zijner tijd tegen een lager tarief worden belast. Tijdelijk in Nederland tewerkgestelde werknemers kunnen vaak gebruik maken van de 30% regeling. Toepassing van die regeling leidt tot een daling van het toptarief van 52% naar 36%. Bij een afweging tussen het wel of niet voorzetten van een buitenlandse regeling moet dit aspect zeker worden meegewogen. Het zou toch niet prettig zijn als te zijner tijd het pensioen tegen een hoger marginaal tarief wordt belast dan waartegen aftrek is genoten. Als er geen sprake is van detachering moet ook worden gekeken naar de aansluiting tussen de sociale verzekeringswetgeving in Nederland en de buitenlandse pensioenregeling. Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Ron van Harten, senior consultant expatriate services, telefoonnummer 010 448 8221.
De juiste zorgverzekering voor Expats Eén van de onderwerpen in het EB Bulletin van november 2007 was de ziektekostenverzekering voor expats. In dat artikel werd aangegeven dat de minister van Volksgezondheid met een masterplan zou komen om de problematiek van de zorgverzekeringen voor expats en hun gezinsleden aan te pakken. Inmiddels is zowel het masterplan verschenen als ook verschillende commentaren hierop. Tijd voor een update.
HET MASTERPLAN In dit masterplan komen onder meer de volgende onderwerpen aan de orde: opt out-regeling voor expats; gezinsleden van expats; niet-erkende gezinsleden van expats; administratieve lasten; inkomende expats, niet uit EU of sociaal-verdragsland.
O pt o u t reg el i n g v o o r e x p a t s De door de belangenorganisaties voorgestelde opt out-regeling is door de minister afgewezen. Dit met name vanwege het solidariteitsbeginsel dat ten grondslag ligt aan zowel de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten als de Zorgverzekeringswet. NUMMER 5
|
SEPTEMBER 2008 JAARGANG 6
4
EB BULLETIN
|
ALGEMENE OPINIËRENDE (ACHTERGROND)INFORMATIE OP HET GEBIED VAN EMPLOYEE BENEFITS
O pn am e g ez i n s l e d e n e x p a t i n h e t ‘BU B 1999’ De mogelijkheid van opname van de gezinsleden van de expat in het ‘Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999’’ (BUB 1999) wordt momenteel nog steeds onderzocht.
Ni et- erk en d e g ez i n s l e d e n v a n e x p a t s De minister heeft aangegeven dat niet-erkende gezinsleden zorg dienen te dragen voor een particuliere verzekering.
Vereen v o u d i g i n g a d m i n i s t r a t i e v e l a s t e n De minister is (nog) niet ingegaan op de suggestie van zowel het CVZ, de FNV als de Commissie Grensarbeiders om de aanmelding van gezinsleden van grensarbeiders via de verzekeraar van de grensarbeider zelf te laten verlopen in plaats van de aanmeldingsprocedure bij het CVZ. Wel heeft ze aangegeven de aanmeldingsprocedure bij het CVZ automatisch te willen laten verlopen.
In k o m en d e ex pat s Voor wat betreft inkomende expats die niet uit EU en/of sociaal verdragslanden komen heeft de minister aangegeven géén oplossing te willen bieden anders dan het mogelijk bekorten van de beslistermijn. Particuliere verzekeraars zijn hier nog steeds de enig mogelijke oplossing.
VISIE VAN AON CONSULTING OP HET MASTERPLAN Gezien het feit dat de minister de opt out regeling heeft afgewezen, dienen werkgevers er rekening mee te houden dat er een bepaalde vorm van verplichte ziektekostenverzekering voor hun expats zal blijven bestaan. Op dit moment is nog niet duidelijk hoever deze verplichting zich zal uitstrekken. In het meest extreme geval, opname van de volledige groep in het BUB 1999, zullen de gezinsleden van expats die zijn uitgezonden naar het buitenland verplicht sociaal verzekerd blijven. In het minst extreme geval, alleen de gezinsleden van expats uitgezonden naar sociaal verdragslanden. Er zal hoe dan ook in alle gevallen een verplichte vorm van Nederlandse ziektekostenverzekering blijven bestaan.
Zo rg en o m tren t k w a l i t e i t v a n z o r g De vraag die gesteld kan worden is of de Nederlandse zorgverzekeraars in staat zijn om de expat in het buitenland adequaat te assisteren bij het vinden van kwalitatief goede zorgverleners. De kwaliteiten van de Nederlandse zorgverzekeraars liggen immers met name in het zorggebied Nederland en ingeval van medische calamiteiten in het verzorgen van een repatriëring naar Nederland. Voor wat betreft de woonlandpakketten kan de vraag gesteld worden of de voorzieningen geboden in het buitenland vergelijkbaar zijn met de zorg zoals men in Nederland gewend was. Daarnaast is alléén voor gezinsleden van grensarbeiders een toegang tot nietspoedeisende zorg in Nederland gedurende de uitzending mogelijk, voor andere gezinsleden is dit niet mogelijk.
NUMMER 5
|
SEPTEMBER 2008 JAARGANG 6
5
EB BULLETIN
|
ALGEMENE OPINIËRENDE (ACHTERGROND)INFORMATIE OP HET GEBIED VAN EMPLOYEE BENEFITS
Zo rg en o m tren t de k k i n g v a n k o s t e n Daarnaast is Aon bezorgd omtrent de mate van dekking van ziektekosten voor expats en hun gezinsleden in het buitenland. De minister stelt in dit verband eenvoudigweg dat de zorgverlening gegarandeerd is (althans, in Nederland) en dat de vraag alléén is wie er uiteindelijk dient te betalen. Het enige land waar volgens de minister mogelijk problemen zouden kunnen ontstaan zou Amerika zijn. Vanuit onze ervaring kunnen we echter opmerken dat, naast Amerika, er ook problemen kunnen ontstaan in bijvoorbeeld Engeland, Australië en Duitsland.
Zo rg en o m tren t n i e t - e r k e n d e g e z i n s l e de n i n v e r d r a gs l a n d e n & i n k o m en d e ex pat s Voorts geeft de minister omtrent niet-erkende gezinsleden in verdragslanden en bepaalde inkomende gezinsleden van expats aan dat deze zelf een particuliere zorgverzekering dienen af te sluiten. Deze conclusie komt ons gezien de aangehaalde solidariteitsgedachte vreemd voor.
EN NU: DE PRAKTIJK Het lijkt logisch dat werkgevers hun verantwoordelijkheid nemen door een adequate zorgverzekering aan te bieden die hun werknemers en eventuele gezinsleden wereldwijde dekking biedt en de expat en zijn/haar gezinsleden toegang biedt tot zorg in het buitenland. Veelal gebeurt dit nu door aan de bestaande Nederlandse lokale zorgcollectiviteit een aparte dekking voor werknemers in het buitenland toe te voegen. In de praktijk zien wij veelvuldig problemen als het gaat om de toegang tot zorg in het buitenland alsmede de vergoeding van declaraties. Zo zijn er voorbeelden te noemen waarbij een gezinslid van een expat niet tot zorg werd toegelaten omdat hij geen Engelstalig dekkingsbewijs/verzekeringspasje kon overleggen. Een ander voorbeeld betreft het declareren van medische zorg in het buitenland, dat boven de maximale dekking ging van de naar Nederlandse maatstaven gehanteerde vergoedingen. De betreffende familie moest het verschil betalen tussen de nota van het buitenlandse (Australische) ziekenhuis en de vergoeding van de Nederlandse zorgverzekeraar. De bovengenoemde praktijkvoorbeelden leveren een hoop onzekerheid op voor de betrokkenen met de daarbij behorende stress. Het spreekt voor zich, dat ook de betrokken werkgevers zich extra moesten inspannen om uiteindelijk tot een (dure) oplossing te komen.
MOGELIJKE ALTERNATIEVE (ADDITIONELE) VERZEKERINGEN Er is een aantal internationaal opererende, gespecialiseerde ziektekostenverzekeraars. Deze bieden een specifiek op expats gerichte ziektekostenverzekering. Deze gespecialiseerde zorgverzekeraars bieden ten opzichte van de reguliere, lokale verzekeraars de volgende extra’s voor de verzekerden: directe toegang tot medische zorg, advies en informatie op elk moment en waar ook ter wereld; dekking op basis van kostprijs; volledig dienstenpakket van een alarmcentrale als onderdeel van de zorgverzekering in meerdere talen; directe betaling aan de zorgverlener; NUMMER 5
|
SEPTEMBER 2008 JAARGANG 6
6
EB BULLETIN
|
ALGEMENE OPINIËRENDE (ACHTERGROND)INFORMATIE OP HET GEBIED VAN EMPLOYEE BENEFITS
toegang tot wereldwijd netwerk aan zorgverleners; eenvoudig af- en aanmelden via internetapplicatie; premie is gebaseerd op basis van het feitelijke risico (bijvoorbeeld land van uitzending en de zorgconsumptie). Ook deze internationale verzekeringen kennen hun beperkingen. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan gevolgen na terugkeer in Nederland (wachttijden voor de AWBZ). Daarnaast kan de medische selectie strenger zijn dan bij Nederlandse verzekeraars. Wij adviseren u dan ook te laten onderzoeken in hoeverre een gespecialiseerde zorgverzekering voor expats een oplossing kan bieden voor uw problematiek. Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Ard van 't Veer, telefoonnummer 020 430 5410 of Stephan van Oostenbrugge, telefoonnummer 010 448 8220. Uiteraard kan ook uw consultant van Corporate Wellness u verder informeren.
Kort & Klein CONTROLE PREMIEAFDRACHTEN EN SUBSIDIES Tot het premiejaar 2006 was het berichtenverkeer tussen het UWV en de werkgevers een complex geheel waarin de MSV (melding sociale verzekeringen) een belangrijke rol speelde. Iedere werkgever was wettelijk verplicht om deze MSV tijdig en juist in te sturen. De uiteindelijke premienota werd door het UWV geautomatiseerd verwerkt. Binnen dit automatische afrekenproces werd uitgegaan van diverse stellingen en aannames. Deze waren voor werkgevers slechts ten dele inzichtelijk via de zogenaamde ‘uitvalslijsten’. Gebleken is dat het loont om de gebruikte berekeningsgrondslagen te controleren. Belastingdienst en UWV gebruiken als grondslag voor onder meer uw gedifferentieerde premie WGA een lijst van de lopende arbeidsongeschiktheidsclaims. Ook van deze lijst is gebleken dat hier regelmatig fouten in staan. De controle van genoemde berekeningsgrondslagen en het herstellen van fouten is complex. Daarnaast is het onze ervaring dat forse bedragen aan subsidies, kortingen en ziekengelden bij zowel UWV als Belastingdienst ongebruikt blijven. Wij zijn er dan ook van overtuigd dat werkgevers door het (laten) uitvoeren van controles, premies terug kunnen vorderen alsmede het recht op subsidies en kortingen kunnen (laten) uitoefenen.
NUMMER 5
|
SEPTEMBER 2008 JAARGANG 6
7
EB BULLETIN
|
ALGEMENE OPINIËRENDE (ACHTERGROND)INFORMATIE OP HET GEBIED VAN EMPLOYEE BENEFITS
EIGENRISICODRAGERSCHAP VOOR DE WGA Per 1 januari 2009 geeft de wetgever bedrijven weer de mogelijkheid om uit te treden uit het publieke bestel en er voor te kiezen om de kosten van arbeidsongeschiktheid zelf te gaan dragen waarbij het risico veelal bij een private verzekeraar wordt ondergebracht. Op de voordelen van het eigenrisicodragerschap voor de WGA zijn wij in eerdere Bulletins reeds uitgebreid ingegaan. Toch willen wij hier nog even kort aandacht aan besteden. Uittreden uit het publieke bestel biedt u de mogelijkheid om actiever met uw verzuim om te gaan. Het UWV zal bijvoorbeeld pas actief met reïntegratie aan de slag gaan na afloop van de tweejaarsperiode waarin u verplicht bent het loon door te betalen. Voor eigenrisicodragers worden verzekeraars al na 13 weken ziekte actief met reïntegratie. Zij hebben er namelijk een direct (financieel) belang bij om het beroep op een verzekeringsuitkering zo veel mogelijk te beperken.
REDACTIE
CONTACT
AUTEURS
Allard van der Meer
Gitta Junius
Ron van Harten
(eindredactie)
038 456 3113
Bart Mol
Ron van Harten
[email protected]
Stephan van Oostenbrugge
Gitta Junius (secretariaat)
Ard van ‘t Veer
Bart Mol Ton Roebroek Roelant Smit
Dit bulletin is met grote zorg samengesteld door Aon Consulting Nederland C.V. Niettemin kunnen zich incidenteel onvolkomenheden voordoen. De inhoud van dit bulletin is slechts bedoeld als informatie en dient dan ook niet gezien te worden als advies. Aon Consulting Nederland C.V. aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die direct of indirect voortvloeit uit het gebruik van deze informatie. Vermenigvuldiging van deze publicatie of overname van de inhoud
NUMMER 5
|
SEPTEMBER 2008 JAARGANG 6
8
5243
kan onder bronvermelding vrijelijk plaatsvinden.