Dynamics Outward Bound België
2012
Inhoudstafel Voorwoord 4 A-frame 6 Acid River (Eng.) 8 Bamboebrug 10 Ball Toss (Eng.) 12 Banden Loop (Eilanden) 14 Blind leiden / coachen 16 Blinde vierkanten 18 Bliksem afleider 19 Chocoladerivier 21 Color blind (Eng.) 23 Combinatie spinnenweb - hoge muur - lage muur - acid river 24 The Curtain Falls (Fr.) 25 Davidster 26 De groep gaat uit elkaar 27 Duplo, variante (Fr.) 28 Evenwicht in/op een touw 29 Gatenzeil – Labyrinth 31 Geblinddoekt een tent rechtzetten 32 Groepsadem 33 Hijs de vlag 34 Horizontaal spinnenweb 35 Klimmuur op huisje 37
Knoop Lage elektrische muur Lage V-kabels (Wild Woosey) Lower the Stick / Le tuyau (Eng. / Fr.) Maze Memory (Fr.) Mens erger je niet aan een balk Mohawk Walk en de spanningsoversteek Muizenvallen ―Naar wie ik liefheb wil ik heten…‖ Octopus Op een kluitje Rekenmachine Rentrer et sortir d‘un groupe (Fr.) Reuze vinger Schuifraam Sign-lines (Eng.) Sign-lines (Fr.) Tocht met stukken kaart Toren van Bamboe Tot 20 tellen Toxic Waste Tractorband / Rebirth / Whole in Space Traffic jam 2
38 39 41 43 44 45 47 49 52 53 55 57 58 59 60 61 65 66 67 68 70 71 72 74
‗Trust Fall‘ Walking on clouds Warpspeed Waterscheppen en transporteren rond een brug Zo hoog mogelijk een streepje krijt trekken Zoom - Rezoom
75 78 79 80 81 82
3
Voorwoord Eindelijk ….we praten er al jaren over, maar hier is ze dan ‘de Outward Bound® dynamicsmap’.
dat we de activiteiten en de manier waarmee we ermee aan de slag gaan delen met elkaar.
Outward Bound® België staat sinds meer dan 35 jaar voor kwaliteit. Die kwaliteit wordt geleverd door professionele medewerkers. Willen we die kwaliteit verder garanderen moeten we blijven investeren in opleiding, begeleiding maar ook in vernieuwing en verfijning van onze methodiek.
We zien deze map dan ook als een ‘work in progress’, een ontwikkelingsmap die mee(r) vorm krijgt door de bijdrage van zoveel mogelijk Outward Bound begeleiders. De map is niet af en mag nooit af zijn. We hebben op dit moment een 50-tal dynamics geselecteerd. We weten dat er nog een heel aantal dynamics ontbreken, maar die vullen we later nog aan. Dus als je nog dynamics hebt en/of, variaties op bestaande activiteiten mail ze dan door naar Geert of Dirk. Wij zorgen ervoor dat ze binnen het bestaande format komen en sturen ze dan telkens door naar alle trainers.
Outward Bound brengt mensen in beweging via outdoor activiteiten in de natuur. Onze ervaringsgerichte activiteiten zijn de kern van onze methodiek. Wij maken het verschil met andere outdoor organisaties door de manier waarop wij deze activiteiten telkens opnieuw aanpassen aan de noden en het proces van de groep. Deze expertise in het werken met activiteiten willen we nog meer versterken. Innovatie en leren van mekaar zijn twee belangrijke pijlers binnen onze visie voor de toekomst. Daarom deze ‘ dynamicsmap’. Bedoeling is
Dus hierbij en warme oproep: help ons om deze dynamicsmap uit te breiden …. Op naar de 100 activiteiten!!!!
4
Daarnaast willen we een tweetal keer per jaar een dynamics moment organiseren waarbij we tijd nemen om nieuw dynamics uit te proberen en/of bestaande te verfijnen. Op die manier blijven we een dynamische organisatie.
Een speciaal woord van dank aan Cindy en Jen voor de lay-out en aan alle mensen die al dynamics hebben doorgestuurd.
We willen iedereen alvast bedanken voor de medewerking.
Februari 2012
Geert en Dirk
Tekeningen: Petr Ďoubalík
5
A-frame Met wat extra input van Maurice Zorge
Duur
Doel:
60 - 75 minuten
De deelnemers sjorren met sjorbalken een A-frame (hoogte 2m tot 2,5m). Aan de zijden verbinden ze vier touwen waardoor het A-frame door de groep stabiel kan gehouden worden. Eén persoon staat op de horizontale balk van het frame en probeert met behulp van de groep met het frame te stappen. De bedoeling is dat heel de groep eens een stuk heeft gestapt en zo het hele parcours heeft afgelegd.
Materialen per groep: -
2 palen met een lengte van 3,5 – 4 meter. 1 paal met een lengte van 2 meter. Bindtouwen om het A-frame in elkaar te knopen. 4/5 Tuintouwen met een lengte van 20/30 meter.
Regels
Veiligheid:
-
Alleen de persoon op het frame mag het frame aanraken, de rest houdt te touwen vast.
-
Deelnemers dragen een helm gedurende de gehele oefening.
-
Als de ‗loper‘ met zijn voeten op de grond komt moet er een andere ―loper‖ zijn plaats innemen.
-
Kijk de sjorringen goed na. De A moet een stevige constructie zijn.
-
De dwarslegger moet op kniehoogte worden bevestigd.
-
Bij groot frame, let op de veiligheid van de ―loper‖. Touwen niet zomaar lossen.
Aantal deelnemers 10 - 18 Per groepje 5-6 6
-
-
Overweeg handschoenen aan te doen voor de mensen die het touw vasthouden.
Variaties -
Zone afbakenen (grote cirkel of veld afgezet met pionnen) waarbinnen uitsluitend de A en de persoon die in de A staat zich mag bevinden.
7
Twee A-frames maken en wedstrijd doen Variëren in het soort parcours Variëren in de grootte van het frame Doe de oefening in stilte. Laat enkele deelnemers aan de touwen een blinddoek om doen.
Acid River (Eng.) Task
-
If anyone touches, the entire group must start over again.
The entire group must cross from one side of the delineated area to the other using the equipment provided.
-
No materials may touch the ground.
-
The blocks may not be moved.
Setup
Any materials which touch the ground will be no longer available for use. If the group starts over, the materials become available once again.
Safety
When placing the blocks in the zone, test the distance between the blocks with the beams to check the feasibility. Include one or more sections where the group will have to ‗think out of the box‘ and either make a ‗T‘ using two beams to reach the next block or make a cantilever system by placing one beam on top of the other lengthwise.
-
Keep a close eye on the group as they are passing the beams forward so they don‘t hit anyone on the head with the beam.
-
Lifting up one beam while standing on another can be quite strenuous. This is the reason we give a sling as an extra tool. Keep a close eye on the first and last people in the row and make sure they lift the beams in a safe way.
Rules
-
Watch out for participants jumping to cross the finish line (ankles).
-
-
Spot as necessary.
Equipment provided: 3 beams, 1 sling
No person may touch the ground between the start and finish lines. 8
Variations:
Number of participants:
-
Work with two groups, each starting from a different side.
8-?
-
This activity can also be done with large groups, divided into various smaller groups, each with their own starting point. In this case, rather than crossing the zone, you can make an ‗island‘ in the middle (rope on the ground) where everyone needs to arrive.
-
Time: 45 min.
You can require that the group takes all of the equipment with them at the end (the last beam) or not.
9
Bamboebrug Bron: Maurice Zorge
Objectief/doel:
Regels:
Bouw over een denkbeeldig ravijn vanaf twee zijdes een brug van bamboe met door de trainer aangereikte materialen.
-
De brug moet een op zichzelf staande constructie worden, wat betekent;
-
Dat deze niet meer mag worden vastgehouden;
-
Deelnemers blijven uiteraard aan hun eigen kant van het ravijn.
-
Alle materialen die tussen de afbakening van bamboe (lees: ravijn) de grond aanraken worden direct ingenomen.
Verdeel de groep in tweeën en zet ze een 6/7 tal meter uit elkaar, achter een rij van bamboe stokken, waarmee het ravijn wordt afgebakend. Hier liggen ook de te gebruiken materialen.
Materialen: Set bamboe stokken verdeelt over 2 werkplekken Bol sjortouw of postelastieken Schaar of mes
Deze nergens aan mag worden bevestigd; Deze nergens tegen aan mag staan; Deze op en niet in de grond staat. De uiteindelijke brugconstructie min. 10 cm boven het ravijn (lees: bodem) moet blijven. Mag de grond dus niet aanraken.
Aantal deelnemers: 6 - 12
10
Duur:
Veiligheid:
40 – 50 minuten.
Bij de variant versie verplicht ik de groepen om een helm te dragen omdat in tegenstelling tot de bamboe meestal zwaardere materialen worden gebruikt als takken en boomstronken.
Variaties: De activiteit kan ook gedaan worden met enkel materialen uit het bos. Geef hierbij de instructie dat men enkel dood materiaal gebruikt en dat men geen levende planten en bomen gebruikt. Ik geef hierbij de restrictie dat in de constructie enkel materialen mogen worden verwerkt die niet langer zijn dan 2 meter. Geef 1 van de groepen al het touw of de elastieken i.p.v. het te verdelen.
11
Ball Toss (Eng.) Objective
-
Any ball dropped during an attempt is lost for that attempt
To transfer as many balls as possible from the starting bucket to the delivery bucket.
-
If time permits, the team may begin recirculating balls. Recuirculated balls can only move outside of the square
Guidelines for each attempt
Timing -
Buckets and boundary lines are fixed and may not be moved, Additional resources may not be used
-
Every member of the group must catch or toss each ball at least once before it moves into the delivery corner
-
All team members need to remain outside of the square and there needs to be at least 2 team members on each side of the square
-
20 minutes or 3 rounds of 60 seconds, whichever comes first
Variation: You can work with a scoring system:
Balls may not be passed to adjacent team members—team members standing on corners are adjacent and may not be passed to one another. Balls need to cross a boundary line each time they are passed.
12
Teams needs to forecast a goal prior to each round
Teams will receive 300 points for every ball that is part of your goal. You will be credited 100 points for every ball over your goal. You will be penalized 200 points for any ball missing from your original goal
Ball Toss Set-up Balls in starting bucket
Rectangle of tape on ground Must have 2 people on each side
13
Banden Loop (Eilanden) Bron: Maurice Zorge
Objectief:
Veiligheid:
De groep moet, zonder de grond aan te raken, een bepaalde afstand overbruggen.
Het is niet toegestaan om de voeten in de band te plaatsen. Men moet dus bovenop de band staan.
Voorbereiding:
Aantal deelnemers:
Gebruikt zoveel banden als er deelnemers zijn. Markeer een begin- en eindpunt. Plaats de banden op ongeveer 2 meter afstand van elkaar zoals in de tekening is aangegeven.
In principe is het aantal voorhanden voorwerpen (banden) de beperkende factor.
Regels:
20 – 30 minuten
-
Niemand mag de grond raken ongeacht welk lichaamsdeel.
Variatie:
-
Bij fysiek contact met de grond wordt er een band afgenomen. De deelnemer zal bij iemand anders op de band moeten stappen
Tijdsduur:
-
14
Elke 5 minuten wordt er een band afgenomen. Degene die van de band stapt en de grond raakt krijgt een handicap.
-
-
Gebruik i.p.v. banden andere voorwerpen waar men op kan staan. Geef bijv. de opdracht dat de deelnemers zelf hun voorwerp zoeken.
15
Laat de groep zichzelf positioneren met als voorwaarde dat de andere deelnemers zich op 2 meter afstand moeten plaatsen.
Blind leiden / coachen Doel
Deze opdracht wordt veelal gebruikt bij cursussen rond leidinggeven en/of coaching. Het werkt goed als intro op situationeel leidinggeven.
Opdracht voor de coaches : Je medewerker zo opleiden / begeleiden dat hij/zij , geblinddoekt zoveel mogelijk ballen kan oppikken en in een mandje gooien (of het parcours zelfstandig volgen zonder … te raken…).
Voorbereiding: Verdeel de groep in trio‘s. In elk trio is er een coach, een coachee en een observator. De opdracht wordt uitgelegd aan de coaches. Er wordt een aparte briefing gegeven aan de observatoren.
Opdracht voor de observatoren Observeer de coach. Wat is zijn aanpak, welke stijl gebruikt hij, was er en evolutie in die stijl? Wat werkt? Wat niet ?...
Er is op voorhand een parcours uitgewerkt dat de coachees geblinddoekt zullen moeten volgen. Dit kan een route door bomen zijn, bijvoorbeeld, met wat hindernissen waarover /-onder /-rond de coachee moet passeren (over een kniehoge touw stappen zonder het touw te raken…). Een andere optie is een aantal tennisballen te leggen die geblinddoekt opgepikt moeten worden door de coachee en ergens in gedropt moeten worden. De beschikbare tijd bestaat uit een voorbereidingsfase en een uitvoeringsfase.
16
Regels -
De coachee mag het parcours niet zien, ook niet tijdens de voorbereiding. H/zij wordt geblinddoekt bij het begin van de activiteit.
-
Het parcours mag niet aangepast worden;
-
Duur 1 uur voorbereiding en uitvoering samen
Mogelijke variaties
Tijdens de uitvoering mag de coach tweemaal ingrijpen. Dit kan door de coachee terug te brengen naar het begin of naar de plaats waar het vorige object is opgepikt. Hij mag max. 20 seconden praten; De coach mag tijdens de uitvoering de coachee verder geen aanwijzingen geven of aanraken;
17
-
De coach mag meer dan tweemaal ingrijpen (niet teveel zou ik zeggen).
-
Je kan spelen met de tijd.
Blinde vierkanten Doel: De deelnemers moeten geblinddoekt twee touwen zoeken in een afgebakend terrein. Met die twee touwen moeten ze twee vierkanten maken het kleinste perfect in het midden van het grootste.
Regels : -
Voorbereidingstijd en Uitvoeringstijd gescheiden (in tijd en ruimte).
-
De plaats van uitvoering wordt getoond aan 1 persoon tijdens de voorbereidingsfase.
-
De ganse lengte van de touwen moet gebruikt worden (touwen bijvoorbeeld 30meter)
-
Iedereen is geblinddoekt bij begin van uitvoeringstijd
-
Er is een kort en een langer touw
Variaties: -
Geen onderscheid tussen voorbereidingstijd / plaats en uitvoeringstijd/plaats
-
Groot of klein terrein Andere geometrische figuren Touwen worden bij het begin al gegeven
Duur: Bijvoorbeeld 45 minuten voorbereidingstijd en 45 minuten uitvoeringstijd
Een vierkant is een vierkant
18
Bliksem afleider Bron: Maurice Zorge
Objectief:
Randvoorwaarden:
De groep staan aan de rand van een zuurbad met een doorsnee van ongeveer 30 meter. In het midden van het zuurbad bevindt zich een klein eiland met een doorsnede van 5 meter. De opdracht is om binnen een door de trainer gestelde tijd op dit eiland te geraken en daar een bliksemafleider van 5 meter hoog te bouwen om te voorkomen dat het zuurbad door bliksem getroffen kan worden. Dit zou catastrofaal zijn voor de complete omgeving.
Voorbereiding: Maak met tuintouwen de 2 bovengenoemde cirkels. De materialen die de groep krijgt zijn een 5/6 tal palen van 3,5 meter en 3 palen van 2 meter. Tevens krijgt men een 5/6 tal bindtouwen van 3 meter. De groep heeft 4 kratten (bier/limonade) waarvan er 2 aan de rand van en 2 in het zuurbad liggen.
19
-
De enige objecten die bestand zijn tegen het zuur in het bad zijn de (gele) kratten. Al het andere materiaal zal bij aanraking meteen smelten (wordt weggenomen). Deelnemers moeten na aanraking terug naar het vertrekpunt.
-
De bliksemafleider moet een op zichzelf staand object zijn. Het mag dus niet meer vastgehouden worden als het af is.
-
De opdracht is pas afgelopen en geslaagd als iedereen op het eiland is en op minimaal kniehoogte (± 60 cm) boven de grond staat.
Veiligheid: -
Gedurende de gehele opdracht moet een helm worden gedragen.
-
Kratten mogen nooit rechtstreeks aan voeten worden vastgebonden. Men moet er altijd meteen van af kunnen stappen.
Tijdsduur: Door de trainer te bepalen.
Variaties: Deelnemers krijgen na aanraking met het zuur een handicap (blinddoek, mogen niet meer praten, etc.)
Aantal deelnemers: 6 - 12
20
Chocoladerivier Bron: Maurice Zorge
Objectief:
Regels:
2 groepen aan weerszijde van een denkbeeldige rivier moeten met hun blokjes naar de overkant, zonder deze rivier aan te raken.
-
De rivier mag niet worden aangeraakt. Gebeurt dit wel, dan moeten beide groepen opnieuw beginnen.
-
Blokjes meenemen.
-
De blokjes mogen alleen voorwaarts worden verplaatst. Wordt er een blokje terug verplaatst, dan neem je deze weg.
-
De blokjes mogen eenmalig gebruikt worden. D.w.z. dat ze een keer de overtocht mogen maken. Daarna zijn ze verbruikt.
-
Het is niet geoorloofd om met de blokjes te gaan gooien.
Voorbereiding: Leg twee touwen op zo‘n 4/5 meter afstand van elkaar. In ieder geval zover dat een groep de oversteek niet op eigen kracht kan maken. Dit zijn de oevers van de rivier. Deel de groep in tweeën en laat elk groepje op een oever plaatsnemen. Leg op elke oever houten blokjes neer. Dit moeten er min. 1 minder zijn dan het aantal deelnemers op die oever. Zorg ervoor dat de blokjes van de iedere groep hun eigen kenmerk hebben. Afmeting blokje (30x15x6)
21
De blokjes moeten altijd in contact blijven met een lichaamsdeel. Gebeurt dit niet, dan zinkt het blokje (deze neem je dan weg)
Variaties:
Aantal deelnemers:
Diegene die de chocolade aanraakt moet terug naar de eigen oever i.p.v. de gehele groep en moet de oversteek nogmaals doen maar geblinddoekt. Blokje event. Laten meenemen.
8 -12
Tijdsduur: 40 -50 minuten
22
Color blind (Eng.) Set Up
Rules
A group sits in a circle, blindfolded. A bag full of shapes --minus 2-3 of the shapes--(6 shapes, 6 colors) is distributed randomly so each member has a variety of shapes and colors.
-
Facilitator may tell only the color of the shape
You can work with 1-2 process observers, if you choose.
-
Participants must remain in their seats
Facilitator will always tell the truth Participants cannot pass their pieces to others or touch other‘s pieces Pieces are random in shape
Timing
Goal
40 minutes
To identify the color and shape of the 2-3 missing pieces
23
Combinatie spinnenweb - hoge muur - lage muur - acid river Doel:
Regels:
Een groep zit vast op een kleine plaats en moet ―uitbreken‖. Het uitbreken kan maar door de volgende activiteiten met succes te volbrengen: spinnenweb, hoge muur, lage muur, acid river.
-
Bepaal het minimum personen per deelactiviteit
-
Wat als het spinnenweb, hoge muur en lage muur geraakt worden? Wie begint er op nieuw. Wat als er iemand in de acid River valt?
-
Krijgen de deelnemers oefentijd of niet?
Situatieschets: Een plaats, afgebakend door bijvoorbeeld vier bomen waar de activiteiten aan opgehangen worden of van vertrekken.
Mogen mensen die succesvol gepasseerd zijn bij één deelactiviteit gaan helpen bij de uitgang van een andere deelactiviteit?
Veiligheid:
Aantal deelnemers:
Cfr veiligheid aparte activiteiten.
20-40
-
Duur:
-
Veel actie op één moment mogelijk. Waar positioneer je jezelf als spotter. Afspraken rond spotten maken.
30-60 minuten
24
Let op: veel mensen op een kleine plaats. Let op met de balken voor de hoge elektrische muur.
The Curtain Falls (Fr.) Au début le groupe est divisé en deux sous-groupes.
Le vainqueur est celui qui est le plus rapide. Le perdant rejoint le groupe du vainqueur.
Après un moment pour apprendre les prénoms de tout le monde, l‘exercice commence.
Après quelques minutes, on passe à la 2eme phase.
Une bâche est tendue entre les deux sous-groupes. Un participant de chaque sous-groupe vient se placer devant la bâche.
De nouveau deux sous-groupes séparés par la bâche, mais cette fois-ci les personnes se placent dos à la bâche. Elles ne voient donc pas la personne derrière elle.
Le formateur laisse tomber la bâche et les deux personnes face à face doivent dire le prénom de l‘autre (les autres membres du groupe se taisent).
Les membres de son groupe doivent alors mimer la personne derrière elle (donc sans rien dire) . La personne qui trouve le prénom de l‘autre a gagné.
25
Davidster Bron: Maurice Zorge
Objectief:
o
Laat iedere deelnemer het touw met beide handen vastpakken en laat de groep een davidster leggen zonder het touw los te laten. (Teken een davidster op de grond of laat het voorbeeld zien, zodat iedereen ziet/begrijpt wat als eindresultaat verwacht wordt).
o
het touw niet meer loslaten maar men kan zich wel verplaatsen doordat het touw door de handen schuift. Passeren is niet mogelijk. de positie van vastpakken niet meer veranderen. Vast is vast.
Aantal deelnemers:
Voorbereiding:
6 – 10
Leg het touw in een cirkel en knoop de 2 uiteinden aan elkaar.
Tijdsduur:
Regels:
40 – 50 minuten
-
De knoop mag niet uit het touw worden gehaald.
Variaties:
-
Touw mag nergens parallel aan elkaar lopen.
Volledige lengte van het touw moet worden gebruikt.
Laat de groep eerst overleggen alvorens men het touw vastpakt. Van het moment dat 1 van deelnemers het touw oppakt zal iedereen het touw moeten oppakken. De groep doet de opdracht in stilte.
Na vastpakken mag men: (de trainer bepaalt of de groep kiest) o het touw op elk moment loslaten en elders weer vastpakken. 26
gedurende een bepaalde tijd vb. 90 seconden- of tot het als voldoende aanvoelt) oogcontact te nemen en in gedachte de contactenmomenten met deze persoon terug op te roepen. De bedoeling is dat elk groepslid met ieder uit de groep bewust oogcontact op zoekt. Als de groepsleden klaar zijn worden de handen gelost. De groepsleden blijven in de kring staan. Op het teken van de groepsbegeleider draaien de groepsleden zich nu met hun rug naar het midden van de cirkel en er worden opnieuw handen gegeven. De groepsleden worden gevraagd om te voelen hoe de energie nog aanwezig is tussen de groepsleden aan hun rugzijde. Hoe sterk de verbondenheid via het handen geven nog voelbaar is. Dan volgt er een stilte zodat de verbondenheid sterk ervaren kan worden. De energie die er tussen de leden stroomden kan opgeslagen worden en na het ontbinden van de groep wordt de energie gericht naar de contacten met mensen buiten deze groep. De begeleider stelt voor dat op haar teken de handen gelost worden en dat dan de leden enkele stappen (in de wereld-zonder de groepsleden) voorwaarts zetten. Deze groep is ontbonden en ieder gaat zijn eigen weg.
De groep gaat uit elkaar Bron: Ilse Smets De groepsleden staan in een kring, de begeleider kan best deel uitmaken van de kring. De groepsleden staan op ongeveer 70 cm van elkaar en geven een hand aan hun linker en rechter buur. De kring wordt gesloten. De begeleider spreekt de groep toe. Zij kondigt het einde van het groepsproces aan. Zij vertelt dat deze oefening de groep helpt om bewust afscheid te nemen van het groepsproces en van elkaar. (Zoals groepsleden soms een duwtje in de rug nodig hebben in een kennismakings-of opstartmoment te stappen zo vinden veel deelnemers het ook moeilijk om ‗waardig‘ afscheid te nemen.) Op het einde van dit afscheidsritueel is deze groep ook ‗echt‘ ontbonden. De begeleider vertelt dat er gedurende het groepsproces veel energie stroomden tussen de verschillende groepsleden. Zij doet het voorstel om deze energie nog éénmaal terug op te roepen via de oefening. De groepsleden worden uitgenodigd om met elk groepslid wederzijds (bewust naar elkaar te kijken, 27
Duplo, variante (Fr.) ―La Copie Conforme" est exercice d‘équipe ludique et très prenant qui consiste à faire reproduire aux participants une construction de blocs de couleurs (Lego) suivant des règles très précises.
Ensuite, avec l'information orale transmise par les Observateurs, les Architectes iront rencontrer les Constructeurs qui auront pour mission de construire une copie parfaite du modèle authentique à l‘aide des pièces de Lego fournies par les Entraîneurs.
Les participants vont être répartis en 3 groupes de travail de 5 à 6 participants
-
À la fin du temps imparti, les Constructeurs apporteront le modèle original pour le comparer à sa copie.
Les Observateurs, Les Architectes, Les Constructeurs.
Temps
Les observateurs sont les seuls autorisés à voir le modèle authentique qui se trouve dans une pièce spéciale. Ils auront la mission de rapporter aux Architectes des descriptions au sujet du modèle (transmission orale).
1h15 environ
28
Evenwicht in/op een touw over het touw stapt de grond niet raken. Zelf te kiezen of ze binnenkant of buitenkant van de cirkel bewegen. Variant op oef 1: 2 deelnemers stappen tegelijk over het touw. Let op : dit is fysiek behoorlijk zwaar voor de mensen die het touw in cirkelvorm dragen. Oefening 2: Alle deelnemers staan in een kring binnen het touw dat ze samen opspannen in cirkelvorm en ophouden op lende-hoogte. Deelnemers staan met het aangezicht naar binnen en rug buitenkant cirkel. In het midden op de grond ligt een kleinere cirkel (met touw), waarvan diameter afhankelijk is van het aantal deelnemers. Iedere deelnemer probeert met beide voeten in die middencirkel te staan, achteruit te leunen in het touw op lende-hoogte en op die manier met de hele groep het evenwicht en de balans in de touwcirkel te bewaren. Verder op oef 2: Wanneer het evenwicht gevonden is, worden deelnemers geblinddoekt. Sluiten de ogen (= handiger als je kan rekenen op fair play). Begeleider tikt 2 mensen op de schouder. Alle deelnemers die niet aangetikt zijn, proberen zonder te kijken en zonder te spreken de cirkel te verlaten, waarbij op elk moment het touw gespannen blijft. Kwestie van goed aanvoelen dus en onafgesproken samenwerken. Tot uiteindelijk de 2
Situatieschets - doel Nodig : -
een statisch tuintouw, uiteinden stevig vastgeknoopt aan elkaar zodat het in een cirkel te gebruiken is. Cirkel-Lengte afhankelijk van het aantal deelnemers. Het is belangrijk dat je het touw driedubbel kan gebruiken en dat er telkens tussen 2 deelnemers een ruimte is van ongeveer 50-70 cm.
-
een vlakke ondergrond, in een open ruimte
Doel : Oefening 1: Alle deelnemers staan in een kring binnen het touw dat ze samen opspannen in cirkelvorm en ophouden op lende-hoogte. Deelnemers zijn gelijkmatig verdeeld over de cirkel. Bedoeling is dat alle/of een afgesproken aantal deelnemers over het touw stappen, eventueel binnen een bepaalde tijd. Daarbij vertrekken ze van de plaats die ze hebben in de cirkel en eindigen ook weer op die plaats. Tijdens het stappen over het touw, gebruik makend van de steun van de anderen, (geen andere hulpmiddelen), mag de deelnemer die
29
aangetikte deelnemers nog in het touw staan en dit samen (in de lengte dan weliswaar) opgespannen houden.
Veiligheid Oefening 1 is fysiek niet te onderschatten. Belastend voor de ‗dragers‘ van het touw in de cirkel, en vergt toch wel lenigheid en evenwicht van de deelnemers die over het touw stappen. ZEKER SPOTTEN.
Aantal deelnemers onbepaald maximum minstens 6 voor oefening 1. Bij minder wordt de belasting voor de mensen in de cirkel vrij groot.
30
Gatenzeil – Labyrinth Materiaal:
Opdracht:
1 ‗klein‘ zeiltje 3m bij 4m met daarin een zestal ronde gaten van verschillende grootte 1 Tennis- / golfbal
Beschrijf een parcours dat de bal af dient te leggen, rond de gaten en door welk gat het balletje uiteindelijk naar beneden mag vallen. Leg de bal ergens op het zeil en laat de deelnemers bewegen met zeil, om de bal erover (en rond de gaten) te laten bewegen. Geef aan hoe vaak ze opnieuw mogen beginnen. Bijvoorbeeld: drie pogingen binnen 30 minuten (vgl. calculator).
Setting: Deelnemers pakken met hun handen het zeil vast, zodanig dat er aan iedere kant van het zeil 1 of 2 (of 3) mensen staan. Ieder pakt zeil vast met twee handen.
31
Geblinddoekt een tent rechtzetten Doel:
Duur
Met of zonder voorbereidingstijd monteren de deelnemers, allemaal geblinddoekt, een tent.
Regels
Afhankelijk van de grootte en complexiteit van de tent. Tentjes Outward Bound: uitvoeringsfase 10-15 minuten? (een paar minuten langer dan je ze al ziende zou opzetten?)
Gedurende de uitvoeringsfase is iedereen geblinddoekt
Variaties:
Aantal deelnemers:
Fase 1: Wat is jullie recordtijd om de tent recht te zetten, als je mag kijken? Fase 2: Wat is jullie recordtijd om de tent nu nog eens recht te zetten, geblinddoekt?
Afhankelijk van de grootte van de tent. 4-10
Veiligheid: Opletten met geblinddoekte mensen en lange tentstokken
32
Groepsadem Bron: Ilse Smets De deelnemers zitten of staan in een kring. Op het afgesproken beginmoment houdt gans de groep zijn adem in. Een eerste persoon spreek de voornaam uit van één van de groepsleden. Daarna hapt hij naar adem om vervolgens zijn adem in te houden tot zijn voornaam gekozen wordt door een ander groepslid.
De bedoeling is dat er een ademhalingsritme gevonden wordt voor de ganse groep waarin iedereen voldoende zuurstof krijgt. Meerder pogingen mogen genomen worden. Meerdere pogingen zijn meestal nodig om de ademhaling op elkaar af te stemmen. Bij een niet gelukte poging (voortijdig lucht happen) wordt een nieuwe poging aangeboden. Mogelijk bied je een overlegmoment tot betere afstemming.
De genoemde persoon spreekt op zijn beurt een voornaam uit van één van de andere groepsleden, hapt naar adem en houdt opnieuw zijn adem in, totdat zijn voornaam door een ander groepslid genoemd wordt. Groepsleden die dringend behoefte hebben aan lucht kunnen dit via lichaamstaal duidelijk maken. Later kan dit misschien achterwegen gelaten worden.
33
Hijs de vlag Doel
-
De opdracht bestaat eruit om de vlag naar het hoogste punt van de paal te hijsen. Jullie speelveld bestaat uit 2 cirkels: een binnenste en een buitenste. De vlaggenmast moet in de binnenste cirkel geplaatst worden. De vlag wordt zelf gemaakt. ( logo van het bedrijf of organisatie)
Regels -
Jullie kunnen volgende materialen gebruiken:
-
Een paal sjortouw 2 lange touwen 2 schroefhaken Slings Tape Rekkers …..
Duur De vlag dient te worden gehesen van het laagste deel naar het hoogste deel van de paal
1 uur is een uitdagende tijd.
Gedurende deze activiteit mag noch het materiaal noch een persoon de cirkels betreden
34
Horizontaal spinnenweb Situatieschets-doel
Doel :
Nodig : bomen die ongeveer 3 op 3 of maximaal 4 op 4
bedoeling is van de A-zijde naar de B-zijde over te steken waarbij het spinnenweb maximaal 3 keer mag geraakt worden.
vierkante meter afstand staan van mekaar (met minder personen vb. 6 iets dichter – met meer personen vb. 10 iets verder) een lang touw dat omheen deze 4 bomen kan : opgehangen op kniehoogte en dus ongeveer in vierkantsvorm dunne touwtjes : makkelijkst zijn elastieken, en helemaal makkelijk als deze elastieken aan de uiteinden haakjes hebben waarmee je ze aan mekaar en/of aan het lange touw kan haken ter bevestiging, zodat ze niet opschuiven. Elastiek geeft ook soepeler mee en is veiliger dan statisch touw indien mensen er achter blijven haken Er zijn meer bruikbare gaten dan spelers.
Aantal deelnemers onbepaald maximum minstens 6
Veiligheid Alert zijn en op de ‗juiste‘ plaats staan. Hoewel door de gaten van het web dit niet altijd evident is. Mensen blijven soms haken aan de touwtjes. Elastieken maken het daardoor veiliger. Opletten met deelnemers die proberen vanop de lijn A of B in een verder gelegen gat te springen.
35
Regels -
de groep kan/mag zich ook splitsen : dit wil zeggen dat een aantal mensen aan de A-zijde beginnen en de anderen aan de B-zijde en dat ze het vierkant oversteken naar de respectievelijk tegenoverliggende zijde.
-
de twee zijkanten mogen niet gebruikt worden om in het spinnenweb te stappen
-
elke persoon heeft maar 1 enkel gat om te gebruiken : dit wil zeggen : 1 enkel gat waarin hij mag stappen/staan
-
dit gat mag niet meer door iemand anders gebruikt worden
-
op een bepaald moment in de actie moet iedereen tegelijk in het spinnenweb staan, in zijn/haar ‗eigen‘ gat, voor er verder mag doorgegaan worden naar de overzijde
-
een goede tijd is tussen 30 min – 45 min afhankelijk van het aantal deelnemers.
-
er zijn meerdere pogingen mogelijk.
36
Klimmuur op huisje Doel:
Veiligheid
Met een beperkt aantal hulpmiddelen (klimgrepen en klimstokjes) moet de groep met zijn allen proberen boven de geraken langs de hoge kant van het huisje.
Regels: Geen extra hulpmiddelen buiten het gekozen aantal hulpmiddelen. Stokje laten vallen is stokje kwijt?
Aantal deelnemers:
-
Helm verplicht
-
Spotten kan maar tot voethoogte 1,80m
-
Let op dat er geen scherpe stukken (beschadigingen) op de wrijvingspunten zijn.
-
Klimmers mogen hun eigen en elkaars klimtouwen niet vastpakken.
-
Pas op voor eventueel vallende stokjes. Neem ze mee in een gesloten ―verpakking‖.
10-14
Variaties: Variëren in het aantal hulpmiddelen Met of zonder voorbereidingstijd Met of zonder handicaps (geblinddoekt, in stilte, …)
37
Niet op het hoofd staan Let op bij het tillen en op elkaar staan. Opwarming? STOP-commando: stop de actie en herstel een comfortabelere positie. Indien voeten hoger dan 1,80m moeten de klimmers beveiligd worden door middel van klimtouwen die over , achter en terug onder het huisje glijden (wrijving). Voor beveiligen met touwen zie veiligheidsplan Outward Bound
Knoop Doel
Duur
Een aantal knopen maken in het touw terwijl iedereen van de groep het touw vasthoudt met beide handen. De knopen die gevraagd kunnen worden zijn al gelegd in het kleine touw. Mogelijke knopen : platte knoop, achtknoop, negenknoop,….
Afhankelijk van de manier waarop maar een halfuur is een uitdagende tijd.
Variaties
Regels -
Bij de uitvoering houdt iedereen het touw vast met beide handen
-
Er mag niet geschoven worden met de handen eens de startpositie vastligt
-
De trainer beslist tussen welke personen welke knoop gelegd wordt
-
Wanneer de eerste persoon het touw vastneemt moet iedereen het touw vastnemen
38
-
De groep krijgt voorbereidingstijd om drie knopen uit het voorbeeld te oefenen.
-
Na de voorbereiding hebben ze 2 minuten om 3 knopen te maken
-
Voorbereidingstijd tussen 20 en 30 minuten
-
Iedereen houdt van in het begin het touw al vast
Tijdens de uitvoering mag er niet gepraat worden of enkel door de leider
Lage elektrische muur Doel
Regels
Tussen twee bomen wordt een touw gespannen op een hoogte van +/- 90 cm. (Ik neem meestal de heuphoogte van de langste deelnemer) De groep plaatst zich aan één kant van het touw en de deelnemers nemen mekaar met de hand vast, zodat ze een ketting vormen. Twee deelnemers hebben een hand vrij. De groep dient als ketting over de muur te geraken, zonder de muur te raken en de handen te lossen.
-
Mensen , noch kledij, noch materiaal mogen de muur aanraken. Muur aanraken is opnieuw beginnen;
-
Muur loopt oneindig door in de grond, naar links en naar rechts. Zijkanten mogen dus ook niet worden aangeraakt;
-
Geen enkele andere hulpmiddelen gebruiken;
-
Hou het veilig !!! De OB begeleider bepaalt wat veilig is en geeft tips indien nodig.
Duur : Een halfuur is een mooie uitdaging
Veiligheid Belangrijk om dicht bij de groep te blijven en actief mee te spotten. Bij gebruik van een knie moet er iemand anders met zijn knie mee ondersteunen.
39
Eventueel bepaalde uitvoeringstijd; De groep houdt zelf het aanraken in de gaten, ook de tijd wordt door de groep in de gaten gehouden;
De deelnemers mogen max. 5 min ( kan ook minder) binnen de cirkel komen. Ze krijgen wel een extra touw en kunnen dan oefenen tussen twee andere bomen.
Mogelijke variaties 1.
2.
Spelen met tijd De deelnemers krijgen een halfuur maar moeten een succesvolle poging uitvoeren in een bepaalde tijd bijv. max 4 min.
3.
Met omheining De lage muur bevindt zich in een afgebakende zone. (afgebakend met een touw).
40
De brievenbus Je spant twee touwen boven elkaar, 70 tot 80cm van elkaar. Maakt het moeilijker om te springen.
Lage V-kabels (Wild Woosey) Bron: Exponent syllabus 2005
Veiligheid:
Situatie
De taak van de begeleider Laag bij de grond zijn twee kabels gespannen. Ze vertrekken in één punt en gaan dan steeds verder uit elkaar. Twee deelnemers, elk op één kabel, trachten zo ver mogelijk te vorderen op de uiteenlopende kabels terwijl ze fysiek contact met elkaar houden.
-
Ga na of het 'werkgebied' vrij is van elke mogelijke hindernis (takken, vuilnis, kledij, boomstronken, enz.).
-
Ga na of de palen vast staan, de kabelverbindingen in orde zijn en of er geen losse en/of uitgerafelde kabeluiteinden aanwezig zijn.
-
Leg de opdracht uit en leg de nodige spottingstechnieken uit. (De traditionele Project Adventure-manier met gebogen spotters onder de uitvoerders of de 'mand'-techniek).
-
Geef de uitvoerders een aantal tips omtrent de juiste lichaamshouding (zitvlak niet achteruit steken, rug recht, benen gestrekt houden, enz.).
-
Leg de uitvoerders uit wat te doen in geval van een val. Vooraf dienen ze af te spreken wie in welke richting neervalt zodat ze niet tegen elkaar opbotsten.
Grootte van de groep Twee deelnemers en minimum twee spotters per uitvoerder bij de start. Naarmate de uitvoerders vorderen dienen er meer spotters te worden toegevoegd aan de binnenzijde van de kabels.
Variaties -
Heen en terug naar een afgesproken punt.
-
In combinatie met een MW
Maak het tot een groepsopdracht door de afgelegde afstanden op te tellen.
41
Aandachtspunten voor de spotters -
-
Ze moeten begrijpen dat de deelnemers, bij het bestijgen van de kabels, in elke richting kunnen vallen. De spotters die zich onder de uitvoerders bevinden moeten steeds hun handen steunen op hun knieën zodat ze, als een uitvoerder komt te vallen, deze plotse rugbelasting kunnen opvangen. Indien men de 'mand'beveiligingswijze hanteert geldt dit niet.
-
De spotters mogen zich niet sneller voortbewegen dan de uitvoerders.
-
Voeg meer spotters toe naarmate ze nodig zijn.
-
De verantwoordelijkheden van de uitvoerders
De spotters aan de buitenkant van de kabel moeten begrijpen dat ze uiterst belangrijk zijn tijdens de eerste 3-4m van de uitvoering. De uitvoerders mogen de vingers tijdens de uitvoering niet in elkaar verstrengelen.
42
-
Ze moeten de spotters verwittigen als ze de activiteit aanvangen.
-
Ze moeten duidelijk communiceren met hun partner.
-
Ze dienen er op te letten de polsen van hun partner niet te overbelasten. En, indien de druk pijn veroorzaakt moeten ze bereid zijn de oefening te beëindigen.
-
Ze moeten, voor de aanvang van de oefening, afspreken wie naar welke kant gaat afstappen/vallen.
Lower the Stick / Le tuyau (Eng. / Fr.) Objective
Variations
The goal is for all team members to carefully lower the stick to the ground using their index fingers only.
Set-up Participants divide into two groups and stand facing each other with their index fingers extended. A lightweight stick is placed on top of their fingers. The facilitator holds the stick in place while explaining the task.
If contact with the stick is lost, the team must start over.
-
You may not grasp, hook or hold the stick.
Use a hoop instead of a stick, so the group stands in a circle.
-
Déposez un tuyau sur les doigts des participants. Mais ici ils ne doivent pas le
déposer au sol mais bien faire un parcours avec ce tuyau déposé sur leurs mains. Et dans le tuyau nous avons placé des billes... Ce qui fait qu'il faut obligatoirement déplacer ce tuyau bien horizontalement. Si des billes tombent il faut recommencer.
Rules: -
-
43
Maze Doel
De overtreder van een regel wordt uitgeschakeld. Deze opdracht kan slechts éénmaal uitgevoerd worden. Het zwijgen geldt zolang de opdracht duurt. CODES: gegeven door de trainer bij iedere zet
Ontwikkel een systeem waarbij je via decodering 10 mensen aan de overzijde van het raster tracht te krijgen via de route die vooraf is uitgestippeld, maar niet gekend is. Deze route vertrekt vanuit zijde A en komt in zijde B toe, maar kan alle vormen aannemen. D.w.z. dat er lussen kunnen zijn en de route ook terug kan lopen.
Regels Tijdens de uitvoering van de oefening mag men NIET:
-
spreken of schrijven
-
met meer dan één persoon tegelijk in de maze aanwezig zijn.
codes leggen, noch op het veld, noch erbuiten.
44
JUIST:
gewoon verder gaan
NIET JUIST:
verkeerde stap, dus volledig terug de weg naar buiten
FOUT:
reeds bekend als ‗niet juist‘: de speler wordt uit deze opdracht gehaald. Een verkeerde stap bij het terug naar buiten gaan wordt eveneens als fout gemeld. De persoon die een fout melding krijgt of een regel overtreedt ,kan wat deze opdracht betreft niet meer deelnemen en dient zich volledig afzijdig te houden.
Memory (Fr.) Dispositif -
12 paires d‘images identiques sont retournées et disposées dans le cercle, soit 24 images au total
-
4 images sont manquantes, elles sont représentées par des feuilles blanches qui sont tout de même présentes dans le cercle.
-
Le but est de retrouver les images manquantes, et d‘identifier avec le plus de précisions possible quels sont les dessins qui n‘ont pas leurs paires
retourner. La même personne peut aller dans le cercle autant de fois qu‘elle le souhaite.
-
Elle ne peut communiquer avec le reste du groupe qu‘une fois revenue derrière la ligne
-
Le dispositif installé dans le cercle ne peut pas être modifié, les images sont simplement retournées pour être vues puis elles doivent être repositionnées comme au départ.
-
Aucun autre élément ne peut être apporté dans ce cercle.
Consignes -
Le groupe se situe derrière la ligne
-
Une seule personne à la fois peut traverser la ligne et entrer dans le cercle. Elle ne peut regarder qu‘une seule image à la fois et doit revenir derrière la ligne pour pouvoir y
A la fin du temps de préparation tout le monde est muet sauf une personne que le groupe choisit
45
Le groupe situé derrière la ligne ne peut pas utiliser d‘élément pour écrire (stylo, papier, fonctions du téléphone…). Il peut utiliser les éléments naturels situé autour de lui (arbres, fleurs, cailloux…) ainsi que ce que les personnes possèdent sur elles (vêtements, chaussures, clés…).
-
Temps 20 minutes de préparation 25 minutes d‘action
A la fin du temps d‘action, le groupe doit décrire les 4 images manquantes
46
Mens erger je niet aan een balk Bron : Tom Kennes
Doel
Regels
Situatie:
-
slechts 3 balken mogen op hetzelfde moment in aanraking komen met de grond
-
Wanneer een balk omgedraaid wordt en deze heeft niet het nummer 1, moet deze teruggedraaid worden. Deze balk mag enkel voor een tweede keer omgedraaid worden als deze in de nummering opvolgt. Vb. wanneer je eerst balk 4 omdraait voor 1 moet deze terug gedraaid worden en mag balk 4 enkel terug omgedraaid worden als 1,2 en 3 reeds omgedraaid zijn. M.a.w. balk 1 is de eerste die omgedraaid mag blijven.
-
Er mag niet onder een balk gekeken worden om te weten over welk nummer het gaat.
Op de grond liggen zes balken gestapeld op de manier zoals op de tekening aangegeven. De groep mag plaats nemen op de balken, zonder de grond te raken. De onderkant van de balken zijn genummerd van 1 tot 6. De groep weet niet welke balk welk nummer heeft. (Afmetingen balk L= 1m50, B= 22 cm, D= 6 à 8 cm)
Opdracht: De balken dienen omgedraaid te worden met de nummers naar boven, waarbij de nummers 1 en 2 op de grond komen te liggen, 3 en 4 erboven op en 5 en 6 daarboven. Idem dito als de beginsituatie.
47
Variaties -
eveneens de grond niet geraakt worden. Vb. ― Van teamwerk is er sprake wanneer…‖(‗teamwerk‘ kan ook ‗samenwerken‘ zijn)
werken met blinddoeken I.p.v. een nummer staat er een woord op de onderkant. Doel is de juiste zin te maken en de balken dus mooi op lijn te krijgen. Hierbij mag
48
Mohawk Walk en de spanningsoversteek Bron: Exponent syllabus 2005
Situatie:
Variaties
Deze oefening bestaat uit een aantal stukken kabel (meestal een vijftal) die op een hoogte van 50-60cm, horizontaal en achter elkaar gespannen zijn tussen een reeks palen of bomen. De afstanden tussen de palen of bomen verschillen van 2-3m tot 8-9m. Het laatste stuk van de oefening kan bestaan uit een 'Spanningsoversteek', dit is een stuk met een grote, te overbruggen afstand, waar deelnemers over een touw beschikken waarvan de ene zijde bovenaan de paal is vastgeknoopt.
-
spelregels dienen aangepast te worden aan de groep en de moeilijkheidsgraad van het specifieke parcours
-
gebruik van ‗punten‘, men moet dan niet helemaal terug als men valt maar wel naar het laatste veilig punt.
-
gebruik van hulpmiddelen
Regels: De gehele groep moet de volledige afstand over de kabels afleggen zonder van de kabels te vallen of te stappen. Indien iemand toch van de kabel valt of stapt moet deze persoon (of personen) terug vanaf de start beginnen of achteraan de groep aansluiten.
49
‗bull ring‘ transporteren over MW.
Veiligheid
Aandachtspunten voor de spotters
De taak van de begeleider
-
Als spotter is het van belang duidelijk inzicht te hebben in de manier waarop de uitvoerders over de kabels zullen bewegen en steeds klaar te staan voor het opvangen van een deelnemer.
-
Als iemand bij de Spanningsoversteek valt gebeurt dit meestal erg plots en wordt de uitvoerder bijna altijd naar het beginpunt teruggetrokken. De spotters moeten zich hier dus schuin achter de uitvoerder positioneren, een stap terug in de richting van het beginpunt.
-
Ga na of het 'werkgebied' vrij is van mogelijke hindernissen (takken, stronken, vuilnis,...).
-
Ga na of de palen vast staan, de bevestigingspunten in orde zijn en of er losse en/of uitgerafelde kabeluiteinden zijn.
-
Leg de opdracht uit en overloop de spottingstechnieken, specifiek voor de oefening.
-
Schat de bewegingen van de uitvoerders in. Zeg indien je het nodig vindt dat er bijvoorbeeld maar één uitvoerder tegelijk mag bewegen zodat je die goed kan spotten.
-
Twee spotters per uitvoerder zijn een minimum bij de Spanningsoversteek. Indien nodig kan de begeleider beslissen om 4 spotters in te schakelen. Twee aan elke kant van de kabel.
-
Gebruik groepsleden op die plaatsen waar spotting nodig is. Bijvoorbeeld bij de Spanningsoversteek en bij de langere stukken kabel waar deelnemers geen contact met de paal meer hebben.
-
Indien een deelnemer valt moeten de spotters naar de uitvoerder toe gaan en niet ervan weg.
-
Spotters moeten ervoor zorgen dat het 'spanningstouw' niet komt vast te zitten rond de voetkabel.
-
Men moet er rekening mee houden dat bij de langere stukken kabel meerdere personen tegelijk van de kabel kunnen vallen en/of stappen. Bovendien is het mogelijk dat niet
-
Zorg er voor dat het touw voor de spanningsoversteek lang genoeg is.
-
Zorg er voor dat er geen knopen in het touw zijn en dat het touw proper is.
-
Overweeg het gebruik van helmen 50
-
iedereen naar dezelfde kant van de kabel valt en/of stapt.
-
Vragen voor hulp en spotting bij het op- en afstappen van de kabels.
Verantwoordelijkheden van de uitvoerders
-
In een poging om het evenwicht te herstellen mag men nooit opspringen van de kabel.
-
Overeenkomen dat niemand iets op eigen houtje probeert zonder dit te communiceren naar de rest van de groep.
Met elkaar afspreken dat, als het duidelijk wordt dat iemand gaat vallen, deze persoon gewoon van de kabel stapt en erop let de andere deelnemers niet mee te trekken.
51
Muizenvallen Bron:101 of the best corporate team-building activities we know, Simon Priest and Karl Rohnke, Kendall and Hunt, 2000
Situatie: Op een afgebakend terrein liggen een groot aantal ‗geladen‘ muizenvallen verspreid.
-
Doel:
Veiligheid:
Een ‗coach‘ leidt een geblinddoekte deelnemer doorheen het terrein.
-
Muizenvallen en tenen … (zouden tenen kunnen breken onder een muizenval?)
Variaties:
-
Het objectief risico op zere tenen maakt de oefening wellicht krachtig, maar welke afweging kan je maken?
-
Let op voor de vingers bij het opspannen van de vallen.
-
Met of zonder voorbereiding
-
Grootte of verloop van het terrein
Groep mee betrekken in het opspannen en leggen van de muizenvallen
52
Veel of weinig muizenvallen Coach kan meewandelen of blijft aan zijlijn Met of zonder schoenen aan
―Naar wie ik liefheb wil ik heten…‖ Het verhaal achter je naam Bron: Ilse Smets De deelnemers zitten in een kring. Alle deelnemers stellen zichzelf voor. Ze worden hierbij uitgenodigd om een verhaal te vertellen over hun (voor)naam. Een grote meerwaarde is dat de begeleider door deze werkwijze ook gemakkelijker de namen van de groepsleden kan onthouden
haar grootmoeder. In de lagere school noemden haar vrienden haar Elsy. Sinds de overgang naar de Hogeschool, laat ze zich Els noemen). Soms krijgen mensen een roepnaam, een totem, gebruiken ze een andere naam (vb. in hun e-mailadres) die het authentieke van de drager beter uitdrukt. In bepaalde kringen past een naam als een handschoen, in een andere omgeving wringt hij (Kissy past goed tussen Davy en Roxy maar sluit minder goed aan bij de namen van haar vriend Henri-François en zijn familie waar ze Franse namen hebben). Een naam (of iemands tweede, derde of vierde voornaam)kan diverse oorsprongen hebben: het kan bijvoorbeeld een eerbetoon zijn aan je oudste zus die stierf bij de geboorte. Ook grootouders, ouders, peters en meters leven voort in hun kleinkinderen. Er zijn meisjes die een jongensnaam krijgen, kinderen die een geslachtsloze naam krijgen en de boodschap daarachter kan een heel andere wending krijgen (bijvoorbeeld moeder wenste zonen en zette dochters op de wereld; de dochters kregen de namen Isaak,
De begeleider kan deze oefening als volgt introduceren: ―Je voornaam (voornamen) of familienaam is de eerste erkenning van nieuw leven, een existentieel feit, een uitdrukking van uniek zijn. Sommige mensen krijgen bijvoorbeeld een speciale naam, een zeldzame naam of een gewichtige naam. Je naam is na het krijgen van ‗je leven‘ het tweede geschenk van je ouders. Je naam is de eerste bevestiging van je bestaansrecht. Dat merk je bijvoorbeeld aan het feit dat mensen zeer veel belang hechten aan het exact weergeven van hun naam. Voornamen kunnen vertroeteld worden (vb. Maria wordt aangesproken Mieke) of versterkt (Albert wordt Beer). Sommige namen ondergaan in de loop van iemands leven veranderingen (vb. Elisabeth is genoemd naar
53
Ferian en Nemo en werden in nieuwe omgevingen steeds als jongens verwacht). Soms worden voornamen gekozen omwille van een specifieke betekenis, ze kunnen hun oorsprong hebben in een Keltische, Germaanse of Romaanse mythologie. Of misschien gaven je ouders de voorkeur aan ‗oerdegelijke Vlaamse namen‘ voor kun kinderen of kozen ze voor allemaal namen met een P vooraan (Peter, Paula en Pascal) of een E achteraan (Josse, Siebe en Witse). Soms zijn namen ook modeverschijnselen en worden namen op een tijdelijke ster geënt. Namen kunnen ook bij een bepaalde subcultuur horen (bijvoorbeeld de tweeling Barry en Kenny, broertjes van Sanny en Benny). Een naam(voornaam, voornamen en/of achternaam) symboliseert de ultieme spanning tussen autonomie en verbondenheid. Een kind verbindt twee families. Geen wonder dat er heel wat onvermoede verhalen leven in een naam. Onafgebroken tradities moeten verzoend
worden met het verzet tegen tradities die leven in de ander familie. Heb je een tweede, derde, vierde naam?‖ Je achternaam situeert zich in een bepaalde streek, hij verraadt dat je emigreerde, maakt duidelijk dat je tot een bepaalde klasse behoort. Achternamen zeggen iets over normen en waarden in onze gemeenschap: het patriarchaat bijvoorbeeld, de mannelijke lijn van overerving van namen. Kinderen van beruchte, befaamde of beroemde achternamen zullen misschien nooit loskomen van het gewicht van hun achternaam, hoe hard ze ook hun best doen. Welke betekenis en boodschap brengen namen aan de mensen die hun naam dienen te dragen? Vertel ons het verhaal achter jouw naam. Hoe tevreden ben je er mee? Welke linken en raakvlakken heeft het met jouw geschiedenis? ―
54
Octopus Bron: Maurice Zorge
Benodigd materiaal:
Objectief/doel:
Een x-tal touwen (klimtouw, scheepstouw, max 22 mm) met een lengte van ong. 2 meter.
De touwen liggen klaar en laat de groep er omheen staan. De activiteit bestaat vervolgens uit 2 delen.
Voorbereiding oefening:
1ste deel:
Leg de touwen over elkaar heen, waarbij deze in het midden elkaar kruisen. Het aantal benodigde uiteinden is gelijk aan het aantal deelnemers, bij een oneven aantal deelnemers is er 1 uiteinde extra nodig. Bijv.:
Vraagt de groep om de touwen meerdere malen over/om elkaar heen te slaan en te knopen zodoende er een kluwen met knopen ontstaat. De uiteinden moeten na het knopen ongeveer gelijke lengtes hebben en de knoop moet dusdanig stevig zijn dat als je aan 1 uiteinde trek dit touw vast blijft zitten.
Bij 8 personen gebruik je 4 touwen Bij 11 personen gebruik je 6 touwen
55
2de deel:
Als de groep met het eerste deel klaar is, laat de deelnemers dan allemaal een uiteinde vastpakken met 1 hand, de andere hand moet achterop de rug of in een zak. Bij een oneven aantal deelnemers laat je 1 pers. 2 uiteinden vastpakken.
-
Vraag nu de groep om de touwen te ontwarren en alle knopen er weer uit te halen.
10 – 16
Aantal deelnemers:
Tijdsduur: 10 – 20 min.
Regels: -
De hand aan het touw mag het touweinde nimmer losgelaten .
-
De hand aan het touw mag niet over het touw verplaatst worden.
-
Als een touw los is van de andere touwen, laat 1 van de deelnemers aan dat touw de vrije hand pakken van 1 van de deelnemers die nog met de knoop verbonden is.
Variaties: -
De hand achter op de rug mag niet gebruikt worden.
56
Laat de groep de opdracht doen in stilte. Laat de groep de opdracht blind doen. Een combinatie van blinden en stillen.
Op een kluitje Bron: Johan Hovelynck (hoeveel man waren er in dat autotje?)
Doel: Stap 2: Je zegt tegen de groep dat de opdracht bestaat uit 2 delen. Het tweede deel van de opdracht krijgen ze pas nadat deel 1 is uitgevoerd.
Eens de ganse groep op die plaats zit geef je de volgende instructie : Blijf zo lang mogelijk op deze plek.
Stap 1:
Regels
Zoek een zo klein mogelijk plaats waarin de ganse groep past .
De plek waarin de groep zich bevindt moet duidelijk afgebakend zijn in breedte en hoogte.
Duur Geen specifieke duur.
57
Rekenmachine Doel Het doel van deze oefening bestaat eruit om alle genummerde kaarten die zich in het grote vierkant bevinden (rekenmachine) in volgorde aan te tikken (met de hand) in een zo kort mogelijke tijdspanne. Deze kaarten zijn genummerd van 1 tot 30 maar liggen verspreid in het vierkant. Om deze minimale tijd te bereiken krijgen jullie vier pogingen ( binnen die 30 minuten).
Duur De totale tijd voor deze oefening bedraagt 30 minuten.
Regels: -
Veiligheid
Slechts één speler mag zich op elk moment in de rekenmachine bevinden. Een volgende speler kan bijgevolg de machine slechts betreden op het ogenblik dat de andere speler het vierkant heeft verlaten.
-
De kaarten mogen niet van plaats verwisseld worden.
-
De tijd gaat in op het ogenblik dat de eerste speler achter de startlijn vertrekt. De tijd wordt stopgezet op het ogenblik dat de laatste speler zich terug achter de startlijn bevindt.
Goed opwarmen is belangrijk !!!
Mogelijke variaties Ik geef dikwijls de benchmark (het record) na twee pogingen. Je kan ook werken met twee teams die of samenwerken ofwel in competitie gaan met elkaar. Indien je werkt met competitie is het belangrijk om een max. tijd te geven per poging. Anders kunnen ze te lang in cirkel blijven. 58
Rentrer et sortir d‘un groupe (Fr.) Objectif
Sécurité
Le groupe doit former un cercle le plus serré possible, hermétique même.
Attention cela peut devenir physique et parfois limite violent.
Ensuite une personne qui n‘est pas dans le cercle doit essayer de rentrer dans le groupe. Le groupe doit l‘empêcher par tous les moyens de rentrer dans le groupe.
Variations Après on peut faire la même chose mais la personne est au centre du cercle et doit essayer de sortir du groupe.
59
Reuze vinger Doel:
Veiligheid
Een autoband of andere ring over een paal schuiven (350-400cm hoog) zonder dat de band de paal raakt.
Regels: Als de band de paal raakt, opnieuw beginnen. Je mag niet met de band werpen
Aantal deelnemers:
-
Let erop dat de paal glad is (geen splinters)
-
Positie van de spotters, mogelijke valrichting?
8-15
Duur: 15-45min
Variaties: Een vaste of mobiele paal Een autoband of hoepel Handicaps
60
Hou de band goed in het oog. Helmen? Zeker bij een mobiele paal Niet op het hoofd staan Let op bij het tillen en op elkaar staan. Opwarming? STOP-commando: stop de actie en herstel een comfortabelere positie. Spotten kan maar tot voethoogte 1,80m Indien voeten hoger dan 1,80m moeten de klimmers beveiligd worden.
Schuifraam Doel
Regels
Deze opdracht wordt nogal eens gebruikt in Multi-tasks. Binnen een raamwerk van 16 vakken ligt er in ieder vak (op één na) een letter. Met deze letters dient een zin gemaakt te worden welke volgens de regels van het schuifraam gevormd dient te worden. Hier is de zin : A manager = a coach
-
Max. 4 personen kunnen zich in het schuifraam bevinden. Deze personen kunnen letters verplaatsen
-
Deze personen kunnen zich enkel bewegen in een horizontale rij.
-
men mag de letters niet schuin verplaatsen
-
vanaf het begin van de opdracht tot op het einde mag het raamwerk niet verlaten worden en dient de indeling gerespecteerd te worden.
-
Tussen woorden wordt geen spatie gebruikt.
61
niet kruisen Vanaf de eerste stap wordt gezet, dus wanneer eerste letter wordt verplaatst mag er niet meer gesproken worden
de tijd begint te lopen vanaf de eerste stap gezet wordt
Slinger en variaties Bron exponent syllabus 2005,(Nitro Crossing- Prouty’s Landing) grond raakt moet deze persoon opnieuw beginnen. Indien iemand de schrikdraad raakt of de stok doet vallen moet de ganse groep herbeginnen.
Situatieschets Een slingertouw met een lus in is vrij opgehangen onder een ophangpunt (kabel, balk of stevige tak) van voldoende hoogte. Meestal wordt als begin- en eindlijn op ongeveer 30cm boven de grond een 'schrikdraad' gespannen of 'schrikstok' opgesteld.
Variaties Het eiland (Prouty's Landing) De basisopstelling is dezelfde als bij Nitro Crossing. Een slingertouw met onderaan een lus en een beginlijn. De eindlijn is vervangen door een platform van ongeveer 60 x 60 cm (voor een groep van 12 personen). Het einddoel bestaat erin met de totale groep een aantal tellen uitsluitend op het platform te staan. Let op: bij deze variatie neemt men soms iemand op de rug of op de schouders. Er komt dan een extra risico bij. De piramide kan immers door een aanslingerende deelnemer omgestoten worden. Indien je hier de veiligheid niet kan waarborgen verbied je deze optie.
Regels De groep moet eerst het slingertouw bemachtigen, enkel gebruik makend van de middelen die binnen de groep aanwezig zijn. Vervolgens dienen ze een gebied over te steken dat afgegrensd is door twee schrikdraden/schrikstokken zonder de grond te raken. Bijkomend moet er ook een container (klein emmertje, een liter blik, enz.) voor 7/8 gevuld met water worden overgebracht zonder één druppel te morsen. Eens dat deelnemers zijn overgestoken mogen ze niet meer terugkeren. Ze mogen wel mensen spotten of opvangen. Indien iemand tussen de twee touwen de
62
Disc Jockeys
Veiligheid : De taak van de begeleider Ga na of het 'werkgebied' vrij is van mogelijke
Ook hier is de basisopstelling dezelfde als bij de slinger. De eindlijn is bij deze variatie vervangen door ronde schijven (houten schijven, fietsbanden, hoepels,...) met een diameter van ongeveer 60cm. Deze schijven zijn neergelegd in een piramidevorm. De basis van de piramide is 2,5m verwijderd van het slingertouw. De schijven liggen 30-35cm uit elkaar. Het einddoel van de opdracht bestaat erin dat elke deelnemer in een aparte hoepel staat. Hierbij gelden de volgende spelregels:
-
-
Er zijn maximum twee voeten per schijf toegestaan. Indien er drie voeten op een schijf staan dan moeten beide deelnemers terug.
-
-
-
Een deelnemer mag zich éénmalig verplaatsen naar een schijf die aan grenst aan haar landingsschijf. Dit mag echter enkel op voorwaarde dat zij slechts met één voet contact heeft met haar landingsschijf. Van zodra iemand met twee voeten op één schijf staat wordt dat haar definitieve schijf. Bij een grote groep kan je ze elk op een platform laten starten dat aan weerszijden van de slinger staat. Ze dienen dan als groep van platform te wisselen.
-
63
hindernissen (takken, stronken, vuilnis,...). Ga na of de bevestigingspunten en het -systeem in orde zijn. Ga na of de slinger, bij verticale belasting, de grond niet raakt. Leg de opdracht uit en overloop de spottingstechnieken, specifiek voor de oefening. Spot de eerste mensen die overslingeren totdat er genoeg mensen overgekomen zijn om het spotten van jou over te nemen. Laat niet toe dat men naar het touw duikt of springt. Let op dat er niet te veel kracht gebruikt wordt om een groepslid wat meer vaart te geven bij het over zwieren. Bij deze oefening worden deelnemers vrij snel onder druk gezet om op een ‗gestandaardiseerde‘ manier over te slingeren (handen aan het touw). Opgelet, dit lukt minder fysieke deelnemers niet maar wellicht gaan ze het toch proberen. Wees dan zeer attent bij het spotten gedurende het hele slingertraject.
meebrengen. De aandacht is daar immers meer op de taak dan op de personen gericht.
Aandachtspunten voor de spotters -
De gehele groep staat in voor de veiligheid bij het vertrekken, het landen en het overbrengen van de deelnemers.
-
Men beschikt slechts over een relatief klein werkoppervlak voor het wegzenden en opvangen van personen. Dit maakt dat men, naast de veiligheid van de slingeraar, ook de eigen veiligheid en die van de omstaanders in het oog moet houden.
-
-
-
Personen die opgevangen worden moet men met de voeten eerst op de grond zetten.
-
Bij de variatie ‗het eiland‘ dient de groep te voorzien welk impact een zwierend lichaam kan hebben op een dichtbevolkt platform.
Verantwoordelijkheden van de uitvoerders
De bewegingen van de slinger en de overzwierende persoon zijn soms onvoorspelbaar en dus niet altijd eenvoudig te controleren. Het overbrengen en aanpakken van de container kan ook onveilige situaties met zich
64
-
Ongecontroleerd op iemands rug staan of springen is niet toegestaan.
-
Met de container mag niet gegooid worden. Bij het ‗landen‘ moet men rekening houden met de veiligheid van de mensen die klaar staan om op te vangen.
Sign-lines (Eng.) Objective
-
There are a number of cards bearing symbols, which together form a grid of 30 cards.
Notify participants of the timing for the activity and give them the instructions written above.
Rules
-
Your task is to complete the grid with each card in its correct position.
-
-
You will have one attempt, during a time period of 30 seconds, to assemble the grid correctly. You may not put the cards into the grid at any other time during the exercise.
Participants may not show their cards to each other, nor may cards be exchanged or passed to other participants.
-
No written information or recording of symbols is allowed. Information exchange is through verbal communication only.
-
When the participants lay down the cards, they must be placed face up with the symbols on the cards matching along all sides of the cards. If there is an O.B. logo on the cards you can require the group to place the logo horizontally.
Set-up -
The equipment consists of a puzzle made up of 30 different cards.
-
Ensure that the participants are positioned far enough from one another so they cannot see each other‘s cards. They should also have enough room to move around in case they decide to organize themselves in sub-groups.
Timing
Shuffle the cards and hand them out to the participants.
Max. 40 minutes including the final 30 seconds to fill the grid.
-
65
Sign-lines (Fr.) droit de décrire oralement les symboles sur vos cartes.
Objectif Il y a un certain nombre de cartes sur lesquelles figurent des symboles. L'ensemble de ces cartes forme un jeu complet de 30 cartes.
-
Votre mission est de reconstituer le jeu en disposant chaque carte à sa place.
-
Vous disposerez de 30 secondes pour le reconstituer correctement. Vous n‘aurez aucun autre moment pour positionner les cartes dans le jeu.
-
Règles -
-
Les cartes doivent être placées de telle manière que : o la position du logo doit rester horizontale o Sur le côté qui les rapproche, les cartes doivent porter des symboles identiques
Temps
Vous n'avez pas le droit de montrer vos cartes aux autres participants. Aucune carte ne peut être échangée ou transmise entre participants.
Vous disposez en tout de 30 minutes, y compris l'assemblage final d‘une durée de 30 secondes.
Vous ne pouvez pas utiliser l'écrit ni prendre de notes. Vous pouvez seulement échanger des informations à l‘oral. Vous avez seulement le
66
Tocht met stukken kaart Doel: -
Duur: Verschillende subgroepen worden op verschillende plaatsen gedropt en moeten naar een gemeenschappelijk punt komen.
Afhankelijk van het terrein. (1u tot …).
Variaties en opmerkingen:
-
De verschillende subgroepen hebben echter niet hun deel van de stafkaart maar van een andere groep.
-
Check de werking van de radio‘s op het desbetreffende terrein.
-
Door middel van radiocommunicatie moeten de verschillende groepen elkaar naar het centraal punt leiden.
-
Je kan met relais werken (doorschakelposten)µ
Aantal deelnemers:
Overdag-in de donker Verschillende soorten terrein
Veiligheid
Minimum twee per subgroep. Afhankelijk van de grootte van de activiteit en het aantal subgroepen. Bij meer dan 5 subgroepen zal de radiocommunicatie ingewikkeld kunnen worden.
Cfr. tochten
67
Toren van Bamboe Bron: Maurice Zorge
Objectief/doel:
Aantal deelnemers:
De opdracht is om met de gehele groep een zo hoog mogelijke toren van Bamboe te maken met de aangereikte materialen.
Inschatting van de trainer. Hoeveelheid aanwezig materiaal is bepalend.
Materialen:
Duur:
-
40 – 50 minuten. 75 minuten of variabel in de wachtkamer variant (zie onder).
Set bamboe stokken Bol sjortouw of postelastieken Schaar of mes
Variaties:
Regels: -
De toren moet een op zichzelf staande constructie worden, wat betekent;
-
Dat deze niet meer mag worden vastgehouden;
De activiteit kan ook gedaan worden met enkel materialen uit het bos. Geef hierbij de instructie dat men enkel dood materiaal gebruikt en dat men geen levende planten en bomen gebruikt. Ik geef hierbij de restrictie dat in de constructie enkel materialen mogen worden verwerkt die niet langer zijn dan 3 mtr.
Deze nergens aan mag worden bevestigd; Deze nergens tegen aan mag staan; Deze op en niet in de grond staat.
68
de andere ruimte, genaamd de wachtkamer. De trainer verbindt twee deelnemers in deze ruimte aan elkaar en verzoekt deze om weer de spreekkamer in te gaan. Daar heeft men overleg waarbij elk zijn/haar idee inbrengt. Deelnemers komen weer terug de wachtkamer in op het moment dat ze tot een gezamenlijk plan zij gekomen over hoe zij denken dat de toren gebouwd moet worden. Het tweetal wordt gekoppeld aan een ander team van twee en met z‘n vieren gaat men weer de werkkamer in. Hier herhaalt zich het voorgaande proces weer. Dit proces herhaalt zich tot er uiteindelijk twee groepen met twee plannen overblijven welk tot een gezamenlijk plan uitgewerkt moet worden dat vervolgens uitgevoerd dient te worden. De deelnemers zullen elkaar dus moeten overtuigen van de geschiktheid van hun eigen ideeën en plan om zodoende tot het perfecte werkplan en zo hoog mogelijke toren van bamboe te komen.
Veiligheid: Bij de variant versie verplicht ik de groepen om een helm te dragen omdat in tegenstelling tot de bamboe meestal zwaardere materialen worden gebruikt als takken en boomstronken.
De wachtkamer als overleg structuur (grotere groepen): Deel de werkplek in tweeën d.m.v. een aantal bamboe stokken. Alle deelnemers nemen plaats aan een kant van de bamboe, genaamd de spreekkamer. Na uitleg van het objectief en regels is het de bedoeling dat een ieder voor zichzelf (interne dialoog) in stilte een plan uitdenkt over hoe de toren eruit zal zien en hoe deze gebouwd zal worden. Op het moment dat men dit heeft uitgedacht, een plan heeft stapt men over de bamboe in
69
Tot 20 tellen Doel:
-
Als twee mensen tegelijk een getal zeggen: opnieuw beginnen
Als groep tel je tot 20. Iemand begint met 1, daarna zegt iemand anders 2, enz
-
Bij fout: opnieuw beginnen.
Aantal deelnemers
Regels: -
Er mogen geen afspraken of systemen ontstaan. Dan moet je opnieuw beginnen.
-
Geen twee getallen achter elkaar.
8-12
Duur: 15-45 minuten
Iedereen minstens 1 getal
70
Toxic Waste Bron: Maurice Zorge
Objectief:
Regels:
De groep staat aan de rand van een afgebakende ruimte die chemisch verontreinigd is. In het midden deze ruimte bevindt zich een kleinere veilige zone. In de veilige zone bevindt zich een emmer/tonnetje en een aantal attributen. Het doel is om binnen de aangegeven tijd alle attributen in de emmer te krijgen. De groep krijgt een enkel tuintouwen als materiaal welke als enige bestand zijn tegen het chemische afval.
Handen, armen of andere lichaamsdelen mogen niet in de afgesloten, besmette ruimte komen. De groep mag geen gebruik maken van de bomen of andere externe attributen. Als attributen buiten de kleine ruimte komen/rollen/vallen in het chemische gebied, dan worden de attributen weer opgesteld en begint men van voor af aan.
Aantal deelnemers:
Voorbereiding:
4 – 10
Maak met touw een afgebakende ruimte (cirkel, vierkant met een doorsnede van 15 meter). In het midden een kleinere cirkel met een doorsnede van 2 meter. Plaats in de kleine cirkel een emmer en een aantal voorwerpen (kleine pion, balletje, blokje, wat voorhanden is). Leg buiten de grote cirkel een 4/5 tal tuin touwen met een lengte van 20/40 meter.
Tijdsduur: 40 – 50 minuten
71
Tractorband / Rebirth / Whole in Space Bron: Exponent syllabus 2005
Situatie:
-
Een tractorband is opgehangen tussen twee bomen of palen De hoogte van de onderkant van de band tot de grond is ongeveer 170 cm. De opdracht voor de groep bestaat er in om elke deelnemer doorheen de band te krijgen. Eens een participant, door de band, aan de andere kant is geraakt mag zij niet terugkeren om te helpen (uiteraard kunnen deze mensen uit veiligheidsoverwegingen terugkeren om aan de beginzijde te spotten.
Veiligheid: De taak van de begeleider
Variaties: -
De gehele groep moet doorheen de band maar slechts een beperkt aantal personen mogen de band raken.
-
Noteer de tijd die de groep nodig heeft om de oefening te doen en geef ze een tweede kans om deze tijd te verbeteren zonder dat de veiligheid i het gedrang komt.
Als je de regel, 'je mag enkel terugkeren om te beveiligen, niet om te helpen', weglaat en toch toelaat om te helpen bekom je een eenvoudigere versie.
72
-
Ga na of het 'werkgebied' vrij is van mogelijke hindernissen. Verwijder ook eventuele twijgen, bladeren, water, ... uit de band
-
Leg de opdracht duidelijk uit en overloop de spottingstechnieken, specifiek voor deze oefening. Beantwoord eventuele vragen voordat met de oefening begonnen wordt.
-
Let erop dat de eerste deelnemers die door de band kruipen langs de andere kant gespot worden. Doe dit eventueel zelf.
-
Uitkijken dat er geen deelnemers met hun voet in de band blijven haken.
Aandachtspunten voor de spotters -
Zeker als er een tijdsbeperking op deze oefening staat is constant en aandachtig spotten een noodzaak.
-
Vooral bij de eerste en laatste deelnemer dienen de spotters goede posities in te nemen zodat ze efficiënt kunnen beveiligen. Ze dienen goed uit te kijken voor de ‗trapbewegingen‘ van de deelnemers.
-
Verantwoordelijkheden van de uitvoerders Met elkaar afspreken dat elk individu gespot wordt doorheen de band totdat hij/zij terug op de grond staat.
73
Traffic jam Doel:
-
er mag enkel rond 1 persoon van de andere ploeg gegaan worden
Vanuit de startpositie (gezichten naar het midden gericht) in de eindpositie geraken (gezichten naar buiten gericht) volgens de onderstaande regels.
-
er mag maar één persoon tegelijk bewegen
-
Indien een groep strop zit, moet men terug starten vanuit de uitgangspositie
Regels: (cfr. Damspel) -
twee ploegen je mag enkel bewegen naar een lege plaats je mag enkel voorwaarts bewegen en je mag je niet omdraaien
74
eens de uitvoering gestart moet iedereen binnen de laddervorm blijven tot de opdracht is uitgevoerd
‗Trust Fall‘ Bron: Exponent syllabus 2005
Situatie: Een houten platform ongeveer 40 op 40 cm staat opgesteld op een hoogte van 1m tot 1,6 m. De uitvoerder valt van op een hoogte van 1m tot 1,60m achteruit in de armen van de groepsleden-spotters die in twee evenwijdige lijnen staan opgesteld.
Groepsgrootte
-
Ga als begeleider bij voorkeur niet als eerste, controleer eerst hoe ernstig en geconcentreerd zij deze opdracht aanpakken.
-
Afhankelijk van het doel kan het soms zinvol zijn de groep vooraf een aantal opwarmingsoefeningen aan te bieden die naar deze oefening toe leiden.
-
Vraag de deelnemers al hun juwelen, uurwerken, pennen, en andere voorwerpen die bij het opvangen zouden kunnen kwetsen te verwijderen.
-
Stel je als begeleider zo op dat je kunt ingrijpen als er bij het neerkomen en opvangen iets fout gaat. Vermits dit meestal gebeurt wanneer een uitvoerder tijdens de val gaat zitten, waardoor het gewicht op een plaats wordt geconcentreerd, ga je best net achter de mensen staan die deze plaats innemen. Let erop dat de spotters de hele vallengte van de uitvoerder innemen, anders kan deze persoon met haar bovenlichaam over de laatste
Eén uitvoerder en minimum 8 mensen om hem/haar op te vangen.
Veiligheid De taak van de begeleider -
Controleer de grond op onveilige voorwerpen, bv.: gebroken glas, dode takken, stronken, enz.
-
Leg de opdracht duidelijk uit en overloop uitvoerig alle handelingen die van de spotters vereist worden.
-
75
spotters balanceren en op deze wijze op de grond terechtkomen.
-
-
Doe deze activiteit enkel als jij ten volle vertrouwt dat de groep hier aan toe is.
-
Aandachtspunten voor de spotters De spotters moeten duidelijk begrijpen wat, gezien vanuit het spottersperspectief, de activiteit inhoudt en moeten akkoord gaan om, tijdens deze oefening, deze rol op zich te nemen. Ze moeten een stevige, duidelijke opvangpositie innemen: - De armen steken vooruit, en zijn lichtjes gebogen in de ellebogen. De handpalmen zijn naar boven gericht. - De spotters staan in spreidstand voorwaarts. Het voorste been is het verst verwijderd van de uitvoerder. - De voeten staan op schouderbreedte van elkaar. - De armen van de spotters vormen als het ware een ritssluiting. Dit wil zeggen dat het opvangnet gevormd wordt door afwisselend een arm van een spotter van de ene rij en een arm van een spotter van de andere rij. De vingertoppen van de spotters
-
-
-
76
komen ter hoogte van de ellebogen van de spotters van de overstaande rij. De aandacht van de spotters moet steeds op de uitvoerder gericht zijn. Nadat de uitvoerdster is opgevangen dienen de spotters hun aandacht nog haar te houden totdat ze haar veilig tot op de grond hebben begeleid. De spotters communiceren met de uitvoerders en laten hen weten wanneer ze klaar zijn. De verantwoordelijkheden van de uitvoerder De uitvoerder spreekt met de spotters een reeks bevelen af waardoor de uitvoerder laat weten dat hij klaar is om te vallen en slechts te vallen als de spotters te kennen geven dat ze klaar staan om hem op te vangen. Deze persoon dient een stijve, opgespannen lichaamshouding te behouden met de kin lichtjes voorover gebogen naar de romp toe. De uitvoerder brengt de handen dicht bij het lichaam, vingers in elkaar gesloten, of gebruikt een andere manier om de armen en handen tijdens de val te controleren.(Bijvoorbeeld een sling in een lusvorm die rond de bovenarmen van de uitvoerder is gedraaid – of armen uit de mouwen van de trui en tegen het lichaam) Op aanwijzen van een spotter zet de uitvoerder zich in lijn met de spotters en hij valt dan recht
achterover zonder in een neerzittende houding te komen.
-
77
Na het neerkomen laten de uitvoerders zich door de groep rechtop zetten waarbij ze de knieën lichtjes gebogen houden.
Walking on clouds Doel :
-
Alle deelnemers van de groep overbruggen een afstand van ongeveer 15 meter,geblinddoekt en zonder de grond te raken en dit met de hulp van de groep.
Duur : Geen specifieke duur
Regels : -
De persoon mag niet gedragen worden, hij moet op eigen beweging de afstand overbruggen;
-
Elke persoon doet dit op een andere manier;
Er mag geen materiaal gebruikt worden, enkel het lichaam;
Mogelijke variaties : Niet alle deelnemers maar een beperkt aantal, vertrekken van op een bepaalde hoogte.
78
Warpspeed Materiaal en opstelling:
Opdracht:
Tennisbal Deelnemers staan in een kring. Bal wordt rondgegooid. Vraag: weten jullie volgorde nog? Laat bal nog eens rondgaan in dezelfde volgorde.
Laat bal nu zo snel mogelijk van eerste naar laatste gaan. Iedere deelnemer krijgt bal 1 keer in handen en moet bal minstens met 1 hand aanraken, bal mag niet op de grond komen en mag maar door 1 persoon tegelijk worden aangeraakt. Geef evt. benchmark. Onder de 5 seconden is zeer goed mogelijk.
79
Waterscheppen en transporteren rond een brug Bron: 101 of the best corporate team-building activities we know, Simon Priest and Karl Rohnke, Kendall and Hunt, 2000
Tijd :
Doel:
30-60 minuten
Een hoeveelheid water verzamelen en twee maal over en onder de brug passeren.
Aantal personen:
Materiaal:
5-10
Opmerkingen-Variaties:
1 touw (min 4X de afstand van de brug tot het water+de breedte van de brug?), een karabiner, een fles, een emmer
Elke brug is verschillend. De activiteit zal naargelang de brug ook verschillend worden. Je hebt een brug over stromend water nodig. Variatie: Het materiaal mag de brug wel raken.
Regels: Op de brug blijven. Mensen mogen het water niet aanraken maar materiaal wel, Materiaal mag de brug niet raken. Als mensen het water raken of materiaal de brug : opnieuw beginnen
80
Zo hoog mogelijk een streepje krijt trekken Doel:
Veiligheid
Elke dag mogen de deelnemers op dezelfde muur één lijn met een krijtje trekken. De bedoeling is om dat lijntje zo hoog mogelijk te zetten.
Regels: Geen hulpmiddelen
Aantal deelnemers: 5-10
-
Helm verplicht
-
Spotten kan maar tot voethoogte 1,80m
-
Indien de activiteit op de achterkant van het huisje doorgaat gebeurt de beveiliging door middel van klimtouwen die over , achter en terug onder het huisje glijden (wrijving)
-
Let op dat er geen scherpe stukken (beschadigingen) op de wrijvingspunten zijn.
-
Klimmers mogen hun eigen en elkaars klimtouwen niet vastpakken.
Duur: 15-30 minuten per poging
Variaties Handicaps inlassen (blind, stom, …) Tijdsdruk
81
Niet op het hoofd staan Let op bij het tillen en op elkaar staan. Opwarming? STOP-commando: stop de actie en herstel een comfortabelere positie. Indien voeten hoger dan 1,80m moeten de klimmers beveiligd worden met touwen.(zie veiligheidsplan Outward Bound)
Zoom - Rezoom Bron: Boekjes van Istvan Banyai, Zoom en Rezoom, Puffin Books
Situatie:
Variaties:
De verschillende prenten (gecopieerd en ondoorzichtig gemaakt aan de achterkant) worden gelijkmatig en willekeurig aan de deelnemers uitgedeeld .
Iedere deelnemer krijgt (max twee?) een paar pagina‘s. Gedurende 90 seconden mag hij die pagina‘s bestuderen. Daarna worden ze in een envelop gestoken (voor elke deelnemer één envelop) Dan krijgen de deelnemers ongeveer 5 minuten tijd om tot een oplossing te komen. Time out na 5 minuten Eventueel terug 90 seconden bestudeerdtijd Terug 5 minuten ‗uitvoeringstijd‘ Terug time out,
Tekening: Prent uit Zoom?
Doel: Leg de prenten neer in een logische volgorde.
Regels: Je mag je prenten niet aan de anderen laten zien.
Aantal deelnemers: Afhankelijk van het aantal deelnemers kan je alle prenten gebruiken of bijvoorbeeld maar de helft ervan.
82