1
EINDVERSLAG EEMLANDTOERNOOI 2015
DVSB wint voor de tweede achtereenvolgende keer het Eemlandtoernooi. door Frederick Stüger Damclub DVSB uit Soest/Baarn won deze 18 e editie (april 2015) van het Eemlandtoernooi met een score van 12 punten op de voet gevolgd door rivaal ADG uit Amersfoort (10 punten). Gastheer, de organiserende damclub Boboli uit Bunschoten, behaalde 8 punten. Er wordt gespeeld volgens het zg. VOS-systeem. Dit houdt in, dat alle tien spelers van de ene club tegen een aantal spelers van de andere twee clubs spelen. De club die volgens deze speelmethode de meeste punten in het onderling treffen behaalt is winnaar. De strijd om de “Supercub” gaat dan tussen de winnaars van de voorjaarstoernooien in de andere regio’s en vindt plaats eind mei in het Nationaal Denksportcentrum Den Hommel in Utrecht. ADG moest met enkele invallers in Bunschoten aantreden. Op verschillende borden werd fel gestreden om de punten en om een ticket voor de club te bemachtigen om in Utrecht de grootste beker naar huis te mogen meenemen. De tien bordpunten van de individuele resultaten van de ADG-spelers kwamen als volgt tot stand: winst voor Harry de Waard, Evert van de Pol en Marcel Everloo (6 punten). Remise behaalden: Piet Bottenheft, Gerrit de Bruijn, Henk Vos en Robert De Wolf(4 punten). Partijverlies was er voor: Mark Klein Kranenbarg, Hans Mulder en Frits Stüger . Hieronder neem ik de ontvangen speelverslagen van de spelers op, aangevuld met aantekeningen van uw damspelcommentator. Partij: Gerrit de Bruijn – Eric van Dusseldorp (1-1) Gerrit de Bruijn (wit) moest het aan het eerste bord opnemen tegen Eric van Dusseldorp. vanuit een Kelleropening switchte Van Dusseldorp naar een Roozenburgaanval. Gerrit leek goed te staan, tot Van Dusseldorp op het idee kwam op een parti-Bonnard aan te sturen. Om te voorkomen dat hij vastliep moest Gerrit de Roozenburger verbreken. Hoewel hij daarna enig terreinnadeel had, hield hij het gemakkelijk op remise.
Bespreking: Eric van Dusseldorp (zwart)
Gerrit de Bruijn (wit) Na 34-29 (25e zet) volgde 10-14. Wit geeft hier zijn voordelige stand uit handen en zwart verzuimt hiervan te profiteren. Sterker en aangewezen was 10-15 en na 15x24 kan zwart het spel dicteren en moet wit volgen . Immers: wit heeft in deze stand beperkte speelvrijheid. De zwarte schijf op 24 staat sterk en wit heeft hierdoor veel last van de verschillende combinaties die zwart voor hem in petto heeft. 44-40 kan niet. 39-34 kan ook niet vanwege 17-21 met het winnende tempo 18-23 voor een damcombi naar veld 50. En na wits 37-32 sluit zwart met 16-21 (parti-Bonnard). In de aangegeven variant kon Gerrit ( : de parti-Bonnard-gever) de parti-Bonnard niet (meer) ontlopen en Van Dusseldorp (: de parti-Bonnard-innemer) rook zijn kansen niet. Gerrit had geen zin in een parti-Bonnard. Een juiste beslissing, want de alsdan ontstane stelling zou voor hem nadelig zijn. De parti-Bonnard is een weinig gespeeld speltype dat alom bekend staat als een riskant systeem met duizelingwekkende complicaties en complexe combinaties met daarbij het gevaar van omsingeling met centrumbezetting.
Partij: Evert van de Pol – Henk Vogelenzang (2-0) Na een gelijk opgaande opening en begin van het middenspel ging Henk Vogelenzang de Jong (zwart) in de fout door op de 30ste zet een achterwaartse ruil te nemen hierna kreeg ik het initiatief en won ik geforceerd een schijf en snel daarna de partij
3
Bespreking: Henk Vogelenzang, 8-13?
Evert van de Pol (wit) Evert van de Pol (wit) speelde 47-42 (35 e zet) en Henk Vogelenzang vervolgde met 8-13? en deed zichzelf de das om. Na een 2om2 en een achterloop moest hij een toontje lager zingen. Met een plus-schijf kon Evert de winst eenvoudig veilig stellen. In plaats van 8-13 had zwart 21-26 moeten spelen met goed houdbaar spel.
Partij: Huibert Koops – Harry de Waard (0-2) Nadat vanuit een flankspelopening toch beiden overschakelden op klassiek kreeg Harry de Waard (zwart) in zijn partij tegen Huibert Koops initiatief over het centrum. Met een dubbele ruil wist de Bunschoter dammer te neutraliseren en kon de opbouwfase weer opnieuw beginnen. Ook nu werd het weer klassiek maar ook nu nam de ADG’er het initiatief. Koops moest oppassen voor zetjes, maar halverwege de strijd zag hij en dan toch eentje over het hoofd. Een damzetje was direct dodelijk. De Boboli-speler liet zich de rest niet meer liet bewijzen.
Bespreking: Huibert Koops, w.a.z.
Harry de Waard (zwart) Huibert (wit) gaf zichzelf kennelijk als opdracht: afruilen en overzicht behouden. Er gingen in snel tempo wat houtjes van het bord. Maar Harry ging rekening houden met dit passieve speelplan van Huibert en de slimme vos speelde 17-21 ( 32 e zet; zie diagram). Huibert zag natuurlijk wel dat achterloop met 31-26 niet ging en hij was zich van geen kwaad bewust met de voortzetting 31-27 . Huibert had kennelijk een consequente voortzetting van zijn speelplan voor ogen, en wel aldus: 21-26 41-37 14– 20 25x14 9x20 39-34 met een prima stand op zijn bord, wat ook zo is. En hij zag in zijn dromen – zo denk ik – Harry met een beetje geluk te mogen trakteren op een coup royal die er al op zijn netvlies zat aan te komen. Maar een dergelijk traktement is uiteraard een illusie voor de gewiekste en geroutineerde Harry. Huibert werd echter wreed uit zijn dromen verstoord door de verrassing die Harry voor hem in petto had. Hij had buiten de waard gerekend en kreeg na zijn foute achterloop een geniepige damzet om de oortjes
Partij: Lammert Korlaar – Marcel Everloo (0-2) In de opening blokkeerde Everloo (zwart) de ontwikkeling van de lange vleugel van Korlaar, waardoor deze een nogal scheve schijvenverdeling kreeg. In plaats van te ruilen op de lange vleugel dunde Korlaar enigszins zijn korte vleugel uit waardoor Everloo zijn stand kon
5
ontwikkelen. Om toch tegendruk te geven besloot Korlaar het kerkhof te gaan bezetten, echter hij deed dit vanuit veld 28 in plaats van 27. Everloo liep direct op de schijf en de stelling stond voor Korlaar in de brand. Eenmaal opvangen gaf nog uitstel van executie maar de tweede oploop noodzaakte Korlaar tot het nemen van een drie om drie, maar dit leidde tot een doorbraak voor Everloo. Nadat de dam gehaald was en een eerste schijf gewonnen was door Everloo gaf Korlaar de partij op. Bespreking: Henk Vogelenzang (wit)
Marcel Everloo (zwart) Wit speelde (in paniek?) 28-22 (24 e zet) wat volstrekt onnodig was .Wit staat moeilijk maar niet onhoudbaar. En in deze heel vaak voorkomende klassieke stand is gewoon de uitval 2722 en x22 nodig en aangewezen. Van winnend voordeel voor zwart is nog lang geen sprake. De afwikkeling die wit kiest is belabberd. Zwart had hier zijn nadeel enigszins kunnen beperken met de bekend klassieke manoeuvre: na de achterloop met 27-21 (28 e zet) met een achterwaartse afruil naar veld 33.
Partij: Cor de Jong – Mark Klein Kranenbarg (2-0) Na van de verbazing bekomen te zijn van de bezetting van het tweede bord, ging het lang goed. Nadat Cor de Jong (wit) strategisch zijn ongelijk had bekend en met 27-31 richting linkerrand ging, speelde Mark te gretig naar het centrumveld 28. Dit brak hem binnen een tiental zetten op, omdat Cor een hoge en economisch klaverbladopsluiting (3 schijven houden er 4 vast) kon formeren. Een fout versnelde het onvermijdelijke verlies.
Bespreking: Cor de Jong (wit)
Mark Klein Kranenbarg, z.a.z.
In deze stand speelde Mark 18-23 (42 e zet), wat geen goed idee was. Het witte klaverblad krijgt op deze manier juist veel meer importantie, wat toch niet de bedoeling kan of mag zijn. Zwart staat prima en zijn stelling is goed voor minimaal 1 punt. Kennelijk in tijdnood gaf Mark de partij uit handen. Met 18-22 ! is wit sterk beperkt in de keuze van zijn speelbare zetten.
Partij: Bert Roest – Robert De Wolf (1-1) Na een stroef begin in mijn partij tegen Bert Roest (wit) heb ik mijn inziens toch geen slechtere stelling aan de opening overgehouden. In het middenspel kon zwart (Robert De Wolf) een tamelijk gedurfde, maar naar later bleek, behoorlijke centrumpositie innemen. Zowel wit als zwart (door middel van een schijfoffer!) kwamen op dam. Voor mij een leuke partij met een nette remise en voor Bert misschien een teleurstellende remise.
7
Bespreking: Bert Roest (wit)
Robert De Wolf, stand na 14x23 (23e zet) Veel beter en sterker is slaan naar 24 i.v.m. vleugelcontrole. Bert Roest (wit)
Robert De Wolf (zwart)
In deze stand speelde Robert 5-10 (41 e zet). En zoals zo vaak, moet je juist en ook in dit soort dunne en overzichtelijke standen weten je kansen te scheppen. Dat doe je bijv. door je tegenstander op het verkeerde been te zetten. Sterker is 13-19 wat de witspeler meer hoofdbrekens zou bezorgen, dan het slappe 5-10. Want na 29-24 volgt 19-23 met flink voordeel voor zwart
Partij: Frits Stüger – Huib Poort (0-2) Huib Poort (zwart)
Frits Stüger (wit) Mijn partij tegen Huib Poort (zwart) had ik goed opgezet en vanuit de opening al gestaag beduidend voordeel behaald. In deze stelling (zie diagram) begon ik te knoeien met de achterwaartse afruil 32-27 (45e zet) wat voor mij nadelig was. Mijn tegenstander bleef op verschillende momenten in het late middenspel ook niet achter, want ik kreeg later in de partij de gelegenheid om in een technisch verloren positie op verschillende momenten de remise te pakken, wat ik helaas verzuimde. In deze stelling had ik moeten vervolgen met 4338 voor de dreiging 44-40. En hoewel ik dan uitstekend sta moet je – ondanks je voordeel – genoegen (weten te) nemen met een puntendeling.
9
Een korte beschouwing van de remise conditio sine qua non (:mijn term, St.): In het damspel komen standen voor – zoals deze – die je noodzaken op straffe van ernstig nadeel of zelfs verlies van de partij, te kiezen voor een niet winnende spelgang. Explicatie: In deze gedachtegang gaat het spel - vanuit de vorige diagramstand - als volgt: 43-38 22-28 32-27 12-18 38-33 18-22 27x29 35-40 44x35 19-24 33x22 24x44
w.a.z. En we hebben hier een remisestand. Wit werd, in een weliswaar voor hem aantoonbaar betere stand dan zijn tegenstander, gedwongen te accepteren en te kiezen voor een spelgang die onontkoombaar zal uitmonden in een remisestand, want iedere andere spelgang zou hem op verlies van de partij hebben komen te staan. Iets wat hij koste wat het kost uit de weg wil gaan, omdat hij van meet af aan, niet heeft gekozen voor het motto “alles of niets”.
Bespreking partij: Hans Mulder – Jelmer Martens (0-2) Hans Mulder, w.a.z.
Jelmer Martens (zwart) In deze stand: Kennelijk een korte vleugel kortsluiting bij beide spelers want na 20-25 (zwart 34 e zet) x20 en x34 ?? staat Hans glad gewonnen met zijn doorstoot naar veld 14 voor een winnende dam op veld 5. Promotie van schijf 5 naar dam kan zwart ontwijken met een 2meerslag , wat ten koste gaat van heel wat materiaal! Ik denk dat Jelmer in dit script onmiddellijk zou opgeven.
11
Bespreking partij: Serf Kinkenberg – Piet Bottenheft (1 – 1) Serf Klinkenberg (wit)
Piet Bottenheft (zwart) Serf Klinkenberg (wit) kwam met gedegen flank-centrumspel sterk opzetten met als doel Piet onder de voet te lopen. Zwart staat al geruime tijd erg lastig, zo niet verloren. Aangewezen was 17-21 om te redden wat er te redden valt. Na het foutieve 8-12 (35e zet) van Piet kon Serf met 38-32 de kroon op zijn werk zetten en Piet in een technisch verloren stand brengen, wat hij verzuimde te doen. Mogelijk spelverloop : 3832 12-18 x21 x 38 36-31 x37 x43 en zwart staat een schijf achter in een slechte stand en wit gaat winnen. Maar het ging anders. Piet hield het hoofd koel en wist ook in het vervolg op miraculeuze wijze te ontsnappen met een puntendeling als resultaat. Mooi gedaan, kersverse lid in de Orde van Oranje-Nassau!