Reageren
[email protected]
Concernstaf Afdeling Onderzoek en Statistiek, Grote Markt 2, 2011 RD Haarlem
maart 2011
Gemeente Haarlem, Onderzoek en Statistiek
Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
Onderzoek en Statistiek Haarlem, maart 2011
Colofon Opdrachtgever
Gemeente Haarlem, Hoofdafdeling Stadszaken Afdeling Milieu
Samenstelling
Gemeente Haarlem Hoofdafdeling Concernstaf Afdeling Onderzoek en Statistiek Postbus 511, 2003 PB Haarlem Telefoon: 023-5113018 Fax: 023-5113441 E-mail:
[email protected] Internet: www.haarlem.nl/ Haarlem A-Z/ Feiten en cijfers
Bezoekadres
Stadhuis, Grote Markt 2, 2011 RD Haarlem
Samensteller
dr. J.M. Kersloot
Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
2
Onderzoek en Statistiek Haarlem
Samenvatting, conclusies en slotbeschouwing De gemeente Haarlem hanteert de doelstelling klimaatneutraal. Om die reden is er een uitdaging de energiebesparing in oudere eengezinskoopwoningen, met een bouwjaar tot 1990, op te voeren. In het kader daarvan heeft de afdeling Milieu van de gemeente Haarlem, de opdrachtgever van dit onderzoek, een reeks presentaties over energiezuinig verbouwen gehouden in buurten. Naast de buurtpresentaties is er in grote delen van Haarlem een huis-aan-huis-actie georganiseerd onder bewoners van oudere eengezinskoopwoningen. Die actie is uitgevoerd door de Salecogroep. De doelen van de genoemde acties zijn: bewustwording bevorderen, ernaar streven dat men zich laat adviseren via een maatwerkadvies en ontzorging, onder andere door de aanwezigheid van geschikte uitvoerders. Het uiteindelijke doel is dat particulieren concrete acties ondernemen op het gebied van duurzame woningverbetering. Het is onder andere de vraag wat de motieven zijn van de nee-zeggers van beide acties. Daarnaast is het de vraag waar men zit in het proces: of men al actie heeft ondernomen en hoe ja-zeggers kunnen worden geholpen. Tevens is het van belang meer zicht te krijgen op het profiel van de bewoners die ja en nee zeggen. Dat geeft inzicht in de vraag welke Haarlemmers tot nu toe zijn bereikt en welke niet. Hiermee worden tevens bouwstenen aangedragen ten behoeve van de toekomstige communicatie van de gemeente Haarlem voor de verschillende doelgroepen. Om antwoorden te kunnen geven op bovengenoemde vragen is een vragenlijst ontwikkeld die is uitgezet in het Haarlemse digipanel. Daarnaast zijn 198 personen, die de buurtinformatieavonden hebben bezocht, gericht benaderd via email en een digitale vragenlijst. Het veldwerk vond plaats in november/december 2010. De respons is 48,6%. In de respons konden 378 voor dit onderzoek bruikbare enquêtes worden aangetroffen. Dit betreft respondenten in eengezinskoopwoningen met een bouwjaar voor 1990 in de wijken waar de buurtpresentaties zijn gehouden en/of waar de Salecogroep is langs geweest. Er zitten 79 respondenten bij die een maatwerkadvies naar aanleiding van de buurtpresentatie hebben afgenomen. Er zijn eveneens 79 respondenten in de respons beschikbaar die een maatwerkadvies naar aanleiding van het bezoek van de Salecogroep hebben afgenomen. De respons is betrouwbaar op het 95% betrouwbaarheidsniveau. Voor de uitspraken in relatie tot de maatwerkadviezen via de Salecogroep is de betrouwbaarheid 90%. Vooral bodemisolatie en vloerisolatie zijn geheel afwezig Vooral bodemisolatie blijkt geheel te ontbreken (68,3%). Ook vloerisolatie (59,3%) en buiten- of binnengevelisolatie (45,2%) zijn vaak niet aanwezig. Veel vaker kunnen we dubbel glas, dak- of vlieringisolatie en overige isolatie (leidingen en brievenbussen) aantreffen in de Haarlemse oudere eengezinskoopwoningen (zie afbeelding 1). Het valt op dat dubbel glas en overige isolatie vaak gedeeltelijk aanwezig zijn. Veel bewoners (18,3%) blijken daarnaast niet te weten of bodemisolatie aanwezig is: informatie/inzicht hieromtrent kan dus bijdragen aan energiebesparend gedrag.
Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
3
Onderzoek en Statistiek Haarlem
Samenvattingen, conclusies en slotbeschouwing
Afb.1 Energiebesparende voorzieningen die geheel afwezig zijn in de woning
bodemisolatie vloerisolatie b.g. buiten- of binnengevelisolatie overige isolatie (leidingen, brievenbussen) dak- of vlieringisolatie dubbel glas 0,0
10,0
20,0
30,0
40,0
50,0
60,0
70,0
80,0
In 14,3% van de oudere eengezinskoopwoningen ontbreekt een HR-ketel. In één op de twintig woningen (5,6%) blijken er zonnepanelen aanwezig te zijn. In bijna 3% van de woningen is een zonneboiler te vinden. Men blijkt met name zelf actief te zijn: de aanwezige energiebesparende voorzieningen heeft men voor 70% tot 100% (grotendeels) zelf geplaatst of laten plaatsen. Er is een voedingsbodem voor energiebesparing in de woning Een meerderheid van de Haarlemmers in oudere eengezinskoopwoningen (63,2%) zegt actief bezig te zijn om op het energieverbruik in en rond het huis te besparen. Dat in de woning milieubesparende voorzieningen worden aangebracht, zoals zonne-energie, vindt de helft van de ondervraagden belangrijk. Daarmee wordt duidelijk dat er een voedingsbodem is om energiebesparing te stimuleren. Dit gegeven dient wel in perspectief te worden gezien: er zijn woonwaarden die Haarlemmers in oudere eengezinskoopwoningen nog belangrijker vinden. De Haarlemmers in oudere eengezinskoopwoningen vinden bijvoorbeeld ‘veiligheid’ en ‘dat er ruim voldoende geld naast de uitgaven aan de woning overblijft om van het leven te kunnen genieten’ van groot belang. Bijna elke ondervraagde vindt deze waarden belangrijk. Geld speelt een rol Een rode draad in dit onderzoek is de factor ‘gebrek aan geld’. Dit voert men op als belangrijkste reden om niet mee te doen aan beide acties en het is ook het hoofdmotief waarom men niet investeert in energiebesparende voorzieningen. Voor velen vormt geld, in de zin van een verwachte daling van de terugverdientijd van energiebesparende investeringen, een stimulans om te investeren. Ook is het, in de vorm van een subsidie, de belangrijkste prikkel om te investeren. Voor 11,3% van de respondenten zou een eventuele subsidie, om een stimulans te kunnen geven tot investeren, minimaal 10% van de totale kosten of lager moeten zijn. Bijna de helft van de respondenten (48,2%) steekt in op een subsidie van 25% van de totale kosten of lager. Geld voor milieu staat onder druk vanwege de belangrijke waarde van de Haarlemmers in oudere koopwoningen ‘dat er ruim voldoende geld naast de uitgaven aan de woning overblijft om van het leven te kunnen genieten’. Een grootschalige (toekomstige) verbouwing is een natuurlijk moment Bij veel vragen in dit onderzoek komt naar voren dat een grote verbouwing een natuurlijk moment is om energiebesparende voorzieningen te plaatsen. Zo vormt een toekomstige verbouwing voor velen een aanknopingspunt om energiebesparende voorzieningen te (laten) plaatsen. Ook wordt het vaak, als derde reden, genoemd waarom men afwezige energiebesparende voorzieningen (nog) niet heeft Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
4
Onderzoek en Statistiek Haarlem
Samenvattingen, conclusies en slotbeschouwing
geplaatst (we gaan voorlopig niet grootschalig verbouwen). De eerste en tweede reden in dit verband zijn respectievelijk: gebrek aan geld en voorzieningen hebben financieel nauwelijks een besparend effect. De acties en het maatwerkadvies doen er toe Velen hebben naar aanleiding van de beide acties een maatwerkadvies laten opstellen. Over het maatwerkadvies is een grote meerderheid tevreden. De meeste bewoners met een maatwerkadvies hebben (nog) geen acties tot concrete verbeteringen ondernomen. Toch konden in totaal 87 concrete verbeteringen naar aanleiding van het maatwerkadvies worden geregistreerd in het databestand. De meest voorkomende verbetering is het plaatsen van dubbel glas. Ook het isoleren van de buiten- of binnengevel en het aanbrengen van overige isolatie (leidingen, brievenbussen) worden vaak genoemd als concrete verbetering. De buurtavonden worden door een grote meerderheid positief beoordeeld. Men waardeert vooral de heldere en duidelijke informatie op de buurtavonden en de overzichtelijkheid van de mogelijkheden. Zij die tips aan de gemeente hebben over deze avond noemen ook juist het vaakst ‘betere/meer concrete informatie’. De informatie is dus goed, maar kan kennelijk altijd beter, nog meer op maat, zijn. Ook noemt men als tip een betere presentatie/organisatie/accommodatie/locatie. Bewoners met een maatwerkadvies hebben een specifiek profiel Bewoners met een maatwerkadvies verschillen van de bewoners die niet ingaan op deze mogelijkheid. Zo zijn ze vaker 35-44 jaar, hebben vaker kinderen tot 12 jaar en ze zijn vaker hoger opgeleid. Ze zijn waarschijnlijk vaker mensgericht (men vindt vaker de waarde belangrijk om bij de buren op bezoek te kunnen gaan). Ook hebben ze bijvoorbeeld de waarde ‘milieu’ hoog in het vaandel staan. Belangrijk is ook dat ze vaker nog maar kort (0 tot en met 10 jaar) in de woning wonen en ze zijn vaker van plan om de woning te gaan verbouwen in de komende vijf jaar. Bewoners die de buurtavonden bezoeken hebben een specifiek profiel Het gaat hier om bewoners, vaker mannen, die waarschijnlijk vaker mensgericht zijn, ook in de context van een buurtavond (men vindt vaker de waarde belangrijk om elkaar te helpen wanneer dat nodig is). Deze bewoners zeggen daarnaast vaker dat het belangrijk is dat in de woning milieubesparende voorzieningen worden aangebracht zoals zonne-energie. Bewoners ook die vaker een verbouwing binnen vijf jaar op de agenda hebben staan en vaker ‘hongerig’ zijn naar informatie over de vraag hoe dat milieubewust kan worden aangepakt. Ondersteuning in de vorm van ontzorging, informatie over geschikte aannemers, informatie over de terugverdientijd en een goedkope lening en een subsidie stimuleren hen vaker om te investeren in energiebesparende voorzieningen in de woning. Bewoners die een maatwerkadvies via de Salecogroep accepteren hebben een specifiek profiel Hier betreft het bewoners, relatief vaak 35-44 jaar, vaker vrouwen, vaker gezinnen met kinderen tot vier jaar, die waarschijnlijk vaker mensgericht zijn, ook in de context van sociale interactie aan de deur (men vindt vaker de waarde belangrijk om bij de buren op bezoek te kunnen gaan). Ook hier bewoners die vaker de waarde ‘milieu’ belangrijk vinden. Bewoners ook die vaker een verbouwing binnen vijf jaar op de agenda hebben staan. Ze zeggen vaker dat een Hr-ketel afwezig is en dat dak- of vlieringisolatie gedeeltelijk aanwezig is. Ondersteuning in de vorm van ontzorging, informatie over geschikte aannemers, en een goedkope lening stimuleert hen vaker om te investeren in energiebesparende voorzieningen in de woning. Huis-aan-huis-acties en buurtavonden prikkelen in beperkte mate Aan de respondenten is gevraagd wat hen prikkelt om energiebesparende voorzieningen te plaatsen. Een subsidie vormt de grootste prikkel (61,0%). Andere naar verhouding belangrijke prikkels zijn: informatie over de terugverdientijd/omvang besparingen (41,8%), informatie over hoe men de voorzieningen zelf kan plaatsen (39,7%) en informatie over energiebesparende producten (39,2%). Ook informatie over comfortverbetering (27,5%), informatie over geschikte aannemers (27,5%) en een goedkope lening (23,5%) is van belang. Het valt op dat huis-aan-huis-acties (11,9%), buurtinformatieavonden (11,4%), de acties waarop dit onderzoek zich richt, in beperkte mate een prikkel vormen om energiebesparende voorzieningen te plaatsen volgens de respondenten. Hetzelfde geldt voor ontzorging (15,9%).
Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
5
Onderzoek en Statistiek Haarlem
Samenvattingen, conclusies en slotbeschouwing
Resumé Dit onderzoek toont aan dat door buurtpresentaties, huis-aan-huis-acties en een maatwerkadvies, oudere eengezinskoopwoningen duurzaam worden verbeterd. Tegenover 158 maatwerkadviezen staan 87 verbeteringen (1: 0,6). Het onderzoek geeft informatie over de vraag hoe concrete verbeteringen nog in aantal kunnen toenemen. De beschikking over (goedkoop) geld, subsidies en allerlei informatie (zie toelichting hieronder) vormen een belangrijke impuls. Koppeling van de investeringen aan het natuurlijke moment van een grootschalige verbouwing vormt ook een belangrijk aanknopingspunt. Het in te zetten communicatiemiddel en de relatie tussen de doelgroep en het in te zetten communicatiemiddel is mede van belang. Dan valt op dat buurtavonden, huis-aan-huis-acties en ontzorging niet het grootste rendement opleveren. Acties die direct inspelen op een (aanzienlijke) subsidie, informatie over de terugverdientijd/omvang besparingen, informatie over hoe men de voorzieningen zelf kan plaatsen en informatie over energiebesparende producten, vormen een grotere impuls. Hetzelfde geldt voor acties die direct inspelen op informatie over comfortverbetering, informatie over geschikte aannemers en een goedkope lening. Wanneer dit lijstje wordt langsgelopen, dan zijn er wellicht ook aanknopingspunten om bewoners digitaal, via een website, te benaderen met informatie en de mogelijkheid voor een maatwerkadvies. Via die invalshoek kunnen mogelijk ook bewoners worden bereikt die minder mensgericht zijn; de bewoners die een impuls ontvangen via buurtavonden en huis-aan-huisacties hebben waarschijnlijk meer mensgerichte karakters. De hierboven genoemde kenmerken van bewoners die een maatwerkadvies vragen, kunnen gericht worden ingezet bij de benadering van de doelgroep. Zo blijkt er vooral ruimte te zijn voor ingrepen als bewoners nog niet zo lang in de woning wonen. Als men een verbouwing in het vizier heeft. Men jonge kinderen heeft, etc. Acties rondom een verhuizing of informatie via bouwmarkten, aannemers en op scholen, vormen dan bijvoorbeeld een aanknopingspunt. Enz. Veel bewoners (18,3%) blijken niet te weten of bodemisolatie aanwezig is: informatie/inzicht hieromtrent kan dus bijdragen aan energiebesparend gedrag.
Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
6
Onderzoek en Statistiek Haarlem
Inhoudsopgave
Samenvatting, conclusies en slotbeschouwing .....................................................................................3 Inhoudsopgave............................................................................................................................................7 1
Inleiding ................................................................................................................................................9 1.1 Aanleiding .......................................................................................................................................9 1.2 Opzet van het onderzoek en verslag veldwerk ..............................................................................9 1.3 Leeswijzer.....................................................................................................................................10
2
Uitgangssituatie .................................................................................................................................11 2.1 Inleiding ........................................................................................................................................11 2.2 Welke energiebesparende voorzieningen zijn wel/niet aanwezig in de woning?.........................11 2.3 Energiebesparende voorzieningen zelf geplaatst/laten plaatsen of door vorige bewoner?.........12 2.4 Is men actief bezig met energiebesparing?..................................................................................12 2.5 Welke waarde heeft energiebesparing in de woning?..................................................................13 2.6 Waarom zijn (sommige) energiebesparende voorzieningen niet aanwezig?...............................14
3
Buurtpresentatie ................................................................................................................................15 3.1 Inleiding ........................................................................................................................................15 3.2 Waarom is men er niet geweest? .................................................................................................15 3.3 Waarom is men er (wel) geweest? ...............................................................................................15 3.4 Wat vond men goed aan de buurtpresentatie? ............................................................................16 3.5 Wat vond men niet goed aan de buurtpresentatie? .....................................................................16 3.6 Welke tips hebben bezoekers van de buurtpresentatie voor de gemeente Haarlem? ................17 3.7 Heeft men een maatwerkadvies laten opstellen naar aanleiding van de buurtpresentatie?........17 3.8 Is men tevreden over het maatwerkadvies?.................................................................................17 3.9 Welke acties heeft men tot nu toe ondernomen?.........................................................................17 3.10 Wat heeft men concreet verbeterd op basis van het maatwerkadvies?.......................................18 3.11 Wat zijn de verschillen tussen bewoners die wel en niet naar de presentatie zijn geweest? ......18
4
De huis-aan-huis-actie door de Salecogroep .................................................................................21 4.1 Inleiding ........................................................................................................................................21 4.2 Wat is het aandeel huishoudens dat wel/niet een maatwerkadvies heeft laten opstellen? .........21 4.3 Waarom heeft men geen belangstelling voor een maatwerkadvies?...........................................21 4.4 Is men tevreden over het maatwerkadvies?.................................................................................22 4.5 Welke acties heeft men tot nu toe ondernomen?.........................................................................22 4.6 Wat heeft men concreet verbeterd op basis van het maatwerkadvies?.......................................22 4.7 Wat zijn de verschillen tussen huishoudens die wel en niet via de Salecogroep een maatwerkadvies hebben laten opstellen? ....................................................................................23
5
Stimulerende en remmende factoren ..............................................................................................25 5.1 Inleiding ........................................................................................................................................25 5.2 Welke acties helpen/zetten aan om energiebesparende voorzieningen te plaatsen? .................25 5.3 Hoe hoog moet een subsidie zijn om een stimulans te geven? ...................................................25 5.4 Geeft een verwachte daling van de terugverdientijd een stimulans?...........................................26 5.5 Stimuleert een toekomstige grootschalige verbouwing? ..............................................................26 5.6 Wat zijn de verschillen tussen bewoners die wel en niet een maatwerkadvies hebben laten opstellen? .....................................................................................................................................27
Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
7
Onderzoek en Statistiek Haarlem
Inhoudsopgave
Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
8
Onderzoek en Statistiek Haarlem
1
Inleiding
1.1
Aanleiding
De gemeente Haarlem hanteert de doelstelling klimaatneutraal. Om die reden is er een uitdaging de energiebesparing in het oudere eengezinskoopwoningen, met een bouwjaar tot 1990, op te voeren. Ingrepen die daarbij een rol kunnen spelen, zijn bijvoorbeeld het plaatsen van: dubbel glas, een Hr-ketel, spouwmuurisolatie, gevelisolatie, vloerisolatie, bodemisolatie en dak- of vlieringisolatie. De afdeling Milieu van de gemeente Haarlem, de opdrachtgever van dit onderzoek, heeft in 2010 een reeks buurtpresentaties over energiezuinig verbouwen van oudere eengezinskoopwoningen gehouden in Dietsveld (70), Vogelenbuurt (71), Indischebuurt-zuid (52), het zuidelijk deel van Indischebuurt-noord (53), Planetenwijk (62), Ramplaankwartier, een gedeelte van de Leidsebuurt (21) en in Schalkwijk (90, 91, 92 en 93). Naast de buurtpresentaties is er in 2010 in grote delen van Haarlem door de Salecogroep een huis-aan1 huis-actie georganiseerd onder bewoners in oudere eengezinskoopwoningen . De actie is – mede vanwege een goede landelijke subsidieregeling – redelijk succesvol. Ongeveer 20% van de op deze wijze benaderde Haarlemmers heeft gekozen voor een maatwerkadvies. De doelen van de genoemde acties zijn: bewustwording bevorderen, ernaar streven dat men zich laat adviseren via een maatwerkadvies en ontzorging, onder andere door de aanwezigheid van geschikte uitvoerders. Het uiteindelijke doel is dat particulieren concrete acties ondernemen op het gebied van duurzame woningverbetering. Het is onder andere de vraag wat de motieven zijn van de nee-zeggers van beide acties. Daarnaast is het de vraag waar men zit in het proces: of men al actie heeft ondernomen en hoe ja-zeggers kunnen worden geholpen. Tevens is het van belang meer zicht te krijgen op het profiel van de bewoners die ja en nee zeggen. Dat geeft inzicht in de vraag welke Haarlemmers tot nu toe zijn bereikt en welke niet. Hiermee worden tevens bouwstenen aangedragen ten behoeve van de toekomstige communicatie van de gemeente Haarlem voor de verschillende doelgroepen. 1.2
Opzet van het onderzoek en verslag veldwerk
Er is een vragenlijst ontwikkeld die is uitgezet in het Haarlemse digipanel. Daarnaast zijn 198 personen, die de buurtinformatieavonden hebben bezocht, gericht benaderd met een digitale vragenlijst via email. Het veldwerk vond plaats in november/december 2010. Er zijn onder andere vragen gesteld over: • de uitgangssituatie, zoals de mate van (niet) aanwezige energiebesparende voorzieningen; • de presentatie in de buurt over energiezuinig verbouwen (is men er wel/niet geweest; wat vond men er goed aan; is er een maatwerkadvies opgesteld; wat vindt men van dit advies; welke acties heeft men tot nu toe ondernomen, etc.); • de huis-aan-huis-actie van de Salecogroep (is er wel/niet een maatwerkadvies opgesteld; wat vindt men van dit advies; welke acties heeft men tot nu toe ondernomen, etc.); • stimulerende en remmende factoren voor energiebesparing in de woning (welke acties helpen/zetten aan om energiebesparende voorzieningen te plaatsen; hoe hoog moet een subsidie zijn om een stimulans te geven; biedt een grootschalige toekomstige verbouwing een stimulans, etc.).
1
Acties hebben plaats gehad in: Boerhaavewijk, Kleverpark, Frans Halsbuurt, Bomenbuurt, Overdelft, Sinneveld, Indischebuurt-noord, Vogelenbuurt, Dietsveld, Vondelkwartier, Spaarndam-west, Delftwijk, Indischebuurt-zuid, Transvaalbuurt, Planetenwijk, Zijlweg-oost, Zijlweg-west, Ramplaankwartier, Leidsevaartbuurt, Oosterduin, Houtvaartkwartier, Leidsebuurt en Rozenprieel. Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
9
Onderzoek en Statistiek Haarlem
Inleiding
De algehele respons is 48,6%. De respons onder de deelnemers aan de buurtpresentatie was iets lager: 40,9%. In de respons konden 378 voor dit onderzoek bruikbare enquêtes worden aangetroffen. Dit betreft respondenten in oudere eengezinskoopwoningen in de wijken waar de buurtpresentaties zijn gehouden en/of waar de Salecogroep is langs geweest. Er zitten 79 respondenten bij die een maatwerkadvies naar aanleiding van de buurtpresentatie hebben afgenomen. Er zijn eveneens 79 respondenten in de respons beschikbaar die een maatwerkadvies naar aanleiding van het bezoek van de Salecogroep hebben afgenomen. In totaal zitten er dus 158 respondenten met een maatwerkadvies in de respons. Daarnaast zijn 98 respondenten zich ervan bewust uitgenodigd te zijn voor de buurtpresentatie, doch men heeft die avond niet bezocht. Daarnaast zijn 145 respondenten zich bewust van de actie van de Salecogroep, doch men is niet overgegaan tot een maatwerkadvies. De respons is betrouwbaar op het 95% betrouwbaarheidsniveau. Voor de uitspraken in relatie tot de maatwerkadviezen via de Salecogroep is de betrouwbaarheid iets lager: 90%. In de tekst wordt soms gesproken over verschillen, bijvoorbeeld het verschil tussen bewoners die wel of niet de buurtavonden hebben bezocht. De verschillen die in dit verband worden genoemd zijn significante verschillen (betrouwbaarheidsniveau: 95%). 1.3
Leeswijzer
Dit rapport wordt vooraf gegaan door een samenvatting met conclusies en een slotbeschouwing. In hoofdstuk 2 wordt de uitgangssituatie in beeld gebracht. Een belangrijke vraag in dit verband betreft de mate dat energiebesparende voorzieningen wel/niet in de woning aanwezig zijn. Hoofdstuk 3 gaat in op de presentatie in de buurt over energiezuinig verbouwen. Hoofdstuk 4 beschrijft de bevindingen in relatie tot de huis-aan-huis-actie door de Salecogroep. Tenslotte wordt in hoofdstuk 5 ingegaan op stimulerende en remmende factoren voor energiebesparing in de oudere Haarlemse eengezinskoopwoningen.
Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
10
Onderzoek en Statistiek Haarlem
2
Uitgangssituatie
2.1
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt een beeld gegeven van de uitgangssituatie: het podium waarop de stimulans om te komen tot energiebesparing zich voltrekt. In een vijftal paragrafen worden de volgende vragen beantwoord: • Welke energiebesparende voorzieningen zijn wel/niet aanwezig in de woning? (2.2); • Energiebesparende voorzieningen zelf geplaatst/laten plaatsen of door vorige bewoner? (2.3); • Is men actief bezig met energiebesparing? (2.4); • Welke waarde heeft energiebesparing in de woning? (2.5); • Waarom zijn (sommige) energiebesparende voorzieningen niet aanwezig? (2.6). 2.2
Welke energiebesparende voorzieningen zijn wel/niet aanwezig in de woning?
De respondenten hebben aangegeven welke energiebesparende voorzieningen wel/niet (geheel of gedeeltelijk) aanwezig zijn in de woning. Bodemisolatie blijkt vaak geheel afwezig te zijn (68,3%). Ook vloerisolatie (59,3%) en buiten- of binnengevelisolatie (45,2%) zijn vaak geheel afwezig. Veel vaker kunnen we dubbel glas, dak- of vlieringisolatie en overige isolatie (leidingen en brievenbussen) aantreffen in de Haarlemse oudere eengezinskoopwoningen (zie afbeelding 2.1). Het valt op dat dubbel glas en overige isolatie vaak gedeeltelijk aanwezig zijn. Veel bewoners (18,3%) blijken daarnaast niet te weten of bodemisolatie aanwezig is (zie afbeelding 2.2).
Afb.2.1 Energiebesparende voorzieningen die geheel afwezig zijn in de woning
bodemisolatie vloerisolatie b.g. buiten- of binnengevelisolatie overige isolatie (leidingen, brievenbussen) dak- of vlieringisolatie dubbel glas 0,0
Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
10,0
11
20,0
30,0
40,0
50,0
60,0
70,0
80,0
Onderzoek en Statistiek Haarlem
Uitgangssituatie
Afb. 2.2 Energiebesparende voorzieningen die geheel/gedeeltelijk aanwezig zijn in de woning geheel gedeeltelijk afwezig weet niet bodemisolatie overige islolatie (leidingen, brievenbussen) buiten- of binnengevelisolatie vloerisolatie b.g. dak- of vlieringisolatie dubbel glas
n.v.t.
totaal
5,6 16,9
2,9 59,0
68,3 18,5
18,3 4,5
5,0 1,1
100,0 100,0
22,0 23,0 52,4 61,6
21,7 10,1 24,3 35,4
45,2 59,3 17,5 2,4
9,3 5,6 4,2 0,3
1,9 2,1 1,6 0,3
100,0 100,0 100,0 100,0
Afb. 2.3 Energiebesparende voorzieningen die aanwezig of afwezig zijn in de woning aanwezig hoog rendements (HR) ketel zonnepanelen zonneboiler
84,4 5,6 2,6
afwezig weet niet 14,3 92,3 94,4
0,3 0,0 0,0
n.v.t.
totaal
1,1 2,1 2,9
100,0 100,0 100,0
In 14,3% van de oudere eengezinskoopwoningen ontbreekt een Hr-ketel. In één op de twintig woningen (5,6%) blijken er zonnepanelen aanwezig te zijn. In bijna 3% van de woningen is een zonneboiler te vinden. 2.3
Energiebesparende voorzieningen zelf geplaatst/laten plaatsen of door vorige bewoner?
Men blijkt met name zelf actief te zijn: de energiebesparende voorzieningen heeft men voor 70% tot 100% (grotendeels) zelf geplaatst of laten plaatsen (zie afbeelding 2.4). Zonneboilers en zonnepanelen en de Hr-ketel heeft men (voornamelijk) zelf geplaatst of laten plaatsen. Buiten- of binnengevelisolatie en dubbel glas zijn voorzieningen die het vaakst door de vorige bewoner zijn geplaatst.
Afb.2.4 Aanwezige energiebesparende voorzieningen: grotendeels zelf geplaatst of laten plaatsen of hebben vorige bewoners dat (grotendeels) gedaan?
buiten- of binnengevelisolatie dubbel glas dak- of vlieringisolatie bodemisolatie vloerisolatie b.g. overige isolatie (leidingen, brievenbussen) hoog rendements (HR) Ketel zonnepanelen zonneboiler
2.4
(grotendeels) zelf geplaatst
(grotendeels) door vorige bewoners
70,9 75,5 77,9 78,1 84,8 85,4 89,3 95,2 100,0
29,1 24,5 22,1 21,9 15,2 14,6 10,7 4,8 0,0
Is men actief bezig met energiebesparing?
Een meerderheid van de Haarlemmers in oudere eengezinskoopwoningen (63,2%) zegt actief bezig te zijn om op het energieverbruik in en rond het huis te besparen. Dit is dus per saldo een goed vertrekpunt om energiebesparing te stimuleren (zie afbeelding 2.5). Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
12
Onderzoek en Statistiek Haarlem
Uitgangssituatie
Afb. 2.5 Actief bezig om op uw energieverbruik in en rond het huis te besparen?
37%
63%
ja
2.5
nee
Welke waarde heeft energiebesparing in de woning?
Dat in de woning milieubesparende voorzieningen worden aangebracht, zoals zonne-energie, vindt de helft van de ondervraagden belangrijk (zie afbeelding 2.6). Daarmee wordt duidelijk dat er een voedingsbodem is om energiebesparing te stimuleren. Ook maakt afbeelding 2.6 duidelijk dat deze bevinding in perspectief dient te worden geplaatst: er zijn woonwaarden die Haarlemmers in oudere eengezinskoopwoningen nog belangrijker vinden. De Haarlemmers in oudere eengezinskoopwoningen vinden met name belangrijk: ‘veiligheid’, ‘ruim voldoende geld naast de uitgaven aan de woning om van het leven te kunnen genieten’, ‘de aanwezigheid van voldoende ruimte in de woning’ en ‘dat je in de woning ongestoord op jezelf kunt zijn’. Bijna elke ondervraagde vindt deze waarden belangrijk (zie afbeelding 2.6).
Afb. 2.6 Het percentage van de respondenten dat deze woonwaarde belangrijk vindt. Woonwaarde
Percentage
Dat ik me rondom de woning helemaal veilig voel Dat er naast de uitgaven aan de woning ruim voldoende geld overblijft om te kunnen genieten De aanwezigheid van voldoende ruimte in de woning Dat je in de woning ongestoord op je zelf kunt zijn De bereidheid van mensen om elkaar te helpen wanneer dat nodig is De vrijheid om zelf te kunnen bepalen wat je aan de woning wilt veranderen De uitstraling van de woning (buiten) De zekerheid dat er zorg aan huis geboden wordt als dat nodig is Geen zorgen over het onderhoud van de woning De mogelijkheid om bij de buren op bezoek te kunnen gaan Dat ik mijn fiets buiten kan laten staan zonder deze op slot te hoeven zetten Dat in de woning milieubesparende voorzieningen worden aangebracht, zoals zonne-energie De luxe van een riante keuken of badkamer Het gemak van alle vertrekken gelijkvloers
Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
13
96,3 96,3 96,0 95,7 88,5 87,7 71,0 69,9 66,3 54,3 50,8 50,5 44,7 17,7
Onderzoek en Statistiek Haarlem
Uitgangssituatie 2.6
Waarom zijn (sommige) energiebesparende voorzieningen niet aanwezig?
De respondenten hebben 742 redenen gegeven als belemmering om de afwezige energiebesparende voorzieningen te plaatsen (men kon meerdere antwoorden geven, zie afbeelding 2.7). Financiële factoren vervullen daarbij de belangrijkste rol. Men noemt vooral gebrek aan geld (20,8%) of men meent dat voorzieningen financieel nauwelijks een besparend effect hebben (18,1%). Ook komt naar voren dat men het plaatsen van deze voorzieningen in de context ziet van een grootschalige verbouwing: 14,6% van de genoemde redenen heeft hierop betrekking. Tevens meent men relatief vaak dat de voorzieningen nauwelijks bijdragen aan verbetering van het comfort in huis (10,8% van de genoemde redenen). Gebrek aan tijd, eigen gedrag (vergeetachtig, laconiek, geen prioriteit) en onbekendheid met het effect van het plaatsen van deze voorzieningen, hebben in veel geringere mate invloed dan de hiervoor genoemde redenen (respectievelijk: 8,5%, 7,5% en 5,9%). Het feit dat de energiebesparende voorzieningen voor de milieuverbetering een druppel op de gloeiende plaat zijn, vormt in beperkte mate een belemmering (4,3%).
Afb. 2.7 Belemmeringen om afwezige energiebesparende voorzieningen te plaatsen (n=742) aantal percentage gebrek aan geld voorzieningen hebben financieel nauwelijks een besparend effect we gaan voorlopig niet grootschalig verbouwen voorzieningen dragen nauwelijks bij aan verbetering van het comfort in huis gebrek aan tijd eigen gedrag (vergeetachtig, laconiek, geen prioriteit) onbekendheid met het effect van het plaatsen van deze voorzieningen voorzieningen zijn voor de milieuverbetering een druppel op de gloeiende plaat anders
154 134 108 80
20,8 18,1 14,6 10,8
63 56 44 32
8,5 7,5 5,9 4,3
71
9,6
Totaal
742
100,0
Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
14
Onderzoek en Statistiek Haarlem
3
Buurtpresentatie
3.1
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de buurtpresentatie (zie hoofdstuk 1). De volgende vragen komen daarbij aan bod:. • Waarom is men er niet geweest? (3.2); • Waarom is men er (wel) geweest? (3.3); • Wat vond men goed aan de buurtpresentatie? (3.4); • Wat vond men niet goed aan de buurtpresentatie? (3.5); • Welke tips hebben bezoekers van de buurtpresentatie voor de gemeente Haarlem? (3.6); • Heeft men een maatwerkadvies laten opstellen naar aanleiding van de buurtpresentatie? (3.7); • Is men tevreden over het maatwerkadvies? (3.8); • Welke acties heeft men tot nu toe ondernomen? (3.9); • Wat heeft men concreet verbeterd op basis van het maatwerkadvies? (3.10); • Wat zijn de verschillen tussen bewoners die wel en niet naar de presentatie zijn geweest? (3.11).
3.2
Waarom is men er niet geweest?
De belangrijkste reden waarom men geen belangstelling heeft gehad voor de presentatie over energiezuinig verbouwen van de woning hangt samen met de financiën: 24,8% van de genoemde redenen betreft ‘ik heb geen geld voor deze investeringen’ (men kon meerdere antwoorden geven). Een bijna even groot aandeel (22,2%) heeft betrekking op items als ‘geen tijd/geen gelegenheid/vergeten’. Ook blijkt men al advies te hebben of men zegt bekend te zijn met de materie (11,1%). Ruim een tiende (10,3%) verwijst naar de ongepastheid van deze actie voor de betrokkene: zij komen niet in beweging door zo’n actie. Een nog kleiner deel van de antwoorden gaat daarnaast over: ‘heb geen vertrouwen in zo’n actie’ (6,8%), ‘huis is al goed geïsoleerd’ (6,8%), ‘heb angst dat door energiebesparende investeringen de WOZ-waarde zal stijgen’ (6,0%) en ‘ben niet bezig met energiebesparing’ (4,3%).
Afb. 3.1 Redenen geen belangstelling voor de presentatie over energiezuinig verbouwen (n=117) percentage ik heb geen geld voor deze investeringen geen tijd/geen gelegenheid/vergeten heb al advies/ben er al bekend mee kom niet in beweging door zo’n actie heb geen vertrouwen in zo’n actie huis is al goed geïsoleerd heb angst dat door energiebesparende investeringen de WOZ-waarde zal stijgen ben niet bezig met energiebesparing anders Totaal
3.3
24,8 22,2 11,1 10,3 6,8 6,8 6,0 4,3 7,7 100,0
Waarom is men er (wel) geweest?
Van alle genoemde redenen is informatiebehoefte/belangstelling veruit het belangrijkste motief (68,3%). Ruim één op de tien motieven (11,0%) hangt specifiek samen met het label/het maatwerkadvies en 7,3% met de reden ‘we gaan verbouwen’. Geld besparen/subsidiemogelijkheden (3,7%), de wil om te isoleren (2,4%) en het milieu (1,2%) spelen in beperkte mate een rol (zie afbeelding 3.2).
Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
15
Onderzoek en Statistiek Haarlem
Buurtpresentatie
Afb. 3.2 Redenen belangstelling voor de presentatie over energiezuinig verbouwen (n=82) percentage informatiebehoefte/belangstelling het label/maatwerkadvies we gaan verbouwen geld besparen/subsidiemogelijkheden wil isoleren milieu overig
68,3 11,0 7,3 3,7 2,4 1,2 6,1
Totaal
3.4
100,0
Wat vond men goed aan de buurtpresentatie?
Twee redenen springen eruit bij de vraag wat men goed vond aan de buurtpresentatie: ‘algemeen informatief/helderheid/duidelijkheid’ (32,9% van de genoemde redenen; men kon meerdere antwoorden geven) en ‘het overzicht (van de mogelijkheden)’ (30,1%). Bijna 10% heeft betrekking op de informatie over rendement/besparingseffecten (zie verder afbeelding 3.2).
Afb. 3.3 Wat men goed vond aan de presentatie over energiezuinig verbouwen (n=73) percentage algemeen informatief/helderheid/duidelijkheid het overzicht (van de mogelijkheden) informatie over rendement/besparingseffecten ok/aardig/in orde maatwerk enthousiasme/betrokkenheid gemeente overig
32,9 30,1 9,6 9,6 4,1 4,1 9,6
Totaal
3.5
100,0
Wat vond men niet goed aan de buurtpresentatie?
Bij de vraag wat men niet goed vond aan de buurtpresentatie (men kon meerdere antwoorden geven) hebben de meeste antwoorden (37,7%) betrekking op het feit dat men juist expliciet aangeeft geen opmerkingen te hebben. Relatief weinig antwoorden hebben derhalve betrekking op wat men er niet goed aan vond. De meeste expliciete antwoorden hebben betrekking op het gegeven dat men het niet informatief genoeg vond (21,3%) en de wijze van presentatie (11,5%; zie verder afbeelding 3.4).
Afb. 3.4 Wat men niet goed vond aan de presentatie over energiezuinig verbouwen (n=61) percentage expliciet aangegeven: geen opmerkingen niet informatief genoeg wijze van presentatie beperkte subsidiemogelijkheden openheid over terugverdientijd/onrealistische berekeningen eigen belang aannemer/te commercieel omgang met publiek overig Totaal Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
37,7 21,3 11,5 8,2 6,6 6,6 3,3 4,9 100,0
16
Onderzoek en Statistiek Haarlem
Buurtpresentatie 3.6
Welke tips hebben bezoekers van de buurtpresentatie voor de gemeente Haarlem?
De meeste tips die men heeft (men kom meerdere antwoorden geven) hebben betrekking op betere/meer concrete informatie (34,5%). Ook refereert men aan een betere presentatie/organisatie/accommodatie/locatie (19,0%). Bij ruim een vijfde (22,4%) van de antwoorden geeft men expliciet aan geen tips te hebben (zie verder afbeelding 3.5).
Afb. 3.5 Tips die bezoekers van de presentatie hebben voor de gemeente Haarlem (n=58) percentage betere/meer concrete informatie geen tips betere presentatie/organisatie/accomodatie/locatie natraject/controle beter/info blijven geven meer subsidie/geld overheid overig
34,5 22,4 19,0 12,1 6,9 5,2
Totaal
3.7
100,0
Heeft men een maatwerkadvies laten opstellen naar aanleiding van de buurtpresentatie?
79 respondenten hebben een maatwerkadvies laten opstellen naar aanleiding van de buurtpresentatie. Dit cijfer kan verder nergens aan gerelateerd worden: in het onderzoek zijn bezoekers van de buurpresentatie namelijk gericht benaderd via een emailadres dat men op de buurtavond heeft achtergelaten. 3.8
Is men tevreden over het maatwerkadvies?
Een ruime meerderheid (70,9%) is tevreden over het maatwerkadvies. Een kleine groep (13,9%) is ontevreden (zie afbeelding 3.6).
Afb. 3.6 In welke mate men tevreden is met het maatwerkadvies (n=79) percentage zeer tevreden tevreden niet tevreden/niet ontevreden ontevreden zeer ontevreden
15,2 55,7 15,2 10,1 3,8
Totaal
3.9
100,0
Welke acties heeft men tot nu toe ondernomen?
In de meeste gevallen heeft men geen acties ondernomen (68,9%). 8,2% heeft een aannemer/expert opdracht gegeven om energiebesparende voorzieningen te plaatsen en 6,6% heeft offertes opgevraagd (men kon meerdere acties noemen). Weinigen (1,6%) hebben voorzieningen als doe-het-zelver geplaatst (zie verder afbeelding 3.7).
Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
17
Onderzoek en Statistiek Haarlem
Buurtpresentatie
Afb. 3.7 Acties naar aanleiding van het maatwerkadvies (n=61) percentage geen acties heb een aannemer/expert opdracht gegeven om energiebesparende voorzieningen te plaatsen offerte(s) opgevraagd er komen investeringen advies nog niet binnen verder advies gevraagd heb (als doe het zelver) energiebesparende voorzieningen geplaatst anders
68,9 8,2 6,6 4,9 3,3 1,6 1,6 4,9
Totaal
3.10
100,0
Wat heeft men concreet verbeterd op basis van het maatwerkadvies?
In totaal konden er 45 concrete verbeteringen naar aanleiding van het maatwerkadvies worden geteld in het bestand (men kom meerdere antwoorden geven). De meeste verbeteringen hebben betrekking op dubbel glas (27,1%) en buiten- of binnengevelisolatie (20,8%; zie verder afbeelding 3.8).
Afb. 3.8 Concrete verbeteringen naar aanleiding van het maatwerkadvies aantal
percentage
dubbel glas; buiten- of binnengevelisolatie dak- of vlieringisolatie vloerisolatie (isolatie vloer op begane grond woning) bodemisolatie overige isolatie (leidingen, brievenbussen) hoog rendements (HR) ketel zonnepanelen zonneboiler
13 10 7 6 2 3 2 2 3
27,1 20,8 14,6 12,5 4,2 6,3 4,2 4,2 6,3
Totaal
48
100,0
3.11
Wat zijn de verschillen tussen bewoners die wel en niet naar de presentatie zijn geweest?
Is er een verschil tussen de buurtbewoners die zeggen de buurtavond te hebben bezocht (84) en zij die voor de buurpresentatie waren uitgenodigd maar niet zijn gekomen (110)? Ja. Zij die de buurtavond hebben bezocht, geven vaker aan dat: • de bereidheid van mensen om elkaar te helpen wanneer dat nodig is, belangrijk is; • dat in de woning milieubesparende voorzieningen worden aangebracht, zoals zonne-energie, belangrijk is; • dat ze van het mannelijke geslacht zijn; • dat ze van plan zijn om de woning grootschalig te gaan verbouwen in de komende vijf jaar; • dat ze buurtinformatieavonden belangrijk vinden als medium dat burgers helpt/aanzet om energiebesparende voorzieningen te plaatsen; • dat ze informatie over energiebesparende producten belangrijk vinden als medium dat burgers helpt/aanzet om energiebesparende voorzieningen te plaatsen; • dat informatie over terugverdientijd/omvang besparingen hen helpt/aanzet om te investeren in energiebesparende voorzieningen in de woning; Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
18
Onderzoek en Statistiek Haarlem
Buurtpresentatie • • • •
dat informatie over geschikte aannemers hen helpt/aanzet om te investeren in energiebesparende voorzieningen in de woning; dat ontzorging hen helpt/aanzet om te investeren in energiebesparende voorzieningen in de woning; dat een subsidie hen helpt/aanzet om te investeren in energiebesparende voorzieningen in de woning; dat een goedkope lening hen helpt/aanzet om te investeren in energiebesparende voorzieningen in de woning.
Het gaat hier om bewoners, vaker mannen, die waarschijnlijk vaker mensgericht zijn, ook in de context van een buurtavond (men vindt vaker de waarde belangrijk om elkaar te helpen wanneer dat nodig is). Deze bewoners zeggen daarnaast vaker dat het belangrijk is dat in de woning milieubesparende voorzieningen worden aangebracht zoals zonne-energie. Bewoners ook die vaker een verbouwing binnen vijf jaar op de agenda hebben staan en vaker ‘hongerig’ zijn naar informatie over de vraag hoe dat milieubewust kan worden aangepakt. Ondersteuning in de vorm van ontzorging, informatie over geschikte aannemers, informatie over de terugverdientijd en een goedkope lening en een subsidie stimuleren hen vaker om te investeren in energiebesparende voorzieningen in de woning.
Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
19
Onderzoek en Statistiek Haarlem
Buurtpresentatie
Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
20
Onderzoek en Statistiek Haarlem
4
De huis-aan-huis-actie door de Salecogroep
4.1
Inleiding
In dit hoofdstuk staat de huis-aan-huis-actie door de Salecogroep centraal (zie hoofdstuk 1). De volgende vragen worden beantwoord: • Wat is het aandeel huishoudens dat wel/niet een maatwerkadvies heeft laten opstellen? (4.2); • Waarom heeft men geen belangstelling voor een maatwerkadvies? (4.3); • Is men tevreden over het maatwerkadvies? (4.4); • Welke acties heeft men tot nu toe ondernomen? (4.5); • Wat heeft men concreet verbeterd op basis van het maatwerkadvies? (4.6); • Wat zijn de verschillen tussen huishoudens die wel en niet via de Salecogroep een maatwerkadvies hebben laten opstellen? (4.7). 4.2
Wat is het aandeel huishoudens dat wel/niet een maatwerkadvies heeft laten opstellen?
79 huishoudens hebben naar aanleiding van de huis-aan-huis-actie door de Salecogroep een maatwerkadvies laten opstellen. Dit is 21% van alle respondenten, 26% als wordt afgezien van de respondenten die gericht zijn benaderd naar aanleiding van hun bezoek op de buurtavonden. 4.3
Waarom heeft men geen belangstelling voor een maatwerkadvies?
De belangrijkste reden waarom men geen belangstelling heeft voor een maatwerkadvies is dat men zegt geen geld te hebben voor investeringen (24,9% van de genoemden antwoorden; men kon meerdere antwoorden geven). Een vijfde van de antwoorden heeft betrekking op het feit dat men geen vertrouwen heeft in de actie (20.1%). Andere meest genoemde antwoorden zijn ‘heb al advies/ben er al bekend’, ‘kom niet in beweging door zo’n actie’(5,3%) en ‘heb angst dat door energiebesparende investeringen de WOZ-waarde zal stijgen’(5,8%).
Afb.4.1 Redenen geen belangstelling voor een maatwerkadvies (n=189) percentage ik heb geen geld voor deze investeringen heb geen vertrouwen in zo’n actie heb al advies/ben er al bekend mee kom niet in beweging door zo’n actie heb angst dat door energiebesparende investeringen de WOZ-waarde zal stijgen geen tijd/geen zin/gedoe ben niet bezig met energiebesparing huis is al goed geisoleerd ben (geloof ik) niet uitgenodigd niet gekomen/nog geen reactie anders Totaal
Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
24,9 20,1 13,8 11,1 5,8 5,3 4,8 3,7 3,2 3,2 4,2 100,0
21
Onderzoek en Statistiek Haarlem
Buurtpresentatie 4.4
Is men tevreden over het maatwerkadvies?
Een ruime meerderheid (67,1%) is tevreden over het maatwerkadvies. Een kleine groep (10,1%) is ontevreden (zie afbeelding 4.2).
Afb. 4.2 In welke mate men tevreden is met het maatwerkadvies (n=79) percentage zeer tevreden tevreden niet tevreden/niet ontevreden ontevreden zeer ontevreden
24,1 43,0 22,8 8,9 1,3
Totaal
4.5
100,0
Welke acties heeft men tot nu toe ondernomen?
In de meeste gevallen heeft men geen acties ondernomen (62,9%; men kon meerdere acties noemen). 11,2% van de acties betreft ‘offerte(s) opgevraagd’ (zie verder afbeelding 4.3).
Afb. 4.3 Acties naar aanleiding van het maatwerkadvies (n=89) percentage geen acties offerte(s) opgevraagd verder advies gevraagd heb (als doe het zelver) energiebesparende voorzieningen geplaatst advies nog niet binnen heb een aannemer/expert opdracht gegeven om energiebesparende voorzieningen te plaatsen er komen investeringen anders
62,9 11,2 5,6 5,6 4,5 3,4 3,4 3,4
Totaal
4.6
100,0
Wat heeft men concreet verbeterd op basis van het maatwerkadvies?
In totaal konden er 39 concrete verbeteringen naar aanleiding van het maatwerkadvies worden geteld in het bestand (men kom meerdere antwoorden geven). De meeste verbeteringen hebben betrekking op overige isolatie (leidingen, brievenbussen, 23,1%), dubbel glas (17,9%) en buiten- of binnengevelisolatie (15,4%; zie verder afbeelding 4.4).
Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
22
Onderzoek en Statistiek Haarlem
Buurtpresentatie
Afb. 4.4 Concrete verbeteringen naar aanleiding van het maatwerkadvies
overige isolatie (leidingen, brievenbussen) dubbel glas; buiten- of binnengevelisolatie vloerisolatie (isolatie vloer op begane grond woning) bodemisolatie dak- of vlieringisolatie zonnepanelen zonneboiler hoog rendements (HR) ketel Totaal
4.7
aantal
percentage
9 7 6 4 4 3 3 2 1
23,1 17,9 15,4 10,3 10,3 7,7 7,7 5,1 2,6
39
100,0
Wat zijn de verschillen tussen huishoudens die wel en niet via de Salecogroep een maatwerkadvies hebben laten opstellen?
Is er een verschil tussen de buurtbewoners die een maatwerkadvies hebben geaccepteerd (79) en zij (145) die dat niet hebben geaccepteerd (via de Salecogroep)? Ja. Zij die een maatwerkadvies hebben geaccepteerd: • zijn vaker 35-44 jaar; • zeggen vaker dat het belangrijk is dat er in de woning milieubesparende voorzieningen worden aangebracht, zoals zonne-energie; • zeggen vaker dat de mogelijkheid om bij de buren op bezoek te gaan belangrijk is; • hebben vaker thuiswonende kinderen die jonger zijn dan vier jaar; • zeggen vaker dat ze van plan zijn om de woning grootschalig te gaan verbouwen in de komende vijf jaar; • zeggen vaker dat dak- of vlieringisolatie gedeeltelijk aanwezig is; • zeggen vaker dat een Hr-ketel afwezig is; • zeggen vaker dat een daling van de terugverdientijd hen aanzet om te investeren in energiebesparing in de woning; • zeggen vaker dat huis-aan-huis acties hen helpt/aanzet om te investeren in energiebesparende voorzieningen in de woning; • dat informatie over geschikte aannemers hen helpt/aanzet om te investeren in energiebesparende voorzieningen in de woning • dat ontzorging hen helpt/aanzet om te investeren in energiebesparende voorzieningen in de woning; • dat een goedkope lening hen (enigszins) helpt/aanzet om te investeren in energiebesparende voorzieningen in de woning. Hier betreft het bewoners, relatief vaak 35-44 jaar, vaker vrouwen, vaker gezinnen met kinderen tot vier jaar, die waarschijnlijk vaker mensgericht zijn, ook in de context van sociale interactie aan de deur (men vindt vaker de waarde belangrijk om bij de buren op bezoek te kunnen gaan). Ook hier bewoners die vaker de waarde ‘milieu’ belangrijk vinden. Bewoners ook die vaker een verbouwing binnen vijf jaar op de agenda hebben staan. Ze zeggen vaker dat een Hr-ketel afwezig is en dat dak- of vlieringisolatie gedeeltelijk aanwezig is. Ondersteuning in de vorm van ontzorging, informatie over geschikte aannemers, en een goedkope lening stimuleert hen vaker om te investeren in energiebesparende voorzieningen in de woning.
Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
23
Onderzoek en Statistiek Haarlem
Buurtpresentatie
Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
24
Onderzoek en Statistiek Haarlem
5
Stimulerende en remmende factoren
5.1
Inleiding
In dit slothoofdstuk wordt nog expliciet ingegaan op een aantal gegevens die (meer) licht kunnen werpen op de vraag wat wel/niet stimulerende factoren zijn voor energiebesparing in de woning. De volgende vragen komen aan bod: • Welke acties helpen/zetten aan om energiebesparende voorzieningen te plaatsen? (5.2); • Hoe hoog moet een subsidie zijn om een stimulans te geven? (5.3); • Geeft een verwachte daling van de terugverdientijd een stimulans? (5.4); • Stimuleert een toekomstige grootschalige verbouwing? (5.5); • Wat zijn de verschillen tussen bewoners die wel en niet een maatwerkadvies hebben laten opstellen? (5.6). 5.2
Welke acties helpen/zetten aan om energiebesparende voorzieningen te plaatsen?
Vooral de factor ‘subsidie’ geeft volgens de respondenten een stimulans om energiebesparende voorzieningen te plaatsen; voor 61,9% van de ondervraagden vormt het een prikkel. Andere naar verhouding belangrijke prikkels zijn: informatie over de terugverdientijd/omvang besparingen (41,8%), informatie over hoe men de voorzieningen zelf kan plaatsen (39,7%) en informatie over energiebesparende producten (39,2%). Ook informatie over comfortverbetering (27,5%), informatie over geschikte aannemers (27,5%) en een goedkope lening (23,5%) is van belang. Het valt op dat huis-aan-huis-acties (11,9%) en buurtinformatieavonden (11,4%), de acties waarop dit onderzoek zich richt, in beperkte mate een prikkel vormen om energiebesparende voorzieningen te plaatsen. Hetzelfde geldt voor ontzorging (15,9%).
Afb. 5.1 Aandeel bewoners voor wie de betreffende actie een prikkel vormt om energiebesparende voorzieningen te plaatsen percentage een subsidie informatie over de terugverdientijd/omvang besparingen informatie over hoe ik voorzieningen zelf kan plaatsen informatie over energiebesparende producten informatie over comfortverbetering informatie over geschikte aannemers een goedkope lening (2% rente) ontzorging (bijv. hulp bij offertes opvragen) huis-aan-huis-acties buurtinformatieavonden
5.3
61,9 41,8 39,7 39,2 27,5 27,5 23,5 15,9 11,9 11,4
Hoe hoog moet een subsidie zijn om een stimulans te geven?
Aan de respondenten die hebben aangegeven dat een subsidie een prikkel vormt om te stimuleren in energiebesparende voorzieningen is gevraagd naar de hoogte van de subsidie. Meer specifiek luidde de vraag: ‘Hoe hoog zou de subsidie moeten zijn om in de komende 12 maanden energiebesparende voorzieningen te (laten) plaatsen?’ De respondenten hebben dit minimale bedrag weergegeven in een percentage van de totale kosten. Het gemiddeld percentage van de respondenten is 35,6. Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
25
Onderzoek en Statistiek Haarlem
Stimulerende en remmende factoren Voor 11,3% van de respondenten zou de subsidie minimaal 10% of lager moeten zijn. Bijna de helft van de respondenten (48,2%) steekt in op een subsidie van 25% of lager (zie verder afbeelding 5.2).
Afb. 5.2 Hoogte minimale subsidie om in de komende 12 maanden energiebesparende voorzieningen te (laten) plaatsen
5.4
hoogte subsidie (in % totale kosten)
Cumulatief %
5 10 15 20 25 30 33 35 40 45 50 60 65 70 75 80 100
1,3 11,3 15,0 28,2 48,2 59,8 61,1 62,5 68,1 68,4 86,7 88,0 88,4 91,0 95,3 97,0 100,0
Geeft een verwachte daling van de terugverdientijd een stimulans?
De afgelopen jaren zijn de energieprijzen gestegen. Ook in de nabije toekomst zullen de prijzen hoogstwaarschijnlijk stijgen. Hierdoor zou de terugverdientijd van bijvoorbeeld gevelisolatie wel eens kunnen dalen van 7 naar 4 jaar. Aan de respondenten is gevraagd of de bovengenoemde daling van terugverdientijd hen zal aanzetten te investeren in energiebesparende voorzieningen in de woning. Voor ruim een vijfde (21,4%) is dat helemaal het geval. Meer dan de helft (54,2%) zegt dat dit enigszins het geval is. Voor 24,3% vormt de terugverdientijd helemaal geen overweging om te investeren in energiebesparende voorzieningen in de woning. 5.5
Stimuleert een toekomstige grootschalige verbouwing?
Eén van de enquêtevragen luidt: ‘Bent u van plan om uw woning grootschalig te gaan verbouwen in de komende vijf jaar?’. Bijna één op de tien (9,8%) antwoordt bevestigend op die vraag en 18,0% zegt het misschien te gaan doen. Van hen die de komende vijf jaar (misschien) grootschalig willen gaan verbouwen geeft een ruime meerderheid (67,9%) aan dat men overweegt om in het kader hiervan energiebesparende voorzieningen te plaatsen in de woning. Daar bovenop zegt nog eens 30,2% het misschien te gaan doen (nee: 1,9%).
Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
26
Onderzoek en Statistiek Haarlem
Stimulerende en remmende factoren 5.6 Wat zijn de verschillen tussen bewoners die wel en niet een maatwerkadvies hebben laten opstellen? Heeft de totale groep respondenten met een maatwerkadvies, zowel via de buurtavonden als de Salecogroep, een afwijkend profiel ten opzichte van hen die geen maatwerkadvies hebben laten opstellen? Ja. Zij die een maatwerkadvies hebben laten opstellen: • zijn vaker 35-44 jaar; • zijn vaker hoger opgeleid; • vinden het vaker belangrijk dat er milieubesparende voorzieningen in de woning worden aangebracht, zoals zonne-energie; • vinden de mogelijkheid om bij de buren op bezoek te kunnen gaan vaker belangrijk; • hebben vaker kinderen jonger dan vier jaar en kinderen van vier tot en met 11 jaar; • hebben minder vaak kinderen in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar; • zijn vaker van plan om de woning grootschalig te gaan verbouwen in de komende vijf jaar; • wonen vaker kort in de woning (woonduur van 0 tot en met 10 jaar); • wonen vaker in woningen waar dak- en vlieringisolatie gedeeltelijk aanwezig is (het is minder vaak geheel aanwezig); • wonen vaker in woningen waar vloerisolatie (isolatie vloer op de begane grond) afwezig is; • zeggen vaker dat informatie over terugverdientijd/omvang besparingen hen helpt/aanzet om te investeren in energiebesparende voorzieningen in de woning • zeggen vaker dat ze buurtinformatieavonden en huis-aan-huis-acties belangrijk vinden als medium dat burgers helpt/aanzet om energiebesparende voorzieningen te plaatsen; • zeggen vaker dat informatie over geschikte aannemers hen helpt/aanzet om te investeren in energiebesparende voorzieningen in de woning; • zeggen vaker dat ontzorging hen helpt/aanzet om te investeren in energiebesparende voorzieningen in de woning; • zeggen vaker dat een subsidie hen helpt/aanzet om te investeren in energiebesparende voorzieningen in de woning; • zeggen vaker dat een goedkope lening hen helpt/aanzet om te investeren in energiebesparende voorzieningen in de woning. Bewoners met een maatwerkadvies verschillen dus van de bewoners die niet ingaan op deze mogelijkheid. Zo zijn ze vaker 35-44 jaar, hebben vaker kinderen tot 12 jaar en ze zijn vaker hoger opgeleid. Ze zijn waarschijnlijk vaker mensgericht (men vindt vaker de waarde belangrijk om bij de buren op bezoek te kunnen gaan). Ook hebben ze bijvoorbeeld de waarde ‘milieu’ hoog in het vaandel staan. Belangrijk is ook dat ze vaker nog maar kort (0 tot en met 10 jaar) in de woning wonen en ze zijn vaker van plan om de woning te gaan verbouwen in de komende vijf jaar.
Duurzame verbetering oudere eengezinskoopwoningen
27
Onderzoek en Statistiek Haarlem