Verbetering Zwemvaardigheid In de stimuleringsregeling zwemvaardigheid (2002-2005) zijn inzichten verkregen in de effecten van maatregelen om de zwemvaardigheid van kinderen te verbeteren. Aan de hand van het rapport “Het hoofd boven water houden” is een Plan van Aanpak opgesteld hoe de zwemvaardigheid van kinderen verder kan worden verbeterd en hoe verdere verankering in bestaand lokaal beleid kan worden gerealiseerd. In opdracht van het ministerie van OCW vindt, door Vereniging Sport en Gemeenten, uitvoering plaats van het Plan van Aanpak in samenspraak met het ministerie van VWS. Met behulp van deze vragenlijst willen we graag inzichten verkrijgen van de effecten van de stimuleringsregeling zwemvaardigheid. We vragen dan ook om de vragen te laten invullen door een sportfunctionaris binnen uw gemeente. Deze vragenlijst zal verstuurd worden naar alle gemeenten in Nederland. 1. Naam contactpersoon (naam en voornaam voluit)*
2. Functie *
3. Postadres (straat en huisnummer) *
4. Postcode *
5. Plaats *
6. Telefoon *
7. Gemeente *
8. CBS nummer gemeente
9. Afdeling *
10. E-mail *
Eigendoms-, beheers- en exploitatiegegevens. 11. Is/zijn er (een) zwembad(en) in de gemeente? * Ja nee (ga door naar vraag 56) 12. Hoeveel zwembaden zijn er in de gemeente? 1 zwembad 2 zwembaden 3 zwembaden 4 zwembaden 5 zwembaden 6 zwembaden 7 zwembaden 8 zwembaden 9 zwembaden 10 zwembaden meer dan 10 zwembaden 13. Zijn/is er (een) zwembad(en) in de gemeente waarvan het eigendom, het beheer en de exploitatie in handen is van de gemeente? Ja nee beide 14. Naam Zwembad 1 + adres, postcode en plaats
15. Welke exploitatievorm heeft zwembad 1? eigendom beheer eigendom en exploitatie door gemeente eigendom gemeente, particuliere exploitatie particulier eigendom anders (Indien er in de gemeente meerdere zwembaden zijn, graag de gegevens van alle baden invullen. Is er in de gemeente 1 zwembad of heeft u de gegevens van alle aanwezige zwembaden ingevuld, dan kunt u doorgaan naar vraag 34). 16. Naam Zwembad 2 + adres, postcode en plaats
17. Welke exploitatievorm heeft/hebben het/de zwembad(en) eigendom beheer eigendom en exploitatiedoor gemeente eigendom gemeente, particuliere exploitatie particulier eigendom anders 18. Naam Zwembad 3 + adres, postcode en plaats
19. Welke exploitatievorm heeft/hebben het/de zwembad(en) eigendom beheer
eigendom en exploitatiedoor gemeente eigendom gemeente, particuliere exploitatie particulier eigendom anders
20. Naam Zwembad 4 + adres, postcode en plaats
21. Welke exploitatievorm heeft/hebben het/de zwembad(en) eigendom beheer eigendom en exploitatiedoor gemeente eigendom gemeente, particuliere exploitatie particulier eigendom anders 22. Naam Zwembad 5 + adres, postcode en plaats
23. Welke exploitatievorm heeft/hebben het/de zwembad(en) eigendom beheer eigendom en exploitatiedoor gemeente eigendom gemeente, particuliere exploitatie particulier eigendom anders 24. Naam Zwembad 6 + adres, postcode en plaats
25. Welke exploitatievorm heeft/hebben het/de zwembad(en) eigendom beheer eigendom en exploitatiedoor gemeente eigendom gemeente, particuliere exploitatie particulier eigendom anders 26. Naam Zwembad 7 + adres, postcode en plaats
27. Welke exploitatievorm heeft/hebben het/de zwembad(en) eigendom beheer eigendom en exploitatiedoor gemeente eigendom gemeente, particuliere exploitatie particulier eigendom anders 28. Naam Zwembad 8 + adres, postcode en plaats
29. Welke exploitatievorm heeft/hebben het/de zwembad(en) eigendom beheer
eigendom en exploitatiedoor gemeente eigendom gemeente, particuliere exploitatie particulier eigendom anders
30. Naam Zwembad 9 + adres, postcode en plaats
31. Welke exploitatievorm heeft/hebben het/de zwembad(en) eigendom beheer eigendom en exploitatiedoor gemeente eigendom gemeente, particuliere exploitatie particulier eigendom anders 32. Naam Zwembad 10 + adres, postcode en plaats
33. Welke exploitatievorm heeft/hebben het/de zwembad(en) eigendom beheer eigendom en exploitatiedoor gemeente eigendom gemeente, particuliere exploitatie particulier eigendom anders (School)zwemmen 34. Zijn er in de gemeente wachtlijsten voor zwemles diploma A? * ja nee (Indien nee, ga door naar naar vraag 38). 35. Hoe groot is de wachtlijst in maanden? kleiner dan 3 maanden 3 tot en met 6 maanden 7 tot en met 12 maanden 13 tot en met 18 maanden groter dan 19 maanden 36. Wat is de oorzaak van het ontstaan van de wachtlijst naar uw mening? te weinig zwemwater beschikbaar te weinig personeel beschikbaar anders
37. Is dit probleem in verhouding met recent verleden toegenomen, afgenomen of gelijk gebleven? afgelopen 3 jaar toegenomen afgelopen 3 jaar afgenomen afgelopen 3 jaar gelijk gebleven 38. Is er gemeentelijk beleid om kinderen zwemvaardigheid/-veiligheid aan te leren? * ja nee weet niet
39. Wordt zwemvaardigheid in de gemeente gemeten? * ja nee (Indien nee, ga door naar vraag 42) 40. Hoe vaak wordt zwemvaardigheid in de gemeente gemeten? Ja, 1 x per jaar Ja, 1 x per 2 jaar anders
41. Wie meet de zwemvaardigheid? gemeente onderwijs zwembad 42. Kent u (de uitkomsten van) de Stimuleringsregeling Zwemvaardigheid (2002-2005)? * ja nee 43. Heeft u het rapport „Het hoofd boven water houden‟? * ja nee 44. Is er in uw gemeente schoolzwemmen? * ja, groep 3 en 4 ja, groep 5 en 6 ja, groep 7 en 8 nee (Indien nee, ga door naar vraag 56) 45. Hoeveel scholen in het primair onderwijs maken er geen gebruik van het schoolzwemmen in de gemeente? * 0 scholen 1 school 2 scholen 3 scholen 4 scholen 5 scholen 6 scholen 7 scholen 8 scholen 9 scholen 10 scholen meer dan 10 scholen 46. Hoeveel scholen in het primaire onderwijs maken wel gebruik van het schoolzwemmen in de gemeente? * 0 scholen 1 school 2 scholen 3 scholen 4 scholen 5 scholen 6 scholen 7 scholen 8 scholen 9 scholen 10 scholen meer dan 10 scholen
47. Hoe zijn deze scholen te verdelen als het gaat om de herkomst? Scholen uit eigen plaats Scholen uit aangrenzende kern Scholen uit verder weg gelegen kernen dan de aangrenzende kernen 48. Hoeveel scholen komen er uit de eigen plaats? 0 scholen 1 school 2 scholen 3 scholen 4 scholen 5 scholen 6 scholen 7 scholen 8 scholen 9 scholen 10 scholen meer dan 10 scholen 49. Hoe wordt, voor de scholen die uit de eigen plaats komen, doorgaans het vervoer geregeld? lopen fiets auto inhuren bus bus openbaar vervoer anders
Indien er alleen scholen uit de eigen plaats komen schoolzwemmen, kunt u verder gaan met vraag 54 50. Hoeveel scholen komen uit aangrenzende kernen? 0 scholen 1 school 2 scholen 3 scholen 4 scholen 5 scholen 6 scholen 7 scholen 8 scholen 9 scholen 10 scholen meer dan 10 scholen 51. Hoe wordt, voor de scholen die uit aangrenzende kernen komen, doorgaans het vervoer geregeld? fiets auto inhuren bus bus openbaar vervoer anders 52. Hoeveel scholen komen uit verder weg gelegen kernen dan de aangrenzende kern? 0 scholen 1 school 2 scholen 3 scholen 4 scholen 5 scholen
6 scholen 7 scholen 8 scholen 9 scholen 10 scholen meer dan 10 scholen
53. Hoe wordt, voor de scholen uit verder weg gelegen kernen dan de aangrenzende kern, doorgaans het vervoer geregeld? fiets auto inhuren bus bus openbaar vervoer anders (School)zwemvangnetten In de stimuleringsregeling zwemvaardigheid (2002-2005) zijn inzichten verkregen in de effecten van maatregelen om de zwemvaardigheid van kinderen te verbeteren. Er is, als gevolg van de stimuleringsregeling zwemvaardigheid, veel voorlichtingsmateriaal ontwikkeld. Er zijn, als vervolg van de stimuleringsregeling zwemvaardigheid, verschillende typen (school)zwemvangnetten opgezet en uitgevoerd door een aantal gemeenten die meededen aan de stimuleringsregeling. De zwemvangnetten zijn bedoeld voor die kinderen die ondanks alle genomen maatregelen zoals schoolzwemmen en voorlichting aan ouders en opvoeders het A-diploma niet halen. Het doel van (school)zwemvangnet is dat die kinderen alsnog het A-diploma kunnen halen. Er zijn vijf typen vangnetten: Schoolzwemvangnetten (aangeboden onder schooltijd, gekoppeld aan schoolzwemmen) •Voorvangnet: Vangnet dat beoogt kinderen watervrij te maken t.b.v. een verbeterd instroomniveau bij aanvang van het basis schoolzwemprogramma •Navangnet: Vangnet dat na het basis schoolzwemprogramma wordt aangeboden om de dan niet zwemvaardige kinderen alsnog aan een diploma te helpen (meezwemmen met het reguliere schoolzwemmen). Zwemvangnetten (meestal buiten schooltijd, losgekoppeld van schoolzwemmen) •Georganiseerd vangnet: Zwemvangnet dat op een specifieke plaats, dag en tijd wordt aangeboden buiten schooltijd om niet zwemvaardige kinderen aan een diploma te helpen. •Vrij vangnet: Zwemvangnet dat buiten schooltijd wordt aangeboden, zonder dat de specifieke plaats, dag en tijd zijn vastgesteld. Doorgaans instroom in de particuliere zwemlessen. •Doelgroepvangnet: Zwemvangnet voor een bepaalde doelgroep (met een hoog percentage niet zwem- vaardige kinderen) dat soms onder schooltijd en soms buiten schooltijd wordt aangeboden, waarbij rekening wordt gehouden met cultureel religieuze achtergronden. 54. Wordt er in uw gemeente momenteel gebruik gemaakt van vangnetconstructies? * ja nee (ga door naar vraag 56) 55. Van welke vangnetconstructie(s) word(en) gebruik gemaakt? voorvangnet navangnet georganiseerd vangnet vrij vangnet doelgroepvangnet anders
Voorlichtingsmateriaal In de Stimuleringsregeling Zwemvaardigheid is onderzoek gedaan bij de 35 grootste GOA-gemeenten. Er is, als gevolg van de stimuleringsregeling zwemvaardigheid, veel voorlichtingsmateriaal ontwikkeld. Daarbij was veelal behoefte aan eigen en op lokale situatie afgestemde voorlichting aan partners (opzet, uitvoering en ontwikkeling) en voorlichting aan ouders/ verzorgers. Indien de gemeente niet behoorde bij de in het onderzoek betrokken gemeenten, maar is er toch voorlichting voor deze doelgroep, zou u dat dan hieronder willen invullen. 56. Is er in uw gemeente voorlichtingsmateriaal t.b.v. zwemvaardigheid/zwemveiligheid ontwikkeld? * ja nee (indien nee, dan hoeft u geen verdere vragen meer in te vullen) Indien er geen voorlichtingsmateriaal t.b.v. zwemvaardigheid/zwemveiligheid is ontwikkeld in de gemeente, dan hoeft u geen verdere vragen meer in te vullen en kunt u de enquête hieronder opslaan. 57. Welk(e) lokaal ontwikkelde voorlichtingsmateriaal is/zijn er ontwikkeld? brochure poster flyer voorlichtingsvideo radio TV spot persberichten voorlichtingsbijeenkomst module in inburgeringscursus actieve voorlichting bij inburgering voor- en vroegschoolse educatie oudereducatie anders
58. Via welke sleutelfiguren of organisaties zijn voorlichtingsmaterialen verspreid? consultatiebureaus schoolartsen geloofsgemeenschappen (kerken, moskeeën) scholen sociaal-cultureel werk ggd anders 59. Worden effecten van voorlichting gemeten? ja nee 60. Wilt u, indien er effectmeting van voorlichting is, hieronder beschrijven wanneer en op welke wijze de effecten van de voorlichtingsactiviteiten worden gemeten?
61. Zijn er effecten zichtbaar van de activiteiten die op het gebied van voorlichting heeft ondernomen? ja
nee weet niet
62. Zo ja, wilt u dan hieronder aangeven wat de effecten van de activiteiten op het gebied van voorlichting zijn? meer instroom cursussen meer opgaves kinderen op particuliere zwemles anders