DUURZAAMHEIDSMETER WIJKEN THEMA1 – KWALITEITSvoor de (her)ontwikkeling van woongebieden BEWAKING in Vlaanderen versie 1.0
KWA – KWALITEITSBEWAKING a. Belang Het vooronderzoek, de siteselectie, de ontwikkeling en latere realisatie van een woonomgeving is een lang proces waaraan verscheidene actoren samen moeten werken. De bijkomende complexiteit van een wijkontwikkeling is dat bij de start niet alle toekomstige actoren reeds gekend zijn. Voor wie en met wie deze woonomgeving ontwikkeld wordt, is en blijft een belangrijke vraag. Tijdens zijn volledige levenscyclus zal het wijzigingen ondergaan en na een periode die sterk in duur kan variëren, zal het in zijn geheel of in gedeelten worden gerealiseerd of heringericht. In de huidige benadering van wijkontwikkeling speelt elke betrokkene een rol: van de ontwikkelaar over de ontwerper, de bouwer, de beheerder tot de (toekomstige) bewoner. Dit gedurende een beperkte tijd en op een vaak te sterk gefragmenteerde manier. Dit fenomeen bereikt een hoogtepunt in de grootschalige projecten, waar het aantal actoren nog groter is, de termijnen langer en de eindgebruiker vaak pas na het einde van de uitvoering bekend is. Dat kan bijvoorbeeld leiden tot misverstanden wanneer eindgebruikers het gebied ontoereikend vinden voor een duurzame en aan hun behoeften aangepaste manier van leven. Een duurzame benadering van een woonomgeving legt van bij de start de nadruk op de participatie en coördinatie tussen en alle betrokken en mogelijke actoren. De bedoeling is een breed draagvlak te creëren voor de ontwikkeling en het latere duurzame gebruik van een woonomgeving. b. Rubrieken van het thema Van een duurzaam ontwikkelde woonomgeving wordt dan ook verwacht dat er binnen het hoofdstuk kwaliteitsbewaking rekening gehouden wordt met volgende thema’s: Visievorming Dat de eigenschappen van het plangebied en haar context vastgesteld en benut worden, alsook de formulering van een breed gedragen visie op het gebied en zijn ruimtelijke ontwikkeling. De visie en het wetgevend kader laat veranderingen toe, noodzakelijk om op een gezonde en duurzame manier deze woonomgeving in de toekomst te leiden. Een aantal randvoorwaarden die men verwerkt in de visie, kan ervoor zorgen dat veranderende omstandigheden gedurende de gebiedsontwikkeling in het plan opgenomen kunnen worden. Beeld- en Ruimtelijke kwaliteiten Dat ingrepen in het landschap zo uitgevoerd worden dat het landschap erdoor verbetert, of ten minste niet achteruit gaat. De ruimte structureert de woonomgeving doorheen de tijd als sociale en cultureel identiteit. Ruimtelijke kwaliteit kadert dan ook de sociale, economische en ecologische ontwikkeling. Draagvlak Dat het gecreëerde duurzame managements- en kwaliteitskader opgericht rond een duurzame ontwikkeling van een woongebied flexibel en robuust is in de tijd en bepaalde wijzigingen in de betrokken groep actoren kunnen opgevangen worden. De breedte van het draagvlak is hier belangrijk. Projectbeheer Dat bij een overdracht van verantwoordelijkheden of andere rechten en plichten, de duurzaamheidsdoelstellingen juridisch verankerd kunnen worden door middel van het structureren van de implementatie van de visie van het project. Zonering, tijdsperspectief en randvoorwaarden moeten duidelijk gecommuniceerd worden, zodat de doelstellingen van de site zich kunnen vertalen op het moment waarop eigendomsrechten of andere rechten in verband met het terrein veranderen. Daarbij wordt het management van het project zodanig georganiseerd dat alle actoren optimaal samenwerken en rekening houden met de visie en de gewenste (ruimtelijke) kwaliteiten van de ontwikkeling.
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 2 I 44
c. Themagebonden rekentool Alle criteria van dit thema worden geëvalueerd aan de hand van de in de handleiding beschreven evaluatiemethode, zonder gebruik van een specifieke rekentool. d. Berekening van het performantieniveau De methodologie kent aan elk van de rubrieken een aantal punten (p) toe, samen met een wegingsfactor (w) die afhangt van de kenmerken van de wijk. De 3 rubrieken worden onderling gewogen, waarna ze een algemeen prestatieresultaat voor de wijk opleveren. Voor elke rubriek van het thema worden de gewogen punten (w*p*100) opgeteld en wordt het verkregen resultaat (P) uitgedrukt op een schaal van 100. Dit resultaat geeft het prestatieniveau van de wijk voor het betreffende thema weer. Elke rubriek kan per fase (locatiekeuze en ontwerpfase) een verschillende weging krijgen indien men het belang bij een bepaalde fase wil benadrukken.
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 3 I 44
KWA
KWALITEITSBEWAKING
# punten te verdienen
SCORESYSTEEM: PER FASE
L
O
KWA 01
VISIEVORMING
KWA 01.01
INVENTARISATIE
/3
/3
KWA 01.02
GEBIEDSVISIE
-
/3
KWA 01.03
ALTERNATIEVE VISIE
-
/2
p
Totale score voor de rubriek, uitgedrukt op 10
/3
/8
w
Relatief gewicht van de rubriek binnen het thema
100%
30%
/100
/30
PM
PM
Σ(w*p)*100
Gewogen score voor de rubriek
KWA 02
BEELD- EN RUIMTELIJKE KWALITEITEN
KWA 02.01
RUIMTELIJKE KWALITEIT
KWA 02.02
BEELDKWALITEIT
-
/10
p
Totale score voor de rubriek, uitgedrukt op 10
-
/10
w
Relatief gewicht van de rubriek binnen het thema
-
15%
Gewogen score voor de rubriek
-
/15
Σ(w*p)*100 KWA 03
DRAAGVLAK EN PARTICIPATIE
KWA 03.01
STAKEHOLDERS
-
/4
KWA 03.02
PARTICIPATIE
-
/3
KWA 03.03
VERANTWOORD ONDERNEMEN
-
/2
KWA 03.04
FINANCIËLE HAALBAARHEID
-
/2
p
Totale score voor de rubriek, uitgedrukt op 10
-
/11
w
Relatief gewicht van de rubriek binnen het thema
-
25%
Gewogen score voor de rubriek
-
/25
Σ(w*p)*100 KWA 04
PROJECTBEHEER
KWA 04.01
PLANNING EN DOCUMENTATIE
-
/3
KWA 04.03
UITGIFTE
-
/5
KWA 04.04
DUURZAAMHEIDSBEWAKING
-
/5
p
Totale score voor de rubriek
-
/13
w
Relatief gewicht van de rubriek binnen het thema
-
30%
Σ(w*p)*100
Gewogen score voor de rubriek
-
/30
P = Σ(w*p)
Totale score voor het thema, uitgedrukt op 100 Relatief gewicht van de thema binnen de totaalscore Maximale gewogen score
/100
/100
14%
14%
/14
/14
W=WEGING W*P
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 4 I 44
INHOUDSTAFEL KWA – KWALITEITSBEWAKING
2
INHOUDSTAFEL
5
KWA 01 – VISIEVORMING
7
KWA 01.01 – INVENTARISATIE VOLLEDIGE INVENTARIS (BASISVOORWAARDE) ONDERTEKENDE SWOT ANALYSE KWA 01.02 – GEBIEDSVISIE VOLLEDIGE EN GEDRAGEN GEBIEDSVISIE KWA 01.03 – ALTERNATIEVE VISIE ALTERNATIEVE ONTWIKKELINGSRICHTING ONDERSTEUNING ADAPTIEF VERMOGEN
8 8 9 10 10 11 11 12
KWA 02 – BEELD- EN RUIMTELIJKE KWALITEITEN
13
KWA 02.01 – RUIMTELIJKE KWALITEIT KWA 02.02 – BEELDKWALITEIT OPMAAK BEELDKWALITEITSPLAN* VASTLEGGEN VAN AANBEVELINGEN EN RICHTLIJNEN UIT BEELDKWALITEITSPLAN*
14 15 15 16
KWA 03 – DRAAGVLAK
17
KWA 03.01 – STAKEHOLDERS UITVOERING STAKEHOLDERSANALYSE (BASISVOORWAARDE) BIJDRAGE VAN RELEVANTE STAKEHOLDERS* LANGETERMIJNBELANG PRIVÉ INVESTEERDER KWA 03.02 – PARTICIPATIE OPMAAK PARTICIPATIEMODEL GRAAD VAN PARTICIPATIE KWA 03.03 – VERANTWOORD ONDERNEMEN MVO-SCAN KWA 03.04 – FINANCIËLE HAALBAARHEID ONDERNEMINGSPLAN*
18 18 19 20 21 21 23 24 24 25 25
KWA 04 – PROJECTBEHEER
26
KWA 04.01 – PLANNING EN DOCUMENTATIE SAMENSTELLING PROJECTTEAM, KWALITEITSKAMER* EN WERKGROEP OPMAAK PROJECTPLANNING PUBLIEK BESCHIKBAAR KWA 04.02 – UITGIFTE OPMAAK UITGIFTEBELEID BESTEMMINGSPLAN EN VERGUNNINGENBELEID INFORMATIEPAKKET HUISHOUDENS BEHEERPLAN* (ONDERHOUD EN MAINTENANCE) KWA 04.03 – DUURZAAMHEIDSBEWAKING VERANTWOORDELIJKE DUURZAAMHEIDSAMBITIE DOORVERTALING DUURZAAMHEID NAAR DEELPROJECTEN (ANDERE DUURZAAMHEIDSMETERS)
27 27 29 29 30 31 32 32 33 34 34 35
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 5 I 44
WOORDVERKLARINGEN
36
BEELDKWALITEITSPLAN BEHEERPLAN DUURZAME GEBIEDSONTWIKKELING GEBIEDSONTWIKKELENDE PARTIJEN GRAAD VAN PARTICIPATIE STAKEHOLDERS KEY STAKEHOLDER KWALITEITSKAMER ONDERNEMINGSPLAN PARTICIPATIELADDER PRIVE-INVESTEERDERS RELEVANTE STAKEHOLDER STAKEHOLDERS, ACTOREN OF BELANGHEBBENDEN VOLLEDIGE INVENTARISATIE WIJKGIDS
36 36 37 38 38 39 39 39 40 40 41 41 41 43
REFERENTIES
44
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 6 I 44
KWA 01 – VISIEVORMING a. Indicatoren KWA KWALITEITSBEWAKING SCORESYSTEEM: PER FASE KWA 01 VISIEVORMING KWA 01.01 INVENTARISATIE Volledige inventaris gebiedsaard (Basisvoorwaarde) Ondertekende SWOT-analyse KWA 01.02 GEBIEDSVISIE Volledige en gedragen gebiedsvisie KWA 01.03 ALTERNATIEVE VISIE Alternatieve ontwikkelingsrichting Ondersteuning adaptief vermogen
# punten te verdienen L O /3 /8 1 2
1 2
-
3
-
1 1
b. Doelstelling Het genereren van verschillende kwaliteiten in een woongebied kan enkel gebeuren op basis van een breed gedragen analyse en visie op het gebied. Hierbij worden de eigenschappen van het plangebied en haar context vastgesteld en zoveel mogelijk benut. De opmaak van een inventarisatie en SWOTanalyse helpt de ontwerper om daarna een volledige en gedragen gebiedsvisie op te maken en zorgt voor de onderbouwing van later te maken en te behouden kwaliteiten. Het aangeven van mogelijk wijzigende randvoorwaarden is belangrijk, om veranderende omstandigheden gedurende en na de gebiedsontwikkeling in het plan of in de ontwikkeling op te kunnen nemen. Het adaptief vermogen binnen de visie van een woonomgeving ondersteunt daarbij de ontwikkeling. c. Verband met andere thema’s en rubrieken Visievorming vormt de basis voor alle keuzes en ontwerpbeslissingen doorheen de verschillende thema’s en rubrieken. Vele items uit deze inventarisatiefase kunnen dienen voor de criteria uit andere thema’s.
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 7 I 44
KWA 01.01 – INVENTARISATIE a. Indicator KWA KWALITEITSBEWAKING SCORESYSTEEM: PER FASE KWA 01 VISIEVORMING KWA 01.01 INVENTARISATIE Volledige inventaris gebiedsaard (Basisvoorwaarde) Ondertekende SWOT – analyse
# punten te verdienen L O /3 /8 1 2
1 2
b. Doelstelling De opmaak van een inventaris helpt de ontwerper om daarna een volledige en gedragen gebiedsvisie op te maken en zorgen voor de onderbouwing van later te maken en te behouden kwaliteiten. c. Grenzen van de evaluatie Gebiedsgrens: Het te ontwikkelen gebied, met al zijn aanwezige of geplande elementen. Systeemgrens: De systeemgrens voor deze indicator is niet hard gedefinieerd. Voor inventaris en analyse van de ruimtelijke kwaliteiten en randvoorwaarden van een gebied wordt de systeemgrens bepaald door de bestaande en geplande ruimtelijke ontwikkelingen grenzend aan het gebied. d. Evaluatie Volledige inventaris (Basisvoorwaarde) Evaluatiemethode Er wordt verwezen naar de bijlage achteraan dit thema voor de inhoud van een volledige inventarisatie*. Indien items uit deze lijst niet van toepassing worden geacht, dient dit onderbouwd te worden. Per item is aangegeven of het de gebieds- dan wel systeemgrens betreft. Voor de locatiekeuze kan de inventarisatie gebeuren via een desktop studie. Een korte beschrijving geeft een afdoend beeld van het item, zonder dat een uitgebreide studie of onderbouwing is vereist. Het is beschrijvend, dus niet alleen een opsomming van feiten. Het gaat om het overheersende, dominante beeld. Deze korte beschrijving wordt bij voorkeur ondersteund met beelden, foto’s en thematische kaarten. Indien er sprake is van een revitalisatie van eerdere, verouderde planvorming en er in het verleden reeds een inventarisatie is gemaakt dan dient de oude inventarisatie geactualiseerd te worden volgens dezelfde criteria. Scoretoekenning Basisvoorwaarde: indien hieraan niet voldaan is, kan er geen resultaat gegenereerd worden voor deze indicator.
100% van de punten
Bij locatiekeuze is een desktopstudie voldoende, tijdens de ontwerpfase dient men een volledige inventaris volgens opgegeven criteria in bijlage op te maken.
Hoe aan te tonen Een exemplaar van de volledig uitgevoerde inventarisatie.
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 8 I 44
Ondertekende SWOT analyse Evaluatiemethode Op basis van de onderwerpen uit de inventarisatie van voorgaand criterium, wordt voor dit criterium een analyse opgesteld die de sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen (SWOT) van het bestaande gebied en zijn bredere context benoemt. Scoretoekenning 100% van de punten
Indien voldaan wordt aan het criterium
Hoe aan te tonen Een exemplaar van de ondertekende SWOT-analyse
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 9 I 44
KWA 01.02 – GEBIEDSVISIE a. Indicator KWA KWALITEITSBEWAKING SCORESYSTEEM: PER FASE KWA 01 VISIEVORMING KWA 01.02 GEBIEDSVISIE Volledige en gedragen gebiedsvisie
# punten te verdienen L O /3 /8 -
3
b. Doelstelling Het genereren van ruimtelijke kwaliteiten in het woongebied kan enkel gebeuren op basis van een breed gedragen analyse en visie op het gebied. Hierbij worden de eigenschappen van het plangebied en haar context vastgesteld en zoveel mogelijk benut. c. Grenzen van de evaluatie Gebiedsgrens: Het te ontwikkelen gebied, met al zijn aanwezige of geplande elementen. Systeemgrens: De systeemgrens voor deze indicator is niet hard gedefinieerd. Voor inventaris en analyse van de ruimtelijke kwaliteiten en randvoorwaarden van een gebied wordt de systeemgrens bepaald door de bestaande en geplande ruimtelijke ontwikkelingen grenzend aan het gebied. d. Evaluatie Volledige en gedragen gebiedsvisie Evaluatiemethode Er wordt een integrale gebiedsvisie op de te realiseren ontwikkeling en de duurzaamheid binnen het woongebied gevraagd. Dit in de context van de gehanteerde definitie van duurzame gebiedsontwikkeling*: een ontwikkeling die ertoe bijdraagt dat een gebied in alle opzichten een goede en aangename plek is om te leven, te werken en/of te recreëren zonder afwenteling van problemen naar elders en later. De gebiedsvisie omvat volgende elementen: o Een onderbouwing dat er bij het oplossen van knelpunten, gezocht werd binnen de gebieds- of systeemgrens, waarbij afwenteling naar anderen of uitstellen in de tijd wordt geminimaliseerd; o Een korte beschrijving van de bandbreedte waarbinnen de ontwikkelstrategie zich beweegt, zowel inhoudelijk als procesmatig. De verschillende thema’s uit deze duurzaamheidsmeter kunnen als leidraad gebruikt worden bij de opmaak hiervan. Deze visie dient ‘gedragen’ of ondersteund te worden door de verschillende gebiedsontwikkelende partijen*. (Zie verdere rubriek KWA02.01 voor het basiscriterium ‘stakeholdersanalyse’ waarbij men een overzicht krijgt van de verschillende stakeholders en hun betrokkenheid). Scoretoekenning 100% van de punten
Indien voldaan wordt aan het criterium
Hoe aan te tonen Een exemplaar van de gebiedsvisie, opgemaakt met akkoord van de gebiedsontwikkelende partijen.
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 10 I 44
KWA 01.03 – ALTERNATIEVE VISIE a. Indicator KWA KWALITEITSBEWAKING SCORESYSTEEM: PER FASE KWA 01 VISIEVORMING KWA 01.03 ALTERNATIEVE VISIE
# punten te verdienen L O /3 /8
Alternatieve ontwikkelingsrichting Ondersteuning Adaptief vermogen
-
1 1
b. Doelstelling Het aangeven van mogelijk wijzigende randvoorwaarden is belangrijk, om veranderende omstandigheden gedurende en na de gebiedsontwikkeling in het plan of de ontwikkeling op te kunnen nemen. Het adaptief vermogen binnen de visie van een woonomgeving vormt daarbij een ondersteuning aan de ontwikkeling. c. Grenzen van de evaluatie Gebiedsgrens: Het te ontwikkelen gebied, met al zijn aanwezige of geplande elementen. Systeemgrens: De systeemgrens voor deze indicator is niet hard gedefinieerd. Voor inventaris en analyse van de ruimtelijke kwaliteiten en randvoorwaarden van een gebied wordt de systeemgrens bepaald door de bestaande en geplande ruimtelijke ontwikkelingen grenzend aan het gebied. d. Evaluatie Alternatieve ontwikkelingsrichting Evaluatiemethode Dit criterium kan in de vorm van een nota uitgewerkt worden. In deze nota vraagt men een beschrijving van het referentie-alternatief. Deze vormt een antwoord op de vraag hoe de toekomst van het plangebied er zou uitzien, indien de ontwikkeling niet zou plaatsvinden. Met andere woorden, het omschrijft de situatie als de wijkontwikkeling niet gerealiseerd wordt. Daarnaast dient men ten minste één alternatieve ontwikkelingsrichting voor het plangebied uit te werken. Hierbij wordt een overzicht gegeven van mogelijk wijzigende randvoorwaarden die de basis vormen van de alternatieve ontwikkelingsrichting. De voorgestelde gewijzigde randvoorwaarden worden zoveel mogelijk financieel, milieutechnisch, ruimtelijk, sociaal-economisch onderbouwd. Deze alternatieve gebiedsvisie houdt rekening met de geambieerde of mogelijke adaptieve scenario’s voor de verschillende thema’s. Scoretoekenning 50% van de punten
Indien 1 alternatieve ontwikkelingsrichting.
100% van de punten
Indien 2 of meer alternatieve ontwikkelingsrichtingen.
Hoe aan te tonen o
O-ontwerpfase:
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 11 I 44
-
Nota met beschrijving van het referentiealternatief en ten minste één alternatieve ontwikkelingsrichting.
Ondersteuning Adaptief vermogen Indien de gemeentelijke kaders (bestemmingsplan of andere juridisch verankerende documenten) ruim genoeg zijn om de voor de indicator ‘adaptief vermogen’ bij andere thema’s uitgewerkte scenario’s te kunnen faciliteren kan dit punt automatisch toegekend worden. Indien de gemeentelijke of stedelijke kaders deze ruimte niet bieden, is er een intentieverklaring van de gemeente of stad nodig, waaruit blijkt dat nog tijdens de ontwikkelingsfase deze ruimte geboden zal worden. Scoretoekenning 100% van de punten
Indien voldaan aan dit criterium
Hoe aan te tonen o
O-ontwerpfase: - Toon aan dat de gemeentelijke of wetgevende kaders de vereiste ruimte en mogelijkheden bieden om de verschillende scenario’s zoals geambieerd onder de indicator adaptief vermogen in de respectievelijke thema’s te realiseren. - OF met een intentieverklaring van de gemeente of wetgevende kaders.
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 12 I 44
KWA 02 – BEELD- EN RUIMTELIJKE KWALITEITEN a. Indicatoren KWA KWALITEITSBEWAKING SCORESYSTEEM: PER FASE KWA 02 BEELD- EN RUIMTELIJKE KWALITEITEN KWA 02.01 RUIMTELIJKE KWALITEIT KWA 02.02 BEELDKWALITEIT Opmaak beeldkwaliteitsplan Vastleggen van aanbevelingen en richtlijnen beeldkwaliteitsplan
# punten te verdienen L O /10 PM PM -
8
-
2
b. Doelstelling De ruimtelijke kwaliteit is van wezenlijk belang voor de duurzaamheid van de woonomgeving. Men kan spreken van een kwalitatieve ruimte indien het de sociale, economische en ecologische ontwikkeling omkadert en veranderingen in de tijd toelaat indien nodig om te kunnen blijven bestaan, maar ook veranderingen in de negatieve zin kan tegenhouden door een slimme werking (bv nood aan extra verhardingen vermijden). De ruimte structureert de woonomgeving doorheen de tijd als sociale en cultureel identiteit. Ruimtelijke kwaliteit is specifiek aan de site, en heeft te maken met operationaliteit, interne coherentie, relevantie, belevingswaarde… In deze rubriek worden praktische handreikingen gegeven om met een beeldkwaliteitsplan* voor het buitengebied een kwalitatief goede landschapsontwikkeling te bevorderen. De richtlijnen voor de opstelling van een beeldkwaliteitsplan komen stapsgewijs aan de orde. Ingrepen in het landschap worden zo uitgevoerd dat het landschap erdoor verbetert, of ten minste niet achteruit gaat. Als ingrepen goed worden ingepast verbetert niet alleen de kwaliteit van het landschap, het levert daarbovenop een aantrekkelijke woonomgeving, goed ingepaste bedrijventerreinen en een (ont)spannende omgeving om te recreëren. c. Verband met andere thema’s en rubrieken Bepaalde elementen die de noodzakelijke onderbouw garanderen voor de ruimtelijke kwaliteit komen ook in andere thema’s en rubrieken terug: grondig vooronderzoek, beeldkwaliteit onderzoeken, operationaliteit op vlak van de diverse duurzaamheidsthema’s (mobiliteit, natuur & groen, welzijn & welvaart…), testen van de robuustheid van de ruimtelijke structuur, betrekken van een kwaliteitskamer*…
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 13 I 44
KWA 02.01 – RUIMTELIJKE KWALITEIT a. Indicator KWA KWALITEITSBEWAKING SCORESYSTEEM: PER FASE KWA 02 BEELD- EN RUIMTELIJKE KWALITEITEN KWA 02.01 RUIMTELIJKE KWALITEIT
# punten te verdienen L O /10 PM PM
b. Doelstelling Ruimtelijke kwaliteit is benoembaar en bespreekbaar. Ruimtelijke kwaliteit kan ook worden beoordeeld, maar evenwel binnen de grenzen van een bepaalde ruimtelijke, sociale en culturele context, en dus zonder absolute pretentie. Deze relativiteit is niet inpasbaar in de objectiverende methodiek van de duurzaamheidsmeter, die hier op grenzen botst. Deze indicator richt zich op de ruimtelijke kwaliteit “in fine” van de ontwikkeling, gearticuleerd doorheen een aantal deelaspecten, maar niet te reduceren tot de optelling hiervan. Ruimtelijke kwaliteit kan enkel integraal worden benaderd. Het expliciteren van ruimtelijke kwaliteiten is evenwel essentieel doorheen het ontwikkelingsproces. Deze indicator wordt dus weerhouden als pro memorie en weegt verder niet door in de puntensystematiek van deze meter. c. Grenzen van de evaluatie Gebiedsgrens: Het te ontwikkelen gebied, met al zijn aanwezige of geplande elementen. Systeemgrens: De systeemgrens voor deze indicator is niet hard gedefinieerd. Voor inventaris en analyse van de ruimtelijke kwaliteiten en randvoorwaarden van een gebied wordt de systeemgrens bepaald door de bestaande en geplande ruimtelijke ontwikkelingen grenzend aan het gebied.
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 14 I 44
KWA 02.02 – BEELDKWALITEIT a. Indicator KWA KWALITEITSBEWAKING SCORESYSTEEM: PER FASE KWA 02 BEELD- EN RUIMTELIJKE KWALITEITEN KWA 02.02 BEELDKWALITEIT Opmaak beeldkwaliteitsplan* Vastleggen van aanbevelingen en richtlijnen beeldkwaliteitsplan
# punten te verdienen L O /10 -
8
-
2
b. Doelstelling Beeldkwaliteit is een combinatie van twee begrippen. Het laat zien hoe een element of landschap eruitziet en hoe dat element in zijn omgeving staat. Het begrip kwaliteit duidt op een waardering van de kenmerken of karakteristieken van een element of de woonomgeving. c. Grenzen van de evaluatie Gebiedsgrens: Het te ontwikkelen gebied, met al zijn aanwezige of geplande elementen. Systeemgrens: De systeemgrens voor deze indicator is niet hard gedefinieerd. Voor inventaris en analyse van de ruimtelijke kwaliteiten en randvoorwaarden van een gebied wordt de systeemgrens bepaald door de bestaande en geplande ruimtelijke ontwikkelingen grenzend aan het gebied. d. Evaluatie Opmaak Beeldkwaliteitsplan* Evaluatiemethode Er wordt gevraagd om de bestaande beeld- of ruimtelijke kwaliteiten vast te leggen. Dit kan onder de vorm van een nota of een beeldkwaliteitsplan*. Scoretoekenning 100% van de punten
Indien voldaan wordt aan het criterium
Hoe aan te tonen o
O-ontwerpfase: Een beeldkwaliteitsplan of nota, rekening houdend met de gewenste ontwikkeling waarbij de inhoud in overleg bepaald is met de betrokken stakeholders volgens de beschreven principes (zie woordverklaring). De impact van ruimtelijke en/of beeldbepalende keuzes op de criteria in andere thema’s is een belangrijk aspect in de opmaak van een beeldkwaliteitsplan. bv. Materiaalgebruik, Natuur en Groen, ….
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 15 I 44
Vastleggen van aanbevelingen en richtlijnen uit beeldkwaliteitsplan* Evaluatiemethode Een doorvertaling van het beeldkwaliteitsplan* legt de hoofdmaatregelen vast nodig voor twee ontwikkelingsfases: De ontwerpfase: materiaalkeuze (bouwmateriaal, verharding, straatmeubilair...); volumes, zichten en andere basisprincipes die nodig zijn voor de vorm- en beeldkwaliteit. De gebruiksfase: na realisatie (ifv onderhoud, kwaliteiten, …). Deze doorvertaling gebeurt best reeds in het Programma Van Eisen waarbij een implementatienota voorzien wordt die aangeeft of een maatregel bij uitgifte (zie Indicator Uitgifte) best contractueel wordt vastgelegd of in beleidsdocumenten (RUP, verkavelingsvoorschriften, …) moet worden opgenomen. Scoretoekenning 100% van de punten
indien er een doorvertaling is van het beeldkwaliteitsplan naar contractuele of beleidsdocumenten.
Hoe aan te tonen o
O-ontwerpfase: Toon aan dat er beleidsmatig (uitgifte) of contractuele afspraken zijn die beeldkwaliteitseisen vastleggen in ontwerp – en gebruiksfase.
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 16 I 44
KWA 03 – DRAAGVLAK a. Indicatoren KWA KWALITEITSBEWAKING SCORESYSTEEM: PER FASE KWA 03 DRAAGVLAK KWA 03.01 STAKEHOLDERS Uitvoering stakeholdersanalyse (Basisvoorwaarde) Bijdrage relevante stakeholders* langetermijnbelang (privé-)investeerder KWA 03.02 PARTICIPATIE Opmaak participatiemodel Graad van participatie KWA 03.03 VERANTWOORD ONDERNEMEN MVO-scan KWA 03.04 FINANCIËLE HAALBAARHEID Ondernemingsplan*
# punten te verdienen L O /11 -
1 1 2
-
1 2
-
2
-
2
b. Doelstelling Hoe meer verschillende partners en betrokkenen participeren, hoe groter de interactie en het draagvlak. Bij het creëren van een draagvlak is het daarbij belangrijk om de financiële impact van het project tijdig vast te leggen en af te toetsen met de verschillende stakeholders. c. Verband met andere thema’s en rubrieken De coördinatie en het betrekken van stakeholders kan gezien worden als een rode draad doorheen deze meter, aangezien structuur en overleg met de verschillende partijen nodig is om de vele ontwerpbeslissingen te maken. o
THEMA 2 – WELZIJN EN WELVAART: Het participatieproces vormt de basis voor de mogelijke bijdrage die de woonomgeving kan leveren voor de versterking van het lokaal sociaal en economisch leven. Hiermee wordt verzekerd dat er zorgvuldig is opgetreden met de belangen van rechtstreekse en onrechtstreekse betrokkenen, door tijdig informatie uit te wisselen en kansen te geven voor oplossingen die ook de bredere gemeenschap tegemoetkomen.
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 17 I 44
KWA 03.01 – STAKEHOLDERS a. Indicator KWA KWALITEITSBEWAKING SCORESYSTEEM: PER FASE KWA 03 DRAAGVLAK EN PARTICIPATIE KWA 03.01 STAKEHOLDERS Uitvoering stakeholdersanalyse (Basisvoorwaarde) Bijdrage relevante stakeholders* langetermijnbelang (privé-)investeerder
# punten te verdienen L O
-
1 1 2
b. Doelstelling Het proactief betrekken van alle mogelijke stakeholders* gedurende het gehele ontwikkelingsproces creëert een groot draagvlak. Alle mogelijke actoren die in aanraking komen met het project worden daarom beschreven. c. Grenzen van de evaluatie Systeemgrens en gebiedsgrens: De grenzen voor deze indicator zijn niet hard gedefinieerd. Het gaat hier bijvoorbeeld om de mogelijke stakeholders in en buiten het gebied die van invloed (kunnen) zijn op de ontwikkeling of beïnvloed kunnen worden door de ontwikkeling (toekomstige bewoners en gebruikers). d. Evaluatie Uitvoering stakeholdersanalyse (Basisvoorwaarde) Evaluatiemethode Als basis voor dit criterium wordt een stakeholdersanalyse* gevraagd. Dit is een inventarisatie en identificatie van zo veel mogelijk te definiëren stakeholders. Deze analyse dient inzicht te geven in hun relatie tot de gebiedsontwikkeling en de mate van hun invloed en belang binnen het ontwikkelingsproces. De ‘key’ stakeholders* ten aanzien van het proces van de gebiedsontwikkeling worden hier gedurende de ontwerpfase vastgelegd. De stakeholdersanalyse omvat: o
o
o o o o
Een opsomming van alle potentiële stakeholders met een inschatting van hun relatie met de gebiedsontwikkeling. Hierbij wordt ook de wijze waarop zij beïnvloed (kunnen) worden door de gebiedsontwikkeling beschreven als de mate van hinder of voordeel die zij (kunnen) ondervinden en de mate van macht en/ of invloed die zij kunnen uitoefenen. Er wordt een identificatie gevraagd van de stakeholders met ten minste een sterke relatie, deze benoemen we tot ‘key’ stakeholders. Identificatie omvat het eenduidig benoemen, inclusief contactgegevens, van deze stakeholders. Omschrijving van de doelen en ambitie van de ‘key’ stakeholders; Er wordt aan de hand van documentatie duidelijk gemaakt dat deze key stakeholders minstens halfjaarlijks geconsulteerd worden. Een omschrijving van de in alle redelijkheid te verwachten relaties gedurende de gehele ontwerpfase én tijdens (de eerste jaren van) de beheer- en gebruiksfase. Bijkomend dient men – dit enkel als de gemeente of stad geen deel uitmaakt van de gebiedsontwikkelende partijen* - een gemeentelijke verklaring op te laten maken, waaruit blijkt dat de gemeente de reikwijdte en diepgang van de stakeholdersanalyse afdoende acht.
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 18 I 44
Scoretoekenning Basisvoorwaarde: indien hieraan niet voldaan is, kan er geen resultaat gegenereerd worden voor deze indicator. 100% van de punten
Indien voldaan wordt aan het criterium
Hoe aan te tonen o
O-ontwerpfase: Exemplaar van de stakeholdersanalyse opgemaakt volgens bovenstaande omschrijving, met planning van de actualisatiemomenten gedurende de resterende ontwerpfase (max 5 jaar)
Bijdrage van relevante stakeholders* Evaluatiemethode Via dit criterium kan men extra punten verdienen indien er, in voorgaande criterium ten minste 2 partijen als stakeholder gedefinieerd worden die géén financieel belang hebben bij de ontwikkeling van de nieuwe woonomgeving. Scoretoekenning 100% van de punten
indien minimaal 2 partijen geïdentificeerd werden
Hoe aan te tonen o
O-ontwerpfase: De Stakeholdersanalyse bevat per betrokken stakeholder een korte beschrijving van zijn ‘relevantie’ volgens, en hun rol bij de wijkontwikkeling.
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 19 I 44
Langetermijnbelang privé investeerder Evaluatiemethode Naast klassieke criteria als kennis en capaciteit, investeringskracht, solvabiliteit, stabiliteit kunnen andere overwegingen worden gemaakt bij de keuze van de privé-partijen. Voor dit criterium wordt de keuze voor privé-investeerders beoordeeld in functie van hun langetermijnbelang. In een duurzame woonomgeving zijn we op zoek naar sterk betrokken partijen die hoge kwaliteitsverwachtingen ondersteunen. Gebouweigenaars gericht op lange termijninvesteringen, zijn gevoeliger voor het duurzaamheidsverhaal dan snelle verkopers. Zij hebben baat bij een aantrekkelijke woonomgeving, waar de kosten beperkt blijven. Daarom zijn actoren die de gebouwen op langere termijn in portefeuille wensen te behouden ((sociale) verhuurders, sociale woningbouw, privébouw, cohousing en CLT (community land trust),…) te verkiezen boven snelle verkopers (commerciële actoren, promotiebouw). Deze lange termijn investeerders, eigenaars en latere bewoners, ontwikkelaar-bewoners, zijn belangrijke partners in het realiseren van een nieuwe duurzame woonomgeving en maken deel uit van het ontwerpteam als opdrachtgevers. Eigenaars of ontwikkelaars die als doel hebben hun woningen te verkopen binnen de 5 jaar na oplevering worden niet beschouwd als eigenaars met een langetermijnbelang maar als snelle verkopers. Scoretoekenning Beoordeling in functie van aandeel in m2 vloeroppervlakte van de investeerder/groepswoningbouw ten opzichte van de gehele bebouwde oppervlakte in de woonomgeving. 30% van de punten
>40% van de (privé-)investeerders hebben een langetermijnbelang bij de stadsontwikkeling;
40% van de punten
>50% van de (privé-)investeerders hebben een langetermijnbelang bij de stadsontwikkeling;
50% van de punten
>60% van de (privé-)investeerders hebben een langetermijnbelang bij de stadsontwikkeling;
+30% van de punten
Meer dan 8% van de woningen worden gerealiseerd als groepswoningbouw (CLT, Cohousing, …);
+40% van de punten
Meer dan 16% van de woningen worden gerealiseerd als groepswoningbouw (CLT, Cohousing, …);;
+50% van de punten
Meer dan 24% van de woningen worden gerealiseerd als groepswoningbouw (CLT, Cohousing, …);
Hoe aan te tonen o
O-ontwerpfase: Aanduiden van privé-investeerders - met hun gewicht in m2 t.o.v. de gehele woonomgeving in de stakeholdersanalyse - met een omschrijving van hun langetermijnbelang
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 20 I 44
KWA 03.02 – PARTICIPATIE a. Indicator KWA KWALITEITSBEWAKING SCORESYSTEEM: PER FASE KWA 03 DRAAGVLAK EN PARTICIPATIE KWA 03.02 PARTICIPATIE Opmaak participatiemodel Graad van participatie
# punten te verdienen L O
-
1 2
b. Doelstelling Participatie is maatwerk in functie van het opzet van het stadsproject, het bestaand sociaal weefsel, de direct betrokken actoren, de lokale beleidscontext etc. c. Grenzen van de evaluatie Systeemgrens en gebiedsgrens: De grenzen voor deze indicator zijn niet hard gedefinieerd. Het gaat hier bijvoorbeeld om de mogelijke stakeholders in en buiten het gebied die van invloed (kunnen) zijn op de ontwikkeling of beïnvloed kunnen worden door de ontwikkeling (toekomstige bewoners en gebruikers). d. Evaluatie Opmaak participatiemodel Evaluatiemethode Voor dit criterium wordt een participatiemodel opgemaakt. Een volwaardig participatiemodel moet minimaal volgende stadia bevatten/beschrijven: o
o
o
o
Aanvang of kick-off en planning: aankondigen van wat er te gebeuren staat, inclusief hoe de interactie en participatie met omwonenden en andere relevante actoren zal gebeuren. Daarnaast wordt hier ook een eerste respons verzameld. Tijdens deze stap wordt in een algemene planning het belang aangegeven van een aantal afgebakende momenten (thematiek, timing,.) van het participatie traject om realistische verwachtingen te scheppen bij de stakeholders. Informatieverzameling: in een volgende fase wordt de benodigde informatie bij de betrokken actoren verzameld. Dit kan via enquêtes, interviews, groepsgesprekken, wijkwandelingen aanwezigheid op buurtfeesten, … De manier waarop dit zal gebeuren is afhankelijk van het doelpubliek en de info die reeds voorhanden is en deze die men nog wenst te bekomen. Het is belangrijk de methode correct te kiezen. Veel informatie is reeds gekend en we dienen de gekende info niet te herbevestigen. Participatie gedurende het werkproces: met de informatie die er verzameld is kan men vanuit de nodige vakkennis aan de slag. Het is wel aangewezen op bepaalde momenten interactie over keuzes of feedback toe te laten. Opnieuw is de selectie van de methode cruciaal voor het bereiken van het gewenste resultaat. Finale feedback: op het einde van het ganse proces moet er tenslotte nog feedback worden geven over de verzamelde informatie en getrokken conclusies, alsook verantwoording over de gemaakte keuzes.
Bij het beschrijven van het participatiemodel dient de keuze voor een bepaalde methodiek verantwoord te worden in functie van de specifieke situatie (werken met kerngroep, informeren,
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 21 I 44
consulteren, workshops en/of ontwerpend debat). Er wordt bovendien aangetoond dat het borg zal staan voor een continue bevraging door betrokken actoren tijdens heel het ontwerp en realisatieproces. Het participatiemodel moet daarom inhoudelijk ook beantwoorden aan volgende eigenschappen: o o
o o
Grote bereikbaarheid voor bevolking en betrokkenen creëren door een open model, vrij van manipulatie; interactief en ruimte scheppend voor debat. Het moet efficiënt, effectief en van belang zijn. Vertrouwen in het proces is fundamenteel voor het engagement van de participanten en het welslagen. Hierbij komt ook het bevragen van betrokken partijen over gemeenschappelijke belangen. Overeenstemming met de projectplanning is daarom belangrijk, zodat inbreng effectief kan zijn in de desbetreffende fasen; Alle nodige faciliteiten en werkingsmiddelen dienen voorzien te worden en ingeschreven in het zakelijk plan; Een onafhankelijke getrainde facilitator is aangesteld om het proces te modereren;
Scoretoekenning 100% van de punten
indien participatiemodel werd opgemaakt volgens bovenstaande criteria.
Hoe aan te tonen o
O-ontwerpfase: Exemplaar met beschrijving van het gebruikte participatiemodel rekening houdend met de gewenste graad van participatie;
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 22 I 44
Graad van participatie Evaluatiemethode De graad van participatie vormt een kwaliteitsmeting van de besluitvormingsprocessen. Het begrip participatie dekt de interactie tijdens het besluitvormingsproces tussen de verschillende actoren: bestuurders, ambtenaren, experten, eigenaars, bewoners, gebruikers, instellingen en andere actoren. Hier wordt gevraagd om de verschillende niveaus van betrokkenheid van de verschillende actoren in het participatiemodel en de wijze waarop ze in het proces kunnen worden betrokken te definiëren met behulp van de eerder opgemaakte stakeholdersanalyse uit criterium 1. Zorg dat alle betrokkenen die in beeld komen, een duidelijke rol hebben in het proces en dat deze wordt opgevolgd, om zo een hoge graad van participatie te stimuleren. De mate van participatie kan variëren tussen 5 niveaus volgens de participatieladder*. Van weinig participatief informeren (1), naar Raadplegen (2), Adviseren (3), coproduceren (4), tot het (mee)beslissen door de stakeholders (5). Een meer uitgebreide beschrijving van deze treden kan teruggevonden worden bij de woordverklaringen. In de graad van participatie wordt de potentiële inbreng van de stakeholders beschreven op het proces, met daarin: o Het niveau van participatie (woordverklaring voor info over de participatieladder*); o De wijze waarop dit niveau wordt ingevuld; o Een planning van de participatie (welke stakeholder wordt wanneer om inbreng gevraagd). Voorwaarde voor dit criterium is dat er voldaan wordt aan criterium 1 stakeholdersanalyse uit ‘KWA 03.01 stakeholders’. De score voor dit criterium hangt af van de hoogste graad van betrokkenheid en het aantal betrokken actoren. Hoe hoger de participatiegraad en hoe meer verschillende betrokken actoren op deze trede, hoe hoger de score. Scoretoekenning
10% van de punten
indien de niveaus van betrokkenheid werden beschreven volgens de participatieladder*, inclusief wijze van invulling en planning van de participatie;
+30% van de punten
indien alle stakeholders zich minstens op niveau 2 bevinden;
+60% van de punten
indien een gedeelte van de stakeholders zich op het 3 niveau of hoger bevindt;
+90% van de punten
indien de meerderheid van de stakeholders zich op het 3 niveau of hoger bevindt
e
e
Hoe aan te tonen o
O-ontwerpfase: Omschrijf per niveau van de participatieladder* welke gewenste stappen genomen zijn en de verschillende stakeholders die tot dit niveau betrokken worden. Toon dit ook aan door volgende documenten: Tussentijdse verslaggevingen participatieproces; Documenten als vergaderagenda’s, presentatielijsten van bijeenkomsten, notulen, afsprakenlijsten, intentieverklaringen van verbinding of participatie, informatiefolders, ondertekend visiedocument etc. Contract met projectbureau waarin deze zich committeert aan het uitvoeren van een stakeholderevaluatie onder de ‘key’ stakeholders, uiterlijk binnen twee jaar na formele realisatie van de gebiedsontwikkeling. Een planning van de actualisatiemomenten gedurende de resterende ontwerpfasen Bewijs voor fase realisatie dat de actualisatiemomenten gedurende de ontwerpfasen maximaal 5 jaar uiteen lagen
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 23 I 44
KWA 03.03 – VERANTWOORD ONDERNEMEN a. Indicator KWA KWALITEITSBEWAKING SCORESYSTEEM: PER FASE KWA 03 DRAAGVLAK EN PARTICIPATIE KWA 03.03 VERANTWOORD ONDERNEMEN MVO-scan
# punten te verdienen L O /11 -
2
b. Doelstelling Deze rubriek wijst op de verantwoordelijkheid van de bedrijven betrokken in de wijkontwikkelingen hun effect op de samenleving. Die verantwoordelijkheid veronderstelt respect voor de wetgeving en de collectieve arbeidsovereenkomsten tussen sociale partners. Volwaardig maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) houdt in dat bedrijven aandacht voor mensenrechten, consumentenbelangen en sociale, ethische en milieukwesties in hun activiteiten en kernstrategie integreren in nauwe samenwerking met hun stakeholders. Doel is om zoveel mogelijk gedeelde waarde te creëren voor hun eigenaren/aandeelhouders en voor hun andere stakeholders en de samenleving als geheel en daarbij mogelijke negatieve effecten op te sporen, te voorkomen en te verminderen. c. Grenzen van de evaluatie Systeemgrens en gebiedsgrens: De grenzen voor deze indicator zijn niet hard gedefinieerd. Het gaat hier bijvoorbeeld om de mogelijke stakeholders in en buiten het gebied die van invloed (kunnen) zijn op de ontwikkeling of beïnvloed kunnen worden door de ontwikkeling (toekomstige bewoners en gebruikers). d. Evaluatie MVO-scan Evaluatiemethode De punten kunnen toegekend worden, waar de geleverde bewijsvoering aantoont dat de projectorganisatie Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)* heeft geïmplementeerd in haar bedrijfsvoering of aantoonbaar is bezig dit te doen. Men kan hiervoor gebruik maken van de MVO-scan via de website http://www.mvoscan.be/ Scoretoekenning 25% van de punten
indien de lightversie van de MVO-scan ingevuld werd
50% van de punten
Indien de full scan ingevuld werd
+25% van de punten
Indien > 50% van resultaten « zeer goed »
+50% van de punten
Indien > 50% van resultaten « uitstekend »
Hoe aan te tonen o
O-ontwerpfase: Print van uitslag MVO-scan
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 24 I 44
KWA 03.04 – FINANCIËLE HAALBAARHEID a. Indicator KWA KWALITEITSBEWAKING SCORESYSTEEM: PER FASE KWA 03 DRAAGVLAK EN PARTICIPATIE KWA 03.04 FINANCIËLE HAALBAARHEID Ondernemingsplan*
# punten te verdienen L O /11 -
2
b. Doelstelling Duurzame stadsprojecten brengen een aantal investeringen mee die gekoppeld zijn aan terugverdieneffecten zoals minder energieverbruik, efficiënter openbaar vervoer, minder watergebruik, makkelijker onderhoud, minder verbouwingen, beter management, ... Maar daarnaast kunnen ook duurzame acties aanleiding geven tot meerwaardecreatie. Door deze financiële baten in ontwerpfase in beeld te brengen, wordt een duidelijker beeld gecreëerd over de financiële rendabiliteit van het project. Daarnaast worden de investerende partners en de begunstigden met elkaar gelinkt, wat interessante pistes kan opleveren voor gekruiste financiering. c. Grenzen van de evaluatie Systeemgrens en gebiedsgrens: De grenzen voor deze indicator zijn niet hard gedefinieerd. Het gaat hier bijvoorbeeld om de mogelijke stakeholders in en buiten het gebied die van invloed (kunnen) zijn op de ontwikkeling of beïnvloed kunnen worden door de ontwikkeling (toekomstige bewoners en gebruikers). d. Evaluatie Ondernemingsplan* Evaluatiemethode De kosten en opbrengsten van het project worden in beeld gebracht en er wordt onderzocht of indirecte kosten en opbrengsten worden gegenereerd. De resultaten van de financiële haalbaarheid worden opgenomen in het ondernemingsplan*. Scoretoekenning 50% van de punten
Indien er een ondernemingsplan opgemaakt werd met indirecte kosten en opbrengsten;
100% van de punten
Indien dit ondernemingsplan aan de definitie ervan voldoet.
Hoe aan te tonen o
O-ontwerpfase: Exemplaar van het ondernemingsplan.
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 25 I 44
KWA 04 – PROJECTBEHEER a. Indicatoren KWA KWALITEITSBEWAKING SCORESYSTEEM: PER FASE KWA 04 PROJECTBEHEER KWA 04.01 PLANNING EN DOCUMENTATIE Samenstelling projectteam, kwaliteitskamer* en werkgroep Opmaak projectplanning Publiek beschikbaar KWA 04.02 UITGIFTE Opmaak uitgiftebeleid Bestemmingsplan en verkavelingsvergunning Informatiepakket huishoudens Beheersplan (onderhoud en maintenance) KWA 04.03 DUURZAAMHEIDSBEWAKING Verantwoordelijke duurzaamheidsambitie Doorvertaling duurzaamheid naar deelprojecten
# punten te verdienen L O /13 -
1
-
1 1
-
2 1 1 1
-
1 4
b. Doelstelling Het beheer van het project wordt het liefst zodanig georganiseerd dat alle actoren optimaal kunnen samenwerken en rekening houden met de visie en de gewenste (ruimtelijke) kwaliteiten van de ontwikkeling.
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 26 I 44
KWA 04.01 – PLANNING EN DOCUMENTATIE a. Indicator KWA KWALITEITSBEWAKING SCORESYSTEEM: PER FASE KWA 04 PROJECTBEHEER KWA 04.01 PLANNING EN DOCUMENTATIE Samenstelling projectteam, kwaliteitskamer* en werkgroep Opmaak projectplanning Publiek beschikbaar
# punten te verdienen L O /13 -
1
-
1 1
b. Doelstelling Door de nodige zorg te besteden aan de processtappen kan op een efficiënte wijze hoge kwaliteit worden geambieerd. Het gaat om het expliciteren en creëren van een breed draagvlak bij alle stakeholders van kwaliteitsambities, de projectorganisatie en de kwaliteitsbewaking. De rubrieken uit deze indicator zijn daarbij van belang om een vlotte werking te stimuleren. c. Grenzen van de evaluatie Systeemgrens en gebiedsgrens: Niet van toepassing d. Evaluatie Samenstelling projectteam, kwaliteitskamer* en werkgroep Evaluatiemethode De evaluatie van de samenstelling van projectteam, kwaliteitskamer* en werkgroepen en of deze voldoen aan de gestelde kwaliteiten. Projectteam Er wordt een projectteam* samengesteld die de minimale garanties geeft met betrekking tot de realisatie van een duurzaam stadsproject. Aangezien dergelijk ontwikkelingstraject complex is, is het aangewezen het projectteam te vervolledigen met een projectmanager. Er moet daarbij een grondige reflectie gebeuren over de projectstructuur en de verdeling van de juridische bevoegdheden. De minimale voorwaarden: o de teamverantwoordelijke en projectcoördinator worden geïdentificeerd; o de keuze van de ontwerpers gebeurt volgens een vooraf vastgelegde en doorzichtige procedure; o de beslissingsbevoegdheden van de teamleden worden vastgelegd in een protocol; o geef aan in welke fase hun inbreng is vereist; o duid bij aanvang de persoon aan die zal instaan voor de opvolging en rapportering van de duurzaamheidsmeter. o Noodzakelijk voor zorgvuldige besluitvorming is daarbij de samenstelling van een kwaliteitskamer. Dit is een onafhankelijk orgaan dat zich over kwalitatieve aspecten kan uitspreken. Kwaliteitskamer* Naast het projectteam vormt de aanwezigheid van een kwaliteitskamer*, een graadmeter van de zorgvuldigheid waarmee beslissingen worden genomen. Voor de oprichting hiervan wordt voldaan aan volgende voorwaarden:
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 27 I 44
o o
o
o o
een kwaliteitskamer* wordt samengesteld met minstens 1/3 onafhankelijke leden. De bekwaamheid van de leden om te oordelen over ruimtelijke en architecturale kwaliteiten wordt aangetoond aan de hand van hun curriculum. De kwaliteitskamer* heeft expertise met hoge duurzaamheidseisen. De verzameling van de leden maakt de kwaliteitskamer tot een gezaghebbend orgaan. De kwaliteitskamer* wordt op regelmatige basis geconsulteerd en staat borg voor de ruimtelijke en architecturale kwaliteit. het advies van de kwaliteitskamer voor de aangegeven thema’s en de respons hierop van het projectteam is bekend bij het projectteam en de vergunningverlenende instanties. De kwaliteitskamer geeft minstens advies over: de projectdefinitie met duidelijke omschrijving van de kwaliteitsdoelstellingen; een goede selectieprocedure voor het aanduiden van ontwerpers/vormgevers; het ruimtelijk ontwikkelingsplan; het programma van eisen; projectplanning; het uitgifteplan; Het participatiemodel.
Werkgroepen Naast het definiëren het projectteam en kwaliteitskamer, is het effectief overleg met overheden en nutsmaatschappijen, andere belanghebbenden,... in volgende stap belangrijk. Door de verschillende diensten tijdig te betrekken bij het ontwerp in een werkgroep, kan de uitvoering en vooral het management beter en efficiënter uitgevoerd worden. Publiek beschikbare documenten Het project dient te kunnen worden opgevolgd door het brede publiek, een aantal beslissingen moeten dus ook vastgelegd worden in documenten die publiek beschikbaar zijn. o
o
Maak een inventaris van alle documenten die input leveren op het project en geef aan waar die kunnen worden geconsulteerd en of deze al dan niet publiek beschikbaar zijn. Indien deze privé zijn moet dit ook aangegeven worden waarom; Creëer een digitaal platform waarlangs de projectpartners en/of het publiek steeds de actuele documenten kunnen consulteren en aanvullen;
Een (duurzame) woonomgeving moet er ook tegen bestand zijn dat er jaren tussen verschillende stappen zit en dat in de tussenliggende tijd de stand der techniek verder is ontwikkeld. Er wordt daarom ruimte voorzien voor een systeem van heroriëntatie/ updaten van de planning en documenten om het geheel zo up-to-date en ‘levend’ mogelijk te houden. Scoretoekenning
100% van de punten
indien projectteam, kwaliteitskamer* en werkgroepen werden samengesteld volgens criteria;
Hoe aan te tonen o
O-ontwerpfase: - Kopie van de samenstelling projectteam, kwaliteitskamer en werkgroepen: identificatie en aanduiding verschillende functies, competenties en takenpakket binnen het ontwikkelingsproject en de verschillende fasen; - Een planning van de actualisatiemomenten gedurende de resterende ontwerpfase. - Inventaris van alle documenten en beschrijving hoe deze geraadpleegd kunnen worden; - Kopie protocol goedkeuringsprocedure. - Verslagen + logboek en bewijs van ontvangst rapporteringen (email, dropbox, deelplatform…).
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 28 I 44
Opmaak projectplanning Evaluatiemethode Maak een projectplanning op. Dit is een inzichtelijk document dat het ontwerpproces en de realisatie van het stadsproject situeert in de tijd. Het omvat een tijdspad voor het volledige projectproces, waarin volgende gegevens zijn aangegeven: o projectfases; o sleuteldata, deadlines; o momenten voor overleg (intern, extern) en aanspreken van experts; o tijden voor input van deelstudies; o tijden voor goedkeuringsprocedures; o knelpunten voor het realiseren van de duurzaamheidsdoelstellingen; o terugkoppelingen naar het ontwikkelingsplannen zakelijk plan. De projectplanning vormt een dynamisch document met voldoende flexibiliteit zodat er kan worden ingespeeld op een veranderende context tijdens de realisatie van het project. Scoretoekenning 100% van de punten
indien er een projectplanning opgemaakt werd volgens de criteria
Hoe aan te tonen o
O-ontwerpfase: Kopie Projectplanning
Publiek beschikbaar Evaluatiemethode Alle documenten worden ter beschikking gesteld aan de gemeente of stad en vrijgegeven voor publieke raadpleging (bv. website). Indien onderdelen als vertrouwelijk worden beschouwd, dient dit te zijn aangegeven en onderbouwd. Scoretoekenning 100% van de punten
Indien al de (niet vertrouwelijke) documenten publiek beschikbaar gemaakt
Hoe aan te tonen o
O-ontwerpfase: Een verklaring van de gemeente of stad waaruit blijkt dat al de documenten, met uitzondering van de vertrouwelijke, door de gemeente of stad is goedgekeurd en beschikbaar is voor publieke raadpleging. Indien bepaalde documenten als vertrouwelijk worden beschouwd in een bepaalde fase of dergelijke dient te worden toegelicht aan het publiek. Een inventaris van de documenten dient hiertoe te worden opgemaakt met daarin aangegeven of deze publiek beschikbaar zijn. Er dient ook een digitaal platform te zijn waarop deze documenten geraadpleegd kunnen worden.
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 29 I 44
KWA 04.02 – UITGIFTE a. Indicator KWA KWALITEITSBEWAKING SCORESYSTEEM: PER FASE KWA 04 PROJECTBEHEER KWA 04.02 UITGIFTE Opmaak uitgiftebeleid Bestemmingsplan en verkavelingsvergunning Informatiepakket huishoudens Beheersplan (onderhoud en maintenance)
# punten te verdienen L O /13 -
2 1 1 1
b. Doelstelling Door middel van onderlinge afspraken, kan een sterke en eenduidige identiteit voor de site gecreëerd worden. Zonering, tijdsperspectief en randvoorwaarden moeten vooraf goed doorsproken en duidelijk gecommuniceerd worden, zodat de doelstellingen van de site zich kunnen vertalen op het moment waarop eigendomsrechten of andere rechten in verband met het terrein veranderen. De afdwingbaarheid en toetsing van het beeldkwaliteitsplan* wordt mogelijk gemaakt door koppeling aan beleid en ontwerp met behulp van uitvoeringscontracten of een vastgelegd PVE*. c. Grenzen van de evaluatie Systeemgrens en gebiedsgrens: Niet van toepassing
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 30 I 44
d. Evaluatie Opmaak uitgiftebeleid Evaluatiemethode Het uitgiftebeleid is strategisch voor de ontwikkeling. Het handelt over de randvoorwaarden bij het overdragen van eigendoms-, bouw en andere rechten. Het is strategisch omdat hier de randvoorwaarden juridisch kunnen worden verankerd, maar ook omdat de modus van de overdracht bepaalt wie de potentieel gegadigden zijn en wat het ritme wordt van de ontwikkeling. Het bevat volgende elementen: o Profilering van de partijen: De zonering van de site zal bepalen welk soort actoren in aanmerking kunnen komen bij uitgifte. De schaal en de ligging van de zones zijn hierin richtinggevend. Hier wordt aangegeven welk type privé partijen gezocht werden voor de uitgifte en aan welke criteria zij moeten voldoen. o Zoneringsplan: geeft een onderbouwde ruimtelijke indeling aan van de site en de delen die voor uitgifte in aanmerking komen. o Het faseringsplan: Het tijdsperspectief van het uitgiftebeleid is belangrijk in functie van het vermarkten van het stadsproject, maar ook bijvoorbeeld voor de haalbaarheid van sommige gedeelde voorzieningen. o Projectdefinitie deelprojecten: uit het ontwikkelingsplan worden de kwantitatieve en kwalitatieve randvoorwaarden gedestilleerd voor elk deelproject, als startnota voor de ontwikkeling van het deelproject. o Financiële randvoorwaarden bij uitgifte o Juridische randvoorwaarden bij uitgifte: de randvoorwaarden bij uitgifte moeten verder gaan dan de financiële kwestie. Bij het verwerven van al dan niet tijdelijke gebruiksrechten op het terrein, hoort zich ook een juridisch sluitend engagement in te schrijven in de gemeenschappelijke duurzaamheidsmaatregelen en het huishoudelijk reglement, bijvoorbeeld in de vorm van contracten of handleidingen. Scoretoekenning 100% van de punten
indien er een uitgiftebeleid werd opgemaakt.
Hoe aan te tonen o
O-ontwerpfase: kopie uitgiftebeleid.
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 31 I 44
Bestemmingsplan en vergunningenbeleid Evaluatiemethode Er wordt een bestemmingsplan opgemaakt. De definiëring, in plan en tekst, van het stedenbouwkundig kader laat toe om de duurzaamheidsdoelstellingen juridisch te verankeren. In bestemmingsplannen (RUP’s, verkavelingsplannen…) kunnen een aantal maatregelen met een stedenbouwkundige impact ook worden verankerd. In het Programma van Eisen (uit eerdere rubriek ruimtelijke kwaliteitsbewaking) is een implementatienota voorzien die inzage geeft van de maatregelen die men in de bestemmingsplannen wenst te verankeren. Op vlak van mobiliteit en milieuaspecten kunnen voorwaarden ook worden vastgelegd in verkavelingsvergunningen*. Om aan dit criterium te voldoen worden de voorwaarden en ambities die zijn vastgelegd in het ontwikkelingsplan en beeldkwaliteitsplan* en in de implementatienota (Programma van eisen) juridisch uitgewerkt in het bestemmingsplan en/of de verkavelingsvergunning. Scoretoekenning 100% van de punten
indien er een bestemmingsplan werd opgemaakt met daarin een verankering van de duurzame ambities in plan en voorschriften.
Hoe aan te tonen o
O-ontwerpfase: - Nota die aantoont hoe de verschillende duurzame ambities zoals benoemd in dit instrument al dan niet verankerd zijn in bestemmingsplan en vergunningenbeleid. - Bestemmingsplan (bv. RUP en voorschriften) en/of verkavelingsvergunning met plan en voorschriften.
Informatiepakket huishoudens Evaluatiemethode Maak een wijkgids* op ter bestemming van de beheerder en de gebruikers. Een duurzaam gebouwd pand moet ook op een duurzame manier kunnen worden gebruikt en onderhouden. Als dat niet het geval is, zal een groot gedeelte van zijn potentieel niet kunnen worden geconcretiseerd. Deze gids houdt ook rekening met de specificaties/ eisen uit de beheerfase van het beeldkwaliteitsplan*. Het informatiepakket (de wijkgids) wordt bij realisatiefase aan alle inwoners én gebruikers (werknemers in de wijk, scholieren, ...) ter beschikking gesteld in pdf-formaat op de website van de stad (of op de website van de wijk indien van toepassing). Daarnaast wordt er ook per wijk een fysiek contactpunt in elke wijk aangeboden. Dit kan vertrekken vanuit de ontwikkelaar, het gemeente- of stadsbestuur en/of de (bestaande) buurtwerking. Scoretoekenning 70% van de punten
indien er een wijkgids werd opgemaakt;
+30% van de punten
indien deze gids tevens goed bereikbaar gemaakt wordt voor de bewoners en gebruikers.
Hoe aan te tonen o
O-ontwerpfase: - Kopij wijkgids. - Nota verspreiding wijkgids.
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 32 I 44
Beheerplan* (onderhoud en maintenance) Evaluatiemethode Er wordt een beheersplan* opgemaakt. Het beheersplan definieert de gebruiksmodaliteiten voor het onderhoud en bereidt het verdere beheer van de stadswijk voor. Scoretoekenning 100% van de punten
indien er beheersplan werd opgemaakt.
Hoe aan te tonen o
O-ontwerpfase: Kopij beheersplan.
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 33 I 44
KWA 04.03 – DUURZAAMHEIDSBEWAKING a. Indicator KWA KWALITEITSBEWAKING SCORESYSTEEM: PER FASE KWA 04 PROJECTBEHEER KWA 04.03 DUURZAAMHEIDSBEWAKING Verantwoordelijke duurzaamheidsambitie Doorvertaling duurzaamheid naar deelprojecten
# punten te verdienen L O /13 -
1 2
b. Doelstelling Op een hoger niveau laat een duurzaamheidsmeter toe om doelstellingen te formuleren en maakt het een geïntegreerde balans op van de bereikte waarden over de verschillende hoofdstukken. Indien niemand verantwoordelijk wordt gesteld voor deze opvolging, kunnen duurzame doelstellingen verdwijnen bij de evolutie van het ontwerp. Door ook de doorvertaling naar de deelprojecten te maken met andere meters, kan worden nagegaan of op een evenwichtige wijze maatschappelijke doelstellingen zijn opgenomen in het gehele stadsproject. c. Grenzen van de evaluatie Systeemgrens en gebiedsgrens: Niet van toepassing d. Evaluatie Verantwoordelijke duurzaamheidsambitie Evaluatiemethode Er wordt gevraagd om een verantwoordelijke aan te stellen die de duurzaamheidsambitie zal bewaken. Voor dit criterium wordt er voldaan aan volgende voorwaarden: o In het hoogste echelon van de projectorganisatie is een persoon verantwoordelijk gesteld voor het realiseren van de gestelde duurzaamheidsambitie. o Deze persoon heeft beslissingsbevoegdheid of ten minste stemrecht. o De ten behoeve van de realisatie van duurzaamheid is deze persoon aangesteld tijdens de ontwerpfase. o Deze persoon beschikt over voldoende tijd, mensen en middelen om realisatie van de gestelde duurzaamheidsambitie met een realistische kans van slagen na te kunnen streven. Scoretoekenning 100% van de punten
indien er een verantwoordelijke wordt aangesteld die voldoet aan de gestelde voorwaarden
Hoe aan te tonen o
O-ontwerpfase: - Een verklaring van de opdrachtgever / de projectorganisatie dat een lid van projectorganisatie zal worden aangesteld met de verantwoordelijkheden en bevoegdheden nodig voor de realisatie van de duurzaamheidsambitie. - Een kopie van een contractuele clausule waarmee wordt bevestigd dat de persoon tijdig is aangesteld, en dat deze beschikt over voldoende tijd, mensen en middelen ten behoeve van de realisatie van de duurzaamheidsambitie. - Kopij verslagen duurzaamheidsverantwoordelijke.
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 34 I 44
Doorvertaling duurzaamheid naar deelprojecten (andere duurzaamheidsmeters) Evaluatiemethode Er wordt gevraagd naar een doorvertaling naar bijvoorbeeld het Belgisch Referentieel voor de gebouwen of andere duurzame meetinstrumenten op het niveau van deelprojecten (gebouwen, publieke ruimte, wegen). Scoretoekenning 100% van de punten
indien er ook gebruik gemaakt wordt van andere duurzaamheidsmeters
Hoe aan te tonen o
O-ontwerpfase: Kopij ingevulde duurzaamheidsmeter.
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 35 I 44
WOORDVERKLARINGEN BEELDKWALITEITSPLAN In een fase locatiekeuze zal het beeldkwaliteit gaan over de bestaande of passief aanwezige ruimtelijke kwaliteiten als basis voor nieuwe ontwikkelingen. Een beeldkwaliteitsplan voor de ontwerpfase legt nieuwe kwaliteiten vast en bouwt hiervoor verder op aanwezige kwaliteiten, waar deze verenigbaar zijn met de gewenste ontwikkelingen. Waardering van beeldkwaliteit is subjectief, de waardering van bepaalde verschijningsvormen verschilt per individu maar er is wel een gemeenschappelijke noemer te vinden. Het opsporen en vastleggen van deze gemeenschappelijke noemer is een belangrijk onderdeel van het beeldkwaliteitsplan. Bij beeldkwaliteit spreken we over vier kernkwaliteiten: o Natuurlijke kwaliteit o Culturele kwaliteit (ref. Naar cultureel erfgoed) o Gebruikskwaliteit o Belevingskwaliteit Beeldkwaliteit en een duurzame wijkontwikkeling hebben betrekking op bijvoorbeeld: o De landschappelijke en ruimtelijke kwaliteiten o De eenheid van landschappelijke en stedenbouwkundige structuren, zoals bebouwingslinten langs wegen, waterlopen en hun oevers, gehuchten, dorpsranden, bijzondere objecten, groenstructuren o De herkenbaarheid van elementen in het landschap, zoals wegen, beplantingen, kavels, erven, profielen, afsluitingen en weg- en perceel beplanting. o De systematiek van perceel inrichting en het type en soort beplanting of afsluitingen. o Materiaal o detaillering en kleur van elementen en bebouwing in het landschap, de stad en het dorp o De beleving van seizoenen, dag- en nachtsituaties o De beleving van de tijdgeest
BEHEERPLAN Enerzijds heeft de opmaak van het terreinbeheerplan die betrekking op de gebruikte middelen: o maatregelen tot een duurzaam onderhoud van het openbaar domein met eventueel de vaststelling van onderhoudskosten; o de aspecten van het inrichtingsplan met weerslag op het beheer. o Een plan die aangeeft wanneer welk periodiek onderhoud noodzakelijk is en wie hiervoor instaat. Het waakt er over dat bij herstellingen en vervangingen (maintenance) de kwaliteit niet achteruit gaat. o Een onderbouwde beschrijving van de keuze van materialen. De materiaalkeuze kan een belangrijke impact hebben op de gebruiksvriendelijkheid van de gebouwde omgeving. Bijvoorbeeld door enkel functionele verhardingen te voorzien, ideale groeiomstandigheden voor onkruid te vermijden, de bereikbaarheid voor onderhoud niet uit het oog te verliezen en de verharding intact te houden. Na de realisatie moet het ontwerp beheerd kunnen worden zonder chemische bestrijdingsmiddelen te gebruiken en zonder zeer intensieve en dure beheersmethoden te moeten toepassen. “Ontwerpvoorbeelden onkruidwerende verhardingen” van CROW (www.crow.nl, publicatie 119)
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 36 I 44
o
structurering van de informatiedocumenten en een goede voorbereiding van het beheer van de in het gebouw aanwezige installaties en uitrustingen.
De evaluatie heeft daarnaast ook betrekking op de resultaten in termen van prestaties van het gebied op het vlak van het onderhoud en de maintenance. Het criterium wordt daarom ook gequoteerd naar ontwerpvoorzieningen toe. In een wijk waarvan men het beheer en het onderhoud correct heeft voorbereid en georganiseerd, wordt volgens dit criterium voldaan aan volgende voorwaarden: o de gebruikers of bewoners en de beheerder(s) beschikken over alle elementen die ze nodig hebben om de werking van het gebied goed te begrijpen en het efficiënt en optimaal te exploiteren; maar ook de verspreiding en communicatie van informatie over de wijk naar het grote publiek. o Er wordt een onderhoudsplan opgesteld voor de verschillende delen van het gedeelde ruimte (verharding, verkeersmeubilair...) met de vermelding van de wijze van onderhoud en reiniging en de voorziene maatregelen in geval van herstellingen. Door een correct onderhoud kan de levensduur van de gebruikte materialen aanzienlijk vergroot worden. o de praktische en technische aspecten van het onderhoud en de maintenance vormen een cruciaal element waarmee men al in de ontwerpfase van het project rekening dient te houden; o het ontwerp en de uitrusting zijn afgestemd op het gebruik of de bestemming, zodat men de behoeften aan onderhoud of aan vervangingen kan beheersen en beperken; o het onderhoud en de maintenance zijn, wanneer nodig, gemakkelijk uit te voeren, dankzij een vlotte toegang tot de betrokken elementen en het ter beschikking stellen van onderhoudsvoorzieningen.
DUURZAME GEBIEDSONTWIKKELING Vrij naar de duurzaamheiddefinitie van de commissie ‘Brundtland’ omschrijven wij een duurzame gebiedsontwikkeling als ‘een ontwikkeling die ertoe bijdraagt dat een gebied in alle opzichten een goede en aangename plek is om te leven, te werken en/of te recreëren zonder afwenteling van problemen naar elders en later.’ Bij de voorziening van behoeften van bewoners en bezoekers van een gebied is het streven gericht op het sluiten van technische en biologische kringlopen, waarbij energie, grondstoffen en materialen steeds op een hoogwaardige en verrijkende wijze worden (her)gebruikt, nogmaals zonder afwenteling van negatieve effecten naar elders en later. Voorziening van behoeften van bewoners en bezoekers van gebieden wordt vooropgesteld, maar deze behoeften worden niet gereduceerd tot zogenoemde ‘basisbehoeften’ aan voedsel, gezondheid, onderdak, mobiliteit, enzovoorts. Er wordt minstens zoveel belang gehecht aan voorziening van andere menselijke behoeften, bijvoorbeeld aan identiteit en verbondenheid met de eigen leefomgeving, aan toegang tot cultuur, onderwijs en informatie, aan een aantrekkelijk landschap en een vitale natuur en aan verantwoordelijkheid voor en medezeggenschap over de inrichting van het ‘eigen’ gebied. Deze omschrijving heeft diverse, vaak verstrekkende implicaties 1 duurzaamheidoriëntatie in het omgevingsrecht. We noemen er hier vier.
voor
de
1. De duurzaamheidoriëntatie verschuift van het beperken van ellende (bv. schadelijke emissies) naar het creëren van waarde in alle domeinen van het leven, te weten:
kopie
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 37 I 44
People, Planet, Prosperity en Power. Hierbij wordt dus afscheid genomen van de bestaande praktijk in gebiedsontwikkeling waarbij waardecreatie wordt gezocht in één of twee duurzaamheiddomeinen terwijl de negatieve effecten op de andere domeinen worden afgewenteld, of hooguit ‘gecompenseerd’. 2. Op milieugebied (Planet) wordt het duurzaamheidstreven gericht op: Realisatie van een energievoorziening die volledig is gebaseerd op het gebruik van hernieuwbare energiebronnen zoals zon, wind en water; Een effectief (her)gebruik van energie, grondstoffen en materialen in technische of biologische kringlopen die zoveel mogelijk op lokaal/regionaal niveau worden gesloten (afval = voedsel); Een voortgaande verbetering van de kwaliteit en veiligheid van de (lokale) leefomgeving gericht op o.a. het creëren van schone en veilige bodems, wateren en lucht. 3. Bij de voorziening van behoeften van bewoners en bezoekers wordt er in gebieden (urbane en rurale), in vergelijking met de huidige situatie, vaak veel meer dan nu het geval is gebruik gemaakt van lokaal en regionaal beschikbare hulpbronnen. Zo zijn er met het oog op een duurzame, ruimtelijk-economische structuur in Nederland vele steekhoudende argumenten aan te dragen voor een vergaande decentralisering van de energievoorziening en regionalisering van de voedselvoorziening. 4. Verder komt de nadruk bij duurzame gebiedsontwikkeling* veel meer te liggen op het stimuleren en koesteren van sociale, culturele, economische en ecologische diversiteit in gebieden. Het streven naar sluiting van technische en biologische kringlopen van energie, grondstoffen en materialen veronderstelt bijvoorbeeld vaak een grotere diversiteit van de lokale/regionale economie dan de actuele.
GEBIEDSONTWIKKELENDE PARTIJEN Deze definitie omvat alle initiatiefnemers en investeerders van de wijkontwikkeling, vaak ook te definiëren als de financieel betrokken partijen
GRAAD VAN PARTICIPATIE STAKEHOLDERS Niveau 1 Informeren: o Er wordt aangetoond dat deze actoren geïnformeerd worden middels jaarlijkse open infosessies. De basisinformatie omvat daar een synthetische presentatie in functie van het grote publiek, het projectteam, het ruimtelijk ontwikkelingsplan, het programma van eisen, de projectplanning en het zakelijk plan en moet vrij beschikbaar zijn. o Voor het grote publiek maakt en communiceert men een objectief verslag van deze hoorzitting. Identificeer hierin duidelijk de kernvragen van de verschillende actoren en motiveer welk gevolg het projectteam hieraan wenst te geven. Niveau 2 Raadplegen: o een publiek bekende website maakt updates van basisinformatie beschikbaar en laat toe te reageren. de basisinformatie wordt voldoende uitgediept zodat participanten voldoende geïnformeerd zijn om een gefundeerd advies of standpunt op te bouwen. o De informatie van voorafgaandelijke consultaties zijn beschikbaar. De consultaties handelen minstens over: Programma en kwaliteitsaspecten; Projectbeheer en Beheersaspecten
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 38 I 44
o o o o
Motiveer welk gevolg het projectteam hieraan wenst te geven Bijkomend aan bovenstaande minstens 3 workshops en/of ontwerpend debat organiseren, waarbij actoren worden betrokken in het ontwerpend onderzoek. Relevante stakeholders* zijn als gesprekspartners bij de gebiedsontwikkeling betrokken, waarbij deze stakeholders worden geconsulteerd. Hiertoe worden inspraakavonden, hoorzittingen, digitale peilingen, enquêtes, prijsvragen, debatten, groepsgesprekken of equivalenten georganiseerd.
Niveau 3 Adviseren: o Stakeholders hebben gelegenheid om met betrekking tot de gebiedsontwikkeling problemen aan te dragen en oplossingen te formuleren, waarbij deze ideeën een volwaardige rol spelen in de gebiedsontwikkeling. Hiertoe worden adviesraden, wijken dorpsraden, expertmeetings, rondetafelgesprekken of equivalenten georganiseerd. Niveau 4 Coproduceren: o De projectorganisatie stelt samen met de stakeholders een agenda op met betrekking tot de gebiedsontwikkeling, waarna samen naar oplossingen gezocht wordt. Hiertoe worden overleggroepen, convenanten, werkateliers, projectgroepen of equivalenten georganiseerd. Niveau 5 Meebeslissen: o Er wordt een stuurgroep, medezeggenschapsraad, (bindend) referendum of equivalent georganiseerd. De projectorganisatie neemt hieruit de resultaten over, na toetsing aan vooraf gestelde randvoorwaarden.
KEY STAKEHOLDER Een selecte groep komt als ‘key stakeholders’ uit de stakeholderanalyse naar voren. Dit zijn de partijen die het meest (kunnen) worden beïnvloed en/of het meeste hinder of voordeel (kunnen) ondervinden en/of het meeste macht en invloed (kunnen) uitoefenen van of op de gebiedsontwikkeling. Deze kerngroep omvat een representatie van (toekomstige) bewoners, sociale, culturele en economische actoren. De kerngroep fungeert minimaal als geïnformeerd en representatief klankbord voor het projectteam en is daarmee een representatieve groep van sterk betrokken belanghebbenden die het gehele ontwerp- en revalidatieproces van dichtbij volgen.
KWALITEITSKAMER Door middel van adviezen kan zij de bouwheer bijstaan bij keuzes die de ruimtelijke en architecturale kwaliteit aangaan. De kwaliteitskamer of een equivalent kan door overheden zijn ingericht (bouwmeester, adviesraden…)
ONDERNEMINGSPLAN Een ondernemings- of businessplan is een instrument om op kwalitatieve en kwantitatieve manier uw project voor te stellen. Het geeft weer wat u met uw project in de toekomst wil bereiken en hoe u dat wil doen. Intern is het een beheersinstrument om uw werking te evalueren. Bij evaluatie ziet u waar u bent afgeweken van uw plan. Dit laat u toe de oorzaken van de afwijking op te sporen en de nodige stappen ter verbetering in te lassen. Extern gebruikt u uw zakelijk plan wanneer u op zoek gaat naar potentiële partners (financiers/leveranciers). Voorbeelden van kosten: o kosten voor de verwerving van gronden, gebouwen o studiekosten (ontwerpers, ingenieurs, deskundigen…)
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 39 I 44
saneringskosten sloop, bodem, asbest… bouwkosten (kosten voor infrastructuur, openbaar domein, gebouwen…) ontwikkelingskosten (notaris, ontwikkeling, projectmanagement, tijdelijke huisvesting, verhuis,…) o financieringskosten (extra kosten door leningen) o beheerkosten (energie, onderhoud) Voorbeelden van opbrengsten: o subsidiëring, overheidsfinanciering o cofinanciering o private financierder: publiekprivaat samenwerking (PPS) o eigen middelen o exploitatieopbrengsten Voorbeelden van indirecte kosten en opbrengsten: o welke (verborgen) kosten of opbrengsten ontstaan doorheen de ontwikkeling o wie zijn de betrokkenen (publieke instanties, andere partijen…) o zijn er kansen voor kruisfinanciering? o o o
PARTICIPATIELADDER 5 niveaus van betrokkenheid: o Niveau 1: Informeren De projectorganisatie bepaalt zelf de agenda voor besluitvorming en houden betrokkenen op de hoogte. Stakeholders/ betrokkenen hebben geen inbreng in de ontwikkeling. De participant is toehoorder. Middelen, bijvoorbeeld: informatieavonden, huis-aan-huisblad, campagnes, excursies. o Niveau 2: Raadplegen De projectorganisatie bepaalt in hoge mate zelf de agenda voor besluitvorming, maar zien betrokkenen als gesprekspartners bij de ontwikkeling. De projectorganisatie verbindt zich niet aan de resultaten van de gesprekken. De stakeholder is geconsulteerde. Middelen, bijvoorbeeld: inspraakavonden, hoorzittingen, digitale peilingen, enquêtes, prijsvragen, debatten en groepsgesprekken. o Niveau 3: Adviseren De projectorganisatie stelt in beginsel de agenda samen, maar betrokkenen krijgen gelegenheid om problemen aan te dragen en oplossingen te formuleren, waarbij deze ideeën een volwaardige rol spelen in de ontwikkeling. De projectorganisatie verbindt zich in principe aan de resultaten, maar kan bij de uiteindelijke besluitvorming hiervan (beargumenteerd) afwijken. De stakeholder is adviseur. Middelen, bijvoorbeeld: adviesraden, wijk- en dorpsraden, expertmeetings, rondetafelgesprekken. o Niveau 4: Coproduceren Projectorganisatie en betrokkenen komen gezamenlijk een agenda overeen, waarna samen naar oplossingen gezocht wordt. De projectorganisatie verbindt zich aan deze oplossingen met betrekking tot de uiteindelijke besluitvorming. De betrokkene is samenwerkingspartner. Middelen, bijvoorbeeld: overleggroepen, convenanten, werkateliers, projectgroepen. o Niveau 5: Meebeslissen De projectorganisatie laat de ontwikkeling en de besluitvorming over aan de betrokkenen, waarbij de projectorganisatie een adviserende rol vervult. De projectorganisatie neemt de resultaten over, na toetsing aan vooraf gestelde randvoorwaarden. De betrokkene is medebeslisser. Middelen, bijvoorbeeld: stuurgroep, medezeggenschapsraad, (bindend) referendum.
PRIVE-INVESTEERDERS Zij zullen de woongebouwen, de scholen en andere buurtvoorzieningen, de bedrijfsruimten, handels- en horecagebouwen, de investeringen in het publieke domein en de infrastructuren (mee helpen) financieren. Zeker in groepsbouwprojecten zijn de privé investeerders in het
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 40 I 44
verleden al dikwijls de motor gebleken van heel het ontstaansproces van emblematische ecowijken en duurzame woonomgevingen. Het belang van hun aanwezigheid is dat ze ook na de bouw belangrijke ankerpunten blijven in het wijkleven. Het stadsproject kan veel winnen door deze partijen direct te betrekken als opdrachtgever van het stadsproject in het projectteam en in het participatieberaad. Mogelijke privépartijen: o Particuliere woningbouw voor eigen gebruik o Groepsbouwprojecten (verschillende (minimum 4) bouwlustige gezinnen verenigen zich om gezamenlijk een woongebouw op te trekken.) Deze vorm van bouwheerschap is dikwijls zeer stimulerend voor hoge duurzaamheiddoelstellingen voor het gebouw en de wijk. o Sociale bouwmaatschappijen, sociale en culturele organisaties o Economische actoren (bedrijven, handelaars, horeca-uitbaters…) o Commerciële actoren: Bouwpromotoren, bouwbedrijven, … o …
RELEVANTE STAKEHOLDER Onder ‘relevante stakeholders’ bevinden zich personen of instanties die geen financieel belang hebben bij het ontwerp en de realisatie van de gebiedsontwikkeling.
STAKEHOLDERS, ACTOREN OF BELANGHEBBENDEN Organisatie, groep of individu die beïnvloed wordt door of een relatie heeft tot de gebiedsontwikkeling, of die van betekenis kan zijn voor de ontwikkeling. Dit betekent elke mogelijks betrokken partij, met inbegrip van de ontwikkelaar, de overheid, het designteam, de aannemers, de omwonenden en de eindgebruikers… Een opsomming van voorbeelden van mogelijke betrokken actoren: o Huidige en toekomstige gebruikers (individuen) o Omwonenden o Bewonersgroepen (georganiseerd) o Lokale organisaties (sociaal, cultureel, milieu, economisch, ecologisch…) o Politici (bestuurders, oppositie…) o Overheden en nutsmaatschappijen o Initiatiefnemers o Investeerders o Instellingen (scholen, gezondheidszorg, sociale voorzieningen…) o Ondernemers die in de buurt gevestigd zijn o …
VOLLEDIGE INVENTARISATIE Hierin worden de onderstaande items a. tot en met v. opgenomen. Ruimtelijke ontwikkeling a. Korte beschrijving van de ontstaansgeschiedenis van het plangebied inclusief historisch ruimtegebruik over ten minste de afgelopen 50 jaar. (gebiedsgrens) b. Korte beschrijving van de bestaande stedenbouwkundige structuren, de openbare ruimten en aanwezige bebouwing. (gebiedsgrens en systeemgrens waar relevant) c. Korte beschrijving en karakterisering hoe het gebied aansluit op zijn omgeving voor wat betreft transport en vervoer. (plangrens en systeemgrens waar relevant)
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 41 I 44
d. Inventarisatie, van het actuele programma en ruimtegebruik w.o. winkels, maatschappelijke en culturele voorzieningen, dienstverlening, industrie, wonen e.d. (plangrens) e. Inventarisatie van bestaande OV-voorzieningen en verkeersinfrastructuren w.o. routes voor autoverkeer, leveringen, fietsers-, voetgangers- en waterroutes, inclusief eventuele knelpunten en voorzieningen behorende bij deze verkeerssystemen (o.a. parkeervoorzieningen, OV-punten, stallingsruimte voor fietsen). (gebiedsgrens) f. Korte beschrijving van het aanwezige cultureel erfgoed en de beschrijving van de cultuurhistorische waarden. (gebiedsgrens) g. Inventarisatie van de wettelijke- en beleidskaders m.b.t. het plangebied kaderrichtlijn water, vogel- en habitatrichtlijn Natura 2000, natuurwetgeving, ecologische hoofdstructuur. (gebieds- en systeemgrens) h. Korte beschrijving van de eigenschappen van de plaatselijke groene en blauwe structuren (parken, meren, rivieren, bossen, groenvoorzieningen, grondwater situatie, waterbergingscapaciteit, corridors etc.). (gebiedsgrens) i. Korte beschrijving van de aanwezige flora en fauna. (gebiedsgrens) j. Korte beschrijving van het aardoppervlak inclusief de overheersende kenmerken van de eerste 3 meter ondergrond (gebruik de van toepassing zijnde termen als vlak, heuvelachtig, glooiend, kalkrijk, zandrijk, bosrijk, overwegend klei, harde/ zachte ondergrond e.d.) (gebiedsgrens) k. Aspecten als monumentwaarde, kunsthistorische waarde, historische waarde, actuele kunstwaarde kunnen hier in kaart gebracht worden…. Het belang dat aan de culturele waarde wordt gehecht, van lokaal, bovenlokaal tot internationaal is een mogelijke indicator. Bronnen l. Inventarisatie van de aanwezige gebruikte en potentiële (hernieuwbare) bronnen van energie, water en (bouw)materialen (grondstof en/of productie), inclusief afvalstromen. Per (hernieuwbare) bron is, volgens onderstaande criteria, aangegeven in welke mate het praktisch mogelijk is om deze op te wekken binnen de systeemgrenzen van het gebied. ‘Praktisch mogelijk’ houdt in dat het past binnen actuele regelgeving, de beschikbare ruimte en de technische mogelijkheden. Zowel bestaande als potentiële voorzieningen van duurzame energieopwekking in het gebied worden in kaart gebracht. (Inventarisatie van de aanwezige materialen: zie ook thema materialen en afval.) Gebiedsklimaat m. Inventarisatie van de overheersende luchtkwaliteit, uitgedrukt in NOx, PM10 en PM 2,5, op basis van kaarten. (gebiedsgrens) n. Inventarisatie van de overheersende bodemkwaliteit. (gebiedsgrens) o. Inventarisatie van de overheersende geluidsituatie (verkeers- en bedrijfsgeluid, omgevingsgeluiden, bijvoorbeeld een nabijgelegen vliegveld). (gebiedsgrens) p. Inventarisatie van de potentiële c.q. geconstateerde stralingsrisico's (gebiedsgrens) q. Korte beschrijving van aspecten met betrekking tot externe veiligheid, bijvoorbeeld transportroutes gevaarlijke stoffen in of nabij het gebied en risicovolle inrichtingen. (gebiedsgrens) Welzijn & Welvaart r. Inventarisatie bestaande sociaal maatschappelijke beleidskaders (o.a. beleid op sociale dienstverlening, werkgelegenheid, woningdifferentiatie). (gebiedsgrens) s. Korte globale beschrijving van de bevolkingsopbouw (aantal inwoners, prognose bevolkingsgroei/-krimp, leeftijdsopbouw, gezinssamenstelling, verhuisbewegingen, opleidingsniveau, etniciteit). (gebiedsgrens)
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 42 I 44
t.
Korte globale beschrijving van de door de bewoners en gebruiker ervaren sociale veiligheid, eventueel op basis van de voor het plangebied relevante thema’s uit de Integrale Veiligheidsmonitor (IVM). (plangebied) u. Inventarisatie van het gemiddeld besteedbaar inkomen per gezin (plangebied). v. Korte beschrijving van de aanwezige economische bedrijvigheid. (plangebied) Samenvatting w. Een beschrijving van de aard of het ‘karakter’ van het gebied op basis van de uitkomsten van bovenstaande items. (gebieds- en systeemgrens)
WIJKGIDS Een wijkgids verzamelt alle gegevens voor de wijkgebruikers met afspraken en praktische zaken omtrent de nieuwe wijk. Het basisconcept van de nieuwe wijk wordt hierin uitgelegd. Deze gids ter attentie van de gebruikers/bewoners informeert deze actoren over alle elementen die cruciaal zijn voor dit succes. Deze handleiding is dus bedoeld voor de effectieve gebruiker en hanteert een toegankelijke, begrijpelijke, niet-technische taal. Een wijkgids bevat minimaal volgende elementen: o wijkconcept en werking (energie, water, groen, leefbaarheid, toegankelijkheid, ...) o mobiliteit: - parkeermogelijkheden - Cambio / autodelen - knooppunten openbaar vervoer - hoog- en laagdynamische routes - fietsparkeerplaatsen o wijze van afvalverzameling (collectief, individueel, ...) o lokale voorzieningen - parken - hondentoilet - ... o onderhoud energie: systeem D / huishoudtoestellen /…
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 43 I 44
REFERENTIES Han Vandevyvere, STRATEGIEËN VOOR EEN VERHOOGDE IMPLEMENTATIE VAN DUURZAAM BOUWEN IN VLAANDEREN, toepassing op het schaalniveau van het stadsfragment, doctoraat KULeuven,oktober 2010 Filip De Rynck, Karolien Dezeure, BURGERPARTICIPATIE IN VLAAMSE STEDEN, Naar een innoverend participatiebeleid, Rapport van de Werkgroep Participatie voor Minister Marino Keulen, Maart 2009
Duurzaamheidsmeter Wijken
01 KWA - v.1.0
blz 44 I 44