Ministerie van Verkeer en Waterstaat
cx
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Zeeland
Nummer:
kS&2
0 8z
BibliotHeek, Koestr. 30, tel: 011 8-686362, postbus 5014 4330 KAMiddelburg
Duurzaam veilig en de fiets
-
- 1
Ideeën uit het demonstratieproject duurzaam veilig West-Zeeuwsch Vlaanderen
E:eIcië -
;w
MinIsterie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat
Va, OF, VNAO wA I
Directie Zeeland
Inhoud
1 Duurzaam veilig en de positie van de fiets
3
2 De uitgangspunten
4
3 Een netwerk voor de fiets
8
4 Leidraad voor de fietsinfrastructuur
9
5 Elankerende maatregelen
14
6 Aandachtspunten bij de verdere implementatie van duurzaam veilig 16
Een exemplaar van deze brochure kunt u bestellen bij Verkeersadviesburo Diepens en Okkema Postbus 2873 2601 CW Delft Telefoon: (015) 214 7899 Fax: (0 15) 214 79 02
--
Duurzaam veilig en de fiets
rrr rin
Duurzaam veilig en de positie van de fiets
In het Meerjarenplan Verkeersveiligheid (MPV-3) is in het kader van een verdere terugdringing
Een veilig fietsnetwerk is belangrijk om
van het aantal verkeersslachtoffers in Neder-
twee redenen:
land een 'duurzaam veilige' aanpak geformu-
bescherming van de fietsers.
leerd. Met deze aanpak wordt beoogd het
verbetering van de concurrentiepositie
aantal dodelijke verkeersslachtoffers en het
van de fietser ten opzichte van de auto.
aantal gewonde verkeersslachtoffers in het jaar 2010 met respectievelijk 50% en 40% terug
fiets ingezien en het initiatief genomen voor
te brengen (t.o.v. 1986). In de regio West-
een uitdieping van de positie van de fiets in
Zeeuwsch Vlaanderen (gemeenten Sluis-
het duurzaam veilig fietsnetwerk West-Zeeuwsch
Aardenburg, Oostburg en Sluis) is het aantal
Vlaanderen.
verkeersongevallen per inwoner groter dan het Nederlands gemiddelde. Met het oog op
In deze brochure worden de ontwikkelde
bovengenoemde gegevens is een voorberei-
theorievorming en de daaruit voortkomende
dend onderzoek uitgevoerd en wordt inmid-
ontwerpbeginselen uiteengezet. Voor de
dels het demonstratieproject duurzaam veilig
concrete invulling van de fiets en duurzaam
in West-Zeeuwsch Vlaanderen gerealiseerd.
veilig in West-Zeeuwsch Vlaanderen is de
Tot dusver krijgt de positie van de auto de
West-Zeeuwsch Vlaanderen' beschikbaar.
rapportage 'duurzaam veilig Fietsnetwerk
meeste aandacht in de ontwikkeling van het duurzaam veilig beleid en maatregelenpakket.
600
Geheel ten onrechte blijft de positie van de
laan 1986 500
fiets onderbelicht. De fiets is echter een belangrijk item binnen een duurzaam veilig
jaar 1994
400
verkeers- en vervoersysteem. Enerzijds van-
300
wege het grote aantal slachtoffers onder 200
(brom)fietsers, anderzijds vanwege het landelijke streven naar een bevordering van het
100
I
fietsgebruik (SVV Ii en Masterplan Fiets). Een
Bestuurders Passagiers Motor Bromfietsers Fietsers Voelgangers Over,gen persorienasto personenauto tureersieler
veilig fietsnetwerk is dus belangrijk om twee redenen: het beschermen van de fietsers en
L
het verbeteren van de concurrentiepositie van
Aan tal/en verkeersdoden onder verkeersdeelnemers 1986 en 1994.
de fietser ten opzichte van de auto. Met het terugdringen van de groei van het autoverkeer is tevens de verkeersveiligheid gediend. Het Projectteam duurzaam veilig WestZeeuwsch Vlaanderen heeft het belang van de
Duurzaam veilig is een integrale benadering van het verkeersveiligheids-probleem. Duurzaam veilig werkt preventief, vermijdt conflicten tussen weggebruikers en verkleint de kans op ernstig letsel.
pagina 3
Duurzaam veilig en de fiets
-
De uitgangspunten
De aanpak voor het bewerkstelligen van een duurzaam veilige positie van de fiets in het
Er zijn verschillende typen conflict-situaties:
verkeer kan in 6 stappen worden weergege-
Solo fietser
ven:
Fietser - voetganger Fietser - fietser
uitgangspunten profielschets fietsers;
Fietser - bromfietser S. Fietser - auto
ordening potentiële conflictsituaties;
Fietser - vrachtauto
mogelijke verkeersbeleidsmaatregelen
Fietser - openbaar vervoer
per conflictsituatie.
Fietser - landbouw verkeer
formuleren oplossingsrichtingen
deelnemers; de conflicten tussen fietser en
op netwerkniveau;
voetganger zullen van een geheel andere aard
op infrastructuurniveau;
zijn dan de conflicten tussen fietser en vracht-
op niveau van flankerende beleids-
auto. Voordat vervolgens gericht gezocht
gebieden.
wordt naar oplossingen kan voor alle conflictsituaties tussen fietsers en overige verkeersdeel-
Bij het ontwerpen voor de fiets moet in het
nemers een overzicht worden weergegeven
oog gehouden worden dat er verschillende
van mogelijke toepasbare verkeersbeleids-
gebruikersgroepen bestaan. Zo stellen
maatregelen (zie volgende pagina).
scholieren andere eisen aan de infrastructuur dan recreatieve fietsers. Scholieren rijden vaak in grotere groepen, hebben een beperkte kennis van de verkeersregels. Bovendien hebben ze in de regel weinig aandacht voor het verkeer. Directheid en snelheid zijn voor hen erg belangrijk. Bij recreanten daarentegen staat de beleving onderweg voorop en zal de aantrekkelijkheid van de fietsroute alle aandacht krijgen. Naast het feit dat er een verschil is in gebruikersgroepen, is er ook sprake van een verschil in conflictsituaties met andere verkeersEr zijn verschillende typen fietsers te onderscheiden: Kwetsbare fietsers (kinderen 6-1 2 jaar, ouderen en gehandicapten) Scholieren 12-18 jaar Volwassenen die zich snel willen verplaatsen voor alledaagse verplaatsingsmotieven Recreanten Sport- en trainingsfietsers
pagina 4
Aantrekkelijke fietsroutes stimuleren het fietsgebruik.
Duurzaam veilig en de fiets
I:FY(flfl!
Conflict
(Verkeers)beleidsmaatregelen
solo fietser
- keuringsbewijs voor fietsen - alcoholcontroles invoeren voor (brom)fietser - goed geplaveid wegdek - regelmatig onderhoud - schoonhouden wegdek (verplichting voor landbouwers om modder op te ruimen) - gladheidsbestrijding op fietspaden - voorkomen van plasvorming op (brom)fietspaden - bij het ontwerp van fietspaden rekening houden met ontwerpsnelheid fietser - botsvriendelijke obstakels op en langs het fietspad
fietser-voetganger - scheiden fietser en voetganger - markeren conflictpunten - snelheidsremmers fiets nabij conflictpunten (accentueren fietspaden op winkelerven en 30 km/u-zones door bijvoorbeeld rood asfalt) - voldoende en kwalitatief goede stallingen nabij herkomsten bestemmingspunten - specifieke recreatieve wandelpaden/wandelroutes aanleggen - accentueren voetgangersoversteek bij kruising fietspad (speciale attentie nabij bushaltes) fietser-fietser
- hiërarchie aanbrengen in het fietsnetwerk d.m.v. het aangeven van ontsluitende, verdelende en verbindende fietsschakels - ruim profiel fietspaden (C.R.O.W, Tekenen voor de fiets, 1992) - speciale schoolfietsroutes creëren - specifiek recreatieve toerroutes creëren - eenduidige en duidelijke voorrangsregeling bij conflictpunten rekening houdend met de hiërarchie in het fietsnetwerk
fietser-bromfietser - snelheidsbegrenzers (30 km/u) bromfiets - invoeren van een bromfietsrijbewijs - bromfiets scheiden van fietsers in verblijfsgebieden als er sprake is van vrijliggende fietspaden - snelheidsremmers bromfiets nabij conflictpunten - breed profiel (brom)fietspaden - middenbelijning bij tweerichtings (brom)fietspaden
pagina 5
Duurzaam veilig en de fiets
Conflict (Verkeers)beleidsmaatregelen fietser-auto
- 30 km/u zones binnen de bebouwde kom - fietsvriendelijke snelheidsremmers voor de auto in 30 km/u zones - binnen de bebouwde kom verboden te parkeren op de rijbaan - menging op erfwegen - scheiden bij hoge intensiteiten gemotoriseerd verkeer of bij hoge intensiteiten fietsverkeer op erfwegen - scheiden op ontsluitings- en stroomwegen - poorten bij de entree van de bebouwde kom - snelheidsremmers auto nabij conflictpunten - 40 km/u op erfwegen buiten de bebouwde kom (platteIandswegen) - snelheidshandhaving door middel van wegvaksnelheidsmetingen, snelheidsremmers nabij conflictpunten en visuele versmalling wegprofiel - weren van doorgaand verkeer op erfwegen (plattelandswegen) door middel van knippen in routes, inrijverboden (m.0 .v. bestemmingsverkeer) en fietsvriendelijke sluizen voor landbouwvoertuigen - conflictvrije oversteek (brom)fietsers bij stroomwegen en bij ontsluitingswegen buiten de bebouwde kom
fietser-vrachtauto - routes vrachtverkeer aangeven en ruim dimensioneren en scheiden van routes voor fietsers - vrijliggende fietspaden op erfwegen en plattelandswegen met hoge intensiteiten zwaar verkeer - schoolfietsroutes aangeven (voorlichting naar scholieren, landbouwers en transportondernemingen) - bepaalde wegvakken afsluiten voor vrachtverkeer - bereikbaarheidsprofielen opstellen voor transportbedrijven - fietsvriendelijke snelheidsremmers nabij conflictpunten
fietser-
- routes openbaar vervoer met ruim profiel dimensioneren
openbaar vervoer - fietspaden achter bushaltes langs - accentueren fietspaden voor bushaltes langs - voorrangsregeling optrekkende bussen bij bushaltes op fietsers wijzigen - fietsvriendelijke bussluizen ontwerpen
pa4na 6
T.
-
Duurzaam veilig en de fiets
Conflict (Verkeers)beleidsmaatregelen fietser-
- maximum snelheid landbouwvoertuigen
landbouwverkeer - waarschuwingssignaal bij het inhalen van fietsers - invoeren rijbewijs voor trekker, trekker met aanhanger en speciale zware voertuigen - aandacht voor conflict met (brom)fietsers in de rij-opleiding - botsvriendelijke vormgeving van landbouwvoertuigen - schoonhouden van het wegdek: landbouwers verplichten om wielen schoon te spuiten voor het betreden van de openbare weg - tijdelijke maatregelen op periodes van de dag in oogsttijd ter voorkoming van het samenvallen van grote aantallen (brom)fietsers en grote aantallen landbouwvoertuigen - voorlichting in de oogstcampagne naar alle belangengroepen - schoolfietsroutes aangeven (voorlichting naar scholieren en landbouwers) - vrijliggende fietspaden op erfwegen met hoge intensiteiten landbouwverkeer per etmaal In de volgende hoofdstukken wordt ingegaan op de oplossingsrichtingen, de vormgeving van een fietsnetwerk, de infrastructurele inrichting hiervan en de maatregelen op flankerende beleidsgebieden.
pagina 7
1: r
Duurzaam veilig en defiets
Een netwerk voor de fiets
Bij het ontwerpen van een fietsnetwerk moet
Comfort
rekening worden gehouden met een vijftal
De voorzieningen moeten een vlotte en
eisen:
comfortabele doorstroming van het fiets-
Directheid
verkeer mogelijk maken.
Het stelsel van fietsverbindingen moet fietsers een zo direct mogelijke route tussen
Strijdigheid tussen de eisen moet te allen tijde
herkomst en bestemming bieden. Omrijden
voorkomen worden; het maken van duidelijke
blijft tot een minimum beperkt.
keuzes is dan ook van groot belang.
Samenhang Het stelsel van fietsvoorzieningen moet
Bovenstaande eisen moeten gezien worden in
een samenhangend geheel vormen en moet
het licht van een duurzaam veilig verkeers- en
aansluiting geven op het punt waar fiet-
vervoerbeleid. In dit beleid wordt de verkeers-
sers hun herkomst of bestemming hebben.
veiligheid in een breder kader geplaatst, waar-
Aantrekkelijkheid
bij uit wordt gegaan van de volgende vier
De voorzieningen moeten zodanig vorm-
invalshoeken:
gegeven en in de omgeving ingepast zijn,
een veilige opbouw en inrichting van het
dat het aantrekkelijk wordt om te gaan
wegennet;
fietsen.
een veilige ruimtelijke planning;
Veiligheid
een veilig mobiliteitsbeleid;
De voorzieningen moeten de veiligheid
een veilig gedrag in het verkeer.
waarborgen van de fietsers en de overige weggebruikers. Naast verkeersveiligheid
In het komende hoofdstuk wordt een aantal
gaat het hier ook om sociale veiligheid.
oplossingsrichtingen gegeven waarbij rekening wordt gehouden met de bovenstaande eisen en invalshoeken.
t :hiie
: .
Pelgte
Ç
t
(1 Wett-Zee uwsch Vlaanderen —
pagina 8
irîii
rITn
Duurzaam veilig en de fiets
Leidraad voor de fietsinfrastructuur
In een duurzaam veilige verkeersinfrastructuur worden drie functies van wegen onderscheiden: 1
stroomfunctie: snel verwerken van doorgaand verkeer; ontsluitingsfunctie: vlot bereikbaar maken van wijken en gebieden; 1
erf- en verblijfsfunctie: toegankelijk maken van woningen en winkels en tegelijkertijd de straat als ontmoetingsplaats veilig stellen. In duurzaam veilige oplossingen wordt gestreefd naar een vormgeving die optimaal tegemoet komt aan de functie-eisen en bovendien optimale veiligheid garandeert. In de uitwerking van de oplossingsrichtingen
Scheiden van verkeerssoorten: veiligheid en snelheid voor de fiets.
op infrastructuurniveau is een verdeling gemaakt in maatregelen op wegvakken en maatregelen op kruispunten.
Erfweg type A (BuBeko): Deze weg heeft een verzamelfunctie en heeft
4.1. Wegvakken
in plaats van een maximumsnelheid van 40 km/u, zoals een gewone erfweg, een
Bij de oplossingsrichtingen voor wegvakken is
maximum snelheid van 60 km/u.
de vraag of fietsers en gemotoriseerd verkeer moeten worden gescheiden een belangrijk aandachtspunt. Daarbij moet bovendien
Binnen de bebouwde kom (BiBeKo):
onderscheid gemaakt worden tussen oplossingsrichtingen buiten de bebouwde kom en
Binnen de bebouwde kom geldt bij voorkeur
binnen de bebouwde kom.
een snelheidslimiet van 30 km/u. Ontsluitingswegen en stroomwegen die door
Buiten de bebouwde kom (BuBeKo)
de bebouwde kom lopen, mogen een aangepaste (hogere) snelheid krijgen. In dat geval
Op ontsluitingswegen en stroomwegen zal te
moeten er speciale voorzieningen voor de
allen tijde een fysieke scheiding tussen (brom)-
overige verkeersdeelnemers worden aan-
fietsverkeer en (vracht)autoverkeer plaats moe-
gebracht.
ten vinden. Als erfwegen een maximumsnel-
Fietsvoorzieningen op stroomwegen moeten
heid krijgen die hoger is dan 40 km!u (bijvoor-
te allen tijde gescheiden worden aangelegd.
beeld erfweg type A met een ontwerpsnelheid
Dit geldt ook voor ontsluitingswegen;
van 60 km/u), dan zal ongeacht de intensitei-
alléén bij gebrek aan ruimte komen andere
ten voor het auto- en het fietsverkeer een vrij-
oplossingen in aanmerking.
liggend fietspad moeten worden aangelegd. Op erfwegen buiten de bebouwde kom (plat-
Binnen de bebouwde kom kan het ontwerp-
telandswegen, 40 km/u) is menging in principe
criterium van het C.R.O.W worden gebruikt
acceptabel.
('Tekenen voor de Fiets'):
pagina 9
l:r.r1TI! -
Duurzaam veilig en de fiets
Gebied 3 en 4 laten de situatie van de ontsluitingsweg binnen de bebouwde kom zien. De toelichting bij deze afbeelding in 'Tekenen voor de Fiets' is als volgt:
x 1 000 pae/etmaal 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 0
Mate van scheiding tussen fietsers en auto's bij verschillende snelheidsintensiteitscombinaties.
Gebied 3:
In het algemeen is een weg zonder fietsstroken of fietspaden wel aanvaardbaar. Toch kunnen zij afhankelijk van andere weg- en verkeerskenmerken wenselijk zijn.
Gebied 4:
Aanleg van een fietsstrook of fietspad heeft een duidelijke voorkeur.
Uitzonderingssituaties voor het toch toepassen van fietstroken of fietspaden op een (ontsluitings)weg die binnen gebied 3 vallen zijn bijvoorbeeld: - wanneer de weg onderdeel uitmaakt van een route voor de kwetsbare fietsers); - wanneer het om redenen van subjectieve veiligheid of continuiteit van het fietsnetwerk wenselijk is om een fietspad aan te leggen. Dit geldt echter niet voor 30 km/u
pagina 10
tT flfl P
Duurzaam veilig en de fiets
In het volgende overzicht worden maatregelen weergegeven, die op wegvakken mogelijk zijn bij conflicten tussen (brom)fietsers en het overige gemotoriseerde verkeer:
Conflict Wegvak Maatregelen (brom)fiets- Erfwegen - snelheidslimiet van 30 km/u en handhaving snelheidsauto (B1BeK0) limiet door fietsvriendelijke snelheidsremmers voor de auto (plateaus, asverschuivingen, verkeerswissels) - in principe mengen - parkeerbeleid Erfwegen - snelheidslimiet van 40 km/u en handhaving BuBeKo snelheidslimiet door fiets- en landbouwvoertuig vriendelijke (plattelands- snelheidsremmers zoals bijv. asverschuivingen wegen) - in principe mengen - alleen toegankelijk voor bestemmingsverkeer - knippen in sluiproutes (met landbouwvoertuig sluizen) Ontsluitings- - aan twee zijden tweerichtingsfietspaden of een parallelweg wegen
(40 km/u) en een tweerichtingsfietspad bij ontsluitings-
(of erfwegen
wegen
met ontslui-
-
tende functie en 60 km/u)
bij erfweg type A (60 km/u) scheiden: aan één zijde een tweerichtingsfietspad
-
bij ontsluitingsweg BiBeKo in principe scheiden: bij voorkeur vrijliggende tweerichtingsfietspaden aan beide zijden van de ontsluitingsweg binnen de bebouwde kom
-
als intensiteiten lager zijn dan 6000 mvt/etmaal of als de werkelijk gereden snelheid van het gemotoriseerde verkeer lager is dan 40 km/u mengen
Stroomwegen
-
poorten aan de komgrenzen bij ontsluitingswegen
-
snelheidsremmers BiBeKo
- scheiden: aan twee zijden tweerichtingsfietspaden of een parallelweg (40 km/u) en een tweerichtingsfietspad
In bovengenoemde maatregelen wordt alleen ingegaan op de conflictsituatie (brom)fiets - auto. De conflictsituatie fietser - bromfietsers mag echter niet ongenoemd blijven. Het snelheidsverschil tussen fietsers en bromfietsers levert veel conflicten op. Oplossingsvoorstellen op landelijk niveau zijn gebaseerd op dit snelheidsverschil. Wanneer het snelheidsverschil tussen fietser en bromfietser groter is dan tussen bromfietser en auto wordt de bromfietser gemengd met de auto.
pagina 1]
Hoofdstuk 4
4.2. Kruispunten Om conflicten op kruispunten te voorkomen dient de snelheid van de verkeersdeelnemers met een hogere snelheid (gemotoriseerd verkeer) te worden aangepast aan de snelheid van het niet-gemotoriseerde verkeer. De oplossingsrichting op kruispunten is afhankelijk van de functie van de weg die gekruist wordt (stroom-, ontsluiting-, erfwegen) en van de functie van de weg parallel aan de fietsroute (stroom-, ontsluiting-, erf-, fietswegen). Buiten de bebouwde kom (BuBeKo)
Tabel met oplossingsrichting kruispunten BuBeKo. Kruisende route Stroomweg
Stroomweg
Ontsluitingsweg
ongelijkvtoers
ongeltikvloers
Ontsluitingsweg
Erfweg type A
Erfweg type S
(60 km/u)
(40 km/u)
de parallelvoor-
de paratlelvoor-
ziening kruist
ziening kruist
gelijkvloers
gelijkvloers
gelijkvloerse
gelijkvloerse
de parallelvoor-
rotonde
rotonde
ziening kruist
ongelijkvloers
gelijkvloers
0
cu
Erfweg type A
ongelijkvloers
km/u)
gelijkvloerse
gelijkvloerse
gelijkvloerse voor-
rotonde
rotonde
rangskruising
ongelijkvloers
gelijkvloerse voor-
plateau
0 .
Erfweg type S
ongelijkvloers
rangskruising
(40 km/u)
Fietsweg
ongelijkvloers
ongelijkvloers
gelijkvloerse voor-
fietser in
rangskruising
voorrang
De vetgedrukte gegevens in de matrix geven aan waar de oplossingsrichting afwijkt van de standaardoplossing wanneer er geen sprake is van een fietsroute. Het betreft hier dus ongelijkvloerse kruisingen die nodig zijn om de oversteekbaarheid van stroomwegen c.q. ontsluitingswegen te verzekeren.
pagina 12
LITr flfl
Duurzaam veilig en de fiets
Bij gelijkvloerse kruisingen in de vorm van rotondes moet te allen tijde een vrijliggend fietspad rondom de rotonde worden aangelegd, met uitzondering van erftoegangswegen. De praktijkervaringen met het opnemen van vrijliggende fietspaden in de voorrangsregeling zijn overigens wisselend. In ieder geval zijn visuele (rood fietspad!) en fysieke maatregelen nodig om het gemotoriseerde verkeer te attenderen op de voorrangsregeling voor fietsers. Op kruisingen tussen plattelandswegen buiten de bebouwde kom dient het snelheidsverschil te worden beperkt door middel van snelheidsremmende maatregelen voor het gemotori-
Fietser mag niet in het nauw komen door onnodige scheiding
seerde verkeer. Daarnaast dient het conflict-
verkeerssoorten!
punt te worden gemarkeerd. Op kruisingen tussen vrijliggende fietsroutes met een belangrijke verbindende functie (stromen van fietsers) en plattelandswegen zal voorrang moeten worden verleend aan de fietsroute.
Binnen de bebouwde kom (BiBeKo): In principe gelden binnen de bebouwde kom dezelfde oplossingsrichtingen als buiten de bebouwde kom. Er zijn enkele verschillen: - erfweg type A komt binnen de bebouwde kom niet voor; - een fietsroute die samen met een erfweg of als fietsweg een ontsluitingsweg kruist kan ook gelijkvloers worden aangelegd. Deze kruising moet wel worden beveiligd. Binnen de bebouwde kom van kleinere kernen zal het gemotoriseerde verkeer zich moeten aanpassen aan het karakter van het verblijfsgebied. De oversteekpunten moeten dus worden gemarkeerd en de snelheid voor het gemotoriseerde verkeer en het (brom)fietsverkeer zal op conflictpunten door fysieke maatregelen (wegversmalling, plateaus) moeten worden teruggebracht.
pagina 13
irrtui,
Duurzaam veilig en de fiets
Flankerende maatregelen
Zoals eerder aangegeven moet volgens duur-
Veilig mobiliteitsbeleid
zaam veilig de veiligheid in het verkeer niet alleen via 'een veilige opbouw en inrichting
Sommige maatregelen kunnen de aantrekke-
van het wegennet' worden bewerkstelligd.
lijkheid en veiligheid van de fiets verhogen.
Ook de invalshoeken 'een veilige ruimtelijke
Enkele voorbeelden:
planning', 'een veilig mobiliteitsbeleid' en 'een
- Verbetering kwaliteit openbaar vervoer:
veilig gedrag in het verkeer' zijn voorwaarden
De kwaliteit van het openbaar vervoer kan
voor de realisatie van een duurzaam veilig
worden verhoogd door de vervoerketen fiets-
systeem.
openbaar vervoer - fiets aantrekkelijker te
Veilige ruimtelijke planning
senstallingen bij 0V-haltes, fietsverhuur en
maken. Het kan daarbij gaan om goede fietde invoering van fiets-OV-combikaarten. In het ruimtelijke ordeningsbeleid kan de noodzaak tot het maken van een verplaatsing
- Sturend parkeerbeleid: Met behulp van een gericht parkeerbeleid
per auto worden beïnvloed. Om dit beleid in
kan het autogebruik in goede banen worden
het kader van duurzaam veilig vorm te geven,
geleid of minder aantrekkelijk worden
zal ook aan de bereikbaarheid per fiets en het 'verkeersveiligheidsprofiel' van A-, B- en C-
gemaakt. - Realisatie autoluwe gebieden
locaties aandacht moeten worden geschonken.
(verblijfsgebieden):
Voor de korte afstanden is de fiets immers vaak
In het Tweede Structuurschema Verkeer en
een beter alternatief dan het openbaar vervoer.
Vervoer is de aandacht mede gericht op het
Nieuwe locaties voor wonen, werken en voor-
verminderen van het autogebruik door mid-
zieningen moeten dus uitstekend bereikbaar
del van herinrichting van het (landelijke)
zijn voor fietsers.
gebied. De inrichting van auto-arme gebieden en de aanleg van autovrije wijken zijn
-
hier voorbeelden van. - Vervoermanagement: Steeds meer bedrijven gaan het verkeer en vervoer van en naar hun vestiging beschouwen als managementzorg. Veel bedrijven zien een bedrijfsvervoerplan als een oplossing voor de mobiliteitsproblematiek. De fiets is één van de mogelijke vervoersalternatieven. cj
Ruimtelijke planning werkt preventief.
pagina 14
Duurzaam veilig en de fiets
Veilig gedrag in het verkeer
Ook vanuit de invalshoek 'veilig gedrag in het verkeer' kan een belangrijke impuls worden gegeven aan het verbeteren van de verkeersveiligheid. Onderwijs, training en voorlichting zijn uitstekende instrumenten om verkeersgedrag te verbeteren. Vanuit het perspectief van duurzaam veilig zou de overheid een actievere rol kunnen spelen in de verkeersveiligheidseducatie. Bijvoorbeeld door het initiatief te nemen voor projecten als een 'duurzaam veilige schoolomgeving'.
»HT
Een ander belangrijk aspect zal gericht moeten zijn op voorlichting. Om conflicten tussen voertuigen en (brom)fietsers zo veel mogelijk te beperken zal een goede voorlichtings-
Jong geleerd, oud gedaan.
campagne naar beide doelgroepen een belangrijk onderdeel moeten worden van duurzaam veilig. Bij het aspect training zal de aandacht vooral moeten uitgaan naar de invoering van een bromfietsrijbewijs. Hetzelfde geldt voor het besturen van een landbouwvoertuig. Bij de opleiding dient aandacht te worden besteed aan de mogelijke conflicten met andere verkeersdeelnemers en aan de omgang met deze conflicten.
pagina 15
TF, r nii
Duurzaam veilig en de fiets
Aandachtspunten bij de verdere implementatie van duurzaam veilig Voorop staat dat de randvoorwaarden voor
interactie tussen voertuigen middels auto-
een effectief regionaal duurzaam veilig (fiets)-
matische besturing).
beleid op landelijk niveau moeten worden
Om aan het dilemma van de bromfiets een
geschapen. Daarnaast is duidelijk geworden
einde te maken, zou vanuit de politiek een
dat de positie van de (brom)fiets nauwelijks is
beslissing moeten worden genomen om
gedefinieerd in het duurzaam veilig beleid. De
dit vervoermiddel toe te staan op 50 km/u-
bromfiets bekleedt een uiterst onduidelijke
en 60 km/u wegen in plaats van op het
positie in het geheel. Dit vervoermiddel valt in
fietspad.
het duurzaam veilig beleid tussen wal en
Bij de verkeerseducatie op scholen zal op
schip'; er zal een principiële keuze moeten
een pragmatische manier moeten worden
worden gemaakt omtrent de toekomstige posi-
ingegaan op allerlei aspecten die samen-
tie van de bromfiets.
hangen met duurzaam veilig (denk bijvoorbeeld aan routekeuze voor fietsers).
Een aantal maatregelen voor een duurzaam
Tenslotte zal meer inzicht moeten ontstaan
veilig verkeers- en vervoersysteem kan alleen
in de mogelijkheden om met fysieke maat-
op landelijk niveau worden genomen. Kort
regelen de gewenste snelheid op erfwegen
samengevat komen deze maatregelen op het
(met name plattelandswegen) te hand-
volgende neer:
haven.
De positie van de bromfiets moet worden heroverwogen. Vergelijkbaar met de APK-
Deze maatregelen kunnen het juiste kader
keuring voor auto's zouden er ook voor
scheppen voor een optimaal rendement van
bromfietsers en landbouwvoertuigen soort-
het duurzaam veilig beleid.
gelijke regelmatige keuringen moeten worden opgezet, met een stringente naleving in de praktijk. De speciale positie van het landbouwverkeer in landelijke gebieden zou vorm moeten krijgen in het duurzaam veilig beleid, bijvoorbeeld door het invoeren van een rijbewijs voor deze categorie voertuigen. Een andere mogelijke maatregel is de invoering van een wettelijke minimum leeftijd van 18 jaar voor bestuurders van landbouwvoertuigen op de openbare weg. In de rij-opleidingen (motor, auto, vrachtauto, landbouw voertuigen) zou specifieke aandacht moeten worden besteed aan duurzaam veilig. De wetgeving zou aangepast moeten worden in verband met eventuele nieuwe wettelijke snelheden. Onderzoek naar en invoering van dynamische verkeersgeleiding zou verder gestimuleerd moeten worden (interactie wegvakvoertuig door flexibele snelheids-begrenzers, pagina 16
Onderhoud is de basis voor verkeersveilighied.
hoofdstuk 6
In sterk toeristisch ingestelde regio's zoals West-Zeeuwsch Vlaanderen kan het uit economisch oogpunt aanmerkelijk gunstiger zijn om duurzaam veilige maatregelen in te voeren die seizoensmatig kunnen worden bijgesteld. Dat kan financieel aantrekkelijker zijn dan bijvoorbeeld de aanleg van een nieuw fietspad. In bepaalde situaties zijn namelijk alleen tijdens het hoogseizoen ('s zomers) maatregelen nodig (i.v.m. recreatief verkeer). Men kan hier denken aan het tijdelijk afsluiten van een wegvak voor autoverkeer. Met een dergelijke aanpak kan het maatschappelijk draagvlak (onder de bewoners) voor bepaalde maatregelen worden vergroot.
Overdraagbaarheid
Het mag duidelijk zijn dat het demonstratieproject in West-Zeeuwsch Vlaanderen belangrijke onderzoeksdata kan opleveren met betrekking tot de mogelijke effecten van duurzaam veilige maatregelen op de verkeersveiligheid en op de handhaafbaarheid van de maatregelen (het maatschappelijk draagvlak). De opzet van de studie 'naar een duurzaam veilig fietsnet' die is uitgevoerd in WestZeeuwsch Vlaanderen is zodanig, dat deze (gedeeltelijk) overdraagbaar is naar andere landelijke gebieden. Het theoretisch kader kan ook voor stedelijke gebieden grotendeels gehandhaafd blijven voorzover het maatregelen betreft die zijn gepresenteerd voor gebieden binnen de bebouwde kom.
pagina 17
Colofon
Opdrachtgever:
Rijkswaterstaat Directie Zeeland
Tekst, fotografie en advies: Verkeersadviesburo Diepens en Okkema bv Noordeinde 30 Postbus 2873 2601 CW Delft Telefoon: (015) 214 78 99 Fax: (015) 214 79 02 Met dank aan ir. B. Bach voor zijn bijdrage aan de fotografie.
Vormgeving:
Klats publiciteit en reclame bv, Delft
Druk:
Drukkerij Meinema B.V., Delft
A
Nioc'rdze 111
and
E:elqië
J