Verkeer • Lied
Groep 3-4
Activiteiten rond verkeer en de fiets
Op de fiets Fietsen is onlosmakelijk verbonden met Nederland. De kinderen in groep 3 en 4 hebben de kleuterfietsen ingeruild voor grotere jongens- en meisjesfietsen. Binnen het muzikale thema ‘Op de fiets’ leren ze hun vertrouwde tweewielers en het verkeer een stuk beter kennen.
Praxisbulletin jaargang 32 • nummer 9 • mei 2015
Twee vaders rijden de klas binnen. Eén op een mountainbike, de ander op een racefiets. Ze cirkelen wat rondjes door het lokaal en daarna barst een spervuur aan vragen los. Waarom heb je zo’n rare gele bril op? En hoe hard kun je op een racefiets op de weg fietsen? Hoe zwaar is zo’n fiets nou? Dat mogen de kinderen zelf even testen. Ze etaleren de spierballen als de racefiets met één hand in de lucht wordt getild. De fietsende vaders zorgen voor een beeldende opening van het thema ‘Op de fiets’. We inventariseren wie er allemaal met de fiets naar school komt en maken een woordweb over fietsen op het digibord.
Dineke Goebert-Sanders & Hans van Eerden Hans van Eerden was werkzaam als vakdocent muziek aan diverse basisscholen en is sinds vijftien jaar als muziekpedagoog/vakdidacticus verbonden aan hogeschool Inholland (pabo Haarlem en conservatorium). Dineke Goebert-Sanders is groepsleerkracht op basisschool De Ark in Haarlem.
5
Triangels Het lied ‘Mijn fiets’ is de startactiviteit die na deze introductie volgt. Een aantal kinderen kan op een triangel meespelen. De speelpartituur die hierbij hoort, vindt u op praxisbulletin.nl. Beluister en zing het lied vooraf met de hele groep. De kinderen klappen de instrumentale partij mee: Er gaat niets… (triangel / klap 2x) boven mijn fiets… (triangel / klap 2x). Als er geen triangels zijn, gebruiken de kinderen een ander instrument, bij voorkeur van metaal. Het gaat natuurlijk om het nabootsen van de ‘fietsbel’.
Muziek vastleggen Teken op het bord een (willekeurige) route van huis naar school. Daarbij kunt u inbreng van de kinderen gebruiken. Wat komen zij allemaal tegen op weg naar school? Noteer op de weg enkele straatelementen – in pictogramvorm – die geluid geven. Bijvoorbeeld:
• een drukke straat • een spoorwegovergang • een timmerfabriek • een boerderij • voetgangerslichten Verzin bij elk object geluiden die erbij horen en noteer deze met behulp van grafische notatie op het bord. Vervolgens ‘fietsen’ de kinderen deze route naar school, terwijl u de weg op het bord aanwijst. De kinderen maken op de juiste plaatsen de juiste geluiden. Voor het maken van de geluiden kunnen de kinderen instrumenten, alledaagse voorwerpen of bodysounds gebruiken. Breng enkele variaties aan in de route. U kunt bijvoorbeeld ook eens omrijden naar school, waardoor de volgorde van de geluiden verandert.
Tekenrotonde Alle kinderen krijgen een tekenblaadje op A4-formaat. Ze starten met een tekening die bij het lied ‘Mijn fiets’ past. Terwijl ze tekenen, luisteren ze naar het lied ‘The Pushbike song’ (te beluisteren via YouTube). Wanneer u de muziek stopt, geven ze hun tekenblaadje één plaats door. Wanneer de muziek weer start, beginnen ze met een volgende tekening. Na afloop van het lied krijgt elk kind de originele tekening weer terug. Bespreek en bekijk de resultaten samen.
Verkeerslessen De verkeerslessen behorend bij de verkeersmethode op uw school kunt u goed gebruiken in dit thema. Via de site van Veilig Verkeer Nederland vindt u ook werkbladen, uitgewerkte lessen en interactieve oefeningen voor het digibord. Het onderdeel ‘fietsen’ is apart
6
Op de fiets • Verkeer • Lied
uitgewerkt. Overige onderwerpen die bij het thema ‘Op de fiets’ aansluiten, zijn onder andere: • oversteken • voorrang geven en nemen • de goede plaats op de weg • zien en gezien worden • in je eigen buurt • verkeersborden De verkeerslessen kunnen als een rode draad door dit thema lopen. Binnen deze lessen kunnen de kinderen de eigen fietsen controleren met behulp van een checklist. Het merendeel van de andere activiteiten is te verwerken in een circuitvorm. Op praxisbulletin.nl staat een voorbeeld van een themaplanning, verdeeld over zes weken.
Fietsroutes Bekijk met de groep verschillende kaarten van de wereld, Europa en Nederland. Besteed daarbij aandacht aan de verhoudingen. Elk kind krijgt na deze inleiding een gekopieerde plattegrond van de omgeving van de school. Bespreek ook de verhoudingen op deze kaart. De kinderen gaan op zoek naar de straat waar ze wonen. Daarna tekenen ze de route die ze kunnen fietsen van huis naar school. Hoelang doen ze daar ongeveer over op de fiets? En lopend? Wie woont het verst weg? Wie het dichtstbij? De kinderen kunnen op zoek gaan naar klasgenoten die ongeveer dezelfde route lopen of fietsen. Extra opdracht: geef met een kruisje aan op welk punt je de weg oversteekt. Groep 3 kan in elk geval op de kaart de school kleuren, en met hulp het eigen huis vinden en deze via de weg met de school verbinden. Zij hoeven daarbij geen specifieke route te volgen.
Proefjes Dit thema leent zich voor experimenten. Onderstaande suggesties zijn slechts een greep uit de mogelijkheden. Een fietszaak in de buurt stelde voor ons thema gratis materialen beschikbaar, zoals buitenen binnenbanden en stukken profiel van verschillende banden. De kinderen kunnen in tweetallen of groepjes van maximaal vier kinderen aan deze opdrachten werken. Lekke band Nodig • een binnenband • emmer • plak setje • uitlegkaart proefje 1 (te downloaden van praxisbulletin.nl)
In tweetallen zoeken de kinderen het gaatje in de band. Ze laten de band in een emmer zakken en gaan op zoek naar het gaatje. Bespreek de uitlegkaart van tevoren of laat een ouder de kinderen helpen. Dynamo Nodig • een fiets met dynamo • batterij met lampje en draden • uitlegkaart proefje 2 (te downloaden van praxisbulletin.nl) In tweetallen onderzoeken de kinderen de dynamo en de werking hiervan. Hiervoor kunt u een fiets van een van de leerlingen gebruiken. De kinderen experimenteren met het aansluiten van het lampje op een batterij. Bespreek de uitlegkaart van tevoren of laat een ouder de kinderen helpen. Werkplaats Nodig • een (oude) fiets • schroeven/ moeren • lappen stof • sponsje • teiltje • werkhandschoenen • gereedschappen • diverse fiets accessoires • fietsonderdelen • binnen- en buitenbanden De werkplaats – of fietsenzaak – is een echte ontdekhoek. Hier kunnen de kinderen naar hartenlust sleutelen aan een oude fiets. Een paar mogelijke onderzoekopdrachten zijn: de fiets op
Praxisbulletin jaargang 32 • nummer 9 • mei 2015
de standaard zetten, bekijken hoe deze werkt, het achterwiel optillen en aan de trappers draaien, de ketting bekijken, onderzoeken waar de fiets van is gemaakt, hoe werkt de fietsbel? Webpad Nodig • computers • werkblad Webpad (te downloaden van praxisbulletin.nl) • potlood en gum De kinderen kunnen zelfstandig werken aan het webpad Op de fiets, dat te vinden is op praxis.yurls.net. Het werkblad met opdrachten is geschikt voor groep 4. Groep 3 kan een deel van het webpad volgen, zoals het filmpje bekijken en de verkeersspelletjes spelen die erin zijn opgenomen. Droomfiets Nodig • werkblad Droomfiets (te downloaden van praxisbulletin.nl) • materialen als kleurpotloden • viltstiften • papier • lijm • scharen, wascokrijtjes Geef de kinderen alle creatieve vrijheid binnen deze opdracht. Iedereen ontwerpt een eigen droomfiets. Dit is een niet bestaande fiets met speciale onderdelen en dit rijwiel kan iets dat geen enkele andere fiets kan. Op het werkblad Droomfiets maken de kinderen een tekening van deze bijzondere tweewieler. Ze werken dit
7
De kinderen uit groep 3 mogen kiezen voor een afbeelding die zij laten zien aan de klas. Ze kunnen vertellen wat op de afbeelding te zien is.
uit met creatieve materialen naar keuze (krijt, kleurpotlood, viltstift, papier). De opdracht moet voldoen aan drie criteria in groep 4: 1 De fiets heeft een naam. 2 De fiets kan ‘iets bijzonders’ dat is beschreven. 3 De fiets is duidelijk uitgewerkt op papier. Voor kinderen in groep 3 is naast het tekenen van de droomfiets het opschrijven van een naam voor de fiets voldoende. Wie meer op wil schrijven, mag dit uiteraard doen.
Praxisbulletin.nl Dit artikel heeft een uitbreiding op praxisbulletin.nl. Daar zijn opgenomen: • Lied Mijn fiets (melodie, meezingversie, ook met triangel) • Werkbladen Webpad en Droomfiets • Uitlegkaartjes • Voorbeeld themaplanning • Boekentips en links
8
Boeken Nodig • boeken over fietsen (zie boekentips op praxisbulletin.nl), • potlood • papier Verzamel in de boekenhoek zo veel mogelijk boeken over fietsen. De kinderen kiezen één boek uit en gaan hierin op zoek naar een nieuw weetje over fietsen. Dat mag iets technisch zijn. Ze schrijven het weetje op en presenteren dit in groepjes of tweetallen aan de hele groep. Verzamel de geschreven weetjes op een centrale plek in de klas. Op deze manier oefenen de kinderen op een laagdrempelige manier met het presenteren voor de klas. Op de fiets • Verkeer • Lied
Wegennet Nodig • stoepkrijt Deze opdracht vormt een mooie afsluitende samenwerkingsopdracht voor de hele klas. Geef de kinderen vooraf de opdracht om met elkaar een wegennetwerk te tekenen op het schoolplein. Bespreek met elkaar wat een wegennet is en wat er allemaal bijhoort: straten, autosnelwegen, zebra’s, maar ook stoplichten en verkeersborden. Er is één belangrijke regel: alle wegen moeten op elkaar aansluiten! Zet een deel van het schoolplein af en verdeel het stoepkrijt. Daarna gaat de groep aan de slag. Heeft het wegennet goed vorm gekregen? Bekijk dan met elkaar de route en controleer of alles op elkaar aansluit.
Stop, politie! Tot slot past een bezoek van een (wijk) agent natuurlijk mooi bij dit thema. De kinderen uit groep 4 luisteren ademloos naar de man in het uniform die bij ons op bezoek is. De agent vertelt van alles over veilig fietsen in het verkeer. Dat het licht het goed moet doen bijvoorbeeld. En wat reflectoren zijn. Waar de kinderen vooral nieuwsgierig naar zijn? Boetes en de wapens van meneer de agent. Hij slaat zelfs een kind in de boeien. En dát is uiteraard het verhaal van de dag.
Mijn fiets Tekst en muziek Hans van Eerden • 146 bpm
Er
fiets voet druk
word ik op een je op
gaat
niets
niet moe. pe - daal. de bel.
bo - ven mijn
Ik Ja Want
fiets zo je
mooi - e fiets van mij cies zo - als ik wil een springt ach - ter - uit
maakt als door
niets
bo - ven
Praxisbulletin jaargang 32 • nummer 9 • mei 2015
het ik dat
fiets.
1 Op de 2 El - ke 3 En dan
o - ver - al naar toe werkt het al - le - maal. rijdt zo lek - ker snel.
fiet - sen me rem dan sta rin - ke - lend
mijn
zo blij. ik stil. ge - luid.
Door die ’tGaat pre Ie - der -
Er
gaat
fiets.
9