afvalforum jaargang 15 • juni 2011
Duurzaam inkopen door de mangel English summary included
Milieuschade AEC-bodemas blijft uit Afvalsector omarmt afvalstoffenbelasting Acht plasticscenario’s uitpluizen
2
regio-advertenties
VO-10539
24-02-2009
10:24
Pagina 1
1 2 3 4 12
K
In- en verkoop, bewerking en opslag van: • Secundaire bouwstoffen, zoals AEC-granulaat en Tweezand • Ferro- en Non-Ferro metalen • Biomassaproducten waaronder hout • Industrieel afvalwater • Bulkgoederen
UW AFGEWERKTE OLIE
• 45 hectare terrein • 500 meter kade aan het kanaal Gent - Terneuzen • Los- en laadinstallaties • Waterzuivering • Bewerkingsinstallaties • Opslagsilo • Eigen spooraansluiting
Oostkade 5 | 4541 HH Sluiskil | T: 0115 47 12 58 | E:
[email protected]
5
WWW.HEROS.NL
Postbus 2527 3800 GB Amersfoort T 033 – 455 82 82 F 033 – 456 26 60 E
[email protected] W www.smink-groep.nl
OLIEHANDEL KOEWEIT BV
HET ADRES VOOR AL
Faciliteiten:
Smink Afvalverwerking BV
KOEWEIT
Postbus 163 3880 AD Putten
T 0341 36 99 50 F 0341 35 68 14 E
[email protected] www.oliehandelkoeweit.nl
Nieuwe App voor een schoner Nederland Stichting Earth-Cleaner heeft op 15 juni een applicatie voor smartphones (App) gelanceerd waarmee het opruimen van zwerfafval sneller en efficiënter kan worden uitgevoerd. Deze App is onderdeel van een innovatief communicatieplatform om zwerfafvalmeldingen van burgers te koppelen aan opvolging door gemeenten en uitvoerders. De lancering was het startschot voor een landelijke opschoonactie van vijf dagen waarbij burgers, bedrijven, organisaties en instellingen in Nederland massaal zwerfafval meldden via de aangeboden App. Hierbij ging het niet alleen om het melden van zwerfafval, maar ook om het opruimen van straten en bermen. Via de App werden de verzamelplaatsen gemeld bij de gemeente die ervoor zorgde dat het bericht bij de Lespakket riolering juiste uitvoerders terechtkwam en dat het verzamelde afval werd opgehaald. De en stedelijk water melder ontving feedback en een bedankje voor de inzet. Ter gelegenheid van haar 25-jarig bestaan heeft De initiatiefnemer geeft aan dat indien alle gemeenten besluiten te blijven Stichting RIONED een lespakket voor de basisschool participeren in dit communicatieplatform, er landelijk een directe uitgebracht dat kinderen meer inzicht geeft in wat er kostenbesparing van 200 miljoen euro wordt gerealiseerd. Indirecte met het afvalwater en regenwater in hun eigen omgeving kostenbesparing ontstaat door toename van burgerparticipatie én een gebeurt. Annemarie Jorritsma heef het eerste lespakket schone omgeving die tot ‘schoon gedrag’ leidt. ‘Over de pot en de put’ tijdens het VNG-congres op 7 juni in ontvangst genomen. Het pakket is gratis te bestellen via www.riool.info/lespakket.
2
afvalforum juni 2011
Stortbelasting op maat
Colofon afvalforum juni 2011 jaargang 15 nummer 2 verschijnt vier keer per jaar afvalforum biedt nieuws, ontwikkelingen, feiten en meningen over afval. Het behandelt zowel het beleid als de praktijk van afvalbeheer. afvalforum wordt uitgegeven door de Vereniging Afvalbedrijven. De Vereniging Afvalbedrijven behartigt de belangen van afvalbedrijven die actief zijn in de gehele keten: van inzameling, recycling, hergebruik en rioleringsbeheer tot en met de verwerking van afval. De Vereniging Afvalbedrijven steunt haar leden bij de groei naar één Europese afvalmarkt en maakt zich hard voor optimale randvoorwaarden voor een milieuhygiënische en kosteneffectieve afvalverwijdering en -verwerking. Leden van de Vereniging ontvangen afvalforum gratis, evenals bestuurders, politici en ambtenaren bij overheden. hoofdredactie Vereniging Afvalbedrijven ’s-Hertogenbosch Daniëlle van Vleuten redactieadres De redactie van afvalforum is geïnteresseerd in afvalnieuws. Persberichten en ideeën voor artikelen kunt u sturen naar: Redactie afvalforum Postbus 2184 5202 CD ’s-Hertogenbosch
[email protected]
De overheid heeft het recht en ook de plicht om belastingen te heffen. Primair gaat het om het genereren van inkomsten voor de overheid. Soms is belasting vooral of ook bedoeld om iets te reguleren. Om ongewenste situaties te voorkomen. Denk aan accijns op tabak en alcohol. Zo kennen we ook een wettelijke regeling voor belasting op milieugrondslag. Onderdeel daarvan is de zogenoemde stortbelasting: we kennen nu een regulier tarief van 108 euro per ton, en een verlaagd tarief van 17 euro per ton. Het reguliere tarief geldt voor afval dat op een hoogwaardiger manier kan worden verwerkt, zoals recycling of verbranding met energieopwekking. Het verlaagde tarief geldt voor dat afval waar geen andere verwerkingsmethode voor mogelijk is, kortom voor afval dat alleen maar gestort kan worden. Het huidige kabinet wil graag de directe belastingen (inkomstenbelasting) verlagen ten koste van de indirecte belastingen, met name de BTW. Ook zou ze graag een aantal kleinere en bij sommige partijen irritatie oproepende belastingen willen afschaffen. Dan hebben we het bijvoorbeeld over de verpakkingen- en de stortbelasting. Overigens moet daar nog wel een dekking voor worden gevonden. Vraag is evenwel of dat nodig en nuttig is. Ik beperk me nu tot de stortbelasting. In Nederland wordt nog slechts weinig afval gestort (3%). Dit is ook internationaal bezien zeer weinig. Dit is grotendeels het gevolg van onze stortbelasting. Het reguliere tarief leidt ertoe dat het veel aantrekkelijker is om te recyclen of aan energieterugwinning te doen. En dat doen we in Nederland dan ook op grote schaal. Andere landen volgen nu ons voorbeeld en voeren een stortbelasting in (b.v. Engeland). De stortbelasting geldt alleen voor een beperkt aantal afvalverwerkers, leidt niet tot irritatie of administratieve rompslomp en dient daarom gewoon in stand te blijven. Afschaffing zal er ongetwijfeld toe leiden dat er weer afval wordt gestort dat beter op andere wijze kan worden verwerkt. Anders ligt dit voor het lage tarief. Dit geldt alleen voor afval waar niets anders mee kan worden gedaan, dus is het heffen van belasting onlogisch en ongewenst. Kort en goed: de Vereniging Afvalbedrijven is geen voorstander van afschaffing van de reguliere stortbelasting , maar wel van verlaging van de verlaagde stortbelasting naar nul euro. En daarin staan we niet alleen, er is een branchebrede coalitie van BRBS Recycling, NVPG, NVRD, TLN en Vereniging Afvalbedrijven die dit in een brandbrief aan de staatssecretarissen van Financiën en IeM hebben verwoord. Ik hoop dat Kabinet en Tweede Kamer deze oproep ter harte zullen nemen. En dat er voor onze sector geen onverstandige beslissingen worden genomen die de tijd ver terugzetten.
ir. Pieter H. Hofstra Voorzitter Vereniging Afvalbedrijven
engelse teksten Derek Middleton, Zevenaar opmaak Ontwerpburo Suggestie & illusie, Utrecht foto cover Kritiek op beleid duurzaam inkopen. Lees verder op pagina 8. drukker S&B Druk, Oss abonnement € 35,- per jaar (4 nummers) Meer informatie bij Vereniging Afvalbedrijven, t. (073) 627 94 44 Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1386-4378 adverteren in afvalforum afvalforum wordt verspreid naar (inter)nationale bestuurders, politici, directeuren, managers, technici en andere deskundigen in de afvalsector (controlled circulation). Meer informatie bij Recent BV, telefoon (020) 330 89 98
Inhoud 4
Afvalsector werkt aan AEC-bodemas van betere kwaliteit
8
Duurzaam inkoopbeleid overheid onder vuur
12 LCA naar milieu-impact van inzameling en hergebruik van kunststof verpakkingsafval 16 Streep door afvalstoffenbelasting? 19 Misverstand: “Milieuministerie is tegen gft-scheiden” 20 Duurzaamheid gebaat bij Akkoord van Wijster 12 Publiek en privaat zien weinig in nieuwe Mededingingswet En verder: Korte berichten 2, 10, 11, 15 en 18
English summary 25
www.verenigingafvalbedrijven.nl
De uitloogrisico’s van bodemas blijken in de praktijk aanzienlijk kleiner dan in het laboratorium wordt voorspeld (foto: Vereniging Afvalbedrijven)
Afvalsector werkt aan AEC-bodemas van betere kwaliteit
AEC-bodemas loogt minder uit dan gedacht Onder de Nederlandse wegen ligt meer dan twintig miljoen ton aan AEC-bodemas. Ingepakt en wel, om een eventuele emissie van schadelijke stoffen naar het milieu te voorkomen. Recent onderzoek wijst echter uit dat de uitloging veel kleiner is dan rekenmodellen voorspellen. Tegelijkertijd werkt de sector aan kwaliteitsverbetering van bodemas en worden andere toepassingen onderzocht.
4
afvalforum juni 2011
Door Addo van der Eijk
Wat hebben de ringspoorbaan in Amsterdam en de brug van de A27 over het Gooimeer gemeen? Onder beide werken ligt AEC-bodemas, een restproduct van afvalenergiecentrales (AEC’s). De locaties vereisen extra zorg. Bodemas bevat immers een aantal verontreinigingen, waaronder de zouten chloride en sulfaat en de metalen molybdeen en koper. “Deze stoffen mogen de bodem en het grondwater niet bereiken”, vertelt Wil Sierhuis, senior adviseur duurzame ontwikkeling bij HVC. Bodemas dat de centrale in Alkmaar verlaat, wordt nauwkeurig onderzocht. Zeswekelijks laat Sierhuis in het laboratorium een kolomtest uitvoeren om de uitloogrisico’s te bepalen. “De analyses wijzen uit dat bodemas moet worden aangemerkt als een IBC-bouwstof, waarbij IBC staat voor Isoleren, Beheersen en Controleren.” Het IBC-stempel betekent een waslijst voorschriften bij de toepassing. “Het huidige Besluit Bodemkwaliteit stelt onder meer dat de bouwstof meer dan vijftig centimeter boven het grondwater moet liggen, en dat het moet worden ingepakt in folie.” Verspreid over het land liggen verscheidene infrastructurele werken die niet meer aan de huidige normen voldoen. Dat komt omdat voortschrijdend inzicht heeft aangetoond dat bepaalde bouwstoffen de afdichting kunnen aantasten. Ook is de regelgeving in de tussentijd aangescherpt. “Een aantal afdichtingen is zo lek als een mandje”, zegt Wim van Grinsven, projectleider monitoring IBCbouwstoffen van Rijkswaterstaat, op grond van onderzoek aan de afdichtingen en monitoring. Vooral de werken van vóór 1999, aangelegd met een beschermende laag zandbentoniet, vormen volgens hem een probleem. “Zandbentoniet gaat snel in kwaliteit achteruit. Sinds 2005 is het gebruik van zandbentoniet dan ook verboden. Door ondeskundigheid bij opdrachtgevers en aannemers gaan ook bij meer recente toepassingen zaken mis”, legt Van Grinsven uit.
Aanzienlijk kleiner Ook al zijn talloze oude afdichtingen van zandbentoniet ondeugdelijk, toch blijft milieuschade aan de bodem en het grondwater uit. Hoe kan dat? Een recente evaluatie van
Wil Sierhuis (HVC):
‘Schrappen van de hoofdrijbaan is een aderlating voor de afzet.’
Tauw wijst uit dat de situatie in de praktijk sterk verschilt met die in het laboratorium. “De werkelijke uitloogrisico’s van bodemas blijken in de praktijk aanzienlijk kleiner”, vertelt Tauw-onderzoeker Jaap Steketee. Van onder meer een ophoging in de A15 bij Rozenburg - die werd verlegd - nam hij van boven naar beneden talloze monsters. “De uitloging van bepaalde zware metalen ligt in de praktijk een factor vijftig lager dan de laboratoriumproeven voorspellen. Op basis van de praktijkemissies van de meeste metalen is AEC-bodemas eigenlijk geen IBC-bouwstof, maar een vrij toepasbare bouwstof. De zouten voldoen niet aan de normen voor vrij toepasbare bouwstoffen, al ligt de werkelijke emissie een factor twee lager”, legt Steketee uit. Hij geeft meerdere oorzaken aan. Als eerste de veroudering, waardoor bodemas in de loop van de tijd vanzelf minder uitloogt. “Dat weten we al sinds de jaren tachtig. Hoe ouder bodemas, hoe minder het uitloogt. Voor sommige stoffen halveert de emissie in een half jaar tijd. De kolomproef houdt daar geen rekening mee.” Ter nuancering vertelt Steketee dat niet alle emissies bij veroudering afnemen. “Vooral metalen logen minder uit. Sulfaat en antimoon gaan juist meer uitlogen.” Andere factor is het ontbreken van zuurstof in de diepe ondergrond. “Door de zuurstofloze omstandigheden in de bodem nemen de emissies van koper en antimoon met een factor drie af. Onderin blijkt tevens sprake van sulfidevorming, dat metalen slechter oplosbaar maakt. Waar de kolomproef ook geen rekening mee houdt, is de laag drainagezand die metalen afvangt. Nog een verschil is dat men in het rekenmodel uitgaat van een uniforme doorstroming met water van de volledige constructie. In de praktijk is dat niet het geval. Bij grote delen, bijvoorbeeld onder het asfalt, komt
nauwelijks water.” Al met al vindt Steketee dat de uitloogrisico’s in de praktijk meevallen. “Sommigen beschouwen bodemas vanwege de uitloging als een dubieus materiaal. Deze perceptie is onjuist. Voor afdichtingen die niet voldoen aan de eisen geldt een wettelijke verplichting om ze te herstellen. Het bevoegd gezag kan beheerders als Rijkswaterstaat daartoe dwingen, terwijl het voor de kwaliteit van de bodem niet nodig is.”
Hoofdrijbaan Van Grinsven van Rijkswaterstaat deelt de praktijkbevindingen van Tauw. “De milieuschade valt tot dusver mee. Van de twintig locaties die wij in beheer hebben, treffen we op twee locaties verontreinigingen aan in het grondwater. Daar vinden we de twee tracers van AEC-bodemas die wij meten, namelijk chloride en molybdeen. Een urgent milieuprobleem vormen de locaties nog niet. Dan neemt niet weg dat we maatregelen nemen om erger te voorkomen. Het vervangen van de isolatie willen we laten samenvallen met regulier onderhoud.” »
Jaap Steketee (Tauw):
‘De werkelijke uitloogrisico’s blijken in de praktijk aanzienlijk kleiner.’
afvalforum juni 2011
5
Ondanks dat de milieuschade meevalt, besloot Rijkswaterstaat onlangs om bodemas voortaan niet meer toe te passen onder de hoofdrijbaan. “Als netwerkbeheerder moeten we zorgen dat het hoofdwegennet - onze economische slagader beschikbaar blijft. Passen we bodemas toe,
ten. De afzetmogelijkheden zullen in het wegennet sowieso krimpen. Deze bouwfase van het Nederlandse hoofdwegennet is onderhand klaar. Je kunt niet blijven bouwen”, legt Van Grinsven uit. De afvalsector is erg ongelukkig met het besluit van Rijkswaterstaat. Sierhuis: “Het schrappen van de hoofdrijbaan als mogelijke bestemming betekent een forse aderlating voor de afzet. Na vijftien jaar toepassen van bodemas zie ik geen enkele aanleiding om dit besluit te nemen. Verscherpte eisen in het Besluit Bodemkwaliteit hebben de kans op werkfouten sterk verkleind. Waar maakt Rijkswaterstaat zich druk om? Het is bovendien beleid van Rijkswaterstaat om primaire grondstoffen waar mogelijk te vervangen door secundaire grondstoffen, dus ook AEC-bodemas.” De komende
dan moeten we de isolatie om de zoveel tijd vervangen en de weg openbreken. Dat veroorzaakt verkeershinder. We willen bodemas nog wel gebruiken voor minder kwetsbare delen, zoals de op- en afrit-
jaren vormt de afzet nog geen probleem. Tientallen infrastructurele spoedwetprojecten gaan in uitvoering. Sierhuis: “Tot 2013 is de orderportefeuille goed gevuld. Daarna zakt de wegenbouw in. Dat
Wim van Grinsven (Rijkswaterstaat):
‘De milieuschade valt tot dusver mee.’
Rijkswaterstaat de hoofdrijbaan schrapt, maakt het voor ons extra moeilijk om na 2013 geschikte locaties te vinden.”
Evaluatie Met de schaarste in het vooruitzicht, denkt de sector koortsachtig na over nieuwe afzetkanalen. Sierhuis ziet kansen in geluidswallen en andere ophogingen, zoals het Groene Schip, een zichtwal tussen het westelijk havengebied van Amsterdam en de natuur in de Houtrakpolder. “Dit werk opent voor ons een nieuwe afzetmarkt”, aldus Sierhuis. Kansrijk is ook het kwijtraken van het IBC-stempel, met alle voorzieningen van dien. Nieuwe toepassingen komen dan binnen handbereik. “Het vraagt wel een kwaliteitsverbetering van bodemas, met name wat betreft de zouten. We moeten daarvoor bodemas eerst voorbehandelen”, vertelt Sierhuis, die erop wijst dat de afvalsector op het ogenblik werkt aan talloze innovatieve technieken (zie kadertekst). Ter nuancering benadrukt
Betere kwaliteit AEC-bodemas De afvalsector maakt zich sterk voor kwaliteitsverbetering van AEC-bodemas. Met een betere kwaliteit kan immers afscheid worden genomen van de status als IBC-bouwstof. HVC werkt momenteel samen met Boskalis Dolman aan een project rond het wassen van bodemas. Dankzij het wassen blijft een schonere bouwstof over, stelt Sierhuis, senior adviseur duurzame ontwikkeling bij HVC. “Het proces is ontwikkeld door het Afval Energie Bedrijf in Amsterdam. Eerst scheiden we de fijne fractie af, die zwaar belast is met metalen. Die fractie brengen we naar de stort. Wat overblijft wassen we intensief met een omgebouwde grondreinigingsinstallatie. Zo spoelen we de goed oplosbare chloriden uit. Uiteindelijk houden we schoon zand en grind over.” Schone bodemas maken, gebeurt niet van vandaag op morgen. Sierhuis heeft tijd nodig, zeker nog vijf jaar om het proces in de vingers te krijgen. “De installatie is in opbouw. Binnenkort starten de eerste proeven. In twee jaar tijd gaan we 200.000 ton verwerken.” Ook andere partijen sleutelen aan innovatieve verwerkingsmethodes. Veelbelovend is de versnelde veroudering, een door Tauw ontwikkelde behandeling met CO2 die door Twence in Hengelo reeds op praktijkschaal wordt toegepast. Twence werkt ook aan een techniek, genaamd droge ontslakker, waarbij bodemas na de oven niet meer door een bak water wordt geleid. In Zwitserland is een nieuw systeem ontwikkeld dat onder droge condities verloopt. Heros Sluiskil ontwikkelde samen met de TU Delft en Inashco (Incineration Ash Company) een innovatieve droge scheidingstechniek. “Met onze nieuwe scheidingsinstallatie, de ADR-reactor, halen we de fijne fractie van 0-2 millimeter uit bodemas. Het gevolg is dat we nu ook kleine delen non-ferro-metalen, zelfs vanaf één millimeter, verwijderen. Een paar jaar geleden kon dat pas vanaf zes millimeter”, vertelt Heros-directeur Arie de Bode. Hij wil de resterende bodemas zodanig zuiveren dat het als toeslagstof kan dienen in de beton(waren)- en asfaltindustrie. “Met diverse zeven sorteren we de fractie 2-40 millimeter in verschillende fracties, die vervolgens met magneten en non-ferro-scheiders worden ontdaan van metalen.” Dit najaar verschijnen de CUR-kwaliteitsrichtlijnen voor toeslagstoffen in beton. De Bode verwacht dat zijn product aan de normen voldoet. “Bodemas is dan een vervangende toeslagstof voor primaire grondstoffen zand en grind. Dat vergroot onze afzetmarkt en heeft een duurzamer karakter. Bodemas krijgt daarmee een positieve waarde. Nu moeten we het nog een negatieve waarde meegeven vanwege de isolerende maatregelen.” Andere innovatie waar De Bode aan werkt, is het verwijderen van koper(zouten) en zink(zouten). “Door elektrolyse winnen we het koper en zink terug. De vinding, ook van de TU Delft, zit in de pilotfase. Eind dit jaar beslissen we of we een fabriek gaan bouwen.”
6
afvalforum juni 2011
Michiel Gadella (Agentschap NL):
‘De scenario’s om bodemas op te werken bespreken we met de afvalsector.’
Toepassing van AEC-bodemas bij de aanleg van de A74 bij Venlo (foto: Heros / Sky picture)
Sierhuis dat de zouten vallen in de categorie laagbelastende milieustoffen. “Chloride, gewoon keukenzout, wordt ’s winters op grote schaal op de wegen gestrooid voor de vorstbestrijding. Ook sulfaat kent lage milieurisico’s. Een minder strenge eis voor sulfaat zou het ons makkelijker maken om schone bouwstoffen te produceren.” Het Besluit bodemkwaliteit dateert uit 2008 en wordt op het ogenblik geëvalueerd. Ook de IBC-bouwstoffen komen aan bod, laat Michiel Gadella, senior adviseur van Agentschap NL en Bodem+, weten. “Er bestaan zorgen over de correcte toepassing van bodemas”, aldus Gadella. Als bouwsteen voor de evaluatie liet hij Steketee van Tauw de marktsituatie en de mogelijkheden om bodemas op te werken onderzoeken. “De scenario’s die uit het rapport volgen, bespreken we met de afvalsector. Eind dit jaar moet er duide-
lijkheid zijn. Eén van de aanbevelingen is het vergroten van de deskundigheid van de betrokkenen bij IBC-toepassingen.” Aanpassingen gaan op zijn vroegst in 2014 in, stelt Gadella, wanneer de Tweede Kamer een besluit neemt. De afvalsector had graag gezien dat Rijkswaterstaat deze evaluatie had afgewacht, voordat ze besloot om bodemas niet meer toe te passen in de de hoofdrijbaan. Zeker nu blijkt dat de uitloogrisico’s lager uitvallen. Steketee van Tauw pleit in ieder geval voor een aangepast rekenmodel, dat rekening houdt met de praktijk. Arie de Bode, directeur van Heros Sluiskil, gaat nog een stap verder. “Nu de uitloging in de praktijk meevalt, kunnen de voorzieningen daarop worden afgestemd. Veel zorgen voor wegbeheerders vallen dan weg. Ze hoeven de werken immers niet meer zo intensief te controleren en minder voorzieningen te vervangen.”
Arie de Bode (Heros Sluiskil):
‘Als toeslagstof krijgt bodemas een positieve waarde.’
afvalforum juni 2011
7
Duurzaam inkoopbeleid overheid onder vuur
‘Niets mis met duurzaam inkopen’ Er is forse kritiek op het duurzaam inkoopbeleid van de overheid. Het zou leiden tot grote regeldruk en echte innovatie in duurzaamheid in de weg staan. De kritiek wordt niet door iedereen onderschreven. De gemeente Apeldoorn en de VAR zien het beleid juist als een eerste, goede stap.
Atsma, staatssecretaris van Milieu, komt voor de zomer met een voorstel om het duurzaam inkoopbeleid te verbeteren (foto: iStockphoto)
8
afvalforum juni 2011
René Leegte (VVD):
‘Het duurzaam inkoopbeleid is verworden tot afvinklijstjes.’’
Door Marieke Vos
Het beleid voor duurzaam inkopen kent de nodige knelpunten. Dat stelt een recent KPMG-rapport, opgesteld in opdracht van het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal). De vele criteria waaraan bedrijven moeten voldoen leiden tot bergen papierwerk. “Het duurzaam inkoopbeleid is verworden tot afvinklijstjes en heel veel regels die niets met duurzaamheid te maken hebben”, zegt René Leegte, Tweede Kamerlid voor de VVD en criticaster van het beleid. Voor de duidelijkheid: Leegte is niet tegen duurzaam inkopen. “De VVD heeft destijds de motie ingediend waarop het duurzaam inkoopbeleid is gebaseerd. We hebben dus zeker wat met het onderwerp.” Maar zoals het nu gaat, werkt het niet, zegt hij: “We moeten terug naar de kern. Geen afvinklijstjes meer, maar echt kijken naar wat duurzaam is.” De criteria mogen van Leegte minder strak. Hij pleit voor meer ruimte voor de markt en voor een integrale afweging van alle kosten en duurzaamheidsaspecten. “Dan bestel je dus niet een lamp, maar verlichting voor de komende tien jaar. Je neemt de energiekosten voor de komende tien jaar mee in je afweging. Dat geeft meer ruimte voor innovatie. Neem het gebruik van hout. De overheid zou hout kunnen gebruiken dat afkomstig is van bedrijven die bouw- en sloopafval recyclen. Dat is pas duurzaam. Maar dat hout heeft geen FSC-keurmerk, zoals het criteria nu stelt. Dus halen we tropisch hardhout met dat keurmerk uit Maleisië. Dat kan toch niet de bedoeling zijn.” Hij verwacht dat de staatssecretaris die ruimte
gaat bieden. “Echte duurzaamheid moet centraal komen te staan. Ik geloof dat dit kabinet het groenste kabinet wordt dat we ooit hebben gezien. Omdat het de verantwoordelijkheid legt bij de mensen die dat heel goed aankunnen: de inkopers bij de overheid die zelf weer mogen gaan nadenken, en de markt die met goede voorstellen komt. Die aanpak leidt tot echte innovatie in duurzaamheid.”
Slecht signaal Barbara van der Hoek, werkzaam bij de gemeente Apeldoorn, vindt de huidige discussie over het duurzaam inkoopbeleid “geen goed signaal afgeven”. “Politici schieten even snel vanuit de heup en nemen daarmee de motivatie weg bij overheden om het goed te doen. Beter zou zijn om te onderkennen dat we een start hebben gemaakt en dat we nu doorpakken, zodat we nóg duurzamer gaan inkopen.” Apeldoorn is voortvarend aan
Barbara van der Hoek (gemeente Apeldoorn):
‘De overheid moet duurzaamheid belonen.’
de slag gegaan met haar eigen duurzaam inkoopbeleid. Van der Hoek begon anderhalf jaar geleden met het opzetten van dit beleid, dat op sommige punten verder gaat dan de criteria van de rijksoverheid. De ambities zijn hoog: in 2010 wil de gemeente dat 75 procent van alles wat ze inkoopt duurzaam is, in 2012 100 procent. De resultaten uit de landelijke monitor, uitgevoerd door KPMG in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, zijn nog niet bekend, maar Van der Hoek verwacht dat de gemeente het doel voor 2010 heeft gehaald. Apeldoorn heeft geen moeite met het toepassen van de criteria, zegt Van der Hoek. “De criteria bieden overheden een handreiking. Net als keurmerken. Hoe weet je anders dat bijvoorbeeld hout duurzaam geproduceerd is? Omdat een bedrijf dat zegt?”. De criteria loslaten en de markt meer laten doen, daar gelooft Van der Hoek niet in. Zeker veel kleinere gemeenten hebben volgens haar de capaciteit en kennis niet in huis om zelf een goede, integrale afweging te maken. Het beleid mag van haar ambitieuzer dan nu het geval is. “We voldoen nu grotendeels aan de criteria van Agentschap NL, maar dat is niet zo moeilijk. Er zijn bedrijfstakken, zoals de bouw en de IT-sector, die heel ver zijn met duurzaamheid. De overheid zou meer met deze koplopers kunnen doen.” Ze denkt daarbij aan aanbestedingsvormen zoals de concurrentiegerichte dialoog of marktconsultatie, waarin de koplopers kunnen laten zien wat ze kunnen. “De overheid zou de markt veel meer moeten prikkelen en duurzaamheid moeten belonen.” »
afvalforum juni 2011
9
Richard Broekhof (VAR):
‘Duurzaam inkopen komt traag op gang.’
Terughoudendheid Met de criteria voor duurzaam inkopen is niets mis, vindt ook Richard Broekhof, commercieel manager bij VAR. De criteria moeten de basis leggen voor het duurzaam inkoopbeleid, maar die basis ziet VAR nog niet ontstaan. “We zien vooral
mooie ambities. Duurzaam inkopen komt traag op gang. Er is veel terughoudendheid bij gemeenten. In aanbestedingen voor gft-verwerking worden duurzaamheidsaspecten meegewogen. Maar in de puinrecycling zien we het nog heel summier. De gemeente Apeldoorn zet nu de eerste stappen, veel andere gemeenten doen dat niet.” Hoe komt dat? “Men denkt onterecht dat duurzaam duurder is. Het is ook nieuw. Onbekend maakt onbemind.” Dat het beleid extra regeldruk zou opleveren, daar merkt VAR weinig van, stelt Broekhof. “Er wordt bij aanbestedingen veel informatie gevraagd, maar dat ligt eerder aan de algemene regeldruk van aanbestedingen, dan aan de criteria van duurzaam inkopen”. Die criteria zijn volgens hem nodig, maar moeten ook continue worden aangescherpt. “Het is een verbeterproces. De mogelijkheden en wensen veranderen
voortdurend.” Hij wijst op het position paper over duurzaam inkopen dat De Groene Zaak opstelde, een samenwerkingsverband van werkgevers die duurzaam willen ondernemen. Diverse bedrijven zijn erbij aangesloten, zoals VAR, Van Gansewinkel en de Triodos bank. In de paper staat dat er vooral gekeken moet worden naar de total cost of use van een product, waar ook Leegte voor pleit. Broekhof: “Bij bouwmaterialen weeg je dan bijvoorbeeld mee wat het gebruik van secundaire grondstoffen uitspaart, onder meer in CO2, ten opzichte van het gebruik van primaire grondstoffen.” Joop Atsma, staatssecretaris van Milieu, komt voor de zomer met een voorstel om het inkoopbeleid te verbeteren. Wat Broekhof betreft moet Atsma in ieder geval de totale verbruikskosten en het continu aanscherpen van de criteria in zijn voorstel meenemen.
Van Gansewinkel introduceert ‘Walking Bins’ Afvaldienstverlener en grondstoffenleverancier Van Gansewinkel introduceerde 10 juni de eerste ‘Walking Bins’ tijdens Delta Lloyd North Sea Regatta. Professionele modellen, gehuld in unieke ‘afvalinzamelpakken’, mengden zich tussen het publiek om het afval gescheiden op te halen. Iedere bezoeker kon zijn bordjes, blikjes of bekers in één van de drie bakken kwijt en in ruil hiervoor ontvingen ze fruit. Dit geheel vanuit de Cradle to Cradle-gedachte die Van Gansewinkel omarmt, namelijk afval=voedsel. Egbert Vennik, regiodirecteur Van Gansewinkel Randstad: “Het gescheiden inzamelen van afval op evenementen is een mooi streven, maar in de praktijk erg moeilijk uitvoerbaar. Daarom gaan we nu naar de mensen toe en voorkomen we dat afval in de verkeerde container terecht komt. Zo kunnen we zoveel mogelijk afval een tweede leven geven als grondstof.” De Walking Bins zijn onderdeel van een reeks aan initiatieven om de North Sea Regatta ‘groen’ te maken. Zo zijn bijvoorbeeld de programmaboekjes, instructieformulieren en placemats op Van Gansewinkel Office paper gedrukt en heeft Van Gansewinkel tijdens het evenement een 100% elektrische vuilniswagen ingezet.
Recycling autowrakken toegenomen
In 2010 is 95,3% van het gewicht van afgedankte auto’s in Nederland gerecycled. Het recyclingpercentage is in een jaar tijd met bijna 10% verhoogd. Dat komt doordat het verbranden van shredderafval in afvalenergiecentrales met een status van nuttige toepassing (R1) sinds maart 2010 mag meetellen in de recyclingprestatie. De recyclingprestatie van 95,3% voldoet echter nog niet aan de in 2015 wettelijk gestelde verdeling. Deze schrijft voor dat tenminste 85% als product of materiaal hergebruikt moet worden, aangevuld met 10% door verbranding met energieterugwinning. Nu is dat nog 12%. Die laatste procenten zijn de meest complexe en kostbare om te realiseren. De onlangs door ARN geopende PST-fabriek zal hieraan een belangrijke bijdrage moeten leveren door het hergebruiken van het shredderafval als materiaal.
10
afvalforum juni 2011
Inspectie vraagt aandacht voor veilig werken met filmpje De Arbeidsinspectie stelt voor bedrijven in de afvalsector een filmpje beschikbaar met voorbeelden en tips om de veiligheid van medewerkers te bevorderen. In dit filmpje, dat in samenwerking met de sector zelf is gemaakt, zijn de belangrijkste veiligheidsrisico’s voor werknemers in kaart gebracht. Ook wordt uitgelegd hoe werkgevers deze risico’s kunnen verminderen of voorkomen. De Arbeidsinspectie wil werkgevers motiveren om te investeren in de veiligheid van hun personeel. Ook wil de Arbeidsinspectie op deze manier stimuleren dat werkgevers en werknemers met elkaar de discussie over veilig werken aangaan. Het filmpje is te vinden op www.arbeidsinspectie.nl.
SITA introduceert rioolinspectievoertuig op aardgas SITA heeft het eerste TV-inspectievoertuig op aardgas in Nederland in gebruikgenomen. Het voertuig rijdt op aardgas wat tot wel 20 procent CO2-uitstoot kan besparen. Het TV-inspectievoertuig bestaat uit een apart onderstel met cabine, waarop een unit met specialistische videoapparatuur is geplaatst. Dit is een duurzame oplossing omdat de unit eenvoudig op een nieuw onderstel kan worden geplaatst als het voertuig aan vervanging toe is. Met een TV-inspectiewagen wordt de staat van rioolbuizen geïnspecteerd en kan SITA gemeenten en/ of bedrijven rapporteren over de onderhoudssituatie van de buizen en in hoeverre reparaties noodzakelijk zijn. Het TV-inspectievoertuig beschikt over hoogwaardige apparatuur voor het maken van inspectiebeelden, zoals rijdende 3D-inspectiecamera’s en satellietcamera’s. De resultaten uit de inspectie worden verwerkt in een rapport met bijbehorende videobeelden, voorzien van eventuele schadebeelden. Het nieuwe voertuig is in april ingezet in Den Haag voor het maken van TV-inspectiebeelden van rioolbuizen en kolken.
FEAD jaarcongres 2011 Op 30 september vindt het jaarlijks FEAD-congres plaats in Helsinki, Finland. Gastheer is de Finse afvalbrancheorganisatie YYL. Thema dit keer is ‘Innovative Waste Management - Greening the European economy’. Meer informatie op www. fead.be.
Ontwikkelingskansen voormalige stortplaatsen
Aanleg warmtenetten Dordrecht en Alkmaar van start Eind maart ging de aanleg van het warmtenet van HVC voor Dordrecht van start. Harry Wagemakers, wethouder duurzaamheid gemeente Dordrecht en Wim van Lieshout, algemeen directeur HVC, legden op symbolische wijze de eerste buis van het warmtenet. In Dordrecht gaat het warmtenet niet alleen nieuwbouw maar ook vele bestaande gebouwen van warmte voorzien. Naar verwachting zullen uiteindelijk rond de tienduizend woningen en gebouwen een aansluiting op het warmtenet krijgen. Het warmtenet zal eind 2013 operationeel zijn. In totaal wordt er rond de twaalf kilometer primair net aangelegd. Ook in Alkmaar is HVC bezig met de aanleg van een warmtenet waarbij rond de tienduizend woningen en bedrijven worden aangesloten. Dit net strekt zich ook uit naar de gemeenten buiten Alkmaar. Een aansluiting op het warmtenet betekent een vermindering van de CO2-uitstoot van ongeveer 1240 kilo per woning per jaar. Dit is 75 procent minder CO2-uitstoot dan bij verwarming met aardgas.
Zo’n 5.000 afvalbergingen in Nederland bestrijken samen een groot oppervlak dat niet wordt benut, terwijl ruimte schaarser wordt. Veel terreinen van deze oude stortplaatsen zouden kunnen worden benut voor nieuwe ontwikkelingen. Met als doel eigenaars en beheerders van oude afvalbergingen enthousiast te maken om ontwikkeling in gang te zetten, hebben Vera Yanovshtchinsky architecten en Grontmij met het Expertisecentrum rond afval gewenst onderzoek Wastescape de ontwikkelingskansen in Twente en de potentiële ruimtelijke kwaliteiten van In Twente is behoefte aan een expertisecentrum voor afval en duurzaamheid. voormalige afvalbergingen in Nederland in Dit is een van de uitkomsten van de tweede Twentse Afvalestafette, die 24 kaart gebracht. Ontwikkeling van deze mei plaatsvond in de Creatieve Fabriek in Hengelo. Bestuurders, ambtenaren, locaties levert meerderde voordelen: ondernemers en deskundigen kwamen bij elkaar om te discussiëren over het besparing andere waardevolle toekomstige afvalbeleid. De noodzaak tot samenwerking stond centraal, evenals het gebieden, verrijken van het thema ‘scheiden of verbranden’ en andere dilemma’s. Alle afvalsoorten kennen hun eigen aanwezige landschappelijke optimale verwerkingsmethode die we moeten verkennen; hét afval bestaat niet, was de gebied en concrete conclusie. Een expertisecentrum zou een rol kunnen spelen in het delen van de kennis rond invulling van duurzame afvalverwerking en duurzaamheid. gebiedsontwikkeling. Jan Rooijakkers van Twence en Albert van Winden van Twente Milieu gaven aan graag het voortouw te nemen om samen met gemeenten en kenniscentra tot zo’n expertisecentrum te komen. Of het daarbij gaat om een netwerk van experts of dat het mogelijk een fysieke organisatie wordt met medewerkers, staat op dit moment nog niet vast.
afvalforum juni 2011
11
LCA naar milieu-impact van inzameling en hergebruik van kunststof verpakkingsafval
Plasticstudie krijgt vorm Acht plasticscenario’s doorrekenen en met elkaar vergelijken. Die taak ligt de komende maanden op het bord van onderzoekers van CE Delft. In opdracht van de Vereniging Afvalbedrijven voert het instituut een Life Cycle Analysis (LCA) uit naar de milieu-impact van inzameling en hergebruik van kunststof verpakkingsafval. In september verschijnen de resultaten.
Door René Didde
De Vereniging Afvalbedrijven kondigde eerder dit jaar een onderzoek aan naar de milieueffecten van inzameling en hergebruik van kunststof verpakkingsafval. Inmiddels is het onderzoeksinstituut CE Delft druk in de weer. De onderzoekers maken een LCA van acht verschillende methoden van inzamelen en verwerken
Geert Bergsma (CE Delft):
‘We bekijken de impact op verschillende milieuthema’s.’
12
afvalforum juni 2011
van kunststof verpakkingsafval. Ze bestuderen onder meer bronscheiden aan huis waarna de stroom wordt verwerkt tot bruikbaar recyclaat, en het ophalen van de verpakkingen, terwijl PET-flessen met statiegeld worden ingezameld. “Voor al deze scenario’s bekijken we van de gehele inzamelings- en verwerkingsroute de impact op verschillende milieuthema’s, zoals verzuring, klimaat, vermesting en biodiversiteit”, vertelt hoofdonderzoeker Geert Bergsma van CE Delft. Energie en klimaat zijn volgens hem dé bepalende factoren. “Van alle milieuthema’s die we onderzoeken zijn voor de milieu-impact van kunststoffen energie- en klimaatfactoren dominant ten opzichte van thema’s als landgebruik en biodiversiteit. Kunststoffen zijn immers sterk gerelateerd aan het gebruik van aardolie”, aldus Bergsma. Als extra controle voert adviesbureau IVAM BV een peer review van de CE-studie uit om te beoordelen of de studie methodologisch correct is.
Vervangingsratio Bergsma focust puur op de milieu-impact. De kosten van de scenario’s blijven voorlopig buiten beschouwing. Conclusies over de kosteneffectiviteit zal de CE-studie dan ook niet presenteren. Om de scenario’s met elkaar te vergelijken, rekenen de onderzoekers met een ‘functionele eenheid’ van duizend kilo kunststof verpakkingsafval dat vrijkomt in een huishouden. “Een belangrijk onderdeel van de studie is om per scenario in kaart te brengen hoeveel primair plastic wordt vervangen door secundaire grondstoffen. We willen ook weten welk percentage van het materiaal ongeschikt blijkt om te recyclen en dus als reststroom moet worden verbrand in een afvalenergiecentrale of een cementoven.” CE Delft onderzoekt dit voor de grote stromen PET (frisdrankflesjes), LDPE (folies, tasjes), HDPE (flacons) en PP (bakjes, schaaltjes, potjes). Ook PS (piepschuim) wordt bekeken, al belandt deze kunststofstroom doorgaans in de mix-plas-
Nascheiding volgens de methode van Attero is één van de scenario’s in de LCA-studie (foto: Attero)
Marco Kraakman
ticstroom die veelal wordt verbrand in een (Agentschap NL): cementoven. Als voorbeeld noemt Bergsma de emmer. “Die kun je van primair materiaal maken of van hergebruikte polyethyleenkorrels. De vuistregel nu is dat één kilogram recyclaat ongeveer een halve kilogram primaire grondstoffen vervangt. De aanname is dat voor de vereiste stevigheid in geval van recyclaat een iets dikkere emmer is vereist of dat producenten dit LCA-begeleidingscommissie uit voorzorg doen. Dit getal, de zogeheten Een brede LCA-begeleidingscommissie kijkt over de schouders vervangingsratio, is weinig onderzocht. van de CE-onderzoekers mee. Namens de brancheorganisatie NVRD Maar het speelt wel een belangrijke rol is Ilse van der Grift lid van de begeleidingscommissie. Ze hoopt dat het onderzoek bijdraagt aan het streven om de discussie op de juiste gronden te in de LCA”, aldus Bergsma. Voor de voeren. “Wij vinden het als NVRD belangrijk dat gemeenten de vrijheid hebben berekening vraagt hij cijfers op bij om te kiezen voor nascheiding. Ze kunnen dat straks doen op een meer feitelijke bedrijven die granulaat afnemen basis”, zegt Van der Grift. Ook verwacht de NVRD meer helderheid over de milieuen inzetten in productieproimpact van statiegeld, zowel voor het scenario om statiegeld in te voeren voor kleine cessen. “We bezoeken ook PET-flesjes als van de optie om het statiegeld voor grote PET-flessen te schrappen. “Ik bedrijven om uit te vinden denk niet dat we het kind met het badwater moeten weggooien.” hoeveel secundair plastic Marco Kraakman van Agentschap NL zit namens het ministerie van Infrastructuur en Milieu nu precies primair matein de LCA-begeleidingscommissie. “Ik verwacht vooral meer duidelijkheid over de invloed van riaal vervangt. Conform de vervuilingsgraad van het verkregen plastic op de daadwerkelijke toepassingsmogelijkheden”, de regels van de LCAzegt expert Kraakman. “Voor elke inzamelmethode willen we weten hoeveel uitval er is, hoe kunst moeten daar de » schoon de verkregen kunststoffen zijn en wat je er nu daadwerkelijk mee kunt vervangen.”
‘Voor elke inzamelmethode willen we weten hoeveel uitval er is.’
afvalforum juni 2011
13
Referentiescenario en acht scenario’s die CE Delft met elkaar vergelijkt
Scenario
Wijze van inzameling
Wijze van verwerking
Basis- of referentiescenario
Gemengd huishoudelijk afval (grijze bak)
Integraal verbranden in afvalenergiecentrale (AEC)
Scenario 1
Bronscheiding met haalsysteem
Recyclen tot bruikbaar granulaat, waarbij het residu thermisch wordt verwerkt
Scenario 2
Bronscheiding met haalsysteem
Recyclen tot bruikbaar granulaat, waarbij het residu wordt gestort
Scenario 3
Bronscheiding met haalsysteem, terwijl grote én kleine PET-flessen met statiegeld worden ingezameld
Recyclen tot bruikbaar granulaat, waarbij het residu thermisch wordt verwerkt
Scenario 4
Bronscheiding met haalsysteem, zonder dat kunststof flessen met statiegeld worden ingezameld
Recyclen tot bruikbaar granulaat, waarbij het residu thermisch wordt verwerkt
Scenario 5
Bronscheiding met brengssysteem
Recyclen tot bruikbaar granulaat, waarbij het residu thermisch wordt verwerkt
Scenario 6
Nascheiding volgens de methode van Omrin
Nascheiding en recycling tot bruikbaar granulaat, waarbij het residu thermisch wordt verwerkt
Scenario 7
Nascheiding volgens de methode van Attero
Nascheiding en recycling tot bruikbaar granulaat, waarbij het residu thermisch wordt verwerkt
Scenario 8
Bronscheiding met haalsysteem plus nascheiding
Bron- én nascheiding en recycling tot bruikbaar granulaat, waarbij het residu thermisch wordt verwerkt
milieueffecten van scheiding, sortering, en transport van worden afgetrokken”, aldus Bergsma. Belangrijke factor is ook de kwaliteit van het ingezamelde materiaal. Welk percentage is van dermate slechte kwaliteit dat het niet meer kan worden hergebruikt? “Om dit te bepalen, vragen we bij instanties als de VROM-inspectie, Nedvang en nascheiders als Omrin en Attero uitvalpercentages op.”
Ilse van der Grift (NVRD):
‘Ik verwacht meer helderheid over de milieu-impact van statiegeld.’
14
afvalforum juni 2011
Informatie Voor het bepalen van de milieu-impact maakt Bergsma gebruik van bestaande literatuur en data uit eerder onderzoek. Sommige data moet hij actualiseren. “Winnen bijvoorbeeld afvalenergiecentrales meer energie terug dan voorheen, dan nemen we dat uiteraard mee in onze analyses”, aldus Bergsma. Niet alle gegevens zijn even hard. Zo staat de nascheiding van plastics nog in de kinderschoenen, waardoor langjarige onderzoeksresultaten ontbreken. De techniek is bovendien in ontwikkeling, waardoor de resultaten wellicht snel zullen verbeteren. “We moeten dergelijke gegevens eerlijk meenemen in de studie en ervoor waken dat we geen mooie toekomstplaatjes presenteren die mogelijk pas over vele jaren realiteit worden.” Bergsma’s modellen, die hij in de loop van de jaren heeft ontwikkeld, moet hij op tal van punten aanpassen. Zo is van brongescheiden PET bekend dat het goed genoeg is om ongeveer een kwart
van het nieuwe PET in nieuwe flesjes te vervangen. “Wordt PET echter op kleur gescheiden, dan ligt dit percentage hoger. Deze nieuwe ontwikkelingen nemen we mee in de analyse”, aldus Bergsma. Alle ontwikkelingen en neveneffecten doorrekenen is ondoenlijk. Ergens moeten de CE-onderzoekers een grens trekken. Bergsma geeft een voorbeeld: “Invoeren van statiegeld op kleine flesjes zal bijvoorbeeld het aandeel van deze fractie op zwerfafval verminderen. We bekijken nog of we dit aandachtspunt meenemen.” In september ligt het onderzoek op tafel, verwacht Bergsma. Het is de bedoeling dat de studie een bijdrage levert aan de beleidsmatige beslissing hoe Nederland na januari 2013 met het kunststofafval zal verdergaan. Op die datum loopt de Raamovereenkomst af tussen de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), het milieuministerie en het verpakkende bedrijfsleven.
Weinig zicht op afvalrekening Veel Nederlandse huishoudens hebben geen idee hoeveel ze betalen voor afvalinzameling en -verwerking en hoeveel zij aan afval produceren. Wel geven de huishoudens aan dat zij het milieu erg belangrijk vinden en bereid zijn hiervoor te betalen. Dit volgt uit een onderzoek van PwC onder ruim duizend Nederlandse huishoudens naar de manier waarop zij tegen afvalinzameling aankijken. Het onderzoek toont ook aan dat huishoudens liever zelf afval scheiden in plaats van dit toe te vertrouwen aan een afvalinzamelaar. Een vijfde heeft er namelijk geen vertrouwen in dat scheiding door de inzamelaar daadwerkelijk plaatsvindt. Bijna een derde is bang dat de afvalstoffenheffing dan zal stijgen. Een meerderheid is tevreden over de kwaliteit en manier van inzamelen van afval. Punten van verbetering zijn betere communicatie over wat er met het afval gebeurt en frequenter inzamelen. Het milieu vinden de consumenten het belangrijkste aspect als het gaat om de inzameling en verwerking van hun afval, gevolgd door service en gemakt. Aan de doorberekende kosten wordt opvallend genoeg de minste waarde gehecht.
Van rioolwaterzuiveringsslib tot kunstmest Plastic buitenshuis inzamelen In 2010 werd ruim 90 kiloton kunststofverpakkingsafval afkomstig van huishoudens gescheiden ingezameld. Om de gescheiden inzameling ook buitenshuis te stimuleren, is Nedvang gestart met een landelijke proef: ruim 800 oranje afvalcontainers worden geplaatst bij geselecteerde pretparken, gemeentehuizen, kantoren, ziekenhuizen, bioscopen, tankstations, universiteiten en andere locaties waar consumenten hun kunststof verpakkingen kunnen deponeren. Door dit programma worden burgers nog intensiever geconfronteerd met de boodschap dat plastic verpakkingen een nieuw leven verdienen. Daarnaast wordt een concrete bijdrage geleverd aan de strijd tegen zwerfafval. Staatssecretaris Joop Atsma, rector magnificus Bert van der Zwaan en Nedvang directeur Jan Storm lanceerden 27 april het programma bij de Universiteit Utrecht, dit is één van de prominente locaties waar de oranje afvaltonnen worden geplaatst. Atsma: “Ik heb er alle vertrouwen in dat deze proef slaagt. Nederland kleurt niet alleen oranje op Koninginnedag, maar alle dagen van het jaar met deze oranje containers. Omdat we het plastic afval allemaal een nieuw leven gunnen.”
Slibverwerking Noord-Brabant (SNB), het fosfaattechnologiebedrijf EcoPhos en energie- en afvalnutsbedrijf HVC slaan de handen ineen: de partijen onderzoeken de haalbaarheid van het terugwinnen van de schaarse grondstof fosfaat uit rioolwaterzuiveringsslib. Hiermee willen de partijen een bijdrage leveren aan het oplossen van het dreigende wereldwijde tekort aan fosfaat en een invulling geven aan hun afvalstoffenbeleid. Het Belgische bedrijf EcoPhos ontwikkelde een bewezen chemische methode om kunstmest te maken van fosfaaterts en verwacht dat deze aanpak ook geschikt is om fosfaat terug te winnen uit vliegas, de reststof die overblijft na de verbranding van zuiveringsslib. Deze manier zien de partijen als een milieuvriendelijker alternatief voor het delven van fosfaaterts uit de aarde.
CO 2-reductiecertificaat van GP Groot Voor bedrijven die een maximale CO2-reductie nastreven heeft GP Groot een officieel CO2-reductiecertificaat ontwikkeld. Het certificaat draagt bij aan bewustwording bij zowel grote als kleine bedrijven in de regio NoordHolland en het straalt niet alleen af op het eigen bedrijf en de werknemers, het toont ook. dat zij belang stellen in maatschappelijk verantwoord ondernemen. Met een rekenmodule op co2.gpgroot.nl geeft GP Groot bedrijven en gemeenten inzicht hoe investeringen een bijdrage leveren aan de CO2-reductie.
Vereniging voor groengasproducenten Op 23 mei is de Vereniging Groen Gas Producenten opgericht. De vereniging is opgericht door Attero, BioGast Sustainable Energy, A. van der Groep & zonen en de SuikerUnie. De vereniging richt zich op belangenbehartiging en bevordering van goede marktomstandigheden en randvoorwaarden voor groengasproducenten. Groen gas wordt gewonnen uit vergisting, vergassing of andere afvalprocessen of uit andere hernieuwbare bronnen. Het wordt toegepast als vervanger van aardgas. De leden van de vereniging produceren momenteel een ruime meerderheid van alle groen gas. Ze willen eind 2012 meer dan 50 miljoen m3 groen gas produceren.
afvalforum juni 2011
15
‘Behoud reguliere tarief, stel verlaagd tarief op nul’
Streep door afvalstoffenbelasting? Een meer solide en fraudebestendiger belastingstelsel. Dat staat staatssecretaris Frans Weekers van Financiën voor in zijn recente Fiscale Agenda. Hij wil de ‘fiscale kerstboom’ aftuigen, waarbij ook de kerstbal afvalstoffenbelasting sneuvelt. De afvalsector betreurt het voornemen en wijst op de ongewenste effecten.
Door Han van de Wiel
Afgelopen april presenteerde staatssecretaris Frans Weekers van Financiën zijn Fiscale Agenda, waarin hij schrijft dat het kabinet ‘kleine en hinderlijke belastingen’ wil schrappen. Eén van de belastingen die op de nominatie staan te verdwijnen, is de afvalstoffenbelasting. Bij zijn argumentatie redeneert Weekers louter financieel: de opbrengst voor de schatkist kelderde van 177 miljoen euro in 2007 naar een geschatte 59 miljoen euro voor dit jaar. Door het afnemende stortaanbod is het nog maar de vraag of de raming voor 2011 wordt gehaald. De gezamenlijke brancheorganisaties in de afval- en recyclingsector zijn bang dat Weekers het kind met het badwater weggooit. Zij hebben zich juist dankzij de afvalstoffenbelastingen kunnen
Dirk Schouwe (HVC):
‘Partijen die primair geld verdienen in afval worden niet afgerekend op gedrevenheid en de milieuwinst die ze boeken, maar op hun rendement.’
16
afvalforum juni 2011
ontwikkelen tot een industrie die in de wereld zijn gelijke niet kent. De afvalstoffenbelasting bestaat uit een regulier en een verlaagd tarief. Het reguliere tarief bedraagt momenteel 108 euro per ton, en zorgt ervoor dat brandbaar en herbruikbaar afval hoger op de Ladder van Lansink wordt verwerkt. Dankzij de prijsprikkel is het hergebruik, de nuttige toepassing en de verbranding toegenomen. Dirk Schouwe, senior adviseur Strategie en Beleid bij afvalenergiecentrale HVC, is absoluut tegen afschaffen van het reguliere tarief. Het handhaven van dit sturende reguliere tarief is volgens hem een voorwaarde voor het in stand houden van de unieke Nederlandse afval- en recyclingstructuur. “Op het ogenblik wordt bijna geen brandbaar afval gestort. Valt het reguliere tarief weg, dan zullen ontdoeners een afweging maken op basis van kosten. Je zult zien dat steeds meer afval naar de stortplaatsen gaat.” Dit risico bestaat voor bedrijfsafval in het algemeen en voor bouw- en sloopafval in het bijzonder, stelt Schouwe. Voor deze stromen bestaan stortverboden, maar volgens Schouwe zullen partijen proberen ze bij te mengen (omkatten) tot nietherbruikbaar afval. “Dergelijke praktijken moeten we niet aanwakkeren door de afvalstoffenbelasting onderuit te halen.”
Bouwwerk “Zomaar één steen uit het bouwwerk van sturingsinstrumenten trekken is funest”,
waarschuwt Schouwe. “Dan verstoor je de manier van werken in de afvalsector. Kritisch kijken naar belastingen is een goede zaak, maar kijk verder dan de financiën. Staatssecretaris Weekers noemt de afvalstoffenbelasting hinderlijk. De belasting móet hinderlijk zijn, want hij is bedoeld als sturende maatregel. Bovendien heeft Weekers niet stilgestaan bij de toezicht- en handhavingskosten op de stortplaatsen, als de afvalstoffenheffing wordt geschrapt. Dat kost ook geld. Ik ben bang dat er, puur vanwege de kosten, niet extra gehandhaafd zal worden.” Ook de Noord-Brabantse gedeputeerde voor ecologie en handhaving Jules Iding wijst op problemen rond de naleving. “Valt de afvalstoffenbelasting weg, dan zou het kunnen dat de stortverboden minder goed worden nageleefd. Dat effect kunnen we nu nog niet overzien, maar het kan leiden tot extra druk op toezicht en handhaving.” Desondanks vindt Iding het verlagen van de afvalstoffenbelasting naar nul een ‘goed plan’. “De oorspronkelijke bedoeling was het tegengaan van storten. Als staatssecretaris Weekers vaststelt dat dat doel is gerealiseerd, ben ik het met hem eens. Vervolgens moet je je afvragen of je de instrumenten waarmee je dat doel hebt bereikt, nog steeds nodig hebt.” In Weekers’ Fiscale Agenda staat expliciet aangegeven dat het afschaffen ‘niet mag leiden tot een toename van de storthoeveelheden’. Peter Louwman, directeur van Delta
Peter Louwman (Delta Milieu):
‘Voor sommige ontdoeners is zelfs het verlaagd tarief te hoog.’
Handhaven van het sturende reguliere tarief is een voorwaarde voor het in stand houden van de unieke Nederlandse afval- en recyclingstructuur (foto: Vereniging Afvalbedrijven)
Milieu, verwacht dat het afschaffen van het reguliere tarief ‘weinig effect’ zal hebben. “Er wordt nu al nauwelijks afval aangeboden op stortplaatsen tegen het reguliere tarief. Er zijn voldoende andere instrumenten om storten te voorkomen, zoals de minimumstandaarden en de stortverboden. Bovendien houden we ons aan de wet: afval dat niet gestort mag worden, wordt niet gestort. Uit controles blijkt dat zich geen grote problemen voordoen.” Louwman schaart zich desondanks achter het standpunt van de Vereniging Afvalbedrijven om de reguliere belasting te handhaven. Schouwe van HVC voorziet wél een toename. Al hoopt hij van niet. “Ik ben gedreven om via materiaalhergebruik te komen tot duurzaamheid. Maar partijen die primair geld verdienen in afval worden niet afgerekend op gedrevenheid en de milieuwinst die ze boeken, maar op hun rendement.”
Verlaagd tarief Voor het verlaagd tarief ligt de situatie anders. De sector pleit al langere tijd voor het verlagen van het verlaagd tarief voor niet-herbruikbaar en niet-brandbaar afval naar nul euro. Momenteel bedraagt het verlaagd tarief 17 euro per ton. Van dit tarief gaat geen sturend effect uit, zo stelt de sector, omdat storten van dit type afval de enige optie is. De branche gaat er vanuit dat verlaging van het tarief naar nul euro een effectief middel is tegen het verdwijnen van afval in het ongewenste circuit, wat
nog steeds gebeurt. Dat zegt bijvoorbeeld Peter Louwman. “Lang niet al het nietherbruikbare en niet-verbrandbare afval gaat naar de stortplaats, zoals de bedoeling is. Voor sommige ontdoeners is zelfs het verlaagd belastingtarief kennelijk te hoog.” Louwman geeft het voorbeeld van de sanering van de oude stortplaats Kempenbaan in Tilburg. “Het afval dat hierbij vrijkomt moet naar de stort, maar wordt deels verwerkt in een geluidswal. Daar wordt dus een goedkope oplossing gezocht die tegen
de milieuregels ingaat. Als je het lage tarief verlaagt tot nul, gaat dat afval wél naar de stortplaats.” Gedeputeerde Iding van de provincie Noord-Brabant zegt daarover: “Ik vind het prima als het verlaagd tarief op nul wordt gezet. Dat maakt het voor ons als provincie gemakkelijker om oude stortplaatsen op te ruimen.” Mocht Weekers het reguliere tarief handhaven, dan is afschaffen van het verlaagd tarief in ieder geval geen optie. “Hij moet het verlaagd tarief op nul stellen, anders valt al het afval dat naar stort gaat onder het reguliere tarief. Dat is pas echt contraproductief”, aldus Schouwe van HVC.
Jules Iding (provincie NoordBrabant):
‘Het zou kunnen dat de stortverboden minder goed worden nageleefd.’
Gezamenlijk pleidooi van vijf brancheorganisaties
De gezamenlijke brancheorganisaties in de afval- en recyclingsector hebben zich in een brief aan staatssecretarissen Joop Atsma (Milieu) en Weekers (Financiën) uitgesproken tegen het afschaffen van de afvalstoffenbelastingen. BRBS Recycling, NVPG, NVRD, TLN en Vereniging Afvalbedrijven willen het hoge tarief handhaven en het lage tarief verlagen tot nul euro. De organisaties zijn van mening dat “vooral dankzij de afvalstoffenbelastingen Nederland een afval- en recyclingindustrie heeft kunnen ontwikkelen, die zijn gelijke in de wereld niet kent.” Afschaffen van de afvalstoffenbelasting is het kind met het badwater weggooien. Het zou ook betekenen dat het Nederlandse bedrijfsleven zijn kennis en kunde op het gebied van hoogwaardige afvalverwerking en recycling niet Europees kan benutten. “Juist in een Europa dat aanstuurt op een recycling society biedt de huidige afval- en recyclinginfrastructuur en een verdere innovatie hiervan Nederland grote kansen op meer export.”
afvalforum juni 2011
17
1.000.000.000 kilo e-waste De producenten en importeurs van elektrische apparaten, ICT-apparaten en energiezuinige verlichting hebben sinds de start van hun nationaal inzamelsysteem in 1999 1 miljard kilo afgedankte apparaten en spaarlampen (e-waste) duurzaam laten inzamelen en recyclen. Dit is een mijlpaal op een nog lange weg naar het inzamelen en recyclen van al het e-waste dat vrijkomt in Nederland. Door samenwerking in de afvalketen met gemeenten, retail en consumenten is het de bedoeling de inzameling verder te verhogen. Producentenvereniging NVMP en de organisaties voor inzameling en recycling van elektrische en ICT-apparaten (Wecycle en ICT~Milieu) staan voor de uitdaging de komende jaren het ingezameld volume verder te verhogen. Zij willen zoveel mogelijk e-waste inzamelen en dit op een verantwoorde manier recyclen. Het is daarvoor noodzakelijk dat al het vrijgekomen e-waste ook bij hen terechtkomt. Nu is dat ruim 40 procent. De Europese Unie bereidt een nieuwe richtlijn voor die ertoe leidt dat over 10 jaar zo’n 80 procent van het vrijgekomen e-waste moet worden ingezameld.
Afvalconferentie 2011 Op 5 oktober organiseren het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de NVRD en de Vereniging Afvalbedrijven de jaarlijkse Afvalconferentie. De conferentie gaat vertrouwd van start met een benchmark van de afvalmarkt. Aansluitend vindt een debat plaats over grondstoffenbeleid. Het tweede blok ‘De afvalmarkt volgens u’ kent een nieuwe opzet. Er kan een keuze worden gemaakt uit twee masterclasses over levenscyclusanalyses en duurzaam inkopen en twee sessies over e-waste en design for recycling. Ook bestaat de mogelijkheid tot een ‘beurssafari’ over de Milieubeurs 2011 die tegelijkertijd plaatsvindt. Het avondprogramma gaat van start met een prikkelend intermezzo waarna de dag wordt afgerond met een debat tussen staatssecretaris Joop Atsma en enkele prominenten over actuele ontwikkelingen op de afvalmarkt, zoals de grondstoffenrotonde. De Afvalconferentie 2011 vindt plaats in Congrescentrum 1931 in ’s-Hertogenbosch. Dagvoorzitter is Inge Diepman. Meer informatie en inschrijven op www.afvalconferentie.nl.
Klimaatverandering tegengaan is prioriteit voor Atsma
Staatssecretaris Joop Atsma van IeM beschouwt het tegengaan van de klimaatverandering als de belangrijkste milieu-uitdaging. “De opwarming van de aarde is een gegeven. Het ontkennen van dit proces heeft geen enkele zin. Mensen die dat doen, steken hun kop in het zand. Als politicus moet ik de statuur van de wetenschap op dit gebied erkennen.”, aldus Atsma. Atsma zegt om die reden onverkort vast te houden aan het bereiken van 20% CO2reductie in 2020. Het feit dat de reductiedoelstelling van het vorige kabinet met 10% ambitie is verminderd, noemt Atsma een bewuste keuze. “Een iets lager ambitieniveau maakt het mogelijk om massa te maken. Uiteindelijk levert dat veel meer resultaat op. Je kunt wel volledig je eigen plan trekken, maar ik, en met mij het kabinet, vind het verstandiger om vanuit een eenduidige Europese aanvliegroute te opereren. Het tempo wordt in EU-verband niet bepaald door de koplopers, maar door degenen die als laatste over de streep komen. Ik vind het belangrijk dat de massa mee kan komen.” Atsma is ervan overtuigd dat succes in het Duurzaam onderkomen voor klimaatdossier alleen mogelijk is wanneer Afvalstoffendienst ’s-Hertogenbosch alle relevante partijen hier direct bij worden Sinds eind mei heeft Afvalstoffendienst ’s-Hertogenbosch een nieuw onderkomen. betrokken. “Niet alleen om hun kennis Het bedrijf is gevestigd in een innovatief, duurzaam pand. Bij de bouw van het pand te gebruiken, maar ook omdat je is, voor zover mogelijk, gebruik gemaakt van gerecycled materiaal. Zo is onder andere daarmee je draagvlak organiseert. het gehele terrein bedekt met een verharding waarin afval verwerkt is. Daarnaast is het De ervaring leert dat dit soort gehele pand bedekt met gevel- en dakbeplanting voor isolatie, vangt de Afvalstoffendienst ingrijpende processen kansloos het regenwater op om het wagenpark te wassen en de toiletten door te spoelen en wordt er zijn wanneer je vanuit een gebruik gemaakt van solartubes om zoveel mogelijk natuurlijk daglicht binnen te laten. Het ivoren toren dirigeert.” meest bijzondere aan de nieuwbouw is de biomassacentrale. Het snoeihout dat burgers aanleveren, gaat in de versnipperaar en wordt grondstof voor twee enorme houtverbrandingsketels met een totale capaciteit van 1.700 kilowattuur. Deze ketels verbranden het hout en verwarmen daarmee water. Dit water gebruikt de Afvalstoffendienst zelf, maar ook bedrijven in de omgeving kunnen dit water afnemen voor hun verwarming.
18
afvalforum juni 2011
Misverstand: “Milieuministerie is tegen gft-scheiden” Er bestaan van die misverstanden, die telkens weer de kop opsteken. Zo bestaat het beeld dat Den Haag tegen het scheiden van gft-afval is. Het milieuministerie stelde immers in het verleden dat composteren niet beter is dan verbranden. Ook gaf het ministerie gemeenten de vrijheid om te besluiten wáár en hóe ze gft-afval inzamelen. Ziet Den Haag gft-scheiden eigenlijk wel zitten? Hester Klein Lankhorst, afdelingshoofd Afval en Ketens bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu, legt in aflevering 10 uit waarom scheiden van het gft-afval nog steeds buitengewoon zinvol is.
Door Joop Hazenberg
“Ons ministerie is groot voorstander van gft-scheiden. Gemeenten zijn wettelijk verplicht afval te scheiden. Wel geven we ze al jaren de vrijheid in hoe ze dat doen. Den Haag stelt daarbij de voorwaarde dat de totaalstroom aan gescheiden huishoudelijk afval minimaal zestig procent is. Ik denk dat dit misverstand in de wereld is gekomen door een levenscyclusanalyse (LCA) van een paar jaar geleden, waaruit zou blijken dat gft-scheiden niet zoveel uitmaakt voor het milieu. Het meten van milieudruk is echter ingewikkeld en afhankelijk van veel factoren. De EU herziet op dit moment de LCA-methode en kijkt naar innovaties als voorvergisten. Uit dat proces, waarbij gft-afval eerst wordt vergist voordat het wordt gecomposteerd, is nu veel meer energie te halen dan acht jaar geleden. Gescheiden inzamelen is en blijft een goede zaak. Het levert minder restafval op en legt de nadruk op de waarde van recycling. Onrust over het nut van aparte inzameling kan er toe leiden dat twijfelende huishoudens helemaal niks meer doen. Veel plattelandsgemeenten zijn com-
Hester Klein Lankhorst (Infrastructuur en Milieu):
‘Ons ministerie is groot voorstander van gft-scheiden.’’
postering juist gaan stimuleren, omdat ze de waarde daarvan voor het milieu actief onderschrijven. Het rijksoverheidsbeleid is voor gft-afval al jaren hetzelfde. Het gft-afval dient vooral voor compostering en moet zoveel mogelijk uit de restafvalstroom worden gehaald. Via de site en helpdesk van Agentschap NL kunnen mensen informatie krijgen om gemeenten bij gft-scheiding te ondersteunen. Maar gemeenten kunnen ook van elkaar leren, good practices. Je ziet dat gemeenten hier serieus mee bezig zijn. Gemiddeld halen ze per inwoner 79 kilo per jaar op, een cijfer dat heel stabiel is. Met name in Zuid- en Oost-Nederland wordt veel gft-afval apart opgehaald, in Son en Breugel zelfs 229 kilo
per inwoner. Ook doen veel gemeenten het goed die met een diftar-systeem werken, zoals Maastricht. In Europees perspectief is Nederland een van de grootste inzamelaars van gft-afval, met name door de keuzevrijheid die gemeenten hebben. Als ministerie van Infrastructuur en Milieu zijn we ondanks de lokale vrijheid continu in overleg met brancheorganisaties en gemeenten over het te voeren beleid. Nog voor de zomer stuurt staatssecretaris Atsma een Afvalagenda naar de Tweede Kamer. Daar komt ook de inzet voor recycling aan de orde. Het scheiden van gft-afval is dus een goede zaak en kan nog efficiënter gebeuren. Maar de uitvoering laten we echt over aan de gemeenten.”
afvalforum juni 2011
19
Duurzaamheid gebaat bij Akkoord van Wijster
Win-win in Wijster Met het Akkoord van Wijster slikte Attero zijn plannen in voor twee extra verbrandingslijnen in Wijster. In ruil daarvoor werkt de provincie Drenthe mee om het nieuwe Energie Transitie Park (ETP) MiddenDrenthe te laten slagen. Win-win in de praktijk: de provincie ziet haar CO2-doelen naderen, terwijl Attero niet meer op oorlogspad hoeft.
Door Harry Perrée
Uit de enorme fabriekshal van de afvalenergiecentrale (AEC) in het Drentse Wijster komt een stalen buis naar buiten. De buis - door de afmetingen van de fabriekshal lijkt de buis een buisje - slingert zich, omgeven door steigers, langs het gebouw en stopt dan opeens. De leiding, nu nog in aanbouw, maakt binnenkort de oversteek naar de vierhonderd meter verderop gelegen nieuwe fabriekshal van Noblesse, een bedrijf dat van dierlijk slachtafval diervoer maakt. Begin augustus 2011 moet de verbinding klaar zijn. Dan start Noblesse met zijn productie. Daarvoor gebruikt het bedrijf stoom dat de AEC produceert en per buis bezorgt. De winst zit ‘m erin dat warmte veel efficiënter is te benutten dan stoom. Tot nu toe gebruikt Attero de stoom die de centrale in Wijster opwekt om een turbine aan te drijven en zo elektriciteit op te wekken. Door een deel van de stoom af te tappen en
direct te gebruiken voor verwarming komt de energie-efficiency van de AEC een stuk hoger te liggen. Het benutten van stoom door Noblesse is een uitvloeisel van het Akkoord van Wijster dat de provincie Drenthe, Attero en de Natuur en Milieufederatie Drenthe op 30 november 2009 ondertekenden. In het provinciehuis in Assen schetst gedeputeerde Tanja Klip de aanleiding voor het akkoord. “Kijk, Attero had in 2006 een vergunningaanvraag ingediend voor twee extra verbrandingslijnen. Die hebben wij geweigerd, omdat het energierendement van de nieuwe lijnen te laag was. Waar moet je immers met al die warmte heen? Er stonden nog helemaal geen bedrijven in de directe omgeving.”
Beste beentje De provincie werd op haar vingers getikt door de Raad van State. Die vond een ver-
Tanja Klip (provincie Drenthe):
‘Onze rol is faciliterend, maar ook regisserend.’
gunning wél mogelijk. Klip: “De dag van de uitspraak heb ik de directeur van de AEC in Wijster gebeld. Ik heb hem gefeliciteerd en een afspraak gemaakt. Toen hebben we het erover gehad dat er toch een betere manier moet zijn om met de energie van de AEC om te gaan.” Een paar maanden later lag een akkoord op tafel waar de provincie, Attero en de Natuur en Milieufederatie Drenthe een handtekening onder plaatsten. Belangrijk onderdeel van het akkoord is dat Attero afziet van zijn uitbreidingsplannen voor twee nieuwe verbrandingslijnen. Daarnaast belooft het bedrijf de rookgasreiniging om te bouwen volgens de best bestaande technieken. Verder is het vooral een intentieverklaring om elkaar niet het leven zuur te maken, maar om voor verduurzaming het beste beentje voor te zetten, regelmatig te overleggen en elkaar op de hoogte te houden. Het afzien van uitbreiding lijkt amper een offer voor Attero. In het licht van de AEC-overcapaciteit leek het immers weinig zinvol om twee nieuwe ovens te bouwen. Attero-directeur Pierre Vincent wil die benadering nuanceren. “Het laten vervallen van de vergunning viel best zwaar binnen het bedrijf. Daar was jaren aan gewerkt en in geïnvesteerd. Het was niet zo dat we dachten: die vergunning is niks meer waard.” Hij had de vergunning graag als vangnet gehouden. “Mevrouw Klip heeft toen gezegd: nee, door die vergunning moet een streep.” Vincent vertelt het in zijn kantoor op een Arnhems bedrijventerrein. Vanaf de zesde verdieping kan hij de schoorsteen van AVR Duiven zien roken. Attero besloot met het Akkoord van Wijster van de nood een deugd te maken. Maar dat kon alleen, benadrukt Vincent, doordat Attero in dezelfde periode had besloten een nieuwe strategie te kiezen om naast verbranden “een volgende stap te zetten op de Ladder van Lansink en zich te richten op recycling en de productie van groen gas. Wij denken dat deze verbreding voor de continuïteit van ons bedrijf belangrijk is. De toekomst ligt in vergroening.”
Bedrijventerrein In Wijster is Attero met de bouw van een
20
afvalforum juni 2011
Bij de afvalenergiecentrale van Attero in Wijster wordt een leiding aangelegd waarmee het bedrijf vanaf augustus stoom levert aan Noblesse dat van dierlijk slachtafval diervoer maakt (foto: Attero)
vergister en een gasopwerkingsinstallatie gestart en stapt het over op een energieefficiënte rookgasreiniging. Die verbruikt nu nog een slordige vijf miljoen kuub aardgas per jaar. Daarnaast is de ontwikkeling van het Energie Transitie Park (ETP) MiddenDrenthe een belangrijk onderdeel van de Atterostrategie en het Akkoord van Wijster. Het bedrijventerrein ligt er al zeker tien jaar bij als een kale grasvlakte met een paar kaarsrechte wegen er doorheen. Hier moeten zich komende jaren díe afval- en energiegerelateerde bedrijven vestigen die ervoor zorgen dat 1 + 1 niet 2, maar 3 is. “Het valt niet mee bedrijven geïnteresseerd te krijgen in het ETP”, zo heeft Vincent ondervonden in de anderhalf jaar die hij in functie is als directeur. Maar seeing is believing, gelooft hij. “Daarom ben ik blij dat er nu gebouwd wordt door Noblesse. Je kunt bedrijven laten zien dat er vanuit Attero daadwerkelijk geïnvesteerd wordt in de aansluiting op het ETP.” Met een handvol bedrijven is hij inmiddels in gesprek. De provincie heeft met het Akkoord beloofd te overleggen en zich positief op te stellen. “Onze rol is faciliterend, maar ook regisserend. Mensen bij de les houden”, aldus Klip. Het belang van de provincie is CO2-reductie: tussen 1990 en 2020 moet de Drentse uitstoot met 30 procent dalen. Het ETP kan daaraan een bijdrage leveren, al weet Klip niet van welke omvang. De
provincie heeft relevante partijen bij elkaar gebracht in een workshop, wat heeft geleid tot een gebiedsschets. “Daarnaast zijn we met de drie noordelijke provincies actief in Energy Valley. Groen gas speelt daarin een grote rol. Wij hebben hier veel mest en biomassa. Groen gas neemt een hoge vlucht. Wat is er mooier dan daar op aanhaken? Er is al een inlaatpunt voor groen gas. Wij hebben vijf miljoen euro FES-subsidie (Fonds Economische Structuurversterking) geregeld voor de infrastructuur: een ringleiding om boerenbedrijven aan te sluiten, een extra injectiepunt en een groengasleiding naar een nieuw groengastankstation in Pesse”, aldus Klip. Het zijn zaken die Vincent zeer weet te waarderen. “Dat is absoluut een knappe
prestatie van de provincie”, zegt hij. Maar het allerbelangrijkste vindt Vincent het “samen optrekken, samen die route volgen. De positieve basishouding van de overheid, dat is heel aantrekkelijk voor ondernemers.” Een kwestie van psychologie dus? “Vertrouwen is misschien wel het belangrijkste. Als er open communicatie is, gaan dingen beter.” Of Attero zonder akkoord geen duurzame acties zou hebben ondernomen, durft hij niet te zeggen. “De acties vonden in elk geval sneller plaats. Je hebt niet het idee: elke keer als we iets willen veranderen moeten we op oorlogspad.”
Pierre Vincent (Attero):
‘De toekomst ligt in vergroening.’
afvalforum juni 2011
21
Een nieuw hoofdstuk in de Mededingingswet voorziet in gedragsregels die moeten voorkomen dat er oneigenlijke concurrentie ontstaat op de afvalmarkt (foto: Vereniging Afvalbedrijven)
Publiek en privaat zien weinig in nieuwe Mededingingswet
‘Bijklussende’ overheid nog niet in toom Commerciële overheidsbedrijven benadelen hun private collega’s, zo zien althans de private partijen het. Nieuwe gedragsregels in de Mededingingswet hadden ondernemers moeten beschermen tegen oneerlijke concurrentie door de overheid. Een amendement haalt echter de angel uit de wetsaanpassing. ‘In feite is er niet zoveel veranderd.’
22
afvalforum juni 2011
Door Pieter van den Brand
De bibliotheek die voor een prikkie cd’s en dvd’s verhuurt. Het buurtcentrum waar een pilsje maar een euro kost. De gemeentelijke sporthal waar je voor een uurtje zweten een fractie betaalt van het abonnement op de fitnessclub. Allemaal overheidsactiviteiten die het bedrijfsleven een doorn in het oog zijn. De overheid doet aan oneerlijke concurrentie, met belastinggeld nog wel. Kritiek die ook de afvalmarkt raakt. Overheidsgedomineerde afvalbedrijven zijn actief buiten het eigen grondgebied en zouden daar flink lagere tarieven neer kunnen leggen. Dat kunnen ze zich veroorloven, omdat ze op hun thuismarkt langjarige afvalcontracten hebben. Roland Amoureus van Van Gansewinkel ziet weliswaar dat overheidspartijen minder vaak meedoen aan aanbestedingen voor inzamelcontracten van huishoudelijk afval,
Linda van Beek (VNO-NCW/ MKB-Nederland):
‘De NMa zal haar toezichtrol waar moeten maken.’
maar ze hengelen nog volop mee naar het afval van ziekenhuizen, universiteiten en grote bedrijven als IKEA, ook ver buiten hun eigen verzorgingsgebied. “Dat verwondert mij”, zegt de manager strategie en ontwikkeling Overheidsdiensten. “In deze tijd waarin gesproken wordt over een kleinere overheid, kerntaken en bezuinigingen, gaan overheden vanuit hun, voor ons niet bereikbare, verzorgingsgebied de markt op. Wat is dat voor een overheid, die bewust het bedrijfsleven de voet dwars zet? Dat is voor mij een principiële discussie. Willen we dat in de BV Nederland?” klinkt het fel. “Ik weet van
Erik de Baedts (NVRD): een overheidsinstantie die zegt bezuinigingen te gaan opvangen door actiever bedrijfsafval te acquireren. Dus de overheid wil bezuinigingen afwentelen ten koste van werkgelegenheid in het bedrijfsleven.” Al ruim vijftien jaar soebat de Haagse politiek over hoe de ‘bijklussende’ overheden in toom te houden. Tot echte toetredingsregels voor ondernemende overheden - suggestie van de commissie Cohen uit 1997 - is het nooit gekomen. Het wetsvoorstel hiertoe was zo complex, dat het niet eens door de Tweede Kamer in behandeling is genomen. Dat was destijds het gevolg van een vernietigend advies van de Raad van State. De lange aanloop naar een nieuw hoofdstuk in de Mededingingswet, eind maart afgerond door de Eerste Kamer, voorziet in gedragsregels die moeten voorkomen dat er oneigenlijke concurrentie ontstaat. Zo moet het overheidsafvalbedrijf transparant zijn over zijn marktactiviteiten, minimaal de integrale kostprijs in rekening brengen en gaat voor de inbreng van eigen vermogen een winstopslag gelden. Ook is een verbod op kruissubsidies ingesteld. Bij oneerlijke concurrentie kan de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) zich sneller roeren. Inspraak- en beroepsmogelijkheden van bedrijven zijn hiervoor versterkt. Dat laatste vindt Amoureus zonder meer positief, “maar wij zijn terughoudend om zo ons gelijk te halen. Bovendien gaan we zeker niet voor elk geval de NMa benaderen. We willen onze energie liever positief aanwenden.” Amoureus’ oordeel over de nieuwe wet: “Van een echte omwenteling is geen sprake. In feite is er niet zoveel veranderd.”
‘Overheidsbedrijven doen niet aan kruissubsidiëring.’
mogelijk. Ook moeten overheden kenbaar maken dat ze commerciële activiteiten gaan ontplooien, terwijl die toch onder het algemeen belang vallen. Dat zal transparantie bieden.” Er zijn meer goede elementen, stelt Van Beek. “De NMa krijgt extra capaciteit en mensen en zal haar toezichtrol echt waar moeten maken. Gemeenten kunnen niet zomaar meer hun gang gaan.” Minister Verhagen van het ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie heeft toegezegd met brancheorganisatie VNG in overleg te gaan over een handreiking aan gemeenten hoe met de nieuwe spelregels om te gaan.
Kern “De inzameling van huishoudelijk afval is juist een dienst van algemeen belang. Ook in Brussel ziet men dat zo”, vertelt NVRD-directeur Erik de Baedts, die de gemeentelijke reinigingsdiensten en de publieke afvalbedrijven vertegenwoordigt. Bedrijfsafval is van een andere orde, geeft hij toe, “maar uit het oogpunt van
Angel Het door de Tweede Kamer ingediende amendement dat gemeenten en provincies de macht geeft zelf te bepalen welke economische activiteiten onder het algemeen belang vallen, heeft de angel uit het wetsvoorstel gehaald, vindt secretaris mededinging Linda van Beek bij VNO-NCW en MKB-Nederland. De Mededingingswet is dan namelijk niet van toepassing. “Dat heeft de wetswijziging erg afgezwakt. Het risico is dat overheden deze kans ruim gaan benutten. Er is wel inspraak op
Roland Amoureus (Van Gansewinkel):
‘Van een echte omwenteling is geen sprake.’
afvalforum juni 2011
23
Wim van Lieshout (HVC):
‘Overheden mogen nog steeds meedoen aan aanbestedingen.’
een schoon straatbeeld kan het van algemeen belang zijn dat winkels hun afval in dezelfde ondergrondse afvalcontainers doen, waar ook het afval van huishoudens in terechtkomt.” De Baedts twijfelt aan het nut van de wetsaanpassing. “De NVRD heeft altijd betoogd dat er voldoende duidelijkheid is. De juridische kaders zijn helder. Het spreekt voor zich dat overheidsbedrijven niet aan kruissubsidiëring doen.” Daarnaast zitten er volop haken en ogen aan de nieuwe regels, vindt hij: “Overheden zijn verplicht de integrale kostprijs door te berekenen. Het lijkt me een taaie klus voor iemand die beweert
dat een overheidsorganisatie niet de integrale kostprijs doorberekent, aan te tonen dat dit inderdaad zo is.” De rijksoverheid bereidt een AMvB voor waarin het integrale kostprijsbegrip verder wordt uitgewerkt.
Netjes “Ik zie weinig veranderen met de komst van deze nieuwe gedragsregels”, zegt directeur Wim van Lieshout van HVC. Zo’n 56 gemeenten, waaronder Almere en Dordrecht, en vijf waterschappen zijn aandeelhouder van dit overheidsbedrijf dat onder meer afvalenergiecentrales exploiteert. “De grenzen waar overheids-
partijen wel en niet aan moeten voldoen, zijn helder. De jurisprudentie heeft voldoende common sense opgeleverd. Overheden mogen nog steeds meedoen aan aanbestedingen. Als ze dat netjes doen, kan het.” Zelf doet HVC uit principe nooit aan aanbestedingen mee. Dat overheidsbedrijven het publiek belang niet uit het oog verliezen, is essentieel voor Van Lieshout. “Geef helder aan waar je voor gaat. Als jouw enig doel geld verdienen is, kun je niet volhouden dat het algemeen belang daar gebaat mee is. Dan is er geen onderscheid met een private partij.” Overheidsbedrijven, vindt hij, moeten transparant zijn in hun optreden. “Gemeentelijke aandeelhouders vinden het vaak noodzakelijk uit oogpunt van commerciële exploitatie mee te doen aan aanbestedingen. Dan verzeil je al snel in een discussie over kruisbestuiving. Door daar verre van te blijven maak je duidelijk uitsluitend het publieke belang te dienen.” Van Beek van VNO-NCW verwacht dat bedrijven een goede kans voor de rechter maken, als het algemeen belang van een activiteit valt te betwisten. “In elk geval hebben ze nu een wapen in de strijd.”
Jan Rooijakkers (Twence): Twence krijgt zwarte piet Het huishoudelijk afval uit Delft, Rijswijk en Schiedam wordt tot 2015 in het oosten van het land verwerkt door Twence. Dat gebeurt tegen een veel lager tarief (circa 60 euro per ton) dan de 115 euro die de ‘eigen’ Twentse gemeenten betalen. Een erg groot verschil, zeggen de critici, ook al keert Twence jaarlijks dividend uit. “Gemeentelijke aandeelhouders zouden daar toch van op moeten kijken. Het zou mijn wenkbrauwen in elk geval doen fronsen, als lid van de gemeenteraad”, zegt Roland Amoureus van Van Gansewinkel. Twence-directeur Jan Rooijakkers is niet onder de indruk van de kritiek. “Wij hebben geen machtspositie. Overheidsbedrijven schrijven al tientallen jaren in op aanbestedingen in andere regio’s. Vrijwel allemaal verwerken ze afval dat niet van de eigen aandeelhouders afkomstig is. Alsof dat iets nieuws is. Er wordt pas ophef over gemaakt nu private partijen zich recent op de verwerkingsmarkt hebben begeven. Ook Van Gansewinkel beschikt over langjarige gemeentelijke contracten, zelfs tot 2030, die buiten aanbestedingen om vergund zijn. Wij bieden transparante, marktconforme tarieven en doen niet aan prijsdumping. Uiteraard houden we ons aan wet- en regelgeving. Ons doel is niet maximaal geld te verdienen, maar onze installatie vol te bezetten. We spelen geen bedrijfje, we zijn een bedrijf.”
24
afvalforum juni 2011
‘Overheidsbedrijven schrijven al tientallen jaren in op aanbestedingen in andere regio’s.’
wasteforum The Dutch Waste Management Association (Vereniging Afvalbedrijven) serves both the national and international interests of waste-processing companies throughout the entire waste chain. This involves Dutchbased companies that collect, recycle, reuse, compost and incinerate waste, as well as those that process waste for landfill and sewage treatment companies.
Public sector sustainable procurement policy under fire The sustainable procurement policy for the public sector is under criticism. A report to the Dutch Administrative Burden Advisory Board (Actal) points to the paperwork involved in applying the sustainability criteria. It is a box ticking exercise that frustrates innovation in sustainability, says MP René Leegte (Liberals). He wants more integrated appraisal of costs and sustainability aspects, and more room for market initiatives. Barbara van der Hoek of Apeldoorn municipal council argues the criteria provide valuable guidance. Apeldoorn has made good progress towards its own ambitious goal of 100% sustainable procurement in 2012. Rather than more market, she wants a more ambitious policy to stimulate the market and reward sustainability. She proposes new forms of tendering involving dialogue and consultation to learn from the expertise available in companies leading in sustainability. Richard Broekhof, commercial manager at VAR, deplores local authority reluctance to embrace the policy and wants the criteria regularly tightened up to drive improvement. Broekhof and Leegte both back the proposal by De Groene Zaak coalition of companies to evaluate the ‘total cost of use’ of products. The environment state secretary, Joop Atsma, will present proposals for improving the procurement policy before summer.
More news from Europe and the Association can be found on our website: www.wastematters.eu
afvalforum juni 2011
25
Public-private cooperation stimulates sustainability Attero’s waste-to-energy plant in Wijster will soon be supplying steam to a new animal feed factory, which will considerably raise the plant’s energy efficiency. Attero is also building an anaerobic digester and green gas production plant and will switch to an energy-efficient flue gas scrubber. These are the main points in the ‘Wijster Accord’ signed on 30 November 2009 by Attero, Drenthe provincial council and environmental groups. Attero director Pierre Vincent had won permission to build two new incineration lines on appeal after the provincial council judged the energy efficiency to be too low. But the company’s new strategy of expanding into recycling and green gas production opened the way to agreement with provincial delegate Tanja Klip not to proceed with the incineration lines. A key part of Attero’s strategy is development of an Energy Transition Park for synergy between wasteand energy-related companies. Drenthe provincial council is supporting the initiative. Klip sees opportunities for carbon reductions to help meet its 30% reduction target for 1990–2020 and potential to tie in with Energy Valley, a joint programme with the two other northern provinces to develop the green gas infrastructure in the region.
Bottom ash cleaner than expected and quality improving More than 20 million tonnes of incinerator bottom ash have been used in Dutch motorway construction. But the recent decision by the government public works agency not to use bottom ash in the construction of main motorway carriageways makes a considerable dent in the market. The waste sector feels this decision is premature. As bottom ash is an ‘ICM’ building material’ (Isolate, Control, Monitor) it is subject to numerous conditions to minimise the risk of leaching of heavy metals and other contaminants. However, recent studies show that leaching is much less than predicted by the laboratory tests on which the regulations are based. Leaching is reduced as the ash ages, under anaerobic conditions, in the absence of groundwater flows, and through capture by drainage sand. The current evaluation of the Soil Quality Decree may therefore lead to the lifting of ICM restrictions. Meanwhile, new processing techniques are being developed to produce higher quality materials for new uses. They include extraction of the most contaminated fraction and intensive washing to remove salts, accelerated ageing with CO2, dry deslagging, dry separation to produce concrete additive, and recovery of copper and zinc by electrolysis. The results of a government study into market and processing scenarios will be discussed with the waste sector later this year. Any changes to the status and standards for bottom ash will come into force in 2014 at the earliest.
26
afvalforum juni 2011
Sector resists abolition of standard landfill tax The Fiscal Agenda for a more robust and fraud-proof tax system presented by the state secretary for finance, Frans Weekers, proposes scrapping ‘small and inconvenient taxes’. One of these is the landfill tax. The argument is purely financial: plunging revenues from falling landfill volumes. The waste and recycling sectors have written to the state secretary, arguing for retaining the standard rate of landfill tax, levied on recyclable and combustible wastes. They say it has stimulated recovery, recycling and incineration, and has enabled them to develop into a world-beating industry. Abolishing the tax will frustrate attempts to exploit their expertise in Europe. Without this steering instrument, volumes going to landfill will probably rise, and the extra enforcement burden this brings may not be met because of the costs. The sector has long argued that the low rate landfill tax, levied on non-recyclable and non-combustible waste, should be reduced to zero, because it has no steering effect. Landfill is the only option for these wastes.
Unfair competition for waste unresolved by new rules Many private waste companies feel disadvantaged by unfair competition from public sector companies buoyed by long-term contracts inside their statutory catchment areas. This problem, most acute for hospital and commercial wastes, has dragged on for fifteen years. The revised Competitive Trading Act contains rules to prevent unfair competition by public sector organisations, such as transparency of market activities, minimum rates equal to the full costs, and no cross-subsidisation. But the House of Representatives’ amendment giving municipal and provincial councils the power to decide when an economic activity is a public service takes the sting out of the Act, although the Netherlands Competition Authority (NMa) now has more resources and powers to enforce the rules. Public sector waste companies say the collection of household waste is a public service and recognised as such by the EU, and in some cases amenity interests may also require public sector collection of commercial wastes. They say the existing legislative framework is clear and rules out cross-subsidisation, and foresee difficulties resolving disputes over the full cost rule. The government is currently drawing up explanatory regulation on full costs.
LCA of plastic packaging waste collection and recycling CE Delft is conducting a life cycle assessment (LCA) of the collection and processing of plastic packaging waste. The study for the Dutch Waste Management Association is investigating eight scenarios, from household waste separation and processing into granulate, with and without a deposit system for PET bottles, to post-separation and recycling options. Data from government agencies and companies is used to determine the size of the unrecyclable fractions, which depends on the quality of the collected waste, and the amount of primary plastic that is replaced by secondary material, roughly 1 kg secondary material to 0.5 kg primary plastic. Calculations of environmental impacts are based on information from the literature and previous research. The model is being updated to reflect technical improvements, such as the efficiency of energy recovery from waste, and new developments, such as post-separation of plastic waste and colour separation of PET bottles. The LCA will be peer reviewed for methodological correctness and published in September to inform decision making on plastic waste policies after January 2013.
afvalforum juni 2011
27
Remat Chemie BV houdt zich al meer dan 60 jaar bezig met de verkoop van zuivere oplosmiddelen en het recyclen van verontreinigde oplosmiddelen. Destilleren en fractioneren (het uit elkaar trekken van 2 of meer vloeistoffen) zijn de technieken waar gebruik van wordt gemaakt bij het recyclen. De energie die nodig is bij deze technieken is in de loop der jaren veel efficiënter ingezet. Talloze energiebesparende techniek- en proceswijzigingen hebben wij in de voorbije halve eeuw doorgevoerd. Ook in de toekomst zullen wij op zoek blijven naar innovatieve aanpassingen in onze processen zodat de gebruikte energie optimaal wordt benut. Het optimaal gebruik maken van energie, gecombineerd met de milieuvriendelijke aspecten van het recyclen van oplosmiddelen, maakt dat wij trots zijn op de oplossing die wij bieden voor verontreinigde oplosmiddelen.
advertentie remondis 190x133 5 lPage 1 23-2-2007 10:20:15
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K