Duurzaam Ede: van Startnotitie naar Uitvoeringsprogramma In de Startnotitie Duurzaamheid zijn de beleidsmatige kaders geschetst van het gemeentelijk duurzaamheidsbeleid. We hebben die voorgelegd aan de gemeenteraad en maatschappelijke partners en inwoners. Uiteraard zijn ook de eigen gemeentelijke adviseurs op het gebied van duurzaamheid betrokken. Er is een beeldvormende bijeenkomst geweest op 19 februari, er waren duurzaamheidslabs, het inwonerspanel is geraadpleegd en er is overlegd met de Taskforcegroup uit de gemeenteraad. De opbrengsten van al deze contacten hebben we verwerkt in het nu aangeboden Uitvoeringsprogramma Duurzaamheid (UVP). In het Uitvoeringsprogramma is per gekozen speerpunt een aantal projecten gekozen die we in de komende jaren gaan uitvoeren. We doen dit samen met tal van partners in de samenleving. We zien onze rol vooral als initiërend, bevorderend en stimulerend. Om deze rol goed te kunnen vervullen vragen we aan de gemeenteraad om in het meerjarenperspectief en later in de programmabegroting daarvoor middelen beschikbaar te stellen. De uitvoering van de Food gerelateerde onderdelen uit de Startnotitie Duurzaamheid integreren we in het Strategische Foodprogramma. Hierdoor voorkomen we overlap in uitvoeringspraktijk en inzet van middelen. En het biedt een helderder communicatieve lijn. De speerpunten waarop we nu willen focussen zijn: • Energiebesparing in bestaande en nieuwbouw • Duurzame mobiliteit • Hernieuwbare energie • Meer waarde uit afval Bij al onze inzet en activiteiten zal communicatie een hoofdrol spelen. Met communicatie zetten we in op bewustwording, een positieve houding en bereidheid in de samenleving om duurzaamheid gezamenlijk en vanuit participatie op te pakken. We smeden allianties met duurzame partners en initiatieven. En zetten onze eigen organisatie in om voortdurend in contact te zijn hen. Het inbedden in gemeentelijke kanalen, ook die van bestuur en politiek, van ons duurzaamheidsbeleid is van essentieel belang voor ons welslagen. In het UVP zijn deze speerpunten en communicatie verder ingevuld. In onderstaande verantwoording lichten we de voorgeschiedenis en de keuze voor de verschillende projecten binnen de speerpunten en communicatie verder toe. Voorgeschiedenis (aanpak duurzaamheid tot nu toe) In de kadernota Duurzaam Ede 2013-2016 benoemde de gemeente het thema energie tot speerpunt van haar duurzaamheidsbeleid. Dit gelet op de urgentie van de klimaat-problematiek en de uitputting van de voorraden fossiele energie. Wat betreft de beleidsdoelen sluit de gemeente tot nu toe aan bij de rijksdoelen: • 1,5% energiebesparing per jaar (gemiddeld) • 14% duurzame energie in 2020 • 30% CO2-reductie in 2020 (ten opzichte van 1990) • energieneutraal in 2050.
Concrete projecten met betrekking tot het speerpunt energie zijn opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Energie 2013-2016: • 3 projecten gericht op energiebesparing (bestaande woningen, nieuwbouw woningen en bedrijven) • 5 projecten gericht op duurzame energie (windenergie, zonne-energie, bodemenergie, bioenergie en uitbreiding warmtenet) • educatie (klimaatlessen op basisscholen). Deze projecten passen binnen de zogenaamde ‘Trias Energetica’, gerangschikt op volgorde: • energiebesparing • opwekken duurzame energie • efficiënte inzet niet-duurzame energie. Uit de eindrapportage klimaatplan 2009-2013 blijkt dat de gemeente goede stappen vooruit zet maar dat het bereiken van de (bovengenoemde) doelen nog ver weg is. Daarom, en ook gelet op onze hoge duurzaamheidambitie, willen wij de komende jaren extra stappen zetten. Daarnaast kunnen we onze resultaten nog wat meer in de etalage zetten. Keuzes Uitvoeringsprogramma duurzaamheid 2015-2020 In het verlengde van de ingezette koers, zoals boven omschreven, kiest ook het UVP voor het thema energie als speerpunt, uitgesplitst in energiebesparing bestaande bouw (woningen en bedrijven) en opwekken duurzame energie. Met deze twee zaken is wat effectiviteit betreft de grootste winst te behalen. Daarnaast focust het UVP zich op de speerpunten duurzame mobiliteit en meer waarde uit afval. Speerpunten waarmee we ook onderscheidend kunnen zijn en de bewustwording kunnen vergroten. Speerpunt hernieuwbare energie Voordat we hieronder ingaan op de keuze van de projecten in het UVP Duurzaamheid staan we kort stil bij onze ambities voor het thema energie en de weg die we moeten afleggen om die ambities te realiseren. Tot nu toe hanteren we de rijksdoelen (zie boven). We hebben behoefte aan meer inzicht in de vraag of we deze doelen gaan halen. Om dat inzicht te vergroten willen we een zogenaamde routekaart opstellen. We doen dat in samenwerking met onder meer de provincie en netbeheerder Alliander. Bij dit (onderzoek)project willen we ook stakeholders uit Ede betrekken: bedrijven, inwoners en maatschappelijke instellingen. Op deze manier willen we proberen gezamenlijk keuzes te maken voor de na te streven doelen en de wegen daar naartoe. Daartoe willen wij een platform Ede energieneutraal oprichten, voor het scheppen van draagvlak en voor het organiseren van denk- en daadkracht. Voor het speerpunt duurzame energie willen we de lat hoger leggen. We willen dat in 2020 20% van het energieverbruik in Ede duurzaam wordt opgewekt. We denken dat met name het warmtenet in Ede fors kan bijdragen aan het halen van dit doel. We zullen dit particulier initiatief (van Bio-energie De Vallei) blijven ondersteunen, zoals geschetst in onze Warmtevisie van december 2014. We onderschrijven de doelstelling om in 2020 20.000 woningen (woningequivalenten) op dit net tehebben aangesloten. Daarnaast zetten we extra in op zonne-energie. We zien daarbij voor onszelf Een stimulerende en organiserende rol. De belangrijkste doelgroepen hierbij zijn:inwoners, bedrijven en scholen. Ook ons eigen vastgoed betrekken we daarbij.
Ook gaan we de mogelijkheden verkennen om extra windenergie in Ede terealiseren. Dat onderzoek zal verkennend zijn, waarbij rekening houden met alle wettelijke regels natuurlijk een randvoorwaarde is. Voor ons staat nog niet vast dat het mogelijk is extra windturbines in Ede te realiseren. Wel worden in 2015 twee turbines langs de A30 gebouwd. Voor de wenselijkheid van eventuele extra turbines is draagvlak in Ede een belangrijk aandachtspunt. De noodzaak om extra windturbines te plaatsen wordt bekeken bij het eerder genoemde project Routekaart. Dit project maakt duidelijk hoeveel duurzame energie uit bijvoorbeeld. biomassa, zon en wind in Ede opgewekt moet worden om uiteindelijk energieneutraal te worden.
Speerpunt mobiliteit Duurzame mobiliteit is een ander speerpunt. Niet onterecht, omdat het aandeel van verkeer en vervoer in de CO2 uitstoot van gemeenten meer is dan 20%, en oploopt tot zelfs 50%. Hoewel het juist op dit thema lastig is reducties te boeken, zijn er wel knoppen waar de gemeente Ede aan kan draaien. Voor het verduurzamen van mobiliteit zijn grofweg drie aangrijpingspunten: 1. minder vraag naar (niet-duurzame) mobiliteit, 2. substitutie naar schonere vervoerwijzen en 3. verschonen resterende voertuigkilometers.
Vraag verminderen In de startnotitie is aangegeven dat we ons richten op 2 en 3. Mobiliteit is een groot goed en dat willen we niet afremmen. Wel zien we graag dat niet-noodzakelijke autokilometers worden vermeden. Maatregelen op het gebied van vraagreductie liggen bijvoorbeeld op het vlak van telewerken, e-learning en e-shopping. We hebben hier als overheid weinig invloed op. Het verminderen van kilometers kan door een slimmere ruimtelijke ordening van functies. Denk daarbij aan functiemenging, in-breiding, centralisatie, knooppuntontwikkeling en locatiebeleid 2.0. Dit is echter een lange termijn effect van bestemmingsplannen en ruimtelijke projecten die niet passen bij het uitvoeringsprogramma duurzaamheid voor de komende jaren. In de komende structuurvisies kan hier wel meer aandacht voor komen. Denk bijvoorbeeld aan het ruimtelijk faciliteren van kleinschalige, lokale voorzieningen als een buurtsuper. Overigens wordt binnen het doelgroepenvervoer door de gemeente, samen met de andere gemeenten in de regio en de zorgcentra, wel gewerkt aan vraagreductie. Het gaat dan bijvoorbeeld om het goed meenemen van OV-mogelijkheden bij de indicatiestelling Wmo, een betere afstemming van zorg en onderwijs en bijvoorbeeld het herverdelen van dagbestedinglocaties, zodat cliënten dichter bij hun woning een passende dagbesteding vinden. Vervanging Bij vervanging of substitutie richten we ons op de fiets. In de startnotitie is duidelijk gemaakt waarom we hiervoor kiezen. In het kort komt het erop neer dat fietsen bij Ede past en dat juist in Ede nog ‘veel te halen’ valt. Zowel op het gebied van infrastructuur als op het gebied van promotie richting doelgroepen. Bij infrastructuur gaat het primair om verkleining van de maaswijdte van hoofdfietsroutes, het vergroten van de aantrekkelijkheid van routes en het voorzien in adequate en veilige stallingen aan de begin- en eindpunten van de fietsrit. Naast de aanleg van tunnels is een belangrijk punt het realiseren van snelfietsroutes met voldoende breedte en met zo min mogelijk conflicterend autoverkeer. De meeste van deze routes zullen echter niet binnen de periode van het uitvoeringsprogramma zijn ontwikkeld, omdat per routedeel gewacht wordt op logische momenten. Om werk met werk te maken..
Hetzelfde geldt voor verbredingen om meer en snelle fietsers verkeersveiliger hun weg te laten vinden. Wel kan met relatief kleine ingrepen de aantrekkelijkheid van de fietsinfrastructuur worden verhoogd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het weghalen van obstakels en het verbeteren van de oversteekbaarheid bij verkeerslichten. Naast infrastructurele maatregelen wordt ingezet op fietspromotie. Ervaring in andere gemeenten leert dat met een doelgroepbenadering goede
resultaten kunnen worden geboekt. Dit willen we graag nader uitwerken en effectueren in de komende jaren. Naast substitutie naar de fiets wordt ook voorgesteld om het carpoolen en autodelen te bevorderen. We richten ons niet op het openbaar vervoer. De uitvoering van OV (bus) is een verantwoordelijkheid van de provincie. Voor zover het OV infrastructuur betreft willen we samen met de provincie werken aan de ontwikkeling van hoogwaardige OV vervoersknooppunten, waarbij we vooral denken aan het nieuwe station Ede-Wageningen en de locatie van het ziekenhuis). Een van de maatregelen is het voorzien in voldoende stallingmogelijkheden voor de fiets bij die knooppunten, zoals opgenomen in de uitvoeringsagenda. Bij substitutie kiezen we voor pull-maatregelen en niet voor push-maatregelen. Zo wordt binnen het duurzaamheidprogramma niet ingezet op parkeerbeleid en specifieke tariefdifferentiatie naar plaats en/of tijd. Op dit moment geldt een resultaattaakstelling voor het parkeren. De mogelijkheden om het parkeerproduct beter en winstgevend te maken zijn in onderzoek. Het resultaat hiervan wordt met de raad besproken en vervolgens ingebracht in de kerntakendiscussie. In een latere fase kunnen maatregelen over parkeren aan de duurzaamheidagenda worden toegevoegd. Schoner Naast substitutie is verschoning een belangrijk aangrijpingspunt. Het gaat dan in de eerste plaats om het infrastructueel faciliteren van elektrisch rijden en rijden op alternatieve brandstoffen. Het is belangrijk om niet alleen in te zetten op elektrisch vervoer, omdat voor bepaalde type voertuigen, zoals vrachtauto's en bussen andere alternatieve brandstoffen meer voor de hand liggen. Daarnaast gaat het om het stimuleren van duurzaam rijden, waarbij de gemeente het goede voorbeeld moet geven. Een manier van verschonen van voertuigkilometers is het verminderen van stops. Door bijvoorbeeld een ander type kruispunten aan te leggen of het instellen van een groene golf. Beide zijn niet in het uitvoeringsprogramma opgenomen. Duurzame kruispunten , zoals volgens het Largas principe, worden binnen specifieke projecten opgenomen. Een groene golf op de Dreeslaan bestaat al en wordt geactualiseerd, nadat het zuidelijk deel van de Parklaan is aangelegd. Een groene golf op de N224 is recent in werking gegaan. Een eventuele groene golf op de Parklaan wordt in een latere fase ontworpen, wanneer de Parklaan is aangelegd. Verankeren Duurzame mobiliteit moet verankerd worden in beleid. Hiervoor is een aparte activiteit in het uitvoeringsprogramma opgenomen. Een van de voorstellen is het maken van een Fietsnota. Met deze nota kunnen we ook beantwoorden aan de motie die hierover is ingediend. Daarnaast is het interessant om opnieuw te bezien of voor de gemeente Ede een mobiliteitsplan kan worden opgesteld, in lijn met de ondertekening van het convenant Mobiliteitsmanagement door de gemeente Ede. Hiermee kunnen we het goede voorbeeld geven en andere organisaties aansporen mobiliteitsmanagement uit te voeren. Overigens wordt mobiliteitsmanagement opgepakt door de Bereikbare Vallei, waarin Ede participeert. De activiteiten van de Bereikbare Vallei op het gebied van duurzame mobiliteit zijn niet op de uitvoeringsagenda geplaatst.
Speerpunt energiebesparing bestaande bouw Binnen dit speerpunt zullen wij met name extra stappen zetten via de volgende projecten. Verduurzaming gemeentelijk vastgoed We beschikken over ca. 300 gebouwen. Ook vanuit onze voorbeeldrol zullen we werken aan de verduurzaming van deze gebouwen. Hierbij richten we ons op energiebesparing en benutten van kansen voor duurzame energie. Bij dit laatste denken we met name aan de kansen voor zonneenergie en voor aansluiting op het warmtenet. Verduurzaming bestaande woningvoorraad Ede telt ca. 48.000 woningen, waarvan ruim 9.000 huurwoningen. De doelgroep particuliere woningeigenaren hebben we tot nu toe benaderd via de subsidie woningisolatie en via de duurzaamheidleningen. Dit is niet voldoende om de doelstelling van 1,5% energiebesparing per jaar te halen. We kiezen daarom voor een meer actieve aanpak, gericht op de oudere buurten, waar de meeste energiewinst valt te halen. Daarbij zullen we zoeken naar voorbeeldwoningen in die buurten. Met behulp daarvan zullen we de buurten benaderen. Daarbij zoeken we samenwerking met bouw- , isolatie- en installatiebedrijven. Kleine stapjes zijn goed, zoals traditionele isolatiemaatregelen, maar renovatie naar energieneutraal of ‘Nul op de Meter’ is beter. Om deze maatregelen te kunnen financieren willen we de regeling duurzaamheidleningen verruimen en aantrekkelijker maken.
Voor de verbetering van de energieprestatie van de huurwoningen hebben we afspraken gemaakt met Woonstede. Op de uitvoering van deze afspraken zullen we blijven toezien. Energiezuinige nieuwbouw Nieuwbouw is de bestaande bouw van morgen. Bij veel nieuwbouwprojecten hebben we niet de regie in handen. Dan ontbreken ons de instrumenten om energieprestaties af te dwingen die verder gaan dan het wettelijk minimum. Bij het project Kazerneterreinen ligt dat anders. We zullen bij de selectie van ontwikkelaars voor deze terreinen duurzaamheid expliciet als selectiecriterium hanteren. We verwachten dat we hiermee de markt kunnen verleiden tot het zetten van extra stappen richting energieneutrale nieuwbouw. Ook onderzoeken we de haalbaarheid van aansluiting van -delen van de- Kazerneterreinen op het warmtenet van Bio-energie De Vallei.
Energiebesparing bedrijven De doelstelling om 1,5% energiebesparing per jaar te realiseren geldt ook voor bedrijven. Het energieverbruik van onze bedrijven is groter dan van onze 48.000 woningen. Via onze omgevingsdienst OddV zien we toe op naleving van de milieuregels door bedrijven. Het thema energie krijgt meer aandacht binnen deze toezichtstaak. Daar letten we vanuit onze opdrachtgeverrol op. In 2014 is ook al een project in gang gezet met subsidie van de provincie. Dat project geven we in 2015 een vervolg door branchegewijze controles op het thema energie. Daarnaast wordt in 2015/2016 samen met de OddV de mogelijkheid onderzocht om in onze regio een energieplatform voor bedrijven op te richten, van waaruit bedrijven energieadvies kunnen ontvangen. Ook de bedrijven zelf worden bij dit onderzoek betrokken. Speerpunt Meer waarde uit afval Gemeentelijk afvalbeheer levert een belangrijke bijdrage aan de verduurzaming van Ede. Door huishoudelijk afval zoveel mogelijk apart in te zamelen kan het na ver-/bewerking weer als gelijkwaardige grondstof in de productieketen worden opgenomen. Kortom, het eindstadium van afval is niet langer de verbrandingsoven, maar onderdeel van de grondstofkringloop. Dit maakt het waard om afval te scheiden, op te werken, her te gebruiken en te recyclen. Afval = grondstof geworden. Tenslotte leiden afvalpreventie en -hergebruik tot meer energiebesparing en CO2-reductie. Zo wordt via afvalbeheer jaarlijks een reductie van 18.000t CO2 bereikt.
Communicatie De weg naar een duurzame gemeente gaat voor een groot deel over communicatie. Als gemeente zelf kunnen we onze ambities op dit punt niet alleen van de grond krijgen. Het is een zaak waar we met zo veel mogelijk mensen aan willen en moeten werken, wil het werkelijk effect hebben. Met communicatie zetten we daarom in op bewustwording, een positieve houding en bereidheid in de samenleving om duurzaamheid gezamenlijk en vanuit participatie op te pakken. De rol van de gemeente is daarbij gebaseerd op het stimuleren, faciliteren en ondersteunen van initiatieven op het gebied van duurzaamheid. We gaan uit van zoveel mogelijk participatie vanuit de samenleving. Hiervoor is een positieve en inspirerende communicatiestrategie en –boodschap nodig. Waarbij we op zoek gaan naar steunzenders op basis van een stakeholdersanalyse en het creëren van een netwerk. Ook gaan we initiatieven faciliteren waardoor het zoveel mogelijk ‘buiten gebeurt’. Samenwerken, cocreatie, verbinden en interactie zijn de sleutelwoorden.
Als middelen denken we aan het inrichten van een informatie- en kennisloket, de inzet van een wijkkaravaan en een platform voor discussie. We smeden allianties met duurzame partners en initiatieven. En zetten onze eigen organisatie in om voortdurend in contact te zijn hen. Verder maken we een toolkit met kernboodschappen, beelden en te downloaden vormgevingselementen. En stellen die ter beschikking aan een ieder, in- en extern, om te gebruiken. Waarmee het verhaal en de kernboodschap over duurzaamheid gelijkluidend is. Met een communicatiekalender die deelbaar en vindbaar is en een goede planning zorgen we voor doorlopende communicatie. We vertellen succesverhalen en maken we zichtbaar wat we als gemeente zelf doen; we geven als gemeente het goede voorbeeld. Ook en vooral intern moet duurzaamheid landen. Bij medewerkers zelf in hun werkzaamheden en gedrag op de werkvloer. Zodat zij als ambassadeurs fungeren en het verhaal over een meer duurzaam Ede verder kunnen brengen. Dit betekent dat medewerkers informatie over het programma duurzaamheid hebben, kunnen vinden en kunnen delen met de buitenwereld. En zich bewust zijn van hun eigen handelen. Duurzaamheid moet uiteraard herkenbaar zijn in gemeentelijke communicatiekanalen en -uitingen, zoals website, social media, intranet, gemeentenieuws, persberichten en speeches.