DUURZAAM BOUWEN monitoring toepassing en investeringsniveau maatregelen 1995 en 1996
DUURZAAM BOUWEN monitoring toepassing en investeringsniveau maatregelen 1995 en 1996
Jeroen Neele
december 1997
RIGO Research en Advies BV De Ruyterkade 139 1011 AC Amsterdam telefoon 020-5221111 telefax 020-6276840 http://www.rigo.nl
rapportnummer: 97/64
INHOUD
1. Inleiding .............................................................................................1 1.1 Opzet van het onderzoek.............................................................2 1.2 Kosten duurzaam bouwen ...........................................................3 1.3 Registratiemoment ......................................................................3 1.4 Uitgangspunten............................................................................4 1.5 Methodiek ....................................................................................4 1.6 Opbouw rapportage .....................................................................6 1.7 Opdracht en begeleiding..............................................................6 2. Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen................................................7 2.1 Vaste maatregelen.......................................................................7 2.2 Variabele maatregelen.................................................................8 2.3 Vaste en variabele maatregelen ..................................................9 3. Maatregelen in planregistratie .........................................................11 3.1 Planregistratie............................................................................11 3.2 Aantal geregistreerde maatregelen ...........................................11 3.3 Kosten geregistreerde maatregelen ..........................................12 3.4 Niet geregistreerde maatregelen ...............................................12 3.5 Representativiteit maatregelen planregistratie ..........................13 4. Toepassing maatregelen duurzaam bouwen in 1995-1996 ............17 4.1 Aantal toegepaste geregistreerde maatregelen.........................17 4.2 Kosten toegepaste geregistreerde maatregelen .......................24 4.3 Verdeling productie naar genormeerde kosten .........................29 4.4 Duurzaam gebouwde woningen (1995) .....................................30 5. Inschatting totale kosten duurzaam bouwen ...................................34 5.1 Kosten vaste en variabele maatregelen ....................................35 5.2 Tommel-maatlat.........................................................................39 5.3 Landelijke investering in duurzaam bouwen..............................42 6. Samenvatting ..................................................................................44
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
1. Inleiding In het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen - Nieuwbouw worden diverse maatregelen behandeld die de milieubelasting van nieuwbouwwoningen dienen te verminderen. Ze variëren van maatregelen ter verbetering van de warmte-isolatie van woningen om het energieverbruik terug te dringen tot aanbevelingen voor de scheiding van bouw1 plaatsafval. Er wordt onderscheid gemaakt naar vaste en variabele maatregelen. De maatregelen voor duurzaam bouwen kunnen leiden tot hogere bouwkosten. Er mag echter worden verondersteld dat in de loop van de tijd deze kostenverhoging door schaalvergroting en standaardisering zal afnemen en wellicht helemaal zal verdwijnen. Er zijn echter ook maatregelen die geen kostenverhogend effect hebben of zelfs tot een verlaging van de bouwkosten leiden. Ter bevordering van het duurzaam bouwen is door de Staatssecretaris 2 een maatlat opgesteld . Met de zogenaamde ‘Tommel maatlat’ stimuleert het Rijk bouwers van nieuwe woningen tegen beperkte kosten zoveel mogelijk maatregelen te treffen. De maatlat heeft drie niveau’s: 1. pas alle vaste maatregelen toe (de kosten hiervan bedragen tussen de ƒ 1.500,- en ƒ 2.000,- per woning); 2. pas daarna alle maatregelen toe die geen geld kosten of tot besparingen (minder werk) leiden; 3. kies tenslotte een aantal variabele maatregelen tot het saldo van 3 alle meer- en minderwerk ƒ 3.000,- bedraagt. In deze rapportage wordt ingegaan op de toepassing van duurzaam bouwen in de praktijk, meer in bijzonder bij nieuw gebouwde woningen. De onderzoeksvragen die daarbij centraal staan zijn: ?? welke vaste en variabele maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen zijn bij nieuwbouwwoningen toegepast; ?? wat is de omvang van de genormeerde meerkosten van het toegepaste duurzaam bouwen pakket; ?? in welke mate voldoet de nieuwbouwproductie aan de Tommelmaatlat?
1
In het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen ook wel verplichte maatregelen genoemd.
2
Brief van 14 maart 1996 van de Staatssecretaris.
3
Inclusief BTW.
1
2
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
1.1 Opzet van het onderzoek Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van gegevens die door RIGO in opdracht van het DGVH in 1996 en 1997 zijn verzameld in het kader van de informatievoorziening BWS 1995/1996. RIGO verricht reeds gedurende een aantal jaren de analyse van woningbouwplannen voor het Ministerie van VROM. De gegevens worden toegevoegd aan de KODAL-bestanden van het DGVH. Een deel van de plananalyse van (een steekproef van) bouwplannen uit 1995 en 1996 was gericht op registratie van maatregelen voor duurzaam bouwen. De vragenlijst voor deze registratie is mede in overleg met het Projectbureau Duurzaam Bouwen van het Ministerie van VROM opgesteld. Materiaalgebruik, toegepaste installaties en ontwerp van plattegronden en gevels waren enkele van de geregistreerde elementen. Steekproef 4
Van de plannen uit beide planjaren is een steekproef getrokken op 5 basis van gemeentegroep (stap 1), kostenklasse (stap 2) en plangrootte (stap 3). In de analyse zijn bijna 28.000 woningen uit een 6 ruim 110 gemeenten betrokken , verdeeld naar kostenklassen goedkoop, middelduur en duur (zie bijlage III). Hierin is nog een onderverdeling naar huur en koop gemaakt. Om een landelijk beeld te kunnen geven is het aantal woningen opgehoogd naar landelijke totalen (tabel 1.2). Daarmee is gecorrigeerd voor de verschillen tussen aantallen in steekproef en (werkelijke) landelijke totalen. Plannen uit beide jaren zijn in het onderzoek betrokken om de steekproef te vergroten en daarmee de betrouwbaarheid te vergroten, niet om een ontwikkeling in de tijd aan te geven. Verondersteld mag worden dat de effecten van de invoering van het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen nog niet sterk van invloed zijn geweest op beide planjaren.
4
planjaar 1995: plannen waaraan een bouwvergunning is verleend, of waaraan in dat jaar subsidie is verstrekt is;
5
Kostenklassen: goedkoop (gezuiverde stichtingskosten van maximaal ƒ 159.000,-), middelduur (tussen de ƒ 159.000,- en ƒ 227.000,-) en duur (boven de ƒ 227.000,-).
6
Uit 14 veelal grotere gemeenten zijn plannen uit beide jaren geanalyseerd.
planjaar 1996: plannen waaraan een bouwvergunning is verleend.
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
tabel 1.1 aantal woningen naar kostenklasse, gewogen naar landelijk totaal7 1995
1996
eengezins
meergezins
totaal
goedkoop middelduur duur
9.500 8.800 38.000
20.900 8.200 11.700
30.400 17.000 49.700
totaal
56.300
40.800
97.100
goedkoop middelduur duur
9.500 18.300 37.500
11.100 11.300 7.300
20.600 29.600 44.800
totaal
65.300
29.700
95.000
1.2 Kosten duurzaam bouwen Voor een inschatting van de kosten van duurzaam bouwen zijn de genormeerde kosten gehanteerd die in het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen voor de verschillende maatregelen zijn opgenomen. Deze kosten zijn in het Pakket bepaald voor een tweetal referentiewoningen, ontwikkeld onder auspiciën van de NOVEM: een tuinkamerwoning (eengezinswoning) en een portiekwoning (meergezins-woning). De normkosten uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen hebben als prijspeil 1-12-1995 en zijn inclusief bijkomende uitvoeringskosten, aannemersopslagen en bijkomende kosten en exclusief BTW. De kosten die de Staatssecretaris in zijn brief uit maart 1996 noemt hebben zijn inclusief BTW. In verband met de herkenbaarheid van de genormeerde kosten uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen zijn verder alle kosten in deze rapportage exclusief BTW. Exclusief BTW komt de Tommel-maatlat op ruim ƒ 2.500,-.
1.3 Registratiemoment De planregistratie heeft plaatsgevonden bij woningbouwplannen waaraan in 1995 een bouwvergunning is verleend of waaraan in dat jaar subsidie is toegekend en bij plannen waaraan in 1996 een bouwvergunning is verleend. Van deze plannen kan worden aangenomen dat ze zijn ontwikkeld vóór het Nationaal Pakket in april 1996 verscheen en vóór de Staatssecretaris zijn aanbeveling ter bevordering van duurzaam bouwen in maart 1996 deed.
7
Combinatieplannen, met zowel een- als meergezinswoningen, zijn vanwege het geringe aantal hier buiten beschouwing gelaten.
3
4
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
1.4 Uitgangspunten De kosten van een aantal maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen zijn afhankelijk van het ontwerp van de woning, meer in bijzonder van bouwdeelhoeveelheden. Zo zijn bijvoorbeeld kosten voor verbeterde isolatie van gevel, dak en begane grondvloer afhankelijk van het oppervlak van deze bouwdelen. De normkosten in het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen zijn bepaald op basis van de bouwdeelhoeveelheden van de twee referentiewoningen (een eengezinsen een meergezinswoning). In het onderzoek zijn de kosten die het pakket voor de verschillende maatregelen geeft integraal overgenomen. Er is derhalve geen rekening gehouden met verschillen tussen bouwdeelhoeveelheden van individuele woningen en die van de referentiewoningen. Er is van uitgegaan dat deze verschillen ten opzichte van de referentiewoningen uit het Nationaal Pakket op landelijk niveau zich uitmiddelen. Tijdens de plananalyses van woningbouwplannen uit 1995 bleek in een klein aantal gevallen de toepassing van enkele maatregelen niet uit bestek en/of tekeningen te achterhalen. In die gevallen is ervan uitgegaan dat de maatregel bij die woningen niet is toegepast.
1.5 Methodiek Niet alle maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen zijn van de woningbouwplannen uit 1995 en 1996 geregistreerd. Om een uitspraak te kunnen doen over de totale investeringen in duurzaam bouwen is onderzocht of de geregistreerde maatregelen voldoende representatief zijn voor het gehele pakket. Daarvoor zijn tijdens het onderzoek de volgende stappen genomen:
N
P
T
I
N
P
T
I
1. inventarisatie van de vaste en variabele maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen en de genormeerde kosten die het pakket daarvoor geeft (hoofdstuk 2). Hierbij is onderscheid gemaakt tussen maatregelen waarvoor het pakket meerdere alternatieven geeft (meestal met verschillen in kosten), maatregelen die uit meerdere elementen zijn opgebouwd en overlappende maatregelen. In bijlage II is een overzicht met alle maatregelen uit het pakket opgenomen, waarop eventuele overlap is aangegeven. 2. vergelijk van de bij de planregistratie geregistreerde maatregelen en de maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen (hoofdstuk 3). Hierbij is ingegaan op het aandeel van de maatregelen dat is geregistreerd en het aandeel van de (genormeerde) kosten dat de planregistratie van het totale pakket dekt. Van de niet geregistreerde maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen is een inschatting gemaakt van de waarschijn-
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
lijkheid dat deze al of niet bij de nieuwbouw van woningen zijn toegepast. Ook dit is in bijlage II te vinden. 3. inventarisatie van toepassing van bij de plananalyse geregistreerde maatregelen voor duurzaam bouwen bij nieuwbouwwoningen in 1995 en ’96 (hoofdstuk 4). Op basis van de genormeerde kosten uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen is voor de geregistreerde maatregelen de hoogte geraamd van de investering die in beide jaren in duurzaam bouwen is gedaan. 4. inschatting van de mate waarin de niet geregistreerde maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen zijn toegepast en welke genormeerde kosten daarmee gemoeid kunnen zijn (hoofdstuk 5). Voor deze niet geregistreerde maatregelen is een inschatting gemaakt in de verhouding waarin de wel geregistreerde maatregelen bij de nieuwbouwwoningen zijn toegepast. Hierin is onderscheid gemaakt tussen woningtype, het type maatregel (vast en variabel) en de kostenklasse van de maatregelen. De totale investering (TI) is berekend volgens de volgende formule: totale kosten maatregelen NPDB T I ==
* kosten toegepaste geregistreerde maatregelen
totale kosten geregistreerde maatregelen
Dit levert een raming van de totale investering in duurzaam bouwen in 1995 en ’96 per woning en daarmee kan een uitspraak worden gedaan over het aandeel woningen waarbij de Tommel-maatlat is toegepast.
opzet onderzoek
AANTAL/KOSTEN MAATREGELEN
2
3
4
NPDB
PLANREGISTRATIE
analyse Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen vergelijk maatregelen planregistratie en NPDB toepassing maatregelen in nieuwbouw 1995 en '96 inschatting toepassing niet geregistreerde maatregelen
TOEGEPAST (3)
MOGELIJK TOEGEPAST (4) NIET GEREGISTREERD
1
1 2 3 4
GEREGISTREERD
figuur 1.2
N
P
T
I
N
P
T
I
5
6
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
1.6 Opbouw rapportage In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de verschillende maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen en de genormeerde kosten die het pakket daarvoor geeft. Daaropvolgend wordt een vergelijk gemaakt tussen de maatregelen uit het pakket en de maatregelen die tijdens de plananalyses zijn geregistreerd. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 ingegaan op toegepaste geregistreerde maatregelen voor duurzaam bouwen bij nieuwbouwplannen uit 1995 en 1996 en de bijbehorende genormeerde kosten. In hoofdstuk 5 wordt een inschatting gemaakt van de totale kosten aan duurzaam bouwen bij nieuwbouwwoningen uit beide jaren. Het rapport wordt besloten met een samenvatting in hoofdstuk 6. In de bijlage is een overzicht met alle vaste en variabele maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen opgenomen. Hierin is aangegeven welke maatregelen tijdens de planregistratie zijn geregistreerd, wat de genormeerde kosten zijn en welke maatregelen elkaar overlappen.
1.7 Opdracht en begeleiding Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Projectbureau Duurzaam Bouwen van het Ministerie van VROM, onder voorzitterschap mevrouw C.N. Merkx. In de begeleidingscommissie participeerden verder mevrouw A. Cromwijk en de heren N.J. Benschop, E. Maass en H. Verkes.
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
2. Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen 8
In het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen worden 158 maatregelen 9 voor duurzaam bouwen beschreven . Onderscheid wordt er gemaakt tussen vaste en variabele maatregelen. De vaste maatregelen kunnen, aldus het handboek, ‘ongeacht de specifieke context van een project, standaard worden toegepast. Indien mogelijk zouden de vaste maatregelen opgenomen moeten worden in wettelijke voorschriften.’ Een enkele van de vaste maatregelen is opgenomen in het Bouwbesluit, voor de overige is er echter nog geen regelgeving. De variabele maatregelen ‘zijn maatregelen met een onbetwist positief effect, maar toepassing is niet altijd mogelijk, bijvoorbeeld in verband met hoge kosten, beperkte verkrijgbaarheid of de locatie-afhankelijkheid.’
2.1 Vaste maatregelen Het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen heeft 47 vaste maatregelen. Ze geven onder andere richtlijnen voor de energieprestatie-waarde van de woning (EP-waarde), beperking van energieverlies door gevel, dak en vloer en beperking van het gebruik van schadelijke stoffen. In enkele gevallen zijn voor één maatregel diverse mogelijkheden gegeven, soms met verschillende kosteneffecten. Zo wordt ter beperking van het energieverlies door de brievenbus een drietal alternatieven voorgesteld:
tabel 2.1 één (vaste) maatregel: meerdere alternatieven met verschillende kosten eengezins
meergezins
plaats een brievenbus met verhoogde tochtwering: - buitenbus aan de gevel
fl. 80,00
fl.
-
- klep met veer en rubberafsluiting
fl.
fl.
-
- tweetraps tochtwering met borstel
fl. 70,00
-
fl. 70,00
De kosten voor de vaste maatregelen bedragen, afhankelijk van de keuze voor goedkope of dure maatregelen bij meerdere alternatieven, tussen de ƒ 1.360,- en ƒ 2.050,- voor eengezinswoningen en ƒ 1.060,tot ƒ 1.580,- voor meergezinswoningen.
In onderstaande figuur is het aantal maatregelen per kostenklasse (gemiddeld over een- en meergezinswoningen) afgezet tegen het aandeel van de kosten van die maatregelen op het totaal van de extra
8
Stichting Bouwresearch, november 1996 (na actualisatie van het pakket en met verwerking van de aanpassingen uit juni 1997).
9
Een compleet overzicht van de maatregelen uit het pakket is als bijlage opgenomen.
N
P
T
I
7
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
kosten van de vaste maatregelen. Beide zijn uitgedrukt als percentage. Ruim 60% van de vaste maatregelen is kostenneutraal en de ene maatregel die ‘minderwerk’ betekent (‘geen behang aanbrengen’ ƒ 650,-) kan verhoudingsgewijs een aanzienlijke kostenbesparing opleveren.
figuur 2.2 aantal en genormeerde kosten van de vaste maatregelen in het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen 75%
kosten aantal
50% 25% 0%
> 1500
500-1500
250-500
0-250
0
-25% <0
8
kosten per maatregel
2.2 Variabele maatregelen De variabele maatregelen zijn zowel in aantal als in gemiddelde kosten per maatregel omvangrijker dan de vaste maatregelen. Dit pakket aan maatregelen dient meer als een groslijst dient te worden opgevat; de extra maatregelen zijn sterk afhankelijk van de samenstelling en de 10 specifieke context waarbinnen zij worden gerealiseerd. Het is in de praktijk niet mogelijk álle variabele maatregelen toe te passen: sommige sluiten elkaar uit. Ruim de helft van de variabele maatregelen kan, omdat de producten niet duurder zijn of maatregelen in de huidige bouwpraktijk reeds gemeengoed zijn, zonder kostenverhoging worden toegepast. Daarnaast is er een relatief klein aantal ‘dure’ maatregelen: ongeveer 10% van de variabele maatregelen met kosten per maatregel van meer dan ƒ 1.500, bepaalt bijna 75% van de totale hypothetische kosten (zie ook onderstaande figuur). Enkele van deze maatregelen zijn de toepassing van rolluiken, plaatsen van een zonneboiler, dichtzetten galerij met enkel glas en het toepassen van woningscheidende constructies met verbeterde geluidsisolatie.
10
N
P
T
I
Bij meergezinswoningen kan in principe meer aan variabele maatregelen worden geinvesteerd. Dit verschil met eengezinswoningen wordt veroorzaakt door een klein aantal kostbare maatregelen dat voor eengezinswoningen niet van toepassing is of voor meergezinswoningen aanzienlijk hogere kosten met zich meebrengt (onder andere ‘verbeterde geluidsisolatie van woningscheidende constructies’ en ‘geïntegreerde buitenzonwering bij intensief gebruik passieve zonne-energie’). Bovendien is er een aantal maatregelen dat voor eengezinswoningen kosten bespaart en dus lagere bouwkosten tot gevolg heeft.
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
figuur 2.3 aantal en normkosten van de variabele maatregelen in het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen (hypothetisch) 75%
kosten aantal
50% 25% 0%
> 1500
500-1500
250-500
0-250
0
<0
-25% kosten per maatregel
2.3 Vaste en variabele maatregelen In onderstaande tabel is het totaal van de vaste en variabele maatregelen in het nationaal pakket per woningtype weergegeven.
tabel 2.4 totale hypothetische kosten maatregelen Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen npbb - vast eengezins meergezins kostenklasse
<0 0 0-250 250-500 500-750 > 1500
- 680 1.150 890 -
- 620 1.400 280 -
npbb - variabel eengezins meergezins - 2.300 1.750 2.740 5.780 25.940
- 250 1.560 2.960 6.140 35.340
N
P
T
I
9
10
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
11
3. Maatregelen in planregistratie In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de maatregelen die zijn geregistreerd: welk aandeel van het totaal aantal maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen is geregistreerd en welk deel van de kosten uit het pakket dekt de planregistratie? Daarnaast wordt ingegaan op de maatregelen die niet zijn geregistreerd.
3.1 Planregistratie Om inzicht te krijgen in de mate waarin duurzaam bouwen in de praktijk is doorgedrongen is gebruik gemaakt van gegevens van woningbouwplannen uit de planjaren 1995 en ’96. Van deze woningbouwplannen zijn tijdens de plananalyse circa 60 maatregelen voor duurzaam bouwen geregistreerd. Deze variëren van materiaalgebruik, isolatiewaarden, toegepaste installaties tot efficiëntie van het ontwerp van plattegronden en gevels. Niet alle maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen zijn bij de planregistratie betrokken. Een aantal van de maatregelen is dermate gedetailleerd dat ze in de regel niet in bestek en tekeningen van woningbouwplannen te vinden zijn. Over de bereikbaarheid en demontabiliteit van verbindingen en het gebruik van bekistingsolie op plantaardige basis zal in bestek vergeefs worden gezocht. Ook telefonische navraag bij opdrachtgever heeft hier zelden resultaat.
3.2 Aantal geregistreerde maatregelen Van de 47 vaste maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen is 62% in de planregistratie opgenomen, de variabele maatregelen zijn minder vaak geregistreerd: 37%.
tabel 3.1 vergelijk maatregelen voor duurzaam bouwen in het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen en bij de planregistratie 11 totaal
aantal maatregelen met kosten met baten
kosteloos
vast
in planregistratie niet in planregistratie
29 18
12 3
1 0
16 15
variabel
in planregistratie niet in planregistratie
41 69
19 30
1 4
21 35
157
64
6
87
totaal
Van de vaste maatregelen met kostenconsequenties (positief of negatief) is het grootste deel bij de planregistratie betrokken: 80%. De kos-
11
Bij goedkoopste van overlappende maatregelen
N
P
T
I
12
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
teloze vaste maatregelen zijn in iets meer dan de helft van de gevallen geregistreerd. Bij de variabele maatregelen is het aandeel geregistreerde maatregelen bij kosteloze en niet-kosteloze maatregelen ongeveer gelijk.
3.3 Kosten geregistreerde maatregelen vaste maatregelen De totale genormeerde meerkosten van alle geregistreerde vaste maatregelen bedragen ƒ 910,- voor eengezinswoningen en ƒ 810,voor meergezinswoningen. De planregistratie dekt hiermee 67% van de kosten voor vaste maatregelen bij eengezinswoningen en 76% bij meergezinswoningen. Hierbij is bij maatregelen met meerdere alternatieven in het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen het goedkoopste alternatief gekozen, in de meeste gevallen een kostenneutrale maatregel. De totale kosten van de vaste maatregelen in het pakket komen bij dit uitgangspunt op ƒ 1.360,- voor eengezinswoningen en ƒ 1.060,12 voor meergezinswoningen . variabele maatregelen De planregistratie dekt van de variabele maatregelen 63% van de kosten bij eengezinswoningen en 71% bij meergezinswoningen. Het verschil tussen het aandeel geregistreerde variabele maatregelen (37% - zie tabel 3.1) en de dekking van de kosten wordt veroorzaakt 13 door : ?? bij de plananalyse zijn verhoudingsgewijs veel kostbare maatregelen geregistreerd; ?? bij de plananalyse zijn geen van de maatregelen uit het pakket geregistreerd die kostenbesparend zijn (eengezins 5, meergezins 3)
3.4 Niet geregistreerde maatregelen Van de maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen die niet bij de planregistratie zijn betrokken is gekeken of het waarschijnlijk is dat deze al of niet bij alle woningen worden toegepast. Van een drietal niet geregistreerde maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen kan goed worden aangenomen dat deze, gezien de aard van de producten of maatregelen, zijn toegepast: ?? gebruik geen producten met (H)CFK’s ?? gebruik geen loodmenie
N
P
T
I
12
Zie ook paragraaf 2.1, bladzijde 7.
13
Zie ook bijlage I.
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
13
?? isoleer cv-leidingen in onverwarmde ruimten Voor deze drie vaste maatregelen worden geen kosten gerekend, omdat ze al in de huidige bouwpraktijk zijn ingeburgerd en daarom geen 14 extra kosten met zich meebrengen . Er is ook een aantal maatregelen in het nationaal pakket dat niet tijdens de planregistratie aan bod is geweest, waarvan het niet waarschijnlijk is dat deze zijn toegepast: ?? toepassing geïntegreerde buitenzonwering bij intensief gebruik passieve zonne-energie (ƒ 1.900,- voor eengezinswoningen en ƒ 3.000,- voor meergezinswoningen); ?? toilet met waterverbruik van 4 liter/spoeling (ƒ 1.500,- voor eengezinswoningen en ƒ 1.000,- voor meergezinswoningen) - gezien de technische moeilijkheden bij eengezinswoningen, het relatief geringe aandeel woningen waarbij waterbesparende maatregelen zijn toegepast en de hoge kosten; ?? gebruik cellulose als isolatiemateriaal in houten gevel: bij ongeveer 60% van de woningen is minerale wol als gevelisolatie gebruikt (ƒ 324,- voor eengezinswoningen en ƒ 342,- voor meergezinswoningen); ?? maak het realiseren van meerdere woonprogramma's binnen eenzelfde casco mogelijk: mogelijk alleen bij grote woningen met een groot oppervlak per kamer, dan echter geen meerkosten (stelpost: ƒ 2.500,- voor eengezinswoningen en ƒ 2.500,- voor meergezinswoningen) Van de overige niet-geregistreerde maatregelen is dit minder aannemelijk. Deze worden in de ramingen in hoofdstuk 5 betrokken.
3.5 Representativiteit maatregelen planregistratie In onderstaande tabel zijn de kosten van de maatregelen die tijdens de plananalyse zijn geregistreerd afgezet tegen de kosten van het totale pakket duurzaam bouwen. Hoewel de dekking van de totale kosten van de variabele maatregelen in de planregistratie groter is dan die van de vaste maatregelen, zijn de verschillen in kostenklassen bij de variabele maatregelen groter dan bij de vaste maatregelen.
14
Deze drie vaste kosteloze maatregelen zijn, hoewel niet bij de plananalyse betrokken, als geregistreerd beschouwd.
N
P
T
I
14
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
tabel 3.2 verhouding kosten geregistreerde maatregelen bij planregistratie ten opzichte van Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen15 vast
kostenklasse maatregelen
<0 0 0-250 250-500 500-1500 > 1500
kosten geregistreerde maatregelen tov NPDB
variabel
eengezins
meergezins
eengezins meergezins
100% 85% 69% -
100% 82% 100% -
0% 29% 68% 56% 85%
0% 33% 47% 90% 89%
67%
76%
81%
85%
Dit maakt het aannemelijk dat voor de vaste maatregelen in alle kostenklassen, zowel voor een- als meergezinswoningen de planregistratie een betrouwbare steekproef vormt van de kosten van het totale pakket. Bij de variabele maatregelen zijn de kostenbesparende en de goedkope maatregelen ondervertegenwoordigd. In onderstaande figuur is het aantal maatregelen in de planregistratie afgezet tegen de maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen. De lichtblauwe kolom geeft per kostenklasse het aantal maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen weer. De donkerblauwe kolom het aantal maatregelen dat daarvan bij de planregistratie is betrokken. Duidelijk komt naar voren dat de kostenloze maatregelen in aantal veruit het omvangrijkst zijn.
figuur 3.3 verhouding aantal maatregelen in planregistratie ten opzichte van nationaal pakket (gemiddeld voor een- en meergezinswoningen) 100 aantal maatregelen NPDB
80
aantal maatregelen planregistratie
60 40 20
> 1500
500-1500
250-500
0-250
0
<0
0
kosten per maatregel
De rode lijn in de volgende figuur geeft de verhouding weer van de kosten van de geregistreerde maatregelen ten opzichte van de kosten van alle maatregelen uit het pakket. Hieruit blijkt bijvoorbeeld dat zowel bij een- als meergezinswoningen het aandeel van de kosten van de kostbare maatregelen (allen variabel) in de planregistratie hoog is.
N
P
T
I
15
Bij goedkoopste van overlappende maatregelen, inclusief niet geregistreerde maatreN gelen die waarschijnlijk wel en waarschijnlijk niet zijn toegepast.
P
T
I
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
Bij de eengezinswoningen is de dekking van de kosten in de planregistratie bij de kostenbesparende maatregelen laag, iets meer dan 20%. Dit wordt veroorzaakt door het ontbreken van kostenbesparende variabele maatregelen in de planregistratie (zie ook tabel 3.2), en de relatief hoge (negatieve) kosten in het pakket (zie tabel 2.4).
figuur 3.4 dekking van de kosten bij planregistratie ten opzichte van het nationaal pakket per kostenklasse 100
meergezins eengzins
80 60 40 20
> 1500
500-1500
250-500
0-250
0
0
kosten per maatregel
15
16
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
17
4. Toepassing maatregelen duurzaam bouwen in 1995-1996 In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het aantal maatregelen voor duurzaam bouwen en de genormeerde kosten daarvan bij woningen uit planjaren 1995 en ‘96. Er is onderscheid gemaakt naar: ?? energiebesparende maatregelen; ?? materiaalgebruik; ?? bevordering van wooncomfort en aanpasbaar bouwen. Het aandeel woningen dat aan de Tommel-maatlat voldoet komt in het volgende hoofdstuk aan bod. Speciale aandacht is er voor woningen die het predikaat ‘duurzaam gebouwd’ van opdrachtgever of gemeente hebben meegekregen. Alleen tijdens de registratie van plannen uit 1995 is dit aspect van plannen aan bod gekomen. Dit onderdeel heeft dan ook alleen betrekking op plannen uit dat jaar.
4.1 Aantal toegepaste geregistreerde maatregelen 1995 Het aantal geregistreerde maatregelen voor duurzaam bouwen dat in 1995 is toegepast is gemiddeld 27, dat is bijna 40% van het totaal aantal van 70 geregistreerde maatregelen. Bij de vaste maatregelen is dit aandeel hoger: 45% van de maatregelen is toegepast. De verschillen tussen goedkope en dure woningen zijn gering.
tabel 4.1 aantal geregistreerde en in 1995 toegepaste maatregelen geregistreerd totaal
toegepast (gemiddeld per woning) eengezins meergezins gemiddeld
soort maatregel
vast variabel
29 41
13 14
15 14
14 14
kostenklasse
goedkoop middelduur duur
70
24 29 26
29 29 29
27 29 27
70
26
29
27
totaal
1996 In planjaar 1996 zijn gemiddeld 2 maatregelen voor duurzaam bouwen meer getroffen: het gemiddeld aantal toegepaste vaste maatregelen steeg met 2, de variabele maatregelen zijn in 1996 gemiddeld even vaak toegepast als in 1995. Het grootste verschil tussen beide jaren is te vinden in de eengezinswoningen in de goedkope klassen: in deze categorie werden in 1995 relatief weinig maatregelen toegepast.
N
P
T
I
18
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
tabel 4.2 aantal geregistreerde en in 1996 toegepaste maatregelen geregistreerd totaal
toegepast (gemiddeld per woning) eengezins meergezins gemiddeld
soort maatregel
vast variabel
29 41
15 14
17 13
16 14
kostenklasse
goedkoop middelduur duur
70
29 30 29
28 30 33
29 30 29
70
29
30
29
totaal
In de figuren 4.3 en 4.4 is het aandeel woningen weergegeven waarbij de geregistreerde vaste resp. variabele maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen zijn toegepast, gemiddeld over beide jaren. Bij beide type maatregelen zijn de kosteloze maatregelen het meest toegepast. Bij de maatregelen zijn de normkosten voor eengezins en meergezinswoningen vermeld: maatregel (kosten eengezins / kosten meergezins). Daar waar de maatregelen specifiek betrekking hebben op meergezinswoningen (bijvoorbeeld de toetreding van daglicht in het trappe— huis), zijn alleen de meergezinswoningen in de vergelijking betrokken. Dit is bij de betreffende maatregelen aangegeven (“alleen mg”). Energiebesparende maatregelen De waarde van de energieprestatiecoëfficiënt (EP-waarde) is tijdens de registratie van plangegevens wel aan bod geweest, maar bleek bij slechts een zeer klein aantal plannen bekend. Door middel van analyse van een aantal andere gegevens, die in het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen aan de maatregelen worden verbonden, is gekeken of een woning naar alle waarschijnlijkheid aan de norm van 1,3 of van 16 1,2 voldoet . Ongeveer twee procent van de woningen die in het onderzoek zijn betrokken heeft, zo ramen wij, een energieprestatiecoëfficiënt van 1,3. De eisen die hiervoor aan de isolatie van gevel, dak en begane grondvloer worden gesteld vormen de belangrijkste bottle-neck. Deze verhoogde warmte-isolatie, met Rc-waarden van 3,0 m²K/W of hoger
16
N
P
T
I
Voor EP=1,3: Rc-waarde van minimaal 3,0 m²K/W voor gevel, dak en begane grondvloer, HR-glas in alle verwarmde ruimten, verhoogde tochtwering brievenbus, tochtdichte uitvoering van vloersparingen en -aansluitingen in begane grond-vloer, treffen van waterbesparende maatregelen, normale compactheid van de woning en normale hoeveelheid glasoppervlak. Voor een EP-coëfficiënt van 1,2 gelden daarboven nog enkele aanvullende maatregelen: verbeterde tochtwering bij bewegende delen in kozijnen, tochtdichte uitvoering van vloersparingen en -aansluitingen in de begane grondvloer, cv/warmwatertoestel met een lage NOx-emissie en cv-/warmwatertoestel met een hoog rendement.
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
19
wordt bij slechts een klein aantal woningen aangebracht, in beide jaren ca. 10% van het totaal. Ter beperking van het energieverlies door de open geveldelen kan HR-glas worden toegepast. Dit type beglazing, met extra kosten ten opzichte van dubbel glas van ƒ 22,-/m², is in 1995 in ongeveer 22% van de woningen toegepast. In 1996 is het aanzienlijk vaker geplaatst: bij gemiddeld 55% van de woningen. Energieverlies door warmwaterleidingen is relatief groot. Om dit verlies te minimaliseren kunnen leidingen worden geïsoleerd (vaste maatregel) en kan, door de afstand van warmwatertoestel naar keuken en badkamer te verkleinen, de lengte van warmwaterleidingen worden beperkt (variabele maatregel). Bij ruim 30% van de woningen is de eerste maatregel getroffen (in 1996 ruim 40%); bij bijna de helft van de woningen zijn in de plattegrond de keuken en badkamer ten opzichte van het warmwatertoestel op een strategische plaats gesitueerd. Een hoogrendementsketel (HR-ketel) is in 1995 in 44% van de woningen geplaatst, in 1996 in bijna 70% van de woningen. Bijna de helft van de geplaatste CV-ketels heeft een lage NOx-emissie. De extra kosten hiervoor bedragen ca. ƒ 110,-. In 1996 is deze maatregel vaker 17 toegepast dan in 1995: 67% in 1996 ten opzichte van 34% in ’95 . Individuele meting van verbruik van energie en water leidt tot een besparing in het verbruik. Onnodig verbruik van water wordt niet meer door de bewoners tezamen gedekt, maar voelt de verbruiker direct in de eigen portemonnee. Vaste maatregelen in het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen die hierop inspelen (individuele meting van energieverbruik, individuele watermeting en tevens toepassing van waterbesparend sanitair) worden in een groot deel van de nieuwe woningen toegepast. Voor de eerste twee is het hoge aandeel zowel in de eengezinswoningen, waar individuele meting min of meer standaard is, als in meergezinswoningen terug te vinden. Waterbesparend sanitair wordt in ongeveer 65% van de woningen geïnstalleerd. Bij al deze drie maatregelen is het aandeel woningen waar de maatregel is toegepast in 1996 ca. 10% hoger dan in het voorgaande jaar.
17
Beide maatregelen (HR-ketel en CV-ketel met NOx-keurmerk) zijn apart geregistreerd.
N
P
T
I
20
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
figuur 4.3
penetratie geregistreerde vaste maatregelen, gemiddeld 1995 en ‘96(kosten eg / mg) *
S034
geen open haard voorz (0/0)
S441
daglicht trappenhuis (alleen mg) (0/0)
S024
indiv. meting energieverbruik (0/0)
S378
individuele watermeters (0/200)
S423
deurhoogte voldoet (107/94)
S252
elastische kit (0/0)
S430
afm. liftvloer (alleen mg) (0/0)
S370
scheiding bouwafval 5 fracties (0/0)
S170
mat. bui.kozijn risicoklasse (0/0)
S383
waterbesparend sanitair (160/160)
S424
deurbreedte voldoet (0/0)
S040
HR-ketel (0/0)
S020
brievenbus tochtwering (0/0)
S039
CV-ketel Nox-keurmerk (110/110)
S016
HR glas verwarmde ruimten (242/284)
S315
geen behangwerk (-680/-620)
S038
isolatie waterleidingen (70/35)
S071
recyclebare pvc (0/0)
S075
menggranul niet-constr. beton (110/5)
S066
ro/natuurgips (0/0)
S014
isolatie dak > 3 (350/80)
S012 S013 S252 S048 S002
isolatie bggvloer > 3 (180/104) isolatie gevels > 3 (260/230)
elastisch-plastische kit (0/0)
goedkoop
HR-HF armaturen (0/131)
middelduur duur
EP13 (0/0)
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90 %
100
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
21
* In de voorgaande figuur (4.3) zijn de drie vaste maatregelen die als toegepast zijn verondersteld (zie bladzijde 17) niet opgenomen. Van de maatregelen die alleen betrekking hebben op meergezinswoningen, is ook alleen dit woningtype in de vergelijking betrokken.
Enkele variabele maatregelen ter beperking van het energieverlies die veel worden toegepast in de nieuwbouw zijn: beperkt vermogen mechanische ventilatie (84%) en een verhoogd aandeel van het glasoppervlak dichtbij het plafond (49% in 1995 en 25% in 1996). Door het afsluiten van galerij en balkon met enkel glas kunnen deze ruimten als buffer tussen de buitenlucht en de woning fungeren. Hoewel het op het totaal een gering aandeel vormt, wordt deze maatregel relatief veel toegepast in ouderenwoningen. Materiaalgebruik Vermindering van het gebruik van milieubelastende of schadelijke materialen is onderwerp van een aantal vaste maatregelen. Het gebruik van siliconen- of polysulfidekit als elastische kit, een kostenloze maatregel, vindt in bijna 90% van de woningen plaats. Bij ongeveer 67% van de woningen is, ter verlenging van de levensduur en beperking van het onderhoud, de materiaalkeuze van de buitenkozijnen op de te verwachten zon-, wind- en regenbelasting (risicoklasse) afgestemd. In 1995 werd op de bouwplaats van bijna 70% van de woningen het bouwafval in vijf fracties gescheiden. In 1996 gebeurt dat in negen van de tien woningen. Woningen behoren te worden behangen, lijkt een stelregel van veel opdrachtgevers van nieuwe woningen. In slechts 37% van de woningen wordt door niet te behangen gemiddeld ca. ƒ 650,- op de bouwkosten bespaard en tevens tegemoet gekomen aan een vaste maatregel voor duurzaam bouwen. Er is wel een stijging te zien van het aantal niet-behangen woningen: in 1996 werd 46% van de woningen in dit opzicht ‘kaal’ opgeleverd. Aanpasbaar bouwen Nieuw in de recente versie van het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen zijn de maatregelen die erop zijn gericht woningen aanpasbaar te bouwen, zodat deze - zonder veel kosten - in de toekomst geschikt kunnen worden gemaakt voor mensen die minder goed ter been zijn of die aangewezen zijn op een rolstoel. De toename van de gemiddelde lengte van de inwoners van ons land is reden voor richtlijnen voor de hoogte van deuren.
N
P
T
I
22
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
figuur 4.4 S269
penetratie geregistreerde variabele maatregelen, gemiddeld 1995 en ‘96 (kosten eg /mg)*
badkamertoiletvloer betegeld (0/0)
S007
geen open trap in woonkamer (0/0)
S261
vloertegels mortel/poederlijm (0/0)
S132
gevel metselw/hout (0/0)
S116
prefab systeem vloer (0/0)
S046
beperkt ventilatorvermogen (75/75)
S072
gebruik duurz gepr hout (0/0)
S177
raamdorpelstenen (0/0)
S086
bodemafsl. (0/0)
S389
grondbalans (0/0)
S437
inbraakvrij hang- en sluitwerk (270/270)
S420
afm. badkamer/wc (2250/1250)
S050
optim. ontwerp badk/keuken (0/0)
S019
tochtwering buitenkozijndelen (0/0)
S031
glasopp plafond (0/0)
S318
bakgoot buiten de gevel (0/0)
S288
schilderwerk binnen (350/350)
S291
schilderwerk buiten (350/350)
S323
HWA: ppc/pe/gres (0/0)
S146
isolatie biwand (1605/1669)
S146
scheidingswanden kzst/beton (0/0)
S027
PZE/optimalisatie lichtinval (500/1000)
S072
hergebruik sloopmateriaal (0/0)
S008
gesloten keuken (420/440)
S011
galerij: afsl. enkel glas (alleen mg) (0/5460)
S425
afm. en vorm trap (0/0)
S009
tochtportaal voor- en achterdeur (3340/0)
S409
isolatie bideuren (1920/1868)
S030
daglicht bergingsgang (alleen mg) (0/0)
S183
houten binnenkozijnen (712/757)
S011
balkon: afsl. enkel glas (alleen mg) (0/3120)
S061
voldoende overstek (1530/1500)
S339
waterleidingen kunststof (220/220)
S033
zonneboiler (3300/3300)
S036
hotfill was/vaatwasmachine (220/220)
S011
loggia: afsl. enkel glas (alleen mg) (0/3120)
S003
EP12 (0/0)
S112
houten fund.palen (0/0)
S017
rolluiken toegepast (4660/7500)
goedkoop middelduur duur
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
% 100
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
23
* De voorgaande figuur (4.4) bevat twee maatregelen minder dan de 41 geregistreerde variabele maatregelen: ?? twee maatregelen in het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen hebben betrekking op kunststof waterleidingen: beperk het installatiegeluid (S411) en gebruik voor waterleidingen binnen de woning kunststof (S339) ?? bij de plananalyse is alleen geregistreerd of bij voor- en achterdeur een tochtportaal aanwezig is. In het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen is dit in verband met de kosten gesplitst. In de figuur zijn de vier variabele maatregelen die als niet-toegepast zijn verondersteld (zie bladzijde 17) niet opgenomen. Van de maatregelen die alleen betrekking hebben op meergezinswoningen, is ook alleen dit woningtype in de vergelijking betrokken.
Bij bijna 70% van de woningen in de dure klasse zijn de afmetingen van badkamer en wc zodanig dat aanpassing voor mindervaliden zonder kostbare bouwkundige ingrepen mogelijk is. Bij woningen in de goedkope klasse is dit minder vaak het geval (ca. 25%). De minimale vrije breedte en vrije hoogte van woningen zijn vaste maatregelen in het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen. De bredere deuren zijn zonder extra kosten te plaatsen, een extra hoge deur is ongeveer ƒ 13,- per stuk duurder dan een standaard deur. Deze meerkosten vormen geen zichtbaar beletsel: in bijna negen van de tien woningen worden deuren met een vrije hoogte van minimaal 2,115 meter toegepast. Kozijnen met een vrije doorgang van 0,85 meter, nodig voor een rolstoel, worden in bijna 60% van de woningen toegepast. Deze maatregel vond in 1996 (50%) minder gevolg dan in 1995 (65%). De woningen in de dure kostenklassen blijven op beide punten merkwaardig genoeg wat achter bij de goedkopere woningen. Om een traplift aan te kunnen brengen dient de trap aan bepaalde voorwaarden te voldoen: een rechte steektrap of een trap met één kwart met een lengte van minimaal 2,30 meter. 10% van de woningen heeft een binnentrap die aan deze richtlijnen voldoet. Van de woningen met primaire ruimten op meerdere bouwlagen, de woningen waarop de maatregel in feite van toepassing is, heeft ca. 15% de juiste vorm en afmetingen van de trap. De woningen in de duurdere klassen scoren op dit punt beter dan de goedkopere woningen.
N
P
T
I
24
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
4.2 Kosten toegepaste geregistreerde maatregelen 1995 Gemiddeld is aan geregistreerde maatregelen in 1995 ruim ƒ 3.200 aan duurzaam bouwen besteed: ƒ 240,- aan vaste maatregelen en ƒ 2.980,- aan variabele maatregelen. In de goedkope klassen zijn de kosten voor duurzaam bouwen wat lager dan in de duurdere klassen. Van de vaste maatregelen wordt bij de eengezinswoningen 15% van de totale kosten (voor zover deze zijn geregistreerd) toegepast, bij meergezinswoningen is dat bijna de helft. Het aandeel van de totale kosten voor variabele maatregelen dat is toegepast is bij eengezinswoningen 13% en bij meergezinswoningen 10%.
tabel 4.5 kosten toegepaste geregistreerde maatregelen voor duurzaam bouwen in 1995 eengezins
meergezins
gemiddeld
soort maatregel
vast variabel
140 2.870
390 3.110
240 2.970
kostenklasse
goedkoop middelduur duur
2.090 2.950 3.250
3.630 2.700 3.810
3.150 2.830 3.380
3.010
3.490
3.210
totaal
Door sociale verhuurders wordt gemiddeld iets meer in duurzaam bouwen geïnvesteerd dan door project ontwikkelaars, aannemers en beleggers: gemiddeld ƒ 3.400,- ten opzichte van ƒ 3.000,- per woning. In huur- en koopwoningen zijn de genormeerde meerkosten van de geregistreerde dubo-maatregelen vrijwel gelijk.
tabel 4.6
verhouding toegepaste geregistreerde kosten en totale kosten Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen 1995 vast
variabel
eengezins meergezins kostenklasse
totaal
N
P
T
I
<0 0 0-250 250-500 500-1500 > 1500
eengezins meergezins
37% 32% 13% -
19% 38% 25% -
18% 19% 4% 10%
15% 26% 11% 7%
15%
47%
10%
8%
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
25
1996 Aan geregistreerde maatregelen is in 1996 bijna evenveel aan duurzaam bouwen besteed als in 1995, gemiddeld ƒ 3.180,- per woning. Het grotere aantal toegepaste vaste maatregelen bij goedkope eengezinswoningen zorgt voor een stijging in de kosten voor vaste maatregelen en voor de goedkope eengezinswoningen. In de goedkope meergezinswoningen daarentegen is aanzienlijk minder in duurzaam bouwen geïnvesteerd: ƒ 3.630 in 1995 tegen ƒ 2.600,- in 1996. In de middeldure meergezinswoningen daarentegen zijn de normkosten voor duurzaam bouwen met gemiddeld ƒ 700,- gestegen.
tabel 4.7 kosten toegepaste geregistreerde maatregelen voor duurzaam bouwen in 1996 eengezins
meergezins
gemiddeld
soort maatregel
vast variabel
300 2.820
410 2.890
330 2.840
kostenklasse
goedkoop middelduur duur
2.310 2.660 3.550
2.600 3.410 4.200
2.460 2.940 3.660
3.120
3.300
3.180
totaal
De verschillen tussen sociale opdrachtgevers en project ontwikkelaars, aannemers en beleggers was in 1996 gering. Datzelfde geldt voor de verschillen tussen huur- en koopwoningen.
tabel 4.8
verhouding toegepaste kosten en totale kosten Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen 1996 vast
variabel
eengezins meergezins kostenklasse
<0 0 0-250 250-500 500-1500 > 1500
totaal
eengezins meergezins
50% 55% 17% -
38% 44% 50% -
15% 22% 5% 10%
14% 23% 15% 5%
33%
50%
10%
7%
vaste maatregelen In 1995 en in mindere mate in 1996 werd bij meergezinswoningen aanzienlijk meer in vaste maatregelen geïnvesteerd dan bij eengezinswoningen. Dit verschil is met name een gevolg van: ?? individuele watermeting wordt in bijna 90% van de woningen toegepast (zie figuur 4.2) - voor eengezinswoningen is dit echter een
N
P
T
I
26
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
kosteloze maatregel, bij meergezinswoningen bedragen de normkosten ƒ 200,-; ?? eengezinswoningen worden ongeveer 1½ keer zo vaak zonder behang opgeleverd als meergezinswoningen (normkosten eengezins ƒ - 680,- / meergezins ƒ - 620,-). De stijging van de normkosten voor vaste maatregelen bij eengezinswoningen in 1996 ten opzichte van 1995 is met name een gevolg van een toename van: ?? de toepassing van HR-glas in verwarmde ruimten; ?? toepassing van menggranulaat in niet-constructief beton; ?? toepassing van CV-ketels met een Nox-keurmerk. Daar staat tegenover dat het aandeel eengezinswoningen zonder behang gemiddeld een besparing op de bouwkosten in 1996 ten opzichte van 1995 betekent. Uit onderstaande figuren (waarin de verdeling van het aantal woningen naar de totale normkosten voor geregistreerde vaste maatregelen is weergegeven) blijkt dat in 1995 bij bijna 60% van de eengezinswoningen tussen de ƒ 0,- en ƒ 500,- aan vaste maatregelen is besteed. Bij ongeveer een kwart van de eengezinswoningen is in dat jaar door toepassing van vaste maatregelen op de bouwkosten bespaard. Bij deze woningen is geen behang aangebracht (zie ook figuur 4.4).
figuur 4.9 verdeling aantal woningen naar genormeerde kosten voor vaste maatregelen in 1995 (voor zover geregistreerd) 60%
eengezins meergezins
50% 40% 30% 20% 10%
>7500
5000-7500
3500-5000
2500-3500
1500-2500
1000-1500
500-1000
0-500
<0
0% normkosten duurzaam bouwen per woning
In 1996 is het aandeel woningen met een hoger bedrag (meer dan ƒ 500,-) aan geregistreerde vaste maatregelen zowel bij een- als meergezinswoningen hoger. Bij meergezinswoningen is het aandeel woningen met een besparing op de bouwkosten door toepassing van vaste maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen echter 18 ook toegenomen. Het gemiddelde bedrag is bij dit woningtype in 1996 vrijwel gelijk aan 1995.
N
P
T
I
18
Van de meergezinswoningen in 1995 had 19% geen behangwerk. In 1996 was dit percentage 38.
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
27
figuur 4.10 verdeling aantal woningen naar genormeerde kosten voor vaste maatregelen in 1996 (voor zover geregistreerd) 60%
eengezins meergezins
50% 40% 30% 20% 10%
>7500
5000-7500
3500-5000
2500-3500
1500-2500
1000-1500
500-1000
0-500
<0
0% normkosten duurzaam bouwen per woning
variabele maatregelen Bij de variabele maatregelen zijn de verschillen tussen een- en meergezinswoningen minder groot dan bij de vaste maatregelen. 1995 Het verschil (in 1995 gemiddeld ƒ 2.900,- bij eengezinswoningen en ƒ 3.100,- bij meergezinswoningen) was in dat jaar vooral een gevolg van een tweetal kostbare maatregelen dat alleen voor meergezinswoningen van toepassing is: dichtzetten van balkon en galerij met (enkel) glas. Hoewel het aandeel woningen waarbij deze maatregelen is toegepast gering is (ca. 10%), betekenen de normkosten van ƒ 3.120,resp. ƒ 2.460,- wel een verschil van gemiddeld ca. ƒ 550,- tussen beide woningtypen. Het dichtzetten van galerijen werd in 1995 met name bij seniorenwoningen in de sociale sector toegepast. Dit verklaart de relatief hoge normkosten bij meergezinswoningen in de goedkope sector in 1995 (zie tabel 4.4). Aan de andere kant was bij eengezinswoningen het aandeel woningen waarbij de badkamer en wc is afgestemd op mogelijke aanpassing voor mindervaliden groter dan bij meergezinswoningen. Met normkosten van ƒ 2.250,- bepaalt deze maatregel ongeveer 40% van de totale gemiddelde investering in variabele maatregelen bij eengezinswonin19 gen . In onderstaande grafiek is deze maatregel in de golfbeweging rond de ƒ 3500,- / ƒ 5.000,- terug te vinden. Aangezien de normkosten voor deze maatregel bij meergezinswoningen lager zijn (ƒ 1.250,-) en het aandeel meergezinswoningen waarbij de maatregel is toegepast lager is, vertoont in onderstaande grafiek de spreiding van de meergezinswoningen een geleidelijker verloop.
19
Bij ongeveer 55% van de eengezinswoningen is deze maatregel toegepast: 55% * ƒ 2.250,- = ƒ 1.200,-. Dat is 40% van ƒ 3.310,-.
N
P
T
I
28
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
figuur 4.11 verdeling aantal woningen naar genormeerde kosten voor variabele maatregelen in 1995 (voor zover geregistreerd) 60%
eengezins meergezins
50% 40% 30% 20% 10%
>7500
5000-7500
3500-5000
2500-3500
1500-2500
1000-1500
500-1000
0-500
<0
0% normkosten duurzaam bouwen per woning
1996 In 1996 is gemiddeld ruim ƒ 100,- minder aan variabele maatregelen toegepast dan in 1995. Het verschil tussen een- en meergezinswoningen is in 1996 minder groot. Bij eengezinswoningen is de toepassing van binnendeuren en binnenwanden met verbeterde geluidsisolatie gedaald. Dit betekent een daling van gemiddeld ruim ƒ 400,- per (eengezins)woning. Daar staat tegenover dat in 1996 de badkamer en wc van meer eengezinswoningen de minimale afmetingen hebben dan in 1995. Van minder meergezinswoningen is in 1996 het balkon met enkel glas afgesloten. Het minder frequent toepassen van deze kostbare maatregel betekent gemiddeld een ƒ -285,- lagere investering in duurzaam bouwen. Aan de andere kant zijn de wc en badkamer van meer meergezinswoningen afgestemd op gebruik door minder-validen.
figuur 4.12 verdeling aantal woningen naar genormeerde kosten voor variabele maatregelen in 1996 (voor zover geregistreerd) 60%
eengezins meergezins
50% 40% 30% 20% 10%
>7500
5000-7500
3500-5000
2500-3500
1500-2500
1000-1500
500-1000
0-500
<0
0% normkosten duurzaam bouwen per woning
kosteloze maatregelen
N
P
T
I
Ruim 40% van de maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen kan zonder kostenconsequenties worden toegepast. Juist de-
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
29
ze maatregelen worden in de praktijk het meest toegepast: in 1995 had gemiddeld 75% van de toegepaste maatregelen geen effect op de bouwkosten, zowel bij een- als meergezinswoningen en zowel bij de vaste als de variabele maatregelen. In 1996 lag het aandeel kosteloze maatregelen, door een stijging van het aantal toegepaste vaste maatregelen met normkosten, met gemiddeld 70% iets lager dan in 1995.
4.3 Verdeling productie naar genormeerde kosten In onderstaande figuren is de verdeling van de woningvoorraad weergegeven naar de investering in duurzaam bouwen in 1995 en 1996. Bij relatief veel woningen in de dure klasse is in 1995 tussen de ƒ 500,en ƒ 1.000,- of tussen de ƒ 2.500,- en ƒ 5.000,- aan (geregistreerde) maatregelen voor duurzaam bouwen besteed. De eerste piek is een gevolg van het achterwege laten van behangwerk en in de tweede piek komt de afstemming van badkamer en wc op mogelijke aanpassing voor mindervaliden naar voren.
figuur 4.13 verdeling aantal woningen naar de genormeerde kosten voor duurzaam bouwen in 1995 (voor zover geregistreerd) goedkoop
30%
middelduur
25%
duur
20% 15% 10% 5%
>7500
5000-7500
3500-5000
2500-3500
1500-2500
1000-1500
500-1000
0-500
<0
0%
normkosten duurzaam bouwen per woning
In 1996 is met name in de middeldure en de dure klassen het aandeel woningen met een geringe investering in duurzaam bouwen kleiner dan in het voorgaande jaar. De spreiding van de uitgaven voor duurzaam bouwen is kleiner.
figuur 4.14 verdeling aantal woningen naar de genormeerde kosten voor duurzaam bouwen in 1996 (voor zover geregistreerd) 30%
goedkoop middelduur
25%
duur
20% 15% 10% 5%
>7500
5000-7500
3500-5000
2500-3500
I
1500-2500
T
1000-1500
P
500-1000
N
0-500
<0
0%
normkoste n duurzaa m bouwen per woning
N
P
T
I
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
Gemiddeld is het aantal woningen waar een relatief klein bedrag in duurzaam bouwen is geïnvesteerd in 1996 lager dan in 1995.
figuur 4.15 verdeling aantal woningen naar de genormeerde kosten voor duurzaam bouwen in 1995 en ‘96 (voor zover geregistreerd) 30%
1995
To
1996
25% 20% 15% 10% 5%
>7500
5000-7500
3500-5000
2500-3500
1500-2500
1000-1500
500-1000
0-500
0%
<0
30
normkosten duurzaam bouwen per woning
Aan de verschillen tussen 1995 en 1996 mag echter niet teveel betekenis worden gehecht. Beide planjaren zijn nog te karakteriseren als pré NPDB-jaren.
4.4 Duurzaam gebouwde woningen (1995) 20
Tijdens de analyse van plannen uit 1995 is bij een aantal plannen in bestek of tekeningen of op de bouwaanvraag aangegeven dat het om duurzaam gebouwde woningen gaat. Verwacht mag worden dat bij deze woningen meer maatregelen voor duurzaam bouwen zijn getroffen en dat de daarmee samenhangende extra kosten hoger zijn. In totaal gaat het om bijna 20.000 woningen die in 1995 het stempel ‘duurzaam’ hebben meegekregen, ongeveer 20% van het totaal aantal woningen.
tabel 4.16 aandeel duurzame woningen (volgens opgaaf opdrachtgever of gemeente) van het totaal aantal woningen in 1995
kostenklasse
totaal
goedkoop middelduur duur
eengezins
meergezins
gemiddeld
22% 38% 17%
19% 10% 25%
20% 24% 19%
21%
19%
20%
Duurzame woningbouw was nog geen wijdverspreid fenomeen, maar concentreerde zich in 1995 in een aantal gemeenten (in de steekproef van 1995 van in totaal een kleine 70 gemeenten waren dat de gemeenten Amersfoort, IJsselstein, Purmerend, Woerden en Culemborg. Hier staat duurzame woningbouw hoog in het volkshuisvestings-
20
Bij de plananalyse 1996 is deze kwalificatie niet geregistreerd.
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
31
vaandel: een aanzienlijk deel van de nieuwbouw (vaak meer dan de helft) in deze plaatsen werd duurzaam gebouwd. In onderstaande figuur is de procentuele verdeling van het aantal woningen weergegeven naar het aantal getroffen maatregelen. Bij duurzame woningen blijken over het algemeen meer maatregelen te zijn toegepast.
figuur 4.17 verdeling woningen naar aantal toegepaste maatregelen in 1995 (%) overig > 36
duurzaaam
31-35 26-30 21-25 16-20 11-15 6-10 <6 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
Gemiddeld zijn er bij duurzame woningen 4 maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen meer toegepast dan landelijk, wat extra kosten betekent van gemiddeld bijna ƒ 600,- per woning. Het verschil is voornamelijk een gevolg van de extra maatregelen bij eengezinswoningen. Aan dit type woning wordt bij de ‘duurzame’ variant gemiddeld ƒ 970,- meer dan landelijk gemiddeld in duurzaam bouwen geïnvesteerd, waarvan ƒ 400,- meer aan vaste maatregelen.
tabel 4.18 duurzame woningen: aantal maatregelen en kosten naar soort maatregel en woningtype in 1995 (voor zover geregistreerd) aantallen
vast variabel
totaal normkosten totaal
N
P
T
vast variabel
eengezins
meergezins
gemiddeld
15 16
16 15
15 16
31
30
31
eengezins
meergezins
gemiddeld
470 3.460
500 3.080
480 3.300
3.930
3.580
3.780
De isolatie van duurzaam gebouwde woningen is over het algemeen beter dan die van woningen die traditioneel zijn gebouwd. Ongeveer 1 op de 4 duurzame woningen uit 1995 heeft isolatiewaarden van de schil van 3,0 m²K/W, tegen nog geen 10% bij traditionele woningen. Het gebruik van HR-glas in verwarmde ruimten, waterbesparend sanitair en isolatie om warmwaterleidingen wordt eveneens vaker toeI gepast bij duurzame woningen.
N
P
T
I
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
Er zijn echter ook enkele vaste maatregelen waarop de traditionele woning beter scoort. Zo wordt het bouwafval bij duurzame woningen minder vaak in 5 fracties gescheiden en worden er minder vaak binnendeuren met een vrije breedte van minimaal 0,85 meter toegepast.
figuur 4.19 verdeling aantal duurzame en overige woningen naar de genormeerde kosten voor duurzaam bouwen in 1995 (voor zover geregistreerd) 30%
duurzaam overig
25% 20% 15% 10% 5%
>7500
5000-7500
3500-5000
2500-3500
1500-2500
1000-1500
500-1000
0-500
0% <0
32
De procentuele verdeling van het aantal duurzame woningen tegen de kosten voor duurzaam bouwen vertoont een wat grilliger verloop dan die van de ‘traditionele’ woningen. In ruim een kwart van de duurzame woningen is tussen de ƒ 500,- en ƒ 1.000,- per woning in vaste en variabele maatregelen geïnvesteerd. Daarentegen zijn er nauwelijks duurzame woningen met lagere normkosten en zijn er verhoudingsgewijs veel duurzame woningen met een hoge investering (meer dan ƒ 7.500,- per woning)
N
P
T
I
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
33
34
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
5. Inschatting totale kosten duurzaam bouwen Aangezien niet alle maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen bij de planregistratie zijn betrokken is op basis van de mate waarin de wel geregistreerde maatregelen bij nieuwe woningen uit 1995 en ’96 zijn toegepast een inschatting gemaakt van de totale investering aan maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen. Dit is gedaan door ophoging van de kosten van de geregistreerde vaste en variabele maatregelen volgens de volgende formule waarin TI voor de totale investering staat: totale kosten maatregelen NPDB T I ==
* kosten toegepaste geregistreerde maatregelen
totale kosten geregistreerde maatregelen
Onderscheid in de berekening is er gemaakt tussen: ?? het soort maatregel (vast/variabel); ?? woningtype - gezien de verschillen in normkosten bij een aantal maatregelen tussen een- en meergezinswoningen; ?? kostenklassen van de maatregelen. Over het algemeen biedt de planregistratie een voldoende representatief beeld van het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen. Enkele kostenbesparende variabele maatregelen zijn tijdens de plananalyse niet geregistreerd (zie tabel 3.4). Deze categorie is bij ophoging samenge21 voegd met de categorie van ƒ 0,- tot ƒ 250,- . Voorts zijn 4 dure maatregelen uit het pakket gelaten (zie bladzijde 13). Het gaat derhalve om een bijschatting voor de niet geregistreerde genormeerde investeringen die in 1995 en 1996 in duurzaam bouwen zijn gedaan. Door het hoge aandeel van de kosten van maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen dat bij de planregistratie is betrokken (zie tabel 3.2) blijft de bijschatting in omvang beperkt: 20% tot 22% voor eengezinswoningen en 27% voor meergezinswoningen. In verband met de onzekerheid die een dergelijke bijschatting met zich meebrengt zal de totale investering ook met een bandbreedte van -5% tot +5% worden gepresenteerd.
21
In 1995: 18% bij eengezinswoningen en 15% bij meergezinswoningen - in 1996: N 15% bij eengezinswoningen en 14% bij meergezinswoningen.
P
T
I
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
5.1 Kosten vaste en variabele maatregelen vaste maatregelen In onderstaande tabellen zijn voor 1995 en 1996 in de eerste twee kolommen de totale normkosten van de vaste maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen voor een- en meergezinswoningen 22 weergegeven . In kolommen 3 en 4 het aandeel van de kosten van de geregistreerde maatregelen dat bij nieuwe woningen in 1995 resp. 1996 is toegepast (zoals ook in de tabellen 4.6 en 4.8 is weergegeven). Tezamen levert dit, volgens de formule op voorgaande bladzijde, het totaal in de laatste twee kolommen. In 1995 is de inschatting van de totale investering in vaste maatregelen, ƒ 220,- bij eengezins- en ƒ 480,- bij meergezinswoningen.
tabel 5.1 inschatting totale kosten vaste maatregelen in 1995 npdb
aandeel toegepast 1995
eengezins meergezins
opgehoogde kosten
eengezins
meergezins
eengezins
meergezins
<0 0 0-250 250-500 500-1500 > 1500
- 680 1.150 890 -
- 620 1.400 280 -
37% 32% 13% -
19% 38% 25% -
- 250 360 110 -
- 120 530 70 -
gemiddeld
1.360
1.060
-
-
220
480
Aangezien in 1996 met name bij eengezinswoningen meer vaste maatregelen zijn toegepast, is de berekende totale investering in 1996 hoger: ƒ 440,- bij eengezinswoningen en ƒ 510,- bij meergezinswoningen.
tabel 5.2 inschatting totale kosten vaste maatregelen in 1996 npdb
aandeel toegepast 1996
eengezins meergezins
N
P
T
opgehoogde kosten
eengezins
meergezins
eengezins
meergezins
<0 0% 0-250 250-500 500-1500 > 1500
- 680 1.150 890 -
- 620 1.400 280 -
50% 55% 17% -
38% 44% 50% -
- 340 630 150 -
- 240 610 140 -
gemiddeld
1.360
1.060
-
-
440
510
I
22
Exclusief overlappende maatregelen.
35
36
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
variabele maatregelen In 1995 is aan geregistreerde variabele maatregelen bij eengezinswoningen gemiddeld ƒ 2.870,- per woning toegepast en bij meergezinswoningen gemiddeld ƒ 3.310,- per woning. Opgehoogd komt dit, volgens dezelfde berekening als bij de vaste maatregelen is gehanteerd, op ƒ 3.360,- voor eengezins- en bijna ƒ 3.950,- voor meergezinswoningen.
tabel 5.3 inschatting totale kosten variabele maatregelen duurzaam bouwen in 1995 23 totaal npdb eengezins meergezins
aandeel toegepast 1995
opgehoogde kosten
eengezins
meergezins
eengezins
meergezins
<0 0 0-250 250-500 500-1500 > 1500
- 2.300 1.750 2.740 5.780 25.940
- 250 1.560 2.960 6.140 35.340
18% 18% 19% 4% 10%
15% 15% 26% 11% 7%
- 410 310 510 240 2.710
- 40 240 760 650 2.340
gemiddeld
33.910
45.750
-
-
3.360
3.950
Het aandeel geregistreerde variabele maatregelen dat in het planjaar 1996 bij meergezinswoningen is toegepast is kleiner dan in 1995. Daarmee komt de inschatting van de totale normkosten voor dit type maatregelen lager uit dan in 1995: ƒ 3.370,- voor eengezinswoningen en ƒ 3.650,- voor meergezinswoningen.
tabel 5.4 inschatting totale kosten variabele maatregelen duurzaam bouwen in 1996 24 totaal npdb eengezins meergezins
aandeel toegepast 1996
opgehoogde kosten
eengezins
meergezins
eengezins
meergezins
<0 0% 0-250 250-500 500-1500 > 1500
- 2.300 1.750 2.740 5.780 25.940
- 250 1.560 2.960 6.140 35.340
15% 15% 22% 5% 10%
14% 14% 23% 15% 5%
- 360 270 620 300 2.540
- 40 220 670 890 1.910
gemiddeld
33.910
45.750
-
-
3.370
3.650
23
In verband met het ontbreken van kostenbesparende maatregelen bij de planregistratie is voor deze categorie uitgegaan van een zelfde aandeel toegepaste maatregelen bij woningbouwplannen uit 1995 als bij de variabele maatregelen tussen de ƒ 0,- en ƒ 250,- per maatregel (18% voor eengezinswoningen en 15% voor meergezinswoningen).
24
Zie vorige noot. In 1996 zijn de percentages: 15 voor eengezinswoningen en 14 N voor meergezinswoningen.
P
T
I
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
raming totale kosten duurzaam bouwen 1995 In onderstaande figuur zijn per kostenklasse van de maatregelen de normkosten van de geregistreerde maatregelen en de berekende ophoging weergegeven. Deze ophoging is relatief groot bij de kostenbesparende maatregelen bij eengezinswoningen door het ontbreken van dit type variabele maatregelen in de planregistratie en de aanname die voor de toepassing is gedaan. Bij meergezinswoningen is in 1995 een verhoudingsgewijs groot aandeel van de variabele maatregelen tussen de ƒ 250,- en ƒ 500,- toegepast. Dat verklaart de relatief grote ophoging in deze categorie.
figuur 5.5 gemiddelde toegepaste geregistreerde en opgehoogde normkosten per woning van plannen 1995 naar kostenklassen van de maatregelen meergezins - ophoging
3.000
meergezins - toegepast
2.500
eengezins - ophoging eengezins - toegepast
2.000 1.500 1.000 500 0 -500
> 1500
500-1500
250-500
0-250
-1.000 <0
kostenklasse maatregelen duurzaam bouwen
De ingeschatte investering in duurzaam bouwen in 1995 bedraagt zo 25 berekend, met inachtneming van een bandbreedte van 10%, voor eengezinswoningen tussen de ƒ 3.400,- en ƒ 3.800,- en voor meergezinswoningen ƒ 4.200,- tot ƒ 4.700,- per woning.
N
P
T
I
25
Gezien de aannamen die bij de berekening van de ophoging zijn gedaan.
37
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
tabel 5.6 inschatting totale kosten maatregelen duurzaam bouwen woningbouwplannen 1995 eengezins
kostenklasse maatregel
meergezins
totaal
toegepast
ophoging
toegepast
ophoging
<0 0 0-250 250-500 500-1500 > 1500
- 250 400 430 130 2.300
- 410 280 200 110 410
- 120 510 430 590 2.090
- 30 250 400 60 250
- 660 680 630 240 2.710
- 150 760 830 650 2.340
totaal
3.010
590
3.500
930
3.600
4.430
-5%
3.400
4.200
5%
3.800
4.700
met bandbreedte
eengezins meergezins
raming totale kosten duurzaam bouwen 1996 De verhouding tussen de normkosten van de toegepaste geregistreerde maatregelen en de ophoging in 1996 vertoont weinig verschillen met die uit 1995. Zoals uit figuur 5.7 blijkt is de verdeling voor de kostenklassen wat anders: minder dure maatregelen bij meergezins en bij eengezinswoningen meer maatregelen tussen de ƒ 0,- en ƒ 500,-.
figuur 5.7 gemiddelde geregistreerde en opgehoogde normkosten per woning van plannen 1996 naar kostenklassen van de maatregelen 3.000
meergezins - ophoging meergezins - toegepast
2.500
eengezins - ophoging 2.000
eengezins - toegepast
1.500 1.000 500 0 -500
kostenklasse maatregelen duurzaam bouwen
> 1500
500-1500
250-500
0-250
-1.000 <0
38
De totale ingeschatte investering in duurzaam bouwen in 1996 bedraagt voor eengezinswoningen tussen de ƒ 3.600,- en ƒ 4.100,- en voor meergezinswoningen ƒ 3.900,- tot ƒ 4.400,- per woning.
N
P
T
I
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
tabel 5.8 inschatting totale kosten maatregelen duurzaam bouwen woningbouwplannen 1996 eengezins
kostenklasse maatregel
meergezins
totaal
toegepast
ophoging
toegepast
ophoging
eengezins
meergezins
<0 0 0-250 250-500 500-1500 > 1500
- 340 610 520 170 2.160
- 350 290 240 130 380
- 240 580 460 800 1.700
- 30 260 350 90 210
- 690 900 760 300 2.540
- 270 840 810 890 1.910
totaal
3.120
690
3.300
880
3.810
4.180
-5%
3.600
3.900
5%
4.100
4.400
met bandbreedte
5.2 Tommel-maatlat Bij geen van de woningen uit 1995 en 1996 zijn alle drie aanbevelingen die de Staatssecretaris ter bevordering van het duurzaam bouwen heeft gedaan toegepast. 1. pas alle vaste maatregelen toe in 1995 is gemiddeld bijna de helft en in 1996 ruim de helft van de (geregistreerde) vaste maatregelen toegepast 2. pas daarna alle maatregelen toe die geen geld kosten of tot besparingen (minder werk) leiden van deze maatregelen is in beide jaren gemiddeld ongeveer de helft toegepast. 3. kies tenslotte een aantal variabele maatregelen tot het saldo van 26 alle meer- en minderwerk ƒ 3.000,- bedraagt in 1995 is in bijna zes van de tien nieuwe woningen meer dan dit bedrag in duurzaam bouwen geïnvesteerd, in 1996 in bijna 7 van de tien. De Tommel-maatlat is bij woningbouwplannen uit 1995 en 1996 derhalve niet toegepast. Opdrachtgevers hebben gemiddeld wel meer dan de ƒ 3.000,- die de Staatssecretaris noemt aan genormeerde meerkosten in duurzaam bouwen geïnvesteerd. 1995 In de onderstaande figuren is de Tommel-maatlat weergegeven: bij de woningen rechts van de lijn is meer dan ƒ 2.500,- exclusief BTW (dit
N
P
T
I
26
Inclusief BTW.
39
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
komt ongeveer overeen met ƒ 3.000,- inclusief BTW) in duurzaam bouwen geïnvesteerd. Bij eengezinswoningen was dat in 1995 ruim 60% van het totaal, bij meergezinswoningen ongeveer 55%.
figuur 5.9 verdeling aantal woningen naar genormeerde kosten voor duurzaam bouwen naar woningtype in 1995 (opgehoogd) 35%
eengezins
investeringsniveau
30%
meergezins
25% 20% 15% 10% 5%
>7500
5000-7500
3500-5000
2500-3500
1500-2500
1000-1500
500-1000
0-500
<0
0% normkosten duurzaam bouwen per woning
In de goedkope klasse, woningen met stichtingskosten van maximaal ƒ 157.000,-, was bij meer dan de helft van de woningen meer dan ƒ 2.500,- (exclusief BTW) aan maatregelen voor duurzaam bouwen besteed. In de dure klasse was dat bij 63% van de woningen het geval.
figuur 5.10 verdeling aantal woningen naar genormeerde kosten voor duurzaam bouwen naar kostenklasse woningen - 1995 (opgehoogd) 35%
goedkoop
investeringsniveau
30%
middelduur duur
25% 20% 15% 10% 5%
>7500
5000-7500
3500-5000
2500-3500
1500-2500
1000-1500
500-1000
0-500
0% <0
40
normkosten duurzaam bouwen per woning
1996 Het aandeel woningen waarbij minimaal ƒ 2.500,- in duurzaam bouwen is geïnvesteerd was in 1996 68%, bij eengezinswoningen 70% en bij meergezinswoningen 64%.
N
P
T
I
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
figuur 5.11 verdeling aantal woningen naar genormeerde kosten voor duurzaam bouwen naar woningtype in 1996 (opgehoogd) 35%
eengezins
investeringsniveau
30%
meergezins
25% 20% 15% 10% 5%
>7500
5000-7500
3500-5000
2500-3500
1500-2500
1000-1500
500-1000
0-500
<0
0%
normkosten duurzaam bouwen per woning
In de goedkope sector is in 1996 als gevolg van de daling van de uitgaven aan variabele maatregelen bij meergezinswoningen bij minder woningen dan in 1995 meer dan ƒ 2.500,- aan duurzaam bouwen maatregelen besteed: 47% in 1996 ten opzichte van 52% in 1995. In de overige sectoren is het aandeel gestegen.
figuur 5.12 verdeling aantal woningen naar genormeerde kosten voor duurzaam bouwen naar kostenklasse woningen - 1996 (opgehoogd) 35%
goedkoop
investeringsniveau
30%
middelduur duur
25% 20% 15% 10% 5%
>7500
5000-7500
3500-5000
2500-3500
1500-2500
1000-1500
500-1000
0-500
<0
0%
normkosten duurzaam bouwen per woning
Het aandeel woningen waarbij op de bouwkosten is bespaard door het toepassen van maatregelen voor duurzaam bouwen is in 1996 ten opzichte van 1995 gedaald. Een daling is ook bij woningen met een investering van ƒ 1.000,- tot ƒ 1.500,- te vinden. Daar staat tegenover dat in de klasse ƒ 2.500 - ƒ 3.000,- het aandeel woningen met bijna 10% is gestegen. Van de gehele bouwproductie voldoet in 1996 68% van de woningen aan een saldo van meer- en minderwerk van minimaal ƒ 2.500,- (excl. BTW). Dat is een stijging van 10% ten opzichte van 1995.
N
P
T
I
41
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
figuur 5.13 verdeling aantal woningen naar genormeerde kosten voor duurzaam bouwen naar woningtype in 1995 en ‘96 (opgehoogd) 35%
1995
investeringsniveau
30%
1996
25% 20% 15% 10% 5% normkosten duurzaam bouwen per woning
>7500
5000-7500
3500-5000
2500-3500
1500-2500
1000-1500
500-1000
0-500
0%
<0
42
tabel 5.14 aandeel woningen met minimaal ƒ 2.500,- (excl. BTW) aan kosten voor duurzaam bouwen
1995 1996
eengezins
meergezins
gemiddeld
61% 70%
55% 64%
58% 68%
5.3 Landelijke investering in duurzaam bouwen De totale investering in duurzaam bouwen bedraagt, bij de gehanteerde uitgangspunten, in 1995 naar schatting ƒ 360 tot 400 miljoen en in 1996 ƒ 350 tot ƒ 400 miljoen.
tabel 5.15
inschatting landelijke investering in duurzaam bouwen marge
eengezins meergezins combinatie
1995
-5% 5%
190 210
170 190
1996
-5% 5%
230 270
120 130
-
totaal 360 400 350 400
N
P
T
I
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
43
44
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
6. Samenvatting In dit onderzoek is aan de hand van de registratie van plangegevens van woningbouwplannen uit 1995 en ’96 geraamd hoeveel in nieuwe woningen aan maatregelen voor duurzaam bouwen wordt geïnvesteerd. De plannen uit 1995 en 1996 zijn over het algemeen ontwikkeld voordat het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen in april 1996 verscheen en voordat de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu in 1996 zijn aanbevelingen ter bevordering van duurzaam bouwen bekend maakte. De in het onderzoek betrokken maatregelen voor duurzaam bouwen zijn beperkt tot de maatregelen die zijn opgenomen in het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen. De kosten van maatregelen voor duurzaam bouwen zijn ontleend aan de normbedragen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen. Aangezien tijdens de registratie niet het volledige pakket kon worden ontleend aan de plandossiers, is op basis van de mate waarin de wel geregistreerde maatregelen zijn toegepast een inschatting gemaakt van de totale investering in duurzaam bouwen. Met de bijschatting kan een indicatie worden gegeven van de totale investering in duurzaam bouwen. Aangezien de planregistratie een aanzienlijk deel van de kosten uit het nationaal pakket omvat, is de bijschatting beperkt, ongeveer een vijfde deel van de totale berekende investering. Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen Het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen onderscheidt een kleine 160 vaste en variabele maatregelen. De kosten van de vaste maatregelen liggen gemiddeld tussen de ƒ 1.360,- en ƒ 2.050,- voor eengezinswoningen en ƒ 1.060,- en ƒ 1.580,- voor meergezinswoningen. Meer dan de helft van zowel de vaste als de variabele maatregelen kan zonder kostenconsequenties kan worden toegepast. Planregistratie Tijdens de planregistratie die RIGO jaarlijks in opdracht van DGVH verricht is een steekproef van het planaanbod uit 1995 en 1996 getoetst op een kleine zeventigtal maatregelen. De kosten van deze maatregelen dekken ca. 70% van de totale kosten uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen bij eengezinswoningen en 80% van de kosten bij meergezinswoningen. Duurzaam bouwen in 1995 en ‘96 Gemiddeld is ongeveer 40% van de geregistreerde maatregelen toegepast. In 1996 lag dit aandeel iets hoger dan in 1995. Het aandeel kosteloze maatregelen dat zijn weg vond in de bouw van nieuwe woningen lag met ruim 50% op een wat hoger niveau. Daarmee was bij-
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
na driekwart van de toegepaste maatregelen zonder kostenconse27 quenties, bij beide woningtypen . Meerkosten duurzaam bouwen Aan de hand van het aandeel toegepaste geregistreerde maatregelen is een inschatting gemaakt van de totale investering in duurzaam bouwen. Bij eengezinswoningen is (met ophoging) in beide jaren gemiddeld naar schatting ƒ 3.500,- tot ƒ 3.900,- in duurzaam bouwen geinvesteerd, bij meergezinswoningen ƒ 4.100,- tot ƒ 4.500,-. Zonder ophoging is bij eengezinswoning gemiddeld ƒ 3.100 en bij meergezinswoningen ƒ 3.400,- geïnvesteerd. Naar schatting is in 1995 bij ruim 60% van de eengezinswoning meer dan ƒ 3.000,- (inclusief BTW) in duurzaam bouwen geïnvesteerd. Bij meergezinswoningen is dat aandeel iets lager: 55%. Door een stijging van de toepassing van vaste maatregelen is dit aandeel bij plannen uit 1996 hoger: 68% (70% bij eengezins en 64 bij meergezinswoningen). De totale investering in duurzaam bouwen bedroeg in 1995 naar schatting tussen de ƒ 360 tot ƒ 400 miljoen en in 1996 ƒ 350 tot ƒ 400 miljoen. Gemeentestempel: “duurzame woning” Ongeveer 20% van de geanalyseerde woningen uit 1995 heeft van opdrachtgever of gemeenten zelf het stempel ‘duurzaam’ meegekregen. Bij deze woningen is gemiddeld 20% meer in duurzaam bouwen geïnvesteerd. De bouw van deze ‘duurzame woningen’ is geconcentreerd in een klein aantal gemeenten. Tommel-maatlat De maatlat heeft drie niveau’s: 1. pas alle vaste maatregelen toe in 1995 is gemiddeld bijna de helft en in 1996 ruim de helft van de (geregistreerde) vaste maatregelen toegepast 2. pas daarna alle maatregelen toe die geen geld kosten of tot besparingen (minder werk) leiden van deze maatregelen is in beide jaren gemiddeld ongeveer de helft toegepast. 3. kies tenslotte een aantal variabele maatregelen tot het saldo van 28 alle meer- en minderwerk ƒ 3.000,- bedraagt
27
Aangezien de kosteloze maatregelen in aantal het omvangrijkst zijn (ruim 50% van de geregistreerde maatregelen is kosteloos) en deze maatregelen ook het meest zijn toegepast (in meer dan de helft van de woningen) is het aandeel toegepaste kosteloze maatregelen hoog: bijna 75%.
28
Inclusief BTW.
45
46
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
in 1995 is in bijna zes van de tien nieuwe woningen meer dan dit bedrag in duurzaam bouwen geïnvesteerd, in 1996 in bijna 7 van de tien. Bij geen van de woningen uit 1995 en 1996 is de Tommel-maatlat toegepast. Opdrachtgevers hebben gemiddeld wel meer dan de ƒ 3.000,die de Staatssecretaris noemt aan genormeerde meerkosten in duurzaam bouwen geïnvesteerd. Door de bouwers van nieuwe woningen wordt echter, anders dan de Staatssecretaris beoogde, meer in variabele dan in vaste maatregelen geïnvesteerd.
MONITORING KOSTEN DUURZAAM BOUWEN
47
.
BIJLAGEN
I
MAATREGELEN NATIONAAL PAKKET DUURZAAM BOUWEN (A)
blz
II
1/8
samanvatting en legenda
2/8
vaste, geregistreerde maatregelen
3/8
vaste, niet geregistreerde maatregelen
4-5/8
variabele, geregistreerde maatregelen
6-7-8/8
variabele, niet geregistreerde maatregelen
MAATREGELEN NATIONAAL PAKKET DUURZAAM BOUWEN (B)
Kolom
code
code maatregel
kodal
in planregistratie/KODAL (KDL)
omschrijving maatregel vast
vaste maatregel - Ø
hh EG
normhoeveelheid eengezinswoningen
fl. EG
normkosten eengezins
hh MG
normhoeveelheid meergezinswoningen
fl. MG
normkosten meergezins
e.h.-prijs
eenheidsprijs
opmerkingen toelichting
overlap / toepassing niet waarschijnlijk
code
overlap omschrijving maatregel
vast/variabel
geregistreerd
fl eg
fl mg
fl eg
fl mg
29
verplicht - geregistreerd
Ø
+
1.250
1.010
910
810
18
verplicht - niet geregistreerd
Ø
-
450
250
450
250
41
variabel - geregistreerd
O
+
28.880
39.200
21.370
32.120
69
variabel - niet geregistreerd
O
-
16.570
14.470
12.540
13.630
157
totaal
47.150
54.930
35.270
46.810
alles
legenda
min mid max onw Ø O
excl overlap
maatregel overlap: goedkoopste variant, in vergelijking NPDB - plananalyse mee gerekend overlap: middeldure variant, in vergelijking NPDB - plananalyse buiten beschouwing gelaten overlap: duurste variant, in vergelijking NPDB - plananalyse buiten beschouwing gelaten warschijnlijk niet toegepast in 1995, voor ophoging ten behoeve van inschatting totale investering duurzaam bouwen buiten beschouwing gelaten vaste maatregel variabele maatregel
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
bijlage I - 1 / 8
code
kdl
omschrijving maatregel
vast
hh EG
fl. EG
hh MG
fl. MG
e.h.-prijs
e.h.
opmerking
toelichting
extra kosten zijn verdisonteerd in kosten S002
+
EP 1,3
Ø
1
fl.
-
1
fl.
-
-
won
ten opzichte van niveau EPC 1,4
voor onder andere Rc-waarden 3,0 voor schil,HR ketel, waterbesparende maatregelen.
S012
+
S013a
+
S013b
+
S014
+
S016
+
S020a
+
S020b
+
begane grondvloer met isolatiewaarde Rc >= 3,0 m2.K/W
gevel met isolatiewaarde Rc >= 3,0 m2.K/W - bispouwblad steen
gevel met isolatiewaarde Rc >= 3,0 m2.K/W - bispouwblad hout
dak met isolatiewaarde Rc >= 3,0 m2.K/W
gebruik HR-glas in alle verwarmde ruimten
plaats een brievenbus met verhoogde tochtwering - buitenbus aan de gevel
Ø
45
fl.
180,00
26
fl.
104,00
fl.
4,00
m2
Ø
31
fl.
260,00
27
fl.
230,00
fl.
8,40
m2
m²-prijs type-gebonden
Ø
36
fl.
190,00
38
fl.
130,00
pm
m3
m²-prijs type-gebonden
Ø
67
fl.
350,00
26
fl.
80,00
pm
m2
m²-prijs type-gebonden
fl.
242,00
fl.
284,00
fl.
22,00
m2
U=1,8 W/m2.K
fl.
80,00
won
Ø
Ø
1
fl.
80,00
nvt
fl.
-
Ø
1
fl.
-
1
fl.
-
Ø
1
fl.
70,00
1
fl.
70,00
plaats een brievenbus met verhoogde tochtwering - klep met veer en
fl.
-
won
rubberafsluiting
noodzakelijk Bouwbesluit, bij buitenbus vervalt de klep in deur
overlap met S020b
feitelijke meerkosten fl. 25,-. noodzakelijk voor Bouwbesluit
plaats een brievenbus met verhoogde S020c
+
tochtwering - tweetraps tochtwering met
fl.
70,00
won
in verband met ontbreken gegevens: prijsindicatie
overlap met S020b
borstel
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
bijlage II - 1 / 21
code
kdl
S024
+
S034
+
S038
+
S039
+
omschrijving maatregel
pas individuele meting van energieverbruik voor verwarming en warmtapwater toe
breng geen standaardvoorziening aan ten behoeve van open haard
isoleer de leidingen voor warm tapwater volledig
gebruik CV/warmwatertoestel met lage NOx-emissie
vast
hh EG
fl. EG
hh MG
fl. MG
e.h.-prijs
Ø
nvt
fl.
-
1
fl.
-
Ø
1
fl.
-
1
fl.
-
Ø
10
fl.
70,00
5
fl.
35,00
fl.
7,00
m1
Ø
1
fl.
110,00
1
fl.
110,00
fl.
110,00
won
fl.
e.h.
-
nihil
won
won
opmerking
toelichting
uitsluitend in combinatie met collectief cv-systeem of stadsverwarming
komt meestal alleen voor bij duurdere woningen
uitgaande van plaatsing cv-ketel in keuken, zoals dat bij NOVEM-referentiewoning het geval is
meerkosten ten opzichte van combiketel VR met gesloten systeem waakvlamloze uitvoering; exclusief subsidie meerkosten van fl. 275,- ten opzichte van
S040
+
gebruik een cv/warmwatertoestel met hoog rendement (HR-ketel)
Ø
1
fl.
-
1
fl.
-
fl.
275,00
won
combiketel VR met gesloten systeem waakvlamloze uitvoering niet meegenomen in verband met referentie EPC=1,4
S048
+
S066
+
S071
+
gebruik voor collectieve verlichting: hoogrendement HF armaturen
gebruik voor gipstoepassingen binnen de woning: rogips of natuurgips
Ø
nvt
fl.
-
2,43
fl.
131,00
fl.
54,00
st
Ø
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
Ø
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
indien PVC gebruikt wordt: gebruik gerecycled PVC of PVC met hergebruik
beton- of menggranulaat als grindvervanger
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
inzamelsysteem opgezet, de opzet hiervan is dat de effecten kostenneutraal zijn
gebruik niet-constructief beton met 20% +
al gangbaar, geen kosteneffecten
de pvc-verwerkende bedrijven hebben een
garantie
S075
uitgaande van 1 armatuur per 8 m² bvo
Ø
1
fl.
110,00
1
fl.
5,00
pm
won
werkvloeren, betonpannen (alleen bij tuinkamerwoning)
bijlage II - 2 / 21
code
kdl
S170
+
S252a
+
S252b
+
S315a
+
S370
+
S378
+
S383
+
S423
+
S424
+
omschrijving maatregel
vast
hh EG
Ø
14
fl.
-
23
fl.
Ø
1
fl.
-
1
Ø
1
fl.
-
laat behang weg
Ø
170
fl.
scheid het bouwafval in vijf fracties
Ø
1
fl.
Ø
nvt
fl.
stem materiaalkeuze buitenkozijnen af op risicoklasse
gebruik als elatsische kit: siliconenkit of polysulfidekit
gebruik als elastisch-plastische kit: watergedragen acrylaatkit
breng individuele watermeters aan bij laagbouw- en gestapelde woningen
tref waterbesparende voorzieningen
pas standaard deuren met een hoogte van 2,115 meter toe
pas standaard kozijnen met een vrije doorgang van minimaal 0,85 meter toe
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
fl. EG
hh MG
e.h.-prijs
e.h.
-
nihil
m2
fl.
-
nihil
won
geen kosteneffect
1
fl.
-
nihil
won
geen kosteneffect
155
fl.
m2
behang koop fl 5,- per rol
-
1
fl.
-
nihil
won
-
1
fl.
200,00
pm
won
- 680,00
fl. MG
- 620,00
fl.
(4,00)
opmerking
toelichting
globaal gezien zijn er geen meerkosten ten opzichte van uitvoering in dark red meranti (referentie)
meer kosten afvoer; minder stortkosten; per saldo kostenneutraal
stelpost ten behoeve van extra meter waterleiding vanaf meterkast + kleine bouwkundige voorzieningen
Ø
1
fl.
160,00
1
fl.
160,00
fl.
160,00
Ø
8
fl.
107,00
7
fl.
94,00
fl.
13,00
won
incl. aparte warmwaterleiding d=12 mm van warmwatertoestel naar keuken
kosteneffect inclusief kozijnen; referentie st
plaastalen kozijn met bovenlicht en boarddeur type opdek kosteneffect inclusief kozijnen; referentie
Ø
8
fl.
-
7
fl.
-
nihil
st
plaastalen kozijn met bovenlicht en boarddeur type opdek
bijlage II - 3 / 21
code
kdl
S430
+
S441
+
S021
-
S022
-
S032
-
S042
-
S064
-
omschrijving maatregel
stem afmetingen en technische inrichting liften af op gebruik door mindervaliden
zorg voor daglichttoetreding in trappenhuis in meergezinswoningen
voer vloersparingen en -aansluitingen in begane grondvloer luchtdicht uit
isoleer kruipluik en zorg voor goede afdichting
maak woningontwerp geschikt voor actief gebruik zonne-energie
isoleer cv-leidingen in onverwarmde ruimten
vast
hh EG
fl. EG
hh MG
fl. MG
e.h.-prijs
e.h.
Ø
nvt
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
Ø
1
fl.
-
1
fl.
-
pm
won
Ø
1
fl.
-
1
fl.
-
Ø
1
fl.
-
nvt
fl.
-
fl.
Ø
1
fl.
-
1
fl.
-
fl.
Ø
nvt
fl.
-
nvt
fl.
-
Ø
1
fl.
-
1
fl.
-
fl.
ontwerpafhankelijk; wordt al redelijk algemeen toegepast
noodzakelijk Bouwbesluit
-
won
is referentie
-
won
7,00
m
toelichting
geen meerprijs
won
stem de duurzaamheidsklasse van hout en de eventuele verduurzaming per geval af
opmerking
referentiewoning kan zonder meerkosten aan de voorwaarden voldoen
bij referentiewoning komen geen leidingen in onverwarmde ruimten voor
vrijwel zeker toegepast
in principe geen verlagend effect op bouwkosten; nihil
won
op de beoogde toepassing
wellicht geringe verhoging bijkomende kosten; per saldo neutraal
S065
-
gebruik geen produccten met (H)CFK's
Ø
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
al gangbaar, geen kosteneffecten
vrijwel zeker toegepast
S067
-
gebruik geen loodmenie
Ø
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
al gangbaar, geen kosteneffecten
vrijwel zeker toegepast
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
bijlage II - 4 / 21
code
kdl
S069
-
S073
-
omschrijving maatregel
gebruik geen verduurzaamde staalproducten in droog binnenmilieu
vast
hh EG
fl. EG
hh MG
fl. MG
Ø
1
fl.
-
1
fl.
Ø
1
fl.
-
1
fl.
e.h.-prijs
e.h.
-
nihil
won
-
nihil
won
gebruik portlandvliegascemment en/of hoogovencement waar dit technisch
beton- of menggranulaat als
-
S163
-
S208
-
gebruik bij totale houtverduurzaming producten met KOMO kwaliteitsverklaring
vervaardig waterkerende aansluiting tpv kozijnen van DPC-folie
gebruikelijk; portlandvliegascement is globaal
excl prefab producten en werkvloeren; Ø
17
fl.
68,00
38
fl.
151,00
fl.
4,00
m3
grindvervanger
S081
kostenneutraal
gezien even duur als hoogovencement
gebruik constructief beton met 20% -
toelichting
toepassing van hoogovencement is al te doen
mogelijk is
S074
opmerking
marktprijzen kunnen regionaal sterk varieren; meerkosten vertonen dalende tendens
Ø
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
meerkosten te verwaarlozen
Ø
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
al gangbaar
Ø
1
fl.
-
1
fl.
-
pm
won
genoemde materialen zijn reeds gangbaar
Ø
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
produkt is al gangbaar, dus kostenneutraal
Ø
nvt
fl.
-
nvt
fl.
-
nihil
won
prefab beton en staal zijn al gangbaar
Ø
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
maak puibekleding met vernieuwbare grondstof of van materiaal met hergebruikgarantie
S211
-
S212
-
S218
-
gebruik voor binnentrap (steektrap,trap met kwart) in woning: naaldhout
gebruik voor buitentrap: prefab beton (conform (S074) of staal
maak traphek/-leuning binnen (gemeenschappelijke verkeersruimten) van staal, hout (conform S063)
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
trapleuningen van staal zijn al gangbaar; trapleuningen van staal zullen niet duurder zijn
bijlage II - 5 / 21
code
kdl
S219
-
omschrijving maatregel
maak traphek/-leuning binnen (in woning) van hout (conform S063/S064)
vast
hh EG
Ø
1
fl. EG
fl.
hh MG
-
nvt
fl. MG
fl.
-
e.h.-prijs
e.h.
nihil
won
opmerking
toelichting
gangbaar, is referentie
balustrades van staal en aluminium zijn al gangbaar; S221
-
maak balustrades buiten van staal, aluminium of hout (conform S063)
Ø
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
duurzaam geteeld hout is niet gangbaar, meestal alleen toepasbaar in hybride constructies met metselwerk of stalen staanders
S315b
-
S399
-
S414
-
S443
-
gebruik papierbehang
voorzie in een ruimte voor plaatsing afvalcontainers
gebruik uitsluitend spaanplaat met KOMOattest
lever duidelijke gebruikaanwijzing mee (onderhoud, bediening installaties)
Ø
170
fl.
-
155
fl.
-
nihil
Ø
1
fl.
280,00
nvt
fl.
-
Ø
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
Ø
1
fl.
100,00
1
fl.
100,00
sp / 100
won
fl.
280,00
m2
gangbaar produkt
won
stelpost voor eenvoudige voorziening
overlap met S221
stelpost, uitgaande van verbetering bestaande gebruiksaanwijzing extra kosten zijn verdisonteerd in kosten
S003
+
EP 1,2
1
fl.
-
1
fl.
-
-
won
ten opzichte van niveau EPC 1,4
voor onder andere Rc-waarden 3,0 voor schil,HR ketel, waterbesparende maatregelen.
S007
+
S008
+
pas geen open trap toe in de woonkamer
bied voor ieder woningtype plattegrond met gesloten keuken aan
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
1
fl.
-
1
fl.
-
won
algemeen: geen effect op investeringskosten
1
fl.
420,00
1
fl.
440,00
won
kosten: wanddelen met deur, dampdrempel vervalt
bijlage II - 6 / 21
code
kdl
omschrijving maatregel
vast
hh EG
fl. EG
hh MG
fl. MG
e.h.-prijs
e.h.
S009a
+
tochtportaal entreezijde
1
fl.
1.010,00
nvt
fl.
-
won
S009b
+
tochtportaal tuinzijde
1
fl.
2.330,00
nvt
fl.
-
won
opmerking
toelichting
uitgangspunt: extra kozijn+glasdeur en oppervlakvergroting entree met 1 m².
uitgangspunt: inpandig tochtportaal met afm. 1,5*1,5 m. aan de achtergevel; benodigde ruimte creeren door verdiepen van de woning
S011a
+
zet galerij dicht met enkel glas
nvt
fl.
-
21
fl.
5.460,00
400 (L)/700 (G)
m²
S011b
+
zet loggia dicht met enkel glas
nvt
fl.
-
21
fl.
3.120,00
400 (L)/700 (G)
m²
S011c
+
zet balkon dicht met enkel glas
nvt
fl.
-
21
fl.
3.120,00
400 (L)/700 (G)
m²
S017
+
pas rolluiken toe
14
fl.
23
fl.
7.500,00
fl.
327,00
m2
S019
+
29
fl.
33
fl.
fl.
9,10
m¹
pas verbeterde tochtwering toe bij kozijnaansluiting bewegende delen
4.660,00
21 m² - kosten exclusief event. zonwering. kosten bij galerijen aanzienlijk hoger door regelgeving
21 m² - kosten exclusief event. zonwering. kosten bij galerijen aanzienlijk hoger door regelgeving
21 m² - kosten exclusief event. zonwering. kosten bij galerijen aanzienlijk hoger door regelgeving
geisoleerde kunststof rolluiken, handbediend, opbouw
dubbele kierdichting, meerkosten ten opzichte van -
-
huidige bouwpraktijk EG: 230/MG: 260. Echter nodig om aan bouwbesluit te voldoen
optimaliseer woningontwerp op S027
+
daglichttoetreding en passief gebruik
1
fl.
500,00
1
fl.
nvt
fl.
-
1
fl.
1.000,00
pm
won
afh. woningontwerp en gekozen maatregelen
pm
won
afhankelijk van gevelontwerp
zonne-energie
S030
+
zorg voor daglichttoetreding in bergingsgangen meergezinswoningen
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
-
bijlage II - 7 / 21
code
kdl
S031
+
omschrijving maatregel
plaats een verhoogd aandeel van het glasoppervlak dichtbij het plafond
vast
hh EG
1
fl. EG
fl.
hh MG
-
1
fl. MG
fl.
-
e.h.-prijs
e.h.
pm
won
opmerking
toelichting
geen meerkosten,louter kwestie van aandacht bij het ontwerp standaardpakket: zonneboiler met collector van
S033
+
plaats een zonneboiler
1
fl.
3.300,00
1
fl.
3.300,00
fl.
3.300
won
2,83 m² exclusief de kosten ter compensatie van woonopp. en subsidie. Alternatief: 'zonnegascombi' (meerkosten plm. fl. 2.77,- per woning)
S036
+
S046
+
S050
+
voorzie in een warmwateraansluiting voor wasmachine en vaatwasmachine
gebruik HR-ventilatoren voor mechanische ventilatie
optimaliseer het ontwerp op leidinglengtes (meterkast, leidingkokers)
1
fl.
220,00
1
fl.
220,00
fl.
220,00
won
1
fl.
75,00
1
fl.
75,00
fl.
75,00
won
1
fl.
-
1
fl.
-
pm
won
extra aansluitpunt voor warmwater en thermostaatkraan
gebaseerd op individuele mechanische ventilatie, kan bij MG met collect. installatie lager zijn
registratie: 'beperkt ventilatorvermogen'
in beginsel geen meerkosten indien beperiking tav vrijheid van indeling wordt geaccepteerd uitgangspunt: dakoverstek b=750mm, uitsluitend
S061
+
pas een dak met voldoende overstek toe
5
fl.
1.530,00
9/3
fl.
1.500,00
283(L) / 500 (G)
m
aan de meest windbelaste gevel; bij tuimkamerwon. obv houten dakelementen, bij portiekwon. obv systeemvloer
S063
+
S072
+
S086a
+
gebruik bij voorkeur duurzaam geproduceerd hout
hergebruik sloopmateriaal (als component)
gebruik zo laagwaardig mogelijk materiaal als bodemafsluiting: schoon zand
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
1
fl.
-
1
fl.
-
pm
won
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
nog onvoldoende duidelijkheid over marktwerking in relatie tot kwaliteitswaarborging (certificering)
geen algemene uitspraken te doen over kosteneffecten
standaardsituatie
bijlage II - 8 / 21
code
kdl
S086b
+
omschrijving maatregel
vast
hh EG
fl. EG
hh MG
fl. MG
e.h.-prijs
e.h.
pm
won
gebruik zo laagwaardig mogelijk materiaal als bodemafsluiting: schoon zand + PE-
1
fl.
380,00
1
fl.
220,00
nvt
fl.
-
nvt
fl.
-
folie
S112
+
gebruik waar mogelijk houten funderingspalen (evt met betonoplanger)
opmerking
uitgangspunt: geballaste mandragende PE-folie, vastgezet langs de randen
toelichting
overlap met S086a
de berging van EG-woningen is al gefundeerd op fl.
(23,00)
st
houten palen, dus geen meerkosten, de MGwoningen hebben geen vrijstaande bergingen
gebruik als begane grondvloer boven een S116
+
kruipruimte of onverwarmde ruimte een
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
genoemde vloeren zijn algemeen gangbaar
prefab systeemvloer metselwerk gevel is algemeen gebruikelijk; houten S132
+
gebruik voor buitengevel metselwerk of hout (conform S063/S064)
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
m²
bekleding op een steenachtig binnenspouwblad is fl. 17-,-/m² duurder en op een houten binnenspouwblad is fl. 25-,-/m² duurder
materiaalkeuze niet-dragende S146a
+
binnenwanden: rogipsblokken
57
fl.
57
fl.
57
-
60
fl.
-
nihil
m²
1.605,00
60
fl.
1.669,00
fl.
28,00
m²
fl.
1.605,00
60
fl.
1.669,00
fl.
28,00
m²
57
fl.
3.038,00
60
fl.
3.159,00
fl.
53,00
m²
6
fl.
3
fl.
gangbaar product, geen meerkosten
(behangklaar) materiaalkeuze niet-dragende S146b
+
binnenwanden: kalkzandsteenmetselblokken M100/240
excl extra kosten fundering en/of extra wapening in vloeren, deze kosten kunnen aanzienlijk zijn
overlap met S112
(behangklaar) materiaalkeuze niet-dragende S146c
+
binnenwanden: kalkzandsteenlijmblokken L100/198 (behangklaar) materiaalkeuze niet-dragende
S146d
+
binnenwanden: kalkzandsteen amstelformaat
S177a
+
gebruik raamdorpels bestaande uit: keramische tegels
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
-
-
nihil
m
excl extra kosten fundering en/of extra wapening in vloeren, deze kosten kunnen aanzienlijk zijn
excl extra kosten fundering en/of extra wapening in vloeren, deze kosten kunnen aanzienlijk zijn
overlap met S112
overlap met S112
gangbaar, is referentie
bijlage II - 9 / 21
code
kdl
S177b
+
S177c
+
S183
+
S261
+
S269
+
S288
+
omschrijving maatregel
gebruik raamdorpels bestaande uit: natuursteen
gebruik raamdorpels bestaande uit: prefab beton
gebruik houten binnenkozijnen (conform S063/S064)
gebruik voor vloertegel-bevestiging: mortel of poederlijm op cementbasis
werk badkamer- en toiletvloer met tegels af
vast
hh EG
fl. EG
hh MG
fl. MG
e.h.-prijs
e.h.
6
fl.
800,00
3
fl.
328,00
fl.
126,00
m
6
fl.
66,00
3
fl.
27,00
fl.
10,00
m
kwaliteit RD 160/60/115
8
fl.
712,00
9
fl.
757,00
fl.
89,00
st
kozijn vurenhout ten opzichte van plaatstaal
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
produkt is al gangbaar, dus kostenneutraal
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
al gangbaar, dus kostenneutraal
INCL
fl.
-
INCL
fl.
-
bij S291
won
1
fl.
350,00
1
fl.
350,00
10
fl.
-
nvt
fl.
-
gebruik voor schilderwerk hout binnen: watergedragen acrylaatdispersieverf of watergedragen natuurverf
S291
+
S318
+
S323a
+
gebruik voor schilderwerk hout buiten: oplosmiddelarm verfsysteem
pas bij voorkeur een onbeklede, buiten de gevel hangende , bakgoot toe
maak de hemelwaterafvoer van: PVC
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
opmerking
fl.
350,00
won
toelichting
overlap met S177a
overlap met S177a
betreft trappen, traphekken, muurleuningen, trapgataftimmeringen, buitenkozijnen en -deuren
totaal voor schilderwerk binnen en buiten op hout
bij referentiewoning is zinken bakgoot toegepast, nihil
m
deze voldoet aan de omschrijving, dus hier geen kosteneffect; zie wel: S332
4
fl.
-
2
fl.
-
nihil
m
bijlage II - 10 / 21
code
kdl
omschrijving maatregel
S323b
+
maak de hemelwaterafvoer van: PE
4
fl.
5,00
2
fl.
2,00
fl.
1,00
m
overlap met S098c
S323c
+
maak de hemelwaterafvoer van: PPC
4
fl.
8,00
2
fl.
4,00
fl.
2,00
m
overlap met S098c
S339
+
1
fl.
220,00
1
fl.
220,00
fl.
220,00
S389
+
1
fl.
-
1
fl.
-
S409a
+
57
fl.
1.605,00
60
fl.
1.669,00
fl.
28,00
m2
S409b
+
6
fl.
1.920,00
6
fl.
1.868,00
fl.
320,00
st
S411i
+
PM
fl.
PM
fl.
S420
+
1
fl.
1
fl.
1
fl.
nvt
fl.
gebruik voor waterleidingen binnen de woning: kunststof
baseer het bouwplan op een gesloten grondbalans
gebruik scheidingswanden met verbeterde geluidsisolatie
gebruik deuren met verbeterde geluidsisolatie
beperk installatiegeluid: kunststof waterleiding
vast
hh EG
fl. EG
hh MG
-
fl. MG
-
e.h.-prijs
nihil
e.h.
won
won
pm
won
pm
won
pm
st
stem het ontwerp van toilet en badruimte af op mogelijke aanpassing voor
2.250,00
2.250,00
mindervaliden gebruik een rechte steektrap of een trap S425
+
met één kwart, maatvoering afgestemd op de plaatsing van een traplift
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
-
-
opmerking
toelichting
kosteneffect obv waterleiding van vernet polyethyleen
al gangbaar, dus kostenneutraal
obv kalkzandsteen lijmblokken L100/198 ipv gipswanden; zie ook S408
aantallen excl kastdeuren
zie S339
inclusief kostenconsequenties als gevolg van woningvergroting
afhankelijk van ontwerp; consequenties van woningplattegrond
bijlage II - 11 / 21
code
kdl
omschrijving maatregel
vast
hh EG
fl. EG
hh MG
fl. MG
e.h.-prijs
e.h.
opmerking
toelichting
uitsluitend de aspecten met betrekking tot S437
+
pas ramen en deuren toe met verbeterde inbraakwerendheid
1
fl.
270,00
1
fl.
270,00
fl.
270,00
won
ramen/deuren zijn meegenomen; ontwerpaspecten op woning- en wijkniveau kunnen niet worden geraamd zonder concrete uitwerking
S006
-
S026
-
S029
-
S035
-
S037
-
S041
-
S051
-
S053
-
benut berging als (onverwarmde) thermische buffer
pas beheer op afstand toe (telebeheer) bij blokverwarming
neem overdekte wasdroogruimte op in of bij de woning
maak brede vensterbanken boven radiatoren
pas een laag temperatuur
minderkosten voor enkele aangebouwde berging ten 1
fl.
- 880,00
nvt
fl.
-
won
inwendig)
nvt
fl.
-
nvt
fl.
-
1
fl.
-
1
fl.
-
6,35
fl.
65,00
7,00
fl.
70,00
fl.
-
pm
compl
won
10,00
m¹
650,00
1
fl.
500,00
pm
won
1
fl.
-
1
fl.
-
pm
won
pas geprefabriccerde producten toe
1
fl.
-
1
fl.
-
pm
won
voer ramen uit in hardglas
1
fl.
680,00
1
fl.
450,00
pm
won
warmtedistributienet
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
telefoonaansluiting fl. 3.000,-
bij portiekwon: balkon, bij eengezinswon: zolder. Geen meerkosten
mm slaapkamers. Kosteneffect op basis van gewogen gemiddelde
fl.
sluit woning aan op een
eenmalige investering pc/modem en
breedte 250mm ipv 200 mm woonkamer resp. 150 fl.
1
verwarmingssysteem toe
opzichte van vrijstaande berging (afm. 2,5*2,5 m.
indicatie van meerkosten voor grotere radiatoren en dikkere leidingen
kosten maateregel worden niet op woningniveau gemaakt
afhankelijk van plaats en aard materialen
bij referentiewoning klepramen al uitgevoerd in hardglas, het betreft hier dus alleen de draairamen
bijlage II - 12 / 21
code
kdl
S054
-
S055
-
S056
-
S060
-
S062
-
omschrijving maatregel
beperk de hoeveelheid en onderhoudsfrequentie van schilderwerk
bepaal de layout en afwerking van keuken, badkamer, toilet in overleg met bewoner
maak verbindingen bereikbaar en demontabel
stem dakvorm af op ruimtebehoefte en woningindeling
vast
hh EG
fl. EG
hh MG
fl. MG
e.h.-prijs
e.h.
opmerking
1
fl.
-
1
fl.
-
pm
won
ontwerpafhankelijk
1
fl.
-
1
fl.
-
pm
won
afh. bewoner
1
fl.
-
1
fl.
-
pm
won
afh. van ontwerp, detaillering en keuze materialen
1
fl.
-
1
fl.
-
pm
won
kosten ontwerpafhankelijk
1
fl.
-
1
fl.
-
pm
won
afh. van fabrikaat, dakvorm en detaillering
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
1
fl.
- 330,00
1
fl.
- 50,00
pm
won
1
fl.
- 620,00
1
fl.
- 90,00
pm
won
1
fl.
- 660,00
1
fl.
- 95,00
pm
won
toelichting
stem dakvorm en maatvoering van hellende daken af op het gebruik van standaard hulpstukken gebruik bekistingsolie en smeerolie op S076
-
plantaardige basis; gebruik deze producten zuinig
S098a
-
S098b
-
S098c
-
pas waar mogelijk halfverharding toe: schelpen incl zandbed
pas waar mogelijk halfverharding toe: houtsnippers incl zandbed
pas waar mogelijk halfverharding toe: alleen zand
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
meerkosten te verwaarlozen in relatie tot totale bekistingskosten
obv EG: 14 m² verharding per woning op eigen terrein / MG: 14 m² per 7 woningen
obv EG: 14 m² verharding per woning op eigen terrein / MG: 14 m² per 7 woningen
overlap met S098c
overlap met S098c
obv EG: 14 m² verharding per woning op eigen terrein / MG: 14 m² per 7 woningen
bijlage II - 13 / 21
code
kdl
omschrijving maatregel
vast
hh EG
fl. EG
hh MG
fl. MG
e.h.-prijs
e.h.
nihil
m²
opmerking
toelichting
indien het casco-bouwsysteem het S117a
-
toelaat, pas als niet scheidende verdiepingsvloer toe: voorgespannen
75
fl.
75
fl.
-
nvt
fl.
-
3.750,00
nvt
fl.
-
fl.
50,00
m²
systeemvloer indien het casco-bouwsysteem het S117b
-
toelaat, pas als niet scheidende verdiepingsvloer toe: houten vloeren
excl invloed van fundering op kosten (kosten e.g. fl. 3.750,-)
overlap met S117a
referentie: houten binnenspouwblad, vulling
alleen bij houtskeletbouw,
minerale wol
onwaarschijnlijk
S154a
-
houten binnenspouwblad, vulling cellulose
36
fl.
324,00
38
fl.
342,00
fl.
9,00
m²
S154b
-
dooskap, vulling cellulose
67
fl.
600,00
nvt
fl.
-
fl.
9,00
m²
referentie: houten dooskap, vulling minerale wol
S164
-
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
geen meerkosten
8
fl.
-
9
fl.
-
nihil
st
produkt is al gangbaar, dus kostenneutraal
8
fl.
-
9
fl.
-
nihil
st
produkt is al gangbaar, dus kostenneutraal
8
fl.
-
9
fl.
-
nihil
st
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
gebruik als waterkerende aansluiting dak/gevel: EPDM of gewapend bitumen/PIB gebruik als binnendeur: (standaard eisen) S193a
-
hardboard met kartonnen honingraatvulling gebruik als binnendeur: (verzwaarde
S193b
-
eisen) massief spanplaat, mulitplex, hout
overlap met S193a
(conform S063/S064) laat onderdorpels bij binnendeuren weg of S195
-
vervaardig ze van hout (conform S063/S064)
S225
-
laat stalen trappen en balustraden poedercoaten
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
weglaten dorpels is al gangbaar, dus geen meer- of minderkosten
voor buitentrappen en balustrades al gangbaar
bijlage II - 14 / 21
code
kdl
S237
-
omschrijving maatregel
vast
hh EG
fl. EG
hh MG
fl. MG
e.h.-prijs
e.h.
nihil
won
opmerking
toelichting
gebruik voor kiezelbakken, uitlopen en dergelijke producten met een beperkte
1
fl.
-
1
fl.
-
2
fl.
32,00
2
fl.
32,00
2
fl.
-
2
fl.
-
pm
m
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
gangbaar, kostenneutraal
emissie naar regenwater
S239a
-
S239b
-
S248a
-
gebruik bij natte ruimten dorpels van: natuursteen af, 40*60 mm, gezoet
gebruik bij natte ruimten dorpels van: keramische tegels
gebruik als naadafdichting: PE-rolband of EPDM-rubber
fl.
16,00
st
referentie ten behoeve van kostenraming: kunststeen dorpel afm 40*60 mm
overlap met S239b
referentie ten behoeve van kostenraming: kunststeen dorpel afm 40*60 mm
de produkten zijn gangbaar en concurrerend, PErolband is goedkoper, maar er zijn problemen met het aanbrengen
gebruik als kierdichting bij raam- en S248b
-
deuraansluitingen: EPDM- of EPT-rubber;
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
de produkten zijn gangbaar en concurrerend
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
produkt is al gangbaar, dus kostenneutraal
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
produkt is al gangbaar, dus kostenneutraal
103
fl.
206,00
83
fl.
166,00
achter aftimmerlatten; PE-bandrubber
S257
-
S265
-
S267
-
gebruik voor pleisterwerk rogips of kalkmortel
gebruik voor wandtegel-bevestiging: poederlijm op cementbasis of mortel
pas een dekvloer van rogips (anhydrietvloer) toe
referentie: cementdekvloer dik 50 mm; meerprijs fl.
2,00
m2
seriematig werken (>500 m²/keer)
gebruik als beplating voor wand-/plafondS278
-
systemen: rogipsvezelplaat of rogipskartonplaat
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
incl schuren, excl voorbereiding door aannemer,
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
produkten zijn al gangbaar, dus kostenneutraal; er is wel verschil in prijs tussen beide produkten
bijlage II - 15 / 21
code
kdl
S296
-
omschrijving maatregel
vast
hh EG
fl. EG
hh MG
fl. MG
e.h.-prijs
e.h.
opmerking
toelichting
gebruik voor voorbehandeling op steenachtige ondergrond: watergedragen
nvt
fl.
-
nvt
fl.
-
nihil
m2
nvt
fl.
-
nvt
fl.
-
nihil
m2
bij de referentiewoningen nvt; overigens gangbaar
voorstrijk- of impregneermiddel gebruik als muurverf buiten en binnen: S300
-
minerale verf of watergedragen acrylaatdispersieverf
bij de referentiewoningen nvt; goedkoopste alternatief overigens gangbaar
S332a
-
maak de dakgoot van: polyester
10
fl.
89,00
nvt
fl.
-
fl.
9,00
m
referentie: zinken bakgoot B44
S332b
-
maak de dakgoot van: PVC (conform S071)
10
fl.
- 166,00
nvt
fl.
-
fl.
(16,00)
m
referentie: zinken bakgoot B44
S332c
-
10
fl.
1.200,00
nvt
fl.
-
fl.
120,00
m
referentie: zinken bakgoot B44
S353
-
1
fl.
1
fl.
-
maak de dakgoot van: hout met EPDMbekleding
overlap met S154b
overlap met S154b
meerkosten voor extra aandacht ontwerp en stem maatvoering af op handelsmaten
-
nihil
won
werkvoorbereiding; besparing op materiaalgebruik; per saldo ingeschat als kostenneutraal stelpost tbv bepekte kostenstijging (100,-) van
S354
-
beperkt het gebruik van eenmalig verpakkingsmaterialen
bouwproducten tgv retoursystemen en gebruik 1
fl.
150,00
1
fl.
150,00
sp / 150
won
containers, dispensers bij kleinschalige projecten (50,-); bij grootschalige projecten vervalt de laatste post
leg platdakbedekking los van S366a
-
onderliggende constructie: glasvlies + PVC-
nvt
fl.
-
26
fl.
69,00
nvt
fl.
-
26
fl.
-
fl.
2,70
m2
overlap met S239b
folie, losliggend leg platdakbedekking los van S366b
-
onderliggende constructie: glasvlies + PVC-
nihil
m2
is standaard voor PVC
overlap met S239b
folie, mechanisch bevestigd
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
bijlage II - 16 / 21
code
kdl
S366c
-
omschrijving maatregel
vast
hh EG
fl. EG
hh MG
fl. MG
e.h.-prijs
e.h.
opmerking
toelichting
leg platdakbedekking los van onderliggende constructie: EPDM,
nvt
fl.
-
26
fl.
-
nihil
m2
nvt
fl.
-
26
fl.
-
nihil
m2
is standaard losliggend
overlap met S239b
losliggend leg platdakbedekking los van S366d
-
onderliggende constructie: bitumineus,
referentie: bitumineuze dakbedekking, partieel
losliggend
S367
-
S369
-
S371
-
S384
-
S385
-
S390
-
S392
-
gebruik bij houten kozijnen een (half)droog beglazingssysteem
streef naar 'kit-arme' detaillering beglazingssysteem
scheid het bouwafval in zoveel mogelijk fracties
beperk de leidinglengte tussen warmwatertoestel en keuken/badkamer
gebruik een toilet met een waterverbruik van 4 l/spoeling
beperk de hoeveelheid verhard (bestraat) oppervlak
transport e.d.
8
fl.
-
13
fl.
-
1
fl.
40,00
1
fl.
40,00
1
fl.
300,00
1
fl.
300,00
nihil
fl.
40,00
m2
de bouw
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
indien fabrieksmatig aangebracht
won
stelpost voor gescheiden verwerking van tenminste sp / 300
won
10 fracties, incl inverdieneffect tgv gescheiden aanleveren
1
fl.
1
fl.
1
fl.
1
fl.
-
1.500,00
- 490,00
1
fl.
1
fl.
1
fl.
1
fl.
-
1.000,00
- 140,00
pm
won
pm
st
pm
won
pm
won
neem bestaand groen op in ontwerp woonomgeving; bescherm dit groen tijdens
gekleefd, tweelaags, incl. dakranden, vert.
afhankelijk van woningontwerp; bij referentiewoning is afstand reeds minimaal
stelpost incl verzamelsifon; bij laagbouwwoningen technisch niet altijd mogelijk
alleen mogelijk toegepast indien waterbesparende maatregelen zijn getroffen
bestrating terras en paden op eigen terrein vervallen
niet te ramen obv refrentie, afh. bestaande -
-
toestand en verkaveling, bescherming bestaand groen kan kostbaar zijn
bijlage II - 17 / 21
code
kdl
S393
-
S395a
-
S395b
-
S395c
-
S395d
-
omschrijving maatregel
voorzie in nestelgelegenheid voor gierzwaluwen
maak tuinafscherming/privacyschermen door middel van: coniferen
maak tuinafscherming/privacyschermen door middel van: gevlochten scherm
maak tuinafscherming/privacyschermen door middel van: onbehandeld zachthout
vast
hh EG
fl. EG
hh MG
fl. MG
e.h.-prijs
e.h.
1
fl.
25,00
1
fl.
50,00
pm
won
1
fl.
- 86,00
1
fl.
- 11,00
pm
won
1
fl.
- 105,00
1
fl.
- 14,00
pm
won
1
fl.
-
1
fl.
-
INCL
fl.
-
INCL
fl.
-
pm
won
nvt
fl.
-
nvt
fl.
-
84
m
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
fl.
-
won
opmerking
toelichting
EG: obv zwaluwpan; MG: obv nestkast
referentie: zachthouten terrasschermen met hardhouten staander
overlap met S366a
referentie: zachthouten terrasschermen met hardhouten staander
referentie: zachthouten terrasschermen met hardhouten staander
overlap met S366a
maak tuinafscherming/privacyschermen door middel van: perkoenpaaltjes van
al opgenomen in vergelijking terrasafschijding
overlap met S366a
onbehandeld zachthout
S396
-
S400
-
pas een milieuvriendelijke beschoeiing en vegetatie langs oevers toe
zorg voor een directe relatie tussen keuken en opstelplaats minicontainers
geen kosten op woningniveau, prijs per m¹; gvc beschoeiing
meerkosten niet noodzakelijk, wel aandacht tijdens ontwerpfase kosten sterk afhankelijk van type en kwaliteit, en
S401
-
neem een GFT-afvalvoorziening in de keuken op
1
fl.
310,00
1
fl.
310,00
pm
won
varieren van fl. 100,- tot fl. 500,-; bij referentiewoning wordt keukenblok tgv voorziening 300 mm langer
S404
-
plaats een compostbak in de tuin
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
1
fl.
80,00
0,29
fl.
23,00
fl.
80,00
st
inhoud 260 liter
bijlage II - 18 / 21
code
kdl
omschrijving maatregel
vast
hh EG
fl. EG
hh MG
fl. MG
e.h.-prijs
e.h.
opmerking
toelichting
uitgangspunt: ankerloze spouwmuur kalkzandstaan S407
-
pas een woningscheidende constructie met verbeterde geluidsisolatie toe
1
fl.
1.540,00
1
fl.
3.800,00
pm
won
EG: 120-60-120 mm;/ MG: 210-40-210 mm;; constructieve voorzieningen balkons; zwevende dekvloer excl constructieve gevolgen voor fundering/vloeren;
S408
-
plaats installaties en trappenhuizen binnen 'geluidskern'
1
fl.
2.400,00
1
fl.
-
pm
won
kan aanzienlijk zijn; afhankelijk van ontwerp en grondslag; meerkosten bij MG ref.woning nihil tgv twee-beukige opzet; maisonnettes gelijk aan EG
S411a
-
S411b
-
S411c
-
S411d
-
S411e
-
beperk installatiegeluid: geluidarme ventilatie-unit
beperk installatiegeluid: ventilatiekanalen van voldoende diameter en gladde wand
beperk installatiegeluid: plaatsing demper tussen unit en aansluitende kanalen
beperk installatiegeluid: ventilatiearmaturen met een lage ruis-produktie
1
fl.
49,00
1
fl.
49,00
fl.
49,00
1
fl.
-
1
fl.
-
1
fl.
225,00
1
fl.
225,00
fl.
225,00
won
1
fl.
45,00
1
fl.
45,00
fl.
45,00
won
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
bij referentiewoningen is dit al het geval
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
dit is een kweste van ontwerp, geen meerkosten
1
fl.
56,00
1
fl.
56,00
nihil
won
won
beperk installatiegeluid: standleiding binnenriolering niet laten grenzen aan woon-/slaapkamer beperk installatiegeluid: vermijden van S411f
-
haakse aansluitingen op standleidingen riolering beperk installatiegeluid: aanbrengen van
S411g
-
geluidsabsorberende afwerking om
fl.
56,00
won
standleiding
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
bijlage II - 19 / 21
code
kdl
S411h
-
S411j
-
S411k
-
omschrijving maatregel
beperk installatiegeluid: geruisarm toiletreservoir
beperk installatiegeluid: toilet tegen wand die niet grenst aan woon-/slaapkamer
beperk installatiegeluid: toiletruimten binnen geluidskern
vast
hh EG
fl. EG
hh MG
fl. MG
e.h.-prijs
e.h.
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
st
1
fl.
-
1
fl.
-
nihil
won
PM
fl.
-
PM
fl.
-
pm
won
-
buitenzonwering toe bij intensief gebruik
9,5
fl.
1.900,00
15
fl.
3.000,00
sp / 200
m2
passieve zonne-energie
-
woonprogramma's binnen eenzelfde casco
-
S436
-
S442
-
S444a
-
voorzie in extra wandcontactdozen voor elektriciteit/CAI/PTT
zorg voor voldoende verlichting van achterpaden, bij voor- en achterdeur
gebruik de speciale wensen van toekomstige bewoners bij het ontwerp
gebruik als bedekking platdak: EPDM
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
geval
zie S408
systeem-afhankelijk; m² gebaseerd op noord-zuid orientatie en zonwering uitsluitend bij zuidgevel stelpost bestemd voor vergroting/verbreding
1
fl.
2.500,00
1
fl.
2.500,00
sp / 2500
won
mogelijk
S429
kweste van ontwerp, bij referentiewoningen al het
onwaarschijnlijk
(e.g fl. 1.900,- / m.g. fl. 3.000,-)
maak het realiseren van meerdere S418
toelichting
stelpost; werkelijke kosten sterk ontwerp- en
pas in het ontwerp geintegreerde S417
opmerking
referentiewoningen; feitelijke meerkosten sterk afhankelijk van woningontwerp; bij ruimere woningen geen meerkosten (eg en mg: fl. 2.500,-)
1
fl.
630,00
1
fl.
630,00
fl.
630,00
won
1
fl.
270,00
1
nvt
fl.
270,00
won
1
fl.
-
1
fl.
-
nvt
fl.
-
26
fl.
892,00
pm
fl.
won
34,00
m2
mogelijk alleen bij grote woningen met veel opp. per kamer, dan echter geen meerkosten
referentie is 4-kamerwoning -> 5 stuks extra wcd + 1 extra aansluitpunt CAI en PTT
3 stuks armaturen; aansluiten op installatie woningen; bergingen gesitueerd aan het achterpad
afhankelijk van bewoners
losliggende dakbedekking inclusief ballastlaag van grind
overlap met S444b
bijlage II - 20 / 21
code
kdl
S444b
-
S444c
-
S445
-
S451
-
omschrijving maatregel
gebruik als bedekking platdak: APP en/of SBS gemodificeerd bitumen
gebruik als bedekking platdak: PVC (conform S071)
plaats een regenton
gebruik thermostatische mengkraan voor de douche
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
vast
hh EG
fl. EG
hh MG
fl. MG
e.h.-prijs
e.h.
opmerking
toelichting
losliggende dakbedekking inclusief ballastlaag van
nvt
fl.
-
26
fl.
-
nihil
m2
nvt
fl.
-
26
fl.
-
nihil
m2
1
fl.
120,00
nvt
fl.
-
fl.
120,00
st
obv geintegreerde regenton in hemelwaterafvoer
1
fl.
173,00
1
fl.
173,00
fl.
173,00
st
referentie is tweegreeps mengkraan
grind
losliggende dakbedekking inclusief ballastlaag van grind
overlap met S444b
bijlage II - 21 / 21
code
overlap omschrijving maatregel
fl eg
fl mg
gebruik HR-glas in alle verwarmde ruimten
Ø
+
242
284
gevel met isolatiewaarde Rc >= 3,0 m2.K/W - bispouwblad steen
Ø
+
260
230
dak met isolatiewaarde Rc >= 3,0 m2.K/W
Ø
+
350
80
max
gevel met isolatiewaarde Rc >= 3,0 m2.K/W - bispouwblad hout
Ø
+
190
130
S014 S013b
geregistreerd
min
S016 S013a
vast/variabel
S383
tref waterbesparende voorzieningen
Ø
+
160
160
S012
begane grondvloer met isolatiewaarde Rc >= 3,0 m2.K/W
Ø
+
180
104
S039
gebruik CV/warmwatertoestel met lage NOx-emissie
Ø
+
110
110
S423
pas standaard deuren met een hoogte van 2,115 meter toe
Ø
+
107
94
S378
breng individuele watermeters aan bij laagbouw- en gestapelde woningen
Ø
+
-
200
plaats een brievenbus met verhoogde tochtwering - tweetraps tochtwering met borstel
Ø
+
70
70
S048
gebruik voor collectieve verlichting: hoogrendement HF armaturen
Ø
+
-
131
S075
gebruik niet-constructief beton met 20% beton- of menggranulaat als grindvervanger
Ø
+
110
5
S038
isoleer de leidingen voor warm tapwater volledig
Ø
+
70
35 -
S020c
mid
plaats een brievenbus met verhoogde tochtwering - buitenbus aan de gevel
Ø
+
80
EP 1,3
Ø
+
-
-
plaats een brievenbus met verhoogde tochtwering - klep met veer en rubberafsluiting
Ø
+
-
-
S024
pas individuele meting van energieverbruik voor verwarming en warmtapwater toe
Ø
+
-
-
S034
breng geen standaardvoorziening aan ten behoeve van open haard
Ø
+
-
-
S040
gebruik een cv/warmwatertoestel met hoog rendement (HR-ketel)
Ø
+
-
-
S066
gebruik voor gipstoepassingen binnen de woning: rogips of natuurgips
Ø
+
-
-
S071
indien PVC gebruikt wordt: gebruik gerecycled PVC of PVC met hergebruik garantie
Ø
+
-
-
S170
stem materiaalkeuze buitenkozijnen af op risicoklasse
Ø
+
-
-
S252a
gebruik als elatsische kit: siliconenkit of polysulfidekit
Ø
+
-
-
S252b
gebruik als elastisch-plastische kit: watergedragen acrylaatkit
Ø
+
-
-
S370
scheid het bouwafval in vijf fracties
Ø
+
-
-
S424
pas standaard kozijnen met een vrije doorgang van minimaal 0,85 meter toe
Ø
+
-
-
S430
stem afmetingen en technische inrichting liften af op gebruik door mindervaliden
Ø
+
-
-
S441
zorg voor daglichttoetreding in trappenhuis in meergezinswoningen
Ø
+
-
-
laat behang weg
Ø
+
- 680
- 620
S020a
max
S002 S020b
S315a
min
min
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
bijlage I - 2 / 8
code
overlap omschrijving maatregel
vast/variabel
geregistreerd
fl eg
fl mg
S399
voorzie in een ruimte voor plaatsing afvalcontainers
Ø
-
280
-
S074
gebruik constructief beton met 20% beton- of menggranulaat als grindvervanger
Ø
-
68
151
S443
lever duidelijke gebruikaanwijzing mee (onderhoud, bediening installaties)
Ø
-
100
100
S021
voer vloersparingen en -aansluitingen in begane grondvloer luchtdicht uit
Ø
-
-
-
S022
isoleer kruipluik en zorg voor goede afdichting
Ø
-
-
-
S032
maak woningontwerp geschikt voor actief gebruik zonne-energie
Ø
-
-
-
S042
isoleer cv-leidingen in onverwarmde ruimten
Ø
-
-
-
S064
stem de duurzaamheidsklasse van hout en de evt verduurzaming af op de beoogde toepassing
Ø
-
-
-
S065
gebruik geen producten met (H)CFK's
Ø
-
-
-
S067
gebruik geen loodmenie
Ø
-
-
-
S069
gebruik geen verduurzaamde staalproducten in droog binnenmilieu
Ø
-
-
-
S073
gebruik portlandvliegascemment en/of hoogovencement waar dit technisch mogelijk is
Ø
-
-
-
S081
gebruik bij totale houtverduurzaming producten met KOMO kwaliteitsverklaring
Ø
-
-
-
S163
vervaardig waterkerende aansluiting tpv kozijnen van DPC-folie
Ø
-
-
-
S208
maak puibekleding met vernieuwbare grondstof of van materiaal met hergebruikgarantie
Ø
-
-
-
S211
gebruik voor binnentrap (steektrap,trap met kwart) in woning: naaldhout
Ø
-
-
-
S212
gebruik voor buitentrap: prefab beton (conform (S074) of staal
Ø
-
-
-
S218
maak traphek/-leuning binnen (gemeenschappelijke verkeersruimten) van staal, hout (conform S063)
Ø
-
-
-
S219
maak traphek/-leuning binnen (in woning) van hout (conform S063/S064)
Ø
-
-
-
S221
maak balustrades buiten van staal, aluminium of hout (conform S063)
Ø
-
-
-
gebruik papierbehang
Ø
-
-
-
gebruik uitsluitend spaanplaat met KOMO-attest
Ø
-
-
-
S315b S414
max
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
bijlage I - 3 / 8
code
overlap omschrijving maatregel
vast/variabel
geregistreerd
fl eg
fl mg
S017
pas rolluiken toe
O
+
4.660
7.500
S033
plaats een zonneboiler
O
+
3.300
3.300
materiaalkeuze niet-dragende binnenwanden: kalkzandsteen amstelformaat
O
+
3.038
3.159
S011a
zet galerij dicht met enkel glas
O
+
-
5.460
S420
stem het ontwerp van toilet en badruimte af op mogelijke aanpassing voor mindervaliden
O
+
2.250
1.250
S409b
+
1.920
1.868
S146d
max
gebruik deuren met verbeterde geluidsisolatie
O
S146b
mid1
materiaalkeuze niet-dragende binnenwanden: kalkzandsteenmetselblokken M100/240 (behangklaar)
O
+
1.605
1.669
S146c
mid2
materiaalkeuze niet-dragende binnenwanden: kalkzandsteenlijmblokken L100/198 (behangklaar)
O
+
1.605
1.669
S409a
gebruik scheidingswanden met verbeterde geluidsisolatie
O
+
1.605
1.669
S011b
zet loggia dicht met enkel glas
O
+
-
3.120
S011c
zet balkon dicht met enkel glas
O
+
-
3.120
S061
pas een dak met voldoende overstek toe
O
+
1.530
1.500
S009b
tochtportaal tuinzijde
O
+
2.330
-
S027
optimaliseer woningontwerp op daglichttoetreding en passief gebruik zonne-energie
O
+
500
1.000
gebruik houten binnenkozijnen (conform S063/S064)
O
+
712
757
gebruik raamdorpels bestaande uit: natuursteen
O
+
800
328
S009a
tochtportaal entreezijde
O
+
1.010
-
S008
bied voor ieder woningtype plattegrond met gesloten keuken aan
O
+
420
440
gebruik voor schilderwerk hout buiten: oplosmiddelarm verfsysteem
O
+
350
350
gebruik zo laagwaardig mogelijk materiaal als bodemafsluiting: schoon zand + PE-folie
O
+
380
220
pas ramen en deuren toe met verbeterde inbraakwerendheid
O
+
270
270
S183 S177b
max
S291 S086b
mid1
S437 S036
voorzie in een warmwateraansluiting voor wasmachine en vaatwasmachine
O
+
220
220
S339
gebruik voor waterleidingen binnen de woning: kunststof
O
+
220
220
gebruik HR-ventilatoren voor mechanische ventilatie
O
+
75
75
S177c
mid
gebruik raamdorpels bestaande uit: prefab beton
O
+
66
27
S323c
max
maak de hemelwaterafvoer van: PPC
O
+
8
4
S323b
mid
maak de hemelwaterafvoer van: PE
O
+
5
2
S003
EP 1,2
O
+
-
-
S007
pas geen open trap toe in de woonkamer
O
+
-
-
S019
pas verbeterde tochtwering toe bij kozijnaansluiting bewegende delen
O
+
-
-
S030
zorg voor daglichttoetreding in bergingsgangen meergezinswoningen
O
+
-
-
S031
plaats een verhoogd aandeel van het glasoppervlak dichtbij het plafond
O
+
-
-
S050
optimaliseer het ontwerp op leidinglengtes (meterkast, leidingkokers)
O
+
-
-
S063
gebruik bij voorkeur duurzaam geproduceerd hout
O
+
-
-
S072
hergebruik sloopmateriaal (als component)
O
+
-
-
S046
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
bijlage I - 4 / 8
code
overlap omschrijving maatregel
geregistreerd
fl eg
fl mg
gebruik zo laagwaardig mogelijk materiaal als bodemafsluiting: schoon zand
O
+
-
-
S112
gebruik waar mogelijk houten funderingspalen (evt met betonoplanger)
O
+
-
-
S116
gebruik als begane grondvloer boven een kruipruimte of onverwarmde ruimte een prefab systeemvloer
O
+
-
-
S132
gebruik voor buitengevel metselwerk of hout (conform S063/S064)
O
+
-
-
+
-
-
S086a
min
vast/variabel
S146a
min
materiaalkeuze niet-dragende binnenwanden: rogipsblokken (behangklaar)
O
S177a
min
gebruik raamdorpels bestaande uit: keramische tegels
O
+
-
-
S261
gebruik voor vloertegel-bevestiging: mortel of poederlijm op cementbasis
O
+
-
-
S269
werk badkamer- en toiletvloer met tegels af
O
+
-
-
S288
gebruik voor schilderwerk hout binnen: watergedragen acrylaatdispersieverf of watergedragen natuurverf
O
+
-
-
S318
pas bij voorkeur een onbeklede, buiten de gevel hangende , bakgoot toe
O
+
-
-
maak de hemelwaterafvoer van: PVC
O
+
-
-
S389
baseer het bouwplan op een gesloten grondbalans
O
+
-
-
S411i
beperk installatiegeluid: kunststof waterleiding
O
+
-
-
S425
gebruik rechte steektrap of trap met één kwart, maatvoering afgestemd op plaatsing van traplift
O
+
-
-
S323a
min
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
bijlage I - 5 / 8
code
overlap omschrijving maatregel
vast/variabel
geregistreerd
fl eg
fl mg
pas een woningscheidende constructie met verbeterde geluidsisolatie toe
O
-
1.540
3.800
S418
onw
maak het realiseren van meerdere woonprogramma's binnen eenzelfde casco mogelijk
O
-
2.500
2.500
S417
onw
pas in het ontwerp geintegreerde buitenzonwering toe bij intensief gebruik passieve zonne-energie
O
-
1.900
3.000
S117b
max
indien het casco-bouwsysteem het toelaat, pas als niet scheidende verdiepingsvloer toe: houten vloeren
O
-
3.750
-
S385
onw
gebruik een toilet met een waterverbruik van 4 l/spoeling
O
-
1.500
1.000
plaats installaties en trappenhuizen binnen 'geluidskern'
O
-
2.400
-
voorzie in extra wandcontactdozen voor elektriciteit/CAI/PTT
O
-
630
630
maak de dakgoot van: hout met EPDM-bekleding
O
-
1.200
-
pas een laag temperatuur verwarmingssysteem toe
O
-
650
500
S407
S408 S429 S332c
max
S037
voer ramen uit in hardglas
O
-
680
450
S444a
max
gebruik als bedekking platdak: EPDM
O
-
-
892
S154a
onw
houten binnenspouwblad, vulling cellulose
O
-
324
342
S401
neem een GFT-afvalvoorziening in de keuken op
O
-
310
310
S154b
dooskap, vulling cellulose
O
-
600
-
S371
scheid het bouwafval in zoveel mogelijk fracties
O
-
300
300
S411c
beperk installatiegeluid: plaatsing demper tussen unit en aansluitende kanalen
O
-
225
225
S267
pas een dekvloer van rogips (anhydrietvloer) toe
O
-
206
166
S451
gebruik thermostatische mengkraan voor de douche
O
-
173
173
S354
beperkt het gebruik van eenmalig verpakkingsmaterialen
O
-
150
150
S436
zorg voor voldoende verlichting van achterpaden, bij voor- en achterdeur
O
-
270
-
S035
maak brede vensterbanken boven radiatoren
O
-
65
70
S053
S445
plaats een regenton
O
-
120
-
S411g
beperk installatiegeluid: aanbrengen van geluidsabsorberende afwerking om standleiding
O
-
56
56
S404
plaats een compostbak in de tuin
O
-
80
23
S411a
beperk installatiegeluid: geluidarme ventilatie-unit
O
-
49
49
S411d
beperk installatiegeluid: ventilatie-armaturen met een lage ruis-produktie
O
-
45
45
maak de dakgoot van: polyester
O
-
89
-
streef naar 'kit-arme' detaillering beglazingssysteem
O
-
40
40
S332a
mid
S369
voorzie in nestelgelegenheid voor gierzwaluwen
O
-
25
50
S366a
mid2
leg platdakbedekking los van onderliggende constructie: glasvlies + PVC-folie, losliggend
O
-
-
69
S239a
max
gebruik bij natte ruimten dorpels van: natuursteen af, 40*60 mm, gezoet
O
-
32
32
S026
pas beheer op afstand toe (telebeheer) bij blokverwarming
O
-
-
-
S029
neem overdekte wasdroogruimte op in of bij de woning
O
-
-
-
S041
sluit woning aan op een warmtedistributienet
O
-
-
-
S051
pas geprefabriceerde producten toe
O
-
-
-
S393
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
bijlage I - 6 / 8
code
overlap omschrijving maatregel
vast/variabel
geregistreerd
fl eg
fl mg
S054
beperk de hoeveelheid en onderhoudsfrequentie van schilderwerk
O
-
-
-
S055
bepaal de layout en afwerking van keuken, badkamer, toilet in overleg met bewoner
O
-
-
-
S056
maak verbindingen bereikbaar en demontabel
O
-
-
-
S060
stem dakvorm af op ruimtebehoefte en woningindeling
O
-
-
-
S062
stem dakvorm en maatvoering van hellende daken af op het gebruik van standaard hulpstukken
O
-
-
-
S076
gebruik bekistingsolie en smeerolie op plantaardige basis; gebruik deze producten zuinig
O
-
-
-
indien casco-bouwsysteem toelaat: voorgespannen systeemvloer als niet scheidende verdiepingsvloer
O
-
-
-
gebruik als waterkerende aansluiting dak/gevel: EPDM of gewapend bitumen/PIB
O
-
-
-
S117a
min
S164 S193a
min
gebruik als binnendeur: (standaard eisen) hardboard met kartonnen honingraatvulling
O
-
-
-
S193b
max
gebruik als binnendeur: (verzwaarde eisen) massief spanplaat, mulitplex, hout (conform S063/S064)
O
-
-
-
S195
laat onderdorpels bij binnendeuren weg of vervaardig ze van hout (conform S063/S064)
O
-
-
-
S225
laat stalen trappen en balustraden poedercoaten
O
-
-
-
S237
gebruik voor kiezelbakken, uitlopen en dergelijke producten met een beperkte emissie naar regenwater
O
-
-
-
gebruik bij natte ruimten dorpels van: keramische tegels
O
-
-
-
S248a
gebruik als naadafdichting: PE-rolband of EPDM-rubber
O
-
-
-
S248b
gebruik als kierdichting bij raam/deuraansluiting: EPDM- of EPT-rubber
O
-
-
-
S257
gebruik voor pleisterwerk rogips of kalkmortel
O
-
-
-
S265
gebruik voor wandtegel-bevestiging: poederlijm op cementbasis of mortel
O
-
-
-
S278
gebruik als beplating voor wand-/plafond-systemen: rogipsvezelplaat of rogipskartonplaat
O
-
-
-
S296
gebruik voor voorbehandeling op steenachtige ondergrond: watergedragen voorstrijk- of impregneermiddel
O
-
-
-
S300
gebruik als muurverf buiten en binnen: minerale verf of watergedragen acrylaatdispersieverf
O
-
-
-
S353
stem maatvoering af op handelsmaten
O
-
-
-
S239b
min
S366b
mid1
leg platdakbedekking los van onderliggende constructie: glasvlies + PVC-folie, mechanisch bevestigd
O
-
-
-
S366c
max
leg platdakbedekking los van onderliggende constructie: EPDM, losliggend
O
-
-
-
S366d
min
leg platdakbedekking los van onderliggende constructie: bitumineus, losliggend
O
-
-
-
S367
gebruik bij houten kozijnen een (half)droog beglazingssysteem
O
-
-
-
S384
beperk de leidinglengte tussen warmwatertoestel en keuken/badkamer
O
-
-
-
S392
neem bestaand groen op in ontwerp woonomgeving; bescherm dit groen tijdens de bouw
O
-
-
-
S395c
mid2
maak tuinafscherming/privacyschermen door middel van: onbehandeld zachthout
O
-
-
-
S395d
max
maak tuinafscherming/privacyschermen door middel van: perkoenpaaltjes van onbehandeld zachthout
O
-
-
-
S396
pas een milieuvriendelijke beschoeiing en vegetatie langs oevers toe
O
-
-
-
S400
zorg voor een directe relatie tussen keuken en opstelplaats minicontainers
O
-
-
-
S411b
beperk installatiegeluid: ventilatiekanalen van voldoende diameter en gladde wand
O
-
-
-
S411e
beperk installatiegeluid: standleiding binnenriolering niet laten grenzen aan woon-/slaapkamer
O
-
-
-
S411f
beperk installatiegeluid: vermijden van haakse aansluitingen op standleidingen riolering
O
-
-
-
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
bijlage I - 7 / 8
code
overlap omschrijving maatregel
vast/variabel
geregistreerd
fl eg
fl mg
S411h
beperk installatiegeluid: geruisarm toiletreservoir
O
-
-
-
S411j
beperk installatiegeluid: toilet tegen wand die niet grenst aan woon-/slaapkamer
O
-
-
-
S411k
beperk installatiegeluid: toiletruimten binnen geluidskern
O
-
-
-
S442
gebruik de speciale wensen van toekomstige bewoners bij het ontwerp
O
-
-
-
-
-
-
-
-
S444b
min
gebruik als bedekking platdak: APP en/of SBS gemodificeerd bitumen
O
S444c
mid
gebruik als bedekking platdak: PVC (conform S071)
O
-
S395a
mid1
maak tuinafscherming/privacyschermen door middel van: coniferen
O
-
- 86
- 11
S395b
min
maak tuinafscherming/privacyschermen door middel van: gevlochten scherm
O
-
- 105
- 14
S332b
min
maak de dakgoot van: PVC (conform S071)
O
-
- 166
-
S098a
max
pas waar mogelijk halfverharding toe: schelpen incl zandbed
O
-
- 330
- 50
beperk de hoeveelheid verhard (bestraat) oppervlak
O
-
- 490
- 140
S098b
max
pas waar mogelijk halfverharding toe: houtsnippers incl zandbed
O
-
- 620
- 90
S098c
min
pas waar mogelijk halfverharding toe: alleen zand
O
-
- 660
- 95
benut berging als (onverwarmde) thermische buffer
O
-
- 880
-
S390
S006
Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen
bijlage I - 8 / 8