1 De regering Rutte van VVD en PvdA berust op kiezersbedrog. De VVD behaalde veel stemmen door belastingverlaging en behoud van de volledige hypotheekrente aftrek te beloven. Beide beloften zijn gebroken. De PvdA ging de verkiezingen in met lijsttrekker Samsom. Op deze hebben velen gestemd omdat zij in hem een enthousiaste en sympathieke regeringsleider zagen. Ook zij kwamen bedrogen uit, niet Samsom werd premier of vicepremier maar de relatief onbekende Asscher, die nooit zoveel stemmen voor de PvdA had kunnen krijgen. Verder beloofde de PvdA een sterker en socialer Nederland. Het tegenovergestelde komt echter steeds dichter bij de waarheid! Dubbel kiezersbedrog dus. Onderdeel van de Nederlandse politiek, zullen velen zeggen. Ons land is aangewezen op coalitie regeringen, zullen zij zeggen, en om een coalitie regering te vormen moeten alle partners noodzakelijkerwijs water in de wijn te doen. Onzin, coalitieregeringen zijn geen natuurwet, ook niet in ons land. Coalitieregeringen stammen uit de tijd dat ons land hopeloos onderling verdeeld was door de verzuiling. Wat wij voor de toekomst nodig hebben is een nieuwe midden partij die bij de volgende 2de Kamer verkiezingen met een duidelijk en aantrekkelijk programma dat ook na de verkiezingen niet gewijzigd wordt, een doorslaggevende overwinning zal behalen. Indien dit bewaarheid wordt, dan kan een stabiele regering gevormd worden die dit programma zonder mankeren uit zal voeren. De visieloze lastenverzwaringspolitiek van de huidige regering brengt de economie van ons land naar de afgrond. De koopkracht van de bevolking wordt voortdurend uitgehold door steeds nieuwe lastenverzwaringen en onvoldoende aanpassing van de inkomens aan de inflatie. Het regeerakkoord van VVD en PvdA voorziet een pakket van 16 miljard euro aan bezuinigingen en lasten verzwaringen. Hier komen nog eens minimaal 5 miljard euro aan nieuwe lasten bij als gevolg van het woonakkoord (1,7 miljard euro) en pensioenakkoord (3 miljard euro). Deze zogenaamde 'bezuinigingen' zijn niets anders dan verkapte belastingverhogingen! Inkomensafhankelijke huurverhogingen dienen om de staatskas te spekken en het grootste deel van de pensioenpremieverlaging gaat naar de belasting. Deze verkapte belastingverhogingen (ver)hinderen als zodanig het noodzakelijk economisch herstel. Uit een recente studie van de Nederlandsche Bank blijkt dat het beschikbare huishoudinkomen (de koopkracht van de burger) van 54% van het nationale inkomen (bbp) in 1992 is gedaald naar 45% in 2012. Het is dus hoogst noodzakelijk om de koopkracht van de bevolking weer te herstellen. De verslechtering van de economische toestand vertaalt zich in een stagnerende woningmarkt waarin huizen slechts zeer moeizaam tegen dalende prijzen verkocht worden of helemaal niet. Verder is ook de aanschaf van duurzame goederen zoals auto's spectaculair gedaald. Dit betekent dat een groot deel van de bevolking moeite heeft om met zijn door de inflatie uitgeholde inkomen rond te komen. Ons land staat niet langer in de top 5 van de meest competitieve landen van het World Economic
2 Forum. We zijn gezakt naar plaats 8 na Duitsland, Finland, Zweden, Zwitserland en de V.S. Dit is te wijten aan de inflexibele arbeidsmarkt, de bureaucratie, de belastingdruk en het gebrek aan innovatie. Maar vooral kunnen bedrijven maar moeilijk lenen bij de banken. Onze economie heeft zodoende vier hoofdproblemen: de bevolking heeft te weinig koopkracht. een hoge en stijgende werkloosheid. een kredietcrisis, dat wil zeggen de banken lenen te weinig uit tegen een te hoge rente. de huizenmarkt is ingestort. Deze vier negatieve factoren versterken elkaar onderling en leiden tot een neerwaartse spiraal in de economie. In korte tijd zijn er meer dan 100 000 werklozen bijgekomen en het einde is nog niet in zicht. Wat doet de regering Rutte in die situatie: de regering wacht - zonder duidelijke toekomstgerichte keuzes te maken- een herstel van de wereld economie af, hetgeen -zo hoopt de regering- ook zal leiden tot volledig herstel van onze economie. Dit passief afwachten is niet voldoende. Het herstel van de wereldeconomie zal nooit dusdanig zijn dat daardoor alle huisgemaakte problemen van onze economie opgelost worden. Is dit alles onafwendbaar en wordt dit veroorzaakt door de algemene economische crisis, zoals de regering beweert? Driemaal nee: een andere en betere weg is wel degelijk mogelijk. Ik heb dan ook het initiatief genomen om een nieuwe politieke partij op te richten, de VOORUITGANGSPARTIJ, die zich prioritair ten doel stelt om de economie fors te doen groeien waardoor de economie weer banen zal creëren in plaats van vernietigen en dit zonder het milieu verder te schaden. Daarnaast is ons doel om een aantal dringende maatschappelijke problemen aan te pakken die de politiek al veel te lang voor zich uitschuift, zoals criminaliteit en immigratie. Tenslotte is ons doel de levenskwaliteit van de bevolking sterk te verbeteren en de overheid en de maatschappij te moderniseren. De naam VOORUITGANGSPARTIJ is bewust gekozen om ons te onderscheiden van andere partijen zoals de VVD en de PvdA en gedoogpartner D66 die de slechte economische politiek van de regering steunen. Deze partijen kunnen dus beter als stilstands- of achteruitgangs-partijen gekwalificeerd worden. We moeten in plaats van voortdurend de belasting verhogen, nieuwe schulden maken en verder wachten op betere tijden een actieve politiek voeren ter stimulering van de economie. Dit is precies wat wij als Vooruitgangspartij voorstellen, namelijk: een forse koopkracht verhoging voor de midden en lagere inkomens door een belastingverlaging van 15 miljard euro en een verhoging van de AOW met 2 miljard euro. meer werkgelegenheid door een ambitieus meerjarig investeringsprogramma van 13 miljard euro in de bouw, de industrie, de (informatie) technologie, het midden- en kleinbedrijf en in alternatieve energie. maatregelen ter verbetering van de kredietverlening met name door verlaging van de hypotheekrente. maatregelen ter bevordering van het eigen huisbezit.
3 Hiermee zal de economie veel eerder en sterker uit de recessie komen dan bij voortzetting van de slechte economische politiek van de regering Rutte en dit zonder het milieu te schaden of de overheidsfinanciën verder te belasten. Om onze doelstellingen te bereiken stellen wij de volgende actiepunten voor:
1. Belastingverlaging en goedkoper eigen-huis bezit: 150 euro netto per maand extra tot een inkomen van 60 000 euro bruto per jaar, hetgeen neer komt op ca 15% netto meer per maand bij het minimumloon, op ca 8% meer bij het modale inkomen van 35 000 euro en op ca 5% netto meer bij 60 000 euro. 100 euro netto per maand extra voor inkomens tussen de 60 000 en 70 000 euro bruto per jaar en met 50 euro netto per maand extra voor inkomens tussen 70 000 en 75 000 euro bruto per jaar. verlaging van de hypotheekrente: een half % renteverlaging levert bij een hypotheek van 250 000 euro al 100 euro per maand op! volledige hypotheekrente-aftrek. afschaffing van de overdrachtsbelasting voor het eerste huis. staatsgarantie (onder voorwaarden) voor nieuwe hypotheken tot 400 000 euro voor het eerste huis. onbeperkte schenkingsvrijheid binnen de familie voor hypotheekaflossing. boetevrije aflossing van hypotheken. een spaar en hypotheekbank ter ondersteuning van de woningmarkt. geen inkomens-afhankelijke huurverhogingen en in principe geen huurverhogingen die hoger zijn dan de inflatie behalve bij renovatie of woningverbetering.
2. Meer koopkracht voor gepensioneerden: 100 euro netto per maand extra per echtpaar voor mensen met alleen AOW of AOW aangevuld door een klein pensioen. 75 euro netto per maand extra per echtpaar voor mensen met AOW aangevuld door een gemiddeld pensioen of andere inkomsten die niet hoger zijn dan de AOW zelf. 75 euro netto per maand extra voor alleenstaande AOW'ers zonder of met klein aanvullend pensioen en 55 euro netto per maand extra bij gemiddeld aanvullend pensioen. 65 jaar als leeftijdsgrens voor recht op AOW. geen AOW meer voor mensen die dit staatspensioen gezien hun overige (zeer) ruime inkomen niet nodig hebben. keuze mogelijkheid tussen hogere AOW of aanvullend bedrijfspensioen. geen korting op de ambtenarenpensioenen door 100% staatsgarantie waartegenover de staat de activa van het ambtenaren pensioenfonds (ABP) overneemt.
3. Minimumloon, zzp'ers, studenten en kinderbijslag: netto minimumloon altijd hoger dan bijstand: werken moet lonen! sociale zekerheid voor zzp'ers gelijkwaardig aan werknemers waar nodig. studieloon onder voorwaarden in plaats van studieleningen. dubbele kinderbijslag voor 1-ouder gezinnen en gezinnen met een minimum inkomen maar kinderbijslag voortaan beperkt tot de eerste 3 kinderen per gezin.
4 4. Meer werkgelegenheid door een nieuwe economische politiek: meer werkgelegenheid door een ambitieus meerjarig investeringsprogramma in de bouw (300 000 betaalbare woningen meer met permanente verlaging van de BTW naar 6%) in toekomstgerichte innovatieve bedrijven in de industrie, de (informatie) technologie, het midden en kleinbedrijf en in alternatieve energie. meer werkgelegenheid door een substantieel EU investerings- programma. einde aan de ongebreidelde privatisering. staatsbezit van de grote commerciële banken, verzekerings- en energie- infrastructuur bedrijven, met name door overnames tegen beurskoers; minimaal bij banken: afsplitsing risicovolle activiteiten zoals investment banking en deelname in hedge funds in een aparte zakenbank. een nieuwe EU politiek voor de steun aan de euro-crisislanden die uitsluitend voor rekening en verantwoording van de EU komt waarbij de noodzakelijke sanering van de economie van die landen, inclusief staatsschuld- en bankensanering, gegarandeerd wordt en waarbij een mogelijk vertrek uit de euro niet langer als taboe geldt. geen 4-euro lonen maar vrij verkeer van goed geschoolde en normaal betaalde werknemers binnen de EU. een fair trade policy met derde landen in plaats van de onbeperkte mondialisering. hulp aan zelfhulp of projecthulp in plaats van de huidige ongerichte en ongecontroleerde ontwikkelingshulp. minder subsidies. 5. Eerlijke lastenverdeling: eerlijke verdeling van de belastingdruk over alle inkomens en winsten. 1% solidariteitsbelasting op de vermogens boven de 100 miljoen euro. tegengaan van belastingontwijking en zwarte economie. afschaffen gebruik van belastingparadijzen, allereerst binnen de EU. beëindigen van de belastingconcurrentie tussen de lidstaten van de EU. belastingvrijstelling van 3 jaar voor nieuwe ondernemingen. sterke vereenvoudiging van het belastingrecht. 6. Minder CO² uitstoot door een nieuwe energie en mobiliteits-politiek: stopzetten van de export van aardgas en uitsluitend binnenlands verbruik van de resterende gasvoorraad (door staatsexploitatie) voor elektriciteitsproductie, mobiliteit en verwarming. aardgas in plaats van sterk vervuilende kolen (kolen gestookte energiecentrales) en de dure olie (wegverkeer). minstens 50% hernieuwbare energie zoals zon, wind, bio en waterenergie binnen 10 jaar. geen schaliegaswinning door gevaarlijke en milieuvervuilende methodes. schadevergoeding bij schade veroorzaakt door aardgaswinning. een moderne mobiliteitspolitiek door het massaal gebruik van niet of weinig vervuilende auto's op aardgas of elektra zonder extra kosten voor de consument. 6 of -waar nodig- 8- of 10- baans snelwegen, met een uniforme snelheidslimiet van 130 km/per uur behalve rondom steden (100 km /u). meer vrachtvervoer over het water en per spoor. belastingheffing op vrachtwagens zoals in Duitsland (maut); efficiënt openbaar vervoer.
5 7. Immigratiestop met weinig uitzonderingen: toepassing van de universele mensenrechten in individuele gevallen. immigranten met een eigen zaak of met bijzondere kwalificaties. EU immigranten die een normaal betaalde baan zoeken waarvoor zij de nodige opleiding / ervaring bezitten. betere integratie van de hier reeds aanwezige immigranten hetgeen zich vertaalt in meer werkparticipatie en minder bijstand.
8. Strenger strafrecht en meer veiligheid: effectieve minimum gevangenisstraffen bij ernstige misdrijven. langdurige verwijdering uit de maatschappij van gevaarlijke en gewoonte misdadigers door opsluiting zonder TBS. de minister van justitie bepaalt voortaan het vervolgingsbeleid en niet langer het OM. het recht op zelfverdediging wordt gewaarborgd. de politie houdt zich prioritair bezig met misdaadbestrijding en de veiligheid op straat. 9. Betere levenskwaliteit: 4,5-daagse werkweek met behoud van de wekelijkse arbeidsduur. 300 000 aantrekkelijke en betaalbare woningen méér. betaalbare en beschikbare gezondheidszorg en kinderopvang. ruimhartige onkosten vergoeding voor vrijwilligers in de zorg. gezond voedsel: minder welvaartsziektes. bevordering van de sport met name door de jeugd. vrij toegankelijke natuurgebieden. goede behandeling van (slacht)dieren. sterke verbetering van de consumenten bescherming. effectieve bescherming van de privacy en het betalingsverkeer in het internet. meer informatie en cultuur op de televisie met name toneelstukken in de landstaal. 10. Beter bestuur: schrappen van alle onnodige staatsuitgaven en overbodige overheidsdiensten of bestuurslagen. geen Eerste Kamer en geen Provincies. rechtstreeks gekozen minister president die de regering vormt, de vakministers benoemt en verantwoordelijk is voor het gehele regeringsbeleid. gekozen burgemeesters. instellingen met publieke doelstellingen zoals zelfstandige bestuursorganen (ZBO's) en woningcorporaties komen onder rechtstreeks toezicht van de voor deze materie bevoegde minister teneinde misbruik, slecht management en overdreven salariëring te voorkomen. volledige scheiding van kerk en staat. geen apart islamrecht voor Islamieten.
6 Punt 1: meer koopkracht door belastingverlaging en gemakkelijker eigen-huis bezit. Ons eerste voorstel is een forse koopkrachtverbetering door lastenverlaging (belasting en sociale lasten) met 150 euro netto per maand voor inkomens tot 60 000 euro bruto per jaar. Om de overgang tussen een belastingverlaging van 150 euro netto per maand en geen belastingverlaging niet te abrupt te laten verlopen, dient voor inkomens tussen de 60 000 euro en de 70 000 euro bruto per jaar een belastingverlaging van 100 euro netto per maand te gelden en voor inkomens tot 75 000 euro bruto per jaar een belastingverlaging van 50 euro netto per maand. De meeste mensen in ons land hebben een inkomen dat niet hoger is dan 60 000 euro per jaar. Van deze mensen en van hun bestedingspatroon hangt het voor een groot deel af of de economie goed of slecht draait. Door de midden en lagere inkomens (flink) te verhogen wordt tegelijkertijd de economie door toename van de bestedingen ook krachtig gestimuleerd. Dat een koopkrachtverbetering broodnodig is blijkt uit het feit dat de koopkracht van de bevolking (het aandeel van de huishoudens in het nationale inkomen) fors gedaald is in vergelijking met twintig jaar geleden. Voor het minimumloon van 19 000 euro bruto per jaar (inclusief vakantiegeld) betekent 150 euro netto meer per maand ca 15% netto meer, voor het modale inkomen van ca 35 000 euro bruto ca 8% netto meer en voor een inkomen van 60 000 euro bruto nog altijd ca 5% netto meer ! Verhoging van de midden en lagere inkomens door middel van belastingverlaging betekent natuurlijk minder loon- en inkomstenbelasting voor de staat. De beroepsbevolking omvat ca 9 miljoen man inclusief zelfstandigen en werklozen, waarbij ca 1 miljoen meer dan 60 à 70 000 euro per jaar verdient. De maximale kosten van deze belastingverlaging zullen dan 14 à 15 miljard euro bedragen. (150 euro x 12 maanden = 1800 euro per jaar x ca 8 miljoen man) Indien ons staatsbudget in evenwicht zou zijn (geen verschil tussen uitgaven en inkomsten), dan zou deze belastingverlaging, zonder op de overige staatsuitgaven te korten, in overeenstemming met de E.U. norm van 3% van het bbp voor het maximale budget tekort gefinancierd kunnen worden. Het tekort benadert of overschrijdt de laatste jaren zelfs de 3%, zodat we naar alternatieve financieringsbronnen moeten zoeken. We kunnen er gerust van uitgaan dat minstens 5% van alle overheids uitgaven verspild worden, hetzij door nutteloze uitgaven als zodanig, hetzij door overbodige overheidsdiensten en bestuurslagen in stand te houden. Hierop kan sterk bespaard worden zonder de economie te belasten. De Nederlandse economie levert ca. 610 miljard euro per jaar op. De staat ontvangt hiervan ongeveer 240 miljard euro in de vorm van belastingen, waartegenover +- 260 miljard euro aan uitgaven staan. De voorgestelde belastingverlaging kost de staat, zoals gezegd, maximaal ca 15 miljard euro per jaar. Indien 5% van de totale staatsuitgaven verspild worden, dan wordt 5% van 260 miljard ofwel 13 miljard euro jaarlijks verspild, hetgeen het leeuwendeel van de door ons voorgestelde belastingverlaging dekt. Ongerichte ontwikkelings- of rampenhulp zonder controle op de besteding van de middelen is weggegooid geld. Denk maar eens aan al het geld voor Haïti, dat nooit ten behoeve van de door de aardbeving getroffen bevolking is besteed, maar door corruptie en inefficiëntie verloren is gegaan. Ontwikkelingshulp die niet project-gebonden is en die niet strak gecontroleerd wordt, wordt vaak verspild. Dit is veelal het geval met ontwikkelingssteun betaald via multilaterale organisaties, zoals
7 de Verenigde Naties of via NGO's (non governmental organisations). Voorbeelden van volledig of grotendeels overbodige (semi) overheidsdiensten of bestuurslagen zijn er vele, denk maar aan de Provincies, de Eerste Kamer, de Raad van State of de bedrijfs- en productschappen. Een ander voorbeeld: De Nederlandsche Bank heeft het grootste deel van haar kerntaken verloren door overdracht van de monetaire taak en het toezicht op de banken aan de Europese Centrale Bank. Toch heeft de Nederlandsche Bank nog evenveel personeel, zo niet meer, als voor die tijd. Nog een ander voorbeeld: De diplomatieke dienst heeft vele ambassades in tal van landen met overeenkomstig goed betaald personeel dat een groot deel van zijn taken heeft verloren daar die taken deels rechtstreeks waargenomen (kunnen) worden door de ministeries in Den Haag en deels overgenomen worden door de diplomatieke dienst van de Europese Unie. Bovendien kan door samenwerking met bevriende landen een verregaande rationalisering worden doorgevoerd en dubbelfuncties worden vermeden. (gezamenlijk ambassades) Voorbeelden van verspilling van overheidsgeld zijn er dus te over. Deze voorbeelden van mogelijke besparingen door geheel of grotendeels overbodig geworden overheidsdiensten en bestuurslagen in te krimpen of geheel af te schaffen, is uiteraard niet uitputtend. Andere belangrijkere besparingen, met name in 'dure' sectoren zoals gezondheidszorg en sociale zaken, zijn uiteraard eveneens mogelijk en noodzakelijk. Aan de andere kant moeten we vaststellen dat de belastingen voornamelijk drukken op de inkomens uit arbeid hetzij in de vorm van loon- en inkomstenbelasting hetzij in de vorm van BTW en accijnzen. De bedrijfswinsten van grote bedrijven en de hoge inkomens uit vermogen kunnen de belastingdruk voor een groot deel ontgaan door belasting trucs. Het voorbeeld van Starbucks is nu algemeen bekend: deze internationale koffiehuis-keten heeft haar hoofdkantoor via Luxemburg in een belastingparadijs in de Caraïben gevestigd. Zodoende betaalt Starbucks in Luxemburg maar weinig of geen belasting omdat de bruto winst sterk verminderd wordt door een forse royalty betaling aan het hoofdkantoor dat gevestigd is in een belastingparadijs in de Caraïben. Gevolg van een en ander is dat dit bedrijf dat miljarden winst maakt, daadwerkelijk maar heel weinig belasting betaalt. Andere voorbeelden van hetzelfde fenomeen zijn volgens Lux Leaks: Amazon, Google, Apple, Ikea, Heinz, Disney, Skype, Telecom Italia, Volkswagen, Deutsche Bank en last but not least : ABN Amrobank !! Soortgelijke belastingtrucs worden hier te lande zonder twijfel eveneens toegepast ten gunste van de grote bedrijfswinsten en de hoge inkomens uit vermogen. Het is onlangs bekend geworden dat, indien de allerrijkste mensen in Griekenland slechts de helft van de belasting zouden betalen die zij nu ontwijken door belastingtrucs, dat in dat geval het gat in de Griekse begroting volledig gedicht zou zijn. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat het in ons land wezenlijk beter gesteld is.
8 Belastingverlaging voor de midden en lagere inkomens kan dus tenminste gedeeltelijk gefinancierd worden door hogere belastingopbrengsten op grote bedrijfswinsten van met name multinationals, door eliminatie van belasting trucs en het gebruik van belastingparadijzen. De volledige renteaftrek voor hypotheken dient behouden te blijven. Zonder deze renteaftrek blijft de huizenmarkt geblokkeerd en worden de jonge huishoudens opgezadeld met de lasten van een onroerend goed 'bubbel' van het verleden, die mede veroorzaakt is door een bewuste schaarste politiek: te weinig bouw of vernieuwbouw van aantrekkelijke woningen tegen betaalbare prijzen. Bij ca anderhalf miljoen van de Nederlandse huishoudens overtreft de restschuld van de hypotheek de waarde van het huis. Om deze mensen tegemoet te komen en meer in het algemeen om het eigen huizenbezit te bevorderen dient de hypotheekrente te worden verlaagd. Het is de officiële politiek van de Europese centrale bank (ECB) om de economie van de EU door goedkope kredieten te reactiveren. Hiertoe stelt de ECB nagenoeg onbeperkt krediet aan de commerciële banken ter beschikking tegen vrijwel 0 procent rente. De banken maken echter onvoldoende gebruik van deze mogelijkheid om goedkope leningen te verstrekken en houden hun debetrente onveranderd te hoog. Om de ECB politiek in ons land in de praktijk om te zetten dient dus met name de hypotheekrente te worden verlaagd, hetgeen de regering als enig eigenaar / aandeelhouder van de 'staats' banken ABN Amrobank en de SNS Reaalbank voor deze banken geheel autonoom kan besluiten. De overige banken moeten dan wel volgen of genoegen nemen met een kleiner marktaandeel. De banken leenden voor de kredietcrisis te veel en te gemakkelijk uit voor hypotheken; nu te weinig en te restrictief. Dit draagt niet alleen bij tot stagnatie op de woningmarkt maar is deels ook oorzaak van de dalende prijzen. Dit op zijn beurt remt de consumptieve bestedingen van de huiseigenaren die vaak in een negatieve vermogenspositie zijn geraakt. Indien de hypotheekrente met slechts een half procent verlaagd wordt dan betekent dit bijvoorbeeld bij een hypotheek van 250 000 euro een rentelast verlaging met 1250 euro per jaar of ruim 100 euro per maand. Tezamen met de overige door ons voorgestelde maatregelen maakt een dergelijke renteverlaging de financiering van het eigen huis (veel) gemakkelijker, waardoor zowel de economie van ons land als de doelstelling van de ECB van goedkope(re) kredieten gediend worden. Tegelijkertijd dient het onbeperkt mogelijk te zijn kapitaal door schenking binnen de familie over te dragen voor aflossing op hypotheekschuld en dient vervroegde aflossing van een hypotheek boetevrij te zijn. Voorts dient de overdrachtsbelasting die als rem op de koopwoningmarkt en de nodige mobiliteit fungeert, voor het eerste huis afgeschaft te worden. Verder kan voor het eerste huis een algemene staatsgarantie (onder voorwaarden) voor nieuwe hypotheken tot een bedrag van 400 000 euro ingevoerd worden. Voor de economie in zijn geheel betekent een verlaging van de hypotheekrente met een half procent een bonus van 3,3 miljard euro (half procent van de totale hypotheekschuld van 670 miljard euro), die niet als dood kapitaal aan de reserves van de banken toegevoegd wordt. Deze 3,3 miljard euro zal in dit geval als voor besteding beschikbaar geld zowel de koopkracht van de huishoudens als de winstgevendheid van bedrijven aanzienlijk verhogen. Een omgekeerd negatief fenomeen als bij leningen doet zich voor bij spaarders: Spaarders ontvangen momenteel een rente die lager is dan de inflatie.
9 Het totale spaarbedrag van de Nederlandse huishoudens bedraagt ca 330 miljard euro en het totale schuldbedrag voor hypotheken ca 670 miljard euro. Indien de nieuw op te richten spaar- en hypotheekbank een (groot) gedeelte van dit spaarbedrag door betere voorwaarden kan aantrekken om vervolgens tegen een geringe opslag uit te lenen voor nieuwe hypotheken, dan kan zowel het probleem van de te lage rentevergoeding voor spaarders als het probleem van de kredietcrisis bij de hypotheekverstrekking opgelost worden, zeker als de rentevergoeding voor spaarders onbelast blijft. Huurverhogingen moeten niet inkomens-afhankelijk zijn maar dienen uitsluitend bepaald te worden door het huurgenot en dus voor een zelfde huurwoning gelijk te zijn. Huurverhogingen dienen in principe niet hoger te zijn dan de inflatie, behalve bij renovatie of reële woningverbetering.
Punt 2: meer koopkracht voor gepensioneerden. Verhoging van de AOW met 100 euro netto per maand voor mensen met alleen AOW of AOW met een klein pensioen is niets anders dan sociale rechtvaardigheid. Een verhoging van de AOW met 100 euro netto houdt voor een echtpaar met alleen AOW een netto verhoging van ca 7% in! Voor mensen met AOW aangevuld door een gemiddeld pensioen of andere inkomsten die niet hoger zijn dan de AOW zelf, kan dan een verhoging van 75 euro netto per maand gelden. Een overeenkomstige aanpassing moet gelden voor alleenstaande AOW'ers. Wij weten dat de armen onder de bevolking precies in de groep van de AOW'ers zonder belangrijke extra inkomsten te vinden zijn, met name onder diegenen die ook nog huur moeten betalen. Deze verhoging van de AOW kan budget-neutraal gebeuren en zonder de AOW bijdragen te verhogen. Hiertoe is een simpele ingreep voldoende. Circa 5% tot 10% van allen die nu AOW ontvangen hebben dit staatspensioen domweg niet nodig, omdat zij ofwel een ruim pensioen uit andere bron genieten, ofwel omdat zij anderszins over een ruim inkomen beschikken, bijvoorbeeld uit verhuur, uit bedrijf of andere kapitaal opbrengsten. Door de AOW voor deze mensen af te schaffen, schept men voldoende budgettaire ruimte voor een verhoging van de AOW voor diegenen die het echt nodig hebben. Verhoging van de AOW leeftijdsgrens van 65 jaar is contraproductief en dus onverantwoord, zolang de werkloosheid, met name onder de jeugd, veel te hoog is. Korting op de ambtenaren pensioenen kan voortaan vermeden worden indien de staat voor de toekomst 100% uitbetaling van de ambtenaren pensioenen garandeert, waartegenover de staat dan de activa (het opgespaarde kapitaal) van het ambtenaren pensioenfonds (ABP) overneemt. Dit kan als volgt gerealiseerd worden: Het opgespaarde kapitaal van het ambtenaren pensioenfonds bedraagt volgens het ABP ca 290 miljard euro en de jaarlijkse beheerskosten 0,64% van dit kapitaal, hetgeen overeenkomt met maar liefst 1,8 miljard euro per jaar. Indien de staat de activa en passiva van het ABP overneemt en de activa voor andere doeleinden dan de ambtenarenpensioenen gebruikt, dan zullen uiteraard deze
10 buitensporige beheerskosten van 1,8 miljard euro vervallen. Voor de betaling van de ambtenarenpensioenen komt bij overname van het kapitaal van het ABP door de staat de volledige 8,9 miljard euro aan pensioenbijdragen beschikbaar zonder vermindering door beheerskosten of door bijdragen voor aanvulling van dit kapitaal bij tegenvallende beleggingsresultaten. De pensioenbijdragen van de ambtenaren en de staat zijn dan meer dan voldoende voor de ambtenarenpensioenen, omdat door het ABP niet meer dan 8,5 miljard euro aan pensioenen wordt uitgekeerd ! Bij een 'pay as you go' systeem zoals de AOW, is het voldoende dat de ambtenaren pensioenpremies jaarlijks de pensioenuitkeringen dekken, dat wil zeggen in ons voorbeeld ca 9 miljard euro aan bijdragen tegen ca 8,5 miljard euro aan uitkeringen. Er dienen dan uiteraard wel garanties te komen dat de pensioenpremies niet besteed zullen worden voor een ander doel dan waarvoor zij geïnd worden en dat de pensioenpremies ook de toekomstige pensioenaanspraken dekken. Het is ook zo dat in onze buurlanden de ambtenarenpensioenen jaarlijks uit het staatsbudget betaald worden en niet via deze extra kosten met zich mee brengende uiterst inefficiënte pensioenfonds constructie. Deze directe betaling via het staatsbudget heeft in onze buurlanden nooit tot specifieke problemen geleid. Hoe onhoudbaar de situatie bij het ABP eigenlijk is toont het volgende rekensommetje aan:
totaal aan jaarlijkse pensioenpremies: af beheerskosten over het vermogen: resteert: af pensioenen:
structureel tekort:
8,9 miljard euro 1,8 miljard euro (20% van het premie totaal!) _____________ 7,1 miljard euro 8,5 miljard euro _____________ – 1,4 miljard euro
De staatsschuld op zijn beurt bedraagt ca 470 miljard euro ofwel ca 80% van het nationale inkomen en de staat betaalt hierover ca 9 miljard euro aan rente per jaar. Indien 100 miljard euro van het kapitaal van het ABP aangewend wordt om de staatsschuld terug te brengen naar 60% van het nationale inkomen zoals afgesproken met de overige EU landen, dan wordt jaarlijks minimaal 2 miljard euro aan rente en 600 miljoen euro aan beheerskosten (1/3 van de beheerskosten van het kapitaal van het ambtenarenfonds) uitgespaard en dan blijft er nog 190 miljard euro van dit kapitaal over voor andere doeleinden. Het bovenstaande voorstel houdt een win-win situatie in voor zowel de ambtenaren als de staat. De ambtenaren krijgen zonder premieverhoging een 100% pensioengarantie; de staat daartegenover betaalt maar liefst 2,6 miljard euro minder aan rente en beheerskosten en houdt nog 190 miljard euro over voor andere doeleinden, zoals de noodzakelijke stimulering van de economie ! De noodzaak om de staatsschuld te verminderen is evident. De staatsschuld is immers van 260 miljard euro in 2007 naar 470 miljard euro gestegen in slechts vijf jaar. Sinds de bankencrisis in 2008 is de staatsschuld dus bijna verdubbeld! Tenslotte moeten diegenen die verplicht aangesloten zijn bij een bedrijfspensioenfonds, de
11 keuzemogelijkheid krijgen tussen een hogere AOW of een aanvullend bedrijfspensioen. Ingeval gekozen wordt voor een hogere AOW dan dient ook een overeenkomstige hogere AOW premie te worden betaald, waartegenover de bedrijfspensioenpremie vervalt.
Punt 3: minimumloon, zzp'ers, studenten en kinderbijslag. Het netto minimumloon moet altijd hoger zijn dan een sociale uitkering inclusief toeslagen: werken moet immers lonen. Indien dit niet zo is, dan ontstaat een perverse aanmoediging om zich tevreden te stellen met een uitkering in plaats van arbeidsinkomen te verwerven. Zelfstandigen (zzp'ers) dienen niet het slachtoffer te worden van gaten in het sociale vangnet. Zo nodig dienen zij dus ook door de sociale zekerheid gedekt te worden op een gelijkwaardige wijze als werknemers. Studieloon kan voortaan betaald worden aan die studenten die een opleiding volgen voor een beroep in een sector waar voldoende vraag naar gekwalificeerde mensen bestaat. (techniek onder andere) Studieloon moet in ieder geval beperkt worden tot die studenten die hun opleiding in de daarvoor voorziene tijdsduur met succes afronden. Studieleningen dienen zoveel mogelijk te worden vervangen door studieloon onder de genoemde voorwaarden. Hiermee, namelijk door onze studenten prioritair op te leiden voor beroepen waar veel werkgelegenheid bestaat, kunnen we tevens een beslissende bijdrage tot de oplossing van de jeugdwerkloosheid leveren. Het maatschappelijk nut van het studieloon zal onder die omstandigheden de uitgaven voor dit studieloon vele malen overtreffen. Ook de kosten / baten rekening zal positief uitvallen door vermindering van de jeugdwerkloosheid. Voorts gebiedt de sociale rechtvaardigheid om alleenstaande moeders of vaders en gezinnen met een minimuminkomen tegemoet te komen en dit kan eenvoudig door een verdubbeling van de kinderbijslag voor die mensen. Tenslotte dient de kinderbijslag voortaan beperkt te worden tot 3 kinderen per gezin daar enerzijds grotere gezinnen demografisch niet nodig zijn en anderzijds de moeders van deze gezinnen zo zeer belasten dat zij maar moeilijk aan het arbeidsproces kunnen deelnemen. Dit is vooral ongewenst bij allochtone vrouwen die zodoende volledig van de maatschappij worden afgeschermd en die zich zo nooit kunnen ontwikkelen tot geëmancipeerde en gelijkberechtigde medeburgers, zoals voor de daadwerkelijke integratie van de allochtonen noodzakelijk is.
Punt 4: meer werkgelegenheid door een nieuwe economische politiek. Allereerst een einde aan de ongelimiteerde staatssteun aan de financiële sector zowel op nationaal vlak als in EU verband. Vele banken hebben hun eigen vermogen of meer vergokt door te speculeren met Amerikaanse waardepapieren die voor een groot deel uit waardeloze Amerikaanse hypotheken bestonden. Toen het faillissement voor deze banken dreigde heeft de staat hen met miljarden euro's aan staatssteun overeind gehouden in plaats van de voor de deur staande koude sanering van de financiële sector in
12 goede banen te leiden, hetgeen weinig of niets had gekost. Hoe slecht de bankencrisis voor de economie en dus voor het staatsbudget en de staatsschuld uitgepakt heeft, blijkt uit het feit dat de staatsschuld sinds de bankencrisis in 2008 bijna verdubbeld is! Het steungeld voor de banken heeft de staat verkregen door schulden te maken en de belasting te verhogen. De staat heeft immers in principe slechts drie financieringsbronnen, namelijk belastingheffing, lenen en het drukken van (ongedekt) geld. De laatste mogelijkheid heeft de staat niet meer sinds de invoering van de euro. Blijft dus over: geld lenen en de belasting verhogen. Zowel geld lenen als de belasting verhogen belemmeren of verhinderen in de huidige omstandigheden het noodzakelijke economisch herstel. Ondertussen dienen diegenen die een banklening hebben voor hun huis of bedrijf en de spaarders de rekening van de mislukte speculatie van de banken te betalen. Diegenen die lenen betalen veel te veel rente. De banken kunnen ongelimiteerd lenen tegen 0,05 procent (!) bij de Europese Centrale Bank. Zij lenen echter op lange termijn uit tegen ca 4 procent. Voor kortlopend krediet worden zelfs rentes van 10% of meer in rekening gebracht Ca. 4% tot 10% marge voor banken is absurd en economisch gezien onverantwoord daar het de investeringen en de bestedingen remt. Een marge van maximaal 2 procent moet meer dan genoeg zijn voor een gezonde bank. De doelstelling die de goedkoop geld politiek van de ECB rechtvaardigt is de volgende: indien de banken, die zo goedkoop bij de centrale bank kunnen lenen, dit voordeel aan hun klanten doorgeven, dan komt de economie door deze goedkope kredieten weer op gang. Er is echter geen enkele garantie dat de banken dit rentevoordeel daadwerkelijk aan hun klanten doorgeven ! Om de goedkoop geld politiek van de ECB in de praktijk te realiseren, dienen er dan ook in dit opzicht waterdichte voorwaarden te gelden. Voorts ondersteunt de ECB de euro-crisislanden door het onbeperkt opkopen via commerciële banken van staatsleningen van deze landen zodra de rente op hun staatsleningen door speculatie of anderszins te hoog oploopt. Zo koopt de ECB bijvoorbeeld onbeperkt Grieks staatspapier zodra de rente boven een bepaald niveau dreigt te komen. Ook hier hangt uiteraard een prijskaartje aan, namelijk het renteverlies dat de ECB moet incasseren maar dat de speculanten wel te goede komt. Bovendien is er het levensgrote risico van toekomstige afwaardering van de Griekse staatsschuld, indien de Griekse regering de huidige door Brussel opgelegde spaarpolitiek zou verlaten. Dit zou naar alle waarschijnlijkheid op termijn leiden tot een gedwongen vertrek uit de euro en een afwaardering van de Griekse staatsschuld. Deze afboeking zou dan tenminste voor een groot deel ten laste van de ECB en de overblijvende eurolanden (waaronder ons land) gaan. Hetzelfde risico geldt uiteraard voor de overige euro-crisis landen. Ook de zogenaamde steunpakketten van de EU en de de EU lidstaten aan de euro-crisislanden (met name Griekenland, Spanje en Portugal) dienen grotendeels om wederom de banken te steunen. Deze steun wordt immers voornamelijk gebruikt voor het aflossen van eerdere bankleningen (vaak tegen zeer hoge rente) aan de crisis landen verstrekt door banken uit het noorden van Europa en niet om maatregelen ter stimulering van de economie van die landen te financieren. Deze politiek van de ECB verschuift de problemen naar de toekomst zonder duurzame oplossing en draagt bij tot het voortduren van de ernstige recessie in de euro-crisislanden, die zich ook ongunstig voor ons land uitwerkt (minder export mogelijkheden). Bovendien lijkt het voortdurend verlenen van nieuwe steun zonder duidelijke herstructurering van de economie van die landen en zonder schuldsanering neer te komen op het dichten van een bodemloze put.
13 Deze slechte economische politiek dient zo snel mogelijk beëindigd te worden. Het geld dat nu op EU vlak uitgegeven wordt aan steun aan (failliete) banken en aan steun aan euro-crisislanden zonder voorwaarden (opkopen van staatspapier door de ECB) of aan steun met onvoldoende voorwaarden (overige EU steun), moet voortaan besteed worden aan leningen met lage rente met waterdichte voorwaarden en garanties door de EU aan de euro-crisislanden. Zodoende kan de noodzakelijke sanering van de economie van de euro-crisislanden gegarandeerd worden, inclusief staatsschuld- en bankensanering. Zodoende zal ook de economie van die landen veel eerder uit de recessie komen. Het is de huidige regering die deze politiek van volledige verkwisting van overheidsgeld doorvoert en ondersteunt, zowel nationaal als in EU verband. Dit kan en moet anders en beter. De steunpolitiek aan euro-crisislanden dient voortaan uitsluitend voor rekening en verantwoording van de EU te komen, waarbij een eventueel vertrek uit de euro van een of meer euro-crisislanden niet langer als taboe geldt. De VOORUITGANGSPARTIJ stelt voor dat alle grote commerciële banken en verzekeringsmaatschappijen voortaan in staatsbezit komen, zoals nu al het geval is met de ABN AmroBank en de SNS-Reaalbank. Dit stelt bij afdoende overheidstoezicht het betalingsverkeer en de banktegoeden veilig en sluit een toekomstige bankencrisis in ons land voortaan uit. Deze zogenaamde systeembanken dienen zich dan wel te onthouden van riskante activiteiten, zoals investment banking, deelname aan hedgefunds en andere speculatieve activiteiten. Dit zou eenvoudig kunnen gebeuren door het onderbrengen van investment banking en soortgelijke activiteiten in een aparte zakenbank, die dan geen staatsgarantie krijgt. Indien alle grote commerciële banken in staatseigendom komen, dan kan voor alle doeleinden op betere voorwaarden geleend worden aan bedrijven en aan particulieren, daar het eigen vermogen van de banken dan niet op kosten van de klanten van de bank aangevuld behoeft te worden, maar eenvoudig vervangen kan worden door een staatsgarantie voor alle schulden van deze banken, zoals deze garantie thans de facto reeds geldt voor de 'staats' banken ABN Amrobank en SNS Reaalbank. Zodoende kan tevens de kredietcrisis (grotendeels) opgelost worden: de banken lenen immers op dit moment minder uit en tegen slechtere voorwaarden dan noodzakelijk is voor het herstel van de economie. Ook de grote bedrijven in de infrastructuur en de energiesector dienen om een coherente toekomstgerichte politiek te kunnen voeren voortaan in staatsbezit te komen. De staat zal bovendien op die wijze extra inkomsten verwerven waardoor de belasting in de toekomst nog meer verlaagd kan worden. Gerichte investeringen in de woningbouw hebben een zeer gunstig stimuleringseffect op de economie. De ervaring leert dat de bouw één van de trekkers van de economie bij uitstek is. Hiertoe stellen wij een grootschalig nieuwbouw en renovatieprogramma met een duur van 10 jaar van in totaal 300 000 woningen met permanente verlaging van de BTW voor de bouw en vernieuwbouw naar 6% voor. Hetzelfde als voor de bouw kan gelden voor toekomst gerichte investeringen in kansrijke bedrijven in de industrie, de (informatie) technologie en het midden- en kleinbedrijf en in de alternatieve energiesector. Met de groei van deze bedrijven zal onze economie en de werkgelegenheid meegroeien.
14 Ons land heeft een groot potentieel aan goed opgeleide (jonge) mensen. Voor de ontwikkeling van nieuwe (informatie) technologieën zijn dergelijke mensen broodnodig en we dienen dan ook in deze nieuwe technologieën en andere veelbelovende innovaties op industrieel vlak te investeren. Tenslotte dient een daadwerkelijk vrij verkeer van (goed gekwalificeerde en normaal betaalde) werknemers binnen de EU gerealiseerd te worden vooraleer men werknemers van buiten de EU aantrekt. Zo wordt geschat dat Duitsland door de demografische ontwikkeling een vijfde van zijn bevolking zal verliezen tegen 2060. Om het effect van deze bevolkingsvermindering op te vangen voor de economische activiteit, schat men dat Duitsland op korte – middellange termijn (vanaf 2020) meer dan 1,5 miljoen goed opgeleide buitenlandse werknemers nodig zal hebben. Deze nieuwe werknemers moeten om voor de hand liggende redenen bij voorkeur uit andere EU landen komen (zoals ons land), zoals het EU verdrag overigens voorschrijft. Het zou natuurlijk absurd zijn indien in Duitsland goed betaalde jobs niet gevuld zouden worden of door werknemers uit derde landen, terwijl in andere EU landen (zoals ons land) de werkloosheid, ook onder goed opgeleiden, veel te hoog is. Ook op EU niveau dient een ambitieus investeringsprogramma gerealiseerd te worden met name om de economie van de probleem landen in de EU weer vlot te trekken. Onbeperkte mondialisering leidt tot banenverlies door verplaatsing van de productie naar landen buiten de EU zonder dat daar enige compensatie tegenover staat. Deze blinde mondialisering politiek dient vervangen te worden door een meer selectieve fair-trade policy, die zowel in het belang van de betrokken derde landen als van ons land is. Ongerichte ontwikkelingshulp dient zo veel mogelijk te worden vervangen door een passende fairtrade policy die deze doelstelling recht doet of door gerichte projecthulp. We dienen hulp aan zelfhulp te verstrekken en niet structureel ongezonde situaties mee te financieren of corruptie in de hand te werken. Ook op subsidies kan sterk bespaard worden. Een subsidie dient een uitzonderlijke maatregel te zijn die door een bijzonder groot maatschappelijk nut gerechtvaardigd wordt. Vele subsidies, die misschien ooit aan dit criterium voldeden, doen dit allang niet meer.
Punt 5: eerlijke lastenverdeling over de inkomens en winsten. Een eerlijke lastenverdeling door een eerlijke verdeling van de belastingdruk over alle inkomens en winsten is broodnodig voor de sociale rechtvaardigheid en het zeker stellen van de financiering van de staat op lange termijn. Op dit moment worden inkomens uit arbeid immers overmatig belast in verhouding tot andere inkomens. Deze maatregelen leveren alleen maar geld op. Het belastingrecht dient zodanig hervormd te worden dat het ontwijken van belasting over hier te lande verdiend geld onmogelijk wordt. Het gebruik van belastingparadijzen dient onmogelijk gemaakt te worden. Belasting ontwijking door belastingtrucs kan bijvoorbeeld voor bedrijven geneutraliseerd worden door de hier te lande behaalde winst van de desbetreffende bedrijven met een bronbelasting te belasten, die verrekend kan worden indien het bedrijf in een ander OECD land een normale winstbelasting betaalt. Zodoende kan men zowel de belastingheffing in eigen land als de eerlijke
15 concurrentie verhoudingen ten opzichte van concurrenten, die wel normaal belasting betalen, veilig stellen. Voor het tegengaan van de zwarte economie dienen gelijkaardige maatregelen getroffen te worden als voor belastingontwijking. Als een effectieve maatregel tegen zwartwerk kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een algemeen laag BTW tarief voor diensten aan particulieren. Zwart geld wordt voor een groot deel gecreëerd door betalingen in het zwart door particulieren aan bedrijven teneinde de rekening te verlagen. Door de BTW op diensten aan particulieren aanzienlijk te verlagen kunnen we 2 vliegen in 1 klap slaan. De vermeerderde belastingopbrengst zal in dit geval een veelvoud bedragen van de nu verloren belasting bij voortzetting van het huidige systeem. Voorts dient een einde gemaakt te worden aan de onzalige belastingconcurrentie tussen de EU lidstaten, waarbij deze tegen elkaar opbieden met de laagste belasting voor bedrijven en daarmee bijdragen aan de budgettaire problemen in andere EU landen. Bedrijfswinsten dienen op gelijkwaardige wijze te worden belast als inkomens uit arbeid. Conservatief geschat gaat door belastingtrucs en zwarte economie de belasting over minimaal 30 miljard euro verloren (5% van het nationale inkomen). Indien dit zo is, dan bedraagt het belastingverlies ca 5 miljard euro (15 à 20% aan niet betaalde belasting over 30 miljard euro). De meest vermogende families in ons land bezitten vermogens boven de 100 miljoen euro. Een solidariteitsbelasting van 1% over deze vermogens zal reeds meer dan 1 miljard euro extra belasting opleveren! Ook onze Koninklijke familie behoort tot deze meest vermogende groep maar is krachtens de grondwet vrijgesteld van belasting. Op dit punt is onze grondwet -die al 200 jaar oud is- duidelijk verouderd en beantwoordt deze niet meer aan moderne opvattingen en verhoudingen. Wij stellen voor dat de Koninklijke familie voortaan belasting gaat betalen, zoals de Engelse Koninklijke familie dit ook doet. Om het opstarten van nieuwe ondernemingen gemakkelijker te maken, dienen deze nieuwe ondernemingen voor drie jaar vrijgesteld te worden van belasting. Tenslotte dient het belastingrecht sterk vereenvoudigd te worden, waardoor de belastingheffing efficiënter en dus goedkoper wordt.
Punt 6: nieuwe energiepolitiek met minder vervuiling. We moeten allereerst de export van ons aardgas stop zetten. De resterende aardgasvoorraad dient voortaan uitsluitend voor binnenlands verbruik (energieopwekking, mobiliteit en verwarming) te worden ingezet. Zodoende kunnen we de dure olie en de sterk vervuilende kolen vervangen door aardgas. Het gebruik van kolen voor elektriciteitsopwekking dient onmiddellijk beëindigd te worden. We moeten immers om dwingende redenen de milieuvervuiling verminderen, maar uiteraard niet vermeerderen! De aardgas exportpolitiek van de vorige regeringen heeft ons land maar weinig opgeleverd: het
16 aardgas werd vaak te goedkoop geëxporteerd en in plaats daarvan werd dure olie geïmporteerd. Dit is het paard achter de wagen spannen! De staat dient voortaan de resterende aardgasvoorraad te exploiteren en dit zowel voor energieopwekking voor mobiliteit als voor verwarming. Vooral het massaal gebruik van aardgas voor mobiliteit ( aardgas auto's) zal de staat veel grotere baten opleveren dan voortzetting van de huidige export politiek. De zogenaamde aardgasbaten (de ca 9 miljard euro die de huidige export politiek opleveren) zullen in dit geval met ca 2,5 miljard euro stijgen. Het is technisch zonder meer mogelijk om benzine auto's te laten rijden op aardgas, waarbij de vervuiling gering is en dit zonder noemenswaardig verlies aan prestaties en bovendien met slechts 2/3de van het verbruik van benzine. Indien wij voortaan aardgas gebruiken voor mobiliteit in plaats van benzine, dan kunnen wij niet alleen het gebruik van eindige grondstoffen maar ook onze aardolie import drastisch verminderen. Het eerste is goed voor de CO² uitstoot en het tweede is goed voor de staatsportemonnee en de betalingsbalans. Indien aan de pomp 1 kilo aardgas evenveel zou kosten als 1,5 liter benzine, hetgeen voor de consument niets uitmaakt daar aardgas 1,5x het rendement heeft van benzine, dan stijgen de belastingontvangsten over de brandstof met minimaal 2,5 miljard euro! Om het rijden op aardgas financieel aantrekkelijk te maken dient de belasting bij aanschaf van deze auto's te worden verlaagd om de meerprijs ten opzichte van gewone benzineauto's te neutraliseren. Voor bestaande benzine auto's dient een ombouw subsidie te worden verstrekt. Voorts dient het gebruik van elektrische auto's op gelijkaardige wijze als dat van aardgasauto's te worden gestimuleerd. Voor vrachtwagens dient vervolgens een belasting op het daadwerkelijk gebruik van de snelwegen te worden ingevoerd naar Duits model (maut). Zodoende is er een direct verband tussen gebruik en wegenaanleg en onderhoud. Verder dienen de snelwegen minimaal 6-baans te zijn en dient op nog bestaande 4-baans snelwegen een absoluut inhaal verbod voor vrachtwagens en autobussen te gelden. In die omstandigheden kan een uniforme snelheidsbeperking van 130 kilometer behalve rond de steden (100 km/u) toegepast worden, zoals in Frankrijk en Duitsland. Naast het gebruik van aardgas, dient het gebruik van 'groene energie' uit hernieuwbare energiebronnen zoals zon, wind, en waterenergie te worden gestimuleerd. Momenteel is slechts 4% van alle energie die in ons land wordt verbruikt duurzaam en milieuvriendelijk. We moeten er voor zorgen dat dit percentage binnen 10 jaar stijgt naar 50% of meer ! In Duitsland wordt reeds een veelvoud (in verhouding tot ons land) van alle energie duurzaam geproduceerd en de nieuwe energietechnologieën hebben vele duizenden nieuwe (toekomst) jobs opgeleverd ! Het is thans technisch mogelijk gas (schaliegas) te winnen uit diep in de aarde gelegen steenlagen. Echter de methodes die daarbij gebruikt worden leiden vaak tot vervuiling van het grondwater en daarmee het drinkwater en veroorzaken grondverzakkingen en aardbevingen. Zolang er geen betere en milieuvriendelijke methodes zijn om schaliegas te winnen, is deze wijze van gaswinning onaanvaardbaar zeker in dichtbevolkte gebieden. Tenslotte dient schade veroorzaakt door aardgaswinning voortaan zonder meer vergoed te worden.
17 Punt 7: immigratiestop. De meerderheid van de bevolking staat achter maatregelen ter beperking van de immigratie. Bovendien hebben we geen kansloze laaggeschoolde immigranten nodig in tijden van economische crisis met hoge werkloosheid en toenemende druk op de sociale voorzieningen. Illegale immigranten zonder inkomsten worden gemarginaliseerd in de samenleving en dreigen dan tot asociaal gedrag of erger te vervallen. Een uitzondering dient te worden gemaakt in individuele gevallen, voor zover de universele mensenrechten dit rechtvaardigen. Hoe dan ook gaat het hier om uitzonderingen en niet om de regel, zoals nu kennelijk de praktijk is. Een verdere uitzondering dient te worden gemaakt voor immigranten met een eigen zaak of met bijzondere kwalificaties en voor EU immigranten die een normaal betaalde baan hier te lande zoeken, waarvoor zij over de nodige opleiding / ervaring beschikken. Deze maatregelen ter beperking van de immigratie kosten niet alleen weinig of niets maar leveren juist geld op. Tenslotte dient de arbeidsparticipatie van de hier reeds aanwezige immigranten te worden bevorderd, waardoor het beroep op bijstand zal dalen.
Punt 8: strenger strafrecht met meer veiligheid. Een strenger strafrecht en meer veiligheid. . Het behoeft geen lang betoog dat -indien deze maatregel zoals verhoopt resulteert in minder misdaad- dit grote maatschappelijke kosten en veel menselijk leed zal uitsparen. Hoe dan ook zal een strenger strafrecht meer recht doen aan de slachtoffers van de misdaad en om die reden alleen al is de toepassing van een strenger strafrecht volledig gerechtvaardigd. Minimum effectieve gevangenisstraffen bij ernstige misdrijven die de rechter niet kan afzwakken, zijn een probaat middel. Voorts dienen ter bescherming van de maatschappij gevaarlijke en gewoonte misdadigers door opsluiting zonder TBS langdurig uit de maatschappij te worden verwijderd. Voortaan dient de minister van justitie als politiek verantwoordelijke en niet langer het openbaar ministerie het vervolgingsbeleid te bepalen. Het openbaar ministerie dient voortaan ondergeschikt te zijn aan de minister en niet als een deel van de onafhankelijke rechterlijke macht te gelden. Verder dient het recht op zelfverdediging bij misdadige overvallen en dergelijke te worden gewaarborgd. De politie dient zich tenslotte prioritair bezig te houden met misdaadbestrijding en de veiligheid op straat.
Punt 9: een betere levenskwaliteit. Een 4,5-daagse werkweek maakt het leven voor het werkende deel van de bevolking veel
18 aangenamer. Een 4,5-daagse werkweek kan ingevoerd worden zonder de wekelijkse arbeidsduur in te korten en zodoende zonder de concurrentiepositie van ons land aan te tasten. Zo kan bijvoorbeeld iedere volle werkdag een uur langer gewerkt worden om de arbeidsuren van de extra halve vrije dag op te vangen. Deze maatregel kost niets. Voorts dienen er 300 000 aantrekkelijke en betaalbare woningen meer gebouwd of gerenoveerd te worden. Hiertoe dient een ambitieus sloop en (vernieuw) bouw programma door de staat gefinancierd te worden. Oudere woningen die niet meer aan de eisen van deze tijd voldoen en die niet geschikt zijn voor renovatie dienen gesloopt te worden en vervangen door nieuwbouw. Andere oudere woningen kunnen dan gerenoveerd worden. De BTW op de woningbouw en renovatie dient permanent naar 6% verlaagd te worden. Betaalbare en beschikbare gezondheidszorg is van essentieel belang voor het behoud van de gezondheid en de kwaliteit van het leven. De gezondheidszorg dient door rationalisatie en meer efficiency zodanig te worden hervormd dat zij aan deze vereisten kan voldoen zonder kostenexplosie. Overdreven medicatie waarvan het medisch nut wetenschappelijk niet aantoonbaar is, dient te worden tegen gegaan. Tevens dienen dure patentmedicijnen zo veel mogelijk te worden vervangen door patentloze middelen met alleen werkzame stoffen. Het vrijwilligerswerk in de gezondheidszorg dient te worden gestimuleerd om zodoende met name ouderen in staat te stellen langer zelfstandig te wonen. Het onmisbare werk van deze vrijwilligers dient erkend te worden door een passende ruimhartige onkostenvergoeding. Kinderopvang dient op voldoende schaal beschikbaar te zijn tegen betaalbare prijzen. Dit is niet alleen in het belang van die vrouwen die het moederschap willen combineren met een baan maar tevens in het belang van de economie in het algemeen, zodat vrouwen met kinderen niet door gebrek aan kinderopvang verhinderd worden aan het arbeidsproces deel te nemen. Door de toenemende vergrijzing en het dalende aantal geboortes is het tevens in het algemeen belang dat vrouwen in de toekomst meer kinderen krijgen. Een van de maatregelen die dit kunnen bevorderen is het gemakkelijker te maken om een baan buitenshuis en het moederschap te combineren. Gezond voedsel is essentieel voor een gezond leven. Ongezond voedsel dat te vet of te zout is en te zoete (fris)drank dienen vervangen te worden door gezonde producten. Vervalsing van voedsel door toevoegen van schadelijke producten dient streng te worden bestraft. Te denken valt aan het diervoederbedrijf dat enige jaren geleden de voedselketen vervuilde door diervoedsel bereid met kankerverwekkende afgewerkte motorolie te verkopen. Dit bedrijf en zijn leiding bleven voor zover bekend straffeloos. Een vergelijkbare eveneens totaal verwerpelijke praktijk is het verkopen en toedienen van schadelijke medicijnen of hulpmiddelen aan patiënten. Een recent voorbeeld hiervan zijn de lekkende borstimplantaten die met voor de menselijke gezondheid gevaarlijke industrie siliconen gevuld bleken te zijn. Ook hier bleef een adequate reactie van de overheid uit. Een laatste voorbeeld betreft MP3-players en soortgelijke apparaten die het gehoor van een hele generatie dreigen te verpesten. Deze apparaten dienen zodanig aangepast te worden dat zij niet langer het gehoor kunnen beschadigen.
19
Verder dient sport in het bijzonder door de jeugd meer gestimuleerd te worden. Sporten is gezond en preventie is beter dan genezing. Natuurgebieden dienen voortaan vrij toegankelijk te zijn behalve gedurende de broedtijd van vogels en soortgelijke noodzakelijke beperkingen. De consument dient afdoende beschermd te worden tegen misbruik van de contractvrijheid (de kleine lettertjes) door duidelijke en afdwingbare overheidsregels met passende sancties en/of omkering van bewijslast (geen vrijblijvende gedragscodes en dergelijke). (Slacht)dieren moeten goed behandeld worden en de veehouderij dient zo veel mogelijk extensief te zijn. Excessief gebruik van antibiotica in de veeteelt is slecht voor de menselijke gezondheid en dient tot het aller noodzakelijkste beperkt of beëindigd te worden. Voorts dienen er transparante en afdwingbare regels te komen voor de bescherming van de privacy en het betalingsverkeer in het internet. Tenslotte dient de publieke omroep meer informatieve en cultuurprogramma's uit te zenden, met name toneelstukken in de landstaal.
Punt 10: beter bestuur. De regeringsleider en de burgemeesters dienen rechtstreeks gekozen te worden en politiek afgerekend te worden op hun gebrek aan succes, indien zij falen. Als rechtstreeks gekozen hoofd van de regering dient de minister-president voortaan de regering te vormen, de vakministers te benoemen en verantwoordelijk te zijn voor het gehele regeringsbeleid. Het huidige systeem waarbij de minister-president geen zeggenschap heeft over de regeringsvorming en het regeringsmandaat en weinig of geen zeggenschap heeft over zijn collega's, werkt niet en draagt bij tot de politieke verlamming, die ons huidige systeem kenmerkt. Coalitieregeringen zonder duidelijk politiek mandaat zijn krachteloos en raken verstrikt in hun onderlinge verdeeldheid, zoals de huidige regering Rutte overduidelijk bewijst. Rutte en zijn VVD zijn in principe bereid om de belasting te verlagen, zoals dat noodzakelijk is voor het economisch herstel, maar de PvdA verzet zich daar krachtig tegen. De PvdA wil immers de uitgaven voor zorg en uitkeringen niet in gevaar brengen door belastingverlaging. Rutte kan als regeringsleider zijn opvatting niet doorzetten daar hij niet over het nodige gezag krachtens een rechtstreeks mandaat van de kiezer beschikt. Een daadkrachtige regering met een duidelijk politiek mandaat kan slechts gevormd worden, indien de minister-president voortaan rechtstreeks wordt gekozen en zelf met de regeringsvorming wordt belast. Tegenover een dergelijke krachtige regering met een eigen politiek mandaat dient dan een krachtig parlement te staan dat voldoende tegenwicht kan vormen. Daartoe dient de Eerste Kamer te worden afgeschaft die in het huidige systeem vaak als een soort appèl instantie fungeert, waar de besluiten van de Tweede Kamer weer ongedaan gemaakt kunnen worden, vooral indien de politieke kleur van de Eerste Kamer afwijkt van die van de Tweede Kamer.
20 Versterking van de rol van de minister-president bij de regeringsvorming gaat niet ten koste van de positie van de Koning als staatshoofd. Integendeel een zodanig versterkte rol van de ministerpresident sluit naadloos aan bij de huidige staatsrechtspraktijk, waarbij het staatshoofd geen specifieke politieke taken bij de regeringsvorming uitoefent, zoals de keuze van de ministerpresident, de samenstelling van de regering en het politieke mandaat van die regering. Dit kan ook niet anders. Politieke keuzes maken houdt noodzakelijkerwijze in goede en verkeerde keuzes maken, waarvoor de politiek verantwoordelijke beloond of bestraft wordt bij de volgende verkiezingen. Dit is volgens het bestaande staatsrecht onmogelijk bij een erfelijk staatshoofd, die zijn mandaat niet ontleent aan verkiezingen en dus ook geen verantwoording af kan leggen tegenover een gekozen parlement. Burgemeesters in grote gemeentes dienen rechtstreeks gekozen te worden en in kleinere gemeentes door de gemeenteraad. Als dit het geval zal zijn, dan heeft ook de burgemeester een duidelijk politiek mandaat van de kiezer hetgeen bij (benoemde) ambtenaren uiteraard niet mogelijk is. Ambtenaren moeten worden benoemd en bevorderd op grond van bekwaamheid en prestaties en niet op grond van godsdienst, partij-lidmaatschap, afkomst, ras, sekse, seksuele voorkeur of andere irrelevante criteria. Godsdiensttwisten zijn oorzaak geweest van vele heilloze conflicten in het verleden. In de moslim wereld is dit nog steeds het geval, denk maar aan de voortdurende bloedige conflicten tussen Soennieten en Sjiieten in Irak, Syrië en Pakistan. Wij dienen dan ook een strikte scheiding tussen kerk en staat door te voeren. Godsdienst is een privé aangelegenheid en de staat dient zich daar buiten te houden. Dit houdt in dat de staat de vreedzame beleving van een godsdienst niets in de weg mag leggen, maar houdt ook in dat de staat geen enkele godsdienst mag bevorderen door subsidies of andere gunstmaatregelen. Tenslotte kunnen wij niet dulden dat bepaalde godsdienstige strekkingen een apart rechtsstelsel opeisen, zoals de Islamieten, waarbij hun onder andere veelwijverij zou zijn toegestaan. Dit is tegen een van de grondregels van onze maatschappij waarbij al sinds mensheugenis één man slechts één vrouw mag hebben en vice versa.
***
Hiermee biedt de VOORUITGANGSPARTIJ een coherent toekomstgericht alternatief voor de uitzichtloze lastenverzwaringspolitiek van de huidige regering en gedoogpartner D66. Ook de PVV, de SP en het CDA, die vooral aan symptoombestrijding doen, bieden de kiezers geen dergelijk geloofwaardig alternatief. De realisatie van onze tien actiepunten is mogelijk zonder het staatsbudget verder te belasten. Integendeel, wij stellen een aantal nieuwe inkomsten of reële besparingen voor die de extra uitgaven van onze voorstellen zullen evenaren. Allereerst stellen wij voor te snijden in het spek van de staat door het schrappen van alle nutteloze staatsuitgaven en het afschaffen van overbodige bestuurslagen zoals Provincies en het afschaffen
21 van of inkrimpen van alle totaal of grotendeels overbodige overheidsdiensten. De mogelijke besparingen zijn hier legio en kunnen doorgevoerd worden zonder de economie sterk te belasten, zoals juist wel het geval is bij de zogenaamde 'bezuinigingen' van de regering Rutte. Hier kan minimaal 5% van het totaal aan staatsuitgaven ofwel 13 miljard euro bespaard worden. De belastingdruk treft onevenredig de werkende bevolking en laat de grote bedrijfswinsten van met name multinationals grotendeels buiten schot. Door belastingtrucs af te schaffen, is het mogelijk zeker te stellen dat belasting wordt betaald over iedere euro die hier te lande wordt verdiend. Ook wat betreft de zwarte economie kan een vergelijkbaar resultaat worden bereikt. Een en ander zal naar verwachting minimaal 5 miljard euro aan nieuwe belastingontvangsten opleveren. Indien de staat de ambtenarenpensioenen voortaan rechtstreeks uit het jaarlijkse staatsbudget betaalt en daarvoor een 100% pensioengarantie aan de ambtenaren geeft, dan kan de staat het vermogen van het ambtenarenpensioenfonds (ABP) van ca 290 miljard euro voor andere doeleinden gebruiken. Hiermee kan de staat de staatsschuld van ca 470 miljard euro terugbrengen naar 60% van het bbp ofwel 370 miljard euro zoals afgesproken met de overige EU landen. Dit houdt in een staatsschuld reductie met 100 miljard euro waarmee de staat jaarlijks minimaal 2 miljard euro aan rente en een half miljard euro aan beheerskosten uitspaart. Na deze gedeeltelijke aflossing van de staatsschuld blijft er nog ca 190 miljard euro van het kapitaal van het ABP over voor maatregelen ter stimulering van de economie zoals door ons voorgesteld. Het massaal gebruik van aardgas voor alle energiebehoeften van ons land, inclusief voor mobiliteit (aardgasauto's) zal de staat naar verwachting jaarlijks 2,5 miljard euro aan extra inkomsten opleveren. Een solidariteitsbelasting van slechts 1% over de vermogens boven de 100 miljoen euro zal meer dan 1 miljard euro opleveren. Een ecotax op vrachtwagens (maut) zal rekening houdend met de ervaring in Duitsland ca 1 miljard euro opleveren. In totaal zullen de nieuwe belastinginkomsten / de verminderde uitgaven jaarlijks in totaal ca 25 miljard euro bedragen. Met deze nieuwe inkomsten en met het restkapitaal van het ambtenaren pensioenfonds kunnen wij rekeninghoudend met het feit dat de belastingverlaging zoals door ons voorgesteld gedeeltelijk zelf financierend is- een tienjarig stimuleringsprogramma van de economie financieren van 30 miljard euro per jaar ofwel ca 5% van het bbp hetgeen voldoende moet zijn om de economie fors te doen groeien en de werkgelegenheid sterk te verbeteren. Verlaging van de hypotheekrente met slechts een half % levert een bonus van 3,3 miljard euro voor de gehele economie op, hetgeen zowel de koopkracht van de huishoudens als de winst van bedrijven aanzienlijk verhoogt.
***
22 Resumé nieuwe inkomsten / minder uitgaven voor de staat: 1. schrappen van nutteloze uitgaven en afschaffen van overbodige bestuurslagen / overheidsdiensten minimaal 5% van de staatsuitgaven = 5% x 260 miljard euro =
13 miljard euro
2. meer directe belasting door eerlijke lastenverdeling en door tegengaan belastingontwijking en zwarte economie:
5 miljard euro
3. extra inkomsten door gebruik van aardgas voor mobiliteit:
2,5 miljard euro
4. rente en beheerskosten uitgespaard door aflossing op de staatsschuld:
2,5 miljard euro
5. 1% solidariteitsbelasting over vermogens boven de 100 miljoen euro:
1 miljard euro
6. ecotax / maut op vrachtwagens:
1 miljard euro + _____________ +
25 miljard euro
De belastingverlaging voor de midden- en lagere inkomens zoals door ons voorgesteld, zal naar schatting maximaal 15 miljard euro kosten bij een beroepsbevolking van ca 9 miljoen man inclusief zelfstandigen en werklozen (150 euro x 12 = 1800 euro per jaar x 9 miljoen man minus +- 1 miljoen man met een inkomen > 60 à 70 000 euro per jaar). De AOW verhoging die wij voorstellen zal naar schatting ca 2 miljard euro kosten. Deze kosten kunnen (voor het leeuwendeel) gefinancierd worden door de afschaffing van de AOW voor diegenen, die dit staatspensioen , gezien hun overige ruime inkomen in het geheel niet nodig hebben (minimaal 5% van het totaal aan AOW gerechtigden). Per saldo zal deze maatregel de staat dus weinig of niets kosten. De forse koopkrachtverbetering van +-17 miljard euro die wij zodoende voorstellen (15 miljard euro voor belastingverlaging voor de midden- en lagere inkomens en ca 2 miljard euro voor de verhoging van de AOW) zal zich naar verwachting voor het leeuwendeel vertalen in hogere consumentenuitgaven. Van deze extra consumentenuitgaven van ca 17 miljard euro vloeit dus het BTW aandeel van 21% voor het grootste deel vrijwel onmiddellijk terug in de staatskas, hetgeen ca 2,5 miljard euro aan extra BTW ontvangsten op zal leveren. Het overblijvend bedrag van ca 14 miljard euro vormt extra omzet van bedrijven waarover inkomsten- of vennootschapsbelasting betaald moet worden. Deze extra belasting zal naar schatting minimaal nog eens een half miljard euro opleveren. In totaal levert deze stimulans van de economie dus op korte termijn ca 3 miljard euro aan extra belasting op, zodat de financieringskosten van de door ons voorgestelde belastingverlaging per saldo slechts ca 12 miljard euro in plaats van 15 miljard euro zullen bedragen.
23
De nieuwe inkomsten en reële besparingen voor de staat die wij voorstellen bedragen ca 25 miljard euro, zodat er -na aftrek van de per saldo 12 miljard euro aan nieuwe uitgaven voor koopkrachtverbetering- een bedrag van 13 miljard euro overblijft voor een meerjarig investeringsprogramma in de economie. Wij stellen voor van deze 13 miljard euro jaarlijks 6 miljard euro te investeren in een tien-jarig (ver)nieuwbouwprogramma van in totaal 300 000 betaalbare en aantrekkelijke woningen en de overige 7 miljard euro in gelijke delen te investeren in innovatieve activiteiten in de industrie, de (informatie) technologie en het midden- en kleinbedrijf en in alternatieve energie. Door te investeren in betaalbare woningbouw voorzien wij niet alleen in een basisbehoefte van de bevolking maar stimuleren wij tevens een van de trekkers bij uitstek van de economie. Door te investeren in kansrijke bedrijven in de industrie, de technologie en het midden- en kleinbedrijf zullen deze bedrijven groeien en met deze groei zullen de werkgelegenheid en de belastingopbrengsten meegroeien. Door te investeren in alternatieve energie kunnen we niet alleen het milieu dienen maar ook de werkgelegenheid, zoals de ervaring in Duitsland leert. Door de koopkracht van de bevolking substantieel te verhogen worden ook de uitgaven van de bevolking en dus de inkomsten van de bedrijven weer verhoogd. Dit alles stimuleert de economie, vermindert de werkloosheid en verhoogt de belastinginkomsten van de staat. Er ontstaat zodoende een opwaartse spiraal in de economie. Hier gebeurt dus precies het omgekeerde in positieve zin van wat op dit moment gebeurt in negatieve zin. De financieringsbehoefte om ons stimuleringsprogramma op te starten bedraagt, zoals hierboven berekend, ca 25 miljard euro per jaar. Na aflossing van 100 miljard euro op de staatsschuld met een gedeelte van het kapitaal van het ambtenaren pensioenfonds blijft er nog ca 190 miljard euro van dit kapitaal over, hetgeen meer dan genoeg moet zijn voor de financiering van ons 10-jarig stimuleringsprogramma, omdat tijdens deze 10-jarige periode de nieuwe staatsinkomsten en de reële besparingen, die wij ook voorstellen, de wacht geleidelijk zullen overnemen.
***
Tegenover ons duidelijke toekomst gerichte programma staat de overduidelijke onmacht van de regeringspartijen VVD en PvdA en gedoogpartner D66 om daadkrachtig in het belang van de bevolking te regeren: De PvdA leidt de dans van de voortdurende belastingverhogingen en nivelleringen. De VVD volgt slaafs uit angst de regeringspositie te verliezen. Premier Rutte sluit belastingverlaging uit zolang de coalitie met de PvdA duurt, ook in het geval dat de economie weer wat beter gaat draaien als gevolg van een verbeterde wereldeconomie. Het maximum waartoe de regering Rutte bereid is het niet toepassen van de laatste tranche van 1 miljard euro aan lastenverzwaringen van het pensioen- en woonakkoord. Dit toont twee dingen aan:
24 Rutte kan zijn verkiezingsbelofte van belastingverlaging dus wederom niet nakomen, niet omdat het niet nodig is maar omdat het niet mag van de PvdA. Ten tweede: de regering blijkt onmachtig om een soortgelijk stimuleringsprogramma van de economie zoals door ons voorgesteld door te voeren, daar deze regering door zijn onderlinge verdeeldheid geen duidelijke toekomstgerichte keuzes kan maken. Nu een woord over de alternatieve regeringspartijen. Als we afgaan op de uitslag van de gemeenteraadsverkiezing zouden bij de komende 2de Kamer verkiezingen de VVD en de PvdA ruwweg de helft van hun zetels verliezen aan de PVV, D66, de SP en het CDA. In dit geval ligt een regeringsdeelname van de PVV voor de hand . Wat zijn nu precies de voorstellen van Wilders op economisch gebied: Zijn paradepaardje op economisch gebied is het vertrek uit de EU en de euro. Wat een mogelijk vertrek uit de EU betreft hangt alles af van de reactie van de overige EU landen. Gunnen zij ons een gunstige status met alle voordelen van de EU maar zonder de nadelen, zoals Wilders beweert of niet. Dit is onwaarschijnlijk. Wat een vertrek uit de euro betreft weten we echter nu al wat ons te wachten staat. Een vertrek uit de euro en een terugkeer naar de gulden houdt bij een zwakke economie en ontspoorde overheidsfinanciën een terugkeer naar een zwakke munt met hoge inflatie in. Van D66 kunnen we ook niet veel goeds voor de economie verwachten. Deze partij steunt immers door dik en dun de slechte economische politiek van de regering Rutte. Verder pleit deze partij er voor het ontslagrecht nog verder te versoepelen. Dit kunnen we missen als kiespijn in deze tijden met toenemende hoge werkloosheid. Wat betreft de SP: deze partij verzet zich met hand en tand tegen afbraak van de verzorgingsstaat. Een verzorgingsstaat die zoveel kost als de onze, kan echter alleen voortbestaan bij een sterke economie. Wij moeten dus eerst de beer schieten alvorens de huid te verkopen, zoals de SP dat doet. D66 pleit er verder voor de budgettaire ruimte die ontstaat door de lichte verbetering van de economie te gebruiken voor belastingverlaging. Een ding moet echter duidelijk zijn, de 'belastingverlaging' waar D66 dan over spreekt kan niet meer bedragen dan ca 1 miljard euro, namelijk het maximum aan niet toe te passen lastenverzwaring waartoe de regering Rutte bereid is. Wat wij voorstellen is 17 x zo veel, namelijk 17 miljard euro! (15 miljard euro voor belasting verlaging voor de midden en lagere inkomens en 2 miljard euro voor de verhoging van de AOW). Het CDA tenslotte verzet zich tegen de regeringspolitiek zonder duidelijk aan te geven waar en hoe het concreet anders en beter moet. Het CDA is bovendien als christelijke verzamelpartij van (belijdende) gereformeerden, hervormden en katholieken gebaseerd op het bijbelse Evangelie (CDA beginselprogramma) een ongeschikt alternatief voor die kiezers die het evangelie niet langer als leidraad voor hun maatschappelijk handelen zien. Onze partij daarentegen staat open voor alle Nederlanders -ongeacht hun geloofs of levensovertuiging- die op basis van hun democratische gezindheid een aantal concrete maar belangrijke maatschappelijke veranderingen ten goede voorstaan.
***
25 De regering Rutte loopt op wankele benen. Deze regering zal vroeg of laat struikelen over zijn onderlinge verdeeldheid en gebrek aan succes. Hoe slecht de staatsportemonnee beheerd wordt is bekend geworden door de affaire rond staatssecretaris Weekers. Honderden miljoenen aan onterecht betaalde sociale uitkeringen kunnen achteraf niet terug gevorderd kunnen worden. Een nog veel duurder voorbeeld van het slechte beheer van de overheidsfinanciën wordt gevormd door de gevolgen van de bankencrisis voor ons land. Minister Dijsselbloem heeft via de pers bekend gemaakt dat de genationaliseerde ABN/Amrobank bij privatisering maximaal 15 miljard euro op zou kunnen brengen. De regering heeft echter sinds 2008 meer dan 35 miljard euro geïnvesteerd in het overeind houden van deze bank. Over dit bedrag is dan slechts de (lage) rente berekend die de staat moet betalen over staatsleningen en niet, zoals men tenminste zou verwachten, de rente van 4% die de staat bijvoorbeeld bij de vermogensbelasting aanrekent, laat staan de rente van meer dan 10% die de staat de ING of Aegon heeft aangerekend voor de financiële bijstand tijdens de bankencrisis. Bij privatisering van de ABN Amrobank zal de staat dus minimaal 20 miljard euro verlies lijden. Dit verlies zal dan -linksom of rechtsom- door de Nederlandse bevolking opgebracht moeten worden. Dit houdt per hoofd van de bevolking een bedrag van ca 1200 euro in en per belastingbetaler een bedrag van ca 2400 euro. De gemiddelde Nederlandse belasting betaler zal dus minimaal 1 maand gratis moeten werken om dit verlies weer goed te maken. De ABN Amrobank blijft overigens negatief in het nieuws komen. Eerst werd de beloning van het niet CAO personeel met 20% verhoogd waardoor deze staatsbank, die kort geleden nog door nationalisatie van het faillissement gered moest worden, wel heel schril afsteekt bij wat voor de overige Nederlandse werknemers als loonsverhoging gebruikelijk is. Verder blijkt deze bank volgens Lux Leaks een van de grote Nederlandse bedrijven te zijn die belasting ontwijken door middel van een belastingtruc via Luxemburg! Een zelfde financieel fiasco als bij de ABN Amrobank dreigt bij de SNS Reaalbank. De staat heeft in de nationalisatie van deze relatief kleine bank een bedrag van maar liefst 4,5 miljard euro geïnvesteerd. Het is volstrekt onduidelijk of dit bedrag met daarover verschuldigde rente -al was het maar bij benadering- ooit gerecupereerd kan worden!
***
Ook het budgetbeheer van de regering Rutte deugt niet en lijkt meer met creatief boekhouden en het verschuiven van schulden naar de toekomst te maken te hebben dan met gezond beheer van de overheidsfinanciën. De regering verwacht voor 2015 een budget tekort van ca 13 miljard euro hetgeen op het eerste zicht een indrukwekkende verbetering van 6 miljard euro t.o.v. het geraamde tekort van 2014 lijkt. Het blijft echter vooralsnog onduidelijk hoe de regering deze verbetering denkt te realiseren zonder een flinke groei van de economie. Wat betreft de financiering blijft alles bij het oude. De regering verschuift het tekort zoals in
26 voorafgaande jaren naar de toekomst door schulden te maken en voegt het tekort eenvoudig toe aan de staatsschuld. Dit lijkt aantrekkelijk bij de huidige historisch lage rente op de kapitaalmarkt. De minste omslag in deze rentevoet kan echter de budgetplanning van de regering volledig verstoren. Bij een dergelijk allerminst onwaarschijnlijk scenario zal de schuldenmakerij van de regering de bevolking zuur opbreken. Tenslotte lijkt de manier van belasting heffen van de regering Rutte steeds meer op een nachtmerrie: onlangs kondigde staatssecretaris Wiebes aan een naheffing toe te passen in 2015 van 300 tot 700 euro voor +- 6 miljoen belastingplichtigen als gevolg van het belastingplan 2014. Deze naheffing zal dus +- 2 miljard euro bedragen. (6 miljoen man x minimaal 300 euro). De 'belastingverlaging' die uit de zogenaamde meevaller van 1 miljard euro zou voortvloeien kunnen de belastingplichtigen nu kennelijk ook vergeten. Het leeuwendeel van die 'meevaller' blijkt inmiddels opgeslokt te worden door een hogere contributie aan de EU (+- 700 miljoen euro) die ons land als gevolg van een herberekening van die contributie aan de EU moet betalen. Kortom in plaats van een 'belastingverlaging' van 1 miljard euro zoals eerder voorgespiegeld door de regering, moeten de belastingbetalers in werkelijkheid nog eens 2 miljard euro extra aan belasting ophoesten. Voorts heeft staatssecretaris Wiebes een belastingverlagingspakket aangekondigd van 5 miljard euro dat gerealiseerd zou moeten worden na het einde van de huidige regeringsperiode in 2017. Deze belastingverlaging zou mogelijk gemaakt moeten worden door economische groei (?), door mogelijke (?) bezuinigingen op de zorg en de uitkeringen en door een BTW verhoging op bepaalde producten, zoals brood en boeken. Het is duidelijk dat de realisatie van deze belasting verlaging zodoende grotendeels afhankelijk is van economische groei en met name van groei van de wereldeconomie. De meest recente prognose van het internationaal muntfonds (IMF) sluit een dergelijke groei echter uit, vooral voor de eurozone. Staatssecretaris Wiebes verwacht verder van deze belastingverlaging van 5 miljard euro een toename van de werkgelegenheid met 100 000 banen. Twee conclusies dringen zich op: Het door ons voorgestelde stimuleringsprogramma van 30 miljard euro, dat overduidelijk van een geheel andere grootte orde is (6x zoveel) dan de eventuele belastingverlaging van Wiebes van 5 miljard euro, kan autonoom gefinancierd worden, dat wil zeggen geheel onafhankelijk van een eventuele groei van de wereldeconomie of de eigen economie. Ten tweede, indien een belasting verlaging van 5 miljard euro 100 000 banen extra zou opleveren, dan betekent een stimuleringsprogramma van 30 miljard euro 600 000 banen extra!
***
Niet al onze actiepunten zijn nieuw, verre van dat, wat goed is behoeft niet op nieuw uitgevonden te worden. De Vooruitgangspartij is echter de enige politieke partij die een coherent actieprogramma presenteert dat ons niet alleen eerder en sterker uit de huidige recessie zal brengen, maar dat ook voor de toekomst een sterke economie en een betere levenskwaliteit garandeert.
27
Jullie kunnen nu eindelijk een doorslaggevende invloed uitoefenen op de gang van zaken in ons land en wel door voortaan op de VOORUITGANGSPARTIJ te stemmen. Een stem op onze partij is een stem op een partij die zijn verkiezingsbeloftes na zal komen. Wees er zeker van : op onze beloftes volgen onze daden en onze daden zijn in jullie belang! Wees dus geen dief van eigen portemonnee en stem op de VOORUITGANGSPARTIJ. Een stem op de andere partijen of niet gaan stemmen is een weggegooide stem en uiteindelijk een stem voor meer van dezelfde politiek als die van de regering Rutte.
Arthur Brautigam voorzitter Vooruitgangspartij ex raadsadviseur (hoofd economische en financiële zaken) bij de Raad van de Europese Unie
Manuscript beëindigd najaar 2014
kerncijfers onder meer: CBS, Ministerie van Financiën, De Nederlandse Bank, ABP
disclaimer: Indien de wettelijke kerncijfers af zouden wijken van deze vrij toegankelijke bronnen dan kan daarvoor geen verantwoordelijkheid worden aanvaard.