Bart Combée (Consumentenbond) ziet veel reden tot samenwerking met farmaceuten
‘Onze petitie hoeft relatie met industrie niet te schaden’ De Consumentenbond wil een campagne starten om het publiek te waarschuwen voor de gevaren van het kopen van medicijnen via internet. Daarbij denkt de bond aan samenwerking met onder meer het ministerie van Volksgezondheid, maar ook met farmaceutische bedrijven.
komsten van een recent onderzoek van zijn organisatie naar deze handel. “Nu is het is sowieso al gevaarlijk medicijnen te gebruiken zonder doktersrecept: je weet niet wat de exacte werking is, wat de bijwerkingen zijn, met welke medicijnen je het kunt combineren. Maar het overgrote deel van de pillen bleek namaak en van abominabele kwaliteit.”
‘We zoeken samenwerking om de campagne tegen vervalste medicijnen te verbreden’
Met de vorige maand ingezette petitie tegen ‘symptoomreclame’
Combée somt op: “Medicijnen bevatten een te hoog percentage
heeft de Consumentenbond veel farmaceuten tegen de haren in
van de werkzame stof, of juist te laag. Of er zat een heel andere
gestreken. De consumentenorganisatie leek wel heel makkelijk
werkzame stof in. Of er zaten hulpstoffen in die er niet in thuis-
aan te haken bij de publiciteitsstunt van het Tros-programma
horen. Ook de manier van aanbieden was dramatisch. Enorme
Radar om een nep-website in het leven te roepen voor mensen
hoeveelheden, of een aantal ampullen spierversterkers verstopt
met klachten over ‘winderigheid’ (zie het artikel op pagina 3).
in een cassettebandje.”
Toch gaat directeur Bart Combée van de Consumentenbond er
De handel in medicijnen via internet is volgens Combée juridisch
niet vanuit dat de actie de relatie met de farmaceutische indu-
moeilijk aan te pakken omdat de meeste koopwaar uit het bui-
strie schaadt. “Voor ons is Nefarma een heel betrouwbare en
tenland en vaak zelfs van buiten de Europese Unie komt, bijvoor-
constructieve gesprekspartner. Er is vaak genoeg contact tussen
beeld uit India. “Internationaal handhaven is enorm lastig, de
onze organisaties en als we ergens over willen praten, kunnen
douane kan ook niet alles tegenhouden. De enige optie is goede
we altijd bellen. Soms worden we het over een zaak niet eens
publieksvoorlichting. We hebben in de publiciteit naar aanleiding
omdat we allebei een andere achterban vertegenwoordigen en
van het onderzoek mensen dan ook opgeroepen om voortaan
dus soms een ander belang dienen. Maar op veel terreinen
gewoon zaken te doen met de dokter en de apotheek. We pro-
kunnen de farmaceutische industrie en de Consumentenbond
beren nu samenwerking te vinden met andere partijen om de
elkaar wel vinden.”
campagne te verbreden. Ik weet zeker dat ook de farmaceutische bedrijven mee willen werken. Al was het maar omdat het gaat om hun eigen producten en reputatie.” |
Geschrokken Eén van die zaken is volgens Combée het bestrijden van de verkoop van medicijnen op internet. Hij is geschrokken van de uit-
Op pagina 3 gaat Bart Combée in op de vraag waarom hij overleg met Nefarma doorkruist met een handtekeningenactie tegen commercials over aandoeningen.
d e r z o e k N e fa r m a & O p i n i e N e fa r m a C o n s u m e n t e n b o n d N e fa r m a & N i N e m a & T h e m a N e fa r m a & G b a t N e fa r m a & Vo o r l i c h t i n g N N e fa r m a 2 0 0 9 , N u m m e r 8 N e f r I a g o N e fa r m a & D i e r p r o e ve n N e f a r m a & I n n o v a t i e N e fa r m a & S y m p t o o m r e c l a m e N e fa r m a & N i e a r m a & M e d i c i j n ve r g o e d i n g N e fa r m a & Ve r va l s i n g e n N e fa r m a & B a r t C o m b é e N e fa r m a & I n n o va t i e N e fa r m a & O p i n i e N e fa r m a Samen werken, samen voorlichten
Aantrekkelijk innovatieland
Foto: BPRC, Rijswijk
Drie v’s in dierproeven
Het belang van een dierproef moet opwegen tegen het leed dat een proefdier ondergaat. Die visie houdt Nefarma erop na als het gaat om de ingewikkelde maatschappelijke discussie omtrent nut en noodzaak van dierproeven. Opvattingen van anderen en meer achtergrondinformatie leest u in het dossier op pagina 4&5. |
Oktober 2009
Voorlichting over geneesmiddelen door farmaceutische bedrijven kunnen we missen als kiespijn, meent Jan van Overveld van Hartpatiënten Nederland. Leendert van der Meer van de Europese Stichting voor Angst & Depressiebestrijding verzet zich hartgrondig. Hij wil de ruimte die bedrijven hebben om informatie te geven over hun producten liever uitbreiden dan inperken. Een dialoog op pagina 6&7. |
&
Nefarma
Het kabinet mag wel eens wat daadkrachtiger zijn in het presenteren van Nederland als aantrekkelijk vestigingsland voor innovatieve bedrijven. In een land als Frankrijk draait president Sarkozy er zijn hand niet voor om: hij pakt de telefoon en vertelt bedrijven hoogst persoonlijk waarom zijn land geschikt is voor bijvoorbeeld grote farmaceutische bedrijven. Nefarma roept Balkenende op dat voorbeeld te volgen. Meer op pagina 8. |
Pagina 1
Scanwork maakt zorgmarkt transparant; Nefarma biedt steun
Website helpt bij keuze zorgverzekeraar
Met ons plan zijn we naar Nefarma gestapt en uit die samenwerking is de website Mijnmedicijnvergoeding.nl geboren.”
Hoe denken die verzekeraars eigenlijk over de site? Kah: “Wij onderhouden sinds jaar en dag goede relaties met zorgverzekeraars. Voor de informatie die wij bieden zijn we van hen afhankelijk. Er is wel eens een partij die het vervelend vindt dat wij alles kritisch volgen en de markt zo transparant mogelijk willen maken, maar de medewerking is over het algemeen goed.” Nieuw is dit jaar ook dat apotheken nadrukkelijker gebruik kunnen maken van het werk van Scanwork. Dankzij bemiddeling van hun koepelorganisatie KNMP kan iedere apotheek op de eigen website de vergelijkingsinformatie aan zijn klanten beschikbaar stellen. Een handige extra service, omdat apothekers het steeds drukker krijgen met alle vragen die zij krijgen over het beleid van zorgverzekeraars. “De aanvragen stromen dan ook bij ons binnen”, meldt Harry Kah. Met behulp van onder meer reclamespotjes, dagbladadvertenties en banners op websites bracht Nefarma de website verleden jaar onder de aandacht van het grote publiek. Een soortgelijke campagne staat ook voor de laatste zes weken van dit jaar op het programma. |
Profiel
www.mijnmedicijnvergoeding.nl
Met Zorgplanet had Scanwork al een succesvolle vergelijkingssite om consumenten wegwijs te maken in de complexe wereld van de zorgpolissen. Sinds vorig jaar kunnen ‘polis-shoppers’ op het aanpalende Mijnmedicijnvergoeding.nl ook de vergoeding van hun geneesmiddelen door de verschillende zorgverzekeraars vergelijken. “Wij houden ons bezig met alles op het gebied van zorg en verzekeringen en de IT daartussen”, vertelt Scanwork-directeur Harry Kah over de werkzaamheden van zijn Drentse bedrijf. Vanuit zijn kennis en ervaring in diverse functies in het verzekeringsbedrijf startte hij al in 1993, als eerste in Nederland, met het vergelijken van zorgverzekeraars. “Dat was nog in het floppy-tijdperk. Het werd eigenlijk pas echt weer interessant toen de stelselwijziging in de gezondheidszorg werd doorgevoerd. Toen, in 2005, heb ik Scanwork opgericht. Met de nieuwste technieken en met inzet van internet konden we natuurlijk veel meer mensen bereiken en veel meer service bieden.” Een vergelijkingssite als Zorgplanet is in de huidige tijd onmisbaar, vindt Kah. “Consumenten kunnen bijna niet meer zonder. Je kunt heel snel en vaak in één oogopslag veel informatie vinden. Er gebeurt zoveel in deze markt en het is zo’n complexe wereld, dat is haast niet bij te houden. Wij zijn er dagelijks mee bezig. Maar voor ons geldt dat hoe meer beweging er is in de markt, des te interessanter het wordt.” Halverwege 2008 ontstond het idee om aan Zorgplanet ook een hoofdstuk over geneesmiddelen toe te voegen. “Eigenlijk vonden we die uitbreiding niet meer dan vanzelfsprekend.
Harry Kah (Scanwork): “Hoe meer beweging er in de markt is, hoe interessanter het voor ons wordt”
Met ingang van dit jaar kunnen gebruikers een eigen profiel aanmaken, waardoor het vergelijken van verschillende polissen veel gemakkelijker wordt. Naast de mogelijkheid om de vergoeding van individuele geneesmiddelen te vergelijken, kunnen patiënten nu ook de vergoeding van hun gehele geneesmiddelenpakket door de verschillende zorgverzekeraars naast elkaar leggen.
N e far ma & C o m me n t aar Steeds weer klinken geluiden om een muur te plaatsen
informatie op. Dat helpt bedrijven bij hun onderzoek en bij
schap en techniek. Om de schijn van belangenverstrenge-
tussen de werelden van artsen en farmaceutische bedrijven.
de ontwikkeling van nieuwe of verbeterde geneesmiddelen,
ling tegen te gaan, dienen er eenduidige en inzichtelijke
Maar anders dan sommige critici menen, heeft een goed
met inbegrip van zaken als bijwerkingen en toedieningsvor-
afspraken gemaakt te worden. Het pleidooi om alle vormen
contact tussen praktiserende artsen en de farmaceutische
men. Voor de arts is de kennis bij farmaceutische bedrijven
van contact te vermijden, is niet alleen irreëel, maar dient
bedrijven grote waarde voor de gezondheidszorg en dus
waardevol om de behandeling van ziekten en aandoeningen
ook de gezondheidszorg niet. De geschiedenis heeft geleerd
voor de patiënt. Artsen hebben inzicht in het gebruik van
te optimaliseren, toegesneden op de situatie van de indivi-
dat muren de samenleving er niet beter op maken. |
geneesmiddelen in de dagelijkse praktijk. Een gerichte
duele patiënt. Verder kunnen artsen, wetenschappers en
monitoring van ervaringen van patiënten levert waardevolle
bedrijven kennis delen over de laatste stand van de weten-
Waken voor vervalsing
Klink wil geen verbod
De risico’s van vervalste geneesmiddelen zijn groot. Niet alleen vormen ze een serieus gevaar voor de gezondheid van de gebruiker, wat natuurlijk ontoelaatbaar is, ook schaden ze het o zo belangrijke vertrouwen in de farmaceutische zorg. En toch nemen de vervalsingen, met name door verspreiding via internet, hand over hand toe. In samenwerking met het RIVM nam de Consumentenbond deze maand de proef op de som. De bond bestelde, zonder recept (!), 82 medicijnen op diverse buitenlandse websites. Bijna de helft werd niet eens geleverd, vaak zelfs ondanks betaling vooraf. De wél ontvangen pakketjes oogden volgens de onderzoekers vaak onbetrouwbaar. Afzenders waren onduidelijk, verpakkingen voldeden niet aan de eisen en in de helft van de gevallen ontbrak een bijsluiter. Laboratoriumonderzoek van het RIVM naar de bestanddelen van de producten toonde vervolgens aan dat bij een groot deel de hoeveelheid werkzame stof meer dan tien procent afweek van de norm. Ook vond het instituut in sommige producten werkzame stoffen die niet in het betreffende middel thuishoorden. Níet gekeken is naar verontreinigingen, bijproducten en hulpstoffen in de geleverde ‘medicijnen’, die ook grote gevaren voor de gezondheid in zich kunnen dragen. Farmaceutische bedrijven zijn verplicht uitgebreid onderzoek te doen naar de aanwezigheid van dergelijke stoffen om aan te tonen dat hun geneesmiddelen veilig kunnen worden gebruikt. Samen met de Consumentenbond en RIVM roept Nefarma Pagina 2
Tros Radar, de Consumentenbond, patiëntenkoepel NPCF, DGV/ Gezonde Scepsis: ze struikelden bijkans over elkaar heen in hun haast om bij de minister te pleiten voor een verbod op symptoomreclame. Klink hield voet bij stuk: “Ik vind het goed dat er vrijelijk informatie over gezondheid en ziekte kan worden gegeven.” Aanscherping van de regels voor symptoomreclame is wat Klink betreft niet aan de orde. Kamervragen van Henk van Gerven (SP) hadden de minister aangezet tot een herhaling van dat standpunt, dat hij in juni van dit jaar al in reactie op vragen van dezelfde steller uiteengezet had. Aanleiding vormde nu een uitzending van Tros Radar, waarin werd getoond dat het mogelijk is een ziekte (‘winderigheid’) te promoten. Waar de minister waardering uitspreekt over het bewustzijn dat langs deze weg is gecreëerd, gaat hij niet mee in de opvatting van onder meer het Nederlands Huisartsen Genootschap en het instituut voor verantwoord medicijngebruik (DGV). Vertegenwoordigers van die organisaties betoogden in het programma dat dergelijke ‘symptoomreclame’ leidt tot overmedicalisering. “Ik beschik niet over aanwijzingen dat dit soort websites leiden tot meer, onnodig of gevaarlijk
mensen dringend op tot uiterste waakzaamheid bij het bestellen van geneesmiddelen via onbetrouwbare websites. Uit eerder onderzoek is al gebleken dat ruim zestig procent van de via internet bestelde geneesmiddelen vervalst is. Reguliere distributiekanalen bieden nog altijd verreweg de beste garanties. |
&
Nefarma
geneesmiddelengebruik. Het publiek heeft ook geen rechtstreekse toegang tot deze geneesmiddelen. Er is een arts voor nodig om de geneesmiddelen voor te schrijven en een apotheker om ze af te leveren”, benadrukte Klink, net als Nefarma in een eerder stadium. Ook is de bewindsman het met Nefarma eens dat goede informatievoorziening in het belang is van de patiënt, die prima in staat is zichzelf te informeren en keuzes te maken binnen het informatieaanbod zoals dat op hem of haar afkomt. “Van belang is echter dat het kaf van het koren gescheiden kan worden als mensen op zoek gaan naar goede, betrouwbare informatie. Er is in deze tijd, mede door het internet, een overvloed aan informatie beschikbaar. Uit die overvloed zal de ontvanger een keuze moeten maken. Ik heb er vertrouwen in dat de Nederlandse burger daartoe in de regel goed in staat is. Hij kan daar ook bij geholpen worden.” Een pleidooi om in Europees verband een verbod op symptoomreclame af te dwingen, legt Klink naast zich neer. “Andere landen in Europa hebben ook niet gekozen voor een verbod. Zoals eerder aangegeven denk ik niet dat een verbod mogelijk is. Ik zal mij in Europees verband dan ook niet uitspreken over een verbod op symptoomreclame.” |
Het ministerie van Volksgezondheid vond dit onderwerp urgent genoeg voor een speciale website: www.internetpillen.nl
Jaargang 2, nummer 8
Consumentenbond houdt voet bij stuk: verbod op symptoomreclame moet er komen
‘Consumenten moet je informeren, niet manipuleren’ Begin vorige maand haakte de Consumentenbond aan bij een actie van het televisieprogramma Tros Radar tegen televisiespotjes over aandoeningen als schimmelnagels, overactieve blaas en restless legs. Maar wat is er eigenlijk tegen informatie over dergelijke ziektebeelden? Vanuit het oogpunt van de bedenkers was het een succesvolle stunt: de makers van Tros-consumentenprogramma Radar riepen een nep-website in het leven met informatie over ‘winderigheid’, produceerden een persberichtje en lieten foldertjes achter bij enkele huisartsen en apotheken. Het lukte inderdaad om wat aandacht voor ‘winderigheid’ te genereren en dat legde volgens de programmamakers feilloos het mechanisme bloot waarmee ‘perfide farmaceuten’ proberen het verbod op receptgeneesmiddelen te omzeilen. De Consumentenbond haakte snel aan bij de publiciteit rond de Radar-stunt en startte een handtekeningenactie op internet om een verbod op dergelijke ‘symptoomreclame’ af te dwingen. Ongeveer 16.000 mensen hebben de petitie getekend. De actie leidde ook tot verbazing, al was het maar omdat er al geruime tijd gesprekken gaande zijn tussen Consumentenbond en Nefarma, óók over patiëntenvoorlichting. Is directeur Bart Combée niet bang dat hij met deze actie
ciet reclame voor dat medicijn. Het gaat natuurlijk ook over wat er bij de huisarts gebeurt en wat er op het raam van de apotheker wordt opgehangen. Het is dát samenspel dat het Radar-item heeft geïllustreerd. Het punt is dat consumenten wel geïnformeerd, maar niet gemanipuleerd moeten worden. Dat laatste is een aantal keer het geval geweest.”
Volgens u leiden de commercials tot onnodige medicalisering. Maar uiteindelijk zit er altijd een arts tussen. “Medicijnenreclame is juist verboden om te voorkomen dat er een grote druk komt op artsen van mensen die een medicijn komen claimen. De arts biedt twee keer weerstand maar de derde keer niet meer. Bovendien is ook die arts inmiddels bewerkt met een reclameactie.”
De gemiddelde arts staat stevig genoeg in zijn schoenen. “Vast. Maar waarom zou je de druk op die arts vergroten met als enig doel meer te verkopen? Daar zitten twee nadelen aan. Eén: dat die arts wellicht medicijnen voorschrijft om de relatie met zijn patiënt niet op het spel te zetten. Twee: dat een wachtkamer vol met mensen met een overactieve blaas en andere kwaaltjes veel tijd van de arts en dus geld kost. Dat
‘We zoeken altijd de balans tussen wat we met partijen in achterkamertjes bespreken en wat we in het licht van de schijnwerpers doen’ In de bres voor de consument De Rotterdammer Bart Combée (41) studeerde in 1992 af als bedrijfseconoom aan de Erasmus Universiteit. Enkele jaren later startte hij als controller bij de AVR. Daar groeide hij door tot projectmanager, manager vuilnisophaal en uiteindelijk commercieel directeur. Tussen 1994 en 1998 combineerde hij zijn baan bij de AVR met het werk als raadslid voor D66 in de gemeente Rotterdam. In 2004 maakte hij de overstap naar Viataal, een non-profitorganisatie die onderwijs en zorg biedt aan mensen die niet goed kunnen horen, zien of communiceren. In april van dit jaar volgde hij Felix Cohen op als directeur van de Consumentenbond.
dit overleg het spel zet? “We moeten altijd de balans vinden tussen wat we met partijen in achterkamertjes bespreken en wat we in het licht van de schijnwerpers doen. We zijn geen onderhandelaar. We zijn een belangenbehartiger en onze leden moeten kunnen zien dat we voor hun belangen opkomen. Daarbij is publiciteit vaak een belangrijk drukmiddel.”
Was druk nodig dan? “In dit dossier: ja. Want we zien praktijken die niet door de beugel kunnen. Symptoomreclame zet mensen op het verkeerde been omdat ze denken naar informatie te kijken terwijl het er in werkelijkheid om gaat hen via de wachtkamer van de dokter een medicijn te laten kopen. Dat is niet eerlijk. Nefarma vindt dat vrije informatievoorziening. Wij vinden dat die informatie misschien wel vrij is, maar ook misleidend. Dit is verkapte reclame; een maas in de wet die zo snel mogelijk moet worden gedicht.”
De inhoud van de websites staat niet ter discussie, het gaat vooral over de vraag of het nu gaat om informatie of reclame. “Het probleem is duidelijk: informatie geven mag, reclame maken niet. Maar daar tussenin zit een soort niemandsland. Bijvoorbeeld als er één medicijn is voor schimmelnagels en je maakt reclame voor schimmelnagels, dan maak je dus implioktober 2009
geld kan beter worden uitgegeven aan andere knelpunten in de zorg, zoals de thuiszorg en de wachtlijsten.”
Er gaan ook mensen naar de dokter die wel degelijk iets onder de leden blijken te hebben. “Als je denkt dat je iets ernstigs hebt, moet je zo snel mogelijk naar de huisarts. Bij deze kwalen ligt het anders: als je niet weet dat je restless legs hebt en daar blijkbaar onvoldoende last van hebt om naar de dokter te gaan, en door zo’n campagne denk je dat je het misschien toch wel hebt - is er dan sprake van een ernstige medische situatie? Ik denk het niet.”
Er wordt steeds gesproken over ‘ergernis’. Nu zijn er wel meer commercials die ergernis opwekken. Dat is toch geen reden ze te verbieden? “Nee. Wij vinden dat er wat aan moet gebeuren omdat het tot medicalisering kan leiden en tot extra kosten voor de gezondheidszorg. Bovendien is het volgens ons mogelijk duidelijker te krijgen wat nu mag en niet mag. Dat moet ook voor de bedrijven prettiger zijn.”
Nog meer wetgeving dus? “Een code of een convenant kan ook. Het gaat ons er nooit om hoe het geregeld is, als het maar geregeld is. Als er vanuit de industrie openingen zijn om dat op een goeie manier te doen, dan willen wij daar graag over praten.”
Volgens onderzoek van Gezonde Scepsis zouden 23 van de 41 onderzochte websites regels voor reclame voor receptgeneesmiddelen overtreden. Maar de instantie die daarover gaat, de CGR, zegt dat de reclamecode verkeerd is geïnterpreteerd.
Dat je naar de dokter wordt gestuurd als je bij de plastest invult dat je soms ’s nachts je bed uit moet, dat klopt niet.”
Wilt u het overleg met Nefarma wel voortzetten? “Zeker. Want we zijn het over veel punten wel eens. Zo pleiten we samen met Nefarma voor een informatiesysteem, dat gevuld kan worden door farmaceuten, de overheid en aan de overheid gelieerde organisaties zoals de Inspectie. Daarin komt alleen informatie terecht die onafhankelijk, bewezen en onbetwist is.” “De farmaceutische industrie heeft veel kennis over kwalen en middelen en kan een rol spelen in de voorlichting. Misschien hebben bedrijven daarin zelfs wel een verantwoordelijkheid. Het punt is dat je als consument het juiste gevoel moet kunnen hebben bij boodschappen die je krijgt. Als iets reclame is, moet je het als reclame kunnen herkennen. En als het informatie is, is het helemaal goed. Maar dan moet je het wel kunnen vertrouwen.” |
“Op zich maakt het niet uit of er nu 23 of 10 websites zijn die de code schenden. Bovendien gaat het ons om het principe.
Pagina 3
“Schering-Plough is een innovatief bedrijf dat geneesmiddelen ontwikkelt, produceert en verkoopt. In dit proces ontkomen we helaas niet aan het doen van dierproeven.”
Gerrit Jan Wennink, Schering-Plough
“Het gebruik van dierproeven is naast een ethisch ook een economisch vraagstuk. We proberen het aantal dierproeven zoveel mogelijk te verminderen door zo laat mogelijk in het ontwikkelproces proefdieronderzoek in te zetten. In de vroegste stadia van onderzoek gebruiken we in vitro technieken (computermodellen, cel-en weefselkweek). Maar als we in de klinische fase willen gaan testen of het ontwikkelde geneesmiddel veilig is, zijn we wettelijk verplicht vooraf dierproeven te doen. Er wordt hard gewerkt aan alternatieven. Om te zorgen dat alternatieven ook daadwerkelijk de dierproeven kunnen vervangen, moeten deze gevalideerd en door de internationale autoriteiten geaccepteerd zijn. Gelukkig ziet de overheid ook steeds meer het belang van alternatieven in. De regelgeving op het gebied van proefdieronderzoek in Nederland is zeer stringent, wat goed is voor de bescherming van proefdieren. We moeten blijven oppassen dat we in Nederland niet overgereguleerd worden. Dan dreigt het gevaar dat dierproeven niet meer in Nederland worden uitgevoerd, maar in andere landen waar de wet- en regelgeving wellicht minder goed is. Dit komt de proefdieren niet ten goede. Verder verdwijnt daarmee kennis uit ons land en dat is schadelijk voor het onderzoeksklimaat.” |
‘Belang moet opwegen Dierproeven zijn onmisbaar bij de ontwikkeling van effectieve en veilige geneesmiddelen. Nefarma vindt dat dierproeven op ethisch verantwoorde wijze moeten worden uitgevoerd. Alleen als het doel van de proef niet via andere methodes kan worden bereikt, is een dierproef gerechtvaardigd. Het belang van de proef moet opwegen tegen het leed dat het proefdier wordt aangedaan. Strenge regels zijn hierbij een belangrijk hulpmiddel. Regelgeving dient wel goed aan te sluiten bij die in andere landen. Te strenge, eenzijdige Nederlandse wetgeving leidt tot verplaatsing van dierproeven naar andere landen en dat komt het welzijn van de proefdieren niet ten goede. Industrie en wetenschap werken intensief aan ontwikkeling van goede alternatieven voor dierproeven. Dit gaat langzaam. Het is moeilijk betrouwbare alternatieve methoden te ontwikkelen en het vergt veel tijd alternatieven internationaal gevalideerd en toegelaten te krijgen. | Lees het volledige visiedocument Dierproeven op www.nefarma.nl, in de rubriek Onze visie en standpunten.
In het grootste primatencentrum van Europa, gevestigd in Rijswijk (zie ook de bijdrage van BPRC-directeur Ronald Bontrop op deze pagina’s) wordt al jaren hard gewerkt aan een grote verbouwing. Voorop staat het welzijn van de ongeveer 1500 apen (hoofdzakelijk afkomstig uit eigen fokkolonies om lange transporten te voorkomen), die in een aangename omgeving gehuisvest zijn en waar stressveroorzakende handelingen zoveel mogelijk worden gemeden.
Foto: BPRC, Rijswijk
‘Overregulering schadelijk voor dieren en onderzoek’
www.bprc.nl
N e fa r ma & D ie r pr o e ve n
letter v als centrale doelstelling: vervanging, vermindering
“Met suikerziekte kun je tegenwoordig oud worden. Tegen
Informatie Dierproeven, die de maatschappelijke discussie
en verfijning. In dit dossier laten Janne Kuil, senior beleids-
polio bestaat een veilig vaccin. Elke dag vinden succesvolle
over nut en noodzaak van dierproeven voedt vanuit het per-
medewerker dierproeven en biotechnologie bij de
openhartoperaties plaats. Kanker is steeds beter behandel-
spectief van de medische vooruitgang. Maar andere perspec-
Dierenbescherming, proefdierdeskundige Gerrit Jan
baar. Het zijn enkele voorbeelden van medische vooruit-
tieven bestaan ook, tot in de extreme gevallen van dieren-
Wennink van farmabedrijf Schering-Plough, directeur
gang in de afgelopen decennia. In alle gevallen hebben
rechtactivisme aan toe. Ergens in het midden zoeken de
Ronald Bontrop van het primatencentrum in Rijswijk en
dierproeven een belangrijke rol gespeeld.”
meeste betrokken partijen in gezamenlijkheid naar goede en
Cees Smit van de Stichting Informatie Dierproeven hun
Met die woorden opent de website van de Stichting
betrouwbare alternatieven voor dierproeven. Met drie keer de
gedachten hierover gaan. |
‘Het ontbreekt aan goede voorlichting’ “Niemand is voorstander van dierproeven. Maar niemand is ook voorstander van ziektes, zowel bij mensen als bij dieren.”
Cees Smit, Stichting Informatie Dierproeven
Pagina 4
“Dierproeven zijn nodig bij het ontwikkelen van nieuwe behandelmethodes en ook de overheid stelt dierproeven verplicht voordat een nieuw geneesmiddel op de markt mag worden gebracht. Waar het in Nederland vooral aan ontbreekt, is goede voorlichting. Uit een onderzoek dat de Universiteit van Utrecht begin dit jaar heeft gedaan, blijkt dat meer dan de helft van de Nederlandse bevolking vindt dat ze te weinig weet van dierproeven. Er zijn verschillende partijen die dit zouden moeten oppakken: de overheid, onderzoekers, bedrijfsleven, patiëntenverenigingen en collectebusorganisaties. De voorlichting die nu wordt gegeven, komt vooral uit de hoek van de tegenstanders van dierproeven. Alle betrokkenen moeten het grote publiek uitleggen waarom dierproeven nodig zijn en wat ermee wordt bereikt. Het gaat daarbij om een globale uitleg en niet om heel gedetailleerde informatie. Er wordt nu vooral uit angst voor acties niets gezegd en dat is geen goede zaak. Als SID proberen we hierin te voorzien, via onze website en tijdens gastlessen op scholen, maar we hebben eigenlijk een te beperkt budget. In landen als Engeland en Amerika is veel meer geld beschikbaar voor publieksvoorlichting. Daar zijn vooral de collectebusfondsen zichtbaar aanwezig.” |
‘Patiënten kunnen voor bewustwording zorgen’ Het zijn vaak dezelfde partijen die zich laten horen als het onderwerp dierproeven weer eens in het nieuws is. Maryze Schoneveld van der Linde, die dankzij een innovatief geneesmiddel beter functioneert ondanks de zeldzame ziekte waaraan zij lijdt, mist het geluid van de patiënt. Maryze Schoneveld van der Linde heeft de ziekte van Pompe, een zeldzame stofwisselingsziekte waarbij de spieren langzaam worden vernietigd. Eind jaren negentig van de vorige eeuw werd een nieuw geneesmiddel ontwikkeld. Maryze is betrokken geweest tijdens het hele ontwikkel- en onderzoeksproces en kreeg het medicijn al in de experimentele fase toegediend. “Het was heel bijzonder om mee te kunnen werken aan de ontwikkeling. Samen met andere patiënten konden we onze kennis en ervaringen inbrengen, die omzetten naar wetenschappelijke input om zo de onderzoeken te bespoedigen. Ook was ik de eerste patiënt ooit die meeging bij het indienen van de goedkeuring bij het Europees Geneesmiddelenbureau EMEA. Ik kreeg vijf minuten om te vertellen waarom het medicijn werkte; ik gaf de droge statistieken een gezicht.”
Dierproeven “Ja, ook bij de ontwikkeling van mijn medicijn zijn dierproeven gedaan. Maar dat gebeurt bij alle geneesmiddelen; niet alleen bij geneesmiddelen voor ernstige ziekten: ook voor de totstandkoming van maagzuurremmers en pijnstillers die je nu bij de drogist kunt kopen, zijn dierproeven nodig geweest. Natuurlijk vind ik het geen leuk idee: niemand vindt dierproeven leuk om te doen. Mijn broer heeft meegewerkt aan dierproeven op het gebied van mijn medicijn en vond dat ook moeilijk. Het is een noodzakelijk kwaad. Maar het is wel essentieel dat we beseffen dat er helemaal geen medicijnen zouden zijn zonder dierproeven. Mensen staan daar niet bij stil. Men beseft niet dat bij de ontwikkeling van geneesmiddelen of behandelingen als chemotherapie of transplantaties ook dierproeven nodig zijn. Mensen denken
&
Nefarma
Jaargang 2, nummer 8
‘We werken continu aan onze eigen opheffing’
tegen leed’ Aantal dierproeven in 2007 (meest recente cijfers)
“Dierproeven zijn helaas noodzakelijk voor de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen. Transplantaties zouden nu niet mogelijk zijn zonder eerdere dierproeven.”
2007: 597.605 proefdieren (1% minder dan in 2006) Verdeling van dierproeven 7,0% Onderzoek schadelijkheid van stoffen 3,0% Onderwijs en training 1,6% Diagnostiek 46,7% Wetenschappelijk onderzoek 41,6% Ontwikkeling, productie, controle of ijking van sera, vaccins, geneesmiddelen en medische of veterinaire producten
Verdeling van diersoorten 0,2% 0,4% 0,4% 0,5% 0,5% 0,5% 0,7% 1,2%
andere knaagdieren runderen amfibieën paarden honden hamsters schapen konijnen
4,6% 2,3% 1,4% 1,3%
vissen vogels varkens cavia’s
15,6% kippen 45,9% muizen 24,1% ratten
Bron: Zo doende 2007, voedsel- en warenautoriteit
“We ontwikkelen medicijnen tegen ernstige, slopende en dodelijke ziekten, zoals aids, malaria, multiple sclerose. Op het moment dat er goede vaccins beschikbaar zijn, zijn dierproeven niet meer nodig. Waar we wel voor kunnen en zelfs moeten zorgen, is een grote mate van dierenwelzijn volgens de meest moderne normen. Het is belangrijk te investeren in grote kooien, kooiverrijking en in het trainen van dieren om stress te verminderen. We zijn al goed bezig, maar het kan altijd nog beter. Hier is dan wel geld voor nodig. Daarnaast werken we aan alternatieven. Je zou kunnen zeggen dat we werken aan de opheffing van onszelf. We beperken het aantal proefdieren per experiment tot een minimum. Door de goede DNA-registratie zijn de dieren goed gekarakteriseerd. Waar we dieren gebruiken, doen we dat omdat er geen alternatieven zijn. De modellen die er zijn, blijven we verder verfijnen. We zijn open over onze unieke kennisfaciliteit. We bieden veel informatie op onze website en houden zeer regelmatig rondleidingen. Het is belangrijk dat mensen met eigen ogen kunnen zien hoe het er hier uitziet en dat wij persoonlijk uitleggen wat we doen en hoe we dat doen. Dan kunnen mensen zelf een gefundeerd oordeel vellen.” |
Ronald Bontrop, Biomedical Primate Research Centre
N e fa r m a & D o s s i e r N e fa r m a & O p i n i e N e fa r m a & To e t s i n g N e fa r m a & T h e m a N e fa r m a & G l a ze n Z a a l D e b a t N e fa r m a & D o s s i e r N e fa r m a & N u m m e r 8 N e fa r m a & I m a g o N e fa r m a & C o l u m n N e fa r m a & O p i n i e N e fa r m a & D o s s i e r N e fa r m a & M a r k t w e r k i n g N e fa r m a & T h e m a N e fa r m a & G l a ze n Z a a l D e b a t N e fa r m a & C o m m e n t a a r N e fa r m a & N i e u w s N e fa r m a & T h e m a N e fa r m a & M e d i a N e fa r m ‘Dialoog en samenwerking zijn sleutelwoorden’ “Dialoog en samenwerking zijn sleutelwoorden. Je hoeft het niet met elkaar eens te zijn om in gesprek te zijn. Het is een complex onderwerp.”
dat de industrie de boosdoener is en weten niet dat het een wettelijke verplichting is, net zoals voor het rijden in een auto een rijbewijs wettelijk verplicht is. Nadat ik ergens had gesproken (Maryze is consultant in gezondheid en zorg, red.) bedacht ik me dat het eigenlijk raar is dat patiënten hun mond niet opendoen als er weer eens negatieve publiciteit is rondom dit onderwerp. Ik sprak zelfs een chronische patiënt die eigenlijk niet wist waar dierproeven voor nodig waren. Daar schrok ik wel van. Ik denk dat patiëntenorganisaties de taak hebben bewustwording te creëren over dit onderwerp. Zij moeten de maatschappij uitleggen waarom dierproeven nodig zijn. Hoeveel mensen zeggen niet dat ze tegen dierproeven zijn, maar stellen geen vragen als ze geld geven aan collectes van bijvoorbeeld de Hartstichting of Kankerbestrijding? Een deel van het geld dat ze geven, zal worden gebruikt voor onderzoek met proefdieren. Er kunnen namelijk geen nieuwe behandelingen worden ontwikkeld zonder gebruik van proefdieren. Natuurlijk mogen mensen tegen dierproeven zijn en dat uiten door legale protesten. Maar laten we onze energie vooral richten op constructief werken aan oplossingen. Bijvoorbeeld door het aantal proefdieren dat nodig is in ieder geval te verminderen door gebruik van alternatieven, beter opslaan van gegevens zodat we die ook internationaal kunnen hergebruiken. Hierbij moeten we allemaal het einddoel voor ogen houden: het ontwikkelen en beschikbaar krijgen van veilige geneesmiddelen met zo min mogelijk dierproeven.” | oktober 2009
“Wij komen op voor dierenbelangen. We gaan in discussie over nut en noodzaak, het tijdspad voor afschaffing van dierproeven: daar streven we naar. Het overheidsbeleid is daar ook op gericht. De farmaceutische industrie werkt hard aan de drie v’s: vervanging, vermindering en verfijning. Voor ons is vervanging de belangrijkste. We spreken met het onderzoeksveld over obstakels bij onderzoeksontwikkelingen. Het duurt lang voordat een alternatief wordt geaccepteerd in wet- en regelgeving. Wij proberen bij te dragen aan een oplossing. In het kader van publieksinformatie is er een folder over wat er komt kijken bij geneesmiddelenontwikkeling. Die folders zijn beschikbaar in poliklinieken van academische ziekenhuizen waar op hetzelfde terrein ook dierproefonderzoek wordt gedaan. Helaas zijn de ziekenhuizen terughoudend uit angst voor negatieve reacties. We zijn enthousiast over ontwikkelingen bij toxicologisch onderzoek waar het paradigma over het gebruik van proefdieren steeds meer wordt losgelaten. Zorgelijk is de wens primaten breder in te zetten. Dieren zouden geen modellen of gebruiksvoorwerpen moeten zijn om ingezet te worden voor onderzoek naar menselijke ziektebeelden. In de toekomst hopen we op een brede maatschappelijke discussie over welk onderzoek men wil en hoe dat onderzoek er uit moet zien.” |
&
Nefarma
Janne Kuil, Dierenbescherming
Pagina 5
We worden doodgegooid met informatie over ziektebeelden, behandelmethodes en geneesmiddelen, menen sommigen. Voor patiënten is het ondoenlijk om zich door dat informatieoerwoud een weg te banen. Jan van Overveld zoekt de oplossing in een onafhankelijk instituut. Haal de voorlichting over medicijnen maar helemaal weg bij de farmaceutische industrie. Die oproep, die voorzitter Jan van Overveld van Hartpatiënten Nederland deed in een brief aan minister Klink, werd deze maand overgenomen door enkele dagbladen. Van Overveld pleit voor de komst van een volstrekt onafhankelijke instantie die informatie geeft over geneesmiddelen. In de media liet hij zich over de bedrijven uiterst kritisch uit: “De objectiviteit is al jaren zoek. De blinde gretigheid om omzet te maken gaat vaak ten koste van patiënten. Dit gedrag overheerst in het contact met zowel voorschrijvende artsen als medicijngebruikers. De politiek dient naar ons oordeel nu in te grijpen, omdat objectieve medicijninformatie nu meer dan ooit dringend gewenst is.” De kern van het probleem ligt volgens Van Overveld in de hoeveelheid informatie die beschikbaar is. “Het is voor patiënten niet meer te beoordelen of een medicijn veilig is of niet. En erger nog: ook voorschrijvers weten door de snelle ontwikkelingen niet meer waar ze aan toe zijn. Ik spreek cardiologen die soms echt overdonderd worden door patiënten die met allerlei informatie komen die ze in de media hebben opgepikt.” Van Overveld erkent dat hij twijfels heeft over de kwaliteit van producten die op de markt zijn en dat hij niet veel vertrouwen heeft in het proces dat aan de toelating van geneesmiddelen voorafgaat. “In het verleden is bewezen dat die twijfel niet onterecht is. Er blijken bijvoorbeeld bijwerkingen te kunnen ontstaan die zich pas op langere termijn manifesteren. Voor mij sprak de uitzending van Radar boekdelen. Het is zo makkelijk
N e fa r ma & Vo o r l i c h t i n g Als het aan sommige partijen ligt, moet de farmaceutische
gepaard met onvoorstelbaar veel onderzoek. De kennis die
en zich zwijgzaam in een hoekje terugtrekken? De menin-
industrie ogenblikkelijk ophouden met voorlichting geven
de bedrijven daarbij opdoen, willen ze graag delen.
gen zijn verdeeld, ook onder de patiënten voor wie de
over ziekte en gezondheid. “Bedrijven willen toch alleen
Natuurlijk, daarbij hebben ze een eigen belang, want ze
geneesmiddelen in eerste instantie worden gemaakt. Jan
maar winst maken, dus al die voorlichting is niets anders
hebben producten waar ze trots op zijn en die ze willen
van Overveld (Hartpatiënten Nederland) roept de overheid
dan verkapte reclame”, redeneren zij. Dat commerciële
verkopen. Maar ze dienen daarmee óók het belang van
op om voorlichting weg te halen bij de bedrijven.
organisaties een winstoogmerk hebben, zal niemand bij die
patiënten, óók het belang van de gezondheidszorg in het
Leendert van der Meer, die mensen vertegenwoordigt die
bedrijven ontkennen. Maar die winst is ook hard nodig om
algemeen.
lijden aan angst en depressie, zou dat de blunder van de
weer te kunnen investeren in nieuwe innovaties. Die gaan
Moeten ze hun kennis voortaan maar voor zichzelf houden
eeuw vinden. |
Volgens Leendert van der Meer komt roep om verbod voort uit onwetendheid
‘Laat de wijsheid van bedrijven niet verloren gaan’ Dat patiëntenorganisaties zich blind aansluiten bij de roep om een voorlichtingsverbod voor farmaceutische bedrijven, vindt Leendert van der Meer onvoorstelbaar en naïef. “Je moet wel weten op wie je moppert. Dankzij de industrie krijgen we steeds betere geneesmiddelen. Dat kost gigantisch veel geld.” Met kromme tenen heeft hij zitten kijken naar de Radaruitzending over ‘symptoomreclame’, Leendert van der Meer van de Europese Stichting voor Angst & Depressiebestrijding. En naar alle reacties die het programma opriep. “Als ik zo’n discussie volg, kan ik alleen maar denken: hoho, de mensen snappen werkelijk niet hoe het in elkaar zit. Ik heb vreselijk veel moeite met de manier waarop mevrouw Hertzenberger (van Tros Radar – red.) lijken uit de kast probeert te trekken. Als ze die lijken namelijk niet kan vinden, creëert ze er zelf een. Ze wil helemaal geen dialoog aangaan, ze wil enkel de industrie schofferen.” Dat de Radar-redactie heeft geprobeerd het probleem van ‘winderigheid’ in de markt te zetten, noemt Van der Meer ‘een heel goedkope manier van werken’ (voor meer informatie: lees het interview op pagina 3). “Dit onderwerp werkt natuurlijk op ieders lachspieren. Nou, ik ken mensen die vanwege
dit probleem de deur niet uit durven. Voor die mensen is dit een serieus probleem. En als zo’n klacht er is, dan is het toch volkomen logisch dat de industrie daar wat voor gaat maken? Zo werkt dat in een systeem van vraag en aanbod. De industrie verzint geen klachten, ze reageert op klachten. Dat is ook haar taak!”
Leendert van der Meer (Europese Stichting voor Angst & Depressiebestrijding) Leendert van der Meer (50 jaar) is voorzitter van de Europese Stichting voor Angst & Depressiebestrijding, een stichting die hij in 1993 zelf heeft opgericht. De stichting informeert patiënten, familieleden en hulpverleners en verzorgt ook medicijnbegeleiding. Daarnaast vervult Van der Meer het voorzitterschap van de Nederlandse Stichting Informatie en Begeleiding Psychofarmaca. Zijn stichtingen zijn aangesloten bij patiëntenkoepel NPCF. www.mental-coaching.nl
Schizofrenie Dat bedrijven in een kwaad daglicht worden gesteld, komt voort uit wat Leendert van der Meer aanduidt als ‘maatschappelijke schizofrenie’. “Aan de ene kant willen we allemaal betere behandelingen met nieuwe medicijnen en therapieën, zodat we ouder worden en met betere kwaliteit van leven. Aan de andere kant wenst niemand stil te staan bij de vraag hoe die nieuwe behandelwijzen dan tot stand komen.” “Een galblaasoperatie betekende vroeger bijvoorbeeld gegarandeerd veertien dagen ziekenhuis”, vervolgt hij. “Nu ben je met een beetje geluk dezelfde avond weer thuis. En zo is er op veel meer terreinen enorme vooruitgang geboekt, vaak dankzij geneesmiddelen. Blijkbaar staat niemand erbij stil dat voordat die nieuwe middelen op de markt komen enorm veel research is gedaan, eerst in laboratoria, later in ziekenhuizen.
Daar worden honderden miljoenen euro’s in gestoken. Mensen denken: we geven wat geld aan het Kankerfonds en dan komt het allemaal wel goed. Nee natuurlijk, dat geld kun je echt niet langs de deuren ophalen, geld om te kunnen innoveren moeten bedrijven halen uit de winst op andere producten. En als je zo’n nieuw middel eindelijk op de markt mag brengen, heb je nog voor tien jaar patent om dat geld terug te verdienen en hopelijk nog wat winst te maken.” Maar winst is blijkbaar een vies woord, meent Van der Meer. “Als je geld verdient als kostwinner in een gezinnetje, ben je een goede huisvader. Als je het doet als kleine ondernemer, ben je goed bezig en toon je lef. Maar als je het doet als groot bedrijf in de gezondheidszorg, ben je een onbehoorlijke zakkenvuller.”
‘Bedrijven verzinnen geen klachten, ze reagéren op klachten. Dat is ook hun taak’ Pagina 6
&
Nefarma
Jaargang 2, nummer 8
Jan van Overveld wil informatievoorziening aan patiënten institutionaliseren
‘We moeten voorlichtingstaken weghalen bij producenten’ om een aandoening, en in het verlengde daarvan een medicijn, bij mensen op het netvlies te zetten. Voor patiëntenorganisaties, journalisten, huisartsen of specialisten is het echt niet te beoordelen of er wel voldoende onderzoek is verricht voordat zo’n middel op de markt is gebracht.”
Filteren Dat symptoomreclame één op één leidt tot overmedicatie, wil Van Overveld niet zonder meer beweren. “Het voorkomen van overmedicatie vind ik een taak van de voorschrijvers, die hebben daarin een filterende functie. Hoewel patiënten het steeds minder makkelijk accepteren als een arts niet meegaat in hun wensen. Maar er is ook nog altijd de illegale weg die mensen gebruiken om aan middelen te komen, bijvoorbeeld via internet. Begrijp me niet verkeerd, dat neem ik de industrie niet kwalijk, maar de aandacht die gevraagd wordt voor bepaalde ziektebeelden en medicijnen maakt wel dat mensen er sneller naar op zoek gaan.” Hartpatiënten Nederland mengde zich in de discussie via een
brief aan het ministerie van Volksgezondheid met daarin een duidelijke oproep. Van Overveld licht toe: “Mijn voorstel is: laten we nu eens met z’n allen afspreken dat we de voorlichting weghalen waar hij ligt. Nu is het zo dat een of ander leuk reclamebureau via een persbericht en allerlei acties namens de producent een nieuw geneesmiddel in de wereld zet. Richt in plaats daarvan een instituut op met mensen die verstand van zaken hebben. Daarin zitten artsen, apothekers, patiëntenorganisaties, maar ook de farmaceutische industrie. Als zij gezamenlijk oordelen dat het nuttig is om met een bepaalde boodschap naar buiten te treden, dan kan dat ook meteen veel betrouwbaarder en gestructureerder.” Allemaal leuk en aardig, maar de essentie van informatie is dat het zich vrij beweegt. Internet is een omvangrijk internationaal medium met allerhande informatie, uiteenlopend van zeer deskundig tot volslagen onbetrouwbaar. ‘Surfgedrag’ van potentiële patiënten valt niet te sturen; de gefiatteerde informatie van een onafhankelijk instituut vormt zo bezien slechts een druppel op een grote, gloeiende plaat. “Dat probleem kun je nooit helemaal ondervangen”, weet ook Jan van Overveld. “Sterker nog: dat moet je helemaal niet eens proberen. Maar als ik weet dat er informatie bestaat van een instituut dat ik volledig kan vertrouwen, dan weet ik dus ook waar ik moet zoeken.”
Jan van Overveld (Hartpatiënten Nederland) Jan van Overveld (52 jaar) is al sinds 1988 voorzitter van Hartpatiënten Nederland. Hij nam destijds die rol over van zijn vader Piet, die al op jonge leeftijd werd getroffen door een hartinfarct en zich bij een conflict gesteund wist door de Nederlandse Hartpatiënten Vereniging, zoals de club toen nog heette. Doel van de stichting is steun verlenen aan alle Nederlanders die lijden aan hart- en vaatziekten, onder meer in de vorm van medische en juridische adviezen. www.hartpatienten.nl
Monddood Uit het feit dat voor farmaceutische bedrijven wel degelijk een plek is ingeruimd in het door Van Overveld bepleite instituut, mogen we afleiden dat hij de industrie niet helemaal monddood wil maken. “Ik heb met diverse vertegenwoordigers van bedrijven regelmatig contact”, zegt hij. “Ik heb met die mensen vaak goede gesprekken. Ik ga alleen niet met ze op vakantie. Ik zie ook echt wel dat bedrijven over veel kennis beschikken. Als een onafhankelijk instituut uiteindelijk heeft vastgesteld dat informatie over een bepaald geneesmiddel de wereld in kan, staat het wat mij betreft de bedrijven ook vrij om de geldstromen richting hun reclamebureaus weer open te draaien. Het is absoluut niet mijn doel om die bureaus hun broodwinning te ontnemen.” |
‘Het is voor patiënten niet meer te beoordelen of een medicijn veilig is of niet’
N e fa r m a & D i a l o o g N e fa r m a & O p i n i e N e fa r m a & To e t s i n g N e fa r m a & T h e m a N e fa r m & G l a ze n Z a a l D e b a t N e fa r m a & D i a l o o g N e f a r m a & N u m m e r 8 N e fa r m a & I m a g o N e fa r m a & C o l u m n N e fa r m a & O p i n i e N e fa r m a & D i a l o o g N e fa r m a & T h e m a N e fa r m a & G l a ze n Z a a l D e b a t N e fa r m a & C o m m e n t a a r N e fa r m a & N i e u w s N e fa r m a & T h e m a N e fa r m a & M a r k t w e r k i n g N e fa r m a & E t h i e k N e fa r m a Van der Meer heeft een uitgesproken opvatting over de rol van de farmaceutische industrie bij het verschaffen van informatie over innovatieve geneesmiddelen. “De industrie heeft het middel ontwikkeld, beschikt over alle kennis. De ruimte om de wereld daarover te informeren moet je niet inperken, maar juist veel verder uitbreiden. Wie de industrie in haar voorlichtingsfunctie wil beknotten, begrijpt echt niet hoe de farma werkt. Bedrijven weten exact wat voor middelen ze hebben gemaakt, het is hun verantwoordelijkheid om daar bij wijze van service ook informatie over te verstrekken. Als een bedrijf een nieuw en verbeterd middel heeft ontwikkeld, bijvoorbeeld om mensen te helpen bij angst en depressies, en het koopt wat zendtijd om daar aandacht voor te vragen: wat is daar mis mee? Ik vind het te gek voor woorden dat dat niet zou mogen.” Toch is een dergelijk verbod precies waartoe de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) de minister van Volksgezondheid heeft opgeroepen. Tot woede van van Leendert van der Meer, die met zijn stichting bij deze koepel is aangesloten. “Ik heb de NPCF op de vingers getikt. Zij hebben als koepel een mening naar buiten gebracht zonder eerst de achterban te raadplegen. Ik heb meteen excuses gekregen, maar daar koop ik niets voor. Ik heb gezegd dat ze daarmee dan ook naar buiten moeten.” “Farmaceutische bedrijven zijn niet onze vijand. De industrie is niet bezig om ons te benadelen, maar probeert met steeds nieuwe stapjes vooruit te komen. Die wijsheid moeten we niet verloren laten gaan. We zijn allemaal met hetzelfde doel bezig. Wij in het veld, met de patiënten, en zij in ondersteunende zin via hun geneesmiddelen. Als je elkaar de hand schudt, kun je heel ver komen.” |
oktober 2009
Pagina 7
Nefarma maakt zich zorgen over innovatieklimaat
2
‘Kabinet moet Nederlandse pluspunten uitventen’ Nefarma maakt zich grote zorgen over de houding van de politiek ten aanzien van het innovatieklimaat in ons land. Alleen een actieve houding kan ervoor zorgen dat Nederland internationaal goed op de kaart blijft staan. Bij het kabinet wordt zo’n houding gemist. Deze boodschap heeft Nefarma in de voorbije weken uitgedragen in gesprekken met ministeries, de politiek en de media. Een goed klimaat voor innovatie en onderzoek is altijd belangrijk, maar dat geldt des te meer in de tijden van fusies en reorganisaties die de farmaceutische sector op dit moment in hun greep houden, beklemtoont de branchevereniging. Het gebrek aan belangstelling op kabinetsniveau kan in dat soort woelige tijden ernstige gevolgen hebben voor bijvoorbeeld de hoogwaardige werkgelegenheid in ons land, en daarmee ook voor de Nederlandse kenniseconomie. Bij besluitvormingen op internationale hoofdkantoren wordt Nederland vergeleken met andere landen in Europa. Een land als Frankrijk is dan veel alerter en presenteert zichzelf actief als aantrekkelijk vestigingsland. Die boodschap
Aandelen Ab O. heeft aandelen. Niet zo veel, maar toch. Ab O. adviseert de minister. Dat wil zeggen: hij is slechts adviserend lid van een veelkoppig adviesorgaan, maar toch. Dat orgaan heeft geadviseerd over het aankopen van vaccins. Het bedrijf waar Ab O. aandelen in heeft, doet wordt uitgedragen op het hoogste niveau, dat van president Sarkozy. Minister-president Balkenende zou dat voorbeeld moeten volgen, maar zowel hij als de bewindspersonen op de ministeries van Economische Zaken en Volksgezondheid geven tot nu toe nauwelijks sjoege, ondanks herhaalde verzoeken vanuit de bedrijven en Nefarma.
Triest
eerder deze maand optekenen in de Telegraaf. Samen met Zijlstra heeft Nefarma-directeur Michel Dutrée Balkenende opgeroepen om als een ware koopman de Nederlandse pluspunten uit te venten. “Onze infrastructuur is goed, evenals het fiscale klimaat, en de overheid is stabiel en voorspelbaar. Daar houden grote ondernemingen van.” |
Week Chronisch Zieken
voor chronische patiënten staan daarin centraal. Op de informatiemarkt die is
lei locaties in Nederland weer in het teken
gekoppeld aan het openingscongres, op
van de Week van de Chronisch Zieken.
6 november in Nieuwegein, zal ook
Thema is dit jaar ‘Tijd voor leven’; de (on-)
Nefarma aanwezig zijn. Meer informatie
mogelijkheden omtrent vrijetijdsbesteding
op www.chronischziek.nl.
doet niet ter zake. Ab O. is verdacht. Verontwaardiging alom: dit is ongekend, onverantwoord, ontoelaatbaar! Reden voor een spoeddebat in de Kamer. Niet dat er spoed is, maar toch. De conclusie is vooraf al getrokken: weg met die man als adviseur. Hij mag dan internationaal worden geroemd om zijn kennis, de schijn is tegen. En dat telt. Terwijl de rechter in de rechtszaal
Ook VVD-Kamerlid Halbe Zijlstra laakt de opstelling van het kabinet. “Dit is te triest voor woorden. In deze tijden van economische crisis moet je boven op werkgelegenheid springen”, liet hij
Van 6 tot en met 14 november staan aller-
wat met vaccins. Of er een relatie is met die aankopen,
schijn en oordeel probeert te scheiden, hebben politiek en media zo hun eigen oordeelsvorming. De twijfel regeert. Die pandemie is dan waarschijnlijk ook flauwe-
N e fa r m a & To e t s i n g N a t N e fa r m a & O p i n i e K m a & C o l u m n N e fa r m a a & O p i n i e N e fa r m a & e n Z a a l D e b a t N e fa r m & N i e u w s N e fa r m a & T
Stilstaan bij ‘geweldige prestaties’ in de zorg
kul. De hele wereld is erin getuind, van Klink tot de WHO. Dat kan niet anders, want Ab O. heeft aandelen!
Laten we af en toe ook eens stilstaan bij de geweldige prestaties die de
Voorzitter Jan Klitsie van Nefarma vroeg tijdens een korte inleiding aandacht voor de opbrengsten van geneesmiddelen: zowel voor de kwaliteit van leven als economisch gezien
zorg iedere dag weer levert. Die oproep deed Nefarma-voorzitter Jan Klitsie tijdens de drukbezochte Septemberborrel van zijn vereniging. “Het is begrijpelijk dat in media en politiek de nadruk ligt op zaken die niet deugen, maar dat geeft wel een vertekend beeld. Bovendien is de zorg niet alleen een kostenpost, maar
eigen verantwoordelijkheid voor partijen en minder regulering door de overheid. “Dat leidt tot betere zorg voor de patiënt. Minister Klink moet niet aarzelen de ingezette weg voort
controlerende taken van parlement en journalistiek is groot. Ik dicht media en politici nog altijd een kritisch oordeelsvermogen toe, maar word daar soms wel in teleurgesteld. Ik ben ervan geschrokken hoe een inter-
standen: misbruik van posities moet aan de kaak
ook economisch gezien.” Directeur
king in de gezondheidszorg, met meer
klucht. Het maatschappelijk belang van de kritische en
andere dag veranderde van held tot boef. Geen misver-
aanzien van kwaliteit van leven, maar
blijft inzetten op verdere marktwer-
Kamerleden en journalisten zijn geen spelers in een
nationaal erkend wetenschapper van de ene op de
levert ze ook veel op, niet alleen ten
Michel Dutrée liet weten dat Nefarma
Als je het zo opschrijft, lijkt het bijna een klucht. Maar
gesteld en bestreden worden. Maar dan wel op basis
Ruim 150 mensen waren naar Sociëteit De Witte in Den Haag gekomen voor de Septemberborrel: Nefarma’s jaarlijkse aftrap van het nieuwe politieke jaar
van feiten na gedegen onderzoek en zonder onverantwoorde beschadiging van iemands integriteit. Je bent immers onschuldig tot het tegendeel bewezen is. In de rechtszaal, maar hopelijk toch ook in media en politiek.| Michel A. Dutrée, directeur Nefarma
te zetten en daar helder over zijn.” | Nefarma& is een uitgave van Nefarma, vereniging innovatieve geneesmiddelen Nederland (www.nefarma.nl). Redactie: Joop Daggers, Elise de Kruijf, Paul Wouters, Peter Boorsma, redactiesecretariaat: Shabila Dhonré, fotografie: Bart Versteeg, vormgeving: vormbreker, Leo van der Kolk, grafisch ontwerper bno. Nefarma& verschijnt tien keer per jaar en is bestemd voor stakeholders van de innovatieve farmaceutische industrie. Wilt u Nefarma& ontvangen? Stuurt u dan een mail naar
[email protected]
Pagina 8
&
Nefarma
Jaargang 2, nummer 8, oktober 2009